AWN Magazine 2020, 3

Page 1

Archeologie

in Nederland

jaargang 4 september 2020

3

A W N M AG A ZINE

www.archeologienl.nl

Jubileum Afdeling ZaanstreekWaterland en omstreken bestaat zestig jaar 4

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 1

Katwijk (gemeente Cuijk) Romeinse ‘A73’ontdekt 7

Archeologie in Staphorst Een voorbeeld van citizen cooperation 8

17-09-2020 11:21


2

INHOUD VAN HET BESTUUR AWN ACTUEEL AWN actueel van het bestuur

2

Nieuws van de vereniging

3

De AWN afdeling 3 ZaanstreekWaterland en omstreken

4

De Romeinse ‘A73’

7

Van ‘citizen science’ tot ‘citizen cooperation’

8

Ommeren draagt passie voor archeologie uit

12

Werkgroep ’s GRAVENhage

13

Vikingrijn: opgraving van een middeleeuwse kade in het Maximapark

14

uws van d fd li Nieuws de afdelingen

15

ArcheoHotspots Met de Stichting Archeohotspots zal de AWN binnenkort verder praten hoe we de twee concepten en activiteiten beter op elkaar kunnen laten aansluiten. Het lijkt alsof de lokale afdelingen en plaatselijke hotspots elkaar nog niet zo goed kunnen vinden. Elke bijdrage in de gedachtevorming hierbij is welkom!

AWN-Erepenning voor Ben Clabbers Op dinsdag 4 augustus jongstleden verraste landelijk voorzitter Gajus Scheltema de niets vermoedende Ben Clabbers in de werkruimte van AWN afdeling Zuid-Veluwe en Oost-Gelderland met de Algemene Erepenning van de AWN. Als iemand van deze afdeling die erepenning verdient is dat zeker Ben Clabbers. In totaal maakte hij vijftien jaar deel uit van het afdelingsbestuur: zeven jaar als voorzitter en acht jaar als secretaris. Als voorzitter bracht Ben rust en stabiliteit in de afdeling na een periode van interim-voorzitters en bouwde hij aan een goede relatie met de nieuw aangestelde stadsarcheoloog van Arnhem. Mede hierdoor kon de afdeling menig archeologisch project ondersteunen in Arnhem en omgeving. Ook als secretaris functioneerde Ben voortreffelijk en konden de andere bestuursleden altijd op hem bouwen. Ben staat bekend als iemand voor wie niets te veel is en op wie je altijd een beroep kunt doen. Ook na zijn bestuursperioden k bleef hij betrokken bij activiteiten van de afdeling zoals veldwerk, lezingen en evenementen. Kortom een AWN’er in hart en nieren.

Afgevaardigendag en ALV in Corona tijd Illustratieverantwoording ArcheoHotspot Ommeren 12 | AWN Zaanstreek 4-6 | Anja Gerritsen 14 | Henk Hegeman 15 | Tinie van den Heuvel 7 | Eelco Kuiken/SWARS 8-11 | Ron Moerenhout 2 | L. van der Valk omslag voor, 13 De AWN heeft getracht alle rechthebbenden van het illustratiemateriaal te achterhalen. Mochten personen of instanties desondanks van mening zijn dat rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunnen zij contact met de AWN opnemen.

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 2

Het Landelijk Bestuur mikt nog steeds op een gecombineerde vergadering van Afgevaardigdendag en ALV in het najaar en wel (voorlopig) op zaterdag 7 november. We kunnen dit jaar niet door de RCE ontvangen worden en zoeken daarom een andere locatie. Tegelijkertijd wordt gekeken naar een internetbijeenkomst als alternatief. Via de website en sociale media wordt u hierover op de hoogte gehouden. Het zou natuurlijk erg jammer zijn als we elkaar dit jaar helemaal niet zouden kunnen treffen, want we hebben veel te bespreken: onder andere de aanpassing van Statuten en Huishoudelijk Reglement, met de voorgestelde aanpassing van logo en naam

Voorzitter Gajus Scheltema overhandigt de penning aan Ben Clabbers.

van onze vereniging. Maar ook onze visie op de toekomstige jaarverslagen, jaaroverzichten en de retributies van inkomsten, de situatie rond sommige afdelingen, de stand van de archeologie in Nederland (waaronder de aanstaande evaluatie Erfgoedwet), samenwerking met andere organisaties, belangenbehartiging en nog veel meer.

Bestuursveranderingen AWN Archeologiefonds Per 4 april 2020 is Henk Hegeman als vertegenwoordiger vanuit het LB toegetreden tot het bestuur van het AWN Archeologiefonds. Hij volgt daarmee Paul van Wijk op die per 4 april 2020 de opengevallen plaats van aftredend extern bestuurslid Bert de Jong gaat invullen. Paul van Wijk blijft secretaris en tevens vice-voorzitter. De vacature van Jeroen ter Brugge zal per 7 oktober 2020 worden ingevuld door archeologe Joanneke van den Engel-Hees. Hiermee is de samenstelling van het bestuur weer compleet. Een hartelijk welkom aan de nieuwe bestuursleden en dank aan Bert de Jong en Jeroen ter Brugge voor hun jarenlange inzet voor het AWN Archeologiefonds.

17-09-2020 11:21


VAN DE VERENIGING 3

NIEUWS

Kan de AWN (mee) Graven naar verbetering?

B

ij de invoering van de Erfgoedwet per 1 juli 2016 werd de opgravingsvergunning bij archeologisch onderzoek vervangen door een systeem van certificering en actorregistratie. Hoe pakt dit tot nu toe uit en wat vinden professionele archeologen daarvan, wilden het SIKB en CCvD graag weten. In maart 2020 verscheen het resultaat van een onderzoek daarnaar in het rapport ‘Graven naar verbetering, evaluatie van het nieuwe kwaliteitssysteem archeologie’. Binnen de AWN worden de ontwikkelingen in het archeologische veld uiteraard met belangstelling gevolgd. De redactie van AWN Magazine vroeg de Landelijke Werkgroep Belangenbehartiging om een reactie. Hetty Laverman (HL) en Robert Hirschel (RH), respectievelijk voorzitter en secretaris van deze Werkgroep gaven antwoord op een paar vragen. Het rapport heeft betrekking op de professionele archeologie. moet de AWN, als vereniging van vrijwilligers in de archeologie, hierop eigenlijk reageren? HL Het zijn geen twee volkomen van elkaar gescheiden werelden. AWN heeft vrijwilligers én professionals in het ledenbestand. Vrijwilligers werken vaak samen met beroepsarcheologen en het ligt voor de hand dat je dan op de hoogte bent met wat er speelt in het archeologische werkveld. Bovendien vertegenwoordigt de AWN ook het publiek. Zijn AWN’ers inhoudelijk deskundig genoeg om zinvol mee te kunnen doen? HL Wij zullen duidelijker moeten zijn welk scala van kunde en kennis we in huis hebben. Dat verschilt per gebied, per gemeente. Waar vrijwilligers niet van houden, is dat zij alleen voor andermans doel gebruikt worden. Van belang is dat er sprake is van wederzijdse belangen die voor professionals en vrijwilligers extra’s op-

leveren waar je energie van krijgt. Dan loont voor de vrijwilliger de inspanning, niet in geld, maar in voldoening, in iets waar hij/zij weer mee verder kan. Het moet ook niet alleen om de wetenschap gaan, maar nadrukkelijk ook over de maatschappelijke waarde van archeologie. In het rapport wordt aangegeven dat ook commerciële opdrachtgevers het betreuren dat in de archeologiebeoefening te weinig ruimte is voor ‘betekenisvolle archeologie’. Het gaat mede daarom ontbreken aan draagvlak voor archeologie, zo van: het kost alleen maar geld. De AWN zou hier een rol kunnen vervullen door uit te dragen wat archeologie in een gemeenschap kan betekenen. Erfgoed, waaronder archeologie, draagvlak geven onder burgers en bij de lokale, provinciale en landelijke overheden. AWN- afdelingen kunnen dat prima op lokaal en regionaal en soms ook provinciaal niveau. De AWN Landelijk doet dat op landelijk en provinciaal niveau; en een landelijke werkgroep kan steun bieden aan afdelingen om dat goed te doen. Veel ‘macht’ omtrent archeologiebeleid wordt bij gemeenten gelegd en in de belangenafweging verliezen archeologen het nog wel eens. Kan de AWN hier iets betekenen? HL AWN’ers hebben vaak lokale kennis en kunde en kunnen een rol spelen samen met andere erfgoedvrijwilligers, zoals die van Bond Heemschut en lokale, regionale historische kringen en verenigingen. Zij kennen het erfgoedlandschap en de lokaal actieve mensen, hebben toegang tot lokale overheden, kunnen ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving in de gaten houden en die zo nodig bij de politiek en organisaties aankaarten. Daarvoor is van belang dat je goed weet wat de Erfgoedwet inhoudt en straks de Omgevingswet

