Archeologie
in Nederland
jaargang 3 juli 2019
3
A W N M AG A ZINE
www.archeologienl.nl
ALV 2019 Vergaderen in een voormalige fabriek 3
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 1
Digitale archeologie in de praktijk Boren naar Hamelenburg 8
Vroegmiddeleeuwse schepen Rivierpraam en onbekend schip in Vleuten 13
19-06-19 14:12
2
INHOUD VAN HET BESTUUR AWN ACTUEEL AWN actueel van het bestuur
2
Vrijwilliger gezocht bij overzetten teksten van website
ALV 2019
3
Bronzen Legpenningen
6
Dgitaal onderzoek in de archeologie
8
Jubileum LWAOW
10
De ‘Vleuten 3’ en …?
13
Ten behoeve van de vernieuwing van de website van de Stichting Archeohotspots (www. archeohotspots.nl) zoekt de AWN een vrijwilliger die kan helpen met het overzetten van de teksten van de huidige website naar de nieuwe. Hiervoor is geen specifieke computerkennis vereist, maar wel tijd en nauwkeurigheid. Deze taak zal onder leiding staan van een IT-deskundige. Belangstellenden kunnen contact opnemen met de voorzitter: voorzitter@awn-archeologie.nl. 䡵
Vrijwilliger aan het woord: Joop van Herwijnen
14
Nieuws van de afdelingen
15
Illustratieverantwoording AHN, bewerking door Ruud Raats 8 links | William ten Brink 12 rechts | Joop van Herwijnen 14, omslag achter, boven | Marijn Lockefeer 5
Fondsen voor vernieuwend archeologisch onderzoek a H Het kabinet investeert in de Nederlandse archeologie via het onderzoeksprogramma a ‘‘Archeologie Telt. Op weg naar een toekomstb bestendig archeologisch onderzoek.’ Onderzzoekers van kennisinstellingen, archeologissche bedrijven of diensten en maatschappellijke stakeholders kunnen financiering aanvvragen voor archeologisch onderzoek. Hierbij is er een grote rol voor kennisoverdracht b naar het breder publiek weggelegd. Het doel n vvan het programma is het stimuleren van ond derzoek waarbij innovatieve methoden en ttechnieken worden ingezet. Het programma m maakt deel uit van de Nationale Wetenschapsa agenda (NWA). Hoor je dat er in jouw AWN-afdelingsgeb bied aanvragen voor dergelijk onderzoek ged daan gaan worden, of zijn er suggesties voor e een onderzoek? Laat dit ons vooral even wetten. Ook als je ANW-afdeling een rol kan spellen bij dergelijk onderzoek is het goed om dit bij ons te melden. De uiterste inleverdatum voor aanmeldingen is 12 september 2019. Lees verder op: https://bit.ly/2JycNZL. 䡵
boven, 13, omslag achter, onder | LWAOW 12 links | Ruud Raats 2, 8 rechts, 9 | Romeinen NU, foto Koektrommelstudio 15 | Jaap van Rossum en Ben Klein Nagelvoort 3, 4, 5 onder, 6 onder, 7 | Albert Zandstra Omslag voor, 10-11 De AWN heeft getracht alle rechthebbenden van het beeldmateriaal te achterhalen. Mochten personen of instanties desondanks van mening zijn dat rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunnen zij contact met de AWN opnemen.
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 2
Erfgoed bijeenkomsten op provinciaal niveau Vanaf april organiseren de provinciale erfgoedsteunpunten en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bijeenkomsten: ‘Van omgevingsvisie op weg naar omgevingsplan'. Tijdens deze bijeenkomsten wordt er gesproken over wat te doen met cultureel erfgoed in het proces van omgevingsvisie naar omgevingsplan. Aan de orde zijn punten als “Wat kan ik inzetten in de vertaalslag van visie naar plan? Hoe zie je erfgoed, is het slechts een randvoorwaarde, of meer dan dat? Wat is het draagvlak binnen de gemeente? En hoe laat
je het dan doorwerken in de uitwerking van de opgaven?” Ook de participatie van burgers is uiteraard van belang. De berichtgeving over deze bijeenkomsten zal op de websites komen te staan van de provinciale Steunpunten Monumenten en Archeologie. Informeer bij gemeenten en ga in gesprek over hun deelname aan deze provinciale bijeenkomsten en wat daaruit is gekomen. 䡵
Ledenwerving De financiële middelen voor het ontwikkelen van AWN-activiteiten zijn voor een groot deel afkomstig van de contributie die alle leden jaarlijks betalen. Ledenwerving staat dan ook hoog op de agenda van het Landelijk Bestuur. Vanuit het bestuur kunnen we landelijke ledenwervingsactiviteiten organiseren, maar we kunnen ook de werving van nieuwe leden door afdelingen ondersteunen. Hiervoor is PR-materiaal beschikbaar. Daarnaast kan ook de AWN-stand worden geleend. Om aan de afdelingen uit te leggen hoe succesvol nieuwe leden geworven kunnen worden is een presentatie ontwikkeld. Vragen en verzoeken over ledenwerving en PR-materiaal kunnen doorgegeven worden aan prcommunicatie@ awn-archeologie.nl. 䡵
Ter herinnering: de AWN en de sociale media Naast het AWN Magazine kunnen activiteiten van onze vereniging ook online gevolgd worden. De AWN is actief op Facebook, Twitter en een eigen website. De website (www.awn-archeologie.nl) is bedoeld voor het formele, landelijke nieuws van de vereniging. Nieuwsberichten kunnen worden aangeboden via awncontent@awn-archeologie.nl. Facebook (www.facebook.com/archeologievrijwilliger) is vluchtiger, met ruimte voor zowel lokaal AWN-nieuws als archeologiezaken die de AWN niet direct raken. Nieuwsberichten kunnen rechtstreeks worden geplaatst of doorgegeven worden via prcommunicatie @awn-archeologie.nl. Op Facebook bestaat ook nog een besloten groep (‘AWN-Vrijwilligers in de archeologie). Deze is bedoeld voor leden die op deze manier concrete informatie kunnen uitwisselen, bijvoorbeeld over recente vondsten. Op de Facebook-pagina kan een verzoek ingediend worden om lid te worden van deze groep. Tenslotte is de AWN actief op twitter, (awn_archeologie), waar onder andere archeologienieuws geplaatst wordt. 䡵
19-06-19 14:12
ALV 2019
3
Vergadering in Enschede
Marijn Lockefeer
ALV 2019 Vergaderen in de Museumfabriek in Enschede
De sneeuwvlokken joegen rond de Museumfabriek in Enschede op de ochtend van 13 april. Daarbinnen verzamelden zich de deelnemers aan de ALV. De grillen van het aprilweer zouden de hele dag door aanwezig zijn (en het rondlopen op vliegveld Twente – een onderdeel van het middagprogramma – wat onaangenaam maken). De goede sfeer en de puike organisatie van deze dag door afdeling Twente konden ze echter niet aantasten! Paul van Wijk, coördinator van deze dag, zorgde voor de introductie en gaf daarna het woord aan Kees de Rooy, de voorzitter van afdeling Twente, waar de ALV dit jaar plaatsvindt. Deze begon zijn inleiding op de dag met een gedicht van Willem Wilmink ‘Textielstad’; passende woorden, aangezien het gedicht over Enschede gaat én de Museumfabriek gevestigd is in een voormalige textielfabriek. Hij vermeldde met trots dat de afdeling Twente het oudste lid van de AWN in haar gelederen heeft: Elise Kraan, van wel 106 jaar! Na deze opening van de dag werden de leden verwelkomd door Dick Buursink, oud-wethouder en oud-gedeputeerde Cultuur van de provincie Overijssel. Hij vertelde dat het hergebruikte pand waarin de Museumfabriek gevestigd is in de jaren negentig zo-
danig vervallen was, dat hij als wethouder had gedacht dat het gesloopt zou worden. Uit gesprekken met bewoners van Enschede bleek echter dat zij zeer geïnteresseerd waren in de geschiedenis van de eigen regio, en daarmee was er ook draagvlak om het oude fabriekspand te behouden. Erfgoed heeft sinds de vuurwerkramp in 2000 een belangrijke rol ingenomen in Enschede. Inwoners hadden hun spullen in rook op zien gaan, en hiermee was ook een deel van hun verleden verdwenen. Dit gemis kon natuurlijk niet helemaal weggenomen worden, maar door het cultureel erfgoed van de stad weer zichtbaar te maken krijgt men toch weer een connectie met het verleden. Dick is momenteel voorzitter van de Stichting Historische Sociëteit Enschede Lonneker (SHSEL) die goede banden met de AWN heeft. De SHSEL en de AWN proberen samen de deskundigheid van gemeentes op archeologisch gebied te vergroten: nog te weinig gemeentes hebben hun archeologische zaken op orde (slechts 1 op de 5!). Binnen veel gemeenteraden zijn mensen zich te weinig bewust van hoe ze verantwoordelijk met cultuurhistorie, geschiedenis en archeologie om moet gaan. Een manier waarop AWN’ers hun steentje kunnen bijdragen is door hiervoor bij de eigen gemeente aandacht te vragen.
