Wandelmagazine 4 2021

Page 1

www.wandelmagazine.nu

NR 4 WINTER 2021 • € 6,99

voor de nieuwsgierige wandelaar

Dutch Mountain Trail

Op en neer in Zuid-Limburg Thema In het spoor van kunstenaars Wandelen op hotspots Vulkaaneifel & Tenerife Rivierenland Culemborgse uiterwaarden

Achterhoek Tussen Lochem en Barchem

10 blz. SPECIAL Wandelnetwerk Noord-Holland


Inhoud

In de voetsporen van kunstenaars

16

21

16 21 26

35

30 Ardèche

Zwarte sculpturen langs het Leisteenpad Seine-et-Marne

Kunstenaars in het bos van Fontainebleau Amsterdam

Langs de rafelrand van de hoofdstad

30 35 10

Emilia Romagna

Het Rimini van Federico Fellini Seeland

Langs Deense hunebedden Zuid-Limburg

Dutch Mountain Trail


Timing

54

54 + Wandeltips

Vulkaaneifel / Tenerife

Wandelen op hotspots

10 blz.

Noord-Holland

En ook nog 04 06 07 08 39 40 44 49 67 68 69 79

Onderweg Uitgerust Lopend vuur – Wim Huijser Frisse neus – Barchemse Bergen Column Bert Stok Natuur om de hoek – Door Culemborgse uiterwaarden Rome – Zoeken naar Domitianus Boeken Mijn stek – fotowedstrijd Wat zien ik? 181-362 Limburg, Weert Special Wandelnetwerk Noord-Holland Colofon

Omslag: Winterstemming op de Dutch Mountain Trail in Zuid-Limburg. Foto: Jonathan Vandevoorde

Wie vier of vijf dagen lang de bergen in trekt om te wandelen moet uit het juiste hout gesneden zijn, gaat het spreekwoord. Dat gaat ook op voor de Dutch Mountain Trail, oftewel DMT. Berg, zei u? In Neder­ land? Jawel, sinds een jaar hebben we een heuse bergwandelroute in eigen land, in het uiterste zuiden van Limburg. Een sympathiek initiatief van het Dutch Mountain Film Festival (nog zo’n prikkelend tegen­ strijdige naam) dat in 2020 met het openen van deze meerdaagse route zijn tienjarig jubileum vierde. In mineur, want de lockdown maakte het toen on­ mogelijk om het evenement fysiek te organiseren. Voor de DMT bleken de reisbeperkingen een zegen en half Nederland trok richting de Limburgse heuvels om er te (berg)wandelen. Van de wandelgidsjes zijn er ondertussen al 12.500 verkocht, schreef auteur Thijs Horbach mij, en een zesde druk komt eraan. Over een fortuinlijke timing gesproken. Je kent me: ik móest natuurlijk die ‘bergwandeling’ lopen. Maar dan liever hartje winter, als de natuur rustig en stil is en de vergezichten vaag en grijs. En als er geen andere gekken het in hun hoofd halen om met een zware rugzak vier dagen lang in guur weer door de Limburgse modder te ploeteren. Een bijzondere ervaring was het dus zeker, misschien ook omdat ik in de accommodaties mijn maaltijd aan de toog moest bestellen en zelf naar mijn kamer brengen (Ach, die goeie, ouwe lockdowntijd, weet je nog?) Wat ik ook niet ben tegengekomen zijn standbeelden en kunstwerken in het Zuid-Limburgse landschap (dat landschap heeft die ook niet nodig). Eerlijk, ik wist zelfs niet dat er zoiets bestond als land art, tenzij op onze rotondes. In de Ardèche daarentegen zijn mysterieuze kunstwerken verspreid langs de Sentier des Lauzes te vinden. Kunstenaars worden van oudsher al door de natuur geïnspireerd, zoals de bossen van Fontainebleau, maar ook in de stad komen we kunst overal tegen. En ken je de bijzon­ dere verhalen achter de verdwaalde stand­beelden in Amsterdams Oostelijke Havengebied? Om maar te zwijgen van Rome: daar struikel je bijna letterlijk over antieke beelden. Je voelt ’m al aan­komen: hoogste tijd om deze Wandelmagazine te lezen, anders mis je een hoop. Het zijn donkere dagen, dus de timing is perfect!

@jvandevo @mild_adventures


Redactie Rick Eggink

Foto: Ad Snelderwaard

Foto: Rothaarsteigverrein e.V./Klaus Peter Kapest

Onderweg Nieuws voor wandelaars

Ode aan het onverharde wandelpad

Dit jaar is het twintig jaar geleden dat de Rothaarsteig werd geopend. Door gebruik te maken van een herkenbaar logo en langs de route allerlei bijzondere zit- en ligobjecten neer te zetten, werd wandelen opeens hip. Je kunt urenlang wandelen door de uitgestrekte bossen en groene weilanden zonder iemand tegen te komen. Neem onderweg plaats op een van de driehonderd bijzonder vorm­ gegeven banken, ligstoelen, picknickplekken, schommels en hangmatten, kom tot rust en zuig de omgeving in je op. Op vijf fotogenieke plekken staat een omlijsting om het fraaie uitzicht nog eens extra in scène te zetten. De 154 km lange wandeling in het Sauerland gaat van Brilon naar Dillenburg en telt acht etappes. Meer informatie en GPXtracks van de Rothaarsteig zijn op de website te vinden. www.toptrails.nl

4 Wandelmagazine 3-2021

Foto: VisitBrabant

ROTHAARSTEIG

Het bestaan van onverharde paden staat in Nederland onder druk. Daarom doen wij een oproep aan wandelaars om wijd en zijd te laten weten hoe mooi en belangrijk het is om onverhard te kunnen blijven wandelen. Er worden vijf types onverharde paden onderscheiden: graspad, zandpad, bospad, karrenspoor en boerenlandpad. Steeds meer paden worden verhard tot bijvoorbeeld een fietspad of worden door terreineigenaren afgesloten. Dit zijn paden die vaak eeuwenoud zijn en daardoor van groot cultuurhistorisch belang. Wandelnet verzamelt op haar website nieuws over bedreigde en beschermde paden en biedt handvatten om zelf in actie te komen tegen het vergeten van onverharde paden. Zo worden goede voorbeelden gedeeld uit het verleden. www.wandelnet.nl/tragetochten/

Gemiddelde wandelaar in Brabant Noord-Brabant heeft, met ongeveer 10.000 kilometer het grootste provinciale wandelnetwerk van Nederland. Uit onderzoek dat VisitBrabant heeft laten uitvoeren komt een profiel naar voren van de gemiddelde wandelaar in Brabant. Dat is een hoger opgeleide vrouw tussen de 55 en 64 jaar oud. Zij loopt het liefst met een gezelschap van gemiddeld 2,6 personen over

een gemarkeerde route met een aantal rustpunten onderweg. Zij hecht waarde aan harmonie en veiligheid. VisitBrabant blijft nieuwe routes ontwikkelen, zoals rondwandelingen bij het onlangs geopende Ons Kloosterpad en wandelroutes waarmee je in de voetsporen van Vincent van Gogh treedt. www.routesinbrabant.nl


Fiets en Wandelbeurs

Nieuw streekpad Biesboschpad Woeste stormen, dijkdoorbraken en overstromingen: de Sint-Elisabethsvloed overspoelde zeshonderd jaar geleden een deel van Brabant en Holland. Het nieuwe streekpad Biesboschpad volgt in 169 km de contouren van de maximale waterstand tijdens die vloed in 1421. De route begint en eindigt in het prachtige vestingstadje Geertruidenberg en brengt je in etappes rond Nationaal Park De Biesbosch. Behalve de hoofdroute, zijn er drie extra lussen. De wandeletappes zijn op een overzichtelijke manier bij elkaar gebracht op de website en in de app. Toch liever een boekje in de hand? De wandelgids Streekpad 18 – Biesboschpad is te koop in de boekhandel en bij Stichting Wandelnet voor € 23,29 (ISBN 978992641144) www.wandelnet.nl

Foto: Paul van de Velde

De favoriete beurs van wandelaars en fietsers vond vorig jaar online plaats vanwege de lockdown. In 2022 kan de beurs, als zogenaamde doorstroom­ locatie, gewoon weer in Utrecht doorgaan op vrijdag 25 en zaterdag 26 februari. Dit is eindelijk weer dé kans om specialisten persoonlijk te ontmoeten met al je vragen over de wandelsport en wandelvakanties en boeiende lezingen bij te wonen. En uiteraard is de redactie van Wandelmagazine ook weer aan­wezig met een eigen stand. In Gent vindt de beurs een week eerder plaats, op zaterdag 19 en zondag 20 februari. www.fietsenwandelbeurs.nl – www.fietsenwandelbeurs.be

Foto: gemeente Rotterdam

LOOPAWARD 2021 VOOR NS EN GEMEENTE ROTTERDAM De LoopAward is een prijs die wordt uitgereikt door het platform Ruimte voor Lopen, een initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Deze wat onhandig genaamde prijs gaat elk jaar naar twee initiatieven die bijdragen aan meer ruimte voor lopen in de breedste zin van het woord: in het hoofd, in beleid en buiten. Dit jaar is de prijs gewonnen door StationsOmmetjes van de NS en door Rondje Stadionpark van de Gemeente Rotterdam. Bij 35 treinstations zet de NS een rondwandeling uit van ongeveer een uur. Stations zijn zo niet alleen begin- of eindpunt van een reis maar worden een bestemming op zich. Wandelbeschrijvingen zijn met een QR-code ter plaatse te downloaden. De tweede winnaar is het Rondje Stadionpark, een vijf kilometer lange route in Rotterdam-Zuid. Brede paden, voldoende bankjes, speeltoestellen, grote symbolen en teksten geven het park kleur en levendigheid. www.ruimtevoorlopen.nl 3-2021 Wandelmagazine 5


Uitgerust

Goed voor spieren en voeten Goede wandelsokken met compressie maken een lange wandeling of stevige tocht een stuk aangenamer. Door de compressie verzuren je spieren minder snel en herstellen ze beter. Met andere woorden: je benen zijn na de inspanning minder moe en de volgende ochtend voelen ze frisser aan. En wees niet bang voor zweetvoeten, want de mix van bamboevezels, merino- en alpacawol zorgt er niet alleen voor dat je voeten warm blijven, hij voorkomt ook allerlei ongewenste geurtjes.

Je wandelschoenen in topconditie In de winter is het extra belangrijk dat je wandel­ schoenen in topconditie zijn. Modder, sneeuw en pekel kunnen namelijk een flinke aanslag plegen op het mate­ riaal. En dus is het zaak om je schoenen goed te onderhouden. Met Sn-seal Bees Wax van Atsko hou je ze in conditie. De was vormt een zacht beschermlaagje, maar verstopt de poriën van het leer of membraan van je schoenen niet, zodat je schoenen hun ademend vermogen behouden. Zo hou je bovendien het leer van je schoenen zacht en soepel, zelfs bij lage temperaturen. ADVIESPRIJS: VANAF € 12,00

WWW.ATSKO.COM ADVIESPRIJS: VANAF € 19,95

WWW.SOCKWELL.NL

Milieuvriendelijk en warm

Stijlvol en functioneel Met de gloednieuwe MALTA GTX MID-schoenen van LOWA ben je klaar voor een stevige wandeling, in elk weer of seizoen. Deze schoenen zijn echte allrounders voor dagelijks gebruik en scoren ook probleemloos op koudere dagen. Of je nou de stad in gaat of de natuur in trekt, met deze schoenen maak je een comfortabele wandeltocht. Deze sportieve stappers zijn zowel verkrijgbaar voor heren als dames.

Outdoorkleding wordt steeds milieuvriendelijker. Dat laat Vaude zien met het Elope Padded Jacket, een waterdichte, warme jas die zo milieuvriendelijk mogelijk gemaakt is. De jas is grotendeels gemaakt van gerecycled materiaal, een flinke grondstoffen­ besparing dus. Dat betekent niet dat de jas ook bespaart op praktische eigenschappen en comfort. Het isolatiemateriaal (van gerecycled polyester) doet het ook onder natte omstandigheden prima en zelfs de steekzakken zijn waterdicht. En last but not least: de jas is klein op te vouwen, zodat je ’m altijd mee kan nemen in je rugzak. Het Elope Padded Jacket van Vaude is verkijgbaar in een damesen een herenuitvoering. ADVIESPRIJS: € 260,–

WWW.VAUDE.COM/NL-NL/

ADVIESPRIJS: € 169,95

WWW.LOWA.NL

6 Wandelmagazine 4-2021

3-2021 Wandelmagazine 6


Wim Huijser

Lopend vuur

Maar liefst acht boeken over wandelen en wandelgidsen schreef Wim Huijser of stelde hij samen … alleen al in 2021. Zo kwam in juli Hier loop ik dan uit met een verzameling van korte verhalen en de mooiste fragmenten uit de Nederlandse wandelliteratuur. Tijdens een ommetje door de Wageningse natuur ontdekte ik zijn gedrevenheid. TEKST & FOTO JUDITH VAN BILSEN

P

as zeven jaar woont Wim Huijser in Wageningen. “Het zuidwestelijke puntje van de Veluwe, ideaal wandelgebied, want we hebben alle landschappen hier: de uiterwaarden, de binnenvelden. Voor een wandelaar een fantastische plek!” Wim groeide echter niet op in de natuur, maar onder de rook van het drukke Rotterdam. “Wandelen op de Veluwe was een uitje. Daarom voelt wandelen nog steeds als een cadeau… Als je dan met de auto naar de Veluwe ging en je stapte daar uit, dan rook je die intense geur van het bos. Dat zit in mijn herinnering, maar ik heb dat ook nu nog altijd.” Al op jonge leeftijd wil Wim de natuur in. Op zijn vijftiende besluit hij dat hij boswachter wil worden. Totdat hij erachter komt dat je voor die opleiding wiskunde nodig hebt. Wim: “En daarmee was die droom vervlogen. En toch, op mijn manier, heb ik nog altijd het idee dat ik boswachter ben.” Wim schrijft bijvoorbeeld een boek waarvoor hij met boswachters door heel Nederland op pad gaat. En ook voor de andere boeken die Wim schrijft of samenstelt, gaat hij meestal zelf wandelen. “Voor de wandelgidsen moeten natuurlijk ook routes worden uitgezet. Maar veel boeken schrijf ik aan de hand van wandelgesprekken met mensen. Daarvoor ga ik op pad met deskundigen in een bepaald gebied.” Hier loop ik dan is voor Wim de ultieme combinatie van zijn liefde voor literatuur en die voor het wandelen. “Ik ben schrijver op het snijvlak van geschiedenis, literatuur en landschap. Wandelen is heel vaak een manier om mijn onderwerpen te verkennen.” Het boek is ingedeeld in provincies. Was het wel zo makkelijk om over elke provincie in Nederland wandelverhalen te vinden? Wim: “Nee. Zo blijf je bijvoorbeeld heel erg zoeken naar nog iets over Flevoland. Dat is toch niet de eerste provincie waar we aan denken bij wandelen. Toch bleek dat in de praktijk wel mee te vallen.” We maken even een korte stop bij een vijver met wat lelies, aan de rand van het bos. Wim begint direct te vertellen: “We staan aan de rand van het Renkums Beekdal. Daar is sowieso heel veel over te vertellen. Maar laten we nu eens pakweg anderhalve eeuw teruggaan in de tijd. Als je dan hier liep op een zomerse dag, was het niet ondenkbaar dat hier een paar lakeien stonden met een handdoek. Omdat, hier in deze poel, onze koning aan het badderen was. Koning Willem de derde!” Wim gaat ook regelmatig met groepen aan de wandel. Die laat hij dan ook dit beekdal zien. “Wist je dat hier zo’n tien jaar geleden nog een industriegebied was? Hier stonden tientallen bedrijven, zoals een papier- en een bandenfabriek.” Het is niet voor te stellen, 7 Wandelmagazine 4-2021

want we lopen over een vlonderpad door een veld met rijke vegetatie. Op aanwijzing van Wim herken ik drie verschillende beken. Hij is erg blij dat dit stukje natuur weer in ere is hersteld. “Dit is een van de projecten in Nederland waar het lukte om iedereen mee te krijgen: bedrijven, overheden en natuurorganisaties. Met als doel om een corridor te creëren om het wild van de Veluwe helemaal naar de Neder-Rijn te kunnen laten lopen.” Wanneer ik Wim vraag waar hij zelf het liefste wandelt, hoeft hij niet lang na te denken: “In Zuid-Limburg, in het Heuvelland. De niveauverschillen, de uitzichten, de holle wegen… Ik vind het prachtig. Ik houd ook heel erg van Engeland, dat is mijn favoriete buitenland, om het zo maar te zeggen. En wat ik in de heuvels van Engeland ervaar, dat beleef ik ook wel een beetje als ik in het Heuvelland ben.” Het toeval wil, dat er in zijn boek ook een verhaal is opgenomen over de Vaalserberg. Wim: “Eigenlijk wilde ik slechts één eigen tekst gebruiken voor Hier loop ik dan. Maar aangezien er een andere tekst over Zuid-Limburg was weggevallen, heb ik toch daarvoor een eigen bijdrage geleverd.” Aangezien Wim geen fan is van autorijden, wandelt hij vooral veel in zijn eigen omgeving. Hij licht toe: “Het verveelt nooit. Ik noem mijzelf een terugloper. Je gaat namelijk pas van een plek houden als je er vaker terugkomt. En onder verschillende omstandigheden, in verschillende seizoenen. En als je met de klok mee loopt, is het anders dan wanneer je tegen de klok in wandelt. Zo voel je je steeds meer verbonden met een plek. Een wandeling is voor mij ook een boek. Het blijft altijd in je herinnering zitten. Er is heel vaak een soort hunkering en verlangen om daar weer terug te zijn.”

WINACTIE

Wij mogen drie exemplaren van Hier loop ik dan weggeven! Wil je kans maken? Stuur dan vóór 17 januari 2022 een mailtje naar www.wandelmagazine.nu/ winacties/ en we trekken op 20 januari een winnaar.

4-2021 Wandelmagazine 7


Nederland

Frisse neus

Barchemse bergen

Kleinschalige graanakkers op de flanken van de Kale Berg

Grotendeels onverhard door de Achterhoek De wandeling over de Barchemse ‘bergen’ combineert oud en nieuw met heuvelig en vlak. Het verre verleden heeft het landschap tussen Lochem en Barchem voorzien van steile heuvels en diepe dalen. Vandaag de dag wordt in de vlakte ten zuidwesten van Barchem met succes aan de natuur gewerkt om de biodiversiteit te vergroten. TEKST NOES LAUTIER FOTO’S GIEL TANGE

8 Wandelmagazine 4-2021

H

otel BonAparte in Lochem is het ideale startpunt voor deze route, want dan heb je de steilste klim, die naar de top van de Lochemse Berg, aan het begin. De voorlaatste ijstijd heeft de heuvels in dit deel van de Achterhoek namelijk nogal fors geschapen. Op de top staat de Belvedère, een voormalige uitkijktoren waar de bomen inmiddels bovenuit steken. Via een slingerende zandweg langs weilanden en graanvelden gaat het richting de buurtschap Zwiep, een verzameling huizen en boerderijen met bloemenranden voor de bijen. Rammelgoor is een prachtige naam voor het zandpad dat naar de flanken van de Kale Berg en naar Barchem leidt, waar

je in de Rustende Jager kunt uitblazen. Wat nou eigenlijk het interessantste deel van de route is, valt moeilijk te bepalen: een van de bergen of Natuurreservaat Hagenbeek, maar dat dit natuurgebied met zijn water­ violieren en rode mossen een lustoord voor natuurliefhebbers is, staat als een paal boven water. De vele hoogtepunten Waar je ook pauzeert, alle horeca ademt historie. BonAparte huist in een pand uit 1870 en van De Groene Jager werd tien jaar eerder al gewag gemaakt. De geschiedenis van Landgoed Woodbrooke begint bij een stel Leidse studenten die rond 1908 het quakerscentrum Woodbrooke in Bir-


mingham bezochten. De vrijzinnige manier waarop de quakers tegen religie aankeken, sprak hen aan: ze richtten de Vereniging van oud-Woodbrookers in Nederland op. In 1912 schonk barones Van Heeckeren van Kell een stuk land aan de vereniging, die steeds populairder werd. Helaas raakten de leden op den duur op leeftijd en bleef voldoende aanwas uit. Daarom is het Woodbrookershuis nu een landgoedhotel waar Woodbrookekoek wordt geserveerd met een extra ingrediënt: veel liefde. Lochemse diamanten Geen berg in de Achterhoek of hij is ontstaan in de voorlaatste ijstijd. Zo ook de Lochemse Berg en de Kale Berg, die overbleven toen er door erosie diepe dalen werden uitgesleten in een stuwwal. Vanaf de middeleeuwen graasden er schapen, maar in de negentiende eeuw werd het gebied ontgonnen. Er werden bossen aangeplant en boeren zwoegden om de woeste grond om te zetten in akkers en weilanden. Helaas brachten de Lochemse ‘diamanten’ – kwarts dat door het landijs naar de Achter­hoek was getransporteerd en onderweg gladgeslepen tot kristallen – wegens gebrek aan belangstelling niets op. Voor leem en grind voor de huizenbouw daarentegen was vroeger genoeg belangstelling.

Vervoer Bus: Arriva-bus 56 Deventer- Borculo, halte Dollehoedsdijk. Auto: parkeren bij het Toeristisch Informatiepunt (TOP), Lochemseweg 37, Barchem. De wandeling Let op: bij elk keuzepunt staat aangegeven welke kleur pijl je moet volgen. TOP Barchem – RA en na 75 m LA natuurgebied in – keuzepunt M52 RD zwart – M47 RA zwart – M17 RA geel-rood – M19 LA geel – M51 RA geel – W90 RA geel – W88 RD geel – M67 RD geel-rood – M63 RD grijs – M46 LA grijs – E20 LA grijs, daarna groen – M72 RD groen – E32 RA groen – E30 RA groen – M70 RA groen – M74 LA paars – M44 LA geel-rood – M23 LA grijs – M52 LA zwart – TOP.

ts door Pieter Holsteyn van E witte wieven in grafheuvels.

den kregen een kans, zoals de echte koekoeksbloem, de gevlekte orchis en parnassia. In de poelen zwemmen salamanders en reigers staan roerloos op wacht om een kikker te verorberen. In de recent herstelde houtwallen wordt gebroed en geschuild door vogels en muizen. Helaas, zodra een muisje de houtwal verlaat, moet hij oppassen voor een hongerige buizerd die in een geruisloze glijvlucht uit de lucht komt vallen en zijn prooi op zijn gemak op een paaltje soldaat maakt.

onverklaarbare dingen wanneer dikke mist de kuil omhulde. Met handelswaar volgeladen karren raakten van het karrenspoor af en sloegen om, omdat voerlieden misleid werden door de witte wieven die als spookverschijningen boven de moerassen zweefden. ­

Deze wandeling is route 7 uit de zojuist verschenen gids De mooiste netwerk­ wandelingen – Achterhoek & De Liemers Heuvelrug

van Uitgeverij Elmar

Enter

Rijssen

Holten

Borne OVERIJSSEL

Deventer

Bathmen

Delden

Goor GELDERLAND

Gorssel

Diepenheim

1

(www.uitgeverijelmar.nl).

4

Vorden

Ad Snelderwaard • Noes

7 Neede

6

Borculo Eibergen Ruurlo

En hiervan mogen wij drie

8

Hengelo

Groenlo

14

13

Zelhem

10 Lichtenvoorde

exemplaren weg­geven! Wil je Doetinchem

9

Wehl

Winterswijk

Varsseveld

Gaanderen

12

Aalten

15

Zeddam

's-Heerenberg

Ulft

kans maken? Stuur dan vóór Dinxperlo

Emmerik

Anholt

Bocholt

DUITSLAND

Rhede Isselburg w 15 wandelingen van 7 tot 18 km, zoveel mogelijk over gras w uitsluitend routes uit gemarkeerde wandelnetwerken w topografische routekaartjes w landschapsfoto’s & historische illus traties w downloadbare GPS-tracks I S B N 978-90-389-2788-6

17 januari 2022 een mailtje naar: www.wandelmagazine.nu/ Omslag De mooiste netwerkwandelingen

NETWERKWANDELINGEN

Haaksbergen

5

Lochem

3

Zutphen

11

de mooiste

Markelo

2

9 789038 9278 86 WWW.UITGEVERIJELMAR.NL

De Achterhoek & De Liemers.indd

Lautier

DE ACHTERHOEK & DE LIEMERS

Witte Wieven In de sage van Lochem waren witte wieven ‘wijze vrouwen van vlees en bloed’, die alles wisten van geneeskrachtige kruiden. De toeristensector daarentegen hangt de geheimzinniger theorie aan van raadselachtige verschijningen met nare bedoelingen, die je koste wat kost moest vermijden. Zo gebeurden er in de Witte Wievenkoele, een leemafgraving onderaan de Kale Berg,

DE MOOISTE NETWERKWANDELINGEN:

Natuurreservaat Hagenbeek In 1992 werd in natuurontwikkelingsgebied Hagenbeek het eerste perceel zwaarbemeste landbouwgrond afgegraven en de grondwaterstand verhoogd. Sindsdien is het gebied ingrijpend verder op de schop gegaan. Planten die van schrale grond hou-

De route is 15 kilometer lang (70 procent onverhard). De hond mag aangelijnd mee. Horeca onderweg.

IJ

Barchem Barchem, dat ‘huis aan de berg’ betekent, ontwikkelde zich tot een echt dorp nadat er in 1859 een grindweg werd aangelegd tussen Lochem en Ruurlo. In de Tweede Wereldoorlog besloot de verzetsgroep Barchem samen met groepen uit de omgeving een wapendropping te organiseren. Het Barchemse ‘wapenarsenaal’ bestond namelijk uit één jachtgeweer, één aftandse revolver, enkele boksbeugels en kromme spijkers. In de pikdonkere nacht van 11 november 1944 dropte een Engels vliegtuig stenguns en munitie op het Groote Veld een eind verderop, die door de verzetsstrijders op hun krakkemikkige rijwielen naar een geheime schuilplaats werden gebracht.

WANDELWIJZER

ELMAR

DE ACHTERHOEK & DE LIEMERS

GROENE BADKUIPROUTE

1

winacties/ en we trekken na vier

12-04-21 14:55

weken een winnaar.

