6 minute read
Promoveren doe je zo
Docent en onderzoeker Luca Lopes de Leao Laguna is direct na haar studie aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) gaan werken. Sinds 2014 werkt ze bovendien aan een promotieonderzoek over Human Resource Management. In hoeverre beïnvloeden onderzoek, onderwijs en praktijk elkaar? En hoe past het promoveren daarbinnen?
Door Joost Zonneveld Beeld: Bram Belloni
Hoe bent u bij de HvA terechtgekomen? ‘Ik heb sociologie aan de Universiteit van Amsterdam gestudeerd en Human Resource Management aan de Hogeschool van Amsterdam. Na mijn afstuderen in 2007 ben ik hier eigenlijk blijven hangen, zou je kunnen zeggen. Ik kon meewerken aan een onderzoeksproject en ik kon mijn eerste lessen geven door ziekte van collega's. En in de jaren daarna ben ik steeds meer onderwijs gaan geven.’
Waar deed u onderzoek naar? ‘Ik deed onderzoek in een grote zorginstelling. In dat onderzoek keek ik niet alleen naar wat medewerkers deden, maar werkte ik heel direct samen met mensen op de werkvloer. Het doel was om het werk in de zorg plezieriger en effectiever te maken, dus om de dagelijkse praktijk niet alleen te analyseren, maar om die ook te verbeteren. Het doen van dat ‘actieonderzoek’ was voor mij van belang voor het lesgeven aan de hogeschool, want daarvoor is het nodig goed te weten wat in de praktijk gebeurt.’
Op een gegeven moment wilde u ook gaan promoveren. Waarom? ‘Nadat ik een jaar of vijf vooral lesgegeven had, begon het toch te kriebelen. Ik wilde mij graag weer inhoudelijk verdiepen. De HvA stimuleert het ook dat docenten gaan promoveren. Dat heeft met de verdere professionalisering van de hogeschool te maken. In 2014 heb ik een NWObeurs gekregen, waarmee ik twee dagen per week en vier jaar lang aan mijn promotieonderzoek kan werken. Van de HvA heb ik voor dezelfde periode een dag per week onderzoekstijd. Als het nodig is kan ik van NWO nog voor een extra jaar een toelage krijgen.’
Hoe heeft u zich voorbereid op uw promotieonderzoek? ‘Een jaar lang heb ik aan een onderzoeksvoorstel gewerkt, naast mijn baan. Dat was best pittig. Volgens mij is het nu beter geregeld en is het mogelijk een dag per week betaald aan een voorstel voor een promotieonderzoek te werken. Maar voor mij gold dat dus nog niet.’ studenten als onderdeel van de 21st century skills leren onderzoekend te zijn, een kritische houding aan te nemen, en ik wilde eens analyseren hoe dat in de praktijk werkt. Is er wel ruimte voor onderzoek in de hrm-praktijk? Hoe wordt er onderzoek gedaan? En wat gebeurt er met onderzoeksresultaten? Hoe zou dat beter kunnen?’
En? Is die ruimte er? ‘Nog niet heel erg, durf ik wel te zeggen. Er bestaat vaak een conflict tussen onderzoek en de praktijk. Er is veelal nauwelijks sprake van een onderzoekende cultuur op hrm-afdelingen van bedrijven of andere organisaties, als gevolg van ervaren tijdsdruk. Het wordt niet belangrijk gevonden. Maar in mijn actieonderzoek blijken hrm’ers wel enthousiast te worden als zij merken dat het hun wel iets oplevert.’
Hoe heeft u de rol van onderzoek in de hrm-praktijk onderzocht? ‘Ik heb een combinatie gedaan van kwalitatief en kwantitatief onderzoek én actieonderzoek. Zo heb ik in een kwalitatieve studie aan hrm’ers gevraagd hoe relevant en bruikbaar onderzoek is voor hun praktijk. Onderzoek speelt beperkt een rol in de praktijk. Het wordt vooral gebruikt om medewerkerstevredenheid te meten. En er is nu veel interesse in hr-analytics en dan vooral in de belofte dat met data van alles aan te tonen is.’
Hoe heeft u de mate en de kwaliteit van onderzoek in de hrm-praktijk beoordeeld? ‘Ik heb dat afgemeten aan wat er binnen de verpleegkunde en de onderwijskunde gebeurt. Daar bestaat een veel langere geschiedenis met onderzoek door praktijkbeoefenaars. Die cultuur ontbreekt binnen de hrm-wereld vaak. De kwaliteit is mager en met de uitkomsten wordt nauwelijks iets gedaan. Als er al onderzoek gedaan wordt, gebeurt dat meestal niet systematisch en is het vaak onduidelijk op welke vraag een antwoord gezocht wordt. En als het wel goed uitgevoerd wordt, dan wordt er vaak maar weinig mee gedaan.
