www.wandelmagazine.nu
NR 2 JUNI 2019 • € 6,50
voor de nieuwsgierige wandelaar
Door de 27 mooiste
dorpen van Portugal Agro Pontino
De Noordoostpolder van Italië
Hollandse hoogten
12
12 blzn. SPECIAL Nieuwe Dordtse Biesbosch
Vijfdaagse trektocht door de Vercors
Het mooie Pajottenland van Bruegel
AP
bergwandelingen in Nederland
Inhoud
14
25
14
20
44
14 20 25
‘Bergwandelen’ op
Hollandse hoogten De 27 mooiste
dorpen van Portugal Vercors
Trektocht door een bewogen verleden
2 Wandelmagazine 2-2019
44 50 55
Agro Pontino
Italiaanse Noordoostpolder Rotterdam
Smullen van stadsgroen Het Vlaanderen van
Pieter Bruegel
Aja’
50
55
29
WANDELSPECIAL
Nieuwe Dordtse Biesbosch
Rubrieken 04 06 10 12 41 49 59 60 62 66 67
Onderweg Lopend vuur – Jacques Grégoire Uitgeprobeerd Uitgerust Column Jan Erik Burger Nooit meer heen en weer Natuur om de hoek – Schinveldse Bossen Boeken Yorkshire– Hull & Beverley Wat zien ik? 170-434 Gelderland, Druten Volgend nummer. Colofon
Niets is mooier dan een land bezoeken en de lokale taal spreken. Maak een praatje, hoe gebrekkig ook, in de landstaal, en deuren gaan voor je open. Reizen is ook het land proeven en als ik in Spanje ben, hoort churros eten daar absoluut bij. Wel échte dan, niet van die met kaneel beplakte stengels, nee. Vers gebakken, krokant van buiten, luchtig van binnen, te nuttigen met een kop dikke chocolate om in te doppen. Ze zijn bovendien een hit bij mijn kinderen. Dankzij churros krijgen mijn echtgenote en ik toch nog een en ander van ze gedaan. Voor wat hoort immers wat – geen gezeur als we daarna een museum bezoeken. Met Google Maps op je telefoon is een churrería vinden kinderspel, zoals die in een buitenwijk van Mérida, in Extremadura, afgelopen meivakantie. Het is aardig druk bij de kraam en tijdens het bestellen poog ik, onder grote belangstelling van het vooral oudere publiek, een praatje te maken met de eigenaar. En ook al spreek ik vlot Spaans, een gesprek met een dialect brabbelende churrero kan leiden tot Monty-Python eske misverstanden. Hij: “De dónde sois?” (Waar komen jullie vandaan?) Ik: ”Somos de Holanda.” Hij: “Ha! ‘Olanda! Muy bueno’ fu'boría’ hè!” “Eh… Excuseer. Qué es fu’boría’?”, vraag ik, mijn geheugen scannend naar een woord dat ik niet meteen herken. “Bueno… Tenéi’ muy bueno’ fu-bo-rí-a”. Hij scandeert de zoekterm zodat ik nog gerichter in mijn brein kan googelen. Fu’boría’ … Ik weet echt niet wat hij bedoelt. Bloembollen misschien? Een oude heer aan de toog ziet de catastrofe aankomen en mengt zich, de eigenaar op zijn uitspraak corrigerend: “Man, je bedoelt: fu’boLi’TA'!” Nu zie ik het licht. “Ha! FuTboLiSTaS!” Voetballers, roep ik, mijn medeklinkers articulerend. Hij weer: “Sí. Claro. Wat ik al zei: fu’boría!” Sympathieke vent, die churrero. Terwijl hij puur voor de foto een verse churro bakt, legt hij aan zijn klandizie uit dat ik journalist ben uit Holanda en dat ze daar hele goeie voetballers hebben want Aja’ had Rea’ Madrí’ verslagen in de Champions League, zoiets. En daar heeft Holanda heel Spanje buiten de hoofdstad erg blij mee gemaakt. En hij ons nu ook, met zijn heerlijke churros. Voor wat hoort wat.
@jvandevo @mild_adventures
Omslag: Het Vuurboetsduin op Vlieland, het hoogste punt van Friesland. Foto: Merk Fryslân
2-2019 Wandelmagazine 3
Onderweg Nieuws voor wandelaars
Wat wordt het beste wandelpad van 2020?
Om het hoogveen nat te houden mag de grond waterstand niet dalen. Daarom moet er een watergebied omheen liggen. Voor het Bargerveen was een prijsvraag uit geschreven met als opdracht: bedenk een innovatief verdienmodel voor een nieuw aan te leggen waterbufferzone in het natuurgebied. Uit 112 inzendingen werd Gusta Hofstee als winnaar gekozen. Zij stelt voor om het gebied in te richten voor recreatie en om er daarnaast een veenmoskwekerij te beginnen. Want wat past er beter bij een hoogveengebied dan het kweken van veenmos? Hoogveen bestaat immers voornamelijk uit slecht gecomposteerd veenmos. Wandelingen in dit gebied zijn te vinden op de website.
Bargerveen. Foto: E. Bloeming
Veenloopcentrum.nl
Foto: Marcia van Bijnen
DE VEENKWEKERIJ
Een pad het mooiste, leukste en/of beste te noemen staat iedereen vrij. Als een grotere organisatie dit doet is er vaak sprake van een 'slager die zijn eigen vlees keurt'. Het beste pad kan vaak alleen uit de eigen selectie gekozen worden. Bij de jaarlijkse verkiezing uitgeschreven door de Fiets en Wandelbeurs mag elke wandelaar in Nederland zijn favoriete pad nomineren. In feite geef je dan aan welke paden op het lijstje van gegadigden voor de ‘Wandelroute van het jaar 2020’ komen. Eind dit jaar worden enkele routes genomineerd en op 28 februari 2020 wordt de trofee aan de winnaar uitgereikt tijdens de Fiets- en Wandelbeurs in Utrecht. Bekijk de criteria op de website en meld je favoriete route(s) aan. www.fietsenwandelbeurs.nl
Stadsganzenbord nu ook in Utrecht Stadsganzenbord is een actief stadsspel waarbij teams wandelend de stad intrekken met een historische plattegrond uit de zeventiende eeuw. Wil je de weg kunnen vinden, dan moet je steeds vergelijkingen maken tussen hoe het was en hoe het nu is. Bovendien moeten onderweg vragen en opdrachten uitgevoerd worden waardoor men spelenderwijs kennis maakt met de stad. Zo komt geschiedenis tot leven. Dit kan nu ook in Utrecht. De verhalen van de stad worden verteld op prominente plekken als de Dom en de Oude Gracht, maar ook de verborgen pareltjes worden ontdekt. Het Stadsganzenbord is ook verkrijgbaar voor andere steden, o.a. Amsterdam, Delft, Den Haag, Leiden, Dordrecht, Haarlem, Gouda en Nijmegen. Het Stadsganzenbord kan geboekt worden via de site. www.stadsganzenbord.nl
4 Wandelmagazine 2-2019
Redactie Rick Eggink
Plattegrond van Utrecht uit de zeventiende eeuw.
Nieuwe NS-wandelingen Elk jaar verruilt de NS vier wandelingen uit haar aanbod voor nieuwe routes. De nieuwe wandelingen van dit jaar zijn uitgezet rondom Den Helder, Rhenen, Weesp en Venlo. De NS-wandelingen zijn ongekend populair: vorig jaar (2018) zijn de wandelingen 700.000 keer gedownload van de NS-site. De wandelingen zijn zo tussen de tien en vijftien kilometer lang. De nieuwe routes zijn: De Helderse Duinen bij Den Helder. De Blauwe kamer een rondwandeling vanaf station Rhenen. Gein en Vecht, een wandeling van Abcoude naar Weesp of omgekerd. En Krickenbecket Seen die gaat van Kaldenkirchen naar Venlo. De routes zijn goed gemarkeerd en worden onderhouden door honderden enthousiaste vrijwilligers van Wandelnet en Nivon. www.ns.nl/dagje-uit/wandelen
Van 19 t/m 29 juni is de oudste, langste en meest gebruikte waterlinie van Nederland het decor voor Expeditie Zuiderwaterlinie. Tijdens dit wandelevenement ga je op ontdekkingstocht langs elf vestingsteden, vijf stellingen, historische forten en mooie natuur. 450 jaar geschiedenis samengebald in één historische waterlinie-route tussen Bergen op Zoom en Grave. Aan de hand van de Zuiderwaterlinie kan vrijwel het hele verhaal van het oorlogsverleden van Brabant verteld worden. Met deze ‘expeditie’ kun je dagelijks kiezen tussen een lange afstand (ca. 20 km) of een kortere, recreatieve (ca. 10 km) etappe. Wie kiest voor de lange afstand, kiest voor de rust in een groene omgeving. Sluit je aan bij de kortere etappe, dan wandel je in groepsverband. Onderweg vertellen gidsen over de geschiedenis van de Zuiderwaterlinie en is er aandacht voor het landschap. Expeditie Zuiderwaterlinie is méér dan alleen een wandeltocht. Ook aan cultuur wordt gedacht: fanfares, gildes, theater, dans en muziek vertellen het verhaal van vroeger. Aan het eind van elke etappe komen alle wandelaars samen om feestelijk onthaald te worden. Inschrijven kan nog, maar wees er snel bij! www.expeditiezuidwaterlinie.nl
Foto: Team Mapito
Elfstedentocht langs de Zuidwaterlinie
Vroeger verplaatsten mensen zich veel vaker te voet dan nu. Maar nu we veel minder lopen en wandelen is verheven tot een evenement is een wandeltraining volgen misschien niet zo’n slecht idee. Aanbod is er in elk geval wel. Of wil jij zelf een training kunnen aanbieden? Zo organiseert de Koninklijke Wandel Bond Nederland (KWBN) samen met Stichting Running 20/20 een heuse Wandeltrainersdag. Je kunt je dus op laten leiden tot gecertificeerd wandeltrainer. De tocht om de Noord (TodN) organiseert een wandeltraining zodat je de door haar uitgezette wandeling ook uit kunt lopen (www.hvdsg.nl/ ommetjes) en de wandelbond komt met een gratis voorbereidingsapp voor de Vierdaagse. www.wandel.nl/4dapp
De missing link in de LAW E2 De verbinding Kruibeke (GR 5A) – Deurne (GR 565) vult een missing link in op het Europese E2-traject. Met dit kleine stukje Vlaams GR-pad kun je ononderbroken van Stranraer in Schotland via Duinkerke en Vlaanderen naar Nice in Frankrijk wandelen. Uiteraard hoef je niet helemaal door te lopen tot Nice. Ook een dagtochtje of weekend langs een deel van de E2 is aantrekkelijk. De aanvulling loopt van Kruibeke op de linker Scheldeoever naar kasteel Rivierenhof in Deurne op de rechteroever waar het aansluit op de GR 565. Bekijk het traject en download de gpxtrack en/of de topogids van het traject op de site van Grote Routepaden. www.groteroutepaden.be
Foto: Grote Routepaden
2-2019 Wandelmagazine 5
Foto: S4D – Ger Loeffen
Foto: Jonathan Andrew
Trainen voor een wandelevenement
Lopend vuur We hebben afgesproken bij de ingang van landgoed Clingendael aan de rand van Den Haag voor een gesprek over dé vraag van deze rubriek: waarom wandelen wij? “Ik ken het hier goed, want dit is de plek waar ik ben opgegroeid”, vertelt Jacques, in vol ornaat gekleed met wandelschoenen, rugzak waarin thermos en een verrekijker op de borst. Ik voel me een tikje underdressed met mijn gympen aan. TEKST & FOTO WILLY VAN DE RIET TEKENING & AQUAREL JACQUES GRÉGOIRE
Jacques Grégoire
F
risgroene blaadjes ontluiken aan de oude beuken, de bodem is bezaaid met bosanemonen en de eerste groene specht scheert voorbij. Als we daarna een bonte specht spotten en een boomklever horen, is wel duidelijk dat ik ook met een vogelman op stap ga. Jacques vertelt: “Na mijn studie grafische technieken aan de Koninklijke Academie in Den Haag ben ik naar Australië gegaan. Ik had The Songlines van Bruce Chatwin gelezen en ben hem achterna gegaan. Er ging voor mij een nieuwe wereld open. Dertig jaar lang ben ik regelmatig naar Australië gereisd om landschappen en vogelsoorten vast te leggen. Doordat ik in contact kwam met Aboriginals en hun kunst ben ik -– onbewust – een bepaalde richting opgegaan. De kennis die zij hebben overgedragen had een grote invloed op mij die tot op de dag van vandaag doorwerkt. Ik bestudeerde hun duizenden jaren oude rotstekeningen van dieren en symbolen. Deze tekeningen waren nooit bedoeld als kunst; ze moesten de dieren vanaf het moment dat ze werden afgebeeld voor altijd laten voortbestaan. De kracht van deze afbeeldingen werkt na duizenden jaren nog steeds en dat is ook het doel van mijn afbeeldingen van vogels en landschappen.” De voetsporen van Patrick Leigh Fermor Bruce Chatwin kreeg tijdens het schrijven van The Songlines adviezen van een bevriende auteur, Patrick Leigh Fermor.
6 Wandelmagazine 2-2019
Leigh Fermor was een van de drie personen die aanwezig waren bij het uitstrooien van de as van de overleden Bruce in het zuiden van Griekenland. “Ik had nog nooit van Leigh Fermor gehoord,” vervolgt Jacques, “maar hij bleek een van de meest invloedrijke Britse reisverhalenschrijvers te zijn. Tijdens het lezen van zijn biografie wist ik na vijftig pagina’s al wat mijn volgende project zou zijn; net als Patrick in 1932 had gedaan zou ik van de Noordzee naar de Zwarte Zee lopen en daar enkele onderzoeken aan verbinden. Mijn wandelervaring was nihil, ik ben gewoon begonnen door letterlijk de deur achter me dicht te trekken en op pad te gaan. Fysiek bleek dit geen probleem te zijn en in de honderd dagen die ik nodig had om bij de Zwarte Zee te komen, liep ik gemiddeld 29 kilometer per dag.” Voorzichtig haalt Jacques uit zijn rugzak de proefdruk van zijn boek, Van Noordzee naar de Zwarte Zee, verpakt in een beschermend plastic zakje. Op de omslag een kop van een torenvalk. De vogels zijn alleen met het kopje afgebeeld in pen en zwarte inkt, de landschappen, waarop zelden mensen staan, zijn gedetailleerde aquarellen in heldere kleuren. Daarbij een korte tekst over het gelopen traject. Jacques maakt het zichzelf niet makkelijk. “Ik maak onderweg schetsen en werk die ’s avonds uit in drie uur tijd. Ik heb van alles bij me en ik gebruik het ook: telefoon, verschillende camera’s en mijn nieuwste hulpmiddel: een drone.” Hij haalt hem tevoorschijn. “Die gebruik ik om een indruk te krijgen van
2-2019 Wandelmagazine 7
Lopend vuur
Finca Listonera, aquarel, 10,5 x 24,5 cm.
wat vogels zien als ze over het landschap vliegen. Daar heb ik ook vaak wel bekijks mee. Ik kan wel even een foto van ons maken.” Hij zet het apparaat aan, waarbij de software meteen meldt dat we in no-flyzone zitten. Ik opper dat het misschien door Huis Ten Bosch komt, maar het blijkt de nabijgelegen Beatrixkazerne te zijn. Zo worden we illegaal vereeuwigd, zittend op een bankje.
“ In feite maak ik nooit kunst, maar communiceer ik in olieverf, pen en inkt en in aquarel”
Tot stof zullen wij wederkeren Na de west-oostroute, het deel van het project waarvan dit boek de weergave is, is
Jacques van Amsterdam naar Gibraltar gelopen. In mei start hij met de derde trekroute, dit keer richting West-Ierland en later dit jaar staat het laatste stuk, de tocht naar de Noordkaap op het programma. Af en toe haken bevriende biologen, schrijvers en geologen aan om ervaringen en wetenswaardigheden te delen, maar Jacques loopt de tochten grotendeels alleen. We hebben het over de voordelen van alleen wandelen. Dat je alerter bent als je alleen loopt, uit een soort oeroverlevingsdrift, en dat je niet kunt worden afgeleid omdat alles wat jij ervaart intrinsiek is. Jacques: “Tijdens deze reis kwam ik tot het inzicht dat wat wij nu als cultuur waardevol achten over niet afzienbare tijd volstrekt waardeloos kan zijn. Denk aan alle culturen die de laatste duizenden jaren ten onder zijn gegaan en aan het bijbehorende verlies van alles wat in die tijden belangrijk was. De natuur echter verliest nooit haar waarde; wat er miljoenen jaren geleden is gebeurd heeft nog altijd invloed en die invloed blijft behouden tot in de verre toekomst. Ik voel me ook het meest op mijn gemak in de natuur.” Hoe en wat? Op jacquesgregoire.nl kun je aquarellen van Jacques bestellen en/of intekenen op het unieke, zorgvuldig uitgevoerde boek. Het is de bedoeling dat het boek ook in het Engels verschijnt. De tochten kun je live volgen op Jacques’ Facebookpagina, Twitter en Flickr, met foto’s, filmpjes en de ’s avonds uitgewerkte aquarellen.
Oeverloper 10x15 cm. 8 Wandelmagazine 2-2019
23 juni - 22 sept
d n a l t e h p o r e t h c Di Unieke wandelroute langs 20 bijzondere internationale kunstwerken met bijpassende en speciaal geselecteerde poëzie.
2-2019 Wandelmagazine 9
Uitgeprobeerd
Sportieve alleskunner De Jammer Knit-broek van Royal Robbins is een outdoor legging, gemaakt van gerecyclede PET-flessen. Karin Anema testte hem tijdens het wandelen, mountainbiken, hardlopen en tennissen.
+
SOEPEL, STERK EN COMFORTABEL JKHEDEN COMBINATIEMOGELI TUSSEN ACTIVITEITEN LUBBERT NIET UIT
-
KLEUR BEPERKTE KEUZE IN
Geeft de broek “de bewegingsvrijheid en veelzijdigheid om na een trektocht meteen door te gaan op een stadswandeling”, zoals in de marketingtekst staat? Dát is precies de grote plus van deze broek. De sportieve broek is uiterst comfortabel en functioneel bij allerlei sporten: de stof rekt goed, is zacht en sterk. Tegelijkertijd heeft hij niet zozeer een esthetische maar wel een neutrale uitstraling, waardoor ik me na afloop niet hoefde om te kleden om naar een werkafspraak te gaan. Dat is ideaal op een langere reis met verschillende bestemmingen en activiteiten. Je kunt de broek combineren met een sportief shirt en evengoed met een net bloesje. Steeds meer buitensportmerken gebruiken als grondstof gerecycled materiaal om de impact van de kledingindustrie op het milieu te verkleinen. Door het gebruik van RePET-polyester worden geen nieuwe grondstoffen, minder water en minder energie gebruikt. Ook het verzendpakket is van recyclebaar lagedichtheidpolyetheen, LDPE. Uit milieuzorg is de zak van afbreekbaar plastic met het opschrift “Aub hergebruik de zak.” Netjes. (KA)
WWW.ROYALROBBINS.COM VERKRIJGBAAR IN ZWART EN DONKERGRIJS | ADVIESPRIJS: € 89,95.
Vrolijke wandelschoen van Asolo De Asolo Falcon GV is een van de nieuwste wandelschoenen van het merk Asolo en is verkrijgbaar in diverse leuke, frisse kleuren en is bovendien licht in gewicht. Ik heb de gok genomen om deze schoen niet in te lopen en meteen voor een route van de Eifelsteig van 14 kilometer te gaan. De schoen voelt in de hand wat stug (torsiestijf) aan maar eenmaal aan je voet heb je daar zeker geen last van. Integendeel, mijn voeten en enkels werden op een prettige manier stevig ondersteund en tijdens het lopen wikkelt de schoen erg soepel af. Het bovenmateriaal is van suède en polyester gecombineerd met Gore-Tex waardoor de schoen goed ademt. Ook heel fijn is de rubberbescherming bij de tenen. De schacht is gemaakt van leer en textiel, de binnenvoering voelt zacht en comfortabel aan. De ronde veters glijden soepel door de veterogen en daardoor trek je de schoen makkelijk en goed passend om je wreef. Wel is het aan te raden een dubbele knoop te leggen anders zul je tijdens de wan-
10 Wandelmagazine 2-2019
deling meerdere malen je veters opnieuw moeten strikken. Ondanks een stevige regenbui onderweg bleven mijn voeten en sokken kurkdroog. De schoen is heel geschikt voor (berg)wandelen op ruwe ondergrond, kiezels en stenen kon ik door de zool niet voelen. Zeker een vermelding waard is de Vibram Redster-zool, deze zorgde ook voor een goede grip op een natte ondergrond. Na een hele dag lopen op de Falcon voelde ik geen behoefte om ze uit te trekken. Van pijnpunten of blaren was al helemaal geen sprake. Dit model is een top schoen waar je veel plezierige kilometers mee zult afleggen. (YvV)
+
WWW.ASOLO.COM FALCON GV (DAMES- EN HERENMODEL) ADVIESPRIJS: € 179,95
GOEDE ONDERSTEUNING
-
TE GLADDE VETERS
Hanwag Alverstone II GTX De nieuwe Hanwag Alverstone II Lady GTX in de sportieve kleuren Asphalt/ Orink kwamen binnen precies een week voor ik op vakantie zou gaan. Prima timing dus om de schoenen aan een kritische testweek te onderwerpen! Geen tijd om rustig in te lopen, maar meteen twee wandelingen van rond de tien kilometer op drassig en oneffen terrein als voorbereiding. De pasvorm van de Alverstones is – mede dankzij de LFX technology – prima en van blaren is helemaal geen sprake. Voor dames met een wat bredere voorvoet zoals ik zijn ze echter wel echt te smal aan de voorkant. Dit resulteert in pijnlijke voeten, net onder de tenen. Een groot pluspunt daartegenover is dat Hanwag bij het produceren van de zolen nieuwe technieken heeft toegepast waardoor de schoen licht is, veel grip heeft en je lichaamshouding iets corrigeert (je lijkt iets voorover te staan) waardoor je rug ontlast wordt. Ik had eindelijk geen last meer van de onderrug, ook niet als je met lichte bepakking loopt! De veters zijn dankzij de click-clamp-veterogen goed vast te maken en blijven ook prima vastzitten! Geen extra stops nodig om de veters opnieuw te moeten strikken. Wel een minpuntje is dat de veterhaken ver uitsteken waardoor ik tot twee keer toe met de veter van de ene
+
schoen achter een haak van de andere schoen haakte en vastzat. En viel. Gelukkig op vlak zanderig terrein, maar je moet er niet aan denken dat dat gebeurt als je op hoogte staat.
GOEDE GRIP CORRIGEERT LICHAAMSHOUDING
-
De schoenen houden zich goed op divers terrein: Mijn voeten blijven heerlijk droog en warm, ook a ls ik bij temperaturen van nog geen 10 graden in drassig gebied loop. Tijdens de vakantie, op droge en ruwe heidegronden en ruige bospaden geven ze voldoende ondersteuning en grip. Kortom, een heerlijke wandelschoen voor wie smalle voeten heeft en onregelmatig terrein wil belopen!! (AG)
VETERHAKEN STEKEN VER UIT
WWW.HANWAG.NL VERKRIJGBAAR IN DONKERGRIJS EN ZWART/ROOD | ADVIESPRIJS: € 279,99
voor de nieuwsgierige wandelaar
Wandelmagazine: Het vertrekpunt voor iedere wandelaar 1 JAAR WANDELMAGAZINE (4 NRS) VOOR SLECHTS € 29,95 € 21,50 + CADEAUS! www.wandelmagazine.nu/abonnement
Adv Abonnement nw.indd 43
2-2019 Wandelmagazine 11 28-02-19 15:00
Redactie Daan Couwenberg
Uitgerust
Goed beschermd tegen muggen Het Bug Barrier Expedition-shirt van Royal Robbins doet precies dat wat de naam al zegt: insecten weren. Het shirt is behandeld met InsectShield®Repellent Technology, dat tot zo’n 70 wasbeurten effectief blijft. Zo ben je met dit shirt langdurig beschermd tegen teken, muggen en andere insecten die ziekten als malaria en ziekte van Lyme kunnen overbrengen. En het shirt beschermt niet alleen tegen insecten, het is gemaakt met UPF 40+ materiaal, waardoor je ook beschermd bent tegen het zonnetje. De stof is daarbij luchtig en sneldrogend, waardoor dit een heerlijk shirt is voor wandelingen op warme zomerdagen. Handige zakken geven voldoende ruimte voor waardevolle spullen die je graag op je lichaam draagt, zoals een paspoort.
