RabbitTime! Winter editie 2014

Page 1


Hiep Hiep Hoera! Rabbit Time! bestaat 1 jaar!

2


Beste lezer, Voor je geopend op het scherm staat de nieuwste editie van Rabbit Time!. Het is de wintereditie. In deze maand is er behalve het sinterklaasfeest, Kerstmis en oud en nieuw nog een feestelijke gelegenheid: Rabbit Time! is jarig! Een jaar geleden kwam na een proefeditie de eerste editie ook uit als wintereditie. In het afgelopen jaar hadden we wisselingen binnen het team, zochten we naar de beste manier om het blad te maken en onze vooraf bedachte formule uit te bouwen tot het blad dat er nu is. We blijven deze weg volgen en hebben nog vele plannen en ideeÍn voor de toekomst. We merken dat jullie je als lezers ook steeds meer betrokken voelen en feedback geven. Jullie foto’s en alle andere reacties waarderen we ontzettend. Lieve lezers, geniet van deze editie en hopelijk hebben we nog vaak contact. Namens het hele Rabbit Time! team: Fijne feestdagen en een goed nieuwjaar! Sef Coppers Foto: Freepik

3


08

22 32 In dit nummer 06 Spirit

22 Knolselderij Superfood voor je konijnen

Altijd al weten uit welk idee RabbitTime! is ontstaan? Heleen vertelt je over haar konijn Spirit, de inspiratiebron van RabbitTime!

De knolselderij past prima in het dagelijkse menu van onze konijnen, maar staat over het algemeen niet altijd bovenaan het lijstje met populaire groenten bij ons.

08 De Snowshoe ofwel de Amerikaanse haas

26 Hoe woont jouw konijn?

’s Zomers is ie bruin, maar ’s winters sneeuwwit. Een prachtige verschijning en een bijzonder lid van de orde der haasachtigen, waartoe ook het konijn behoort.

Zoveel baasjes, zoveel manieren om konijnen te huisvesten. Christel Franssen verteld over haar konijnenkoorts en zeven konijnen.

18 Een taart voor je konijnen

28 Hiep hiep hoera! Wij zijn 1 jaar!

RabbitTime! is jarig en daarom leggen we je dit keer uit hoe je een lekkere taart voor je konijnen kunt maken.

Rabbit Time! is 1 jaar en dat vieren wij! Een jaar lang hebben wij keihard gewerkt aan deze edities. Wij geven je een overzicht van onze hoogtepunten in 2014.

20 Panelvragen

Zouden we niet heel graag willen weten wat er in het koppie van onze konijnen omgaat? Ons deskundige panel geeft antwoord op al je vragen.

32 De jaarwisseling Vuurwerk en konijnen

Een groot feest voor ons, maar is dat voor onze konijnen ook zo? Hoe bescherm je je konijnen en hoe maak je het ze zo aangenaam mogelijk?

4


38 48

58

38 Ariël, Felix, Milo en Simba

52 Stichting KonijnenBelangen helpt opvang in de gang naar de rechtbank

Met de ontwikkeling van deze prachtige witte konijntjes in foto’s geven we je toch nog een witte kerst.

Wie van konijnen houdt, denkt niet zo snel aan wetgeving en rechtspraak, maar alle opvangcentra hebben er wel degelijk mee te maken.

46 Konijnbrein

Bij heel veel gedomesticeerde diersoorten zie je dat de herseninhoud kleiner is vergeleken met hun wilde soortgenoten. Ook de herseninhoud van het gedomesticeerde konijn is afgenomen.

55 Bunny Habbits

Een leuk en kort stripje gebaseerd op de avonturen en streken van Miepje en Chappy.

48 Konijntjes van hout

56 Leuke gadgets

Altijd al een leuke hanger voor je raam willen hebben? Wij leggen je uit hoe je er zelf één kunt maken.

We hebben de leukste gadgets voor jou en je konijnen op een rijtje gezet.

50 Ingezonden foto’s

58 Otitis (Oorontsteking)

Net als RabbitTime! zijn ook onze konijnen jarig, we hebben de leukste foto’s voor je uitgezocht.

Andrea van Dijk en dierenarts Martine Smids vertellen je alles over oorontsteking bij een konijn.

62 Colofon

5


t i r i p S

Inspiratiebron van Rabbit Time! 6


Heel lang geleden kreeg ik van een goede vriend een konijn. Ik mocht er op zijn boerderij zelf een uitzoeken. In een ruime ren op het gras zat mama konijn met al die huppelende kleintjes. Ik hurkte neer, zag Spirit en ik smolt: een mooi, lichtkleurig, schattig, klein konijntje. Met haar begon mijn liefde en passie voor konijnen, ze raakte iets aan van binnen dat ik nog nooit had gevoeld! Ze veranderde mijn leven van grijs naar licht en gekleurd. Ik wist helemaal niets van konijnen, dus ging ik op zoek naar informatie, op internet, op fora, in de bibliotheek. Maar wat was er weinig informatie te vinden. Meestal was het overal wel zo’n beetje hetzelfde. In het begin is dat genoeg, maar ik wilde zo graag nog meer weten. Mijn liefde voor konijnen groeide met de tijd dat Spirit groeide. Maar ook mijn nieuwsgierigheid groeide. Ik ontdekte van alles over haar. Haar gedrag intrigeerde mij enorm, ik vroeg me van alles af. Waar komt dit allemaal vandaan? Hoe leven konijnen in het wild? Wat mag ze allemaal eten? Waarom eet ze haar blindedarmkeutel op? En zo had ik nog duizend en één vragen. Ik ontdekte dat er in Engeland een magazine bestond. Wat gaaf! Maar waarom nog niet in Nederland? En toen kreeg ik een idee… Spirit is de inspiratiebron van Rabbit Time! Door haar ging ik op zoek naar informatie. Daar ben ik nog steeds naar op zoek , alleen nu kan ik die informatie door middel van Rabbit Time! met jullie delen… Heleen

Foto: Pixabay

7


De Snowshoe ofwel Amerikaanse haas 8


’s Zomers is ie bruin, maar ’s winters sneeuwwit. Hij eet planten, maar zegt ook geen ‘nee’ tegen een hapje vlees. Hij leeft solitair, maar duikt ook op in groepen van tientallen aantallen. Je vindt hem in moerassig laagland maar ook in de bergen. Zomaar wat (tegenstrijdige) weetjes over de Snowshoe hare (Lepus Americanus). Een bijzonder lid van de orde der haasachtigen (Lagomorpha), waartoe ook het konijn behoort. Zijn meest in het oog springende kenmerk: de relatief grote, zeer dicht behaarde achterpoten. Die functioneren als sneeuwschoenen: ze helpen het dier zich door besneeuwd terrein te verplaatsen zonder erin weg te zakken. Hieraan dankt de prachtige ‘Snowshoe’ zijn naam. Het leefgebied van de Snowshoe beslaat het noorden en noordwesten van de Verenigde Staten en Canada. Ze hebben het grootste verspreidingsgebied van alle Noord-Amerikaanse hazen. De meeste hazensoorten hebben een voorkeur voor open grasland. De Snowshoe echter, vormt hierop een uitzondering; hij voelt zich thuis in subarctische naaldbossen, moerasgebieden en in struikgewas langs rivieroevers. Voor de Snowshoe is beschutting een levensbehoefte; om zich dommelend in te verschuilen en zich foeragerend door te verplaatsen. In tegenstelling tot konijnen leven hazen, dus ook Snowshoes, altijd bovengronds. Hun schuilplaats is een ondiepe, grassige kuil, het ‘leger’ (‘form’ in het Engels). Het persoonlijke leefgebied van de Snowshoe beslaat zo’n 1,6 hectare, gelegen rond het voornaamste ‘leger’. Binnen deze actieradius liggen ook andere legers en verscheidene latrines (keutelplaatsen), vaste foerageerplaatsen, plaatsen om te zonnen en vaste paden. Deze worden gemarkeerd met de eigen geur (zie Sociaal leven en gedrag). De Snowshoe is niet sterk territoriaal; andere hazen worden in de omgeving geduld en persoonlijke leefgebieden overlappen elkaar.

Foto’s: Les Piccolo

9


Uiterlijk De Snowshoe is de kleinste van de hazenfamilie. Het lichaam is ietsje groter dan dat van een wild konijn. De poten zijn echter een stuk langer en de voeten flink groter. Ze wegen tussen de 1,4-1,6 kg. De lange, brede achterpoten meten wel 12-15 cm! De vrouwtjes zijn iets groter dan de mannetjes. De Snowshoe is goed toegerust voor het harde leven op een hoge breedtegraad. De dubbele vacht bestaat uit een warme, isolerende onderlaag van fijn haar met daaroverheen de dekvacht van langer, wat stugger haar. Als dit dekhaar nat wordt, valt het in plukken dakpansgewijs over elkaar, waardoor water wordt afgevoerd zonder dat de ondervacht nat wordt. De zeer dikke vacht heeft één van de hoogste isolatiewaarden van alle zoogdieren. De isolerende werking is zo goed dat sneeuw die op de vacht valt, niet smelt en gewoon kan worden afgeschud. De vacht kleurt mee met de seizoenen. Van de lente tot de herfst, pakweg april tot oktober, is deze grijsbruin, met een crème-witte onderbuik en zwarte oorpunten. Als de dagen steeds korter worden, wordt het brein geactiveerd om de grijsbruine vacht los te laten en te vervangen door een sneeuwwitte. Het doel hiervan is uiteraard dat de haas niet opvalt in de sneeuw, die ’s winters zijn leefgebied grotendeels bedekt. Alleen de oorpunten blijven zwart en de voeten grijs. In het voorjaar (maart, april) gebeurt dit andersom: dan zorgt de toenemende hoeveelheid daglicht ervoor dat de witte vacht weer wordt ingeruild voor een grijsbruine. Op deze wijze is de Snowshoe het gehele jaar door verzekerd van een goede schutkleur. De wisseling van vacht neemt zo’n veertig dagen in beslag. Een dikke bontjas is niet de enige manier waarop de Snowshoe zich warm houdt. Bij de vertering van het zeer vezelrijke voedsel dat hij eet, komt veel warmte vrij in met name de blinde darm. Deze is bij hazen verhoudingsgewijs zeer groot en werkt als het ware als een interne kachel. De oren van de Snowshoe zijn wat kleiner dan die van de gewone haas. Zo blijft zoveel mogelijk lichaamswarmte behouden. Om dezelfde reden zijn de oren sterk doorbloed dankzij een dicht netwerk van aderen. De ogen zijn groot, sprekend en donkerbruin van kleur. De Snowshoe vertoont veel overeenkomsten met de Poolhaas (Lepus Arcticus); de Poolhaas is echter groter en zwaarder en leeft noordelijker, in bergachtigere streken in Noord-Canada en in Groenland. In de berggebieden van Europa (Alpen, Scandinavië) leeft de verwante soort Alpensneeuwhaas (Lepus Timidus).

