Wandelmagazine 3 2020

Page 1

www.wandelmagazine.nu

NR 3 SEPTEMBER 2020 • € 6,99

voor de nieuwsgierige wandelaar

12 blz.

SPECIAEL KROMM RIJN

Riesling & Rijnromantiek

Door het schilderachtige Rheingau

THEMA

Smokkelpaden

in Nederland, Duitsland, Portugal en Oostenrijk Sierras de Tejeda, Almijara y Alhama

Noord-Holland De stuivende duinen van Wimmenum

Santorini Wandelen door een ansichtkaart

Nieuw-Zeeland Over de Great Rakiura Track

AP

Andalusië op z’n mooist


Stiekeme paden

Clandestien

18

10

10 18 21

24 Rheingau

Riesling & Rijnromantiek Achterhoek

Het Kommiezenpad Nederland/België

Het Grenslandpad

24 27 40

Portugal

Serra de São Mamede Oostenrijk

Krimmler Tauern Andalusië

Rust en rozijnen

Foto: Carolien Boogaard

Inhoud

40

50

50

SPECIAL

Kromme Rijnstreek

En ook nog 04 07 09 33 37 45 50 53 67

Onderweg Lopend vuur – Mylan Terwisscha van Scheltinga Uitgerust Column Jan Erik Burger Wandelen op Santorini Nieuw-Zeeland – Great Rakiura Track Boeken Wat zien ik? 118-522 Noord-Holland, Heerhugowaard Colofon

Er werd wat af gesmokkeld in vroegere tijden! Lees: vóór Europa de grenzen min of meer overbodig maakte. Ik ben opgegroeid in de grensstreek tussen Vlaanderen en Frans-Vlaanderen, in Menen. Ik woonde aan de grens in een drukke winkelstraat die 200 meter verder uitkwam op de Franse grenspost: slagboom, wit hokje, douaniers met hoge pet. Bijna als in een Louis de Funès-film eigenlijk. Overdag kwamen veel Fransen bij ons winkelen maar ook ’s nachts, toen alles dicht was, scheurden geregeld auto’s opvallend snel door onze straat. Drank en sigaretten uit Frankrijk waren bij Belgen erg in trek en werden door ‘mannetjes’ in het hele land afgezet. Het was een streektraditie die enkelen veel inkomsten opleverde. Andersom ging het ook: in de buurgemeente Wervik werd tot kort voor de oorlog duchtig tabak van noord naar zuid gesmokkeld. De clandestiene handel was zo belangrijk dat de bevolking er een eigen geheimtaal had ontwikkeld die oudere bewoners tot op vandaag onder elkaar nog altijd spreken. Niemand uit de omliggende gemeenten kan zo’n gesprek volgen, ook ik niet. Want het was hún handel. Nu bestaan de Europese grenzen niet meer – althans, in theorie niet, want de reisadvieskaart van Buitenlandse Zaken knippert al een paar maanden als een op hol geslagen stoplicht. Oude smokkelroutes moet je gewoon kunnen wandelen, heeft onze redactie tijdens een overleg ooit bedacht. Uiteraard, maar Wervik viel af: de ‘route’ bestond uit het stiekem oversteken van de Leie in sloepen. Aan wandelschoenen heb je dan niet zo veel. Maar waar grenzen waren, werd altijd gesmokkeld, dus keuze genoeg voor de redactie. Ondertussen zijn het officiële wandelpaden die de plaatselijke geschiedenis van een of andere onofficiële handel levend houden. Het Grenslandpad tussen België en Nederland bijvoorbeeld is een heuse LAW (11). Links en rechts van de Duitse grens slingert het Kommiezenpad door de groene Achterhoek. En we beperken ons niet tot de Lage Landen: ten tijde van de Spaanse Burgeroorlog kwam handelswaar vanuit Portugal het land niet altijd makkelijk in. Gelukkig lag daar de ruige Serra de São Mamede die de internationale uitwisseling wat vergemakkelijkte, zeg maar. En vanuit Oostenrijk werd vlak na de Tweede Wereldoorlog een heel ander soort waar clandestien over de bergen naar Italië gebracht. Al deze en vele andere, inspirerende wandelverhalen lees je in dit mooie nummer van Wandelmagazine. Veel leesplezier!

@jvandevo @mild_adventures

Omslag: Wijngaarden in herfsttooi boven de Rijn bij Assmannshausen. Foto: Jonathan Vandevoorde

2  Wandelmagazine  3-2020

3-2020  Wandelmagazine  3


Onderweg  Nieuws voor wandelaars

EEN ALTERNATIEVE VIERDAAGSE VERLENGD

Redactie Rick Eggink

WAGE NINGS E ENGPA D 4,2 KM dit Tijdens de ontdekkingstocht over Klompenpad Kids ontdek je allerlei en kun dieren op de Wageningse Eng in je spannende ontdekkingen doen het bos. Veel plezier!

TIP

Op zondag 11 oktober vindt de eerste editie van de Urban Walk Rotterdam plaats. Deelnemers kunnen kiezen uit een parcours van 18 of 12 km. Er kan uitsluitend online worden ingeschreven, startbewijzen worden thuisgestuurd en er wordt gestart in meerdere, kleinere startgroepen. Door de combinatie van sportiviteit, cultuur, architectuur en stadslandschap kunnen de wandelaars onbezorgd genieten van alle interessante plekken in Rotterdam. www.urbanwalkrotterdam.nl

Druktemeter in Gelderland Met een tool op de website van Toerisme Veluwe kunnen bezoekers in een oogopslag zien waar het druk is. Zo kan het een hulpmiddel zijn voor mensen om te bepalen waar zij naartoe willen gaan. Lokale experts, zoals ondernemers, attracties, terreinbeheerders en binnensteden, geven drie keer per dag aan of het in hun omgeving druk, matig druk of rustig is. Deze gegevens worden zichtbaar gemaakt op een kaartje. Ook worden alternatieven getipt. Kortom: het biedt recreanten een keuze. Zowel bezoekers als bewoners kunnen de monitor raadplegen via diverse toeristische websites. www.visitveluwe.nl

Foto’s: Janny Gomans

https://klompenpaden.nl

Urban Walk Rotterdam

Nieuwe wandelapp Top Trails of Germany

Duitsland is een land waar het goed wandelen is. Er zijn 14 Top Trails uitgezet, langeafstandwandelpaden die goed begaanbaar, bewegwijzerd en gedocumenteerd zijn. Om deze paden nog extra onder de aandacht te brengen is er iets nieuws bedacht. Geen stempelboekje, maar helemaal van deze tijd: digitale wandelpins die je onderweg op je smartphone verzamelt. Per etappe moet je drie tot vijf pins vinden. Wie twee etappes van drie verschillende Top Trails heeft gelopen, verwerft de Explorer-status en ontvangt een digitaal certificaat. Twee etappes op zes verschillende langeafstandswandelpaden leidt tot de titel Adventurer. Een echte Top-Trailkenner mag zich ‘Hero’ noemen maar heeft dan wel op 10 verschillende Top Trails minstens twee etappes gelopen. Opmerkelijk eigenlijk dat je door te wandelen in Duitsland Engelstalige titels kunt verwerven! www.toptrails.nl

Helaas geen Vierdaagse Nijmegen dit jaar. Maar de KWBN organiseerde afgelopen maand de Alternatieve Vierdaagse. Geen evenement in de klassieke zin, maar iets wat wel ruim 20.000 deelnemers op de been gebracht heeft. Verspreid over heel Nederland én ver daarbuiten hebben 20.373 wandelaars meegelopen. De jongste was 6 jaar oud, de oudste 93. Deelnemers konden op een wandel-app zelf hun tochten uitstippelen bestaande uit dagelijkse afstanden van 10, 20, 30, 40 of 50 kilometer. De gelopen afstand en tijd werden geregistreerd. Het alom

Fitstap brengt mensen met reuma in beweging Bewegen is voor de meer dan 2 miljoen Nederlanders met reuma niet makkelijk, maar wel heel belangrijk. Wandelen maakt de spieren sterk en gewrichten soepel en is dus bij uitstek een activiteit die gestimuleerd zou moeten worden bij mensen met reuma. Om de voordelen van wandelen, ook voor deze doelgroep, te promoten trekken ReumaNederland en KWBN (Koninklijke Wandelbond Nederland) samen op. De KWBN heeft het beweegprogramma FitStap waarbij je begeleiding krijgt van een FitStap-coach. Het programma claimt mensen binnen drie maanden weer het plezier van bewegen en wandelen in het bijzonder te laten ervaren. Dankzij de kennis van ReumaNederland is het programma nu inhoudelijk aangepast.  www.wandel.nl – www.fitstap.nl

Foto: KWBN

De route is 4,2 kilometer lang en start vanaf de parkeerplaats aan de Zoomweg in Wageningen, bij de hoek met het Heidepark.

Foto: Bart Hoogveld

Het Wageningse Engpad Kids is deze zomer geopend. Het is het eerste Gelderse Klompenpad dat speciaal voor kinderen van 4 tot 12 jaar en hun (groot)ouders is ontworpen. Het pad loopt door boerenland en laat kinderen kennismaken met het landschap en de dieren die er leven. Het Wageningse Engpad Kids loopt deels over een bestaand Klompenpad: het Wageningse Engpad. De kidsroute heeft enkele natuurlijke speelelementen voor kinderen, zoals het Hemelbed en een Blotevoetenpad, prachtig gemaakt door houtkunstenaar Tjerk Steenbergen. De route kun je lopen met een speciaal KIDS-Doeboekje met opdrachten, er zijn infobordjes onderweg en er is een routeapp. Alle zintuigen worden onderweg geprikkeld. Terwijl kinderen lekker buiten zijn, leren ze op speelse wijze wat bijvoorbeeld een wildwal is, welke dieren er voorkomen en hoe hoogteverschillen in het landschap zijn ontstaan.

Foto: Top trails Germany

VOOR KLEINE ONTDEKKERS

bekende en veelgebruikte ‘Wandelkilometerboekje’ werd daarmee digitaal. Er werden zelfs routes aangemeld in Cambodja, Noorwegen, Spanje, Curaçao, Frankrijk, Zweden, Engeland, Tsjechië, Zwitserland en Japan. Zo werd het dit jaar toch een beetje ‘The Walk Of The World’. Gemiddeld is er 64 km per persoon gewandeld. In totaal legden de deelnemers gezamenlijk 1.311.306 kilometers af. Wegens het succes is de Alternatieve Vierdaagse verlengd tot eind september. www.kwbn.nl

neem mee:

4  Wandelmagazine  3-2020

3-2020  Wandelmagazine  5


e t g o o h e d op Blij f � Meld je aan voor de

GRATIS NIEUWSBRIEF Elke 14 dagen veel nieuws, de mooiste producten, reisverhalen en veel meer...

Ga naar www.outdoorspecialist.nl om je aan te melden.

In deze serie zoekt een redactielid van Wandelmagazine een fanatieke wandelaar op voor een goed gesprek over koeien, kalveren en de zin van het leven. Want uiteindelijk willen we allemaal het antwoord weten op die ene vraag: moeder, waarom wandelen wij?

Mylan op Mount Kosciuszko, het hoogste punt van Australië.

MAAK KANS OP 1 PAAR GRATIS!

W

GRANDVIEW GTX t.w.v. € 169.95 • Outdoorspecialist.nl is een unieke samenwerking tussen de beste lokale outdoorspecialisten en toonaangevende merken in de outdoorbranche. Ze zijn niet voor niets ...

BUITEN GEWOON GOED DOOR ...

✓ EEN COMPLEET ASSORTIMENT VAN DE BESTE MERKEN n ✓ GESPECIALISEERDE MEDEWERKERS n ✓ KWALITEIT EN SERVICE n ✓ n PASSIE VOOR JOUW BUITENACTIVITEITEN ✓LOKALE BETROKKENHEID n ✓INNOVATIES EN VOORLOPER IN DUURZAAMHEID n

Kijk voor de outdoorspecialist bij jou in de buurt op

www.outdoorspecialist.nl

Mylan Terwisscha van Scheltinga Stefan Szepesi

TEKST HANS FARJON FOTO MYLAN TERWISSCHA VAN SCHELTINGA

Je ontvangt dan een bevestiging van je aanmelding. Stuur deze aanmeldingsbevestiging vervolgens naar jouw Outdoorspecialist of geef deze persoonlijk af in de winkel.

6  Wandelmagazine  3-2020

Lopend vuur

at ga je doen als je eindelijk van school bent verlost? Back­ packen in Australië, zoals als heel wat afzwaaiende vwo’ers doen. Zo ook de Friese Mylan Terwisscha van Scheltinga. Ik skype met haar op een tropische dag met fiks oplopende coronabesmettingen. “Eerst moest ik een half jaar geld verdienen met fruit plukken, daarna wilde ik gaan surfen aan de Oostkust. Toch werd het back­ packen. En dan zoals het echt bedoeld is: met je tentje en zo op de rug op pad. In de bergen verdwijnen en er een paar weken later weer uitkomen. Weg van alle digitale drukte.” Tot mijn verbazing had Mylan daarvoor nauwelijks gelopen, laat staan wild gekampeerd. Om te ervaren wat ze zich bij wandelen met bepakking door afge­ legen gebieden moest voorstellen, deed ze twee driedaagse tochten in Tasmanië. Maar wat ze zocht, echte uitdaging en de afzon­ dering, vond ze op de 655 kilometer van de Australian Alps Walking Track (AAWT). Dat pad loopt door nationale parken in de zuidoosthoek van Australië; ongeveer van Melbourne over Mount Kosciuszko, de hoogste berg van het land, naar Canberra. En een fikse uitdaging werd het. In de zeven weken dat ze liep, kwam ze twee keer iemand tegen. Een afgetrainde jonge gast uit de USA die haar vooral verbaasde omdat hij zulke lichte bepakking had. De andere was een zestiger die de track eerder had volbracht. Later hoorde ze dat beide mannen al na enkele dagen het pad hadden

verlaten, de ene geblesseerd, de andere om dat het te droog was. Mylan zette door. Op een foto staat ze trots met diploma in het bezoekerscentrum aan het einde van de track. “Mijn belangrijkste bron van informatie was een wandelgids, die je echt nodig hebt om je weg te vinden en te plannen waar je water en eten moet inslaan. Ik moest steeds voor twee weken eten inslaan. Dan liep ik in het begin met de helft van mijn lichaamsgewicht op mijn rug. Maar zonder water kun je het droogvoer niet eten. Dat

“ De climax qua wandelen kwam eigenlijk meteen” was echt een probleem. Toen ik daar drie jaar geleden liep zat de zeer droge zomer er net op. Sommige plekken die beschreven waren als altijd watervoerend, stonden kurkdroog. Een keer heb ik twee dagen niets kunnen drinken en eten. Ik was toen behoorlijk uitgeput. Na een halve liter drin­ ken heb ik eerst lang geslapen voordat ik meer water kon verdragen.” Ze oogt tame­ lijk onaangedaan als ze met dat vertelt. ”Ik had wel zo’n apparaatje bij me waarmee ik een noodsignaal en gps-locatie kan uitzen­ den. Dan pikken ze je op met een heli­

kopter. Heb ik niet nodig gehad”, glundert ze. “Maar ja het is een dunne lijn, het kan ook misgaan. Ik ben ook mijn slaapzak kwijtgeraakt. Dat is vervelend want het is best koud ’s nachts op hoogte. Toen had ik wel last van onderkoelingsverschijnselen. Maar dan los je dat zelf op.” Terugkijkend zegt ze dat deze eerste grote trek eigenlijk meteen haar hoogtepunt is geweest qua wandelen. “Daarna heb ik nog twee treks gedaan. Het Anapurna Circuit in Nepal was leuk om de lokale cultuur te kunnen opsnuiven, maar dat je niet kam­ peert en zelf kookt vind ik minder. De 3000 kilometer dwars door Nieuw-Zeeland van de Te Araroa trek biedt dat wel, maar wordt veel meer belopen. Maar het mooie van alleen wandelen, is dat je makkelijker een grote uitdaging kan aangaan. Als ik samen met iemand anders was geweest op AAWT, hadden we waarschijnlijk wel de helikopter laten komen.” Ze is nu weer ee jaar in Nederland waar ze gezondheidswetenschappen studeert. Dat Mylan hier de uitdagingen die zij zoekt in het wandelen niet vindt, is me duidelijk. “Ik ben nu aan het hardlopen. Daarmee maak ik mijn hoofd leeg. De marathon van Rotterdam is helaas niet doorgegaan van­ wege het virus.” Voor de komende jaren heeft haar zinnen gezet op ultramarathons. Het zou mij niet verbazen als ze daar heel ver mee komt.

3-2020  Wandelmagazine  7


Inspiratie van onze adverteerder

Duitsland

Inspiratie van onze adverteerder

Annaberg-Buchholz is de hoofdstad van het ‘Duitse kerstland’. Rust en ruimte kenmerken het Ertsgebergte. Al wandelend kom je op veel plekken UNESCO-werelderfgoed tegen, zoals hier in OlberrnhauSaigerhütte. De Fichtel­ bergbahn (smal­­spoorweg) biedt geweldige panorama’s op het Erzgebirge.

Landschappen en historische stadjes

Ertsgebergte: wandelparadijs vol UNESCO-Werelderfgoed Met ruim 5.000 km aan wandelpaden is het Ertsgebergte in het Duitse Saksen een waar wandelparadijs. Dit bosrijke middelgebergte spreekt liefhebbers van rust, ruimte en natuur aan. Historische bergstadjes zijn bijvoorbeeld Annaberg-Buchholz, Freiberg, Seiffen, Marienberg en Oberwiesenthal. Sinds kort staan ruim 400 objecten uit de rijke mijnbouwcultuur op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het geeft een extra dimensie aan wandelbelevenissen in dit uitgestrekte natuurgebied. TEKST ROBERT WITSEN FOTO’S TOURISMUSVERBAND ERZGEBIRGE & TMGS TOERISME SAKSEN

D

e grootste route is de Kamm­ weg Erzgebirge-Vogtland. Deze TOP Trail Germany behoort tot de mooiste wandelpaden van Duitsland. De gehele Kammweg loopt ruim 200 km lang tussen het startpunt Geising (40 km ten zuidwesten van Dresden) en Blanken­ stein. De Fichtelberg (1200 m) is het hoog­ ste punt, maar toch is dit meerdaagse wan­ delpad geen route voor ijzervreters. Het heeft qua zwaarte een gemiddeld wandel­ profiel en het is voor de meeste mensen prima te doen. De hoogteverschillen vallen mee en de route is goed aangegeven met bordjes. Een bagageservice is mogelijk. Bij dit ‘Wandern ohne Gepäck’ wordt de bagage naar het volgende verblijfsadres gebracht. 8  Wandelmagazine  3-2020

Belevenissen boven en onder de grond Voor wie liever op één plek blijft en in de omgeving dagelijks een wandeling maakt, biedt het Ertsgebergte ruim 40 routes. Het zijn vrijwel allemaal rondwandelingen met een lengte van 15 tot 25 km. Naast rust en natuur biedt het Erzgebirge, zoals de Duit­ sers het gebergte noemen, plekken die het waard zijn om nader te bekijken. Bijvoor­ beeld de sporen van de eeuwenoude mijn­ bouw. Het begon bij toeval in 1168 toen een marskramer op doorreis zilver vond in het gebergte. Al snel bleek dat er meer edelmetaal te vinden was en een grote bloeitijd brak aan. Later werden nog meer delfstoffen gevon­ den, waaronder het zeldzame uranium.

De bergbouw drukte in ruim achthonderd jaar een groot cultureel stempel op het gebied. De eerste mijnbouwwetgeving ter wereld ontstond in Freiberg en de stad huisvest ook de oudste mijnbouwuniversi­ teit van Duitsland. De gedolven ertsen maakten Saksen welvarend. De grandeur in Dresden was niet mogelijk geweest zonder de ertsen uit deze regio. Erkenning door UNESCO De sporen van de rijke mijnbouwcultuur waren reden voor UNESCO om ruim 400 objecten in 2019 op de Werelderfgoedlijst te plaatsen. Het veelomvattende erfgoed omvat mijnen, technische objecten (inclusief houten werktuigen uit de

middeleeuwen) en transportsystemen (zoals kanalen). Daarnaast omvat het ook een aantal landschappen en historische stadscentra: Annaberg-Buchholz, Freiberg en Marienberg. Deze plaatsen floreerden op de mijnbouw en hun marktpleinen, kerken en monumentale gebouwen zijn daarvan zichtbare getuigen. Een goed voorbeeld is Olberrnhau-Saiger­ hütte, een middeleeuws dorpje vol bouw­ werken en overblijfselen van de historische mijnbouw. In diverse mijnen worden rond­ leidingen gegeven, ook door de onder­ grondse gangenstelsels. Ook op de UNESCO-lijst staat het Gasthaus Wilder Mann in Annaberg-Buchholz. Het gebouw werd in 1507 geopend als woonhuis voor de muntmeester. In de 17e eeuw werd het verbouwd tot gasthuis. Een functie die het

nog altijd heeft, want er is een hotel in gevestigd. Dit is overnachten in UNESCOWerelderfgoed.

vinden. De minerale bronnen uit het ­bergland bieden een heilzaam warm bad om heerlijk te relaxen en de wandelspieren tot rust te laten komen.

