Jaarverslag
2012 Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 2
Inhoud Deel 1 Inleiding Tafelzilver, door Ruud Brouwers, voorzitter Welstands-/Monumentencommissie Maastricht Deel 2 Verantwoording Aantrekkelijke stad, transparantbeleid Maastricht blijft werken met onafhankelijke commissie Deel 3 2012 in cijfers Tekent zich een tendens af ? Deel 4 Aanbevelingen voor beleid Aantrekkelijk zijn en blijven Deel 5 Voorbeelden Uit de praktijk van het adviseren Deel 6 Supervisie De rol van de supervisor Supervisor WMC Guy Cleuren Supervisor WMC Teske van Royen Deel 7 Bijlage Rooster van aftreden Colofon
pagina 3
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 4
Tafelzilver
Deel 1 - Inleiding
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 6
Deel 1 - Inleiding
Tafelzilver Ruud Brouwers ‘Maastricht is ……….’ is een spel dat door iedereen gespeeld kan worden, met elke stad overigens, niet alleen met Maastricht. Iedereen aan tafel die door de spelleider aangewezen wordt moet spontaan roepen wat voor de geest komt. Soms levert het onzin op, een andere keer klinkt een negatief oordeel door, nog een andere keer schuilt er enige waarheid in wat geroepen wordt, maar meestal smoort het spel in algemeenheden. Maastricht is deftig en Maastricht is volks, zijn voorbeelden van platituden, want sjiek en sjofel kan van elke stad gezegd worden. Maastricht is de stad van Rieu en religie, uitbundig en ingetogen, is als typering meer specifiek, slaat echt op deze stad, zegt dus meer, maar zegt toch ook weer niet alles, want Maastricht is veel meer dan Weense wals en gregoriaans. Maastricht is monumentenstad. Die roep is raak. De stad telt 1650 rijksmonumenten, heeft een omvangrijk beschermd stadsgezicht en krijgt nu met de operatie Maastrichts Planologisch Erfgoed ook nog eens tweeduizend gemeentelijke monumenten. Raak dus, maar ook weer niet helemaal waar, want de stad bestaat niet alleen uit monumenten, is ook de stad van stadsbouwmeester Frans Dingemans, om de prachtige, rijkgeschakeerde groene krans van naoorlogse parochiewijken voor ogen te roepen. Maastricht is bovendien ook de stad van Céramique, het voorbeeldige nieuwe Maastricht georkestreerd door architect-stedenbouwer Jo Coenen en zijn kompanen. F.C.J. Dingemans Stadsarchitect van Maastricht Auteur: Joosje van Geest
pagina 7
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
In dit Jaarverslag 2012 van de Welstands-/Monumentencommissie wordt in een beleidsaanbeveling al het cultureel erfgoed van Maastricht het tafelzilver van de stad genoemd. Het is een kostbare erfenis die gekoesterd moet worden, zorgvuldig beheerd en in stand gehouden. De stad dankt er voor groot gedeelte haar welvaart aan, ook al zou je dat niet altijd zeggen als je ziet hoe sommige ondernemers in de sfeer van horeca en mode op hun ‘bedrijventerrein’ hun gang willen gaan. Het tegendeel komt overigens ook voor, ondernemers die het tafelzilver liefdevol zo authentiek als maar mogelijk in stand houden. Van de prachtige erfenis gaat een beroep uit: wees met het oog op de toekomst zuinig op de nalatenschap. Tevens gaat er een aansporing vanuit: zorg er voor dat het niet bij de erfenis blijft, voeg met de bouwactiviteiten van vandaag nieuw tafelzilver aan het oude toe. Vandaar dat de commissie een overkoepelend architectuurbeleid aanbeveelt, waarin bewaren en toevoegen elkaar aanvullen. Oude bouwwerken bewaren lukt overigens alleen als er af en toe vernieuwingen plaatsvinden. Maastricht is een goed voorbeeld van deze vorm van tegenstrijdigheid. In de binnenstad hebben de meeste panden in de loop van de tijd een andere bestemming gekregen dan vroeger het geval was en ze worden ook heel anders gebruikt. De panden zijn daarop aangepast, waardoor ze weer toekomst kregen. Daarop slaat een beroemde uitspraak van Fons Asselbergs, directeur van destijds de Rijksdienst voor de Monumentenzorg: “Niets is zo veranderlijk als een monument.” Tegenwoordig gaat veranderen veel behoedzamer dan vroeger het geval was. Het Stokstraatkwartier bestaat uit oude straatjes en oude geveltjes, maar binnen de panden overheersen de betonstructuren. Zo doen we het niet meer. Bij aanpassingen wordt veel aandacht besteed aan het overgeleverde interieur en de geschiedenis van het gebruik. Behoud gaat voor vernieuwing, luidt het adagium van het monumentenbeleid in Maastricht. Toch verandert er nog veel, alle omzichtigheid ten spijt, als bijvoorbeeld van een voormalige paardenstal een woongebouw wordt gemaakt. De Vlaamse architect Bob van Reeth, voormalig Vlaams bouwmeester, heeft een verrassende kijk op de relatie tussen oud en nieuw in de stad en in gebouwen. Door de actualiteit erbij te halen relativeert hij de tegenstelling tussen oud en nieuw, tussen verleden en toekomst, tot een ogenschijnlijke tegenstelling. Volgens hem is oud in de stad even actueel als nieuw. Een gebouw dat uit het verleden is overgeleverd draagt geschiedenis in zich, maar is tegelijkertijd met alle gelaagdheid een actuele werkelijkheid, van nu, even actueel als de krant van vandaag. Een oud gebouw is niet minder actueel dan een nieuw gebouw, beide bouwwerken vertegenwoordigen de onvoltooid tegenwoordige tijd, om het grammaticaal uit te drukken. Deze relativiteitskijk op de architectuur houdt een boodschap in. Nieuwe gebouwen mogen in hun architectonische en daarmee culturele aanspraken niet onder doen voor oude gebouwen die als monumenten geboekstaafd staan, want dat zou in de actualiteit de monumenten omlaag halen. Een actief architectuurbeleid kan dat helpen voorkomen. Maastricht is ………. oud en nieuw tafelzilver.
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 8
pagina 9
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 10
Aantrekkelijke stad transparant beleid
Deel 2 - Verantwoording
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 12
Deel 2 - Verantwoording
Aantrekkelijke stad, transparant beleid Met dit Jaarverslag 2012 legt de Welstands-/Monumentencommissie Maastricht, afgekort WMC, verantwoording af over de wijze waarop zij in het afgelopen jaar haar taken heeft verricht. WMC wordt overigens meestal ‘de commissie’ genoemd. Alvorens met de verantwoording van wal te steken eerst nog eens in het kort het waarom en hoe van het gemeentelijk welstandsbeleid en monumentenbeleid. De gemeenteraad heeft besloten dat in Maastricht welstandsbeleid wordt gevoerd. Dit betekent dat bouwplannen en voorstellen voor reclame-uitingen en verlichting beoordeeld worden op redelijke eisen van welstand. Onder bouwplannen vallen ook de ontwerpen voor de inrichting van de openbare ruimte. Het gaat niet om mooi of lelijk, maar om de vraag of een bouwwerk, een reclame-uiting of een verlichting redelijkerwijze past in de omgeving. Als de plannen voldoen aan de redelijke eisen dan wordt als zich geen andere strijdigheden voordoen voor de uitvoering een omgevingsvergunning verleend, vroeger bouwvergunning genoemd. Parallel aan het welstandsbeleid voert de gemeente Maastricht een cultureelerfgoedbeleid. Hoewel verschillende wetten aan deze twee vormen van beleid ten grondslag liggen, gaan ze logischerwijze in de praktijk goeddeels samen. Het motief voor het voeren van welstandsbeleid en monumentenbeleid ligt besloten in het ruimtelijk beleid: Maastricht is een aantrekkelijke stad en dat moet zo blijven, zo niet nog beter worden. De stedenbouw en architectuur moeten daarom van goed gehalte zijn, dat wil zeggen naar redelijke maatstaven recht doen aan de cultuurgeschiedenis en aan hedendaagse eisen en verlangens. Dat geldt niet alleen voor gebouwen die direct in het oog lopen, maar ook voor minder opvallende bouwwerken, de inrichting van de openbare ruimte en zeker ook voor uitingen van reclame en sfeerverlichting die bedoeld zijn om op te vallen. Naast een ruimtelijk en een cultureel motief is voor welstandsbeleid en monumentenbeleid ook een zwaarwegend economisch argument aanwezig. Vermeden moet worden dat bouwwerken schade veroorzaken. Een bouwwerk dat negatief uitwerkt op de omgeving kan waardeverlies veroorzaken. Het aanzien van een gebied kan geschaad raken, waardoor panden in de buurt minder waard worden. In die zin biedt welstandsbeleid economische bescherming aan woningbezitters en aan eigenaren van bedrijven, horecaondernemers in de binnenstad en aan woningcorporaties. Zoals het geval is met het erfgoedbeleid (monumentenbeleid) wordt het welstandsbeleid uitgevoerd door het college van burgemeester en wethouders. Voor de beoordeling van bouwplannen en voorstellen voor reclame-uitingen en verlichting krijgt het college advies van de onafhankelijke commissie, waarvan deskundigen op het brede gebied van architectuur deel uitmaken. De commissie werkt op basis van twee verordeningen die door de gemeenteraad zijn vastgesteld. In de Verordening op de Welstands-/Monumentencommissie en in de Erfgoedverordening staan de taken opgesomd die de gemeenteraad aan de commissie heeft opgedragen. Tevens staan in de verordeningen de regels vermeld waaraan de commissie gebonden is.
pagina 13
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Het welstandsbeleid van Maastricht is door de gemeenteraad nadrukkelijk gebonden aan regels die de uitvoering van het beleid doorzichtig en openbaar maken. Vandaar de titel van de Welstandsnota: ‘Welstand Transparant’. Alles wat met het welstandsbeleid en de uitvoering daarvan te maken heeft, waaronder de Verordeningen en de jaarverslagen, staat op de website van de gemeente: www.Maastricht.nl/gemeenteloket/Welstands-monumentencommissie.