3-2021 Wandelmagazine 9


Nederland

Dutch Mountain Trail

Toppensnellen in Zuid-Limburg “De zwaarste wandeling van Nederland”, roepen de makers van de Dutch Mountain Trail trots in hun gelijknamige wandelgidsje. Echt? Voldoende excuus voor onze hoofdredacteur en fanatiek bergwandelaar om de ondertussen één jaar oude langeafstandsroute in ZuidLimburg zelf met de rugzak te lopen. Maar dan hartje winter. TEKST & FOTO’S JONATHAN VANDEVOORDE

10 Wandelmagazine 4-2021

A

ls harige puisten steken ze uit boven het schilferige landschap, de mijnbergen in de Oostelijke Mijnstreek rond Landgraaf en Kerkrade. Relicten uit een tijdperk dat het ‘zwarte goud’ bij veel gezinnen zorgde voor genoeg brood op de plank. En slechte longen. Toch mooi hoe de bestuurders, die het economische puin vanaf eind jaren tachtig moesten ruimen, deze mijnsteenbergen wisten om te vormen tot plekken waar ‘natuurbeleving’ nu centraal staat. Of in elk geval sporten in de natuur, want de natuurbeleving laat eerst nog op zich wachten. Als ik aan het eind van de middag na een wandelingetje van dik 4 kilometer vanaf station Eygelshoven de top van de Wilhelminaberg bereik, vind ik er weinig moois aan. De enorme skihal van Snowworld ontsiert een hele flank van de beboste puinkegel. De lange, betonnen trap


Op elke hoek beschermen Maria of Jezus de passerende wandelaars.

Op de flanken van de Hakkenberg.

die van de voet naar de top voert is echter een magneet voor hardlopers: tientallen huppelen of strompelen hijgend op en af. Op de modderige bospaadjes aan de achterkant van de heuvel glibberen vooral mountainbikers voorbij. En één wandelaar: ik. Dutch Mountains De Wilhelminaberg is de eerste van de semi-officiële ‘Seven Summits’, de zeven hoogste plekken in Zuid-Limburg, een initiatief van de bergsporters die elk jaar het succesvolle Dutch Mountain Film Festival organiseren. Naar aanleiding van de tiende editie van het evenement in het najaar van 2020, dat vanwege de lockdown volledig online moest plaatsvinden, brachten de initiatiefnemers een meerdaagse route uit die de hoogste ‘bergen’ in het Zuid-Limburgse heuvellandschap aan elkaar rijgt. De Dutch

Mountain Trail (DMT) gaat van station Eygelshoven (bij Landgraaf) naar Maastricht en is meer dan 100 kilometer lang. Hoewel de route 18 kilometer over Duits en meer dan 20 kilometer over Belgisch grondgebied loopt, is het marketingtechnisch een slimme zet geweest om de trail niet tot ‘drielandenbergroute’ of zoiets te dopen. De DMT appelleert immers vooral aan wandelaars uit Nederland (vandaar wellicht de Engelse naam), het bijhorende gidsje verscheen in tijden van reisbeperkingen precies op het juiste moment en het begin- en eindpunt en ook de etappeplaatsen onderweg zijn vanuit de rest van Nederland met het openbaar vervoer prima te bereiken. Fit zijn is een absolute vereiste om de hele DMT in vier dagen te voltooien. Lukt je dat, dan ben je een echte ‘thru-hiker’ zoals dat heet, maar je kunt er natuurlijk ook losse etappes van lopen. Het gaat, met uitzondering van het lange stuk door Duits-

land vanaf de eerste dag, continu op en neer – opgeteld bijna 2000 meter – en je sleurt ook al je spullen in je rugzak mee. Slapen kan wel in hotels en herbergen in de dorpen onderweg en soms op campings. 4 dagen onderweg Om de verwachte drukte voor te blijven, aangewakkerd door de toenemende populariteit van het langeafstandswandelen in eigen land, ga ik hartje winter op pad. Het is midden januari. Mijn rugzak staat stijf van de winterkleding. Ik heb een stevige outdoorbroek aan, thermo-onderbroek eronder, hete thee met suiker en een paar wandelstokken om in de afdalingen mijn knieën een beetje te ontzien. Etappes één, drie en vier leg ik af in het gezelschap van redactielid Judith, een rasechte Limburgse. Het weerbericht kondigt niet al te koud weer aan voor de komende dagen, maar het heeft in de afgelopen periode wel flink geregend. Volgens het gidsje van de DMT 3-2021 Wandelmagazine 11


Nederland Een waterzonnetje breekt even door in de buurt van Mheer..

mag de wandelaar sowieso veel “onvervalste Limburgse pratsj” verwachten – modder zal dus mijn tochtgenoot zijn. Zo ga ik op dat bospad aan de achterkant van die Wilhelminaberg al roemloos onderuit. En ik ben pas een uur of zo onderweg. De eerste etappe voert naar Kerkrade en steekt daar de Duitse grens over, het plateau van Bocholtz op, van waar ik het onNederlands aandoende landschap van mijnsteenbergen kan overzien. Lopend langs een historisch spoorlijntje springen twee reeën bijna voor onze voeten het veld in, ganzen en buizerds vullen de grijze lucht. Goed om te zien dat de natuur toch weer ruimte heeft gevonden. Op twee plekken onderweg herinneren eindeloze rijen betonblokken in Toblerone-vorm aan Hitlers vergeefse poging om geallieerde tanks buiten zijn afbrokkelend Reich te houden: de Siegfriedlinie.

Het ‘wijndorp’ Vijlen.

Op de Vaalserberg (322 m)

12 Wandelmagazine 4-2021


Berggevoel Maar voor het echte berggevoel moeten we geduld hebben tot in Vaals, het eindpunt van de eerste etappe van de DMT. Of, specifieker, in het mooie Duitse dorpje Orsbach, vlak bij de Duits-Nederlandse grens en van waar we voor het eerst een prachtig uitzicht hebben op het dal van de Selzerbeek die onder de Vaalserberg aan de overkant door kabbelt. In de kleverige, Limburgse modder van kalk en keileem wordt de laatste afdaling naar Vaals een uitdaging voor evenwichtskunstenaars. We besluiten een stukje af te snijden, dwars door een braakliggend veld, tot we op een afsfaltwegje weer ‘vaste grond’ onder de zolen voelen – na bijna 20 kilometer ploeteren toch wel zo fijn. Pas achteraf beseffen we dat we daardoor de eerste van de Seven Summits, de Schneeberg, mislopen. Maar

vanwege het feit dat deze feitelijk op Duits grondgebied ligt en dus niet in Limburg, zitten we er niet mee. Ik maak mij meer zorgen over de lengte van de etappe morgen en of ik wel genoeg tijd zal hebben om het eindpunt Gulpen vóór het donker te halen. Bergdorpen Gelukkig zijn de paden ’s anderendaags grotendeels bevroren. Het Drielandenpunt op de Vaalserberg bedwing ik moederziel alleen via de ongeschonden Duitse boshelling en vanaf het hoogste punt van Nederland gaat het aan een stuk door bergaf en weer bergop door weides, struiken, berken-, naald- en beukenbossen dat het een lieve lust is. Slechts één keer daal de DMT af naar de bewoonde wereld, naar Wahlwiller, richting Eijserberg. Tegen de tijd dat de

middag de bodem ontdooid heeft zijn de Limburgse paadjes weer veranderd in blubber, maar alles went. Daar waar ik een uitzicht heb op de wijndorpen Vijlen en Wahlwiller of stadjes als Eijsden en Gulpen staat altijd wel een bankje en is het uitzicht weids en rustgevend, vooral in dit grauwe jaargetijde waarin bijna niemand onderweg is en kleuren in het landschap schaars zijn. En op elke splitsing staat een kruisbeeld of hangt een Jezus in de boom om de wandelaar te behoeden voor onheil. Ook op dag drie is er continu uitzicht op hetzelfde golvend stukje Zuid-Limburg, maar dan vanaf de tegenoverliggende hellingen van het Geuldal. Judith en ik eindigen vandaag in het dorp Teuven in de Vlaamse Voerstreek;

In dit jaargetijde is bijna niemand onderweg en zijn de kleuren in het landschap schaars 4-2021 Wandelmagazine 13


het officieel eindpunt van de etappe; het dorp Mheer aan de Nederlandse kant van de grens, vond ik té ver voor een korte winterdag. In Teuven vinden we een heerlijke B&B. Witte wereld Op mijn laatste ochtend heeft het heel lichtjes gesneeuwd en als we vertrekken uit Teuven is de wereld wit. Mijn sporthorloge, dat de gpxtracks die ik van de DMT-website heb gedownload, feilloos volgt, smokkelt mij ongezien wel zes keer de onzichtbare streep tussen Nederland en België over. Dit is een traject dat nu eens dwars over, dan weer langs de parallel lopende, steile heuvelruggen voert die zo typisch zijn voor de Voerstreek. De wandelstokken zijn mijn steunpilaren waar de paden door de smeltende sneeuw veranderd zijn in modderpoelen. Zo kan ik een flink tempo aanhouden maar niet voorkomen dat ik op een modderhellinkje toch pontificaal onderuit ga, tot groot jolijt van Judith, die in een lachbui bekent dat ze “die modder nu wel spuugzat” is. Het is zondag en de eerste dag dat we dagjesmensen tegenkomen. Aan hun getier en gevloek in het bos te horen zijn zij helemaal niet voorbereid op dit soort wankele toestanden. In het zicht van de brede Maasvallei begint langs de kale hoogstamboomgaarden op de Mescherberg de laatste afdaling, richting Eijsden. Hier houdt mijn outdooravontuur op; het rivierpontje dat wandelaars naar de overkant van de Maas en naar de klim naar de top van d’n Observant (de laatste der Seven Summits) brengt, vaart in de wintermaanden niet. Als we op het treinperron van Eijsden inchecken, begint het hard te regenen. Die hadden we nog niet meegemaakt.

Je weet dat je in België bent als… (Teuven).

14 Wandelmagazine 3-2021

WANDELWIJZER De Dutch Mountain Trail is een 100,5 km lange, pittige tocht van oost naar west door de veelzijdige cultuur- en natuurlandschappen van Zuid-Limburg. Oriëntering De route is aangegeven met blauw-witte tekens in de richting oostwest. De routebeschrijving in het gidsje helpt je verder. Etappes De makers van de route stellen de DMT voor als een 4-daagse tocht. Vooral in winterse omstandigheden (korte dagen, modder, sneeuw) vind ik dat een uitdaging, 5 dagen zijn relaxter. Ik liep in 4,5 dagen van Eygelshoven naar Eijsden in winterse omstandigheden. Volgens mijn gps-horloge een afstand van 94 km. Slapen Afhankelijk van de lengte van je gekozen etappes selecteer je een hotel, camping of B&B in de omgeving. Het gidsje geeft geen slaapadressen; de beste bron is Google Maps of de gebruikersgroep van de DMT op Facebook waar veel tips uitgewisseld worden. Tips • Heb je niet zoveel tijd? Loop dan in ieder geval de delen Vaals-Gulpen en Gulpen-Noorbeek/Mheer/Slenaken, met de bus te bereiken vanuit Heerlen. • Ga je in de winter, breng thermo-ondergoed. Een thermosfles met hete, licht gezoete thee is een goede manier om warm te blijven. Wandelstokken kunnen erg handig zijn op modderige passages. Gids Dutch Mountain Trail en de Seven Summits, Toon Hezemans & Thijs Horbach, uitg. Stichting Moving Mountains, ISBN 9789090336695. Onontbeerlijke beschrijving met gedetailleerde kaarten (1:25.000). Meer weten? • www.dutchmountaintrail.nl – ook voor het gidsje en de (gratis) gpx-tracks. • www.visitzuidlimburg.nl • www.rome2rio.com – voor ov-verbindingen, ook in het buitenland.


Overnachten in sprookjesachtig Zuid-Limburg Duizenden lichtjes, een winterwonder landschap, heerlijke winterwandelingen en culinaire hoogstandjes in dé kerstregio van Nederland. Van gezelligheid ten top tot rust en ruimte in de natuur. Maak deze winter écht magisch en boek een nachtje, weekend of week in sprookjesachtig Zuid-Limburg!

De fijnste droomplekjes tijdens de donkere dagen Indrukwekkende kasteelhotels Zuid-Limburg is een regio vol kastelen.

Gun jezelf een magische winter!

Sfeervolle bed & breakfasts

Slapen onder de heiligenhemel

In de Zuid-Limburgse B&B’s ben je even he-

In Zuid-Limburg ontbreekt het niet aan

lemaal weg, maar ervaar je toch de warmte

bijzondere verblijven om de nacht door te

en het comfort van thuis. Start de dag met

brengen. Je kunt hier zelfs in religieus erf-

een bourgondisch ontbijt met liefde bereid

goed logeren. Heb je ooit al eens geslapen

door de gastvrouw of -heer. Wedden dat je

in een oud klooster? Zeker rond de kerst

de gemoedelijke Limburgse levensstijl zo

is het fijn om hier te verblijven, even stil te

eigen hebt gemaakt?

staan en rust te vinden.

Winters kamperen

Wijnen en slapen

In de winter bloeit de hulst en de maretak,

Na een heerlijke wandeling aanschuiven

spot je reeën en is het extra stil in de

voor een glaasje wijn en dan zo je bed in

natuur. De ultieme manier om het Zuid-

rollen. Ideaal! Op een aantal bijzondere

Limburgse winterlandschap te beleven is

plekken proef je de mooiste wijnen van

door er middenin te slapen met je tent,

eigen bodem, kun je heerlijk slapen en

camper of caravan.

ontwaak je tussen de heuvels of zelfs de

De keuze uit kasteelhotels is dan ook reuze! Droom jij al weg bij het idee dat jouw koninklijke slaapplek vroeger het optrekje was van een invloedrijke graaf of rijke baron? Bekijk dan snel alle kasteelhotels en voel je de koning te rijk!

wijngaarden!

Check visitzuidlimburg.nl/droomplekjes voor alle tips, accommodaties en meer inspiratie.

visitzuidlimburg.nl • #visitzuidlimburg


Frankrijk

Ardèche

16 Wandelmagazine 4-2021


Zwarte sculpturen langs het

Leisteenpad

TEKST HANS FARJON FOTO’S YVONNE JANSEN & HANS FARJON

Aan het Sentier des Lauzes in de Ardèche liggen zeven fraaie landschapskunstwerken. Daarmee geven de nieuwe bewoners het verlaten en overgroeide boerenland een nieuwe dimensie. De naam van het pad verwijst naar de leistenen die de daken van de traditionele huizen bedekken.

B

oven op de hoge bergrug Chaylar werpen we een eerste blik op het dal van de Drobie, onze wandelbiotoop voor de komende dagen. Op een enkele helling met paarse heide na, ligt er uitgestrekt, aaneengesloten bos aan onze voeten. Soms steekt er een plukje huizen boven de bomen uit; grotere dorpen zijn er niet te zien. Hier woont of boert bijna niemand meer. Het ruisen van de wind versterkt het gevoel van rust en stilte. We staan niet alleen op kale granietrotsen. Vijf zwijgende figuren kijken met ons mee. Veel langer dan wij, veel slanker ook en geblakerd zwart. Als we afdalen naar het Leisteenpad blijven ze achter. De vijf wachtende figuren zijn door de Franse kunstenaar Christian Lapie uit boomstammen gezaagd en bewerkt. Zeven kilometer zui­ delijker, op de andere waterscheiding van de Drobie, staan drie van hun collega’s. Samen omvatten ze het stroomgebied en zullen ze over ons waken op onze tocht.

Les Confluences nomades van Christian Lapie op Chaylar.

Nomadische Samenvloeiingen noemde de kunstenaar dit werk. Wellicht is het een verwijzing naar de herders die langs dit punt tussen zomer- en winterweidegronden trokken met hun vee. Ook langs het pad komen we twee groepjes zwijgende zwarte gestalten van Lapie tegen. Wat heerlijk vertrouwd op een tocht waar we nauwelijks een levende ziel tegen komen. Madurodam van de Cevennen Op zoek naar water verlaten we het pad en lopen we het erf van Pierre Bouvarel op. De grijs bebaarde zestiger buigt zich voorover met een brandende lucifer in zijn grote handen. Voorzichtig steekt hij een mini-houtvuurtje aan op de begane grond van zijn ieniemienie droogschuur. Even blazen en de rook kringelt omhoog door de kieren in de vloer van het bovenverdiepinkje waar kastanjes zo groot als konijnenkeutels liggen uitgespreid. De kastanjedroogschuur is een van de topstukken van Pierres levenswerk: het Madurodam van de Cevennen dat hij Ron de Fades heeft gedoopt. Alles hier is gemaakt van gestapelde platte schisten en gedekt met zwarte leien; zoals alle traditionele huizen in de streek. We herkennen de kapel van SaintRégis, die aan de andere kant van het dal staat. “Alle stenen bij de traditionele bouw zijn los gestapeld; er is geen cement aan te pas gekomen”, vertelt hij enthousiast. “Dat kunnen nog maar weinig mensen.” Echt vakwerk is het kappen van de vlinder­ vormige leistenen, die de nok vormen. Ze vallen zo in elkaar dat de nok een soort dubbele hanenkam vormt. “Wij noemen die nokstenen hier lauzes”, legt de meesterleistenenbouwer uit. In zijn dorpje hebben

alle gebouwen van die hanenkammen op de nok. Staan wij versteld van de lauzes, zelf is Pierre het meest trotst op zijn bonsaiboompjes. Echte olijfjes, appelbomen en tamme kastanjes met een nagelschaartje geknipt op Madurodam-formaat. Parole des Lauzes Rechts van het pad staat een muurtje van platte stenen. De grijsbruine schisten met een patina van grijsgroene korstmossen zijn los gestapeld. Dat we zo’n muur tegenkomen is niet zo vreemd. Op onze wandeltocht wemelt het ervan. Zo is de Sentier des Lauzes er over de hele lengte mee omzoomd. Dat is al dertig kilometer gestapelde schisten. In stroomgebied van de Drobie moeten een veelvoud te vinden zijn. Vroeger waren elk weide, tuin en kastanjegaard ermee omzoomd. Dit muurtje is anders. Er steken aan de bovenkant een twintigtal lauzes uit. “Het lijken wel vlinders!”, zegt Maaike, die ons vergezelt, enthousiast. “Deze praat. Kijk maar: dit hoofd heeft een mond”, gaat haar vriend Camiel verder. Parole de Lauzes – Woord van Leisteen – zoals dit landschapskunstwerk heet, is een hommage van de kunstenaar Domingo Cisternos aan de fraaie kammen van de traditionele daken. Het negentiende-eeuwse cultuurlandschap van de Cevennen dat zo meesterlijk is nagebouwd in het miniatuurdorp, bestaat in werkelijkheid niet meer. Daarin nam naast de wijnbouw en de zijderupsteelt, de tamme kastanje een belangrijke plaats in. De bomen, die fraai gefilterd licht doorlaten, boden schaduw en voedsel voor het vee. Het hout kende vele toepassingen en de bewoners aten kastanjes in allerlei 4-2021 Wandelmagazine 17


Frankrijk

Parole de lauzes van Domingo Cisneros.

Revolution is not a pique-nique van Denicolaï & Provoost.

De grijsbruine schisten met een patina van grijsgroene korstmossen zijn los gestapeld. Op onze wandeltocht wemelt het ervan

vormen. Lekker gepoft, ingemaakt of gemalen tot meel verwerkt in broden. Als je een keer een kastanje-ijsje proeft, begrijp je waarom de kastanjeteelt zo goed als verdwenen is. Je moet wel heel nostalgisch zijn ingesteld om de aardsmaak van de bruine vrucht te waarderen. Toch zijn dit soort culinaire overwegingen niet de reden geweest dat de kastanjegaarden zijn verlaten en overwoekerd door steeneik en prikkelstruiken. De Vlaming De mensen trokken weg op zoek naar een beter bestaan in de grote dorpen en steden; de boerderijen kwamen leeg te staan. In het gehucht La Coste schurken drie boerderijen van gestapelde schisten tegen elkaar. Eind negentiende eeuw woonden hier nog veertig mensen; nu zijn het er weer twee. “Sinds vorige jaar woont mijn Franse buurman hier weer permanent”, vertelt de Nederlandse Irma die hier al dertig jaar woont. Het dieptepunt lag in de jaren zeventig. “Gelukkig kwamen toen de hippies. Die hebben de gebouwen gered door ze te kraken.” Na hen nam ‘de Vla18 Wandelmagazine 4-2021

ming’ het over. Dit ondernemend type uit Antwerpen kocht overal in het dal bouwvallen op en verkocht ze door als tweede huis aan zijn landgenoten. “Ja, het was een Vlaamse kolonie die hier vooral zomers neerstreek. Gelukkig nemen Fransen de plaats van de deeltijdbewoners over. Sommigen komen uit de buurt en wonen er weer permanent. Dat brengt heel wat meer leven in de brouwerij.” Ook de wijnbouw krabbelt weer wat op. Er wordt zelfs weer wat geëxperimenteerd met lokale druivensoorten die vroeger verboden waren vanwege hun hoge suikergehalte. Dat leverde wijnen op met een veel hoger alcohol­ gehalte. Mede-eigendom Naast de voordeur van Irma hangt een sleutelbord met vier identieke sleutels. We stoppen vijf euro en een papiertje met onze naam in de brievenbus, steken een sleutel in ons zak en zijn vanaf nu mede-eigenaar van een grote linnenkast. Die staat even verderop langs het pad. Samen met Irma lopen we erheen. “Al dit land hier omheen, samen zo’n twintig hectare overwoekerde

landbouwgrond, hoort bij mijn boerderij. Ik doe er niets mee. Die kast staat nu voor de tweede keer vier jaar op mijn land”, vertelt ze trots. “In de tussentijd stond hij in Brussel en in een tuin in Parijs.” Een smal paadje leidt ons door doorn­ struiken en bomen naar een open plek in het bos. Midden op een terras staat een oer­degelijk houten kast. Het lijkt wel een buitenaards object dat uit het heelal is neer­geploft. Sommige panelen zijn van glas, zodat je ook zonder sleutel kunt zien wat er in de kast staat. Nieuwsgierig steken we onze sleutel in het al net zo degelijke koperen slot. Tsjee, heel wat kindertekeningen en kijk daar, een pakje shag. Superman heeft zijn mok achtergelaten, een Bad Religion-fan een cassettebandje met muziek. En wat te denken van een tandenborstel? Gelukkig nog in de verpakking. Wij laten ook iets achter. Je wilt weten wat? Ga maar kijken, het is overduidelijk. De kast is bedacht door een Brussels kunstenaarsduo Simona Denicolai & Ivo Provoost en gemaakt door iemand uit de vallei. Met dit werk, Revolution is not a pique-nique, willen ze het begrip eigendom ter discussie stellen


Zo wordt de Sentier gemarkeerd.

en de interactie tussen passanten, zoals wij, en vaste en tijdelijk bewoners van SaintMelany bevorderen. Artists in residence De oprichting van de vereniging Sur le Sentier des Lauzes in 2000 is het resultaat van de opleving van gemeenschapszin in het dal van de Drobie. Martin Chenot en zijn ouders waren de drijvende kracht achter dit initiatief. Door het ontwikkelen van het wandelpad en het organiseren van culturele manifestaties willen ze de groeiende groep permanente bewoners en de vakantiegangers bij elkaar brengen. Links van ons pad bij het gehucht l’Elzière, waar het kastanjebos overgaat in een breed amfi­ theater van terrassen met wijngaarden, organiseert de vereniging bijeenkomsten van allerlei aard: dans, muziek, lezingen. Even verderop ligt verscholen tussen de bomen het Atelier Refuge. Dat is een plek waar kunstenaars op uitnodiging tijdelijk kunnen wonen om zich te laten inspireren

Saint-Mélany.

4-2021 Wandelmagazine 19


Frankrijk Ron de Fades.

en van de 200 ogen van Seuille E die Jan Kopp heeft geplaatst in een oude kastanje.

door het fraai landschap dat aan hun voeten ligt. “Dat heeft heel wat interessante presentaties en kunstwerken opgeleverd”, vertelt Irma enthousiast, die ook bestuurslid is van de vereniging. “Veel resultaten vind je langs het pad. Soms is het niet verder gekomen dan een briljant maar onuitvoerbaar idee, zoals een brug over de beek de Seuille van een Nederlandse kunstenaar. Die had geen idee hoe dit beekje in korte tijd kon opzwellen tot een brullende rivier.” Intrigerend vinden wij het werk van de Italiaan Guiseppe Penone. Die maakte geluidsopnamen van

bomen en legde die vast in een partituur. Mijn vrouw Yvonne zou ze graag willen proberen spelen op haar tenorsaxofoon. “Dat gaat niet lukken”, lacht Irma. “Er staan heel wat akkoorden in die niemand kan spelen.” Als we bijna rond zijn, komen we op het punt waar de Nederlander zijn brug had gedacht. De beek kabbelt rustig; we stappen er zo overheen en gaan uit de kleren. Het water is heerlijk fris na een warme wandeldag. Als we op de gladde rotsen liggen te drogen, voelen we ons bekeken. “Verrek, ik zie een oog daar tussen de rotsen.” Spoedig

zien we er meer in de rotsen om ons heen. Zelfs in bomen en onder water zitten spiegeltjes zo groot als een twee-euromunt. Jan Kopp heeft er zo’n tweehonderd aan­ ebracht. Les Yeux de la Seuille is de meest ingetogen ingreep in het verlaten Ardèchelandschap. Zouden het de ogen van de voormalige bewoners zijn, die kijken hoe de huidige bewoners een nieuwe laag toevoegen aan het voormalige boerenlandschap? Ze zullen tevreden zijn met wat ze zien.

WANDELWIJZER

Le Sentier des Lauzes is een rondwandeling van 15 km langs landschapskunstwerken in het overwoekerde cultuurlandschap van de Monts d’Ardèche De kunstwerken zijn van de hand van Akio Suzuki, Domingo Cisternos, Christian Lapie, Gilles Clément, Jan Kopp en het duo Provoost/Denicolaï.

Vervoer Uitsluitend met de auto te bereiken. Parkeerplaats naast het startpunt in Saint-Mélany.

Horeca Café-restaurant Au Bon Port in Saint-Melany. Bij het miniatuurdorpje Ron de Fades zijn frisdranken te koop. Bij de kerk in Dompnac is een watertappunt.

