Archeologiein Nederland











Uniek





















Uniek
AWN actueel van het bestuur 2
Nieuws van de vereniging 3
ALV 2020: digitaal vergaderen 4
Munten, magneetvissers en brugdelen 7
AI helpt bij onderzoek Romeins grijs aardewerk in het Kromme Rijngebied 8
Raadselachtige structuren naast de Amstelkerk 12
Vrijwilliger aan het woord: Ton Kok 13
‘Wij willen kenniscentrum archeologie worden’ 14
Werkgroepleden gezocht
Zowel de werkgroep Belangenbehartiging (Hetty Laverman) als Deskundigheidsbevordering (Channa Cohen Stuart) is op zoek naar nieuwe leden. Wat Belangenbehartiging betreft strekt kennis van de regelgeving en met name de nieuwe omgevingswet tot aanbeveling. Misschien iemand die de cursus hierover in het najaar heeft gedaan? Voor de werkgroep Deskundigheidsbevordering is goede kennis van archeologie, het opgraven en/of vondstverwerking natuurlijk van belang. We willen verder meer gebruik gaan maken van YouTube voor lezingen, presentaties en andere filmpjes. Is er iemand die Ad Brand en Paul Flos daarbij kan helpen? Belangstellenden kunnen rechtstreeks met betrokkenen contact opnemen (zie contactlijst Landelijk Bestuur op onze website).
Jeroen ter Brugge, bij velen bekend als oudvoorzitter van de AWN, is inmiddels de nieuwe voorzitter van de LWAOW en daarmee ook toegetreden tot het Landelijk Bestuur van de AWN. Welkom terug, Jeroen!
ieuws adeadelge 1
Nieuws van de afdelingen 15
Illustratieverantwoording
Archeologenburo Argo, Zaandam omslag voor, boven | John Assink 7 links en rechts | AWNAfdeling 13 Naerdincklant 13 boven en onder | AWN - Afdeling Utrecht (Archeologische Werkgroep ‘Leen de Keijzer’ Houten 2, 8-11 | AWNNederlandse Archeologievereniging 3 boven, linksonder en rechtsonder, 4 boven en onder, 5 linksonder en rechtsonder | Ad Brand 6 links | Norbert Eeltink (AWN Afdeling 19 Twente) 5 boven | Leo ten Hag 6 rechts | Paul van der Heijden, Nijmegen 15, omslag achter | Het Hunebedcentrum (Borger) 14 rechts | Rob IJzermans 12 boven | Hans Meijer 14 links | Peter Seinen 12 linksonder en rechtsonder
De AWN heeft getracht alle rechthebbenden van het illustratiemateriaal te achterhalen. Mochten personen of instanties desondanks van mening zijn dat rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunnen zij contact met de AWN opnemen.
Afgezien van ons eigen AWN-Archeologiefonds zijn er vele andere fondsen die geld ter beschikking stellen voor archeologie, waaronder het grote Fonds voor Cultuurparticipatie, maar ook particuliere fondsen. Afdelingen die hier een beroep op willen doen voor specifieke activiteiten kunnen hierover met Gajus Scheltema of een ander bestuurslid contact opnemen.
Het landelijk bestuur heeft recentelijk uitgebreid overleg gevoerd met de Archeologische Vereniging Limburg (AVL), onderdeel van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap. Gekeken wordt naar mogelijkheden van nauwere samenwerking en informatie-uitwisseling. Zo kan de AWN de Limburgse Vereniging in het Groot Reuvens Overleg vertegenwoordigen en zal regelmatig overleg tussen beide partijen gaan plaatsvinden.
Het landelijk bestuur is herhaaldelijk betrokken geweest bij de lopende evaluatie van de Erfgoedwet, zowel door participatie in overlegrondes en seminars als in rechtstreekse dialoog met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Dit voorjaar wordt een eerste rapport van de evaluatie verwacht.
Op de digitale algemene ledenvergadering van 21 november 2020 is, naast andere formele zaken, besloten de huisstijl van de AWN aan te passen en de naam van de vereniging te wijzigen in AWN - Nederlandse Archeologievereniging. Het wijzigen van de naam heeft consequenties voor de statuten; deze zullen aangepast moeten worden. Tegelijkertijd met deze statutenwijziging zullen ook de aanpassingen worden doorgevoerd om onze ANBIstatus te behouden, voortvloeiende uit de aangescherpte eisen van de Belastingdienst inzake de inhoud van het liquidatie artikel. De exacte wijzigingen worden tijdig via de landelijke website kenbaar gemaakt aan de leden. Het voorstel tot wijziging van de verenigingsstatuten zal worden geagendeerd op de komende ledenvergadering te houden vóór 31 mei 2021 (als corona ons dat toestaat). Actuele informatie hierover kunt u vinden op de website.
De verenigingsstatuten schrijven voor dat voorstellen tot wijziging uiterlijk twee maanden voor de ledenvergadering waarop de voorstellen behandeld worden, in hoofdlijnen in het tijdschrift van de vereniging opgenomen worden. In de agenda van de ledenvergadering zal naar deze publicatie verwezen worden (artikel 32 lid 2). Publicatie in AWN Magazine 1 – jaargang 5 voldoet hier aan.
Voorstellen tot wijziging zullen minstens twee maanden vóór de ledenvergadering aan de leden ter inzage gelegd worden bij de afdelingssecretariaten en desgevraagd aan de leden gezonden worden.
Voor de voorgestelde statutenwijziging is goedkeuring van tenminste twee derde van de aanwezige stemgerechtigde leden vereist.
Voor eventuele vragen en opmerkingen kan contact opgenomen worden met Norbert Eeltink (algemeen secretaris AWN) of Harmen Spreen (algemeen penningmeester AWN).
Onze contactgegevens vindt u in het colofon op pagina 15 onder ‘Adressenlijst landelijk bestuur’.
tabel 1
nieuwe leden per jaar
op 1 januari
0pzeggingen/wanbetalers/etc.
nieuwe leden
stand op 31 december
Op 1 januari van dit jaar telde de AWN 2070 leden, waarmee we voor het eerst sinds 2011 weer de grens van 2000 leden overstegen. In 2020 bedroeg de aanwas 74 leden, opgebouwd uit 181 aanmeldingen en 107 opzeggingen. De aanwas was met name te danken aan het relatief geringe aantal opzeggingen. Voor een deel is dit te danken aan een strakker contributiebeleid: waar in voorgaande jaren steeds sprake was van 40 à 50 wanbetalers per jaar (met royement als gevolg), waren dat er in 2020 slechts 13. Hiervoor moest overigens wel wat extra werk worden verzet. Andere redenen voor opzegging waren overlijden, tijdgebrek, financiële redenen en veranderde interesse.
Het aantal nieuwe leden per jaar schommelt de laatste jaren rond de 175. Het coronajaar heeft dus niet geleid tot een vergroting van dit aantal (mensen zouden meer thuistijd krijgen), noch tot een verkleining (mensen zouden het financieel moeilijker krijgen).
De aantallen staan in tabel 1.
Interessant is om te zien hoe de aantallen nieuwe leden naar verschillende factoren kunnen worden ingedeeld. Zo was de verhouding mannen/vrouwen/organisaties: 122/57/2.
tabel 2
geboren in de periode aantal 1930-1939 2 1940-1949 8 1950-1959 37 1960-1969 52 1970-1979 24 1980-1989 29 1990-1999
De verhouding academici/non-academici bedroeg: 37/142.