10


Foto: Les Piccolo

11


Voedsel De Snowshoe is, zoals alle hazen, een herbivoor: een planteneter. Zijn voedsel bestaat uit grassen, kruiden, mossen, bladeren en jonge twijgen maar ook bessen, wilde aardbeien en zeewier staan op het menu. ’s Winters, wanneer een dikke sneeuwlaag voedsel moeilijk bereikbaar maakt, eten ze van de schors en bast van bomen en struiken. Ook heel jonge boompjes moeten eraan geloven. Dit ‘uitdunnen’ van bossen verbetert de groeiomstandigheden voor de overblijvende bomen. Op deze wijze draagt de Snowshoe zijn steentje bij aan bosonderhoud. Als de sneeuwlaag dik genoeg is, waardoor de hazen de sappige knoppen bovenin boompjes en struiken kunnen bereiken, doen ze zich ook daar graag aan tegoed. In zeer strenge winters, bij grote voedselschaarste, zijn er zelfs meldingen geweest van Snowshoes die aas van kadavers aten! Dit klinkt vreemd, maar is evolutionair gezien niet zo verwonderlijk. Een ‘specialist’, een diersoort met een zeer beperkt ‘dieet’, is namelijk veel kwetsbaarder dan een diersoort die, zogezegd, van alle potjes mee-eet: de zogenaamde ‘generalist’. Immers, als de voedselbron wegvalt, blijft de specialist achter met een lege maag. De generalist echter, schakelt gemakkelijker over op andere voedselbronnen. De Snowshoe is niet de enige diersoort die weleens afwijkt van zijn vegetarische menu. Ook andere hazensoorten, sommige herten, antilopen en nijlpaarden ‘bezondigen’ zich weleens aan het eten van aas.

Sociaal leven en gedrag

nacht. Overdag wordt de vacht verzorgd en worden dutjes gedaan. Ook het nemen van een stofbad om zich te ontdoen van vachtparasieten staat regelmatig op het programma. Het zijn goede zwemmers, in staat om kleine meertjes en rivieren over te zwemmen, op zoek naar voedsel of om aan hun vijanden te ontkomen. Bij onraad – het naderen van een roofdier of roofvogel – is de Snowshoe meteen zeer alert. Afhankelijk van de sterkte van de dreiging zal hij zich plat in zijn leger ‘drukken’, de oren in de nek, vertrouwend op zijn natuurlijke schutkleur – of, als de dreiging te sterk is, de vlucht nemen en beschutting zoeken in dicht struikgewas. De Snowshoe kan (gemiddeld) vijf jaar oud worden, maar 85 % van de jonge Snowshoes haalt de leeftijd van één jaar niet door barre weersomstandigheden en een hoge predatiedruk (d.w.z. er zijn veel roofdieren in het leefgebied aanwezig die het op de haas hebben gemunt).

In het algemeen zijn hazen graag op zichzelf. Dit in tegenstelling tot konijnen, die in familiegroepen leven. De Snowshoe is wat socialer van aard. Er is volop interactie met soortgenoten, ook buiten het voortplantingsseizoen. Op open plekken in bossen zijn wel groepen van zo’n 25 dieren gesignaleerd. Onderlinge communicatie vindt plaats door lichaamshouding, geluiden (beperkt) waaronder het stampen met de achterpoten bij gevaar, uitwisseling van geuren en het markeren van het leefgebied met een uitscheiding uit de kinklier (door met de kin tegen uitstekende voorwerpen te strijken) en uit de anaalklieren (deze geven de keutels een eigen geurtje). Hieruit kunnen andere hazen zaken als geslacht, gezondheid en paarbereidheid afleiden. De dieren zijn vooral actief in de ochtend- en avondschemering en 12


Foto’s: Les Piccolo

13


Voortplanting Het voortplantingsseizoen van de Snowshoe begint half maart en duurt tot eind augustus. In het vroege voorjaar, onder invloed van het lengen van de dagen, wordt bij het mannetje door een klier in de hersenen (de hypofyse) een hormoon afgescheiden, dat de geslachtsklieren activeert en ervoor zorgt dat de testes, de zaadballen, vanuit de buikholte waarin ze ’s winters in verkleinde vorm liggen opgeborgen, afdalen in de balzak. Nu krijgen de mannetjes grote interesse voor de vrouwtjes en vinden er felle onderlinge gevechten plaats. In deze periode beginnen ook de eicellen in de ovaria (eierstokken) van het vrouwtje te rijpen en zal zij, met tussenpozen, bereid zijn tot paren. Man en vrouw besnuffelen elkaar en wisselen elkaars geur uit. Als het ‘klikt’, zal het vrouwtje het mannetje toelaten haar te dekken. In reactie op de dekking komt na twee tot acht à tien uur bij het vrouwtje de ovulatie (eisprong) op gang. Deze reactie wordt veroorzaakt door een eiwit in het zaadvocht, dat via de vaginawand in het bloed van het vrouwtje wordt opgenomen. Als dit eiwit via het bloed haar hersenen bereikt, wordt daar door de hypofyse het geslachtshormoon LH afgegeven, dat de eisprong stimuleert. Dit verschijnsel wordt ‘geïnduceerde ovulatie’ genoemd. Hierdoor is bijna elke dekking succesvol en leidt tot dracht. Een drachtige moerhaas kan zelfs al vóór zij haar nest jongen heeft geworpen, opnieuw drachtig worden; de zogenaamde ‘superfoetatie’ ofwel ‘dubbele dracht’. Vanaf vier dagen voorafgaand aan de geboorte van het eerste nest kan zij opnieuw worden bevrucht. De baarmoeder heeft twee hoornen. Bij een dubbele dracht zitten dan enkele dagen in de ene hoorn de jongen die klaar zijn om geboren te worden; in de andere hoorn beginnen de jongen zich juist te ontwikkelen. Een week of vijf na het eerste nest komt het tweede ter wereld. De hazen gebruiken deze reproductieve strategie waarschijnlijk om meer nakomelingen te krijgen en zo de soort in stand te houden. De Snowshoe is niet monogaam; mannetjes paren met verschillende vrouwtjes en vice versa. Tegen de herfst, eind augustus als de dagen weer korter worden, beginnen de testes van de mannetjes weer kleiner te worden en trekken ze zich terug in de buikholte. Ook de rijping van eicellen in de eierstokken van het vrouwtje komt tot stilstand. Hiermee is ook de paartijd voor dit jaar geëindigd. N.B. Een geïnduceerde ovulatie is kenmerkend voor een beperkt aantal diersoorten, waaronder haas, konijn, kat, fret, nerts en kameelachtigen (kameel, dromedaris, lama, alpaca). 14


Dracht en zoogtijd Het vrouwtje kan wel vier nesten per seizoen werpen. De draagtijd bedraagt ongeveer 34 - 40 dagen. De worp bestaat uit gemiddeld vier jongen, met uitschieters tot wel acht jongen. De jongen worden geboren in een speciaal daarvoor gegraven ondiepe kuil, verscholen in dichte begroeiing. Ze zijn al helemaal ‘af’; met vacht en open oogjes. Ook zijn ze nog geurloos, zodat ze onopgemerkt kunnen blijven voor roofdieren. Jonge hazen zijn ‘nestvlieders’, na één tot enkele dagen na de geboorte verlaten ze al het nest en scharrelen rond in de nabije omgeving. Gedurende de dag houden de jongen zich op aparte plekken schuil. Dit wordt hen door hun instinct ingegeven om het risico te vermijden dat een roofdier in één keer het gehele nest kan leegroven. Ze komen alleen tegen zonsondergang bij elkaar om te worden gezoogd. Hiertoe maakt de moeder een speciaal, laag geluidje, dat hen bij elkaar brengt, meestal op de plek waar ze zijn geboren. Dan worden ze een minuut of vijf gezoogd, waarna de moeder hen weer alleen laat en zij allemaal weer hun eigen ‘legertje’ opzoeken. Dit doet zij bewust, om haar geur niet op hen over te brengen. Om de aandacht van roofdieren niet op het nest te vestigen, zoogt zij de jongen slechts één tot twee maal per dag. Hazenmelk is echter zeer voedzaam; rijk aan eiwitten en vetten. Het vrouwtje zoogt haar jongen zo’n vier weken lang; het mannetje neemt geen deel aan de verzorging. Al na een dikke week beginnen de jongen aan gras en kruiden te knabbelen. Na vier tot vijf weken leven ze volledig op plantaardig voedsel, hoewel ze af en toe nog wel worden gezoogd. Het laatste nest van het seizoen wordt vaak wat langer gezoogd dan de eerdere nesten. Op een leeftijd van een half jaar zijn de jonge hazen volledig volgroeid en zullen zij zich de daaropvolgende lente kunnen voortplanten. Vaak al meteen na het werpen van het nest zal het vrouwtje opnieuw paren. Het volgende nest kan al vijf weken na het vorige worden geboren. Door zich snel te reproduceren probeert de soort het hoofd te bieden aan de vele natuurlijke vijanden die op hen azen.

15

Foto: Jeannine St. Amour


Natuurlijke vijanden en bedreigingen De Snowshoe kent veel natuurlijke vijanden. De voornaamste zijn de lynx, coyote, marter, wolf, vos, zwarte beer, veelvraat, gestreepte bosuil, arend en raaf. Als prooidier neemt de Snowshoe zo een belangrijke plaats in in de voedselketen. Voor de lynx bijvoorbeeld vormt de Snowshoe het voornaamste voedsel. De populatie lynxen houdt dan ook nauw verband met de populatie Snowshoes. Ook de mens vormt een aanzienlijke bedreiging: direct door de jacht en indirect door de verwoesting en versnippering van hun leefgebied door onder andere houtkap. Om aan roofdieren te ontkomen vertrouwt de Snowshoe op zijn natuurlijke schutkleur (bruingrijs in de zomer, sneeuwwit in de winter) en zijn snelheid: in volle vlucht kan hij sprongen maken van meer dan drie meter en een snelheid behalen van wel 43 kilometer per uur. Ook onverwachte verticale sprongen en het slaan van ‘haken’ – haakse bochten – in het vluchtpatroon behoren tot zijn arsenaal; dit alles om de vijand in verwarring te brengen. De populatie Snowshoes fluctueert op cyclische wijze, met pieken iedere acht tot elf jaar. Tijdens de pieken zijn er veel hazen, soms wel tot 1500 per km2! Als gevolg daarvan groeit ook de populatie roofdieren die hen op het menu heeft staan. Veel hazen betekent ook een grotere aanslag op de natuurlijke vegetatie, waardoor een voedseltekort ontstaat. Hierdoor, en door het grotere aantal vijanden, slinkt de populatie weer. Op het dieptepunt stabiliseert de populatie zich. Dan neemt ook het aantal roofdieren af door voedseltekort. De vegetatie krijgt de kans zich te herstellen, de hazenpopulatie groeit weer langzaam en de cyclus begint opnieuw. 16

