AWN Magazine 2020, 4

Page 1


Archeologiein Nederland

INHOUDVAN HET BESTUUR AWN ACTUEEL

AWN actueel van het bestuur 2

Nieuws van de vereniging 3

Romeins Kwartier Heerlen: archeologie op straat 4

Vijftig jaar zoeken naar Hamaland 6

Vrijwilliger aan het woord:

Wim ’t Hart 9

Educatief Archeologisch Erf

Masamuda 10

Nieuws van de vereniging 14

Nieuws van de afdelingen 15

Het landelijk bestuur ‘coronaproof’ in vergadering bijeen op de vertrouwde locatie in Amersfoort.

Corona

Illustratieverantwoording

Collectie AWN afdeling 18 omslag voor, onder, omslag achter, onder, 2 links, 6 boven en onder, 7 onder, 8 onder | Collectie AWN afdeling 18 (Han The) 7 boven | Collectie AWN afdeling 18 (Theo Weltje) 8 boven | David Doelen (Heerlen Mijn Stad) omslag achter, boven, 5 midden en onder | Henk Hegeman 2 rechts | Jeroen ter Brugge omslag voor, boven, 10, 11 boven | Justina Salden 4 boven en onder, 5 rechtsboven | Karel Loeff 3 | Ontwerpteam Stroming RAAP 12 | RAAP Archeologisch adviesbureau 5 linksboven | Sjaak van ’t Wout 11 onder, 13 onder | Ton Delfos 13 boven | Wim ’t Hart 9 boven en onder | TU Delft 15

De AWN heeft getracht alle rechthebbenden van het illustratiemateriaal te achterhalen. Mochten personen of instanties desondanks van mening zijn dat rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunnen zij contact met de AWN opnemen.

Bij het schrijven van dit stukje zitten we nog midden in de Corona crisis. Het landelijk bestuur vergadert vooral digitaal, de afdelingen zijn veelal op een laag pitje en de Algemene Ledenvergadering en Afgevaardigendag worden tot een digitale sessie bijeengevoegd. Dat is natuurlijk frustrerend, ook omdat er belangrijke besluiten te nemen zijn zoals naamsverandering (“AWN-Nederlandse Archeologie Vereniging”), nieuw logo en vernieuwde website. Als dit nummer ter perse is gegaan weten we meer. Gelukkig blijft het ledenaantal nog steeds stijgen!

Met de Archeologische Vereniging Limburg zijn inmiddels ook gesprekken aangegaan om de samenwerking te versterken, er is goede hoop dat dit tot een intensieve relatie zal leiden!

Laten we hopen dat 2021 weer tot een normalisering van de samenleving zal leiden en we elkaar weer in de werkruimtes en elders kunnen treffen…

De LWAOW heeft inmiddels een formele overeenkomst gesloten met de Nautical Archeology Society (NAS) in het VK, om te komen tot een certificering van de opleidingen die de LWAOW biedt, volgens NAS standaarden. Het RCE houdt hier indirect toezicht op maar de verantwoordelijkheid is bij de LWAOW gekomen. Proficiat voor onze duikers!

Contributies: kabbelen of stroomversnelling…??

De laatste jaren is er veel veranderd, in de archeologie met de komst van het verdrag van Valetta (Malta) en aanpassingen in de

Nederlandse wet- en regelgeving, maar ook binnen onze eigen AWN met betrekking tot tijdschrift, leden en de contributie. Van zesmaal Westerheem, naar vijfmaal Archeologie in Nederland en AWNMagazine, naar per kwartaal, met elk jaar een premiumboek; van jeugd- en student-leden naar jongerenleden en een beperkte aanpassing van de jaarlijkse contributie. Deze stroomversnelling in de laatste jaren heeft ons nu weer in wat meer kabbelend water gebracht.

Wat nog niet voldoende kabbelt is de contributie-inning: hier is nog een stukje stroomversnelling nodig.

Diverse leden hebben na het eerste contributieverzoek (per brief al dan niet bijgevoegd bij nummer 1 van ons tijdschrift), een tweede verzoek (per brief) en een derde verzoek (per e-mail), nog niet aan hun verplichting voldaan. Dit ‘kabbelen’ hebben we dit jaar al ingedamd door de toezending van onze bladen vanaf nummer 3 te staken (en zij zullen dit dus ook niet lezen). Maar ù wel en u kunt ons volgend jaar ook helpen met een stukje stroomversnelling.

U ontvangt het contributieverzoek 2021 eind maart (bijgevoegd bij nummer 1), wacht daar op en betaal niet eerder. Maar als het verzoek eenmaal binnen is, betaal dan direct onder vermelding van uw lidnummer. Ook de AWN draait op haar leden. Late(re) betaling leidt echter ook bij ons tot extra kosten.

LET OP: opzegging van het lidmaatschap dient vóór 1 januari te geschieden. Het lidmaatschap loopt per kalenderjaar en – zonder tijdige opzegging – loopt het dus gewoon een jaar door. Zie voor nadere informatie ons colofon onder ‘Ledenadministratie’

VAN DE VERENIGING NIEUWS

Hoe kun je erfgoed veilig stellen bij de gemeente?

Als je niet weet hoe je erfgoed veilig kunt stellen bij de gemeente gaat het gemakkelijk mis. Niet omdat veilig stellen moeilijk is, maar omdat veel gemeenten nauwelijks aan het belang van erfgoed denken. En het dus op hun beloop laten. We roepen daarom erfgoedvrijwilligers op om tijdig in actie te komen. De meeste erfgoedvrijwilligers zijn dat niet gewend. Door de nieuwe wetgeving is het ineens wel heel belangrijk geworden. Juist ook voor AWN’ers. Archeologie is de bodem, het fundament van het erfgoed.

Wat kun je doen, en wanneer? Bescherming van erfgoed valt onder de nieuwe Omgevingswet. Hoewel die wet pas in 2022 van kracht wordt, sorteren rijk, provincies en gemeenten daar nu al volop op voor. Ze doen dat met omgevingsvisies en met een nieuwe generatie omgevingsplannen en -vergunningen. Gemeenten zijn verplicht om burgers bij hun omgevingsvisies te betrekken, maar ze mogen zelf bepalen hoe ze dat precies doen. En ook wie ze voor die burgerparticipatie uitnodigen. Erfgoedvrijwilligers en -organisaties moeten daarom zelf in de gaten houden, en vervolgens aan de bel trekken, zodra het totstandkomingsproces van een omgevingsvergunning bij een gemeente start. Doen ze dat niet, dan staat het erfgoed meteen al op achterstand. En maakt het weinig kans meer op bescherming of vergunningverlening.

De landelijke AWN, Bond Heemschut, Landschap Erfgoed Utrecht en deskundigen van Wageningen Universiteit hebben hiervoor een eendaagse interactieve cursus ‘Erfgoed(leek)vrijwilligers en de Omgevingswet’ ontwikkeld. Die cursus is nu ook beschikbaar voor

Leden kascommissie gevraagd

Idealiter bestaat de kascommissie van de AWN uit drie leden. De leden zijn drie jaar in functie en ieder jaar neemt het oudste lid (in dienstjaren) afscheid en wordt vervangen door een nieuw lid. Momenteel kent de kascommissie echter nog maar twee leden, waarvan er één afscheid zal nemen op de ALV 2021. Op de komende ALV dienen er dus twee nieuwe leden te worden benoemd.

De controle van de boeken vindt jaarlijks plaats op een zaterdagmiddag in maart. De kascommissie legt vervolgens verantwoording af aan de ALV over de door haar verrich-

regionale AWN afdelingen. Een geslaagde pilot van deze cursus in september werd door de deelnemers met gemiddeld een 8 gewaardeerd.