Webinar ‘archeologie in het post-corona tijdperk’

H

et is al vaker gezegd: ook de archeologische sector blijft niet onberoerd door de coronacrisis. Kantoren, depots, publiekscentra en laboratoria zijn gesloten. Professionals werken op anderhalve meter en vrijwilligers blijven thuis. Ondertussen dreigt in de nabije toekomst een economische crisis die zeker

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 3

negatieve effecten zal hebben op de archeologie. Tijdens een Studium Generale, in de vorm van een webinar keken de Rijksdienst voor het Cultureel en de ErfgoedAcademie vooruit. Aan de orde kwam onder andere de vraag welke rol vrijwilligers kunnen spelen in het gemeentelijk archeologiebeleid en hoe

en je weet hebt van wat bij de uitvoering van deze wetten de inhoudelijke eisen zijn. Toch weer even over de inhoud: als je een vondst doet kun/moet je dat melden en daar zijn ook faciliteiten voor (Archis, PAN). Zou de AWN ook actief historische kennis over de eigen woonplaats aan kunnen bieden aan archeologische bedrijven? RH Dit laatste is een mooie gedachte, proactief bezig zijn. Het probleem is echter dat de plaatselijke AWN afdeling of werkgroep in het merendeel van de gevallen totaal niet op de hoogte is dat een bedrijf is aangezocht en ook niet welk bedrijf om een archeologisch onderzoek uit te voeren en over welke gegevens zo’n bedrijf al beschikt. Ik zie dan ook meer in het tijdig informeren door de opdrachtgever, veelal een gemeente, van de plaatselijke AWN afdeling of werkgroep en het eisen dat het bedrijf waaraan de opdracht is gegund vooraf contact opneemt met de plaatselijke AWN afdeling of werkgroep. De plaatselijke AWN’ers moeten namelijk weet hebben dat zij benaderd kunnen worden, zodat zij ook navraag kunnen doen wanneer dat niet geschiedt en daarover ook de opdrachtgever kunnen informeren. Vaak hoort men nooit iets van het betrokken bedrijf en heeft men pas weet van een onderzoek als het al klaar is. Iets anders is dat de plaatselijke AWN afdeling of werkgroep na afloop van het onderzoek best een rapport zou mogen krijgen als dank voor de aangeleverde informatie. Dat is zeker een verbeterpunt. Wordt vervolgd. De Werkgroep Belangenbehartiging nodigt eenieder uit om mee te graven naar verbetering. Reacties kunnen worden gestuurd naar de voorzitter Hetty Laverman: h.m.lavermanberbee@gmail.com.

kunnen zij daar op anderhalve meter afstand vorm aan geven? Een aantal leden van het bestuur en van de Werkgroep Belangenbehartiging woonden het webinar bij en vonden het zeer de moeite waard. Voor wie het webinar gemist heeft: het is op YouTube terug te zien: https://www.youtube.com/watch?v= DEzmnfCobi0

17-09-2020 11:21


4

Jubileum

De AWN afdeling 3 Zaanstreek-Waterland en omstreken

Bijzondere vondst: mogelijk een juwelenkistje, populair het bootje genoemd.

Kees van Roon

De AWN afdeling 3 Zaanstreek-Waterland en omstreken Zestig jaar in de prut

Dit jaar bestaat de AWN Afdeling Zaanstreek-Waterland en omstreken zestig jaar. Dat heugelijke feit zal onder andere worden herdacht met het boek Speuren in het veen, dat 11 september verschijnt. Kees van Roon laat ons hier alvast kennis maken met zestig jaar archeologie in deze streek.

Ontstaan en oprichting

cieel op de kaart te zetten. dit gebied offi officieel zetten Er had zich onderhand onderhan een enthousiaste archeologische groep gevormd die onder de naam van de AWWN afdeling van Amsterdam werkte, maar de groeiende aanwas van leden maakte het mogelijk een eigen afdeling te vormen. Deze werd op 17 september 1960 geïnstalleerd door H.J. Calkoen, oprichter van de AWWN, onder de naam ‘AWWN Afdeling 3, Zaanstreek-Waterland en omstreken’.

We beginnen met een geliefd verhaaltje dat vaak verteld wordt over het ontstaan van de Archeologie in de Zaanstreek. Vóór 1955 reisden archeologen met de trein naar een onderzoek in de kop van Noord-Holland, waarbij zij bij het passeren van de Zaanstreek verzuchtten: ‘Gelukkig behoeven we hier niet de grond in te gaan, want de bewoning begint hier pas in de Middeleeuwen!’ Dit idee over onze streek werd gelogenstraft in 1955, toen twee historisch geïnteresseerden nieuwbouwwerkzaamheden controleerden, op zoek naar scherven uit de ‘nieuwe tijd’. Zij vonden hierbij, tot hun verrassing, grauwe, zacht gebakken scherven van een onbekend maaksel. Contact met de ROB in Amersfoort leverde het bewijs op dat ook hier prehistorische bewoning, in dit geval ‘Germaans’, kon worden gevonden. Door deze vondsten en de sterk oprukkende nieuwbouw in Krommenie en omstreken werden er door de nieuwe amateurarcheologen kleine opgravingen gedaan, waarbij huisplattegronden werden gevonden Professor W. Glasbergen van het Instituut voor Prae- en Protohistorie (IPP) van de Universiteit van Amsterdam (UvA) besloot in 1959 om hier een officiële opgraving te organiseren en daarmee

Na een aantal jaren, waarbij vele vondsten werden gedaan die in garages en op zolders werden opgeslagen, kregen we bekendheid door vooral de opgraving van de in 1964/1965 uitgevoerde, geheimzinnige vindplaats ‘het Hain’. De gemeente Krommenie stelde ons daardoor in 1972 een werk- en opslagruimte beschikbaar. In 1980 werden we door de toen ontstane gemeente Zaanstad ondergebracht in de oude pastorie van Assendelft en later in het oude raadhuis aldaar. In 2001 werd ons een nieuwe en betere locatie aangeboden! Wij zijn nu gevestigd in de voormalige Herman Gorterschool in de Tuinstraat 27a in Koog aan de Zaan. De school werd na een renovatie ingericht als een cultureel centrum. We huren hier twee lokalen: een werkruimte en een expositie- en lezingruimte. Hier worden ook schoolklassen en gasten ontvangen. Daarnaast kunnen we nog de ruimte in de gang gebruiken voor exposities en er is een opslagkelder. Door een belangrijke gift van de archeologische dienst in Alkmaar beschikken we nu over vele fraaie vitrines

Omstandigheden bij een onderzoek in de veengebieden, Dorpsstraat in Assendelft (1993).

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 4

Onderkomen in een voormalige school

Krommenie, 1960: de opgraving met het bootje. Je ziet hier de Heiligeweg met de net gedempte Kerksloot, die lag tussen de weg en de opgraving. Hier ligt nu een winkelcentrum.

17-09-2020 11:21


5

Zestig jaar in de prut

om ons materiaal te exposeren. Op deze locatie huist onder meer ook de gemeentearcheoloog en de opgravingfirma Hollandia.