Foto: Owen Bale


Klimaatverandering De laatste jaren is er een nieuwe, minder tastbare maar niet minder onheilspellende bedreiging bijgekomen: de klimaatverandering. Dat zit zo: De periode waarin de Snowshoe zijn bruingrijze zomervacht inwisselde voor een sneeuwwitte wintervacht, viel altijd min of meer samen met de eerste winterse sneeuwval. Zo was hij steeds verzekerd van de ideale schutkleur. Maar door de opwarming van de aarde wordt de periode dat er sneeuw in het leefgebied ligt, steeds korter: de sneeuw valt later en smelt eerder. Omdat de wisseling van zomer- naar wintervacht wordt gestimuleerd door het korter worden van de dagen (dus niet zozeer door het weer of de temperatuur), verandert de vacht van de Snowshoe nog steeds in dezelfde periode, ook al ligt er dan nog geen sneeuw. Gevolg: een spierwitte haas in een nog bruingroene omgeving. Dat valt op en daardoor zijn ze veel kwetsbaarder voor roofdieren. Onderzoekers van de North Carolina State University hebben drie jaar lang zo’n 150 hazen gevolgd. De hazen werden hiertoe van halsbandjes met een zendertje voorzien. Het viel de onderzoekers daarbij op dat de hazen ‘supercool’ waren. Ze beten nooit en waren gedwee; ze hoefden niet verdoofd te worden. De zenderhalsbandjes konden in één minuut worden omgedaan. Elke week werd de kleur van de vacht en de hoeveelheid sneeuw in het gebied genoteerd. Ook werd vastgesteld in hoeverre de vachtkleur overeenkwam met de omgevingskleur. Hieruit bleek dat niet alle hazen tegelijkertijd van vacht wisselden, er waren onderlinge verschillen. In hetzelfde gebied huppelden nog grotendeels bruine hazen rond met hier en daar wat wit, maar ook al bijna volledig witte exemplaren. Ook bleek dat de Snowshoe het moment waarop en de snelheid waarmee hij de wintervacht loslaat voor de zomervacht, wèl enigszins kan aanpassen aan de weersomstandigheden. Maar de onderzoekers geven aan dat het sneeuwseizoen tegen het jaar 2050 naar verwachting 29 tot 35 dagen korter zal zijn, en tegen het jaar 2100 wellicht tot wel 69 dagen korter. Het gevolg hiervan is dat de hazen wekenlang met een ‘verkeerd gekleurde’ bontjas zullen rondlopen. De onderzoekers hopen dat de Snowshoes dankzij hun snelle reproductie en door natuurlijke selectie (de hazen die langer bruin blijven overleven en zorgen voor nageslacht) ook deze bedreiging het hoofd zullen kunnen bieden. Maar deze evolutionaire aanpassing kost tijd, die – gezien het huidige tempo van opwarming – deze prachtige dieren misschien niet is gegeven.

Auteur: Karen de Graaff Bronnen: arkive.org animaldiversity national geographic biokids.umich.edu Jackson Landers konijnendokter.com bionieuws.nl scientias.nl vtfishandwildlife.com hei-heg-hoogeind.dse.nl

Foto: Les Piccolo

17


Hiep hiep hoera!!! RabbitTime! is jarig, daarom gaan we deze keer een taart maken; een taart voor konijnen.

Dit heb je nodig: - Krans van wilgentenen - Hooi - Gedroogde kruiden - Groente - Gezonde traktaties - Sisaltouw - Takkenknipper - Schaar

1 We beginnen met de krans; deze kun je kopen, maar ook zelf maken. Op internet staan

verschillende tutorials en filmpjes over hoe het in z’n werk gaat. (Let er bij een gekochte krans op dat hij onbehandeld is.)

2 Buig de krans op een aantal plekken voorzichtig een beetje open en verstop er wat gedroogde kruiden in. Brandnetel, paardenbloem, munt, blaadjes van de wilg, er is keuze genoeg. 3 De binnenkant van de krans vul je met hooi, waar je ook weer wat lekkers in verstopt. Maak van hooi een passende rol en zet die vast met sisaltouw. In de rol kun je wat brokjes stoppen, of een knabbelstaafje, bv. Fibafirst. Wees zuinig met (gedroogd) fruit. Fruit bevat veel suiker, dus gebruik dat met mate.

18


4 Vorm van de hooirol een spiraal en plaats hem in de krans. Eventueel kun je het hier en

daar nog een beetje opvullen met plukken hooi zodat de rol stevig vast zit. Knip daarna de losse sprieten weg zodat je een mooi strak geheel krijgt.

5 En dan de afwerking: versier de taart met bijvoorbeeld witlof, andijvie of andere groente waaraan je konijn gewend is. Gebruik kleine blaadjes of steek er met een koekvormpje figuurtjes uit. De groente kun je vaststeken tussen de wilgentakken en het hooi, of vastprikken met een wilgentakje waar je een puntje aan snijdt.

6 Als laatste steek je een worteltje in het midden van de taart, want een taart is natuurlijk geen echte taart zonder een kaarsje.

Heel veel plezier!!

Auteur: Audrey Fial Foto’s: T. Dibbits en Audrey Fial

19


?

1 Panel

VRAGEN

We hebben allemaal wel eens dat we ons afvragen waarom ons konijn een bepaald gedrag vertoont. Zouden we niet heel graag willen weten wat er in hun koppie omgaat? Konijnen zijn prooidieren die niet snel laten merken dat ze ziek zijn, en vaak als je wat merkt,zijn ze al behoorlijk ziek. Konden ze maar praten, konijnen maken weinig geluiden om te communiceren en hun lichaamstaal is niet voor ieder konijnenbaasje even duidelijk. Dat maakt het soms lastig om je konijn goed te begrijpen, maar andersom begrijpt jouw konijn je ook vaak niet. Daarom hebben wij een panel samengesteld om vragen te beantwoorden die betrekking hebben op het houden van je konijn.

Elske Dijkstra

Voedingsdeskundige

Ik geef mijn konijnen iedere ochtend de schillen van een appel. Kan ik ze ook de pitten van de appel geven? Ik heb weleens gehoord dat die giftig zouden zijn voor konijnen. Als de konijnen het bakje met schillen omkiepen, dan komen de schillen in de aarde terecht. Eten de konijnen de aarde dan op of halen ze die er af? En als ze de aarde opeten, is dat wel goed? ~ Marianne van den Bos Het geven van appelschillen is prima, maar geef niet te veel. Fruit bevat veel suiker en vocht. Een teveel kan darmproblemen geven, houd de ontlasting daarom altijd goed in de gaten. Appelpitten bevatten waterstofcyanide, beter bekend als blauwzuur. Deze stof is bij grote inname toxisch en kan leiden tot sterfte. Het is dus beter om geen appelpitten te geven aan konijnen. Als de appelschillen wat aarde bevatten is dit helemaal niet erg. Een konijn zal in de natuur ook wel eens wat aarde eten van voedsel, maar het kan ook wat aarde binnen krijgen als het een tunnel heeft gegraven en zichzelf daarna wast. Aarde bevat ook allerlei mineralen. Een teveel is niet goed, maar een konijn in goede gezondheid zal dit normaliter zelf goed kunnen reguleren. ~ Elske Dijkstra

2

Mijn witte hangoor albino Joep is heel lief en nieuwsgierig. Hij komt van een adres waar hij een stuk minder bewegingsruimte had dan hier. In de zomer als de tuindeur open staat, gaat zijn vriendinnetje Caro elke dag even naar buiten. Het probleem is dat Joep niet mee durft en zelfs niet in de buurt van de tuindeur durft te komen. Caro gaat echter wel naar buiten en dat vindt Joep niet leuk. Het zou zo fijn zijn als hij ook naar buiten durfde. Heb je enig idee waarom Joep niet naar buiten durft? ~ Marian van Woensel

Marjon Jasker Dierentolk

Marcel van der Heyden Wetenschapper/Bioloog

20


Bij de angst van Joep spelen meerdere dingen een rol: Joep laat me zien en horen dat daar waar hij eerst woonde iets van een aluminium tuin- of hordeur was. Er is eens iets hards tegen hem aan gekomen toen hij probeerde een andere ruimte te betreden. Dit houdt hem nog steeds tegen om de drempel over te gaan. Maar bij jullie kon ik geen hordeur ontdekken; de tuindeur staat gewoon open. Joep hoeft dus alleen maar de drempel over te huppelen. Ook beseft Joep niet dat er ook nog een buitenwereld is. Zijn wereld bestaat uit binnen zijn. Dat er een buitenwereld bestaat kan hij in zijn hoofd niet verwerken, geen plekje geven. Het lijkt alsof de tuindeur de grens is van zijn wereld. Als Caro buiten is, wordt Joep verward en angstig omdat hij niet begrijpt waar zij is. Het valt hem wel op dat ze fris ruikt als ze weer binnen is, maar hij beseft niet dat hij dit ook kan ervaren als hij door de deuropening gaat. Samen met Joep heb ik naar buiten gekeken. Hij heeft gesnuffeld. Het is een proces dat iets langer de tijd nodig heeft; wel is zijn nieuwsgierigheid naar buiten gewekt. Misschien is het een optie om wat dingetjes als steentjes, gras, takjes etc. van buiten mee naar binnen te nemen zodat hij daar vertrouwd mee kan raken. Toen we afscheid van elkaar namen, wilde Joep richting woonkamer huppelen. Ik wist hem aan te moedigen toch naar buiten te gaan. Joep kreeg een raar gevoel in zijn buik (vlinders) en o, wat voelde het voor hem fijn aan! ~ Marjon Jasker

konijn en het gedomesticeerde konijn kan als volgt worden verklaard: Wilde konijnen hebben een sterke vluchtreactie. Hun stelsel is erop gebouwd om te kunnen vluchten voor de vele gevaren waaraan zij blootstaan, zoals haviken, buizerds, vossen en de jagende mens. Dit vereist bijzonder scherpe zintuigen en een optimale hersenfunctie die al deze signalen zorgvuldig en snel moet verwerken. Daar is veel hersenactiviteit voor nodig. Door de veranderingen in de hersenen van het gedomesticeerde konijn zijn deze dieren een groot deel van hun extreme vluchtreactie kwijtgeraakt en reageren ze veel rustiger op mensen. Of ze daardoor “dommer” zijn is moeilijk te zeggen. Wanneer je een gedomesticeerd konijn in de natuur plaatst zal hij het daar ontzettend moeilijk hebben omdat zijn reacties op de gevaren uit de omgeving niet goed en snel genoeg zijn. Hij zal zich “dommer” gedragen dan zijn wilde soortgenoot. In een huiselijke omgeving is het tamme konijn veel beter aangepast, en begrijpt hij dat je bij mensen moet zijn voor voedsel, water en een knuffel. Dat is dan weer heel slim van ze. ~ Dr. Marcel A.G. van der Heyden Dit is het beknopte antwoord op bovenstaande vraag. Aan het volledige antwoord, inclusief de onderzoeken waarop Dr. Marcel A.G. van der Heyden dit heeft gebaseerd, hebben we een artikel gewijd. Dit artikel vind je elders in deze editie.

3

Klopt het dat gedomesticeerde konijnen 20% minder hersenen hebben? Als dit zo is, hoe weet men dat dan? Wat is de oorzaak en het gevolg hiervan? Is een konijn dat door mensen wordt gehouden ‘dommer’ dan een wild konijn? ~ Ingrid Verhoef Bij heel veel gedomesticeerde diersoorten zie je dat de herseninhoud kleiner is vergeleken met hun wilde soortgenoten. Bij sommige dieren is dit verschil heel groot zoals bij het varken (34%), bij andere dieren zoals de rat is dit veel kleiner (8%). Ook de herseninhoud van het gedomesticeerde konijn is afgenomen (13%). Het verschil in herseninhoud tussen het wilde

Heb jij een vraag voor één van onze panelleden? Stuur die dan naar: rabbit-time@live.nl, en vermeld erbij voor welk panellid je vraag bestemd is. Uit de vragen kiezen we er per panellid één uit, die gepubliceerd en beantwoord zal worden in de daaropvolgende editie van Rabbit Time!. Je krijgt van ons bericht wanneer je vraag is uitgekozen. Foto’s: Cynthia ten Bras

21


Knolselderij Superfood voor konijnen Knolselderij (Apium graveolens var. rapaceum) is een variant van de selderij uit de schermbloemenfamilie. Een andere bekende selderijsoort is snijselderij, die ook wel blad-, struik-, of bosselderij genoemd wordt. Deze selderij lijkt op peterselie, maar heeft een sterkere smaak waardoor hij veel gebruikt wordt als smaakversterker in soep. Een andere bekende selderijvariant is bleekselderij. De dikke, stevige stelen hiervan worden onder andere in bouillon en sausen verwerkt.