Onze tip Een verfrissende duik is mogelijk in de Seuille bij Dompnac en bij Les Yeux de la Seuille.

Meer weten? www.surlesentierdeslauzes.fr – Hier is een Franstalige gids te downloaden. Deze is ook te koop in café-restaurant Au Bon Port of op donderdagmiddagen in het kantoor van de Association Sur le Sentier des Lauzes in het gemeentehuis van Saint-Mélany. Typisch witte Deense huizen. 20 Wandelmagazine 3-2021


Frankrijk

Seine-et-Marne

Barbizon

Kunstenaarskolonie in het bos van Fontainebleau

Kunstenaars Jean-Francois Millet en Théodore Rousseau afgebeeld op een plaquette.

Een dorp midden in het bos, op een dag reizen van Parijs en dat nauwelijks tachtig inwoners kende, groeide in de negentiende eeuw in korte tijd uit tot een van de beroemdste kunstenaarskolonies in Frankrijk. Het bos werd ’s lands eerste natuurreservaat én wandelgebied. Wat was er zo bijzonder aan Barbizon? TEKST & FOTO’S RUUD BEUNDERMAN & FATIMA VAN DER MAAS

E

en prachtige septemberdag: we rijden met de auto over een kaarsrechte weg vanuit Parijs richting Fontainebleau. Aan beide kanten van de weg staan indrukwekkende oude hoge bomen in beginnende herfstkleuren. Tweehonderd jaar geleden was dit de route van de postkoets richting het zuiden. Zestig kilometer van Parijs, ongeveer één dag reizen, kwam die langs de pleisterplaatsjes Chailly, Bière en Barbizon. Een tocht over een soms glibberige weg met karrensporen door een streek waar je als vreemdeling liever niet wilde stoppen, hooguit voor een overnachting in de Auberge Ganne in Barbizon. Daar was het echtpaar Ganne in 1835 begonnen met een winkeltje en het bieden van onderdak aan reizigers.

“Barbizon mérite un détour” merken we al gauw, het is een omweg waard. Bij het Office de Tourisme krijgen we een tip: Barbizon is niet alleen bekend vanwege de beroemde schilders die hier verbleven, maar zeker ook vanwege de uitgebreide bossen van Fontainebleau. Bezoek eerst Auberge Ganne (nu een museum) voor een indruk van het leven van de schilders die naar Barbizon trokken. “Maar gaat u vooral ook wandelen; hier in deze streek werden bijna tweehonderd jaar geleden al de eerste wandelroutes in Frankrijk aangelegd.” De kaarten van Denecourt Begin jaren veertig van de negentiende eeuw komt schilderen in de vrije natuur in de belangstelling. Schilders trekken de stad uit en komen onder meer in de streek rond 4-2021 Wandelmagazine 21


Frankrijk

Pad naar de rotsen van Apremont.

Bij nacht en ontij kan men Denecourt tegenkomen met een pot blauwe verf onder zijn mantel

Huis en atelier van de schilder Millet.

Fontainebleau terecht. Rond deze tijd wordt de verftube ontwikkeld en gaan de eerste treinen rijden, waardoor het gemakkelijker wordt om buiten het atelier te werken en in de natuur te schilderen. Het idee om als een bohémien te leven slaat aan, ver weg van de drukte en het burgerlijke leven in de grote stad. 22 Wandelmagazine 3-2021 4-2021

In de voetsporen van de schilders volgen al gauw dagjesmensen uit Parijs die met eigen ogen willen komen kijken wat de schilders uitvoeren. Dankzij de landkaarten van Claude-François Denecourt, een oud-sergeant uit het leger van Napoleon, wordt het bos van Fontainebleau ontsloten. Bij nacht en ontij kan men Denecourt tegenkomen met een pot blauwe verf onder zijn mantel verborgen om met pijlen op de bomen de

route aan te aangeven. Hij begint in 1839 kaarten van het gebied uit te geven. Nog geen tien jaar later staan in zijn gids al 150 kilometer wandelpaden aangegeven: de eerste toeristische routes in Frankrijk. In de gidsen van Denecourt worden schilderijen van de Barizonschilders als toeristische attracties weergegeven. Rousseau ontdekt al gauw dat een van zijn werken (Les Chênes d’Appremont) op een kaart van


Feest in de herberg.

Denecourt als “de eik van Rousseau” staat vermeld. Als hij dat ziet wordt hij zó kwaad, dat hij dringend een beroep doet op de Franse koning Napoleon III om het bos te beschermen. Zijn oproep heeft resultaat. Het bos van Fontainebleau krijgt in 1855 als eerste gebied in Frankrijk de bestemming ‘natuurreservaat’. Circuit des Peintres De wandelroutes van Denecourt zijn er nog steeds. We kiezen voor zijn meeste bekende: het Circuit des Peintres (route van de schilders) die Barbizon en de omgeving verkent. Barbizon is tegenwoordig geliefd bij toeristen, maar was destijds een klein dorp met een paar eenvoudige huizen met rieten daken. Het dorp heeft slechts twee straten: de weg waarlangs je het dorp binnenreed en de lange hoofdstraat met de trotse naam Grande Rue. De bewoners leefden van het bewerken van akkers aan de rand van het bos en hadden een paar koeien. ’s Winters werd er aan de randen van het bos hout gehakt, onder andere om het te bewerken. In de bossen werd al sinds mensenheugenis door de Franse koningen gejaagd. In de jaren veertig van de negentiende eeuw wordt in Parijs snel bekend dat er zich in Barbizon een aantal schilders verzameld heeft die in de Auberge Ganne verblijven. De herberg was de centrale ontmoetingsplek geworden voor tientallen schilders die naar Barbizon en omgeving gingen. Aan het begin van de Grande Rue treffen we meteen de Auberge Ganne aan, waarin sinds 1995 een museum gevestigd is. Een film daar geeft een goed beeld van het leven in de herberg destijds. Kunstenaars als Camille Corot, Jean-François Millet, Theodore Rousseau, Charles-François Daubigny die zich in de streek rond Fontainebleau en Barbizon vestigden, staan bekend als ‘de school van Barbizon’. Zij ontwerpen een nieuw type landschapskunst waarbij de kunstenaar zich niet tegenover het landschap plaatst, maar midden in het landschap, het zogenaamde sous-bois. Daarmee willen zij een meer realistische voor-

HET LEVEN IN DE AUBERGE GANNE Met de komst van de treinverbinding in 1849 vanuit Parijs naar Lyon kunnen de schilders binnen twee uur de nabijgelegen stad Melun bereiken. Er komt een stroom van kunstenaars naar het bos van Fontainebleau op gang waar ze hun intrek nemen in de lokale herbergen. Al gauw wordt de herberg Ganne aan de Grande Rue in Barbizon hun centrale ontmoetingsplaats. Zij treffen het met de herbergier en zijn vrouw die wel begrip hebben voor hun ‘vie bohemien’. Het is een gezellige drukte ’s morgens. Na een gezamenlijk ontbijt maken de schilders plannen voor de dag. Waar gaat ze schilderen: in het bos, bij de rotsen of langs de randen van het bos? Van mevrouw Ganne krijgen de schilders een buidel met eten mee: stokbrood, twee hardgekookte eieren, wat koud vlees overgebleven van de vorige avond, een stuk kaas en een fles wijn. Behalve een schildersezel, verfspullen en een parasol tegen de zon hebben ze elk twee schilderdoeken bij zich (één voor daglichteffecten en één voor avondlichteffecten). Bij terugkeer ’s avonds wordt een partij jeu de boules gespeeld. Terwijl mevrouw Ganne de maaltijd bereidt, voeren de schilders verhitte discussies en wordt er veel wijn geschonken. Nieuwelingen in de herberg worden pas ‘toegelaten’ tot het selecte artiestengezelschap wanneer ze de vaardigheden van het roken van een pijp en het maken van prachtige rookpluimen in het bijzonder hebben getoond.

stelling van de natuur geven, een ‘directe aanraking’ met het geboomte, het gras, de vochtigheid van de lucht en de geur van de bladeren. Weldadige stilte Na het museum vervolgen we onze route door de Grande Rue, met aan de rechterkant de ateliers van Millet en Rousseau. Het is zondag en een Journée du Patrimoine, een soort open monumentendag. Daarom is het in dit deel van de dorpsstraat nog behoorlijk druk. Zodra we aan het eind van de straat aan de rand van het bos komen, wordt het weldadig stil. We naderen een lange laan met de fraaie naam de Allée des Vaches. De eeuwenoude bomen geven de entree tot het bos een

Trap van Auberge Ganne.

4-2021 Wandelmagazine 23


Frankrijk

plechtige en mysterieuze sfeer. Even buiten het dorp wijst een bordje naar een gedenksteen met de afbeeldingen van Millet en Rousseau. Verderop wordt het terrein steeds glooiender en na enige tijd zien we een aantal rotsformaties liggen, waarbij ook de bekende Rocher de l’Élephant. We keren terug naar de Allée des Vaches en komen langs een aantal grote rotsen, ideaal om te picknicken, wat ook wordt gedaan door jonge gezinnen. In de verte horen we het geluid van een groepje jongeren, die vrolijk zingend door het bos lopen. Het verhaal gaat dat de schilders soms na een avond met veel drank met fakkels het bos in trokken, de trompetten die ze bij zich hadden waren tot in het dorp te horen. Aan het eind van de Alleé des Vaches slaan we rechtsaf en komen bij een prachtige oude eik, de Chêne Sully, die lijkt op de eik van Rousseau. Ook hier zijn rotsformaties te vinden die door mensenhanden lijken te zijn gemaakt. Een klim omhoog brengt ons bij de rotsen van Apremont: beroemd vanwege het prachtige uitzicht en ook bekend als een aantrekkelijk oefenterrein voor rotsklimmers. Het wordt tijd om terug te keren, want we willen straks niet door de schemer worden overvallen. Als we het dorp binnenlopen langs de Allées des Vaches, proberen we ons voor te stellen hoe de schilders nu zouden terugkeren naar de Auberge Ganne. Daar zullen ze aan tafel bij het avondmaal onder het drinken van een goed glas rode wijn hun belevenissen van de dag aan elkaar vertellen. Dit lijkt ons een goed moment om niet langer te aarzelen. We zoeken ons favoriete restaurant La Bohème op en praten na over een mooie dag.

raffiti van een artiest G in Auberge Ganne.

WANDELWIJZER Vervoer Met de trein naar Parijs, vanuit Gare de Lyon naar Fontainebleau (twee treinen per uur). Daar bus 21 naar Barbizon (vijf keer per dag, niet op zondag). Beschreven wandelroute Circuit des Peintres de Barbizon: 8 km. De wandeling bestaat uit drie delen: de Boucle Ville (de Grande Rue die door het dorp loopt), de Boucle de l’Élephant (buiten het dorp met onder meer de (klim)rots­ formaties) en de Boucle Forêt (die dieper het bos in gaat met meer klimrotsen en veelbelovende panorama’s). Slapen Genoeg accommodaties in Barbizon of Fontainebleau via Office de Tourisme van Fontainebleau (www.fontainebleau-tourisme.com). Tips • Musée départemental des peintres de Barbizon – in de voormalige Auberge Ganne (www.musee-peintres-barbizon.fr) • Musée Jean-François Millet – woonhuis en atelier van de schilder (www.musee-millet.com) • Restaurant La Bohème: gezellig restaurant. (Grand Rue 35, Barbizon). Kaarten IGN 2417 OT Fôret de Fontainebleau/Fôret des Trois Pignons, 1:25.000 Meer weten? www.fontainebleau-tourisme.com

24 Wandelmagazine 4-2021


KLAAR VOOR HET AVONTUUR

D R O G E E N WA R M E VO E T E N T I J D E N S E L K E WA N D E L I N G • LICHTE COMPRESSIE VOOR OPTIMALE BLOEDCIRCULATIE • ANATOMISCHE VERDIKKINGEN TEGEN KNELPUNTEN • UNIEKE ANTIBACTERIËLE NATUURLIJKE MATERIALENMIX VAN MERINO- EN ALPACAWOL

A LT I J D G R AT I S V E R Z E N D I N G O P

Sockwell Ascend II Wandelsokken Klasse 1 Black

SOCKWELL.NL


Nederland

Amsterdam

Oostelijk havengebied

Langs de rafelrand van de hoofdstad J an Schaeferbrug met links Hotel Jakarta.

Het Amsterdamse Oostelijk Havengebied is allang omgeturnd in een modern woongebied. Het water en de opvallende architectuur afgewisseld met woonschepen en oude loodsen maken dat je er boeiende wandelingen kunt maken. Echt bijzonder zijn de beelden die bij de onttakeling van de haven zoekraakten, maar nu weer staan te pronken op de kades. TEKST & FOTO’S HANS FARJON & BERT STOK

Zeeman op uitkijk. 26 Wandelmagazine 3-2021

O

p de kop van het Javaeiland, het mooiste uitzichtpunt over het breed uitwaaierende IJ, kijken we mee met een hoekige man in lange oliejas en zuidwester. Voorover gebogen in de wind tuurt hij met de hand boven zijn ogen naar de einder. Daar schuurt de bocht in het IJ fraai tegen de glinsterende overkapping van het Centraal Station. Ponten ijlen heen en weer, als over een soort mini-Bosporus. Joop Hoorn, onze stoere zeeman op uitkijk, staat niet op de kade, maar op een pilaar, hoog als op de brug van een schip. Aan zijn voeten de namen van de 321 zeelieden van de Stoomvaart Maatschappij Nederland (SMN), die in de oorlog het leven lieten op zee. Ze keerden niet terug naar het kloppende hart van de


Xxxx

X xxx

haven met rederijen als de SMN, de KNSM en de Koninklijke Hollandse Lloyd. Landverhuizers stapten er op oceaanreuzen en vertrokken naar NederlandsIndië en Zuid-Amerika. Rond 1970 verhuisde de uit steen gehakte bootsman samen met de SMN naar het nieuwe Westelijk Havengebied. Pas in 2003, na de transformatie tot woongebied, keerde Joop terug op de punt van het Java-eiland, waar hij weer richting Noordzee kijkt. Zouden ze behouden thuiskomen, horen we hem denken. Griekse zeegodin Op zo’n dag als vandaag is het heerlijk lopen door het Oostelijk Havengebied. De kraakheldere hemel doet de nieuwe strakke woongebouwen en de voormalige havengebouwen weerspiegelen in het bijna rimpel-

loze water. De nieuwbouw met een overdosis aan het hoge koopsegment mag gezien worden. Wat te denken van de imposante zwarte doos Pireaus van Kollhoff of de postmoderne grachtenpanden op het Javaeiland van Sjoerd Soeters. En overal is gestrooid met moderne kunst. Grillig zwart is het smeedwerk van de negen bruggetjes op het Java-eiland. Heel gepast het werk Transit van de Duitse kunstenares Claudia Kölgen met foto’s van mensen die hier inscheepten. Drie verrekijkers bieden de wandelaar de mogelijkheid om de migranten na te kijken. Bij het voormalige kantoor van de KNSM, nu een chique winkelgalerij, staat een vreemd briesend paard. Uit de neusgaten van het dier komen geen stoomwolkjes, maar krachtige waterstralen. Hij slaat niet driftig met zijn hoeven op de straatstenen,

maar komt omhoog uit een bak met water. Met zijn vissenstaart lijkt het een soort zeemeermin op hoeven. Op de rug zit een vrouwelijke ruiter met wapperende haren, de Griekse zeegodin Amphitrite, vrouw van Poseidon. We lezen dat het gemaakt is door beeldhouwer Termote en in 1956 ter ere van het honderdjarige bestaan van de KNSM door de personeelsleden aangeboden aan de directie. Dat ze Amphitrite als cadeautje wilden, heeft een reden. De meeste schepen van de KNSM-vloot hadden namen uit de Griekse, Romeinse of Egyptische mythologie. “Ongelooflijk dat dit beeld ooit zoekraakte”, zeggen we tegen elkaar. Toen eind jaren zeventig de haven naar het westen verhuisde en de vemen en loodsen in bezit werden genomen door feestende en blowende stadsnomaden zaagde de gemeente 3-2021 Wandelmagazine 27


Nederland

Griekse zeegodin op paardvis.

het bronzen kunstwerk in stukken. Te groot om in zijn geheel weg te bergen. Zo’n vijftien jaar later begonnen oud-personeels­ leden zich te roeren.Waar is onze Amphitrite gebleven? De gemeente moest bekennen dat ze niet wist waar ze gebleven was. Uiteindelijk vonden ze haar terug op een achterafveldje en werd ze weer in de stad gezet. Niet bij het voormalige KNSMkantoor, maar weggemoffeld langs de Prins Hendrikkade een stuk verderop. Een waardeloze plek. Gelukkig verhuisde Amphitrite in 2009 naar een plantsoen op het KNSMeiland; prachtig in het zicht. Wandel-rafelrand Even verderop bij de ingang van de voormalige vertrek- en aankomsthal van de passagiersschepen staat een paar hele stoere havenarbeiders, zware zakken op de schouders. Met een beetje fantasie hoor je scheepstoeters blazen en locomotieven gillen. Ook ooit zoekgeraakt; weer zo’n geval waarvan de administratie te wensen overlaat. In januari 1997 meldde Het Parool dat een beeldenliefhebber uit het raam zat te staren in een stilstaande trein tussen de stations Muiderpoort en Centraal. Plotseling zag hij onder aan de spoordijk tussen roes-

28 Wandelmagazine 4-2021

tige kettingen en boeien vier beelden van Hildo Krop. Later ontdekte hij dat ze ooit stonden bij het toegangshek van weer een andere rederij, de Koninklijke Hollandse Lloyd. Het kantoor werd gesloopt en de beelden belandden onder aan de spoordijk. “Hé, staat dat nu hier?” We zijn verrast. Waar het nogal kale plantsoen op het eiland Sporenburg het water van de haven raakt, staat een spierwit houten kruis tegen een muurtje. Achteloos even opzijgezet, zo lijkt het. “Keesje”, staat er met vette zwarte letters op geschreven. Op het bord er naast een gedicht van de Rijmelaar: Die met zijn vervloekte wapen, kleine kinderen niet ontzag! En jou voor wat kooltjes rapen, stuurde naar het kille graf...... Voor de argeloze voorbijganger blijft onduidelijk wie diegene met het vervloekt wapen is. Maar wij hebben ons verleden, en dat komt dit keer goed van pas. Zo’n dertig jaar geleden was het Oostelijk Havengebied onze favoriete wandel-rafelrand. De rederijen en zeeschepen waren al weg. Heerlijk zwerven over braakliggend terrein bewoond door krakers. We legden ons oor te luister op de regenpijpen van de gekraakte vemen en kantoren. Dan hoorde je het geram op

de gitaren beneden in de krochten van de pakhuizen nog beter. Het was op een van die tochten dat we een paadje door de rietvelden volgden en op een open plek het witte kruisje zagen staan. Het was Gerrit, wandelaar en alleskenner van Amsterdam die ons, maanden later, vertelde dat Keesje was doodgeschoten door een Duitser tijdens het rapen van steenkooltjes die van een kolentrein waren gevallen. Gerrit werd zelf ook in de oorlog door zijn ouders met een emmer naar het havenspoor gestuurd. “Spannend was dat.” Toen er later een verkeerstunnel werd aangelegd door het havenbassin verhuisde het witte kruisje naar deze plek. Vrijheidsbeeld De sfeer van de voormalige rafelrand die ons toen zo bekoorde, proeven we nog langs de oevers van de havenbekkens. Daar ligt een bonte stoet oude schepen, waarop gewoond en gewerkt wordt. Naast een van de boten kijkt een jong meisje met een helrode cape hoopvol omhoog vanaf een roeibootje. Ze blijkt bij nader inzien niet van vlees en bloed, maar een etalagepop. De meest avontuurlijk vloot ligt verderop afgemeerd. Midden in de Entrepothaven, onbe-


Op de kop van Sporenburg.

Drijvende tuinen van provo Jasper Grootveld.

WANDELWIJZER Eigen route van 9 km door het Oostelijk Havengebied van Amsterdam langs oude en nieuwe kunstwerken. Ook te volgen als Amsterdam Ongezien wandelaudio­tour. Deze is te downloaden via de QR-code of via: www.avontuurlijkwandelen.nl/onderwerp/ ongezien-amsterdam

reikbaar voor de wandelaar. Zonder bootje kom je er niet. Het zijn drijvende tuinen compleet met bomen. Een creatie van antirookmagiër Robert Jasper Grootveld. Op het water vond deze provo de ruimte die hij nodig had. “Dit is mijn Vrijheidsbeeld van Amsterdam, je kunt wegvaren als het je hier niet bevalt”, was zijn motto. Niet alleen Sporenburg waar Keesje kooltjes raapte, maar alle schiereilanden van het Oostelijk Havengebied lagen vol met rails. Op het Cruquiuseiland liggen nog wat oude rails langs een perron van grote basaltkeien. De breed uitwaaierende platanen op het perron raken bijna ons hoofd. Een bijzonder kunstwerk van Joep van Lieshout. Hij deed niet veel meer dan het uitbenen van dit emplacement: het perron, spoorrails, één wagon en het opzichterhuisje beleven behouden. De platanen voegde hij toe. Een mooie samenvatting van wat hier ooit was. Een kunstwerk zonder poespas, waar elk moment de arbeiders weer tevoorschijn kunnen komen om te lossen en te laden.

Tip Leg even aan in de voormalige aankomst- en vertrekhal van de KNSM. Oude tijden herleven en je hebt zicht op een paar fraaie kunstwerken. Je kan ook het ruime balkon betreden om een denkbeeldig schip uit te wuiven. Adres: KNSM-Laan 311 bij de beelden van Hildo Krop.

Leestip Amphitrite – de omzwervingen van een zeegodin en de geschiedenis van de KNSM, Arnold Korporaal, Stichting Loods 6, Amsterdam 2009.

4-2021 Wandelmagazine 29


Italië

Emilia Romagna

Fellini’s herinneringen aan Rimini

In de film Amarcord overspoelt filmmaker Federico Fellini je met beelden uit zijn jeugd in Rimini, het oude centrum dat door de badplaats bijna was vergeten. Het spiksplinternieuwe Fellinimuseum is het slotstuk van een grondige opknapbeurt van de oude stad. TEKST & FOTO’S HANS FARJON & BERT STOK

30 Wandelmagazine 3-2021

“W

elke scènes herinner jij uit de films van Fellini?”, vragen we aan onze vrienden. Het is zonder uitzondering die ene scène uit La dolce vita, waarin de wulpse witblonde Anita Ekberg tot haar heupen rond waadt in de Trevi-fontein. Dat beeld en de net-niet-kus in de fontein met de ideale latin lover Mastroianni zijn bij onze vrienden blijven hangen. Vraag je het in Rimini, de geboorteplaats van Federico Fellini


Il Grand Hotel.

Pluche Anita Ekberg en de-net-niet-kus met Marcello.

(1920-1993), dan krijg je heel andere antwoorden. De bewoners uit de stad aan de Adriatische Zee bombarderen ons met beelden uit Amarcord, dialect voor “ah mi recordo” (ah, ik herinner mij). Het zijn jeugdherinneringen van Fellini aan zijn geboortestad. Met groot enthousiasme vertellen de bewoners over de volumineuze tabaksverkoopster Lucia, meestal ondersteund met weidse handgebaren die haar borsten verbeelden. Het lijkt wel of ze allemaal zo’n tabaksverkoopster hebben gekend waar ze opgewonden van werden. Gelachen wordt over de scène waarin oom Teo hoog in een boom zit en “Voglio una

donna” blijft roepen. Hij wil alleen uit de boom komen als hij een vrouw krijgt. Anderen vertellen vertederd over de pluisjes die in het begin van de film rond dwarrelen in de stad, het teken dat de lente eraan komt. Herinnering en inspiratie “Ik word soms wanhopig als er weer een filmploeg de locaties van Amarcord wil vastleggen”, bekent Lydia Zoffoli van het regionale toerismebureau. “Die zijn er niet. Fellini wilde niet dat de werkelijkheid aan de haal ging met zijn herinneringen.” De meeste scènes zijn opgenomen in Cinecittà,

de grote filmstudio in Rome. Daar bouwde hij Rimini na zoals hij het zich herinnerde. Niet zoals het was. Wij zijn nieuwsgierig naar de plaatsen die Fellini inspireerden bij het maken van de film. We beginnen bij het Grand Hotel tegenover het strand. We gluren net als Titta, het alter ego van de zestienjarige Fellini, en zijn vrienden door de heg. Nee, er wordt nu niet gedanst door de rijken. Het oogt nog steeds zo sjiek dat we er niet naar binnen durven. Dat is heel anders op de pier waar het strandpaviljoen nog steeds op houten palen in het water staat. De grote letters Rockisland zal Fellini wel nooit gezien hebben. Tussen stoere vissers met hun werphengels ligt, helemaal in haar eentje, een zongebruinde vrouw in een witte bikini. Zo uit een Fellinifilm weggelopen, lijkt het. Andere zonaanbidders hebben een plekje gevonden op het piepkleine stukje openbaar strand aan de voet van de pier. Langs het havenkanaal, waar witte jachten bijna de laatste vissersboten hebben verdreven, lopen we van de drukke badplaats Rimini naar het oude Rimini. Voor we de oude stad bereiken, lopen we een zijstraat in om een blik te werpen op het geboortehuis van Fellini. Of beter: de plek waar dat huis vroeger stond. Door de levendige rechte straten van de Romeinse stad gaan we verder langs Fellini’s oude middelbare school en de fotowinkel, die de filmer samen met zijn vriend Boninni dreef, voordat hij op zijn negentiende naar Rome 3-2021 Wandelmagazine 31


Italië

Cinema Fulgor.

Het lijkt wel of ze allemaal zo’n tabaksverkoopster hebben gekend waar ze opgewonden van werden

vertrok. En dan staan we plotseling op het majestueuze Plaza Cavour met de fontein waarop in de film een pauw in een sneeuwbui neerdaalt en zijn verenpracht uitspreidt. Nieuw museum Achter de schouwburg ligt het gloednieuwe Fellinimuseum, dat uit drie onderdelen bestaat. Het centrale punt is het fraaie, glooiende plein dat nu het Plein der Dro-

De mysterieuze motorrijder uit Amarcord.