䊴
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 3
AWN’ers verzamelden zich op 13 april in de Museumfabriek voor de jaarlijkse ALV.
19-06-19 14:12
4 Vergadering in Enschede 䊲
Het was een grijze, koude aprildag, maar dat mocht de pret niet drukken.
landelijke werkgroep belangenbehartiging. Zij neemt hiermee de taak over van Paul van Wijk. Tenslotte treedt William ten Brink uit het hoofdbestuur. Hij blijft zich wel bezighouden met Archeologie in Nederland en AWN Magazine als hoofdredacteur, maar heeft het te druk om daarnaast ook binnen het hoofdbestuur actief te blijven.
Opkomen voor archeologie
Terugkijken op 2018 Voordat voorzitter Gajus Scheltema de vergadering vervolgde, was het tijd voor een jaarlijkse AWN-traditie: het uitreiken van de Bronzen Legpenningen. Dit jaar zijn Fred van den Beemt, Dick Schlüter en Jan Venema in het zonnetje gezet voor hun inzet voor de archeologie. Verderop in AWN Magazine is meer te lezen over de gedecoreerden en de motivatie voor de toekenning. Ook 2018 was een goed jaar voor de AWN. Het aantal leden groeit nog steeds gestaag. Als ‘ogen en oren van de archeologie’ blijven we een belangrijk aandeel houden in het behoud van en het onderzoek naar ons cultureel erfgoed. Positief is onze goede samenwerking met externe contacten; zo draaien we mee met het Groot Reuvensoverleg en overleggen we met de RCE over archeologische verwachtingskaarten en de inzet van vrijwilligers. Daarnaast hebben we een goed contact met het Convent van Gemeentelijke Archeologen (CGA) en andere historische kringen. Zelf heeft Gajus contact met Tweede Kamerlid en archeologe Sandra Beckerman en het Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid (IVN). Onder de AWN-succesverhalen valt onder andere het project Katwijk Zanderij, waaraan veel vrijwilligers hebben meegedaan. Daarnaast hebben AWN’ers bijgedragen aan een publicatie over de Brittenburg en wordt er momenteel nog gewerkt aan een project in Valkenburg (Zuid-Holland).
Veranderingen in het bestuur 2018 was ook het jaar waarin Gajus het voorzitterschap heeft overgenomen van Tonnie van de Rijdt. Als blijk van waardering voor haar inzet zal elke twee jaar een Tonnie van de Rijdt-lezing gehouden worden. Deze zal georganiseerd worden in samenwerking met de RCE. Vorig jaar is ook Renger van de Hoef aangetreden als hoofdbestuurslid, met het doel om vice-voorzitter Wim Schennink op te volgen. Hij heeft echter moeten terugtreden vanwege een druk privéleven. Wim zal zich zeker nog inzetten voor de AWN, maar binnen het hoofdbestuur zal hij niet meer werkzaam zijn aangezien hij statutair moest aftreden. Zijn plaats werd ingenomen door Hetty Laverman, die op de ALV is benoemd tot nieuwe vicevoorzitter. Hetty wil zich graag inzetten om de samenwerking met gemeenten en externe organisaties te verbeteren, en zal naast het vice-voorzitterschap ook werkzaam zijn als voorzitter van de
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 4
Ondanks het feit dat het contact met externe organisaties doorgaans goed verloopt, is er nog ruimte voor verbetering. Zo kan de verstandhouding met metaaldetector-amateurs nog wat aandacht gebruiken. Een poging om het contact te verbeteren is de brochure Metaaldetectie in Nederland, die in samenwerking met PAN gemaakt is. Hierin wordt men enthousiast gemaakt voor het melden van vondsten, wat – ondanks wat velen denken – er niet toe leidt dat een vondst wordt afgepakt, maar juist dat deze wordt gedateerd en geanalyseerd. Een andere manier waarop de AWN zich hard kan maken voor de archeologie is door in te grijpen waar nodig. Dit is al eerder met succes gedaan, toen er bij de Nieuwe Kerk in Delft besloten was om een kelder aan te leggen zonder daarbij voldoende archeologisch onderzoek uit te voeren. Dit soort protestacties zullen in de toekomst wellicht vaker nodig zijn. Zo is er onlangs in Wieringen gegraven in een archeologisch interessant gebied zonder onderzoek vooraf. Door ons over dit soort situaties uit te spreken kan wellicht wrijving ontstaan, zoals ook in Delft gebeurd is, maar daarmee komen we wel op voor de archeologie.
Discussie over Legpenningen Nadat de financiën door penningmeester Harmen Spreen zijn doorgenomen en de begroting voor 2020 is goedgekeurd, kwamen de statuten en het huishoudelijk reglement aan bod. De statuten zijn niet veel veranderd; aangezien vorig jaar de lidmaatschapstypes zijn gewijzigd, is de tekst die hierover gaat aangepast. De statuten zijn tijdens de ALV goedgekeurd en ondertekend namens de ALV. Binnen het huishoudelijk reglement zijn artikel 19 en 20 samengesmolten tot één artikel (19). Beide artikelen hadden betrekking op de Bronzen en Zilveren Legpenningen die door de AWN uitgereikt worden. De Bronzen Legpenning is hierbij bedoeld voor personen, terwijl de Zilveren variant aan rechtspersonen uitgereikt kan worden. Het voorstel was om één penning per jaar uit te reiken, die dan zowel naar zowel een persoon als een rechtspersoon kan gaan. Hoewel er weinig animo is om de twee verschillende soorten penningen te behouden, waren de meningen verdeeld. Menig lid vond dat er een maximum van drie Legpenningen aangehouden moest worden, zoals eerder ook al het geval was. Op de ALV is dan ook besloten dat dit maximum gehandhaafd zal worden, tenzij er bij wijze van uitzondering een vierde kandidaat geëerd zal worden.
Cold cases Zodra de vergadering was gesloten, presenteerde Peter Seinen zijn visie op de zogenaamde ‘cold cases’: zo’n 4000 projecten waarvan de uitwerking is blijven liggen. Middels het Odysseeproject vanuit het NWO worden deze professioneel uitgewerkt, maar dit kost veel geld en tijd. Vrijwilligers zouden hier perfect
19-06-19 14:12
5
Vergadering in Enschede
䊲
Op het vliegveld Twente geeft een gids uitleg over de groene camouflageverf die door de Duitsers is gebruikt.
voor ingezet kunnen worden. Zij zijn prima in staat om de uitwerking van projecten op zich te nemen. Hierbij kan gedacht worden aan het vectoriseren van veldtekeningen, de verwerking van vondsten in GIS, archiefonderzoek en het opzetten van databases. Enige vaardigheid op het gebied van digitale archeologie is wel een pré, maar het voordeel is dat dergelijk werk overal uitgevoerd kan worden en meehelpen dus gemakkelijk vanuit huis kan. Mogelijk zou hiervoor een landelijk platform opgezet worden om geïnteresseerde vrijwilligers te verbinden.
