AWN Magazine 2021, 2

Page 1


Archeologiein Nederland

jaargang 5 juni 2021

Afgevaardigdendag 2021

di n d gden -

Creatief in coronatijd 4

Wijk bij Duurstede Op zoek naar een Romeinse rivierloop

Stadsafval uit Grave Velpse akker geeft 15000 voorwerpen prijs 10

INHOUDVAN HET BESTUUR AWN ACTUEEL

AWN actueel van het bestuur 2

In memoriam

Tonnie van de Rijdt 3

Creatief in coronatijd 4

AWN’ers koninklijk onderscheiden 6

Ede draait door 7

Oude rivierlopen en woongronden 8

Akker geeft ruim 15000 voorwerpen prijs 10

Vrijwilliger aan het woord: Paul Taminiau 13

ArcheoHotspots: Vrijwilligersbijeenkomst 14

Provinciaal toezicht op erfgoed is lappendeken

Nieuws van de afdelingen 15

Op verzoek van de minister van OC&W heeft de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed onderzocht hoe provincies in 2020 invulling hebben gegeven aan het interbestuurlijk toezicht (IBT) op het gebied van erfgoed (monumenten en archeologie). Het is een lappendeken, zo blijkt. Twee provincies (Noord-Holland en Gelderland) geven, buiten het behandelen van burgermeldingen, geen invulling aan het toezicht. De overige tien provincies doen dat zeer beperkt en elk op een eigen manier. Jaarlijks worden er door burgers klachten gemeld, maar wat hiermee wordt gedaan is niet duidelijk. De helft van de provincies geeft aan met professionalisering van het toezicht bezig te zijn en daarbij graag met gemeenten te willen samenwerken. Deze ontwikkeling is op dit moment nog niet verder gekomen dan het aangaan van gesprekken met gemeenten. Het rapport Een lappendeken. Zicht op toezicht door provincies is hier te lezen: www.inspectie-oe.nl/publicaties/ rapport/2021/03/11/een-lappendeken.zicht-op-toezicht-door-provincies. Voor vragen of ervaringen: mail naar de Werkgroep Belangenbehartiging: vicevoorzitter@awn-archeologie.nl.

Illustratieverantwoording ArcheoHotspot Hasselt 14 | ArcheoHotspot Oegstgeest 15 | Joos Bedaux 13 | Drone foto (Werkgroep Wijk bij Duurstede) omslag achter boven, 8 links | Foto Ralf Embrechts 3 | Rik van der Geest 6 links | Aad Hendriks omslag voor boven, 2 rechts | Tinie van den Heuvel omslag voor onder, 2 links, 10, 11 onder, 12 | Gerben Joustra 8 rechts, 9 onder | Cindy Matthijssen omslag achter onder, 7 | Don Melskens fotografie, Boxmeer 11 linksboven, 11 rechts midden boven | Open data Gelderland 9 linksboven | Screenshot deelnemers vergadering 4 | Tekening Martien Koolen 11 links midden boven, 11 rechtsboven | Pauline de Weijer 6 rechts | Werkgroep Wijk bij Duurstede 9 rechtsboven

De AWN heeft getracht alle rechthebbenden van het illustratiemateriaal te achterhalen. Mochten personen of instanties desondanks van mening zijn dat rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunnen zij contact met de AWN opnemen.

Evaluatie Erfgoedwet

Na een traject van een jaar lijkt de RCE met het ministerie van OCW nu af te stevenen op een adviesaanvraag aan de Raad voor Cultuur inzake de evaluatie van de Erfgoedwet. De AWN heeft tot twee keer toe ook schriftelijk haar visie gegeven op dit onderwerp. Hierbij is duidelijk gemaakt dat voor ons de participatie van vrijwilligers en andere belangstellenden in de archeologie beter zichtbaar moet worden gemaakt en verankerd moet worden. Hopelijk zal dat in de adviesaanvraag ook weerklinken. Hierbij wordt wat ons betreft met name aan de volgende drie aspecten gedacht:

– Meer en beter aankondigen waar en wanneer vrijwilligers bij opgravingen kunnen worden betrokken.

– Inspraak van omwonenden en anderen beter vastleggen bij Gemeentelijke besluitvorming die tot bodemverstoring leiden – Versterking van burgerparticipatie door (hervatten) structurele financiële steun aan organisaties van vrijwilligers zoals de AWN.

Marijke Pennings poseert trots met de bij de AWN erepenning behorende oorkonde.

AWN Erepenning voor Marijke Pennings

‘Ik ben helemaal verbouwereerd, beduusd’, zei Marijke Pennings, toen ze uit handen van landelijk voorzitter Gajus Scheltema de AWNerepenning in ontvangst mocht nemen. Een bevlogen en toegewijde vrijwilligster noemde Gajus haar in zijn toespraak. Marijke is vanaf 1992 betrokken bij de archeologie, eerst bij de Archeologische Vereniging Limburg en, sinds 1997, als actief lid van AWN-afdeling 16 Nijmegen e.o. Marijke heeft aan talloze opgravingen meegewerkt, zoals die van het Valkhof (De Bastei) in Nijmegen. Waar erfgoed bedreigd werd liet Marijke zich gelden: mede dankzij haar werden grafheuvels in de Hatertse en Overasseltse Vennen beschermd. Als voorzitter van AWN Nijmegen wist ze veel waardevolle verbindingen tussen de professionals en de vrijwilligers van de AWN-afdeling te leggen, nog altijd tot groot wederzijds voordeel.

VAN DE VERENIGING

Jeroen ter Brugge, met dank aan Fred van den Beemt en Wim Schennink

In memoriam

Tonnie van de Rijdt

1943-2021

Er zijn van die leden die opvallen. De ons op 13 mei ontvallen Tonnie van de Rijdt was er zo één. Niet omdat ze zo’n flamboyante verschijning was, integendeel haast. Wel omdat wat ze te melden had, steekhoudend was, ze inhoudelijk uitzonderlijk sterk voor de dag kwam en steeds weer een doorbijter bleek te zijn. Niet een vrouw voor small talk, doelgericht eerder, maar tegelijk oprecht belangstellend in zaken die ertoe deden of iemand raakten.

Rond 2005 krabbelde de AWN op na een moeilijke periode. De archeologiewetgeving, die het zelfstandig veldonderzoek door vrijwilligers in de archeologie onmogelijk dreigde te maken, was enige jaren tevoren gewijzigd. De sfeer onder de leden was terneergeslagen en binnen de afdelingen was de teleurstelling groot. Met het opzetten van regulier overleg tussen het landelijk bestuur en de ROB (sinds 2006 RACM en per 2009 RCE) lukte het toch openingen te vinden voor de actieve archeologiebeoefening. Tegelijk hervond de AWN zich ook door het vizier op een ander aspect te richten: de archeologische belangenbehartiging. Juist op dit gebied was het Tonnie, voorzitter van de afdeling 23, die opviel. Ze had er haar handen aan vol in de Eindhovense regio en boekte successen. Met kennis van wet- en regelgeving én van de archeologische inhoud trad zij met haar team op als een welhaast activistische actiegroep voor het archeologisch erfgoed. Aanvankelijk had ze er geen oren naar, toetreden tot het landelijk AWNbestuur, om deze nieuwe tak van sport landelijk verder uit te rollen. Uiteindelijk ging ze toch overstag en het moet gezegd, met volle overtuiging. De gebruikelijke stap van het vice-voorzitterschap liet ze echter resoluut aan zich voorbijgaan en ze draaide zonder functie ruim een jaar mee voordat ze in 2010 landelijk voorzitter werd. De haar statutair toegestane twee termijnen heeft ze ten maximale uitgebuit voor wat we gerust haar heilige missie mogen noemen: de AWN verder ontwikkelen tot serieuze en te duchten partij in het archeologische krachtenveld. Door haar kennis en opgedane ervaring had ze invloed, ook in de professionele archeologie, zoals bijvoorbeeld in het ‘Groot Reuvens Overleg’, het platform voor de Nederlandse archeologische belangenbehartiging. In het veranderende bestel was het belangrijk de vereniging mee te laten transformeren, en het sluiten van samenwerkingsverbanden, zowel regionaal als landelijk, met organisaties en commerciële bedrijven die de kern van het bestel vormen, kreeg volop de aandacht. Het maakte de participatie van de AWN-leden bij allerlei vormen van archeologisch onderzoek mogelijk en gaf de AWN een stem die tot in de Tweede Kamer gehoord werd. Als onafhankelijke maatschappelijke organisatie lig-

gen er voor een vereniging als de AWN lobby- en protestmogelijkheden die veel professionele organisaties ontberen en Tonnie begreep dat goed en gaf ze inhoud en uitvoering. Met name bij de totstandkoming van de nieuwe Erfgoedwet is dit van cruciaal belang geweest.