32 Wandelmagazine 3-2021

men heet. De tentoonstellingsruimte in Sismondo, de kloeke burcht van bruine baksteen, is net geopend. De bioscoop Fulgor, waar Titta droomt dat hij zijn hand op de knie van de alom begeerde rode dame Gradisca legt, wordt nog verbouwd. Hier zullen binnenkort alle films van de maestro permanent te zien zijn. Op het plein en de plantsoenen wordt nog hard gewerkt. Hier is goed voor te stellen dat de oude stad tot een jaar of tien geleden verpauperd was.

Fellini’s Casanova op de muur in Il Borgo.


AMARCORD De film verbeeldt de herinneringen van Fellini aan zijn zestiende levensjaar in Rimini. De puber Titta verveelt zich in de klas, biecht zijn natte dromen over de rode dame Gradisca en de tabakverkoopster op aan mijnheer pastoor en ruziet met zijn vader. Tijdens Mussolini’s bezoek klinkt de Internationale uit een kerktoren. Andere belangrijke gebeurtenis is het passeren van de oceaanstomer Rex en de dood van Titta’s tante.

In de fraaie, bronzen circusring midden op het plein kijken ouders naar hun kinderen die als circuspaarden rondrennen. Wat een lol hebben die kinderen, we zouden wel willen blijven, maar gaan toch de burcht in. We leunen er tegen een reusachtig pluche beeld van Anita Ekberg en kijken beeldje voor beeldje naar haar net-niet-kus met Marcello. Het is een feest van herkenning. Verrassend is de zaal met Fellini’s droomboeken. Ze worden bladzij na bladzij voor ons opengeslagen. Op aanraden van zijn psychoanalyticus schreef hij zijn dromen op. Fraai zijn de felgekleurde tekeningen van Federico zelf. Ook hier veel rondborstige dames, die zo sterk contrasteren met de jongensachtige uitstraling van echt­ genote Giulietta Masina. En ja, Jezus is er ook. U herinnert zich vast nog wel hoe het Jezusbeeld in de openingsscène van La dolce vita onder een helikopter bungelt. Het beroemde beeld hangt boven de ingang van de tentoonstelling. Overhoring Vol indrukken lopen we over de Romeinse brug en verlaten de oude stad. We komen in het buurtje waarvan de naam aanvankelijk de titel van Amarcord was: Il Borgo of eigenlijk E Borg in het dialect van Rimini. De lage huisjes, waar ooit de vissers woonden, hebben allemaal verschillende kleuren. Op een gele muur prijkt de bepruikte

kop van Donald Sutherland als Fellini’s Casanova. En hé: kijk daar op die lilamuur scheurt de mysterieuze motorrijder uit Amarcord. Een wandeling door het buurtje is een soort schriftelijke overhoring van de Fellini-catalogus. Wij kunnen niet alles thuisbrengen. Misschien u wel. De laatste etappe van onze bedevaart voert door een park in een voormalige rivier­ bedding en een slaperige buitenwijk naar de begraafplaats. Die ligt achter het spoor. In Amarcord moet de begrafenisstoet van Titta’s tante voor de spoorbomen wachten, maar wij kunnen onder het spoor door­ lopen. Lang zoeken naar het graf van Federico, Giulietta en hun zoontje hoeven we niet, want Rimini is trots op haar beroemde stadsgenoot. Meteen links na de hoofdingang staat het imposante graf­ monument. Een koperen driehoek balanceert boven een klein vijvertje. Het lijkt wel de boeg van de oceaanstomer Rex uit Amarcord waarvoor tutti Rimini in kleine bootjes de zee opvaart om “de grootste prestatie van onze regering” te bewonderen. Wel vreemd, deze keuze voor een boot. Fellini was bang voor water.

WANDELWIJZER

Wij liepen een stadswandeling door Rimini van 8 km langs plekken uit Fellini’s jeugd die hem inspireerden voor zijn film Amarcord. Start bij het Grand Hotel aan het strand. Eindpunt: begraafplaats Rimini. De route is in te korten door vanuit Il Borgo de bus te nemen naar de begraafplaats. In het Grand Hotel ben je gewoon welkom voor een korte toer langs plekken in het hotel die met de filmmaker te maken hebben. Vervoer Rimini is goed bereikbaar met de nachttrein tussen München en Bologna. Kaart Routekaartje op www.avontuurlijkwandelen.nl/ fellini-rimini Meer weten? • www.fellinimuseum.it – Fellini­ museum. • Amarcord is te zien op YouTube.

4-2021 Wandelmagazine 33


Inspiratie van onze adverteerder

Ontdek de

Baltische bossen Beleef de Baltic Forest Trail, onderdeel van E11, een lange Europese wandelroute die de adembenemende bossen en nationale parken van Litouwen, Letland en Estland doorkruist.

D

e Forest Trail passeert een breed palet aan natuur­ parken en menig UNESCO Werelderfgoed. De tocht begint in het Pools-Litouwse dorpje Lazdijai, van waaruit de route je meeneemt naar onder andere natuurreservaten als de Ventavallei, de Abavavallei, emeri en Gauja, Noord-Gauja en beschermde natuurgebieden van Veclaicene. In Estland loopt de route door de natuurgebieden Haanja en Setomaa heen en gaat langs de westkust van het Peipusmeer tot het de Finse Golf bereikt. Vanaf daar kantelt de route naar het westen en loopt het de Noord-Estse kust af, met een bezoek aan het nationaal park Lahemaa, tot het op eindbestemming Tallinn aankomt. De wandelroute is 2141 km lang, waarvan 747 km in Litouwen, 674 km in Letland en 720 km in Estland. Het traject kan bewandeld worden in om en nabij drieënhalve maand. De route is verdeeld in dagetappes van 20 km, met overnachting en avondeten. Aangezien de route meerdere startpunten heeft, kan hij ook gedeeltelijk gelopen worden, waarmee hij geschikt is voor zowel kortere als langere verblijven.

Het volledige programma vind je op www.baltictrails.eu. Hierin staat gedetailleerde informatie over onder andere start­ punten, bezienswaardigheden, accommodatie, restaurants alsook GPX-tracks en video’s. De Forest Trail kan ik elk seizoen gelopen worden. Het project The long-distance cross-border hiking route FOREST TRAIL (04/01/2019 - 06/30/2021) is gedeeltelijk vergoed door de Europese Unie en de Central Baltic Programme 2014-2020 van het regionaal Europees Ontwikkelingsfonds. Deze publicatie geeft de opinie van de auteur weer. De instantie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor hergebruik en verspreiding van de vermelde informatie.

European Union European Regional Development Fund

34 Wandelmagazine 4-2021


Denemarken

Seeland

Langs Deense hunebedden In de vroege negentiende eeuw waren Duitse en Scandinavische schilders gefascineerd door hunebedden uit de prehistorie. Op het Deense Seeland liepen we langs een serie hunebedden in het bos en vonden we de favoriete plek terug van schilder Johan Thomas Lundbye. TEKST GERRIT JAN ZWIER FOTO’S MARCEL SCHAAP

I

n Nederland zijn veel hunebedden geschilderd door leden van de Haagse School. Op zomerse dagen trokken ze graag vanuit Den Haag of een andere Hollandse stad naar Drenthe om daar hun ezel bij een pittoreske hoop zwerfkeien neer te zetten. Een aantal Duitse en Deense schilders deed hetzelfde, eveneens in de negentiende eeuw. Zo hebben Caspar David Friedrich en Carl Gustav Carus, eminente vertegenwoordigers van de Duitse hoogromantiek, deze oude grafmonumenten tot onderwerp gekozen. Laat ik hier nog even de namen noemen van de Deen Johan Thomas Lundbye en de Noor Johan Christian Dahl. Op onze reis naar Denemarken waren wij op

zoek naar de twee plekken waar zij hun hunebedden hadden geschilderd – beide liggen op Seeland. Hier beperk ik mij tot een wandeling die ik met een archeoloog langs een hele reeks hunebedden maakte en tot de speurtocht naar de prehistorische plek waardoor Lundbye zich liet inspireren. Valby Hegn Valby Hegn heet deze bijzondere aaneenschakeling van stenen graven. Valby is een dorp ten noorden van Helsinge, een handelsplaats in het hart van Noord-Seeland; hegn betekent hek of omheind gebied. De archeoloog heet Kjartan, een goedlachse dertiger, die af en toe moeite heeft om niet te gaan hollen. Als liefhebber van het werk van Tolkien ben ik geneigd hem Tom Bombadil te noemen, een vrolijke natuurgod op wie het kwaad geen invloed heeft. We wan-

delen door een prachtig beukenbos, waar het wemelt van witte kluifzwammen, koraalzwammen en gouden bundel­ zwammen. Maar dat is slechts bijvangst. Het eerste hunebed, dat is voorzien van drie kamers en een enkele deksteen, heeft naar mijn gevoel de omtrek van een schip. “Nee,” zegt Kjartan, “de omtrek van een huis, een heilige plek. Voor de vroege landbouwers, die akkers op een stukje verbrand bos aanlegden, was religie een gewichtige zaak. Net als bij andere natuurvolken zal voorouderverering een grote rol hebben gespeeld.” Ik vertel hem dat de Yanomamö, krijgs­ haftige indianen in het Amazonegebied, de beenderen van hun voorouders verbranden en er daarna soep van koken. Na de maaltijd is de levenscyclus rond: wie uit een mens geboren is, keert na zijn dood in de mens terug. 4-2021 Wandelmagazine 35


Denemarken

“Hoe bedenk je het?”, zegt Kjartan vol afgrijzen. “Die vraag kun je bij elk geloof stellen”, antwoord ik. Het tweede hunebed in de rij, dat eveneens mooi aan de bosrand ligt, is twee dekstenen rijk. Heeft hier ooit een dekheuvel overheen gelegen? Kjartan klapt bijna dubbel van het lachen. “Dat is op dit moment een hele discussie in de Deense archeologie. Ik zou het niet weten. Ik weet alleen zeker dat de jaettestue, de grafheuvel, onder een laag aarde ligt. Daar ligt-ie namelijk nog steeds onder.” Terwijl we al pratend op weg zijn naar het derde monument, ontdekken we dat de fotograaf ons spoor niet volgt. Ook als we teruglopen, blijft Marcel zoek. Dat is vreemd, want op een zwerfkei wordt toch duidelijk het woord Stendyssevej (hunebedpad) vermeld. Misschien heeft mijn reisgenoot tot nu toe geen enkel Deens woord opgepikt. Hunebed Highway Samen met de gids vervolg ik mijn weg over de Deense Hunebed Highway. Kjartan loopt hardop na te denken over de vraag waarom het Trechterbekervolk in een bestek van driehonderd jaar duizend hunebedden bouwde en er daarna ineens de brui aan gaf. Zwerfkeien waren er immers nog genoeg. Dode mensen ook. Vroeg een verbeterd landbouwsysteem meer tijd? Net

als voorheen schakelde men over op constructies van aarde en hout. Nog later begon men de lijken te cremeren en de as bij te zetten. Was het religieuze wereldbeeld veranderd? Breidde het aantal religieuze rituelen zich uit? Aangezien het mij duidelijk is dat de archeologie een wetenschap is die meer vragen kent dan antwoorden, doe ik er het zwijgen toe. Bij hunebed nummer zes, waar binnen een krans van keien twee sluitstenen naast elkaar liggen en een derde een eind verderop, laat ik de naam van Hendrik Gommer vallen. Deze auteur van zeker een dozijn gidsboekjes over Europese ‘mythische stenen’, kent Valby Hegn maar liefst vijf sterren toe. Bij nummer zes lanceert hij de stelling dat onder het tweetal sluitstenen een echtpaar begraven ligt. Onder de andere sluitsteen is vermoedelijk het lichaam van een vroeg overleden kind of een bijvrouw bijgezet. Een bijvrouw? Dat zou heel goed kunnen volgens Gommer, want hoewel monogamie al ver voor de komst van het christendom eerder regel was dan uitzondering, was er volgens hem een tekort aan mannen vanwege de gevaren van de jacht. Opnieuw klinkt er een schater­lach door het bos. “Het leuke van archeologie is dat je er heel veel fantasie in kwijt kunt”, brengt Kjartan uit. “Je moet weten dat deze hunebedden niet of nauwelijks zijn onderzocht.” Als ik hem vertel dat

Hunebed bij Raklev op Refsnæs (Johan Thomas Lundbyes 1839, Thorvaldsens Museum Kopenhagen)

36 Wandelmagazine 4-2021

ook schilders zich op hunebedden hebben uitgeleefd, is zijn belangstelling meteen gewekt. Hij kent de naam Lundbye en weet dat hij met collega’s door het noorden van Seeland heeft getrokken. Pas bij het zevende hunebed, waar de stenen voor de zoveelste keer een onoplosbaar cryptogram vormen, duikt Marcel opeens uit het struikgewas op. Het vreemde woord Stendyssevej was hem wel degelijk opgevallen, maar hij had er geen richtingwijzer in herkend. Ver daarvandaan had hij bij een geiten­paadje nog een klein hunebed ontdekt, misschien wel als eerste. Kjartan kan zijn lachen niet houden. “Een nieuw hunebed”, hikt hij. “Je bedoelt natuurlijk nummer acht.” “Er stond geen nummer bij.” Aan Marcels gezicht is te zien dat hij geen geloof hecht aan de uitspraak dat de Deense humor sterk lijkt op de Nederlandse, zoals vaak wordt beweerd. Drie vrienden Na Valby Hegn zetten we koers naar Kalundborg, gelegen op de noordwestpunt van Seeland. De vraag is hoe het in Denemarken beroemde hunebed van Lundbye erbij ligt. Al eerder had ik gelezen dat Raklev, waar het iconische object zich bevindt, nagenoeg door het naburige Kalundborg is opgeslokt. In het winkeltje van het plaatselijke museum tref ik een boek aan over Lundbye en zijn schildervrienden. In het Deens weliswaar, maar dat belet mij niet het aan te schaffen. Aangezien het geschreven Noors van het Deens is afgeleid, is de tekst goed voor mij te volgen. Tre venner gaat, zoals de titel aangeeft, over drie vrienden: Johan Thomas Lundbye (1818-1848), Lorenz Frølich (1820-1908) en Peter Christian Skovgaard (1817-1875). Hoewel ze uit verschillende milieus stamden, hoorden ze alle drie tot de nationalromantiker, tot de romantici met een nationalistische inslag. Lundbye overleed al op dertigjarige leeftijd. Afkomstig uit een familie van militairen, liet hij zich meeslepen door het wapen­ gekletter rond de afscheiding van Sleeswijk-Holstein. Hij had zijn nationalisme beter, als voorheen, kunnen beperken tot het uitbeelden van het Deense landschap. Want daarin vonden in zijn tijd grote veranderingen plaats. De steden rukten op, moerassen werden drooggelegd, heide­ velden omgeploegd en hunebedden werden tot bouwmateriaal gereduceerd. En na de nederlaag van Napoleon in 1815 stak overal in Europa het nationalisme de kop op. De jonge schilders wilden het echte,


ekst en uitleg van een T Deense archeoloog.

WANDELWIJZER Vervoer Met de auto rij je in een lange dag naar Seeland (tol). Vanuit Rostock (D) is er ook een veerboot van Scandlines naar Gedser op Seeland. Parkeerplaats aan de Bukarvej, waar het bosgebied van Valby Hegn zich bevindt. Raklev ligt aan de westkust van Seeland, anderhalf uur rijden van Helsinge (parkeren bij de kerk). De kerk van Raklev.

ongerepte platteland vastleggen. Een nationaal-romantische schilder moest niet zozeer een spiegelbeeld van de werkelijkheid weergeven, als wel doordringen in wat eigen en oorspronkelijk is in het oude Denemarken en zijn bevolking. Het boek staat vol met schetsen en schilderijen van de drie vrienden. Waaronder een paar tekeningen van hunebedden, ook van Skovgaard, en een iets andere versie van het exemplaar in Raklev. Stoppelveld Als we Raklev te voet verkennen, valt de annexatie door Kalundborg enigszins mee. Het dorp beschikt nog over zijn eigen kerk – een wit gebouw met een karakteristieke, gekartelde toren – die het gezicht van veel dorpen in deze omgeving bepaalt. Niet ver ervandaan moet het relict uit de prehistorie te vinden zijn. Een witharige mevrouw, die de bloemen op het graf van haar man ververst, wijst mij de weg naar een bungalow, waar het monument zich zou bevinden. Ze weet niet of het op privéterrein ligt. Nadat we over een stoppelveld rond de tuin zijn gelopen, staan we opeens oog in oog met de inspiratiebron van Lundbyes beroemdste schilderij. Op een heuveltje, in de hoek van een grasveld, rust bij een tuinhek een forse deksteen op drie andere stenen. Het is meteen duidelijk dat de geschilderde steen een gepimpte versie is van de echte steen, die een opvallende deuk heeft. Verdwenen is het weidse perspectief van het schilderij – het huis en een bosschage beletten dat. Kijk je om de bomengroep heen, dan zie je, net als op het doek, het land afdalen naar een verre zee. Tussen de brandnetels is een paaltje in de grond geslagen met bovenop een gedenkplaatje: “Johan Thomas Lundbye 1818-2018”. We staan beslist op de juiste plek.

Wandelen Langs de zeven hunebedden aan de Stendyssevej (vice versa). Lengte ca. 6 km, met wat ommetjes door het bos gemakkelijk uit te breiden. In het Kalundborg Museum (https://vestmuseum.dk/en/) is een folder over Raklev en Lundbye te krijgen, met informatie over het hunebed. Slapen Bijvoorbeeld in Hotel Bymose Hegn in Helsinge. Van alle gemakken voorzien. Goede menukaart. In Kalundborg is volop accommodatie aanwezig. Leestip Mythische stenen 5 – Funen en Seeland, Hendrik Gommer, Mythicalstones.eu, ISBN

4-2021 Wandelmagazine 37


Buiten Gewoon Goed n EEN COMPLEET ASSORTIMENT VAN DE BESTE MERKEN

n GESPECIALISEERDE MEDEWERKERS n KWALITEIT EN SERVICE n PASSIE VOOR JOUW BUITENACTIVITEITEN n LOKALE BETROKKENHEID n INNOVATIES EN VOORLOPER IN DUURZAAMHEID

• Outdoorspecialist.nl is een unieke samenwerking tussen de beste lokale outdoorspecialisten en toonaangevende merken in de outdoorbranche. ● Kater Funsport Alkmaar ● de Wandelfabriek / René Vos Apeldoorn ● Veneboer Outdoor Drachten ● René Vos Outdoor & Sports Gorssel ● Soellaart Outdoor & Wintersport Haarlem ● Voet en Goed Hapert ● Adventure Store Helmond ● DE JONG Kampeer en Recreatie Hillegom ● Kater Funsport Hippolytushoef ● Karsten Travelstore Hoorn ● Holiday Sport Lochem ● van Camp Lunteren ● Jonker Outdoor Renesse ● Ivo’s sportshop Simpelveld ● Kiwi Outdoor Weert ● Wandelschoenen Specialist Zaltbommel ● Sunny Camp Zeist ● Karsten Travelstore Zwaag

Kijk voor meer informatie op www.outdoorspecialist.nl


Column

Tekst Bert Stok

Op stap met Anthónio

Foto: Martin Gest

A

nthónio en ik laten elkaars stad zien. Hij zijn Lisboa en ik mijn Amsterdam. Dat doet Anthónio vaker dan ik, want mijn vriendin Rosário woont in Lissabon. Ik neem hem natuurlijk mee naar de voormalige schuilkerk Ons’ Lieve Heer op Solder en andere Amsterdamse pareltjes. Maar we gaan ook de stad uit, naar de Hondsbossche Zeewering. Geen betere plek om de strijd tegen het water en de kwetsbaarheid van ons land te zien. Die imposante Hondsbossche dichtte ooit het gat in de duinenrij tussen Camperduin en Petten. Maar waken doet hij niet meer. Geen golf die nog tegen de liniaalrechte muur van basalt en aarde slaat. Een heel nieuw landschap van zand en helmgras is voor de dijk neergelegd om Noord-Holland droog te houden. Ik wil Anthónio van het ene op het andere moment die nieuwe wereld in laten stappen, hem verrassen met dit hoogstandje in kustbescherming. We lopen via voormalige zeedijkjes naar de Hondsbossche. Het lijkt nog steeds een echte zeewering. Er is geen duin die boven de kruin uitsteekt. Aan de voet van die vertrouwde dijk vraag ik aan Anthónio wat er aan de andere kant van de dijk te zien is. Een instinker, want hij gaat natuurlijk “de zee” zeggen. Maar dat doet Anthónio niet. Hij zegt: “Daar achter ligt nog een dijk.” We klimmen omhoog over het steile talud. Wanneer onze hoofden boven de kruin uitsteken, liggen voor ons de duinen. Bijna trots vertel ik, alsof ik het zelf heb gedaan, hoe het nieuwe land is geschapen. Anthónio is verrast: “Ik dacht dat de duinen er eerst waren en toen pas de dijk als extra versterking” En ja, het lijkt of de duinen er altijd al gelegen hebben, compleet met fiets- en wandelpaden. Anthónio wil weten of ik het in Amsterdam droog hou als de dijken breken. “Grote kans van niet”, terwijl ik roei­ bewegingen maak richting het oosten. “Wij in Lissabon zijn ook bang voor water, het water dat na een aardbeving komt.” Anthónio refereert aan de allesverwoestende ramp van 1755, toen Lissabon beefde zoals waarschijnlijk nog nooit een stad gebeefd had. En toen volgde de vloedgolf, de tsunami zoals we die nu noemen. De angst dat het weer gebeurt, is groot. Nog steeds beeft de stad af en toe een beetje. Op onze wandelingen door Lissabon liet Anthónio mij een heel gewoon gebouw zien. “Waarom denk je dat dit het belangrijkste gebouw van Lissabon is?”, vroeg hij met een vriendelijk lachje. Ik wist het niet. “Het heeft de aard­ beving en de tsunami overleefd. Om voortaan veilig te wonen werd dit gebouw een voorbeeld voor architecten.” We gingen naar binnen en bewonderden de kelder­ gewelven.

Aan het eind van de Hondsbossche, waar de oude Schoorlse duinen beginnen, leggen we aan bij Paviljoen Minkema. Het heet inmiddels anders, maar ik blijf het zo noemen omdat ik Minkema, de vorige eigenaar, hoog heb zitten. Steeds weer bouwde hij het paviljoen op na storm of brand. We zijn hier voor de Hollandse bitterbal. Daar is Anthónio gek op. Hij heeft zelfs een ranglijst aangelegd. De beste bitterbal is gelukkig vlakbij huis te krijgen, in café De Gruyter. Het heeft een Portugese eigenaar. Een sterk staaltje van chauvinisme, zult u denken, maar dat is niet zo. Toen we de ballen proefden, wisten we dat nog niet. Als de bitterballen bij Minkema op tafel staan is Anthónio licht geïrriteerd. “Weer geen servetten”, mompelt hij. Vegen die Hollanders hun vette vingers aan hun broek af?, hoor ik hem denken. Hoog vanaf de Schoorlse duinen kijken we nog één keer naar de Hondsbossche. “Holland heeft zijn zaakjes goed op orde, maar het is belangrijk dat de aarde niet veel warmer wordt, anders zijn jullie als eerste de klos”, zegt Anthónio met een ernstig gezicht.

4-2021 Wandelmagazine 39


Nederland

Natuur om de hoek

forten en geulen Langs

De landschapskaart van het Rivierenland wordt getekend door de grote rivieren. Wat ooit formidabele barrières waren voor legers en obstakels voor de eerste spoorwegen, krijgt de laatste jaren weer ruimte om te ademen. Neem nu de Lek tussen Culemborg en Everdingen: wandelaars kunnen er in de uiterwaarden genieten van landschap, flora en fauna. En een biertje drinken in een oud fort. TEKST WOUTER VAN DE VEGT FOTO’S WOUTER VAN DE VEGT & JONATHAN VANDEVOORDE

40 Wandelmagazine 4-2021


Fort Everdingen. (JV)

Xxxx

E

en aanzwellend geluid kondigt een trein aan. We staan onder de spoorbrug over de Lek bij Culemborg en ik probeer onbewust mijn hand eventjes tegen de enorme brugpijler te drukken als de trein hoog boven ons hoofd langs dendert. Herinneringen borrelen op aan mijn jeugd in de polders van het dorpse Duivendrecht. Als we toen bij de spoordijk waren en er een trein naderde, renden we tot onder de spoorbrug en huiverden. Staal op staal, pijnlijk scheurend gesnerp. De draagmuren trilden. We hielden onze oren dicht.

In ons land vormden rivieren als de Lek, de Waal en de Maas eeuwenlang moeilijk te nemen barrières. De onvoorspelbare watermassa’s en allesvernietigende ijsgang in winter en voorjaar ontmoedigden iedere bruggenbouwer. Er waren uitzonderingen: de Sint-Servaasbrug in Maastricht uit 1298 en de houten IJsselbrug bij Kampen. Overal elders bleef de reiziger aangewezen op de overzetveren. En op de luimen van de veerman. Een machtig man, deze pontjesbaas. Vaak ook de eigenaar van de lokale herberg. Hij bepaalde het ritme van de overtochten. Hij ging pas varen als er zich meerdere personen hadden aangediend.