WWW.ROYALROBBINS.COM
ADVIESPRIJS: € 89,95
Verbeterde Keb-collectie De Keb-collectie is al lang een succesvolle lijn van Fjällräven. Maar alles kan beter, moeten ze in Zweden gedacht hebben. Dus hielden ze de producten nog eens tegen het licht, gingen te rade bij de gebruikers en vernieuwden met die informatie de Keb-jas en -broek. De pasvorm is verbeterd en de stoffen zijn slijtvaster. En om ervoor te zorgen dat je daarmee nog makkelijker op pad kunt, is de collectie ook nog uitgebreid met twee nieuwe trekkingrugzakken.
WWW.FJALLRAVEN.NL
ADVIESPRIJS: € 279,95
Lekker koken op een kampvuur
Lowe Alpine Altus
Wie wel eens boven een kampvuurtje wil koken, kent het probleem: hoe houd je je pannen boven stevig en stabiel boven het vuur? De Aeril van Primus lost dat probleem op. Een stevig frame van roestvrij staal, waarop een grillroosterpast, waarop je potten en pannen stabiel boven het vuur kan zetten. Hoog, laag, dicht bij het vuur, of juist verder van het vuur af. En natuurlijk kun je groenten of vlees ook meteen op de grillplaat roosteren. De Aeril is makkelijk op te vouwen en mee te nemen in de bijbehorende tas. Het kleinste formaat past zelfs in je rugzak! Eventueel kan de set worden aangevuld met een set handige spiesen.
Met de reeks Altus-rugzakken heeft Lowe Alpine een allround rugzak voor huttentochten op de markt gebracht. Het Air Contour+ rugpand voorziet in een goede ventilatie op warme dagen, maar het materiaal van de rugzak is stevig en waterafstotend genoeg voor ruige wintertochten. Door de grote u-vormige opening aan de voorkant van de rugzak kun je altijd makkelijk bij je spullen. Veel aandacht is besteed aan extra’s, zoals TipGrippers waarmee je je wandelstokken stevig aan je rugzak kan hangen. De Altus komt in drie maten: 32 liter, 42:47 liter en 52:57 liter. Er zijn ook (iets kleinere) damesmodellen beschikbaar.
WWW.LOWEALPINE.COM 12 Wandelmagazine 2-2019
ADVIESPRIJS: V.A. € 149.95
WWW.PRIMUS.EU
ADVIESPRIJS: V.A. € 99,95
MOUNTAIN BOOTS HANDCRAFTED WITH PASSION BORN IN BAVARIA – WORN AROUND THE WORLD
DICHTER BIJ DE NATUUR KUN JE NIET KOMEN
Kom kamperen midden in de natuur! Er zijn 134 Natuurkampeerterreinen in Nederland, elf in Frankrijk en één in België, waar je geniet van rust, ruimte en vrijheid. Wandelaars zijn bijzonder welkom! Met de Natuurkampeerkaart (in Het Groene Boekje) kun je op alle terreinen terecht. Download ook de gratis Kamperen app. www.natuurkampeerterreinen.nl
te gast bij moeder natuur
WWW.HANWAG.NL
HANWAG ALVERSTONE II GTX De waarschijnlijk meest veelzijdige trekkingschoen die Hanwag ooit gemaakt heeft. Geschikt voor alpinisten met hoge ambities. Voor trekkingtochten met bepakking op veeleisend terrein. Voor iedereen die op zoek is naar een stabiele, f lexibele maar bovenal lichte trekkingschoen. Ook verkrijgbaar in een specifieke damesleest.
Maakt deel uit van De Groene Koepel
2-2019 Wandelmagazine 13
Nederland
Roode Klif, Friesland. Foto: Jan Tijsma
BERGWANDELEN IN NEDERLAND
Hollandse The Nits bezongen ze al zo mooi: the Dutch Mountains. Wie nooit buiten komt zou denken dat ze niet bestaan. Maar wie denkt dat Nederland – op de Vaalserberg na – zo plat als een dubbeltje is, heeft het mis. Ons lage landje kent vele hoogtepunten. De meeste zijn souvenirs uit de voorlaatste ijstijd. Lekkere kuitenbijters voor hellende wandelingen. TEKST TIALDA HOOGEVEEN 14 Wandelmagazine 2-2019
ZUID-HOLLAND
Achter de duinen Anders dan jonge duinen liggen oude duinen verder landinwaarts. Zo ook het Vlaggeduin – ook wel Koepelduin geheten – in de Katwijkse Duinen. Het Vlaggeduin is met 37 meter boven de zeespiegel het hoogste natuurlijke punt van Zuid-Holland. Het uitzicht hier is prachtig: het hele duingebied en de zee tussen Scheveningen en Katwijk zijn in beeld, met de nadruk op Katwijk, want dat is hier vlakbij. De oude duinen bewijzen dat de kust vroeger meer landinwaarts lag. Het zijn langgerekte zandruggen die duizenden jaren geleden gevormd zijn als jonge duinen. Bovenop het Vlaggeduin staat een deel van een bunker, een uitkijkpunt over het hele duingebied en de zee, resten van de verdedigingslinie de Atlantikwall. Lijnwandeling: LAW 16 – het Romeinse Limespad Start-/eindpunt: start bij de buitensluis in Katwijk en loopt tot Leidsche Hout. Te bereiken per bus. Lengte: 275 km in totaal, deze etappe: 13 kilometer wandelnet.nl/romeinse-limespad-law-16
Foto: VVV Katwijk
hoogten
GRONINGEN
Bescheiden bult
BERGBELEVING In totaal telt Nederland drie bergen hoger dan 300 meter, zes hoogtes zijn tussen de 200 en 300 meter, 16 heuvels tussen de 100 en 200 meter en 29 tussen de 50 en 100 meter. Normaal Amsterdams Peil, het NAP, is hierbij altijd het uitgangpunt. Al is het hoogteverschil tussen voet en top van de heuvel bij de ‘bergbeleving’ het meest van belang, net als het stijgingspercentage.
Op de grens met Duitsland kent Groningen zijn piek. Het is de Hasseberg met een bescheiden 14,2 meter boven NAP. De bult steekt 7,5 meter boven de omgeving uit op het Drents Plateau. Het is een souvenir uit de voorlaatste ijstijd, het Saalien, dat zo’n 150.000 jaar geleden zijn sporen in het landschap heeft achtergelaten toen dikke pakketten landijs langzaam over het noorden van Nederland schoven. Ooit was de Hasseberg hoger, maar tijdens de vervening is een deel van de ‘berg’ afgegraven voor straataanleg en grondverbetering. Wandelaars kunnen hier lekker uitwaaien tussen weilanden, windmolens en bomenrijen.
Wandeling: Westerwoldepad Start-/eindpunt: Sellingen. Moeilijk bereikbaar per ov. Lengte: De etappe Ommetje is 8,8 kilometer lang. De hele route is 80 kilometer. wandelnet.nl/westerwoldepad
FRIESLAND
Kloeke kliffen De steile wanden van de drie kliffen in Gaasterland waren vroeger vanaf de Zuiderzee een markeringspunt voor schippers en vissers. De keileemwanden van het Mirnser (2,5 meter), Oudemirdumer (6 meter) en Roode klif (10 meter) vormden duizenden jaren een natuurlijke zeewering tegen het water. De wanden worden bewoond door dassen en zijn een perfecte broedplek voor oeverzwaluwen. Het hoogste punt van Friesland is echter het Vuurboetsduin op Vlieland. 42 meter boven NAP, met daarbovenop een 18 meter hoge vuurtoren als rode kers op de taart.
Wandeling: Vuurboetsduin Start-/eindpunt: Trap Vuurboetsplein Lengte: 6,3 kilometer www.staatsbosbeheer.nl/Routes/vlieland/wandelroute-vuurboetsduin Foto: Merk Fryslân
2-2019 Wandelmagazine 15
Nederland OVERIJSSEL
Bewonderenswaardig veel bergen
Foto: Marketing Oost
Galgenberg, Friezenberg, Luttenberg, Woldberg, Paasberg, Eelerberg, Lemelerberg: in Overijssel struikel je van de Kop tot Twente over de bergen. Allemaal stuwwallen uit de tijd dat de noordelijke helft van ons land bedekt was met gletsjers. De hoogste heuvel in deze langgerekte provincie is de Tankenberg (85,1 m). Daar bovenop staat een stenen koepel, van waaruit je grenzeloos uitzicht hebt tot in Duitsland. Veel fietsers en wandelaars combineren de Tankenberg – maximaal stijgingspercentage 8 procent! – met de Paasberg, de Hakenberg en de Boerskotten. Wandeling: Oldenzaal-De Lutte-Austieberg-Paasberg Start-/eindpunt: Pieter de Hooghstraat 1, Oldenzaal (bereikbaar per trein) Lengte: 21,7 kilometer www.routeyou.com/nl-nl/route/view/4654257/wandelroute/oldenzaalde-lutte-austieberg-paasberg
FLEVOLAND
HET DAK VAN
Als een puist ligt Urk in het verder vlakke Flevoland; met zijn 8 meter vormt het vissersdorp de hoogste natuurlijke plek van de polder. Museum Het Oude Raadhuis prijkt trots op het hoogste punt. Dit eiland bevond zich zo’n achthonderd jaar lang in de Zuiderzee waar het een fractie hoger lag dan het omliggende water. Nu zit het vast aan de oostkant van de Noordoostpolder. In dezelfde provincie wilde oud-wielrenner en freelance journalist Thijs Zonneveld enkele jaren terug een kunstmatige berg van twee kilometer hoog aan laten leggen, maar met kosten geschat op 4.000 tot 7.000 miljard euro, bleek het plan onuitvoerbaar.
De Catrijper Nok is met een hoogte van 55,4 meter niet alleen het ‘dak’ van Noord-Holland, maar ook het hoogste duin van Nederland. Tot 2014 werd aangenomen dat die eer het Zeeuwse duin in Zoutelande te beurt viel, maar de Catrijper Nok heeft door zandopstuivingen Zeeland van de troon gestoten. Fiets- of wandelroutes leiden langs de Catrijper Moor, een groot weidevogelgebied waar in de lente het weemoedige geluid klinkt van kieviten, grutto’s en tureluurs. Natuurlijk kom je er op een warme zomerdag ook zonaanbidder de zandhagedis tegen.
Wandeling: Urk: oude dorp en Urkerbos Start-/eindpunt: bushalte Singel, Urk Lengte: 10 kilometer www.wandelzoekpagina.nl/wandeling/groenewissel-urk/14915/
Wandeling: Duintoppentocht (rode route) Start-/eindpunt: Buitencentrum Schoorlse Duinen Lengte: 23 kilometer www.staatsbosbeheer.nl/routes/schoorlseduinen/wandelroute-duintoppentocht
Bijna de nieuwste berg
Foto: Tourist Info Urk
16 Wandelmagazine 2-2019
Noord-Holland
GELDERLAND
Een stevig signaal Gelderland is, op de Gelderse Vallei na, zo’n beetje één groot stuwwallencomplex. De kroon van de Veluwe is Signaal Imbosch, 109,9 meter de lucht in én het hoogste punt van Nederland buiten Zuid-Limburg. De zandgrond biedt ruimte aan duizenden hectaren bos en hei, ten zuiden van het gebied stroomt de Rijn en westelijk begrenzen de Randmeren het bos. De perfecte omstandigheden voor de big five: edelhert, ree, wild zwijn, das en vos. Maar ook de bever en de wolf voelen zich hier thuis. Wandeling: Trage tocht Imbos Start-/eindpunt: Parkeerplaats Groenendaal, Parallelweg A50 (bereikbaar per auto) Lengte: 17,5 kilometer www.wandelzoekpagina.nl/wandeling/ trage-tocht-imbos/12620/
DRENTHE
Vuilnis voor voetgangers
UTRECHT
Hoog en droog
Foto: Kim Stellingwerf
Bossen, glooiingen, heidevelden: de ijstijd heeft een groot stempel gedrukt op het Drentse landschap. Het Haantjeduin is met 26,5 meter boven NAP de topper van het Drents plateau. Maar het absolute hoogste punt in deze provincie is een recent relict uit het antropoceen. De VAM-berg, aangelegd door de Vuil Afvoer Maatschappij, is een 56 meter hoge berg Amsterdams huisvuil even ten noorden van Hoogeveen. De 0,3 kilometer lange beklimming die op zijn steilst 9,7 procent is en een hoogteverschil heeft van 22 meter, is sinds 2018 toegankelijk voor fietsers en wandelaars. Al zijn de natuurlijke glooiingen omzoomd door bomen en bossen waarschijnlijk aanlokkelijker. Wandeling: Ontdek de schat van Emmen (Haantjeduin) Start-/eindpunt: Boslaan, Emmen (bereikbaar per trein en bus) Lengte: 4,19 kilometer www.route.nl/wandelroute/177022/ontdek-de-schat-van-emmen Wandeling: VAM-berg Start-/eindpunt: Wijster (bereikbaar per bus) Lengte: 3,3 kilometer www.routeyou.com/nl-nl/route/view/714079/wandelroute/vam-berg
Al duizenden jaren wonen mensen hoog en droog op de Amerongse Berg, blijkt ook uit de circa dertig grafheuvels en talloze buitenplaatsen, landgoederen en kastelen, waaronder Kasteel Ame rongen. Dat brengt ons meteen bij de climax van de provincie Utrecht: de 69,2 meter hoge Amerongse Berg. De combinatie van cultuur en natuur maakt de Utrechtse Heuvelrug aantrekkelijk voor wandelaars, fietsers en andere recreanten. Niet ver van de stad biedt het een afwisselend landschap van uiterwaarden, heidegebieden en stuifzanden, maar bovenal bos. Niet voor niets is het na de Veluwe het grootste bosgebied van ons land. Wandeling: Boswachterspad Landal Amerongse Berg Start-/eindpunt: Slaperdijk Lengte: 8 kilometer www.staatsbosbeheer.nl/ Routes/utrechtse-heuvelrug/ boswachterspad-landalamerongse-berg 2-2019 Wandelmagazine 17
Nederland Foto’s: VVV Zeeland
ZEELAND
Zoutelande, blij dat je hier bent Ooit het hoogste duin van Nederland, maar als tweede op de huidige ranglijst is Groot Valkenisse met zijn 49 meter nog altijd indrukwekkend. Vooral vanwege het uitzicht. Een wandelpad loopt over de duinen van Vlissingen tot Zoutelande en biedt een mijlenverre blik over Walcheren en de Westerschelde. Nergens anders komen de schepen zo dicht langs de kust. In het bos aan de voet van het duin bevinden zich een tankversperring en enkele bunkers uit de Tweede Wereldoorlog. Na de zomerdrukte is het er goed vogelspotten als bijzondere (trek)vogels, zoals zwartkopmeeuw, kuifaalscholver, ijseenden zich onbespied voelen.
Wandeling: wandelen door Zoutelande en de duinen Start-/eindpunt: strandpaviljoen de Strandzot Lengte: 8,4 kilometer www.route.nl/wandelroute/766232/wandelen-door-zoutelande-en-deduinen LEESTIP:
NOORD-BRABANT
Door de Sahara
De mooiste bergwandelingen van Nederland, Rutger Burgers, Sietske de Vet en Rob Wolfs, Gegarandeerd Onregelmatig, ISBN 9789078641476
Mensenhanden maakten de grootste berg van Brabant. De voormalige vuilnisstortplaats Gulbergen is 60 meter boven NAP. Maar het Venakkerbos is het hoogste natuurlijke punt in Brabant, al is het met zijn 44 meter nauwelijks hoger dan de 43,7 meter hoge Stevensbergen, eveneens op de grens met België. Het Venakkerbos is een droog bos- en heidegebied met her en der een stukje stuifzand en het Zwartven. Dunbevolkt en daarom geen bereik met je mobiel en volop kans op het spotten van zeldzame natuur, zoals nachtzwaluw, boomleeuwerik, gladde slang en levendbarende hagedis. Wandeling: Lommelse Sahara-tocht Start-/eindpunt: De Oude Toren, Kerkstraat 100 in Luyksgestel Lengte: 22 kilometer www.klikprintenwandel.nl/wandelroutes/lommelse-saharatocht/
LIMBURG
En de winnaar is: de Vaalserberg! Met zijn 322,4 meter hoogte de absolute top van (Europees) Nederland. Het heuvellandschap is gevormd door uitlopers van de Ardennen en de Eifel en is goed voor eindeloos on-Nederlands wandelplezier en on-Nederlands natuurschoon, zoals de wilde kat, lynx, zinkboerenkers en zinkviooltje. Niet alleen de hoogtes tellen natuurlijk, want als het startpunt ook hoog is, ga je nauwelijks de lucht in. Zo is het verschil in hoogte tussen Vaals en de 323 meter hoge Vaalserberg 110 meter. De Limburgse Wolfsberg is weliswaar 181 meter boven NAP, maar het hoogteverschil is slechts 29 meter. Maar vooral het stijgingspercentage zorgt ervoor dat longen en bovenbenen aan het werk worden gezet. De Vaalserberg stijgt gemiddeld 3,2 procent. Bij de slechts 165 meter hoge Doodeman bij Wijlre bijvoorbeeld is die helling 9,6 procent. 18 Wandelmagazine 2-2019
Foto: VVV Zuid-Limburg
On-Nederlands steil
Wandeling: Vaals Start-/eindpunt: Drielandenpunt, te bereiken per bus vanuit Vaals Lengte: 13,3 kilometer www.drielandenpunt.nl/omgeving/wandelingen/
DE BESTE WANDELGIDSEN VOOR ZWEDEN
ISBN 9789078194132 - € 15,95
ISBN 9789078194064 - € 15,95
ISBN 9789078194163 - € 15,95
ISBN 9789078194187 - € 15,95
ISBN 9789078194262 - € 15,95
ISBN 9789078194293 - € 15,95
ISBN 9789078194347 - € 16,95
(vanaf januari 2019)
Tenminste 20 rondwandelingen, van een paar uur tot een hele dag. www.onedaywalks.com / www.facebook.com/OneDayWalks
2-2019 Wandelmagazine 19
Portugal
Beiras
27 ALDEIAS DO XISTO
dorpen van schist
20 Wandelmagazine 2-2019
Het is prachtig wandelen rond de 27 pittoreske aldeias do xisto, oftewel dorpen van schist, in de bergen ten oosten van de stad Coimbra. Tot voor kort was dit een nagenoeg verlaten gebied, maar sinds enkele jaren de perfecte bestemming voor natuurminnende rustzoekers en wandelaars. TEKST & FOTO’S MONIQUE VAN GAAL
J
De huisjes van Cerdeira zijn tegen de steile hellingen opgebouwd.
oão zit prinsheerlijk op de stenen trappen die het dorp uit voeren, een fles rode wijn in de hand. “Ik kom hier vrijwel ieder weekend,” vertelt hij bij een ondergaande zon, “om te genieten van de intense rust.” Hij attendeert mij op de herten die hij vanuit zijn ooghoek in de gaten houdt, daar hoog boven op de heuvel. Ik heb moeite ze van de bomen te onderscheiden, maar hun geburl valt zeker niet te missen. Cerdeira, gelegen in de Serra da Lousã, is misschien wel de allermooiste van de aldeias do xisto. De huisjes van schist zijn tegen de steile hellingen opgebouwd, en in een aantal daarvan kun je overnachten. Het was de Duitse Kerstin Thomas die het verlaten dorp eind jaren tachtig van de vorige eeuw ontdekte, toen zij een uitstapje in de omgeving maakte tijdens haar studiejaren in Coimbra. Met haar man Bernard Langer besloot zij de vervallen huizen en schuren nieuw leven in te blazen en zo begon de jarenlange renovatie. Trots leidt Kerstin ons rond: “Vandaag de dag is er veel belangstelling voor schist, maar vroeger was het een teken van pure armoede.” Alle acht vakantiehuisjes hebben hun traditionele uiterlijk behouden, maar bieden binnen modern comfort en zijn bovendien mooi gedecoreerd door kunstenaars. Alles aan Cerdeira ademt creativiteit. Overal hangt of staat kunst, en er worden regelmatig workshops gehouden. Maar bovenal is dit een uitstekend wandelgebied. De volgende ochtend kiezen wij voor de drie kilometer lange wandeling bergafwaarts naar het volgende schistdorp, Candal. Het is de route die de kinderen van Cerdeira vroeger namen naar school. Een idyllisch, stenen pad door dichte naaldbossen en langs reusachtige varens. Grote renovatie De aldeias do xisto liggen in centraal Portugal halverwege de steden Lissabon en Porto. Om preciezer te zijn: in de Serra da Lousã en de Serra do Açor, twee middelge-
bergtes gelegen tussen de studentenstad Coimbra en het veel hogere Serra da Estrela in het oosten van het land. Zevenentwintig schilderachtige, oranje-bruine tot gitzwarte dorpjes waar tot voor kort niemand meer woonde. Het is de bekende leegloop van landelijke oorden: jongeren zoeken hun geluk liever in de stad of emigreren, en de ouderen overlijden eenvoudigweg met de tijd. Nog altijd liggen veel van de huisjes en boerenschuurtjes in puin, maar een flink deel ervan wordt sinds 2001 onderhanden genomen door een groepje
Piódão wordt tot de allermooiste dorpen van Portugal gerekend mensen dat steevast gelooft in een toekomst voor deze regio. Het zijn niet alleen de dorpen die beginnen te herleven met behulp van oorspronkelijke methoden en materialen. Ook de bestrating en oude waterwegen, riviermuren en Romeinse paden worden in originele staat teruggebracht, en ambachtelijke en culinaire tradities in ere hersteld. Wandel- en mountainbikepaden worden bewegwijzerd en in kaart gebracht, en er gaan winkeltjes open met allerhande lokale producten. Dit alles om de liefhebber van rust en ruimte, van wandelen en creatief bezig zijn, aan te trekken. Tot massatoerisme zal het zeker niet komen, want kleinschaligheid is hier het toverwoord. Imposante kloof Nog zo’n markante aldeia is Casal São Simão, gelegen boven op een steile bergkam in de Serra da Lousã. Het dorp bestaat uit niet meer dan één straat, maar het is dan wel een heel bijzondere; met elke stap die je zet valt er een mooi plaatje te schieten. Van smalle stenen trappen die naar houten deuren leiden. Van fragiel ogende houten balkonnetjes getooid met 2-2019 Wandelmagazine 21
Frankrijk Op vele plekken kun je je waterfles bijvullen.
plantenbakken. Halverwege het straatje vind ik de waterbron die het dorp van fris water voorziet. Het is moeilijk voor te stellen dat hier maar vier mensen permanent wonen. Overnachtingsmogelijkheden zijn er niet, maar het is wel goed traditioneel eten in het moderne restaurant Varanda do Casal, dat bovenaan het dorp is gebouwd. Hier start en eindigt bovendien de vijf kilometer lange rondwandeling om Casal São Simão. Hoogtepunt van deze wandelroute is Fragas de São Simão, de imposante kloof die door het hoger gelegen dorp wordt gedomineerd. Het is de Rio Alge die de wandelaar uitnodigt voor een verfrissende duik in de ondiepe rotspoeltjes, gevuld met water dat afkomstig is van de vele stroompjes die her en der in de bergen ontstaan. Dit is een van de vele zogenaamde praias fluviais (rivierstranden) in het gebied, waar men op warme dagen dankbaar gebruik van maakt. Via de Brás Curado-brug geraken we aan de overzijde van de rivier, alwaar de haast loodrechte klim terug naar het dorp begint. Nu en dan is het wel zaak om even stil te staan, om de eeuwenoude olijfbomen en kurkeiken langs de route te kunnen bewonderen. Brandgevaarlijke eucalyptus Op weg van de Serra da Lousã naar de Serra do Açor loont het de moeite om een 22 Wandelmagazine 2-2019
Straatbeeld in Cerdeira.
bezoekje te brengen aan de waterval van Fraga da Pena, een diepe kloof van leisteen. Zelfs nu, na de lange hete zomer, stort er nog volop water in verschillende etappes naar beneden. Fraga da Pena ligt in het beschermde natuurgebied Mata da Margaraça, een bos dat zo’n veertig jaar geleden
ernstig werd bedreigd; de nieuwe eigenaar had het voornemen alle bomen te kappen. Gelukkig konden omwonenden een stokje steken voor deze rigoureuze vernietiging. Over vernietiging gesproken, rijdend door dit deel van Portugal zien we hoe destructief de bosbranden van 2017 geweest zijn. We doorkruisen menig zwartgeblakerde helling. Hoofdschuldige hieraan is de vanuit Australië geïmporteerde eucalyptus. Handige bomen, want ze groeien als kool en brengen veel geld in het laatje dacht men aanvankelijk. Dat was een flinke misrekening. De eucalyptus bleek snel vuur te vatten, veel water aan de grond te onttrekken en bovendien de inheemse flora te verdringen. Ook nu weer zijn het de eucalyptusbomen die – bij gebrek aan koala’s – in groten getale opduiken in het landschap. De tamme kastanjes, (kurk)eiken, pijnbomen en olijfbomen zien nauwelijks tot geen kans meer om terrein te winnen. Een en ander heeft ertoe geleid dat de GR22, de wandelroute die de aldeias met elkaar verbindt, voorlopig niet in gebruik is. Gelukkig maken de rondwandelingen van doorgaans vijf kilometer vanuit de dorpen dit gebrek meer dan goed.