De AWN-leden vergat zij daarbij niet, ook al zal dit werk voor velen onzichtbaar zijn geweest. Samen met de RCE verzorgde zij de publicatie De kracht van de vrijwilligers – Over een duurzame relatie tussen de gemeente en vrijwilligers in de archeologie waarin haar visie en de resultaten van de gepleegde inzet samenkwamen. Maar er was meer: het ontwikkelen van de LOI-cursus Archeologie, de metamorfose van het verenigingsblad Westerheem naar het moderne tijdschrift Archeologie in Nederland en het samen met het Allard Pierson (Museum) opzetten van de ArcheoHotspots, om maar wat te noemen. Het is goed hier ook haar medebestuurders te roemen, want dit alles doe je nooit alleen. Maar een gedreven roerganger is daarbij onontbeerlijk.

Het was voor de deelnemers aan de ALV waarin zij in 2018 afscheid nam als AWN-voorzitter dan ook geen verrassing toen zij tot erelid werd benoemd. Een evenzeer voor de hand liggende Koninklijke Onderscheiding zou ze overigens, als overtuigd republikein, geweigerd hebben!

Dat het de laatste tijd niet zo goed met haar ging, was duidelijk, maar zij was de eerste om te zeggen dat ‘er ergere dingen in het leven’ zijn. Daar kan je achteraf vraagtekens bij zetten, maar het tekent haar in optima forma. Het ging haar niet om zichzelf, maar om de goede zaak. De AWN mag haar dankbaar zijn dat onze vereniging die goede zaak was.

Leo ten Hag

Creatief in coronatijd

Afgevaardigdendag 2021

Anders dan in de voorgaande jaren vond de Afgevaardigdendag deze keer niet in november en niet in het gebouw van de RCE in Amersfoort plaats. Het nog altijd rondwarende coronavirus zorgde ervoor dat we naar maart uit moesten wijken en elkaar digitaal moesten treffen. Een ‘rondje langs de velden’ tijdens deze kleine anderhalf uur durende sessie maakte duidelijk dat de AWN in deze periode met beperkende maatregelen bepaald niet in coma is gevallen. Er bleek, dankzij de creativiteit van de leden, het afgelopen jaar nog verrassend veel mogelijk.

Vrije vorm

Eén voor één logden de afgevaardigden van de AWN-afdelingen in voor deze digitale vergadering en geleidelijk vulde zich het beeldscherm met de veelal bekende gezichten. Het is de bedoeling, zei voorzitter Gajus Scheltema, na de deelnemers welkom te hebben geheten, om er een ‘vormvrije’ bijeenkomst van te maken. Geen strakke agenda die puntsgewijs wordt afgewerkt, maar de afdelingen laten vertellen over de wijze waarop zij zich door de coronatijd hebben geslagen. Eerst nog een paar mededelingen vanuit het bestuur:

– Gajus geeft te kennen dat hij na vier jaar de voorzittershamer graag over wil dragen. In april 2022 zal hij aftreden.

– In de toekomst gaat PAN vanuit de ArcheoHotspots werken en we willen zien of wij hier ook een rol in kunnen spelen. Tijdens de ALV, over enkele maanden (fysiek of weer digitaal) zullen we hier op terugkomen.

– Er is contact met de Archeologische Vereniging Limburg. Wellicht kan er een samenwerking tussen AWN en AVL tot stand komen.

– De AWN heeft een gesprek gehad met de RCE over de oprichting van een erfgoedbreed platform. Het gaat om onder- en bovengronds erfgoed en de bedoeling is om tot een bundeling van krachten te komen, om zo eff ectiever te kunnen participeren in het overheidsbeleid. Er gebeurt namelijk van alles waar de erfgoedinstanties vaak geen weet van hebben of te laat geinformeerd worden en het kwaad is dan vaak al geschied. In het najaar zal de RCE een bijeenkomst organiseren met alle erfgoedinstanties.

– Hetty Laverman heeft met veel enthousiasme een cursus omgevingswet gehouden in samenwerking met Heemschut en andere organisaties. Er staat een vervolg gepland in het noorden van het land. Als er nog geïnteresseerden zijn om dit te organiseren, horen we het graag.

Een heel goed jaar

‘We hebben eigenlijk een heel goed jaar gehad’, vertelde Maureen Kok (Noord-Holland Noord). Vergaderen gaat per telefoon en via een groepsapp, Facebook en nieuwsbrieven houden we de leden op de hoogte. Er zijn (digitale) lezingen georganiseerd. Met ADC ArcheoProjecten en Archeo West-Friesland hebben ze aan opgravingen mee kunnen doen. Een aantal leden was thuis bezig.

De Afgevaardigdendag kon vanwege corona niet in het RCE-gebouw plaatsvinden.

Een digitale bijeenkomst was het alternatief.

Hiermee noemde Maureen een aantal activiteiten die we ook bij andere afdelingen tegenkomen. Het contact met de achterban kon goed worden onderhouden door intensiever van bestaande digitale middelen gebruik te maken. Van ledenverlies was geen sprake, integendeel, de AWN als geheel liet een aanwas van leden zien. De Afdeling Nijmegen kon zelfs een ongekende groei van haar leden melden. Maar liefst zeventien geïnteresseerden in de archeologie dienden zich in 2020 aan. John Jansen: ‘We zijn al deze nieuwe leden maar eens gaan bellen, om ze welkom te heten, maar ook om eens te polsen wat ze van de AWN verwachten.’ Veel van hen bleken geïnteresseerd in Romeins Nijmegen en zouden graag aan een opgraving deelnemen. Een opgraving is er ook wel geweest, zij het niet in Nijmegen, maar in Bergharen en daar konden de nieuwe leden nog niet aan meedoen. Het bestuur van Afdeling Zeeland heeft een enquête onder haar leden uitgezet om te zien waar behoefte aan is. In de vorig jaar heropgerichte Afdeling Midden-Brabant komen voormalige leden zich weer melden en weten ook nieuwe leden de weg naar de afdeling te vinden.

Opgravingen

Meehelpen met opgravingen blijft toch het meest tot de verbeelding spreken en gelukkig konden verschillende afdelingen, naast de hierboven al genoemde, veldactiviteiten melden. Een paar voorbeelden: In Groningen deden leden mee aan de opgraving van een borg, AWN’ers van de samengevoegde afdelingen Zeeland en West-Brabant assisteerden bij opgravingen in Aardenburg en het verdronken dorp Tolsende. In Afdeling West en Midden-Betuwe en Bommelerwaard waren leden betrokken bij de ontgraving van een groot gebied, waarbij een nederzetting uit 1000 na Christus werd ontdekt. De herstart van Afdeling Midden-Brabant begon uitstekend met het vooruitzicht te kunnen assisteren bij een opgraving in Udenhout. Het ‘Stonehenge’ van Brabant, zou een archeoloog van Archol het al genoemd hebben, vertelde Wim van Klaveren. In Zuid-Veluwe en Oost-Gelderland heeft de AWN van Rijkswaterstaat de ruimte gekregen om bij de doortrekking van Rijksweg 15 opgravingen te kunnen doen. In januari werd de afdeling door de provincie benaderd voor een noodopgraving bij Herwen. Jeroen ter Brugge, voorzitter van de LWAOW, praatte ons bij over de pilot die zij samen met de RCE gaan doen. Dit betreft een verkennend onderzoek naar scheepswrakken in het Hoornse Hop. De coördinatie daarvan ligt in handen van de LWAOW. In Voorburg zijn weer ontwikkelingen bij Forum Hadriani. Bij een proefsleuvenonderzoek dat leden van Afdeling Den Haag e.o. konden volgen, kwam onder andere een mooi paardentuig tevoorschijn.

