10 minute read
Optimism is a moral duty
Paul was mijn persoonlijke reden om 20 jaar geleden naar de VUB te komen. Paul De Knop… dat stond synoniem voor sportbeleid en -management in Vlaanderen; niet alleen in de boeken, maar vooral ook in de dagdagelijkse praktijk! Paul is een visionair én een doener tegelijkertijd; iemand met fantastische ideeën die deze ook daadwerkelijk weet om te zetten! 20 jaar samenwerken met Paul in één anekdote samenvatten is natuurlijk onbegonnen werk; toch denk ik spontaan aan veel sportmomenten waar vaak een verhaal aan overgebleven is. Van een massaloop daags voor het IOC congres in Papendal waar de vuilniscontainers over het parcours vlogen door een storm (maar Paul niet tegenhielden om voor zijn Nederlandse collega’s te finishen), over een beklimming van de Koppenberg
Paul in zijn geliefkoosde sportcentrum van Vierumäki in Finland waar Pauls pedaal in tweeën brak (maar hem niet tot stilstand bracht) tot een skivakantie waar we alleen het flashy geel skipak van Paul zagen vertrekken (maar nooit konden volgen). En dan hebben we het nog niet gehad over Vierumäki, zijn favoriete sportcentrum in Finland! Uiteraard denk ik ook terug aan Paul als promotor van mijn doctoraat en de vele projecten, waarbij hij mij niet alleen ‘triggerde’ met nieuwe ideeën, maar mij ook ‘challengede’ met gerenommeerde juryleden en kritische opdrachtgevers. Je moet het maar doen… Carla Galles spervuur (en rookwolken) urenlang doorstaan om ’s avonds laat toch met een akkoord de donkere gangen van het BLOSO-gebouw te verlaten! Chapeau!
Paul’s Room in Double PASS kantoor te Dilbeek
‘Optimism is a moral duty’.
Het zou ook een quote van Barack Obama kunnen zijn. Jij bent voor mij de Obama van de VUB, en ik zal jouw techniek gebruiken om uit te leggen waarom.
Optimistisch en oprecht in je overtuiging Begeesterend in je betoog Aandachtig voor de mensen waar je mee werkt Man van je woord Alles voor de VUB
De wereld zal Obama missen, en de VUB zal jou missen. Maar ik ben ervan overtuigd dat jullie beiden nog veel voor ons zullen betekenen!
Annick Hubin Voormalig Decaan IR
Ondertussen is ‘Paul’s room’ al een tijdje ingehuldigd op ons kantoor in Dilbeek waar Paul tevens aan de basis lag van de eerste ‘Double PASS’! We zijn hem hiervoor bijzonder dankbaar.
Jo Van Hoecke, PhD CPO & Founder Double PASS
Beste Paul,
Het dateert van 1978 dat wij elkaar voor het eerst tegen het lijf liepen. Als een pas afgestudeerde licentiaat in de psychologie van de toenmalige faculteit Psychologie en Opvoedkunde werd ik nagenoeg toevallig deeltijds ingezet voor werkcolleges bij de cursus Psychologie van de Vrije Tijd, door Livin Bollaert gedoceerd. Voor mij was het een ontdekking dat er binnen Lichamelijke Opvoeding (LO) ook rond vrije tijd gewerkt werd, en tegelijkertijd een uitdaging om mij wat meer in de psychologische aspecten ervan en het onderzoek daarrond te verdiepen. Ik kwam jou daar tegen, Paul, iemand die zelf met management binnen LO bezig was, ook onbekend voor mij. Maar zo kwam ik daar ook Els Enhus tegen, en Micheline Scheys, en Elise. En elk van ons ging verder, op eigen paden, en kijk waar we zijn aanbeland…
Zoveel jaren later kwam ik ieder van hen terug tegen. Jou, Paul, was ik inderdaad uit het oog verloren tot ik als beginnend decaan van de vernieuwde faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen in 2005 aanwezig mocht/moest zijn op decanenvergaderingen waar jij dan de faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie vertegenwoordigde. Ondanks mijn persoonlijke externe ervaring met het besturen van entiteiten, bleek toch dat het managen van een faculteit een bijzondere expertise vereiste. Alhoewel per se ondoenbaar, toch kreeg een en ander een nieuwe, en ongeziene, dimensie op het moment dat jij in 2008 als rector van onze alma mater aantrad. Ik herinner me dat er toen op korte tijd een andere wind begon te waaien op de VUB. Er werd voor het eerst in managementtermen gesproken over het besturen van onze universiteit. Er kwamen strategische plannen, doelstellingen en prestatie-indicatoren, en van faculteiten werd verwacht om toekomstgericht te denken en vooruitziend te zijn. Voor een aantal onder ons was dit toen, en misschien zelfs vandaag nog, een stap te ver in het bestuurlijk formaliseren van het universitair beleid, al is het alleen maar verder geëvolueerd sinds dan.