De spierwitte zeventiende-eeuwse kerk van Piódão.
De waterval van Fraga da Pena.
Blauwe deuren en ramen Eigenlijk behoort Piódão – gelegen in de Serra do Açor – helemaal niet tot de 27 schistdorpen, maar is een van de zogenaamde aldeias históricas (historische dorpen). Toch wordt ook dít dorp bij een bezoek aan de aldeias do xisto door vrijwel niemand overgeslagen, simpelweg omdat Piódão met zijn blauwe deuren en raamkozijnen tot de allermooiste dorpen van Portugal wordt gerekend. Het begint al bij de aanblik van een afstandje; het dorp dat omgeven wordt door uit de rotsen gehakte terrassen, ligt er ongelooflijk fotogeniek bij. De spierwitte zeventiende-eeuwse kerk steekt fel af tegen de donkerbruine huizen. We beklimmen de steile, smalle steegjes, drinken wat op een van de terrasjes voor de kerk en kopen nog een flesje water voor onderweg. Van hieruit valt namelijk een
mooie wandeling naar het volgende dorp, Foz d’Égua, te maken. Je kunt kiezen uit twee richtingen, linksaf of rechtsaf. Mooi, want dat betekent dat we een rondwandeling kunnen maken en niet over hetzelfde pad terug hoeven. We kiezen voor rechtsaf. Dit 2,8 kilometer lange stenen pad ligt tegen de bergwand aangeplakt en kent nauwelijks hoogteverschillen. Een ontspannende wandeling door bossen en langs verlaten stenen huizen. Foz d’Égua blijkt een schilderachtig gehucht met twee stenen boogbruggen en een handjevol huizen, waar het goed zwemmen is in het ijskoude water van de twee riviertjes die hier samenkomen. Het pad terug, dat met 3,5 kilometer iets langer is, biedt meer afwisseling. Hier is het klimmen en dalen wat de klok slaat en we passeren enkele oude levadas (irrigatiekanalen) en lieflijke bruggetjes.
PRAKTISCHE INFORMATIE
Stenen sculptuur in muur?
Hoe er te komen? Met TAP Air Portugal vlieg je in 3 uur direct naar Lissabon of Porto (www.flytap.com). Een auto huren is een goed idee. Accommodatie • Cerdeira Village, www.cerdeiravillage.com • Vale do Ninho in Ferraria de São João, www.vn-nature.com • Mountain Whisper in Gondramaz, www.mountainwhisper.pt • Quinta da Palmeira in Cerdeira (Arganil), www.qportugal.com • Alva Valley Hotel in Ponte das Tres Estradas, www.alvavalleyhotel.com Meer weten? • www.visitportugal.com/nl • www.aldeiasdoxisto.pt/en
2-2019 Wandelmagazine 23
Vakantie buitenland Duitsland
• H ossies Hof Luxus Landleben in het Zittauer Gebirge tussen Dresden en Praag. Prachtige wandelingen in een rustige/stille/gastvrije omgeving. www.hossieshof.de Frankrijk
• T ransgaumaise: rondwandeling 140 km door Be en Fr vanuit fijn vakantiehuis. Vervoer naar etappes io mogelijk. www.lescamenes-ardennes.nl • Kom wandelen in de heuvels van de Franse Morvan vanuit ons comfortabele vakantiehuis. Meer info: domainedesanglier.nl
Overig
• H oud je van wandelen en schrijf je even graag? En ben je op zoek naar een stageplek in de mediawereld? Wandelmagazine.nu en Bergwijzer.nl zoeken een stagiair(e) voor de webredactie. www.virtumedia.nl/vacatures Uw regeladvertentie hier? Kijk voor meer informatie op www.wandelmagazine.nu/adverteren. Reserveren via Kgrol@virtumedia.nl
e
2
IT
ED
Wandelen langs de kust bij Bergen aan Zee
IE
g
Voetstapjes
Bergen aan Zee ligt midden in één van de mooiste natuurgebieden van Nederland. Daarom is het voor elke wandel- of fietsliefhebber een ‘must’ om er een keer te zijn geweest.
Grandcafé Maz, met verwarmd terras, is als tussen- of eindstation een ideale gelegenheid om te vertoeven.
4DAAGSE ARRANGEMENT En voor een langer verblijf biedt Hotel Meyer met 37 kamers en 8 appartementen een volledig vakantiegevoel.
Tijdens wandelevenementen bij ons in de omgeving hebben wij volledig verzorgde arrangementen inclusief pendeldienst naar en van start en finish. Bezoek onze website www.hotelmeyer.nl
Tot ziens in Bergen aan Zee..! Hotel Meyer, Bergen aan Zee T. 072-5812488 - info@hotelmeyer.nl
www.hotelmeyer.nl
l
24 Wandelmagazine 2-2019
Wandelend genieten 7 T/M 10 NOVEMBER 2019 Doe mee aan de 2e editie van de 4 daagse van Girona in Spanje. Beleef te voet al het moois van de stad en provincie Girona. Je loopt 70% over onverharde paden, in een rustige bosrijke omgeving, met hier en daar klimmetjes. Deze 4 daagse onderscheidt zich door kleinschaligheid, persoonlijke aandacht en zorg. Er is keus uit 2 afstanden, kijk op de site voor alle informatie.
WWW.DE4DAAGSEVANGIRONA.NL
Frankrijk
Vercors
Trektocht
Op weg met de Glandasse op de achtergrond.
door een bewogen verleden Wandelen langs schilderachtige dorpen, pittig klimmen met mooie vergezichten op de Alpen, genieten van de authentieke Franse keuken, en dat in een streek met een bewogen oorlogsverleden. Wat wenst een wandelaar nog meer? TEKST & FOTO’S BERT HARMS
O
p weg naar het beginpunt van onze wandeling rijst voor ons de machtige Glandasse op, een afgeplatte bergrug van grijs, geel en okerkleurig kalksteen in het zuidwesten van het Vercors-massief. Het is mei en boven op de hoogvlakte ligt nog sneeuw; aan de voet zullen we onze eerste nacht doorbrengen. Ik ben met drie vrienden op weg naar Die, waar onze wandeling begint. We zetten onze auto veilig langs de kant van de weg en beginnen meteen met een pittige klim naar een bergpas. Het is nog even wennen aan het stijgen. Ieder klimt in zijn eigen tempo. Van tijd tot tijd wachten we even op elkaar, puffen uit alvorens weer verder te gaan.
Fleeces en regenjassen worden aangetrokken, want het is koud en winderig, maar het regent niet. Na een uur komen we twee Belgische meisjes tegen die voor ons opbeurende woorden hebben: de Pas de Bret is nog maar vijf minuten verder. Na onze laatste meters naar de pas pakken donkere wolken zich samen. Gelukkig blijft het droog tot we aankomen bij het oude klooster, de Abbaye de Valcroissant, waar we de eerste nacht zullen slapen. Valcroissant is een oude cisterciënzerabdij in romaanse stijl uit de twaalfde eeuw, schitterend gelegen aan de voet van de Glandasse. Nu worden er lammeren gefokt en doet het dienst als gîte d’étape. De oude kapel is ingericht als slaapzaal. Voor vanavond zijn we voorlopig de enige gasten. 2-2019 Wandelmagazine 25
Frankrijk
De Col des Oches (1700 m).
Maquisards We raken in gesprek met de oude boerin. Zij vertelt ons hoe de Vercors geleden heeft in de Tweede Wereldoorlog en noemt de moedige strijd van de maquisards, de Franse verzetsstrijders, die in deze streek Maquis du Vercors werden genoemd. Het tragische verhaal is als volgt: in juli 1944 na de invasie van Normandië was er sprake van het openen van een tweede front door geallieerde parachutisten op de hoogvlakte van de Vercors. Generaal Charles de Gaulle riep vanuit Londen de maquisards op om in verzet te komen tegen het collaborerende Franse bewind van Pétain in Vichy en de geallieerden steun te verlenen. Maar de Duitse Wehrmacht onderschepte het bericht en begon in het holst van de nacht zelf de hoogvlakte te bezetten met een
Het pittoreske Châtillon-en-Diois.
geruisloze aanval van DFS-230-zweefvliegtuigen. De vierduizend Fransen werden volkomen verrast en waren niet opgewassen tegen de goedgetrainde Duitse troepen. Er volgde een bloedbad, waarin bijna duizend doden vielen, maquisards en gewone burgers. Verschillende monumenten in de Vercors getuigen van deze gebeurtenis. Later op de avond sluit zich toch nog een bezoeker bij ons aan, een jonge Fransman die verdwaald is geraakt op het hoge plateau, waar nog veel sneeuw ligt. Hij had een verkeerd sneeuwspoor gevolgd en daardoor een onbemande hut gemist, waar hij van plan was te overnachten. Tijdig had hij besloten om dan maar af te dalen naar de oude abdij. Hij is volkomen uitgeput. We bieden hem het restant van de lasagne aan, die hij dankbaar accepteert en met smaak
naar binnen werkt. Later bekent hij ons dat hij uitgehongerd was, maar eigenlijk vegetariër is! Klimmen en dalen De volgende ochtend, als we de beek bij de oude abdij zijn overgestoken, volgt eerst een lange stijging. We zien de eerste blauwe stengelloze gentianen (Gentiana acaulis), die we later nog veel zullen tegenkomen. Na een steil bospad omhoog krijgen we uitzicht op de besneeuwde Glandasse. Vale gieren (Gyps vulvus) cirkelen in de lucht, een gierensoort die in de Franse Alpen was uitgestorven, maar opnieuw is uitgezet. Het waarnemen van gieren blijft bijzonder en een beloning voor de vermoeiende klim omhoog. We lopen op gelijke hoogte verder over het Balcon du Glandasse. In de zon
DE VERCORS
Over smalle paadjes omhoog. 26 Wandelmagazine 2-2019
De Vercors behoort tot de Voor-Alpen en ligt tussen de rivieren de Drac in het oosten, de Isère in het noordwesten en de Drôme in het zuiden. Het Parc Naturel Régional du Vercors is een van de grootste kalkplateaus van Europa. Het gebied is erg droog; het water verdwijnt in de bodem en komt pas aan de randen in de vorm van bronnen weer te voorschijnen. Dit betekent dat de bewoning geconcentreerd is in dorpen en niet verspreid, zoals vaak elders, bijvoorbeeld in de leisteen- en granietstreken van het Massief Central. De Vercors vormt daarom het grootste onbewoonde gebied van Frankrijk. In de zomer grazen er alleen grote kuddes schapen, die in juni naar boven worden gebracht. Deze transhumance ging vroeger te voet, maar wordt nu met vrachtauto’s uitgevoerd. Zoals alle kalkrijke gebieden is de Vercors zeer rijk aan plantensoorten. Bovendien ligt het gebied op de grens van de continentale, alpiene en mediterrane klimaatzones, wat de diversiteit aan soorten nog eens extra vergroot.
Die in voorjaarstooi.
zien we diep beneden ons het dorp liggen waar we zullen overnachten. Dan gaat het zigzaggend bergafwaarts naar het middeleeuwse dorp Châtillon en Diois met zijn nauwe straatjes, klokkentoren en indrukwekkende stadspoorten. Omdat we drie dagen niet meer in dorpen komen, foerageren we in Châtillon eerst in de plaatselijke supermarkt aan de rand van het oude dorp. Dan steken we het dal over en gaan aan de overkant omhoog, een klim van zeshonderd meter naar de Col Régnier. Na de col lopen we weer over een balcon, de steile rand van de hoogvlakte, met vergezichten naar het westen richting de Ardèche. En steeds waait die harde mistral die ons doet huiveren. Voordeel is wel dat deze droge noordelijke wind de lucht schoon veegt, waardoor het zicht erg helder is. We dalen af door een oud beukenbos met kromme dikke stammen en met het zachte lichte groen van het voorjaar. In tegenstelling tot de beukenbossen bij ons groeit deze boomsoort hier alleen boven de achthonderd meter hoogte. Als we eindelijk het bos achter ons laten, blaffen de schaapsherdershonden ons tegemoet. We zijn weer in de bewoonde wereld. ’s Middags dalen we verder af naar het gehucht Boulc, waar we neerzijgen op het terras van onze herberg La Tune de l’Ours, de ‘berengrot’. Een bord maant om de ezel maar in de wei te zetten! Opnieuw zijn wij de enige gasten. De waardin bereidt ons ’s avonds tussen al haar uitgestalde snuisterijen een voortreffelijke maaltijd van varkenswangetjes (joues de porc).
De weg kwijt! Na een heerlijke nachtrust nemen we afscheid van onze waardin en klimmen heel geleidelijk naar 1447 meter waar we een prachtig zicht hebben op de besneeuwde toppen van de Écrins in het oosten. Maar dan zijn we plotseling de weg kwijt: bos arbeiders hebben de markeringen weggehaald. Het padenpatroon is door grote bosbouwmachines volledig overhoop gehaald. We dolen een half uur rond, zoekend naar de oude markering.
In de zon zien we diep beneden ons het dorp liggen waar we zullen overnachten
Er komt een groep Franse kinderen van zeven à acht jaar naar boven onder leiding van een leraar. Het gaat om een klasje uit Marseille op zijn jaarlijkse schoolreis, de natuur in. Ze blijken in dezelfde jeugdherberg te logeren als waarnaar wij op weg zijn. De leraar wijst ons de weg en even later vinden we de rood-witte route markeringen terug. We dalen af naar het gehucht Vaunières waar we ons onderkomen vinden in een dependance van een oud voormalig klooster dat bestaat uit een complex van gebouwen met een mooi klein romaans kapelletje. De jeugdherberg wordt gerund door een jong stel dat wordt bijgestaan door vrijwilligers, waaronder een Nederlandse afkomstig uit Venlo. In de bijgebouwen zijn slaapzalen ingericht; één ervan krijgen we in zijn geheel tot onze beschikking. We maken het vuur aan in de grote schouw van de gemeenschappelijke ruimte. Dan komt de klas terug van de col en krijgt iedereen koude soep en pizza’s. Het is een gezellige drukte. Aan onze tafel schuiven de ouders van de leerkracht aan. Eén van hun kleinkinderen zit ook in de klas. Een andere kleindochter van drie jaar kruipt dicht tegen oma aan. Ze komen ook uit Marseille en hebben een fles goede wijn meegenomen, die ze gastvrij met ons delen. Een onaangenaam slot De volgende dag staan we vroeg op; we zullen vandaag ons hoogste punt bereiken. Er waait nog steeds een koude wind. Het is een zware klim, langs steile geitenpaadjes omhoog, over steengruis en langs diepe afgronden, totdat er geen bomen en struiken meer groeien. We hebben een breed uitzicht naar alle kanten en bereiken via een hoge kam onze top van 1700 meter. Daarna is het afdalen naar Lus-la-Croix-Haute duizend meter lager in het dal van de Buëch.
Valcroissant. 2-2019 Wandelmagazine 27
Frankrijk
De Glandasse.
We doorkruisen alweer een prachtig oud beukenbos en lopen langs de kloof van het riviertje de Toussière. Als we denken dat we er al bijna zijn, leidt de weg ons toch nog even over een kleine heuvel tot we aankomen bij de gîte d’étape van Lus. Van Lus gaan we met de trein terug naar Die, ons vertrekpunt. We lunchen op een zonnig terras en zoeken dan de plek waar we onze auto achtergelaten hadden. Daar wacht ons een onaange-
PRAKTISCHE INFORMATIE
Hoe er te komen? De stad Die is behalve met de auto ook goed bereikbaar met de trein. Vanuit Lus kun je met de regionale trein ook weer terug naar Die. De wandeling De 5-daagse wandeling begint in Die en eindigt in Lus-la-Croix-Haute. De wandeling volgt een deel van de GR 95. De dagelijkse hoogteverschillen bedragen ongeveer 700 meter en de etappes zijn nooit langer dan 4½ uur pure wandeltijd. Om te overnachten in de gîtes hoef je alleen een lakenzak mee te nemen. Op de tweede dag kun je in Châtillon voorraad inslaan, want tot Lus zijn er geen dorpen meer op de route. Je kunt natuurlijk ook in de gîtes (behalve die van Châtillon) eten bestellen. Accommodatie • Abbaye de Valcroissant (www.abbayedevalcroissant.eu).
28 Wandelmagazine 2-2019
name verrassing: wegwerkzaamheden, de auto is verdwenen! Op het politiebureau wordt ons meegedeeld dat hij is weggesleept door een sleepbedrijf in Crest, maar liefst dertig kilometer hier vandaan. Eén dag na ons vertrek was er een bord geplaatst met opschrift, dat alle auto’s binnen twee dagen moesten worden verwijderd in verband met de komende wegwerkzaamheden. Dat wij dat niet konden weten omdat we al aan het wandelen waren, ja,
daar konden zij ook niets aan doen, maar een aardige flic wilde wel voor mij een lift naar Crest regelen. Daar kon ik bij het sleepbedrijf de auto weer meenemen, uiteraard tegen betaling van de sleepkosten! We zijn nogal beduusd door dit onverwachte slot. Niettemin hebben we genoten van de tocht en we zijn het erover eens: een wandeling in de Vercors in het voorjaar is een absolute aanrader, maar let op waar je je auto parkeert!
Stengelloze gentiaan (ook wel Kochs gentiaan genoemd).
• Chatillon-en-Diois, Gîte d’étape du Suel (www.gitesdechatillon.fr/pages/3.php). • Boulc, La Tune de l’Ours (boulc-infos.fr/hebergeurs-restaurateurs/resto-auberge). • Vaunières (www.grandsgites.com/gite-05-hameau-vaunieres-778.htm). • Lus-la-Croix-Haute (www.gite-point-virgule.fr). LEESTIP Wandelgids 904, Tours et traversées du Vercors – du Diois et des Baronnies, FFRP, ISBN 9782751408762
www.wandelmagazine.nu
SPECIAL
Ontdek de Nieuwe Dordtse Biesbosch • Wandelpaden door nieuwe natuur • Waterranden vol leven • Water als natuurverbinding www.nieuwedordtsebiesbosch.nl
Welkom in de Nieuwe Dordtse Biesbosch!
10 highlights
Het Eiland van Dordrecht heeft er een stuk natuur bij: de Nieuwe Dordtse Biesbosch, een nieuw, gevarieerd natuur- en recreatie gebied dicht bij de stad Dordrecht. Het gebied ontwikkelt zicht tot een Biesboschachtig landschap met een duurzaam, robuust watersysteem als basis. De natuur- en recreatiehectares lopen in elkaar over en versterken elkaar.
Wie inpoldert moet water lozen. Daarvoor werden in het oorspronkelijke veenmoeras al vanaf de elfde eeuw sloten gegraven. Maar daardoor daalde de bodem en werden ontginningsgebieden kwetsbaar voor overstromingen. Dus werden dijken aangelegd. Die waren in 1421 en 1424 echter niet bestand tegen de St. Elisabethsvloed: de polders overstroomden. Pas vanaf het eind van de zestiende eeuw kon er weer opnieuw ingepolderd worden, getuige de Zeedijk uit 1652. In de achttiende eeuw verrees ten zuiden van de Zeedijk de Zuidbuitenpoldersekade. Daarmee ontstonden in het tussenliggende gebied in 1758 de Hania's polder en in 1777 de Zuidbuitenpolder. Alles daarbuiten werd pas in 1926 ingepolderd, als werkverschaffingsproject.
De Nieuwe Dordtse Biesbosch is ongeveer 530 hectare groot. De bijzondere polderstructuur, de kreken, de dijken en de ligging aan de rivier maken een mooi geheel van het gebied dat ideaal is om er in te wandelen. Die Biesbosch is natuurlijk niet nieuw. Nieuw zijn de stukken polder die zijn teruggegeven aan de natuur. Daarbij gaan we mee in de getijdenbeweging van de geschiedenis: van natte wildernis vóór het jaar 1000 naar inpolderen vanaf de elfde eeuw, naar (weer) natte natuur in 1421, naar inpolderingen in de zeventiende eeuw en nu opnieuw naar natte natuur. Weinig steden in Nederland krijgen zo’n groot natuurgebied direct in de achtertuin. De Nieuwe Dordtse Biesbosch brengt recreatie en groen dichter bij de stad en wil zo mensen uitnodigen om te recreëren op het Eiland van Dordrecht en in de Biesbosch. Het gebied is onlangs officieel geopend voor het publiek. Wandelroutes In de Noorderdiepzone, ten zuiden van de Zeedijk, zijn zes nieuwe wandelroutes gerealiseerd. De routes sluiten op elkaar aan en starten vanaf verschillende parkeerplaatsen. Hier zijn ook informatieborden geplaatst, met een kaart waarop de verschillende wandelroutes zijn aangegeven en beknopt enkele cultuurhistorische ‘bakens’. Wandel-app Aan de hand van zichtbare maar soms ook onzichtbare landschapselementen is langs twee wandelroutes, de Bolbakenroute en de Haniasluisroute, meer informatie te vinden over de cultuurgeschiedenis van het gebied. Die kom je te weten via de app izi.TRAVEL. Aan de hand van filmpjes, die bestaan uit een compilatie van bewegend beeld, bijzondere archieffoto's, prenten en kaartmateriaal, wordt de geschiedenis van het gebied verteld. Maar er valt nog veel meer te wandelen, te zien en te beleven in de Nieuwe Dordtse Biesbosch. Strik dus je veters en ga op pad! www.nieuwedordtsebiesbosch.nl
TEKST DEBORAH PAALMAN & ROB HAAN
ZUIDBUITENPOLDERSEKADE
HANIASLUIS
De Zuidbuitenpoldersekade beschermde de Hania’s polder en Zuidbuitenpolder tegen het Biesboschwater. Dat stond vroeger nog in open verbinding met zee. Om na een storm of hoge rivierstand het water te kunnen lozen kreeg iedere polder ten minste één sluis. De eerste sluis van de Hania's polder (1758) was een eb- en vloedsluis. In 1799 werd deze vervangen door een grote stenen boogsluis. In 1926 verloor de Haniasluis zijn functie. De sluis werd een duiker, waardoor de sloten van de nieuwe en oude polders met elkaar werden verbonden. WIELEN IN DE ZEEDIJK
De Oudendijk omarmde in 1603 verschillende éénmanswaardjes die vanaf ca. 1590 waren ingepolderd. Zo ontstond de eerste grote polder na de St. Elisabethsvloed: het Oude Land van Dubbeldam. De Zuidendijk omdijkte in 1617 nieuwe opslibbingen en creëerde de Zuidpolder. In 1652 herhaalde dit proces zich: tussen de Zuidendijk en de net aangelegde Zeedijk lag weer een nieuwe landbouwpolder: de Alloyse- of Bovenpolder. De Zeedijk was vanaf dan de hoofdwaterkering maar in 1682 brak de dijk tijdens een storm door. Het water kolkte op die plek twee kommen uit. Deze wielen waren zo diep dat het eenvoudiger was de dijk er omheen te leiden. Daarom maakt de dijk bij de Alloysehoeve (ca. 1750) nog altijd twee grote bochten. HET OUDE VEER
In de zeventiende eeuw keek je vanaf de Zeedijk en de Wieldrechtsezeedijk nog uit over een watervlakte. De Zeedijk was dus met recht een zeekering. De Oude Veerweg verwijst naar de plek waar je vanaf de Wieldrechtsezeedijk naar Lage Zwaluwe kon varen. Daarvoor werd rond 1677 een veerhuis gebouwd. Het staat er nog steeds: Wieldrechtsezeedijk 3. Tegenover het veerhuis liep een pad naar de haven. De haven slibde echter na een tijdje dicht en werd 500 meter naar het zuiden verplaatst. Het Oude Veer verloor zijn functie en de oude haven met veerstoep werd in 1803 de Cannemanspolder. OVERTOOM EN HEVEL
Vóór de inpoldering van Polder de Biesbosch (1926) kon je je in het waterrijke getijdengebied goed met een boot verplaatsen door een netwerk van kreken. Via het Noorderdiep naar het Springersgat bijvoorbeeld. Dat kwam ongeveer uit op de plek waar nu het waterbassin van de hevel ligt. Wilde je verder varen in de Nieuwe Merwede (gegraven tussen 1859 en 1897), dan moest je boot uit het water. Daarvoor stond op de dijk een (over)haal, ook wel overtoom, 30 Wandelmagazine 2-2019
scheepslift, of (scheeps)rol genoemd. Met behulp van een groot rad kon je je boot op een baan van rollende houten stammetjes over de dijk trekken. ECOLOGISCHE VERBINDING MET STAPSTE(N)EN
HOEVE JONG DORDRECHT/MUSEUM TWINTIGHOEVEN
In de jaren ’30 werden meerdere pachtboerderijen in het nieuw ingepolderde deel gebouwd als eigendom van Vereniging de Biesbosch (feitelijk de gemeente Dordrecht). Hoeve Jong Dordrecht werd door de vereniging zelf geëxploiteerd, eerst als gemengd bedrijf, later als fruitbedrijf met eigen koelhuis. In 1988 werd
Cartografie & ontwerp Buro GLAAP
Deze ecologische verbinding verbindt de Dordtse met de Sliedrechtse Biesbosch. Grote onderbrekingen in de ecologische zone, die voor dieren vaak onoverbrugbaar zijn, kunnen verholpen worden door zogenaamde stapstenen in te richten; kleine tussenliggende landschapselementen, in de vorm van bosschages, struweel, rietstroken of poelen, die voor een tijdelijke toevluchtsplaats (springplank) zorgen.
infanteriegevechtsgroep van tien tot twaalf man. Het Nederlandse leger bouwde op het Eiland van Dordrecht in de periode 1939-1940 minstens 65 van deze groepsschuilplaatsen. Tegenwoordig zijn er nog 58 over. Natuur- en Vogelwacht Biesbosch heeft enkele van deze ‘bunkers’ ingericht als vleermuisverblijfplaats.