De Welstands-/Monumentencommissie vlnr Ruud Brouwers, Linda Vosbeek, Arthur Houben, Teske van Royen, Guy Cleuren, Rob Brouwers, Monique Olijve, Ronald Glaudemans, Marc Cornips en Maurice Bastings.
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 14
Maastricht blijft werken met onafhankelijke commissie Hieronder volgt als vorm van verantwoording het verslag van de taakverrichting van de commissie in 2012. Gemeenten mogen al langer zelf uitmaken of ze wel of geen welstandsbeleid willen voeren. Daar is eind 2012 definitief een andere vrijheid bijgekomen. Het college van burgemeester en wethouders mag van ‘Den Haag’, de regering en het parlement, voortaan naar eigen inzichten bepalen of bouwplannen voor advies aan de onafhankelijke commissie worden voorgelegd of aan medewerkers in gemeentelijke dienst. Dat is als het over welstandsbeleid gaat dan meteen het belangrijkste nieuws in 2012, samen met de beslissing van ‘Maastricht’, om vast te houden aan de onafhankelijke commissie als adviseur. Welstandsbeleid wordt steeds meer een gemeentelijke aangelegenheid, of het wel of niet gevoerd wordt, maar ook de opzet en uitvoering ervan, is aan het oordeel van de gemeente. Deze ontwikkeling viel te voorzien, vandaar de aanbeveling van de commissie vorig jaar in het Jaarverslag 2011 om het welstandsbeleid in alle vrijheid nauwer te verbinden met het ruimtelijk beleid, als een voor de hand liggende versterking van elkaar. De aanbeveling is tot nu toe niet gevolgd, maar heeft aan actuele geldigheid weinig ingeboet, eerder nog gewonnen, door de recente accenten in het ruimtelijk beleid van Maastricht. Zie: hoofdstuk 4, Aanbevelingen voor het beleid
Ook redelijke eisen blijven Wat niet verandert, wanneer welstandsbeleid wordt gevoerd, zonder of met commissie, dan is een Welstandsnota verplicht. Ook de redelijke eisen van welstand blijven bestaan, als maatstaf voor vergunningverlening. Het advies daarover aan het college van burgemeester en wethouders hoeft alleen niet meer van de onafhankelijke commissie met deskundige leden te komen, maar mag ook door deskundige ambtenaren worden gegeven. Ook voor de bouwplannen die zonder vergunning uitgevoerd mogen worden, blijven de redelijke eisen van toepassing. Als achteraf wordt vastgesteld dat een vergunningvrij bouwwerk niet voldoet aan redelijk eisen van welstand, dan is sprake van een exces en volgen sancties. Dus ook als geen vergunning nodig is blijft het verstandig om na te gaan of een voorgenomen bouwwerk voldoet aan de redelijke eisen van welstand, bij de gemeente of aan de hand van de gemeentelijke Welstandsnota. Aan het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Maastricht om te blijven werken met de onafhankelijke commissie liggen goede argumenten ten grondslag. Besturen op basis van deskundige adviezen van onafhankelijke adviseurs, op welk terrein dan ook, is een prachtige traditie, die het mogelijk maakt om inhoudelijk gemotiveerde afwegingen te maken. Daarbij, het grootste deel van de bouwplannen in Maastricht betreft zo langzamerhand monumenten en het beschermd stadsgezicht, waarvoor het college advies moet blijven inwinnen bij een onafhankelijke commissie. Als dat het geval is, dan kan de situatie maar beter blijven zoals die nu is georganiseerd. Aan de Verordening op de Welstands-/Monumentencommissie wordt dus niet getornd. Formeel moet wel iets gewijzigd worden aangezien in het welstandsbeleid niet langer over wettelijke taken gesproken kan worden, maar de grondslag blijft onveranderd. Alleen de plannen voor de zogenoemde kleine,
pagina 15
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
niet omvangrijk bouwwerken, die voor de uitvoering toch aan een vergunning zijn gebonden, worden voortaan zonder tussenkomst van de commissie ambtelijk afgehandeld, bij wijze van spreken aan de balie. Enkele jaren geleden was dat al eens een periode zo geregeld, met lichte bouwvergunningen en loketcriteria.
Belangstelling van gemeenteraad Wat eveneens blijft is de verplichting van de commissie om jaarlijks met een verslag verantwoording af te leggen. In Maastricht is het een goede gewoonte dat een delegatie van de commissie het verslag bespreekt met de leden van de bij het welstandsbeleid en monumentenbeleid betrokken commissies van de gemeenteraad. Uitnodigingen van de kant van de commissie aan raadsleden om eens te komen kijken op de openbare vergaderingen van WMC, om te zien hoe dat in zijn werk gaat, hebben niet tot veel aanloop geleid. Uit de levendigheid van het jaarlijkse gesprek blijkt niettemin veel aandacht voor het functioneren van de commissie te bestaan. De commissie ervaart de kritische belangstelling van de gemeenteraad als een aanmoediging. Het gesprek is steeds een goede gelegenheid om te verduidelijken dat de commissie geen eigen koers vaart, maar uitvoert wat de raad heeft besloten, in feite aan de commissie heeft opgedragen. Afgelopen jaar werd de nodige waardering kenbaar gemaakt voor de wijze waarop de commissie haar taken vervult. Een van de raadsleden bracht tot uiting dat hij het bij zo veel wierook niet nodig vond om de commissie ook nog eens lof te gaan toezwaaien. Op zaterdag 3 november 2012 heeft de commissie met leden van de gemeenteraad een tocht gemaakt door Maastricht, met een touringcar een rondje West gemaakt en een rondje Oost. De tocht voerde met een toelichting door de stedenbouwkundige Jake Wiersma langs een aantal ‘brandpunten’, plaatsen in de stad die in de Structuurvisie 2030 Ruimte voor Ontmoeting voor intensivering en ontwikkeling zijn aangewezen. Tevens voerde de tocht langs bouwwerken, gereed en in uitvoering, waarover de commissie in de afgelopen periode geadviseerd heeft, ook met toelichtingen. De enthousiaste betrokkenheid, de gedetailleerde kennis van de stad en de heldere uitleg werkten aanstekelijk, zo werd kenbaar gemaakt.
Met de Raadscommissie Stadsontwikkeling on tour.
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 16
In het Jaarverslag 2011 van de commissie staat al aangekondigd dat veel wetten en regels op het gebied van het bouwen en het beheren en inrichten van onze omgeving in de nabije toekomst vervangen wordt door een veelomvattende Omgevingswet. Ook de recente Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zal daarin worden verwerkt, met als doel beter overzicht en minder rompslomp. Vooruitlopend op de nieuwe wet worden al bestuurlijke maatregelen getroffen die doorwerken in de praktijk van het welstandsbeleid.
Welstandsnota Versie 2013 Voor het voeren van welstandsbeleid is een Welstandsnota noodzakelijk. Zonder nota geen welstandsbeleid. In de nota staan de spelregels van het welstandsbeleid en de criteria waaraan bouwplannen en voorstellen voor reclame-uitingen en verlichting getoetst moeten worden. De criteria zijn afgeleid van het karakter van de verschillende stadsdelen en van de architectonische kenmerken van de gebouwen die daar staan. Met de nota wordt dus vooraf duidelijk gemaakt waarop de bouwplannen beoordeeld worden. Iedereen die wil bouwen kan van te voren rekening houden met de criteria. Vorig jaar lag Versie 2012 van de Welstandsnota gereed. Al gauw moesten daar weer aanpassingen in aangebracht worden, door meer armslag voor bouwen zonder vergunning en tevens door nieuwe elementen in het beheren van de stad. De herziening van de nota is gedaan door de secretaris en de voorzitter van de commissie, onder het wakend oog van de commissieleden. Nu ligt Versie 2013 klaar voor vaststelling door de gemeenteraad, waarmee de versie van 2004 vervangen wordt. Om de stad authentiek en toonbaar te houden zijn in de vernieuwde nota regels en criteria voor reclame-uitingen opgenomen. Een onderdeel daarvan vormen de banieren op de twee grote bruggen van de stad en op andere geschikte centrale plaatsen. Met de banieren wil het gemeentebestuur bekendheid gegeven aan een overigens beperkt aantal belangrijke manifestaties en tevens de betrokkenheid bevorderen van de bewoners bij wat in hun stad plaatsvindt als een voedingsbodem voor lokale trots. De commissie heeft geadviseerd om het rustig aan te doen met de banieren, met het aantal, de vorm en het aantal plaatsen waar ze aangebracht worden. Andere steden moeten het misschien van dit soort vormen van marketing en branding hebben, Maastricht heeft als aantrekkelijke stad een ijzersterk imago van zichzelf.
Vuistregels tegen rompslomp Een ander nieuw element in Versie 2013 wordt gevormd door de Vuistregels, waarmee bureaucratische rompslomp en papierwinkel bestreden worden. De regels worden als volgt ingeleid: “Veel bouwactiviteiten zijn betrekkelijk gering van omvang, zijn niet direct ingrijpend op het niveau van de stad, maar raken wel het aanzien van een straat of buurt. Het betreft de uitvoering van plannen voor kleine, niet al te grote objecten, schuurtjes, tuinmuren, dakkapellen aan de achterkant van het huis. De plaats waar gebouwd wordt en de vorm die het object krijgt kunnen nogal uiteen lopen, ook als het klein gangbaar werk betreft. Soms is voor zo een bouwwerk niet eens een vergunning nodig, maar in veel gevallen toch ook weer wel. Als een vergunning vereist is dan wil het stadsbestuur van Maastricht er voor dit soort bouwwerken geen zware procedure van maken. Ook de Welstands-/
pagina 17
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Monumentencommissie Maastricht zit daar niet op te wachten. Vandaar dat voor dit soort plannen een korte, snelle route is aangelegd met vuistregels voor de beoordeling van plannen.” De commissie heeft voorts nogal wat aandacht besteed aan de uitwerking van regels voor de sfeerverlichting in de binnenstad tijdens de feestdagen, niet om die aan banden te leggen, eerder om een optimaal sprookjesachtig resultaat te bereiken, waarmee invulling wordt gegeven aan de manifestatie Magisch Maastricht. Uitbaters van horecavestigingen en andere ondernemers kunnen op hun zaak verlichting aanbrengen in aanvulling op de algemene sfeerverlichting en versieringen. In het algemeen luidt het advies van de commissie: Breng geen storende contrasten aan, laat het licht niet knipperen, stromen of van kleur verschieten, laat het aansluiten bij de kleuren en kleurtonen van Magisch Maastricht, waardoor een feeëriek totaalbeeld ontstaat.