Een druk middagprogramma Natuurlijk kan er niet vergaderd worden in een historisch pand zonder dit uitgebreid te gaan bekijken. In de Museumfabriek zijn
䊱
drie musea ondergebracht die door de aanwezigen verkend konden worden: het Natuurmuseum Twente, het Van Deinse Instituut en het museum Jannink. Als je door de musea loopt krijg je een prachtig beeld van de ‘samenhang der dingen’: natuur, cultuur, wetenschap, techniek en natuurlijk archeologie zijn er samen in één pand ondergebracht. Je ziet hoe de mens naar dieren kijkt, leert er over wereldreizigers, hun routes en wat ze daarvan meenamen (te zien in de ‘Wunderkammer’), je loopt onder een sterrenhemel door en maakt kennis met eeuwenoude sagen en legenden. Binnen de archeologische collectie vielen onder andere de skeletten uit de prehistorie op, waaronder een mammoetskelet, samengesteld uit vier verschillende vondsten. Verder zijn hier zowel de man van Mander – een lijksilhouet – en de bijl van Mander te zien: vondsten van zo’n 3500 jaar oud. Het tweede deel van het middagprogramma voerde ons naar het voormalige vliegveld Twente, waar we door enthousiaste vrijwilligers werden rondgeleid, soms door wind en sneeuwvlokken, over het voormalige vliegveld Twente. Ze verhaalden over de geschiedenis van dit vliegveld, beginnend in 1931. De oorlog en met name de aanpassingen van de Duitsers vormden een belangrijk element in hun verhaal. Met name de camouflage-strategie was bijzonder. Zo waren de hangars zo aangepast dat zij leken op boerderijen, en waren de startbanen groen geverfd om minder op te vallen vanuit de lucht. Daardoor zou het voor een nietsvermoedende vijand meer lijken op een gehucht dan op een militair terrein. De sporen van het vliegveld zijn tot op de dag van vandaag nog zichtbaar, al verkeert het zeker niet meer in de oorspronkelijke staat. De startbanen zijn ingekort of onderbroken, hangars zijn verdwenen en alleen maar zichtbaar in beplanting, en van een Duits hoofdkwartier is enkel nog puin te zien.
Een bijzonder stuk in de Museumfabriek is het enorme mammoetskelet.
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 5
19-06-19 14:12
6
Bronzen Legpenningen
Bijzondere AWN’ers onderscheiden
Bronzen Legpenningen Bijzondere AWN’ers onderscheiden
Tijdens de Algemene Ledenvergadering in april reikte voorzitter Gajus Scheltema drie bronzen legpenningen uit aan AWN’ ers die zich op bijzondere wijze hebben ingezet voor de AWN. Dit jaar werden Dick Schlüter, Fred van den Beemt en Jan Venema in het zonnetje gezet vanwege hun verdiensten voor de archeologie.
Dick Schlüter (Twente) zoekt al meer dan twintig jaar naar archeologische resten bij Mander, waar in het midden-paleolithicum neanderthalers hebben gebivakkeerd. Dit heeft geleid tot de vondst van meer dan 175 werktuigen, waarvan hij de locatie nauwkeurig vastlegt middels een GPS. Daarmee heeft Dick Twente op de archeologische kaart gezet: Mander is, na Assen, de grootste vindplaats op dit gebied in Nederland. Zijn inzet blijft niet beperkt tot het zoeken van vondsten. Dick heeft de archeologie ook naar het Twentse publiek weten te brengen, onder andere door vele lezingen en publicaties. Zo heeft hij artikelen geschreven voor Westerheem en Archeologie Magazine, en publiceerde hij als mede-auteur een artikel over Mander in Paleo-Aktueel 24, een uitgave van de afdeling archeologie van de universiteit Groningen. Hoewel Mander regelmatig het onderwerp is van zijn lezingen en publicaties, is Dicks interesse in de archeologie niet beperkt tot het midden-paleolithicum. In het Jaarboek Twente heeft hij een artikel geschreven over de bewoningsgeschiedenis van Twente tot aan de komst van de Romeinen. Verder heeft hij als historicus onderzoek gedaan naar de geschiedenis van de middeleeuwse burchten in Twente,
m name de Hunenborg. Dit onderzoek met heeft geleid tot publicaties en lezingen, h rrecentelijk nog tijdens de Nationale Arccheologiedagen. Ook publieksbereik draagt Dick een warm hart toe. De afgelopen jaren heeft hij, vaak in samenwerking met studenten van het ROC Deventer en andere belangstellenden, veldverkenningen georganiseerd op Twentse akkers. Als directeur van Natura Docet in Denekamp heeft hij zich daarnaast jarenlang beziggehouden met publieksvoorlichting op archeologisch en geologisch gebied. Gedurende acht jaar heeft Dick zich met veel enthousiasme ingezet als bestuurslid van AWN afdeling Twente. Nu hij zijn bestuursfunctie heeft beëindigd én de ALV in Twente plaatsvindt is het dan ook een mooi moment om zijn inzet te belonen met een Bronzen Legpenning.
Fred van den Beemt (Noord-Nederland) heeft zich gedurende zeer lange tijd ingezet voor de Nederlandse archeologie:
䊱
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 6
onder andere als landelijk secretaris van de AWN, door zijn rol bij de heroprichting van de afdeling Noord en als secretaris van de Drents Prehistorische Vereniging. Momenteel is hij ook bestuurslid van de Stichting Wetenschappelijk Fonds DPV en van het Hunebedcentrum in Borger. Fred heeft veel publicaties op zijn naam staan, met name over ‘zijn’ provincie, Drenthe. Hij schreef over zijn eigen wijk, Peelo en werkte als redacteur en medeauteur aan publicaties over de provincie, zoals ‘Veranderend Landschap: opnieuw op reis met oude schoolplaten’ en ‘Ach lieve tijd: tien eeuwen Drenthe…’. Hij is een niet te vergeten kennisbank voor de Drentse archeologie en heeft bijvoorbeeld een belangrijke rol gespeeld bij het onderzoek naar het Messchenveld bij Assen, wat aanvankelijk archeologisch niet interessant werd geacht. Maar ook buiten Drenthe heeft Fred zijn sporen verdiend. In de Alblasserwaard heeft hij fundamenten van molens opgegraven, in zijn periode in Amersfoort was
Dick Schlüter van de afdeling Twente werd geëerd voor zijn inzet voor de archeologie.