Stoomtreinen Na 1800 raakten de mijnen uitgeput en ging de bevolking op zoek naar ander werk. Velen gingen over op houtbewerking en het Ertsgebergte ontwikkelde zich tot leveran­ cier van houten meubels, speelgoed en kerstartikelen. De regio dankt daaraan de bijnaam ‘het Duitse kerstland’. Er rijden door het gebergte diverse stoom­ treinen op smalspoortrajecten. De hoogst gelegen spoorweg is de Fichtelbergbahn. Deze biedt een romantische treinreis met fraaie vergezichten. Een andere tip zijn de kuuroorden. Op diverse plaatsen zijn wellness-locaties te

 www.erzgebirge-tourismus.de

WANDELPARADIJS SAKSEN Saksen biedt fraaie landschappen en natuurgebieden. Ook cultuursteden als Dresden en Leipzig en vele authentieke stadjes spreken velen aan. In het land zijn diverse grote wandelroutes uitgezet, waaronder de Malerweg in het nationale park Sächsische Schweiz. Een voorkeur voor routes langs een rivier of juist een stevig pad door de bergen? Er is altijd een wandeling die aansluit bij individuele wensen.  www.saksen.info

Hotel Wilder Mann is gevestigd in een gebouw op de UNESCOwerelderfgoedlijst. 3-2020  Wandelmagazine  9


Duitsland

Rheingau

In Hessen worden op de zonnige hellingen boven de Rijn niet alleen God en Maria vereerd. De riesling en spätburgunder zijn er (af)god nummer één en twee, zelfs voor de kloostergemeenschappen in de streek. Samen met een vriend en een gids liep hoofdredacteur Jonathan Vandevoorde de tweedaagse Klostersteig. Aansluitend ervoer hij nog een dagje wandelgeluk boven Duitslands meest pittoreske stukje Rijn. TEKST & FOTO’S JONATHAN VANDEVOORDE

OVER DE KLOSTERSTEIG

RIESLING & RIJNROMANTIEK 10  Wandelmagazine  3-2020

Je kunt de Schänke van Kloster Eberbach, net buiten Kiedrich, maar beter overslaan als je meteen aan de tweedaagse Kloster­ steigwandeling wilt beginnen. Wij zijn ech­ ter de klos: voor de lunch is onze tafel met vijf wijnglazen gedekt. Voor elk. We krijgen drie rieslings en één spätburgunder – de Duitse pinot noir– uitgeschonken die de ganzenlever en hertenbiefstuk met cantha­ rellenroomsaus moeten wegspoelen; geluk­ kig is het vijfde glas voor water. Voor kilometers op en neer zijn onze hoof­ den vanmiddag te licht en onze buiken te zwaar. We redden het wel naar het domein van de Staatsweinerei, het grootste wijngoed in de Rheingau. Zigzaggend over de goud­ gekleurde helling van de wijnberg slagen we erin om de 268 meter hoge Bubenhäu­ ser Höhe te bereiken, een populaire plek met een zalig uitzicht over de brede Rijn­ vallei. Het is het einde van een perfecte herfstdag en we kunnen zelfs Wiesbaden (de hoofdstad van Hessen) en aan de over­ kant van de Rijn Mainz (de hoofdstad van Rheinland-Pfalz) zien liggen. Daartussen een golvende lappendeken van niets dan wijnstokken, goudgeel, sommige oranje­ rood. Riesling en spätburgunder heersen hier als koning en koningin. Zes kloosters De volgende ochtend is de zon weg en hangen grauwe wolken laag. Bij de parkeerplek van Kloster Eberbach, het officiële startpunt van de 30 kilometer 3-2020  Wandelmagazine  11


De Staatsweinerei is de grootste producent van het Rheingau. Met Wolfgang Blum (r.) op stap.

lange ­Klostersteig, hebben we een rendezvous met Rheingau’s vrolijkste pensionado, Wolfgang Blum. Hij is bergbeklimmer, al decennia lang wandelgids in zijn geboortestreek en officiële Wegepate van de Klostersteig, die hij samen met een professor in de theologie heeft uitgestippeld. “De Klostersteig is natuurlijk een marketingconcept”, geeft hij meteen toe. “Deze paden bestaan al heel lang. We hebben ze alleen met uniforme bewegwijzering aan elkaar geregen. Slechts 200 meter nieuw pad hebben we moeten aanleggen. Dat trekt toeristen aan die actief bezig willen zijn en dat is goed voor de lokale economie.” Als ‘peetom’ van de route is Wolfgang medeverantwoordelijk voor de staat ervan. Twee keer per jaar controleert hij ’m helemaal. Als een

Kloster Eberbach. 12  Wandelmagazine  3-2020

De Klostersteig staat goed aangegeven.

wegwijzer is omgevallen bijvoorbeeld, meldt hij dat aan de betreffende gemeente die dan voor reparatie of vervanging zorgt. “Je hoeft niet religieus te zijn om van deze wandeling tussen zes kloosters te kunnen genieten. Maar een beetje spiritualiteit helpt wel natuurlijk.” De ‘spirituele’ momenten langs de route zijn de borden bij de rustplaatsen met daarop een zoge­ naamde Impuls, een tekst van een bekende persoon of lokale pastoor die tot bezinning aanzet en die Wolfgang telkens plechtig voordraagt. “Voor mensen die dagenlang in een glazen doos achter een beeldscherm doorbrengen kan dit een waardevolle erva­ ring zijn”, vindt Wolfgang. “Je komt bijna nergens meer tot rust. Hier in de bossen vind je nog stille plekken waar je kunt reflecteren, bezinnen. Mindfulness noemen ze dat nu geloof ik (lacht).” Prämium Wanderweg De navigatie van onze tweedaagse hebben we aan Wolfgang toevertrouwd, en als wan­ delgids blijkt hij een goudmijn van infor­ matie te zijn. Maar ook zonder Wolfgang – zonder kaart zelfs – moet je wel blind zijn om hier te verdwalen. Vanaf het begin, in september 2016, streefden de makers ernaar om de Klostersteig als Prämium Wanderweg in de markt te zetten, het begeerde kwaliteitscertificaat in Duitsland. “Toen we het boek van eisen waaraan zo’n route moet voldoen binnenkregen, zakte de moed ons in de wandelschoenen”, herin­ nert Wolfgang zich. “Avontuur is er eigen­ lijk niet meer bij.” Maar bewegwijzering is

De grote abdij van St. Hildegard heeft haar eigen wijndomein.

maar één van de vele aspecten: zo mag een Prämium Wanderweg nooit langer dan 1100 meter over dezelfde soort ondergrond gaan: grint, of bospad, beton. Dat betekent dat afwisseling troef is, ook landschappelijk. Vanaf Kloster Eberbach waren we meteen het bos ingedoken en ging het soms pittig omhoog tot op de Hallgarter Zange, met 580 meter het hoog­ ste punt op het hele traject. Er staat een uitkijktoren en er is een cafetaria. Wij zijn de enige klanten. Het is maandag en het seizoen is feitelijk voorbij, moppert zaak­ voerder Klaus vanachter de toonbank. We nemen een lekkere cappuccino, en nog een. Het uitzicht over de Rijnvallei is door het verslechterende weer toch veel minder geworden.

Rijnromantiek Dan dalen we af, komen het bos uit, dui­ ken de wijngaarden in en komen twee uur later bij Schloss Johannisberg dat op een heuvel met uitzicht over het Rijndal ligt. Naast het luxueuze landgoed, dat nu eigen­ dom is van de familie Oetker (die van het bakmeel), staat een in romaanse stijl her­ bouwde kerk. “Hier zaten vroeger ook monniken”, vertelt Wolfgang. “In 1720 besloten ze om hier alleen nog maar ries­ ling aan te planten. Hier wordt nu van de beste riesling ter wereld gemaakt.” Het is ondertussen flink gaan regenen en we dui­ ken de chique wijnwinkel van het kasteel in. De prijzen zijn niet van de poes, maar wat we te proeven krijgen haalt mij toch over om een flesje te scoren.

Steile wijngaarden in het Mittelrheintal, dus hogere muren. 3-2020  Wandelmagazine  13


Duitsland Volgens Wolfgang is deze plek de bakermat van de Rheinromantik. In 1802 maakten de dichters Clemens Brantano en Achim von Arnim een reis door het Rijndal en beschreven de schoonheid ervan. Later heeft ook Goethe, wandelaar bij uitstek, over deze streek geschreven. Het Mittel­ rheintal werd hierdoor een toeristische trekpleister van formaat en voor de elite een must op weg naar de Zwitserse Alpen en Italië. Vanaf het terras van Schloss Johannisberg moet het zicht op de wijnvelden en de Rijn­ vallei inderdaad romantisch mooi zijn, maar het weer zit niet mee op onze eerste wandeldag. Mijn wandelvriend en ik spre­ ken af dat we aan het einde van ons lang weekend hier nog naartoe zullen rijden om zonniger foto’s te maken. “Dit is de ­Goethe-Blick”, vertelt Wolfgang. “Je ziet dat de Rijn hier nog breed is, ongeveer 1 kilometer. En 40 kilometer verderop nog slechts 195 meter! Dit verklaart de aantrek­ kingskracht van de streek sinds de vroege middeleeuwen. Alle handel verliep over het water. En waar de maatschappij zich ont­ wikkelde, daar had je ook kloosters.” De strategische ligging verklaart ook de aanwezigheid van al die fotogenieke burch­

ten op de rotsen langs de Rijn. Die staan vooral verderop, voorbij het Binger Loch, waar de stroom zich plotseling door een soort canyon van leisteen perst en smaller en sneller stroomt: daar begint het Mittelr­ heintal en eindigt morgen onze wandeling. Benedictinessen ’s Anderendaags is een herfstzonnetje gelukkig weer terug, maar het is kouder dan eergisteren. Op een muurtje dat een wijngaard van de kolossale abdij St. Hilde­ gard omzoomt, laat een bordje zien dat hier ook de route naar Compostela langskomt. Of ze meegezongen heeft om twaalf uur, vraagt Wolfgang plagerig aan zuster Thekla die tijdens onze lunch in het toeristencafé van de abdij even langs komt waaien. Een half uur eerder hadden we geluisterd hoe de hemelse stemmen van de nonnen door de enorme ruimte van de kloosterkerk uit­ dijden. De goedgehumeurde abdis haalt de schouders op. “Tja, ik moest wel”, ant­ woordt ze ironisch. Wolfgang geeft haar een flinke knuffel en tutoyeert haar, geen Duitse formaliteit tussen die twee. En dan wappert ze in haar zwarte habijt naar de uitgang, snel naar een afspraak. In tegenstelling tot het diep in het bos ver­

Schloss Johannisberg, bakermat van de riesling.

SMOKKELEN IN HET MITTELRHEINTAL

Voorbij de abdij van St. Hildegard verandert het landschap drastisch.

De Rheingau omvat ook het deel van het prachtige Mittelrheintal tussen het Binger Loch in het zuiden tot aan de grens met Rheinland-Pfalz in het noorden. Een nieuwe, afwisselende Prämium Wanderweg genaamd Wisper-Glück-Trail verkent de Rijnhellingen tussen de dorpen Kaub en Lorch.

stopte franciscaanse Kloster Marienthal, waar we afgelopen nacht in het hotel ernaast hebben overnacht, heeft de bene­ dictijnse orde altijd de openheid en de maatschappij opgezocht. “De benedictines­ sen van St. Hildehard staan midden in het leven”, weet Wolfgang. “Ze zijn bij van alles betrokken. Zuster Thekla bijvoorbeeld heeft een economische masters. Elk jaar organiseer ik met haar de ‘Hildegard Wine­ Walks’. En één andere zuster is zelfs lid van de lokale brandweer.” Echt? Ik zie het zó voor me: krijgt ze eindelijk eens een alar­ moproep, springt ze enthousiast in haar autootje en racet de wijnberg af, het avon­ tuur tegemoet. Kruisje ’s Middags doorkruisen we een geheel ander landschap. Eerst gaat het omhoog naar een plateau en langs een akker en door weiden waar paarden in staan. Het pad loopt kort daarna dwars door de uitge­ strekte campus van het St. Vincenz-Stift, een verzorgingscomplex en woongemeen­ schap voor geestelijke gehandicapten. De directeur ervan is de theoloog met wie Wolfgang het idee voor de Klostersteig heeft uitgewerkt, komen we te weten.

Als ik de Wisper Glück Trail vanuit Lorch aan de Rijn begin, loop ik langs de dorpsrand eerst omhoog door een uitgehouwen geul van anderhalve meter diep, als een loopgraaf. Na de Eerste Wereldoorlog was deze streek een tijdje een politiek niemandsland tussen de bezettingslegers van Frankrijk en Amerika en konden de bewoners alleen overleven door te smokkelen. Deze geul werd gebruikt om ongezien met koopwaar Lorch uit te komen. Meteen daarna moet ik door een spannende passage steil omhoog waarbij treden en stalen kabels mij een handje helpen (via een omweg over de bekende Rheinsteig is het makkelijker, maar niet zo leuk). Daarna is de Wisper Glück Trail één aaneenschakeling van korte, spannende bergpaadjes en bredere wandelwegen met vergezichten op de diep uitgesneden vallei van de Rijn die nooit vervelen. Op de mooiste plekken staat een picknicktafel of bankje opgesteld. De Wisper Glück Trail is 13 kilometer lang en een van de vijftien bewegwijzerde, zogenaamde ‘Wisper Trails’ in en boven het Wispertal vlakbij het dorp Lorch. www.wisper-trails.de Zicht op de Rijn boven Lorch. 14  Wandelmagazine  3-2020

3-2020  Wandelmagazine  15


Duitsland Assmannshausen.

Op het terrein van het instituut komen we aan bij de kloosterkerk van Marienhausen, het officiële eindpunt van de Klostersteig. Het interieur van de kapel is wit en mini­ malistisch; de bijzondere glas-in-loodramen en de decoratie verwerkt in de gladde, betonnen vloer zijn gebaseerd op tekenin­ gen die bewoners van St. Vincenz gemaakt hebben. Wolfgang gelast ons om naar de stempels te kijken die we in de andere kloosters onderweg in een boekje verza­ meld hebben. Daar staat bij elk een num­ mertje. De nummers van de laatste drie kloosters blijken de code te zijn van het cij­ ferslot op een houten kist die in de sacris­ tieruimte staat. Wolfgang opent de kist en haalt er twee stoffen zakjes uit. Daarin voor elk een houten kruisje. “Handgemaakt van

wijnhout, door ­bewoners van St. Vincenz. Een aandenken voor eenieder die de Klos­ tersteig volbracht heeft.” De late middagzon lijkt aan felheid weer wat toe te nemen en warmt onze gezichten als we afdalen naar het dorp Assmannshau­ sen in het diep ingesneden Mittelrheintal. Hier liggen de felgekleurde wijngaarden op steile hellingen van leisteen, en dat proef je in de fles volgens Wolfgang. Hij kijkt omhoog, naar de prachtige vederwolken in de blauwe lucht. Hoog boven ons vliegt een drietal V-formaties. “Kraanvogels. Onder­ weg van Scandinavië naar Afrika. Naar de zon. Is dat niet bijzonder?”

Ontdek het Groene Hart van Holland

WANDELWIJZER Het Rheingau is de wijnstreek in Hessen langs de rechteroever van de Rijn, grofweg tussen Wiesbaden en het stadje Kaub op de grens met Rheinland-Pfalz. Kenmerkend zijn de gevarieerde landschappen – wijngaarden, dorpjes, beukenbossen – die vooral in de herfst prachtig zijn. Het Mittelrheintal in het noorden staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst.

Onze tips • Lorch – de kerk heeft een van de mooiste gotische retabels in hout van heel Duitsland (vijftiende eeuw). • Wijn proeven – dit is het land van de Duitse spätburgunder (pinot noir) en de riesling. Bij verschillende wijnhuizen (Vinotheke) is proeven mogelijk. Rheingau-Taunus Tourismus heeft een brochure met proefadressen (te downloaden vanaf de website, zie onder).

Vervoer Het gebied is in ongeveer vijf uur vanaf Utrecht bereikbaar, en ook met de trein via Keulen. Klostersteig (2-daagse): met trein en bus reisden we makkelijk weer naar het startpunt. Trein Assmannshausen-Eltville, dan de bus naar Kloster Eberbach. Mittelrheintal: dezelfde trein (lijn Koblenz-WiesbadenFrankfurt) stopt in alle dorpen langs de stroom. Dienstregeling: https://reiseauskunft.bahn.de.

Gids Wolfgang Blum is een sympathieke en uitstekende wandelgids voor wie meer wil weten over de streek en haar geschiedenis: www.blum-wolfgang.de

Klostersteig De officiële route is 30 kilometer lang. Tel onze bokkensprongen erbij op en wij liepen de eerste dag 21 kilometer (Kloster Eberbach- Kloster Marienthal) en de tweede dag 17 km (tot aan treinstation Assmannshausen). Door het Mittelrheintal loopt ook de bekende meerdaagse Rheinsteig, tot in Rudesheim. Slapen Wij logeerden één nacht in Kiedrich (Hotel Nassauer Hof), daarna in Waldhotel Gietz naast Kloster Marienthal en aan het einde in het originele Hotel im Schulhaus in Lorch (één treinhalte ten noorden van Assmannshausen).

16  Wandelmagazine  3-2020

Puur hollands genieten in een oase van rust, ruimte, natuur en altijd vlak bij de stad.

Meer weten? www.rheingau.com (D/E).

Van 25 tot 29 oktober 2020 organiseert onze hoofdredacteur een begeleide wandelreis naar de streek. Wees er snel bij: inschrijven kan nog tot en met 24 september! www.mildadventures.org

Natuur Water Culinair Historie Cultuur

Wandel en fiets door de groene polders Vaar over rivieren en unieke de Hollandse Plassen Proef oer-Hollandse streekproducten Bekijk de vele historische bezienswaardigheden Bewonder forten, kastelen en vestingsteden

Informatie en inspiratie vindt u op de meest complete website van het Groene Hart. Met de leukste uitjes voor jong en oud!

groenehart.nl 3-2020  Wandelmagazine  17


THEMA

Stiekeme paden/Nederland/Duitsland Eigenlijk had het wel wat, Duitsland inrijden: gebouwtje, slagboom, heeft u iets aan te geven? Marken in je portemonnee, waar je de waarde niet goed van kon inschatten, dus gaf je te veel uit aan dingen die je omgerekend in guldens nooit zou hebben gekocht voor die prijs. Het hóórde gewoon bij de vakantiecharme. TEKST & FOTO’S WILLY VAN DE RIET

HET KOMMIEZENPAD

D STIEKEME PADEN Hedentendage staan de grenzen van ons land dankzij Schengen alleen nog op topografische kaarten. In het veld zijn her en der nog oude grenspalen of -stenen te vinden. Maar als je gaat wandelen en goed om je heen kijkt, zie je toch wanneer je in Duitsland loopt, of in België. En dan zijn er de verhalen. Over smokkelaars en roversbendes. Toen boter in het ene land een stuk goedkoper was dan in het andere. Over de elektrische grens met onze zuiderburen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Of over de bergen tussen Spanje en Portugal tijdens de Spaanse Burgeroorlog. En een bergpas over de Alpen tussen Oostenrijk en Italië. Beukenlaantje bij Vennebülten, even buiten Burlo (D).

18  Wandelmagazine  3-2020

e ‘kommiezen’, zoals doua­ nebeambten werden genoemd, hebben tot 1995 langs de grens gepatrouil­ leerd om illegale zaken te onderscheppen. Het Kommiezenpad loopt langs tol- en smokkelpaden tussen OostNederland en Duitsland. Het is een lijn­ wandeling van 18 kilometer tussen de Nederlandse buurtschap Ratum, bij Win­ terswijk, en het Duitse Burlo. Naast de lijn­ wandeling is een viertal rondwandelingen aangelegd. Het beginpunt van de lijn- en de eerste rondwandeling is de Sint Vitussteen, achterin Ratum aan het eind van een zand­ pad. De grensstenen dateren uit de acht­ tiende eeuw, om precies te zijn uit 1766, toen bij de Conventie van Burlo de grens is vastgelegd tussen Eibergen-Rekken en Dinxperlo. Met een topokaartje ga ik op pad. Daarop zijn de plekken met oude grensstenen aan­ gegeven, want soms zijn ze halfverzakt of overwoekerd door bramenstruiken en zie je ze in het veld niet meteen. Het zandpad gaat over in een asfaltweggetje en ik steek de Ratumsebeek over. Typisch Achterhoeks coulissenlandschap met een lichte glooiing, akkers, weiden en bosjes. Ik voel me nog geen smokkelaar op deze ruime open weg­ getjes. Tijdens het interbellum zat Duitsland in het nauw. De inflatie van de Duitse Mark was enorm. Met een Nederlands tientje was je in Duitsland miljonair. De van het front komende oud-militairen die werkeloos waren, trokken naar de grens om te gaan smokkelen. Met tientallen tegelijk kwamen ze de grens over, koffie, tabak en chocolade mee terugnemend. Ze verdienden meestal goed. Maar de inflatie rees de pan uit en de smokkelaars zagen er geen been in het dan maar te komen halen. Roversbendes braken her en der in bij boerderijen. De eerste

Wandelen in het coulissenlandschap van de Achterhoek.

Grenssteen bij landgoed Hesselink. 3-2020  Wandelmagazine  19


Stiekeme paden/Nederland/Duitsland

Stiekeme paden/Nederland/België

komen. In Duitsland heet de Ratumse Beek Vitiverter Bach. Hier hebben ze half­ open hutten langs de route gezet, overdekte picknickplekken. Mij komt het bij Hessing­ hook goed uit, want het gaat net een beetje miezeren. Grenssteen 4 moet ongeveer naast de hut staan, maar ik zie hem niet.

Bloeiende akkerrand van een roggeveld.

door een boer doodgeschoten Duitse rover was een feit. Een ketsende revolver zorgde ervoor dat er niet meer doden vielen, maar veiliger werd het er niet op in de streek en ook toen klaagde men over een tekort aan politiebescherming. (Uit: De Roofovervallen,Verhalen van de grens – Willem Wilterdink 1987)

Halfopen hutten Scholtenboerderij Hesselink (‘scholte’ is schout) is nog altijd imposant, het is nu in gebruik als woonzorgcomplex. Na een breed zandpad stuurt een markering mij opeens een smal bospad in en kan ik me iets voorstellen van stiekeme doorsteekjes om ongezien naar de andere kant te

April, de Kempen.

Het

Grenslandpad in vogelvlucht

Slingerende Slinge Ik passeer de buitenwijken van Oeding en steek de Boven-Slinge over. Aan Neder­ landse kant heeft de Slinge zijn natuurlijke loop nog goed behouden. De beek is nooit bevaarbaar geweest, maar er hebben wel watermolens aan zowel de Duitse als Nederlandse kant gestaan die grachten van burchten hebben gevoed. Ik ken de beek vooral van de Bekendelle, een prachtig loofbos waar het doorheen meandert en je goed ijsvogels kunt spotten. Na camping de Italiaanse Meertjes kruis ik de Borkense Baan, een in onbruik geraakte spoorlijn en tegenwoordig beschermd natuurgebied. Aan het eind hiervan loop ik een bos in, de onzichtbare grens weer over, slechts gemarkeerd door mijn routepaaltjes. Ik passeer een beeld van de heilige Johan­ nes van Nepomuk, die tegen de elementen beschermd wordt met doorzichtig plexiglas. Een teken dat het klooster van Burlo niet ver meer is en zo ook het eindpunt van de Kommiezenroute. Bij de lokale Schnell­ imbiss bestel ik een Radler en mijmer nog even na op het terras.