EENDENKOOI MET VANGPIJPEN
In een eendenkooi werden eenden gevangen. In Dordrecht en de Biesbosch waren er tussen 1422 en 1987 meer dan honderd in bedrijf. Eendenkooien zijn er in talloze vormen, maar allemaal hebben ze één of meer vangpijpen: licht gebogen, taps toelopende sloten. De vangpijp is beschoeid met wilgenvlechtwerk, overhuifd met gebogen wilgentenen en gaas of netten en afgeschermd met rietmatten. Aan het eind bevindt zich een vanghokje met een luikje. De kooiman, die uit het zicht blijft, lokt de wilde eenden met tamme eenden de vangpijp in. Dan laat hij zich plotseling zien, zodat de eenden van hem af vluchten, verder de vangpijp in, tot zij uiteindelijk de pijp uitgaan (gevangen zijn). BUNKER/KAZEMAT
Het gaat hier eigenlijk om een betonnen groepsschuilplaats, vanwege de vorm Piramide genoemd. Ze maakten deel uit van de Vesting Holland, de kern van de landsverdediging in de Tweede Wereldoorlog. Het waren granaatvrije schuilplaatsen voor een
het complex verkocht aan het Rijk. Op de grond van Jong Dordrecht kon hierdoor boswachterij De Elzen aangelegd worden. In 1990 werden de gebouwen doorverkocht aan de Stichting Natuuren Vogelwacht. In 2007 werd in het voormalige koelhuis Museum Twintighoeven gerealiseerd, dat de ontstaansgeschiedenis van de Biesbosch in beeld brengt. BOLBAKEN EN ZALMSTEKEN
Bolbaken nr. 10 was onderdeel van de grensafbakening in de ondergelopen polder: de Biesboschzee. Die grens werd opgemeten in 1560 om de voormalige loop van de Maas te bepalen. Die oude Maas vormde vóór de Sint Elisabethsvloed van 1421 de natuurlijke grens tussen Holland en Brabant. Aan weerszijden van de bolbakengrens werden door vissers zalmsteken geplaatst: lange vlechtwerken van wilgenstaken met fuiken ertussen. 2-2019 Wandelmagazine 31
SPECIAL Nieuwe Dordtse Biesbosch
Met het getijde mee
naar nieuwe natuur
Zonsondergang, over de Nieuwe Dordtse Biesbosch.
32 Wandelmagazine 2-2019
D
eze Nieuwe Dordtse Biesbosch is een natuurgebied in ontwikkeling. In april is een groot deel onder water gezet om de nieuwe natuur te laten opbloeien en dat levert meteen fotogenieke uitzichten op. Prachtige Hollandse wolkenluchten worden gereflecteerd in het wateroppervlak. Dwars door de waterpartijen zijn paden aangelegd op minidijkjes, afgewisseld met zwevende vlonderpaden. Via de zogenoemde hevel, een buizenstelsel in de dijk, wordt water vanuit de Nieuwe Merwede het natuurgebied in gebracht. Op de hevel is een uitzichtpunt gebouwd. “Het is mooi geworden”, vertellen Hanneke en Rita, die ik er ontmoet. Hanneke woont al vijftig jaar in Dordrecht en heeft dit gebied de laatste anderhalf jaar zien veranderen. “Toen dit nog polder was kon je er wel een beetje doorheen fietsen, maar dat was niet zo leuk als nu met al die nieuwe wandelroutes en fietspaden.” Ook Peter-Paul en Marjan zijn blij met de ontwikkeling van dit gebied zo dichtbij de stad. “De afwisseling met de waterpartijen vinden we heel geslaagd.”
Honderden keren ben ik erdoorheen gefietst. Ik heb er hardgelopen, gefotografeerd en m’n eerste vriendinnetje gezoend: het Dordtse polderland achter de wijk Sterrenburg waar ik opgroeide. Het was er rustig, landelijk, weids. Nu ik er na jaren weer sta, zie ik dat je er vandaag nog beter kunt ontsnappen aan de drukte van de stad dan vroeger. TEKST & FOTO’S FRANK PETERS
Eendenkooien Met archeoloog Deborah Paalman fiets ik vanaf de hevel over de Zeedijk langs de kooikil. In de zeventiende eeuw, toen dit nog Biesbosch was met een open verbinding met de zee (vandaar Zeedijk), waren hier buitendijks verschillende eendenkooien met vangpijpen te vinden. Vangpijpen waren licht gebogen slootjes die in een punt richting de kooi liepen waarin de eenden werden gevangen. “We wilden die vangarmen weer terug brengen in het landschap als herinnering aan de eendenkooi die op deze plek lag. De landschapsarchitect heeft dat meegenomen in zijn ontwerp”, aldus Deborah. In plaats van eenden zwemmen er nu vooral zwanen en ganzen. “En kikkers vinden die armen ook fantastisch! Als ik hier met mijn paard over het nieuwe ruiterpad rijd, dan word ik getrakteerd op een kikkerconcert.” Je kunt de kooikil ook rond wandelen. Er is een drie kilometer lange route uitgezet met onderweg een uitkijkpunt over de vang pijpen. Dijkdoorbraken Deborah en ik vervolgen onze route met een wandeling over de Zuidbuitenpoldersekade. Die verhoging in het landschap was
2-2019 Wandelmagazine 33
Nieuwe Dordtse Biesbosch
Deborah bij de Kooikil.
Routepaaltje met tekens voor de Bolbakenroute en Route De Elzen Noord. Henny Groeneveld van het huis Klein Zwitserland en haar overbuurman wandelen door de Nieuwe Dordtse Biesbosch.
34  Wandelmagazine  2-2019
Haniasluis. De twee bochten in de Zeedijk zijn aangelegd om de wielen heen die na dijkdoorbraken waren ontstaan.
er voor de aanleg van de Nieuwe Dordtse Biesbosch ook al, maar nu is er een pad aangelegd met goed uitzicht over het gebied. “De Zuidbuitenpoldersekade stamt uit de achttiende eeuw”, vertelt Deborah. “Het was de begrenzing van twee buitendijks gelegen polders en een buffer voor de Zeedijk.” De Hania’s polder en Zuidbuitenpolder die zo ontstonden konden bij hoog water vollopen. Geen overbodige luxe want de Zeedijk was daarvoor twee keer doorgebroken en dat is nu nog steeds te zien in het landschap. “In de dijk zijn twee bochten te vinden”, vervolgt Deborah. Ze zijn aangelegd na de doorbraken rond 1682. “Als een dijk doorbreekt, krijg je door de waterkracht een wiel, een diep gat. Het is dan makkelijker om de dijk te herstellen met een bocht eromheen. Daar is veel minder grond voor nodig.” Nostalgie We kunnen verder wandelen over de kade of naar rechts afbuigen en het vlonderpad door de waterpartijen nemen. We blijven nog even op de kade, maar gisteren ben ik zelf al over het vlonderpad gegaan. Wat mij betreft een van de hoogtepunten van de Nieuwe Dordtse Biesbosch. Je komt langs ondergelopen graslanden, rietkragen, wilde bloemen, bosmanmolens en je hebt vrije uitzichten over het water. Onderweg tref ik Henny Groeneveld, die
met haar overbuurman door het gebied wandelt. Ze woont in het pittoreske huisje Klein Zwitserland. Henny heeft gemengde gevoelens over de nieuwe natuur. “Ik ben hier opgegroeid en mijn familiegeschiedenis is verweven met dit gebied. Het boerderijleven met koeien en akkerbouw vonden wij fantastisch. Dat is nu helaas weg.” Haar moeder, die woonde op Zeedijk 22, en haar vader van Zeedijk 9 kochten in 1953 Klein Zwitserland, vernoemd naar de vroegere speeltuin die er was. “Acht jaar later werd ik geboren als vierde in een gezin van vijf kinderen. Ik weet nog goed dat we hier uitkeken over de korenvelden”, vertelt Henny, die na het overlijden van haar moeder weer in het huisje is gaan wonen. “De veranderingen heb ik inmiddels wel geaccepteerd hoor en ik kan nu ook genieten van de wandelingen door de natuur. Het is natuurlijk vele malen beter dan een woonwijk of een bedrijventerrein”, zegt ze, maar ik bespeur nog steeds een melancholisch gevoel.
Hania’s polder Deborah neemt me mee naar de Hania’s polder waar ook een wandelroute is uitgezet. Dit gedeelte grenst aan woonwijk Sterrenburg, is veel droger en vooral bedoeld om lekker doorheen te struinen. Er staan picknicktafels en er is een heuvel aangelegd. “Leuk om vanaf te sleeën in de winter”, zegt Henk Bronkhorst, hoofdbeheerder van het Parkschap Nationaal Park De Biesbosch. “In de zomer wordt er juist gemaaid zodat de speelvelden goed toegankelijk blijven.” Om recreatie te stimuleren wordt de Hania’s polder meer als park beheerd dan als natuurgebied, maar je kunt er wel degelijk bijzondere natuur tegenkomen. “Er is een vogelobservatieplek en we hebben al een ijsvogel gezien.” De Haniasluis zelf is een gemeentelijk monument. Het is een prachtig oud sluisje dat inmiddels als een duiker fungeert. “Toen de Hania’s polder ontstond werd het overvloedige water aanvankelijk via een houten eb- en vloedsluis afgevoerd”, vertelt
Molensteen. Het onechte Oude Veer aan de Wieldrechtse Zeedijk. 2-2019 Wandelmagazine 35
SPECIAL Nieuwe Dordtse Biesbosch Deborah. “Eind achttiende eeuw werd deze stenen sluis gebouwd.” Hij moet wel opgeknapt worden, zie ik, anders gaat ie verloren en dat zou zonde zijn. Het verkeerde Veerhuis Van de Haniasluisroute wandelen we naar de Bolbakenroute die langs het Noorderdiep loopt, een stukje Elzenbos meepakt en de Oude Veerweg kruist. Die Oude Veerweg is interessant, want in de weide omtrek is alleen maar land in zicht. Toch keek je hier in de zeventiende eeuw, net als vanaf de Zeedijk, uit over een enorme watervlakte en kon je met het veer vanaf de Wieldrechtse Zeedijk naar Lage Zwaluwe varen. Het oude veerhuis uit 1677 staat er nog steeds. Binnendijks welteverstaan! Maar op de gevel van het tegenoverliggende huis staat Het Oude Veer. “Dat zou verboden moeten worden”, lacht Deborah. “Iedereen staat nu naar het verkeerde huis te kijken.” De Bolbakenroute heeft z’n naam te danken aan de bolbakens die hier in de zestiende eeuw werden geplaatst. Het waren lange houten palen met een bolvormige kolf van gevlochten wilgentenen waarmee de grens tussen het graafschap Holland en hertogdom Brabant werd aangegeven. Die lag oorspronkelijk midden in de Oude Maas, maar na de Sint Elisabethsvloed van 1421 verzoop de grens in de watervlakte die was ontstaan. En een grensmarkering was belangrijk omdat de opbrengsten van visserij of naar Brabant of naar Holland gingen. In 1560 werd de loop van de Oude Maas teruggezocht en van bolbakens voorzien,
Het nieuwe vlonderpad is een van de hoogtepunten van de Nieuwe Dordtse Biesbosch maar die konden worden verplaatst. Om fraude tegen te gaan werden naast de bolbakens loodzware molenstenen afgezonken en zo kon altijd gecontroleerd worden waar de grens lag. “Hoe ze die stenen daar ooit hebben gekregen is voor ons nog steeds een raadsel. Ze moeten die hier met boten naartoe hebben gebracht, maar als je die molensteen overboord gooit, ga je met boot en al mee”, vertelt Deborah. In het wandelgebied ligt waarschijnlijk nog zo’n oude molensteen. Nummer tien van de in totaal elf stenen. “We hebben een grondradaronderzoek laten doen en daaruit blijkt dat er op drieënhalve meter diepte iets ligt. Dat moet haast wel die molensteen zijn.” Ter herinnering aan de oude grens is een nieuwe molensteen in het landschap neergelegd. Verdronken dorpen Waarschijnlijk liggen in de buurt ook nog de restanten van het ambacht Twintighoeven, dat door de Sint Elisabethsvloed verzwolgen werd door het water. In het ver-
derop gelegen verdronken dorp Wolbrandskerke zijn de fundamenten van een kerk gevonden en een kerkhof met 350 middeleeuwse graven. Verder werden onder meer munten, keramiek, een fuik en duikers gevonden. Bijzonder was de vondst van drie grafkisten met de gehavende skeletten van drie mannen. Ze hadden verwondingen door een zwaardslag in een arm, een slag in de schedel en een doorboord bekken. “De pijl die daarvoor zorgde is niet gevonden, maar een andere pijlpunt uit die tijd past precies in het gat”, zegt Deborah. Het is in ieder geval een gebied met een rijke geschiedenis, die boven water komt in verschillende filmpjes en via het scannen van bordjes met qr-codes langs de route tot leven komt. Ik ben toe aan een moment van reflectie en sluit de toer af bij huiskamercafé Fluitekruid, een van de horecagelegenheden in het gebied en de winnaars van de AD Terrassentrofee. Je kunt er even op adem komen na een enerverende tocht.
PRAKTISCHE INFORMATIE
Natuurbad de Viersprong in 1960 met op de groepsschuilplaats (bunker) een picknickplek voor badgasten. 36 Wandelmagazine 2-2019
Horeca Aan beide uiteinden van het gebied is horeca aanwezig. In het noorden huiskamercafé Fluitekruid aan de Zeedijk 30, geopend do-ma 10:30-21:00 uur. In het zuiden paviljoen De Viersprong aan de Noorderelsweg 6, geopend wo-zo 12:00-20:00 uur. Ietsje verderop aan de Nieuwe Merwedeweg 2, theetuin De Griendheuvel, geopend (mei t/m oktober) do-zon 11:00-17:00 uur.
Het leven langs de
waterrand Een afwisselend landschap van land en water.
Aan de zuidelijke rand van Polder de Biesbosch liggen de natuurgebiedjes Tongplaat en Zuidplaatje. De machtige Nieuwe Merwede stroomt er traag en glad langs en knabbelt aan mangrove-achtige oude wilgenbossen. Dat de stem van het water in het verleden terecht gevreesd werd valt nog altijd op te maken uit littekens in het landschap. TEKST & FOTO’S WOUTER VAN DE VEGT
B
ijna zeshonderd jaar geleden ging het bijvoorbeeld heel erg mis in dit deltagebied. In de nacht van 18 op 19 november 1421 stak een hevige noordwesterstorm op, het opgezweepte water brak door de dijken en verzwolg grote stukken land. Duizenden mensen verdronken tijdens de Sint Elizabethsvloed met hun vee. Dordrecht was ineens geheel omringd door een enorme modderige binnenzee. In de eeuwen die volgden werden de hogere delen van het verdronken land weer geschikt gemaakt voor menselijke activiteiten. Het temmen van dit getijdengebied begon vorm te krijgen in de tweede helft van de negentiende eeuw. Om Dordrecht te vrijwaren van het voortdurende gevecht tegen hoogwater werd in dertien jaar tijd door stroomgeulen met elkaar te verbinden en zijgeulen af te sluiten de Nieuwe Merwede aangelegd. Aan de zuidkant van het enorme moeras werd even later een tweede afwaterings-
kanaal gegraven; de Bergse Maas. Overtollig water vond nu sneller zijn weg naar het Hollands Diep en de Noordzee. In het kader van de werkverschaffing werd in 1926 een enorme polder van meer dan duizend hectare in een jaar tijd op het ontembaar geachte moeras veroverd en kon in een grootschalige setting het eerste zaad van tarwe en suikerbieten de grond in. Polder de Biesbosch was een feit. Houtkap in bosgebied De Elzen Op een half uurtje lopen van het eindpunt van bus 5 in de Dordtse wijk Sterrenburg werd in 1990 aan de westrand van Polder de Biesbosch het bosgebied De Elzen aangelegd. Lange rijen dicht op elkaar geplante
bomen worden afgewisseld met rietkragen, bruggetjes, paden en meanderende kreken, restanten van het voormalige getijdengebied. Het zou zomaar kunnen dat de dichter Marsman hier inspiratie heeft opgedaan voor zijn gedicht Denkend aan Holland. De fietsers en de vele wandelaars met loslopende honden geven het gebied het aanzien van een stadspark. Recentelijk eisten 63 Nederlandse milieuorganisaties, waaronder Vogelbescherming en Natuurmonumenten, dat het omhakken van bomen in natuurgebieden moet stoppen. Het omzetten van bos in kaal stoppelveld, zoals ook in De Elzen, geschiedt niet alleen uit geldelijk gewin. De soms niet te temmen veranderingsdrift van ecologen is eveneens
Het zou zomaar kunnen dat Marsman hier inspiratie heeft opgedaan voor zijn gedicht Denkend aan Holland 2-2019 Wandelmagazine 37
Nieuwe Dordtse Biesbosch
Langs het Zuidplaatje. Zuidplaatje: geen stier gezien.
een drijfveer. Afwisseling lijkt momenteel de norm bij ons natuurbeheer. Heidevelden, zandverstuivingen en moerassen zijn hot en bomen staan daarbij letterlijk in de weg. Afgelopen februari, door Staatsbosbeheer Houtmaand genoemd, stonden ze er weer: lange rijen auto’s met aanhanger aan de rand van een gekapt bosperceel in De Elzen. Je kon er tegen betaling van 55 euro per kuub haardhout kopen. De eerlijkheid gebiedt te vermelden dat onder de omgezaagde bomen nogal wat essen met de gevreesde essentakziekte waren. Zuidplaatje Over de dijk langs de Nieuwe Merwede gaan we polder het Zuidplaatje in. Hoog boven ons jagen witte wolkjes elkaar achterna, schaduwen werpend over de polder; een wit-roze waas van madeliefjes en pinksterbloemen hangt over het gras. Twee baltsende futen drijven langzaam stroomafwaarts en verdwijnen al kop schuddend in de verte. De eerste boerenzwaluwen zwenken behendig boven het water. Een rietgors laat aarzelend het eerste gezang horen. Aan de rand van een slootje drukt een broedende nijlgans zich in het opschietend groen. Uit struikgewas langs het pad laten cetti’s zangers hun scheldend geluid horen. Geheimzinnige, pas in Nederland verschenen zangvogels die je in de Biesbosch niet kunt missen. Een prachtig bloeiende krentenboom heeft zich hoog in een gigantische langs de waterlijn staande holle wilg genesLangs het Zuidplaatje. 38 Wandelmagazine 2-2019
Langs het laarzenpad.
teld. We bereiken de Tongplaat, die enkele jaren geleden weer is teruggeven aan de dynamiek van het rivierwater. Op slikplaten en in ondiepe kreken zoeken eenden, knobbelzwanen en steltlopers naar voedsel. In de verte een schim van een zeearend, die er de laatste jaren broedt. Uit het jonge en dichte griendbos langs het pad is een flinke hap genomen. Niet het zaag- en kap werk van Staatsbosbeheer, maar het resultaat van actieve bevers. Laarzenpad Westelijk van het Zuidplaatje ligt tussen dijk en Nieuwe Merwede een kilometer-
slange strook griendbos waar een modderig laarzenpad doorheen slingert. Met hoogwater kom je er niet ver. Zelfs niet met laarzen. Staat het rivierwater laag, dan word je er ondergedompeld in een adembenemende wereld van modderbanken, omgevallen bemoste bomen, watertjes en kreken. Muzikaal begeleid door fitissen, spechten en tuinfluiters. Aan het eind van het pad, bij het voormalige Oosthaventje, kom je weer op de dijk. Dan ben je al vlakbij de Kop van ’t Land met zijn bekende herberg. Station Dordrecht Stadspolders is dan niet ver meer.
Meestal is water een natuurlijke grens, maar de Nieuwe Dordtse Biesbosch is door het water juist een verbinding. En dat is een van de belangrijkste doelstellingen van het gebied. De Sliedrechtse en Dordtse Biesbosch worden door de nieuwe waterrijke natuur met elkaar verbonden en vormen samen met het Brabantse deel één groot aaneengeschakeld natuurgebied. TEKST & FOTO’S FRANK PETERS
Bosmanmolen.