19-06-19 14:12
7
Bijzondere AWN’ers onderscheiden
䊲
Fred van den Beemt neemt zijn Bronzen Legpenning in ontvangst.
hij voorzitter van de Historische Vereniging Soest, en onlangs heeft hij meegewerkt aan een publicatie betreffende het AWN-onderzoek naar de Slag bij Noordhorn. Een van Freds sterke kanten is het lesgeven aan kinderen. In opdracht van de gemeente Coevorden heeft de afdeling Kunst en Cultuur van de provincie Drenthe een archeologieproject ontwikkeld, gericht op leerlingen van groep 6, 7 en 8. De lessenserie houdt ook een archeologische excursie naar grafheuvels, ijzertijdakkers en een hunebed in. Leerlingen merken dat er nog van alles te ontdekken valt over het verleden! Hiernaast gaf Fred ook les in het asielzoekerscentrum in Aalden. Fred is een goed voorbeeld van een bevlogen vrijwilliger in de archeologie: altijd goedgehumeurd en altijd bereid anderen met volledige inzet op archeologisch gebied bij te staan.
niet verplicht voor duikers, maar Jan was de mening toegedaan dat dit bij het onderzoek hoorde. Jan Venema was vanaf het begin van de LWAOW in 1994 al lid en nam in 2002 zelfs het voorzitterschap over. In het hoofdbestuur van de AWN heeft hij zich in de periodes 2002-2010 en 2012-2017 nog ingezet als vertegenwoordiger van de LWAOW.Maar naast de LWAOW zijn er nog genoeg verenigingen waarbinnen Jan zich inzet voor de maritieme archeologie. Zo is hij initiatiefnemer van de op-
richting van een archeologische commissie binnen duikvereniging Miramar Friesland. Deze commissie maakt sportduikers enthousiast over het maritieme verleden en inspireert om zelf actief deel te nemen aan de onderwaterarcheologie. Daarnaast heeft hij zich ingezet als bestuurslid voor de Stichting Archeos Fryslân en was hij coordinator van twee projecten bij Maritieme Historie van Fryslân Onder Water. Voor beide projecten – onderzoek in de Vlakke Brekken bij Sandfirden en in het IJsselmeer bij Cornwerd – heeft Jan ook bijgedragen aan de eindrapportage. Zoals het een echte belangenbehartiger betaamt heeft Jan zich ingezet voor een verbeterde wetgeving rondom maritiem erfgoed. Hij is mede-initiatiefnemer van het verzoek voor aanpassing van de Erfgoedwet voor vrijwilligers in de maritieme archeologie was en heeft ook een belangrijke bijdrage geleverd in het verzoek voor versoepeling van de Arboregels voor vrijwilligers. Jan kreeg zijn Bronzen Legpenning – weliswaar in taartvorm – al op 19 januari uitgereikt, op de Schervendag van de LWAOW. Na 17 jaar voorzitterschap nam hij daar afstand van zijn bestuursfunctie. Hij wist altijd de vinger op de juiste plaats te leggen, is oprecht en weet ook problemen te relativeren. Daarmee heeft hij zijn taak als voorzitter uitstekend uitgevoerd.
Jan Venema (LWAOW) is al lang bezig met onderwaterarcheologie: in 1984 is hij gestart met duikonderzoeken naar diverse objecten in het noordoostgebied van het IJsselmeer. Begin 1988 heeft hij een wrak aangetroffen in het Makkumerdiep en dit gemeld bij de toenmalige Velddienst Archeologie Onder Water van de ROB. Het melden van vindplaatsen was in die tijd 䊱
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 7
Jan Venema kreeg eerder al een Legpenning-taart tijdens de Schervendag, maar mocht nu eindelijk de penning in ontvangst nemen.
19-06-19 14:12
8
Digitaal onderzoek
Van thuisonderzoek naar publicatie
Ruud Raats
Digitaal onderzoek in de archeologie Hoe nu verder?
In het vorige nummer van AWN Magazine legde Ruud Raats uit welke gereedschappen de vrijwilliger ter beschikking heeft om thuis onderzoek te doen. Dat dit kan leiden tot interessante bevindingen heeft hij zelf ondervonden. In dit vervolgartikel gaat hij dieper in op wat hij met dit eigen onderzoek heeft bereikt.
䊲
Uit de zojuist opgeschoonde sloot kwam archeologie tevoorschijn, waaronder dit fragment Siegburg-aardewerk.
In augustus 2013 probeerde ik ArcGIS Online te doorgronden en zocht ik naar lagen die ik kon importeren. Daarbij stuitte ik op luchtfoto’s uit de jaren vijftig van de provincie Utrecht. Ik ‘vloog’ over het landschap en zag een vierkant met daar omheen iets wat leek op een omgrachting in een weiland. Meteen vermoedde ik dat dit de locatie van een woontoren geweest moest zijn. Even verderop leek er ook een omgrachting te zijn, maar omdat dit me aanvankelijk teveel van het goede leek besloot ik me te richten op de eerste ontdekking.
Boren naar Hamelenburg Van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) bestond destijds nog alleen de eerste versie, waarmee ik geen hoogteverschillen kon ontdekken. In Archis stonden geen meldingen over het
䊱
gebied. Uit literatuur bleek dat er mogelijk een woontoren in de omgeving gestaan heeft: Hamelenburg, een paar honderd meter ten westen van de onderzoekslocatie, op de Hamelenberg. Deze heuvel was tijdens de aanleg van de snelweg A1 weggegraven. Nu leek een woontoren op een heuvel ongewoon, zeker als de bestaande voorbeelden in de omgeving in een lage, veenrijke omgeving staan. Dit gegeven maakte het bestaan van ‘mijn’ woontoren wat meer aannemelijk. Omdat het terrein privébezit is en er geen urgentie was voor nader onderzoek, was contact met de eigenaar nodig om het onderzoek voort te kunnen zetten. Hoewel de eigenaar niet geloofde dat er iets onder zijn land lag, gaf hij mij en bevriend onderzoeker Peter Bijvank alle ruimte om over zijn land te lopen. Omdat de oude luchtfoto’s geen exacte georeferentie had (er zat een paar meter tussen de foto-locatie en de werkelijke locatie), moest de exacte locatie van de woontoren geschat worden. Helaas is er geen puin of steen gevonden. Wel was op dat moment de perceelsloot juist geschoond; het riet en de modder lagen nog op de kant. Tijdens de ruilverkaveling zijn tussen de percelen (nieuwe) sloten gegraven. Eén zo’n sloot snijdt recht door de gracht van de woontoren. We vonden er grijs aardewerk, een stuk Siegburg-aardewerk en een stuk bot dat van een paard bleek te zijn. Ik liet alles bij het Centrum voor Archeologie determineren. Het voldeed aan mijn verwachtingen: de vondsten da-
Landschapsfoto’s uit de jaren vijftig leken twee omgrachtingen te laten zien; restanten van woontorens?
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 8
19-06-19 14:12
9
Van thuisonderzoek naar publicatie
䊲
Zo nuttig kan digitaal onderzoek zijn: voor Ruud heeft het geleid tot een publicatie.
teerden uit het eind van de veertiende, begin vijftiende eeuw. Uit de literatuur blijkt dat de woontoren in bezit is geweest van de Heren van Abcoude-Gaasbeek. Zij zouden het gebied De Slaag, ten zuiden van hun woontoren, kunnen hebben laten ontginnen.
Eigenaar achterhalen De andere locatie heeft een andere structuur. Het bestaat uit meerdere omgrachtingen zonder een precieze aanduiding voor een woning. Ook hiervan waren geen meldingen in Archis te vinden. Tijdens een bijeenkomst van de Werkgroep Archeologie (ARWE) in Baarn besloot ik een presentatie te geven over mijn bevindingen en te vragen naar hun kennis over deze locatie. Ook bij hen was niks bekend, maar er was wel interesse om verder onderzoek te doen. Nadat hiervoor toestemming was verleend door de perceeleigenaar hebben we een booronderzoek uitgevoerd. Hierbij is een baksteenfragment gevonden waarvan het formaat overeenkwam met sommige stenen uit de tweede ommuring van Amersfoort, uit omstreeks 1400. Op de ‘Kaarte vande polders der Eemlandtsche leege landen’ uit 1666 blijkt de perceelsloot een knik te vertonen, precies waar de omgrachting zou moeten zijn. Het perceel was terug te vinden in de archieven van Archief Eemland. Hieruit kwam een perceelnaam naar voren: Voorbroek. Ook de kopers en verkopers van het perceel konden achterhaald worden. Door gebruik te maken van diverse andere en door middel van genealogisch onderzoek heb ik de naam van het perceel kunnen koppelen aan de eigenaar van het perceel. Zijn naam was Jacob Nenninc van Voorbroek: burgemeester van de stad Amersfoort en mogelijk verantwoordelijk voor de bouw van de tweede ommuring van de stad.