Verkenningen van slootkanten Zoals bij elke afdeling waren en zijn de activiteiten legio. In deze regio, met zijn vele sloten, zijn verkenningen van de slootkanten, na de jaarlijkse schoonmaak (de Schouw) dé manier om de ijzertijd¬vindplaatsen te ontdekken. Hierdoor zijn vele boerderijen uit de ijzertijd tevoorschijn gekomen. Door de hoge grondwaterstand zijn hier de onderste delen van de huisstaanders en wanden bewaard gebleven. Later, bij de ruimtelijke ontwikkelingen waarbij veel weilanden werden ontzood, kwamen en komen er nog steeds vindplaatsen bij; ook de archeologische werk- en studiekampen van de AWN leverden nieuwe vindplaatsen op. Er is een educatieve groep die al vele jaren tientallen informatieve bijeenkomsten houdt voor schoolklassen, zowel in de lezingruimte als op de scholen. Daar hangt natuurlijk ook onze subsidie van af. Verder doen we mee aan alle markten en exposities waar we ons kunnen laten zien. Ook geeft het bestuur cursussen over de archeologie, die goed worden bezocht en die nieuwe leden opleveren.

vermoedde hier Romeinse contacten, maar kon dat niet hardmaken. Menig archeoloog en andere wetenschappers hebben daarna de resultaten bekeken en er zijn vele theorieën op losgelaten, zoals heilige plaats (daardoor is de naam Hain ontstaan), markt, Romeinse handelspost et cetera. Pas in 2018, toen het terrein door een officiële opgraaffirma opnieuw werd opgegraven, bleek de belangrijke connectie met de Romeinen. Er stond hier in 27 na Christus een Romeinse wachttoren, geplaatst op een waarschijnlijk sacraal gebied van de plaatselijk bevolking. Waarschijnlijk is de Friese opstand van het jaar 28 na Christus hierdoor ontstaan. De wachttoren is het noordelijkste Romeinse bouwwerkje op het vasteland van Europa. De hoekpalen van de toren staken meer dan twee meter in de grond en waren rondom gedisseld. Het officiële opgravings¬verslag is overigens nog niet gepubliceerd.

In de middeleeuwen gevormd landschap

Voor de Zaanstreek waren de eerste onderzoeken, waaruit bleek dat hier in de Romeinse ijzertijd en de eeuwen daarvoor veeboerderijen hadden gestaan, natuurlijk cruciaal. Lang bleef het zoeken naar boerderijen uit de ijzertijd het hoofddoel van de afdeling. De ijzertijdbewoning bleek zich uit te strekken over een kilometerslange strook tussen het hoogveenmoeras, dat de Zaanstreek in de ijzertijd en daarvoor bedekte en het waddenlandschap dat regelmatig door de zee werd overspoeld. Het aantal geregistreerde vindplaatsen daarvan is opgelopen tot ongeveer 130. De meest aansprekende ijzertijdnederzetting (geen boerderij) werd al in 1964 ontdekt in Krommenie. Bij een tweejarig onderzoek in 1964/ 1965 resulteerde dat in de geheimzinnige vindplaats ‘het Hain”. Het was een door de Rijksdienst begeleide opgraving waarbij het niet echt duidelijk werd wat deze nederzetting voorstelde. Men

Het huidige landschap in de Zaanstreek is gevormd in de middeleeuwen. De graven van Holland gaven de veenmoerassen uit voor ontginningen. Het grafelijk gezag had bedacht op het ontgonnen land landbouw te laten ontstaan, om de groeiende bevolking te kunnen voeden. De veengrond bleek daarvoor niet geschikt te zijn en zo ontstond hier het zogenoemde veenweidegebied. De bewoning vormde zich in de middeleeuwen als lintdorpen langs de nog aanwezige ontginningssloten. De leden van onze afdeling hebben de laatste jaren, naast het aflopen van sloten (een niet-grond verstorende actie), te maken met grote nieuwbouwprojecten en houden tevens oog op andere grondverstorende zaken die bij sloop en verbouw plaatsvinden. Later verbreedde zich de belangstelling van de afdeling tot de bewoning in de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Het bleek dat de vroegste middeleeuwse bewoning zich bevond in het midden van de pas ontgonnen weilanden; hier lagen de alleenstaande huisjes van de ontginnersgezinnen. Een hoogtepunt was de vondst van een middeleeuwse kerk uit de negende – tiende eeuw met daaromheen de begraafplaats en boerderijen. Deze kerk had waarschijnlijk te maken met de kerk van Velsen, volgens een onderzoek door het IPP/UvA.

Opgravingen en onderzoeken

Slootkant verkenningen in De Woude.

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 5

De afdeling assisteerde bij het onderzoek in 2018 van het Hain terrein in Krommenie, waar onder meer een Romeinse wijnkruik werd gevonden.

17-09-2020 11:21


6 De AWN afdeling 3 Zaanstreek-Waterland en omstreken

In 2009 en 2013 werd er in fabrieksgebouwen in Uitgeest veel verbouwd en ook nieuwbouw gepleegd. Onze mensen mochten hier, in soms lastige omstandigheden, onderzoeken verrichten, waarbij resten van vroegere bewoning en resten van bedrijvigheid werden gevonden, bijvoorbeeld veel aardbeienpotjes. Een nieuwe tijds onderzoek aan de Noorderkerkstraat in Zaandam bracht een verdwenen huis uit de zeventiende eeuw tevoorschijn, waar ooit een belastingontvanger had gewoond. Tijdens een turfoproer was het huis vernield en met zijn hele inventaris onder de grond verdwenen. Er werd aardewerk gevonden en fraai glaswerk in een put in de kelder. We bevonden ons hier op de Dam, die Zaandam zijn naam heeft gegeven, en konden de geschiedenis tot grote diepte volgen.

Werk aan belangrijke opgravingen/onderzoeken De afdeling heeft aan een groot aantal opgravingen en onderzoeken haar medewerking verleend, vaak in samenwerking met IPP/ UvA. We noemen hier de opgravingen in 1975 en tussen 1979 en 1983 naar (vroege) ijzertijdvindplaatsen in Assendelft, een onderzoek naar de bronstijd in Uitgeest (2005), opgravingen naar zeventiende eeuwse scheepswerven aan de Zaan te Zaandam (1998).

Onze eigen publicaties Ons per kwartaal verschijnende afdelingsorgaan bestaat sinds 1962. Er zijn tot nu toe 216 exemplaren uitgebracht. Het blad is ontstaan doordat Westerheem in het begin niet zo frequent werd uitgebracht. Ons bestuur wilde toch zijn leden op tijd kunnen informeren over de behaalde resultaten en om een oproep tot meewerken te kunnen plaatsen. Zo ontstond het blad ‘Mededeling’ dat sinds 1976 als Grondspoor wordt uitgebracht. Het heeft in die jaren menige verandering meegemaakt: van stencilwerk en plakwerk met getekende vondsten en plattegronden tot de mogelijkheid om het op papier (zwartwit) te ontvangen of in kleur digitaal

te lezen, met nu (aan één kant jammer) de ‘gefotografeerde’ vondsten en kaarten. Behalve ons tijdschrift hebben we ook boeken gepubliceerd, onder andere over De vroegste geschiedenis van de Zaanstreek uit 1971 (niet meer leverbaar), Grondsporen. Veertig jaar archeologisch onderzoek in de Zaanstreek, verschenen in 2000, en de DVD Graven in het verleden uit 2006. Voor een overzicht van alle tot nog toe verschenen publicaties verwijzen we graag naar onze website https://www.awn-archeologie.nl/afdeling/zaanstreekwaterland/boeken-en-dvd/

Opmerkelijke vondsten Tot de categorie ‘opmerkelijke vondsten’ rekenen we het in 1981 tijdens een noodopgraving in Krommenie gevonden ossenjuk. In 1975 door ons gevonden en in 1982 door het IPP in Assendelft in een zijsloot van de Vliet (Zuiderpolder) opgegraven: een wagenwiel en een roeispaan(?), te dateren in de vroege ijzertijd. De afdeling wordt buiten archeologisch veldwerk ook vaak verrast met grote hoeveelheden materiaal dat ergens tevoorschijn komt en waarvan niemand weet wat ermee te beginnen. Het is misschien niet altijd archeologisch waardevol, maar het levert veel kennis op van allerlei materiaal en tijden. Zo is achter het gebouw van het polderbestuur van de Schermerpolder, aan de Molendijk in Schermerhorn, een enorme hoeveelheid materiaal uit de sloot opgedoken. Letterlijk opgedoken door een onderwaterarcheoloog. De polder stamt uit 1633, het materiaal loopt dus vanaf de zeventiende eeuw tot ongeveer 1900. De verscheidenheid is enorm, van keukengoed tot luxe glaswerk en porselein.