Zie tabel 2 voor een verdeling naar leeftijd. Opmerkelijk is natuurlijk de aanmelding van twee in 1936 geboren heren, een op basis van onze tijdschriften en een op basis van het meer tijd beschikbaar hebben. Van de in totaal 20 nieuwe jeugdleden waren de jongste twee 15 jaar oud. Hun redenen om lid te worden waren ook het meer tijd beschikbaar hebben en het via kennissen interesse gekregen hebben.
Hoe ligt het verder met de redenen van lidwording? 2020 was het eerste jaar, waarin men bij de aanmelding moest opgeven wat de reden was, waarom men lid wilde worden. Dit heeft tot het beeld geleid in tabel 3. 2021 is inmiddels al weer een maand oud (op het moment van dit schrijven) en we tellen in januari al 20 aanmeldingen (in januari 2020 ook 20) en 5 opzeggingen (in 2020: 7). Laten we hopen dat dit jaar qua ledenaantal even voorspoedig zal verlopen als het vorige. Wat daaraan zeker zal bijdragen is een prompte contributiebetaling. Alle basisleden in Nederland treffen bij dit nummer van AWN Ma-
gazine daartoe een contributiebrief aan. Bij de overige AWN-leden (circa 300) valt een dezer dagen (eind maart) een envelop door de brievenbus met hun specifieke contributiefactuur. Voor inlichtingen kunt u terecht bij de penningmeester of de ledenadministratie (zie de colofon of onze website www.awn-archeologie.nl).
Het AWN-archief: Valkenisse
Eind 2017 is het AWN-archief overgegaan van een extern bureau naar een interne AWNlocatie. Met een ruime stationwagen heeft onze penningmeester toen viermaal moeten rijden om het grootste en belangrijkste deel van ons archief te verplaatsen van Poortugaal naar Rhenen. Op dit moment wordt het archief geheel doorgespit en geordend. Daarbij is één ding al duidelijk. Onze AWN-uitgave Valkenisse ontbreekt in het archief. Wie beschikt over dit boek en wil dit afstaan aan het archief? Toezenden aan H. Kluitenberg, Grebbeweg 24-A, 3911 AW te Rhenen met vermelding van uw bankrekeningnummer (de verzendkosten worden vergoed). Graag vooraf een e-mailtje zenden.
tabel 3
ik heb belangstelling voor onderwater-archeologie
waarvan een organisatie
Marijn Lockefeer
De ALV zou in april 2020 gehouden worden in het Hunebedcentrum in Borger. Door de organisatoren van AWN Afdeling 1 NoordNederland was een mooi programma samengesteld. Helaas kon dit vanwege het uitbreken van de coronapandemie niet op deze mooie locatie plaatsvinden. We moesten ons behelpen met een digitale bijeenkomst. Voor de vergadering wordt gebruik gemaakt van het programma Microsoft Teams. Circa zestig leden van de AWN hebben ingelogd. Op locatie aanwezig is een deel van het bestuur: Gajus Scheltema (voorzitter), Hetty Laverman (vice-voorzitter en voorzitter van de Werkgroep Belangenbehartiging), Harmen Spreen (penningmeester) en Norbert Eeltink (secretaris a.i.).
Het dagelijks bestuur: van links naar rechts Hetty Laverman (vice-voorzitter), Harmen Spreen (algemeen penningmeester), Gajus Scheltema (algemeen voorzitter) en Norbert Eeltink (algemeen secretaris).
Paul Flos (eveneens bestuurslid) treedt op als moderator; hij opent de bijeenkomst met een korte uitleg over de te volgen procedure: dit om te voorkomen dat het een kakofonie van stemmen gaat worden. Na een korte film waarin aan de leden de te beoordelen nieuwe huisstijl wordt gepresenteerd, krijgt de voorzitter het woord.
Het was een moeilijk ‘coronajaar’ voor de AWN, een aantal afdelingen is hierdoor vrijwel stilgevallen. Toch zijn er afdelingen (met de nodige creativiteit) wél actief gebleven.
Daarom vindt deze vergadering plaats in een wat uitgeklede versie met een beperkt aantal agendapunten om hem niet te lang te laten duren. Erepenningen zullen bij deze gelegenheid niet worden uitgereikt: het is toch passender om dat ‘fysiek’ te doen, dus dat wordt doorgeschoven naar een volgende ALV. Deze kan dan hopelijk, zoals oorspronkelijk gepland, in Borger plaats vinden. Wellicht kan er begin volgend jaar een Afgevaardigdendag worden gehouden, ook weer digitaal.
De nieuwe naam en het nieuwe logo: AWNNederlandse Archeologievereniging.
Mededelingen van het bestuur
– Het aantal leden is ruim 2000, er is in het afgelopen jaar sprake van lichte groei.
– Er is een goede samenwerking met (nieuwe) organisaties, zoals de ArcheoHotspots, de Bond Heemschut en de Archeologische Vereniging Limburg (AVL). Met deze vereniging wil de AWN graag samenwerken. Daarom is Cees Kole als vertegenwoordiger van de AVL vandaag ingelogd. –
De Werkgroep Belangenbehartiging heeft haar standpunten goed over het voetlicht kunnen brengen. Zij heeft een cursus georganiseerd. Een verslag daarvan is te lezen in het AWN Magazine , aflevering 4, jaargang 4.
– De LWAOW heeft een nieuwe voorzitter in de persoon van Jeroen ter Brugge (oud-voorzitter van de AWN). De LWAOW is een overeenkomst met de Nautical Archaeological Sociey (NAS) aangegaan. Hiermee is LWAOW een met NAS-activiteiten verbonden partner met een eigen opleiding en is daardoor onder andere bevoegd tot certificering van cursisten, los van de RCE.
De RCE houdt overigens wel indirect toezicht.
De Werkgroep Deskundigheidsbevordering moet vanwege overlijden twee leden missen en is op zoek naar nieuwe leden.
In 2020 zijn overleden: Claudia Vandepoel, Dicky de Koning en Hans Bruggeman
De agenda en het verslag van de vorige vergadering in Enschede worden vastgesteld evenals het Jaarverslag. Dit zal, zoals gebruikelijk, op onze website worden geplaatst.
Penningmeester Harmen Spreen is tevreden. De kascommissie is digitaal via het programma Zoom bijeengeweest. De penningmeester/het bestuur wordt décharge verleend. Harmen vraagt leden om zich aan te melden als nieuw lid voor de kascommissie.
Wellicht moet meer ruchtbaarheid worden gegeven aan de ‘Club van Honderd’ (leden die € 100 betalen in plaats van de verschuldigde € 55).
Algemeen secretaris Norbert Eeltink (rechts): ‘…bijdrage leveren aan de nieuwe koers van verbinding en belangenbehartiging’.
Gajus geeft aan dat er reacties over de voorgestelde nieuwe naam en huisstijl (het logo) binnen zijn gekomen. Uit de eerder gehouden enquête blijkt de meerderheid een voorkeur te hebben voor de naam ‘AWN - Nederlandse Archeologievereniging’. Dat is ook de voorkeur van Gajus: het getuigt van een hoog ambitieniveau, dat we als AWN waar zullen moeten maken.
Het logo/huisstijl heeft uiteenlopende reacties opgeroepen: van ‘leuk, verfrissend en eigentijds’ tot ‘infantiel en schreeuwerig’. Dat laatste geldt vooral de folder; de presentatie hiervan is aan de leden bij de enquête meegestuurd. Enkele afdelingen, waaronder de afdeling Nijmegen en Omstreken, vragen zich af: ‘Beantwoordt dit logo wel aan wat wij willen als AWN, geeft het echt de identiteit van onze AWN weer?’ De Afdeling Nijmegen heeft het afgelopen jaar twaalf nieuwe leden mogen verwelkomen, de meerderheid daarvan is ouder dan vijftig… ‘De naam drukt professionaliteit uit, past daar dit logo wel bij?’ De uiteindelijke beslissing over de huisstijl ligt nu bij de leden.