Tweeduizend gemeentelijke monumenten In Versie 2013 zijn ook de meest recente uitkomsten verwerkt van het nieuwe gemeentelijke monumentenbeleid zoals dat vastligt in de Erfgoedverordening van Maastricht. Nieuwe wetgeving van het rijk op het terrein van de ruimtelijke ordening heeft vleugels gegeven aan het aanwijzen van gemeentelijke monumenten in bestemmingsplannen. Deze operatie vindt plaats onder de titel Maastrichts Planologisch Erfgoedbeleid (MPE). Naast 1650 rijksmonumenten krijgt Maastricht alles bij elkaar ongeveer tweeduizend gemeentelijke monumenten, waarvoor beschermende regels een restauratierichtlijnen gelden. De commissie heeft op de grens van 2012 en 2013 verschillende met gemeentelijk cultureel erfgoed aangevulde bestemmingsplannen beoordeeld en daarover adviezen uitgebracht. Gemeten aan alleen het aantal rijksmonumenten is Maastricht de tweede monumentenstad in Nederland. De stad heeft daardoor grote cultuurhistorische betekenis. De historische binnenstad is voor Maastricht tevens van groot economisch belang. De ambiance die van de monumenten uitgaat, aangevuld met die van de winkels en de horecavestigingen, trekt veel consumerend publiek. De slag om de meeste clientèle laat een spanning zien tussen het belang van de individuele ondernemer die met aankleding, verlichting en reclame wil opvallen en het gezamenlijk belang dat gediend is bij fraaie, straten en pleinen die niet overwoekerd zijn. Met de nota Springlevend Verleden ( zie: www.maastricht.nl/ cultureelerfgoed) heeft de gemeenteraad een koers uitgezet gericht op behoud door gepast beheer en gebruik, al dan niet nieuw gebruik. Versie 2013 van de Welstandsnota is afgestemd op het consequent vast houden aan deze koers.
Twee gedaanten, één commissie De commissie is twee in één, welstandscommissie en monumentencommissie. Voor een zogenoemde geïntegreerde commissie bestaat zowel een praktisch als een inhoudelijk argument. Als een bouwwerk tevens een monument is dan wordt de beoordeling van een verbouwingsplan toch in één traject afgehandeld, voor zowel het monumentengedeelte als het welstandsgedeelte. De inhoudelijke overweging is dat theoretisch gesproken weinig verschil bestaat tussen een bouwwerk dat niet en een bouwwerk dat wel als monument te boek staat. Monumenten zijn ook bouwwerken. Deze relativering neemt niet weg dat de
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 18
commissie in overeenstemming met Maastricht als grote monumentenstad een aanzienlijke erfgoedcomponent heeft. De commissie telt een bouwhistoricus en ĂŠĂŠn van de drie architecten leden is gespecialiseerd in het verbouwen en restaureren van monumenten. De andere architecten zijn niet vreemd met monumentenopgaven. De commissie kan in haar geheel optreden in de gedaante van welstandscommissie en in die van monumentencommissie, bijvoorbeeld bij het uitbrengen van een ongevraagd advies. De commissie telt ook een burgerlid met oog voor wat leeft onder de inwoners van Maastricht. De criteria aan de hand waarvan de commissie moet adviseren zijn in principe ondubbelzinnig, maar laten altijd ruimte over voor interpretatie, omdat vrijwel geen situatie hetzelfde is. Het toetsen van een plan aan de criteria is daardoor niet vergelijkbaar met het maken van een rekensom. Uitgaande van de criteria, de opdrachtsituatie en de opzet en uitwerking van het plan waarmee de omgevingsvergunning wordt aangevraagd, komt de commissie tot een weging: positief of negatief, positief onder voorwaarden is ook een mogelijkheid, een plan aanhouden geeft soms ruimte voor nader overleg. Als een plan wordt ingebracht als initiatiefplan of voorlopig ontwerp voor collegiaal overleg, dus nog niet als aanvraag voor een omgevingsvergunning, dan spreekt de commissie zich uit over de hoofdopzet van het plan.
Geen voorgekookt oordeel De vergaderingen van de commissie zijn openbaar, tenminste eenmaal in de twee weken op een gemakkelijk bereikbare plaats in het stadskantoor Mosae Forum. Ontwerpers en hun opdrachtgevers, maar ook zelfbouwers krijgen altijd de gelegenheid om een toelichting op hun plan of voorstel te geven. De leden van de commissie, waaronder de voorzitter, spreken tijdens de openbare vergadering hun oordeel uit. De voorzitter formuleert vervolgens het advies. Het voorkoken van een oordeel wordt vermeden. In de Maastrichtse welstandspraktijk houdt de commissie geen voorvergaderingen, waarin de leden hun oordeel op elkaar afstemmen. Voor zogenoemde kleine plannen, waarvoor toch een vergunning nodig is, vergadert wekelijks een gemandateerd lid van de commissie samen met een medewerker van het secretariaat van de commissie, eveneens in het openbaar. De commissie speelt een cruciale rol wanneer een plan niet aan de criteria voldoet, maar desondanks toch een betekenisvol toekomstig bouwwerk behelst dat positief op de omgeving zal uitwerken. Uitgaande van de algemene criteria adviseert de commissie in dat geval het college van burgemeester en wethouders om bij wijze van uitzondering aan de bebouwingsgerichte criteria voorbij te gaan. Het college van burgemeester en wethouders kan redenen hebben om een advies van de commissie niet te volgen, ongeacht of het om een negatief of een positief advies. Per geval moet daar dan wel een motief voor gegeven worden. Dat zal niet gauw een architectonische motivering zijn, eerder zullen bij het contrair gaan, zoals het wel genoemd wordt, economische, juridische of algemeen maatschappelijke redenen worden aangevoerd. In 2012 zijn alle adviezen gevolgd, evenals in 2010 en 2011 het geval was. Mocht eens een advies niet overgenomen worden, dan duidt dat niet meteen op een fout van de commissie, eerder op een andere afweging dan die aan de hand van Welstandsnota. Wanneer alle adviezen worden gevolgd dan zegt dat iets in positieve zin over de zorgvuldige wijze van werken van de commissie.
pagina 19
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Plannen voor infrastructuur Van de plannen die de commissie in de loop van het jaar zoal te behandelen kreeg vormen die van het A2-project een aparte categorie, omdat het op de dienstgebouwen van de tunnel na allemaal infrastructuur betreft: kruisingen van wegen, viaducten, keerwanden, verschillende tunnels voor voetgangers en fietsers, geluidsschermen en ook nog een fly-over en een dive-under. Andere specifieke kenmerken zijn een afzonderlijk toetsingskader, aangezien de Welstandsnota niet in zo een uitzonderlijk project voorziet, de betrokkenheid van een supervisor WMC en het gestage hoge tempo waarin de plannen aan de commissie ter advisering zijn voorgelegd. Niet in de laatste plaats dankzij het functioneren van de supervisor WMC is de advisering zonder haperen gegaan, op ĂŠĂŠn vlekje na, dus net niet helemaal vlekkeloos. Op advies van de commissie moest Albert Nuss in zijn rol van verantwoordelijk wethouder voor het A2-project aankloppen bij vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat in de kwestie klimop. Rijkswaterstaat zag aanvankelijk geen redenen om ten noorden van Maastricht ter hoogte van de Landgoederenzone geluidsschermen uit te voeren met aan twee zijden een begroeiing van klimop. De commissie en de supervisor WMC bleven vasthouden aan een negatief oordeel over plannen met eenzijdig begroeide schermen. Een echte kink in de kabel is het niet geworden. Hoewel complicaties bij het onderhoud aan de kant van de weg zijn voorzien heeft Rijkswaterstaat zich tot het laten groeien van klimop aan beide kanten van de schermen laten overhalen. Zie: verslag van supervisor WMC Guy Cleuren, hoofdstuk 6.
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
De tunnel in aanleg
pagina 20
Tunnels voor voetgangers en fietsers Voor de toetsing van de infrastructurele werken van het A2-project wordt Vormgevingsvisie A gehanteerd. Voor de beoordeling van de inrichting van de openbare ruimte, dat wil zeggen de aansluiting van het tunnelproject op de omgeving is Vormgevingsvisie B in voorbereiding. Kennelijk is dat een lastige opgave. Het document zou in 2012 gereed zijn, maar laat op zich wachten. Waar de commissie ook naar uitkijkt zijn de plannen voor de inrichting en afwerking van de tunnels voor voetgangers en fietsers, zoals de Severentunnel en de tunnel tussen Wyckerpoort en Nazareth, die van daglicht verstoken zijn. De commissie heeft op voorhand om een verlichting gevraagd die lijkt op het binnenstromen van daglicht. Als het griezelige, donkere spelonken worden, dan schiet een deel van de stad met het A2-project weinig op.