Ree verschuilt zich in het hoge gras bij het Wooldse Veen.

WANDELWIJZER Het beginpunt in Ratum is met het openbaar vervoer lastig te bereiken. Je kunt het best je auto op het eindpunt bij Burlo parkeren en dan met de fiets naar het beginpunt rijden. Kaart Brochure (tweetalig) met routekaart bij de VVV van Winterswijk, maar ook te downloaden ( https://bit.ly/3gkt0hC). Horeca Er is weinig horeca onderweg, zeker in het winterseizoen. In Oeding zijn wat zaken. Camping de Italiaanse Meertjes heeft een restaurant, wel even een afslag nemen want de route komt er niet direct langs. In Burlo zijn een paar horecagelegenheden waaronder in het klooster. De overdekte picknickhutten zijn een fijn alternatief. Bron Verhalen van de grens, Willem Wilterdink, Museum Freriks 1987

20  Wandelmagazine  3-2020

De LAW 11, het Grenslandpad, start in het Zeeuws-Vlaamse Sluis, een plaatsje met stadswallen, een mooie middeleeuwse kern en erg populair bij motorrijders en mosselliefhebbers. Het aantal parkeerplaatsen overtreft het inwonertal, lijkt het wel. Als je de stadswallen echter achter je hebt gelaten, loop je al gauw in totale rust. TEKST & FOTO’S WILLY VAN DE RIET

3-2020  Wandelmagazine  21


Stiekeme paden/Nederland/België September: dennennaalden heten mastenspelden in Noord-Brabant.

gebruik is voor de binnenvaart; er zwem­ men nu enkel eendjes in. We kuieren over het jaagpad en komen op de oprijlaan voor de abdij Postel. Een toeristische trekpleister van jewelste: er staan een frietkot en een ijscokar om de toegestroomde dagjesmen­ sen te voorzien.

M

et een pontje over de Damstervaart steek je de grens over. En op de een of andere manier ziet het Vlaamse platteland er meteen anders uit dan het Nederlandse. Sowieso is het hele grensgebied dunbevolkt en naarmate ik meer etappes van de route heb gelopen – een wandelproject waar ik zowat acht maanden over heb gedaan – kan ik me goed voorstellen dat smokkelaars en ander gespuis hier tamelijk onbespied hun gang kunnen gaan. Maar dat is niet altijd zo geweest. Titia, dochter van een veldcom­ mies die ik bij het Brabantse deel van de grens ontmoet heb, vatte het goed samen. “Mijn vader was veldcommies in de gemeente Netersel, vlakbij Bladel. Hij werd vanuit Meppel, een welvarend pro­ vinciestadje, overgeplaatst naar een dorp met alleen maar boeren. Dat was een enorme overgang. Een veldcommies is overigens geen veldwachter – die zijn belast met politietaken. Hij moest smok­ kel- en stroperspraktijken in de gaten hou­ den. In die tijd ging dat per fiets, dus als zijn fiets voor het huis stond wist men dat hij nog niet op pad was. Zo werkte dat in de gemeenschap. Over het algemeen ging het om ‘klein bier’: vooral boter, tabak, distillaten, koffie en dergelijke voor eigen gebruik. Hoewel er ook gewoon koeien van de andere kant naar hier wandelden. De lokale slager adverteerde met de slo­ gan: ‘Vraag niet hoe het kan, maar profi­ teer ervan!’ Mijn vader was overigens wel

22  Wandelmagazine  3-2020

Juni: langs de Westerschelde.

zo principieel dat hij weigerde bij die sla­ ger zijn vlees te halen. Een enorm gezags­ getrouwe man.” Zeeuws en Vlaanderen Als ik de eerste etappes van het Grensland­ pad achter de rug heb, kan ik het verschil tussen het Vlaamse en Zeeuwse landschap enigszins beschrijven. Ik heb overnacht in Boekhoute (B) en ben via Isabelland (NL) naar Terneuzen gewandeld. Het Neder­ landse landschap is strakker dan het Vlaamse, schrijf ik in mijn logboek. Berg­ eenden scharrelen tussen de scherpgetrok­ ken voren. Buitendijks langs de Wester­ schelde prikkelt zilte zeelucht de neus, binnendijks ruik je de percelen met uien. Aan de Oosterscheldekant is het een stuk rustiger dan bij de Westerschelde, desolaat bijna. Voorbij Rattekaai draai ik definitief landinwaarts om Zeeland te verlaten en Noord-Brabant in te gaan. Favoriete dorpje van het Zeeuwse traject: Nisse. Het Brabantse deel Tijdens de etappe tussen Nispen en Moe­ ren stuiten we bij het bos Essen-Duinen op een wachthuisje met een infobord over sluwe smokkelaars waar het slecht mee afliep. Verder verwijzen niet veel plekken in het veld naar deze praktijken, die toch langs de hele grens moeten hebben plaats­ gevonden. In de Baronie van Breda kleine en grote vennen, open heide, statig naald­ hout; soms lijkt het of we niet in Nederland lopen. We laten onze fantasie maar een beetje op hol slaan op een stuk zandpad na

Rijsbergen. Links in het bos mooie vrij­ staande huizen en dan opeens een huis dat niet te zien is vanwege een ondoorzichtig hoog hek. Daarachter klinkt onheilspellend eng waakhondengeblaf. Gebeuren hier din­ gen die het daglicht niet kunnen verdragen? We lopen iets sneller door. Bij de Chaamsche Bosschen zitten we onge­ veer in het werkgebied van de vader van Titia. We lopen door afgevallen herfstblad over de Poppelse Dijk. Het gebied is uitge­ storven in deze tijd van het jaar (december). Slechts een ree rennend door een weiland, op de vlucht voor de zondagse hobby van de Belgen: de jacht. “Om smokkelaars te betrappen ging mijn vader op zijn fiets – zonder lamp natuurlijk – langs de bekende routes. Om vervolgens in een zelf gegraven kuil te gaan liggen wachten”, vertelt Titia hierover. “Hij kende van dieren ’s nachts in het bos perfect de geluiden, dus wist hij ook feilloos welk geluid niet klopte. Stropers waren van een ander kaliber, dat was gevaar­ lijk en onberekenbaar volk. Vooral vanwege de stropers droegen veldcommiezen een wapen. Dat ging thuis ook meteen in de kluis. Wapens zijn geen speelgoed, zei hij dan. Dat heb ik ook op mijn kinderen over­ gebracht: zij hebben nooit met speelgoedwa­ pens gespeeld. Later is hij overgeplaatst naar de grensovergang tussen Tilburg en Poppel waar hij een vaste aanstelling kreeg. Na de oprichting van de Benelux in 1944 bestond zijn werk toen vooral op het controleren van invoerrechten, btw et cetera.” Via de Reuselse Moeren komen we bij het Kanaal van Turnhout dat niet meer in

Limburg Brabant gaat langzaam over in Limburg via de Kempervennen en het riviertje de Dom­ mel. Een stil jaagpad volgt het Kanaal Bocholt–Herentals. Die binnenvaart­ schepen moesten toch ook in de gaten wor­ den gehouden? Daar heb ik Titia niet over gehoord. Het volgende kanaal is de ZuidWillemsvaart: aan Nederlandse kant een zandweg, aan Belgische zijde is het pad geasfalteerd. Wat opvalt: een enorme ‘kip­ penfabriek’ in aanbouw, net over de grens in België. Gelukkig zijn de bessenkweke­ rijen buiten Neeritter gezelliger om door­ heen te lopen. In de verte zien we de toren van Thorn, het onverbiddelijke en ook prachtige eindpunt van dit zeer gevarieerde wandelpad. We sluiten hier af met een heer­ lijk winters biertje bij de open haard van een bruin café. En alleen maar foto’s ­meegesmokkeld.

September: de bekende LAW-markering.

WANDELWIJZER De LAW 11 Grenslandpad loopt van Sluis naar Thorn door Zeeuws-Vlaanderen, Vlaams-Brabant, Noord-Brabant, Belgisch Limburg en Nederlands Limburg. Het is 374 km lang. Vervoer Vooral in het weekend is het soms een gepuzzel om met het ov op begin- of eindpunten te komen. Alle info hierover is in het routeboekje te vinden en de actuele aanpassingen op Wandelnet. Ik ging meestal met de auto naar het eindpunt en reisde dan met het ov naar het beginpunt. Om van de Haltetaxiservice van Zeeland gebruik te maken, moet je vooraf een ‘lidmaatschapskaart’ aanvragen (www.zeeland.nl/verkeer-enopenbaar-vervoer/openbaar-vervoer/ reizen-met-de-haltetaxi). Het kan zijn dat je dan met een taxi voor de ov-prijs naar je halte wordt gebracht. Ook B&B-houders zijn vaak bereid je naar een volgende etappepunt te brengen.

April: het Kanaal van Turnhout (B).

3-2020  Wandelmagazine  23


Stiekeme paden/Portugal

In het noordoosten van de Alentejo verheffen zich boven de kurkeiken de bergen van de Serra de São Mamede. Weggetjes kronkelen er omhoog naar fraaie kastelen met fenomenale uitzichten over een land waar ooit de boeren overleefden door met dertig kilo koffie op de rug heimelijk de grens over te steken. TEKST & FOTO’S ROEL KLEIN & BERT STOK

Serra de São Mamede H

et zal zo’n vijftien jaar geleden zijn dat we samen met de oude Emanuel vanaf een vervallen grens­ wachtershuisje tuurden naar de Spaanse Extremadura. “Daar lie­ pen we, bij die rotsen.” Vooral koffie, maar ook varkensdarmen smokkelden hij en zijn maten naar Spanje. Op de terugweg namen ze sigaretten mee en als de broodprijzen in Portugal de pan uitrezen, ook meel. De Spaanse Burgeroorlog was voor hen een gouden tijd. Toen hadden de Spanjaarden behoefte aan alles. “Nee, ezels hadden we niet. Alles ging op de rug, zo’n kilo of der­ tig.” Eenmaal belandde hij in het Spaanse gevang. Hij had pech, de douanier liet zich niet omkopen. Vaak lukte dat wel. Dat koste hem dan wel de helft van zijn smokkelwaar. “Iedere boer smokkelde”, zegt Emanuel. Van het land viel niet te leven. Dat de grensstreek bij de Serra de São Mamede arm was, zag ook Raul Proença, de schrijver van Portugals eerste uitge­

çudos staat hier en daar nog een hut met strooien dak. Nu huist daar het varken. Kurkeiken Met ingehouden tred lopen we samen met de oude Emanuel door een schitterend kurkeikenbos terug naar zijn dorp. Tussen het groen van de bladeren valt het steen­ rood van de pas geschilde stammen op. Met vlijmscherpe bijlen kerven ze de bast, om die daarna met de steel los te wrikken. Zonen leren het vak van hun vader, want kurkschillen is een kunst. Wie te diep kerft, doodt de boom. Emanuel was geen kurkschiller, hij werkte op Herdade do Pereiro, een reusachtig landgoed met vooral veel olijfbomen. Vol bewondering merkt hij op dat de eigenaar, João Nunes Sequeira, er persoonlijk op toezag dat tijdens het plukken geen olijf werd beschadigd. Een kwaliteitscontrole die tegenwoordig ver te zoeken is. Enthou­ siast vertelt hij hoe zijn baas van een een­ voudige smokkelaar opklom tot een van de

Vooral koffie, maar ook varkensdarmen smokkelden hij en zijn maten naar Spanje breide reisgids uit 1927. Hij moet gedacht hebben in een andere wereld te zijn beland, toen hij schreef: “Over een smal pad bereikt u Cabeçudos, een interessant dorp bestaande uit cirkelvormige huizen met kegelvormig dak van stro of brem. In deze hutten, nauwelijks te onderscheiden van die van de wilden, wonen hele families als die­ ren. De bewoners wijden zich aan de smok­ kelarij.” Tussen de nieuwe huizen in Cabe­ 24  Wandelmagazine  3-2020

rijkste bewoners van de streek. Dat deed hij niet door balen koffie via smokkelpaadjes de grens over te sjouwen. Hij pakte het slimmer aan. Hij smokkelde schoenen, maar niet per paar. Eerst de rechterschoe­ nen en als die waren veiliggesteld, de lin­ kerschoenen. Zou hij worden gesnapt, dan was er nog geen man overboord. Hij sloeg zijn slag bij de openbare verkoop van de geconfisqueerde partij: een hoop waarde­

Waden door het hoge gras onder de kurkeiken bij een verlaten boerderij.

loze schoenen die hij zo voor een habbe­ krats op de kop kon tikken. Mooi verhaal, maar geloven doen we het niet helemaal. Vast weer zo’n smokkel­ verhaal dat in de loop der tijd mythische ­proporties aan heeft genomen. Wat vaststaat is dat Sequeira zich in korte tijd opwerkte van kleine handelaar tot een van de rijkste grondbezitters en industriëlen van de streek. Nu, vijftien jaar later, lopen we weer in de Serra de São Mamede en weer door zo’n schitterend kurkeikenbos. Het pad kronkelt omhoog naar een van de hoogste toppen van het gebergte met, onneembaar als een arendsnest, de vesting Marvão. Eeuwenlang was de Portugese overheid slechts geïnte­ resseerd in de grensstreek waar het ging om de verdediging van het land. In elk grens­ stadje kronkelt wel een straatje omhoog naar een kasteel of fort. Vanaf de burcht van

Marvão hebben we een prachtig uitzicht op het omringende land. Goed is te zien dat de Serra de São Mamede, in 1989 uitgeroepen tot natuurpark, twee gezichten heeft. In het zuidelijk deel van het park lijken naald- en eucalyptusbossen als groene golven over de bergen te slaan. Het noordelijk deel van het park is een andere wereld waar het prachtig wandelen is over smokkelpaadjes. Tussen de kurkeiken en de tamme kastanjes liggen geheimzinnige hunebedden en uit rotsen gehouwen graven verscholen. Grensdorp Emanuel zullen we er niet meer tegenko­ men. Iedereen die smokkelde tijdens de Spaanse Burgeroorlog is dood. Maar ook na die tijd ging de smokkel van vooral kof­ fie door. In het grensdorpje Pitaranha zit een bejaard stel op een bankje voor hun witgekalkte huisje. De vrouw groet

Zwaluwen scheren langs de hooggelegen burcht van Marvão. 3-2020  Wandelmagazine  25


Stiekeme paden/Portugal

Stiekeme paden/Oostenrijk/Italië Marvão en zijn burcht.

v­ riendelijk, de man kijkt ons van onder zijn boerenpet een beetje argwanend aan. Ze wachten op de bakker die elk moment toe­ terend het dorp zal binnenrijden. De man ontdooit pas echt als we over smokkelen beginnen te praten. Hij leerde het van zijn vader en ging op zijn vijftiende voor het eerst in een groepje van vijf de grens over. Ze kregen voor koffie het dubbele van wat ze er in Portugal voor betaalden. “Nooit hebben ze me te pakken gekregen”, zegt hij trots. José – inmiddels hebben we namen uitgewisseld – ontvluchtte de armoede en ging net als zoveel anderen naar Frankrijk om in de bouw te werken. “Het smokkelen was zwaar en spannend. Tegenwoordig gaat iedereen de grens maar over, de auto vol met spullen en niemand die ze con­ troleert.” We kopen bij de bakker een paar lekkere bolos en gaan verder door het kurkeiken­ bos. Op de stammen witte cijfers die verwijzen naar het jaar dat de eik voor het

laatst werd geschild. Pas negen jaar later mag dat weer gebeuren. Waar het bos zich opent ligt in een ruig landschap het Spaanse La Fontañera, een echt grensdorp. De huizen reiken tot aan een blok graniet met daarin de P van Portugal gebeiteld. Nieuwsgierig ­kijken we vanaf Portugese bodem de langgerekte dorpsstraat in. De huizen zien er pico bello uit, maar er is geen mens te zien. Bij een openstaande deur proberen we met een vriendelijk ¡Hola! een dorpeling uit huis te lokken. Zonder succes. Wat een verschil met de Portugese dorpen, een stuk rommeliger en levendiger, altijd wel een paar bejaarden die rond het huis scharrelen. La Fontañera is een dorp met rolluiken voor de ramen, een plek waar de oorspronkelijke bewo­ ners alleen nog heen gaan op vakantie. Een biertje kunnen we er niet krijgen. Terug dan maar naar de dorpskroeg van

Dorpskranen in Ranginha.

WANDELWIJZER Gemaakte wandelingen • Naar kasteel Marvão: start- en eindpunt Portagem, lengte 10 km. • Naar grensdorp La Fontañera: start- en eindpunt Galegos, lengte 7 km. • Naar grensdorp La Fontañera: start- en eindpunt Ramila, lengte 10 km. Wandelgids Zuid-Portugal – 28 wandelingen door de Alentejo, Roel Klein & Bert Stok, ISBN 9789074980258. Ook als E-book verkrijgbaar: ISBN 9789081855983. Met daarin zes wandelingen in de Serra de São Mamede. De auteurs schreven nog vier wandelgidsen over Portugal. Bestellen kan op www.wandeleninportugal.info. Onze tip Bezoek het douanecomplex Porto Roque uit 1972 met douanepost, woningen, kantoren en kerk. Toen op 1 januari 1993 de grenscontrole werd afgeschaft, kwam het complex vrijwel leeg te staan.

26  Wandelmagazine  3-2020

­ alegos. Brommers en auto’s voor de deur. G Binnen wordt gekaart en op de buis speelt Benfica. Fadagosa Bij het voormalige grensstation Beirã zitten oude mannen op een bankje te genieten van het lentezonnetje. Sinds een paar jaar komt er geen trein meer langs. In hun jonge jaren haalden ze misschien de hut­ koffers van welgestelde zieken uit de trein. Met paard en wagen ging het dan naar de vier kilometer verderop gelegen genees­ krachtige bronnen van Fadagosa. Vooral rij­ ken uit de Spaanse Extremadura zochten er genezing voor huidaandoeningen en reu­ matiek. Statige palmen omringen het kleur­ rijke gebouwencomplex. Ooit was daar plaats voor 150 patiënten. Zij konden kie­ zen tussen een eerste-, tweede- of der­ deklasbehandeling. Al heel lang liggen er geen patiënten meer in de marmeren bad­ kuipen. Ooievaars zoeken bij de vijver in de overwoekerde siertuin naar kikkers. Het sluiten van de grens tijdens de Spaanse Burgeroorlog betekende voor het kuuroord het begin van het einde. Ook grootgrond­ bezitter Sequeira, die het in 1942 in han­ den kreeg, kon het tij niet keren. Even ver­ derop liggen de vervallen gebouwen van Herdade do Pereiro, ooit een bloeiend bedrijf met kantine, een kapel en zelfs een school. In een van de verlaten landarbei­ dershuisjes woonde Emanuel. Van het imperium van zijn baas, de slimme smok­ kelaar, is weinig meer over. In zijn geboor­ tedorp rest slechts zijn borstbeeld.

Krimmler Tauern

Transhumance

naar het beloofde land

Groepen Joden trekken door het Krimmler Achental. Foto: Bezirksarchiv Pinzgau

Het onderscheid tussen handel en smokkel was in onzekere tijden even veranderlijk als de landsgrenzen zelf. Een eeuwenoude Säumerweg over de hoofdkam van de Alpen, waarover tot op vandaag de dag kuddes koeien gedreven worden, kreeg tijdens de naweeën van de Tweede Wereldoorlog een wel heel speciale, clandestiene transhumance ter verwerken. TEKST & FOTO’S JONATHAN VANDEVOORDE

O

p de grens van het huidige Salzburgerland en Tirol was de Krimmler Tauern­ pas lang de kortste verbin­ ding tussen de stad Salz­ burg en Brixen (Bressanone) en Venetië. Tauern is het dialectwoord voor een mak­ kelijk te overschrijden bergpas. De Krim­ mler Tauern in het bijzonder werd twee millennia lang gebruikt door Säumer voor

de handel over de Alpen. Het verklaart de aanwezigheid van het historische Tauern­ haus midden in het Achental, de oudste bergherberg in zijn soort van heel Salzbur­ gerland. In 1389 al konden vermoeide rei­ zigers hier in de Taferne in der Ahen eten en overnachten. De bisschoppelijke bewind­ voerders in Salzburg verdienden goud geld aan de Tauernhäuser, niet alleen door de zouthandel richting zuiden, maar ook met 3-2020  Wandelmagazine  27


Het Krimmler Tauernhaus is vandaag van alle gemakken voorzien. Foto: Wikimedia Commons.

De Italiaanse zijde van de pas is veel steiler en het voormalige douanehuisje is links in de diepte te zien. Op de pas zijn zelfs stalen balustrades aangebracht. Hoe dat zit? Al in de middeleeuwen trok­ ken veeboeren uit het (nu Italiaanse) Ahrn­ tal met hun koeien in de zomer over de bergpas naar de koelere, sappige bergwei­ den in het Achental aan de noordzijde van de Alpenhoofdkam. Nog steeds bezitten enkele Italiaanse bergboeren graasrechten voor deze hoge bergweiden in Oostenrijk. Na een lange, luie winter in hun Italiaanse stallen worden de koeien vandaag de dag echter in vrachtwagens met een grote omweg naar Oostenrijk vervoerd. Pas na een gezonde zomer op de alm, als ze weer voldoende spierkracht en conditie gekweekt hebben, waggelen de kuddes tijdens de Viehtrieb eind september op eigen kracht over de Tauern terug naar het diepe Ahrn­ tal. Vandaar dus die balustrades aan de Ita­ liaanse kant: niet om wandelaars te helpen, maar om te voorkomen dat de beesten elkaar de dieperik in duwen!

Het prachtige Krimmler Achental boven de watervallen. Foto: J. Vandevoorde

het heffen van belastingen op alle spece­ rijen en wijnen die vanuit het zuiden langs de herbergen passeerden. Toen na de Eerste Wereldoorlog de gren­ zen in het gebied hertekend werden en een deel van Tirol onderdeel van Italië werd – het huidige Zuid-Tirol – groeide de handel over de pas gestaag, en ook de

smokkelarij. Zo trokken konvooien dragers toen ook over de Krimmler Tauern. De ruïne van een oud douanehuisje, hoog op de winderige puinflanken aan de Italiaanse kant van de pas, herinneren aan de (niet altijd even succesvolle) pogingen van de Italiaanse overheid om de handel te con­ troleren.