Centraal meldpunt Inmiddels had ik mijn resultaten voorgelegd aan Taco Hermans en Jan van Doesburg van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Zij hebben mij gevraagd mijn onderzoek te publiceren in de eerste bundel over recent onderzoek op het gebied van kastelen en buitenplaatsen in Nederland.1
In april 2019 ging het platform Kastelen & Buitenplaatsen (RCE) vergaderen over de rol van de vrijwilliger bij kastelen- en buitenplaatsenonderzoek. De kernvragen tijdens deze bijeenkomst: hoe gaan vrijwilligers te werk bij hun digitale onderzoek, wat doen de wetenschappers met de vondsten, en hoe reageren de lokale, provinciale en rijksoverheid op deze vondsten? Op de eerste vraag hebben we inmiddels een antwoord, en de andere vragen zijn voor ons als vrijwilligers minstens zo interessant. Maar de vraag die eerst zou moeten worden gesteld is: hoe meld je een vondst aan en bij wie precies? Ik kon terecht bij de gemeentelijke archeologische dienst (Centrum voor Archeologie) en bij mijn contacten bij de RCE, maar dit geldt niet voor iedereen. Er zou een centrale plek moeten zijn waarop meldingen gedaan kunnen worden, waarna deze worden gecontroleerd en teruggekoppeld naar de aangever. De PAN (Portable Antiquities of the Netherlands) is er in Nederland voor de collecties oudheidkundige objecten in privébezit en ‘verkleint de kloof tussen wetenschap en burger doordat zij uitgenodigd worden actief te participeren in het wetenschappelijk bedrijf.’2 Eenzelfde centrale instantie zou er voor meldingen uit digitale vondsten moeten zijn, waarbij onderwijsorganisaties, gemeenten, provincies en de rijksdienst zijn aangesloten, met hetzelfde doel als de PAN, namelijk het documenteren en online publiceren van digitaal onderzoek. Hierdoor komt de informatie over de vondsten en hun locatie beschikbaar voor de wetenschap en andere geïnteresseerden.
Noten 1 Raats, R. (2017), ‘Twee Huizen aan de Overkant. Ontdekking van twee middeleeuwse omgrachte woonsteden op de rechteroever van de Eem bij Baarn’, in: R. Gruben, en T. Hermans, “Zij waren van groote en zware steenen”, Wijk bij Duurstede (publicatiereeks 1), 203-229. 2 PAN website https://www.fgw.vu.nl/nl/onderzoek/onderzoekscentra/ pan/index.aspx (2019).
䊱
Het baksteenfragment dat tevoorschijn kwam tijdens een booronderzoek leidde tot een datering van omstreeks 1400.
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 9
Over de auteur Ruud Raats was van 2009 tot 2017 lid van het landelijk bestuur van de AWN, waar hij verantwoordelijk was voor Veldwerkeducatie. Hij neemt momenteel nog deel aan de werkgroepen Deskundigheidsbevordering en Jeugd- en Erfgoededucatie. Hij is lid van de AWN-webredactie en verantwoordelijk voor de Twitter- en LinkedIn-pagina’s van de AWN.
19-06-19 14:12
10
LWAOW
25 jaar spoorzoeken onder water
Albert Zandstra
Jubileum LWAOW 25 jaar spoorzoeken onder water
Eind september bestaat de Landelijke Werkgroep Archeologie Onder Water (LWAOW) 25 jaar. In vergelijking met de afdelingen van de AWN, waarvan enkele al meer dan 60 jaar bestaan, is het 25-jarig jubileum van deze werkgroep van de AWN relatief kort. In een periode waarin de vrijwilligers in de maritieme archeologie niet altijd met positieve berichtgeving te maken hebben gekregen, is het toch een mijlpaal om terug te kijken naar wat er in die jaren wel tot stand is gekomen.
logie in Nederland en daar in hun eigen regio verder mee gingen. Velen uit deze groep hebben actie ondernomen om in Nederland de onderwaterarcheologie op de kaart te zetten. Tot midden jaren tachtig was vanuit de overheid nauwelijks interesse voor het erfgoed onder water, en dat terwijl een groot deel van de geschiedenis van ons land zich op en rond het water heeft afgespeeld. Op 1 januari 1989 kwam hier verandering in, toen de Monumentenwet 1988 ook van toepassing werd voor de onderwater gelegen archeologische vindplaatsen.
Wat eraan vooraf ging Midden in de jaren zeventig van de vorige eeuw maakte de duiksport een grote ontwikkeling door. De toegankelijkheid van duiken nam toe, en daarmee ook het aantal sportduikers dat tijdens de duik in aanraking kwam met restanten van ons maritieme erfgoed. Vanuit hen werden activiteiten rondom maritieme archeologie georganiseerd, maar ondanks de vraag naar ondersteuning bij deze activiteiten was daar vanuit de overheid weinig tot geen aandacht voor. Begin jaren tachtig hebben veel sportduikers deelgenomen aan de onderwateropgravingen van het VOC-schip ‘De Amsterdam’ bij Hastings in Engeland. Hieruit is een grote groep sportduikers ontstaan die geïnteresseerd waren in onderwaterarcheo-
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 10
Een nieuwe samenwerking De activiteiten van de sportduikers bleven bij enkele AWN-bestuurders niet onopgemerkt. In 1993 deed het bestuur van de AWN-afdeling Flevoland een oproep aan sportduikers om samen te werken met de afdeling. Een eerste aanzet naar bundeling van activiteiten van vrijwilligers in de maritieme archeologie was hiermee gemaakt. Onder de beroeps-onderwaterarcheologen leefde vanaf begin jaren tachtig ook de wens om te komen tot een samenwerkingsverband, waarin de vrijwilligers verenigd zouden kunnen worden. Het waren in 1993 Jef van den Akker en Jaap Morel van het toenmalig NISA (Nederlands Instituut voor Scheeps- en on-
19-06-19 14:12
11
25 jaar spoorzoeken onder water
䊲
Cursisten van de Basiskennis Maritieme Archeologie aan de slag.
derwater Archeologie) die contact opnamen met Pieter van der Voorde, toen voorzitter van de AWN. Dit overleg leidde ertoe dat op 24 september 1994 de Landelijke Werkgroep Archeologie Onder Water (LWAOW) werd opgericht als werkgroep van de AWN. Bij de oprichting had men drie hoofddoelen in gedachte. De eerste is om een bron van informatie te zijn voor mensen die geïnteresseerd zijn in de maritieme geschiedenis, zowel voor duikers als niet-duikers. Verder onderhoudt de LWAOW contact met bestuurlijke instellingen en professionele archeologen, om daarmee de onderwaterarcheologie toegankelijker te maken voor vrijwilligers. Tenslotte is het bevorderen en uitwisselen van kennis middels cursussen, workshops en de jaarlijkse Schervendag een speerpunt. Door de kennis van onderwaterarcheologie actueel te houden, sluiten we aan op de werkwijze van professioneel maritiem archeologen. Bij de start bedroeg het aantal leden ongeveer 40. Nu, 25 jaar later is dat aantal gestegen tot circa 120 leden. De LWAOW is daarmee een belangrijke schakel tussen de wereld van de professionele maritiem archeologen en de vrijwilligers in de maritieme archeologie.