Aan de knol groeien stelen met bladeren die erg lijken op die van de snijselderij, maar veel grover en steviger zijn.

Zaaien en oogsten

Knolselderij groeit het beste op voedingsrijke grond, zoals klei. De zaadjes hebben een lange kiemfase van drie tot vier weken. Het beste kun je de zaadjes individueel, rond februari/maart, in een potje planten. Als de vorst voorbij is kunnen de ontsproten zaailingen in de volle grond gepoot worden. Vervolgens kun je knolselderij eind oktober oogsten. Om het zacht worden van de knol tegen te gaan, is het aan te raden het loof er af te halen. Houd er verder bij het zaaien en oogsten rekening mee dat de knol niet tegen vorst kan.

Geschiedenis en gebruik

Knolselderij wordt gekweekt voor de knol. De smaak van de knol en het blad is milder dan de snijselderij. Wij kennen knolselderij onder andere in geraspte vorm in selleriesalade en als basis voor erwtensoep. Knolselderij is een zeer smakelijke en aromatische groente.

Uiterlijk

Knolselderij is te herkennen aan de knol, die een diameter van ongeveer vijftien centimeter heeft. De knol, die karakteristieke knoesten en wortels heeft, is van buiten lichtbruin en van binnen wit. De knol groeit onder de grond, maar is net boven de grond te zien. 22

De oude Grieken gaven geraspte knolselderij bij maanziekte (epilepsie), omdat ze dachten dat de knol zenuwsterkend was. Vervolgens is knolselderij in de Middeleeuwen om zijn geneeskrachtige werking vanuit het Middellandse Zeegebied naar West-Europa gebracht. Pas in de achttiende eeuw werd knolselderij ook gebruikt als groente. De knol werd gebruikt om de eetlust om te wekken. We weten ook dat de knol gegeten werd om vocht af te drijven en om atrose, jicht en artritis te voorkomen. Door zijn hoge voedingswaarde is knolselderij in geval van zwakte en ziekte sowieso een aanrader. Verder is uit onderzoek gebleken dat het inwrijven van de huid met knolselderijblaadjes insecten op afstand houdt.


Tegenwoordig staan knolselderij en de andere soorten selderij in de natuurgeneeskunde bekend als middel tegen angina en keelpijn, blaasonsteking, bronchitis, pijn op de borst, obesitas, bevriezingsverschijnselen, reumatische aandoeningen en wonden. Bovendien hebben ze een eetlustopwekkende, leverbeschermende, (door de stof Choline) ontgiftende, cholesterolverlagende, melkstimulerende en vochtafdrijvende werking. En ten slotte hebben ze een positieve invloed op het hormonale systeem.

Voedingswaarde

In knolselderij zitten veel vitamines en mineralen. Zo bevat 100 gram rauwe knol: 0,03 mg vitamine B1 (thiamine) 0,03 mg vitamine B2 (riboflavine) 0,8 mg vitamine B3 0,12 mg vitamine B6 (pyridoxine) 35 mcg vitamine B11 (foliumzuur) 15 mg vitamine C 0,5 mcg vitamine E 13 mcg betacaroteen 0,1 mg vitamine K 400 mg kalium 90 mg fosfor 80 mg calcium 80 mg natrium 1 mg ijzer 10 mg magnesium 0,04 mg koper 0,20 mg zink 3 mcg selenium Een knol heeft gemiddeld een vezelgehalte van 4,9 gram, en bevat 2,0 gram eiwit en 0,6 gram koolhydraten. Het vetgehalte is 0. De totale hoeveelheid calorieën ligt rond 42 kcal per knol.

Enkele bijzondere stoffen

Knolselderij en de andere soorten selderij bevatten plantenstoffen, ook wel terpenen genoemd. Van deze plantenstoffen, waaraan planten hun geur te danken hebben, zijn meer dan 35.000 verschillende soorten bekend. Limoneen, dat niet alleen veel voorkomt in citrusplanten maar ook in selderij, is hier een van de bekendste voorbeelden van. Deze stof stimuleert het afweersysteem. Flavonoïden zijn daarentegen verantwoordelijk voor de kleur van de plant. Deze stoffen worden in het lichaam grotendeels afgebroken. Maar knolselderij bevat, net als bosbessen, druiven, tijm, vlier en meidoorn, relatief veel flavonoïden. Deze worden niet allemaal afgebrokenen, zodat het lichaam er van kan profiteren. De flavonoïden die door het lichaam worden opgenomen, versterken het afweersysteem en remmen onstekingen. Ook hebben ze een gunstige invloed op de soepelheid van bloedvaten en zijn ze urineafdrijvend. Verder zorgen flavonoïden ervoor dat vruchtensuiker minder omgezet wordt in vet. Ten slotte zit er in knolselderij bitterstof. Deze stof verhoogt de aanmaak van speeksel, maagsap en leversappen. Hierdoor worden voedingsstoffen beter opgenomen en wordt de doorbloeding verhoogd. De verbetering van de spijsvertering werkt eetlustopwekkend. Een betere doorbloeding leidt tot een lichte vochtafdrijving van de nieren, en heeft een positieve invloed op de bloedsomloop en productie van rode en witte bloedcellen. Bovendien worden gisting en rottingsprocessen tegengegaan, die de basis vormen voor ziekteverwekkers en besmetting door parasieten zoals wormen.

23


Knolselderij voor konijnen

Knolselderij staat over het algemeen bij konijneneigenaren niet bovenaan het lijstje met populaire groenten. Toch is deze groente in de supermarkt net zo makkelijk te kopen als bijvoorbeeld winterpenen. De prijs per stuk ligt meestal net onder ĂŠĂŠn euro. Als een knol nog loof heeft, moet dat verwijderd worden om het zacht worden van de knol tegen te gaan. Het loof kan trouwens ook als groenvoer aan konijnen gegeven worden. Bij mensen kan rauwe knolselderij allergie veroorzaken, dus is het aan te raden om ook konijnen de eerste keer voor de zekerheid niet te veel te geven. De kans op allergie is erg klein, en de positieve werking van de knol heeft zeker een meerwaarde. Onder de verdikte knol zitten knoesten van wortels met zand eraan. Deze delen kun je wegsnijden of goed wassen. Geef een plak of wat blokjes van de knol en bewaar de rest eventueel in folie in de koelkast. Van peterselie en bladselderij is bekend dat ze goed gegeten worden door zieke konijnen, maar ook knolselderij kan aan ze gegeven worden. De knol heeft als extra pluspunt dat hij veel vocht bevat. Veel fokkers geven konijnen

in de winter groente die veel vocht bevat, waaronder ook winterpenen en voederbieten, zodat konijnen bij vorst altijd voldoende vocht tot hun beschikking hebben. Knolselderij ruikt zeer sterk, maar is iets milder van smaak, en met name minder bitter. De geur is heel aantrekkelijk voor konijnen, zelfs als ze zeer ziek zijn, waardoor de verleiding groot is om ervan te eten. Zoals eerder vermeld is, heeft bitterstof een eetlustopwekkende werking. Dit wil niet zeggen dat een konijn zich zal overeten. De verleiding tot eten en de werking van de bitterstof hebben als gevolg dat de vicieuze cirkel, waarin een konijn dat niet wil eten zich bevindt, doorbroken kan worden. En dat is een groot voordeel als je bedenkt dat niet eten voor konijnen funest is. Knolselderij kan net dat ene zetje geven, waardoor een konijn meer zin krijgt om te eten. Daarnaast zitten er in knolselderij veel vitamines, mineralen en plantenstoffen, die zeer gunstig werken op de gezondheid. Hoewel knolselderij bekend staat om zijn vocht- en urineafdrijvende werking, is nergens beschreven wat het effect is op konijnen die lijden aan blaasproblemen. Wel bestaat de algemene aanname dat de knol hier een gunstige invloed op heeft, en ondersteunend kan werken. 24


Ook zou knolselderij mogelijk een gunstige werking op de melkproductie van zogende konijnen kunnen hebben. Hoewel er hiervoor geen goede bron te vinden was, is deze positieve invloed te bijzonder om niet te noemen. Het is niet bekend of de betere doorbloeding of de eetlustopwekkende werking hiervoor bepalend is. Het zou ook kunnen liggen aan de aanwezigheid van fyto-oestrogenen, die selderij in verhouding met andere groente vrij veel bevat. Omdat knolselderij vochtafdrijvend is en de baarmoeder stimuleert, mag deze groente echter niet gegeven worden aan drachtige konijnen. De conclusie is dat knolselderij prima past in het dagelijkse menu, zeker bij konijnen die niet gezond zijn en wel wat ondersteuning kunnen gebruiken. Auteur: T. Dibbits Foto’s: Ingis Art of Nature Bronnen: MEDEDELING no. 30, uitgave van het Sprenger Instituut, Haagsteeg 6, Wageningen (mei 1977) touchworld.nl mens-en-gezondheid.infonu.nl

25

Het zelf telen van knolselderij Knolselderij is niet de makkelijkste groente voor de beginnende tuinder. Maar hoe leuk is het als het wel lukt? Voor de konijnenvriend die zelf een groentetuintje heeft, zijn hier wat tips: Knolselderij heeft een lange tijd nodig om te groeien. Alleen de kiemfase duurt al drie tot vier weken. De kleine, tere zaadjes kun je het beste in maart individueel in een stekbakje zaaien, dat later in zijn geheel gepoot kan worden. Poot de jonge plantjes pas als de vorst is verdwenen. Knolselderij groeit alleen op voedzame grond, dus je zou de grond vooraf kunnen verrijken met konijnenmest. Ook tijdens de verdere groei in de zomer heeft de knol voeding nodig. Kunstmest is daarvoor niet geschikt, want daar gaat de knol te snel van groeien. Geef daarom geleidelijk voeding en water. De knol groeit erg lang door, en is pas eind oktober of begin november klaar om geoogst te worden. Vergeet niet om na het oogsten het loof te verwijderen. Je kunt de knollen koel (ongeveer 12°C) en droog makkelijk drie weken bewaren. Succes!


Hoe woont jouw konijn? Zoveel baasjes, zoveel manieren om konijnen te huisvesten. Er zijn zo veel mogelijkheden: binnen of buiten, los of in een hok of ren. In deze rubriek laat een van onze lezers ons zien hoe zijn of haar konijn woont. Deze editie geeft Christel Franssen ons een kijkje de buitenverblijven van Ollie, Puck, Saartje, Blutske, Joep, Teddy en Boeffie. Ze vertelt er het volgende over: Mijn naam is Christel, en ik woon met Frans, Bangle onze beagle, kat Blitz en zeven konijnen in het Limburgse Maasbracht. Sinds tien jaar is de konijnenkoorts bij mij behoorlijk toegeslagen. Twee dames Het begon, net zoals bij veel anderen, met een bezoekje aan een tuincentrum waar een oh zo’n schattig konijntje zat. Toch ging het beestje niet meteen mee naar huis. Pas na er drie dagen steeds aan gedacht te hebben, ben ik het uiteindelijk gaan halen. Zo kwam de zes weken oude Jippe in huis, waar ze een standaard konijnenkooi als onderkomen kreeg. Op zichzelf niet zo erg, omdat ze voornamelijk binnen vrij kon rondhuppelen, wat natuurlijk erg gezellig was. Maar toen onze vakantie in zicht kwam, vond ik het toch wel sneu dat Jippe dan alleen wat aandacht van de oppas zou krijgen, en

verder een tijdje helemaal alleen zou zijn. Het leek mij dus wel zo leuk voor haar als er een vriendje bij zou komen. Deze keer ging ik naar de dierenwinkel, waar ik me, toen nog niet beter wetende, liet overtuigen dat twee dames echt wel bij elkaar gezet konden worden. Nou, dat heb ik geweten: Jippe en Josse mochten elkaar vanaf het begin niet, en er brak een hels gevecht tussen die twee uit.