Het Windbachtal gezien vanaf de Krimmler Tauernpas. Rechts het oude douanehuisje. Foto: J. Vandevoorde 28  Wandelmagazine  3-2020

Graffiti Vanuit Krimml in Salzburgerland is de wandeling naar de pas landschappelijk van het mooiste wat de Oost-Alpen te bieden hebben. Hij is niet per se moeilijk, maar wel lang; vanuit het Krimmler Tauernhaus, dat je alleen te voet of met een Hütten-Taxi vanuit het dorp kunt bereiken, loop je nog zo’n vier uur tot boven op de Tauernpas (en ongeveer drie uur terug). Wil je vanuit Krimml er helemaal lopend naartoe, reken dan op een steile start, strak omhoog langs de beroemde Krimmler watervallen, en dik drie uur extra. Je kunt de toeristendrukte vermijden door links van de 380 meter hoge watervallen (orografisch rechts) het oude koeienpad te nemen naar boven. ­Eenmaal bovengekomen vlakt de grindweg af en loop je relaxt door het schitterende Krimmler Achental, waar halfweg het Tau­ ernhaus ondertussen meer weg heeft van een klein bergdorp, met comfortabele hotelkamers, servicegebouwen, stallen, een kapelletje en zelfs een eigen waterkracht­ centrale. In de gelagkamer in het oudste gedeelte van het complex zijn nu nog de commentaren te lezen die reizigers eeuwen geleden op de houten wand hebben gekrabbeld. Graffiti avant la lettre. Vanaf het ernhaus gaat het via het zijdal, het Winbachtal, gestaag omhoog naar de 2633 meter hoge Krimmler Tauern.

Beloofde land Kort na de Tweede Wereldoorlog, in de zomermaanden van 1947, voltrok zich hier een geheel andere soort transhumance. Op het pad door het Achental schuifelden groepen voorovergebogen, bleke figuren. Met kinderen op de arm of in de hand, koffers meezeulend. “Erets Jisra’el”, zullen ze gemompeld hebben zodra iemand het moeilijk kreeg. De gedachte aan het “Land Israël”, het beloofde land aan de andere kant van de Middellandse Zee, hield deze overlevenden van de Holocaust op de been. In Oostenrijk hadden zich aan het eind van de oorlog naar schatting 1,6 miljoen ont­ heemden opgehouden, waaronder veel voormalige krijgsgevangenen en dwang­ arbeiders zoals Oekraïners, Kozakken, Zuid-Tirolers, Polen, Serviërs en Hon­ gaarse en Roemeense Duitsers. Salzburger­ land werd de draaischijf van een exodus van naar schatting meer dan tweehonderd­ duizend Joden en minderheden uit Oosten Centraal Europa. Daar werden ze in de naoorlogse periode door plaatselijke autori­ teiten gediscrimineerd of soms zelfs ver­ volgd. De grensovergangen tussen Tirol en Italië, zoals de Brenner- en de Reschenpas, werden door de Britse en vooral Franse bezetters echter steeds verder dichtgekne­ pen.

De Israëlische organisatie Bricha die de clandestiene reis naar Italië en verder naar Palestina voor de Joodse gezinnen regelde, paste daarom haar tactiek aan om de Franse zone te vermijden. Salzburg lag in de Amerikaanse bezettingszone en in tegen­ stelling tot de Fransen en de Britten lieten de Amerikanen de zaken voor wat betreft Joodse vluchtelingen op hun beloop. Zo konden konvooien van om en bij de twee­ honderd personen, verdeeld over vier vrachtwagens, vanuit Saalfelden naar het dorp Krimml gebracht worden. Van daaruit liepen de gezinnen ’s nachts te voet verder over precies hetzelfde pad dat de Säumer vroeger gebruikten en wandelaars vandaag nog lopen. Na ongeveer vijf uur lopen door het Achental werden de vermoeide vluchte­ lingen ’s ochtends vroeg hartelijk onthaald in het Tauernhaus. Er werd door de lieve waardin Liesl Geisler voor hen gekookt en ze konden er rusten om op krachten te komen. Het zwaarste deel van de tocht lag immers nog voor hen: door het Windbachtal omhoog richting de Krimmler Tauern, een slecht bewaakte grenspas naar Italië. Omhoog en omlaag ’s Middags begonnen de gezinnen aan de resterende klim naar 2633 meter hoogte. De afdaling aan Italiaanse zijde werd in het holst van de nacht afgelegd om onopge­ merkt te blijven. Vroeg in de ochtend ston­ den helpers van de organisatie hen in Kasern in Zuid-Tirol op te wachten. Daar werden de vluchtelingen over Amerikaanse

Foto: Bezirksarchiv Pinzgau

vrachtwagens van het Rode Kruis verdeeld en naar Milaan gebracht. Daarna ging de reis verder naar Genua waar de boot naar het beloofde land wachtte. Zo ging het de hele zomer van 1947 door, tot wel drie keer per week. In totaal heb­ ben rond de vijfduizend volwassenen en kinderen deze vijftien uur durende trek­ tocht over de bergpas gemaakt. Noch de Oostenrijkse douaniers, noch de carabi­ nieri legden de kolonnes een duimbreed in de weg, gelukkig maar. Ze hielpen ze soms zelfs door hun zware bepakking – of de kleine kinderen – over de steilste stukken van de pas te dragen. De vluchtelingen­ stroom over de Krimmler Tauern hield op toen de eerste sneeuw in september 1947 de pas onbegaanbaar maakte. Een jaar later werd de staat Israël gesticht. 3-2020  Wandelmagazine  29


Stiekeme paden/Oostenrijk/Italië

WANDELWIJZER

Jaarlijks wordt tijdens de Alpine Peace Crossing de vlucht van de Joden herdacht met een wandeling naar de Tauernpas. Foto: Wikimedia Commons

Friedensweg Pas veel later, in de negentiger jaren, kwam deze geschiedenis weer uit de vergetelheid tevoorschijn. Vanuit Krimml wordt sinds 2007 elk jaar aan het begin van de zomer de Alpine Peace Crossing georganiseerd, een wandelevenement over de Krimmler Tauern naar Kasern over de ‘Friedensweg’, ter nagedachtenis aan deze Jodenvlucht. Boven op de bergpas herinnert een bronzen plakkaat aan deze bijzondere transhumance in tijden van vervolging. Op gehoorafstand, een bocht of wat naar beneden aan de Itali­ aanse kant, herinnert een ander bord aan een recentere periode van de Italiaanse geschiedenis. “Südtirol ist nicht Italiën” staat er in koeienletters op. Een bord uit de jaren zeventig, begin jaren tachtig, toen de onaf­ hankelijkheidsdrang van de Zuid-Tirolers terroristische trekjes vertoonde. Met het verdrag van Versailles in 1919 hadden de Italianen het zuidelijke deel van het Tirol toebedeeld gekregen als beloning voor het feit dat ze tijdens de oorlog van kamp waren

gewisseld en het Oostenrijks-Hongaarse Rijk hadden bevochten. Dit switch was niet naar de zin van de plaatselijke, Duitstalige Tirolers en tijdens het interbellum werden de relaties niet hartelijker toen de fascisten een agressieve politiek van ‘italianisering’ doorvoerden in hun nieuwe provincie Alto Adige. Het kwam er in feite op neer dat de Tiroolse cultuur moest verdwijnen. In de jaren zestig kwam het tot aanslagen. Uitein­ delijk moesten de toenmalige Europese Gemeenschap en zelfs de VN ingrijpen om de gemoederen te bedaren. Zuid-Tirol kreeg verregaand zelfbeschikkingsrecht. “Südtirol ist nicht Italien” gaat nog altijd op. De bevolking van Zuid-Tirol voelt zich meer verwant met de Tirolers dan met de Italianen. Tenminste, wanneer het hen uit­ komt. Want in de jaren dat het EK en WK voetbal worden georganiseerd en de Azurri meespelen, dan weet je, zodra je Kasern bereikt, dat je toch echt wel in Italië bent beland.

De Krimmler Tauern (bergpas, 2633 m) is te voet in dik 7 uur (1565 hoogtemeters klimmen) te bereiken vanuit Krimml (route nr. 519) en in 4 uur vanuit het Tauernhaus. Vanuit Kasern, het laatste dorp in het Italiaanse Arhntal, loop je in ongeveer zes uur naar de pas (1040 hoogtemeters klimmen). Tenzij je ’s ochtends met de huttentaxi naar het Tauernhaus rijdt en eventueel in de late middag nog terug, is overnachten onvermijdelijk. Dit kan in het Krimmler Tauernhaus (hotelkamers en Matrazen­ lager). Kom je vanuit Kasern, dan is de Rifugio Brigata Tridentina/Birnlückenhütte de enige overnachtingsmogelijkheid (2½ uur lopen vanaf de Tauernpas).

Ontdek Wandelmagazine

Word abonnee!

OOK LEUK ALS CADEAU!

Meer weten? • www.krimmler-tauernhaus.at • www.zillertalarena.com/nl/krimml/ – website van het toeristenbureau in Krimml (Salzburgerland). De publicatie Uber die Berge dem Gelobten Land entgegen is er te koop en vertelt het verhaal van de Jodenvlucht over de bergpas. (ISBN 978385015228) • www.alpinepeacecrossing.org

1 JAAR VAN €29,99 29,99 VOOR

Politiek statement op 2633 meter hoogte. Foto: J. Vandevoorde

Elk jaar trekken koeien over de Krimmler Tauern naar Italië. Foto: Ferdinand Rieder 30  Wandelmagazine  3-2020

€ 21,50 1,50 + cadeaus!

WWW.WANDELMAGAZINE.NU/ABONNEREN 3-2020  Wandelmagazine  31


advertorial

Column

Tekst Jan Erik Burger Foto Jonathan Vandevoorde

Het recht om te dwalen GEWELDIGE WANDELBELEVINGEN IN BRABANT Voor wandelliefhebbers zit Brabant vol verrassingen. Lopen door het water, terwijl je voeten droog blijven? Wandelen over Van Goghs schilderij De Sterrennacht of een heerlijke natuurroute beleven? Het kan allemaal in Brabant.

Fotogenieke wandelbruggen Heb jij wel eens gewandeld door het water, terwijl je voeten droog blijven? Bij de Mozesbrug in Halsteren, vlakbij Bergen op Zoom, kun je dit zelf ervaren. Je komt erlangs als je het Zuiderwaterlinie Wandelpad volgt. Of wat dacht je van de Moerputtenbrug, een voormalige spoorbrug ten zui­ den van Den Bosch? Het levert prachtige plaatjes op! Heerlijke natuurwandelingen Brabant telt maar liefst vier nationale parken: De Biesbosch, De Loonse en Drunense Duinen, de Grote Peel en Grenspark De Zoom-Kalmt­ houtse Heide. Maar Brabant heeft nog veel meer prachtige natuur­ gebieden, zoals de glooiende Brabantse Wal en de Oisterwijkse Bossen en Vennen. Ontdek ze met de TOP natuurroutes, gratis te downloaden op www.routesinbrabant.nl. Bewonder Brabant van boven Brabant kent tal van unieke uitkijktorens. Natuur­gebied De Maashorst ligt aan je voeten vanaf de ruim 25 meter hoge Uitkijktoren Herperduin. Op de Brabantse Wal kun je de 129 treden van uitkijktoren Pompejus op Fort de Roovere beklimmen. Ook spectaculair is de Flaestoren op Landgoed De Utrecht in De Brabantse Kempen. Ideaal te combineren met de Andreas Schotel-kunstroute. Wandelen over sterren In het Brabantse dorp Nuenen treed je letterlijk in de voetsporen van meesterschilder Vincent van Gogh. Een wandelroute leidt je langs loca­ ties die door hem zijn vereeuwigd in schetsen en schilderijen. Aanrader: wandel als het donker is over het flonkerende Van Gogh-Roosegaardefietspad. Alsof je door Van Goghs wereldberoemde schilderij De Sterren­ nacht loopt! Stippel je eigen wandelroute uit met de wandelkaarten van Brabant. Goed voor meer dan 10.000 kilometer wandelplezier! De kaarten bestel je op www.routesinbrabant.nl. #hiermoetjezijninBrabant 32  Wandelmagazine  3-2020

D

e blanke top der duinen, afgezet met prikkeldraad, waar om de honderd meter een bordje met verboden toegang staat. Dat was jarenlang de leus van de toen aanstormende vrije wande­ laars. Het moet gezegd worden dat er in de afgelopen veertig jaar flink wat ten goede gekeerd is. Jarenlang zwoegen en ploeteren hebben tot een zekere mentaliteitsverande­ ring bij de boven ons geplaatsten geleid. Engeland met zijn rights of way, zoals defi­ nitief vastgelegd in de Countryside and Rights of Way Act 2000, was jarenlang het grote voorbeeld. De Ramblers’ Association beschouwt deze wet in ieder geval als een belangrijke vooruitgang. Dat daarop wel iets was af te dingen is, heb ik in deze column vaker naar voren gebracht. Prikkel­ draad, ooit bedoeld als veekering, is op het platteland nog steeds heilig. Maar kortgele­ den verscheen in Engeland The Book of Trespass, een bejubeld en fraai geïllustreerd schotschrift dat die punten nog eens krach­ tig op de i zette. Meer dan negentig pro­ cent van Engeland is niet vrij toegankelijk. De gebieden waar je, behalve in het lange jachtseizoen, wel vrij mag dwalen liggen vrijwel uitsluitend in het noordwesten van het land, zeg maar ten westen van de Pen­ nine Way. Auteur Nicolas Hay bepleit daarom een werkelijke freedom to roam, het recht om te dwalen. Hij stelt de vraag waarom landeigenaren het zo erg vinden als wandelaars over ‘hun’ land lopen. 25.000 grootgrondbezitters bezitten de helft van de oppervlakte van Engeland. Hay laat zien hoe hun uitgestrekte landgoe­ deren, waar gewone mensen/wandelaars niet mogen komen, ontstaan zijn door een combinatie van diefstal van het volk (de

enclosures van de commons, de gemene gron­ den) en diefstal van andere volken, als winst uit de slavenhandel en koloniale plunderingen. Een groot deel van de 30 biljoen pond die India moest bloeden, werd gestoken in decoratieve huizen omringd door kilometerslange muren. Het is bloed­ geld vertaald in bewonderde neoklassieke architectuur. De bordjes met No Trespass en de prikkeldraad zijn tegenwoordig aange­ vuld met uitgebreid cameratoezicht. ­Trespass is meer dan het negeren van het bordje “Verboden Toegang, art. 461,Wetb. van Strafr”. Trespass betekent het wederechtelijk betreden van verboden terrein, het is het schenden van een absoluut eigendoms­ recht. Onder de Conservatieven van Boris John­ son wordt de strijd nog harder. De veelge­ roemde vrije kustpaden in Engeland en Wales bleken recent op verschillende plaat­ sen afgezet met scheermesjesprikkeldraad. Dat kan misschien met geld of goede woor­ den nog verholpen worden. Gevaarlijker is dat Johnson werk wil maken van een belofte uit zijn verkiezingsmanifest. Hij dreigt de Town and Country Planning Act 1947, een inbreuk van Labour op het abso­ lute eigendomsrecht en de opvolgers daar­ van, in te trekken. Bouwvergunningen zijn dan niet meer nodig. Onroerendgoedbazen en ontwikkelaars kunnen vrij hun gang gaan, zoals voor 1947. Dan loopt niet alleen de toegankelijkheid verder gevaar maar gaat ook het beeldschone Engelse landschap op de schop. Met een meerder­ heid van tachtig zetels in het Lagerhuis is de kans dat de libertariërs aan het langste end trekken niet denkbeeldig. De onroe­ rendgoedsector stortte inmiddels 11 mil­ joen pond in de partijkas van de Tories.

Hier moet je zijn in Brabant Op www.hiermoetjezijninbrabant.nl vind je alle locaties en routes in dit artikel.Tip: kijk voordat je op pad gaat op de Brabantse Druktemeter. Niet alleen zie je hier de actuele drukte in de Brabantse natuur, ook vind je er allerlei tips voor een fantastisch dagje uit in Brabant! 3-2020  Wandelmagazine  33


Noord-Holland

Natuur om de hoek

Konikpaarden bij De Kerf. Walstrobremraap. Deze plant parasiteert op walstro.

Noordhollands Duinreservaat

De stuivende duinen van Jan Six Een rozenstruik worstelt in De Kerf tegen zandoverlast.

Tijdens stormen word je er gezandstraald. Is het drukkend heet, dan krijg je er visioenen van palmbomen en ijskoude dranken. Wandelen over de kale, stuivende Wimmenummerduinen, even ten noorden van Egmond aan Zee, vergt een goede conditie. TEKST & FOTO’S WOUTER VAN DE VEGT 34  Wandelmagazine  3-2020

D

e mulle en zuigende zandsporen, gemar­ keerd met zwarte palen, doen denken aan verre oorden en mogen het predicaat van paden niet hebben. Hier wordt het lopen niet in kilometers, maar in uren gaans uit­ gedrukt. Maar het loont de moeite: verlaten moestuintjes in stille duinvalleien zijn ondergelopen en vormen nu bloem- en vogelrijke duinmeertjes met bremraap, blauwborst en dodaars. Oases in een decor van blanke duinen. In 1682 voegde Jan Six de Heerlijkheid Wimmenum even ten noorden van de Egmonden toe aan de vele bezittingen die zijn vermogende familie reeds in Holland

Meerkoet met jongen.

bezat. Zijn nieuwe speeltje omvatte behalve een vruchtbaar weidegebied rondom het dorpje Wimmenum ook de onbewoonde duinen ten westen ervan. Woest en onbe­ groeid was het er; een periodiek stuivende zandzee, die de enkele begaanbare weg voortdurend uitvlakte. Wel vol konijnen, fazanten en ander gevogelte. Zeer geschikt als jachtgebied. Vissersdorp Egmond aan Zee ontstond aan het eind van de tiende eeuw en ontwikkelde zich gestaag tot een belangrijk vissersdorp. De kleine bomschuiten met de platte bodems werden met paarden het strand opgesleept, of achter de zeereep, als er storm dreigde. De bewoners waren horig aan de machtige

abdij van Egmond-Binnen, die hen het vel over de neus haalde door een flink deel van de opbrengst van hun visvangst in te pikken. De dorpseconomie was volledig gericht op de Noordzee. Waren er tegenslagen in de visserij, dan schakelde men over op het verzamelen van zeeschelpen, die dwars door de duinen

naar de kalkbranderijen in Egmond aan den Hoef werden vervoerd. Eeuwenlang veranderde er weinig. Nou ja, in 1573 werd de abdij van Egmond door geuzen onder Diederik Sonoy van de aardbodem weggevaagd, werd de paus ingeruild voor de ouderling en verdween de St. Agneskerk door kustafslag in zee. Maar anderhalve eeuw geleden verscheen het eerste badpak, gevolgd door bleekneusjes uit de grote steden op zoek naar zuivere lucht. De autoweg zorgde voor een definitieve duw in de vaart der zeedorpen richting toerisme. Zeedorpenlandschap De aan de dorpen grenzende duinen wer­ den al die eeuwen intensief gebruikt. Men sprokkelde er hout, trok er helm voor dak­

bedekking, touw, manden en matten, weidde er koeien en geiten en onderhield akkertjes in de vele beschutte valleien. Bos­ sen en struikgewas verdwenen waardoor de wind meer en meer vat kreeg op de bodem. Stuifzandoverlast werd een van de voortdu­ rend terugkerende ongemakken. Voor brand- en timmerhout moest steeds verder gelopen worden, tot aan de duinen voorbij het verre Bergen aan toe. De afgelopen tweehonderd jaar nam de aanleg van akker­ tjes een hoge vlucht. Vooral toen duidelijk werd dat de gevreesde aardappelziekte de geïsoleerde tuintjes bleek over te slaan. Vanaf 1850 zorgde de drinkwaterwinning voor een daling van het grondwater. De bodem van de akkers en tuinen moest steeds dieper uitgegraven worden en zo 3-2020  Wandelmagazine  35


Griekenland

Cycladen

Duinmeertje. Een verlaten tuintje is onder water gezet.

Heel interessant is het vanaf dat moment de topografische kaart te bestuderen. De editie van 1995 vertoont tot voorbij de hui­ dige geasfalteerde Woudweg, de noordgrens van de Wimmenummerduinen, nog de uit­ gebreide complexen met akkertjes. Anno 2020 zijn de meeste tuintjes veranderd in aantrekkelijke meertjes te midden van stuifzandgebieden. Een aantal tuincom­ plexen in het zuidelijk deel is nog altijd aanwezig. Onze wandeling kruist er een tweetal.

ontstonden de kenmerkende omwalde akkers. Al die tijd liet de familie Six de activiteiten van de keuterboertjes in haar duin onge­ moeid. Als de pacht maar betaald werd. Men bleef wel het alleenrecht op de jacht houden. Jagen deden de heren als “eerlijke exercitie en vermaekelijkheid”. Slaagde een bewoner er echter in een stukje konijn op tafel te krijgen en kwam de plaatselijke koddebeier daarachter, dan was Leiden in last. Op stropen stonden zware straffen. Tot ver in de middeleeuwen zelfs het verlies van een oog. Huisdieren en met name kat­ ten waren eveneens de klos als ze met buit uit de duinen werden gezien. De eigenaren werd dan gelast “haere catten d’ooren af te snijden”. Een ergerlijk staaltje van wel de lasten en niet de lusten want konijnen vra­

ten soms de landjes leeg met voedsel­ schaarste tot gevolg. En veroorzaakten door hun gegraaf extra stuifzandoverlast. Laatste jachtpartij Om van een goede jachtopbrengst verze­ kerd te blijven, hielden de erven Six het landschap van de Wimmenummerduinen open. Pottenkijkers en vooral stropers wer­ den geweerd. Beproefde manieren om dat te realiseren bleven een strenge koddebeier en het niet aanleggen van wegen en paden. Pas in 1992 stonden de nazaten van Six hun duinbezittingen af aan het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN). Bij de verkoop bedongen zij bru­ taalweg dat hun exclusieve plezierjacht voor onbepaalde tijd kon doorgaan. Vier jaar later kwam ook hier een eind aan.