Je leert tijdens de cursus welke effectieve manieren er zijn om binnen de nieuwe Omgevingswet voor het belang van erfgoed in je eigen regio op te komen. En waarom het zinvol is om samen met andere erfgoedorganisaties op te trekken. Vanwege de interactieve en intervisieaanpak in drie estafette-workshops kunnen steeds maximaal 21 deelnemers in elke regio deelnemen. Je moet wel van tevoren enig voorbereidings- en inleeswerk doen. Ter ondersteuning, inspiratie en

uitwisseling is er na de cursus een pakket met een opvolgsysteem voor de deelnemers. De kosten voor docenten, cursusruimte, materialen en catering bedragen € 5.000. Gelukkig worden die volledig gedekt door een subsidie van het Fonds voor Cultuurparticipatie, mits elke deelnemer zelf een kleine bijdrage betaalt.

Belangstelling voor de cursus? Bel of mail

Hetty Laverman, vicevoorzitter AWN, voorzitter Belangenbehartiging: 06 · 236 183 14 of H.M.LavermanBerbee@gmail.com

Deelnemers aan de pilot in september 2020.

te werkzaamheden en de hieruit voortvloeiende bevindingen over de financiën van de AWN

Financiële vacatures

Om de financiële stromen te beheren zoekt de AWN per april 2021 een nieuwe penningmeester en twee leden voor de kascommissie. Na het volmaken van twee zittingsperiodes van ieder vier jaar wil de huidige penningmeester zijn functie graag overdragen aan een andere AWN’er. Heb jij affiniteit met cijfers, het uitbetalen van declaraties en het incas-

seren van contributies? Heeft het opstellen van een financieel jaarverslag en een jaarbegroting daarnaast voor jou geen geheimen en wil je binnen het landelijk bestuur mee praten over archeologie en het beschermen en behouden van het archeologisch erfgoed van Nederland? Meld je dan bij het bestuur als kandidaat voor het AWN-penningmeesterschap. Voor vragen over de functie kun je contact opnemen met Harmen Spreen: 020 · 453 70 21 of hspreen@xs4all.nl.

Naast penningmeester van de AWN ben je (uit hoofde van de AWN-functie) ook penningmeester van het AWN-Archeologiefonds

Romeins KwartierHeerlen: archeologie op straat

Archeologie voor, door en met publiek

Tijdens de zomervakantie stond in Heerlen de ArcheoHotspot, gevestigd in De Vondst: Centrum voor archeologie in Limburg, tijdelijk op straat, slechts enkele meters verwijderd van de plaats van een archeologische opgraving. Burgers konden zo ‘op locatie’ kennis maken met archeologie, vragen stellen aan archeologen en vooral ook zelf met de talrijke vondsten aan de slag gaan. Hier een verslag van een zeer geslaagde samenwerking tussen archeologen en publiek.

Coriovallum, op het kruispunt van wegen Archeologisch onderzoek in Heerlen is altijd spannend! Zeker als er dwars door het hart van de Romeinse vicus Coriovallum wordt gegraven. Voor de deur van het Thermenmuseum is tijdens de zomermaanden een grote brede sleuf aangelegd. Aanleiding hiervoor is de uitbreiding van het warmte- en koudenetwerk, nodig om gebouwen te voorzien van aardgasvrije warmte en koude. De 1750 meter lange sleuf kruiste zowel de Romeinse weg van Xanten naar Aken (Via Traiana) als de Romeinse weg van Boulogne sur Mer naar Keulen (Via Belgica). Juist op het kruispunt van die twee wegen is de Romeinse nederzetting ontstaan. Jarenlang onderzoek heeft de voetafdruk van Romeins Heerlen deels in kaart gebracht. Zo zijn naast talrijke pottenbakkersovens ook funderingen aangetroff en van woonhuizen en openbare gebouwen, waarvan het Romeinse badhuis toch wel het meest bekend is. Niet voor niets

wordt dit oudste gebouw van Nederland ook wel eens ‘De Nachtwacht van de Nederlandse Archeologie’ genoemd. De kans op aantreffen van resten uit het rijke Heerlense verleden was dan ook groot, zodat de graafwerkzaamheden zijn uitgevoerd onder archeologische begeleiding.

Tijdens het onderzoek zijn verschillende structuren aangetroffen, waaronder een deels intacte Romeinse weg (Via Traiana), verschillende kuilen, muurwerk en diverse grachten. Van deze sporen moet verder onderzoek nog uitwijzen wat de precieze datering en functie is. Daarnaast zijn natuurlijk ook talrijke vondsten aan het licht gekomen.

ArcheoHotspot naast de put

De gemeente Heerlen zet zich al jaren in om archeologie bij de burger te brengen en zag dit project als een uitgelezen kans om de burgers actief te betrekken bij het wetenschappelijke onderzoek om zo ook een brug te slaan tussen archeologie en publiek. Vanuit die gedachte richtte de gemeente Heerlen tijdens de zomervakantie een tijdelijke archeologische werkplaats in. In de binnenstad van Heerlen werd een leiding aangelegd om diverse gebouwen op het mijnwaternetwerk aan te sluiten. De kans was groot dat daarbij vondsten met archeologische waarde gevonden werden. In samenwerking met De Vondst: Centrum voor archeologie in Limburg en het Thermenmuseum is de ArcheoHotspot

Gevonden werd een deels intacte Romeinse weg, de Via Traiana, te herkennen aan een roodbruin grindpakket. In de Romeinse tijd had de weg overigens een goede herkenbare bolling die zorgde voor de afwatering. Aan de andere kant een vermoedelijk middeleeuwse gracht die de Romeinse weg op dit punt heeft verstoord. De gracht is te herkennen aan een verkleuring in de bodem.

speciaal voor deze gelegenheid vanuit ‘De Vondst’ naar buiten gebracht. Voor het Thermenmuseum is gedurende een periode van zes weken de ArcheoHotspot ‘coronaproof’ ingericht. Die ArcheoHotspot stond letterlijk op straat, op enkele meters verwijderd van de graafwerkzaamheden. Twee dagen per week konden burgers deelnemen aan het archeologisch onderzoek, zichtbaar voor toevallige passanten en geïnteresseerden. In de tijdelijke ArcheoHotspot was het mogelijk om met de archeologen te praten, kaarten te bekijken en vooral ook om zelf aan de slag te gaan met de vondsten die door de archeologen werden verzameld. De vondstverwerking maakt een belangrijk onderdeel uit van het wetenschappelijk onderzoek en stond dan ook onder toezicht van een archeoloog.

De ArcheoHotspot bleek een groot succes! Jong en oud staken de handen uit de mouwen. Honderden vondsten zijn gewassen. De vrijwilligers maakten onlosmakelijk deel uit van het archeologisch onderzoek. Archeologie voor, door en met publiek.

Coriovallum anno nu

Dit stadsdeel van Heerlen is beter bekend als het ‘Romeins Kwartier’: waar archeologie een belevenis van nu wordt. Het Romeins Kwartier is in grote lijnen het gebied rondom het Thermenmuseum, Tempsplein, het centrum voor archeologie in Limburg De Vondst en het stadhuis. Hier wordt gewerkt om het Romein se verleden van Heerlen een nieuwe plek, midden in de stad te geven. Het doel is om het rijke Romeinse verleden terug te brengen in de openbare ruimte en in de harten van de Heerlenaren. De inrichting van de ArcheoHotspot in het hart van het Romeins Kwartier heeft er zeker toe bijgedragen dat iedere bezoeker zich bewust is geworden van de aanwezigheid van een 2000 jaar oude ‘stad’ onder het Coriovallum anno nu. Om dit extra te benadrukken en te beleven is in samenwerking met Visit Zuid-Limburg een Romeinse Route gelanceerd met ontdekplekken, ondersteunende podcasts en een geocache!

Meer weten?