De eenzame reiziger had vaak geen andere keus zijn ongeduld en frustratie in de herberg weg te drinken, waarbij hij zich wel kon laven aan de laatste lokale nieuwtjes en roddels. De stoomtrein zorgde voor de teloorgang van de overzetveren. In 1839 joeg de eerste stoomtrein, volgens Nicolaas Beets “de vernietiger aller groote afstanden”, tussen Amsterdam en Haarlem de koeien de stuipen op het lijf. Spoedig waren de grote steden in het westen van ons land met spoorrails verbonden. Naar het oosten en zuiden stuitte men echter nog steeds op de onneembare grote rivieren. Het ontbrak toen nog aan technische kennis en middelen om grote ruimten te overspannen. Pas rond 1860 durfden bouwmeesters het aan de plannen om Rijn, Lek, Waal en Maas te overbruggen uit te gaan voeren. Reizigers die rond 1868 naar Culemborg gingen moeten van opwinding en ongeloof van hun paard of uit de koets gevallen zijn bij het naderen van het ‘wereldwonder’ dat zich voor hun ogen ontvouwde. Slechts twee pijlers. Daarop een kollossale doch sierlijke constructie van ijzer en staal. Een nooit eerder vertoonde overspanning van meer dan 150 meter. Als het mistte en de omgeving was uitgeveegd, dan was het eind van de enorme brug niet meer te zien. Het gevaarte leek dan te zweven in het grijs. Een droombeeld. Wateroverlast We laten de spoorbrug achter ons en duiken de Baarsemwaard in. Spoedig zijn we opgeslokt door metershoge bramen en wilgenroosjes. De geluiden van het levendige en mooie stadje zijn vervangen door het ruisen van hoog riet en het geklots van knagende golven van de Lek. Rondom de paarse en lila bloemen van de reuzenbalsemien is het een gezoem van jewelste. Een groepje puttertjes strijkt in een wilg neer; een watersnip vliegt krijsend weg. We stuiten op een diepe geul en worden naar de hoge winterdijk gedwongen: het resultaat 4-2021 Wandelmagazine 41


Nederland

evelstenen bij de Binnenpoort van Culemborg geven de strijd aan van Culemborg G met het water. (WvdV)

van de werkzaamheden in het kader van Ruimte voor de rivier. Eind januari 1995 trok er een zondvloed van regen over het stroomgebied van Rijn en Maas en begon het rivierwater in onze delta overal te stijgen. Langzaam maar onafwendbaar verdwenen kribben, zomerkaden en uiterwaarden. Bij de veerpont in Culemborg keek men al spoedig uit op een onafzienbare watermassa. Er braken spannende tijden aan. Op 31 januari werd de situatie in Culemborg onhoudbaar en werd het stadje opgeschrikt door gemeentelijke geluidwagens, die tot verbijstering van bewoners opriepen tot onmiddellijke evacuatie. Bewoners, huisdieren, vee in de buitengebieden; alles wat maar lopen kon, moest weg. Op enkele plaatsen sloegen politiemensen zelfs ruiten van woonhuizen in om zich over achtergelaten huisdieren te ontfermen. Het liep voor Culemborg met een sisser af. Het rivierwater kwam net niet over de dijken. Andere plaatsen hadden minder geluk. Ruimte voor de rivier Het zaadje van onrust na de wateroverlast van 1995 groeide bij menig bestuurder uit tot grote proporties. Men besloot in te grijpen. Vijftien jaar geleden maakte de overheid 2,3 miljard euro vrij om het project Ruimte voor de rivier vorm te geven. Aan de boorden van de grote rivieren, ook in de uiterwaarden ten westen van Culemborg, verschenen grommende machines die geulen groeven, dijken verplaatsten, uiterwaarden verdiepten, zomerdijken slechtten, kribben verlaagden en obstakels als gebou42 Wandelmagazine 4-2021

wen sloopten. Dat alles om de afvoer- en bergingscapaciteit van de rivieren te verhogen en waar mogelijk de natuur en recreatie wat meer lucht te geven. Het accent verschoof daarbij van dijkverzwaring naar rivierverruiming. Twee jaar geleden waren de werkzaamheden afgerond en het ziet ernaar uit dat de inspanningen van Rijkswaterstaat niet voor niets zijn geweest. De enorme watervloed van afgelopen zomer, die alleen al in Duitsland hele dorpen wegvaagde en daar bijna tweehonderd slachtoffers maakte, is zonder noemenswaardige problemen door onze rivierbeddingen naar zee afgevoerd. Nergens kwam water over de dijken. Nieuwe Hollandse Waterlinie Te midden van bloemrijke hooilanden, rietkragen, rivierstrandjes, geulen en meidoornhagen ligt, verscholen tussen hoog geboomte, Fort Everdingen. Machtig en indrukwekkend, net als in 1847, toen het gevaarte zich met een Italiaans aandoende sierlijkheid aan de voet van de middeleeuwse Diefdijk nestelde en een belangrijke schakel werd in de verdediging van Hollands welvaren. Halverwege de negentiende eeuw had men nog steeds het volste vertrouwen in deze Nieuwe Hollandse Water­ linie. Het opendraaien van de sluizen van Fort Everdingen en het vlakbij gelegen Werk aan ’t Spoel volstond om in een mum van tijd de wind golfjes te laten trekken in een ondergelopen polder tussen de Diefdijk en Culemborg. De vijand had het nakijken. Generaties soldaten hebben hier een deel van hun leven gesleten. In donkere, reuma-

Als het mistte, dan was het eind van de enorme brug niet meer te zien. Het gevaarte leek dan te zweven in het grijs

opwekkende omstandigheden en wachtend op die vijand. Die pas in mei 1940 zou komen, maar toen wel met een vliegtuig, onbereikbaar hoog boven de bewoners van het plotseling nutteloze fort. Nu is het er onder de ruisende populieren stil en verlaten. De rust wordt slechts verstoord door kauwen en een lachende groene specht. Het in het fort gelegen winkeltje van bierbrouwerij Duits & Lauret is wel open. Vol met de heerlijkste, ter plekke gebrouwen bieren. Melancholieke roep De zon staat al aardig laag als we het intense groen rondom het fort achter ons laten en de uiterwaarden van de Goilberdingerwaard intrekken. Het lome, grijze strijklicht toont elke oneffenheid in het uitgestrekte blauwgrasland. Rijpe bessen in de meidoorns trillen zachtjes in de zwakke wind. De palen, die de strandjes langs de Lek behoeden voor golfslag van langs tuffende rijnaken, zijn in beslag genomen door tientallen kieviten. Een grote witte koe staat mijmerend tot aan de buik in het Lekwater.


WANDELWIJZER

Xxxx

Foto JV

Tientallen zilverreigers en lepelaars worden ergens door opgeschrikt, vliegen sierlijk wat rondjes en landen weer aan de oever van een geul. Als we bij het dorp Everdingen de dijk opgaan, klinkt als een afscheid de melancholieke roep van een groep wulpen. Het Dorpshuis, de enige voorziening in het nietige dorp, is allang gesloten. De bushalte is nog twee kilometer de polder in. Daar sleurt een blauwe reiger vlak voor onze neuzen een grote zwarte karper uit een slootje, pikt er een paar keer in, draait zich afkeurend om en vliegt weg, het spartelende dier achterlatend in het gras. Wel een erg visonvriendelijke manier om van deze exoot uit het verre oosten af te komen. We hebben nog enkele minuten voor bus 146 komt, klimmen snel over een hek, rennen de wei in en gooien de amechtig naar adem happende vis terug in de sloot. Weer een schepsel dat straks dankbaar aan de Hemelpoort zal staan juichen.

WANDELWIJZER De Wandeling Ong. 12 km lange lijnwandeling tussen station Culemborg en Everdingen. Volg vanaf Werk aan ’t Spoel tot Everdingen de bordjes voor het Goilberdingerpad (een klompenpad van 15 km). Vervoer • Station Culemborg, startpunt. • Bus 146 Arriva Vianen-Culemborg, bushalte bij Everdingen, eindpunt.

e grasmus is in D voorjaar en zomer veel te zien in de uiterwaarden. (WvdV)

Horeca In Culemborg, bij Werk aan ’t Spoel (Caatje aan de Lek) en Fort Everdingen. Leestip Lees meer over de Oude- en de Nieuwe Hollandse Waterlinie in Wandelmagazine 2020-1.

4-2021 Wandelmagazine 43


Italië

Lazio

Zoeken naar

keizer Domitianus Bij ons mag de naam van keizer Domitianus dan minder bekend in de oren klinken, de impact van deze telg uit de Flavische dynastie op het antieke Rome was er niet minder om. Hij bouwde het Rome dat we vandaag de dag kennen. We legden een kruimelspoor langs de belangrijkste monumenten die aan deze megalomane heerser herinneren. TEKST & FOTO’S JOOST VERMEULEN & SERVAAS NEIJENS 44 Wandelmagazine 4-2021

H

ij staat er wat verloren bij. Een enorme marmeren voet op de hoek van een gewoon, hobbelig Romeins steegje. Het hek dat er omheen staat is bijna doorgeroest en de tekst op de sokkel is nauwelijks te lezen. “Voet van een standbeeld uit de tempel van Isis uit de tijd van keizer Domitianus”, ontcijfer ik uiteindelijk met enige moeite. Mijn aandacht


Titusboog met toeristen. (SN)

innenhof van het paleis van B Domitianus op de Palatijn. (SN)

voor deze voet trekt op zijn beurt de aandacht van een man die zijn hond aan het uitlaten is. Ook in Rome lijkt het aantal hondenbezitters dankzij corona flink te zijn gestegen. Zonder iets te zeggen wijst hij naar boven. Daar zie ik twee halve stukken muur met versiering. De acanthusbladeren en de diep uitgesneden eivormige elementen herken ik direct als Romeins. Restanten van de tempel wellicht? Voordat ik om uitleg kan vragen is de man weer doorgelopen. Ik ben intussen geïntrigeerd geraakt. Het moet een enorme tempel geweest zijn: het

hele beeld was wel minstens vijf meter hoog en de muurfragmenten bevinden zich ter hoogte van de tweede en derde etage van een moderne gebouw. Maar een tempel voor een Egyptische godin midden in het hart van het antieke Rome – het beroemde Pantheon ligt hier pal om de hoek? En dan ook nog eens gebouwd door een keizer wiens naam nu niet bepaald hoort tot de grote namen als Augustus, Trajanus, Marcus Aurelius of Constantijn de Grote. Daar wil ik meer van weten. Terug in mijn hotel besluit ik uit te zoeken wat ik eigenlijk gezien heb. Met behulp van het internet en een goede gids ontdek ik niet alleen dat Domitianus van 81 tot 96 na Chr. keizer was van Rome. Maar ook dat deze keizer een enorme stempel heeft gedrukt op het antieke Rome. In zijn biografie, die al vrij snel na zijn dood door de Romeinse historicus Suetonius is geschreven, wordt zelfs een hele lijst van gebouwen opgesomd die hij heeft gebouwd of heeft laten restaureren en uitbreiden. Maar wat is er nog over van al die monumenten? Wat herinnert er in het hedendaagse Rome nog aan deze blijkbaar zo exuberante, en megalomane heerser? Zou je een wandeling door Rome kunnen maken langs de belangrijkste plekken die aan deze keizer herinneren? Ik besluit het te proberen.

Broer Titus Een zoektocht naar keizer Domitianus begint natuurlijk op de plek waar alle keizers van Rome hun sporen hebben na­gelaten. Het Forum Romanum en de daarachter gelegen heuvel de Palatinus, de Palatijn. Zodra ik de kaartcontrole ben gepasseerd – het hele Forum en de Palatijn zijn een openluchtmuseum – sta ik direct voor een monument dat door keizer Domitianus werd opgericht. Het is de beroemde Titusboog. Een Italiaanse gids legt net aan zijn gezelschap uit dat het een triomfboog is voor keizer Titus, opgericht ter ere van diens overwinningen in Judea en de inname van Jeruzalem in het jaar 70. “Onzin”, aldus emeritus hoogleraar klassieke archeologie aan de Radboud Universiteit Eric Moormann die mij vergezelt op mijn tocht door Rome. “Deze boog werd pas tien jaar na de dood van Titus door Domitianus opgericht ter herinnering aan zijn broer, die hij had opgevolgd, met de bedoeling om aan het volk te laten zijn hoe hoog hij hem had zitten. Dat was nodig want Titus was, ondanks dat hij maar heel kort heeft geregeerd, mateloos populair en Domitianus was dat veel minder.” Was zijn gebrek aan populariteit misschien te danken aan zijn megalomane projecten, vraag ik mij even later hardop af als ik boven op de heuvel aangekomen ben en de 4-2021 Wandelmagazine 45


Nederland Obelisk op Piazza Navona. (JV)

waanzinnige – een ander woord is nauwelijks toereikend – ruïnes van Domitianus’ paleis aanschouw. Hallen van twintig meter hoog. Honderden ruimtes met enorme nissen waarin levensgrote beelden moeten hebben gestaan. Binnenplaatsen waar een Olympisch zwembad in zou passen, omgeven door tientallen zuilen. Op sommige plekken is de marmeren vloer nog zichtbaar, met marmer dat afkomstig was uit alle delen van het Romeinse Rijk, van Griekenland en Klein-Azië tot Egypte. “De vloer van het paleis als symbool van zijn macht”, mijmert Moormann.

De zoektocht naar Domitianus begint op het Forum Romanum, waar alle keizers hun sporen hebben achtergelaten Machtsvertoon “Dat de Romeinen en met name de Romeinse elite – die toch wel wat gewend waren als het ging om pompeuze gebouwen en door de keizer gebouwde symbolen – het machtsvertoon van Domitianus te ver vonden gaan is zeker”, beaamt Moormann. “Suetonius vermeldt daarover zelfs de volgende anekdote: Hij bouwde zoveel en zulke hoge en grote overdekte passages en bogen in de stad, die allemaal versierd werden met afbeeldingen van paardenraces en ander spelen, dat iemand op een van die bogen een tekst heeft ingekrast ‘Het is genoeg’.” Genoeg hadden ze ook van al zijn standbeelden. Dat bleek al snel na zijn gewelddadige dood. De vele honderden standbeelden vielen ten prooi aan de woede van de bevolking. Contemporaine auteurs beschrijven bijvoorbeeld hoe het enorme, tientallen meters hoge gouden standbeeld van hemzelf te paard dat in het jaar 91 was verrezen op het oude Forum vlak bij de Curia, het gebouw waar de senaatsvergaderingen werden gehouden, vrijwel direct na zijn dood werd neergehaald onder gejuich van het publiek. “En wat er daarna over46 Wandelmagazine 4-2021

bleef van al zijn bouwwerken en stand­ beelden werd vaak door zijn opvolgers geannexeerd”, vertelt Moormann, terwijl wij over de Via dei Fori Imperiali terug in de richting van het centrum van Rome lopen. En hij wijst op het zogeheten forum van Nerva. Een enorm complex dat zich zelfs voor een groot deel nog onder het moderne asfalt uitstrekt. “Dat is gewoon het forum van Domitianus dat door zijn opvolger is verbouwd en wiens naam het sindsdien daagt.” Eenzelfde lot trof de bebouwing aan de rechterkant van de Via dei Fori Imperiali, de enorme markthallen van Trajanus: ook ooit begonnen onder Domitianus en later door Trajanus geannexeerd. Godin Isis Wie door Rome wandelt ontkomt niet aan de geschiedenis, een geschiedenis vol dramatische en vaak gewelddadige verhalen. Een daarvan vertelt hoe de jonge Domitianus tijdens de burgeroorlog – die uiteindelijk door zijn vader Vespasianus werd gewonnen in 69 na Chr. – ternauwernood aan de dood ontkwam toen hij door de vij-

anden van zijn vader werd achternagezeten. Hij kon zich verbergen bij de bewaker van de kleine tempel van Isis op het oude Forum en wist de volgende dag uit de stad te ontkomen vermomd als priester van die godin. Moormann: “Dat verklaart volgens veel historici voor een belangrijk deel zijn latere voorkeur voor deze Egyptische godin. Voor haar liet hij toen hij zelf keizer werd meerdere grote tempels bouwen.” Al wandelend zijn we aangekomen op het voormalige zogeheten Marsveld. Het terrein dat oorspronkelijk buiten de stadsmuren lag dat sinds de regering van keizer Augustus volgebouwd werd met officiële gebouwen. Domitianus’ grote Isistempel was er daar een van. Behalve die marmeren voet en een enkel muurfragment is daar echter niets van over. Moormann: “Of het moeten de twaalf antieke zuilen zijn die zijn hergebruikt in de Santa Stefano del Cacco. Dat is de kerk die zich bevindt in de straat die pal achter de steeg ligt waar de enorme voet ligt. Die kerk is namelijk volgens de traditie in de achtste eeuw gebouwd op een deel van de ruïnes van de Isistempel.” Een object dat zeker uit die


WANDELWIJZER

Buste van Domitianus. (JV)

Markten van Trajanus. (JV)

tempel kwam staat iets verderop op de Piazza Minerva. Deze in opdracht van Domitianus zelf uit Egypte gehaalde obelisk stond ooit voor de Isistempel en werd in 1665 door monniken teruggevonden in de tuin van het klooster van de Basilica di Santa Maria Sopra Minerva. In opdracht van de Paus ontwierp de beroemde beeldhouder Bernini de sokkel in de vorm van een olifant. Piazza Navona Een veel grotere obelisk staat op het enorme Piazza Navona. Het eindpunt van onze wandeling. Het ovalen plein is een van de bekendste pleinen van Rome en vormde ooit het grote atletiekstadion van Domitianus. Deze obelisk stond oorspronkelijk elders, wellicht dus ook in de omgeving van de Isistempel. Hij is later terechtgekomen bij het circus van Maxentius langs de Via Appia waar hij in de zeventiende eeuw werd teruggevonden en door Paus Innocentius X hier op het plein is neergezet. Moormann: “Het is vrijwel zeker dat deze obelisk in opdracht van Domitianus in Egypte is vervaardigd. Hij draagt namelijk zijn naam.” Aan de linker zijkant van het plein zijn onder de barokke bebouwing nog de restanten van onder andere de tribunes te bewonderen. Terwijl het plein zich langzaam met het

jonge Romeinse uitgaanspubliek vult, praten we nog wat na over de val van Domitianus. Volgens Moormann liggen daar drie belangrijke redenen aan ten grondslag. Allereerst zijn minachting van de Senaat. Maar niet minder belangrijk: Domitianus’ gedrag ging steeds meer wringen met de klassieke Romeinse mores. Hij stelde vreemde (Egyptische) goden boven de klassieke Romeinse en erger nog: hij ging zich zelf steeds meer en steeds openlijker als god gedragen. Aan het einde van zijn regeringsperiode stelde hij zich regelmatig zelfs boven de goden. “Even arrogant was hij bij het dicteren van officiële documenten, schrijft Suetonius daarover in de biografie. Hij begon die namelijk zo: ‘onze meester en god gelast het volgende’. Die arrogantie en overmoed werden hem uiteindelijk fataal.” Toen het bericht van zijn dood de Senaat bereikte werd dat met grote vreugde ontvangen. Opnieuw Suetonius: “Er werden ladders gehaald en al Domitianus zijn ere­ schilden en portretten werden van de muur gerukt en op de grond in stukken gegooid en tenslotte besloot men overal op alle inscripties zijn naam te verwijderen en alle herinnering aan hem teniet te doen.”

De wandeling begint bij de toegang van het Forum. Via de boog van Titus richting de Palatijn. De villa (het paleis) van Domitianus ligt op de top. Terug langs de Curia. Verlaat het Forum en dan over de Via dei Fori Imperiali richting Piazza Venetia. Recht door langs forum van Nerva en de markten van Trajanus. Dan rechts en direct links de Via Apostolli, tweede links vervolgens de Via del Corso kruisen en de Via Lata rechtdoor. Op de hoek van de Via del Gesù staat de voet van Isis. Lang de obelisk van Bernini. Dan om het Pantheon heen. De Via Torre Argentina uitlopen tot aan het gelijknamige plein. Een van de tempels op dit plein is ook gebouwd door Domitianus. Dan via de Corso del Rinascimento naar de noordpunt van de Piazza Navona. Tip Tot 22 mei 2022 is er in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden een grote tentoonstelling te zien die geheel gewijd is aan keizer Domitianus, getiteld God op Aarde. Bij deze tentoonstelling is zowel een wetenschappelijke catalogus als een publieksgids verkrijgbaar. Enkele van de monumenten die men op deze wandeling passeert worden daarin nader toegelicht. Deze reportage is mede mogelijk gemaakt met financiële steun van het Matchingsfonds.

4-2021 Wandelmagazine 47


TI EV E VA KA N TI E D E STAR T VA N JE AC

e w u e i n r o Tijd vo n e g n i t e o m ont

N

4 EURO KORTING! * .nl/ fietsenwandelbeurs ag ticketshop/wandelm

geldig t/m 24 februa

s aan de ri 2022 * t.o.v. ticket

fietsenwandelbeurs.nl

INCLUSIEF TOEGANG TOT

kassa

FOTO TON JOOSTEN

via

E V EN T V AN

EE

vr 25 Jaarbeurs & Utrecht 2 za 26 februari 202

NG SPECIALE AANBIEDI agazine voor lezers Wandelm


Boeken

Redactie  Jan Erik Burger & Hans Farjon

Het landschap door nieuwe ogen Je hoeft niet per se naar het buitenland om wandelend van kunst in de openlucht te genieten. Juist niet. Vijftig jaar geleden maakte Nederland in het kader van Sonsbeek buiten de Perken kennis met land art: grootschalige kunstwerken in de openbare ruimte die voor een specifieke locatie zijn ontworpen en die een verband leggen tussen het werk en het omliggende landschap. En een ode zijn aan de natuur en aan de menselijke creativiteit. Wat begon met Smithsons Broken Cirkel/Spiral Hill en Morris’ Observatorium kreeg al snel navolging, ook van Nederlandse kunstenaars. In het Nederlandse gemaakte landschap paste het concept wonderwel: de aardwallen en waterplassen, het kunstzinnige spel met de natuurkrachten en de bijzondere constructies van beton en cortenstaal. In deze gids zijn 65 landschapskunstwerken door heel Nederland beschreven met tekst en foto’s. Bovendien is steeds een gps-locatie opgenomen. Daarnaast zijn er inleidingen over wat land art is, hoe het zich heeft ontwikkeld. Deze gids is bij uitstek geschikt om je omgeving op een nieuwe manier te ontdekken. Gids voor land art in Nederland 50 jaar landschapskunst Dré van Marrewijk | Blauwdruk, Wageningen 2021 | 256 blz. | ISBN 9789492474452 | € 27,50

Slag leveren Dankzij de gelijknamige film is de Slag om de Schelde uit de schaduw van A Bridge Too Far gestapt. Dit fraai geïllustreerde boek beschrijft de slag op Walcheren gedurende de eerste week van november 1944. Aan de hand van negen wandeletappes door het Walcherense duin worden sporen van de slag zichtbaar gemaakt en van een verhaal voorzien. Fijn is dat je over de hoogste toppen van de smalle duinen loopt met aan de ene kant de grote schepen op de Westerschelde en aan de andere kant de polder. Daarmee is de route niet zo heel afwisselend. Soms een stukje strand of in de polder langs de bunkers van het Landfront Vlissingen zou het wandelplezier vergroten. Het boek wordt geleverd met een speciaal voor deze wandelingen ontwikkelde app. In het spoor van de Slag om de Schelde Hans Sakkers | Marberg Media | ISBN 9789083017228 | € 23,95

4-2021 Wandelmagazine 49


Boeken

Landgoed Twickel Landgoed Twickel in Twente is met zijn 4500 ha on-Nederlands groot. Het is een levend landschap op de grens van een oude stuwwal en een moerassig beekdal. Veel van wat de bewoners en hun pachters in de loop van de eeuwen hebben aangelegd en gebouwd, is er nog steeds. En ook de heidevelden die ze met rust hebben gelaten. De geschiedenis begon met de koop van een boerderij met watermolen, de huidige Noordmolen, in 1347. Twee eeuwen later volgde de bouw van het kasteel aan de rand van het stadje Delden. Twickel is een geliefde wandel­ bestemming. De eerste bezoekers die speciaal hierheen kwamen, waren de landschapsschilders van de Haagse School in de tweede helft van de negentiende eeuw. Ze waren de voorhoede van de toeristen die vanaf 1865 met de trein naar Delden konden reizen. Grote aandacht kreeg Twickel door een toevallig bezoek van Karel Sluyterman, op de fiets (!) onderweg naar het beroemde kasteel van Bentheim. Bij Hotel De Zwaan stapte hij af voor een verfrissing. Het verhaal wil dat de uitbater de fietser enthousiast maakte door hem een VVV-

plattegrond van Twickel in de handen te drukken. Sluyterman was behalve hoog­ leraar in Delft een vruchtbaar publicist. Als architectuurhistoricus had hij een groot hart voor kastelen en buitenplaatsen. In 1906 schreef hij twee publicaties in Elseviers Maandblad, toen een toon­ aangevend tijdschrift. Twickel stond in de kijker. Dat is zo gebleven, ondanks de vele pogingen van de overheid om het landgoed in mootjes te hakken. Dat begon met de aanleg van de spoorweg. In de jaren dertig volgde het Twentekanaal, dat het landgoed in tweeën deelde. En toen kwam de heilige koe, voor wie alles moet wijken. Twee autosnelwegen doorkruisen het landgoed. In 1972 kwam een ommekeer. In de geest van de eeuw wilde de provincie Overijssel een overbodige aansluitweg S23 aanleggen. Het inmiddels doorgeleerde volk kwam in verzet, en met succes. De autoweg kwam er niet. Van de oorspronkelijke tweehonderd pachthoeven zijn er nog een kleine vijftig actief. Inmiddels heeft Twickel in zijn beste traditie belangrijke stappen gezet in de richting van de circulaire landbouw.

Het boek is informatief en goed geschreven. Boeiend is het hoofdstuk over het interieur, waarvan nooit iets weggegooid is. Ondanks enkele historische kaarten en leuke, steeds veranderende miniplattegronden van het kasteel, is het (helaas) geen atlas zoals de titel doet vermoeden. Ook de aanslagen van de oprukkende infrastructuur kregen geen fatsoenlijke kaart(en). Een index wordt node gemist. Iets voor een herdruk, want de Atlas is een ware Fundgrube. Atlas van Twickel Jan Haverkate, Afke Brunt, Lucia den Ouden | WBOOKS, Zwolle 2021 | 240 blz. | ISBN 9789462584211 | € 29,95

Ik zie, ik zie ... In de loop der tijd zijn in Nederland honderden dorpen verdwenen. Verzwolgen door de zee, overstoven door het zand of door mensen verplaatst naar een plek waar het beter toeven was. De auteurs zijn op zoek gegaan naar de historische plekken waar ooit een dorp of buurtschap is geweest. Dit heeft geresulteerd in een wandelgids met achttien wandelingen verspreid door Nederland. Dat er vaak niets zichtbaars meer van het dorp wordt gecompenseerd door een lange route langs andere interessante en fraaie landschapselementen. Op zoek naar verdwenen dorpen – 18 wandelingen terug in de tijd Pieter & Coby Metz | Anoda Publishing | ISBN 9789491899461 | € 14,95

Grenspad De brandgrens is de lijn die het door het bombardement van 14 mei 1940 verwoeste gebied scheidt van de rest van Rotterdam. Deze professioneel gemaakte audiotour leidt de wandelaar in dertig geluids­ fragmenten langs de 12 kilometer lange brandgrens. De verhalen gaan over de stad en haar bewoners die zijn weggevaagd, wat er nog van over is en hoe de wederopbouw is aangepakt. De poëtische vertellingen vormen een indrukwekkend monument van de weggerukte stad. Zo worden op punt 23 Oosteinde-Schoutenstraat in bijna vijf minuten de namen van 35 vaklui opgesomd die hier een bedrijfje voerden. Daardoor is het een fikse kluif om de hele route op een dag te lopen. De vriend waarmee ik het tweede stuk liep had een goeie tip: gewoon nog eens afluisteren in bed voor het slapen gaan. Brandgrens audiowandeltour Lex Bohlmeijer & Koos Hage | IZI travel app | Gratis te downloaden met QR-code of www.izi.travel/nl/fc8f-brandgrens-audiotour/nl

50 Wandelmagazine 4-2021


Veluwe Outdoor totaal concept Het Veluwe Outdoor Totaal Concept heeft tot doel om de juiste schoen voor uw voeten te vinden voor uw wandeling. De vragen die daarbij beantwoord worden zijn: 1

Welke soort wandeling

2

Maatvoering lengte breedte wreefhoogte

3

Type inlegzool

HEUPTASSEN EN (DAG)RUGZAKKEN KEUZE UIT MEER DAN 100 MODELLEN MEINDL & HANWAG DE JUISTE SCHOEN IN LENGTE EN BREEDTE!!