Droomlandschap Het honderdjarige PWN verdient hulde. Ze zijn erin geslaagd het wilde, eenzame en boomloze karakter van de Wimmenummer­ duinen te bewaren. Van witgekuifde dui­ nen, puntig als in een Alpenmassief, glijden zandtongen als gletsjers de groene valleien in, waar wind en regen kunstwerken heb­ ben uitgesneden in het zand. Het geurt er naar tijm en duinroos. Hier en daar houdt een eenzaam boompje, scheefgedrukt en aangevreten door de niet aflatende wind, moedig stand. Dodaarsjes en kuifeenden zijn in het heldere water van duinmeertjes vol ranonkel en watergentiaan in de weer met hun jongen. Slechts in het uiterste oos­ ten geven hellingbossen van eik en populier wat schaduw. Daar dringen de geluiden van het dagelijks leven door, die je eraan doen herinneren, dat je toch echt in het dicht bevolkte Noord-Kennemerland loopt.

WANDELWIJZER Hoe er te komen Bus 165 Alkmaar-Egmond aan Zee (halte Lamoraalweg in Egmond aan den Hoef). Via (de resten van) kasteel Egmond, Pr. Marijkelaan, Pr. Irenelaan en Herenweg naar de parkeerplaats aan het Nachtegalenpad, waar de duinwandeling begint. De wandeling In de Wimmenummerduinen zijn de paden even schaars als dollars in de zakken van een dakloze. Deze niet-gemarkeerde route is ongeveer 16 km. Het eerste (westelijke) deel van de wandeling is het moeizaam ploeteren door mul zand. Het spoor is er soms nauwelijks te zien. De zwarte palen met dubbele witte ring geven houvast. Ten noorden van de verharde Woudweg en in het oostelijke deel hebben de voetpaden een steviger ondergrond. Het begin van de route is lastig te vinden. Neem vanaf de parkeerplaats de eerste weg rechts. Ga door de houten slagboom naar tuincomplex De Nollen. Negeer de eerste splitsing. Na 10 m RA, na 100 m LA, na 200 m RA. Vlak voor huisje Flip RA zandspoor het duin op. Heb je ter hoogte van strandpaal 36 genoeg van het

36  Wandelmagazine  3-2020

zware en mulle zand, ga dan door De Kerf naar het strand. Loop anders door tot fietspad. (Woudweg) Even LA, dan eerste pad RA. Langs meertjes en langs bos. Bij wegbewijzering RA, richting ’t Woud. Pad volgen tot Woudweg. Na 800 m, vlak voor Brasserie ’t Woud, RA mul zandpad. Na 1 km RA. Na 200 m het vogelbroedgebied in. Dit pad volgen tot De Nollen en het parkeerterrein. Tussen 1 april en 1 juli is dit enige pad door het ‘binnenland’ i.v.m. broedvogels (o.a. boomleeuweriken en roodborsttapuiten) niet toegankelijk. Je moet dan de eveneens met palen gemarkeerde route langs de oostrand tot Egmond aan den Hoef volgen. Horeca Gasterij ’t Woud. Open do t/m zo. Met mooi weer is het terras elke dag open. Leestip Duinen en mensen: Kennemerland, Rolf Roos, Stichting NatuurMedia Amsterdam.

Santorini

TOERISTISCHE

HOTSPOTS

WANDELEN DOOR EEN

Het stadje Oia in het licht van de ondergaande zon.

ANSICHTKAART Santorini, wie kent het niet? Huisjes als witte legoblokken tegen de donkere, steile flanken van het eiland op­ gebouwd. Met hier en daar een zwembad vanwaar je al nippend aan een glaasje bubbels een weids uitzicht over de Griekse Cycladen hebt. Op deze toeristische hotspot is echter meer te beleven. Wat dacht je van een wandeling over de rand van een vulkaan! TEKST & FOTO’S JUDITH VAN BILSEN

V

ertrekpunt van onze wandeling is Fira, de hoofdstad van het eiland. Het is nog vroeg en toch ben ik niet de enige in de smalle straatjes. Ik kom langs Nicola’s, een klein restaurantje met vijf tafeltjes, waar het idee voor deze wan­ deling gisteren ontstond. De eigenaresse keek eerst vreemd op toen ik vroeg of zij een leuke wandelroute wist. Toen ver­ scheen er een grote glimlach op haar gezicht: “Dan moet je naar Oia wandelen! 3-2020  Wandelmagazine  37


Griekenland me ligt een aantal cruiseschepen in het water en de eerste cruisegangers arriveren al in de gondels die hen langs de steile wand omhoog naar het stadje brengen. Het felle wit van de huizen zorgt ervoor dat ik met mijn ogen moet knijpen. Het lijkt wel of alles pasgeleden weer geverfd is. De straatjes kronkelen steeds minder en terwijl ik het centrum achter me laat, wordt het ook steeds rustiger om me heen. Hier lig­ gen de luxere resorts, concludeer ik, afgaande aan het hoge aantal infinity pools. Badderen met uitzicht is hier blijkbaar een erg geliefde bezigheid. Ook zie ik steeds meer koepels met een kruis erop. Dat moeten wel kapelletjes of kerkjes zijn. Helaas zijn ze vrijwel allemaal gesloten. De witte huisjes zijn tegen de steile flanken van het eiland op gebouwd.

Wie door de smalle straatjes loopt, ziet om de haverklap schattige doorkijkjes. Het wandelpad kronkelt over de kale heuvels.

Dan heb je constant een adembenemend uitzicht. En wees niet zo stom als veel toeristen en trek stevige schoenen aan. Op slippers is de tocht echt niet aan te raden.” De route van Fira naar Oia loopt langs de kustlijn van het eiland. Feitelijk loop ik over een kraterrand. Santorini staat bekend als de naam van het grootste eiland, maar bestaat uit verschillende eilandjes die samen een ring vormen in de Egeïsche Zee. Deze eilandengroep is ontstaan na een vul­ kanische uitbarsting. Het water waar ik op uitkijk is de caldera, een komvormige krater. Het eiland waar ik me op bevind, de zee en de andere eilanden die vanaf Fira te zien zijn, vormen dus samen een vulkaan.

Tamasis laat trots het kerkje zien, dat al honderden jaren eigendom is van zijn familie. 38  Wandelmagazine  3-2020

Badderen met uitzicht Ik probeer de zee links van me te houden, zodat ik zeker weet dat ik naar het noorden loop. Wat niet altijd makkelijk is, want voor je het weet loopt zo’n kronkelstraatje weer dood. “Vanaf de kabelbaan is het makke­ lijker om een goede route te vinden”, was me gisteren verzekerd. Dus wandel ik naar het bovenstation van de gondel. Ver onder

Zwart zand Dan loop ik de stad uit en zijn de muurtjes ineens niet meer wit geschilderd. Het betegelde pad verandert in een grindpad en er staat weer onkruid in de berm. Binnen tien minuten zijn mijn benen zwart van het zand en het stof. Het paadje wordt smaller en smaller. Doordat ik in een halve cirkel over de kraterrand wandel, krijg ik een steeds beter uitzicht op Fira. Van hieruit lijkt het wel of de witte huisjes tegen de kliffen geplakt zijn, zonder enig beleid of patroon. In het azuurblauwe water liggen inmiddels niet alleen een paar grote cruis­ eschepen, maar krioelt het van de zeil­ bootjes. Ineens sta ik op een soort pleintje met een klein blauw-wit kerkje. Er staat een oudere man bij de deur die naar me gebaart.

Tamasis is zijn naam. Hij spreekt alleen Grieks, maar met handen en voeten probeert hij uitleg te geven. Daarbij heeft hij constant een enorme lach op zijn gezicht, zo trots is hij. Het kerkje is in 1700 gebouwd door zijn familie, zoveel is duidelijk. Dan trekt hij me aan mijn arm naar een schilderij met daarop een man met indringende ogen. Het is een beetje eng! Waar ik ook sta in het kleine kerkje, de man kijkt me aan vanaf het schilderij. Het voelt alsof hij elke beweging volgt die ik maak. Oia in zicht Ik ga weer verder over het smalle grindpad achter de kerk. Langzaam komen de huisjes van het stadje Oia in zicht. Eveneens wit geschilderd, net zoals in Fira. Maar eerst wacht mij nog een stuk waar ik alleen in de natuur ben. De wind ruist, net zoals het water van de zee en af en toe schiet er een hagedisje voorbij. Het pad kronkelt over de kale heuvels en soms heb ik het gevoel dat ik over het complete eiland kan kijken. Geleidelijk aan kom ik weer terug in een wereld van de witte huisjes met infitiny pools. En van de drommen toeristen. Want Oia staat bekend als dé plek waar de mooi­ ste zonsondergang van het eiland te zien is. Als ik wat verfrissing zoek op een van de

Typisch Fira.

terrasjes, zegt de eigenaresse: “Uiteindelijk kijken we allemaal toch naar dezelfde zon die zakt in dezelfde zee. Waarom dat alle­ maal in dat ene straatje moet, snap ik niet zo goed. Er zijn hier genoeg plekken waar je die zonsondergang prima kunt zien.” Op haar advies loop ik het dorp een stukje door en vind een goede plek. Het geheel start veelbelovend, maar uiteindelijk gooien wat wolken roet in het eten en verdwijnt de zon achter een wolkenlaag. Ik geniet even­ goed van de omgeving, het avondlicht en het blauwe water dat zich ver onder mij uit strekt.

WANDELWIJZER De wandeling van Fira naar Oia is ongeveer 10 kilometer lang. Er is geen beschutting onderweg en de zon kan flink branden, dus vertrek vroeg om de grootste hitte te mijden. Vervoer Transavia vliegt rechtstreeks tussen Amsterdam en Santorini. Het busvervoer op het eiland is goed geregeld en goedkoop. Slapen Costa Marina Vila is een aanrader voor degenen die rust zoeken. Het ligt namelijk net buiten het drukke centrum van Fira en toch op wandelafstand van het busstation en de restaurants. Onze tips • Bezoek ook de zwarte stranden van Kamari aan de oostkust van het eiland. Vanuit daar starten verschillende wandelingen, bijvoorbeeld naar de berg Profitis Ilias, het hoogste punt van Santorini met 567 meter. • De meeste restaurantjes in Fira zijn erg toeristisch en vragen de hoofdprijs. Nicola’s ligt midden in het stadje en heeft geen uitzicht. Voor een veel redelijkere prijs krijg je hier het beste Griekse eten in Griekse sfeer. Een adresje waar de bewoners zelf graag komen. • Er staan hier en daar markeringen van wandelroutes, maar vertrouw er niet blind op dat je het wel kan vinden op basis van deze markeringen. Een kaartje van het eiland geeft meer duidelijkheid. En omdat er nauwelijks begroeiing is, kun je vaak ver vooruit zien waar de paden lopen.

Een van de vele blauw-witte kerkjes op het eiland. 3-2020  Wandelmagazine  39


Spanje

Andalusië

Het najaar is een ideale periode om in Andalusië op pad te gaan. Op een half uur van de drukke Costa del Sol ligt het natuurpark Sierras de Tejeda, Almijara y Alhama ruig en stil. En in de dorpen spreekt het verleden. TEKST & FOTO’S KARIN ANEMA

Rust en rozijnen

Wandelen vanuit het Spaanse Cómpeta

H

et witte dorp Cómpeta is een prima uitvalsbasis voor lange wandelingen over oude muilezelpaden. De hoogteverschillen zijn groot: nu eens loop je over kammen van 1800 meter hoogte of kun je een top van 2000 meter beklimmen, dan weer loop je door een kloof op zo’n 500 meter hoogte. Door de geomorfologie van diepe kloven, hoogvlaktes en hellingen heb je telkens andere uitzichten. Ook de vegetatie verandert voort­ durend: oleanders langs kabbelende riviertjes, bloeiende zonneroosjes op stenige bodem, ­heldergroene pijnbomen op steile hellingen en moestuinen, boom- en wijngaarden, geschei­ den door lage muurtjes nabij de dorpen. Zang­ vogels en roofvogels zijn er volop. Net als geu­ rige rozemarijn, tijm en salie. Soms kleurt het gebergte sneeuwwit van de kalksteen of van het marmer, dat hier plaatselijk gedolven wordt. Een van de passen heet dan ook Puerto Blan­ quillo, de ‘witte pas’. Hier heb je, net als op veel andere hogere delen van de wandelingen, een prachtig uitzicht op de Middellandse Zee, die min of meer aan je voeten ligt. Deze con­ trasten maken de uitstappen speciaal. In het kalksteengebergte liggen veel bronnen en grotten. Die bronnen zijn voor de wande­ laar een uitkomst. Lang niet altijd hoef je veel water mee te nemen: je kunt het onderweg tap­ pen. Een van de grotten heet ‘imkergrot’ en is gelegen in een verticale bergwand. Als we boer Carlos, die een hek aan het repareren is, moe­ ten geloven slapen de geiten van de bijenhou­ der gemoedelijk naast de bijenkorven in de grot. Je kunt je nauwelijks voorstellen hoe die via de steile rotsen hun slaapplek bereiken.

Een klein maar fijn wijngebied. Cómpeta, gebouwd op een steile helling, bij avondlicht. 40  Wandelmagazine  3-2020

3-2020  Wandelmagazine  41


Geen levende ziel te bekennen, maar wel verlaten ventas.

Steegjes en onderdoorgangen in Cómpeta.

Op sommige zuidhellingen worden nog altijd druiven gedroogd tot rozijnen.

steengroeve. Met wat kleinvee leefden ze al eeuwenlang een eenvoudig leven, uiteraard zonder riolering en elektriciteit. Tot Franco in 1949 de bewoners verordonneerde hun biezen te pakken: de Guardia Civil nam haar intrek in hun huizen om de guerrilleros in de bergen te bestrijden. Na afloop van de burgeroorlog was het dorp verlaten. Tot, zegt Antonio die vers­ gebakken olijvenbrood op tafel zet, zijn moeder Virtudes, kleindochter van een oor­ spronkelijke bewoner, haar man en kinderen overhaalde om terug te gaan en hun huis te herbouwen. Dat gebeurde in 1998. Zeven jaar later waren de meeste huizen opgeknapt. “Het is dé stopplek voor wandelaars geworden”, zegt Antonio en rept zich naar het volgende tafeltje. Franco-tijd Op de top van een berg ligt de ruïne van een uitkijkpost van de Guardia Civil. De post werd tot eind jaren vijftig bemand om de onherbergzame omgeving op de aanwe­ zigheid van guerrillastrijders te controleren. De invloed van de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) is op meer plekken voelbaar. Zoals op een plein dat Plaza del Generalí­ simo heet. Of in het gehuchtje Acebuchal, een wit dorpje dat alleen te voet bereikbaar is. Er zijn twee straten van keitjes en één 42  Wandelmagazine  3-2020

bar. Antonio, die bedient, drukt me een fol­ der met oude zwart-witfoto’s in de hand. Van het dorp zoals het ooit was. Het ver­ rees in de zeventiende eeuw op een kruis­ punt van routes, in een tijd waarin hande­ laren met hun muilezels volgeladen met vis van de Middellandse Zee op weg waren naar Granada. Andere handelaren kwamen vanaf het binnenland met fruit en groenten en ook voor hen was Acebuchal een mooie tussenstop op de lange route. De bewoners produceerden houtskool of werkten in een

Moorser dan Moors Je komt op je wandelingen meer ruïnes tegen. Zoals die van voormalige ventasherbergen waar muilezeldrijvers vroeger pauzeerden voordat ze verder trokken. Behalve deze geïsoleerd gelegen ventas spreken ook de dorpen tot de verbeelding. Vaak hebben ze nog geen paar honderd inwoners. Zoals het Moorse dorp Salares (op 576 meter hoogte) dat een minaret heeft als kerktoren en omgeven is door boomgaarden met sinaasappels, abrikozen,

olijven, amandelen en wijngaarden. Per­ ceeltjes van niet veel meer dan een paar hectare groot. Salares heeft nog meer bij­ zonderheden: de gerestaureerde Moorse brug (puente Árabe) verbindt al meer dan duizend jaar het dorp met een kloof waar vroeger zout werd gewonnen en waar het dorp haar naam aan te danken heeft. De bron Albarrá is ronduit een raadsel. Deze geeft in de zomer koud water en in de win­ ter warm water. Terug naar Cómpeta, de uitvalsbasis van een reeks wandelingen. Het is een relatief groot wit dorp, gebouwd op een steile hel­ ling en langs een kloof die door het dorp loopt. Op de steile hellingen liggen casas colgantes (hangende huizen). Wandelend door de kruip-door-sluip-doorsteegjes en lage gangen onder de huizen, kan het bijna niet Moorser. Zijn naam dankt het dorp aan zijn ligging: Compita-orum dat betekent ‘kruis van wegen’. Want vanaf de kust op weg naar het binnenland kom je geheid langs deze plek. Vroeger waren dat vooral de muilezeldrijvers, de arrieros. Op een van de pleintjes is een fraai tegeltableau als eer­ betoon aan hen aangebracht. Niet alleen de arrieros, ook de wijnboeren zijn hier van oudsher belangrijk. Dat zie je op het tableau op de Plaza Vendimia – het plein van de druivenoogst – waar de boeren de druiven tot most trappen.

En famille worden de olijven met de hand geoogst.

delingen extra levendig. De paseros kun je niet missen: het zijn tien bij vier meter grote perceeltjes, steevast op zuidhellingen van twaalf procent. In september en okto­ ber spreiden de boeren hier trossen muskaatdruiven uit, keren die om en spannen er ’s nachts plastic over tegen eventuele regen. Na ongeveer drie weken hebben ze de lekkerste, bijna paars-zwarte rozijnen. Hun smaak steekt met kop en schouders

Rozijnen Boeren die druiven pletten, families die met stokken de olijven uit hun bomen slaan, en druiven drogen tot rozijnen. Alles met de hand (of voet). Dát maakt je wan­ WANDELWIJZER • Rondwandeling vanuit Fabrica de la Luz naar Puerto Blanquillo, Atalaya, Cruz de Canillas, Cómpeta: 17,5 km, ong. 5 uur. • Rondwandeling Cómpeta, Canillas de Albaida en Archez: ong. 12 km. • Vanuit Cómpeta: wandelingen naar buurdorpen Archez en Canillas de Albaida. • Bij een lijnwandeling kun je je eenvoudig met een taxi naar het startpunt laten brengen. Bijvoorbeeld voor de prachtige wandeling van Salares via Cruz del Muerto, Canillas de Albaida naar Cómpeta. De paden volgen delen van de GR 249.

uit boven kunstmatig gedroogde rozijnen. Eenmaal gedroogd maken de families de rozijnen met een snoeischaar los van de tros. Een tijdrovend karweitje waar het hele gezin aan meewerkt. Vervolgens laden ze hun muilezels met kistjes vol rozijnen om op weg te gaan naar El Borge om daar El dia de la pasa (de dag van de rozijn) te vie­ ren. Met veel wijn, rozijnen, streekproduc­ ten, muziek en dans. Al is het drogen van de druiven een uitster­ vend ambacht, je kunt de restanten ervan goed zien langs de speciale ‘route van de rozijnen’ die in de provincie is uitgezet. Als je een dag iets anders wilt doen dan wande­ len, kun je ook de route van ‘de zon en de wijn’ rijden, of van ‘de avocado’, of van ‘de mudejar’ (moslims, red.).

Fotoboek van de eerste familie die is teruggekeerd in het verlaten dorp Acebuchal, haar huis restaureerde en een café opende.

Logeertip www.elacebuchal.es weten? Toeristenbureau aan de Avenida de la Constitución: info@competa.es 3-2020  Wandelmagazine  43


Nieuw-Zeeland

Voetstapjes Vakantie Nederland • Overijssel-Drenthe 3-daags wandelarrangement in het Reestdal met bagageservice vanaf € 120,- in karaktervolle B&B’s. www.hetreestdalpad.nl

Rakiura Track

E

r valt tweemaal zoveel regen op Stewart Island als in Nederland. Dit meest zuidelijke eiland van Nieuw-Zeeland is groter dan de provincie Utrecht. Dichter bij Antarctica kun je niet komen zonder poolkleding. Maar de verhalen van vogelkenners waren onweerstaanbaar; kiwi’s, weka’s, karaka’s, South Island robins (zuidereilandvliegenvangers) en vooral de muttonbirds (pijlstormvogels) of in Maori: titi’s. Zeebiologen voegen daar pinguins, zeeleeuwen en zeehonden aan toe. In Oban, bij de haven, wonen 380 mensen: vissers, kwekers van oesterbedden en krabpotten, inwoners die wat verdienen aan toeristen.

• Gelderland Veluwe/Otterlo - Eindeloos wandelen in prachtig oeroud natuurgebied Planken Wambuis en Ginkelse Heide en daarna slapen in privé vakantieboerderijtje v.a. 2 p. Het Lorkenbos www.lorkenbos.nl Vakantie Portugal • vakantiehuis op wandelparadijs Madeira w.w.w.andreinmadeira.nl Overig • Wij, Alice en Aart Woutersen, 77 jaar… zijn uitgewandeld. Onze verzameling wandelkaarten -gidsen van alle landen van Europa (behalve O – Europa). willen we graag in zijn geheel cadeau doen aan een jong stel, met veel enthousiasme voor het wandelen, maar met weinig geld. Mail ons maar voor een afspraak: a.woutersen@planet.nl GRATIS a.t.h. complete Jaargangen Op Lemen Voeten 1981 -2014. E: ms202093@yahoo.com Uw regeladvertentie hier? Kijk voor meer informatie op www.wandelmagazine.nu/adverteren. Reserveren via Kgrol@virtumedia.nl

Op zoek naar de

kiwi in het diepe zuiden De modder is zwart. Voorzichtig zet ik mijn rechtervoet erin. Ai, tot mijn enkel. Andere dan maar; tot mijn kuit. Ik grijp een laaghangende tak en zuigend komt mijn linkerbeen los, zoekt de terugtocht en zakt nu ook tot de enkel. De andere voet begint aan de terugtocht. De wildernis van Stewart Island is me hier te diep. TEKST ANNEKE HESP FOTO’S DEBORAH PEARSON

44  Wandelmagazine  3-2020

Doorkijkje bij Paterson Inlet.