Voor wie meer wil weten over het Romeins Kwartier Heerlen biedt de website www.romeinskwartierheerlen.nl veel informatie. Over De Vondst en het Thermenmuseum zie de websites https://www. devondst.nl en https://www.thermenmuseum.nl. De Vondst is ook te vinden op social media: https://www.facebook.com/DeVondst/.

Marthe Donders (archeoloog bij RAAP Archeologisch adviesbureau, links) begeleidde de vondstverwerking in de tijdelijke archeologische vindplaats.

Behalve de Romeinse weg leverde de opgraving talrijke andere vondsten op.

Archeologie op straat: het publiek aan de slag met een deel van de grote hoeveelheid vondsten.

Verantwoording

Over de auteur

Hilde Vanneste is regioarcheoloog in Parkstad Limburg.

Vijftig jaar zoeken naar Hamaland

AWN afdeling 18 Zuid-Salland, IJsselstreek en Oost-Veluwe

In 1969 werd in Deventer de AWN afdeling Zuid-Salland, IJsselstreek en Oost-Veluwe opgericht. De lange naam maakt meteen duidelijk hoe divers dit gebied is, met de twee Hanzesteden Deventer en Zutphen langs de Ijssel, de Veluwse stuwwal met Apeldoorn in het westen en grote delen van Salland en de Achterhoek in het oosten. In totaal beslaat de regio acht gemeenten. Zo divers als de landschappen is ook de archeologie. Prehistorie op de zandgronden: grafheuvels, vuursteen en klokbekers. Terwijl Deventer en Zutphen een vrijwel continue stroom aan onderzoek van middeleeuwse beerputten, huizen en straten in de stadskernen produceren.

De aanleiding

Er was ruim vijftig jaar geleden ook wel aanleiding voor het oprichten van een AWN afdeling. De steden groeiden en waren zich aan het vernieuwen en vrijwilligers zagen met lede ogen aan hoe daarbij veel bodemarchief verloren ging. Voor de bulldozer uit redden zij wat er te redden viel. De afdeling bouwde in die tijd veel ervaring op, zodat er bijna professioneel onderzoek plaatsvond. Sommige van die onderzoeken hadden ook een ongekende schaal. Zo dreigde de A1 het terrein van het klooster Ter Hunnepe

te doorsnijden. Dat was aanleiding voor bijna dertig jaar onderzoek, waarbij vrijwel de hele plattegrond van het klooster werd blootgelegd. Een hardnekkig verhaal binnen de afdeling is, dat door persoonlijk ingrijpen van een van de AWN leden het tracé van de A1 een aantal meters is verlegd om het kloosterterrein te sparen. De A1 heeft daar nu een iets andere loop dan oorspronkelijk gepland. Mocht u Deventer passeren op weg naar Duitsland, dan kunt u er rekening mee houden.

Samenwerken met professionals

Zoals in veel afdelingen veranderde er veel rond het jaar 2000. De drie steden in de regio hadden intussen een gemeentearcheoloog aangesteld en het archeologische werk werd uitgevoerd door professionals. De eerste jaren is door de AWN veel energie gestoken in het uitwerken van oud onderzoek. Daarvoor was er zelfs een lokaal project ‘Odyssee’. Het resulteerde bij het veertigjarig bestaan in een jubileumboek met een overzicht van tientallen onderzoeken en enkele jaren later met een rapport over vijfentwintig jaar onderzoeken van de AWN werkgroep in Apeldoorn. Was het een aantal jaren zoeken naar een nieuwe rol, intussen bestaat er een soepele samenwerking met de gemeentelijke ar-

Deze Christuskop werd gevonden bij de opgraving op het terrein van het klooster Ter Hunnepe.

cheologische diensten in Zutphen (gemeentearcheoloog Michel Groothedde is betrokken AWN lid), Deventer, waar het allemaal begon, en Apeldoorn. In die laatste plaats werd jaloers naar de twee andere steden gekeken, en mede door de AWN lobby rond 2000 kwam daar ook een gemeentelijke archeologische dienst. Bovendien is er in Apeldoorn intussen ook een regioarcheoloog voor enkele van de omringende gemeentes.

Zowel de gemeentelijke diensten als de gravende bedrijven geven tegenwoordig als het even kan aan vrijwilligers de mogelijkheid mee te helpen. In Zutphen zijn vrijwel wekelijks AWN’ers te vinden op het depot en vaak ook buiten in het veld. In Apeldoorn helpen vrijwilligers bijna elk jaar wekenlang in een strakke ploegendienst mee bij projecten van bedrijven als E-Consultancy (Lieren, Uddel), RAAP (Het Loo), ADC (Loenen), Laagland archeologie (Apeldoorn) en Hamaland advies (Loenen).

Nieuwe vormen van amateurarcheologie

Naast meewerken met professionals zijn ook nieuwe vormen ontdekt van projecten die de AWN zelfstandig kan doen. Een nieuw onderwerp, vooral op de Veluwe, is historisch onderzoek in de grote natuurgebieden. Soms getriggerd door natuurontwikkeling zoals bij Radio Kootwijk en het Beekbergerwoud, waar over vele hectares de bodemlaag werd afgegraven. Het bood de mogelijkheid over een groot oppervlak houtskoolmeilers te inventariseren. Bij Radio Kootwijk uit de vroege middeleeuwen en in het Beekbergerwoud, tot de ontginning in 1870 het laatste oerbos van Nederland, uit de achttiende en negentiende eeuw. In andere gevallen vroegen grondbeheerders als Staatsbosbeheer en Gelders Landschap om meer historische informatie over hun terreinen te verzamelen. De projecten hebben geleid tot een handvol publicaties over cutuurhistorische resten in de Veluwse bossen.

Een ander mooi voorbeeld van goede contacten met de natuurbeheerders en regionale archeologen is de aanwijzing van de schans op de Lochemse berg tot archeologisch monument. Geldersch Landschap greep het moment meteen aan om de dennen op de schans te verwijderen zodat hij weer goed zichtbaar is in het landschap.

In Deventer breidde de aparte werkgroep Bouwhistorie het onderzoeksterrein bovendien uit naar gebouwen die nu eens niet verdwenen waren. Zo werd een deel van de Proosdij onderzocht, dat nu onderdeel van de Openbare Bibiliotheek is. Dat onderzoek leidde tot een aansprekend boekje. Het oudste stenen huis van Nederland vormt het andere deel van de Proosdij.

Een eigen plek in de regionale archeologie

Op deze manieren heeft de AWN steeds meer een eigen plek in de archeologie van de regio ontwikkeld. Een plek die ook steeds meer wordt gezien. Zo wordt bij alle bureau-onderzoeken in Apeldoorn de AWN verplicht geraadpleegd, die in haar eigen GIS-systeem alle bij hun bekende kennis heeft verzameld en zo aan kan geven waarmee rekening gehouden moet worden. En af en toe dient zich toch weer de mogelijkheid aan om zelf-

AWN’ers onderzoeken een middeleeuws erf in Epe.

standig onderzoek te doen. Dat gebeurt als bij bouwwerkzaamheden iets ontdekt wordt dat niet was voorzien bij de archeologische voorbereiding en waarbij professioneel onderzoek niet meer kan worden gerealiseerd. Een aansprekend project was de ontdekking van bewoningsresten in een aantal bouwputten in Gorssel, in een vrijwel continue reeks van de middenbronstijd tot in de ijzertijd. In het oog springend was onder andere een veertigtal fragmenten aardewerk uit de Vlaardingencultuur of, meer in de buurt, de Swifterbant- of Trechterbekercultuur. De gemeente Lochem heeft middelen ter beschikking gesteld om deze vindplaats grondig uit te werken. Een project dat hopelijk dit jaar kan worden afgerond.