26


Twee koppels en meer Ik had al snel in de gaten dat dit niet meer goed zou komen, maar Josse terugbrengen wilde ik toch ook niet. Ik moest dus op zoek naar een andere oplossing. Daarom ging Frans aan de slag om een mooi hok (zie foto) te knutselen, waarin Jippe en Josse samen, maar toch ook apart, konden wonen.Jullie voelen het misschien al aankomen: na een tijdje vond ik dit ook weer zielig en zocht ik op internet naar informatie over de beste samenstelling van een koppel. Zo leerde ik steeds meer over konijnen, en kwam ik erachter dat de beste match een vrouwtje met een gecastreerd mannetje is. Ik heb dan ook meteen twee mannetjes opgehaald uit de opvang in Hilversum, en vanaf dat moment had ik twee mooie koppels. De vele contacten die ik inmiddels had opgedaan, brachten me ook in aanraking met het dierenhulpcentrum. Deze organisatie vangt konijnen op en geeft ze een nieuwe kans, wat mij enorm aansprak. Al snel kreeg ik er dan ook nog een koppel konijnen bij, dat ik bij ons thuis een betere toekomst kon bieden.

Eigenlijk was toen het hek van de dam, want ik ontfermde me vervolgens ook over vier albino’s die op de inslaaplijst stonden vanwege tijdelijke sluiting van het centrum. Niemand anders wilde ze hebben, en ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om ze te laten inslapen. Zo groeide mijn konijnengroep uiteindelijk tot acht dieren uit. Helaas lukte het niet om alle konijnen te koppelen tot één grote groep, maar gelukkig waren het hok en de ren zo ingedeeld dat ik er vier aparte delen van kon maken, met elk een boven- en beneden verdieping. Op die manier hadden alle konijnen voldoende eigen ruimte. Vandaag de dag Door de jaren heen zijn er konijnen overleden, en uiteraard zijn er ook weer nieuwe bijgekomen. Jippe, waar het allemaal mee begon, is op een mooie leeftijd van ruim achtenhalf jaar ingeslapen. Ik heb nu een leuke groep van zeven konijnen, variërend in de leeftijd van één tot en met zes jaar, en ik geniet iedere dag volop van ze. Na zoveel jaar ben ik ook heel wat wijzer geworden wat betreft kooien, hokken, verblijven, verzorging en alles wat daar mee te maken heeft. Regelmatig vang ik nu een vakantiekonijntje op, waarvoor de garage wordt omgebouwd tot een speciaal vakantieverblijf. Mijn liefde voor konijnen heeft zich intussen uitgebreid naar Teddy Widder konijnen, waarvan er op dit moment twee bij mij wonen. Beide zijn afgestaan, omdat dit ras een intensieve en speciale verzorging nodig heeft. Door hen ben ik een cursus konijnen trimmen gaan volgen, die ik heb afgesloten met een diploma. Ik trim inmiddels mijn eigen konijnen, en ook konijnen van andere mensen kunnen bij mij voor een trimbeurt terecht. Mijn wens is om nog enkele Teddy’s toe te voegen aan de groep. Stiekem heb ik al wat ideeën in mijn hoofd voor een groter hok met een ren, en daarbij een mooi plekje voor het trimmen. Tot snuffels, Christel, Ollie, Puck, Saartje, Blutske, Joep, Teddy & Boeffie

27


Hiep hie Wij zijn

Foto: Cynthia ten Bras

28


ep hoera! n 1 jaar! Rabbit Time! is 1 jaar en dat vieren wij! Een jaar lang hebben wij keihard gewerkt aan deze edities. Zodat jullie kunnen genieten van ons e-magazine voorzien van prachtige foto’s, interessante artikelen, en mooie verhalen. Wat waren zoal de hoogtepunten in 2014? Hier een overzicht van het afgelopen jaar. Nieuw Sinds september 2014 hebben we ons eigen team met fotografen. Dit team bestaat uit 7 mensen Zij gaan voor ons in opdracht mooie foto’s maken of zoeken voor onze artikelen. Evenement dierendag Op Facebook hebben wij een evenementpagina aangemaakt, hierop konden konijnen foto’s en berichtjes worden gepost. Er werd massaal op gereageerd, en het was ontzettend leuk te zien op de foto’s hoeveel konijntjes die dag extra verwend werden! Nieuwste teamlid Sabine Brouwer, Vormgever Vormgeven, stijlen en ontwerpen van artikelen voor Rabbit Time! Telefoneren Gemiddeld bellen we zo’n 282 uur op jaarbasis om met elkaar te overleggen. Het langste telefoongesprek duurde 4,5 uur. Hoogtepunten Elke editie is voor ons een hoogtepunt. Er wordt met zoveel passie en energie gewerkt dat het uitkomen van Rabbit Time! elke keer het gevoel geeft van: YES! 29


Interessan Het konijn van de week met de meeste likes is Nijn van Heleen Feijen.

ek met e w e d e van ijn van Het kon ties is Mystiqu reac . meeste eke Desmaele In

Het bericht met de meeste likes is die met een foto van Pip en Bram.

30


nte weetjes tste Onze groo s, 28%, groep liker e 25 en is tussen d 34 jaar.

90% van de personen die RabbitTime! liket is vrouw;

De berichten van onze pagina die het meest gedeeld wor den gaan over lupine. fotografen, Ons team bestaat uit 7 or team en 4 mensen voor het juni igers. 22 enthousiaste vrijwill Rabbit Time! Junior wor d geïntroduceerd!

Voor de jongeren onde r ons gaan we nu ook een Rabbit Time! Junio uitbrengen. Deze kom r t één keer per jaar uit, ne t voor de zomer vakant Hier voor hebben wij oo ie. k een team van jongere n, dat daar actief mee aan de slag gaat.

Mooiste n foto: ingezonde igger Rocky & T y van Wend Honders

31


Foto: Sanne Griekspoor

De jaarwisseling Vuurwerk en konijnen Foto: Cynthia ten Bras

32


Over twee weken is het weer zover! De jaarwisseling met de daarbij behorende oliebollen en een glaasje wijn of champagne! Groot feest waarbij vreugdevuren en vuurwerk worden aangestoken om de “boze geesten” van het afgelopen jaar te verjagen. Vrolijk knallend luiden we het nieuwe jaar in vol goede en nieuwe voornemens! Een feest om naar uit te kijken… voor ons. Maar of dat voor onze konijnen ook zo is?

Wij gaan er in dit artikel van uit dat je konijn angstig is met de jaarwisseling. Er zijn ook konijnen

die er geen hinder van ondervinden, die niet op of om kijken. Het is goed om je konijn hierbij te observeren. Elk konijn en elke (woon)situatie is nu eenmaal anders. Belangrijk is dat je je konijn beschermt en mogelijke (brand)gevaren in acht neemt. Wanneer je je konijnen naar binnen haalt en ze hebben helemaal geen last van de lichten en de knallen, dan kan dat onnodig stressvol zijn. Dit hangt af van de aard van je konijnen en wat ze gewend zijn. Een andere afweging kan zijn dat het jou geruststelt om ze naar binnen te halen, bijvoorbeeld omdat je niet thuis bent tijdens de jaarwisseling en ze niet in de gaten kunt houden. Prooidieren Onze konijnen zijn van nature prooi- en vluchtdieren. Er kan altijd een roofdier op de loer liggen en om te overleven moeten konijnen continu op hun hoede zijn. Bij het minste of geringste geluid dat ze niet kennen, zullen ze schrikken en/of meteen vluchten en zich verstoppen in hun hol diep onder de grond waar ze zich veilig voelen. Dit is natuurlijk gedrag en zoals vele konijneneigenaren weten, hoort dat nu eenmaal bij je konijn. De functie van angst Angst zorgt ervoor dat konijnen snel kunnen reageren en vluchten. Voor hen is dat van levensbelang. Wat gebeurt er met het konijn als het schrikt: * er wordt adrenaline aangemaakt, * bloedvaten verwijden zich, * de bloeddruk gaat omhoog, * het hart gaat sneller kloppen, * de spieren spannen zich aan, * zintuigen verscherpen zich, * de ogen puilen bij het konijn naar buiten en hierdoor kunnen ze alles nog beter (over)zien.

Foto: T. Dibbits

De ogen puilen bij het konijn naar buiten en hierdoor kunnen ze alles nog beter (over)zien. Wat je vaker ziet bij prooi- en vluchtdieren is het oogwit dat dan zichtbaar wordt, denk hierbij ook aan paarden, koeien, reeën. Ook hieraan kun je zien dat het dier angstig is.

Ook staan de oren rechtop of gaan meteen omhoog en draaien alle kanten op om elk geluid te kunnen opvangen om te bepalen waar het mogelijke gevaar vandaan zou kunnen komen. Het lichaam van het konijn is nu in opperste paraatheid om meteen te kunnen vluchten. Angst is in geval van reëel dreigend gevaar, een belangrijk, natuurlijk en functioneel overlevingsmechanisme. Het helpt het konijn te overleven! Bij extreme angst en in het geval dat het konijn niet kan vluchten, kan het konijn 33


Konijnen die binnen wonen hebben al een eigen plekje in huis waar ze zich veilig voelen en zullen ook minder snel last hebben van het vuurwerk dan konijnen die buiten verblijven.

Foto: Sanne Griekspoor

verstijven. Gelukkig kan het door de camouflagekleur van zijn vacht opgaan in zijn natuurlijke omgeving. Een konijn in een onnatuurlijke omgeving zal vervallen in zijn natuurlijke en oorspronkelijke gedrag. Het zal zich willen verstoppen, want er is gevaar! Het overlevingsmechanisme treedt dan in werking. Een (buiten) opgesloten konijn kan hierdoor gestrest raken omdat het geconfronteerd wordt met het vele lawaai en de lichten van vuurwerk en de beperking van het niet kunnen vluchten.

De ervaring leert dat sommige binnenkonijnen over het algemeen onverstoorbaar blijven dooreten of slapen en er schijnbaar niet zoveel last van hebben. Dit is natuurlijk ook afhankelijk van of er veel of weinig lawaai is van vuurwerk bij jou in de buurt. Bied je konijn in elk geval de mogelijkheid om zich te kunnen verstoppen wanneer het terugvalt in zijn natuurlijke, angstige gedrag.

De meeste mensen hebben twee of meer konijnen. Konijnen zoeken elkaar op voor troost en zullen dicht tegen elkaar aan kruipen. Een konijn alleen zou baat kunnen hebben bij een knuffelbeer. Voorzorgsmaatregelen Het is heel goed om je konijnen te beschermen en maatregelen te nemen rond de jaarwisseling. Je kunt zelf een hoop veranderen aan de situatie van je konijnen en het ze een stuk aangenamer maken. Wat kun je zoal doen? 1. Binnenkonijnen Konijnen die binnen wonen hebben al een eigen plekje in huis waar ze zich veilig voelen en zullen ook minder snel last hebben van het vuurwerk dan konijnen die buiten verblijven. Sluit ramen en deuren, en het liefst ook de gordijnen, dit weert de lichtflitsen Het is niet altijd gezegd dat je konijn bang zal zijn.