Dan krijgt Paul Flos het woord; hij leidt de enquête. Voor de uitslag daarvan zie: https://www.awn-archeologie.nl/2020/naamen-huisstijl-de-uitslag/.
De nieuwe naam en huisstijl worden door een meerderheid van de aanwezige leden goedgekeurd. De statuten zullen aangepast moeten worden; deze aanpassing zal tijdens de volgende ALV aan de leden worden voorgelegd. De naam en het logo mogen ondertussen al wel gebruikt worden.
tabel 1 Welke naam voor de AWN heeft uw voorkeur?* voorgestelde naam percentage
AWN-Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie 11,9
AWN-Nederlandse Archeologievereniging 52,4
AWN-Nederlandse Archeologie Vereniging 9,5
AWN-Archeologievereniging Nederland 26,2
* 42 uitgebrachte stemmen
tabel 2 Bent u akkoord met de nieuwe huisstijl?* ja nee geen mening 72,7 % 13,6% 13,6%
* 44 uitgebrachte stemmen
Communicatieplan
Paul Flos meldt dat de vereniging bezig is met het ontwikkelen van een communicatieplan. Een professioneel bureau zal hiervoor ingeschakeld worden. Dat gaat aan de slag zodra de hiervoor aangevraagde subsidie is toegezegd.
Gajus Scheltema deelt mee dat Henk Kluitenberg zijn functie als secretaris heeft neergelegd, hij ontfermt zich nu over de ledenadministratie. Norbert Eeltink is de afgelopen periode secretaris ad interim geweest en is kandidaat voor deze functie. Ad Brand is al enige maanden actief (ad interim) ter vervanging van Paul van Wijk (Belangenbehartiging), die in april dit jaar statutair is afgetreden. Ook hij is kandidaat om tot het bestuur toe te treden. Vorig jaar (2019) heeft William ten Brink zich vanwege gezondheidsproblemen teruggetrokken als hoofdredacteur van Archeologie in Nederland en het AWN Magazine. Zijn taken zijn sindsdien waargenomen door Leo ten Hag. Ook hij wil tot het bestuur toetreden. De benoeming van Norbert, Ad en Leo wordt door de leden geaccordeerd.
De Nederlandse archeologie is de laatste decennia sterk veranderd. Aan de ene kant zijn er steeds meer regels gekomen die een goede samenwerking tussen de verschillende soorten betrokkenen er niet altijd makkelijker op maken. Aan de andere kant wordt de rol van het publiek steeds meer verankerd en uitgebouwd binnen het archeologische bestel. Beide ontwikkelingen hebben gevolgen voor alle betrokkenen in het werkveld en dus ook de AWN. Vandaar dat het landelijke bestuur heeft besloten de AWN een brede vereniging te laten zijn die iedereen in de Nederlandse archeologie bij elkaar wil brengen, van het publiek via de vrijwilliger tot de beroepsarcheoloog. Dat komt goed tot uiting in de nieuwe naam: AWN - Nederlandse Archeologievereniging. Daarbij is het belangrijk dat in het bestuur alle geledingen van het vakgebied vertegenwoordigd zijn. Als beroepsarcheoloog hoop ik binnen het Landelijke Bestuur een bijdrage te kunnen leveren aan de nieuwe koers van verbinding en belangenbehartiging die de vereniging heeft gekozen.
In mijn geboortestad Dordrecht ontstond, gestimuleerd door mijn vader, mijn interesse voor archeologie. Na veertig jaar werkzaam te zijn geweest bij Philips ging ik me als lid van de AWN weer actief met archeologie bezig houden. Bij de afdeling Eindhoven maakte ik kennis met de Werkgroep Innovatieve Meettechnieken in de Archeologie (WIMA). Het fascinerende onderzoek met behulp van grondradar bleek, onbedoeld, ook een publiekstrekker te zijn: telkens wanneer wij eropuit gingen zagen we grote betrokkenheid van lokale bewoners, de gemeente, de pers en historische kringen. Intussen verhuisd naar Amersfoort startte ik bij het Landelijk Bestuur als ondersteuner van de werkgroep PR&C. De WIMA hebben we het afgelopen jaar uitgebouwd naar de landelijke Werkgroep Geofysische Meettechnieken in de Archeologie (WGMA). We hebben inmiddels een nog steeds groeiend, zeer enthousiast team en een goed gevulde orderportefeuille. Die volle portefeuille is een extra reden te zoeken naar wegen om onze capaciteit te verhogen door het opzetten van een of meerdere steunpunten, waarbij inmiddels de Universiteit Leiden ook interesse heeft getoond. Daartoe willen we meer AWN’ers opleiden deze techniek zelf uit te voeren met onze bodemradar. Overigens een gemakkelijk te leren vaardigheid. Dus wanneer je geïnteresseerd bent: sluit je aan en stuur een e-mail naar: wgma@archeologie.nl.
In 1987 ben ik afgestudeerd als historicus in de richting nieuwe geschiedenis. Mijn belangstelling voor de archeologie werd gewekt toen ik een boek ging schrijven over de geschiedenis van mijn toenmalige woonplaats Beuningen. In 2005 ben ik lid geworden van de AWN Afdeling Nijmegen en Omstreken. Sinds 2011 ben ik secretaris van deze afdeling. In 2019 werd ik gevraagd om hoofdredacteur William ten Brink te vervangen. William moest vanwege gezondheidsproblemen zijn werkzaamheden helaas beëindigen. Samen met de zeer ervaren, van Westerheem afkomstige redactie en de professionele uitgevers van Matrijs zullen we er ongetwijfeld ook de komende jaren in slagen om viermaal per jaar een kwalitatief hoogwaardig tijdschrift en magazine te vervaardigen. De AWN heeft, behalve natuurlijk veel vrijwilligers, ook een groot aantal beroepsarcheologen als lid. Met onze bladen verwachten wij een bijdrage te kunnen leveren aan een kruisbestuiving tussen de eigen deskundigheid van beide ‘bloedgroepen’.
Zie hiervoor het Jaarverslag. Als nieuw lid van het bestuur van dit fonds is Joanneke Hees toegetreden. In het Jaarverslag staat een overzicht van alles wat door dit fonds is ondersteund.
Verantwoording
Over de auteur
Marijn Lockefeer is redacteur van Archeologie in Nederland en AWN Magazine.
John Assink
ArcheoHotspot Hasselt heeft een goed ingerichte werkruimte.
Geheel door vrijwilligers gerund
ArcheoHotspot Hasselt wordt gerund door Stichting Archeologische Werkgroep Zwartewaterland (SAWZ) en heeft op 12 oktober 2019, tijdens de Nationale Archeologiedagen, het predicaat ArcheoHotspot mogen ontvangen. Hiervoor kwam landelijk coördinator Marlyn Everink persoonlijk naar Hasselt om ons te feliciteren en de banier te overhandigen. We zijn dan ook trots dat we ons de achttiende ArcheoHotspot van Nederland mogen noemen en zijn daarmee, naast Oldenzaal, de tweede in Overijssel. Tevens zijn we tot op heden de enige die geheel gerund wordt door vrijwilligers. De gemeente Zwartewaterland bestaat uit de middeleeuwse kernen Hasselt en Genemuiden en de Fortresse Zwartsluis. Door dit gebied loopt de Vecht, een rivier met een rijke historie, waarlangs al vele restanten van oude nederzettingen zijn gevonden.