Veldkarteringen: Op zoek naar Hamaland

We schrijven 1046. Koning Hendrik III draagt zijn grondbezit in Deventer over aan bisschop Bernold. Het gaat om kerkelijk bezit in Deventer en een graafschap in Hamaland, met duidelijk omschreven grenzen. Dat gebied blijkt een flink deel te omvatten van de AWN afdeling 18. Het inspireerde de afdeling een jaar of tien geleden om op zoek te gaan naar archeologische resten uit de periode van 800 tot 1100, de bloeiperiode van het graafschap Hamaland. Dat gebeurde in tientallen veldkarteringen, vooral in de gemeente Voorst langs de westgrens van het graafschap, op de westelijke oever van de IJssel. Het project was extra interessant, omdat de IJssel pas aan het eind van de Romeinse tijd of in de vroege middeleeuwen is ontstaan. Een mooi project voor de winterperiode als de akkers braak liggen en er geen andere klussen voorhanden zijn.

Fragmenten aardewerk uit de Vlaardingencultuur uit Gorssel.

De Proosdij uit 1130. Rechts het oudste stenen huis in Nederland. .

Vijftig jaar zoeken naar Hamaland

Op zoek naar archeologische resten uit de periode 800 tot 1100: veldkartering bij Teuge.

Het jubileumboek

De zoektocht naar Hamaland inspireerde niet alleen tot het afstruinen van akkers. Toen het jubileum zich aandiende was het ook een mooi thema om aandacht te besteden aan vijftig jaar activiteiten van onze afdeling, met als thema de archeologie uit de negende tot en met elfde eeuw. Het resultaat is een boek waarin alles samenkomt: oude onderzoeken die de afdeling in de beginjaren zelfstandig uitvoerde, veldkarteringen van de laatste jaren waarmee het Hamalandse onderzoek begon, maar ook uitgebreide bijdragen door archeologen van de gemeentelijke diensten en de bedrijven waarmee de afgelopen jaren is samengewerkt. Geschreven bronnen uit deze periode zijn schaars, maar archeo-

Herman Lubberding ontvangt als eerste voorzitter van de AWN afdeling 18 het eerste exemplaar van het jubileumboek van Chris Nieuwenhuize namens het huidige bestuur.

logisch onderzoek laat zien welke ontwikkelingen plaatsvonden. De eerste kerken worden gebouwd en de grond wordt in cultuur gebracht. Daarbij ontstaan de dorpskernen die we nu nog kennen, zoals Voorst en Twello. Deventer verandert vanaf 850 van een boerennederzetting in een stad met een kerk, handel en ambachtelijke activiteiten. De vondst van een achtste-eeuws grafveldje in de Assenstraat laat ruimte om te speculeren over het graf van Lebuinus, stichter van de kerk.

Ook Zutphen kent in de Karolingische tijd een stormachtige ontwikkeling. Brandsporen en skeletten van een vrouw en kind lijken te koppelen aan Vikingaanvallen. Kort daarna wordt de ringwalburg aangelegd die goed herkenbaar is in het stratenpatroon van de stad. In Wapsen, tegenover Zutphen, lag mogelijk een winterkamp van de Vikingen.

Aan de andere kant van het onderzoeksgebied, in Uddel, wordt uit dezelfde periode een met palissaden omgeven nederzetting opgegraven. Een aanwijzing voor roerige tijden. Op veel andere plaatsen op de Veluwe rond Apeldoorn, zoals in Loenen en Radio Kootwijk, wijzen resten van ijzerwinning op grootschalige ijzer industrie. Uit de resten van bewoning bij Hoenderloo blijkt bovendien dat klimaatverandering geen nieuw fenomeen is: de nederzetting wordt rond het jaar 1000 verlaten en verdwijnt onder stuifzand.

De muntslag van Deventer, vondsten van Karolingische munten in Raalte, een strijkglas in Terwolde en de introductie van bootvormige boerderijen illustreren de inbedding van Hamaland in regionale en internationale netwerken.

Kortom, voldoende puzzelstukjes die een fascinerend beeld geven van de ontwikkeling van het gebied aan weerszijden van de IJssel rond het jaar 1000, het oude graafschap in Hamaland.

Verantwoording

Over de auteur

Chris Nieuwenhuize is bestuurslid van AWN afdeling 18 Zuid-Salland, IJsselstreek en Oost-Veluwe.

Vrijwilliger aan het woord: Wim ’t Hart

Vroege belangstelling

Mijn belangstelling voor archeologie gaat heel ver terug. Dat begon eigenlijk al in mijn vroege jeugd met het lezen van Kuifje in Peru en snel daarna alles wat maar ging over de teloorgegane Incabeschaving. Wat jammer, dacht ik, dat er zoveel verdwenen is en dat we er eigenlijk zo weinig van weten! En dat wilde ik juist: te weten komen hoe het geweest was en wat mensen in het verleden allemaal gedaan en gebouwd hebben en waarom. Ik ben altijd veel blijven lezen, maar echt actief in de archeologie werd ik pas toen ik zo’n twintig jaar geleden lid werd van de AWN. Zodoende kon ik meehelpen in Amsterdam, mijn woonplaats, bij verschillende projecten in de binnenstad waarvan de meest interessante ‘de zeef’ was, die in samenhang met de aanleg van de Noord Zuid metrolijn

de opgespoten grond uit de oude middeleeuwse havenmond in het Damrak over een lopende band uitstortte. Het aantal vondsten dat mijn handen daar gepasseerd is was gigantisch, en je raakte zo bedreven in het herkennen dat je op een gegeven moment de kleinste voorwerpen zoals schedelfragmentjes van vissen in de voorbijglijdende modder kon onderscheiden.

Meer tijd voor veldwerk

Later kreeg ik meer tijd voor het veldwerk, en wel op een breed vlak. Ik kon gaan graven in Duitsland, nabij Oldenburg. Henk Rebel, bestuurder van de AWN afdeling Utrecht, regelde via zijn netwerk de mogelijkheid voor AWN ’ers om in Duitsland en België te helpen bij een aantal projecten. Daar leerde ik werken volgens bekend Duits recept: spatrechte cou-

pes, brandschone opgravingsvlakken en duidelijke profieltekeningen.

Daarna volgde een mooie bronstijdopgraving in West-Friesland samen met ADC. Daar kwamen vooral uitgebreide greppelsystemen aan het licht, die over een periode van meerdere honderden jaren waren aangelegd. Vervolgens een Merovingische opgraving bij Katwijk, geleid door de plaatselijke AWN afdeling, waarbij uiteindelijk de plattegronden van vijf boerderijen werden blootgelegd. Bijzonder was, dat bij beide projecten publieksdeelname was georganiseerd, zodat er ook begeleiding geboden moest worden. Binnen Amsterdam kon ik meedoen bij het onderzoeken van boerenwoningen, die van de vijftiende tot in de zeventiende eeuw gestaan hadden in Waterland langs de zeedijk.

Romeinse klus

Mijn laatste klus was Romeins. van heel andere aard, maar minstens zo boeiend, omdat hier meer de diepte werd ingegaan. Na de vondst van een stuk Romeinse (limes)weg nabij Valkenburg in Zuid-Holland moesten de houten palen, die dienden als beschoeiing van het weglichaam, beschreven en onderzocht worden op bewerkingssporen. Heel interessant was de ontdekking van een aantal slagstempels met militaire aanduidingen, die iets zouden kunnen zeggen over de organisatiestructuur van het leger.

Al met al heb ik veel kennis opgedaan, zowel met de technieken van opgraven en het verwerken van vondsten als met verschillende perioden in het bodemarchief. Ik heb ontdekt dat het in de archeologie essentieel is om goed te registreren wat er gevonden wordt, hoe weinig spectaculair ook op het eerste gezicht, zonder er meteen allerlei interpretaties op los te laten. Belangrijk is om het bodemarchief voor zichzelf te laten spreken. Daarom is alles wat je vindt van gelijk belang.

Wim in actie bij het tekenen van een coupe bij een opgraving in Waterland.