Water als brug
D
e laatste eeuwen werd doorgaans land gewonnen door inpoldering, maar tijden veranderen. Door de opwarming van de aarde wordt zoet water warmer, waardoor de kans op blauwalg, botulisme en vervuiling toeneemt, vooral in de stad. Om dit probleem tegen te gaan moet meer schoon water naar het stedelijk gebied getransporteerd worden. En dat gebeurt hier via de Nieuwe Dordtse Biesbosch. Daarbij ontstaat een groot gebied waarin dieren als bevers, reeën, maar ook de Noordse woelmuis of de blauwborst makkelijker hun weg vinden en wordt de Biesbosch nog aantrekkelijker voor recreatie. Veranderend landschap In de Zuidbuitenpolder is het waterniveau met zestig centimeter verhoogd. Het zorgt voor een compleet nieuw landschap, of misschien juist wel een heel ouderwets landschap. Want dit gebied is altijd in beweging geweest. Ooit was het een moerasgebied met wilde natuur dat in de mid-
deleeuwen werd ingepolderd, maar door de beruchte Sint Elisabethsvloed van 1421 stroomde het gebied weer vol. In de afgelopen eeuwen werd het stukje bij beetje teruggewonnen op het water en wordt het nu dus weer teruggegeven aan de natuur. Hevel Het waterschap Hollandse Delta bepaalt hoeveel water er door stroomt. Daarvoor is een zogenoemde hevel aangelegd, een buizenstelsel dat water van de Nieuwe Merwede overbrengt naar een bezinkplas in de Nieuwe Dordtse Biesbosch. Op de hevel is een uitkijkpunt gebouwd met een mooi uitzicht op de rivier aan de ene kant van de dijk en de nieuwe natuur aan de andere kant. Vóór de inpoldering in 1926 was dit landschap nog Biesbosch, een zoetwatergetijdegebied met een stelsel aan kreken met daartussen natte rietlanden en wilgenakkers. Je kon er prima met een bootje doorheen varen. Een van de kreken kwam ongeveer uit op de plek waar nu de bezinkplas ligt. Nu de polder weer teruggegeven wordt aan de natuur zal het landschap weer een beetje
gaan lijken op de vroegere Biesbosch, gevoed met water uit de bezinkplas. Schoon water Vanuit het bassin, waar rivierslib kan bezinken, wordt het schone water drie watersys temen in geleid. Er zijn kranen voor het natuurgebied, de landbouwgronden en de stad. “Het was een enorme uitdaging om dat te realiseren en zo tegemoet te komen aan de verschillende belangen”, vertelt Gerrit Slijkhuis van het waterschap Hollandse Delta. “Maar we zijn trots dat het gelukt is”. “Voor de stad is het verbeteren van de waterkwaliteit van groot belang”, vertelt Slijkhuis. “De bezinkplas zorgt voor vers water dat verder wordt gezuiverd door water- en oeverplanten. Door de nieuwe waterwegen krijgen we in het stedelijk gebied schoner water in sloten, kreken en vijvers en dat vermindert de kans op vervuiling en ontwikkeling van ziektekiemen”. In het natuurgebied wordt de kans op blauwalg en botulisme tot een minimum beperkt doordat het water niet stil staat. Ook muggen hebben hierdoor minder kans. “Maar muggen horen wel bij waterrijke gebieden”, zegt Jacques van der Neut van Staatsbosbeheer. “Dat kun je niet voorkomen. Door de nieuwe natuur worden de leefomstandigheden voor vissen, amfibieën en waterinsecten die muggenlarven eten wel verbeterd.” Het is een systeem dat zich moet ontwikkelen voordat het helemaal in evenwicht is. 2-2019 Wandelmagazine 39
SPECIAL Nieuwe Dordtse Biesbosch
Uitzichtpunt Hevel met zicht op de bezinkplas. Johannes Visgemaal.
Staatsbosbeheer houdt de natuurontwikkelingen in het gebied goed in de gaten. “Je ziet nu al heel veel nieuwe vogelsoorten zoals de dodaars, roodborsttapuit en zwartkopmeeuw. Die laatste heeft een schitterende rode snavel en rood-witte mascara rond de ogen. Dames zouden er jaloers op worden. Verder zie je veel libellen en amfibieën.” Bosmanmolens In de natuurkern wordt het water verder in beweging gebracht door kleine, fotogenieke molens, de zogeheten bosmanmolens. Het type dat in de Nieuwe Dordtse Biesbosch staat, is ontworpen in 1929 door de firma Bosman uit Piershil. De werking is even eenvoudig als doeltreffend. Als water door het inlaten via de bezinkplas stijgt, duwt een vlotter de stang van de hoofdvaan omhoog en de bijvaan plat waardoor de molen vanzelf in de wind draait. Via een door de wieken aangedreven pomp wordt het water verder in beweging gebracht. Vanaf windkracht 1 werkt het systeem al. Uitgang Uiteindelijk verlaat het water het gebied weer bij het Johannes Visgemaal in de buurt van recreatieplas De Viersprong. De Viersprong ontstond door de inpoldering in 1926. Het water van verschillende kreken komt hier samen. De inpoldering was overigens een werkverschaffingsproject van de overheid. In de crisisjaren ’20 en ’30 was de werkloosheid enorm en heerste veel armoede. Om werk te creëren voor hen die het financieel moei40 Wandelmagazine 2-2019
lijk hadden begon het inpolderen. Een werknemer kon 45 guldencent per uur verdienen plus 3 cent reisvergoeding. Omgerekend zou dat vandaag overeenkomen met een maandsalaris van ongeveer 700 euro. Hield je het minder dan vier weken vol, dan moest je de verkregen werkschoenen weer inleveren. Naast het schoeisel kregen arbeiders ook een schop. Rijk werd je er niet van, en het werk was zwaar. Maar het was beter dan niets. Van de ontstane Viersprong werd slim gebruik gemaakt door er een natuurbad aan te leggen waar mensen uit de stad konden recreëren. Het overtollige polderwater
dat erlangs stroomde, werd in eerste instantie afgevoerd via een eb en vloedsluis. Bij eb gingen de sluisdeuren voor het polderwater open, bij vloed werden diezelfde deuren weer dichtgedrukt. Maar door inklinking van de polder nam de druk af en kon het water niet goed meer weg. In 1955 werd daarom het Johannes Visgemaal gebouwd om de polder leeg te kunnen trekken. Het water dat nu de Nieuwe Dordtse Biesbosch verlaat wordt ook via het gemaal richting de Dordtse Biesbosch afgevoerd. Daarmee is de brug tussen de Sliedrechtse Biesbosch in het noorden en de Biesbosch in het zuiden een feit.
Inpolderingswerkzaamheden van de Biesboschpolder.
Column
Tekst Jan Erik Burger
Bomenfobie, een onuitroeibare kwaal?
I
n de jaren rond 2010 leefde een pyromaan zich bij herhaling uit in de Schoorlse Duinen. De dennen laaiden als een tierelier. De vlammen bedreigden het dorp, maar zo ver kwam het op het nippertje niet. Het kwam Staatsbosbeheer eigenlijk wel goed uit, bleek later. In 2016 meldde het Schoorlse boswachtersblog dat de laatste herstelwerkzaamheden aan de gang waren. Als lezer denk je dan aan herplantingen met natuurlijk gemengd bos. Duurzame eiken bijvoorbeeld. Snel hielp het blog me uit de droom. “Herstel betekent dat op sommige plekken de bovenste laag van de verbrande bodem verwijderd wordt tot op het grondwater. Op de natte plekken die hierdoor ontstaan, kunnen soorten als de rugstreeppad en planten als Parnassia en de Moeraswespenorchis weer tot ontwikkeling komen.” Let op de hoofdletters: dat betekent dat we met ware natuurlovers te maken hebben. Twee jaar geleden kwamen dorpelingen in het geweer toen bleek dat SBB ook de niet verbrande bossen wilde rooien. Nu was en is er wel wat voor te zeggen om de strak in het gelid staande dennenplantages te vervangen door gemengd bos. Of wil men woeste stuifduinen terugbrengen zoals die bestonden voordat de Corsicaanse den na jaren van experimenteren rond 1850 eindelijk aansloeg en de dorpen niet langer onder het zand dreigden te verdwijnen? Ook elders in het land was een massale kapwoede uitgebroken. Enkele voorbeelden. Bij Amerongen op de Utrechtse Heuvelrug bleken vele hectaren kaalgeslagen, maar ook beeldschone hellingbossen van Zuid-Limburg moesten wijken. Om plaats te maken voor erosie? Er werd alom gespeculeerd wat onze grote natuurorganisaties bezielde. Natuurhater Henk Bleeker kwam weer eens ten tonele. Hij had bij het bosbe-
heer grote gaten in de begroting geslagen, want laat het natuurbeheer maar aan de boerenvrienden van Henk over. Die gaten moesten met de verkoop van hout worden gedicht. Ook Natuurmonumenten was gekort, maar als ledenorganisatie stond de vereniging sterker. Bij NM ging het naar eigen zeggen om het terugbrengen van de soortenrijkdom. De kaalslag diende heidevorming, een door onvermijdbare rooflandbouw in de middeleeuwen ontstane situatie. Op de heide graasden toen schapen, die hun mest dropten in de potstallen. Hiermee bemestten de boeren hun arme gronden voor land- en tuinbouw. Dat
Natuurlijk is de soortenrijkdom drastisch afgenomen. Dat komt door industriële landbouw en veeteelt. Daar wat aan doen, kun je niet in een paar perkjes opvangen etekende simpelweg overleven. Bovendien b was het in die tijden aanzienlijk kouder (kleine IJstijd), ook een voorwaarde voor een gezonde heide. Ga maar eens kijken in Noorwegen op honderden meters hoogte. Daar is heide een natuurlijke situatie. Enkele tientallen jaren terug leefde NM zich ook al uit in grootschalig tuinieren, zoals het kansloze korhoenproject op de Sallandse Heuvelrug. Een paar kilometer over grens vliegen de hoenderen vrolijk rond onder de schuilnaam auerhaan. Bosbedekking, waarvan we in Nederland heel weinig hebben, schijnt voor de vele NMambtenaren een vloek te zijn. Koolstof, klimaatopwarming nooit van gehoord... Natuurlijk is de soortenrijkdom drastisch
afgenomen, maar dat komt door industriële landbouw en veeteelt. Daar wat aan doen, kun je niet in een paar perkjes opvangen. Gelukkig zijn de leden massaal in opstand gekomen. Ik ook. Er is een pauze ingelast, die ‘toevallig’ samenvalt met het vogelbroedseizoen, als er toch al niet gekapt mag worden. Heel wat leden hebben uit protest inmiddels opgezegd. Niet doen, probeer eerst de bazen van de club te overtuigen. Die zijn vooral met marketing en PR bezig, denk bijvoorbeeld aan het Project Oer voor stadse bleekneusjes. Oer is in elk geval niet het met zware werktuigen vernietigen van bos en bodem. Opzeggen kan later altijd nog.
2-2019 Wandelmagazine 41
advertorial
Sallandse Heuvelrug
Glooiende rust en stilte Smalle paadjes over de heidevelden.
Voor een lang weekend of een weekje weg in eigen land heeft de Sallandse Heuvelrug de wandelaar die op zoek is naar rust en stilte meer dan genoeg te bieden. Twee LAW’s (Pieterpad en Marskramerpad) doorkruisen het nationale park, er ligt het wandelnetwerk Twente en er zijn diverse thematische routes te vinden. Op pad in het glooiende land van bos en heide. TEKST PAUL VAN BODENGRAVEN FOTO’S MARCO BARTEN
42 Wandelmagazine 2-2019
E
en lang weekend Salland, dat is snel geregeld. Even weg van drukte, afspraken, files en andere besognes die op zijn tijd even opzij geschoven moeten worden. We kiezen voor een diep in de bossen gelegen huisje bij Hellendoorn, buiten het dorp, aan een doodlopende landweg. Alleen het gefluit van de vogels en het geruis van wind in de bomen horen we hier. Daaaaaag Randstad! Oriënteren We rijden met een boog om het Avonturenpark Hellendoorn heen en gaan naar het informatiecentrum van het Nationaal Park Sallandse Heuvelrug. Dat is niet alleen handig als je wat wilt weten over de historie en het ontstaan van het landschap, maar gelijk ook een knooppunt van diverse wandelroutes. Blauwe, groene en gele pijlen wijzen alle kanten op. Wikken en wegen, voordat de keuze valt op een vertrouwd concept; de NS-wandeling Nijverdal – Holten steekt het park dwars door en rijgt wat hoogtepunten aan elkaar. De route volgt voor een groot deel een stuk van het Pieterpad.
Gele dovenetels kleuren de velden en bosrand.
Op pad In het centrum van Nijverdal leggen we een stevige bodem van koffie met cheesecake, kopen wat broodjes en al snel laten we de bebouwde kom achter ons. Via een brede beukenlaan lopen we het bos in. Het is eind april en de bomen hebben hun kwetsbare, jonge blad nog maar net uitgevouwen. Het zonlicht komt gefilterd tot ons en hult het bos in een lichtgroen schijnsel. De heidevelden die we verderop zien zijn nog grauw, maar verschillende wilde bloeiers als de gewone koekoeksbloem en de gele dovenetel geven kleur aan de randen van de velden en bossen. Er wordt druk gefloten en gezongen, we zien merels heen en weer slepen met nestmateriaal. Kortom: de lente is in volle gang. Waar is de korhoen? Bij het eerste uitzichtpunt op de Haarlerberg komen we andere wandelaars tegen.
advertorial
Wandelaars bij uitzichtpunt Haarlerberg.
Het mag hier dan wel een nationaal park zijn, erg druk is het er niet. We lezen dat er op de vlakte voor ons korhoenders leven (of hebben geleefd). Deze dieren zijn zo goed als uitgestorven in ons land. In 2015 zijn er een paar exemplaren uit Zweden hiernaartoe gehaald, in de hoop zo de slinkende populatie iets te laten groeien. Bij de laatste telling waren er nog maar twee hanen en een handjevol vrouwtjes. Die gaan we niet zien vandaag… Uitzicht De brede beukenlanen hebben we inmiddels ingewisseld voor smalle zandpaadjes die over de heide slingeren. De bekende rood-witte markering is onze houvast in het glooiende terrein. Voor Nederlandse begrippen is dit aardig geaccidenteerd terrein, met als hoogste punt 55 meter boven NAP op deze route. Niet iets om tegen op te zien, maar om je op te verheugen: Op meerdere punten heb je fantastisch uitzicht over het gebied. Gecombineerd met de uitgestrekte bossen kun je hier heerlijk ongestoord een dagje dwalen en los komen van de waan van de dag. Bewoonde wereld Het mooie van dit park is ook dat je er, afgezien van het informatiecentrum en een smalle asfaltweg die het park doorkruist, nauwelijks sporen van de bewoonde wereld aantreft. Geen pannenkoekenhuizen met bijbehorende speeltuinen, geen horeca met oplaadpunten voor elektrische fietsen, geen huizen. En dus ook nauwelijks andere mensen. Natuur en oorverdovende stilte, precies waarvoor we zijn gekomen. Pas een kilometer voor Holten zien we de eerste huizen; een landweg met bosvilla’s. Een mooi plekje voor de gefortuneerde medemens. Die kan dan meteen een vorkje prik-
Tekst Lenneke van der Burg Foto’s Hans Farjon
Ons rustige huisje in het bungalowpark. Foto: Bospark Hellendoorn
Onze boomklever verlaat zijn nest om eten te zoeken.
ken bij het daartussen gelegen restaurant, dat uitsluitend geopend is voor diner, en niet voor koffie met appeltaart of een biertje. Nog even volhouden dus! Aan de rand Dat de natuur ook gedijt aan de rand van de bebouwing, zien we met eigen ogen als we staan te kijken bij een boom die is vol gehangen met vrolijke nestkastjes. Boven op elkaar, in allerlei vormen en kleuren. Ook leuk, maar vast veel te dicht bij elkaar om ook echt gebruikt te worden door vogels. Die aanname wordt vrijwel meteen weerlegd als we uit een oranje huisje een boomklever naar buiten zien glippen, met wat afval in zijn snavel. Een minuut later keert hij/zij alweer terug met een groen rupsje in de snavel; voedsel voor het nageslacht dat binnen waarschijnlijk hongerig zit te wachten. Metselaar als hij is heeft ook
deze boomklever, die normaal gesproken in boomholtes nestelt, hier een flinke laag klei aangebracht boven de ingang van zijn kastje. Zo maakt hij ‘in het wild’ de opening op maat. Hier is dat niet nodig, maar het instinct zit er nu eenmaal in en dus wordt er ook hier flink ‘gekleid’. Rust! In Holten is het even wachten op de trein en duiken we de tegenover het station gelegen kroeg annex ijssalon in. Niet vergelijkbaar met stadse drukte, maar levendig genoeg om alweer te verlangen naar ons huisje in het Hellendoornse bos. We zijn hier tenslotte gekomen voor de stilte en rust. Dus boodschappen doen, eten maken, een fles wijn opentrekken en de voetjes op de bank. De tv blijft uit, we luisteren naar de vogels die hun laatste lied van de dag zingen. Tijd om te gaan slapen!
Meer informatie • Nationaal Park Sallandse Heuvelrug: www.sallandseheuvelrug.nl • Wandelnetwerk Twente: www.wandelknooppunten.eu/wandelnetwerk-twente • NS-wandeling Nijverdal – Holten: www.ns.nl/dagje-uit/wandelen/ • Wij sliepen op Bospark Hellendoorn, een klein park met slechts acht bungalows: www.bosparkhellendoorn.nl 2-2019 Wandelmagazine 43
Italië
D
“
uce! Duce! Duce!”, brult de menigte als Mussolini het balkon betreedt van Palazzo Venezia in Rome. De fascistische leider, gekleed in een zwart overhemd, de kin vooruit en de handen op de heupriem, kijkt vanuit de hoogte neer op de juichende massa. Daar moeten we aan denken, zittend op een muur van de Acropolis van de Romeinse stad Norba, hoog in de bergen van Monte Lepini. Het voelt als een fantastisch balkon met zicht op het blauw van de Tyrreense Zee. Het kan niet anders of die volksmenner uit Rome moet hier op dit balkon hebben gestaan, denken we. Zijn felle blik gericht op het zompige land tussen hem en de zee. De ‘keizer van het nieuwe Romeinse Rijk’ wilde maar wat graag zijn voorgangers overtreffen. Wat de Romeinen niet was gelukt, zou hij wel doen: de Pontijnse moerassen omtoveren in de vruchtbare velden van de Agro Pontino. Het zou een van de ‘grote werken' worden van het fascistische regime. Het volk op de pleinen en in de polder juichte, maar de mensen in Monte Lepini vonden het maar niks, beneden in de moerassen lagen hun weide- en visgronden. Mussolinikanaal Beneden in de polder worden vooral kiwi’s geteeld, maar wij zijn even niet geïnteresseerd in die Nieuw-Zeelandse vruchten. We speuren naar iets anders, net als de familie Peruzzi op de ochtend van 25 mei 1944. Ze waren op weg naar wat restte van hun huis daar beneden. Vier maanden lang had hun boerderij in de vuurlinie tussen Geallieerden en Duitsers gelegen en waren ze gedwongen in een grot in de bergen te wonen. Het Duitse leger is verdreven, maar niet nadat ze de gemalen gründlich ont manteld hebben. Twaalfduizend hectare staan weer onder water, ruim tien jaar nadat ze zijn drooggelegd. Net als de Peruzzi’s speuren wij de vlakte af naar de kaarsrechte lijn van het Mussolinikanaal, het kanaal waarlangs hun huis staat. Toen was het kanaal “als een pijl in ons hart, het zilveren lint dat lag te glinsteren in de zon.” Nu, na een lange droge zomer, is daar weinig van over. We dalen af, want het kanaal willen we volgen naar boerderij nummer 517, de boerderij van de Peruzzi’s. Wat ons hierheen drijft, is het boek dat de geschiedenis van de boerenfamilie Peruzzi en Italië in de eerste helft van de twintigste eeuw zo prachtig verwoordt. In Het Mussolinikanaal pakt de schrijver Antonio Pen44 Wandelmagazine 2-2019
AGRO PONTINO
Zee, bergen Italiaanse en de
Noordoostpolder
Mooi vlak ligt de polder Agro Pontino ingeklemd tussen ruige bergen en witte stranden. Romeinen, pausen en Hollandse ingenieurs legden een deel van de Pontijnse moerassen droog. Pas in 1935 maakte Mussolini het af. TEKST & FOTO’S HANS FARJON & BERT STOK
nacchi je bij de lurven en laat je pas vijfhonderd pagina’s later los. Meegesleept door zinnen als: “Pardon wat zegt u? Wilt u weten of dat verhaal klopte of niet? Sodemieter op, laat die vuile praatjes toch voor wat ze zijn. Hoe moet ik dat weten? Dat gaat u maar aan de Duce vragen, hoor.” Pennacchi schrijft zoals de boerenfamilies toentertijd verhalen aan elkaar doorvertelden, bij elkaar op bezoek tussen de koeien op stal. De landloze Peruzzi’s uit de Po-
delta komen, als oud-strijders van WO I en als aanhangers van Mussolini van het eerste uur, in aanmerking voor een spiksplinternieuwe boerderij in de drooggelegde Pontijnse moerassen. Samen met dertigduizend anderen. De ONC-boerderij nummer 517 ligt op de linkeroever van het kanaal, dat tegenwoordig wat saai Aqua Alta heet. ONC staat voor Opera Nationale di Combattenti, het Bureau voor Oud-strijders, dat onder leiding van mannetjesputter
Lazio
Uitzicht over de lagune vanaf Monte Circeo.
Het gemaal van Mezzocchio. 2-2019  Wandelmagazine  45
Italië
Wandelen over de kam van de Monte Circeo.
De Via Appia kruist het Canale Mussolini.
graaf Cencelli, de twintigste-eeuwse blitzontginning leidde. In vijf jaar werden maar liefst 50.000 hectare ontgonnen, 3500 identieke boerderijen gebouwd en witte macadamwegen aangelegd omzoomd door eucalyptusbomen.
Zicht vanuit Monte Lepini op de polder.
ONTGINNING VAN DE MOERASSEN De fascistische propaganda dat Mussolini de Pontijnse moerassen heeft drooggelegd, klopt maar ten dele. Ongeveer een derde deel, het noordoostelijke stuk, was al eerder drooggelegd. Het ligt nu onder zeeniveau en wordt bemalen. Aan het begin van de Romeinse tijd waren er nog geen moerassen; het gebied kwam pas onder water te staan toen de Romeinen in korte tijd bijna alle bossen in de omliggende heuvels kapten. Keizer Nero liet de eerste kanalen graven om een van de belangrijkste Romeinse wegen, de Via Appia, begaanbaar te houden. Eeuwen later probeerden verschillende pausen, onder meer met de inzet van de Nederlandse ingenieur Cornelis Janszoon Meyer, het vervallen Romeinse kanalenstelsel te herstellen en uit te breiden. Het verzet van herders en vissers uit de Monte Lepini, die de moerassen gebruikten, en het ontbreken van organisatie voor het beheer van de waterlopen en dijken zorgden er voor dat veel plannen niet tot uitvoering kwamen of dat de uitgevoerde werken snel in verval raakten. Niet alleen gebrek aan onderhoud speelde een rol, ook was er de vernielzucht van de bergbewoners. Pas eind achttiende eeuw, onder paus Pius V, lukt het wel. Er kwamen nieuwe kanalen en in 1862 werd een waterschap ingesteld. Vanaf 1907 pompte het stoomgemaal Forcellata het water weg. 46 Wandelmagazine 2-2019
Perruzi’s Vanaf een hoge stenen brug kijken we het Mussolinikanaal in; een meters diepe v-vormige kerf, zonder één druppel water. Op de bodem een kaal grindpaadje aan beide zijden omzoomd met wilde bamboeen wilgenbossen en vooral veel woekerend braamstruweel. Een Hollandse watergraaf zou in paniek raken van al de rotzooi die de afvoer van water tegenhoudt. Het schouwpad dat we willen volgen is onbegaanbaar. Het plan van de gemeente om een wandelen fietspad langs het Mussolinikanaal te leggen, lijkt ons verre toekomstmuziek. Maar we willen door. We sluipen over het land van een kiwiboer en vechten ons door de wildgroei naar dat grindsnoer op de bodem van de kerf. Met de nodige krassen en schrammen lukt dat. Ja, dan loopt het eigenlijk best wel goed zo zonder water. Wel is het pad bestrooid met andere rotzooi die het water dit voorjaar heeft meegevoerd: hier een verloren schoen, daar een boomstam, verderop een plastic ton. En steeds maar die bamboestaken opzij duwen. Of we al in de buurt van de Peruzziboerderij zijn, valt moeilijk te peilen. Ons eerste houvast is de spoorbrug. De Marchibrug die op een novembernacht in 1934 helemaal werd weggevaagd door het snel stijgende water uit de heuvels, vol meegesleurde rotsblokken, boomstammen en struikgewas. Het water kon er niet meer onderdoor, dan
maar er overheen. Onvoorstelbaar nu het kanaal helemaal droog staat. Na twee kilometer ploeteren geven we het op en kruipen weer naar de bewoonde wereld. We steken een leeg waterflesje door het hek van een boerderij en krijgen een grote fles gekoeld water terug. Lief, maar je moet het wel allemaal meedragen. “Waar is de Madonninabrug?”, vragen we. Het is een van de aanwijzingen in het boek over de plek waar de Peruzziboerderij ligt. Daar, wijzen ze in de verte. Met het boek in hand lopen we verder. “Bent u op zoek naar de schrijver”, vraagt een vrouw met een hondje. “Die woont in het eerste huis voorbij de kruising met het Mariabeeldje. Hij wil vast wel zijn handtekening zetten in jullie boek”, knikt ze bemoedigend. Dat het boek zo sterk het leven van de schrijver overlapte, wisten we niet. We lopen langs de rechte weg met aan weerszijden huizen. Vroeger waren alle boerderijen identiek, strak geordend als bij ons in de Noordoostpolder. “De boerderijen waren allemaal hemelsblauw. Met twee verdiepingen. En een dak met twee dakschilden en houten dakspanten. Rode Marseillaanse dakpannen. […] voor de voordeur had je een afdak met dakpannen erop en verder helemaal afgesloten met horren.” Geen origineel exemplaar is er nog te vinden. Of zou het huis van de schrijver misschien nog de sfeer
van vroeger oproepen? Pennacchi staat er op het naambordje. Verdomd, hij woont er echt. Maar zijn huis is zo rigoureus verbouwd, dat er werkelijk niets meer is overgebleven van de Peruzziboerderij, zelfs geen dakpan. Zo maar aanbellen bij een gevierd schrijver, dat doe je niet, vinden we. We lopen verder en nemen een slok van het koude water. Toch jammer, we hadden zoveel te vragen. Misschien dat Pennacchi het wel leuk had gevonden. Nagele Wandelen in de polder met zijn drukke verkeer en dichtgegroeide kanalen is geen pretje. We houden het voor gezien en gaan naar de nieuwe steden in de Agro Pontino. Pardon wat zegt u? Mussolini had toch een pesthekel aan steden? Een perverse zooi, een plek van kunstmatig leven, plekken waar de vrouw slechts één of twee kinderen baart. Je kunt het geloven of niet, maar er zijn in Agro Pontino toch echt vijf nieuwe steden verrezen. Aanvankelijk tegen zijn zin, maar dat veranderende razendsnel. De Duce was helemaal om toen hij de hoofdstad Latina onder grote internationale belangstelling mocht inwijden. Was die stad nog stijf classicistisch, het stadje Sabaudia ademt de sfeer van het Nieuwe Bouwen. Een moderne stad zonder de strengheid van architecten als Le Corbusier. Het lijkt wel een mediterrane versie van het dorp
Nagele in de Noordoostpolder. We worden er helemaal vrolijk van. Wel fijn dat in de municipo nu een democratisch gekozen bestuur zit en in het Casa del Fascio een bioscoop. Bijzonder is dat de stad niet de gebruikelijke scheiding tussen wonen en werken kent. Openbare gebouwen en woningen staan door elkaar. Dat maakt de zaak levendig. De woningblokken hebben zuilengalerijen met winkels, restaurants en bars, waar je lekker op een terrasje een glas Oppidum Secco kunt drinken, de excellente droge muscaatwijn van de streek. Bijna alles staat er nog, alleen de markthal is afgebroken. “Een schande”, vindt een man met een strenge bril en loopkruk. Hij wil ons wat laten zien. Samen schuifelen we naar het stadhuis. “Kijk daar”, wijst de man trots. “Benito Mussolini ‘Capo del governo’”, staat er in de toren gebeiteld. We schuifelen nog even wat verder en belanden bij een putdeksel met het logo van fascistisch Italië: de lictorenbundel*. Elders in Italië radicaal weggebikt, maar de polder bleef net zoals de familie Perruzi trots op de Duce die hen nieuw land had gegeven. Als we nog meer willen zien moeten we naar de kerk. De man houdt het voor
* Lictoren waren wetdienaren, te herkennen aan de ‘fasces’ (roedenbundels) die zij in de hand droegen als zij een magistraat begeleidden. Aan de hoeveelheid bundels kon de status van de magistraat afgelezen worden.