ArcheoHotspots

Opgravingen zijn doorgaans dé manier om de aandacht van het publiek voor archeologie te krijgen. Kijkdagen trekken over het algemeen veel belangstellenden, zoals ook weer bij de opgraving in Bergharen bleek. Een mogelijkheid om het publiek actief met archeologie bezig te laten zijn wordt door het almaar groeiend aantal ArcheoHotspots geboden. Fred van den Beemt (Groningen) wees op de nieuw geopende Hotspot in het Hunebergcentrum in Borger en in Groningen zullen nog een tweetal Hotspots worden

ingericht. Henk Hegeman (lid Landelijk bestuur) meldde de opening van een nieuwe Hotspot in Oegstgeest. De ArcheoHotspot in Arnhem zal heropgestart worden, Jan Verhagen zal ons daar nog nader over gaan informeren. De reeks artikelen in AWN Magazine geven overigens ook een beeld van wat er, ondanks alle beperkende maatregelen, het afgelopen jaar toch nog mogelijk is gebleken.

Belangenbehartiging

Helaas wordt er door verschillende partijen niet al te zorgvuldig met ons erfgoed omgegaan. AWN’ ers blijven nodig om alert te blijven en mogelijke vernielingen van waardevolle archeologie te voorkomen. Het afgelopen jaar zijn er een aantal succesvolle acties gevoerd. Fred van de Beemt vertelde ons over een juridisch proces tussen gemeente Noordenveld en de afdeling Groningen naar aanleiding van graafwerkzaamheden in de kerk in Roden. Na bemoeienis van de RCE heeft dit geleid tot een motie in de Tweede Kamer en het opstellen van een arbitragecommissie om het verzuim van de gemeente in dezen te onderzoeken. Dit zal mogelijk leiden tot beter beleid met betrekking tot graafwerkzaamheden in kerken. De Historische Vereniging Kesteren, gelegen in het werkgebied van Afdeling West en Midden-Betuwe, heeft samen met Milieudefensie met goed gevolg een proces gevoerd om bij het rooien van bomen de ondergrond vanaf een bepaalde diepte te beschermen. Het proces, zei Andre van Ingen, was voor ons tevens een aanzet om de in versukkeling geraakte afdeling weer te activeren.

Erfgoedcursussen

Het is met de complexe wetgeving onontbeerlijk geworden om goed beslagen ten ijs te komen bij het beschermen van ons (onder- en bovengronds) erfgoed. Om de leden uit de verschillende afdelingen hierin te ondersteunen heeft de Landelijke Werkgroep Belangenbehartiging, samen met Bond Heemschut, een cursus Erfgoedvrijwilligers en Omgevingswet georganiseerd. Jan Verhagen liet weten dat dit zeer welkom is: gemeenten besteden onvoldoende zorg aan de archeologie en vrijwilligers kennen vaak de procedures niet zo goed om druk uit te kunnen oefenen om aanpassing van het beleid te bewerkstelligen.

Ondanks de beperkende maatregelen in het afgelopen jaar is de AWN een zeer actieve vereniging gebleken. Opvallend veel kon toch nog doorgang vinden, dankzij creatieve aanpassingen. En voor de toekomst is er nog genoeg te doen, ook voor alle nieuwe leden die zich bij ons in 2020 aangemeld hebben. Nieuwe activiteiten van onze vereniging zullen ongetwijfeld hun weerslag vinden op onze website, social media en in de pagina’s van het AWN Magazine.

Verantwoording

Over de auteur

Leo ten Hag is hoofdredacteur van Archeologie in Nederland en het AWN Magazine.

AWN’ers koninklijk onderscheiden!

Lintjes voor Aad van der Geest en Ben Teubner

Gedreven belangenbehartiger van de archeologie Aad van der Geest.

Aad van der Geest

Op de dag voor Koningsdag, 26 april, daalde uit de lintjesregen er ook één voor AWN-lid Aad van der Geest neer. Aad is al heel lang lid, indertijd daartoe overgehaald door Hans Hardenberg, die ook in het hoofdbestuur gezeten heeft. Hoewel hij toen niet veel tijd voor archeologie had, bleef dat toch wel de aandacht van Aad houden. Toen hij meer tijd beschikbaar kreeg en in de Duin- en Bollenstreek allerlei historische activiteiten ontplooid werden, wilde hij daar graag aan meewerken. Als lid van de Stichting Oud Sassenheim, in zijn woonplaats, was hij er actief bij betrokken. Als die stichting je voordraagt voor een lintje, ondersteund door tal van personen uit het historische en archeologische wereldje, dan heb je dat echt wel verdiend. Sinds 19 april is Aad bestuurslid van de Archeologische Vereniging Rijnstreek (Afdeling 6 van de AWN). Namens Rijnstreek

vertegenwoordigt hij Sassenheim (gemeente Teylingen) in een regulier overleg met vertegenwoordigers van deze gemeente en van de plaatsen Voorhout en Warmond, en dit is inmiddels uitgebreid met de gemeenten Lisse en Hillegom. Dat hij Lid van de Orde van Oranje-Nassau zou worden kwam voor hem als een volkomen verrassing. Dankzij een digitale verbinding konden veel van zijn familieleden en vrienden getuige zijn van zijn ontroering door de lofrede die de burgemeester van Teylingen afstak. In een coronabestendige ontmoeting kon op 29 april, voor zijn huis in de buitenlucht, de burgemeester hem het lintje alsnog opspelden. Alles is vastgelegd, zodat hij ook later nog op deze gedenkwaardige dag kan terugkijken. Dat hij nog maar lang de belangen van de archeologie in vooral de Bollenstreek mag kunnen dienen!

Ben Teubner

De lintjesregen was al overgetrokken toen een totaal verraste Ben Teubner op 28 april via een computerscherm door de Nijmeegse burgemeester Bruls een Koninklijke Onderscheiding kreeg ‘uitgereikt’. In zijn lofrede roemde de burgemeester Ben als een archeologische duizendpoot. Eind jaren zeventig redde hij, samen met een paar andere enthousiastelingen van de AWN Afdeling Nijmegen, veel van de door sloop van de Nijmeegse binnenstad bedreigde archeologie. Ben nam ook na deze periode deel aan tal van opgravingen, waarvan enkele zelfs landelijke bekendheid kregen. Hij heeft het archeologisch onderzoek in Nijmegen mede op de kaart gezet, zodat de kennis en kunde van het Nijmeegse bodemarchief niet versplinterd raakte, maar binnen de gemeente bleef. Het zorgvuldig opgraven van archeologisch erfgoed staat voor Ben altijd voorop Waar erfgoed wordt bedreigd treedt Ben doortastend op. Zo wist hij een dreigende groot-

Archeologische duizendpoot Ben Teubner.

schalige vernieling van grafheuvels door ondeskundig bosbeheer in de Hatertse en Overasseltse Vennen te voorkomen. Hij is ook conservator van het Museum Kasteel Wijchen. De uitgebreide archeologische collectie van dat museum wordt door hem al meer dan dertig jaar met kunde en enthousiasme beheerd. Om dit naar behoren te kunnen doen, was hij veelal op vrijwillige basis – en tot in de late uurtjes – in Kasteel Wijchen te vinden. Hij heeft ook, zowel voor het museum als voor de Afdeling Nijmegen, vele tentoonstellingen ingericht.