Foto: Cynthia ten Bras

Tijdelijk huisvesten in een onverwarmde ruimte. Een kartonnen doos kan een ideale oplossing zijn; je kunt daar een kleedje in doen, wat stro en hooi. De doos kun je al een paar dagen van te voren geven, zodat ze zich er vertrouwd mee kunnen maken. Wanneer je konijn in een kooi zit, kun je daar een deken of een grote doek over leggen. Muziek of het geluid van de tv kan helpen om het lawaai wat buiten te houden. 34


2. Buitenkonijnen naar binnen Als je de mogelijkheid hebt je buitenkonijnen naar binnen te halen, dan is de badkamer of een onverwarmde ruimte, in verband met de temperatuurswisseling, een ideale plaats om je konijn tijdelijk te huisvesten. Het konijn gaat na de jaarwisseling weer naar buiten en dan is het verstandig om het temperatuurverschil zo klein mogelijk te houden. Vuurwerk mag meestal pas op de avond zelf worden afgestoken, maar in de praktijk gebeurt het vaak al een paar dagen voor die tijd. Het is dan helemaal geen probleem om je konijn voor een paar dagen naar binnen te halen. 3. In de schuur Je kunt je konijnen ook tijdelijk een paar dagen in de schuur onderbrengen. De temperatuurwisseling is dan het minst groot, en zo zitten ze toch binnen en veilig. Het kan helpen om een eventueel raam af te dekken en het hok met de open voorkant van het raam af te zetten. Het licht aan laten in de schuur scheelt tegen de lichtflitsen, en een lekker dik pak stro en/of hooi in hun nachthok biedt ze de mogelijkheid zich daar onder te verschuilen.

Afleiding Je kunt je dier ook wat afleiden. Geef het wat extra’s, bijvoorbeeld een lekkere hooibal om mee bezig te zijn door er wat lekkers in te verstoppen, dozen met gaten, aan elkaar geplakt, zodat ze daarin kunnen spelen, zich verstoppen of slapen. Geef ze net wat extra aandacht door met ze te knuffelen en ze te aaien, of met ze te spelen.

Foto: Sanne Griekspoor

35


4. Buitenkonijnen buiten Als het niet lukt om je buitenkonijnen binnen onder te brengen, kun je ook voorzorgsmaatregelen nemen. Wanneer je hok verplaatsbaar is, zou je dit met de opening naar de muur kunnen draaien. Verder kun je het hok afdekken met zeil, (met wat ruimte voor frisse lucht); dit liever dan doeken of dekens in verband met brandgevaar; ook stro is brandbaar! Je kunt ook een zeil boven en voor de hokken spannen, zodat er geen vuurwerk op of in de hokken terecht kan komen, en het reduceert de lichtflitsen. Dat geldt ook wanneer je buitenverlichting aan laat. Troosten of niet? Er wordt vaak gezegd dat je je dier beter niet kunt troosten wanneer het angstig is. Daarover zijn de meningen verdeeld. Wanneer je konijn bij je komt en tegen je aankruipt, dan kun je het gerust aaien en geruststellen. Het zoekt immers veiligheid en geborgenheid; ook dit is natuurlijk gedrag, konijnen zoeken immers ook troost en gezelschap bij elkaar. Het is wat anders wanneer je doet alsof er iets vreselijks gebeurt of zelf gestrest bent. Konijnen zijn dieren die gevoelig zijn voor stemmingen en sferen. Door zelf kalmte en rust uit te stralen, kun je een positieve invloed hebben op je konijn.

Trainen Je konijnen kun je ook trainen (clickertraining) en zo leren beter met stressvolle situaties om te gaan. Er worden trainingen en cursussen gegeven die je kunt volgen met je konijnen. Deze zijn makkelijk te vinden op internet.

Foto: Sanne Griekspoor

36


Foto’s: Sanne Griekspoor

Kalmerende middelen? Er zijn tal van kalmerende reguliere en natuurlijke middelen op de markt. Niet alle middelen zullen even geschikt zijn voor je konijn. Wanneer je wilt overgaan op een kalmerend middel, kun je hierover het beste met je dierenarts in gesprek gaan, zij kunnen je hierin adviseren.

Tenslotte Het is met de jaarwisseling tenslotte ook feest! Je kunt hiervan meer genieten in de wetenschap dat je je konijnen goed hebt beschermd hebt in een voor hen stressvolle situatie, en het ze zo aangenaam mogelijk hebt gemaakt. De angst kun je niet helemaal wegnemen, maar je kunt wel naar ze omzien.

Foto: Nicole Verhoeven

37

Auteur: Heleen Mulder


38

5 dagen oud


A r i ë l , F e l i x,

a b m i S n e o l i M Ge bo re n op 15 de c e m b e r 2013

Op 29 november 2013 werd hun moeder Fiona afgestaan samen met haar zusjes en broertje bij Asiel Goofy. Haar zusjes bleken zwanger en daarom werden de meisjes nog niet uitgeplaatst om zwangerschappen uit te sluiten. Ook Fiona bleek zwanger te zijn. Op zondag 15 december zette zij vier gezonde baby’s op de wereld. Als pleeggezin voor het asiel hebben wij het gezinnetje de dinsdagavond er na opgehaald zodat het de volgende weken alle aandacht en zorg zouden krijgen die het verdiende. Al snel bleek het om één dame en drie heren te gaan. Hier zie je de ontwikkeling van de kleintjes in foto’s. Foto’s: Cynthia ten Bras

39

10 dagen oud


felix - 11 dagen oud

simba - 13 dagen oud 40


milo - 13 dagen oud 41


Simba, ariĂŤl, milo en felix - 26 dagen oud


ariĂŤl, simba, felix en Milo - 26 dagen oud

Simba, ariĂŤl, milo en felix - 26 dagen oud


Milo - 31 dagen oud

Ariël- 31 dagen oud

Simba, Ariël, Fiona, Felix en Milo

Simba - 31 dagen oud

44

Felix - 31 dagen oud


45

Simba - 64 dagen oud


Konijnbrein Verschil herseninhoud gedomesticeerd en wild konijn onderzocht ~ Dr. Marcel A.G. van der Heyden~ Bij heel veel gedomesticeerde diersoorten zie je dat de herseninhoud kleiner is vergeleken met hun wilde soortgenoten. Bij sommige dieren is dit verschil heel groot zoals bij het varken (34%), bij andere dieren zoals de rat is dit veel kleiner (8%). Ook de herseninhoud van het gedomesticeerde konijn is afgenomen, zoals al in 1868 door Charles Darwin beschreven. Onderzoek Claus-J端rgen Fischer Iets meer dan 100 jaar later heeft Claus-J端rgen Fischer uit Hannover, in de periode 1970-1973, de herseninhoud van 33 gedomesticeerde en 30 wilde konijnen zeer nauwkeurig vergeleken. Hij vond dat de afname van de herseninhoud van het gedomesticeerde konijn 13.1% bedroeg. Om daar achter te komen heeft hij het volgende gedaan; eerst bepaalde hij het gewicht van het konijn en daarna het gewicht van de hersenen door deze apart te wegen. Daarna bepaalde hij de verhouding tussen hersengewicht en lichaamsgewicht. Dit was natuurlijk nodig omdat de herseninhoud in grammen bij een Vlaamse reus groter zal zijn dan bij een Kleurdwerg, maar door de herseninhoud te relateren aan het lichaamsgewicht kwam hij op een bepaalde relatie uit. Hetzelfde deed hij bij wilde konijnen en zag dat de relatie daar net wat anders lag. Een verschil van iets meer dan 13% in het voordeel van het wilde konijn. Ook het gewicht van ogen, lever en milt waren duidelijk afgenomen bij de gedomesticeerde dieren.

46


Genetische verschillen De vraag is nu hoe dat verschil kan worden verklaard. Daarover is onlangs een toonaangevende studie gepubliceerd die de genetische verschillen tussen wilde en gedomesticeerde konijnen nauwkeurig in kaart bracht. De domesticatie van konijnen vond ongeveer 1400 jaar geleden plaats in Zuid-Frankrijk door de plaatselijke monniken. Men zegt dat de drijfveer hiervoor een uitspraak van de katholieke kerk was die zei dat jonge konijnen niet als vlees maar als vis werden beschouwd, en dus op vrijdag gewoon gegeten mochten worden. De onderzoekers hebben nu het hele genoom van zes tamme konijnen, waaronder de Hollander, de Vlaamse reus en de Franse hangoor vergeleken met wilde konijnen afkomstig van veertien verschillende plekken in Zuid-Frankrijk en Spanje. Het bleek dat er variatie zat in heel veel verschillende genen waardoor de frequentie in voorkomen van bepaalde genen behoorlijk anders was. Opvallend was dat de grootste verschillen werden waargenomen bij die genen die betrokken zijn bij de hersenontwikkeling. Interessant is dat een aantal van die genen ook in beeld zijn bij menselijke ziekten zoals autisme. Ook kwam er uit het onderzoek dat de gedomesticeerde konijnen genetisch afkomstig moesten zijn uit de wilde konijnen van Zuid-Frankrijk en dat onderstreept de afkomst van het gedomesticeerde konijn. Vluchtreactie Wilde konijnen hebben een heel sterke vlucht reactie. Hun hele stelsel is erop gebouwd om te kunnen vluchten voor de vele gevaren waaraan zij blootstaan, zoals haviken, buizerds, vossen en de jagende mens. Dit vereist bijzondere scherpe zintuigen en een optimale hersenfunctie die al deze signalen zorgvuldig en snel moet verwerken. Daar is veel hersenactiviteit voor nodig. Charles Darwin, hij alweer, schreef al in zijn “Origin of Species” uit 1859 dat het wilde konijn ontzettend moeilijk is te temmen, veel moeilijker dan veel andere diersoorten. Door de veranderingen in de hersenen van het gedomesticeerde konijn zijn deze dieren een groot deel van hun extreme vluchtreactie kwijtgeraakt en reageren ze veel rustiger op mensen. Of ze daardoor “dommer” zijn is moeilijk te zeggen. Wanneer je een gedomesticeerd konijn in de wilde natuur plaatst zal hij het daar ontzettend moeilijk hebben omdat zijn reacties op de vele gevaren uit de omgeving niet goed en snel genoeg zijn. Hij zal zich “dommer” gedragen dan zijn wilde soortgenoot. In een huiselijke omgeving is het tamme konijn veel beter aangepast, en begrijpt hij dat je bij de mensen moet zijn voor je voedsel, water en een fijne knuffel. Dat is dan weer heel slim van ze. Auteur: Dr. Marcel A.G. van der Heyden Afbeelding: vintageprintable.swivelchairmedia.com Bronnen: M Carneiro, CJ Rubin, F di Palma en collega’s. Rabbit genome analysis reveals a polygenic basis for phenotypic change during domestication. Science 2014;345:1074-1079. CR Darwin. On the Origin of Species by Means of Natural Selection. Londen 1859. CR Darwin. The variation of animals and plants under domestication. Londen 1868. C-J Fischer. Vergleichende quantitative Untersuchungen an Wildkaninchen und Hauskaninchen. Hannover, 1973. DCT Kruska. On the evolutionary significance of encephalization in some eutherian mammals: effects of adaptive radiation, domestication, and feralization. Brain Behavior and Evolution 2006;65:73-108.