Gondwana Dit eiland is door Maui, de Maori-vader des vaderlands, gebruikt als anker toen hij vanuit zijn boot, het Zuidereiland, de grote vis uit de eindeloze oceaan wilde opvissen die het Noordereiland werd. De plek kreeg de naam Rakiura, gloeiende luchten, omdat er ’s nachts soms het zuiderlicht verschijnt. Een latere cartograaf gaf het de Engelse naam Stewart Island. Wetenschappers zien Stewart Island als een van de eerste afsplitsingen van Gondwana, het supercontinent dat tot 150 miljoen jaar geleden ronddreef tussen de evenaar en de Zuidpool. Vleermuizen zijn de enige zoog­ dieren die meegekomen zijn. Er zijn wel gekko’s en vooral vogels, heel veel vogels. De podocarpus-bomen maken daar gretig gebruik van. Hun zaden zitten verstopt in vruchtvlees, een delicatesse voor de vogels die de zaden weer uitpoepen om de volgende generaties bomen een kans te geven. Podocarpi en varens domineren het land­ schap van Stewart Island waarvan 85 pro­ cent nationaal park is. Het beheer is in handen van het Departement of Conserva­ tion (DOC), een agentschap met minstens zoveel macht hier als Waterstaat bij ons: een derde van de oppervlakte van NieuwZeeland valt onder het DOC. ­Rondom het binnenland liggen lange zand­stranden langs grote baaien. Fotogeniek, dat wel, maar ook heerst hier de zandvlieg over menselijk bloot. God schiep Nieuw-­ Zeeland, de duivel schiep de zandvlieg, volgens de Nieuw-Zeelanders zelf. 3-2020  Wandelmagazine  45


Nieuw-Zeeland Zoeken tussen de rotsen.

Nieuw-Zeelands vlas verschilt van Europees vlas.

Boothuizen in de buurt van Oban op Stewart Island.

Maori Achthonderd jaar geleden ontdekten de Maori Stewart Island. Maar ze bleven er nooit lang; de kou, de schrale grond, de regen… Redenen genoeg om je niet hier te vestigen. Toch komen ze terug, ieder jaar weer, voor de mosselen en andere schaal­ dieren, maar vooral voor de muttonbirds. De Maori verkochten Stewart Island aan de Britten maar behielden eeuwigdurend recht om in de vroege winter de dikke jonge vogels op te halen en te verwerken in hun gerechten. De ouders mesten hun kin­ deren vet in de zomer en trekken dan weg. Eerst blijven de jonkies nog in hun nest, daarna blunderen ze dik en wel het regenwoud in, een makkelijke prooi voor mensen en eventuele roofdieren. En roofdieren zijn er nog steeds. De Maori brachten de ratten, de Europeanen de katten om de rattenpopulatie aan boord in toom te houden, en de nu zo geroemde ondernemingsdrift zorgde voor het uitzetten van de Australische possum (buidelrat). Hun velletjes zijn mooi zacht en de haren worden nog steeds verwerkt in heerlijk warme kleding. Kortom, een groot deel van de energie van het Depart­ ment of Conversation gaat naar het in bedwang houden van deze dieren. Ja, de bewoners van Oban mogen katten hou­ den, maar alleen als ze gesteriliseerd zijn. Dan zijn er nog de herten, die ook de oorspronkelijke begroeiing van het eiland aantasten. Het beleid hierin is wat twee­ slachtiger. In de winter verleent het depar­ 46  Wandelmagazine  3-2020

tement jachtvergunningen en die leveren goed geld op. Niet op commando Maar ik ben geen jager, ik ben een wande­ laar en ben hier in de zomer, in december, voor de Rakiura Track. Nieuw-Zeeland heeft tien andere Great Walks en dat is vol­ doende voor de meeste bezoekers aan dit land. Vooral als ze daarbij ook nog Hobbi­ ton, de set van de Lord of the Rings, en de geisers van Rotorua willen bezoeken. Of het verleidelijke en zonovergoten noorden

Umbrella moss (Canalohypopterygium tamariscinum).

waar de temperatuur altijd een optimale zwempartij garandeert. Nee, naar Stewart Island komen betekent afzien. “Je hebt ergens anders veel meer waar voor je geld als je niks te maken wilt hebben met de modder, de kou, en de bak ellende van de volle kracht van het weer hier.” Zo zegt Rob Brown het in zijn boek Rakiura. Maar voor wie de Rakiura Track toch wil wandelen, zijn de kansen op een ontspannen tocht wat groter. Slechts 32 kilometer in twee of drie dagen, twee hut­ overnachtingen onderweg en een pad dat voor een groot deel begaanbaar is gemaakt met grind, schelpen, trappetjes over rotsen en planken boven chocoladekleurige moerassen. Op de dag dat ik aankom met de boot krijgen we een introductie van Furhana Ahmad van Ruggedy Range Walks. Gebo­ ren in Kenia, opgegroeid in Engeland en twintig jaar geleden verliefd geworden op Stewart Island. Mijn vijf Australische medewandelaars komen vooral om een kiwi te zien. Furhana: “Ik kan geen garan­ tie geven. Een kiwi is een wild dier en dat vertoont zich niet op commando.” We beginnen in Lee Bay, waar een enorme ketting dit ankereiland verbindt met het Zuidereiland. Daar komt hij dertig kilo­ meter verderop weer uit het water. Niet iedereen vindt het kunstwerk van de plaat­ selijke kunstenaar Russel Beck even mooi, maar het concept is interessant. We lopen naar het noorden tot Port William. Elf

Shetlanders zijn 160 jaar geleden hierheen gelokt met hun gezinnen – gratis land! Binnen anderhalf jaar waren ze allemaal weer weg. De zeehonden aten de lange lijnen leeg waarmee ze gewend waren te vissen. De wildernis was ondoordringbaar en de grond te arm om iets te laten groeien dat eetbaar was. Voor ons valt er nog geen kiwi te zien, dus we gaan hier vroeg slapen. Treden beschermen de wortels van bomen en varens.

Natte groene tunnel De tweede dag lopen we naar het westen en komen meer tekenen van vroeger tegen. Een smalspoorweg om boomstammen te vervoeren, een verroeste zaagmachine, een grote ketel om traan van walvissen in te koken. Er zijn hier robbenjagers geweest, walvisvaarders, houthakkers, botenbouwers en goudzoekers. Bij de North Arm Hut beginnen voor Furhana de tiendaagse Northwest Circuit en de Southwest Circuit van zes dagen. Daar wandelt zij in het stille seizoen. Ik schrok terug van mijn eerste geploeter in de modder achter de hut. Pas daar rea­ liseerde ik mij hoeveel werk er gestoken is in het begaanbaar maken van de Rakiura Track. Op de twee langere rondwandelin­ gen waad je grote stukken door de modder in een natte groene tunnel van varens. Voor mij te eentonig. Voor Furhana is dat anders, ieder geluidje, ieder kleurverschil heeft voor haar betekenis: een klein vogeltje, een nieuwe orchidee.

De North Arm hut. 3-2020  Wandelmagazine  47


Inspiratie van onze adverteerder

Nieuw-Zeeland

WANDELWIJZER Reis Stewart Island is per vliegtuig bereikbaar vanuit Invercargill (www.stewartislandflights.co.nz). Per ferry vanuit Bluff (www.stewartisland.co.nz). Slapen Overnachting in hutten en op kampeerplekken is strikt gebonden aan aantallen. Vergunningen te verkrijgen bij DOC (www.doc.govt.nz). Voor slapen in Oban, zie www.stewartisland.co.nz Covid-19 en Nieuw-Zeeland Vanwege de Covid-19-crisis worden buitenlandse toeristen voorlopig niet toegelaten. Check dus eerst op www.customs.govt.nz Zelf regelen Omdat Stewart Island zo ver is, zijn er hier altijd minder wandelaars dan op de andere grote wandelingen in Nieuw-Zeeland. Reserveren is verplicht. Hoeft niet maanden van tevoren, maar wacht niet tot de laatste dag. Besluit je zelf de wandeling te maken, houd er dan rekening mee dat je genoeg proviand meeneemt en voldoende waterdichte en warme kleding. Voor overnachting in de hutten moet je zelf een slaapzak en een kooktoestel meenemen. Wil je kamperen, dan uiteraard ook nog een tent. Nooit anti-zandvliegmiddel vergeten.

Stille Zuidzee-romantiek.

Vruchteloos Wel biedt de avond bij de North Arm Hut de grootste kans om een kiwi te zien. Niet dat de Stewart Island-kiwi even dagschuw is als de andere Nieuw-Zeelandse kiwi’s. Twee Nederlandse vrijwilligers van het DOC laten mij een filmpje zien van twee exemplaren die op klaarlichte dag rondscharrelden op nog geen kilometer van de huizen van Oban. In deze hut is iedereen vastbesloten om de kiwi te spotten. Er ligt rood cellofaan klaar om voor onze zaklampen te plakken. Fel licht zou de hoogsensitieve vogels afschrik­ ken. Ook ieder geluid moet vermeden worden. Dat is moeilijk als je op een schelpenpad loopt. De meeste hutbewo­ ners gaan doodstil in de bosjes op de nat­ tige ondergrond liggen. Als wij bij het minste gescharrel onze rode lamp richten, is dat meestal op een bewegende broekspijp of arm tussen de struiken. De exercitie is vruchteloos. Wat giechelig van de spanning keren we tenslotte terug naar de hut om dan maar hete thee te drinken en vanuit onze slaapzakken te luisteren naar het nachtconcert van het regenwoud. Het Department of Conservation heeft nog een strategie om vogels te behoeden voor uitsterven. De kleinere eilanden rond Stewart Island zijn volkomen vrijgemaakt van roofdieren. Individuen van de meest bedreigde soorten worden daar uitgezet en floreren er meestal wel. Als Furhana op de derde dag een trip naar Ulva Island aanbe­ veelt, gaan de meeste Australiers daar graag op in. Ik heb al eerder kiwi’s gezien en spoed mij naar het vliegtuig richting thuis. 48  Wandelmagazine  3-2020

Bezoekersaantallen van hutten en kampeerplekken worden beperkt gehouden.

Met gids Aanbevolen: www.ruggedyrange.com. Meerwaarde: minder bagage, huur uitrusting en slaapzak mogelijk, en veel informatie over de natuur en de geschiedenis. Kaart • Rakiura Track & Northwest Circuit Steward Island – Map and Track Guide, Craig Potton, 1:50.000, ISBN 9416458075308 • Er is een brochure te downloaden via: https://bit.ly/3fncpK0

Welkom in Hoogstraten!

Kom je grenzen verleggen In Hoogstraten – de noordelijkste stad van Vlaanderen – geniet je grenzeloos. En dat mag je letterlijk nemen. Hoogstraten of ‘de middelste bult van België’ laat zich omarmen door de Nederlandse grens. De provincie Noord-Brabant is, vanuit de vijf deelgemeenten die Hoogstraten rijk is, steeds vanop wandelafstand te bereiken. Twee provincies – Antwerpen en Brabant – die innig met elkaar verbonden zijn, die elkaar aanvullen en die van elkaars gezelschap genieten.

H

oogstraten ligt centraal tussen Antwerpen en Breda. Het is een groene gemeente en serveert een wervelend wandelnetwerk. Dit ware wandel­ walhalla staat garant voor eindeloos wandel­ plezier in het spoor van de vroegere smok­ kelaars, landlopers en commiezen, dwars door UNESCO-Werelderfgoed of over gril­ lige grenzen. Welk uitzonderlijk natuurgebied je ook induikt, je wipt er ongemerkt de grens over. De natuur is aan beide zijden adembene­ mend, de stilte is er oorverdovend en de ver­ gezichten zijn er eindeloos. Maar de schoonheid zit ’m in de mix van naaldbomen, heidevennen en sprookjesach­ tige dreven. Grazende schapen, schuchtere reeën en biddende valken verdringen zich voor jouw lens voor het meest fotogenieke plaatje. Kabbelend water, verkoelende bos­ sen en weidse velden wisselen elkaar af in een authentiek decor. Je wandelt van de ene verbazing in de andere: doorkruis Wortel-Kolonie die al meerdere keren het toneel was voor de

‘Wandeling van het jaar’ in de provincie Antwerpen, ontdek Den Elsakker, de Chaamse Beek of de Strijbeekse Heide waar via verschillende smokkelroutes de geschie­ denis tot leven komt of duik onder in de vallei van het Merkske. Dit kronkelende ­bijriviertje van de Mark trekt zich van de landsgrenzen niks aan. De Castelreesche Heide, de Halsche Beemden en Den Rooy liggen aan jouw voeten en onthullen mondjesmaat hun geheimen. En dat zijn er heel wat. Geef je ogen de kost. Laat je verrassen. En neem de tijd. Tijd om te genieten van het landschap, van de rust en van elkaar. Schitterende parels liggen op je te wachten. Kom je grenzen verleggen! Honden zijn steeds welkom, maar wel aangelijnd.

Ontdek alle wandelingen op www.hoogstraten.be/wandeleninhoogstraten of contacteer Toerisme Hoogstraten voor extra wandeltips. Toerisme Hoogstraten | Vrijheid 149 – 2320 Hoogstraten | toerisme@hoogstraten.be 3-2020  Wandelmagazine  49


Boeken

Het verdriet van Nijmegen

Het verdriet van Nijmegen 1940-1945. Slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog Bart Janssen | Uitgeverij Vantilt 2019 | 1396 blz. | ISBN 9789460044274 | € 34,50

Stil op straat

Verlaten straten Han van Bree | Spectrum 2020 | 144 blz. | ISBN 9789000375295 | € 22,50 50  Wandelmagazine  3-2020

Redactie Jan Erik Burger & Hans Farjon

Op dinsdag 22 februari 1944 werd in enkele ogenblikken het hart uit Nijmegen weggerukt: Amerikaanse bommenwerpers wierpen even voor half twee ’s middags hun bommenlast af boven het stadscentrum. Honderden Nijme­ge­ naren verloren hun leven, duizenden raakten gewond en het historische centrum van de stad werd in één klap weggevaagd. De Amerikaanse oorlogscorrespondente Martha Gellhorn schreef half oktober 1944: “Ik heb geen idee hoe Nijmegen er vroeger uitzag; de stad had waarschijnlijk een mooie oude wijk, te oordelen naar sommige puinhopen (...) De stad [ziet] er nu uit alsof zij jaren geleden verlaten was na een aardbeving of een overstroming. Nu is Nijmegen een stad waar mensen in kelders slapen en voorzichtig over straat lopen en scherp luisteren of er geen granaten aankomen.” Met het indrukwekkende De pijn die blijft – Ooggetuigenverslagen van het bombardement van Nijmegen, 22 februari 1944 richtte Bart Janssen in 2005 een monument op voor de honderden oorlogsslachtoffers. In de jaren vijftig en zestig was er bitter weinig aandacht geweest voor het lijden van deze ‘Nukubu’s’ (Nutteloze Kut Burgers), om in het militaire jargon te blijven. Collateral damage heet dat tegenwoordig. Alle piëteit ging uit naar de bevrijders. De wederopbouw van de zwaargehavende binnenstad stond centraal. Bovendien zijn deze gevallenen jarenlang nooit officieel herdacht, omdat het ’zinloze’ burgerslachtoffers waren; de nationalistisch getinte herdenkingen besteedden liever aandacht aan heldhaftig gesneuvelde soldaten en verzetsmensen die waren gevallen voor het vaderland. Pas in

2019 werden de burgerslachtoffers herdacht bij de jaarlijkse dodenherdenking op de Dam. Uit de vele reacties die Janssen ontving, bleek dat zijn werk nog niet af was. Ook in de periode van september 1944 tot maart 1945 dat Nijmegen frontstad was, viel een groot aantal slachtoffers. Het verdriet van Nijmegen 1940-1945 richt zich op de slachtoffers van kleinere bombardementen, van met munitie spelende kinderen enz. Daarnaast verdienden ook de Jodenvervolging en de slachtoffers van de Arbeitseinsatz hun plaats in het collectieve geheugen van de stad. Dus trok Janssen dertien jaar lang opnieuw door het land om de herinneringen en verhalen van nabestaanden op te tekenen en foto’s van Nijmeegse oorlogsslachtoffers te verzamelen. Het resultaat is nog omvangrijker dan De pijn die blijft en minstens zo imponerend. De vele portretten zijn het summum van oral history op basis van vele indringende gesprekken met nabestaanden. Ook de goede Duitser komt voorbij. Deze waarschuwt de omwonenden voor het opblazen van het Shellstation op de Weurtseweg. Die waarschuwing wordt ter harte genomen, maar leidt tot onheil: de omwonenden vluchten maar worden elders in de stad getroffen door een bominslag. Uiteindelijk snijdt de goede Duitser achter de rug van SS de kabels van de ontsteking door. Moedwil en misverstand. Het boek met zijn kaft met de namen van de slachtoffers is een monument op zichzelf. Naast de foto’s van de slachtoffers bevat het veel unieke historische foto’s van de verwoestingen.

Han van Bree is gespecialiseerd in koningshuizen, waar hij serieuze boeken over schrijft. Momenteel werkt hij aan een biografie van gebedsgenezeres Greet Hofman, die een grote invloed had op Koningin Juliana. Omdat bij Han thuis de schoorsteen ook moet roken, verzorgt hij jaarlijks voor Spectrum Het aanzien van [vorig jaar]. En nu kwam Verlaten Straten. Het idee erachter is goed en Han en zijn uitgever hebben snel gehandeld in coronatijd. “In de lege stille steden gebeurden ondertussen bijzondere dingen. De klank van de stad veranderde. Dieren lieten van zich horen. Het gemiauw, geblaf en gefluit werd niet langer overstemd door toeterende auto’s, optrekkende scooters of lawaaierige feestvierders… Vossen, jakhalzen, apen en schapen namen bezit van de verlaten pleinen.” Het is de droom van iedere toerist: foto’s maken van beroemde bouwwerken, weidse pleinen of sfeervolle steegjes zonder dat er mensen te zien zijn. Het massatoerisme maakt dat tegenwoordig vrijwel onmogelijk. De

Spaanse Trappen in Rome, de Karelsbrug in Praag, de Sagrada Família … Steeds staan er mensen hinderlijk in de weg. In het voorjaar van 2020 was het, vanwege de pandemie, ineens wel mogelijk om overal lege pleinen, onbemensde gebouwen en verlaten straten te fotograferen. Beroepsfotografen grepen hun kans. Hun markantste foto’s heeft Han hier bijeen­ gebracht. Han heeft uitgebreid de collectie van Getty Images mogen doorkijken, maar dat levert, uitzonderingen daargelaten, niet de genoemde markantste foto’s op. Helaas wordt nergens verantwoord wie de foto’s gemaakt heeft. Die lege pleinen fascineren overigens, vooral omdat de auto’s ook getroffen blijken te zijn door het virus. Zelf trok ik voor een artikel door leeg Amsterdam, maar op veel plaatsen stond onze geliefde vierwieler nog steeds hinderlijk in de weg. Een foto uit het boek die mij trof was het totaal lege F1-circuit van Zandvoort. Wat dat betreft mag de pandemie nog wel een paar jaar duren. Toch het aanschaffen waard.

Hartelijk Brabant Het nieuwste deeltje van de serie De Mooiste Netwerkwandelingen beschrijft 15 wandelingen in het Hart van Brabant, die zijn te volgen via het wandelnetwerk en zo veel mogelijk over onverharde paden. De regio ligt grofweg tussen Breda, Waalwijk, Tilburg en de Belgische grens. De auteurs, die zelf in de regio wonen, voeren de wandelaar aan de hand van genummerde paaltjes langs bekende en minder bekende landschappen met veel natuur zoals de Loonse en Drunense Duinen, de Regte Heide, de Chaamse Bossen en de Baardwijkse Overlaat. Alle routes, die in lengte van 7 tot 16 kilometer variëren, zijn voorzien van een duidelijke topografische kaart en (historische) bijzonderheden. De mooiste Netwerkwandelingen – Hart van Brabant Charles Aerssens & Theo Halin | Uitgeverij Elmar | ISBN 9789038927213 | € 14,99

De hoogte in Het Krijtlandpad brengt u van het heerlijke Maastricht naar de ruim 320 meter hoge Vaalserberg en weer terug. Een uitdagende route over holle wegen, langs de lustig meanderende beken Geul en Gulp, pittoreske dorpjes, indrukwekkende kastelen, door boomgaarden, natte beekdalen en unieke hellingbossen. Kortom veel variatie al was het maar door het regelmatig stijgen en dalen. De totaal vernieuwde route is nu 100 kilometer lang, telt zes etappes en gaat voor meer dan 60% over onverharde wegen. De hele route is beschreven en op kaart gezet. Krijtlandpad Wim van der Ende & Rutger Burgers | Stichting Wandelnet | ISBN 9789492641106 | € 15,45

Wandelen in vrijheid Het 115 kilometer lange Pad van de Vrijheid voert in 13 afwisselende etappes rond Wageningen, de stad waar in 1945 de capitulatie door de Duitsers werd getekend. De auteurs maken de geschiedenis van bezetting, collaboratie, verzet en bevrijding in WOII tastbaar met verhalen over bijna honderd markante punten langs de route. Fraai zijn de vele inspirerende gedichten en citaten die duidelijk maken dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. We wandelen over de beboste hellingen van de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe, en door de afwisselende landschappen van de Betuwe en de Gelderse Vallei. Prachtige uitzichten over de Nederrijn doen bijna vergeten hoe hier is gestreden om de vrijheid. De Grebbeberg en de gebieden rond Oosterbeek, Ede, Opheusden en Driel waren het gruwelijke decor van de verschrikkingen van de oorlog. Pad van de Vrijheid Wim Huijser & Lysbeth Anne Beels | Uitgeverij Blauwdruk | ISBN 9789492474315 | € 18,50

Zwolse ommelanden Ook dit nieuwste boekje uit de serie Wandelen buiten de binnenstad, wil je gewoon hebben vanwege de oogverblinde kaft. Wat een mooie serie. De auteur neemt je mee op een tiental rondwandelingen door haar woonplaats. De prachtige binnenstad van Hanzestad Zwolle ligt nog steeds veilig achter een stadsgracht. Maar ook de groene buitenwijken en het buitengebied met rivieren, weteringen en havezaten zijn de moeite waard. Zwollenaren worden Blauwvingers genoemd, maar de stad kent ook enkele groene vingers die van het buitengebied naar de binnenstad steken. Naast wandelgenot biedt de gids een uitgelezen mogelijkheid om de stad in al haar geledingen te leren kennen. Wandelen buiten de binnenstad van Zwolle Marycke Naber | Uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig | ISBN 9789078641841 | € 10,00

3-2020  Wandelmagazine  51


Tekst & foto’s Hans Farjon

Wat zien ik?