Goed bereikbaar
ArcheoHotspot Hasselt is goed bereikbaar en gehuisvest in een leegstaande school waarin we over een goed uitgeruste werkruimte beschikken voor het verwerken van vondsten, een depot en een fotostudio. Door goede contacten en samenwerking met verschillende werkgroepen als Genemuiden, Staphorst, Flevoland, Vollenhove en Hardenberg en een aantal beroepsarcheologen, is er een uitgebreide expertise ontstaan. De SAWZ legt zich voornamelijk toe op het beschermen en behouden van archeologische- en cultuurhistorische waarden in ons gebied. Met name de
Aardewerk wordt op professionele wijze gefotografeerd.
restanten van vestingwerken uit het rijke verleden van Hasselt, boven- en ondergronds, hebben onze belangstelling. Voor dit onderzoek werken we regelmatig met grondradar die we lenen van een aannemer. Hiermee hebben we al diverse bijzondere structuren ontdekt die we graag willen visualiseren.
Verzameling munten gedetermineerd
Steeds vaker krijgen we meldingen van vondsten, zoals onlangs een verzameling munten, deze zomer gevonden door Sijmon Last. Hij kon de context niet plaatsen in de historie van Hasselt en nam daarop contact op met onze Hotspot. Na het zien van de locatie konden we Sijmon een stukje wijzer maken en werd alles duidelijk. Onder deze munten bevinden zich een aantal bijzondere oorden uit Thorn en Gronsveld. De laatste heeft een afwijkende tekst en is waarschijnlijk uniek in zijn soort.
Actieve magneetvissers
Sinds enkele jaren zijn er ook magneetvissers actief, waardoor er naast metaalvondsten van detectoramateurs ook veel onderwatervondsten binnen komen. We hebben dan ook goede contacten met deze groep enthousiaste ‘vissers’ waarbij we niet alleen te zien krijgen wat er zoal gevonden wordt, maar ook voorwerpen waarin zij niet zijn geïnteresseerd, aan onze Hotspot worden geschonken. Hierdoor zijn we onder andere in het bezit gekomen van een brugdeel van de oude Van Nahuysbrug te Hasselt (1896-1972). Deze brug
heeft het in haar leven zwaar te verduren gehad. Niet alleen is zij diverse keren aangevaren, maar ook tot tweemaal toe opgeblazen. Het stuk is dan ook afkomstig van een van deze acties waarbij de klinknagels duidelijk zichtbaar zijn afgescheurd. Het is door ons ontroest en geconserveerd, en met de gemeente wordt nu overlegd of het brugdeel in de Openbare Ruimte geplaatst kan worden, als herinnering aan deze brug en haar geschiedenis. Als tegenprestatie maken de magneetvissers gebruik van onze kennis en helpen wij hen met het determineren van de omhooggehaalde voorwerpen. Al deze vondsten worden door ons geregistreerd en de bijzondere vondsten worden gefotografeerd. Hiervan wordt melding gedaan aan het bevoegd gezag, het provinciaal depot en de PAN.
Meldingsformulier en nieuwsbrief
Via onze website: www.archeologiezwartewaterland.nl kan ook een meldingsformulier worden ingevuld voor het melden van vondsten; daarvan wordt steeds meer gebruik gemaakt. Om bekendheid te geven aan onze activiteiten en onze Hotspot, en met name jongeren te interesseren, geven we tweemaal per jaar een digitale nieuwsbrief uit voor scholen en belangstellenden.
Verantwoording
Over de auteur
John Assink is voorzitter van de Stichting Archeologische Werkgroep Zwartewaterland.
Rinke Vos
Samenwerking AWN Utrecht en Hogeschool voor de Kunsten Utrecht
Als spin-off van het onderzoek naar Romeins grijs aardewerk in het Kromme Rijngebied door een werkgroep van AWN Afdeling 12 – Utrecht is er een samenwerkingsverband ontstaan met de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU). De samenwerking is er op gericht om een prototype van een Artificial Intelligence (AI) gebaseerd programma te bouwen dat randvormen herkent en de gebruiker informatie verschaft welke potvorm het beste lijkt op een in de software opgenomen referentie set. Als uitgangspunt is het AI-programma getraind met de twee meest voorkomende potvormen in Low Lands Ware: Holwerda 140-142 en Holwerda 131-136. De software is uitgebreid met modules om een foto van een randscherf te interpreteren om de scherf te kunnen vergelijken met de referentiesets. Op basis daarvan kan de software de best overeenkomende potvorm vaststellen. Het concept lijkt te werken en we nodigen de professionele archeologische wereld uit om serieus op zoek te gaan naar mogelijkheden AI in te zetten in het werkveld. De gedachten gaan niet alleen uit naar vormherkenning. Ook andere aspecten van het archeologisch onderzoek zouden er wellicht kosteneffectief mee kunnen worden ondersteund.
Leden van de Werkgroep ‘Romeins grijs aardewerk in het Kromme Rijngebied’ sorteren het aardewerk.
De aanleiding: onderzoek Romeins grijs aardewerk in het Kromme Rijngebied
Tijdens het lezen van archeologische rapporten en publicaties valt op dat er onder de aardewerkspecialisten veranderde inzichten zijn ontstaan over het indelen van (Romeins) aardewerk. Door gebruik te maken van bakselonderzoek zijn er nieuwe aardewerkcategorieën in het grijze spectrum herkend en benoemd. Als gevolg daarvan zijn meer recentelijk vele relevante publicaties en rapporten geproduceerd. In deze publicaties wordt gesuggereerd dat het Kromme Rijngebied waar het gaat om Romeins grijs aardewerk, nog een weinig onderzocht gebied is. De AWN-afdeling Utrecht zag in deze situatie een kans om een bijdrage te leveren aan de Nederlandse archeologie. Zij is een uitgebreid onderzoek gestart naar de aanwezigheid van Romeins aardewerk en daarbinnen specifiek naar de aanwezigheid van Low Lands Ware (LLW) en andere ‘grijze’ baksels in het Kromme Rijngebied, grofweg de gemeenten Houten, Bunnik en Wijk bij Duurstede in de provincie Utrecht. In het Provinciaal Archeologisch Depot Utrecht is een groot aantal dozen opgeslagen met aardewerk uit dit gebied, dat door middel van veldlopen is verzameld. Deze veldlopen zijn over vrijwel het gehele Kromme Rijngebied uitgevoerd. Dit resulteerde in 252 depotdozen vol met aardewerkscherven uit voornamelijk de Romeinse tijd, in beperkte mate ook uit de ijzertijd en de middeleeuwen. Al deze dozen worden door de AWN werkgroep ‘Romeins grijs aardewerk in het Kromme Rijngebied’ onderzocht. Voor aanvang van het onderzoek is in Archis gezocht naar reeds gemelde vondsten van Romeins grijs aardewerk. Daaruit bleek dat het nog wel meeviel met het ontbreken van dit aardewerk in het Kromme Rijngebied. De vraag werd nu: hoe zit het met de aanwezigheid van LLW en welke herkomst hebben de andere grijze scherven?