47


Konijntjes van hout

Dit heb je nodig: *Mooie, droge takken van ongeveer 1,5 cm doorsnee *Sisaltouw *Kleine haakjes (bouwmarkt) *Triplex *Figuurzaag *Lint *Schuurpapier *Boormachine en een klein boortje *Verf *Blanke lak

1 2

Knoop daarna een nieuw stuk touw aan je bundel, bepaal hoe lang je de ophanglus wilt maken en knoop hem vast aan de andere kant. Knoop de ophanglus niet te stijf vast, de bundel moet er als het ware een beetje in hangen. De uiteinden kun je wat langer laten voor een speels effect.

Bepaal hoe lang je takken moeten worden en zaag ze op maat.

De knoopjes zet je weer vast met een drupje lijm. Houd rekening met de dikte en de lengte van je bundel. Voor een bundel van 50 cm zijn 6 takken veel te veel, is je bundel 1,5 m lang, dan zijn 6 takken weer te weinig. Zorg dat de lengte en dikte bij elkaar passen, gebruik eventueel meer of minder takken.

Verwijder daarna de losse bast en schuur de takken mooi glad.

5

Je kunt de kale takken gebruiken, maar je kunt ze ook verven of lakken, net wat je het mooiste vindt.

3

4

Maak van je takken een mooi bundeltje en bind ze met sisaltouw aan elkaar, ongeveer 10 cm vanaf de uiteinden. Knip de uiteinden af en zet de knoopjes vast met een drupje lijm.

Hang je bundel even op en bekijk welke tak het meest geschikt is om de haakjes in te bevestigen. Draai de bundel zodat deze tak onderaan en in het midden hangt. Het mooiste is om een oneven aantal haakjes te gebruiken. De eerste komt in het midden, daarna meet je uit waar de andere haakjes moeten komen. Een mooie afstand tussen twee haakjes is 15 cm. Het aantal haakjes is afhankelijk van de lengte van je takken.

48


Het eerste gedeelte is nu klaar, maar vind je dat allemaal teveel werk, de takkenbundels zijn ook te koop bij o.a. tuincentra en interieurwinkels. Nu komt het leukste: de konijntjes. De patronen van de konijntjes kunnen gedownload worden op onze website.

6

Neem de patroontjes over op het triplex en zaag ze uit.

Boor voorzichtig een klein gaatje in de bovenkant en schuur alles netjes glad.

7

Nu kun je de konijnen lakken, verven, versieren met glitters of bijvoorbeeld kleine knoopjes, je kunt je fantasie de vrije loop laten.

8

Laat alles goed drogen en haal een mooi lintje door de gaatjes. Maak bovenin het lintje een klein strikje en hang de konijntjes aan je takkenbundel. Maar natuurlijk kun je er ook eentje aan je tas hangen, of in de kerstboom, of aan het konijnenhok, of.......

Heel veel plezier Auteur en foto’s: Audrey Fial

49


50


51


Stichting KonijnenBelangen (SKB)

helpt opvang in de gang naar de rechtbank Gemeenten en gevonden konijnen

Foto: Marloes Hanema Fotografie

~ Babette Wiedeman – Stichting KonijnenBelangen~

Gevonden voorwerp? Naar ons idee zou er een speciale wet moeten komen waarin staat wat te doen met tamme (gedumpte of weggelopen) zwerfdieren, maar zover is Nederland nog lang niet. Toch is de situatie niet helemaal hopeloos, want we hebben ook nog een Burgerlijk Wetboek. In Boek 5 staat o.a. wat er moet gebeuren met gevonden voorwerpen. “Maar een konijn is toch geen voorwerp?” zult u zeggen. Nee, dat is het inderdaad niet, maar volgens onze wetgeving dus wel, want in het desbetreffende artikel staat: “... indien het gevonden voorwerp een dier is ...” Bewaren Een gemeente is wettelijk verplicht een gevonden voorwerp veertien dagen te bewaren, zodat de eigenaar de tijd heeft zijn eigendom te komen ophalen. Met bijvoorbeeld een paraplu werkt dat prima. De gemeente legt de paraplu op een plank en wacht twee weken. Is de eigenaar na veertien dagen nog niet komen opdagen? Dan mag de gemeente zelf weten wat ze met de plu wil doen. Zo houden sommige gemeentes bijvoorbeeld eens per jaar een verkoping van de gevonden fietsen. Maar als het om een gevonden dier gaat, zit het ingewikkelder in elkaar. Een hond blijft nu eenmaal niet veertien dagen op een plank liggen wachten. Geen enkele gemeente heeft zelf de accommodatie om een dier veertien dagen te bewaren en al helemaal niet allemaal verschillende soorten dieren. Dus de gemeente besteedt dat bewaren uit. En voor alle klussen die je een ander laat doen, moet je betalen. Het gaat hier dus uitdrukkelijk NIET om subsidie, maar om betaling voor verleende diensten en om een vergoeding van gemaakte kosten.

52

Foto: Sanne Griekspoor

Wie van konijnen houdt, denkt niet zo snel aan wetgeving en rechtspraak, maar alle opvangcentra hebben er wel degelijk mee te maken. Het dumpen van huisdieren is verboden. Zo staat dat in de wet. De overtreder wacht een fikse boete als hij/zij betrapt wordt. Maar wat gebeurt er met het gedumpte dier? Daar laat onze wetgeving zich helaas niet over uit.


Foto: Nicole Verhoeven

Afspraken maken Nog even voor de duidelijkheid: de gemeente waar het konijn gevonden is, moet betalen – het maakt niet uit waar de opvang gevestigd is. Overigens is elke gemeente natuurlijk vrij om te kiezen met wie ze afspraken wil maken, maar wij vinden dat een gevonden konijn een tweede kans moet krijgen, net als hond en kat. Wij adviseren dan ook met klem om afspraken te maken met een gespecialiseerde konijnenopvang die na die eerste veertien dagen op eigen kosten voor het dier blijft zorgen totdat er een nieuw baasje is gevonden. Een recent overzicht van de opvangcentra die wij ondersteunen vindt u op de website van de SKB, www.konijnenbelangen.nl.

Kosten voor veertien dagen bewaren In Nederland worden elk jaar zo’n 12.000 konijnen opgevangen. De helft is afstand en de helft is dump. Een simpel rekensommetje leert ons het volgende: we praten dus over zo’n 6.000 konijnen. Als opvangen per konijn € 80,- vergoed zouden krijgen, komen we op nog geen half miljoen. Op zich een hoop geld natuurlijk, maar als je het deelt door 408 (zoveel gemeentes telt Nederland) kom je op een gemiddelde van nog geen € 1.200,- per gemeente per jaar. Een flutbedrag op de gemeentelijke begroting, maar voor de opvangcentra is juist dat kleine beetje geld onontbeerlijk. Overigens wordt natuurlijk niet elk gedumpt konijn weer gevonden en gevangen. Naar het aantal daadwerkelijk gedumpte dieren kun je slechts raden. Maar als één op de tien gevonden wordt (wat bijvoorbeeld in natuurgebieden helemaal geen hoge schatting lijkt), zou het om 60.000 dumpers gaan...

53

Originele foto: Marloes Hanema Fotografie

Dankzij het werk van de Dierenbescherming hebben inmiddels de meeste gemeentes afspraken gemaakt over het “bewaren” van honden en katten, maar meer dan driekwart van de gemeentes (meer dan 300!) weigert te betalen voor het “bewaren” van konijnen. Een opvang die konijnen binnengebracht krijgt via een dierenambulance kan praten wat ie wil, maar de gemeente zegt eenvoudig NEE. Zelfs het argument “Een konijn is geen dier.” wordt gehoord... En wat moet je dan als opvang? Waar kun je klagen? Juist ja, bij diezelfde gemeente... en dat schiet niet op natuurlijk.


Naar de rechter De Stichting KonijnenBelangen heeft van alles geprobeerd om gemeentes te overreden aan hun verplichtingen te voldoen, maar niets helpt. Je wordt van het kastje naar de muur gestuurd (als je überhaupt al antwoord krijgt) en we hebben er schoon genoeg van. Als het dan echt niet anders kan, dan moet het maar... we stappen naar de rechter. Na overleg met onze advocaat hebben we besloten tot een zogenaamde bestuursprocedure. Dit is een soort verticaal meerstappenplan, dat je kunt beginnen als je het niet eens bent met een besluit van een overheid. Je moet altijd bij stap één beginnen, maar je kunt na elke stap stoppen. Simpel gezegd werkt het als volgt: 1. De advocaat stuurt namens een opvang een brief naar een onwillige gemeente met het verzoek te betalen voor verleende diensten en gemaakte kosten. (Omdat de SKB niet een direct betrokkene is, moet de opvang zelf de procedure aanspannen, maar de opvang wordt bijgestaan door onze advocaat.) 2. Bij een negatief antwoord kun je bezwaar aantekenen bij de gemeente. Een tweede brief dus. 3. Na nogmaals een negatief antwoord kun je een rechter vragen hoe die erover denkt. 4. Als ook de rechter in jouw nadeel beslist, kun je naar de Raad van State. Wanneer u dit leest zijn we alweer een stapje verder, maar we hebben nog een hele, hele lange weg te gaan... U kunt de ontwikkelingen volgen op de website vergetenkonijnen en op facebookpagina Kleintje-Konijntje.

Gastauteur: Babette Wiedeman – Stichting KonijnenBelangen 54

Foto: Marloes Hanema Fotografie

Burgerlijk Wetboek boek 5, artikel 5, lid 3: “Indien de gevonden zaak een dier is, is de burgemeester na verloop van twee weken, nadat het dier door de gemeente in bewaring is genomen, bevoegd het zo mogelijk tegen betaling van een koopprijs, en anders om niet, aan een derde in eigendom over te dragen. Mocht ook dit laatste zijn uitgesloten, dan is de burgemeester bevoegd het dier te doen afmaken. De termijn van twee weken behoeft niet te worden in acht genomen, indien het dier slechts met onevenredig hoge kosten gedurende dat tijdvak kan worden bewaard, of afmaking om geneeskundige redenen vereist is.”


55


.

LEUKE

1

2

Konijnen bordje

SnuggleSafe Head Pad

3

Dierenmok of theelichthouder konijn

4

You Zoo Donut

1

Zorg dat je konijn deze winter lekker warm zit. Kan makkelijk en snel in de magnetron opgewarmd worden. Blijft tot 10 uur warm. Te koop voor €19,95 bij fretten.nl, incusief gratis hoes.

2

Eet deze winter vanaf dit leuke konijnenbord. Je kunt kiezen uit een zilveren of gouden metgezel op je bord. Te koop voor €26,99 bij katoprojecten.nl.

3 4

Verlicht uw huis tijdens de donkere winterdagen met deze leuke theelichthouder, of gebruik hem als mok en drink er warme chocomel uit. Te koop voor €16,95 bij ziaantafel.nl.

Dit kattenhuisje kan ook prima gebruikt worden voor je konijn(en). Te koop voor €32,95 bij harecodierenvriend.