Studio’s voor studenten De bouw van woningen ligt door economische crisis en verzadiging van de markt vrijwel stil, huisvesting voor studenten daarentegen is volop in productie. De commissie krijgt doorlopend plannen voorgelegd voor het verbouwen van monumenten en andere panden in het beschermd stadsgezicht tot appartementen voor studenten. De aanduiding appartement is meestal wat veel gezegd, appartementjes komt dichter bij de waarheid. Als van studio’s gesproken wordt, zijn het meestal nog kleinere verblijven. In de stad Groningen gebruiken ze daar de term ‘micro jongerenhuisvesting’ voor. Het is een tendens die eens in kaart gebracht zou kunnen worden. In welke mate en hoe snel raken de binnenstad en de daarom heen liggende buurten ‘verstudi-ood’. Wat betekent dat voor het monumentenbestand?
Victor de Stuersprijs 2012 Een nevenactiviteit van de commissie is de organisatie van de toekenning en de uitreiking van de jaarlijkse Victor de Stuersprijs. Deze architectuurprijs van de gemeente Maastricht wordt in de even jaren toegekend aan nieuwbouw en in de oneven jaren aan een monument, steeds in Maastricht. Met de prijs bevordert het gemeentebestuur de belangstelling voor architectuur. Tevens is de prijs een stimulans voor de beroepsbeoefening, voor zowel ontwerpers als opdrachtgevers. Het moet nog maar eens verteld worden, Victor de Stuers (1843-1916), geboren en tot zijn studietijd opgegroeid in Maastricht, gaf met zijn aanklacht ‘Holland op z’n smalst’ de aanstoot tot een volwaardig cultuurbeleid in Nederland. Daarna organiseerde hij in overheidsdienst de monumentenzorg, gaf vorm aan het beheer van musea en archieven en was de aanstichter van het Rijksmuseum. Vooraf aan de manifestatie Dag van de Architectuur reikte wethouder André Willems op de donderdag 21 juni in het stadhuis op de Markt in de oude raadszaal de Victor de Stuersprijs 2012 uit aan architect Fred Humblé, van Humblé Martens Architectuur en Stedelijk Ontwerp, voor de verbouwing, beter gezegd herconstructie, van het woongebouw Mes Amis aan de Westrand in het stadsdeel Amby. De opdrachtgever is Woningstichting Maasvallei. Het oorspronkelijke ontwerp van het gebouw is van stadsarchitect Frans Dingemans (1905-1961). Alvorens tot een eindbeslissing te komen heeft de jury uit de oogst aan bouwwerken nog twee andere gegadigden voor de prijs geselecteerd. Architect Joost Slangen van Gulikers Architecten voor een appartementencomplex in het
pagina 21
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Woongebouw Mes Amis
stadsdeel Nazareth, Kasteel Montfortstraat 1, met als opdrachtgever de corporatie Woonpunt, en architect Ger Rosier van DEDRIEarchitecten voor de uitbreiding van het kantoorpand Medireva aan de Weerhuisweg, opdrachtgever Medireva. Architect Francine Houben trad op als voorzitter van de jury, evenals Victor de Stuers kind van Limburg, oprichter en creatief directeur van Mecanoo Architecten in Delft, met een indrukkend oeuvre, waarvan het Herdenkingsplein in Maastricht deel uitmaakt, maar ook bouwwerken in Spanje, Engeland en Taiwan. De twee andere juryleden: Niek Bisscheroux, architect, directeur van MMA+, voorheen de Academie van Bouwkunst in Maastricht, en Han Westelaken, architect, teamaanvoerder van het bureau Architecten aan de Maas, winnaar van de Victor de Stuersprijs 2010 voor de Rabobank CĂŠramique. Secretaris van de jury: Arthur Houben, secretaris van de commissie. Kantoorpand Medireva aan de Weerhuisweg
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 22
Kasteel Montfortstraat 1
Excursie naar brandpunten De commissie gaat elk jaar een dag op leerzame excursie, waarvoor ook medewerkers van diensten van de gemeente worden uitgenodigd waarmee een werkrelatie bestaat. In 2012 is het opdoen van kennis dichtbij huis gezocht, een verkenningstocht naar gebieden in Maastricht die in de Structuurvisie 2030 Ruimte voor ontmoeting als brandpunten voor ontwikkeling en intensivering zijn aangewezen. De auteur van de visie, stedenbouwkundige Jake Wiersma, trad op als gids. En passant voerde de tocht langs werken en plaatsen waarover de commissie advies heeft uitgebracht. Aan de tocht kan de conclusie verbonden worden dat het heel goed mogelijk is om in de Welstandsnota de gebiedsgerichte en de gebouwgerichte criteria op de gewenste ontwikkelingen
pagina 23
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
van de brandpunten toe te spitsen. Op die manier worden het ruimtelijk beleid en het welstandsbeleid op een effectieve wijze operationeel in elkaars verlengde gebracht.
De commissie op verkenningstocht naar gebieden in Maastricht van de Structuurvisie
Commissie doet aan dienstverlening De bewaking van een kwalitatieve ondergrens met de redelijke eisen van welstand houdt niet tegen dat uit het midden van de commissie op collegiale wijze suggesties worden aangereikt voor de wijze waarop een plan aan de criteria zou kunnen voldoen. Het wekelijkse spreekuur van de commissie, meestal voor particulieren die gaan verbouwen, en het collegiaal overleg of planoverleg met architecten zijn gewichtige onderdelen van het werk van de commissie, naast het reguliere advieswerk. De commissie geeft adviezen aan het college van burgemeester en wethouder en collegiale adviezen aan gemeentelijke diensten, maar legt zich ook toe op dienstverlening aan het publiek.
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 24
pagina 25
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 26
Tekent zich een tendens af?
Deel 3 - 2012 in cijfers
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 28
Deel 3 - 2012 in cijfers
Tekent zich een tendens af? Het meest opmerkelijke cijfer in 2012 is dat van het aantal beoordelingen in mandaat, ook wel het spreekuur van de commissie genoemd. Ten opzichte van de voorgaande jaren is het aantal beoordelingen in mandaat abrupt met ruw weg een derde deel gekelderd. In cijfers uitgedrukt, in 2012 met 309 beoordelingen 136 minder dan in 2011 met 447 beoordelingen. Het aantal beoordelingen in de commissie daarentegen is in 2012 iets gestegen in vergelijking met dat van het jaar daarvoor. Voor goed begrip, het gaat om het aantal beoordelingen, niet om het aantal bouwplannen. Plannen kunnen meer dan ĂŠĂŠn keer beoordeeld zijn. Aan de fluctuaties valt niet zo maar een conclusie te verbinden en zeker niet de indruk dat het een beetje beter gaat met de bouwproductie nu de commissie eindelijk eens een iets hogere productie aan beoordelingen heeft dan in een voorgaand jaar. In mandaat houdt in dat door een daartoe gemandateerd lid van de commissie met een lid van het secretariaat plannen worden beoordeeld voor minder omvangrijke en ingrijpende bouwwerken, veelal verbouwingen van woonhuizen. Nu bewoners door de economisch gezien onzekere tijden minder geneigd zijn te verhuizen, zou verwacht mogen worden dat er vaker verbouwd wordt. Bewoners die blijven zitten waar ze zitten, passen daar hun huis op aan, zoeken uitbreiding of aanpassing met een uitbouw op de begane grond of op het dak. Kennelijk zit daar door het economisch tij ook stagnatie in, of de scherpe daling van het aantal beoordelingen in mandaat moet een heel andere oorzaak hebben die lastig valt te achterhalen. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geeft meer dan voorheen ruimte aan het uitvoeren van bouwplannen zonder vergunning. Het is dus goed mogelijk dat flink aangepast en verbouwd wordt buiten de gemeente en de commissie om. Als dat werkelijk zo is, dan help de wet bij het bestrijden van de papierwinkel. Het aantal beoordelingen door de commissie en door het gemandateerde lid bij elkaar opgeteld laat voor het vijfde achtereenvolgende jaar een daling zien. Opnieuw zijn er minder beoordelingen van bouwplannen. Dat kan een gevolg zijn van de werking van de Wabo, maar ook ergens anders aan liggen. De daling zegt in elk geval weinig over de omvang van de bouwproductie. Het aantal beoordelingen laat in het midden of plannen voor omvangrijke bouwwerken of relatief kleine bouwwerken zijn beoordeeld. Bovendien kunnen veel plannen meteen bij een eerste beoordeling een positief advies meegekregen hebben. Dat is bijvoorbeeld het geval met de meeste plannen voor onderdelen van het omvangrijke A2project, omdat die pas na instemming van de supervisor WMC aan de commissie worden voorgelegd. Veel blijft thans in het ongewisse. Begint zich met de beweging in de cijfers een tendens af te tekenen? De cijfers van 2013 gaan daarover opheldering geven.