Tijdens het onderzoek wordt de werkgroep ondersteund door aardewerkspecialiste Julie van Kerckhove. Zij wees op het belang van datering van het aardewerk, en daardoor van de vondstlocatie, om daarna vondstlocaties met elkaar te kunnen vergelijken. Hoe komen we bij een globale datering op basis van veldloopresultaten? Zou herkenning van een potvorm daar een rol in kunnen spelen? Allereerst dus zelf Romeins grijs aardewerk selecteren en randvormen uitwerken. Maar hoe kennen we vervolgens een vormtype toe aan wat we hebben uitgewerkt? Aha! Vormherkenning! Daar gaan we: aan de slag met naslagwerken en rapporten natrekken: een heidens karwei.
Dwarsdoorsnede van rand om het AI-programma mee te testen.
Dwarsdoorsnede van rand Holwerda 140-142.
Dwarsdoorsnede van rand om het AI-programma mee te testen.
Het probleem is: hoe houd je de plaatjes van al die potvormen vast in je geheugen? We geven het niet gauw op. We zoeken dóór. Maar wanneer wordt het onverantwoord? Het menselijk brein kan enkele beelden wel enige tijd onthouden, en dus soms ook met succes vergelijken met andere beelden. Maar wat als die beelden erg sterk op elkaar lijken? Dat blijkt een stuk lastiger. Alleen uitgesproken experts die dagelijks met een specifieke beeldtaal bezig zijn kunnen dat wellicht met enige zekerheid doen. Voor amateurarcheologen is dat doorgaans geen haalbare kaart als het om randvormen van aardewerk gaat. De vraag dringt zich al heel snel op: welk beeld lijkt het meest op wat je in je handen hebt? Hoe zeker weet je dat het nummer 12 op bladzijde yy moet zijn, en niet nummer 16 in de afbeelding op bladzijde zz? Of misschien toch eigenlijk ergens een paar bladzijden verderop, of in dat andere rapport? Zou het niet handig zijn om al die informatie bij elkaar te krijgen in een systeem? We gaan de boeken in, en zien vele overzichten van randvormen. We zien tekeningen van dwarsdoorsneden. Heel veel ervan lijken (sterk) op elkaar. Kijken we nu naar één of meerdere basisvormen? Wetenschappelijk gezien kan je je afvragen welke vormen ‘clusteren’. Wanneer zijn de onderlinge verschillen (significant) groter dan de overeenkomsten? Wat hoort bij wat?
Als je tegenwoordig even een fotootje maakt met de mobiele telefoon kan je met één druk op de knop bijvoorbeeld Google Lens® een beschrijving laten geven van wat je eigenlijk in beeld hebt. Naam van een bloemetje dat je in beeld hebt even opzoeken? Geen probleem! Gezichtsherkenning? Gemeengoed geworden. Als dat allemaal mogelijk is, waarom is er dan niet iets te vinden voor zoiets eenvoudigs als een ‘platte’ tweedimensionale voorstelling van het profiel van een scherf? Daar zou je toch ook graag met één druk op de knop de beschrijving van willen hebben? Goed idee! Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Met die vraag liep ik al jaren rond, en navraag bij professionele aardewerkonderzoekers leverde niet veel meer op dan ‘Ja, dat is wel eens geprobeerd, maar eigenlijk nooit meer iets van gehoord’. Dat spoor liep snel dood. Tot we bij toeval in de archeologische werkgroep ‘Leen de Keijzer’ hoorden dat de zoon van een van de leden van die groep ‘iets deed met Artificial Intelligence’. Aha! Daar is contact mee gezocht, wat resulteerde in een samenwerking met een enthousiast stel studenten aan de HKU in Utrecht, die er wel kansen in zagen.
De laatste jaren is er een enorme vooruitgang geboekt op het gebied van AI en beeldherkenning. Geen wonder, want de vraag naar dat soort systemen is ook enorm. Denk maar aan de zelfrijdende auto en dergelijke. Daarmee wordt de technologie die er voor nodig is ook veel sneller ontwikkeld en dus eerder bereikbaar, zeker voor studenten die in dat vakgebied aan de slag willen. Kortom, er zijn mogelijkheden. Software is in principe voorhanden, ook op niet-commerciële basis. Kennis is aanwezig. Geld is altijd een probleem. Maar een prototype bouwen heeft wel kans van slagen. Dus: wat gaan we doen?
De doelstelling is beperkt: het gaat om ondersteuning van ons zoekwerk. Een potvorm bepaal je niet even aan de hand van een fotootje. We hebben na jaren onderzoek een zekere mate van ervaring: de context van het na te trekken randfragment is in al zijn aspecten nodig om een goed oordeel te vormen. Het AI-prototype heeft al die informatie niet, en zal dus niet meer dan een suggestie kunnen geven. En natuurlijk is het denkbaar dat er slimmere systemen kunnen worden ontworpen, maar die moet je wel voeden met voldoende relevante en juiste informatie. Zo’n uitgebreider systeem voor de archeologie is niet te betalen. We moeten het doen met wat er voorhanden is. Het eerste prototype is gebouwd op basis van twee potvormen: Holwerda 140-142 en Holwerda 131-136. Deze keuze sluit aan bij de oriëntatie van de AWNonderzoeksgroep ‘grijs aardewerk’. In het bijzonder van het vormtype Holwerda 140-142 – dominant in LLW – zijn voorbeelden eenvoudig in de vakliteratuur te vinden, en door de duidelijk overhangende lip goed herkenbaar.
Technische uitwerking: prototype
De inspiratie en de voorbeelden van een AI-programma voor eenvoudige vormherkenning zijn te vinden op het internet. Voor de techneuten onder ons: het AI-programma is gebaseerd op een Convoltional Neural Network (CNN) en er wordt gebruik gemaakt van TensorFlow modules3 . Op die basis zijn er verdere aanpassingsmodules gemaakt en was de programmatuur gereed om voor de randvormherkenning te worden getraind. Als we ons concentreren op slechts één potvorm – de voor LLW relevante vorm Holwerda 140-142 – dan krijgen we uit de literatuur het volgende beeld zoals gezien door de AI-software.
Zo’n referentieset geeft direct een goed overzicht van de diverse randvormen die in de vakliteratuur alle worden benoemd als ‘Holwerda 140-142’. De variabiliteit binnen dit type valt in een oogopslag op. De set referentievormtypen moet nog worden uitgebreid om alle bekende vormtypen met LLW in het herkenningssysteem onder te brengen. De vraag is vervolgens of het gaat lukken niet herkende vormen onder te brengen in een aparte set en die te (laten) beoordelen of daar clusters van nog niet in de referentieset voorkomende vormen kunnen worden samengesteld.
t van de din pe valt in een g worden uitherkenning shet gaat lukaparte set en e t in de refemengesteld
Met behulp van een ‘rimchart’ worden de afmetingen van aardewerkranden vastgesteld.
el van de potvorm van Holwerda 140-142, te herkennen door de AI-software.
Profie van Ho te herk AI-soft
Op millimeterpapier zijn de afmetingen van de profielen van aardewerkranden ingetekend.
Die clusters/vormtypen zouden in de literatuur kunnen worden nagetrokken. Wellicht kunnen ze aan in de literatuur voorkomende vormtypen worden toegeschreven. Het is zelfs in principe denkbaar dat er een vormtype gevonden zou kunnen worden dat nog niet is beschreven, alhoewel dat vrij onwaarschijnlijk is. Het vergelijkingssysteem is nu beperkt tot de vormtypen die bekend zijn voor een specifieke context, in dit geval het baksel LLW.
Eerste resultaten
De training met de referentieset doorliep verschillende fasen. Het aantal referenties in de set is zeer beperkt en moest aanvankelijk wat worden uitgebreid om een acceptabel resultaat te verkrijgen. Dat resulteerde in een prima score van de trainingsresultaten. De volgende test is het omzetten van fotomateriaal naar de zwart-wit profielen zoals in de referentieset die de beelden uit de vakliteratuur bevat.