Jeroen ter Brugge

Educatief Archeologisch Erf Masamuda

AWN

initiatief leidt

tot

educatief-archeologische

trekker in samenwerking met Universiteit Leiden

Sinds 2015 wordt in de Vlaardingse Broekpolder door een groep vrijwilligers die voortkomt uit de AWN afdeling Helinium (waaronder diverse opgeleide archeologen en verder personen van uiteenlopende pluimage) uitvoering gegeven aan de realisatie van het Educatief Archeologisch Erf Vlaardingen, sinds 2019 onder de naam ‘Masamuda'. Het doel van dit project is het realiseren van een educatief-archeologisch park waar een tijdreis gemaakt kan worden van de steentijd tot en met de middeleeuwen, bestaande uit reconstructies van gebouwen en landschappen zoals gedocumenteerd tijdens opgravingen in het Maasmondgebied (de Metropoolregio). Vanaf het begin wordt nauw samengewerkt met de vakgroep Material Culture Studies van de Leidse archeologiefaculteit.

Masamuda en het Vlaardingencultuurhuis Masamuda is één van de kernprojecten van het in 2006 opgerichte burgerinitiatief Federatie Broekpolder en beoogt het rijke archeologische erfgoed uit de Maasmondregio door middel van reconstructies van opgegraven gebouwen en de bijbehorende oude landschappen voor het onderwijs en andere belangstellenden te doen herleven. Gekozen is voor reconstructies uit het vroege en late neolithicum (nieuwe steentijd), de ijzertijd, de (inheemse) Romeinse tijd en de volle en late middeleeuwen. De gebouwreconstructies worden in hun oorspronkelijke biotoop geplaatst: deels die van een natuurlijke oorsprong en deels de daarin geplaatste tijd specifieke cultuurlandschappen, die verband houden met de exploitatie van de directe omgeving in het verleden. Het leidend element is een grote (getijde-)kreek, waaraan alle nederzettingen zijn gelegen. Inmiddels zijn twee gebouwreconstructies gereed: een huis uit de late steentijd (Vlaardingencultuur) en een huis uit de volle middeleeuwen, het zogenaamde ‘Rottahuis’ van rond het jaar 1000. Een derde gebouwreconstructie nadert zijn voltooiing en is gebaseerd op een in Spijkenisse opgegraven boerderij van rond 900-950.

Nauwkeurig vastgelegde reconstructie

Dat de keuze voor de eerste reconstructie op een huis uit de Vlaardingencultuur viel, laat zich makkelijk raden. Hoewel Vlaardingen inmiddels bekend staat als een gemeente waar uit diverse archeologische perioden interessante vondsten zijn gedaan, is die van de naam gevende typesite (inter-) nationaal natuurlijk de meest

aansprekende. In Vlaardingen zelf zijn paalconstructies gevonden die zeer waarschijnlijk huisplattegronden vertegenwoordigen, maar voor de reconstructie is het meest gaaf bewaarde grondplan gebruikt, namelijk dat uit Haamstede-de Brabers. Eerder al verrezen zowel op Archeon als in het Horsterwold reconstructies op basis van deze plattegrond. Deze lieten zien dat verschillende interpretaties mogelijk zijn. Met deze ervaringen heeft prof.dr. Annelou van Gijn van de onderzoeksgroep Material Culture Studies van de archeologiefaculteit van de Universiteit Leiden een constructie beredeneerd van een tweeschepig huis met zadeldak en vlakke kopgevels. De ervaringen die zij met bouwmeester Leo Wolterbeek en steentijd-ambachtsman Diederik Pomstra in Horsterwold opdeed heeft ze in dit huis op een hoger plan gebracht. Net als dit, inmiddels onder wetenschappelijke begeleiding afgebrande, huis is het Vlaardingse exemplaar geheel met reconstructies van vuurstenen, benen en houten Vlaardingencultuurgereedschap nagebouwd. Werkelijk alle handelingen zijn nauwkeurig gedocumenteerd. Niet alleen is de tijdsduur van de uiteenlopende bouwactiviteiten gemeten, ook is beschreven wie de handeling uitvoerde en of deze een ervaren persoon is of een beginneling. De slijtage van het gereedschap is vastgelegd en de bewerkingssporen op het gereedschap zijn microscopisch onderzocht en vastgelegd. Een en ander zal de komende tijd in rapportvorm en een publicatie geanalyseerd worden. Uiteraard is ook de levensduur van het Vlaardingencultuurhuis onderwerp van de be-

Archeologiestudenten van de Universiteit Leiden bouwen aan het Vlaardingencultuurhuis (2016). Zie ook dit filmpje op YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=kVkIeMAB6cU.

langstelling. De komende jaren zal dus ook het reguliere onderhoud nauwlettend worden gedocumenteerd en wie weet leidt dit tot een aanpassing van de reconstructie wanneer een tweede exemplaar op basis van dezelfde plattegrond op Masamuda wordt gebouwd.

NWO-subsidie voor archeologische experimenten op Masamuda

Zo ontwikkelen zich de inzichten en de kennis van het leven in de Vlaardingencultuur. Dit is ook precies de reden waarom Van Gijn het afgelopen jaar een aanvraag indiende bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Op Masamuda gaat wetenschapsontwikkeling samen met publieksparticipatie en -beleving, dat exact paste in het NWO-programma ‘Archeologie Telt!’ Ondanks stevige concurrentie sleepte zij voor de Leidse vakgroep deze beurs binnen. De archeologische experimenten, zoals gebruikssporenonderzoek, huizenbouw, maar ook die rondom bijvoorbeeld voedselbereiding, vinden plaats op Masamuda. Gekozen is voor Masamuda vanwege de hier aanwezige vrijwilligers en andere belangstellenden en natuurlijk omdat Vlaardingen de stad is van de Vlaardingencultuur. Hier bevond zich ooit de typesite binnen de gemeentegrenzen, terwijl veel van de nader te analyseren vondsten uit deze opgraving zich in het plaatselijk archeologisch depot bevinden. Het doel van het project is, zoals Van Gijn het zelf stelt: ‘het beter begrijpen hoe de neolithische mens het dagelijkse leven in de Maas-/Rijndelta ervoer.” Door wetenschappelijk onderzoek weten we min of meer hoe het toenmalige landschap er uit heeft gezien. Maar ook welke planten er

Het houtskelet van de middeleeuwse Spijkenisseboerderij (2020).

groeiden en welke dieren er werden geconsumeerd en dat die zowel door jacht als veeteelt, akkers en verzamelen werden verkregen: een typisch kenmerk van het zogenaamde kust-neolithicum. Tegelijk is vrij weinig bekend over hoe de nederzettingen er zelf nou eigenlijk hebben uitgezien, welke ambachtelijke praktijken er op na werden gehouden, hoe men zich kleedde en voedsel bereidde en hoe men zich van a naar b verplaatste in dit natte landschap.

De kern van het project

Door heel dicht bij de archeologische realiteit (de opgravingsgegevens en -analyses) te blijven, is onze blik op het dagelijks leven automatisch beperkt. En het zijn juist die aspecten waar de bezoekers van parken als Masamuda nu zo graag kennis mee willen maken. Wat at de prehistorische mens, over welke gereedschappen hadden zij de beschikking en hoe gebruikten zij deze en hoe waren ze gekleed? Zonder de harde archeologie te verloochenen, probeert Van Gijn met experimenten dit beeld voorzichtig in te kleuren. De combinatie van gebruikssporenanalyse, om onder andere te bepalen welk gereedschap voor welke activiteit werd benut, de determinatie van organische resten, bijvoorbeeld van voedselresten, maar ook resten van de huizen, en de ambachtelijke experimenten waarbij handelingen met reconstructies van gereedschap worden uitgevoerd, is de kern van het project. De resultaten van alle experimenten kunnen worden ingezet om de huizen verder in te richten, maar ook zal kunstenaar Kelvin Wilson evocatieve tekeningen maken, die een zo correct mogelijk maar tegelijk tot de verbeelding sprekend beeld oproepen.