Vanuit mijn achtergrond kon ik mij ineens ook uitleven met het eerste facultaire strategische plan dat erg gedetailleerd moest zijn en meer moest omvatten dan de klassieke algemene formuleringen van goede facultaire intenties. Ik herinner me dat niemand van de decanen zich voldoende zelfzeker voelde bij deze nieuwe aanpak die vooral bedoeld was om de precaire financiële situatie van de VUB recht te trekken. Het eerste strategisch VUB-seminarie in Genval in 2010 was bijzonder, vooral omdat we daar als decanen moesten ‘optreden’ en binnen een gelimiteerd kader onze eigen faculteit en haar plannen moesten voorstellen. Hoe dit allemaal tot het finale ASP1 werd gekneed is nog altijd bijzonder, maar ondertussen veel minder ter discussie gesteld. Maar vooral belangrijk is dat het gewerkt heeft. De VUB geraakte in belangrijke mate uit de toenmalige financieel netelige situatie als zwakke broertje tussen de andere Vlaamse universiteiten. Ik denk dat er meerderen zijn die zich dit niet direct op die manier hadden voorgesteld. De gestage groei van de VUB is toen ingezet en blijft vandaag nog voortduren, en dat is natuurlijk dank zij de inspanningen van ons allen, maar vooral toch dank zij jouw richtinggevende initiatieven.
Als Brusselaar zeg ik dan ook “Merci Paul”, voor het elan dat je aan de VUB hebt gegeven.
Roland Pepermans
Paul is een combinatie van talrijke mooie eigenschappen in één persoon: te veel om op te noemen. Vele ideeën, vele realisaties, veel enthousiasme, veel positivisme… Het was voor mij altijd zeer aangenaam én interessant om met hem samen te werken. Jan Beeckmans Algemeen Beheerder
Er was eens een jongeman die vanuit het verre Antwerpen in Brussel kwam studeren. Na rijp beraad met zichzelf koos hij de studies lichamelijke opvoeding. Zijn belangstelling voor de ontwikkeling van jonge mensen door sport en beweging werd zichtbaar in zijn wetenschappelijk werk. Ook in het bijzonder naar topsporters; het moest mogelijk zijn om de topsporters kansen te bieden aan de VUB. Hij won het pleidooi en zette de poort van de VUB wijd open voor hen. Er was rumoer in de academische middens. Mocht dit wel? Zo begon hij zijn loopbaan als ‘heruitvinder’ van wat ‘normaal’ moest zijn. Hij werd rector en genoot met volle teugen van zijn ‘heruitvindingsgave’. De VUB vaart er wel bij en de jongeren nog meer!
Sylvain Loccufier Ere-Rector
In het jaar 1972-73 is de universitaire carrière van Pol met de eerste kandidatuur lichamelijke opvoeding begonnen (ikzelf zat toen in 2de kan. L.O.) Hij maakte kennis met het universitaire leven en integreerde zich snel in het “sportkot”. Toen moest hij nog leren skiën, brak prompt zijn duim, en... zette de skistage verder! Toen was het reeds duidelijk dat opgeven geen optie was. Dit en zijn nooit aflatend optimisme zijn steeds de rode draad geweest doorheen zijn verdere loopbaan.
Met beste groeten, Vera Van Velthoven
Men mag zich er niet elke dag van doordrongen voelen. Maar aan de voet van de werkelijkheid ligt voor de mens een blijdschap. We zijn er, en de meesten willen blijven. Net de oorspronkelijkheid van die vreugde schenkt optimisme en volharding onvoorwaardelijk voorrang. Ver voorbij stilstand, twijfel of somberheid. In het uitleven van die gedachte spoort Paul met de scherpste filosofen. En zelfs als de weg niet lijkt te voeren naar een voorspoedige uitkomst, schuilt er blijdschap en betekenis in de tocht en het bewegen zelf. Een besef dat hij deelde met het hart van elke sporter.