‘In een grote organisatie is onderzoek gedaan naar discriminatie op basis van leeftijd, maar de conclusies zijn in een la verdwenen. Ook het evalueren van het eigen handelen, iets wat van belang is om te beoordelen of het gevoerde beleid ook daadwerkelijk werkt, gebeurt niet of nauwelijks. Er wordt meestal gewerkt op basis van een geloof dat iets wel of niet werkt.’
CV
Denkt u dat u die praktijk kunt veranderen? ‘Ja, ik hoop dat ik een bijdrage kan leveren aan het professionaliseren van Human Resource Management. Dat er kritischer gekeken wordt naar de eigen praktijk en het gevoerde hrm-beleid.
‘Daarnaast is de morele kant van hrm vaak onderbelicht. Zo hebben veel organisaties in hun missie staan dat de mens centraal staat, maar dat blijkt niet altijd in de praktijk. Iedere professional moet zich afvragen: waar is ons handelen op gebaseerd en matcht dat met de dagelijkse praktijk?’
Hoe denkt u die cultuuromslag te bewerkstelligen? ‘Het andere deel van mijn promotieonderzoek richt zich daarop. Dat is meer actieonderzoek en daarin probeer ik met hrm’ers samen te werken en aan hen te leren hoe zij onderzoek in hun eigen praktijk toe kunnen passen en wat daarvoor nodig is. De kunst is om dat zo te doen dat zij daar zelf de toegevoegde waarde van inzien en het niet als een extra belasting ervaren wordt in hun dagelijkse werk. Anders haken ze af.
‘Daar komt bij dat hrm’ers te maken hebben met een politieke omgeving. Als het management onderzoek niet belangrijk vindt, is het lastig om toch door te zetten. Voor onze studenten die in de praktijk werken of stage lopen is dat al helemaal lastig. Op meerdere niveaus is een andere houding nodig. Daarom probeer ik mijn bevindingen en aanbevelingen ook breed te delen.’
Luca Lopes de Leao Laguna
2003 - 2007 bachelor Human Resource Management aan de HvA vanaf 2007 docent Human Resource Management aan de HvA 2007 - 2011 master Sociologie aan de Universiteit van Amsterdam vanaf 2011 onderzoeker bij CAREM vanaf 2015 promovendus professionalisering hrm
Hoe doet u dat? ‘Door er met mijn studenten over te praten, maar vanwege mijn promotie geef ik zelf nog maar beperkt les. Maar ik vertel mijn collega’s van alle hrm-opleidingen in het land over mijn bevindingen en ik wijs hen op het belang van mijn onderzoeksconclusies, zodat die hopelijk in de breedte worden opgepikt. En ik deel mijn bevindingen met hrm’ers via publicaties in vaktijdschriften, social media en praktijkcongressen.’
Wanneer denkt u klaar te zijn met uw promotieonderzoek? ‘Als het goed is ben ik in de zomer van volgend jaar inhoudelijk klaar en hoop ik begin 2020 te promoveren. Ik heb nu één artikel gepubliceerd en ik heb er één in de maak. Ik ben met de laatste kwantitatieve studie bezig en als ik nog twee artikelen heb ingediend bij internationale wetenschappelijke tijdschriften, kan ik mijn promotie afsluiten.
‘Dan ben ik er iets langer mee bezig geweest dan de tijd die ervoor staat, maar daarmee ben ik geen uitzondering, dat geldt voor bijna iedereen die promoveert. De combinatie met onderwijs geven is best een lastige omdat de dynamiek daarvan anders is en je niet kunt wachten met lesgeven of het nakijken van tentamens. Het onderzoek kan dan snel op de achtergrond raken. En dat kan helemaal gebeuren als je leven tijdens een promotietraject van vijf, zes jaar verandert. Ik heb een kind gekregen, dat zet je leven op zijn kop.’
Heeft u tips voor wie een promotieonderzoek overweegt? ‘In elk geval gewoon beginnen en niet gaan bedenken of je bijvoorbeeld na je promotie pas aan kinderen wil beginnen. Het leven laat zich over een periode van meer dan vijf jaar niet plannen. Wel is het denk ik van belang na te denken wat je realistisch kan combineren met het promoveren. Wil je lesgeven of meer coördinerende of ontwikkeltaken? En het is van belang om fit te blijven, ook praktijkgericht onderzoek doen is vaak toch veel zitten, lezen en schrijven.’