pagina 29
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Tabel 1: Het aantal beoordelingen gedurende de periode 2003 t/m 2012 (periode van 10 jaar) Verslagjaar
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Totaal aantal beoordelingen
1217
1466
1586
1245
1253
1206
975
932
833
716
Waarvan welstandsplannen
753
914
1012
773
651
626
448
413
394
320
Waarvan monumentenplannen
464
552
551
449
556
555
469
464
416
361
Waarvan stedenbouwkundig / interne plannen
0
0
23
23
46
25
58
55
23
35
Totaal aantal beoordelingen
1217
1466
1586
1245
1253
1206
975
932
833
716
Waarvan in de commissie
567
592
646
470
577
647
514
472
386
407
Waarvan per mandaat
874
874
940
775
676
559
461
460
447
309
Grafiek 1A: Totalen en verhouding tussen welstands- en monumentenbeoordelingen
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 30
Grafiek 1B: Totalen en verhouding tussen beoordeling in commissie en onder mandaat
Tabel 2: Resultaten van de uitgebrachte adviezen onder mandaat 2011/2012
Welstandsplannen Monumentenplannen Totaal
2012 2011 2012 2011 2012 2011
Akkoord
Strijdig
135 174 106 156 241 330
36 62 27 46 63 108
77% 73% 80% 75% 78% 74%
20% 26% 20% 22% 20% 24%
Aanhouden
Totaal
5 3 0 6 5 9
176 239 133 208 309 447
Toelichter en/of bouwplanoverleg Aantal vergaderingen
pagina 31
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
3% 1% 0% 3% 2% 2%
48 49
100% 100% 100% 100% 100% 100%
Grafiek 2: Verhouding uitgebrachte adviezen onder mandaat 2011/2012
Tabel 3: Resultaten van de uitgebrachte adviezen in de WMC 2011/2012
Welstandsplannen Monumentenplannen Totaal Stedenbouwkundige / interne plannen
2012 2011 2012 2011 2012 2011 2012 2011
Akkoord 108 75% 106 68% 150 66% 142 68% 258 69% 248 68%
Strijdig 27 19% 37 24% 66 29% 50 24% 93 25% 87 24%
Aanhouden 9 6% 12 8% 12 5% 16 8% 21 6% 28 8%
Aantal vergaderingen Toelichter en/of bouwplanoverleg Andere vragen in commissie behandeld Bezwaar; heroverweging eerder advies Second opinion welstand
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Totaal 144 155 228 208 372 363 35 23
100% 100% 100% 100% 100% 100%
26 297 37 4 0
pagina 32
pagina 33
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 34
Aantrekkelijk zijn en blijven
Deel 4 - Aanbevelingen voor beleid
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 36
Deel 4 - Aanbevelingen voor beleid
Aantrekkelijk zijn en blijven De praktijk van het adviseren over bouwplannen levert inzichten op die belangrijk zijn voor het beheren en inrichten van de stad. De commissie maakt deze inzichten kenbaar aan het college van burgemeester en wethouders in de vorm van aanbevelingen voor beleid in het jaarverslag. Gerijpt inzicht is geen eendagsvlieg. De commissie komt dan ook niet elk jaar met weer nieuwe inzichten en ideeën voor nieuw beleid aanzetten. Evenmin worden de aanbevelingen van de commissie meteen daadwerkelijk in beleid omgezet. Vandaar dat de commissie twee eerder gedane aanbevelingen herhaalt, die de commissie onveranderd zinvol oordeelt voor het aantrekkelijk maken en houden van Maastricht. Vervolgens formuleert de commissie eerder een oproep dan een aanbeveling om met een overkoepelend architectuurbeleid impulsen te geven aan hedendaagse architectuur naast de koestering van het cultureel erfgoed. Maastricht is niet alleen een stad van geschiedenis, ook van waardevolle nieuwe prestaties.
1. Actieprogramma grotere betrokkenheid bij monumenten Door andere wetten en regels raken monumenten steeds minder goed beschermd. Bovendien zijn eigenaren van monumenten om uiteenlopende redenen lang niet altijd geneigd om zachtzinnig met ons cultureel erfgoed om te springen, waardoor de stad beetje bij beetje raakt uitgehold. Maastricht kan daar op den duur cultureel en economisch hard door geraakt worden. Ontwikkel daarom een actieprogramma dat gericht is op een grotere betrokkenheid van de bevolking bij monumenten en op meer behoedzaamheid bij eigenaren. Dienstverlening en overreding moeten het aantasten van monumenten tegengaan en het wegvallen opvangen van beschermende wetgeving ontstaat. Je kunt wel tweeduizend nieuwe gemeentelijke monumenten aanwijzen, zoals thans met de uitvoering van het programma Maastrichts Planologisch Erfgoed (MPE) gebeurt, maar als de eigenaren niet zorgvuldig met deze monumenten omgaan, dan schiet de stad daarmee weinig op.
Springlevend Verleden
SPRINGLEVEND VERLEDEN
SPRING
goed. In deze beleidsnota “Springlevend Verleden” worden de kaders geboden voor het toekomstige archeologie- en monumentenbeleid van Maastricht. Monumentenzorg en archeologie zijn niet uitsluitend gericht op de dode materie uit het verleden, maar zij zullen voortaan steeds meer aandacht schenken aan het toekomstige gebruik van het culturele erfgoed. In de gemeente Maastricht is die tendens ook herkenbaar. De stad kreeg landelijke bekendheid met de herbestemming en de
LEVEND BElEidsnota CulturEEl ErfgoEd MaastriCht 2007-2012
Maastricht kiest voor een nieuw beleid voor het culturele erf-
Beleidsnota Cultureel Erfgoed Maastricht 2007-2012
herontwikkeling van het KruisherenHotel en de boekhandel Selexyz in de Dominicanenkerk. De herbestemming van deze monumenten heeft een hoogstaande culturele meerwaarde voor het gebouw en daarnaast geeft de nieuwe functie een enorme impuls aan de Maastrichtse binnenstad.
pagina 37
VERLEDEN
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
2. Meer ontwikkelingsgerichte criteria De ontwikkeling van Maastricht gaat verschuiven van grootschalige gebiedsontwikkeling naar geleidelijke transformatie van het bestaande stedelijk gebied, zo wordt voorzien in de Structuurvisie Maastricht 2030, Ruimte voor ontmoeting. Om de transformatie te sturen zijn in de stad ‘brandpunten’ aangewezen, waar de gemeente het grondbeleid en het vastgoedbeleid op toespitst, bij voorkeur samen met andere partijen. Samenvattend komt de ruimtelijke ontwikkeling neer op een uitdijende binnenstad, versterkte subcentra en gespecialiseerde woongebieden. De criteria die opgenomen zijn in de Welstandsnota, waaraan plannen voor bouwactiviteiten worden getoetst, kunnen op de ‘brandpunten’ en transformaties worden afgestemd. Nu is het nog zo dat de criteria ontleend zijn aan hoe gebieden in de stad er nu uitzien, of aan hoe die gebieden vroeger waren. Dat kan anders, meer ontwikkelingsgericht, zonder het karakter van stadsdelen aan te tasten, het tegendeel zal eerder het geval zijn.
3. De toekomst van het verleden en het heden: architectuurbeleid Maastricht schenkt van oudsher veel aandacht aan monumenten, voegt dezer dagen zelfs tweeduizend gemeentelijke monumenten toe aan het bestand van1650 rijksmonumenten. De Structuurvisie Maastricht 2030, Ruimte voor ontmoeting besteedt met het oog op de toekomst van het verleden niet ten onrechte een heel hoofdstuk aan het cultureel erfgoed. Monumenten vormen de architectonische erfenis, het overgeleverde ‘tafelzilver’ van de stad dat gekoesterd moet worden. Maar hoe staat het eigenlijk met de toekomst van het heden, met de architectonische actualiteit? Wordt naast al het voorzichtig poetsen van het oude zilver nog wel eens nieuw zilver aan de erfenis toegevoegd? Het nog ongeboren monument, daarover staat geen hoofdstuk in de Structuurvisie. Maastricht moet toch aantrekkelijk blijven, ook door de gebouwen en buurten die nog gebouwd moeten worden. Of met de gebouwen en buurten die we nu herontwerpen en verbouwen. Hier tekent zich een leemte af. Een overkoepelend architectuurbeleid is van node, om aan het heden evenveel aandacht te geven als aan het verleden. In een architectuurbeleid neemt het erfgoedbeleid uiteraard een prominente plaats in, naast een beleid dat impulsen geeft aan een hedendaagse en toekomstige architectuurbeoefening, die bouwwerken met zeggingskracht voortbrengt.
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 38
Structuurvisie Maastricht 2030
Structuurvisie
Maastricht 2030
Ruimte voor ontmoeting
pagina 39
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 40
Voorbeelden uit de praktijk van het adviseren
Deel 5
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 42
Deel 5
Voorbeelden uit de praktijk van het adviseren Hieronder volgen voorbeelden uit de praktijk van het adviseren door de Welstands-/Monumentencommissie Maastricht in 2012. De kleine bloemlezing laat de breedte van het werkterrein van de commissie zien. Al zijn de werken verscheiden, het doel van het welstandsbeleid en het monumentenbeleid is steeds hetzelfde: bijdragen aan een aantrekkelijke stad.
1. Balkonhekken langs de snelweg Iedereen die wel eens met de auto over de A2 Maastricht is binnen gereden, heeft ze zien staan, aan de rechterkant van de weg schuin achter elkaar, strak in het gelid als een rij poortwachters, elf woongebouwen met portiek-etagewoningen. De stroken aan de Kasteel Hillenraadweg zijn in 1953 gebouwd, ontworpen door het architectenbureau Swinkels Salemans [A.H.J. Swinkels 1900-1971, B.H.F.L. Salemans 1921-1981]. Ze vallen op door de reekswerking, alle elf precies eender, en door een beheerst expressief voorkomen. De trappenhuizen met een gebogen dakje springen naar voren, de vierde woonlaag ligt iets terug, het platte dak steekt uit als de klep van een pet en de bijna wit oplichtende balkons hebben stevig ogende balustraden, betonnen hekwerken met een diagonaal ruitpatroon. Na zestig jaar moeten alle balkonhekken vernieuwd worden, wegens betonrot. De fabriek waarin ze destijds gemaakt zijn bestaat niet meer, dezelfde balustraden opnieuw maken is niet mogelijk. In het besef dat de balkons in hoge mate gezichtsbepalend zijn heeft de eigenaar en beheerder, de corporatie Woonpunt, voor deze opgave een architect in de arm genomen, Bart Creugers van SenC architecten. Een glazen plaat, waarin het vertrouwde ruitjespatroon is geĂŤtst, wordt door de commissie als te vlak beoordeeld, te weinig sprekend. Een tweede voorstel, gepresenteerd in de vorm van een kleine maquette, toont een hekwerk met verticale rechthoekige stalen spijlen, waarin een slag is aangebracht met in het voorbijgaan een lichte golfbeweging als optisch effect.