Dank en groet, Karl Verstrynge
Voor ‘Pol Petrol’
Beste Paul, als Aalstenaar, oud- carnavalist, dwz het omgekeerde van zowel een Bruggeling (bloedprocessie) als van een Antwerpenaar (…al de rest is parking), mag ik me permitteren je aan te spreken met je in de M gecreëerde bijnaam. Toen ik hem de eerste keer hoorde, heb ik er smakelijk mee gelachen. Hoe dan ook een gelegenheid om even terug te blikken, we zijn immers twee raspaarden gebleken uit de zelfde stal. “Kameraden”, zonder een communistische connotatie lijkt me het juiste woord voor onze relatie. Ik ben teveel anarchist om communistische sympathieën te hebben en bij jou vermoed ik een andere reden om die niet te voelen. (ik ben overigens mijn laatste greintje communistische genegenheid verloren toen we begin de jaren tachtig samen met vier aan tafel zaten en Eric Corijn twee van de vier bitterballen in zijn keelgat stopte. Als men 4bitterballen met vier nog niet eerlijk kan verdelen, geloof ik ook in de rest niet…). Kameraden dus. Het woord komt van het soort vriendschap dat ontstaat wanneer men in dezelfde legertent ligt. Dat zal ook wel voor dezelfde stal gelden. Met Livin Bollaert als baas van de stoeterij. Hij heeft allicht in ons gezien dat we gebeten waren om aan het grote project van de VUB mee te timmmeren.
We zaten inderdaad in dezelfde klas van het postgraduaat vrijetijdsagogiek. Samen les in het auditorium met de frivool piepende rode kuipzitjes, jij op de eerste rij, ik op de laatste. Sportmannen weten wat een goede start kan betekenen, filosofen houden zich liefst op afstand. Jij blond met blauwe ogen, ik zwart met groengrijze blik, wat gevarieerder in de aanschijn, inderdaad. Zeg maar dag en nacht, maar die horen bij elkaar. Jij houdt van het licht, ik van de duisternis. Allicht symboliseert
dit ook het verdere verschil tussen onze persoonlijkheden en aangepaste attitudes, los van de eenheid in deze verscheidenheid, de kameraderie in onze behartiging van het VUB-ideaal.
Jij geloofde in het Management en plannen allerhande. (Voltaire: “Begroting: een methode om zich zorgen te maken nog voor het geld er is, in plaats van erna“). Ik geloof alleen in de HR, al vind ik dat een vies woord voor het feit dat men mensen moet aanzetten het beste (maar niets meer) van zichzelf te geven. Jij bent niet te beroerd - welke onmenselijke berg was het ook weer? - te beklimmen voor de goede zaak. Ik zet liever een kunstwerk op een sokkel om de levensomstandigheden aangenamer te maken. Jij rijdt eerst 200 km op een koersfiets (eigenlijk ben je steeds een prestatiesportman gebleven, en geloofde je zelf je cursus over recreatiesport niet, durf ik soms wel eens te denken; Eddy Merckx is je idool, niet de zondagfietsers), om dan te vinden dat je een trappist verdiend hebt. Ik slenter gewoon met de vrienden naar ’t café, als de dagtaak voorbij is. Maar ook daar wordt over de toekomst van de VUB nagedacht.
Beste Paul, onze kameraderie heeft vorig jaar sterk op de proef gestaan. Jij als perfectionistische leider van een universiteit, ik als diegene die nooit een blad voor de mond genomen heb en steeds ongepaste dingen heb gezegd, waar velen onpasselijk van worden, dat ging even niet samen. Ik heb die vrijpostigheid aan de VUB geleerd, dat was toen onderdeel van de opleiding filosofie, en zal dat zolang mijn spraaken spreekvermogen het me toelaat, ook verder doen.
Ik kies ook steeds de kant van de verworpene, niet van de winnaars en de macht. Management was hier even in tegenspraak met de vrijemeningsuiting. Management behoort nu eenmaal tot de repressieve dressuur van de mens en is niet compatibel met het vrije denken en spreken. Als de uitspraak van Poincaré tot de marketing gaat behoren, dan betekent dit dat ze folklore geworden is, zoals ook de K van de KUL. Daar ben ik wat ontgoocheld over. Maar geen kwaad woord over je professionaliteit. Je hebt dat schitterend gedaan. Die censuur uit een filmpje was misschien niet nodig geweest, maar als kenner van de beeldcultuur ben ik dan weer tevreden bij de schoolvoorbeelden van de beeldcensuur te horen, samen met Trotski, die volgens Stalin te dicht bij Lenin op de foto stond.
Vive, vive, semper vive! Willem Elias, je kameraad en meer