Al zijn activiteiten hebben Ben een fenomenale archeologische kennis gebracht, die hij altijd graag wil delen: op de woensdagavonden in de werkruimte van AWN Nijmegen, bij evenementen, bij opgravingen en bij archeologiecursussen voor beginners. Ben, nogmaals proficiat en we hopen nog lang van je kennis deelgenoot te blijven.

Marlous van Domburg

Ede draait door…

De ArcheoHotspot-kids in tijden van corona

Corona, lockdown, erfgoedinstellingen en musea zijn gesloten, de scholen zijn pas net weer open onder strikte voorwaarden en er is weinig dat georganiseerd mag worden… En dan staat de voorjaarsvakantie voor de deur.

Ondanks, of misschien juist ómdat er weinig mogelijk is, zijn ouders en kinderen op zoek naar vertier, binnen de geldende maatregelen. Want hoe houd je je kinderen in de vakantie bezig als je geen kant op kunt en je de speeltuin op de hoek na een jaar echt wel hebt gezien? En hoe geef je het verleden mee aan kinderen als er niets op locatie georganiseerd mag worden?

Cultura komt naar jou!

Met deze vragen in het achterhoofd heeft Cultura Ede, het centrum voor kunst en cultuur waar de ArcheoHotspot Ede zijn plek heeft, een Cultura-Vakantie-Doe-Pakket opgesteld: een scheur-kalender voor thuis waar de kinderen iedere vakantiedag een blaadje vanaf konden scheuren. Bij elke dag van de

Aan de slag met scherven uit kapotgegooid servies uit een kringloopwinkel.

scheurkalender hoorde een cadeautje waarmee je gelijk aan de slag kon gaan tijdens de activiteit. Er waren creatieve activiteiten op het brede culturele gebied, van dans tot erfgoed, van theater tot muziek.

Het geheimzinnige zakje

Op één van de dagen waren de kinderen van 4 tot 8 aan de beurt om ArcheoHotspotkids te zijn. De kinderen hadden bij het afhalen van het hele pakket een geheimzinnig zakje ontvangen met het logo van de ArcheoHotspot. Dat spannende zakje mocht eindelijk open worden gemaakt! In het zakje zaten een berg scherven, tape om de scherven mee aan elkaar te plakken, een kleurplaat van een prehistorisch potje en een diploma. Eerst mochten ze een door de ArcheoHotspot Ede opgenomen filmpje op YouTube bekijken over wat archeologie precies is, met een inkijkje in Edese opgravingen, wat er bij opgravingen gevonden wordt en hoe je nu eigenlijk een potje in elkaar moest plakken.

De scherven waren uiteraard niet écht op archeologische opgravingen aangetroffen.

Het geheimzinnig zakje van de ArcheoHotspot.

We hebben gebruik gemaakt van materiaal van kringloopwinkel Noppes, waar we ten behoeve van de erfgoededucatie gratis borden en bekers konden krijgen, die we zelf kapot hebben gegooid. Deze activiteit kun je thuis corona-proof ondernemen, in je eigen tijd, terwijl je ouders rustig een kopje koffie kunnen drinken. En als aandenken heb je een prachtig zelf geplakt potje in je raamkozijn staan!

Cultuur beleef je sámen

Het codewoord in deze vreemde tijden waarin veel niet mag, maar als je creatief denkt wel veel kán, is wat ons betreft ‘samen’. Door niet alleen samen met andere partners binnen het Edese Erfgoed op te trekken, maar veel breder binnen cultuur, kun je niet alleen de kinderen bij de archeologie blijven betrekken, maar ook een andere, nieuwe doelgroep bereiken. Bijvoorbeeld de groep die normaal niet zo makkelijk naar een culturele instelling of een opgraving zal komen. Of de groep die in eerste instantie archeologie maar saai vindt en van dansen houdt. Door deze samenwerking komen ze er achter dat archeologie stiekem óók leuk is.

Voor alle kids die van archeologie houden en er door deze samenwerking achter zijn gekomen dat archeologie óók leuk is, organiseert de ArcheoHotspotkids in samenwerking met Cultura Ede ook in de toekomst activiteiten. Het maakt niet uit wat er niet mag, we kijken naar wat kán!

Meer informatie? Kijk op www.edetoenennu. nl/activiteiten/ en www.cultura-ede.nl/

Verantwoording

Over de auteur

Marlous van Domburg is projectleider van de ArcheoHotspot Ede.

Oude rivierlopen en woongronden Onderzoek naar een meandergordel

bij Wijk bij Duurstede

Met de AWN-groep Wijk bij Duurstede, een onderdeel van de AWN-afdeling Utrecht, doen we momenteel onderzoek naar de leeftijd van de oude rivierlopen ten zuiden van Wijk bij Duurstede. Er is hier al eerder onderzoek naar gedaan en er wordt steeds meer over bekend. Vooral de laatste jaren kunnen we, aan de hand van boringen en het dateren van monsters, steeds beter de ouderdom bepalen. Als deze historische rivierlopen in kaart zijn gebracht, kunnen we ook de bewoonde plaatsen op de toenmalige oevers vaststellen. Hopelijk vinden we ook een stuk van de Romeinse Rijn, als grensrivier, en op deze manier misschien ook het oudste, door mensen gemaakte wegdek: de zogenoemde Limesweg.

Baggervondsten en rivierlopen

Bij baggerwerkzaamheden in 1978-1979 op een locatie ten zuidoosten van het molentje De Hoop kwam een grote hoeveelheid archeologisch interessante vondsten tevoorschijn. Tot de vondsten behoorden onder andere dakpanfragmenten, stukken tufsteen en terra sigillata. Eén van de dakpanfragmenten droeg het stempel van het Romeinse Dertigste Legioen. Het betreft geen vondsten in situ en het blijft een raadsel waar deze dan precies vandaan komen. Een antwoord op die vraag zou kunnen liggen in het feit, dat na de afsluiting van de Kromme Rijn aan de overkant, in 1122 na Christus, de Lek een grotere aanvoer rivierwater uit Duitsland kreeg te verwerken. Dat geldt ook voor de meander bij Gravenbol en de fabriek De Roodvoet. De binnenbocht bij

Gravenbol ving meer resten van het castellum bij Maurik op en de dode arm van de Roodvoet mogelijk veel van de hiervoor genoemde vondsten. En mogelijk ook in een veronderstelde doorbraak bij ’t molentje De Hoop. Het merendeel van de daar geborgen artefacten vertoonde geringe slijtages. Dat was ook het geval bij de door de provinciaal archeoloog geborgen artefacten tijdens het aanzanden van de zuidoever van het fabrieksterrein de Roodvoet. Deze vondsten zijn beschreven voor het archief van de ROB, thans het RCE in Amersfoort. Meer inzicht in de stroompatronen in het verleden kan de vraag naar de herkomst van de vondsten wellicht beantwoorden.

Boorbeschrijvingen

Hiertoe hebben we om te beginnen vroegere onderzoeken in dit gebied geraadpleegd. In de jaren negentig van de vorige eeuw is door professor Berendsen van de universiteit Utrecht een geomorfologische kaart opgesteld en begin deze eeuw gepubliceerd. Van de door hem samengestelde boorbeschrijvingen konden we dankbaar gebruik maken, speciaal voor het onderzoek in de Rijswijkse Buitenpolder. Het grootste deel van de door Berendsen gezette boringen ging tot twee meter onder het maaiveld. Door ons daartussen gezette boringen meer dan twee meter onder het maaiveld gaven ons de indruk, dat van de alom veronderstelde resten van Dorestad-Zuid niets is overgebleven of dat ze er nooit zijn geweest. De vondst van een enkele Karolingische kelk geeft hierover geen uitsluitsel.