Verantwoording Over de auteur Kees van Roon is redacteur van Grondspoor.

Onderzoek in 2018 van het Hain terrein in Krommenie, waar onder meer een Romeinse wachttoren werd gevonden. Maybritt bezig met het reinigen van de Romeinse wachttorenpaal, let op de disselsporen. De paal was overal even dik gemaakt en ontbast.

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 6

Onze educatieve dienst geeft archeologische uitleg en informatie aan schoolklassen, zowel in onze werkruimte als op de scholen zelf.

17-09-2020 11:21


Toevalsvondst

7

De Romeinse ‘A73’

Leo ten Hag

De Romeinse ‘A73’ Ontdekking in Katwijk (gemeente Cuijk)

Nico van der Feest aan het werk terwijl Jan Kusters, Peter Beelen en Ton van der Zanden van WAC toekijken.

Afgelopen zomer werd een nieuwe vondst toegevoegd aan het aan Romeinse geschiedenis zo rijke bodemarchief van de gemeente Cuijk. Tijdens de aanleg van een riolering in het Cuijkse kerkdorp Katwijk kwam een stuk van de in de Romeinse periode belangrijke weg tussen Maastricht en Nijmegen bloot te liggen. Het belang van de weg toen zou je kunnen vergelijken met dat van de A73 nu. Is hier sprake van een toevalsvondst? Volgens de officiële definitie wel: de weg werd immers niet tijdens een archeologisch onderzoek of opgraving ontdekt. Maar dat in Cuijk voorkomen werd dat de weg ongezien zou verdwijnen tijdens de geplande woningbouw op de betreffende locatie is bepaald geen toeval. De gemeente kent namelijk al jaren een zeer actieve Werkgroep Archeologie Cuijk (WAC), welke deel uitmaakt van de AWN Afdeling 16 Nijmegen

en omstreken. De (oud)leden daarvan zijn zeer goed op de hoogte van het bodemarchief en weten vaak waar belangrijke archeologische resten te verwachten zijn en hoe deze te herkennen. Zo signaleerde het in Katwijk woonachtige oud-werkgroeplid Henri Elbers een pakket grind in het wegcunet, nam er foto’s van en stuurde deze door naar de WAC. Deze Werkgroep nam daarop onmiddellijk contact op met de gemeente Cuijk. Daar zag men ook het belang van deze vondst in en schakelde professioneel archeoloog Nico van der Feest in van onderzoeksbureau Aeres Milieu. Samen met vrijwilligers van de WAC werd het 20 tot 30 cm dikke pakket van grind en leem nader onderzocht, bemonsterd, gefotografeerd en werden de profielen ingetekend. Een stukje verderop, in het centrum van Cuijk, was in 2017 al een stukje van deze Romeinse weg gevonden. Maar nog veel

Henri Elbers wijst op een kaart het verloop van de Romeinse weg aan.

eerder, in 1865, verscheen van de hand van Cornelis Rudolphus Hermans de publicatie Noordbrabants Oudheden. Hierin beschreef deze pionier van de archeologie in Noord-Brabant het vermoedelijke tracé van de Romeinse weg. De nu ontdekte weg werd in de eerste eeuw na Christus aangelegd en moet zo’n zes of zeven meter breed zijn geweest. Het Romeinse legioen, acht man naast elkaar, moest eroverheen kunnen. De leden van de WAC zouden het mooi hebben gevonden als deze vondst voor het publiek zichtbaar had kunnen blijven. Helaas past dit niet in de bouwplannen. Bouwers en archeologen: ze zijn vaak tot elkaar ‘veroordeeld’, maar hebben zelden dezelfde belangen. Noot Een filmpje van de opgraving is te zien bij Omroep Brabant, https://www. omroepbrabant.nl/nieuws/3224966/snelweg-van-2000-jaar-geleden-gevondenbij-aanleg-riolering-het-is-de-a73-uit-deromeinse-tijd

Verantwoording Over de auteur Leo ten Hag is hoofdredacteur van AWN Magazine en secretaris van AWN Nijmegen en Omstreken.

Een grindpakket van de Romeinse weg dat in de lengte doorsneden werd door het wegcunet.

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 7

17-09-2020 11:21


8

Citizen cooperation

Professionele vrijwilligers

Leo ten Hag, met dank aan Fre Spijk

Van ‘citizen science’ tot ‘citizen cooperation’ Archeologische projecten in de gemeente Staphorst Een planmatige aanpak, met de inzet van veel ‘professionele vrijwilligers’, gesteund door tal van organisaties met diensten, materiaal en financiën en breed gedragen door de gemeenschap: dit karakteriseert de wijze waarop in de gemeente Staphorst de archeologie wordt beoefend. Hoe dat er in de praktijk uitziet beschrijven we hier aan de hand van een drietal in de afgelopen jaren uitgevoerde projecten.

Ontstaan van de werkgroep SWARS De spil van alle archeologische activiteiten in Staphorst is de Stichting Werkgroep Archeologie Regio Staphorst (SWARS). SWARS werd in 1996, als onderdeel van de AWN afdeling 20 IJsseldeltaVechtstreek, opgericht door Fre Spijk, de secretaris van deze afdeling, en zijn echtgenote. SWARS trad in 2000 voor het eerst naar buiten bij de opening, in het gemeentehuis van Staphorst, van een expositie archeologie door de toenmalig provinciaal archeoloog Ad Verlinde. In de loop der jaren werden veel projecten op historisch en archeologisch terrein door AWN/SWARS verwerkt. De aanvankelijk nijpende huisvestingsproblemen konden worden opgelost door de ingebruikneming van ‘De Veldschuur’, een door de Stichting Vrienden van de Olde Maten (Stichting VVO) in 2005 in Rouveen herbouwde historische Staphorster boerenveldschuur. De herbouw, inrichting en exploitatie hiervan werden mogelijk gemaakt door medewerking van de Stichting VVO, SWARS, de provincie Overijssel, de gemeenten Staphorst en Zwartewater-

De Veldschuur in Rouveen: het centrum van archeologische activiteiten in de gemeente Staphorst.

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 8

Het logo van de Stichting Werkgroep Archeologie Regio Staphorst.

land, Staatsbosbeheer en natuurlijk de onontbeerlijke schare vrijwilligers. De benodigde subsidie werd verkregen in het kader van een zogenoemd Europees LEADER project.

Educatief informatiecentrum ‘De Veldschuur’ is uitgegroeid tot een educatief informatiecentrum voor natuur en historie uit de regio. De educatieve lessen archeologie ten behoeve van de basisscholen in de regio werden en worden alle verzorgd door AWN/SWARS. In het jaar 2020 hadden 15 scholen met 1600 leerlingen voor een educatief bezoek – op het terrein van archeologie en natuur – zich bij de De Veldschuur voor lessen aangemeld. De educatieve lessen in de Veldschuur ondersteunen financieel de exploitatie van De Veldschuur en zorgen voor een zorgeloos verblijf van AWN afdeling 20 en SWARS in dit gebouw. Al vanaf 2000 krijgt SWARS ook financiële ondersteuning door de gemeente Staphorst.