䊴
Kennisbevordering Om te komen tot een goede samenwerking met de professionele maritiem archeologen organiseert de LWAOW sinds 2004 de ‘Basiscursus Maritieme Archeologie’. Hiervoor is, in samenwerking met de maritiem archeologen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), een handleiding samengesteld waarvan de inhoud georiënteerd is op de situatie in Nederlandse wateren. De cursus bestaat uit een theorie- en een praktijkdeel die beide worden gegeven door professionele maritiem archeologen. Op voordracht van de RCE heeft de Nautical Archaeology Society (NAS) in Engeland de cursus geaccrediteerd als gelijkwaardig aan de NAS-cursus, wat betekent dat de cursus internationaal erkend wordt. Ook hebben er regelmatig beroepsduikers aan deze cursus meegedaan zodat zij ingezet konden worden voor archeologische werkzaamheden van bedrijven. In de periode 2004 - 2019 hebben 219 cursisten deze Basiscursus Maritieme Archeologie gevolgd. Na het met voldoende resultaat afsluiten van de cursus ontvangen de cursisten het NAS-certificaat. Naast de Basiscursus zijn door leden van de LWAOW gespecialiseerde werkwijzen ontwikkeld waarmee de vrijwilliger kan aan-
De LWAOW bestaat dit jaar 25 jaar: reden voor een terugblik op het ontstaan van deze werkgroep.
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 11
19-06-19 14:12
12 25 jaar spoorzoeken onder water 䊲
Voor in archeologie geïnteresseerde duikers is er de Basiscursus Maritieme Archeologie, in samenwerking met de RCE.
䊲
Momenteel zijn er nog enkele wetten van kracht die de mogelijkheden voor vrijwilligers beperken. Inmiddels is er een overleg gestart over de bijdrage die vrijwilligers kunnen gaan leveren.
sluiten op het onderzoek van de professionals. In workshops wordt aandacht besteed aan fotogrammetrie onder water, scheepshout herkennen en documenteren, en het tekenen van scheepskanonnen. Workshops die betrekking hebben op de ontwikkeling van de scheepsbouw van hout naar staal en van zeil naar stoom zijn momenteel in ontwikkeling. Op verzoek van de Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB) heeft de LWAOW meegewerkt aan het samenstellen van een ‘Specialisatie Introductie Onderwaterarcheologie’. Het doel van deze specialisatie is om sportduikers, na het behalen van het 2-sters CMAS duikbrevet, enthousiast te maken voor onderwaterarcheologie. Het kan gezien worden als een ‘opstapcursus’ voor deelname aan de Basiscursus Maritieme Archeologie van de LWAOW. NOB-instructeurs die de Basiscursus hebben gevolgd zijn bevoegd om de specialisatie te geven binnen hun eigen vereniging. Twintig NOB-instructeurs hebben hiervoor de Basiscursus Maritieme Archeologie gevolgd.
Beperkingen voor vrijwilligers Helaas zijn er drie zaken die het lastig maken voor vrijwilligers om zich bezig te houden met maritieme archeologie. Zo is er de Arbo-wetgeving, waarin gesteld wordt dat maritieme archeologie als werken moet worden beschouwd. Het gevolg is dat sportduikers onder water geen werkzaamheden mogen verrichten. Een tweede beperking hierin is dat zij niet gelijktijdig met professionele duikers mogen duiken. Ondersteunend onderzoek door vrijwilligers is daarmee uitgesloten. Tenslotte is er een derde beperking voor vrijwilligers, die is ontstaan bij de invoering van de Erfgoedwet in 2016. Hoewel het duiken naar onderwatererf-
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 12
goed is toegestaan, is het verstoren van de vindplaats verboden. In de praktijk komt dit erop neer dat vondsten niet meegenomen of verplaatst mogen worden. Ook het nemen van monsters is hierdoor uitgesloten. Kortom, voor vrijwilligers is het lastig om een actieve bijdrage te leveren aan de maritieme archeologie. Door de huidige wetgeving is hun invloed ernstig beperkt. Daarom heeft de LWAOW in 2017 het initiatief genomen om een verzoek in te dienen bij de overheid om de vrijwilligers meer ruimte te bieden binnen maritiem onderzoek. Hierbij zijn zij bijgestaan door andere organisaties die last ondervinden van de huidige wetgeving. Het verzoek is in behandeling genomen; verwacht wordt dat de regelgeving in het voordeel voor de vrijwilliger aangepast wordt.
Grote bijdrages leveren Ons maritiem verleden krijgt steeds meer aandacht. Daarbij gaat het niet alleen om projecten die ook internationaal van groot belang zijn, zoals de IJsselkogge en het VOC-schip de Rooswijk. Ook regionaal kan aandacht besteed worden aan ons maritieme verleden. Vrijwilligers in de maritieme archeologie kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan publieksbereik. Als de huidige wetgeving omtrent onderwaterarcheologie inderdaad aangepast wordt, zullen de bijdragen van enthousiaste vrijwilligers in de toekomst alleen maar groter worden.
Over de auteur Albert Zandstra is sinds 2005 secretaris van de LWAOW.
19-06-19 14:12
Vleuten
13
Opgraving van bijzondere middeleeuwse schepen
䊲
Marijn Lockefeer
De ruim 4 meter lange spant is afkomstig van een zeegaand schip. ‘Als het is wat we denken, is het wereldnieuws.’
De ‘Vleuten 3’ en …? Opgraving van bijzondere middeleeuwse schepen in Vleuten Op 5 april was er voor leden van de Utrechtse ArcheoHotspot en belangstellende AWN’ers een speciale activiteit: de voorbezichtiging van een deels opgegraven middeleeuwse rivierpraam die de naam ‘Vleuten 3’ draagt. Het schip is in 2016 ontdekt bij de aanleg van een deel van de Vikingrijn, een waterloop in het Utrechtse Máximapark die is aangelegd op de plaats waar vroeger de Oude Rijn stroomde. De Vleuten 3 dateert uit de eerste helft van de negende eeuw: een periode waaruit weinig scheepsvondsten in Nederland bekend zijn. Spoedig na de ontdekking van het bijzondere schip is het met grond afgedekt om later te worden opgegraven en geconserveerd. Daar is inmiddels een begin mee gemaakt.
Archeoloog Tijmen Moesker gaf enthousiast de nodige informatie aan de grote groep belangstellenden, af en toe onderbroken om ook het een en ander uit te leggen voor de lokale radio en TV. Ook mede-archeoloog Herre Wynia stond de pers te woord.
Een typische rivierpraam De Vleuten 3 is een typische rivierpraam, waarvan ongeveer de helft is opgegraven: twee brede planken met spanten. Aan de linkerzijde van de Vleuten 3 is een opstaande rand te zien, de kim, die de verbinding vormde tussen het vlak en het boord. De boordgangen waren met houten pennen aan de vlakgangen geklonken. De resten van het schip staan op houten palen, wat erop wijst dat het schip is gebroken en als beschoeiing voor de kade heeft gediend. Van deze kade zijn ook resten opgegraven. Uit dendrochronologisch onderzoek blijkt dat de palen van de kade uit de omgeving van Vleuten komen. De scheepsbalken en –planken zijn daarentegen uit het Duitse Rijnland afkomstig. Vermoedelijk is er een verband tussen dit schip en de vlak daarbij gelegen nederzetting uit dezelfde periode, die ontdekt is tijdens onderzoek in 2007.
De ‘Vleuten 4’? Het meest bijzondere nieuws moest echter nog komen: op een afgebakend stukje van het opgravingsterrein waren archeologen bezig met het opmeten en fotograferen van een grote, eikenhouten spant van 4,3 m lengte. Archeoloog Erik Graafstal kon zijn opwinding amper bedwingen bij het verhaal dat hij hierover vertelde: ‘Als het is wat we denken, is het wereldnieuws’. De spant moet deel hebben uitgemaakt van een groot, zeegaand schip, naar schatting 5 m breed en gebouwd in de bouwtraditie waar ook de Vikingschepen toe behoren. Dat het schip uit de negende eeuw dateert is zeker, maar nader onderzoek moet 䊱
uitwijzen hoe oud het hout exact is. Dan kan ook een andere, misschien nog belangrijkere vraag beantwoord worden: waar komt het hout vandaan? Tussen het vondstmateriaal (veel reliëfband-en kogelpotaardewerk) bevindt zich een wel heel opmerkelijk stuk: een zogenaamde ‘Deense bijl’. Deze is eigenlijk gemaakt als werpbijl, maar hier zeker (ook?) gebruikt om het hout te bewerken.