Vanuit een drone gemaakte foto van het Roodvoetterrein. Het zetten van boringen.

Oude rivierlopen

Zanddieptekaart van Gelderland, met behulp van boringen en C-14 dateringen door de Werkgroep bij te werken.

Weerstandsmetingen, kaarten en (lucht) foto’s Gegevens van geo-elektrische en andere weerstandsmetingen waren voor ons zeer waardevol bij het bepalen van locaties voor het zetten van boringen. Ten noordoosten van de zuidelijke molenplas boorden we op twee meter onder het maaiveld over een groot oppervlak houtresten aan. Uit de genomen monsters daarvan bleek na een C-14 datering de ouderdom te liggen tussen 425 en 580 na Christus. Aan de hand van een AHN-viewer (applicatie waarmee de hoogtekaarten van Nederland bekeken kunnen worden, zie: https://ahn.arcgisonline.nl/ahnviewer/) konden we een rivierloop zien. Een C-14 datering leerde ons dat het hier een loop (restgeul) uit de ijzertijd (500-400 voor Christus) betreft.

Op het noordelijk gelegen gedeelte van het terrein van de oude steenfabriek Roodvoet konden we, met behulp van met een drone gemaakte foto’s, een oude rivierloop traceren. Deze loop hebben we verder gevolgd met boringen en bemonsteringen. Het vergelijken van de provinciale zanddieptekaart van Gelderland met onze boorresultaten kan inzicht geven in de ouderdom van rivierlopen: hoe dichter een restgeul bij nul meter boven N.A.P. (of eronder) ligt, des te groter de kans dat hij een hogere ouderdom kent. Een bemonstering van een restgeul moet hierover uitsluitsel kunnen geven.

Oude luchtfoto’s, onder andere gemaakt door de Britse R.A.F. tijdens de oorlog, die de landbouwpercelen laten zien van vóór de egalisatie, geven ook aanwijzingen over oude oeverwallen en rivierlopen in het `oude’ land.. Hiermee zouden we vanuit de Betuwe aansluiting kunnen vinden met de vele oude rivierresten die bij en onder Wijk bij Duurstede zijn te vinden.

Onderzoek naar dichtgegroeide rivierbedding

In de jaren tachtig is onder het fabrieksterrein Roodvoet en ten oosten van molentje De Hoop, ten behoeve van zandwinning, een oude rivierloop uitgegraven en later weer met opgebaggerd slib uit de Lek opgevuld. Met behulp van door een drone genomen foto’s was deze loop goed te volgen. De rivierbocht die hierbij zichtbaar werd, moet onderdeel zijn geweest van een meandergordel uit de periode vanaf de ijzertijd die zich in zuidwestelijke richting heeft verplaatst. De laatste, zich naar het zuiden verplaat-

Toepassing van moderne techniek: weerstandsbeelden kunnen inzicht geven in de loop van oude rivieren.

sende meander hiervan dateert uit de twaalfde of dertiende eeuw en moet tijdens de definitieve bedijking van de rivieren in ons land zijn afgesloten.

Bij ons onderzoek naar de Romeinse rivierloop moeten we het geluk krijgen, vegetatiemonsters te kunnen nemen van de periode dat hij niet meer als echte afvoer functioneerde, maar nog slechts restgeul was. Dan kunnen we gerichte C-14 dateringen laten uitvoeren. De restgeul van de Romeinse grensrivier moet dan ten noorden liggen van de Molenplas. Zoals eerder in dit artikel aangegeven dateerde het bemonsterde houtpakket daar uit de periode 425-580 na Christus.

Romeinse rivierloop?

Na een geslaagde datering van op de juiste plaatsen genomen monsters krijgen we meer zekerheid over de verplaatsing van de meanderbocht onder en rondom het Roodvoet-terrein. En hopelijk ook over een stuk van de rivierloop in de Romeinse tijd. Er is een grote kans dat de monsters, nu bij het ADC voor nader onderzoek, op een Romeinse datering duiden. Bij Wijk bij Duurstede is al een Romeinse rivierloop aangetoond. Wordt vervolgd.

Verantwoording

Over de auteur

De auteur zelf actief in het veld.

Gerben Joustra is fysisch geograaf en lid van de AWN Werkgroep Wijk bij Duurstede (prospecting group).

Akker geeft ruim 15000 voorwerpen prijs

Stadsafval uit de vestingstad Grave, zestiende tot negentiende eeuw

Jan Kusters zoekt al jaren een archeologisch complete Velpse akker af. Ruim 15000 objecten zijn zo door hem gevonden.

Eeuwenlang werd het afval uit Grave gedeponeerd op een akker in het nabijgelegen dorp Velp. Praktisch onaangeroerd, op enige landbouwwerkzaamheden na, is het daar blijven liggen. Na toestemming van de landeigenaar mag ik sinds 2015 op deze akker met een metaaldetector zoeken naar voorwerpen uit het verleden. De vondsten uit een periode van vierhonderd jaar, vanaf het begin van de zestiende tot in de twintigste eeuw geven de geschiedenis te zien van de vestingstad Grave. Wat bouwden ze, hoe woonden ze, wat waren hun dagelijkse activiteiten en hoe verdedigden de inwoners zich tegen vijandelijke legers? Het is allemaal terug te zien in de vorm van resten van bouwmateriaal, sleutels, kledinghaken, riemen en gespen, munten en muntgewichten, textielloden, pijpenkoppen, devotionalia, et cetera et cetera.

Bedrijfsarcheoloog

In 2015 vroeg de eigenaar van de Velpse akker mij of ik met mijn metaaldetector wilde proberen om een verloren geraakt machineonderdeel terug te vinden. Dat lukte mij en, voor wat hoort wat, heb ik hem toestemming gevraagd om dit perceel verder af te mogen zoeken naar archeologisch belangrijke voorwerpen. Die toestemming kreeg ik en sindsdien zoek ik, gewapend met een metaaldetector, hoofdtelefoon, schep, vondstentas en koker, de akker af. Door het zwaaien met de schotel over de grond krijg je, zodra hij metaal detecteert, een signaal op je hoofdtelefoon.

Musket-, haakbus- en pistoletkogels verwijzen naar het militaire verleden van de vestingstad Grave.

Spanning! Je graaft een gaatje en zoekt met de hand door de losse grond naar het voorwerp. Daarna maak je het voorwerpje globaal schoon en bergt het op in een kokertje of vondstentas. Gelijktijdig denk je al aan het verhaal achter het voorwerp. Dan loop je weer verder, wachtend op een volgend signaal. Tijdens het zoeken met de metaaldetector zie je aardewerk, steengoed, glas en pijpenkoppen en –stelen, plastic en andere rommel aan de oppervlakte liggen. Ik raap de voorwerpen op als aanvullende informatie voor datering en de grondeigenaar is blij met het opruimen van voor het milieu schadelijk afval. Na mijn zoektocht vertel ik vaak aan hem wat ik gevonden heb en geef uitleg. ‘Mijn bedrijfsarcheoloog’ word ik door hem genoemd.

Eén van Jans topvondsten: een multimuntgewicht met vijf blokbeeldenaars. Dit werd nooit eerder in Nederland gevonden. Hier afgebeeld de voor- en achterzijde.

Duizenden vondsten

Thuis begint het spannende onderzoek naar de betekenis van de vondsten, conservering van de voorwerpen en het bijwerken van de database van de zoeklocatie. Het raadplegen van professionele archeologen geeft veel extra informatie. PAN is hierbij een geweldige site en bron van informatie van vooral voorwerpen van metaal en munten, evenals Archis en Numis. Inmiddels, een aantal jaren verder, heb ik 3500 metaalvondsten gedaan, waaronder 1750 munten. Aan metaalafval zoals lood, ijzer, koper en zink beloopt het aantal vondsten circa 5000. Overige (oog)vondsten zoals aardewerk, pijpaarde, leisteen, vuursteen en glas gaan richting de 7000 stuks. Al dit materiaal geeft informatie over het leven van de bewoners van de vestingstad Grave uit de zestiende tot de twintigste eeuw. Het wapengekletter gedurende eeuwen is duidelijk zichtbaar in de gevonden voorwerpen met ruim 800 musket-, haakbus- en pistoletkogels, enkele kanonskogels en mortierfragmenten. Je zou deze rijke Velpse akker de `archeologische boekenkast` van de vestingstad Grave van de zestiende tot de twintigste eeuw kunnen noemen, met de nadruk op de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw.