Zwartewaterklooster: een voorbeeld van ‘citizen science’ De aanpak van projecten als ‘Zwartewatersklooster’ en de herbouw van een in de achttiende eeuw afgebroken klokkenstoel (hierover later in dit artikel meer) vertoonden vanaf het begin de kenmerken van ‘citizen science’. Op één van de Reuvensdagen in 2017 kon aan het publiek in Leiden worden getoond hoe we ons

Met gele lijnen zijn bodemstructuren op de ridderbegraafplaats aangegeven.

17-09-2020 11:21


9

Archeologische projecten in de gemeente Staphorst

Basisschoolleerlingen in actie op het archeo-ontdekveld bij de Veldschuur.

AWN/SWARS onderzoek naar een mogelijke ridderbegraafplaats in een aan de toenmalige Zuiderzee gelegen gehucht (nu: Zwartewatersklooster) hebben opgezet. Het is het verhaal van een geheel door de AWN/SWARS georganiseerd meerjarig onderzoek, waarin tal van personen en organisaties, elk vanuit hun eigen invalshoek, hun medewerking verleenden. We noemen hier alvast de familie Rijfkogel, die als eigenaar van het terrein toestemming voor het onderzoek ter plaatse gaf en de familie Ten Klooster die hun eeuwenoude familiearchief ter beschikking stelden. Het Loonbedrijf Ten Klooster en het Waterschap Zwartewaterland maakten de locatie geschikt voor nauwkeuriger onderzoek. Ten slotte vermelden we de bijdrage van de Landelijke Werkgroep Archeologie Onder Water onder leiding van Bert Kremer.

Dit voorwerp uit de vijftiende of zestiende eeuw werd gevonden in het afgravingsmateriaal van de kerkheuvel. Maar wat is het? Een doopvont of wijwatervat?

lingen in het veengebied bij Ane. Het resultaat van de strijd waren 149 gesneuvelde edelen. Ook de bisschop overleefde de slag niet. Bij de plaats waar de ridders werden begraven liet de opvolger van Otto I in 1233 een memorieklooster bouwen: het Zwartewaterklooster Onder de bezielende historische begeleiding van Paul Rademaker en AWN /SWARS werd het technisch onderzoek in het weiland uitgebreid met het onderzoek van de aangrenzende zandwinningskolk door de LWAOW… speurend naar mogelijk aanwezige grafstenen.

Grondradaronderzoek en toch maar gaan graven?

Maar we beginnen met historicus Paul Rademaker uit Hasselt, die uit de archieven het verhaal opdook over de Utrechtse bisschop Otto I, die zijn kerkelijke waardigheid combineerde met de functie van legeraanvoerder. In deze laatste functie voerde hij regelmatig strijd tegen opstandige edelen en boeren die weigerden bepaalde vormen van belasting te betalen. In 1227 vond een veldslag plaats tussen de bisschoppelijke troepen en de opstande-

Leden van de Werkgroep Innovatieve Meettechnieken Archeologie (WIMA, een onderdeel van de AVKP) werden door SWARS ingeschakeld om op de vermoedelijke locatie van de begraafplaats nader onderzoek te doen. Op een door AWN lid Ruud Raats aangedragen Actuele Hoogtekaart Nederland (AHN) waren al sporen te zien van een kleine bebouwing: een kapel, als voorloper van het klooster? Het onderzoek door WIMA toonde in ieder geval aan dat er sprake is geweest van menselijk handelen op deze locatie op een oppervlakte van 1 hectare was de bodem tot ongeveer 200 centimeter diepte geroerd en werden diverse sporen van activiteiten aangetroffen.

Archiefonderzoek

Met een prikstok werd op de mogelijke locatie van de ridderbegraafplaasts gezocht naar grafstenen.

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 9

Simon Laudy giet een kopie van de klok uit 1417.

17-09-2020 11:21


10

Professionele vrijwilligers

Of het inderdaad de ridderbegraafplaats betreft zal nader archeologisch onderzoek moeten aantonen. De gemeentearcheoloog van Zwolle, Hemmy Clevis, ziet in de resultaten tot dusverre in ieder geval aanleiding voor een dergelijk vervolgonderzoek.

Historiebehoud en -herstel: een voorbeeld van citizen cooperation Als secretaris van AWN/SWARS nam Fre Spijk ook plaats in het bestuur van de nieuwe ‘Stichting Historieherstel 2017’. Zo kon er een samenwerking tot stand komen tussen de kerkhistorie en de archeologie in de gemeente Staphorst. De Stichting stelde zich ten doel om historiebehoud en historieherstel in de gemeente Staphorst ‘te realiseren door het kerkheuvelgebied te herstellen in de stijl van een zo natuurlijk mogelijke opname in het oude monumentale slagenlandschap”. Een beschrijving van dit bijzondere project in het document ‘Living project’ vormde de weg naar een vorm van ‘citizen co-operation’: een samenwerking tussen kerkelijke en burgerlijke gemeente en historisch en archeologisch geïnteresseerde groepen en particulieren (zie ook: www.historieherstelstaphorst.nl). De samenstelling van het bestuur van de stichting Historieherstel 2017 geeft al een indicatie van hoe breed gedragen dit project is. Naast leden met een kerkelijke en (lokaal)historische achtergrond maakten vertegenwoordigers uit de ondernemerswereld en het onderwijs deel uit van de actieve bestuurswerkgroep onder de leiding van de initiatiefnemer van het klokkenstoelproject, voorzitter Roelof Talen. Zij lieten zich adviseren door onder andere een landschapsarchitect, de RCE, regionale historische verenigingen, leden van verschillende archeologische- en natuurverenigingen, ambtenaren van de gemeente Staphorst, leden van het Klokkenluidersgilde in Kampen, et cetera, et cetera.

Herbouw klokkenstoel Een tot de verbeelding sprekend onderdeel van het plan was, naast de herinrichting van de drie kerkheuvelplaatsen, de herbouw van een in de achttiende eeuw (in 1752 om precies te zijn)

Met deze tekening van Cornelis Pronk als voorbeeld werd een replica van de klokkenstoel gebouwd.

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 10

afgebroken klokkenstoel. Twee klokken zouden hierin worden gehangen: de in de Tweede Wereldoorlog beschadigde en gerestaureerde Van Wou klok uit 1526 en een nieuw te gieten luidklok naar het model van de Mariaklok uit 1417. De oorspronkelijke Mariaklok kwam na de oorlog in brokstukken retour en verdween in de smeltoven. Uit de financiering van de herbouw van de klokkenstoel blijkt wederom de brede steun voor dit project. Bedrijven en particulieren leverden materialen en diensten met in totaal een waarde van € 100.000. Als voorbeeld noemen we de schenking van een particulier van de voor de klokkenstoel benodigde tien eikenbomen. Geldelijke giften van de Rabobank, het Prins Bernhardfonds, Rotaryclubs, de Nederlandse Heidemaatschappij en particulieren leverden nog eens € 40.000 op. Voor de restauratie voor de Van Wou klok droeg de gemeente Staphorst € 25.000 bij.

Herbouw aan de Olde Kerkhofsweg gerealiseerd, met klokkengelui In mei 2020 werd de klokkenstoel, waar door vier ‘professionele vrijwilligers’ twee jaren aan is gebouwd met als leidraad een tekening uit 1732 van Cornelis Pronk, op zijn plaats gezet aan de Olde Kerkhofsweg. Op 4 juli werden door medewerkers van klokkengieterij Simon Laudy de metalen ophangsystemen onder de kap bevestigd en eerst de Mariaklok en vervolgens, op 6 juli, de grote Van Wou-klok opgehesen. Aan het eind van die middag brak het grote moment aan: voor het eerst na eeuwen was weer het prachtige dubbelklokgeluid te horen!