‘To be continued’ Voorlopig gaat men ervan uit dat het tweede schip naar deze plek is gesleept om er onttakeld te worden. Verder onderzoek in de omgeving kan misschien meer duidelijkheid bieden. Dat onderzoek kan echter pas van start gaan in augustus 2019. In de directe omgeving broedt een steenuil, en aangezien dit een beschermde vogel is mag het broedproces niet verstoord worden. ‘To be continued’ dus, al zullen we hiervoor tot augustus moeten wachten.
Geïnteresseerden en lokale media werden enthousiast bijgepraat over de vondst van de twee bijzondere schepen.
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 13
19-06-19 14:12
14
Vrijwilliger aan het woord
14
Joop van Herwijnen
Vrijwilliger aan het woord: Joop van Herwijnen Nieuwsgierig naar scherven In 1992 heb ik mij bij de Werkgroep Houten mogen aansluiten. Ja, mógen, want zo werkte Leen de Keijzer. Hij liet eenieder die bij de Werkgroep wilde komen eerst een dag meewerken in het veld en hoopte op vervelend weer. Zelf stond ik op een natte, kille dag op het voormalige kerkhof van de Oude Kerk op het Plein in Houten. De kerk werd op dat moment grondig gerestaureerd en bood dus mooie kansen voor onderzoek. Ik had geluk: ik vond scherven en werd echt nieuwsgierig. Wat waren het voor scherven? Achteraf bleken het de resten van een kogelpotje te zijn, die onderdeel uitmaakten van een begraving van een vroeggeboorte. Die mocht immers niet ín de kerk begraven worden! Waarom was dat? Waarom is het op deze wijze tegen de ingang van de kerk neergelegd? Wat was dat voor potje? Hoe ging men als gravers om met de gevonden botten? Wat was er nog meer te weten te komen over deze kerk? Mijn interesse was aangewakkerd.
Rijp voor meer kennis Na afloop wilde Leen graag weten hoe ik het ervaren had. Natuurlijk had hij zelf ook goed gekeken hoe ik aan de slag was geweest. Ik was rijp om veel meer kennis op te doen, dus ja, ik wilde me bij hen aansluiten. Kennelijk was mijn werk Leen ook bevallen, en zo werd ik lid van de werkgroep en ook van de AWN. Om de twee weken ging ik een zaterdag het veld in, of naar Leen om bij hem thuis de vondsten uit te zoeken. Al snel werd de donderdagavond ook voor archeologie vrijgehouden. Ik leerde veel van Leen, niet wetende dat ik, door zijn te vroeg overlijden drie jaar later, zélf de trekker van de groep zou worden. Naar mijn idee was ik helemaal niet klaar voor het grote werk van zelf opgravingen doen. Gelukkig werd ik bijgestaan door provinciaal archeoloog Saskia van Dockum en haar assistent Ton van Rooijen. Hij leerde ons het veldwerk van tekenen, inmeten en vooral: kijken! Tekenen en inmeten deed Leen voorheen altijd zelf in zijn vrije tijd. Met toestemming van de familie werd de naam veranderd in Archeologische Werkgroep ‘Leen de Keijzer’.
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 14
Een hecht team Een aantal hectische jaren volgden. Circa twaalf jaar lang holden we voor en achter de bouw aan. De tweede bouwtaak van Houten vroeg alle aandacht, maar twee boeken en talloze rapporten verder is het duidelijk met hoeveel inzet en passie er gewerkt is. Maar meer nog: dat er zoveel bijgeleerd is, niet alleen in de praktijk maar ook via deskundigheidbevordering via de AWN. Sturing geven aan een club mensen die de passie met je delen, is een rijke ervaring. Er ontstond een hechte groep. De werkgroep ‘mocht’ in die jaren ook nog acht keer verhuizen, met al haar spullen naar telkens andere schoollokalen in Houten. We bleven toch bij elkaar. Geduld en moeite werd beloond: in 2008, betrokken we een prachthonk, in de vorm van de zolder van het Oude Station in Houten. Daar leven we ons nu iedere dinsdag en zaterdag uit in onze passie. We hebben daar een prachtige bibliotheek en expositieruimte, maar ook plek voor educatie, iets waar de AWN een speerpunt van heeft gemaakt. Educatie op de zolder of in de scholen: wat een heerlijk vak is dat. Telkens weer jongeren interesseren voor de geschiedenis en archeologie van hun dorp, begrip kweken bij hen en hun ouders over de oude grond waarop ze wonen. Maar ook educatie via de
䊱
inmiddels tien (!) tentoonstellingen die we maakten. En echt, die komen er niet vanzelf. Dit alles kan alleen maar met elkaar, je moet een team willen zijn!
Tiende tentoonstelling Sinds 18 mei is iedereen welkom om onze tiende tentoonstelling te komen bekijken. We belichten daarin een deel van Houten waar, naast een ijzertijdkano en dito visfuik, ook nog eens een slordige 300.000 vondsten zijn gedaan. We tonen vondsten die lopen van circa 500 voor Christus tot aan heden, en we brengen met artist’s impressions de bewoning in een steeds veranderend landschap tot leven. Hierbij krijgen we financiële ondersteuning via het Pieter van der Voorde Fonds van de AWN. Jaarlijks een tentoonstelling maken kost geld en tijd. We doen alles in eigen beheer: van het bekleden van vitrines tot het uitzoeken van vondsten; van het ontwerpen van affiches tot het maken van teksten voor in de vitrines; van het verzorgen van PR tot aan de prachtige tentoonstellingsbrochure. Als het gelukt is kan ik in ieder geval weer zeggen: dat is passie! Al die honderden bezoekers geven een kick. Gepassioneerd vertellen is één ding, en erg belangrijk, maar die passie in je archeologisch werk inhoud geven, dát is waar ik het voor doe.
‘Educatie op de zolder of in scholen: wat een heerlijk vak is dat.’
19-06-19 14:12
4
VAN DE AFDELINGEN COLOFON 15
NIEUWS ArcheoHotspots geopend in Oldenzaal en Ommeren
N
ederland is twee ArcheoHotspots rijker. Na het succes van de andere locaties is besloten om ook hotspots te openen in Oldenzaal en in Ommeren. Sinds respectievelijk 13 april en 3 mei kan men hier terecht voor vragen over archeologie of om met materiaal te werken. Op 13 april opende de ArcheoHotspot in Oldenzaal zijn deuren bij het Palthe huis. De hotspot is tot stand gekomen dankzij financiële steun van de gemeente en de provincie Overijssel. Met de opening heeft de hotspot een Overijsselse primeur te pakken: tot nu toe zijn alle andere hotspots in het westen, midden en zuiden van het land te vinden. Het historische woonhuis is hiervoor de aangewezen locatie aangezien het Palthe Huis een uitgebreide archeologische collectie herbergt. Nooit uitgewerkt materiaal uit eerdere opgravingen uit het archeologisch depot van het Oversticht zal door bezoekers bekeken en uitgewerkt worden, onder leiding van vijf bevlogen vrijwilligers. Elke donderdag en vrijdagmiddag kan men binnenlopen om te helpen met het onderzoek of om vragen te stellen. Dit is niet de enige manier waarop de ArcheoHotspot een steentje bijdraagt aan publieksbereik. Momenteel is er een lespakket over archeologie in ontwikkeling, dat gebruikt zal worden op basisscholen in Oldenzaal. Ook zullen de vrijwilligers archeologie-gerelateerde activiteiten organiseren, zoals lezingen en workshops.