VOOR IEDERE VOET MAAT 36 T/M 54 (UK 3,5 T/M 17) DE MEESTE OOK IN HALVE MATEN

VOOR IEDERE VOET EEN PASSENDE SCHOEN

voor iedere voet een Wij zijn gespecialiseerd zijn om den. Dit doen we door: goed passende schoen te vin wandelingen u wil maken Te luisteren naar u welke Het kijken naar uw voeten k type schoen voor u Uit ervaring adviseren wel r het wandelen op het meest geschikt zou zijn voo ar ook lopen van asfalt, bos, bergwandelen, ma hooggebergte meerdaagse trektochten in het schoenen voor de Wij zijn gespecialiseerd in voet” “de brede voet” “standaardvoet”, “de moeilijke ten met en geschikte schoenen voor voe enkel / gewrichtsproblemen modellen laag, halfhoog, Door meer dan 250 voorraad t zit er vast een schoen hoog van soepel tot stijgijzer vas de week wandelt of 3 voor u bij Of u nu een uurtje in gen, wij hebben het. weken een huttentocht in de ber

Stationslaan 41a, 8071 CK Nunspeet, 0341 - 27 08 47

WWW.BREDEWANDELSCHOENEN.NL • WWW.VELUWE-OUTDOOR.NL

4-2021 Wandelmagazine 51


De regio Boppard en Midden-Rijn nodigt u uit om te komen

52 Wandelmagazine 4-2021

© Foto: K. P. Kappest

Een stadsrondgang door de wijnstad Boppard eindigt terecht in een van de talrijke Straußwirtschaften met de beste wijnterrassen – Schoppen genaamd - van het Midden-Rijn gebied. Boven de grote lusvormige Rijn in het zuidelijke en zonnig gelegen gebied bouwt zich het wijnbouwgebied “Bopparder Hamm” uit over wel 75 hectare wijngaarden, het belangrijkste productiegebied van de Koningin der druivelaars, de Riesling. Een wandeling door de Bopparder Hamm loont zich op elk moment.

© Foto: K. P. Kappest

De steilste wijnbergen en een van de mooiste oeverpromenades aan de Midden-Rijn, de oudst bewaard gebleven Romeinse kasteelmuren ten noorden van de Alpen en geboorteplaats van Michael Thonets, een stoelontwerper met wereldfaam. Boppard heeft niet enkel geschiedenis en cultuur te bieden, maar ligt bovendien in een van de mooiste landschappen van Duitsland, het bovenste Midden-Rijn dal, sinds 2002 UNESCO werelderfgoed. Boppard was al veel langer een bezoekersmagneet, nog voor opname als werelderfgoed door de UNESCO. Dit is niet enkel te wijten aan de mondaine geïnspireerde oeverpromenade, welk tot ontspannen flaneren uitnodigt, of de stads rondgang, die al snel een wandeling doorheen de geschiedenis lijkt. Aan de Rijnoever passeer je langs de Zoll- und Zwingburg van de Trierse keurvorsten. Maar ook de Romeinen hebben hun sporen achtergelaten met de muren van het in 360 n.C. opgerichte kasteel Bodobrica.

© Foto: K. P. Kappest

© Foto: K. P. Kappest

© Foto: K. Gipp

wandelen!


Werelderfgoed Oberes Mittelrheintal

Aanlegmogelijkheden

Startpunt: Wandelparkeerplaats aan de K 120 in Oppenhausen. ;ǀŽŽƌ ŶĂǀŝŐĂƟĞ͗ DŝƩĞůƐƚƌĂƘĞ͕ 56154 Boppard)

Pension Tenne, ŝŶ KƉƉĞŶŚĂƵƐĞŶ͕ dĞůĞĨŽŽŶ͗ 0049 (0) 6745 182828 Daubisberger Mühle, ŝŶ ŚƌďĂĐŚŬůĂŵŵ͕ dĞůĞĨŽŽŶ͗ ϬϬϰϵ ;ϬͿ ϲϳϰϱ Ϯϲϳ

Boppard/Bad Salzig Buchholz - Herschwiesen - Hirzenach - Holzfeld Oppenhausen - Rheinbay- Udenhausen - Weiler

Onze Tip Bezoek ook de droomroutes in de buurt:

. Elfenlay . Middenrijn klimpad . Rheingold . Hasenkammer . Fünfseenblick . Marienberg

Uitgever: Tourist-Information Boppard Marktplatz - D-56154 Boppard Telefoon: 0049 (0) 6742 3888 Fax: 0049 (0) 6742 81402 E-Mail: tourist@boppard.de

© Foto: K. P. Kappest

dƵƐƐĞŶ DŽĞnjĞů ĞŶ ZŝũŶ͕ ďƵƌĐŚƚĞŶ͕ ŬĂƐƚĞůĞŶ ĞŶ ǁŝũŶ͕ ĚĂĂƌ ligt de droomroute Ehrbachklamm - in het gastland van de zintuigen. Op de droomroute Ehrbachklamm is ongelofelijk veel te ďĞůĞǀĞŶ͘ ĞnjĞ ŚĞĞŌ ĞĞŶ ůĞŶŐƚĞ ǀĂŶ ϴ͕ϱ Ŭŵ ĞŶ ŽǀĞƌǁŝŶƚ ŝŶ ƚŽƚĂĂů ϯϵϬ ŚŽŽŐƚĞŵĞƚĞƌ͘ /ŶĚƌƵŬǁĞŬŬĞŶĚĞ ƵŝƚnjŝĐŚƚƐƉƵŶƚĞŶ ĞŶ ƚĂůůŽnjĞ͕ ĐŽŵĨŽƌƚĂďĞůĞ ƌƵƐƚďĂŶŬĞŶ ǁĂĐŚƚĞŶ ŽƉ Ƶ͘ Ğ ƵŶŝĞŬĞ ǁĂƚĞƌǁĞƌŬĞŶ ǀĂŶ ĚĞ ŚƌďĂĐŚŬůĂŵŵ͕ ĚĞ ŵŝĚĚĞůĞĞƵǁƐĞ ůĞŝƐƚĞĞŶŐƌŽĞǀĞ ĂĂŶ ĚĞ ŚƌďĂĐŚ͕ ŚĞƚ ǁĂƚĞƌƌĂĚ ŝŶ ĚĞ molen van Daubisberg en het kasteel Schöneck liggen naast Ƶǁ ƉĂĚ͘ ů ŝŶ ĚĞ ǀƌŽĞŐĞ ŵŝĚĚĞůĞĞƵǁĞŶ ŚĂĚ ŚĞƚ ŚƌďĂĐŚƚĂů ĂůƐ njŝũĚĂů naar de Moezel en verbinding met Boppard am Rhein een ƐƚƌĂƚĞŐŝƐĐŚ ŐƵŶƐƟŐĞ ĞŶ ĂĂŶƚƌĞŬŬĞůŝũŬĞ ůŝŐŐŝŶŐ͘ ŚƌĞŶďƵƌŐ ĞŶ ƐůŽƚ ^ĐŚƂŶĞĐŬ njŝũŶ ŚŝĞƌǀĂŶ ĚĞ ŐĞƚƵŝŐĞŶ͕ ĚŝĞ ŝŶ ĚĞ ůƚnjĞƌ &ĞŚĚĞ in 1331 door de aartsbisschop van Trier en keurvorst Balduin ǀŽŶ >ƵdžĞŵďƵƌŐ͕ ŽŽŬ ŵĞƚ ĚĞ dƌƵƚnjďƵƌŐ ZĂƵƐĐŚĞŶďƵƌŐ ǀŝĂ ĚĞ ŚƌďĂĐŚŬůĂŵŵ ǁĞƌĚĞŶ ǀĞƌƐůĂŐĞŶ͘ De droomroute Ehrbachklamm alsmede de GPS-gegevens ƚƌĞŌ Ƶ ĂůƐ ĚŽǁŶůŽĂĚ ĂĂŶ ŽŶĚĞƌ ǁǁǁ͘ďŽƉƉĂƌĚͲƚŽƵƌŝƐŵƵƐ͘ĚĞ͘ U vindt de droomroute Ehrbachklamm op de kosteloze tourĂƉƉ ǀĂŶ Η'ĂƐƚůĂŶĚƐĐŚĂŌĞŶ ZŚĞŝŶůĂŶĚͲWĨĂůnjΗ͘ Om de schoonheid van de Ehrbachklamm alsmede het ŬůĂƚĞƌĞŶ ǀĂŶ ĚĞ ďĞĞŬ ĞŶ ĚĞ ǁĂƚĞƌǀĂůůĞŶ ŚĞƚ ďĞƐƚĞ ƚĞ ŬƵŶŶĞŶ ďĞůĞǀĞŶ͕ ŵŽĞƚ Ƶ ĚĞ ĚƌŽŽŵƌŽƵƚĞ ƚĞŐĞŶ ĚĞ ƐƚƌŽŽŵ ŝŶ ĞŶ ĚĂĂƌĚŽŽƌ ƚĞŐĞŶ ĚĞ ǁŝũnjĞƌƐ ǀĂŶ ĚĞ ŬůŽŬ ŝŶ ďĞǁĂŶĚĞůĞŶ͘ ^ƚĞǀŝŐ schoeisel is vereist. Ğ ĚƌŽŽŵƌŽƵƚĞ ŚƌďĂĐŚŬůĂŵŵ ǁĞƌĚ ŝŶ ϮϬϭϳ ĚŽŽƌ ŚĞƚ ƵŝƚƐĞ ǁĂŶĚĞůŝŶƐƟƚƵƵƚ ŵĞƚ ϵϲ ďĞůĞǀŝŶŐƐƉƵŶƚĞŶ ďĞŽŽƌĚĞĞůĚ͘ Ăƚ ƚŽŽŶƚ ĚĞ ŐƌŽƚĞ ǀĂƌŝģƚĞŝƚ ĂĂŶ ŽŶĚĞƌ ĚĞ ƉƌĞŵŝƵŵ ǁĂŶĚĞůǁĞgen van Duitsland.

Ehrbachklamm Ehrbachklamm

www.boppard-tourismus.de 12/2017

Niet onbelangrijk is dat men hier in een uitstekend uitgebouwd wandelnetwerk beland, gezien wandelen en fietsen in Boppard en aan Midden-Rijn HET thema is! Vier langeafstandsroutes passeren Boppard: de RheinBurgenWeg, de Rheinhöhenweg, de Moselhöhenweg en de Hunsrückhöhenweg. De Ehrbachklammweg verbind de Hunsrück met de Moezel, de Premium Wandel-

© GeoBasis-DE/LVermGeoRP2013-12-16

,ŽŽŐƚĞƉƌŽĮĞů ĚƌŽŽŵƌŽƵƚĞ ŚƌďĂĐŚŬůĂŵŵ , ,ŽŽŐƚ ƚĞƉƌŽĮ ĮĞů ĚƌŽŽŵƌŽ Ğůů Ěƌ Ě ŽŽŵƌŽƵƚĞ Ś ƵƚĞ ƚ ŚƌďĂĐ Ś ď ŚŬů ŚƌďĂĐŚŬů ŚŬůĂŵŵ ŚŬůĂŵ ŵ 325

m

300 275

>ĞŶŐƚĞ͗ ϴ͕ϱ Ŭŵ 469 Hoogtemeter WƌŽĮĞů͗ ŐĞŵŝĚĚĞůĚ >ŽŽƉƟũĚ͗ ϯͲϰ ƵƵƌ Seizoen: gedurende het gehele jaar behalve bij ijs

250 225 200 175 150

© Foto: K. P. Kappest

'ĞƐƵďƐŝĚŝĞĞƌĚ ĚŽŽƌ ŚĞƚ ƵƌŽƉĞĞƐ >ĂŶĚďŽƵǁĨŽŶĚƐ ǀŽŽƌ WůĂƩĞůĂŶĚƐŽŶƚǁŝŬŬĞůŝŶŐ ; >&WKͿ͗ ,ŝĞƌ ŝŶǀĞƐƚĞĞƌƚ ƵƌŽƉĂ ŝŶ ĚĞ WůĂƩĞůĂŶĚƐŐĞďŝĞĚĞŶ͘

weg Saar-HünsruckSteig de Hunsrück met de Rijn. De Hunsrückbahnweg combineert de steilste spoorwegstrook met een wandeling.

1

2

3

4

5

6

7

8

8,5 km

125 100

START

/Ŷ ŚĞƚ ŬĂĚĞƌ ǀĂŶ ŚĞƚ ŽŶƚǁŝŬŬĞůŝŶŐƐƉƌŽŐƌĂŵŵĂ ǀĂŶ ZŚĞŝŶůĂŶĚͲWĨĂůnj Η>ĂŶĚďŽƵǁ͕ ŵŝůŝĞƵŵĂĂƚƌĞŐĞůĞŶ͕ ůĂŶĚŽŶƚǁŝŬŬĞůŝŶŐΗ ;>D>Ϳ

DŝŶŝƐƚĞƌŝĞ ǀŽŽƌ ŵŝůŝĞƵ͕ ůĂŶĚďŽƵǁ͕ ǀŽĞŶĚŝŶŐ͕ ǁŝũŶďŽƵǁ ĞŶ ďŽƐďŽƵǁ ZŚĞŝŶůĂŶĚͲWĨĂůnj

Acht andere rondwandelwegen, de Traumschleifen Rheingold, Fünfseenblick, Marienberg, Elfenlay, Mittelrhein-Klettersteig, Hasenkammer, Ehrbachklamm en Ehrbachklamm met Schöneckschleife, ieder tussen 5 en 13 km lang, bevestigen dat Boppard in elke uithoek mooi is. De Midden-Rijn Klettersteig in Boppard maakt zelfs alpien wandelen mogelijk. De wandelbestemmingen voor individuele reizigers en groepen bieden ook wandelpakketten en groepsreizen aan.

Informatie kan steeds aangevraagd worden bij het serviceteam van het toeristisch informatiecentrum via telefoon, e-mail of fax.

Contact: Tourist Information Boppard Am Marktplatz (Altes Rathaus) · 56154 Boppard Tel. 0049-(0)6742-3888 · Fax 0049-(0)6742-81402 E-mail: tourist@boppard.de www.boppard-tourismus.de 4-2021 Wandelmagazine 53


Duitsland

Rijnland-Palts

Hotspot

Eifel 54 Wandelmagazine 4-2021

De Duitse Vulkaaneifel is een pastoraal heuvelland van akkers, weilanden en hellingbossen dat uitnodigt tot wandelingen met een hoge natuur­ belevingsfactor. Bijzondere vulkanische formaties in het landschap doen echter vermoeden dat het er hier heel lang geleden niet altijd zo rustig aan toeging. TEKST & FOTO’S JONATHAN VANDEVOORDE


E

r klopt iets niet in dit landschap. Ik zou zweren dat ik op de flank van een langgerekte, beboste heuvelrug immer geradeaus wandel, maar eigenlijk loop ik in een wijde boog. Hetzelfde desoriënterende gevoel als wanneer ik langs een gracht van de Amsterdamse binnenstad alsmaar ‘rechtdoor’ loop: dan kom ik uiteindelijk aan de andere kant van de Dam uit. In dit zonnig nazomerweekend in september ben ik met mijn buurman onderweg in de Duitse Vulkaaneifel. We lopen op een heuvel met vergezichten over de hele omgeving – oriëntatie is hierdoor makkelijker dan in Amsterdam – en houden continu zicht op het dorp Meerfeld, zijn akkers en een meertje. Ze liggen in een soort kom, omringd door een beboste heuvelrug. Als in een krater. “Geen krater,” had Mandy Duisterhof ons gisteren uitgelegd, “maar een Maar.” Mandy is Nederlandse maar woont al sinds 2009 in de Eifel. Ze werkt als wandel- en motorgids in de streek rond de

4-2021 2-2021 Wandelmagazine 55


Duitsland

Een van de twee kastelen van Manderscheid.

bekende stadjes Daun en Manderscheid. In de hele Vulkaaneifel liggen een driehondervijftigtal van zulke ronde Maaren, waarvan er negen gevuld zijn met water. Voor de leek ziet een Maar er vanaf een hogergelegen punt uit als een caldera, een ineengestorte vulkaankrater. Dat zijn Maaren dus niet, bezweert Mandy ons. “We bevinden ons op een zogenaamde hotspot, zoals Yellowstone. Hieronder, in de aardkorst, zit een enorme magmapluim. In het verleden is omhoogstuwend magma op verscheidene plekken in aanraking gekomen met koude grondwaterlagen diep in de bodem. Dat plotse contact tussen heet en koud heeft enorme explosies richting de oppervlakte tot gevolg gehad. De uitgestoten as werd de lucht in geslingerd en dwarrelde neer om aldus een 56 Wandelmagazine 4-2021

ronde wal rond het gat in de aardkorst te vormen: een Maar.” Maaren zijn zo’n uniek fenomeen voor de Eifel dat het woord in andere talen niet vertaald is. Het zijn dus ook maaren in het Nederlands. Praatje Mijn buurman en ik lopen het tweedaagse VulkaMaar-Pfad en op dag één laten we ons door Mandy vergezellen. Want vulkanisme is een bijzonder boeiend onderwerp, maar niet altijd eenvoudig uit te leggen, ook al zijn de sporen ervan overal open en bloot in het landschap te zien. “En niet alleen hier. Er zijn asresten afkomstig uit de Eifel tot in Zweden gevonden. Die activiteit begon hier honderden miljoenen jaren terug, maar de jongste sporen van vulka-

nisme in de Eifel dateren van slechts 10.900 jaar geleden.” Kijk, da’s nou eens een verhaal. Want bij zo’n complex plaatje hoort een verhelderend praatje. Dankzij Mandy komt het landschap tot leven; het wordt ineens veel meer dan bomen, beekjes en heuvels. Ze kent haar pappenheimers: in de Telegraaf werd ze ooit Magma Mandy genoemd, een knipoog naar een onder kinderen populaire Vlaamse superheldin en een predicaat dat ze trots op haar visitekaartje heeft laten zetten. Haar achternaam staat er zelfs niet eens op. Ze vindt overal wel een aanleiding om wat te vertellen, zonder zich iets van saai jargon of droge jaartallen aan te trekken. Meteen na onze start ’s ochtends in Manderscheid


In de flank van de Mosenberg is zijn verleden af te lezen.

bijvoorbeeld komen de ruïnes van twee kloeke, middeleeuwse burchten in zicht, diep in een beboste riviervallei. “Die staan op het grondgebied van twee verschillende bisdommen, aan weerszijden van de grens, die hier het riviertje de Lieser is. De families van beide burchten konden elkaar niet uitstaan en hebben elkaar generaties lang over en weer bestookt.” We begrijpen de ironie van de historische situatie, want die twee ruïnes staan letterlijk op roepafstand van elkaar. “En dan nog zo diep in het dal”, merk ik op. “Voor een strategisch uitzicht niet zo handig.” Mandy wijst echter naar de straatweg op de bodem van de vallei: “Die weg, die lag er toen al. Het ging de beide heren om de tol natuurlijk.”

Juweeltje Het VulkaMaar-Pfad is een landschappelijk juweeltje, en één en al afwisseling bovendien. Hoog boven de diep ingesneden vallei van de Lieser lopen we over een smal slingerpaadje in het bos van doorkijkje naar doorkijkje. Een paar keer moeten we geconcentreerd over een smalle strook langs een rotswand van leisteen – het grondgesteente waarop de Eifel is gebouwd – waar een in de wand verankerde staalkabel voor houvast zorgt. Een half uur later lopen dan weer we over een brede grindweg tussen de velden ontspannen te kletsen met een zicht tot kilometers rondom. Gespreksonderwerpen komen spontaan op zoals de ontvolking van het platteland, het belang van toerisme voor de streek en

onvermijdelijk de overstromingen van begin juli die ook op een aantal plekken in de zuidelijke Eifel vernielingen hebben aangericht. In de Wolfsschlucht, een zijdalletje van de Lieser, vestigt Mandy onze aandacht weer op het vulkanische verleden van het gebied. We klimmen omhoog over schijnbaar los­ liggende basaltblokken, vijf- of zeshoekig. Boven ons in de rotswand zijn zelfs basaltzuilen te onderkennen. “De sterkste vorm die in de natuur voorkomt. Kijk maar naar een honingraat. Door deze kloof heeft vroeger een echte lavastroom gelopen. Het basalt werd later door mensen als in een steengroeve gedolven. Vandaar al deze rotsblokken her en der.” “Dan moet er in de buurt een echte vulkaan 4-2021 Wandelmagazine 57


Duitsland bestaan hebben”, redeneer ik. Want een maar veroorzaakt namelijk geen lava­ stromen, heb ik begrepen. “Klopt. Die ga je vandaag ook nog zien”, knipoogt Mandy. Mosenberg Die krater, dat is de Windsborn Kratersee, een echte volgelopen caldera dus, de enige in de streek. Hij is onderdeel van het Vulkanerlebnispark Mosenberg, een oude stratovulkaan. Het is een beboste heuvel in het landschap – een van de vele – die niet opvalt tenzij een kenner jou erop wijst. Of tenzij je de Mosenberg langs de kant van de verlaten groeve benadert, zoals onze route doet. De groeve is een open wond in zijn flank waardoor allerlei laagjes vulkaanas uit zijn buik nu open en bloot liggen, duidend op verschillende uitbarstingen. Het klimmetje naar zijn top en dan aansluitend naar de naastgelegen Windsborn is een kuitenbijtertje. Op de top van de Mosenberg staat een uitkijktoren waarvandaan we over de boomtoppen heen het hele landschap overzien. In het verre zuiden ligt de Hunsrück, die lijkt nog een treetje hoger dan de ‘bergen’ hier in de Eifel, waarvan de hoogste niet ver boven de 500 meter hoogte uitkomen. Boven het Windsborn-kratermeer maken we foto’s bij een topkruis dat daar foto­

geniek in de keiharde, scherpe basaltrots neergezet is. Daarna lopen we tussen de maïsvelden en enkele boomgaarden de laatste kilometers van de dag door het dorpje Bettenfeld naar Meerfeld, waar we Magma Mandy bedanken voor haar gezelschap en het willen delen van al haar kennis. Peis en vree Op dag twee pikken we het VulkaMaarPfad in Meerfeld weer op. Dit landschap klopt dus wél, weten we als we de bos­ helling beklimmen die ons in een grote boog naar top van de heuvelrug aan de overkant van het meertje brengt. Hier weer die vergezichten! De rest van de route lijkt vanaf dit Meerfelder Maar vooral bergafwaarts te slingeren door dunbevolkt, pastoraal platteland en prachtige hellingbossen in diep ingesneden beekdalen. We komen de hele dag misschien – wat zal het zijn? – een half dozijn wandelaars tegen, meer niet. Het is één en al peis en vree: kwetterende vogeltjes, klaterende beekjes, eekhoorntjes, paarden, zonnebloemen ... Alles behalve maaren. Maar die hotspot dan? Ja, die is er nog wel. “Pal onder ons”, had Magma Mandy ons bezworen. “En het kan elk moment weer gebeuren.” Maar vandaag blijft gelukkig alles rustig.

GLÜCK TRAIL Een andere zeer afwisselende maarenwandeling is het HeimatSpur Maar­ Glück dat vertrekt en eindigt in Schalkenmehren, een dorp iets ten noorden van Manderscheid. In 11 kilometer loop je op en over maar liefst drie prachtige, met water gevulde maaren. Je moet wel aardig aan de bak: 320 hoogte­meters op en neer. Het hoogste punt is 554 meter. Gelukkig wachten in het dorp enkele terrasjes op je terugkeer. In de hele Vulkaneifel zijn 40 mooie HeimatSpur-rondwandelingen be­weg­ wijzerd met een lengte van 2,4 tot 29,1 kilometer (www.heimat-spuren.de).

Uitstekende bewegwijzering, zoals we van de Duitsers gewend zijn.

WANDELWIJZER

De Vulkaaneifel, met bekende plaatsjes zoals Gerolstein, Daun en Manderscheid, is te situeren ten oosten van het drielandenpunt België-Luxemburg-Duitsland. Het gebied is een officieel erkend Geo-Park en staat op de lijst van UNESCO Werelderfgoederen. Wandelen en mountainbiken zijn er erg populair.

Vervoer Trein: via Koblenz tot Wittlich. Daar bus 300 naar Manderscheid (www.bahn.de voor dienstregeling vanuit het buitenland, incl. lokale bus). Ter plaatse zijn er alleen een belbus en taxivervoer.

(+49.65739525884), Schüller (+49.6592515), Ganser (+49.6592500).

Slapen Enkele hotelletjes en B&B’s in zowel Manderscheid als Meerfeld. Wij sliepen drie nachten in Hotel Heidsmühle (mooie locatie, goede keuken. www.heidsmuehle.de). Er zijn ook een paar kleinschalige campings in de regio.

Gids Ook een dagje op pad met Mandy Duisterhof? www.eifelguide.info

VulkaMaar-Pfad Lengte 26 km,  875 m, ong. 8½ uur wandelen (netto). Deze route werd dit najaar uitgeroepen tot mooiste wandelroute van Duitsland. Het beste loop je hem in twee dagen. Slapen doe je dan halfweg in Manderscheid of Meerfeld. Logeer je liever op één adres, dan kun je aan het einde van etappe 1 met een taxi of een hoteltransfer terug naar je accommodatie en je de volgende ochtend laten terugbrengen voor de start van dag 2. Reken op ong. € 10 p.p. voor een transfer met een hotelbusje. Taxi’s kosten iets meer per rit: Minicar Vulkaneifel

58 Wandelmagazine 4-2021

Kaarten www.vulkamaar-pfad.de – uitstekende kaartjes en gpx-tracks om te downloaden.