Het vierde barakkenkamp Voorafgaand aan de bouw van de klokkenstoel had SWARS met behulp van Heidemaatschappij een grondradar onderzoek gedaan naar de locatie van de afgebroken kerk aan de Olde Kerkhofsweg. De kerkelijke begraafplaats rond de kerkheuvel bleek al voor de Tweede Wereldoorlog te zijn afgegraven door werklozen die in een barakkenkamp waren ondergebracht aan de Rijks-

Een aantal van de vondsten die op het terrein van het voormalige barakkenkamp werden gedaan.

17-09-2020 11:21


11

Archeologische projecten in de gemeente Staphorst

De laatste bouwfase van de klokkenstoel.

Barak als noodvoorziening Van één van de barakken bestaat nog een foto, gemaakt vlak na de bevrijding. ‘Hotel Waanders’ is te lezen op een wit bord rechts boven de ingang. De barak diende enige tijd als noodvoorziening voor dit tijdens de oorlog in brand geschoten hotel. In een archiefstuk lezen we dat mevrouw Waanders-Muller met haar drie kinderen de beschikking kreeg over een houten noodgebouw, waar ze ‘onder moeilijke omstandigheden de zaak goed draaiende wist te houden’. In 1950 behaalde zoon Jan zijn diploma van de Hogere Hotelvakschool en vanaf die tijd werd er gewerkt aan de herbouw van het hotel. Tot op heden kent Staphort een Hotel Waanders.

De ontdekkingstocht gaat door…

parallelweg, nabij de kerkheuvel. Oude inwoners wisten nog dat het afgravingsmateriaal was afgevoerd naar laaggelegen percelen in het nabijgelegen Rouveen. Toen uit de archieven bleek dat het barakkenkamp voor de werklozentewerkstelling in de oorlogstijd mogelijk door de Nederlandse Arbeidsdienst (NAD) werd gebruikt als basis voor allerlei werkzaamheden ging AWN/SWARS nader onderzoek doen. Met metaaldetectoren werd een groot aantal vondsten gedaan die het bestaan van het barakkenkamp en de aanwezigheid van de NAD bevestigden. Het bestaan van drie andere kampen voor en tijdens de oorlog in Staphorst was al bekend. In Beugelen, Conrad en het Wiede Gat zaten in 1942 344 Joodse mannen. Het nu gevonden vierde kamp, waarschijnlijk bestaand uit zes barakken, herbergde geen Joden, maar viel, zoals gezegd, onder beheer van de NAD. Het doel van de NAD was om het Nederlandse volk op te voeden in het nationaalsocialistische gedachtegoed. Het werk bestond uit landbouwwerkzaamheden en ontginningen.

De in dit artikel beschreven projecten vormen lang niet het hele verhaal van de archeologie in Staphorst en omgeving. We hadden nog de vondst van Staphorster streeksieraden, met zekerheid de buit van een roofmoord uit 1941) kunnen bespreken, of de vondst van een halsring uit de bronstijd. En wie weet wat het bodemarchief nog meer aan materiaal herbergt? Om dat te weten te komen én om het opgegraven verleden zichtbaar te maken is het goed functioneren van een archeologische vereniging, de medewerking uit nagenoeg alle geledingen van een gemeenschap en de aanwezigheid van een bouwwerk als De Veldschuur in Rouveen – waar regelmatig exposities op het gebied van historie , archeologie en natuur worden gehouden – onontbeerlijk.

Verantwoording Over de auteur Leo ten Hag is hoofdredacteur van Archeologie in Nederland en secretaris van AWN Nijmegen en Omstreken.

De vondst van dit embleem vormt het bewijs voor de aanwezigheid van een barakkenkamp kkenkamp kenkamp van de Nederlandse Arbeidsdienst. d dsdienst.

In de jaren na de oorlog kreeg Hotel Waanders een tijdelijk onderkomen in één van de barakken.

Overige metaaldetectorvondsten Tot de vondsten op het terrein behoren gereedschap, knopen, glaswerk en opvallend veel koperen plaatjes. Wellicht zaten deze plaatjes op een deur of op kisten en kratten. Het zijn vondsten die je op de plaats van een voormalig werkkamp kunt verwachten. Opmerkelijker zijn de vondsten van meerdere kogelhulzen. Een verklaring hiervoor is het feit dat de Duitsers vanuit het kamp met mitrailleurs en gewone geweren op overvliegende geallieerde vliegtuigen schoten. De uniforminsignes van de NAD werden ook aangetroffen en dat was het bewijs van hun aanwezigheid.

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 11

17-09-2020 11:21


12

Van de afdelingen

De ArcheoHotspot in Ommeren

Carel Ferdinand Versluis

Ommeren draagt passie voor archeologie uit ArcheoHotspot in 2019 gestart

Op grote tafels ligt het materiaal klaar om gesorteerd te worden.

De start van de Romeinenweek 2019, die plaats vond in het Streekmuseum ‘Baron van Brakell’, ging gepaard met het heugelijke feit dat wij binnen dit museum onze officiële ArcheoHotspot feestelijk konden openen. Voorafgaand hadden wij bergen werk verzet om alles op tijd in gereedheid te krijgen en door de tomeloze inzet van onze vrijwilligers en professionals was het gelukt. De opening gebeurde gelijktijdig met de onthulling en presentatie van een bijzondere vondst die gedaan was tijdens het uitgraven van de museumkelder in 2015. Dit betrof een ijzeren zwaard uit de late ijzertijd/vroeg-Romeinse tijd; diverse media hebben hier uitgebreid aandacht aan besteed.

Impuls uit Nijmegen In het afgelopen jaar heeft onze Hotspot een ware impuls gekregen voor wat betreft archeologisch materiaal. Zo hebben wij vanuit het depot Nijmegen honderden dozen onuitgewerkt materiaal gekregen met als doel al deze vondsten de komende jaren systematisch uit te gaan werken. Inmiddels is er begonnen met de vondsten van Medel/Tiel, bekend van de grote opgravingen van 2017.

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 12

Wat hoort nu bij elkaar? Bezoekers aan de ArcheoHotspot mogen zich er over buigen.

Bijzonder is dat wij als aanvulling extra informatie hebben gekregen over de (nog niet opgegraven) ‘Hoge Hof’ van Medel. Een ander doel, dat wij nu in onze Hotspot kunnen verwezenlijken, is de registratie van (metaal) vondsten in PAN. Alle vondsten worden gefotografeerd en in het systeem ingevoerd.

Goed ingericht Inmiddels hebben wij enkele vaste vrijwilligers die vrijwel elke zaterdagmiddag in de Hotspot aan het werk zijn. We hebben voldoende ruimte en werkplekken, zodat op de lange tafels de scherven/vondsten kunnen worden uitgelegd voor determinatie, registratie, en plakwerk. Ook zijn er twee computers aanwezig om alle data in te kunnen voeren. We hebben zelfs een klein hoekje ingericht waar we oude geluidsbanden uit een ver verleden kunnen analyseren en beluisteren; het gaat, bijvoorbeeld, om lezingen/presentaties van vroegere professionals zoals de provinciaal archeoloog Hulst en professor Boogaers.

Jong en oud De jeugd wordt ook bij de Hotspot betrokken, want inmiddels is er een jeugdeducatie-pro-

gramma opgestart en zien wij vaak jeugdige bezoekers die hun vondsten komen laten zien, die wij dan kunnen determineren. Maar ook vaak komen er volwassenen vanuit de buurt of elders met een doosje/kistje vol ‘oude rommel’ van inmiddels overleden familie op de proppen, met als vraag of wij soms weten wat dit voor ‘rommel’ is. Dan schrik je er soms van wat voor belangrijks en waardevols men heden ten dage nog ergens ongemerkt heeft liggen. Na uitleg over deze ‘rommel’ gaan deze mensen vaak heel enthousiast en voldaan weer met het doosje/kistje strak onder de arm huiswaarts. Dit zijn de dingen die mij als vrijwilliger van de Hotspot vaak de meeste voldoening geven, want wat is er nou mooier dan de passie voor de archeologie te kunnen uitdragen en te delen met mensen die tot dat moment onbekend waren met archeologie.