De twee Holwerda 140-142 randen werden bij een test probleemloos herkend en de 131-136 heeft ook een goede score. Als proef op de som is er ook zomaar een vlakje mee getest, dat terecht als onbekend wordt omschreven.
Ten slotte
Het bleek mogelijk in korte tijd een werkend AI-systeem te maken en te trainen om op basis van een beperkt aantal referentiesets een correct vormtype toe te wijzen op basis van een foto van een randscherfprofiel. Uitbreiding met andere (referentiesets van) vormtypen is zonder problemen uitvoerbaar. Een referentieset moet wel een redelijk aantal verschillende randvormen binnen het vormtype omvatten. Ook is het een uitdaging om een referentieset van een vergelijkbare vorm op te nemen. Als de vormclusters gaan overlappen is het de vraag hoe het systeem gaat reageren. We hopen in de trant van ‘kans: x % potvorm X, en y % potvorm Y’. We hopen dit soort vragen in de toekomst te kunnen beantwoorden. Tot zo ver onze eerste voorzichtige stappen. De
uitdaging voor de archeologie is nu een grotere en meer systematische aanpak te bedenken. We realiseren ons dat het basisidee niet nieuw is. Commercieel bekend is het Deventer Systeem5, maar dat lijkt meer gericht op classificatie en zelf natrekken. In het hier beschreven geval beperkten we ons tot eenvoudige beeldherkenning. Maar er is vast meer mogelijk. We nodigen iedereen dan ook van harte uit om mee te denken. Ook voor de professionele wereld is het wellicht de moeite waard om eens na te gaan hoe kostenbesparend zo’n systeem kan zijn. En ja, gratis zal een vollediger systeem waarschijnlijk niet worden. Leuk idee: vormherkenning onder de knop op jouw mobieltje? Kan zo maar de toekomst zijn! En die toekomst is al begonnen met een project van de EU: ArchAIDE heeft geavanceerde mogelijkheden, inclusief een app voor de smartphone met beeldherkenning en onmiddellijke feedback. Helaas doet de Nederlandse archeologie (nog) niet mee, maar wie weet!
Literatuur
Rebel, H. (2016), Onderzoeksplan Romeins grijs aardewerk in het Kromme Rijngebied, AWN Afdeling 12 Utrecht
Rebel, H., ‘Romeins grijs aardewerk. Onderzoek in het Kromme Rijngebied’, in: AWN Magazine, jaargang 2, nr. 1, maart 2018, 10-11
Vos, R. (2018), Tweede tussenrapportage AWN-Onderzoek Romeins grijs aardewerk, AWN Afdeling 12 Utrecht
Vos, R. (2019), Derde tussenrapportage AWN-onderzoek Romeins grijs aardewerk, AWN Afdeling 12 Utrecht
www.archeologiehouten.nl/archeologisch-onderzoek/bureauonderzoek/ vormtypeherkenning-van-aardewerkwat-kan-ai-voor-ons-betekenen/
Over de auteur
Rinke Vos is lid van de AWN Afdeling 12 Utrecht, de werkgroep ‘Romeins grijs aardewerk in het Kromme Rijngebied’, de Archeologische Werkgroep ‘Leen de Keijzer’ Houten en de Historische Kring ‘Tussen Rijn en Lek’.
De AWN Werkgroep voor Geofysische Meettechnieken in de Archeologie voert bodemradarmetingen uit voor verenigingen van vrijwilligers in de archeologie, die zonder te mogen graven informatie willen krijgen over verdwenen erfgoed. Omdat commercieel onderzoek financieel vaak ver buiten hun bereik ligt, biedt de AWN deze dienst aan tegen een geringe onkostenvergoeding.
De Amstelkerk in Ouderkerk aan de Amstel
Op 9 juli van het vorige jaar was de net opgerichte Werkgroep op bezoek in Ouderkerk aan de Amstel, op uitnodiging van de zeer gastvrije leden van de Archeologische Werkgroep van de lokale Historische Vereniging Wolfgerus van Aemstel. Deze werkgroep is druk bezig om de geschiedenis van Ouderkerk, die veel verder teruggaat dan die van het nabije Amsterdam, op de kaart te zetten.
De eerste vermelding van de naam van de nederzetting Ame Stelle dateert al van het einde van de elfde eeuw, maar het oudste gedeelte, in het gebied rond de Amstelkerk, gaat waarschijnlijk terug tot de Keltische ijzertijd. Mogelijk liggen hier de resten van het Kasteel van de Heren van Amstel, dat al eeuwen in Amsterdam vermoed wordt.
Het onderzoek richtte zich die dag echter niet op de resten van het Kasteel van de Heren van Amstel, maar op de voorgangers van de huidige Amstelkerk, die teruggaan tot de elfde eeuw. Het doel van het onderzoek was om meer te leren over de bouwgeschiedenis van de kerk. Hiervoor werden vlakken binnen en buiten het kerkgebouw onderzocht.
Aan de oostzijde van de huidige kerk werd de fundering van het koorgedeelte van de uit de veertiende eeuw stammende voorganger van de huidige kerk ‘zichtbaar’ gemaakt. Meestal worden structuren zichtbaar in de vorm van sterke (oranje of geel gekleurde) reflecties. In dit geval werden de sterke reflecties veroorzaakt door boomwortels rond de fundering en werd deze juist zichtbaar door het ontbreken hiervan. Het ontstane patroon geeft een goed idee van de oriëntatie en de afmetingen. Binnen in de kerk werden holle ruimtes aangetoond onder de vloer. Helaas konden met de gebruikte techniek geen vorm en afmetingen worden afgeleid. Of er gewelven verborgen liggen, blijft dus voorlopig nog een vraag. Misschien toch een heel klein kijkgaatje boren in de vloer?
De Amstelkerk in Ouderkerk. Doorsnede
Aan de zuidwestzijde werd een zich scherp aftekenende sterke (rood gekleurde) reflectie gemeten. Deze structuur ligt op circa 80 cm onder het maaiveld en beslaat een groot oppervlak dat mogelijk nog in noordwestelijke richting doorloopt. Er zijn vermoedens over het bestaan van een onderaardse gang, maar onze metingen geven daarover geen uitsluitsel. Mogelijk vervolgonderzoek in noordwestelijke richting geeft misschien meer aanwijzingen. We houden jullie op de hoogte.
Interesse in het meedoen aan bodemradaronderzoek?
Onze werkgroep kan altijd leden gebruiken die aan de slag willen met dit soort onderzoek. Die inzet varieert van puur organisatorisch tot zeer technisch, met alles daar tussenin. Informeren naar de mogelijkheden kan geen kwaad: wgma@awn-archeologie.nl.
Verantwoording
Over de auteur
Peter Seinen werkt als vrijwilliger voor de Stichting Mergor in Mosam (onderwaterarcheologie) en de AWN Afdeling Kempen en Peelland. Hij is tevens lid van de Werkgroep Innovatieve Meettechnieken in de Archeologie (WIMA).
Een krantenartikel over archeologie
Ik ben al jong geïnteresseerd geraakt in archeologie, toen ik in een krant een artikel las over archeologische vondsten bij grondwerkzaamheden in ’s Graveland. Ik ben zelf naar de werkzaamheden gaan kijken, raakte enthousiast en ben toen lid geworden van de NJBG. In deze setting heb ik verschillende opgravingen meegemaakt in de vesting Naarden en later ook in de kerk in Hilversum, die in 1972 is afgebrand. De volgende stap (want de archeologie ging me steeds meer boeien) was: lid worden van de AWN afdeling Naerdincklant. Van deze afdeling ben ik nog steeds lid. Momenteel ben ik penningmeester en veldcoördinator. Ik ben ook betrokken geweest bij het opzetten van het verenigingsmagazine Archeologica Naerdincklant.