Het gemeentehuis van Sabaudia.
Het Nieuwe Bouwen in Sabaudia: Villa Manzoni.
Mussolini in zwart hemd. Sabaudia 80 jaar (1934-2014). 2-2019 Wandelmagazine 47
Italië
Bijna alle kiwis in Europa komen uit de Agro Pontino.
gezien. Op het mozaïek boven de ingang staat een levensgrote Maria. Op de achtergrond wordt graan geoogst. Een man met een gladde schedel en brede kaken kijkt wat nors naar Onze Lieve Vrouwe. Mogelijk is Mussolini ontstemd over het feit dat de katholieke kerk niet wilde dat de toren van zijn stadhuis hoger zou worden dan hun kerktoren.
Gloeiende billen Niets wijst op een stad die verbonden is met het platteland behalve de Sikhs met hun gekleurde tulbanden. Zij zijn gewaardeerde arbeidskrachten; ze geven geen krimp in de bloedhitte van de kassen vol kiwi’s. Nee, Sabaudia is meer een badplaats. Wedstrijdroeiers trekken hun baantjes door het spiegelgladde water van de
lagune, eens de Olympische roeibaan. Grillige parasoldennen contrasteren met de strakke lijnen van de witgele stad. Vanaf de brug over de lagune heb je een prachtig uitzicht op de gefiguurzaagde bergcontouren van Monte Circeo, het baken tijdens onze wandelingen van de afgelopen dagen. We willen nu eindelijk wel eens naar de top. Wie we het ook vragen, iedereen heeft de berg beklommen. Ook de ijscoman. “Het was niet makkelijk. Ik moest op mijn billen omlaag, zo steil was het.” Zijn achterwerk gloeit er nog van. Helemaal geloven doen we hem niet, daar staan zijn ogen te vrolijk voor. Maar toch, het was voor ons niet makkelijk. Wat een klim en wat een uitzicht! Nog een keer kijken we uit over de Italiaanse Noordoostpolder, ingeklemd tussen ruige bergen en witte stranden.
PRAKTISCHE INFORMATIE Hoe er te komen? De Agro Pontino ligt 70 kilometer ten zuiden van Rome en heeft ee regelmatige verbinding vanuit Rome per trein en bus. Ook het lokale busnetwerk van Cotral (www.cotralspa.it/lang/) is redelijk frequent. Zie de BusCotral-app voor de dienstregeling. Accommodatie Een ruime keuze aan overnachtingsmogelijkheden in Latina, Sabaudia, Pontinia en Terracina. Wandelen Je kunt er goed wandelen langs gemarkeerde paden door de omringende bergen (Monte Lepini en Monte Circeo) en door het uitgestrekte Circeo-woud. Een zuidelijke tak van de Via Francigena biedt vanuit de Monte Lepini fraaie vergezichten over de polders. Latina, Pontino en Sabaudia lenen zich goed voor een stadswandeling langs modernistische architectuur en stedenbouw. Fraaie oude stadjes vind je langs de rand van de Agro Pontino: Terracina, San Felice Circeo, Sezze, Sermoneta en Cori. Zie voor meer wandelsuggesties: hansfarjon.nl/agropontino, ook voor diehards die door het drukke polderlandschap willen lopen. Onze tip Zoals overal in Italië is er ook hier uitstekende horeca, van pizzapunt tot haute cuisine, alom tegenwoordig. De droge muscaatwijn Oppidum Secco is te proeven in de wijngaard van www.cantinasantandrea.it in Borgo Vodice. Meer weten? • Uitstekende toeristische informatie over Sabaudia en nationaal park Circeo op www.prolocosabaudia.it/en • Bezoekerscentra Parco Nazionale Circeo in Sabaudia en
48 Wandelmagazine 2-2019
San Felice Circeo (www.parcocirceo.it). • De geschiedenis van de streek wordt belicht in Museo della Terra Pontina in Latina (www.museodellaterrapontina.altervista.org) en Museo dell’Agro Pontino in Pontinia (www.museoagropontino.it). Via de laatste website is ook een beklimming van de prachtige watertoren van Pontinia te regelen. • De fraai gelegen ruïnes van Norba liggen aan de rand van het stadje Norma (www.anticanorba.com). LEESTIP Het Mussolinikanaal, Antonio Pennacchi, De Bezige Bij, ISBN 9789023463443. Het boek dat ons inspireerde voor deze reis.
Nederland
Biesbosch
Polder Hooge Hof. De Whisper op het Noordergat.
Nooit meer heen en weer Sinds kort kun je veel aantrekkelijker wandelen door de polders en grienden van de Biesbosch. Niet dezelfde weg heen en weer terug, maar fijn met de kapitein van de Fluisterboot naar de Deeneplaat en in je eigen tempo teruglopen. Wandelmagazine genoot van het uitbundige wilgengroen, de spindotter en bloeiende dijken. TEKST & FOTO’S HANS FARJON
“
W
e glippen toch door de Petrussloot”, glundert Gerrit, de kapitein van fluisterboot Whisper. Wat een verrassing, want onze bestemming, de Deeneplaat, ligt recht voor ons. Dit is echt om. “Vijftig jaar geleden lag ik als zeeverkenner tien dagen met boot en tent aan deze smalle sloot”, had ik hem verteld. Vandaar. Toen zakte het water nog twee keer per dag twee meter en veranderde de sloot in een modderravijn met een ietsepietsig stroompje op de bodem. Het jaar daarop sloot de Haringvlietdam en verdween het getij. Het veranderde de Biesbosch radicaal. Met het getij verdwenen heel wat beroepen: biezensnijders, rietmaaiers en griendwerkers. Bijna geen mattenbies meer te zien in de Biesbosch, wel heel veel riet en wilgen. Gerrit was rijswerker. Van wilgentakken uit de grienden vlocht hij matten die voor versteviging van dijk werden gebruikt. “Ik doe het nog graag een paar keer per jaar met mijn maten bij de Zwarte Keet op de Deeneplaat”, vertelt hij vol vuur.
Wilgen Daar legt hij aan, veel te snel naar mijn zin. Gerrit weet zoveel te vertellen. Ik wip aan land, alleen. Snel ga ik op in het overweldigende groen van de wilgen. Merels fluiten; verderop vliegt een visarend. Het grootste deel van de wilgengrienden op de Deeneplaat wordt niet meer afgezet. Dus je ziet wilgen in allerlei vormen en maten. Alleen rond de zwart geteerde griendwerkerskeet is nog een veldje met geknotte wilgenstobben te zien. Over een brede dijk, wit van de madelieven en gespikkeld van de grauwe gans, loop ik langs de Polder Hoge Hof, waar alleen nog maar jerseykoeien en bevers aan natuurbeheer doen. Dan volgt de Catherinapolder, waar nog geboerd wordt. “Strikt verboden toegang voor onbevoegden”, bijt een bord mij volledig overbodig toe. Ik voel geen enkele aandrang om het saaie stuk weiland in te lopen en sla links af de grienden van de Jantjesplaat in. Een lekker slingerend pad voert langs knalgele bossen spindotter, die hier langs de Merwede nog verassend goed
gedijen. De spindotter is een forsere variant van de dotterbloem die in getij gedijt. Nieuw landschap De tweede helft van de tocht terug naar het Biesbosch Museum loopt door een nieuw landschap. Om het water van de Waal ook in de toekomst buiten de deur te kunnen houden, zijn hier dijken doorgestoken en nieuwe rivierarmen gegraven. Ruimte voor de rivier noemen de waterstaatsingenieurs dat. Naast veel meer water en bruggen heeft dat prachtige dooie bomen opgeleverd. Daar een markant bosje met kaarsrechte populieren, allemaal dood; verderop midden in een plas een rijtje wilgenstaken die zwart spiegelen in het blinkende water. Beeldschoon. Vlak voordat ik het museum bereik, werp ik nog een blik door een gigantische kijker van betonijzer. “Uitkijk op het landschap”, heeft de beeldend kunstenaar Urs Pfannemüller zijn kunstwerk gedoopt; een ander bijproduct van Ruimte voor de Rivier. Toch raakt het me niet wat ik door Urs’ kijker zie. Alles wat deze tocht zo bijzonder maakt ontbreekt: oude wilgen, dode bomen en gele spindotters. En de verhalen van Gerrit natuurlijk. Snel loop ik naar de aanlegsteiger. Jammer genoeg is de Whisper buitengaats. ACHTERGRONDINFORMATIE Dagelijks fluistertochten vanaf het Biesboschmuseumeiland Hilweg 2, Werkendam. Afzetten op de Deeneplaat voor een wandeling van 7 tot 15 km en terug naar het museum is twee keer per week mogelijk, meestal op donderdag en zondag. Voor reserveringen en vaaragenda: 0183-504009 of www.biesboschmuseumeiland.nl 2-2019 Wandelmagazine 49
Nederland
Smullen van
STADSGROEN in Rotterdam
50 Wandelmagazine 2-2019
ANT
R
PO CEEN
N AT U U R
HET
O
IN
WAT IS NATUUR NOG IN HET ANTROPOCEEN? Wandelmagazine verkent in deze serie de toekomst van natuur en landschap in het nieuwste geologische tijdvak: het Antropoceen. In het vierde en laatste deel maken we kennis met groeiend groen tussen én boven het stadsgewoel van Rotterdam.
Na reportages uit natuurreservaten in Finland en Polen en het veenweidegebied van Amsterdam, wandelen we door de oogverblindende nieuwbouw aan de Maas. Minder bekend zijn de verassende dak-akkers, de weelderige permacultuurperken en de gekraakte pluktuinen, waar de Rotterdammers enthousiast samenwerken met de natuur en ook met elkaar. TEKST & FOTO’S HANS FARJON
Verser kan het niet vanochtend geplukt voor het restaurant Uit je Eigen Stad. De Dakakker ligt op zeven hoog boven de Coolsingel.
O
p deze warme julidag ligt het Rotterdamse groen er heerlijk weelderig bij. Over het Dakpark rent een man met baard achter de fiets van zijn gesluierde vrouw aan. Verderop spartelen jonge kinderen uitgelaten in een fraaie waterval met fonteintjes. Dit smalle park boven op een voormalige spoordijk is wel een kilometer lang. Spoorwegen – verlaten, verdwenen of nog in bedrijf – we volgen ze de hele dag. Dit netwerk blijkt ruimte te bieden aan allerlei vormen van stadsnatuur. Het groen van het Dakpark is al weer een paar jaar aangeharkt en geformaliseerd. Maar denk maar niet dat de gemeente met dit plan is gekomen. Zoals alles wat we vandaag zien, is dit te danken aan de inzet van nijvere Rotterdamse burgers die zelf aan de gang zijn gegaan. Zo zorgen de zogenoemde Schapendames er nog steeds voor dat de natuurlijke grasmaaimachines het gras van het park kort houden. We dalen af door de moestuintjes van Hakim en Murat, waar sperzieboontjes, suikermaïs en snijbiet welig tieren, en komen terecht in Proefpark de Punt, ook een bewonersinitiatief. Dat het park nog bestaat is ook te danken aan de val van de Lehman Brothers. De woningen die hier stonden waren nog niet gesloopt of de woningmarkt stortte in. Er staan al behoorlijk grote bomen tussen de woeste struiken en het hoog opschietende gras. Achter een zelf gemetselde pizzaoven klinkt zachtjes het gekakel van kippen. In het lommer van de tuin zit de 84-jarige Jaap. “Ik hou hier een oogje in het zeil”, lacht hij vriendelijk. “De kippetjes zitten veilig achter dik gaas, anders worden ze niet zo oud.” Permacultuur Aan de andere kant van het Dakpark ligt de verlaten Keilehaven, ooit de tippelzone van de stad. Een paar krakers verdwijnen in een enorme gashouder, waar binnenkort een dancepaleis zijn deuren opent. Maatschappij voor Volksgeluk gaat het heten, weer zo’n pakkende naam waar Rotjeknor patent op heeft. 2-2019 Wandelmagazine 51
De Voedseltuin ligt ingeklemd tussen verlaten bedrijfsgebouwen.
De Pluktuin is bereikbaar per trekpont.
Tuintjes op Dakpark Rotterdam. 52 Wandelmagazine 2-2019
Tussen oude bedrijfsgebouwen ingeklemd ligt het groen van de Voedseltuin. Klanten van de Reclassering zijn aan de slag met courgettes en artisjokken. Wat ze precies doen is niet duidelijk, want onkruid wieden en gif spuiten is er hier niet bij. “Wij doen aan permacultuur”, legt de struise Ragnhild uit. “We werken met de natuur mee. Onze tuin is heel divers, zodat er ook ruimte blijft voor insecten, vogels en planten die we niet kunnen eten. We proberen te bereiken dat de tuin zichzelf onderhoudt.” Het klinkt allemaal geweldig. Als klap op de vuurpijl, blijkt de oogst via de Voedselbank bij de minst bedeelden van de stad terecht te komen. Jammer genoeg zijn de twee Voedseltuinkratjes per week een druppel op een gloeiende plaat. Om elke week de zesduizend pakketten te vullen is veel meer nodig. “Eet, drink, dans, lach (voordat het te laat is)”, staat er in blauwe letters tussen de bontgekleurde vissen op de muren van ontmoetingsplek de Fruitvis. De naam verwijst naar het recente verleden toen hier fruit vanuit de hele wereld werd gelost en geveild. “Nu komt hier geen banaan of mango meer uit een scheepsruim, dat is allemaal naar de Europoort verhuisd”, vertelt fruitconsulent Arjen die op zijn kantoor slechts virtuele vruchten ziet passeren. “Voor een echte appel of peer moet je tegenwoordig achter de Fruitvis zijn”, wijst hij. Daar ligt de grootste stadsboerderij van Rotterdam: Uit je eigen Stad. De stadsboeren hebben het zichzelf niet makkelijk gemaakt. Ze zijn zo’n tien jaar geleden neergestreken op een verlaten spoorwegemplacement. Toen de spoorstaven verdwenen, bleef er een zandige bodem bedekt met grint achter. “Niet bepaald vruchtbaar”, herinnert Marlies zich, die op haar hurken boontjes in een humeus zaaibedje legt. “Die hebben we jarenlang met veel toewijding moeten composteren en bemesten.” Vis en sla Het blijkt een helse klus te zijn om de visie van de stadsboeren tot werkelijkheid te maken: bijdragen aan de voeding van de stad aan de Maas en de kringlopen sluiten. Drie jaar geleden moesten ze stoppen met hun experiment om de verbouw van sla in
Artichokken van de stadsboerderij.
In Proefpark de Punt.
kassen te combineren met de kweek van vis. De poep van de vissen voedt de slaplantjes, de sla houdt het water van de vissen schoon. Dat was het idee. Win-win zou je zeggen, maar het lukte niet om het bedrijfsmatig rond te maken. Ook de teelt van paddenstoelen en kippen liep tegen hetzelfde probleem aan. Ja, zelfs het restau-
rant waar we van een heerlijke salade genieten van groenten die hier vanochtend zijn geoogst, heeft kort na ons bezoek haar deuren moeten sluiten. Of de stadsboerderij nog heropent is niet duidelijk. Met een goed gevulde buik lopen we naar het meest spectaculaire stadslandbouwproject van Nederland: de Floating Farm. Een
Rotterdam onwaardige naam, die recht voor zijn raap vertelt wat het is, een drijvende boerderij tussen boten en havenkranen van de Merwedehaven. Binnenkort zal melk van een stuk of veertig roodbonte koeien ter plekke verwerkt en verkocht worden. Hun eten, ingekuild gras in zwarte plastic balen, ligt als een vestingmuur klaar op de wal. Slechts één koe kijkt ons aan vanaf de overdekte daktuin boven op een soort drijvende kas. “Die is niet echt”, waarschuwt een echtpaar met e-bikes aan de hand. De enige levende wezens op de boerderij zijn schaftende bouwvakkers. Het echtpaar is het wachten zat. De opening is al zo vaak uitgesteld. “Ik kan ook niet meer wachten tot ze arriveren. De kantoormuren
Het park op het verlaten Hofpleinstation. 2-2019 Wandelmagazine 53
Nederland vliegen me aan”, antwoordt Albert, de jonge boer met donkere krullen, op mijn vraag wanneer de koeien nu echt komen. “Het duurt niet lang meer, maar we willen liever niet vertellen wanneer. Dan krijgen de dieren de kans om rustig te wennen aan hun nieuwe omgeving.” Pas als ze zich thuis voelen, gaat de deur open. Dan kan de nieuwsgierige stadsmens met eigen ogen zien waar zijn melk vandaan komt. Trekpontje Nadat we een druk verkeersknooppunt hebben weten te passeren, komen we op een verlaten spoorweg terecht. Een smal onverhard pad voert ons door een groene oase hoog tussen woonwijken, snelwegen en bedrijventerreinen. Dit is echt lekker lopen. Links beneden ons horen we het gekwetter van kinderen in de kinderboerderij. Met een wijde boog loopt de spoordijk lang het Kasteel van Sparta naar de Van Nellefabriek, die als een groot glazen cruiseschip boven de spoorbaan uitsteekt. Vanaf hier razen de treinen voorbij. Hoge geluidschermen zorgen voor onverwacht veel rust in het groen van de brede spoorberm. “Lekker bezig in de natuur?”, roepen we over een sloot naar een eenzame schoffelaar in een volkstuintje. “Natuur? Daarvoor moet je hier niet zijn. Ik kom hier voor mijn rust”, lacht hij vrolijk. “Maar ik moet verder, het onkruid slaapt nooit.” Even verderop ligt een trekpontje. Als je
aan de bel trekt, komt iemand je ophalen. “Welkom in de Pluktuin”, zo begroet de veerman ons als we aan boord stappen. Soepel glijdt de pont door het kroos en komen we in een klein paradijsje terecht. De Pluktuin is een boomgaard in grote potten op een dikke plak asfalt. Tot 2011 stonden hier auto’s geparkeerd. “Wij zijn met zes fruitboompjes in grote plasticzakken begonnen. Het asfalt wegbreken was niet te betalen. Nu staan er 110 bomen in potten. “Je moet ook even hierachter in het gloednieuwe Essenburgerpark kijken”, dringt de vrouw, die onze koffie brengt, aan. “Je kunt zo over olifantenpaadjes door het groen en langs water richting station lopen. Het is net geopend.” Tot voor kort was het een wildernis, maar nu een officieel park. Ook weer dankzij de inzet van buurtbewoners. Gelukkig is het wilde karakter, dat me doet denken aan mijn gelukkige jeugd op rommelige bouwterreinen in Amstelveen, behouden gebleven. Soms
De Pluktuin is een boomgaard in grote potten op een dikke plak asfalt. Tot 2011 stonden hier auto’s geparkeerd
waan je jezelf in een woest wilgenwoud. Het pad slingert om de knoeperts van bomen heen. Dat die bomen zo groot kunnen worden. We laten onze vingers verdwijnen in de diepe richels van de bast. Opgestroopte mouwen We moeten aan Faruks oom denken als we moe en voldaan van onze muntthee nippen op het terras van de Dakakker, het hoogste punt van onze tocht. Met Bosniër Faruk Bašić raakten we aan de praat tussen grote bakken vol groenten en bloemen in het Essenburgerpark. Hij bleek geïnspireerd door zijn oom die tijdens de belegering van Sarajevo groenten verbouwde op zijn balkon, vijftien verdiepingen hoog. “Voor hem pure noodzaak, ik doe het voor de rust en om buurtgenoten te ontmoeten.” Vanaf ons terras, slechts acht verdiepingen hoog, kijken we zo tussen hoge flats de Coolsingel op. Zelfs op dit dak van het Schieblok groeit de munt die in ons theeglas staat. De tomatenranken schieten ver omhoog en er hangen zelfs appeltjes aan een boom. Een passend einde van een dag vol verrassingen. Hoe zal het verder zal gaan, vragen we ons af? De stad voeden uit het groen lijkt ons niet meer dan een mooie droom. Maar wat een aangename ontmoetingsplekken in heerlijk groen zijn hier geschapen. Wij van 020 zijn best wel jaloers op al die Rotterdammers die hun mouwen opstropen en gewoon beginnen.
PRAKTISCHE INFORMATIE We wandelden van Delfs haven naar station Blaak, 12 km. Begin- en eindpunt zijn goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Routekaart en -beschrijving zijn te downloaden via: www.hansfarjon.nl/ rotjegroen-i Horeca is ruim voor handen. Aanraders zijn Weelde (de opvolger van Uit je eigen Stad, (www.weelderotterdam.nl), de Pluktuin (www.de-pluktuin.nl), Op het Dak boven op het Schieblok (www.ophetdak.com ) en de Markthal bij station Blaak. Of de koeien van de Floating Farm al zijn gewend, kun je checken op www.floatingfarm.nl Drijvende boerderij in aanbouw in de Merwedehaven. 54 Wandelmagazine 2-2019
België
Vlaanderen
Het glooiende Pajottenland.