Feestelijke opening De tweede gloednieuwe ArcheoHotspot is geopend op 3 mei in het Streekmuseum ‘Baron van Brakell’ te Ommeren. De opening viel samen met de start van de Nationale Romeinenweek. Dit is uiteraard geen toeval: het rivierengebied speelde een belangrijke rol in de Romeinse tijd vanwege de nabijheid van de Limes. Om de opening van de ArcheoHotspot en de Romeinenweek passend te vieren, is een spectaculaire vondst onthuld: een zwaard uit de eerste eeuw voor Christus, de eeuw waarin de Romeinen zich in het huidige Nederland gingen vestigen. Het onthulde zwaard is een goed voorbeeld van hoe detectoramateurs en archeo-
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 15
Adressenlijst landelijk bestuur Alg. voorzitter H.G. (Gajus) Scheltema, Jan Muschlaan 35, 2597 TP ’s-Gravenhage, tel. 06 · 2896 0729, e-mail: voorzitter@awn-archeologie.nl Vice-voorzitter H.M. (Hetty) Laverman-Berbee, Valkeveenselaan 48, 1411 GT Naarden, tel. 06 · 2361 8314, e-mail: h.m.lavermanberbee@gmail.com Alg. secretaris H. (Henk) Kluitenberg, Grebbeweg 24-A, 3911 AW Rhenen, tel. 0317 · 613 050, e-mail: h.kluitenberg@caesar-advies.nl Alg. penningmeester H.J. (Harmen) Spreen, De Pauwentuin 19, 1181 MP Amstelveen, tel. 020 · 453 70 21, e-mail: hspreen@xs4all.nl, IBAN: NL40INGB0000577808, t.n.v. penningmeester AWN Bestuursleden Veldwerkeducatie C. (Channa) Cohen Stuart, Lindeboom 45, 4101 WG Culemborg, tel. 06 · 4505 9916, e-mail: channacs@me.com LWAOW W. (Willem) de Rhoter, Noordersingel 74, 8917 BB Leeuwarden, tel. 06 · 2376 0356, e-mail: rhoterw@hetnet.nl PR en Communicatie P.H.A. (Paul) Flos, Avenbeeck 91, 2182 RV Hillegom, tel. 06 · 2434 3859, e-mail: prcommunicatie@awn-archeologie.nl Belangenbehartiging J.P. (Paul) van Wijk, Reggestraat 11, 7523 CP Enschede, tel. 053 · 431 40 41, e-mail: pw566@hotmail.com Projecten en externe relaties H. (Henk) Hegeman, Gerrit Rietveldlaan 59, 2343 MB Oegstgeest, tel. 06 · 3308 4721, e-mail: hehehegeman@gmail.com
䊱
Nog nooit eerder uitgewerkt materiaal ligt bij de ArcheoHotspot in Oldenzaal klaar om onderzocht te worden door bezoekers en vrijwilligers.
logen elkaar kunnen helpen. Tijdens bouwwerkzaamheden aan het Streekmuseum is het gevonden door een particulier met een detector, nadat het gebied was vrijgegeven als archeologisch niet interessant. Gehoopt wordt dat meer particuliere vinders zich gaan melden bij het Streekmuseum nu er een ArcheoHotspot geopend is. Met dit doel in gedachten worden er enkele vrijwilligers opgeleid om als vondstenregistrator alle vondsten te analyseren en vervolgens te registreren. André van Ingen van de Historische Kring Kesteren en Omstreken gaf aan dat hij daarnaast ook hoopt dat de hotspot kinderen enthousiast maakt voor arche0logie. ‘Kinderen die alleen maar langs vitrines mogen lopen, niks mogen doen, dan is het gauw saai’, vertelde hij aan Omroep Gelderland. Door kinderen actief met vondsten in de weer te laten zijn wordt archeologie een stuk interessanter voor ze.
Financiering Sinds de start van het project in 2014 zijn er meerdere vaste en tijdelijke ArcheoHotspots geopend in Nederland. Hoewel veel locaties een groot succes zijn, hebben ze het niet allemaal even gemakkelijk. Zo is er door de gemeente Arnhem besloten om de financiering voor de hotspot aldaar stop te zetten. Er wordt nog gezocht naar alternatieve middelen. 䡵
Hoofdredactie W.G. (William) ten Brink, Valutaboulevard 87, 3825 BS Amersfoort, tel. 06 · 4613 9670, e-mail: william. ten.brink@archeologienl.nl Kijk op www.awn-archeologie.nl voor: – de contactgegevens en het activiteitenoverzicht van de 24 regionale afdelingen van AWN – nabestellen AWN-uitgaven AWN-lidmaatschappen A basislidmaatschap B jongerenlidmaatschap 14 t/m 27 jaar C huisgenootlidmaatschap
€ 55,00 € 30,00 € 25,00
Basisleden en jongerenleden hebben de volgende rechten: – Toezending van de tijdschriften Archeologie in Nederland en AWN Magazine (5 maal per jaar) – AWN-verzekering (tot en met 75 jaar) bij AWNactiviteiten en AWN-opgravingen – Toegang tot de landelijke en de afdelingsactiviteiten van de AWN – Toegang tot de Algemene Ledenvergadering met stemrecht Huisgenootleden hebben alleen de drie laatstgenoemde rechten. Een huisgenootlidmaatschap kan alleen gekoppeld worden aan een basislidmaatschap op hetzelfde adres. Lidmaatschappen gelden per kalenderjaar en kunnen op elk gewenst moment ingaan. Bij een aanmelding vóór 1 augustus worden de reeds verschenen edities (maximaal 3) van onze tijdschriften nagezonden. Een ná 31 juli ingaand lidmaatschap geeft recht op 60% korting, tenzij de eerder dat jaar verschenen tijdschriften nagezonden moeten worden. Na aanmelding wordt u ingedeeld bij de afdeling waar uw woonplaats onder valt, tenzij u graag bij een andere afdeling wilt worden ingedeeld. Dit kunt u bij uw aanmelding aangeven. Opzegging dient voor 1 januari te geschieden. Meer informatie over lidmaatschappen: H. Kluitenberg, landelijk secretaris AWN, Grebbeweg 24-A, 3911 AW Rhenen, tel. 0317 · 613 050 (tijdens kantooruren, na 10.30 uur), e-mail: h.kluitenberg@ caesar-advies.nl Voor het nasturen van tijdschriften kunt u contact opnemen met de landelijk secretaris, H. Kluitenberg (zie hierboven). De AWN is een algemeen nut beogende instelling (ANBI).
19-06-19 14:12
A W N M AG A ZINE De archeologie in Nederland is voortdurend in ontwikkeling. Sinds bij wet is vastgelegd dat archeologisch onderzoek moet plaatsvinden voordat de bodem verstoord wordt, vinden er meer projecten plaats dan ooit. Tegelijkertijd is er veel aandacht voor nieuwe onderzoekstechnieken waarbij niet gegraven hoeft te worden. Ook oude opgravingen blijken vaak nog een schat aan informatie te bevatten. De kennis die archeologisch onderzoek oplevert, leert ons over de vele duizenden jaren bewoning door de mensen die voor ons kwamen. Wie waren deze mensen? Wat aten zij, hoe woonden ze en wat voor kleding droegen ze? Wat kunnen we herleiden van hun gewoonten en rituelen? Het archeologisch onderzoek van de Nederlandse bodem leidt voortdurend tot nieuwe ontdekkingen en inzichten. De AWN is de belangenorganisatie voor belangstellenden in de archeologie, archeologiebeoefenaars en archeologievrijwilligers. De vereniging wil een schakel zijn tussen archeologie en publiek en tussen archeologie en beleid en ziet het als haar maatschappelijke taak om archeologie als bron van kennis over ons verleden te laten leven in het heden en te behouden voor de toekomst. Dit doet de AWN door bij te dragen aan de kennis over archeologie, die kennis uit te dragen en publieke betrokkenheid te bevorderen, en door de belangen van het archeologisch erfgoed te behartigen.
Opmaak AWN Jaargang 3 nr 3 (juli 2019).indd 16
19-06-19 14:12