Een belangrijke partner in het project is Exarc, de internationale organisatie van archeologische parken en universiteiten waar experimentele archeologie wordt bedreven. Masamuda is uiteraard vanaf het begin van zijn bestaan bij Exarc aangesloten, juist omdat het een platform is waar wetenschap en publiek bij elkaar komen. Vanaf januari 2021 gaat het project van start, waarmee de Masamuda-vrijwilligers de kans krijgen hun eigen kennis, vaardigheden en ervaring verder uit te breiden.

Annelou van Gijn, hoogleraar Material Culture Studies van de Leidse archeologiefaculteit bij het Vlaardingencultuurhuis (2016).

Ruimtelijk ontwerp voor Masamuda, opgesteld door het ontwerpteam Stroming-RAAP.

Van lelijk eendje tot mooie zwaan

Masamuda is nog (lang) niet klaar. Bewust is gekozen voor een langzaam groeimodel, waarbij niet-commerciële uitgangspunten niet overspannen raken door een uit de hand lopende exploitatie. Hoewel professionalisering van de organisatie de komende jaren onvermijdelijk is, blijft het een vrijwilligersorganisatie, waar belangstellenden, geschoold of ongeschoold, mee kunnen doen aan de archeologische ervaring. Of ze nu re-enactor zijn of graag de prehistorische akkers willen bijhouden, de motivatie moet een rijke ervaring zijn: het willen delen van het enthousiasme met de bezoeker en niet het winstoogmerk van een aandeelhouder of investeerder. Dat Masamuda zo’n geweldig en groot terrein kan benutten, is te danken aan grondeigenaar gemeente Vlaardingen en de inzet van het burgerinitiatief ‘Federatie Broekpolder’. Deze laatste vrijwilligersorganisatie nam ruim vijftien jaar geleden het initiatief om de met vervuild Rotterdams havenslib opgespoten polder een metamorfose te laten ondergaan. Van een platte, saaie en giftige pannenkoek naar een waardevol natuur- en recreatiegebied. Oftewel een transformatie van het lelijke eendje uit Andersens sprookje tot een prachtige zwaan. Sinds 2006 is deze opzet meer dan geslaagd. De natuurontwikkeling heeft een enorme vlucht genomen en diverse deelprojecten

zijn van de grond gekomen, zoals een struinbos voor de jeugd en het Educatief Archeologisch Erf Masamuda. De beschikbare twintig hectare wacht nu op de noodzakelijke grondverbetering. Het terrein zal daartoe met twee tot drie meter schone grond worden opgehoogd en tegelijk kunnen daarmee de diverse landschapsreconstructies plaatsvinden. De schone grond betekent grote kansen voor de natuurontwikkeling met een veel grotere soortenrijkdom en de kans ook natuur- en milieueducatie aan de scholen aan te bieden. Centraal op het terrein komt de getijdekreek en daaraan de geografie die hoort bij de dynamische landschapsgeschiedenis van de Maasdelta. Het Vlaardingencultuur-huisterrein is al opgehoogd en in 2018 verrees ook het middeleeuwse erf boven het maaiveld.

Middeleeuws erf

Er was een goede reden om in 2018 het middeleeuwse erf als deelproject te kiezen. Duizend jaar daarvoor vond namelijk ‘bij Vlaardingen’ een veldslag plaats tussen de Westfriese graaf Dirk III en zijn leenheer, de Duitse keizer. Inzet was de feitelijk illegale tol op de Maas die Dirk was begonnen te heff en, maar eigenlijk was het de keizer er om te doen de groeiende zelfstandigheid van zijn onderdaan aan de rand van zijn rijk te beteugelen. Dirk won echter

Interieur van het Rottahuis met bewoning van re-enactorgroep ‘Eburones’ (2020).

en vandaar dat de Slag bij Vlaardingen een symbolische betekenis heeft gekregen. De best onderzochte huisplattegronden in de regio uit deze periode zijn opgegraven in Rotterdam en Spijkenisse. In de bouwput van de Rotterdamse Markthal is een pre-stedelijke woning uit circa 1000 van de nederzetting Rotta opgegraven en een kolossale boerderij uit circa 900-950 werd in SpijkenisseHartel West onderzocht: beide gebouwen met een heel eigen karakter. Het ‘Rottahuis’ werd grotendeels met contemporain gereedschap nagebouwd, terwijl studenten en staf van Annelou van Gijn enige experimenten tijdens de bouw uitvoerden. Erg belangrijk bij deze gebouwreconstructies was ook de inbreng van Archeologie Rotterdam, de gemeentelijke archeologische dienst van de Maasstad. De archeologen van deze dienst hebben beide huizen opgegraven en krijgen een voor archeologen unieke ervaring: het zien verrijzen van wat ze zelf hebben opgegraven. De huizen staan op de toekomstige oeverwal van de grote kreek en zijn inmiddels ingebed door akkers, een bleekveldje en weiden. De natuurlijke setting maakt de huizen erg foto- en filmgeniek. Inmiddels hebben al tweemaal filmopnamen door de NPO plaatsgevonden voor afzonderlijke documentaires over de bewoningsgeschiedenis van Nederland. En dat zullen vast niet de laatste zijn. Educatief maar ook maatschappelijk interessant is bovendien dat de bouwmaterialen uit de Broekpolder betrokken worden. Medewerking van Staatsbosbeheer en de Gemeente Vlaardingen leidde ertoe dat het rondhout en riet direct naast de deur geoogst kon worden, een klassieke win-winsituatie met een gunstig ecologisch neveneff ect.

Boomstamkano’s en een punter

Naast de landschappen en gebouwreconstructies is Masamuda ook actief binnen een typisch wetland-thema: het vervoer over water. Inmiddels is een viertal prehistorische en (inheems-) Ro-

Eerste vaartocht met de replica-boomstamkano uit de ijzertijd met Vlaardingse basisschoolleerlingen, onder het camera-oog van het Jeugdjournaal (2018).

meinse kano’s vervaardigd naar opgegraven voorbeelden. Het doel van het kanoproject is zowel educatief als wetenschappelijk. Het inzetten van kano’s voor de educatieve activiteiten van Masamuda vormt de basisgedachte. De centrale kreek van het Masamuda-ontwerp (opgesteld door het ontwerpteam Stroming en RAAP) zal de leerlingen en andere bezoekers in staat stellen van het ene tijdvak naar het andere te peddelen of bomen. Het meest spectaculair is de kano-reconstructie van de boomstamboot die in Vlaardingen (Vergulde Hand-West) is opgegraven en uit de vroege ijzertijd stamt. Volledig wetenschappelijk gedocumenteerd is deze in 2017 met ijzertijdbijlen en -dissels uit een eikenstam gehakt. Ook de door Helinium vervaardigde reconstructie van een kano uit de Romeinse tijd (Vlaardingen, vindplaats Hoogstad) maakt onderdeel van de collectie uit. De jongste loot aan de vaartuigenboom is een punter van rond 1270. Een exacte replica van de onder de dam in de Rotte (locatie Spoortunnel) opgegraven punter, die Masamuda in opdracht van Museum Rotterdam heeft gebouwd.

Besluit

Masamuda is mensenwerk en dan vooral die van de vrijwillige soort. Veel leden van de AWN-afdeling Helinium zijn actief op het erf, als archeogids, meebouwend aan de huizen, bij het onderhouden van de akkers of het maken van gebruiksvoorwerpen. Masamuda is niet het privilege van Helinium. Ook andere AWN’ers zijn van harte uitgenodigd om mee te doen. Door de veranderingen in het archeologisch bestel krijgen vrijwilligers veel minder gelegenheid dan voorheen om actief te zijn bij opgravingen. De inzet op Masamuda biedt de kans de fascinatie voor het vak toch tot uiting te brengen. En met succes!