Op pad in het Pajottenland van
BRUEGEL
Dit jaar is het 450 jaar gelden dat Pieter Bruegel de Oude overleed in Brussel. Reden voor Vlaanderen en Brussel om groots uit te pakken. Jan Erik Burger wandelde op de plekken waar Bruegel heeft geleefd of nu nog voortleeft.
TEKST & FOTO’S JAN ERIK BURGER
P
ieter Bruegel de Oude (1525-1569) wordt vaak beschouwd als dé belichaming van de Vlaamse identiteit. Hij groeide uit tot een onuitputtelijke bron van inspiratie en een huizenhoog cliché. Dat is des te merkwaardiger omdat de schilder eeuwenlang vergeten was, zeker in België. Buitenlandse musea bezitten de meeste van de ongeveer veertig resterende Bruegels. De magistrale Toren van Babel hangt bijvoorbeeld in Rotterdam. Vanaf het begin van zijn carrière stond het landschap centraal bij Bruegel, want de schilder reisde en wandelde veel. In zijn eigen tijd genoot Bruegel al veel erkenning als landschapsschilder. Ook nu nog behoren de Bruegellandschappen tot de hoogtepunten van de landschapsschilderkunst.
Bruegel schildert met aapje op zijn schouder (Brussel).
Bokrijk Wat hebben openluchtmuseum Bokrijk en de schilder met elkaar te maken? Toen in de jaren vijftig de industrialisatie van Vlaanderen een hoge vlucht nam, dreigden veel historische huizen en boerderijen in korte tijd verloren te gaan: het land, zoals Bruegel het geschilderd had. Het museum focust op het dagelijkse leven van mensen vroeger. Ook in de werken van Bruegel staat de ‘gewone’ mens centraal. Je waant je in Bokrijk soms, aldus de begeleidende gids, in een schilderij van Pieter Bruegel. Jozef Weyns, de eerste conservator van Bokrijk, heeft zich in belangrijke mate laten inspireren door Pieter Bruegel de Oude. Dat voel en zie je in de omgeving, het landschap en in twee historische gebouwen in het openluchtmuseum. Zo werd een woonstalhuis uit Vorselaar aangevuld met andere 2-2019 Wandelmagazine 55
België
Een acteur in Bokrijk. Bruegelhoeve in openluchtmuseum Bokrijk. Watermolen Sint-GertudisPede. Sint AnnaPede.
Bruegeliaans mannetje beklimt pilaar.
bouwelementen om het zo goed mogelijk te laten lijken op de boerderij die Bruegel schilderde. In Bokrijk is een wandelparcours uitgezet dat zich met name richt op ouders met opgroeiende kinderen. Een Bruegelgame ontbreekt niet. Belangrijke leidraad is het schilderij De strijd tussen Carnaval en Vasten. Brussel Bruegels tijd was een periode vol woelingen, waarin de Spanjaarden heersten over de Lage Landen. De beeldenstorm, de inquisitie en het smeekschrift der edelen brachten wreedaard Alva als antwoord van Filips de Tweede op de troebelen. In de
jaren 1567-1568 vonden er in Brussel alleen al 117 executies plaats, waaronder die van de graven van Egmont en Hoorne op de Grote Markt. De schilderijen De ekster op de galg en De parabel van de blinden stammen uit deze periode en putten inspiratie uit het Pajotse landschap. Bruegel ligt begraven in de destijds buitenmuurse Kapellekerk. In de kerk vind je tal van verwijzingen naar hem. Niet ver daarvandaan ligt het Park van de Kleine Zavel, waar het standbeeld van Egmont en Hoorne
Breugeliaans beeld van Pajottenland met oprukkend Brussel op de achtergrond door Filip Dujardin.
56 Wandelmagazine 2-2019
omringd wordt door belangrijke tijdgenoten als Marnix van Sint-Aldegonde, kaartenmakers Mercator en Ortelius, en ook onverwacht Willem de Zwijger. Dat Bruegels werk in zijn eigen tijd bijzonder populair was, betekende naar de geest der eeuw ook dat het duchtig gekopieerd werd. Na zijn dood ging dat door, in de eerste plaats door zijn zonen Pieter Brueghel de Jonge (1564-1638) en Jan Brueghel de Oude (1568-1625). Bekwame schilders, maar niet de hand van de meester.
PRAKTISCHE INFORMATIE • Bokrijk heeft een eigen station aan de lijn Hasselt-Genk. Het openluchtmuseum ligt in een 550 hectare groot park, een droom voor wandelaars en gezinnen. • Feast of Fools. Bruegel herontdekt – 7 april t/m 28 juli 2019 in het kasteel van Gaasbeek in Dilbeek bij Brussel. • De blik van Bruegel met de bijbehorende wandeling loopt van 7 april tot 31 oktober en begint in de kerk van Sint Anna-Pede in Itteren. Vanaf station Brussel-Zuid lijnbus 118. Meer weten? • bruegel2019.be • www.visitflanders.com
oorbeelden zijn te zien in het nabije V Museum voor Schone Kunsten, naast vier échte’ Bruegels. Gaasbeek De dertiende-eeuwse voorganger van het schitterend gelegen kasteel van Gaasbeek maakte deel uit van de verdedigingsgordel rond Brussel. In de daaropvolgende eeuwen werd het meermaals verwoest, maar steeds opnieuw opgebouwd. Een van de bekendste bewoners was Lamoraal, graaf van Egmont, de onthoofde. Eind negentiende eeuw nam eigenaresse markiezin Arconati Visconti het initiatief voor een grondige verbouwing. Architect CharleAlbert maakte er een sprookjeskasteel van. De voorgevel moest zo ‘oud’ mogelijk lijken, het middeleeuwse karakter versterkend met uitkragende torentjes, schietgaten en kantelen. De binnenzijde kreeg een renaissance uiterlijk, de favoriete tijd van de markiezin. Zij richtte het kasteel in als museum voor haar enorme kunstcollectie en creëerde zo een heuse tijdmachine, waarin zij het verleden kon herbeleven. In 1921 erfde de staat kasteel Gaasbeek. De Bruegeltentoonstelling Feast of Fools – Bruegel herontdekt sluit aan bij de sprookjeswereld van de markiezin. De expo biedt meer dan een kijker op een dag aankan. Er zijn twee werelden. Je ontdekt met een reeks sleutelwerken van oudere ‘moderne’ meesters én scheppingen van hedendaagse kunstenaars die ‘iets met Bruegel hebben’. Ze knopen aan bij zijn thema’s, herinterpreteren die, en tonen zo aan dat zijn werk tot op vandaag niets aan relevantie heeft ingeboet. De tentoonstelling vertrekt vanuit ‘het grote misverstand’, toen Bruegel in de nadagen van de romantiek geproclameerd
werd tot een diep in de Vlaamse klei gewortelde schilder van boerenkermissen, krakende sneeuwlandschappen en ruisende korenvelden. De tentoonstelling laat zien hoe Vlaamse en internationale kunstenaars zijn omgegaan met zijn artistieke erfenis. Denk daarbij aan James Ensor, Gustave van de Woestyne, Constant Permeke, Otto Dix en George Grosz. Vooral de figuren op Van de Woestynes doeken, tijdgenoten, lijken zo uit een Bruegel weggelopen. Pajottenland Breugel werkte vaak in het Pajottenland, de streek die voor hem daadwerkelijk op loopafstand van Brussel lag. Het kerkje van Sint-Anna-Pede in Itteren heeft een prominente plaats op De parabel van de blinden. ‘De blik van Bruegel’ is een zeven kilometer lange rondwandeling door het arcadische Pajotse landschap, die begint in het kerkje van Sint-Anna-Pede en voert naar de watermolen van Sint-Gertrudis-Pede in Schepdaal en terug. Onderweg tussen de weidse vergezichten kom je werk tegen van hedendaagse landschapskunstenaars. Een van de eerste blikvangers is het spoorwegviaduct over de vallei van de Pede met zestien bogen en zeventien pijlers, in de volksmond daarom ‘de zeventien bruggen’ geheten, een fraaie betonconstructie uit het interbellum. Tien jaar geleden begon men met de verdubbeling van de sporen van twee naar vier met inachtneming van het monumentale karakter. Dat is wonderwel geslaagd. Rond een van de pijlers heeft kunstenaar George Rousse een houten constructie gehangen. Die verwijst naar het typische vrijstaande huis dat Vlamingen, die naar eigen zeggen geboren zijn “met een baksteen in de maag”, overal kwistig hebben rondgestrooid. Het staat in de stei-
gers, en verwijst zo naar de bouw van de Toren van Babel die, zoals we weten, nooit afkomt en slechts leidt tot de bekende Babylonische spraakverwarring. Heel Belgisch dus. Vanuit een bepaalde kijkrichting is een trompe-l’oeil (optische illusie) te zien in de vorm van een ondergaande zon. Wat verderop hangen in een bomenbosje uitvergrote details van de Toren van Babel op wapperende gordijnstof aan een cirkelvormige roede. Een commentaar op de oprukkende verstedelijking rond Brussel en de bedreiging van de natuur. Vlak voor de watermolen staat de Study for a windmill, een verwijzing naar Bruegels werk De kruisdraging. Dit keer is dit geen directe verwijzing, want bij Bruegel staat de molen op een steile rotszuil, die je hier niet aantreft. In vroeger tijd stond de molen symbool voor het productieve landschap en (als banmolen) voor de heersende macht. Op twee plekken duiken onverwacht driedimensionale afbeeldingen van alpenrotsen op. Kunstenaar en fotograaf Filip Dujardin, die we al eerder zagen in het kerkje in SintAnna-Pede, verwijst zo naar de collageachtige schilderijen waarin Bruegel-elementen uit een grand tour die hij in Italië gemaakt had lukraak in het Vlaamse landschap plaatste. De watermolen aan de Pedebeek is van het bovenslagtype, waar het opgestuwde water op een machtig scheprad valt. Achter de molen liggen twee idyllische molenvijvers, een boomgaard en een moestuin. Aan de overkant van de grootste molenkolk ligt een historische vierkantshoeve, waar Brouwerij Goossens tot in de jaren zestig lambiek brouwde. Het mouthuis wordt momenteel gerestaureerd om er opnieuw te gaan brouwen. Zoals Bruegel het zou geschilderd hebben. 2-2019 Wandelmagazine 57
Natuur om de hoek
Zuid-Limburg
Safari in de Schinveldse Bossen Oude kleigroeve. Geen officiële highlight, toch zo mooi.
Je bent in het uiterste noordoostpuntje van Zuid-Limburg. Als het geen zweefvliegtuig is dat over je hoofd scheert, is het een laagvliegende AWACS-jet van de NAVO-basis net over de grens. Toch zijn de Schinveldse Bossen een oase van rust. Ook de inwonende Schotse hooglanders storen zich nergens aan. TEKST & FOTO’S JONATHAN VANDEVOORDE
O
p het zonnige terras van eetcafé De Lier vlak bij het dorp Schinveld wacht ik tevergeefs op het eerste zweefvliegtuig. Vandaag is woensdag, er is geen vlieger te zien. Boswachter José Hermens van Natuurmonumenten houdt mij tijdens de lunch gezelschap. Ze geeft mij een snelcursus ‘Schinveldse Bossen’, en haalt meteen een kopie van een Tranchotkaart uit 1850 tevoorschijn, zo’n heerlijk tekenwerkje met sierlijke letters en waar moerassen nog als moerassen ingetekend staan en bossen die, tja, er toen eigenlijk niet waren? “Hier zitten wij”, wijst ze midden in een moerasgebied. “Nu allemaal cultuurlandschap. Vanaf de middeleeuwen werden hier akkers aangelegd. De bossen die je vandaag zult tegenkomen dateren van tijdens en na de Industriële Revolutie.” Ze toont mijnbossen waarvan het dennenhout voor de ondersteuning van mijnschachten werd gebruikt. En ook natte broekbossen, vanwege de subtiele hoogteverschillen. “Daarin hebben we een tachtigtal Schotse hooglanders loslopen. Die vreten ’s winters ondergroei weg, en ’s zomers onkruid en 58 Wandelmagazine 2-2019
gras. Zo wordt het landschap divers en afwisselend gehouden. Dat is ook goed voor de biodiversiteit. Schotse hooglanders? Die wil ik wel eens tegenkomen. Ik ken ze nog van vroeger, vlakbij mij thuis waar ze enkele jaren in de uiterwaard rondgelopen hebben, maar zo’n rund in het donker bos tegenkomen lijkt mij spannender. Vijf sterren Het weer is aan het kantelen. Hoog tijd om op pad te gaan. José heeft me de vijfsterrenwandeling aangeraden. “Dat is geen officieel keurmerk hoor”, lacht ze. “Het verwijst naar de vijf highlights langs de wandeling” (zie kader). Ze reikt mij de brochure aan met uitleg en een wandelkaartje op de achterkant. De brochure bevat ook een trits scheurcoupons voor korting bij de horecazaken onderweg. Sympathiek. De zweefvliegclub blijkt highlight nummer drie te zijn. “Ja, maar daar zijn we hier in Limburg wel erg trots op! Dit was de allereerste zweefvliegclub in de provincie.” Prima hoor. Nog vier te gaan. Ik vertrek dus bij hoogtepunt nummer drie.
Dat geeft overigens niet; er zijn verschillende instappunten met parkeergelegenheid langs deze bijna negen kilometer lange ronde, en ik word geacht ’m linksom te lopen. Ik wandel eerst onder een hoogspannings leiding langs de Roode Beek waarvan de ooit rechtgetrokken loop recentelijk naar een natuurlijke, meanderende staat is teruggebracht. IJzer kleurt het water oranje, vandaar de naam. Er staat een gereconstrueerde middeleeuwse pottenbakoven als herinnering aan een belangrijke economische activiteit in de streek. Langs de rand van het dorp Schinveld draai ik zuidwaarts en daarna zuidoost. Als ik minuten later het bos in duik, begint het te miezeren. Ik bereik de Lammendam Schans, de archeologische resten van een omwalde hoeve. Bordjes maken duidelijk hoe het complex in de middeleeuwen eruit gezien moet hebben. De oude wal is nog zichtbaar. Een plankier en een doorgang van houten palen geeft aan waar de toenmalige ingang, een ophaalbrug, moet geweest zijn. Zowat heel Zuid-Limburg behoorde vroeger toe aan de Heren van Valkenburg. Conflic-
Onverwachte ontmoeting.
ten met de Oosterburen waren er toen ook al, had José mij verteld. Vandaar dat er op diverse plekken geometrisch lopende aarden wallen in de Schinveldse bossen te zien zijn: restanten van versterkingen rond boerderijen, zoals deze. Hooglanders Dan loop ik door een stevige poort beslagen met diverse waarschuwinsbordjes: Houd 25 meter afstand van de Schotse Hooglanders, en: bij problemen, bel telefoonnummer 0… Dat, en het steeds somber wordende weer, maakt mij wakker uit die gedachtenloze staat van ontspanning die zich van mij meester maakt als ik langere tijd alleen aan het wandelen ben. Aan niets hoeven denken … Schotse hooglanders zijn geen wilde roofdieren, maar nu ben ik alert. Wat als ze kalfjes hebben en ik kom per ongeluk tussen moeder en kalf te staan? Ik hoor ergens in het bos een rund loeien, steeds dichterbij. Ter hoogte van een grote vijver honderd meter voor me zie ik een groep beesten op het brede pad liggen. Eén enorm exemplaar loopt nerveus te loeien, ziet mij, en komt langzaam mijn kant op, mij aankijkend. Wat nu? Ik consulteer snel de kaart op mijn wandel-app en besluit om de plas heen te lopen. Honderd meter die kant uit kom ik twee kalfjes tegen tussen de struiken. Geen wonder dat die hooglander zo nerveus was. Ik loop verder langs de vijver en hoor het geloei achter mij verdwijnen. De plas is een volgelopen kleigroeve die, vreemd genoeg, niet als een van de hoogtepunten gemarkeerd staat. Met de reflectie van de bosrand in het stille water is dit een perfect plaatje, ook zonder dat de zon schijnt. Ik vind het met vijfsterrenpaaltjes gemarkeerde paadje terug en heb niet lang meer te gaan, terug naar De Lier. De paaltjes leiden mij eerst nog naar Nonke Buusjke, een rustieke museumboerderij die de landbouwtechnieken uit de negentiende eeuw toepast, maar dan blijkbaar alleen op de
Lammendam Schans.
dag des Heeren … Als ik terug bij het restaurant van de zweefvliegclub arriveer, is het – om het zacht uit te drukken – al lang geen terrasjesweer meer. Dan maar huiswaarts.
De gelopen route door de Schinveldse Bossen (RR10) is ongeveer 8,8 km lang en duidelijk gemarkeerd. De route is te downloaden via www.vvvzuidlimburg.nl/ routes voor navigatie met een wandelapp. Meer weten? www.nm.nl/natuurgebieden/schinveldse-bossen
5 STERREN, 5 HIGHLIGHTS LAMMENDAM SCHANS In de middeleeuwen stond hier de Leiffaertshof. Door een grote brand is het hof in de as gelegd, waarbij de dochter des huizes is omgekomen. De dorpslegende vertelt dat haar geest langs de bosrand ronddwaalt in een wit gewaad: la Madame Blanche, in de volksmond bekend als ‘De Witte Juffer van de Lammendam’. NONKE BUUSJKE Aan de rand van de Schinveldse Es bevindt zich Nonke Buusjke, een bijzonder museumdorp. De akkers rondom worden bewerkt door de Natuurmonumenten, zonder tractors maar met paardenkracht.
Foto: Wouter Roosenboom/VVV Zuid-Limburg
ZWEEFVLIEGVELD ELZC Een groot, open grasveld in het noordelijkste deel van het gebied is de start- en landingsbaan van de Eerste Limburgse Zweefvlieg Club (ELZC). De vereniging werd opgericht in 1934 en voerde de eerste vluchten uit vanaf de Heksenberg. Naast het vliegveld is restaurant De Lier, waar een hapje en drankje wachten. DAL VAN DE ROODE BEEK De Roode Beek ontspringt op de Brunsummerheide, waar de ijzerhoudende grond het water op sommige plaatsen rood kleurt. Het dal vormt een prachtig natuurgebied waar vochtige heide en hellingveen elkaar afwisselen. Zeldzame planten, zoals de watergentiaan en de kleine veenbes, kunnen hier goed vertoeven. In deze omgeving is aardewerk gevonden, afkomstig uit de middeleeuwse pottenbakkerstijd. In het dal van de Roode Beek ligt een kunstmatige heuvel, opgeworpen met de grond die tijdens werkzaamheden aan de Roode Beek is vrijgekomen. Boven op deze heuvel is het genieten van het panoramisch uitzicht. SCHINVELDSE ES Tussen Schinveld en de Schinveldse Bossen ligt een open, agrarisch cultuurlandschap, de Schinveldse Es. Je vindt er kruidenrijke graslanden waar ook een zeldzaam runderras zijn thuis vindt, de heidekoe. 2-2019 Wandelmagazine 59
Boeken
Redactie Jan Erik Burger, Marcia van Bijnen, Paul Hesp & Jonathan Vandevoorde
Wandelen tussen Elbe en Oostzee
Auteur Tonia Körner van Lauenburger Seen is een veelschrijfster in de Outdoor Regional-reeks van Conrad Stein Verlag, een tamelijk uitgebreide wandelserie met een voorkeur voor Scandinavië, Duitsland en Tsjechië. In deze gids beschrijft ze uitvoerig de wandelgenoegens in Naturpark Lauenburger Seen en in biosferenreservaat Schaalsee in het zuidoosten van Sleeswijk-Holstein en in het westen van Mecklenburg-Vorpommern. Dit relatief onbekende deel van Duitsland is lange tijd
– tot de Eenwording 3 oktober 1990 – ontoegankelijk geweest voor westerlingen. Daardoor kon zich in het gebied tussen pakweg Hamburg, Lübeck en de Elbe ongestoord een natuurlandschap ontwikkelen, dat een groene oase vormt op een steenworp van de economische reus Hamburg. De 22 (gemarkeerde) wandelingen variëren in lengte tussen 5 en 18,5 kilometer. Het merendeel ervan, 18 stuks, is een rondwandeling, altijd handig, de resterende vier dagtochten zijn lijnwandelingen. Een enkele keer kun je routes aan elkaar koppelen. Körner doorspekt haar uitgebreide routebeschrijvingen met allerhande wetenswaardige rond natuur en cultuur. Zij neemt je als het ware bij de hand en vertelt onderweg wat er zoal te zien en te weten is. Daardoor zijn de beschrijvingen soms wat breedsprakig, maar dat hoort nu eenmaal bij onze oosterburen en het heeft zo zijn charme. Ook de wel heel complete praktische informatie getuigt van de Duitse grondigheid. De wandelserie heeft hetzelfde praktische zakboekformaat van de bekende Rother
gidsen. Jammer echter van de overvloed aan pictogrammen; dat had echt een onsje minder gekund. Het zijn zo veel verschillende symbooltjes dat je de uitleg ervan altijd bij de hand moet hebben, want de betekenis is niet altijd duidelijk en bovendien is niet elk pictogram nuttig. En wat mij betreft horen ze al helemaal niet in de lopende tekst thuis; daar storen ze ronduit. Los hiervan is Lauenburger Seen een eyeopener voor wie in dit deel van Duitsland nooit gewandeld heeft. De gids bevat een qr-code voor updates en via de website van de uitgever (www.conrad-stein-verlag.de/ buecher-shop/lauenburger-seen-22-wanderungen/) zijn gratis gpx-tracks te downloaden. (MvB)
Lauenburger Seen – 22 Wanderungen zwischen Elbe und Ostsee Tonia Körner | Conrad Stein Verlag, 2018 | 160 blz | 9783866865341 | € 12,90
Veelzijdige natuurgids van de Wadden
Wat zijn de beste plekken voor vogels, flora, vlinders of libellen. Waar liggen de mooiste kwelders? Hoe vind je zeehonden, wilde orchideeën of rugstreeppadden? Wat maakt de duinen op de Waddeneilanden zo bijzonder? Het antwoord vind je in de nieuwe Crossbill Guide Wadden. De gids beschrijft 28 mooie natuurroutes, waarvan 21 op de eilanden, een op Wieringen en een (auto)route rond het Lauwersmeer. Je bezoekt ontdekt verschillende soorten landschappen en wordt gewezen op landschappelijke, historische en ecologische monumenten. 60 Wandelmagazine 2-2019
Uitgebreide achtergrondinformatie over landschap, flora en fauna en uiteenlopende tips om de Waddennatuur te ontdekken maken deze gids compleet. Fraaie en relevante fotografie en mooie tekeningen en kaartjes. Het formaat en het gewicht zijn te groot en te zwaar voor de jaszak. De Crossbillgidsen zijn ontwikkeld door Dirk Hilbers. Ze verschijnen in het Engels omdat daardoor het draagvlak/koperspubliek voor deze specialistische gidsen groter wordt. Op zich een goede ingeving, om zo een groter publiek te kunnen bereiken. Dat heeft voor de Nederlandse lezer wel een soort vervreemding tot gevolg. Als niet vogelaar heb ik geen zin om de vertaling voor al die mooie vogelnamen op te zoeken. Neem alleen al de crossbill zelf. De naam brengt geen associaties, maar de vinkachtige vogel heeft een gekruiste snavel om daarmee beter insecten te kunnen pikken: de kruisbek dus. Je kunt je er meteen een voorstelling bij maken. Deze natuurgids Wadden echter is gelukkig in het Nederlands. De Waddengids bevat een algemeen deel met 100 bladzijden wad, duinen, geologie en geschiedenis, en 70 bladzijden (een vijfde)
over flora en fauna (het unique selling point). De fiets- en wandeltochten zijn over het algemeen bekende routes, zoals die ook al in Wandelmagazine verschenen. Bij de presentatie viel de opmerking dat we maar één kant van de Waddenzee kennen, die van de eilanden, maar dat het vasteland met de rug naar het Wad leeft. Daar brengt de Crossbill Guide helaas weinig verandering in. Van de 28 routes zijn er vijf niet op eilanden. Wij wandelden een stukje over het Noarderleegh, waar ooit de Middelzee in de Waddenzee uitkwam. Een vogelgebied bij uitstek, helaas verboden in de broedtijd tussen 13 maart en 15 augustus. Tegelijk met de gids is een handige gratis app ontwikkeld waardoor je ook zonder gids op pad kunt. Voor iOs en Android. (JEB)
Wadden – De natuurgids Dirk Hilbers | KNNV Uitgeverij 2019 | 368 blz. | 9789491648151 | € 25,95 (10% korting voor leden KNNV)
Londen met ommelanden in kaart binnentuinen tot maneges, van voetbalvelden tot begraafplaatsen - plus het water (Londen heeft een dik dozijn rivieren!) is met ver schillende kleuren goed weergegeven. Op de achterkant informatie over wandel- en fietspaden, parken, doe-het-zelf begroening, natuurbescherming, enzovoorts. De kaart is een handboek voor aktie op beenzakformaat. Wandelaars zouden bijvoorbeeld de London Loop kunnen aanpakken, met z’n 240 kilometer (de halve lengte van het Pieterpad) een echte langeafstandsroute. (PH)
Een papieren stadskaart? Het zal voor velen onderhand iets prehistorisch hebben, maar op een beeldschermpje zijn details en overzicht van een groot gebied gewoon niet tegelijkertijd te combineren. En Greater London is bijna even groot als Zeeland. Zo’n enorme bebouwde kom met de bijbeho rende economische activiteiten heeft een
grote invloed op het milieu; het is dus een goede zaak al het Londense groen in kaart brengen. De London National Park City Map is uitgebracht door de sociale onderneming Urban Good om het London National Park City-intiatief te ondersteunen. Een nationaal park met een bevolkingsdichtheid van dik 5.000 per km2? Zet mensen aan het denken over zoiets onmogelijks; misschien komen we zo een stapje verder in de richting van de integratie van de natuur in het grotestads leven. Nu meer dan vijftig procent van de wereldbevolking in steden woont, red je het niet met reservaten waarin de natuur afgeschermd wordt. De schaal is 1 inch:1 mile (1 cm = 0,63 km), van die mooie oude Ordnance Survey-kaarten. Een grotere schaal was niet mogelijk: door de oppervlakte van Londen zou de kaart, toch al een lap van een vierkante meter, onhanteer baar geworden zijn. Al het groen – van
London National Park City Map Urban Good | Verkrijgbaar via urbangood. org | Gratis, donatie bij bestelling wordt op prijs gesteld, porto £ 10.