Nieuwe hekwerken voor de flats langs de A-2.
pagina 43
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
De commissie is positief gestemd over het voorstel. Op een eigentijdse wijze ontstaat een sterk beeld. Maar de commissie wil zekerheid over de werking in werkelijkheid. Op ware grootte worden twee ontwerpen uitgevoerd en aan een van de woongebouwen bevestigd. De commissie heeft ter plaatse een oordeel geveld. De werking van het balkonhek met spijlen met een diepte van zes centimeter wordt als aanmerkelijk sterker beoordeeld dan die van het hek met spijlen van vier centimeter diep. Met architect Creugers worden naar aanleiding van de proef enkele verfijningen afgesproken, zoals een ophanging met inbusbouten, zo klein als mogelijk uitgevoerde voetjes, een leuning die op de hoeken vrij ligt. Met Woonpunt is de afspraak gemaakt dat het vlechten van doeken en andere materialen door de spijlen achterwege blijft, om te vermijden dat de beeldwerking te niet wordt gedaan.
2. Wonen in de binnenstad Met vijftienduizend bewoners is de binnenstad van Maastricht goed bevolkt, zij het dat zevenhonderdvijftig ondernemers, een groeiend aantal studenten en elk jaar een reeks manifestaties knagen aan de prettige woonsfeer. Winkels, hotels, café’s en eethuizen veroveren beetje bij beetje terrein. Toch worden in het ‘beschermd stadsgezicht’ ook nog steeds woningen gemaakt, zoals in een voormalig bedrijfspand in Wyck, een rijksmonument, Lage Barakken 39-45, in opdracht van de corporatie Woonpunt: 33 appartementen ontworpen door de architecten Rob Brouwers en Harold Janssen van het bureau Satijnplus Architecten. Het monument staat beschreven als veestal, in eclectische stijl, gebouwd in 1891, behorend bijde villa aan de Wilhelminasingel. Het is een knap staaltje passen en meten om het aantal woningen dat voor het project nodig is in de situatie ingepast te krijgen met behoud van het uiterlijk voorkomen en het karakter van het monument. De weg naar de voordeuren is buitenom aan de achterzijde gemaakt met galerijen. Veestal Lage Barakken
De commissie kan zich meteen goed vinden in het plan, maar heeft met de beoordelingscriteria in de Welstandsnota voor ogen nog wel een paar aanmoedigende opmerkingen gemaakt. Aan de voorkant is een meer sprekende
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 44
ordening in de samenstellende gedeelten nodig, de nieuwe opbouw moet minder massaal gemaakt worden, meer terughoudend van aard zijn. Aan de achterkant is een verbindende bovenrand wenselijk, waardoor de afscherming voorlangs de galarijen meer als een solide wand van het woongebouw oogt in plaats van een geïmproviseerd scherm. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed komt achteraf nog wel met enkele punten van kritiek. Omdat naar het oordeel van de commissie aan deze punten al voldoende aandacht is geschonken, is de zij bij haar positieve advies aan het college van burgemeester en wethouders gebleven.
3. Nieuwe generatie marktwagens op de Markt Op de Markt in Maastricht staan in de snackzone marktkramen dagelijks in bedrijf, of het nu marktdag is of niet. Ze kunnen moeilijk nog kramen genoemd worden. Het zijn winkels op een paar wielen, grote wagens, waarvan gedeelten als luifels opgeklapt kunnen worden, waardoor ze veranderen in toonbanken boven het plaveisel. Bij sommige wagens op de Markt staan tafeltjes om staande te eten en drinken. Aan de rand van het Vrijthof staan ook enkele van deze wagens. Ze zijn allemaal mobiel, want ze moeten soms plaats maken voor bijzondere gebeurtenissen, maar komen toch niet vaak van hun plaats. De vergunningen voor de standplaatsen zijn voorgoed verleend, zonder veel regels voor de uiterlijke verschijningsvorm, afgezien van afspraken over afmetingen. Visie nieuwe marktkraam
Omdat ze vrijwel permanent in het stadsbeeld aanwezig zijn streeft het gemeentebestuur, net zo als bij onroerend goed en terrassen het geval is, naar een ordelijk en aantrekkelijk uiterlijk van de wagens. Hoewel het hen vrij staat om daaraan wel of niet mee te werken, zijn de ondernemers genegen om gezamenlijk aan een opwaardering mee te doen, zo lang het financieel niet te gek voor hen wordt. Ze hebben ingestemd met architect Pieter Kromwijk, van het bureau Coenegracht en Kromwijk, architectuur, stedenbouw en landschap, voor het ontwerp van wat een nieuwe generatie marktwagens genoemd kan worden. Omdat het een uitzonderlijk project is, waarvoor op voorhand geen beoordelingscriteria bestaan, worden met de commissie eerst de uitgangspunten besproken, opgesteld door Bart Claessen, ontwerper buitenruime van de gemeente. Dat betreft de opstelling van het ‘treintje’ van marktwagens, de
pagina 45
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
voorzieningen voor klanten bij de wagens en de vorm en uitvoering van de wagens afzonderlijk, zoals het uiterlijk van de opklapwanden, het doorzicht, het aanzien van de achterkanten, de lijnen van de daken, de mate waarin de wagens los van het plaveisel staan. Daarna laat een eerste voorlopig voorstel een nogal formeel rijtje wagens zien, die door de commissie als te weinig marktachtig wordt gezien, eerder paviljoens dan kramen. Een tweede schets wordt met enthousiasme begroet. De wagens zijn samengesteld uit dezelfde materialen, maar verschillende toch van elkaar, zoals de leden van een familie, in afmetingen en in de vorm van de kappen. De commissie ziet een “goede balans ontstaan tussen eenheid en verscheidenheid, tussen ordening en levendigheid, tussen permanent en tijdelijk”. Een verdere uitwerking vervolgens bevestigt het oordeel van de commissie dat een goed spoor gevonden is, tot in de toepassing van getemperd gekleurd licht aan toe, achter plaatwerk met gaatjes. Het jongste nieuws is dat dit soort plaatwerk een dure grap is. Met de architect gaat naar een alternatief gezocht worden.
4. Jongste mode in oude binnenstad De oude binnenstad van Maastricht verjongt zich doorlopend. Niet dat oude panden volledig vernieuwd raken, het modebeeld in de etalages wordt almaar hipper en op een steeds jeugdiger publiek afgestemd. Deze trend werkt tot op zekere hoogte door tot in de winkelpuien en de entrees, die veelal uit glas, roestvrij staal en natuursteen zijn samengesteld, als het tenminste geen beschermde puien betreft. In de Welstandsnota staan de regels opgesomd voor de winkels in de historische binnenstad als beschermd stadsgezicht: de winkeldeur staat aan de rooilijn en is niet breder dan honderddertig centimeter, de etalages hebben een plint of borstwering en zijn niet dichtgeplakt. Alleen oudere winkelpanden, van voor de regels, wijken nog wel eens af. De bouwregels worden geflankeerd door regels voor een passende wijze van naamvoering en reclame maken, om de straatwanden zichtbaar te houden. Door jaren lang de regels consequent te volgen is Maastricht een sfeervolle, prettige stad om te winkelen en om die reden drukbezocht. Alle ketens op het gebied van mode en cosmetica willen daarom aanwezig zijn, maar gek genoeg, terwijl de formule van het succes bekend is, worden bij het verbouwen en inrichten vrijwel zonder uitzondering pogingen ondernomen om aan de regels te ontsnappen. Wordt het aan de winkelfirma’s overgelaten, dan zouden de meeste winkels al lang geen deur en etalages meer hebben, maar met vouwelementen en rolsystemen pandbreed openstaan om zo veel mogelijk publiek binnen te halen. In korte tijd zou het met Maastricht als ‘Maastricht’ gedaan zijn. De commissie moet met haar aan de regels ontleende adviezen gewoonlijk veel weerstand overwinnen, vooral bij Nederlandse vertegenwoordigers van internationale ketens. Het voor Maastricht zegenrijke beleid in de praktijk gestalte geven vraagt om diplomatie en hoffelijkheid, onontbeerlijke instrumenten om de modemerken in het goede spoor te krijgen. Daar komt bij dat elke confrontatie weer andere specifieke kenmerken heeft, waarop moet worden ingespeeld, de winkelpanden zijn verschillend en het standaard beeldmerk van een keten niet zelden te opdringerig.
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 46
Modeketens
De verjonging van de bedaagde kledingzaak Hout Brox met de komst van een vestiging van modeketen Bershka kende twee eigenzinnige kanten, de voor de binnenstad architectonisch gezien ongebruikelijke opzet van het pand tussen Grote Staat en Dominicanerplein en de weinig ervaren jonge architecten die door het Baskisch Spaanse concern voor de ingrijpende opgave het veld in waren gestuurd. Over vrijwel alle onderdelen heeft de commissie opheldering moeten vragen of met suggesties moeten bijdragen aan een oplossing voor een gerezen probleem. Uiteindelijk is een goed resultaat bereikt. Ook de maat van de letters van de firmanaam aan de gevel in de Helmstraat voldoet aan redelijke eisen van welstand, groter dan volgens de regels is toegestaan, maar toch passend op het grote geveloppervlak.