Verantwoording

Over de auteur

Jeroen ter Brugge is coördinator van Educatief Archeologisch Erf Masamuda.

VAN DE VERENIGING

NIEUWS

In Memoriam

In 2020 hebben we afscheid moeten nemen van drie bijzondere AWN’ers, die elk op hun manier heel veel voor onze vereniging hebben betekend.

Dicky de Koning

Op 5 augustus overleed, zeer onverwacht, Dicky de Koning. Dicky was de spil van onze afdeling, een bevlogen persoon en sinds vele jaren betrokken bij alle facetten van de archeologie in Zeeland en daarbuiten. Ze was bijzonder goed in het leggen van contacten en gebruikte haar uitgebreide netwerk voor allerlei doeleinden ten bate van de Zeeuwse archeologie. Vaak nam ze het voortouw bij allerlei activiteiten: tentoonstellingen, lezingen, cursussen, terreinverkenning, rondleidingen, werven van vrijwilligers, enzovoort. Dicky promootte bij elke gelegenheid de AWN. Ze wist vele leden enthousiast te maken en betrok andere werkgroepen in de provincie bij de AWN. Ook zorgde ze ervoor dat het afdelingsblad Zuidwesterheem steeds gevuld werd met artikelen die op Zeeland betrekking hadden en waar ze zelf ook tekst voor aanleverde. Ze onderhield contacten met beroepsarcheologen en nodigde ze uit om te komen kijken of te determineren. Zo bereikte ze dat van de aardewerkcollectie uit het Stadhuismuseum in Zierikzee vorig jaar een fraaie bundel het licht zag en dat de voorwerpen werden opgenomen in het Deventer Systeem. Educatie stond hoog op haar agenda. Ze besteedde veel tijd en energie aan het enthousiast maken van de jeugd voor de archeologie en gaf samen met anderen vele gastlessen op diverse basisscholen in de provincie. Dicky hield goed in de gaten wanneer er ergens werkzaamheden gebeurden en ging er dan met in der haast opgeroepen leden op af. Dicky

Op 25 juni 1984 ging de AWN-afdeling 24 Midden-Brabant van start. Deze afdeling beleefde een mooie start, ontplooide tal van activiteiten en groeide snel van circa veertig naar zo’n tachtig leden in 1989, maar sukkelde tegen het eind van de eeuw in slaap. Maar afdeling 24 is nooit opgeheven en het verlangen om weer op eigen benen te staan leefde al enige tijd bij enkele van de leden. Toen ook vanuit de heemkundekringen in de regio de wens werd geuit om weer ‘iets met archeo-

wist, dankzij haar enthousiasme, gedrevenheid en onophoudelijke inzet veel te bereiken. We zullen haar erg missen.

Claudia Vandepoel

Claudia Vandepoel overleed op 11 september. Claudia heeft een lange strijd gestreden tegen een steeds terugkerende kanker in haar buik. Toen ze eind juli hoorde dat haar tumor niet meer behandeld kon worden, was de verwachting dat ze nog maar een of twee weken te leven zou hebben. Maar Claudia wilde per se nog zoveel mogelijk doen in die tijd, waardoor ze het nog een hele tijd heeft volgehouden. De vele bloemen, kaarten en bezoek deden haar goed. Zij was de onbetwiste kenner van alles wat met de Romeinse keuken van doen had. ‘Wat ik maak is eigenlijk een soort geschiedenisles op een bord. Dit door te laten proeven hoe de geschiedenis smaakt’, zei Claudia er zelf over. Vaak stond zij in een kraam en kon de bezoeker daar laten proeven van Romeinse gerechten en hapjes. Ze schreef een paar boeken over dit onderwerp en ze werkte nog tot op het laatst door aan het afmaken van de Engelse vertaling van haar tweede kookboek, De smaak van de Limes, dat begin dit jaar in het Nederlands verscheen. Vanaf het begin was Claudia één van de drijvende krachten achter de ontwikkeling van de Romeinse limes als aantrekkelijk werelderfgoed.

We zullen haar lieve, levendige, actieve persoonlijkheid erg missen. Voor de AWN is het een heel groot verlies. Al vroeg trad zij toe tot het hoofdbestuur en zij was degene die de werkgroep deskundigheidbevordering opzette. Met haar grote netwerk speelde zij een enorme rol in de ontwikkeling van dat zo belangrijke aspect van de AWN!

Hans Bruggeman

Op 13 september overleed Hans Bruggeman. Veel leden van de LWAOW kennen Hans uit de periode dat de jaarlijkse LWAOW-Schervendag in Lelystad werd gehouden en van de eerste cursussen maritieme archeologie. Vanaf het begin in 1994 promootte hij actief de nieuwe werkgroep. Mede door zijn inzet kon de net drie maanden oude werkgroep (samen met de AWN) op de HISWA in december 1994 gebruik maken van een plaatsje in de stand van de Nederlandse Onderwatersport Bond. Het promoten en samenbrengen van geïnteresseerden in de maritieme archeologie was zijn passie. Met zijn verhaal ‘archeologie stopt niet bij de waterkant’ bezocht hij AWN afdelingen en duikverenigingen. Hij organiseerde duikonderzoeken in het IJsselmeer en in het Veenmeer bij Zwolle naar mogelijke restanten van een oerbos. Op de Reuvensdagen stond hij vaak met de stand om de activiteiten van de LWAOW en de AWN te promoten. Door zijn activiteiten voor de Schervendagen werd hij lid van het LWAOW bestuur. Begin 2001 kreeg hij het verzoek naast de taak van regio-coördinator, ook het secretariaat voor zijn rekening te nemen. In 2002 pakte hij samen met Jef van den Akker († 2009) de taak op om een cursus onderwaterarcheologie op te zetten. Met Jef van den Akker en Martijn Manders heeft Hans in de daarop volgende twee jaren een belangrijke bijdrage geleverd aan de samenstelling van het cursusboek voor maritieme archeologie.

Wij zullen Hans missen en hem herinneren als een persoon die gedreven zijn bijdrage heeft geleverd aan het overbrengen en bevorderen van kennis over de archeologie en in het bijzonder de maritieme tak daarvan.

logie’ te kunnen doen en met het gegeven dat de gemeentelijk archeoloog van Tilburg, Guido van den Eynde, toegang tot geïnteresseerden in de regio node miste, werd besloten concrete stappen te zetten. Er werd overlegd met het hoofdbestuur van de AWN en met het bestuur van de AVKP en een nieuw (voorlopig) bestuur ging aan de slag.

Volgens de regio-indeling van de AWN omvat Afdeling 24 de gemeentes: Dongen, Drimmelen, Geertruidenberg, Gilze en Rijen,

Goirle, Haaren, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk.

In dit prille stadium wacht er al een grote ‘klus’ met een actieve rol voor afdeling 24. Aan de zuidrand van Udenhout op de bouwlocatie Berk & Hout is begonnen met het onderzoek naar een groot en naar verwachting goed bewaard gebleven urnenveld.

Voor meer informatie over Afdeling 24: awn.afdeling24@gmail.com of telefonisch Wim van Klaveren 06 5112 4939.

VAN DE AFDELINGEN NIEUWS

Zeventiende-eeuwse gravure van Gasper Bouttats op basis van een eerdere tekening van Jacques Croes.