Vestingstad Grave: belegering en verovering

De geschiedenis van Grave begint al veel eerder, zo rond 1140. De gebroeders Godfried en Herman van Kuyc (spreek uit: Kuuk) bouwden een burcht op hun grondeigendom op de locatie van het huidige Grave. Spoedig na de bouw van deze burcht ontstonden de eerste nederzettingen. De heren van Kuyc zijn van groot belang geweest voor de ontwikkeling van Grave. Zij waren de stichters van de St. Elisabethkerk, het Begijnhof en het St. Catharina-

gasthuis. In 1285 liet Jan I van Kuyc de stad Grave versterken om aan de dreiging die van Gelre uitging het hoofd te kunnen bieden. Hiermee werd de basis gelegd voor de latere vestingbouw, die een zo sterk stempel op de geschiedenis van Grave gedrukt heeft. Belegering en verovering werden schering en inslag. Grave zal in de eeuwen daarna diverse grote oorlogen over zich heen zien gaan.

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd Grave tweemaal belegerd en veroverd, eerst door de Spanjaarden onder Parma en later door de Staatse troepen van Prins Maurits. In het rampjaar 1672 viel Grave in Franse handen. Na de belegering door Staatse troepen lag er in het stadje meer tegen de vlakte dan dat er nog overeind stond. De vestingwerken werden grondig vernieuwd, de burcht verdween en de Hampoort, tegenwoordig het Graafs Museum, werd gebouwd. Nog eenmaal werd Grave belegerd en beschoten. In 1794 wisten de Fransen Grave na zware gevechten in te nemen en opnieuw lag de stad in puin. In 1874 werd de status van vestingstad opgeheven en begon de ontmanteling van de vestingwerken.

Handelscentrum

De stad Grave is al vroeg een centrum voor handel en nijverheid. Aan oude straatnamen herken je de activiteiten die daar ooit plaats hebben gevonden. De Rogstraat dankt haar naam aan de wekelijkse roggemarkt, de Vischerstraat aan de vismarkt, de Oliestraat aan de raapolie die er werd geslagen. De Scheerestraat herinnert aan de scheer- of scharenmakers.

De textielnijverheid was goed voor maar liefst drie, inmiddels verdwenen straatnamen. Voorwerpen die naar deze nijverheid

Textiellood: bewijs voor de kwaliteit van te verhandelen stoffen

Scapulier: oorspronkelijk een schouderkleed van een monnikenorde, door leken in verkleinde vorm gedragen.

‘Helpt de blinden’. Het Graafs blindeninstituut is een begrip geworden.

Fragment van een schaar.

Archeologische tijdcapsule

Devotionalia: deze kruisjes verwijzen naar het geestelijk leven in Grave.

verwijzen zijn er nog wel, zoals textielloden. De stedelijke overheid voerde strenge controles uit om ervoor te zorgen dat de te verhandelen stoff en voldeden aan de hoogste eisen. Ze werden op verschillende momenten gekeurd en als bewijs daarvan werden er loden aan de stof bevestigd.

Munten en muntgewichten

Waar handel wordt gedreven gaan munten van hand tot hand. De vondst van vele munten en de grote variatie daarvan geven een unieke kijk op de muntcirculatie in Grave. De afgelopen jaren vond ik op de Velpse akker 1750 munten, waarvan meer dan 1000 uit de periode voor het begin van de achttiende eeuw. De gevonden exemplaren passen precies in het beeld van wat al beschikbaar was over de muntomloop aan het eind van de zeventiende eeuw: duiten, stuivers, dubbele stuivers en schellingen of zes-stuiverstukken.

De vondst van muntgewichten, tot nu toe zestig in getal, is een bewijs voor het feit dat er ook gouden munten in Grave in omloop zijn geweest. Er werd nog wel eens gesjoemeld met het gewicht van munten door er stiekem kleine stukjes metaal van af te schrapen. Om vast te stellen hoeveel metaal er echt in de munt aanwezig was, woog een geldwisselaar de munt. Dit gewicht werd dan vergeleken met het gewicht van het muntgewicht met dezelfde blokbeeldenaar. De meest spectaculaire vondst was die van een uniek Multi-muntgewicht uit de zeventiende eeuw. Dit muntgewicht met verrassend vijf blokbeeldenaars werd nooit eerder in Nederland gevonden: een echte topvondst van historische waarde! Gouden munten heb ik helaas tot nog toe niet mogen vinden.

Devotionalia

Naast de handel en het wapengekletter was er aandacht voor het geestelijk leven en hulp aan armen en blinden, zoals de vondst van kruisjes en scapulieren bewijst. Het in 1859 in gebruik genomen blindeninstituut is in Grave een begrip geworden.

Stadsboeren

Grave telde ook boeren onder de bevolking: stadsboeren. Binnen de vestingmuren waren hun boerderijen – rond 1920 telde Grave er nog twintig – veilig voor rondtrekkend gespuis en plunderende soldaten. De stront en het straat- en huisafval werd door de boeren gebruikt voor de bemesting van hun buiten de stadsmuren, op de zandgronden gelegen akkers. Talloze voorwerpen kwamen zo op het land terecht, onder andere op de akker bij Velp. Slechts een heel klein deel daarvan heb ik hier kunnen laten zien.

Zoekdag

De meeste tijd was ik alleen aan het zoeken, maar in 2019 was er een uitzondering. Ik heb in oktober van dat jaar een zoekdag georganiseerd, waarvoor ik andere leden van de AWN, medewerkers van de VU Amsterdam en RUG, PAN en DDA, alsmede een aantal wethouders van de gemeente Grave heb uitgenodigd om te komen kijken en mee te helpen zoeken. Het resultaat bestond uit 3550 vondsten, waaronder vuurkaatshouders, kledinghaakjes, horlogesleutels, devotiekruisjes en, natuurlijk zou je bijna zeggen, munten en muntgewichten.

Hoe verder?

Ik heb alle vondsten van archeologisch belang gemeld bij PAN en in Archis en Numis. De inventarisatie van metaalvondsten door detectoramateurs bij PAN levert een bijzondere bijdrage aan de wetenschap en vergroot de betrokkenheid van burgers bij ons cultureel erfgoed. Het gebruiksvriendelijke systeem van PAN en de hulp van deskundigen maakt straks deze database voor metaalvondsten beschikbaar op internet voor professionele archeologen, vrijwilligers in de archeologie, detectoramateurs en geïnteresseerde burgers. De vondsten en vooral het verhaal daarachter intrigeren mij enorm en het heeft mij doen besluiten om hier een publicatie van te maken en zo de vergaarde kennis te delen. Bij de determinatie en het tekenen van de talloze voorwerpen en het historisch onderzoek word ik geholpen door Martien Koolen, kenner bij uitstek van de geschiedenis en het bodemarchief van de vestingstad Grave. Ik hoop dat deze publicatie een bijdrage kan leveren voor de beroepsarcheologen, (basis)scholen en heemkundegroepen. We gaan ook een tentoonstelling organiseren in het Graafs Museum (Hampoort) en in Museum Ceuclum/Archeologisch Centrum in Cuijk.

Verantwoording

Over de auteur

Jan Kusters is lid van de Werkgroep Archeologie Cuijk (AWN-afdeling 16 Nijmegen en Omstreken).