Meer weten? www.gesundland-vulkaneifel.de – streekinformatie en accommodaties reserveren.


Vroegboekkorting tot 31 december!

25-27 mrt 22-24 apr 1-8 mei 19-26 juni 5-12 aug 12-19 aug 9-16 sept

Een Friesland Beweegt initiatief

WaddenTrips.frl

Fjoertoer Terschelling Wad’n Plaatje Vogelspotten Natuurweek 5 Eilanden Wandeltocht Wadden-Noordzeestrand Oostwad Zwerfweek

Ontdek Wandelmagazine

Word abonnee!

1 JAAR VAN €29,99 VOOR

OOK LEUK ALS CADEAU!

€ 21,50 + cadeaus!

WWW.WANDELMAGAZINE.NU/ABONNEREN WandelM_abonneewerf_190x121.indd 43

20-01-20 12:16 4-2021 Wandelmagazine  59


Spanje

Canarische Eilanden TOERISTISCHE

HOTSPOTS

Tenerife Dansen rond de

vulkaan De recente uitbarsting van de Cumbre Vieja op La Palma herinnert aan het feit dat de Canarische Eilanden op een hotspot liggen. Een geologische, dan wel te verstaan. Ook het grootste eiland, Tenerife, draagt de littekens van recent vulkanisch geweld. Ver van de hotels en stranden langs de zuidkust wacht een ruig en spectaculair binnenland. TEKST JONATHAN VANDEVOORDE

60 Wandelmagazine 4-2021

Hoog boven Punta de Teno.


WANDELWIJZER

Xxxx

Langs de Cañadas (r.) onderweg naar de Roques de García in de verte.

H

et is december en op het ‘eiland van de eeuwige lente’, zoals natuurgids Sandra Ramos haar woonplaats noemt, is het wel ideaal wandelweer, maar nét niet warm genoeg om in korte broek op pad te gaan. Er loopt maar een handjevol toeristen rond op de parkeerplaats van Punta de Teno, de uiterste noordwestpunt van het eiland. Hun uniform – wandelbroek, stevige schoenen en een kleurig rugzakje met aan de ene kant een drinkfles en aan de andere twee wandelstokken – verraadt hun ware bedoelingen. De zon klimt omhoog achter de enorme rotskliffen die ze hier Los Gigantes noemen.

“Kom, we gaan beginnen in het water”, maant Sandra enthousiast en met de klemtoon op “in”. Ik kan mijn schoenen min of meer droog houden maar moet van haar wel het zeewater op het zwarte keien­ strandje aanraken, als in een ritueel. “We beginnen de dag letterlijk op zeeniveau en lopen de hele dag over een van de drie ‘ruggengraten’, de bergketens die dit eiland vormen, tot soms boven de 1000 meter hoogte.” Sandra zal me in drie dagen alles vertellen over deze helft van haar eiland. We volgen de eerste etappes van een meerdaagse wandeltocht die Latitud heet en waarbij je in zes dagen van west naar oost het hele eiland kunt doorkruisen. Vandaag en morgen wandelen we in het Parque Rural Teno. Overmorgen is het beroemde

Parque Nacional Las Cañadas del Teide aan de beurt. “Een andere wereld, boven de wolken. Je zult versteld staan.” Kloven Na het doopritueel lopen we een stukje terug tot bij een bord. Het geeft de start aan van wandelroute nummer 51 die tussen cardones – kandelaarcactussen – en andere typische planten meteen omhooggaat. Ik kijk tegen de zwarte rotswanden aan van de barrancos, de grillige kloven die het westelijke deel van het eiland kenmerken. Alles is basalt hier, en gaat terug tot de eerste vulkanische activiteit in het gebied die aanvankelijk drie eilandjes heeft gevormd, waaronder Teno, zo’n zeven miljoen jaar geleden. Teno is dus ouder dan 4-2021 1-2021 Wandelmagazine 61


Spanje

Over de Cumbre de Baracán.

Ik stel voor om een dergelijke afdaling voortaan een ‘knieënknakker’ te noemen Tenerife; de latere uitbarstingen van een grote, centrale vulkaan, de bekende Teide, hebben de drie oorspronkelijke eilanden deels bedekt. “Hier dus niet; hier liggen veel oudere lagen nog aan de oppervlakte”, legt Sandra uit. “Toch zijn er in dit gebied ook in de recente geschiedenis kleinere uitbarstingen geweest. Kijk maar naar die twee kleine vulkanen: daar, en daar.” Ze zwaait met haar arm richting twee plekken met moeilijke namen ergens boven op de berg en waar ik geen kraterrand kan herkennen, maar ik geloof haar op haar woord. “Hun lavastromen hebben deze barrancos uitgeschuurd, diepe groeven in het oudere landschap.” Naarmate we langzaam klimmen over het zigzagpad wordt het steeds makkelijker om mij zo’n catastrofale veranderingen in het landschap voor te stellen. Van bovenaf bekeken is alles overzichtelijk. Ook het weer: we zien de zeemist die tegen de noordkant van de bergen botst. “De passaatwind”, weet Sandra. “Dit maakte Tenerife voor de conquistadores tot de ideale etappeplaats voor de handel met de Nieuwe Wereld.” Naar schatting zestig procent van alle commercie naar Amerika verliep over Tenerife. Uit Zuid-Amerika brachten de Spaanse schepen tomaten 62 Wandelmagazine 4-2021

mee, aardappelen, rietsuiker en bananen. “Hoewel er door eerdere kolonisten op het eiland tot begin twintigste eeuw veel graan en rietsuiker is verbouwd, vind je nu alleen nog maar commerciële plantages. Vooral bananen.” Her en der zie ik de met plastic bedekte, rechthoekige bananenpercelen op de kustvlakte diep onder mij, als slecht aangebrachte pleisters op een zwartgeschroeide huid. Veertig kilometer van ons vandaan steekt het eiland Gomera boven de zeemist uit. Muurtjes De klim ging vlot en als we tussen de cactussen op een bult uitkomen, worden we plotseling door een stormachtige wind gegeseld. Naarmate we verder lopen wordt het terrein ronder en groener. Dit is Teno Alto: enkele armoedige huisjes en stallen met geiten die willekeurig over de terrashellingen verspreid staan. Volgens Sandra overleven boeren hier alleen doordat ze de melk van hun geiten verkopen, of soms de kaas, en doordat het leven hier spotgoedkoop is. In de bermen wijst ze mij de felgroene vetplanten en struikjes van allerlei soorten aan die zo bijzonder zijn voor Tenerife. Samen met Kaapverdië, Madeira en de Azoren kennen de Canarische Eilan-

den veel endemische planten. Alleen de bejeque (Aeonium arboreum) heeft in december nog gele bloemen. Na een tijd bereiken we een groter gehucht op Teno Alto dat helemaal opgeslokt wordt door de mist. We drinken koffie in zo’n kaal barretje waar de tv altijd aan staat en klanten de laatste nieuwtjes uitwisselen. Daarna lopen we weer gestaag omhoog, eerst door dichte mist, daarna door een borrelende soep van kolkende wolken. Het ‘eiland van de eeuwige lente’ heeft er vanmiddag even de pest in. Zo klimmen we tot op de Cumbre de Baracán, een spectaculaire bergrug die de scheiding vormt tussen noord en zuid op het westelijk deel van het eiland. Bijzondere reuzenplanten vullen de hellingen en ik verwacht elk moment een dinosauriër te zien opdoemen. Aan de loefzijde van de kam gaat het lang en steil naar beneden richting het gehucht Bolico waar de herberg staat waar ik overnacht. “Qué romperodillas!”, zucht Sandra. Ik stel voor om een dergelijke afdaling, gezien de luidruchtigheid van mijn eigen knieën op dit moment, voortaan een ‘knieënknakker’ te noemen.


De Cañadas zelf zijn kleurrijke rotswanden.

Goeie oude tijd Uitgestrekte bossen met ranke Canarische dennen vullen de hellingen rond de Teide-vulkaan, de corona forestal zoals ze deze zone hier zo mooi noemen, de ‘boskroon’. Na een vier kilometer lange, gestage klim vanuit de herberg in Bolico dalen Sandra en ik de volgende ochtend boven het dorp Santiago del Teide af tussen deze prachtige bomen. Aan de overkant van het dal troont de Teide, met 3718 meter de hoogste berg op Spaans grondgebied en vanaf de oceaan­bodem gerekend zelfs de derde hoogste vulkaan op aarde. Op zijn noordflank ontwaar ik zowaar wat vlekken poedersneeuw. De door de passaatwind aangevoerde zeemist blijft achter een heuvel plakken. We lopen nu langzaam bergafwaarts alvorens we weer een stukje klimmen tot we in de mistlaag terechtkomen. We passeren de Charcas de Erjos, moerasjes die in normale tijden vogels aantrekken maar er nu kurkdroog bij liggen. Volgens Sandra heeft het al bijna drie jaar niet meer geregend. In het in mist gehulde dorp Erjos zelf nemen we de tijd voor een versnapering in zo’n typisch café met drie tafeltjes, zes stoelen en een praatzieke uitbaatster. Die mist gaat niet meer weg totdat we buiten het dorp het museum bereiken waar op interactieve wijze over het boerenleven van vroeger wordt verteld. Vóór de commerciële plantages en vóór

et spectaculaire H landschap van de barrancos.

de komst van het massatoerisme werden hier paarden en koeien gehouden, fruitbomen geteeld en werd tarwe verbouwd, getuige de vele terrassen op de hellingen die nu overwoekerd zijn. Ik krijg echter het gevoel dat de ‘goeie oude tijd’ in het Ecomuseo wel heel erg geïdealiseerd wordt. Voor de komst van het toerisme moeten de meeste eilandbewoners straatarm geweest zijn. De legende van Echeyde Op een dag scheen Magec, de Zon, over het eiland. Toen begon plots de lucht te kolken, werden de vogels stil en keerden de golven om: Guayota was uit de buik van de berg Echeyde (de Teide) tevoorschijn gekomen. Guayota nam Magec gevangen en sloot hem op in de berg. Vanaf die dag werd het eiland door duisternis opgeslokt. De Guanches, de oorspronkelijke eiland­ bewoners, riepen de hulp in van Achamán, de Drager van Hemel en Aarde. Achamán vond Guayota bij de berg en een hels

Bejeque (Aeonium arboreum), een typische plant van Tenerife.

4-2021 Wandelmagazine 63


Spanje

We naderen de Roques de García en de Teide-vulkaan.

gevecht ontstond; de aarde beefde en Echeyde spuwde rook, as en vuur. Achamán overwon echter en wist Magec uit de berg te bevrijden. Alles werd weer licht. Achamán sloot Guayota op in de buik van Echeyde en maakte de krater dicht zodat hij er nooit meer uit zou ontsnappen. Als je dichtbij genoeg komt, kun je de adem van Guayota zelfs nu nog horen… Een hedendaagse mytholoog zou het landschap rond de Teide eerder met Mordor vergelijken, het verdoemde land uit Lord of the Rings, dan met de vertelling van de Guanches die het eiland bevolkten voor de komst van de Spaanse kolonisten. Al klinkt ook de Spaanse naam voor zo’n onherbergzaam lavalandschap onheilspellend genoeg: el malpaís, het ‘slechte land’. Vandaag is Magec van de partij en de adem van Guayota wil ik wel eens horen of voelen nu we in het nationaal park Cañadas del Teide onderweg zijn. We hebben 18 kilometer voor de boeg als we niet ver van de westelijke ingang van het park vertrekken bij uitzichtspunt Mirador de Samara. Van hieruit lopen we oostwaarts richting de Cañadas, de hoefijzervormige randberg van 64 Wandelmagazine 4-2021

de drie miljoen jaar oude caldera, om aan de zuidkant van het park te eindigen bij de beroemde rotsen Roques de García. Dit is, geologisch beschouwd, splinternieuwe aardbodem. Tot in recente tijden is die telkens gescheurd en weer overspoeld met nog nieuwere lava. Zo hebben zich volgens Sandra in meerdere fases het huidige eiland, deze caldera en uiteindelijk ook de stratovulkaan Teide zelf gevormd. De laatste uitbarsting in het gebied dateert van 1909. Maanlandschap Eerst lopen we door een maanlandschap van grillig gestolde zwarte lava, waarin slechts enkele Canarische dennen zich staande weten te houden. Na anderhalf uur bereiken we de eerste Cañadas. Vanaf het malpaís gezien rijzen ze op als grillige, oranje- en okerkleurige rotswanden die sterk afsteken tegen de diepblauwe, met sierlijke sluierwolken beschilderde hemel. Het volgende uur lopen we onder deze rotsen door die schaduw bieden tegen het harde zonlicht. Sandra is een plantenspecialist en ze

Klapekster bij de parador.

benoemt de ene na de anders soort die we onderweg tegenkomen. “Kijk, dit is de retama, die van eergisteren, weet je nog?”, vraagt ze enthousiast. Mijn Spaans is zo slecht nog niet, maar namen van planten onthouden is niet echt ‘mijn ding’. Retama? Er gaat bij mij geen belletje rinkelen, tot lichte verontwaardiging bij Sandra. Ik ben wel mateloos gefascineerd door de kleuren in de rotslagen om mij heen en vooral door die Teide, die enorme Teide, één kegelvormige bonk gruis en gestolde lava en oerkracht. De monolitische rotsformaties van García konden we al van kilometers ver zien liggen. Ze bevinden zich boven op een rots genaamd La Cathedral die lijkt op een bouwsel dat neergezet is door een prutser die Antonio Gaudí heeft willen na-apen


WANDELWIJZER Vervoer Vanuit Amsterdam met Transavia rechtstreeks naar Santa Cruz de Tenerife, TUIfly maakt tussenstop op La Palma. Vanuit Brussel en Charleroi directe vluchten met Ryanair en TUIfly. Beste periode Oktober t/m april, met aangename temperaturen en sporadisch een korte regenbui. De andere maanden is het droog en heet. Wandelen Tenerife heeft een goed gemarkeerd netwerk aan wandelpaden. De bereikbaarheid met het ov is echter verre van optimaal: huur een auto of neem taxi’s. Een alternatief is een wandelarrangement bij de organisatie El Cardón. Ik liep de eerste drie etappes van hun zesdaagse trek Latitud Tenerife van 135 km dwars door het eiland. Het arrangement komt met een uitgebreide wandelbeschrijving, logies, transfers naar/ van vertrek- en eindpunt van elke etappe én bagagevervoer (www. latitudtenerife.com). Slapen Ik verbleef drie nachten in de Albergue de Bolico (type jeugdherberg) in Parque Rural Teno van waaruit we de etappes liepen. Groeps­ accommodatie met ruime kookvoorzieningen en gedeelde badkamer (www.alberguebolico.com).

De sterrenhemel bij de Teide is spectaculair.

maar zijn waterpas en meetlat vergat te gebruiken. “Dit is de verrassing die ik nog voor je had”, lacht Sandra. Sorry dame, maar die Roques de García kende ik al, van de foto’s op internet. Ze wijst echter grijnzend naar dat laatste, venijnige zigzagklimmetje dat dik 100 hoogtemeters overbrugt tot op het uitzichtpunt. Een echte kuitenbijter, blijkt. Op het plateau zijn enkele binnenlandse dagjesmensen, meestal gezinnen met kinderen die overal op alles klauteren en veel lawaai maken. Maar verdorie, wat zijn die Roques groot als je er pal onder staat! Op het terras van de chique parador neem ik afscheid van Sandra. Ik heb hier nog een nachtje geboekt. Na het diner wacht ik tot het buiten helemaal donker is. Onder een miljoen sterren loop ik van het hotel terug naar de rotsformaties en stel mijn camera met statief op. Ik wacht tot een laatste sluierwolk door een zachte, frisse wind weggeblazen wordt. De adem van Guayota? Ik hoor hem in elk geval niet. Ik hoor helemaal niets. De Melkweg gloeit zachtjes aan de hemelkoepel. Meteoren schieten voorbij. Ik word door de duisternis opgeslokt.

Tips • Los Gigantes: basaltkliffen in het noordwesten van het eiland die meer dan 600 meter boven de golven uitsteken (Parque Rural Teno). • Masca: pittoresk gelegen dorp in het noordwesten. Het ‘Macchu Picchu van Tenerife’ trekt wel heel veel fotograferende toeristen (Parque Rural Teno). • La Laguna: de vroegere hoofdstad van Tenerife, op 10 km van de moderne hoofdstad Santa Cruz. De bouwstijl en het stratenplan van La Laguna vormde de blauwdruk voor alle koloniale steden in de Nieuwe Wereld. Meer weten? • www.webtenerife.nl • www.latitudtenerife.com

4-2021 1-2021 Wandelmagazine 65


‘Mathijs Deen laat zien dat de Rijn een stroom is vol leven en verhalen. Een rijk boek.’ trouw Na fascinerende tochten over de Wadden en de oude wegen van Europa, neemt Mathijs Deen ons mee op een duizelingwekkende reis door het stroomgebied van de Rijn.

Thomas Rap

66 Wandelmagazine 4-2021


Mijn stek

De Dordtse Biesbosch, 25-10-2015

“De combinatie van kleur, licht en stilte blijven me bij” Klaartje Grol

“E

lke wandelaar heeft wel tochten gemaakt die hem/haar altijd bijblijven. Ik heb dat zeker. Zoals een wandeling in de Dordtse Biesbosch op een zonnige herfstdag. De hele wandeling was een kleurexplosie van bladeren en zon, vaak ook nog weerspiegeld in het water. En alleen de geluiden van de natuur om je heen, op af en toe een motorbootje na. En dan precies op het juiste moment loop je dit schitterende uitzicht binnen met een perfect geplaatst bankje. Tijd voor een heerlijk lange lunch met weids uitzicht. Gewoonweg genieten!”

Jouw foto Een bijzondere plek op je route waar je op adem komt, je gedachten kunt ordenen of gewoon heerlijk gepicknickt hebt. Herinneringen aan zo’n stek hebben we allemaal. Jij ook? Stuur ons dan je beste foto van een mooi gelegen wandelpauzeplek en vertel ons in maximaal 100 woorden wat dit tableau voor jou zo bijzonder maakt. Wanneer jouw foto wordt geselecteerd voor publicatie in ons volgende nummer, win jij een overnachting incl. ontbijt voor 2 personen in het Velotel in Brugge, op loopafstand van het historische centrum! Insturen kan tot 11 februari 2022 op www.wandelmagazine.nu/winacties/. Kijk ook daar voor de voorwaarden.

4-2021 Wandelmagazine 67


Wat zien ik?

Noord

Tekst & foto’s Hans Farjon

West

Zuid

Oost

181-362 Limburg, Weert

H

et laatste fotokwartet van deze rubriek ligt in een akker aan de 1e Schoorbaan in Weert. Het lichtgroene gewas met lichtpaarse bloempjes is knopherik dat ook wel wilde radijs wordt genoemd. De akker is omgeven door bos en maïs. Achter het maïsveld zien we vrachtwagens op een pleisterplaats langs de A2: La Place Nederweert. In het westen zien we een perceel vol dode sparren waarin een houten stellage is gebouwd. Aan de oostzijde staan in de akker stationcars geparkeerd. Een van de mannen heeft er een witte helm op. Dat moet een bouwvakker zijn. Wat valt hier in godsnaam over te vertellen, dacht ik meteen toen ik dit fotopunt in 2015, bij de start van deze serie, op de luchtfoto bestudeerde. Toen was ik ervan overtuigd dat ik mijn kilometerpunten uit nlinbeeld.org volkomen willekeurig moest selecteren. Mijn dobbelstenen lieten mij schrikken. Rond dit punt was geen huis of boerderij te bekennen en zonder een mens in de buurt leek het me een plek zonder geschiedenis en verhalen. Dus ik paste mijn selectieprocedure aan. Ik koos een thema, zoals een windmolen of een melkveebedrijf en ging op zoek naar een bijpassend punt.

Knopherik.

68 Wandelmagazine 4-2021

Meestal een punt waar ik als eens was geweest. Voor deze laatste aflevering overwon ik mijn angst en toog alsnog naar dit punt. En er bleek toch een verhaal te zijn, zij het met veel open einden. Het was een raar stukje platteland tussen de meest oostelijk bebouwing van Weert en de snelweg. Geen boerderij te bekennen, allemaal ingesloten geraakt in stadsuitbreidingen. Als de landbouw verdwijnt, komen er de raarste dingen voor in de plaats. Hier is dat een zandwingat, een terrein waar stoere mannen met hun herdershonden spelen, wat aspergevelden, enkele bospercelen en dat rare terrein met die toren en die dooie sparren. Nu komt er nog wat bij. De bouwvakkers in het oosten zijn bezig met de fundering van drie windmolens van Weert Energie die hier binnenkort hun wieken laten zwaaien. Nou dat was het wel, dacht ik tot ik even verderop, aan de andere kant van het bosje in het zuiden. een hek met brievenbus en een bord “landgoed Wilbertshof” tegenkwam. Aan het eind van het zandpad ontwaarde ik tussen de rododendrons een huis. Dus toch mensen met een verhaal. Ik belde aan, maar er gebeurde niets. Ik kwam nog drie keer terug. De laatste keer ston-

Dood sparrenbos.

den er verse bandensporen op het pad. Ha, iemand thuis, maar wederom geen reactie op mijn gebel. Ik zocht mijn geluk op internet. Geen contactgegevens te vinden, jammer genoeg. Wel allerlei correspondentie van de eigenaar met de gemeente om zijn vakantiewoning vrij te geven voor permanente bewoning. Dat leverde op dat het verblijf van de huidige bewoners wordt gedoogd, maar de volgende eigenaren mogen er alleen hun vakantie doorbrengen. Ik kwam geen stap dichterbij. Ik kreeg ook de naam van de eigenaar van het perceel dooie sparren­ bomen te pakken, maar niet zijn telefoon of e-mailadres. Die kon ik ook niet vragen waarom al zijn sparren dood zijn en die toren is gebouwd. En die knopherik lijkt gezaaid, is eetbaar maar is niet geoogst. Dit punt leverde meer vragen dan antwoorden op. Een goed moment om te stoppen met ‘Wat zien ik’. De hele serie van 2015 tot nu kunt u teruglezen op avontuurlijkwandelen.nl/ onderwerp/wat-zien-ik

Toegangshek van landgoed Wilbertshof.


voor de nieuwsgierige wandelaar

special 10 JAAR Wandelnetwerk Noord-Holland

7 schilderachtige wandelregio’s, in het ‘land achter de duinen’

Wandelnetwerk

Noord-Holland

W Wandelnetwerknoordholland.nl


Special Wandelnetwerk Noord-Holland

Ga naar buiten! Iets meer dan tien jaar geleden ontwikkelden vooruit­ ziende mensen bij de gemeenten Bergen, Alkmaar en Heiloo een wandelnetwerk in ‘het land achter de duinen’. Routemakers gingen het veld in om de paden uit te stippelen. Een aannemer plaatste de eerste routemarkeringen. Staatsbosbeheer en Recreatieschap Westfriesland namen het systeem met routekleuren en genummerde keuzepunten over. De wens dat een dergelijk wandelnetwerk de hele provincie zou moeten vullen, leefde meteen bij een paar mensen. Alleen de weg ernaartoe, die moesten we nog vinden. Toen werd mij gevraagd of ik dat zou willen proberen. Dat was in 2011. Met de overtuiging, dat een gebruiks­ vriendelijk wandelnetwerk waardevol zou zijn voor de mensen die in Noord-Holland wonen, werken en recreëren en met de inzet van veel praktisch ingestelde collega’s die het met mij eens waren, hebben we die weg gevonden. Nu bestaat het wandelnetwerk tien jaar met routes die reiken van Den Helder tot Hilver­ sum. En het resultaat mag er zijn, dankzij de substan­ tiële financiering van de provincie Noord-Holland voor de aanleg en het vertrouwen en enthousiasme van heel veel mensen bij allerlei overheden, bedrijven, agrariërs en vrijwilligers, te veel om op te noemen. Ik genoot van alle ervaringen die ik onderweg opdeed, net zoals je dat altijd tijdens een wandeling doet. Het is nu aan jou. Ga naar buiten, nu meer dan ooit! Laat je inspireren door deze special, want Noord-Holland heeft zo veel te bieden. En geniet. Met volle teugen!