Wandelgids Abruzzen
Lang verhaal
15 keer zandpadgarantie
Ondanks de nabijheid van Rome, is Abruzzo een van de dunst bevolkte streken van Italië. De bergachtige regio is daarom een wandeleldorado voor natuurliefhebbers en rustzoekers en heeft enkele uitnodigende nationale parken, zoals Maiella, Gran Sasso en Abruzzo. Ook wie van pittige bergtochten houdt, komt hier aan zijn trekken. In deze tweede, fors herziene uitgave komen veertig dagtochten in de landschappelijk zeer diverse zones van de regio aan bod, vergezeld van duidelijke kaartjes. Al ga je natuurlijk nooit op pad zonder een topografische kaart. Gelukkig vermeldt de auteur telkens welke kaart je nodig hebt. (JV)
Walking in Abruzzo – Gran Sasso, Maiella and Abruzzo National Parks, and SirenteVelino Park Stuart Haines | Cicerone Press | ISBN 9781852849788 | € 18,99
De Amerikaan Robert Moor liep de Appalachian Trail, 3500 kilometer afzien. Op de zwaarste dagen keek hij niet verder dan de neuzen van zijn schoenen. Dat zette hem aan het denken over paden. Dat leidt tot tal van observaties en bespiegelingen. Over mieren- en olifantenpaden. In twee pagina’s interview met de NRC wist Moor zijn filosofietjes aardig over het voetlicht te brengen. Zijn boek ontbeert die kracht van de beperking. Vierhonderd pagina’s met vrijblijvend gebabbel. Een nieuwe geschiedenis van de wereld… Kom op zeg. (JEB)
Over paden – Een ontdekkingstocht Robert Moor | Uitgeverij Ten Have | ISBN 9789025906801 | € 23,99
Er zijn maar weinig wandelgebieden in Nederland met eenzelfde wandeldichtheid als de Veluwezoom. In de vijftig kilometer tussen Wageningen en Zutphen stippelden routemakers Rob Wolfs en Rutger Burgers dan ook met gemak 15 zeer gevarieerde rondwandelingen uit. De wandelaar wordt getrakteerd op koninklijke beukenlanen, uitgestrekte dennenbossen en oneindige heidevelden. Op adem gekomen op de top van een stuwwal kan hij genieten van fenomenale vergezichten over het rivierenland tot ver in Duitsland toe. Langs beken en sprengen wordt hij zo de uiterwaarden in geloodst. Overal is wel een horecagelegenheid of een nabijgelegen dorp of stad om van de indrukken te bekomen. De wandelaar krijgt waarop hij hoopt: 80% zandpadgarantie.
Wandelen op de Veluwezoom Rob Wolfs & Rutger Burgers | Gegarandeerd Onregelmatig | ISBN 9789078641711 | € 16,95 2-2019 Wandelmagazine 61
Groot-Brittannië
Yorkshire
Hull & y e l r e v Be Hull is ondanks de bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog een stad vol verrassingen en mooie, verborgen hoekjes, een plaats die verandert met het licht, het getij en de seizoenen. De Engelse vissersstad is een typische werkstad. Scherper kan het contrast niet zijn met het oerconservatieve en beeldschone stadje Beverley, dat op een dag wandelen afstand ligt. TEKST & FOTO’S JAN ERIK BURGER
62 Wandelmagazine 2-2019
Pakhuizen langs de getijderivier de Hull.
T
egen het einde van de negentiende eeuw ontwikkelde Kingston-uponHull aan de monding van de Humber zich tot een belangrijke vissershaven. Vissers uit Hull wierpen hun netten uit in de Noordzee en later in de wateren rond IJsland. De scheepsbouw zat in de lift, met Earle's Shipbuilding en rederij Wilson. De stad bereikte de top van zijn economische betekenis in de jaren ttwintig van de vorige eeuw. In de Tweede Wereldoorlog was Hull de zwaarst getroffen stad na Londen. Het lag ideaal op de aan- en terug-
vliegroutes van de Duitse bommenwerpers. Vooral het centrum en de dokken werden zwaar getroffen. Toch raakte dit nieuws in Engeland zelf nauwelijks bekend. De naam van de stad werd in de media omfloerst aangeduid als “a northern coastal town”. Dit wetende, kun je je amper voorstellen dat er van het historische centrum zoveel behouden is gebleven. Ale Trail Paul Schofield, English Heritage Guide, wacht me op bij het lichtschip Spurn dat ligt afgemeerd in de Hull Marina, het Humber Dock dat nu functioneert als
Vroegere aanlegsteiger van de Humberveren.
jachthaven. Paul is mijn gids bij het verkennen van het oude stadscentrum. Vanmorgen combineert hij diverse themawandelingen. Zijn favoriete wandeling is de Pub-crawl, officieel Ale Trail geheten. Dat heeft hij deze week al drie keer gedaan, hij offert zich graag op, wat niet wegneemt dat deze plight of duty soms te veel vraagt van de mens. Vandaag dus maar even niet, in het voorbijgaan zal hij wel een paar watering holes (pubs, red.) aanwijzen. De nadruk ligt op historische en museale thema’s, zoals de Hanze, dokken en havens, musea en de strijd tegen de slavernij. Hull was een van de tweehonderd 2-2019 Wandelmagazine 63
Er word een tv-serie opgenomen, die zich in Londen afspeelt.
Het Marktplein van Beverley. Zeeaquarium The Deep.
MUSEUMS QUARTER In Wilberforce House is de rijke koopmanszoon William Wilberforce geboren. In 1784 werd hij als 25-jarige lid van het Lagerhuis. In 1785 werd hij (herboren) christen. Vanaf dat moment veranderde hij zijn leefstijl drastisch en richtte hij zich op het verbeteren van de miserabele sociale omstandigheden. Arbeidersgezinnen leefden in mensonwaardige condities. De grote betekenis van Wilberforce ligt in zijn strijd voor het afschaffen van de slavenhandel en uiteindelijk van de slavernij in het Britse Rijk. Achttien jaar lang diende hij met regelmaat anti-slavernijmoties in. In 1807 werd de slavenhandel afgeschaft. Het zou tot 1833, enkele dagen voor zijn dood, duren eer in het Britse Rijk de slavernij werd afgeschaft. Op weg naar Hull Minster, de enorme parochiekerk waar Wilberforce gedoopt is, komen we op de High Street een filmopname voor een tv-serie tegen, die zich volgens het scenario in het Londen van de negentiende eeuw afspeelt. Hull biedt meer rust, in Londen kun je het verkeer niet zomaar stilleggen. Onderweg passeren we Ye Olde White Hart, vooral van binnen een prachtige pub. 64 Wandelmagazine 2-2019
anzesteden. Meer dan vierhonderd jaar H speelde de Hanze een belangrijke rol in economie, handel en politiek. De Hanze verloor zijn betekenis in het midden van de zeventiende eeuw maar wordt nog steeds geëerd, bijvoorbeeld in de glas-in-loodramen in de vergaderzaal van de Dock Offices, tegenwoordig Maritiem Museum. Terzijde merk ik op dat de Nederlandse regering binnen de EU de Hanze tracht te doen herleven als baken van noeste en spaarzame noordelijke naties, een tegengewicht voor de spilzieke knoflooklanden. Hull kan daar als Leave-stemmende stad helaas geen deel meer van uitmaken. Hull & Humber Over de Humber Dock Street passeren we de Fruit Market, tegenwoordig een verzameling van hippe restaurants, galeries en vintagewinkels. Op de kop van het dok en de machtige Humber staat The Minerva, een sfeervol en prominent watering hole. Vroeger vertrokken van de steigers hier de veerboten naar de overzijde van de Humber, maar sinds de opening van de imposante Humber Bridge is het stukken rustiger. Verderop mondt de Hull, de rivier waar de stad zijn naam aan dankt, uit in de Humber. Bij laagtij slingert de Humber zich als een dun stroompje tussen hoge sliboevers. Aan de overkant verheft driehoekig zeeaquarium The Deep zich als een nieuw landmark, dat de stad aan het begin van dit millennium uit het moeras van verval en armoede moest trekken. Of dat gelukt is, gaan we verderop zien, al kan het niet voor niets zijn dat Hull in 2017 Culturele Hoofdstad van Europa was. Langs de Scale Lane Bridge, een draaibrug voor fietsers en wandelaars die erop berekend is om 750 mensen mee te laten draaien, bereiken we de tegen de slibbank rustende Arctic Corsair. Deze trawler is nu een museaal gedenkteken aan de heroïsche Cod Wars, die het Verenigd Koninkrijk in de jaren zeventig voerde tegen het machtige IJsland. En verloor. De Artic Corsair (corsair betekent piraat voor de goede verstaander) is stroomopwaarts gebouwd op een werf in Beverley.
Pub (watering hole) The Minerva.
Beverley In principe zou je langs de Hull naar Beverley kunnen lopen, maar voorbij het centrum loop ik vast in (post)-industriële chaos. Ik kies eieren voor mijn geld en pak de trein. Langzaam wordt de omgeving groener en landelijker. Het oerconservatieve Beverley geldt als een van de leefbaarste plaatsen in Noord-Engeland. Het stadje is vooral bekend om zijn kathedraalachtige munsterkerk, die dateert uit de periode dat de stad een belangrijk pelgrimsoord was. De kerk is opgedragen aan bisschop Sint John of Beverley, weldoener en stichter van de stad, heiligverklaard in 1037. In de volgende eeuwen was Beverley de tiende stad van Engeland en een van de allerrijkste. De oprichting van de Anglicaanse Kerk en de afscheiding van Rome betekende een forse klap voor het bedevaren, die de stad nooit
meer te bovengekomen is. De twee grote torens zijn de overtreffende trap van de perpendiculaire stijl met zijn nadruk op verticale lijnen en vormden de inspiratie voor de beroemde westtorens van Westminster Abbey. Na de Reformatie was de enorme kerk in feite veel te groot voor de parochie en verval trad in, ook al omdat het gebouw op de rand van een moeras gebouwd is. Rond 1700 stortte het dwarsschip bijna in tot de restauratie werd begonnen door Nicolas Hawkmoor, de bouwer van de torens van Westminster Abbey. Saint John ligt relatief geïsoleerd aan het zuideinde van de stad, de wandeling naar de bijna even grote middeleeuwse Saint
Mary kerk brengt me door het gezellige centrum met veel winkels, pubs en een mooi marktplein. Het bezoek aan Saint Mary’s is een buitenkansje. Er is een grote tentoonstelling van kunstige bloemenarrangementen. Het thema is Beauty from Chaos ter herdenking aan het eind van de Groote Oorlog. Chaos zijn de verwoestingen die Duitsland en Italië in de twee wereldoorlogen aanrichtten. Ook de gruwelen in Irak en Afghanistan worden meegenomen in de chaos. Wie in die landen chaos brachten (Tony Blair? George Bush?), wordt prettig en beschaafd in het midden gehouden. Beauty zijn in de eerste plaats de bloemstukken, maar meer in den brede de dappere Britse mannen en vrouwen die verzet boden, dan wel hun leven offerden voor het vaderland. Beauty is ook het honderdjarig bestaan van de Britse luchtmacht RAF. Het 47ste squadron werd in 1916 gesticht op de renbaan van Beverley. Het squadron vloog als eerste met Beverley Blackburn uit de vliegtuigfabriek in het nabije Brough. Westwood is niettegenstaande de naam een open weideland dat een milde gever aan de stad geschonken heeft. Koeien en schapen mogen hier in de zomermaanden vrij grazen. Een zwarte windmolen zonder wieken trekt de aandacht, deel van het Beverley Golf Clubhouse. Het golfterrein is openbaar toegankelijk. Wel uitkijken voor overvliegende golfballen, maar ook van de golfers wordt voorzichtigheid gevraagd.
PRAKTISCHE INFORMATIE Hoe er te komen? De meest directe verbinding is de P&O nachtboot van Hoek van Holland/ Europoort naar Kingston upon Hull. Directe busverbindingen naar de ferry vanaf Amsterdam Centraal en vanaf Rotterdam Centraal (www.poferries.com/nl/portal). Accommodatie Vele hotels en B&B’ s. Wij sliepen in het gunstig gelegen Hilton Marina. Websites • www.visithullandeastyorkshire.com • www.walkingenglishman.com/eastyorkshire.htm – over wandelen in Hull, Beverley en East Yorkshire. Hier staat ook de aangename rondwandeling van Beverley Minster naar Westwood van dit artikel. TIPS Als je wat meer tijd hebt, bezoek Pearson Park en The Avenues, het eerste openbaar toegankelijke victoriaanse park en de fascinerende ‘Avenues’, Victoriaanse villa’s voor de welgestelden uit de bloeitijd van Hull. Afgezien van Hull en Beverley is een bezoek aan de Yorkshire Wolds zeer de moeite waard. En vergeet York niet. Een week is zo voorbij. 2-2019 Wandelmagazine 65
Tekst & foto’s Hans Farjon
Wat zien ik?
Noord
West
Zuid
Oost
170-434 Gelderland, Druten
W
e staan op het puntje van een krib die de grootste rivier van Nederland, de Waal, insteekt. Het is begin juli en laag water. We kunnen over de basaltblokken lopen. Een krib is een dam die bij laag water de rivier in een vaste bedding dwingt en zo voorkomt dat er ondieptes ontstaan. Alle stenen zijn bedekt met een grijs sliblaagje, dat bij het laatste hoog water is afgezet en na droogvallen is gebarsten. In het noorden, westen en oosten is het stromende water te zien. Het kolkt om de punt van de dam. Die kribben zijn er niet altijd geweest. Op oude topografische kaarten zien we voor dit deel van de Waal vanaf 1900 de eerste kribben verschijnen. Dertig jaar later is de bekribbing volledig. Voor die tijd zien we nog zandbanken in de rivier. De rivier kon toen nog bij een hoogwater zijn loop plotseling verleggen. In het zuiden is de begroeide rand van de uiterwaard te zien, die Rijswaard heet. De Rijswaard ligt drie meter hoger dan ons standpunt. Daar
Ontmantelde steenfabriek de Turkswaard. 66 Wandelmagazine 2-2019
stroomde voor 1870 de rivier. Het is moeilijk voor te stellen hoe het hoge water van de ene op de andere dag een brede zandrug op heeft geworpen die bijna nooit meer zou overstromen. Bij hoogwater ligt de krib onder water. Een paar jaar geleden heeft Rijkswaterstaat alle kribben ruim een meter lager gemaakt om de doorstroming bij hoogwater te vergroten. Over het water van de Waal varen grote schepen af en aan. Stroomafwaarts gaat het snel, de andere kant op, richting Duitsland langzaam en met veel gestampt. Die laatste schepen hebben niet alleen de stroom tegen, maar zijn meestal ook zwaar beladen. Bijvoorbeeld met auto’s, zoals de Tossa die op de foto’s te zien is, of met bergen steenkool of tanks vol gas of benzine. De drukke vrachtvaart was de reden dat in de zestiger jaren vrijwel alle voetveren over de Waal zijn opgeheven. Binnen enkele kilometers van dit punt voeren er maar liefst vier. Sinds kort vaart er weer een voetveer van Druten naar Dodewaard. De veerstoepen liggen precies in de ongedekte hoeken van het fotokwartet. Nu er vitale
pensionado’s zijn die vrijwillig de eigele D’n Overkant tussen de beurtschippers heen weten te sturen, kunnen wandelaars en fietser hier weer de Waal oversteken. Verder is in het oosten de oude schoorsteen van steenfabriek de Turkswaard te zien. Hij valt wat weg tussen de hoogspanningsmasten en de staken die het uiteinde van een krib markeren. Het is een van de twee schoorstenen die nog resten van de zestien die hier tot zo’n dertig geleden te zien waren. Veel meer rest er niet van de fabriek die in 1978, toen ik hier onderzoek deed, op volle toeren draaide. Vrachtwagens vol klei reden af en aan. Zeven jaar later was het gedaan. Niet omdat er geen klei meer was, maar door de schaalvergroting. Nog steeds gaat er klei uit de zuidelijk gelegen uiterwaarden naar een oven zes kilometer verderop. Dat de steenfabriek net als het voetveer ooit terug zal komen van weggeweest, lijkt onwaarschijnlijk. Voor wandelroute en achtergronden zie www.hansfarjon.nl/waddendijk
Voetveer D’n Oversteek vaart weer tussen Druten en Dodewaard.
In het volgende nummer Drenthe Langzaam struinen … en slapen in een hunebed
Avontuurlijke tochten bij de Oosterburen
Foto: Jonathan Vandevoorde
Foto: Judith van Bilsen
Het vrijheidsgevoel van de Vlaamse Westhoek
Tsjechië Volg het witte goud! • Over een oude grensspoorlijn • Wilde driedaagse in het Zwarte Woud • Heksen jagen in het Harzgebergte • Herfstwandelen in het Westerwald
Zweden Zwerven langs de Hoge Kust
Het volgende Wandelmagazine verschijnt op 6 september 2019. Nog geen abonnee? Meld je voor 26 augustus aan, dan krijg je het volgende nummer meteen thuisgestuurd! www.wandelmagazine.nu
DAMES
Jaargang 40, nummer 2, juni 2019. Wandelmagazine is een uitgave van Virtùmedia en verschijnt driemaandelijks Hoofdredactie Jonathan Vandevoorde Eindredactie Marcia van Bijnen Redactie Judith van Bilsen, Jan Erik Burger, Rick Eggink, Hans Farjon, Willy van de Riet, Bert Stok Werkten mee aan dit nummer Karin Anema, Marco Barten, Paul van Bodengraven, Daan Couwenberg, Monique van Gaal, Anne-Bregje Grol, Rob Haan, Bert Harms, Tialda Hoogeveen, Deborah Paalman, Frank Peters, Kim Stellingwerf, Yvonne van Veenendaal, Wouter van de Vegt, Simone Wittgen Vormgeving Twin Media bv, Culemborg Maya Timmer Cartografie UvA-kaartenmakers Bladmanagement/advertenties Klaartje Grol, kgrol@virtumedia.nl, Telefoon +31(0)30-3031295 Marketing & samenwerkingen Anna ten Brinke (030) 69 13 835 atenbrinke@virtumedia.nl Druk Veldhuis Media b.v., Raalte Distributie Aldipress, Utrecht
Uitgever Virtùmedia, Pepijn Dobbelaer, Postbus 595, 3700 AN Zeist info@virtumedia.nl Telefoon +31(0)30-6920677 Abonnementen De prijs voor een abonnement in NL en B bedraagt € 29,95 per jaar (alleen bij automatische incasso, verschijnt 4 x per jaar). Tarieven voor EU of daarbuiten zie: www.wandelmagazine.nu. Abonnementen kunnen bij ieder nummer ingaan en worden elk jaar vernieuwd. Aanmelding kan via onze website of via de klantenservice +31 (0)85-0407400 of klantenservice@virtumedia.nl (ook voor vragen over bezorging). Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven met vermelding van de oude en nieuwe adressering en het nieuwe telefoonnummer. Opzeggingen dienen schriftelijk met een termijn van minimaal 1 maand te worden doorgegeven. Lees hier hoe we met uw persoonsgegevens omgaan: www.virtumedia.nl/privacy-statement © Wandelmagazine. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en de auteurs. ISSN 0168-9126
VAN
WANDELWOL®
ADVISEREN:
En weer verder...! Dé natuurlijke oplossing bij blaren en ander voetongemak!
Moederdag Tip!
Kijk voor een WandelWol®-verkooppunt bij u in de buurt: www.wandelwol.nl
2-2019 Wandelmagazine 67
ZATERDAG 5 OKTOBER 2019
LOOP MEE OP HET GRENSVLAK VAN LAND EN ZEE HET UITDAGENDSTE EENDAAGSE WANDEL- EN HARDLOOP EVENT OVER HET STRAND Met tranen in haar ogen kwam ze na 60 kilometer over de finish. Doodmoe en blij. Toch loopt Karin Klom-Koopmans (50) dit jaar voor de 3e keer de langste afstand van de 11strandentocht voor de Hartstichting. Niet voor het laatst: “Ik heb me voorgenomen de tocht minimaal 5 keer te lopen.”
“Het idee dat ik het voor mijn vader deed, hield me overeind’ Karin loopt mee met de 11strandentocht voor haar vader Bernard, die hartpatiënt was. Zo’n 25 jaar geleden kreeg hij meerdere bypasses, die zijn leven redden. In 2017 overleed hij, het jaar van de eerste 11strandentocht. Toen Karin op Facebook over de tocht las, schreef ze zich meteen in. “Door wandelend geld op te halen voor de Hartstichting kan ik ook anderen met hart- en vaatziekten helpen. Hoe mooi is dat?” “Ik ben geen wandelaar, maar bij mij is het alles of niets. Dus ik koos de langste afstand, en dat was heftig. Ik had van tevoren niet getraind, er stond een harde koude wind en het regende. Echt heel pittig. Maar de gedachte aan mijn vader en mijn sponsors hield me overeind. De laatste 20 kilometer haakte ook mijn zusje aan, voor papa. Dat scheelde enorm, we steunden elkaar. De dag erna kon ik bijna niet meer lopen.” Desondanks hield ze haar belofte en liep in 2018 de tocht weer, dit jaar met prachtig weer. Ze liep
68 Wandelmagazine 2-2019
met dochter Petra (21) en haar vriend Andy. “Door samen te lopen heb je aanspraak én steun. En we hadden getraind. Maar 10 kilometer voor de finish zat ik er helemaal doorheen. Ik moest en zou het halen, al was het kruipend. Pas om 23.00 uur kwamen we aan, als laatste. We waren gesloopt, maar de ontvangst en tussentijdse aanmoediging van de vrijwilligers van de organisatie maakten alles goed.” Ook dit jaar loopt Karin weer met haar dochter. Voor haar 50-ste verjaardag heeft ze sponsorgeld gevraagd in plaats van cadeaus. Ook dit jaar is ze in gedachten bij haar vader. “Hij had het zeker gewaardeerd, want hij hield van de zee. Hij was Wadloopgids bij Pieterburen, bekend als ‘Bommel’. Na zijn overlijden hebben we hem en mijn moeder samen uitgestrooid over de Waddenzee. Dus ook dit jaar is hij gewoon bij ons.”
Loop jij ook mee op 5 oktober? Kies jouw uitdaging van 11, 20, 40 of 60 km. Tussen Bloemendaal en Hoek van Holland.
WWW.11STRANDENTOCHT.NL