Verantwoording Over de auteur Carel Ferdinand Versluis is als vrijwilliger betrokken bij de ArcheoHotspot in Ommeren.

17-09-2020 11:22


Meeuwenduinen

13

Subsidie voor vervolgonderzoek

Bert van der Valk

Werkgroep ’s-GRAVENhage Vervolgonderzoek naar archeologie en landschapsvormen in de Meeuwenduinen

In juni 2020 kwam het bericht dat de provincie Zeeland subsidie had toegekend aan een werkgroep van de AWN uit Den Haag. De Zeeuwse subsidie is bedoeld voor een tweede reeks onderzoeken om archeologisch relevante primaire data te verkrijgen uit de Meeuwenduinen aan de westkant van Schouwen-Duiveland. Al eerder, in 2011, is een subsidie van de provincie Zeeland verkregen om C14 onderzoek en paleozoölogisch en palynologisch onderzoek te doen, net zoals bij de huidige toekenning. Zoals in dit artikel duidelijk zal worden is een vervolgonderzoek noodzakelijk.

valleien met pioniervegetatie, getuigenbergjes met voor winderosie gespaarde restprofielen, schervenvloeren (‘desert pavements’) en vlakten met doorblazen restanten van oude duinbodems met daarin potscherven, wat botten en heel soms een metaaltje. De invloed van het klimaat, en dan met name het windklimaat, is verantwoordelijk voor het ontstaan en de ontwikkeling van de secondaire duinvalleien, vooral dicht bij zee waar de invloed van de wind relatief groot is. In die langgerekte stuifkuilen waait archeologie bloot, vooral uit de ijzertijd en de middeleeuwen.

Onderzoek door vrijwilligers uit Den Haag en Zeeland

Incidentele waarnemingen niet voldoende

De aanvraag voor de nu toegekende subsidie is opgesteld vanuit de werkgroep ’s GRAVENhage. Deze werkgroep doet met onderbrekingen sinds 1992 vrijwillig onderzoek naar de archeologie en landschapsvorming in de Kop van Schouwen, waaronder de Meeuwenduinen en heeft daar op verschillende manieren verslag over gedaan (zie onder andere Van der Valk en Beekman). Direct betrokken partijen bij het onderzoek zijn, naast de provincie Zeeland als subsidiegever, de RCE (vanwege de AMK status van het gebied), de gemeente Schouwen-Duiveland en natuurlijk Staatsbosbeheer als natuurbeheerder van het gebied. Het onderzoek wordt uitgevoerd door vrijwillige archeologen uit zowel Den Haag als Zeeland, dat is historisch zo gegroeid.

De Haagse werkgroep doet onderzoek in de vorm van archeologische monitoring, inclusief de rapportage daarover. Met incidentele waarnemingen komt men er niet: betekenisvolle data kunnen alleen worden verzameld door met enige regelmaat het onderzoeksgebied op systematische wijze te verkennen (bijvoorbeeld tweemaal per jaar) omdat elk jaar opnieuw scherven blootwaaien. Dan is het ook logisch de aangetroffen archeologica eens per jaar integraal te rapen. Zo wordt informatie gedestilleerd uit de gevonden schervenassemblages en wordt tevens informatie verzameld over de actuele verstuivingsprocessen door de tijd. Op Schouwen blijken secondaire duinvalleien een levensduur van

enkele tientallen jaren te hebben. In de eerste jaren van de vorming van zo’n stuifkuil vindt actieve verstuiving van het duinzand plaats en worden per jaar de meeste vondsten gedaan. Tenslotte is de uitgestoven laagte dan weer helemaal bedekt met een meestal dichte vegetatie, door de nabijheid van de grondwaterspiegel.

Boeiend landschap Als vrijwillige archeologen hebben we zo een zeer boeiend landschap te pakken met de nodige uitdagingen bij de interpretatie van de archeologische vondsten, waaronder botten van een jonge bruine beer en een waterkuil uit de ijzertijd met veel botafval en legio potscherven. De subsidie van de provincie Zeeland gaat ons zeker helpen met het laatste. En natuurlijk zijn we erg blij met deze (herhaalde) toekenning!

Verantwoording Literatuur Valk, B. van der en Frans Beekman (2019), ‘Stuivende kustduinen in Zeeland en Zuid-Holland. Monitoring van vondsten belangrijk voor archeologie en landschapsgeschiedenis’, in: Archeologie in Nederland, nr. 4, 26-33. Over de auteur Bert van der Valk is veldwerkcoördinator van de werkgroep ’s-GRAVENhage, AWN afdeling Den Haag en Omstreken.

Invloed van het klimaat op het landschap Het landschap van de Meeuwenduinen op Schouwen-Duiveland biedt bijzondere landschappelijke verschijnselen als uitgestrekte duinreeksen met daartussen secondaire duin-

Monitoringswerkzaamheden in Vlierendal.

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 13

17-09-2020 11:22


14

Van de afdelingen

De ArcheoHotspot in Utrecht

Jet Gardner

Vikingrijn: opgraving van een middeleeuwse kade in het Maximapark Vrijwilligers van de Utrechtse ArcheoHotspot helpen mee

Vrijwilligers, links Anja Gerritsen, in actie bij de zeefinstallatie. Het zeven leverde grote hoeveelheden kleine vondsten op.

Afgelopen jaar heeft de afdeling Erfgoed van de gemeente Utrecht in twee campagnes een zeer bijzondere opgraving uitgevoerd in het Maximapark, Leidsche Rijn. Er is onderzoek gedaan naar een oude Rijnoever, waarbij kadewerk en héél veel vondsten uit de vroege middeleeuwen werden gedaan. Het onderzoek werd uitgevoerd omdat er een nieuw te graven waterloop in de planning staat, met de toepasselijke naam de Vikingrijn. Bij de opgraving van de Vikingrijn is dan ook een groot aantal bijzondere vondsten gedaan, zoals munten, messen, weefgewichten, mantelspelden, bijlen, sikkels, vishaakjes en zelfs een complete bronzen schaal! Een opmerkelijke vondst werd gedaan in het vroege voorjaar, toen kwam er namelijk een enorm spant van waarschijnlijk een zeevarend schip aan het licht. Het spant is maar liefst 4,5 meter breed en gemaakt van eikenhout. Mogelijk was dit spant onderdeel van de loskade.

Anja Gerritsen bezig met het zeven van het afval uit de rivier.

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 14

Geïnspireerd door het project Vikingrijn bezochten vrijwilligers de Vikingtentoonstelling in Fries Museum in Leeuwarden.

Deze kade was opgebouwd uit een in de lengte doorgezaagd vlak van een schip uit de negende eeuw. De toenmalige bewoners gebruikten de rivier om er hun afval in te gooien. De archeologen vonden duizenden botten, scherven aardewerk, stukjes glas van bekers, kralen en zelfs barnsteen terug. Toen de archeologen door kregen dat er zoveel afval in de rivier was gegooid is besloten de onderzoeksmethode aan te passen en

de gehele oeverzone (circa 30 bij 10 meter) op te graven in vakken van 4 bij 4 meter en de grond vervolgens apart te houden en met behulp van vrijwilligers van de ArcheoHotspot te zeven. Dit resulteerde in diverse grote vondstzakken met zeefresidu vol kleine vondsten die nu liggen te wachten op verder onderzoek! Zo’n analyse van het zeefresidu is een ‘kleine opgraving’ op zichzelf en gaat nog veel meer spannends vertellen over de mensen die in de negende eeuw in dat deel van Leidsche Rijn hebben gewoond! Fijn om daaraan mee te mogen doen! De Hotspot was uiteraard in coronatijd niet geopend; we hebben wel een alternatief programma aangeboden: online zijn we druk bezig geweest met het verschaffen van informatie in de vorm van vlogs, filmpjes en socialmedia-activiteiten.

Verantwoording Over de auteur Jet Gardner is projectleider van Museum Hoge Woerd en de bijbehorende ArcheoHotspot.