Publieksvoorlichting
Naast het feit dat ik individueel met archeologie bezig was (ik heb veel Romeinse vondsten gedaan bij het grootschalig grondverzet
in 1977 in Vechten), heb ik me ook steeds met veel plezier bij allerlei instanties en bij veel gelegenheden ingezet, vaak in een voorlichtende en publieksgerichte hoedanigheid. Zo heb ik in het Bronstijdhuis op de Floriade in Amsterdam in 1982 publiek ontvangen en voorgelicht. Voor het Goois Natuurreservaat sta ik elk jaar op het Schaapscheerdersfeest om de vereniging te promoten en uit te leggen hoe archeologie, cultuur en natuur met elkaar verbonden zijn.
Met Oerrr op de archeologische toer
Voor Oerrr, een programma van Natuurmonumenten dat kinderen inspireert om op ontdekking te gaan in de natuur, ga ik met kinderen op de archeologische toer: we maken daar samen met de kinderen twee vlakken open van 30 x 5 meter in grond waarin Amsterdams huisvuil zit. De kinderen mogen deels met een metaaldetector, deels met een schepje archeoloog spelen. Ik leg hun uitgebreid uit wat ze gevonden hebben en zoek samen met
hen naar de datering. Wat een mooie ervaring is het om hen zo ingespannen en enthousiast bezig te zien. Dat vind ik geweldig: mensen laten zien hoe mooi en leerzaam archeologie is!
Grasland vol scherven
De laatste tijd ben ik betrokken (geweest) bij een onderzoek in Tienhoven/Westbroek. Hier wordt een stuk grasland afgegraven om de ondergrond weer natuur te laten worden. Er wordt veel archeologisch materiaal gevonden (voornamelijk scherven) dat via de bemesting in de bodem is gekomen. Dit materiaal zijn we voor de provincie Utrecht aan het uitwerken. En tenslotte ben ik bezig om voor een natuurorganisatie een metaaldetectorgroep op te zetten voor haar eigen terreinen. Ik hoop van harte dat ik nog lang en op allerlei manieren mijn, of liever, ons mooie en zinvolle werk mag voortzetten.
Ton, links, is voorbereid op het geven van tekst en uitleg over archeologie.
Gijs Klompmaker
‘Wij willen
Hunebedcentrum wordt ArcheoHotspot
Hunebed D27, het grootste van Nederland, ligt aan de noordzijde van Borger.
Het Hunebedcentrum wordt ArcheoHotspot. ‘Wij zijn er enorm blij mee, het past heel erg goed bij de rol van het Hunebedcentrum,’ aldus Riemke Scharff, huisarcheologe van het Hunebedcentrum. ArcheoHotspots zijn plekken waar je zelf kennis kunt maken met archeologie. Bij het Hunebedcentrum kun je dit doen door eigen vondsten te laten onderzoeken, vragen te stellen en mee te doen aan activiteiten of lezingen.
ArcheoHotpot
Op dit moment kun je al op verschillende manieren kennis maken met archeologie bij het Hunebedcentrum. Dit zit verwerkt in onze huidige expositie, bij de reconstructie van de opgraving van hunebed D26 en in veel van onze activiteiten. Onze wens is om dit verder uit te bouwen. We willen een plek zijn waar bezoekers op een actieve manier in aanraking komen met archeologie en daarnaast een beter beeld krijgen wat een archeoloog nu eigenlijk doet. De vorming van een ArcheoHotspot sluit daar mooi bij aan. Daarbij vinden we het belangrijk dat zowel kinderen als volwassenen terecht kunnen bij onze ArcheoHotspot. Dat zie je terug in het aanbod. Zo biedt het
Dit panorama van Hunebedbouwers is onderdeel van de vernieuwde expositie.
Hunebedcentrum door het jaar heen verschillende lezingen aan, maar zijn er ook speciale kinder- en gezinsactiviteiten in de vakanties. Omdat ons centrum momenteel niet te bezoeken is, zijn we gestart met een online ArcheoHotspot. Hier kunnen mensen lezen over archeologische methoden op Hunebednieuwscafe.nl. Luisteren kan ook in onze gelijknamige podcast. Daarnaast kunnen vragen over archeologie naar ons worden opgestuurd en zijn onze lezingen digitaal te volgen op dit moment.
Voor het Hunebedcentrum is de ArcheoHotspot een onderdeel van haar doelstelling. Riemke Scharff: ‘Wij willen het kenniscentrum voor archeologie worden, waar mensen naartoe komen om meer te leren over archeologie als wetenschap. Maar we willen ook de schakel tussen de meest recente archeologische inzichten en de maatschappij zijn. Dit doen we door aan te sluiten bij een netwerk als ArcheoHotspot. Maar we geven hier ook op andere manieren vorm aan. We faciliteren ruimte voor archeologen en studenten die onderzoek doen met archeologische expe-
rimenten, we spreken met experts in onze Hunebedcentrum Podcast “Hunebednieuwscafé”, en we zijn bezig met het opzetten van de Oeracademie. Daarnaast hebben we de banden met de studenten en de RUG verstevigd. We hebben een aardig groot terrein en veel kennis in huis, daarmee zijn we geschikt als samenwerkingspartner voor iedereen binnen de archeologie.’
Vrijwilligers gezocht
Het Hunebedcentrum is voor de begeleiding van publiek rondom onze ArcheoHotspot op zoek naar vrijwilligers. Lijkt het jou leuk om bezoekers kennis te laten maken met Archeologie, neem dan contact op met mij via communicatie@hunebedcentrum.nl. Wij geven je de handvatten en de faciliteiten die je nodig hebt.
Verantwoording
Over de auteur
Gijs Klompmaker is hoofd marketing van het Hunebedcentrum.
‘Constructing the limes’: AWN doet mee aan breed onderzoek naar Romeinse rijksgrens in Nederland
Wat is de limes, de grens van het Romeinse Rijk die ook dwars door het gebied van het huidige Nederland liep? In het voorwoord van het vorig jaar uitgegeven boek Romeinen langs Rijn en Noordzee. De limes in Nederland lezen we: ‘Het oude idee dat de limes alleen maar diende als defensieve linie om barbaren tegen te houden, kan voorgoed naar de prullenbak’. Als we de limes niet meer kunnen zien als een harde grens, hoe kunnen we deze dan wel beschouwen? Dankzij een grote subsidie van de Nederlandse Wetenschapsagenda (NWA) kan een consortium van wetenschappers onder leiding van oudhistoricus en archeoloog dr. Saskia Stevens (Universiteit Utrecht) de komende jaren gaan onderzoeken hoe deze bekendste en wellicht oudste grens in de geschiedenis werkte.
Interdisciplinair onderzoek Het unieke van dit grootschalige project is de integratie van inzichten uit de geesteswetenschappen, de exacte wetenschappen en de archeologie. Als voorbeeld noemen we het onderzoek dat dr. Gertjan Plets (Universiteit Utrecht) zal gaan doen. Met het toepassen van de nieuwste methoden uit de ecologische genetica (eDNA) kan hij inzicht geven in eetpatronen en ziektes in de oudheid. In latrines, waterputten en op de bodem van drooggevallen meertjes kan verschillend organisch materiaal worden gevonden en daar kan menselijk of dierlijk DNA in zitten. Hier zien we meteen ook een link met de actualiteit: de coronapandemie waar we op het moment van schrijven van dit artikel nog midden in zitten. Zoals rioolmetingen tegenwoordig gebruikt worden bij het opsporen van corona virusdeeltjes kunnen we nu ook oude genetische sporen in de bodem documenteren om de bewegingen van (groepen) mensen in de oudheid in kaart te brengen.