5. Vloeiend onder het spoor door De naoorlogse woonwijken Limmel en Nazareth worden in de lengterichting van elkaar gescheiden door de spoorbaan van de treinen die Maastricht verbinden met overig Nederland. De spoorwegovergang bij het Hoolhoes is van essentieel belang nu de twee wijken afzonderlijk niet genoeg bewoners hebben voor een brede school, gezondheidscentrum of supermarkt. Om de wijken toekomstperspectief te geven komt er een doorgang onder de spoorbaan door in plaats van de spoorbomen die nogal eens gesloten zijn. Pal bij de onderdoorgang zijn enkele nieuwe voorzieningen gedacht. De presentatie van het plan voor de onderdoorgang in de commissie loopt uit op een ongemakkelijke situatie. Het plan is nagenoeg volledig uitgewerkt met inbreng van de bewoners. Een beeldend kunstenaar heeft al een compleet beeld van de bewerking van een van de wanden in de onderdoorgang. Alle verrichte arbeid en goede bedoelingen ten spijt meent de commissie dat aan de essentie van een onderdoorgang voorbij is gegaan. Het plan laat onder de spoorbaan eerder een verblijfsruimte zien dan een zo vloeiend mogelijke doorgang van de ene kant naar de andere kant, zonder obstakels. Een onderdoorgang moet zo gemaakt worden dat de gedachte aan iets anders dan de andere kant als het ware wordt uitgebannen. De helling moet zo geleidelijk en strak mogelijk zijn zonder afleiding en onderbrekingen op de andere kant gericht zijn. Bij het ingaan van de onderdoorgang moet de andere kant al in het beeld zijn, want anders blijft toch een barrièrewerking aanwezig.
pagina 47
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Helemaal opnieuw beginnen zit er niet in, wat tijd en inspanning betreft. Wel worden hier en daar veranderingen aangebracht, waardoor de indruk dat met een onderbreking van de ene kant naar de andere wordt gegaan, dat een barrière genomen moet worden, minder nadrukkelijk wordt opgedrongen. De beeldend kunstenaar wijzigt de abrupte randen van zijn werk in meer open overgangen. De boodschap van de commissie is begrepen, maar zou beter tot zijn recht zijn gekomen indien het plan voor de onderdoorgang in een eerdere fase van uitwerking was gepresenteerd. Dan was een andere benadering gevolgd.
Impressie onderdoorgang Limmel-Nazareth.
6. Aangename hoofdentree azM Een ziekenhuis binnengaan gaat niet altijd gepaard met een neerdrukkende ervaring. Een mooi ingerichte ruime ontvangsthal binnenstappen kan een goede stemming bewerkstelligen. De hoofdentree van het academisch ziekenhuis Maastricht sloeg tot voor kort alles in het negatieve. Een healing environment kon het ingangsgebied moeilijk genoemd worden, eerder een aanzet tot een diepe depressie, ingeleid door het gegeven dat de wijk Randwyck ook geen lustoord genoemd kan worden en de omgeving van het ziekenhuis al helemaal niet. Patiënten en bezoekers gaven te kennen dat daaraan iets gedaan moest worden en uiteindelijk waren de bestuurders van het ziekenhuis daarvan ook overtuigd. Vooruitlopend op ingrijpende verbouwingen van het complex in de toekomst zijn er roltrappen gekomen, een lift met plaats voor meer dan één rolstoel met begeleider die ook de sportzalen op laag min-1 aandoet en een aangename ruimtewerking en inrichting.
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 48
Het ziekenhuiscomplex is consequent symmetrisch van opzet, te vergelijken met de grondvorm van een kathedraal: een middenschip, zijbeuken en zijportalen. De opgetilde hoofdentree met restaurant op de verdieping is een vooruitgeschoven voorportaal dat door de cirkelvorm niet gemakkelijk overgaat in het ziekenhuis. Het eerste ontwerp voor de verbouwing, van de huisarchitect van het ziekenhuis Ton Bonnemayers van Architecten aan de Maas, is in overeenstemming met het complex symmetrisch van opzet. Naar het oordeel van de commissie hangt het plan teveel tussen een opknapbeurt en een wezenlijke vernieuwing in. De ingreep sluit niet goed aan op wat aanwezig is, maar is desondanks geen opmaat voor een vernieuwing met toekomstperspectief. De commissie moedigt de architect aan om binnen de gegeven cirkel van het entreegebouw minder naar symmetrie te streven. Een bijgesteld plan krijgt van de commissie zonder mankeren een positief advies mee.
Nieuwe entreehal Azm
7. Gezondheidscentrum zonder franje Aan de rand van de wijk Scharn komt bij de kruising van de Bergerweg en de Vijverdalseweg een multidisciplinair gezondheidscentrum met daarnaast nog een ambulancedienst. Het bouwinitiatief wordt al in een pril stadium aan de commissie voorgelegd. Twee vragen dringen zich op. Hoe worden de bouwwerken zo ingepast dat er nog een aardig stukje groengebied overblijft? Wat is de situering en de grondvorm van het centrum zodat voor alle bezoekers in een oogopslag duidelijk is waar geparkeerd kan worden en waar de entree is? De locatie is een overgeschoten groengebied dat nog helemaal het karakter van een stadsrand draagt, overgeslagen toen aan die kant van Maastricht de gebouwen kwamen van het psycho-medisch streekcentrum en Mondriaan geestelijke gezondheidszorg. Het eerste ontwerp verraadt niet onbegrijpelijk nogal letterlijk de opzet van het nieuwe type gezondheidscentrum. De ruimtewensen van alle medische en paramedische disciplines met ook nog een apotheek vormen een optelsom, die nog niet tot een architectonisch geheel is samengesmeed. Te schematisch, te veel uitgerold, kan compacter en is daardoor beter in de omgeving in te passen, luidt
pagina 49
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
kort en goed het advies van de commissie. Om de optelsom toch een herkenbaar geheel te laten lijken worden met scherpe contrasten in zwart en wit voorgesteld. Dat mag van de commissie wel wat minder.
In een volgende ronde toont architect A. Wuts en het bureau Janssen Wuts een doorwrocht ontwerp, strak van opzet, de volumes en de raamindelingen scherp omlijnd. Als een strak plan de bedoeling is, maak het dan ook consequent strak, zo komt de commissie de architect tegemoet. Dan ook geen decoratieve gevelelementen en geen storende installaties op het dak en met een perfecte aansluiting op elkaar van het hogere en lagere bouwdeel. Nog een ronde verder is het ontwerp volledig uitgekristalliseerd, redelijk compact, duidelijk van opzet, de ingang gemakkelijk te vinden, zonder franje.
Impressie gezondheidscentrum Vijverdalseweg.
8. Putepeel gaat weer een heel leven mee Een halve eeuw geleden was het niet ongebruikelijk dat in Nederland in ĂŠĂŠn jaar honderdduizend woningen gereed kwamen. Tegenwoordig zijn het er hoogstens veertigduizend, zo geen dertigduizend. Een nijpend tekort aan woningen joeg de woningbouwproductie omhoog. Een miljoen woningen per tien jaar was gedurende dertig tot veertig jaar het productieniveau. Hoewel veel woningen voor een gezin aan de kleine kant zijn en bouwtechnische gebreken laten zien, zijn er ondanks de grote haast aangename wijken en buurten gebouwd die geliefd zijn bij bewoners. Afbreken zou doodzonde zijn. Na vijftig jaar de woningen en de omgeving mooi opknappen en ze gaan weer een heel leven mee. Dat is het geval met Putepeel, een hofjesachtig ensemble van 42 woningen in
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 50
de westelijke wijk Malpertuis, gebouwd in de jaren 1957, 1958, ontworpen door architect Louis Kurvers, destijds verbonden aan de technische dienst van de woningbouwvereniging Ons Limburg in Heerlen. In opdracht van de woningstichting Woonpunt, waarin Ons Limburg is opgegaan, heeft architect Harry Luijten een plan gemaakt voor de renovatie van Putepeel. Het ensemble is geen monument, maar toch is er behoedzaam mee omgegaan. In het interieur, waarmee de commissie zich niet mag inlaten, omdat het zonder vergunning verbouwd kan worden, zijn zelfs de oorspronkelijke schuifdeuren tussen de woonkamer en de ‘ouderslaapkamer’ hersteld. Waar de schuifdeuren weggebroken zijn, worden ze opnieuw geplaatst. De woningen komen er als nieuw uit te zien en worden beter dan vroeger met de keukenopstelling, sanitaire voorzieningen, centrale verwarming en mechanische ventilatie. Enthousiast over het plan zet de commissie nog een paar puntjes op de i, waardoor de opdrachtgever iets duurder uit zal zijn. In de plaats van de standaard poortjes en hekwerken in de omheiningen met hagen van de tuinen en bij de keldertoegang vraagt de commissie om een meer specifieke oplossing die past bij de architectonische opzet van Putepeel. Aan de zijde van het hofje mag een haag niet hoger dan anderhalve meter worden. “De haag dient een beschermende, maar geen afsluitende werking te krijgen.” Ventilatieschuiven gaan geschilderd worden, waardoor het aluminium het beeld van de puien niet verstoort. De centrale ingang blijft symmetrisch van opzet. De architect neemt deze suggesties met alle plezier over.
pagina 51
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 52
De rol van de supervisor WMC
Deel 6 - Supervisie
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 54
Deel 6 - Supervisie
De rol van de supervisor WMC De commissie beoordeelt over het algemeen bouwplannen en inrichtingsplannen die volledig uitgewerkt zijn, maar krijgt ook wel voorlopige ontwerpen of initiatieplannen voorgelegd. Met zo een niet volledig uitgewerkt plan wil de ontwerper in een vroeg stadium van zijn ontwerpwerk weten of het aan de criteria gaat voldoen, althans of het in die richting gaat. In bijzondere gevallen, als een project lang loopt of juist heel snel moet gaan, dan bestaat de behoefte bij opdrachtgevers of de gemeente om de commissie in een nog vroeger stadium te laten meekijken en meedenken, als het ontwerpwerk nog gedaan moet worden. Ook dat kan, maar mag niet leiden tot het door elkaar lopen van twee rollen die principieel van elkaar gescheiden moeten blijven. Die van onafhankelijk adviseur en die van betrokkene bij een plan. De commissie mag niet de spreekwoordelijke slager worden die zijn eigen vlees keurt. Voor dit dilemma biedt de figuur van supervisor een oplossing. Voor een lopend project kan het college van burgemeester en wethouders een lid van de commissie tot supervisor aanwijzen. De supervisor WMC, zoals de titel luidt, speelt in het ontwerpwerk een stimulerende rol, houdt de commissie doorlopend geïnformeerd over het project en over zijn inbreng, zorgt dat een toetsingskader aanwezig is, raakt daarmee betrokken bij het plan en houdt zich derhalve afzijdig als de commissie daarover een advies uitbrengt. De supervisor WMC speelt dus geen bijrol, of die van loopjongen tussen de commissie en andere ontwerpers, maar is volwaardig deelnemer in het project. Verschillende leden van de commissie treden in meer dan één project op als supervisor WMC. Op de volgende pagina’s doen twee leden van de commissie, architect en landschapsarchitect Guy Cleuren en architect Teske van Royen, verslag van de projecten waarvoor zij als supervisor WMC door het college van burgemeester en wethouders zijn benoemd. Omdat het onderwerp supervisie in de gemeentelijke Verordening op de Welstands-/Monumentencommissie zo helder geformuleerd staat worden hier bij wijze van toelichting enkele artikelen geciteerd: Artikel 4.7 Supervisie Burgemeester en wethouders kunnen […] voor complexe, langlopende of juist door snelheid gedreven ontwerpopgaven een deskundig lid van de commissie, dan wel een extern deskundige aanwijzen, die de supervisie heeft over de architectuur, stedenbouw en/of de landschapsarchitectuur van binnen de gemeente te ontwikkelen bouwplannen. Artikel 4.7.1 Begripsomschrijving Supervisie: sturing of medesturing geven aan het ontwerpproces op zodanige wijze dat een hoog niveau wordt bereikt binnen vooraf gegeven kaders. Supervisor: persoon die met de supervisie belast is; deskundige op het gebied van de architectuur, stedenbouwkunde en landschapsarchitectuur, die in stimulerende zin sturing of medesturing geeft aan het ontwerpproces binnen vooraf gegeven kaders.