Een voorbeeld uit de praktijk: het kasteel van Mierlo

Het imposante veertiende-eeuwse Kasteel van Mierlo is goed gedocumenteerd in oorkonden, kaarten en tekeningen, maar waar het precies gelegen heeft is minder duidelijk. Sinds de sloop eind achttiende eeuw kennen we alleen een globale plaatsaanduiding. De lokale heemkundekring Myerle en de regioarcheologe besloten om te gaan zoeken naar de exacte locatie van het kasteel van Mierlo. Hiervoor zou een groot opgezet booronderzoek georga-

niseerd worden. Het profiel van het terrein bood evenwel geen aanknopingspunten voor resten van funderingen, grachten of de visvijver die beschreven zijn. Daarom werd de WIMA gevraagd om als voorbereiding een verkennend onderzoek te doen. De radarmetingen gaven in het verder lege weiland structuren, mogelijk van fundamenten van een groot gebouw weer. Op basis van deze inzichten kon een gerichter booronderzoek uitgevoerd worden.

Nieuwe werkgroep opgericht!

De Erfgoedwetgeving heeft het de afgelopen decennia voor vrijwilligers in de archeologie steeds lastiger gemaakt om hun liefhebberij in het veld te kunnen beoefenen. Gelukkig kan het gebruik van niet-verstorende geofysische technieken uitkomst bieden.

Vrijwilligers van de AWN afdeling in Eindhoven hebben zich in de afgelopen jaren de techniek van het toepassen van bodemradar eigen gemaakt. Deze Werkgroep voor Innovatieve Meettechnieken in de Archeologie (WIMA) voerde voor een zeer vriendelijke vergoeding onderzoeken uit in opdracht van vrijwilligers van archeologische werkgroepen en heemkundekringen, die meer te weten wilden komen over lang geleden verdwenen objecten.

Vijf jaar en tachtig projecten later legden ze hun ervaringen vast in het boek Echo’s van het verleden en werd het tijd om een volgende stap te zetten.

De werkgroep gaat nu onder de vlag van de landelijke AWN en onder de naam Werkgroep Geofysische Meetttechnieken in de Archeologie (WGMA) haar activiteiten uitbreiden over Nederland en gaat ook bemiddelen bij de inzet van andere technieken, zoals elektromagnetisch onderzoek en magnetometrie. Het doel van de WGMA is, naast het aanbieden van betaalbaar onderzoek, het uitdragen van kennis en vaardigheid over geofysische technieken. AWN vrijwilligers krijgen de mogelijkheid om actief met de technieken aan de slag te gaan.

Wilt u ook actief met bodemradar aan de slag of heeft u een interessant project op het oog? Neem dan voor meer informatie en een aanvraagformulier contact met ons op. De gegevens vindt u op de website van de landelijke AWN: https://www.awn-archeologie.nl/2020/de-werkgroep-werkgroepgeofysische-meettechnieken-in-de-archeologie/

COLOFON

Adressenlijst landelijk bestuur

Alg. voorzitter H.G. (Gajus) Scheltema (Velp), tel. 06 · 2896 0729, e-mail: voorzitter@awnarcheologie.nl

Vice-voorzitter en Belangenbehartiging H.M. (Hetty) Laverman-Berbée (Naarden), tel. 06 · 2361 8314, e-mail: h.m.lavermanberbee@gmail.com

Alg. secretaris N.T.D. (Norbert) Eeltink (Hengelo), e-mail: secretaris@awn-archeologie.nl

Alg. penningmeester H.J. (Harmen) Spreen, (Amstelveen), tel. 020 · 453 70 21, e-mail: hspreen@ xs4all.nl, IBAN: NL40INGB0000577808, t.n.v. penningmeester AWN

Bestuursleden

Veldwerkeducatie C. (Channa) Cohen Stuart (Culemborg), tel. 06 · 4505 9916, e-mail: channacs @icloud.com

LWAOW W. (Willem) de Rhoter (Leeuwarden), tel. 06 · 2376 0356, e-mail: rhoterw@hetnet.nl

PR en Communicatie P.H.A. (Paul) Flos, e-mail: prcommunicatie@awn-archeologie.nl en A. (Ad) Brand (Amersfoort), tel. 06 · 5135 8180, e-mail: adbrand1@gmail.com

Hoofdredacteur Archeologie in Nederland en AWN-Magazine L.H.W. (Leo) ten Hag, (Nijmegen) tel. 06 · 3036 3100, e-mail: lhwtenhag@planet.nl

Projecten en externe relaties H. (Henk) Hegeman (Oegstgeest), tel. 06 · 3308 4721, e-mail: hehehegeman@gmail.com

Kijk op www.awn-archeologie.nl voor:

– de contactgegevens en het activiteitenoverzicht van de 24 regionale afdelingen van de AWN

– nabestellen AWN-uitgaven

AWN-lidmaatschappen

A basislidmaatschap € 55,00

B jongerenlidmaatschap 14 t/m 27 jaar € 30,00

C huisgenootlidmaatschap € 25,00

Basisleden en jongerenleden hebben de volgende rechten:

– Toezending van de tijdschriften Archeologie in Nederland en AWN Magazine (4 maal per jaar) en eenmaal per jaar een premiumboek

– AWN-verzekering (tot en met 75 jaar) bij AWNactiviteiten en AWN-opgravingen

– Toegang tot de landelijke en de afdelingsactiviteiten van de AWN

– Toegang tot de Algemene Ledenvergadering met stemrecht

Huisgenootleden hebben alleen de drie laatstgenoemde rechten. Een huisgenootlidmaatschap kan alleen gekoppeld worden aan een basislidmaatschap op hetzelfde adres.

Lidmaatschappen gelden per kalenderjaar en kunnen op elk gewenst moment ingaan.

Bij een aanmelding vanaf 1 augustus: 50% korting, u ontvangt dan de laatste twee nummers van onze tijdschriften en het premiumboek. Vanaf 1 december is het lidmaatschap GRATIS (slechts één maand, maar wel met toezending van onze december-tijdschriften).

U kunt zich aanmelden als lid via het aanmeldingsformulier op onze website: https://www.awnarcheologie.nl/lid-worden

Na aanmelding wordt u ingedeeld bij de afdeling waar uw woonplaats onder valt, tenzij u graag bij een andere afdeling wilt worden ingedeeld. Dit kunt u bij uw aanmelding aangeven.

Opzegging dient voor 1 januari te geschieden.

Vragen over lidmaatschap, doorgeven adreswijziging en nasturen tijdschriften

H. (Henk) Kluitenberg Grebbeweg 24-A, 3911 AW Rhenen, tel. 0317 · 613 050 (na 10.30 uur), e-mail: h.kluitenberg@caesar-advies.nl

De AWN is een algemeen nut beogende instelling (ANBI).

AWN MAGAZINE

De archeologie in Nederland is voortdurend in ontwikkeling. Sinds bij wet is vastgelegd dat archeologisch onderzoek moet plaatsvinden voordat de bodem verstoord wordt, vinden er meer projecten plaats dan ooit. Tegelijkertijd is er veel aandacht voor nieuwe onderzoekstechnieken waarbij niet gegraven hoeft te worden. Ook oude opgravingen blijken vaak nog een schat aan informatie te bevatten. De kennis die archeologisch onderzoek oplevert, leert ons over de vele duizenden jaren bewoning door de mensen die voor ons kwamen. Wie waren deze mensen? Wat aten zij, hoe woonden ze en wat voor kleding droegen ze? Wat kunnen we herleiden van hun gewoonten en rituelen? Het archeologisch onderzoek van de Nederlandse bodem leidt voortdurend tot nieuwe ontdekkingen en inzichten.

De AWN is de belangenorganisatie voor belangstellenden in de archeologie, archeologiebeoefenaars en archeologievrijwilligers. De vereniging wil een schakel zijn tussen archeologie en publiek en tussen archeologie en beleid en ziet het als haar maatschappelijke taak om archeologie als bron van kennis over ons verleden te laten leven in het heden en te behouden voor de toekomst. Dit doet de AWN door bij te dragen aan de kennis over archeologie, die kennis uit te dragen en publieke betrokkenheid te bevorderen, en door de belangen van het archeologisch erfgoed te behartigen.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.