Hoe wordt ons hedendaagse denken over grenzen en culturen bepaald door onze interpretaties van het verleden? Om hier een antwoord op te krijgen is er samenwerking gezocht met het Nijmegen Centre for Border Research van de Radboud Universiteit. On-
derzoek van historici naar de historiografie van Romeinen en Bataven gedurende de afgelopen vijfhonderd jaar zal inzicht geven in hoe selectief onze herinnering aan het erfgoed van de oudheid vaak was (en is). De bewustwording hiervan kan wellicht leiden tot een ander perspectief op territoria, grenzen en migratie.
Samenwerking wetenschap en publiek
Er is al heel veel bekend over de Romeinse limes in Nederland, maar de kennis is nogal verspreid en versnipperd. Veel informatie over vondsten ligt nu opgeslagen in de provincies Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland. Dit zou in één database ondergebracht kunnen worden, zodat de data gemakkelijker voor iedereen toegankelijk zijn. Voor het beter ‘vullen’ van deze database zal een belangrijke rol weggelegd zijn voor geïnteresseerden in de archeologie, zoals voor een groot deel verenigd in onze AWN - Nederlandse Archeologievereniging. Daarnaast zullen ook de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek voor het publiek toegankelijk worden gemaakt door middel van workshops, lezingen, publieksmanifestaties. En wellicht komt er een publieksboek.
Drie delen van de Romeinse limes staan al op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO: de Muur van Hadrianus in Engeland, de Muur van Antoninus Pius in Schotland en de Boven-Germaans-Raetische Limes in Duitsland. In juni van dit jaar zal de beslissing vallen of ook de limes in Nederland op deze lijst geplaatst worden.
De ontdekking van de limesweg in 1997 in Leidschendam was een regelrechte sensatie.
Adressenlijst landelijk bestuur
Alg. voorzitter H.G. (Gajus) Scheltema (Velp), tel. 06 · 2896 0729, e-mail: voorzitter@awnarcheologie.nl
Vice-voorzitter en Belangenbehartiging H.M. (Hetty) Laverman-Berbée (Naarden), tel. 06 · 2361 8314, e-mail: h.m.lavermanberbee@gmail.com
Alg. secretaris N.T.D. (Norbert) Eeltink (Hengelo), e-mail: secretaris@awn-archeologie.nl
Alg. penningmeester H.J. (Harmen) Spreen, (Amstelveen), tel. 020 · 453 70 21, e-mail: hspreen@ xs4all.nl, IBAN: NL40INGB0000577808, t.n.v. penningmeester AWN
Bestuursleden
Veldwerkeducatie C. (Channa) Cohen Stuart (Culemborg), tel. 06 · 4505 9916, e-mail: channacs@ me.com
LWAOW J. (Jeroen) ter Brugge, e-mail: J.ter.Brugge @rijksmuseum.nl
PR en Communicatie P.H.A. (Paul) Flos, e-mail: prcommunicatie@awn-archeologie.nl en A. (Ad) Brand (Amersfoort), e-mail: adbrand1@gmail.com
WGMA A. (Ad) Brand (Amersfoort), e-mail: adbrand1 @gmail.com
Hoofdredacteur Archeologie in Nederland en AWN-Magazine L.H.W. (Leo) ten Hag, (Nijmegen) tel. 06 · 3036 3100, e-mail: lhwtenhag@planet.nl
Projecten en externe relaties H. (Henk) Hegeman (Oegstgeest), tel. 06 · 3308 4721, e-mail: hehehegeman@gmail.com
Kijk op www.awn-archeologie.nl voor:
– de contactgegevens en het activiteitenoverzicht van de 24 regionale afdelingen van de AWN
– nabestellen AWN-uitgaven
AWN-lidmaatschappen
A basislidmaatschap € 55,00
B jongerenlidmaatschap 14 t/m 27 jaar € 30,00
C huisgenootlidmaatschap € 25,00
Basisleden en jongerenleden hebben de volgende rechten:
– Toezending van de tijdschriften Archeologie in Nederland en AWN Magazine (viermaal per jaar) en eenmaal per jaar een premiumboek
– AWN-verzekering (tot en met 75 jaar) bij AWNactiviteiten en AWN-opgravingen
– Toegang tot de landelijke en de afdelingsactiviteiten van de AWN
– Toegang tot de Algemene Ledenvergadering met stemrecht
Huisgenootleden hebben alleen de drie laatstgenoemde rechten. Een huisgenootlidmaatschap kan alleen gekoppeld worden aan een basislidmaatschap op hetzelfde adres.
Lidmaatschappen gelden per kalenderjaar en kunnen op elk gewenst moment ingaan. Bij een aanmelding vanaf 1 augustus: 50% korting, u ontvangt dan de laatste twee nummers van onze tijdschriften en het premiumboek. Vanaf 1 december is het lidmaatschap GRATIS (slechts één maand, maar wel met toezending van onze december-tijdschriften).
U kunt zich aanmelden als lid via het aanmeldingsformulier op onze website: https://www.awnarcheologie.nl/lid-worden.
Na aanmelding wordt u ingedeeld bij de afdeling waar uw woonplaats onder valt, tenzij u graag bij een andere afdeling wilt worden ingedeeld. Dit kunt u bij uw aanmelding aangeven.
Opzegging dient voor 1 januari te geschieden.
Vragen over lidmaatschap, doorgeven adreswijziging en nasturen tijdschriften
H. (Henk) Kluitenberg Grebbeweg 24-A, 3911 AW Rhenen, tel. 0317 · 613 050 (na 10.30 uur), e-mail: h.kluitenberg@caesar-advies.nl
De AWN is een algemeen nut beogende instelling (ANBI).
De archeologie in Nederland is voortdurend in ontwikkeling. Sinds bij wet is vastgelegd dat archeologisch onderzoek moet plaatsvinden voordat de bodem verstoord wordt, vinden er meer projecten plaats dan ooit. Tegelijkertijd is er veel aandacht voor nieuwe onderzoekstechnieken waarbij niet gegraven hoeft te worden. Ook oude opgravingen blijken vaak nog een schat aan informatie te bevatten. De kennis die archeologisch onderzoek oplevert, leert ons over de vele duizenden jaren bewoning door de mensen die voor ons kwamen. Wie waren deze mensen? Wat aten zij, hoe woonden ze en wat voor kleding droegen ze? Wat kunnen we herleiden van hun gewoonten en rituelen? Het archeologisch onderzoek van de Nederlandse bodem leidt voortdurend tot nieuwe ontdekkingen en inzichten.
De AWN is de belangenorganisatie voor belangstellenden in de archeologie, archeologiebeoefenaars en archeologievrijwilligers. De vereniging wil een schakel zijn tussen archeologie en publiek en tussen archeologie en beleid en ziet het als haar maatschappelijke taak om archeologie als bron van kennis over ons verleden te laten leven in het heden en te behouden voor de toekomst. Dit doet de AWN door bij te dragen aan de kennis over archeologie, die kennis uit te dragen en publieke betrokkenheid te bevorderen, en door de belangen van het archeologisch erfgoed te behartigen.