17-09-2020 11:22


VAN DE AFDELINGEN COLOFON 15

NIEUWS Brittenburg blijft fascineren I n 2018 is met akoestische onderwaterapparatuur onder de zeebodem gezocht naar resten van de Brittenburg. Dat heeft niet de Brittenbrug zelf, maar wel meer gegevens over de loop van de Rijn in Romeinse tijd opgeleverd. Samen met het boek van Tom Buijtendorp over de Brittenburg, zijn we nu beter in staat om de ligging van het fort te kunnen pinpointen. Binnenkort gaat het onderzoek verder, niet meer op zee, maar op het land en namelijk daar waar in 1982 de noodopgraving bij het verleggen van de Uitwateringssluis in Katwijk ophield. Bij die noodopgraving zijn door de Universiteit van Amsterdam resten van de vicus van de Brittenburg – achtererven met onder meer een waterput – aangetroffen. De bijbehorende huizen en de Limesweg zelf kunnen dan niet ver meer weg zijn. Dat is althans de gedachte bij de AWN-afdeling Rijnstreek, die al vanaf 2018 de initiator achter de zoektocht is. Voor het elektromagnetisch onderzoek op het strand wordt samengewerkt met de universiteiten van Leiden en Gent, die over de benodigde apparatuur en expertise beschikken. Afhankelijk van de rulheid van het zand zal een gebied van 2,5 à 4 hectare worden afgezocht met een quad. Met name aan de zuidkant van de Uitwateringssluis.

Mochten de omstandigheden mee zitten, dan zal voor alle zekerheid ook aan de noordkant worden gemeten. Maar daar blijft het niet bij. De AWN-afdeling Rijnstreek gaat ook op zoek naar de loop van de Limesweg tussen Valkenburg en de Brittenburg. Eveneens in 2018 is bij de aanleg van nieuwe Rijnlandroute door ADC de Romeinse weg aangetroffen met honderden houten palen, die het talud op zijn plek hielden. Dat heeft met gemak het acht-uur journaal gehaald. Vanaf dat zekere punt zullen met grondradar metingen worden gedaan door de Landelijke Werkgroep Geofysische Meettechnieken Archeologie van de AWN. Deze werkgroep is al eerder in staat gebleken om in het zuiden des lands de Via Belgica op te pikken. Nu dan in de gemeente Katwijk die andere Rijksweg, de Limes. Over het dagelijkse Romeinsinheemse leven daarlangs wordt momenteel een interessante expositie gehouden in het RMO te Leiden.

Verantwoording Over de auteur Joost Vorst is voorzitter van AWN Afdeling 6 Rijnstreek.

Honderden houten palen vormen de restanten van een Romeinse weg.

Adressenlijst landelijk bestuur Alg. voorzitter H.G. (Gajus) Scheltema (Velp), tel. 06 · 2896 0729, e-mail: voorzitter@awnarcheologie.nl Vice-voorzitter en Belangenbehartiging H.M. (Hetty) Laverman-Berbée (Naarden), tel. 06 · 2361 8314, e-mail: h.m.lavermanberbee@gmail.com Alg. secretaris (a.i.) N.T.D. (Norbert) Eeltink (Hengelo), e-mail: secretaris@awn-archeologie.nl Alg. penningmeester H.J. (Harmen) Spreen, (Amstelveen), tel. 020 · 453 70 21, e-mail: hspreen@ xs4all.nl, IBAN: NL40INGB0000577808, t.n.v. penningmeester AWN Bestuursleden Veldwerkeducatie C. (Channa) Cohen Stuart (Culemborg), tel. 06 · 4505 9916, e-mail: channacs @me.com LWAOW W. (Willem) de Rhoter (Leeuwarden), tel. 06 · 2376 0356, e-mail: rhoterw@hetnet.nl PR en Communicatie P.H.A. (Paul) Flos, e-mail: prcommunicatie@awn-archeologie.nl en (a.i.) A. (Ad) Brand (Amersfoort), tel. 06 · 5135 8180, e-mail: adbrand1@gmail.com Hoofdredacteur (a.i.) Archeologie in Nederland en AWN-Magazine L.H.W. (Leo) ten Hag, (Nijmegen) tel. 06 · 3036 3100, e-mail: lhwtenhag@planet.nl Projecten en externe relaties H. (Henk) Hegeman (Oegstgeest), tel. 06 · 3308 4721, e-mail: hehehegeman@gmail.com Kijk op www.awn-archeologie.nl voor: – de contactgegevens en het activiteitenoverzicht van de 24 regionale afdelingen van de AWN – nabestellen AWN-uitgaven AWN-lidmaatschappen A basislidmaatschap B jongerenlidmaatschap 14 t/m 27 jaar C huisgenootlidmaatschap

€ 55,00 € 30,00 € 25,00

Basisleden en jongerenleden hebben de volgende rechten: – Toezending van de tijdschriften Archeologie in Nederland en AWN Magazine (4 maal per jaar) en eenmaal per jaar een premiumboek – AWN-verzekering (tot en met 75 jaar) bij AWNactiviteiten en AWN-opgravingen – Toegang tot de landelijke en de afdelingsactiviteiten van de AWN – Toegang tot de Algemene Ledenvergadering met stemrecht Huisgenootleden hebben alleen de drie laatstgenoemde rechten. Een huisgenootlidmaatschap kan alleen gekoppeld worden aan een basislidmaatschap op hetzelfde adres. Lidmaatschappen gelden per kalenderjaar en kunnen op elk gewenst moment ingaan. Bij een aanmelding vóór 1 augustus worden de reeds verschenen edities van onze tijdschriften nagezonden. Een ná 31 juli ingaand lidmaatschap geeft recht op 60% korting, tenzij de eerder dat jaar verschenen tijdschriften nagezonden moeten worden. Na aanmelding wordt u ingedeeld bij de afdeling waar uw woonplaats onder valt, tenzij u graag bij een andere afdeling wilt worden ingedeeld. Dit kunt u bij uw aanmelding aangeven. Opzegging dient voor 1 januari te geschieden. Vragen over lidmaatschap, doorgeven adreswijziging en nasturen tijdschriften H. (Henk) Kluitenberg (Rhenen), tel. 0317 · 613 050 (tijdens kantooruren, na 10.30 uur), e-mail: h.kluitenberg@caesar-advies.nl De AWN is een algemeen nut beogende instelling (ANBI).

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 15

17-09-2020 11:22


A W N M AG A ZINE De archeologie in Nederland is voortdurend in ontwikkeling. Sinds bij wet is vastgelegd dat archeologisch onderzoek moet plaatsvinden voordat de bodem verstoord wordt, vinden er meer projecten plaats dan ooit. Tegelijkertijd is er veel aandacht voor nieuwe onderzoekstechnieken waarbij niet gegraven hoeft te worden. Ook oude opgravingen blijken vaak nog een schat aan informatie te bevatten. De kennis die archeologisch onderzoek oplevert, leert ons over de vele duizenden jaren bewoning door de mensen die voor ons kwamen. Wie waren deze mensen? Wat aten zij, hoe woonden ze en wat voor kleding droegen ze? Wat kunnen we herleiden van hun gewoonten en rituelen? Het archeologisch onderzoek van de Nederlandse bodem leidt voortdurend tot nieuwe ontdekkingen en inzichten. De AWN is de belangenorganisatie voor belangstellenden in de archeologie, archeologiebeoefenaars en archeologievrijwilligers. De vereniging wil een schakel zijn tussen archeologie en publiek en tussen archeologie en beleid en ziet het als haar maatschappelijke taak om archeologie als bron van kennis over ons verleden te laten leven in het heden en te behouden voor de toekomst. Dit doet de AWN door bij te dragen aan de kennis over archeologie, die kennis uit te dragen en publieke betrokkenheid te bevorderen, en door de belangen van het archeologisch erfgoed te behartigen.

Opmaak.AWN.Jaargang.4.nr.3.sept.2020.3e.indd 16

17-09-2020 11:22


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.