De zoekdag op de Velpse akker leverde een enorme hoeveelheid vondsten op.

Vrijwilliger aan het woord: Paul Taminiau

Archeologie: hoe stak de wereld in elkaar?

Archeologie is de invulling van mijn nieuwsgierigheid, geboren uit de wens om te begrijpen hoe de wereld in elkaar steekt. Toen ik nog huisarts was, was het vooral een kwestie van goed luisteren, kijken, onderzoeken om een probleem te ontrafelen en te begrijpen, en dan met name de onderlinge samenhang van actoren, systemen en organen. De ervaring maakt wijzer, dus ontwikkelde ik een snellere patroonherkenning en soms, bij bijzondere gevallen, kreeg ik nog een ‘ahaerlebnis’.

Daarom is lezen zo belangrijk, ook voor een arts: je ziet levenslopen en leert begrijpen hoe de wereld in elkaar zit, maar ook (en dat is mijn link met geschiedenis en archeo-

logie) hoe mens en samenleving zich hebben ontwikkeld. Daarom verslond ik boeken als Zwaarden, paarden en ziektekiemen (Jared Diamond), De waanzinnige veertiende eeuw (Barbara Tuchman) en Het woud der verwachting (Hella Haasse).

Middeleeuws kasteel: een jongensdroom

Toen wij, mijn vrouw en ik, zo’n twintig jaar geleden in Frankrijk een vleugel van een middeleeuws kasteel (eigenlijk een maison-fort uit 1308) konden kopen – we waren eigenlijk op zoek naar een schuurtje voor onze vouwwagen! – ging een jongensdroom in vervulling. Het kasteel is geen ‘monument classée, onder andere omdat er geen vrije ruimte van tweehonderd meter omheen ligt, maar dat

kan ook bijna niet in Bourgondië waar, naast de Romaanse kerken, zo’n zeshonderd kastelen staan. Bij de verbouwing en restauratie hebben we onder andere gebruik gemaakt van kennis die men opgedaan heeft bij het nabouwen van een middeleeuws kasteel in Guédelon en waarbij alleen maar materialen uit de middeleeuwen worden gebruikt.

We hebben veel gelezen over de lokale kasteelbouw; daardoor leer je muren ‘lezen’ en constructies te herkennen. Local Oral History vertelt van onderaardse gangen met een oubliette (een vergeetput) en een gang naar de crypte van de lokale kerk, waar een buurman bij vervanging van de sluitsteen een puinhoop zag van omgevallen grafkisten, volgens hem roof na de Franse revolutie.

Rijke geschiedenis van Moerenburg

Na mijn pensionering zijn we verhuisd naar het buitengebied van Tilburg, Moerenburg geheten. Dit gebied bleek een rijke bodemgeschiedenis te hebben, vanaf het neolithicum via de Romeinse tijd en Merovingische tijd tot de latere middeleeuwen. Het ligt op een zandrug van een rivierdal, die zich uitstrekt van de Kempen tot aan ’s-Hertogenbosch.

Herstart afdeling Midden-Brabant

Na online-cursussen van Coursera en LOI volgde ik in 2019 een basiscursus archeologie bij de AVKP in Eindhoven. Daar ontmoette ik Wim van Klaveren en we besloten de AWNafdeling Midden-Brabant nieuw leven in te blazen. Deze was indertijd, in 1984 gestart, erg actief geweest met toen nog zelfstandige opgravingen, maar ging met het vertrek van stadsarcheoloog Stoepker, eind negentigerjaren ter ziele. Met de nieuwe stadarcheoloog, Guido van den Eynde, hebben we een zeer deskundige adviseur en zijn we ons, corona volente, aan het organiseren. De Nationale Archeologie Dagen worden de eerste proeve; we hebben er erg veel zin in.

Paul in actie bij de restauratie van zijn (droom)kasteel.

ArcheoHotspots: Vrijwilligersbijeenkomst

De Stichting ArcheoHotspots organiseerde op 23 maart jongsleden een online vrijwilligersbijeenkomst rondom en deels vanuit de Hotspot Hasselt, die in 2017 is opgericht.

Een vijftiental vrijwilligers (waaronder ondergetekende) nam aan deze happening deel om van gedachten te wisselen over het reilen en zeilen van ieders Hotspot en over de Stichting zelf .

Marlyn Everink, coördinator van de Stichting, leidde de bijeenkomst, en de voorzitter, Riemer Knoop, bevond zich onder de deelnemers.

John Assink, voorzitter van de ArcheoHotspot Hasselt leidde de vrijwilligers online rond in de werkruimtes van afdeling 20 van de AWN, waar Hotspot Hasselt (vooralsnog?) zetelt.

Hij toonde ons niet alleen de werkplekken, maar ook een aantal vondsten die onder andere deel gaan uitmaken van een tentoonstelling in het gemeentehuis. De vrijwilligers

van Hasselt kunnen voor hulp en advies altijd terecht bij archeoloog Kasper van den Berghe.

Restauratie bijzondere voorwerpen

John ging in op vragen over de positie van de ArcheoHotspot ten opzichte van de AWN-afdeling, en vermeldde dat in de afdeling nog andere werkgroepen actief zijn, zoals die in Hardenberg, Steenwijk en de zeer actieve werkgroep SWARS (Stichting Werkgroep Archeologie Staphorst).

Het contact met de gemeente is goed. Zij verleent subsidie en steunt bijvoorbeeld de restauratie (bij Restaura) van een knipmes uit de zeventiende eeuw, een van de bijzondere vondsten die door John aan ons werd getoond. Een ander opmerkelijk (en vrij zeldzaam) object is een zandstenen timpaan waarin zich een dubbele schelp bevindt. Het siert de ingang van het Hasseltse stadhuis. In Appingedam is in de gevel van het raadhuis een vergelijkbaar timpaan te vinden. Het

Met gemeentelijke subsidie wordt dit bijzondere, zeventiende eeuwse knipmes gerestaureerd.

dateert uit 1630; dat zal ook de tijd zijn waarin het Hasseltse timpaan moet worden gedateerd. Het beeldt de Jacobsschelp uit, symbool van de pelgrimvaarders uit de late middeleeuwen. Hasselt is ook een succesvolle dependance van PAN . Men hoopt in de regio nog meer dependances te kunnen oprichten.

Interessante nieuwigheden

Na de presentatie van John Assink gingen de aanwezigen met elkaar in gesprek en dat leverde leuke verhalen en interessante nieuwigheden op, zoals: ArcheoHotspot Ede brengt in deze coronatijd op verzoek zakjes vondstmateriaal thuis bij de vrijwilligers om te verwerken, Amsterdam en Oldenzaal denken na over of hebben al een rijdende Hotspot en de Stichting ArcheoHotspots zelf is druk doende een nieuwe organisatievorm te verwezenlijken.

Afgesproken is tevens om een app-groep voor Hotspot-vrijwilligers te maken.

Tenslotte werd ook het belang benadrukt van het AWN-lidmaatschap voor vrijwilligers (en in ieder geval voor de ArcheoHotspot zelf). Enkele aanwezigen vroegen om reclamemateriaal van de AWN, waaronder ook zaken die kinderen aanspreken. Dit werd toegezegd, mits schriftelijk aangevraagd.

Verantwoording

Over de auteur

Marijn Lockefeer is redacteur van Archeologie in Nederland en AWN Magazine.

Een zeldzaam zandstenen timpaan met een dubbele schelp.

VAN DE AFDELINGEN NIEUWS

Een nieuwe ArcheoHotspot in Oegstgeest:

‘zodra het kan’

Ingepakt in dozen in een oude loods in Alphen aan de Rijn ligt een deel van de geschiedenis van Oegstgeest verborgen: aardewerkscherven, metalen resten, botten en fragmenten van hout. Niemand heeft nog uitgezocht hoe oud dat materiaal is, waarvoor het diende en wat het zegt over de historie van Oegstgeest.