56


5

Gevulde klomp

e

.nl

6

Snijplank Hazel

SnuggleSafe Bunny Warren

8

Botervloot met konijntje wit

5

Laat je konijn dit jaar zijn klompje zetten voor Sinterklaas. Te koop voor €3,50 bij bunnybunch.nl

6

Fleur je keuken op met dit schattige snijplankje. Te koop voor € 9,65 bij kikkespulle.nl

7 8

7

Verwen je konijn(en) deze winter met deze tweedelige Bunny Warren (1 kubus + 1 tunnel). Kubus en tunnel ook los verkrijgbaar. Te koop bij caviaopvangcarlawinkel voor €17,90. Bewaar je boter onder deze leuke botervloot. Te koop voor € 9,85 bij berlano.nl

57


Otitis (Oorontsteking)

Iedereen komt wel eens bij de dierenarts met zijn of haar konijn voor inentingen en controle. We hopen dat onze konijnen zo lang mogelijk gezond blijven, maar soms hebben ze terugkerende klachten of is er iets anders waardoor je met je dier naar de dierenarts gaat. In deze rubriek vertelt een konijneneigenaar waarom hij of zij bij de dierenarts terechtkwam. Daarna geeft de dierenarts meer informatie over de aandoening, de mogelijke oorzaken en de behandelmogelijkheden. Deze keer vertelt Andrea van Dijk over de oorontsteking van haar konijn Muppet. Dierenarts Martine Smids van Dierenkliniek Roerdalen licht de aandoening, oorzaken en behandeling toe. Konijn Muppet

Mijn naam is Andrea van Dijk en samen met mijn man, onze drie katten en onze drie konijnen, ben ik woonachtig in Zwolle. Een van onze konijnen is Muppet, een lekker vrolijke maar ook eigenzinnige Teddy Dwerg van vijf jaar oud. Muppet is de kleinste van het stel maar heeft het grootste karakter van allemaal en hier gedraagt hij zich dan ook naar. Dit maakt dat wij hem thuis doorgaans ‘de kleine directeur’ noemen.

nog wel en dat gaf mij tussen al mijn tranen door weer hoop. Ik sliep op dat moment in de woonkamer om over Muppet te waken, te voorkomen dat hij viel en om hem water en hooi te geven.

Terug naar de dierenarts

Direct na de kerst ging ik weer met Muppet richting de dierenarts. Muppet was inmiddels al behoorlijk afgevallen en ik bleef er bij de dierenarts op aandringen in de oortjes van Muppet te kijken, want mijn gevoel zei dat het Kerst 2013 daaraan lag. Ook sprak ik mijn zorgen uit over Op de ochtend van 22 december kwam ik het eten van Muppet, want ik vreesde dat hij op beneden en zag direct dat er iets anders was aan Muppet. Ik kon mijn vinger er toen nog niet die paar sprietjes hooi het nieuwe jaar niet zou gaan halen. In de oortjes van Muppet, die zo op precies op leggen, maar de manier waarop hij mij zat aan te kijken gaf me het gevoel dat er iets het eerste gezicht schoon leken te zijn, leek inderdaad een ontsteking te zitten en ik kreeg niet klopte. Toen Muppet en zijn meisje Demi een hele waslijst aan medicatie mee. Muppet later die dag lekker mochten rondrennen in de kreeg bij de dierenarts corticosteroïde en kamer, bleef Muppet in het hok zitten. Dit was vitamine-B injecties toegediend, die ik ook thuis voor mij het signaal om de volgende dag direct moest geven. Tevens kreeg ik het medicijn naar de dierenarts te gaan. Enrofloxacine en Critical Care dwangvoeding mee. Koppie scheef Toen ik de volgende dag weer bij het hok kwam, Opknappen hield Muppet zijn koppie behoorlijk scheef en ook had hij moeite om zonder om te vallen naar In de dagen die volgden gaven mijn man en ik keurig alle dwangvoeding, medicijnen en beneden te komen in hun etagewoning. Hij liet injecties aan Muppet – al is dat best vreemd, zich op een gegeven moment gewoon naar beneden rollen, maar kon nog wel rechtop zitten moet ik zeggen, om je eigen konijntje injecties te en lopen. Alleen zijn oortjes stonden erg vreemd geven. Maar wat moet, dat moet. op zijn hoofd. Toen ik later die dag met hem naar Gaandeweg begon Muppet weer op te knappen en kon hij weer rechtop zitten. Hij begon zich de dierenarts ging, kreeg ik de schrik van mijn weer te verplaatsen in het hok en uiteindelijk, na leven: mijn kleine directeur bleek E. Cuniculi te de jaarwisseling, kwam hij heel voorzichtig het hebben en kreeg hier medicatie voor. hok weer uit om, samen met z’n meisje Demi, voorzichtig in de woonkamer rond te scharrelen. Verslechtering toestand De dagen daarna verslechterde de toestand van Muppet eigenlijk alleen maar. Hij lag daar maar Herkennen symptomen scheef in zijn nachthokje op een oor, kwam het oorontsteking Vele malen heb ik mij afgevraagd wat ik over het hok niet meer uit en had helemaal geen glans meer in zijn prachtige ogen. Als hij probeerde op hoofd heb gezien, dat mijn kleine directeurtje zo te staan viel hij telkens weer om, dus ook vrijuit ziek heeft kunnen worden. Terugkijkend naar de lopen lukte nu niet meer. Maar hooi eten deed hij dagen voor zijn oorontsteking – en geloof me als 58


Symptomen De symptomen van oorontsteking zijn heel divers: * schudden met de kop; * krabben aan het oor; * evenwichtsstoornissen, scheve kopstand; * asymmetrische gezichtsuitdrukking door aantasting van de kopzenuw, (foto); * zwelling aan de oorbasis; * opstapeling van pus en oorsmeer in de gehoorgang; * soms zijn er helemaal geen symptomen zichtbaar. 59


ik zeg dat ik dat vaak heb gedaan – kom ik tot de volgende symptomen waaraan ik nu oorontsteking zou kunnen herkennen. In de tijd voor de oorontsteking liep Muppet vrolijk en eigenzinnig als altijd rond, maar schudde meer en vaker met zijn koppie. Hij krabbelde erg vaak aan zijn oortje, schudde dan weer met zijn koppie om vervolgens weer aan zijn oortje te gaan krabben. Ik herinner me dat ik regelmatig het haar uit zijn oortjes heb gehaald en in zijn oortjes heb gekeken en daar niks geks zag. Maar ja, kleine konijntjes hebben kleine oortjes en zo kon ik makkelijk iets over het hoofd zien. Nooit verwacht Gelukkig heeft Muppet het overleefd, maar het heeft mij wel een paar grijze haren bezorgd. Ik heb me nog nooit zo machteloos gevoeld. Het ene moment zit mijn kleine directeur lekker te muiten onder de kerstboom en het volgende moment ligt hij daar doodziek te vechten voor zijn leventje. En vechten hebben we gedaan om er weer bovenop te komen. Ik kijk momenteel nog beter naar het gedrag van mijn dieren om symptomen sneller te kunnen herkennen, zodat ik een situatie als deze niet meer hoef mee te maken. Steeds als ik nu met Muppet bij de dierenarts kom, zegt hij: ”Ik had nooit verwacht dit konijntje ooit nog zo springlevend op mijn behandeltafel aan te treffen.”

Oorontsteking bij hangoorkonijnen De oren van konijnen variëren per ras van grootte en vorm. Bij hangoorkonijnen hangen de oorschelpen omlaag. Dit wordt veroorzaakt door een aangeboren afwijking van het oorkraakbeen. Bij rechtopstaande oren vormt het kraakbeen een ononderbroken rechte buis, die stevigheid geeft aan de oorschelp. Bij hangoren bestaat er een onderbreking in het kraakbeen, aan de basis van het oor. Hierdoor hangt de oorschelp omlaag, waardoor de gehoorgang wordt afgesloten. Bij konijnen wordt oorsmeer gevormd aan de oorbasis. Normaal oorsmeer ziet er bruingeel uit. Gezonde konijnen maken hun oren zelf schoon, ze verwijderen het oorsmeer met hun pootjes.

Oorzaken van oorontsteking

Primaire oorontsteking komt zelden voor bij konijnen, tenzij er sprake is van een oormijtinfectie. Bijna altijd is er een

onderliggende oorzaak voor oorontsteking bij konijnen, zoals bijvoorbeeld een opklimmende pasteurella infectie vanuit de neusgang. Bij hangoorkonijnen wordt de ontsteking veroorzaakt door de afwijkende anatomie van de oorschelp.

Oorontsteking bij hangoorkonijnen

Hangoren zijn extra gevoelig voor oorinfecties omdat oorsmeer het oor niet kan verlaten. Het oorsmeer stapelt zich op, waardoor er een voelbare zwelling ontstaat aan de oorbasis. Vaak treedt er dan bijkomend infectie op, waardoor er een abces ontstaat. Soms wordt de aangezichtszenuw ook aangetast, waardoor er een aangezichtsverlamming ontstaat. Dit veroorzaakt een asymmetrische gezichtsuitdrukking.

60


Begin van de operatie, de zwelling aan de oorbasis is hier goed te zien.

Resultaat direct na de operatie. Foto’s: Martine Smids

Behandeling

Oorinfecties bij hangoorkonijnen kunnen enkel definitief worden verholpen door middel van een operatie van het oor, waarbij een deel van de buitenkant van de gehoorgang wordt verwijderd. Hierdoor kan oorsmeer zich niet meer ophopen en is het oor eenvoudiger schoon te houden. Een enkele keer zien we ook oorontsteking bij konijnen met staande oren. Dit kan veroorzaakt worden door een bacterie die zich via de neus naar het middenoor verplaatst. Soms kan dit behandeld worden met antibiotica, maar meestal moet bij deze konijnen het middenoor chirurgisch geopend worden.

Resultaat 2.5 maand na de operatie.

Martine Smids, Dierenkliniek Roerdalen dierenkliniek-roerdalen.nl 61


Colofon Rabbit Time! E-magazine is een uitgave van Rabbit Time! Postadres: Dennenweg 14 8084 HN ‘t Harde Telefoon: 06 - 81 17 21 68 Website: www.rabbittime.nl Hoofdredactie: Heleen Mulder Redactie: Sef Coppers Tamara Dibbits Annemarie van den Heuvel Audrey Fial-Bos Elise Verheuvel Karin van Puffelen Lonneke Behr Marcel van der Heyden Cynthia ten Bras Karen de Graaff Sabine Brouwer Nicole Verhoeven Marloes Hanema Sanne Griekspoor Peggy Verdonschot Lies Schenkel Joyce van Meel

Foto: T. Dibbits

Cover: T. Dibbits Met dank aan: Andrea van Dijk, Anouk de Vries, Babette Wiedeman, Christel Franssen, Corina Stokmans, Dolinda Bernards, Elske Dijkstra, Heleen Feijen, Ineke Desmaele, Ingis Art of Nature, Jeannine St. Amour, Les Piccolo, Marjon Jasker, Martine Smids, Nikki De Wals, Owen Bale, R. Geurts, Stichting KonijnenBelangen en Wendy Honders Inzendingen: Voor het insturen van verhalen, anekdotes kunt u mailen naar: Rabbit-time@live.nl o.v.v. verhalen, anekdotes. Voor het insturen van foto’s kunt u mailen naar: Rabbit-time@live.nl o.v.v. Foto’s konijnen van de week Algemene informatie: Voor algemene informatie kunt u mailen naar: Rabbittime12@gmail.com Voor de disclaimer verwijzen we u naar: www.rabbittime.nl 62


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.