Noordwijk verwondert. Hike in Holland biedt prachtige individuele wandelvakanties in Nederland door het Hollandse landschap en historische steden. Laat u verrassen door de unieke wandeltochten.

Noord

West

Struinen en ontmoeten. Volop genieten van de laatste zomerwarmte afgewisseld met winderige herfstwandelingen en zinnenprikkelende herfstgeuren en -kleuren.

“Elk onderdeel van onze reis was perfect! De aanwijzingen waren uitstekend, evenals het regelen van de bagage. Bedankt voor al jullie inspanningen.”

Het is tijd om je te verbazen en te laten verrassen door de prachtige natuur.

www.hike-in-holland.nl

Eindeloos wandelen op

Terschelling Weldaad voor lichaam en geest vind je in Noordwijk,

Wandelen langs de kust bij Bergen aan Zee Bergen aan Zee ligt midden in één van de mooiste natuurgebieden van Nederland. Daarom is het voor elke wandel- of fietsliefhebber een ‘must’ om er een keer te zijn geweest.

Oost

118-522 Noord-Holland, Heerhugowaard

P

Nazomeren en uitwaaien.

Zuid

unt 118-522 van NLinbeeld.org ligt in de waard van Heer Hugo aan de noordkant van de groei­ kern met dezelfde naam. In zui­ delijke en oostelijke richting zien we kale akkers, een enkele boerenhoeve en een bomenlaan. Het agrarische landschap dat in de kleine vierhonderd jaar na de droog­ legging in 1630 nauwelijks veranderde. Naar het westen en oosten is het andere koek. Daar zien we de installaties en hek­ ken van een zonnepark en een blauwe doos op een bedrijventerrein. Een camera op een witte paal houdt ons in de gaten. Eind 2018 is zonnepark De Vaandel in gebruik genomen. Op 10 hectare staan 34.000 panelen die 2250 huishoudens van stroom kunnen voorzien. Vanaf 2016 schieten die overal in Nederland als pad­ denstoelen uit de grond. Op dit ogenblik zijn er ongeveer honderd zonneparken in bedrijf. Bovendien zijn er concrete plan­ nen voor een verviervoudiging. De subsi­ dieregeling voor duurzame energiepro­ ductie doet zijn werk snel. Inmiddels pleiten verschillende adviesorganen van

de overheid voor een stop van zonnepane­ len op landbouwgrond. Er is nog ruimte genoeg op onze daken. De Vaandel is spiksplinternieuw en, vreemd genoeg, tijdelijk. Over vijftien jaar, als de subsidieovereenkomst afloopt, verdwijnen de panelen waarschijnlijk weer. In 2015 benaderde Ecorus Heerhugowaard met de vraag of ze geen braakliggende terreinen hadden waar ze voorlopig niks mee zouden doen. Nou die waren er wel. Net na de bankencrisis was de spade de grond inge­ gaan voor een nieuw bedrijventerrein, De Vaandel. De verkoop liep voor geen meter. Slechts drie bedrijfshallen zijn tot nu toe verschenen. De blauwe doos in het westen huisvest een bedrijf dat techniek voor lopende banden levert. Al snel kwamen de partijen tot een vergelijk. Ik loop even langs de buren om te horen wat ze van het park vinden. De eigenaresse van een fraaie Amsterdamse School-villa aan de Middenweg vindt het een goed ini­ tiatief, al zou het beheer van het park wel natuurvriendelijker kunnen. Onder de zee van panelen groeit nauwelijks iets.

“Kunnen ze de panelen niet iets verder uit elkaar zetten”, vraagt ze zich af. “Dan kunnen schapen er grazen. Dat levert meer op dan dat bijenhotelletje dat ze er hebben neergezet.” Haar buurman is blij dat er nu geen ganzen meer zitten. Hij vindt het wel zonde van de goede land­ bouwgrond. “Op de heerlijke lichte zavel­ grond kun je van alles telen. De kwaliteit van de grond onder de panelen wordt er zelfs slechter van.” Daarom heeft hij zijn grond ook niet verhuurd toen Ecorus hem benaderde. Wel heeft hij zelf zonne­ panelen op zijn schuren gelegd. Ruim vierhonderd liggen er te schitteren, 36 keer zoveel als ik er thuis heb. Levert de verkoop van zoveel stroom nog wat op, vraag ik. “Ik gebruik alle 120.000 KWh helemaal zelf”, lacht hij. “Het is net vol­ doende om ’s zomers mijn geoogste sla­ kroppen af te koelen voordat ze naar de veiling gaan.”

Voor meer info en achtergronden zie www.hansfarjon.nl/zonnepark

Grandcafé Maz, met verwarmd terras, is als tussen- of eindstation een ideale gelegenheid om te vertoeven.

dat onlangs het predicaat Heilzame Zeebadplaats heeft ontvangen van de ESPA (European Spas Association). Met ruim 250 km aan wandelpaden en onverharde KORTING www.noordwijk.info wegen is Terschelling de perfecte wandelbestemming. Met dit handige routeboekje Tegen inlevering van deze bon betaalt u voor de complete plant u gemakkelijk uw eigen wandelgids Terschelling slechts €5,50 i.p.v. €7,50. tocht.

€2,-

Meer informatie: www.vvvterschelling.nl/ wandelmagazine

Of bestel online via www.webwinkelterschelling.nl met kortingscode VOET2016. Geldig tot 31 januari 2017.

Member of ESPA: European Spas Association

VVV Terschelling tel (0562) 443000 | www.vvvterschelling.nl

En voor een langer verblijf biedt Hotel Meyer met 36 kamers en 8 appartementen een volledig vakantiegevoel.

Tijdens wandelevenementen bij ons in de omgeving hebben wij volledig verzorgde arrangementen inclusief pendeldienst naar en van start en finish. Bezoek onze website www.hotelmeyer.nl

Tot ziens in Bergen aan Zee..! Hotel Meyer, Bergen aan Zee T. 072-5812488 - info@hotelmeyer.nl

www.hotelmeyer.nl Compensatienatuur: bijenhotel op zonnepark.

52  Wandelmagazine  3-2020

Self Catering

Onder de panelen is het maar een dooie boel. 3-2020  Wandelmagazine  53


www.wandelmagazine.nu

Bospark Hellendoorn rust & ruimte

SPECIAL

JOUW ADVERTENTIE HIER? Bospark Hellendoorn ligt op de Sallandse Heuvelrug, temidden van uitgestrekte bossen en heuvellandschappen met schitterende vergezichten. Het kleinschalige Bospark grenst aan mooie wandel – en MTB routes. Ervaar de rust nu zelf!

NIEUW 500 km

wandelnetwerk langs de parels van de Kromme Rijnstreek

Bel of mail Klaartje Grol +31 (0)30-6933727 /kgrol@virtumedia.nl

Bospark Hellendoorn – Looweg 5 t/m 27 www.bosparkhellendoorn.nl

advertentie_wandelmagazine.indd 1

04-03-19 11:45

vanaf

€ 295,– p.p.

Beleef de bekendste bewegwijzerde route van België en wandel door de Ardense bossen en de mooiste landschappen van Belgisch Luxemburg. Met dit verblijf loopt u

OP DE TRANSARDENNAISE (TOT 160 KM - 7 DAGEN)

tot 160 km in 7 etappes op een bewegwijzerd pad door de Belgische Ardennen tussen La Roche-en-Ardenne en Bouillon. Europ’Aventure biedt u deze grote klassieker exclusief aan vanaf 3 dagen / 2 nachten met halfpension, bagagevervoer en transfers. Tarief: vanaf 295,00 € per persoon in een tweepersoonskamer (halfpension, bagage, transfers, terugreis, wandelkaart) op basis van 3 dagen / 2 nachten.

Volop genieten in de

Kromme Rijnstreek Het buiten van Utrecht

• 2 dagen over het Kromme Rijnpad • Wandelen langs de Nieuwe Hollandse Waterlinie • Dé fruitboomgaard van Utrecht

EUROP’AVENTURE | CONTACT@EUROPAVENTURE.BE | WWW.EUROPAVENTURE.BE 54  Wandelmagazine  3-2020

routesinutrecht.nl/krommerijnstreek


Special Kromme Rijnstreek

KASTELEN EN LANDGOEDEREN Groot liefhebber van kastelen en landgoederen? In de Kromme Rijnstreek vind je vijftien bijzondere kastelen en nog eens tien mooie landgoederen. Veel kastelen en landgoederen zijn in particulier bezit en daardoor niet of beperkt te bezoeken, maar van een aantal zijn de tuinen opengesteld voor bezoekers en enkele kun je zelfs vanbinnen bekijken. Wil je beleven hoe het was in de middeleeuwen, maar op een luxueuze manier? Boek dan een overnachting in een tot hotel omgebouwd kasteel of landgoed. Het is op sommige locaties ook mogelijk om te trouwen. Meer op vvvkrommerijnstreek.nl/kastelen Foto: Ad Snelderwaard

In de zomer van 2020 is in de Kromme Rijnstreek en omgeving het nieuwe, prachtige wandelroutenetwerk op basis van knooppunten een feit! Het ruim 500 kilometer lange netwerk verbindt de mooiste plaatsen, natuurgebieden en wandelpaden met elkaar. Daarbij is er zowel aandacht voor kleinere ommetjes in de buurt van dorpen als voor langere wandelingen waarbij je een groot gebied ontdekt. Eindeloos en comfortabel wandelen in het buiten van Utrecht!

Het wandelnetwerk werkt eenvoudig: je wandelt van knooppunt naar knooppunt, te herkennen aan de oranje bordjes met blauwe cijfers. Pijlen wijzen je de weg. Het wandelnetwerk betreft de gemeenten Nieuwegein, Houten, Utrecht (stad), Bunnik, De Bilt, Zeist, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede. Met deze toevoeging is het wandelroutenetwerk in de provincie Utrecht inmiddels gegroeid tot ruim 1600 kilometer. Het gaat om een samenwerking tussen de provincie, recreatieschappen, gemeenten, grondeigenaren, terreinbeheerders, wandelorganisaties en vele vrijwilligers. Het buiten van Utrecht Het Kromme Rijngebied ligt ten oosten van de stad Utrecht, tussen de Lek met de vogelrijke uiter56  Wandelmagazine  3-2020

waarden en de bosrijke Utrechtse Heuvelrug. Het riviertje de Kromme Rijn kronkelt als een rode draad door dit gebied en is de voedingsbron voor veel verhalen. De rivier voedt de bodem voor de kersen- en fruitteelt, waar de streek bekend om staat. Zo’n tweeduizend jaar geleden vormde de Kromme Rijn de noordgrens van het Romeinse Rijk en in de negentiende eeuw werd de rivier onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Ook vind je mooie kastelen en landgoederen langs de Kromme Rijn. Aan de westoever ligt het middeleeuwse Wijk bij Duurstede, een oud stadje dat de moeite van een bezoek meer dan waard is. Wandel over stille weggetjes, intieme paadjes en door pittoreske dorpen en steden en ontdek al het moois dat de Kromme Rijnstreek te bieden heeft!

En als er geen kersen meer zijn, komen de pruimen en na de pruimen de appels en peren! Bij diverse boomgaarden is het smullen geblazen. In de Kromme Rijnstreek vind je meerdere fruitkramen en landwinkels waar vers fruit gekocht kan worden. Wist je trouwens dat de hoogstamboomgaarden waaraan de kersen groeien tegenwoordig agrarisch erfgoed zijn? En vergeet niet van de verrukkelijk geurende en bloeiende boomgaarden in het voorjaar te genieten. Een heerlijke tijd om door de streek te wandelen. Kijk op vvvkrommerijnstreek/kersen voor informatie over boomgaarden en landwinkels.

WANDELEN EN FIETSEN

SPEELBOS NIEUW WULVEN Kom naar Speelbos Nieuw Wulven, een speelparadijs voor kinderen. Je waant je in de wereld van de Romeinen en de Hollandse Waterlinie. Op deze plek stond namelijk heel lang geleden een Romeins fort. De thema’s in het speelbos hebben betrekking op de geschiedenis van Houten: de Romeinen en de Hollandse Waterlinie en de daarbij behorende archeologie. Het speelbos bestaat uit zes deelgebieden: de Nieuwe Wulvense Waterlinie, het verdronken bos, de vliegerweide, de Romeinse Notenakker, het grote fort en het kleine dwaalbos. Het Speelbos is het hele jaar open van zonsopgang tot zonsondergang. Meer informatie op vvvkrommerijnstreek.nl/speelbos

Foto: Marijke van Eijkeren

Welkom in het buiten van Utrecht

Foto: Ad Snelderwaard

Foto: Ad Snelderwaard

KERSEN PLUKKEN

De Kromme Rijnstreek is door de goede bereikbaarheid, gevarieerde natuur en gastvrije bewoners een fantastisch gebied om te wandelen en te fietsen. Het gloednieuwe wandelnetwerk voert je over stille paadjes en smalle landweggetjes, langs boomgaarden en door historische dorpen en steden. Onderweg is er veel te ontdekken en te beleven. Naast dit wandelnetwerk ligt er een uitgebreid fietsnetwerk en er zijn verschillende Toeristische Overstappunten (TOP’s) vanaf waar je gemakkelijk je route kunt starten. Op routesinutrecht.nl/krommerijnstreek vind je de mooiste routes die je laten kennismaken met de vele verhalen van de streek. 3-2020  Wandelmagazine  57


Special Kromme Rijnstreek

De Kromme Rijn is ook in trek bij watersporters.

Kromme Rijnpad

2 dagen langs een meanderende rivier Oud-Amelisweerd is nu een museum.

Het grootste deel van de route loopt op het jaagpad langs de rivier.

Ooit was het de levensader voor de stad Utrecht: de Kromme Rijn, een brede, onstuimige rivier die regelmatig buiten zijn oevers trad. Na de afdamming in 1122 in opdracht van de Utrechtse bisschop Godebald werd het water getemd en vernauwde de rivier tot zijn huidige omvang. Over het oude jaagpad wandelen we van Utrecht naar Wijk bij Duurstede. Impressie van twee dagen door een groene oase in het hart van Nederland. TEKST PAUL VAN BODENGRAVEN FOTO’S MARCO BARTEN 58  Wandelmagazine  3-2020

E

en kanoënd echtpaar probeert soepel de bocht te nemen van de stadssingel naar de Oude Gracht, precies op het punt waar de Kromme Rijn Utrecht binnenkomt. Beginnerspech: zachtjes ‘rammen’ ze de kade bij de stenen brug onder het Ledig Erf, de zuidpunt van het oude stadscentrum waar vroeger de trekschuit uit Wijk bij Duurstede aanlegde. Vanaf de Kromme Rijnbrug er recht tegen­ over zien we hoe ze mopperend en pedde­ lend alsnog de gracht in varen.

Van stadse drukte… Het Ledig Erf is het bruisende startpunt voor de 29 kilometer lange wandeling naar Wijk bij Duurstede. Het zonnetje schijnt vandaag en dan stromen de terrassen al snel vol in deze buurt van Utrecht die hip & happening aan het worden is. Voor het gemak hebben we de routebeschrijving van het Kromme Rijnpad uitgeprint. Wij lopen deze afstand in twee dagen, maar een echte kilometervreter zou dit in één dag pro­ bleemloos moeten kunnen.

De eerste anderhalve kilometer oogt het riviertje strakgetrokken, met beschoeide kades en huizen die bijna aan het water staan. We lopen verderop een park in waar de beschoeiing plaatsmaakt voor glooiende, aangelegde oevers waar een groep ganzen dankbaar gebruik van maakt. In het park wordt gejogd, gesport, met de kinderwagen gelopen en de hond uitgelaten. Maar we vallen niet uit de toon met onze stevige wandelschoenen. Immers, de NS-wande­ ling Utrecht-Bunnik, die ook dit jaagpad

volgt, is een van de populairste wande­ lingen uit die serie. … naar groene rust Als we uit het tunneltje onder de rondweg vandaan komen, bevinden we ons ineens buiten de stad, bij Galgenwaard, het voet­ balstadion van FC Utrecht, vernoemd naar de plek waar vroeger de ter dood ­veroordeelden werden opgehangen. Lugu­ bere gedachte, maar wel een mooie plek: hier strijden alle tinten groen met elkaar, 3-2020  Wandelmagazine  59


Special Kromme Rijnstreek Papavers langs het wandelpad.

plank in de schaduw van de grote bomen en spoelt het zweet van zijn lijf met een plons in het heldere water. Een aanlokkelijk idee, maar vooralsnog houden we het bij een pauze op een bankje in een van de parkachtige landgoederen.

Uitzichtpunt vlak voor Bunnik.

Kasteel Rhijnestein.

Moerasvergeet-mij-nietjes kleuren de oevers.

gelardeerd met de kleuren van talloze wilde bloemen. In de tijd dat de rivier onbeteu­ geld het Rijnwater richting de zee voerde en daarbij geregeld buiten zijn oevers trad, werd vruchtbare klei afgezet. Daarop groeit en bloeit van alles, van oer-Nederlandse wilgen (geknot en wel) tot imposante eiken en beuken, tot hele fruitboomgaarden, zo zullen we verderop ontdekken. De kinder­ 60  Wandelmagazine  3-2020

wagens zijn ondertussen verdwenen, we delen het pad nu alleen nog met andere wandelaars en een enkele fietser. Dat de Kromme Rijn zijn betekenis heeft verloren als waterweg voor het vervoer van goederen en mensen is goed te zien op het water. Sowieso is gemotoriseerd vaarverkeer verboden (tenzij elektrisch) en op het water zien we kano’s en roeiboten. Maar ook

stand-up peddelen (‘suppen’) is populair. Even verderop zwemt een groepje kinderen in het frisse water. De afgelopen jaren is er flink geïnvesteerd in het versterken van de natuurlijke waarden van de rivier en dat vertaalt zich in schoner water, een grotere biodiversiteit en meer natuurlijk beheer. De suppende meneer die gelijktijdig met ons landgoed Amelisweerd invaart legt zijn

Rijke mensen, nieuwe functies Welvarende en adellijke lieden uit Utrecht wilden eind zeventiende en achttiende eeuw niet meer in de stad met zijn toen niet zo fris ruikende gracht wonen en lieten riante buitenhuizen bouwen. Bijvoorbeeld op de Utrechtse Heuvelrug, maar ook de Kromme Rijn was een populaire plek voor dergelijke optrekjes. Anno 2020 zijn de voormalige landgoederen Nieuw- en Oud-Amelisweerd en Rhijnauwen aaneengesmeed tot één groot, groen gebied, dat wel ‘het park van Utrecht’ wordt genoemd. Hier wandelen en fietsen de inwoners van de Domstad graag door ‘het bos’ dat vanuit zijn geschiedenis al een parkachtige opzet heeft. Mooie grote oude bomen worden afgewisseld met kleine open akkers of weiden rond pachthoeves die bij de landgoederen hoorden. De landhuizen zelf hebben allemaal een andere bestemming gekregen. Zo is OudAmelisweerd nu een museum, met wisse­ lende tentoonstellingen. Rhijnauwen is een StayOkay geworden waar veel jongeren logeren. Achter het landhuis ligt het groot­ ste fort van de Nieuwe Hollandse Water­ linie én van Nederland. Het gelijknamige theehuis brengt het nodige volk op de been

en dat zorgt voor een gezellige verkeers­ chaos; wandelaars, fietsers en automobilis­ ten moeten allemaal gebruikmaken van dezelfde smalle doorgang in het voormalige koetshuis. Fijn voor een kop koffie en een punt taart of een broodje, maar we zijn toch wel weer blij als we de drukte achter ons kunnen laten. De landhuizen (en hun bezoekers) liggen allemaal aan de overkant van de rivier. Aan ‘onze’ kant, langs het jaagpad, liggen voornamelijk weilanden en een paar boomgaarden. Ruimte voor natuur En zo stappen we op ons gemak verder richting de rand van Bunnik, onderweg genietend van verschillende uitzichten over het water en de groene, soms weelderig begroeide oevers. Stevige rietkragen, een enkele keer een uitgegraven parallelle stroom of uitstroomgebied waar vissen, vogels, insecten en andere dieren zich prima kunnen verschuilen. Een omgevallen boom hangt half in het water en maakt het plaatje van niet-aangeharkte natuur compleet. Aangeharkte tuintjes zien we dan weer wel

als we de rand van Bunnik bereiken. Vanaf het jaagpad heb je prima zicht op de huizen die dicht bij het water zijn gebouwd. Een fantastische plek om te wonen en menig huizenbezitter hier heeft een vlondertje aan­ gelegd waar een sloepje aangemeerd kan worden. We vergapen ons aan de tuinen, van weelderig groen tot minimalistisch strak. Zoveel mensen, zoveel smaken… Onze ‘smaak’ staat inmiddels naar iets koels en verfrissends en dat vinden we in het cen­ trum van Bunnik. Rond de kerk is het char­ mantste deel van het dorp te vinden, met het voormalige raadhuis, een dorpspomp, witte kerkhuisjes en een groot terras. Een prima plekje om onze eerste wandeldag na zo’n veertien kilometer af te breken en de honger en dorst te lenigen. Diepe stilte in roofridderland Was de wandeling van gisteren gevuld met medewandelaars, vandaag zijn stilte en eenzaamheid het decor van het Kromme Rijnpad. Als een goed verborgen geheim kronkelt de rivier hier langs dorpen als Odijk en Cothen, waar maar weinig men­ sen zich aan de wandeling over het jaagpad wagen. Of op het water; het aantal kano’s en andere varende objecten ligt beduidend lager. Nu hebben wij de natuur en het landschap graag voor onszelf, dus dat komt mooi uit! In Cothen halen we een extra fles water bij de plaatselijke super en nemen we een kijkje op de Brink, waar heel toepasselijk een bronzen peer op een sokkel staat. Cothen is een oud dorp waar van oudsher veel fruittelers zijn gevestigd. Ter hoogte van kasteel Rhijnestein, dat vrijwel direct aan het water staat, duikt de dorpsjeugd in het verkoelende water. Rhijnestein stond in de middeleeuwen bekend als roofridder­ slot. Ridder Jan die het kasteel in de veer­ tiende eeuw bewoonde, plunderde er flink op los en werd in de wijde omgeving gevreesd. De bisschop van Utrecht vond echter dat zoiets niet kon in zijn gebied. Hij stuurde een groot leger naar Rhijnestein en het kasteel werd zwaar beschoten en beschadigd. Nauwelijks voor te stellen als je het nu zo vredig naast het water ziet lig­ gen. Het is eigendom van een stichting en wordt privé bewoond. Veel meer dan even rondgluren bij de toegangspoort doen we dan ook maar niet.