72

Fred Rodenbach projectleider Recreatie Noord-Holland

76

78

Inhoud 71 Zo bouw je een routenetwerk 72

Noord-Hollandse wandelparels

75 Een netwerk moet je onderhouden 76 7 regio’s, oneindig veel wandelplezier 78 Fans aan het woord Omslag: Hoge voetbrug in Varkensland (blz. 74) Foto: Ad Snelderwaard

Deze speciale uitgave van Wandelmagazine is tot stand gekomen in samenwerking met Recreatie Noord-Holland. Hoofdredacteur Jonathan Vandevoorde info@eenbergwerk.nl Eindredacteur Marcia van Bijnen Redactie Judith van Bilsen, Jan Erik Burger, Rick Eggink, Hans Farjon, Willy van de Riet, Bert Stok Werkten mee aan deze uitgave Anouk Admiraal, Marco Barten, Paul van Bodengraven, Rutger Burgers, Gijs de Jong, Marleen Laan, Roy Oosterom, Laura Philippo, Fred Rodenbach, Tineke Roos, Ad Snelderwaard, Peterlien Soels, Bart van Vliet en onze fotografe­ rende wandelaars. Vormgeving Twin Media bv, Zeist Menno Anker | Design Bladmanagement Klaartje Grol kgrol@virtumedia.nl Druk Veldhuis Media b.v., Raalte

70 Wandelmagazine 4-2021

Wandelnetwerk

Noord-Holland


Interview

Zo bouw je een routenetwerk Zo langzamerhand zijn we gewend geraakt aan het lopen over wandelnetwerken. De vertrouwde paaltjes met nummers vind je in steeds meer provincies en regio’s en vertellen je hoe je bij het volgende knooppunt komt. Maar hoe komt zo’n netwerk tot stand? Routemaker Rutger Burgers van Routewerk legt het uit. TEKST PAUL VAN BODENGRAVEN FOTO MARCO BARTEN

“I

n 2004 is het eerste routenetwerk in Nederland aangelegd, in Noord-Brabant bij Oirschot”, vertelt Rutger Burgers. “NoordHolland was er ook snel bij en opende in 2011 het eerste netwerk bij Bergen, Heiloo en Alkmaar.” Het idee van de routenetwerken is afkomstig uit Belgisch Limburg, waar als allereerste een fietsknooppuntennetwerk is aangelegd. Al snel zagen zowel landelijke partijen als regio’s de voordelen van de netwerken: het ontsluiten van minder bekende gebieden voor bezoekers en ook het streven naar een meer uniforme bewegwijzering. Van beleid naar uitvoering Momenteel werkt Rutger aan het wandelnetwerk Zuid-Kennemerland voor het Wandelnetwerk Noord-Holland, een stukje dat nog ontbreekt aan het netwerk in de provincie. Maar ook aan netwerken in de rest van Nederland. “Ik werkte als beleidsmedewerker bij Wandelnet toen de wandelnetwerken in opkomst waren. Beleid maken is mooi, maar als fervent wandelaar leek het me nog veel leuker om het ook in de praktijk uit te voeren. Maar dat was niet wat Wandelnet ging doen. Toen ben ik voor mezelf begonnen met Routewerk.” Bij het aanleggen van een nieuw stuk wandelnetwerk komt veel kijken. Het is veel meer dan een route uitstippelen en een paaltje in de grond slaan. Rutger: “Het begint met informatie verzamelen. Zijn er bestaande routes? Van wie is de grond? Wie geeft er toestemming om wandelaars er overheen te leiden, en wie niet? Dat is dus ook heel veel overleggen en praten, met gemeenten, grondeigenaren als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Landschap Noord-Holland, maar ook met waterschappen, boeren en particulieren. Op basis daarvan kun je een voorlopig plan maken.” Mooi landschap, aantrekkelijke paden Belangrijkste voorwaarde voor een goed netwerk is natuurlijk dat het door aantrekkelijk landschap loopt, liefst over (onverharde) voetpaden. Maar dat is niet altijd mogelijk. “Soms moet je compromissen sluiten of tijdelijke oplossingen kiezen”, aldus Rutger. Als voorbeeld noemt hij een stukje van het nieuw aan te leggen wandelnetwerk Zuid-Kennemerland, dat langs een van de smalle toegangswegen naar het Nationaal Park Zuid-Kennemerland loopt,

“Het is leuk om de stukjes van de puzzel in elkaar te zetten. Het is een kick als het uiteindelijk lukt” eigendom van Natuurmonumenten. “Als wandelaar loop je nu langs die weg en dat is op mooie dagen best druk. Het liefst willen we hier een apart voetpad aanleggen, naast de weg. Maar dat betekent een aanpassing in de natuur en dat is niet een-twee-drie geregeld. Hopelijk lukt dat wel op de langere termijn, maar voorlopig moet het maar even zo.” Niet iedereen is een wandelaar Een belangrijk aspect van het werk is overleggen en uitleggen. “Niet iedereen is een wandelaar, of begrijpt de wensen van wandelaars”, stelt Rutger. “Ik heb wel eens met een wethouder om tafel gezeten die vond dat wandelaars best over het fietspad konden lopen. Dan heb je wel wat overtuigingskracht nodig.” Geld helpt soms ook om mensen mee te krijgen. Zo is er een boerenlandpadregeling in Noord-Holland die boeren een vergoeding biedt van 1 euro per jaar per strekkende meter. Daarmee kunnen boeren extra inkomsten genereren als ze wandelaars toelaten op hun grond. Ook zijn er fiscale regelingen voor private landgoed­ eigenaren. Over de vraag wat zijn drijfveer is om dit werk te doen, hoeft Rutger Burgers niet lang na te denken. “Het is leuk om de stukjes van de puzzel in elkaar te zetten. Soms is het best lastig om het voor elkaar te krijgen, maar het is een kick als het uiteindelijk ook weer lukt. Bijkomend voordeel van dit werk is dat jezelf heel veel buiten onderweg bent, dat vind ik een groot voorrecht. En als ik op deze manier mensen help mooie wandelingen te maken, ben ik dik tevreden. Dit is gewoon het mooiste werk!” 4-2021 3-2021 Wandelmagazine 71


Special Wandelnetwerk Noord-Holland

Noord-Hollandse

Wandelparels

Er zijn maar weinig plekken in Nederland waar de landschappen zo afwisselend zijn als in Noord-Holland. Dankzij het bewegwijzerde Wandelnetwerk Noord-Holland kun je er wandelingen eindeloos variëren. Door pittoreske dorpsstraatjes, door bossen of duinen, langs meren of over struinpaadjes: de keuze is aan jou. We helpen je alvast op weg met deze drie ‘typische’ en zo verschillende wandelpareltjes. TEKST & FOTO'S AD SNELDERWAARD

Eilandgevoel op Wieringen

D

e Haukes, waar de wandeling begint, was een eeuw geleden nog de aanlegplaats van de veerboot én de postboot. Ik zie tot mijn spijt dat café De Postboot inmiddels gesloten is. Het haventje is er nog wel, halfvol met Waddenzee-waardige jachten. Ik loop het eiland op. Je kunt goed zien dat Wieringen ooit een bult was die uit de zee oprees. Het compacte kerkje van Westerland met zijn stompe toren staat mooi hoog en vrij in het landschap. Iets verderop sta ik aan het Amstelmeer. Aan de overkant, in de Wieringermeer­ polder, staan heel wat windmolens hun rondjes te draaien. Dit zal vast het Windpark Wieringermeer zijn, Nederlands grootste windpark op land. Alle opgewekte stroom gaat naar datacentra van Google en Microsoft.

72 Wandelmagazine 3-2021

Aan de noordkant, waar Wieringen grenst aan de Waddenzee, loop ik over een kloeke dijk, klaar voor het zwaarste noodweer. Maar vandaag tref ik een kabbelend zeetje aan. Bij het in 1919 gebouwde Peilschaalhuisje, waar het zeewaterpeil werd bij­ gehouden, kom ik een wandelend paar tegen. Ze maken me erop attent dat dit de Quarantaineweg is. Zieken op schepen onderweg naar een van de Zuiderzeehavens zaten hier in barakken tot ze óf genezen óf overleden waren. Ze wilden toen vooral cholera buiten het eiland houden. Ik steek het eiland over via Westerklief, een van de hoogste punten van het vroegere eiland, en bereik bij De Hoelm de vroegere zuidkust. Hier begint de beroemde ‘wierdijk’. Deze werd aan de zeekant verstevigd met geperst zeegras. Wat een verschil met de dijk aan de Waddenkant! Hij grenst nog steeds aan het water: het Wieringerrand­ kanaal. Het lijkt een strookje water dat is

uitgespaard bij de aanleg van de Wieringermeerpolder. Dankzij dit kanaal voelt Wieringen toch nog een beetje aan als een eiland. Vlak voor het eindpunt zie ik een stukje nagebouwde wierdijk. Ik lees op een bord dat ze zeegras hadden gebruikt dat bij een renovatie tevoorschijn was gekomen. Het voelt sponzig aan en ik zie dat het gemakkelijk verkruimelt. Goed dat deze dijk niet meer aan zee grenst…  PRAKTISCH Startpunt: De Haukes Wandeling: Westerkliefroute Lengte: 10 km Horeca: Huys aan de Amstel, Lutjeweg 2, Westerland. Ma t/m wo gesloten Bekijk de wandeling op www.wandelnetwerknoordholland.nl


De monniken achterna

D

e wandeling over het Monnikenpad start bij het heiligste der heiligen voor Egmondse monniken: de Adelbertusakker. De Ierse monnik Adelbert, die de zee overstak om heidenen te bekeren, is hier in 690 begraven. Graaf Dirk I liet tweehonderd jaar later zijn botten overbrengen naar zijn klooster in wat nu Egmond-Binnen heet. Volgens een legende ontsprong op de plaats van zijn graf een geneeskrachtige bron. Een man, die bij de kapel de kaarsjes opruimt, wijst me de put op de plaats van de bron. Hij zegt dat er allerlei genezingen worden toegeschreven aan het water, maar dat vooral geesteszieken en mensen met oogkwalen er baat bij hebben. Hij pompt wat water voor me omhoog. Ik proef ervan, want je weet maar nooit waar het goed voor is. Het smaakt een beetje naar ijzer.

Tussen de bollenvelden door loop ik naar Egmond-Binnen, het spoor volgend van de monniken die Adelberts botten verhuisden. De negentiende-eeuwse Sint Adelbertus­ abdij staat op de plaats van het eerdere klooster, dat in 1573 in opdracht van Willem van Oranje werd gesloopt. Als ik op het kloosterterrein zoek naar de kaarsenwinkel stuit ik op een man die een rode poes staat te aaien. Aan de witte klodders op zijn kleren te zien zou hij in de kaarsenmakerij kunnen werken. Dat doet hij inderdaad. Hij doet binnenkort zijn intrede in het klooster. Met zijn 29 jaar zal hij de jongste zijn van het clubje van tien dat nu de gemeenschap vormt. Hij wijst me de winkel. Ik koop er kaarsen én een stukje lokale kaas. Ik verlaat het dorp op de plaats van het vroegere haventje, waar de bouwmaterialen voor de abdij werden aangevoerd. Er is geen spoor meer van te zien. Ik loop langs

de Egmonderbinnenvaart, nu niet meer dan een sloot met brede rietkragen erlangs. Hij is nog in opdracht van de monniken aangelegd. Trouwens, ook de dijken in de wijde omgeving, tot Rotterdam aan toe, waren het initiatief van dit klooster. Hoe zou het landschap er zonder de monniken nu uitzien? Alleen van de duinen op het laatste stuk weet ik zeker dat die geen mensenwerk zijn.  PRAKTISCH Startpunt: Egmond Middenweg Wandeling: Themaroute Monnikenpad Lengte: 9 km Horeca: restaurant Nieuw-Westert, Oude Schulpweg 18, Egmond-Binnen Duindagkaart is vereist en te koop via www.pwn.nl Bekijk de wandeling op www.wandelnetwerknoordholland.nl

3-2021 Wandelmagazine 73


Special Wandelnetwerk Noord-Holland

Op laarzen door Varkensland

B

omen in herfsttooi omringen de overwegend grijze houten huizen van Broek in Waterland. De grijstint zou zijn ontstaan in de negentiende eeuw, toen de Broekers het niet zo breed hadden en kosten bespaarden door te schilderen met goedkope, grijze grondverf. Nu spreekt men van ‘Broeker grijs’, al zie ik allerlei variaties. Prachtig bont geschilderd houtsnijwerk op en boven de deuren zorgt voor nóg meer kleur. Langs de Broekervaart loop ik het dorp uit. Aan de overkant ligt een parade van woonboten, soms met een eigen pontje. Op deze windstille dag ruik ik de brandende hout­ kacheltjes. Een knusse geur, ook al zit het vol fijnstof. Links, langs de weg, hebben veel huizen een hoge, houten vierkante zwarte schuur met piramidedak. Vroeger werd er hooi opgeslagen in deze ‘kaak­ bergen’ of ‘hooihuizen’. Ze worden nog steeds nieuw gebouwd, want het is zo eigen aan deze streek. Het Schouw komt langzaam dichterbij. Uit de verte gezien is het een mooi idyllisch rijtje houten huisjes met steile puntdaken.

74 Wandelmagazine 4-2021

Jammer dat er aan de andere kant een drukke weg loopt. Langs deze weg, met daarnaast het Noord-Hollandsch Kanaal, loop ik naar Watergang. Ook zo’n mooi dorp met houten huizen, puntdaken en kaakbergen. De Dorpsstraat, aan de achterkant van het dorp, is de smalste dorpsstraat van Nederland. Het is ook een ‘levende’ straat: er groeit gras tussen de klinkers. Hij kijkt uit op sloten, weilanden en stolpboerderijen. Het laarzenpad door die weilanden doet zijn naam eer aan: hele stukken zijn drassig en ik spring enkele keren over brede greppels die zijn volgeregend. Ik loop van het ene witte paaltje naar de volgende. Ze staan op plaatsen waar je over een sloot moet. Achter een steile voetbrug – waarom zo hoog, varen hier zulke hoge boten? – begint natuurgebied het Varkensland. Ik zie er konijnen, blauwe reigers, een dode, half opgegeten meeuw, en verderop schapen, maar geen varkens. De naam is ontstaan toen iemand riep dat het land zelfs voor varkens te drassig was. Aan het eind van de wandeling, in de schemering, krijg ik als toetje nog een mooi stukje Broek in Waterland.

 PRAKTISCH Startpunt: Broek in Waterland Wandeling: Laarzenpadroute Lengte: 11 km Horeca: restaurant De Witte Swaen, Dorpsstraat 11, Broek in Waterland Bekijk de wandeling op www.wandelnetwerknoordholland.nl


Een goed netwerk moet je onderhouden Een wandelnetwerk aanleggen is een, maar om ervoor te zorgen dat het netwerk nu en in de toekomst bruikbaar blijft, is onderhoud natuurlijk essentieel. Een groot deel van het Wandelnetwerk NoordHolland wordt onderhouden door Recreatie NoordHolland. Beheermedewerkers Tineke Roos en Bart van Vliet vertellen over hun werk. TEKST PAUL VAN BODENGRAVEN FOTO RECREATIE NOORD-HOLLAND

“W

e zitten ongeveer de helft van onze tijd op kantoor en de andere helft zijn we buiten aan de slag”, vertelt Bart van Vliet. “We doen het beheer op grote delen van het netwerk in de provincie”, legt hij uit. “Onder andere op de terreinen van recreatieschappen, de provincie, Staatsbos­beheer, Natuurmonumenten en diverse gemeenten. En niet alleen voor het wandelnetwerk, maar ook voor de fietsknooppunten en het sloepennetwerk. En ook voor verschillende andere routes, zoals het provinciale Noord-Hollandpad, zijn we actief.” Melden en aanpakken De meest voorkomende verstoringen op de netwerken zijn ontbrekende markeringen en hindernissen op het pad, bijvoorbeeld in de vorm van verdwenen overstapjes of omgevallen bomen. “Wandelaars kunnen een online-melding doen op de website

Meldpuntroutes.nl”, zegt Tineke Roos. “Via dit meldprogramma kunnen ze ook direct de coördinaten van de locatie meesturen, dat is handig. Wij bepalen vervolgens wat er moet gebeuren. Kleine klusjes zoals een sticker plakken of een routepaal vervangen doen we zelf, net als tijdelijke omleidingen melden. Maar als er bijvoorbeeld een bruggetje of overstap vervangen moet worden, dan wordt een aannemer ingeschakeld om dat te doen. We streven ernaar om knelpunten binnen veertien werkdagen op te lossen. Vaak lukt het binnen twee à drie dagen, soms duurt het langer, bijvoorbeeld als er een heel nieuw routebord gemaakt moet worden.” Spin in het web Bij omgevallen bomen ligt het weer anders. “Dan schakelen we de beheerders van de terreinen in”, zegt Bart. “Als een grote boom op een terrein van Natuurmonumenten is omgegaan en over het pad ligt, kunnen wij niet zomaar gaan zagen. Zij bepalen wat ermee gebeurt.” Als beheerder ben je dus vaak een spin in het web, die ervoor zorgt dat de melding door de juiste organisatie en persoon wordt opgepakt en opgelost. “Dat maakt het werk ook leuk en afwisselend”, zegt Tineke Roos. “Geen dag of klus is hetzelfde. Het prettige is ook dat je veel onderweg bent en steeds weer nieuwe plekken in je eigen provincie leert kennen.” Trots Zijn er ook niet-leuke dingen in dit werk? Bart en Tineke moeten even nadenken. “Als er vandalisme in het spel is”, zegt Bart. “En dat je steeds moet terugkeren op dezelfde plek, omdat soms zaken moedwillig vernield worden”, vult Tineke aan. “Dan moet je wel eens hele andere oplossingen verzinnen. Dat koppelen we terug aan de routemakers; in sommige gevallen kun je beter een route verleggen.” Gelukkig gebeurt dat in de praktijk maar weinig. “De meeste mensen weten het netwerk erg op waarde te schatten”, stelt Bart. “Wandelen wordt steeds populairder. Dat wij zo een bijdrage kunnen leveren aan het ontdekken van al het moois in deze prachtige provincie, daar zijn we hartstikke trots op.”

e beheerders van Recreatie Noord-Holland (v.l.n.r.): Bart D van Vliet, Johan Bolding, Wil van Straalen, Gregor Overtoom, Kees Theunis en Tineke Roos

4-2021 3-2021 Wandelmagazine 75


Special Wandelnetwerk Noord-Holland

Wandelen door

schilderachtig Noord-Holland Den Helder IJs se

lm

r

N O O R D Z E E

KO P VAN N O O RD - HO L LAN D

ee

Wandelnetwerk Noord-Holland laat je wandelen in het ‘land achter de duinen’. Maar waar te beginnen? We geven daarom een mooie routetip van elke wandelregio. Lees meer over deze en nog honderden andere routes op www.wandelnetwerknoordholland.nl en gebruik onderweg de handige app voor je route. Trek je wandelschoenen aan en ga op ontdekkingstocht!

WE ST FRI E SLAN D Zuidermeer AL K MAAR De Rijp

Wandelnetwerk

Markermeer

Uitgeest

Noord-Holland

MI D D E N K E N N EMERLAN D

LAAG H O L LAN D

Z UI D K EN N E ME RLAN D (gereed in 2023)

Uitgeest

Dorregeesterpolder 5,9 km, startpunt Dorregeest Deze wandeling langs het Uitgeestermeer laat je smullen van typisch Hollandse vergezichten, waarbij je dijken en natuur­ gebied met Schotse hooglanders passeert. Je loopt langs een aantal historische molens, waaronder de Dorregeestermolen uit 1896.

Amstelveen

AMST E LLAN D

G O O I EN VECHTST REE K

©U

1

Regio Alkmaar

vAK

Velsen-Zuid

Kortenhoef

7

Regio Amstelland

Foto: A. Admiraal

76 Wandelmagazine 3-2021

Amstelveen

Kostverlorenroute 7 km, startpunt TOP Elsenhove Dwaal over fraaie boerenlandpaden door de Middel­ polder en langs de Amstel. Je geniet van rustig grazende koeien, weidevogels en de historische buitenplaatsen Wester Amstel en Oostermeer. Bezoek de twee pluktuinen aan de Bankrasweg. Het trekpontje maakt de wandeling extra avontuurlijk.

Foto: Marcia van Bijnen


3

Regio Kop van Noord-Holland

5

Westfriesland Zuidermeer

Bobeldijkroute 9,4 km, startpunt Zuidermeer Een heerlijk rondje over de Westfriese Rijndijk langs de grillige randen van het Baarsdorpermeer. Het inmiddels drooggemalen meertje ontstond tijdens de stormvloeden van de late middeleeuwen. Via het boerenlandpad wandel je door waterrijk polderlandschap langs waterberging de Veersloot en via een duiker over de Slimtocht.

Den Helder Grafelijkheidsduinenroute 8,7 km, startpunt De Helderse Vallei Deze afwisselende route door duinen en heide, langs vennetjes en Noordzee brengt je naar Fort Kijkduin in Huisduinen. Terug wandel je via de oostrand van de Grafelijkheidsduinen, vernoemd naar de Egmondse graven. Struin door het dennenbos van de Donkere Duinen en de duingraslanden van het Mariëndal.

2

Regio Laag Holland De Rijp

Haring- & Henneproute/Kerkepad 13,2 km, startpunt De Rijp Dit pareltje laat je wandelen over eeuwenoude kerkepaden door de Eilandspolder. Een paradijs voor natuurliefhebbers! Geniet van pittoreske dorpjes als De Rijp, Grootschermer en Graft, waar in de Gouden Eeuw de walvisvaart, haringvisserij en scheepsbouw floreerden.

Foto: K. Klaver

Foto: F. Teekens

Foto: J. Attel

4

Regio Midden-

Kennemerland

Velsen-Zuid Buitenplaatsroute Velsen 5,5 km, startpunt Beeckestijn Herbeleef de geschiedenis tijdens deze wandelroute langs de idyllische buitenplaatsen Beeckestijn en Velserbeek. Vergeet niet de omliggende tuinen en stalgebouwen te bewonderen. Een fijne tocht met afwisselend natuur en cultuur onderweg.

6

Foto: A. Westra

Regio Gooi en Vechtstreek Kortenhoef

’s-Gravelandse Buitenplaatsenroute 17 km, startpunt Bezoekerscentrum Gooi en Vechtstreek De route komt langs wel acht ’s-Gravelandse buitenplaatsen uit de Gouden Eeuw: Boekesteyn, Schaep en Burgh, Bantam, Hilverbeek, Spanderswoud, Land en Bosch, Jagtlust en Gooilust. Dwaal door de parkbossen langs aangelegde siertuinen en vijvers. Foto: A. Erkamp 3-2021 Wandelmagazine 77


Special Wandelnetwerk Noord-Holland

Fans aan het woord Graag zetten we een aantal trouwe fans van het Wandel­ netwerk in de spotlight. Ze delen hun ervaringen en tips! “De roetroute in Schoorl. Zo veel te zien, zo mooi! In de herfst en in de zomer… Ik kom ogen te kort en zou wel alles willen fotograferen!”

Marleen Laan “Ik wandel al jaren elke week een route. Zo ontdek ik plekken waar ik het bestaan niet van afwist. De mooiste vind ik de Stroe Vatroproute. Een prachtig stuk waddengebied, maar dan nog op het vasteland. Naast het promoten van het Wandelnetwerk bij mijn vrienden en collega’s, tip ik in mijn werk als doktersassistente het Wandelnetwerk aan patiënten die wandelen saai vinden.”

Tip: Heb je een afspraak ergens in Noord-Holland? Loop voorof achteraf een route in de buurt!

“Wekelijks loop ik een route van jullie en heb inmiddels al veel van Noord-Holland mogen ontdekken!” “Jullie website zou er voor heel Nederland moeten zijn. Dit is verreweg de meest gebruiksvriendelijke site voor wandelingen. Zeker met de vele rondwandelingen met startpunten.”

Gijs de Jong “Ik hou zó van wandelen dat ik elk weekend met mijn vriendin Ilona samen een route wandel. Meestal lopen we wandelingen van 10 tot 20 km. Onderweg maak ik veel foto’s, die ik plaats op onze eigen wandelpagina op Facebook: GiloWalk. Via mijn werk kom ik op allerlei plekken in Noord-Holland. Vind ik een locatie leuk, dan ga ik er ook een keer wandelen. Zo kom je op de mooiste plekjes met prachtige natuur, maar ook met leuke dorpen of mooie steden.”

Laura Philippo “Ik ben groot fan van het Wandelnetwerk NoordHolland! Ook als schrijver van de Ommetjes! Er zijn altijd mooie en afwisselend wandelingen dichtbij. Zelfs als je een gebied goed kent, loop je nog door niet eerder ontdekte plaatsen. De keuzepunten en pijlen zijn goed aangegeven. Wist je dat op de pijlen op keuzepuntpaaltjes staat naar welk volgend keuzepunt de pijl gaat? Mijn favoriete routes zijn het Monnikenpad, de Buitenplaatsenroute Velsen en de Grafelijkheidsduinenroute. De fantastische Brederoderoute heb ik vaak gelopen!”

Tip: Lees goed de beschrijving van de wandeling vooraf. Neem altijd een opgeladen telefoon mee. Als je verdwaalt, dan vind je met de wandelapp altijd de weg terug.

78 Wandelmagazine 4-2021


In het volgende nummer

In het land van la dolce vita De nieuwe Strijper Aa kronkelt als vanouds Schiereiland Crozon, Bretagne Wandelingen te kust en te keur Lotharingen Langs monumenten en verrassende natuur

• Wijnwandelen in Zuid-Tirol • Boemelen door de hak van Italië

Filosoof of gadgetfreak? Welk type wandelaar ben jij?

Het volgende nummer van Wandelmagazine ligt op 22 maart in de winkel. Nog geen abonnee? Meld je voor 7 maart aan, dan krijg je het nieuwe nummer al op 18 maart thuisgestuurd! www.wandelmagazine.nu

Jaargang 42, nummer 4, december 2021 Wandelmagazine is een uitgave van Virtùmedia en verschijnt driemaandelijks Hoofdredactie Jonathan Vandevoorde Eindredactie Marcia van Bijnen Redactie Judith van Bilsen, Jan Erik Burger, Rick Eggink, Hans Farjon, Willy van de Riet, Bert Stok Werkten mee aan dit nummer Ruud Beunderman, Yvonne Jansen, Noes Lautier, Fatima van der Maas, Servaas Neijens, Marcel Schaap, Giel Tange, Wouter van de Vegt, Joost Vermeulen, Gerrit Jan Zwier Vormgeving Twin Media bv, Zeist Menno Anker | Design Cartografie UvA-kaartenmakers Bladmanagement/advertenties Klaartje Grol, kgrol@virtumedia.nl, Telefoon +31(0)30-3031295 Marketing & samenwerkingen Arjen van Wifferen, avanwifferen@virtumedia.nl Telefoon +31(0)30 307 5780 Druk Veldhuis Media b.v., Raalte Distributie Betapress, www.betapress.nl

Uitgever Virtùmedia, Pepijn Dobbelaer, Postbus 595, 3700 AN Zeist info@virtumedia.nl Telefoon +31(0)30-6920677 Abonnementen De prijs voor een abonnement in NL en B bedraagt € 31,99 per jaar (alleen bij automatische incasso, verschijnt 4 x per jaar). Tarieven voor EU of daarbuiten zie: www.wandelmagazine.nu. Abonnementen kunnen bij ieder nummer ingaan en worden elk jaar vernieuwd. Aanmelding kan via onze website of via de klantenservice +31 (0)85-0407400 of klantenservice@virtumedia.nl (ook voor vragen over bezorging). Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven met vermelding van de oude en nieuwe adressering en het nieuwe telefoonnummer. Opzeggingen dienen schriftelijk met een termijn van minimaal 1 maand te worden doorgegeven. Lees hier hoe we met uw persoons­ gegevens omgaan: www.virtumedia.nl/privacy-statement © Wandelmagazine. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en de auteurs. ISSN 0168-9126


Wandelen fietsreizen

Vraag nu onze brochure aan

of bel 071 - 512 64 00


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.