Binnenkort komt daar verandering in: iedereen die een beetje archeologisch bloed in zijn aderen voelt stromen, kan in een nieuwe ArcheoHotspot als vrijwilliger aan de slag.

De gemeente, de bibliotheek Bollenstreek en de afdeling Rijnstreek van de AWN Nederlandse Archeologievereniging gaan in de bibliotheek zo’n Hotspot openen. Dit is een laagdrempelige plek waar iedereen passief, maar ook actief kennis kan maken met archeologie.

Het vreemde is dat er op tal van plaatsen in Nederland zo’n ArcheoHotspot is, maar nog niet in Zuid-Holland, nota bene een provincie met een universiteit die een topfaculteit Archeologie heeft!

En nog meer: Oegstgeest heeft een lange en zeer interessante geschiedenis: denk aan de beroemde Schaal van Oegstgeest, afkomstig uit een Merovingische nederzetting en aan het mottekasteel De Oudenhof. Maar minstens zo intrigerend en aansprekend is

hoe het leven van de gewone Oegstgeestenaar er uit heeft gezien. Dát beeld zou het onderzoeken van de inhoud van die dozen uit de loods kunnen verduidelijken! Voor een ArcheoHotspot is materieel niet zoveel nodig: een onderdak, een paar afsluitbare werktafels en wat schoonmaakmateriaal (water!). Vrijwilligers zijn het belangrijkst; het is fijn als die iets van archeologie weten, maar ook een geïnteresseerde leek kan in een Hotspot terecht, want de overkoepelende Stichting ArcheoHotspots verzorgt een korte training en de AWN-afdeling Rijnstreek is achtervanger.

Wat in de Oegstgeestse bibliotheek gaat plaatsvinden zal zeker het draagvlak voor archeologie vergroten en het plaatselijk verleden meer zichtbaar maken voor de huidige en toekomstige generatie.

De manier waarop deze ArcheoHotspot is ontstaan ‘smaakt naar meer’ (zoals de onvermoeibare AWN-er uit de regio Henk Hegeman zegt). Waar een archeologische wil is, bestaat altijd een weg!

Laat degenen die de ArcheoHotspot in Oegstgeest voor één of meer dagdelen willen bemensen, zich aanmelden via ahsoegstgeest@gmail.com. Voor hen liggen (eventueel) een basiscursus, informatieve lezingen en zelfs mogelijkheden om mee op te graven in het verschiet.

Goedgevulde vitrinekasten en een tafel vol scherven: alsof de ArcheoHotspot Oegstgeest al jaren bestaat.

Adressenlijst landelijk bestuur

Alg. voorzitter H.G. (Gajus) Scheltema (Velp), tel. 06 · 2896 0729, e-mail: voorzitter@awnarcheologie.nl

Vice-voorzitter en Belangenbehartiging H.M. (Hetty) Laverman-Berbée (Naarden), tel. 06 · 2361 8314, e-mail: h.m.lavermanberbee@gmail.com

Alg. secretaris N.T.D. (Norbert) Eeltink (Hengelo), e-mail: secretaris@awn-archeologie.nl

Alg. penningmeester H.J. (Harmen) Spreen, (Amstelveen), tel. 020 · 453 70 21, e-mail: hspreen@ xs4all.nl, IBAN: NL40INGB0000577808, t.n.v. penningmeester AWN

Bestuursleden

Veldwerkeducatie C. (Channa) Cohen Stuart (Culemborg), tel. 06 · 4505 9916, e-mail: channacs@ me.com

LWAOW J. (Jeroen) ter Brugge, e-mail: J.ter.Brugge @rijksmuseum.nl

PR en Communicatie P.H.A. (Paul) Flos, e-mail: prcommunicatie@awn-archeologie.nl en A. (Ad) Brand (Amersfoort), e-mail: adbrand1@gmail.com

WGMA A. (Ad) Brand (Amersfoort), e-mail: adbrand1 @gmail.com

Hoofdredacteur Archeologie in Nederland en AWN-Magazine L.H.W. (Leo) ten Hag, (Nijmegen) tel. 06 · 3036 3100, e-mail: lhwtenhag@planet.nl

Projecten en externe relaties H. (Henk) Hegeman (Oegstgeest), tel. 06 · 3308 4721, e-mail: hehehegeman@gmail.com

Kijk op www.awn-archeologie.nl voor:

– de contactgegevens en het activiteitenoverzicht van de 24 regionale afdelingen van de AWN

– nabestellen AWN-uitgaven

AWN-lidmaatschappen

A basislidmaatschap € 55,00

B jongerenlidmaatschap 14 t/m 27 jaar € 30,00

C huisgenootlidmaatschap € 25,00

Basisleden en jongerenleden hebben de volgende rechten:

– Toezending van de tijdschriften Archeologie in Nederland en AWN Magazine (viermaal per jaar) en eenmaal per jaar een premiumboek

– AWN-verzekering (tot en met 75 jaar) bij AWNactiviteiten en AWN-opgravingen

– Toegang tot de landelijke en de afdelingsactiviteiten van de AWN

– Toegang tot de Algemene Ledenvergadering met stemrecht

Huisgenootleden hebben alleen de drie laatstgenoemde rechten. Een huisgenootlidmaatschap kan alleen gekoppeld worden aan een basislidmaatschap op hetzelfde adres.

Lidmaatschappen gelden per kalenderjaar en kunnen op elk gewenst moment ingaan.

Bij een aanmelding vanaf 1 augustus: 50% korting, u ontvangt dan de laatste twee nummers van onze tijdschriften en het premiumboek. Vanaf 1 december is het lidmaatschap GRATIS (slechts één maand, maar wel met toezending van onze december-tijdschriften).

U kunt zich aanmelden als lid via het aanmeldingsformulier op onze website: https://www.awnarcheologie.nl/lid-worden.

Na aanmelding wordt u ingedeeld bij de afdeling waar uw woonplaats onder valt, tenzij u graag bij een andere afdeling wilt worden ingedeeld. Dit kunt u bij uw aanmelding aangeven.

Opzegging dient voor 1 januari te geschieden.

Vragen over lidmaatschap, doorgeven adreswijziging en nasturen tijdschriften

H. (Henk) Kluitenberg Grebbeweg 24-A, 3911 AW Rhenen, tel. 0317 · 613 050 (na 10.30 uur), e-mail: h.kluitenberg@caesar-advies.nl

De AWN is een algemeen nut beogende instelling (ANBI).

AWN MAGAZINE

De archeologie in Nederland is voortdurend in ontwikkeling. Sinds bij wet is vastgelegd dat archeologisch onderzoek moet plaatsvinden voordat de bodem verstoord wordt, vinden er meer projecten plaats dan ooit. Tegelijkertijd is er veel aandacht voor nieuwe onderzoekstechnieken waarbij niet gegraven hoeft te worden. Ook oude opgravingen blijken vaak nog een schat aan informatie te bevatten. De kennis die archeologisch onderzoek oplevert, leert ons over de vele duizenden jaren bewoning door de mensen die voor ons kwamen. Wie waren deze mensen? Wat aten zij, hoe woonden ze en wat voor kleding droegen ze? Wat kunnen we herleiden van hun gewoonten en rituelen? Het archeologisch onderzoek van de Nederlandse bodem leidt voortdurend tot nieuwe ontdekkingen en inzichten.

De AWN is de belangenorganisatie voor belangstellenden in de archeologie, archeologiebeoefenaars en archeologievrijwilligers. De vereniging wil een schakel zijn tussen archeologie en publiek en tussen archeologie en beleid en ziet het als haar maatschappelijke taak om archeologie als bron van kennis over ons verleden te laten leven in het heden en te behouden voor de toekomst. Dit doet de AWN door bij te dragen aan de kennis over archeologie, die kennis uit te dragen en publieke betrokkenheid te bevorderen, en door de belangen van het archeologisch erfgoed te behartigen.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.