Het stuk tussen Utrecht en Bunnik is populair bij wandelaars. 3-2020  Wandelmagazine  61


Special Kromme Rijnstreek

De ruïne van kasteel Wijk bij Duurstede.

Noormannen Na Cothen zien we naast de weilanden ook steeds vaker fruitboomgaarden. En aange­ zien de tijd voor oogsten steeds dichterbij komt, zijn veel van de boomgaarden nu afgedekt met netten en/of plastic zeilen. Niet altijd even fraai, maar anders gaan de vogels er met het fruit vandoor. We steken de provinciale weg over en belanden aan de andere kant van het water in natuurgebied de Vikingenhof. Dat dankt zijn naam aan het voormalige zwembadterrein dat hier lag. Dat was op zijn beurt weer vernoemd naar de Noormannen die hier in de negende en tiende eeuw regelmatig te vin­ den waren voor een bezoekje aan de rijke handelsplaats Dorestad, zoals Wijk bij Duurstede toen heette. Het Utrechts Landschap beheert dit terrein en heeft hier aan het begin van deze eeuw een deel van de oever afgegraven. De groei van oeverplanten is inmiddels uitbundig en het wandelpad is heel smal geworden. Ook is er een oude stroomgeul uitgegraven die dwars over het terrein loopt en die zo bij hoogwater het achterliggende moeras vult. Goed op het pad blijven dus als je droge voeten wilt houden! Vanuit de Vikinghof lopen we Wijk bij Duurstede binnen. Ook hier is op de oever van de Kromme Rijn een park aangelegd met bankjes, verharde paden en uitgestrekte grasvelden. De zwemmende jeugd heeft zich van de Vikinghof hiernaartoe verplaatst en maakt dankbaar gebruik van de lang­ zaam aflopende oevers. Twee eenden staan iets verderop op de onderwaterbeschoeiing enigszins verbouwereerd te kijken naar al dat gespetter. Op warme dagen zoals deze moeten ze hun zwemwater delen met ande­ ren en dat valt kennelijk niet altijd mee. 62  Wandelmagazine  3-2020

Natuur krijgt de ruimte op de oevers.

Welkom in Wijk Met wat omzwervingen door nieuwe stads­ uitbreiding belanden we dan toch in het historische centrum van de kleine stad aan de Nederrijn. Al in de Romeinse tijd waren hier soldaten gelegerd op deze strategische plek. De bisschop van Utrecht had in de middeleeuwen zijn domicilie op het kasteel. Dat is nu een fraaie ruïne waarvan een deel nog overeind staat. De grote ronde toren is de blikvanger van het in het water gelegen slot, vandaag de dag een populaire feest- en trouwlocatie. Sommige bomen in het omliggende park zijn honderden jaren oud. Hun omvang past bij de dikke kasteel­ muren. Alles is hier groots en indrukwek­ kend… Drukker is het in het stadshart en bij de haven waar de veerpont naar de overkant van de rivier vertrekt. Fietsers en automobi­ listen laten zich hier overzetten om zo een omweg van meer dan 25 kilometer te ver­ mijden. Daarnaast is het gewoonweg ook heel erg leuk om met zo’n oer-Nederlands pontje een van ’s lands grote rivieren over te steken, al was het maar voor het uitzicht. Wij verkennen het pittoreske stadje nog even en lopen door de klinkerstraatjes langs oude geveltjes en binnen­ plaatsen vol geschiedenis. Het kleine stadsmuseum Dorestad is tijdelijk gesloten, de ijssalon en de terrasjes zijn nog open. In de schaduw van de Grote Kerk bedenken we een avondprogramma: eten bij de Griek, het Grand-Café, of toch die bistro? Keuze genoeg en

de trek is groot na ruim vijftien kilometer in de hitte van een zomerse dag. Wij komen onze avond in Wijk bij Duurstede wel door! WANDELWIJZER

Hollands glorie in Utrecht Over plankier door het Verdronken Bos.

Het Kromme Rijnpad is 29 kilometer lang en loopt vanaf het Ledig Erf in Utrecht tot aan de haven van Wijk bij Duurstede. Station Utrecht Vaartse Rijn ligt op 300 meter, Utrecht Centraal op 1,5 kilometer. De route kan evengoed in omgekeerde richting gelopen worden. Aan het eind puf je dan lekker uit op een terras aan het Ledig Erf. Een of twee dagen Als je de route in één keer wilt lopen, heb je al gauw zo’n acht uur nodig. Langs de route vind je op meerdere plaatsen horeca. Wil je de route opsplitsen in twee dagen, dan is Bunnik na ongeveer 14 kilometer een logische keuze tussenstop. Wijk en Bunnik beschikken niet alleen over accommodaties maar ook over een trein- en busverbinding met Utrecht Centraal. Er is ook een goede busverbinding met Wijk bij Duurstede, mocht daar de auto staan. Het grootste deel van de route loopt over het jaagpad langs de rivier. Tussen Werkhoven en Cothen buigt het pad een stuk landinwaarts. Meer weten? routesinutrecht.nl/­ krommerijnpad

De negentiende-eeuwse Nieuwe Hollandse Waterlinie beschermde een groot deel van Holland en de stad Utrecht. De 85 kilometer lange verdedigingswerken met 45 forten, zes vestingen en twee kastelen zijn het grootste rijksmonument van Nederland en genomineerd voor de UNESCO Werelderfgoedlijst. En hoewel de naam anders doet vermoeden, ligt een groot deel in de provincie Utrecht. TEKST PAUL VAN BODEGRAVEN FOTO’S MARCO BARTEN

A

an water geen gebrek in het hart van de provincie Utrecht. De aanwezigheid van rivieren als de Lek, de Kromme Rijn en een uitgebreid stelsel van kleinere riviertjes en kanalen maakt dat het land gemakkelijk onder water gezet kan worden bij een vijandige aanval, moeten de bedenkers van de Nieuwe Hollandse Waterlinie gedacht hebben. En zo werd een imposante reeks verdedigingswerken uit de grond gestampt, van Muiden tot aan Dordrecht. Wie met eigen ogen en voeten een stuk van de waterlinie wil ver­ kennen kan van start bij de Linielanding. Dat is een TOP (Toeris­ tisch OverstapPunt) pal naast de A27 waar meerdere wandel- en fietsroutes starten, maar waar je ook kano’s kunt huren om het waterrijke polderlandschap te verkennen. Eenmaal op pad laten we het geruis van de snelweg achter ons en lopen langs sloten en vaarten door het groene landschap. Brugge­ tjes die uitsluitend voor voetgangers zijn bestemd brengen ons op plaatsen waar anderen niet kunnen komen. Zoals het Verdronken Bos, een stuk recreatiebos dat sinds 2010 dienstdoet als waterber­ ging bij overvloedige regenval. Met een loopplankier dwars door

De toren van Fort Honswijk.

Lunet aan de Snel. 3-2020  Wandelmagazine  63


Special Kromme Rijnstreek

Special Kromme Rijnstreek

Watermunt.

Het Verdronken Bos: door waterberging stierven de bomen af.

het water is het nu een uniek gebied waar het gonst van libellen en waterjuffers. Aan de rand van gehucht Tull en ’t Waal stuiten we op het eerste fort dat we langs de route vinden: het Fort Werk aan de Korte Uitweg (kortweg Fort WKU). Kamperen op een fort Het werd in 1877 gebouwd als ondersteu­ ning van Fort Honswijk, dat verderop aan de Lek ligt. Fort WKU deed dienst als onderkomen voor soldaten en als opslag­ plaats. Die soldaten zijn vertrokken, het fort raakte in verval en overgroeid. Nu is het een groene oase die is gerevitaliseerd. Op het terrein is een kleine natuurcamping en passanten kunt terecht op het terras van het Theehuis. Even voorbij Fort WKU lopen we langs de overblijfselen van de verdedigingswal die is aangelegd langs het inundatiekanaal waar­ mee de polders ten oosten van de water­ linie onder water konden worden gezet. Waar deze werkwijze eeuwen eerder suc­ cesvol was bij de stelling van Amsterdam,

De mini-camping op Fort WKU. 64  Wandelmagazine  3-2020

bleek de waterlinie in 1940 niet in staat de binnenvallende Duitsers te stoppen. Mede daarom werd de Nieuwe Hollandse Water­ linie na 1945 niet meer onderhouden. Nieuwe bestemming Dit militaire erfgoed staat sinds het begin van deze eeuw weer volop in de belangstel­ ling. Er is het Waterliniemuseum en vrijwel alle forten en werken zijn inmiddels opge­ knapt en hebben een andere bestemming gekregen. De een doet dienst als natuur­ gebied, de ander is omgetoverd in een eve­ nementenlocatie. Lunet aan de Snel, het volgende verdedigingswerk waar we naar­ toe lopen, is na een grondige restauratie officieel omgedoopt tot Waterfort. Er is een educatieve expositie over water, met een aanvullend programma voor scholieren. Wandelaars kunnen een rondje maken over de buitenwal van het fort. Fort Honswijk Paradepaardje van dit deel van de water­ linie is Fort Honswijk, strategisch gelegen aan de Lek. Samen met het aan de over­ kant van de rivier gelegen Fort Everdingen controleerden de soldaten zo de Lek om te voorkomen dat vijandelijke troepen over water het land binnen konden komen. De toren in het hart van het fort is de oudste en grootste van de hele Nieuwe Hollandse Waterlinie. Onze route loopt dwars door het fort, dat opengesteld is voor bezoekers. Wandelaars en fietsers vinden hier niet alleen militaire geschiedenis, maar ook schaduw tussen de hoge muren en grote bomen. Plus een fan­

tastisch uitzicht over de Lek. Na een rond­ gang over het terrein kiezen we voor een pauze aan de waterkant en kijken naar de voorbij schuivende binnenvaartschepen. Terug in Tull en ’t Waal brengt de route ons via het Waalse Bos opnieuw naar de Lek. Daar ligt de Honswijkerplas, een uitgegra­ ven zwemplas in de uiterwaarden. Zo is niet alleen meer ruimte voor de rivier gecreëerd, maar ook voor mensen die verkoeling zoe­ ken aan de waterkant. Dat zijn er heel wat vandaag; pas in de uiterste hoek vinden we een rustig plekje aan de waterkant. Nederlands vernuft Na nog een stukje door de uiterwaard vol­ gen we de Lekdijk richting ons beginpunt, met uitzicht over de rivier en de polders. En op de grote brug waarmee de A27 de rivier oversteekt. In een ander opzicht is dat ook een staaltje Nederlands vernuft: de manier waarop wij hebben leren leven met al dat water in ons landje. Dat zagen we tij­ dens onze wandeling in het klein, in de pol­ ders, waar boeren met sloten, stuwen en andere ingrepen het waterniveau op peil houden. In het groot, met de werken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, waarmee het land verdedigd moest worden. Dat dat jammerlijke mislukte in 1940 mag de pret niet drukken: het blijft een indrukwek­ kende aaneenschakeling van verdedigings­ werken, vaak gelegen op prachtige, rustige plekken. Een fijne wandeling erlangs is een goede manier om nader kennis te maken met dit stukje Holland in Utrecht.

In de lente zijn bloesemroutes erg populair bij wandelaars en fietsers. In de provincie Utrecht moet je daarvoor in de Kromme Rijnstreek zijn, meer bepaald rond het dorp Cothen. Hier vind je uitgestrekte boomgaarden met allerlei soorten fruit. Lokale specialiteit: kersen. In juni kleuren de boomgaarden er al dieprood en kun je verschillende soorten van deze gezonde lekkernij proeven en kopen. TEKST PAUL VAN BODENGRAVEN FOTO’S MARCO BARTEN

Wandelen door de

Kersenplukken is handwerk.

FRUITBOOMGAARD van Midden-Nederland

D

e zon staat hoog aan de hemel op deze junidag. Op zijn sokkel die tegelijk ook deel uitmaakt van de oude stadsmuur van ‘Wijk’, zoals de bewoners het stadje Wijk bij Duurstede noemen, steekt de molen Rijn en Lek fraai af tegen de blauwe lucht. Al even fraai zijn

de taartjes die geserveerd worden op het terras van De Graanschuur, het restaurant pal naast de molen. Voor we op pad gaan over de veertien kilometer lange Bloesemen fruitroute moet er eerst een bodempje gelegd worden; in dit geval met een punt lemon curd-taart.

WANDELWIJZER De wandeling Rondje Linielanding is 16 km lang en start bij TOP Linielanding, afrit 28 (Nieuwegein) van de A27. Er is ook een korte variant van 10 km. Routebeschrijving (via knooppunten) en gps-track zijn te vinden op routesinutrecht.nl/linielanding

Cothen 3-2020  Wandelmagazine  65


Special Kromme Rijnstreek

In het volgende nummer

Historische verrassingen in

Het is goed toeven in de kersenboomgaard.

Kersen! Na zo’n anderhalf uur stappen steken we ter hoogte van Cothen de provinciale weg over. Aan de overkant wapperen de vlaggen van Landwinkel De Kersenhut uitnodi­ gend. Hier vind je een van de weinige hoogstamboomgaarden met kersenbomen uit de streek. Er worden verschillende soor­ ten geteeld en aangezien we nu midden in het oogstseizoen zitten, wordt er ook geplukt. Dat gaat nog met de hand. Daarom zijn de meeste kersenkwekers vroe­ ger overgestapt op laagstambomen. In 1979 is hier omwille van de traditie een flink aan­ tal hoogstammen aangeplant op een perceel van ongeveer 1,5 hectare, veelal Oudhol­ landse kersenrassen. Behalve kersen kopen (niet zelf plukken!), kun je hier ook een kop koffie met een kersenvlaaitje krijgen, ker­ sensap proeven en een bezoekje aan het kersenmuseum brengen. In de boomgaard zelf is het aangenaam pauzeren aan een van de tafeltjes onder de schaduwrijke bomen.

WANDELWIJZER

Nog veel meer fruit Met een pondje extra vitamine C in de rugzak lopen we Cothen in. Cothen is een charmant dorpje met een authentieke brink die vol staat met – jawel – fruitbomen. De afstand tussen Cothen en Wijk bij Duurstede overbruggen we via stille, smalle asfaltwegen. Nauwelijks verkeer maar des te meer boomgaarden, voornamelijk appels en peren. In efficiënte rijen opgesteld, zodat het oogsten in het najaar vlot kan verlopen. Nu hangen de bomen vol met kleine vruchtjes die nog een lange periode te gaan hebben voordat ze groot genoeg zijn om op de fruitschaal te belanden.

De Bloesem- en fruitroute Wijk bij Duurstede–Cothen–Wijk bij Duurstede is een rondwandeling van 14 km. Startpunt is bij het toeristenbureau (Markt 24) in Wijk bij Duurstede. Bij het Toeristisch Overstappunt (TOP) Stadshaven Wijk bij Duurstede kun je gratis parkeren. De routebeschrijving, wandelknooppunten en GPX-track kun je vinden op routesinutrecht.nl/bloesem-en-­ fruitroute

FRANKRIJK

Dantepad

Foto: Hans Farjon

• Auvergne • Plombières-les-Bains • Senlis & Chantilly

Madeira

Levadas en picos Natuur om de hoek

Kwade Hoek, Goeree Uitwaaien langs

de Waddenzee Het volgende nummer van Wandelmagazine ligt op 15 december 2020 in de winkel. Nog geen abonnee? Meld je voor 30 november aan, dan krijg je het nieuwe nummer al op 11 december thuisgestuurd! www.wandelmagazine.nu

Jaargang 41, nummer 3, september 2020. Wandelmagazine is een uitgave van Virtùmedia en verschijnt driemaandelijks Hoofdredactie Jonathan Vandevoorde Eindredactie Marcia van Bijnen Redactie Judith van Bilsen, Jan Erik Burger, Rick Eggink, Hans Farjon, Willy van de Riet, Bert Stok Werkten mee aan dit nummer Karin Anema, Marco Barten, Paul van Bodengraven, Anneke Hesp, Roel Klein, Deborah Pearson, Wouter van de Vegt Vormgeving Twin Media bv, Culemborg Maya Timmer Cartografie UvA-kaartenmakers Bladmanagement/advertenties Klaartje Grol, kgrol@virtumedia.nl, Telefoon +31(0)30-3031295 Marketing & samenwerkingen Emma van Breen, evanbreen@virtumedia.nl +31(0)30- 6913835 Druk Veldhuis Media b.v., Raalte Distributie Aldipress, Utrecht

Bloeiende kaardenbol in de heemtuin in Wijk bij Duurstede.

Hemels wandelen op het

Foto: Rob Dijksman

Langs het water We verlaten ‘Wijk’ via het jaagpad langs de Kromme Rijn. Ooit was dit de hoofd­ stroom van de Rijn. Waar nu een kalm stro­ mende, smalle rivier loopt, kolkte ooit het Rijnwater door het midden van het land en was het stroombed vele malen breder dan nu. Al in 1122 werd de Kromme Rijn in opdracht van de machtige Utrechtse bis­ schop afgedamd, omdat de rivier voortdu­ rend buiten zijn oevers trad. Sindsdien stroomt het water van de Nederrijn via de Lek naar zee en is de Kromme Rijn een rustige, groene oase geworden. Het jaagpad dat we nu volgen is eeuwen­ lang in gebruik geweest bij de paarden die de trekschuiten van en naar Utrecht trok­ ken. Pal langs de rivier, is het jaagpad anno nu de perfecte route om optimaal te genie­ ten van het natuurschoon aan de oevers. Het pad zelf is een smalle strook, groten­ deels uitsluitend voor voetgangers bestemd.

Stadse geneugten Eenmaal aangekomen in Wijk bij Duur­ stede stuurt de Bloesem- en fruitroute ons nog even door de plaatselijke heemtuin, een lustoord vol inheemse planten, die nu volop in bloei staan. Bijen zwermen rond de hoog opgeschoten kaardenbollen en in de sloot verstopt een meerkoet zich met haar twee puberjongen tussen het riet. Next stop: het kasteel van Wijk bij Duur­ stede, of wat daarvan over is. In de late middeleeuwen was dit het centrum van de regionale macht, toen bisschop David van Bourgondië hier zijn domicilie koos en het kasteel ingrijpend liet verbouwen en verste­ vigen tot een soort vesting. Al in de zeven­ tiende eeuw raakte het kasteel in verval. Eigenlijk heeft alleen de donjon, de vier­ kante toren met zijn tweeënhalf meter dikke muren, de tand des tijds redelijk goed doorstaan en staat nog altijd fier over­ eind. In de twintigste eeuw is de ruïne in zoverre gerestaureerd dat hij in zijn huidige staat behouden is gebleven. Vanaf hier is het nog maar een paar hon­ derd meter naar de historische binnenstad, waar we neerploffen op een terrasje tegen­ over de Grote Kerk. Daar luiden de kerk­ klokken om kwart over drie. “Een bruiloft”, vertelt de jongen die ons twee biertjes brengt. “Dan luiden de klokken altijd, dat is traditie.” Een feestelijke afsluiter van een heerlijke wandeldag. Volgend jaar lopen we ’m weer, maar dan in de bloesemtijd.

NIKS MISSEN?

Uitgever Virtùmedia, Pepijn Dobbelaer, Postbus 595, 3700 AN Zeist info@virtumedia.nl Telefoon +31(0)30-6920677 Abonnementen De prijs voor een abonnement in NL en B bedraagt € 29,99 per jaar (alleen bij automatische incasso, verschijnt 4 x per jaar). Tarieven voor EU of daarbuiten zie: www.wandelmagazine.nu. Abonnementen kunnen bij ieder nummer ingaan en worden elk jaar vernieuwd. Aanmelding kan via onze website of via de klantenservice +31 (0)85-0407400 of klantenservice@virtumedia.nl (ook voor vragen over bezorging). Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven met vermelding van de oude en nieuwe adressering en het nieuwe telefoonnummer. Opzeggingen dienen schriftelijk met een termijn van minimaal 1 maand te worden doorgegeven. Lees hier hoe we met uw persoonsgegevens omgaan: www.virtumedia.nl/privacy-statement © Wandelmagazine. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en de auteurs.

WWW.WANDELMAGAZINE.NU/NIEUWSBRIEF Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van de laatste wandelnieuwtjes, feitjes, uitrusting, evenementen en winacties!

ISSN 0168-9126

3-2020  Wandelmagazine  67

66  Wandelmagazine  3-2020 WandelM_stopper_nieuwsbrief_92,5x121.indd 1

20-01-20 12:17


VELUWE OUTDOOR TOTAAL CONCEPT VOOR AL UW WANDELINGEN

WANDELEN ZONDER BLAREN EN/OF (PIJN)KLACHTEN Bijna altijd worden blaren en pijnklachten veroorzaakt door verkeerde schoenen of een verkeerde stand van de voet in de schoen. Kom langs met uw oude schoenen voor een gratis scan en advies. Door het maken van een digitale voetscan wordt de lengte en breedte gezien van uw voet. Ook is te zien waar drukpunten zijn. Het juiste schoenadvies is afhankelijk van de gemaakte scan én waar u gaat wandelen. De stand van uw voeten, die ook op de scan te zien is, kan leiden tot knie, heup en rugklachten. Hiervoor bieden wij de mogelijkheid tot het op maat laten maken van steunzolen. Op maat gemaakte steunzolen kunnen ervoor zorgen dat deze klachten vaak verminderen en soms zelfs geheel verdwijnen. Voor de steunzolen maken wij gebruik van verschillende hardheden materiaal. De zolen worden computergestuurd gefreesd waardoor de zolen tot in detail correct zijn. Met hielspoor, beenlengte verschil, diabetes, artrose enz. houden wij natuurlijk ook rekening. Tevens maken wij aangepaste zolen voor verschillende sporten. Vergoeding van de steunzolen is afhankelijk van uw ziektekostenverzekering.

VOETSCAN

AFDRUK SCAN

KEUS UIT MEER DAN 125 MODELLEN WANDELSCHOENEN

STATIONSLAAN 41A, 8071 CL NUNSPEET, 0341270847

WWW.BREDEWANDELSCHOENEN.NL


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.