pagina 55
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Artikel 4.7.2 Doel De benoeming van een supervisor uit het midden van de commissie heeft tot doel: • een bijdrage te leveren aan het trefzeker hanteren en eventueel ook formuleren van de welstandscriteria die verbonden zijn met het project, ontleend aan ambities ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit en kwaliteitsborging; • een kwalitatieve impuls te geven aan het ontwerpproces binnen het project; • de commissie doorlopend betrokken te houden bij het project en geïnformeerd te houden over de inhoud en voortgang daarvan; • een ongestoorde advisering te bevorderen met kennis van zaken door de commissie over de plannen van het project. Artikel 4.7. 3 Principes De supervisor draagt principieel gescheiden verantwoordelijkheden: die van lid van de Welstands-/Monumentencommissie en die van supervisor. De commissie beoordeelt aan de hand van criteria of plannen voldoen aan redelijke eisen van welstand of, als het om monumenten gaat, weegt de mate waarin cultuurhistorische en monumentale waarden gerespecteerd blijven. De supervisor, uitgaande van dezelfde criteria en uitgangspunten, streeft het hoogst bereikbare resultaat na. De commissie bewaakt de ondergrens, de supervisor reikt naar de bovengrens. De commissie adviseert het college over het plan of de plannen die het project met zich meebrengt, de supervisor onthoudt zich daarvan om advisering over eigen werk en werkzaamheden te vermijden.
Supervisor WMC Guy Cleuren A2-traverse We zijn nu al weer zo een drie jaar bezig met het uitwerken en uitvoeren van het omvangrijke tunnelproject met zijn verkeersknooppunten. De kunstwerken zijn grotendeels vergund en in uitvoering, de wegkruisingen, de viaducten, de fly-over en dive-under, de keerwanden, tunnels, geluidsschermen en dienstgebouwen. Vormgevingsvisie A heeft als toetsingskader voor de kunstwerken voldaan. De plannen hebben op uitzonderingen na de toetsing goed doorstaan. Naast enkele kleinere voorvallen is er de bekende wijziging van de Paardentunnel. Voorts hebben eenvoudige klimplanten voor enige wrijving gezorgd. Om ter hoogte van Kruisdonk en Amby de Landgoederenzone te markeren moet naar het oordeel van de supervisor WMC niet alleen aan de buitenkant van de geluidsschermen klimop komen, maar ook aan de zijde van de weg. De commissie deelt deze opvatting. Het verzet hiertegen lag niet bij het consortium Avenue2, ook niet bij het projectbureau. Rijkswaterstaat had bezwaar in verband met het onderhoud van de geluidsschermen, meer precies geformuleerd met wegafzettingen als veiligheidsvoorziening voor het uitvoeren van onderhoud. Ook zonder klimop moet er onderhoud gepleegd worden, een sterk argument tegen begroeiing kon het bezwaar dus niet genoemd worden. De supervisor WMC stond in de zaak van de klimop niet sterk. In de werkgroep (supervisor WMC, Avenue2, projectbureau en de gemeente) was gezien enkele specifieke omstandigheden op zijn advies besloten om met de geluidsschermen van Vormgevingsvisie A af te wijken. Daar viel dus geen beroep meer op te doen. Dit voorval maakt overigens nog eens duidelijk dat een vormgevingsvisie die is vastgesteld door de gemeenteraad en door alle betrokken is onderschreven een document is dat op een positieve wijze richtinggevend werkt. In het hobbelig parcours van de geluidsschermen was dit een positieve gewaarwording. Na
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 56
uiteindelijk een soepele opstelling van Rijkswaterstaat passen de schermen in het totaalbeeld. Ze horen weliswaar niet tot het repertoire van de Maastrichtse A2identiteit, maar horen wel degelijk met groen landschappelijk deel uit te maken van de Landgoederenzone. Een algemeen aandachtspunt in het A2-project is de controle op de architectonische verschijningsvorm bij de uitvoering van de werken. De wijze waarop de aanbesteding heeft plaatsgevonden maakt controleren niet gemakkelijk. De vraag luidt zelfs: bestaat er wel een mogelijkheid om te controleren? De supervisor kan een plan sturen zover als in zijn vermogen ligt en vervolgens de advisering door de commissie goed laten verlopen. Achteraf is dan toch nog sprake van een leemte. Nagekeken kan worden of de afspraken over de vorm en uitvoering van onderdelen van het project op tekening staan, waardoor aangenomen mag worden dat ze ook zo gebouwd worden, maar hoe ze uitgevoerd worden is dan nog een ander onderwerp. Om een paar voorbeelden te noemen: het verloop van de grijswaarde van de betonelementen en de vulling van de schanskorven met het juiste kaliber vuurstenen. Ondanks deze leemte bestaat het vertrouwen dat er optimaal gewerkt wordt. Vormgevingsvisie B, voor de inrichting van de openbare ruimte, dat wil zeggen de aansluiting van het project in al zijn onderdelen op de omgeving, is al geruime tijd in ontwikkeling. Nog niet alle onderdelendelen zijn voldoende uitgespit. Het geheel is zeker nog niet beoordelingsrijp. Om het vervolg en de samenhang met de kunstwerken te kunnen tonen, ijvert de supervisor WMC al geruime tijd om de stand van zake te presenteren bij de commissie, enkel ter informatie en nog niet om over te adviseren. Dan kan er tenminste een collegiale bespiegeling plaatsvinden. Het consortium Avenue2 is daar zeker toe bereid. Bij de gemeente of het projectbureau is om onduidelijke redenen die bereidheid niet aanwezig. Bedrijvengebied Maastricht-Eysden Eigenlijk valt over dit bedrijvengebied weinig te zeggen. Alles loopt op rolletjes. Voor het gebied bestaat een beeldkwaliteitplan waaraan plannen getoetst moeten worden. De architecten en opdrachtgevers die in het gebied neerstrijken blijken steeds goed ingelicht en hanteren zonder veel mankeren het beeldkwaliteitplan. Af en toe blijkt de drang aanwezig om de uniforme vormgeving van een bepaald bedrijf tegen het beeldkwaliteitplan in door te drukken. Dat kan niet de bedoeling zijn. Door middel van planoverleg wordt in een aantal sessies dan toch wel overeenstemming bereikt. Belvedère De ervaringen die in 2012 met het ontwikkelingsgebied Belvedère zijn opgedaan verschillen hemelsbreed met die van de andere supervisiegebieden. Ze zijn zelfs tegengesteld aan elkaar. In de loop van 2011 is een nieuwe supervisor WMC aangetreden, in de plaats van een vertrekkend collega commissielid. Daarna is van de zijde van de projectorganisatie geen enkel teken van leven vernomen. De supervisor WMC is nergens meer bij betrokken en over geen enkele ontwikkeling geïnformeerd. Tegen het einde van 2012 krijgt de commissie niettemin onaangekondigd een plan voorgelegd voor een woongebouw op het terrein Nutsbedrijven, dat een onderdeel vormt van Belvedère. Het plan is volledig uitgewerkt en meteen als een vergunningaanvraag ingediend. In plaats van de nagejaagde snelle voortgang van het bouwinitiatief volgt stagnatie. De commissie vindt het plan niet voldoen aan redelijke eisen van welstand en adviseert derhalve negatief. Het plan past niet
pagina 57
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
goed in het beeldkwaliteitplan voor Nutsbedrijven, is te veel een stapeling van woningen in plaats van woningen die tot één architectonisch doortekend gebouw zijn samengebracht. Pas twee ontwerpronden verder volgt een positief advies en dankt de architect de commissie voor de interventie. Uit dit voorval valt het nodige te leren. Het aanvankelijke plan zag eruit als gedirigeerd door een actuele lage standaard in het bouwen, in feite sub standaard. Een in zichzelf besloten projectgroep, in dit geval die van Belvedère, kan zich kennelijk hiervan niet los maken, wil voort en voegt zich naar wat zich als werkelijkheid voordoet, gaat desnoods zelfs voorbij aan het door de groep zelf opgestelde en door de gemeenteraad vastgestelde beeldkwaliteitplan. Het nuchtere kwaliteitsoordeel van de commissie, in dit geval ontleend aan het beeldkwaliteitplan, en een onafhankelijke positie zijn onontbeerlijk voor een evenwichtig resultaat. Een projectgroep moet zichzelf niet afsluiten, eerder openstaan voor een onafhankelijke deskundige inbreng.
Supervisor WMC Teske van Royen Aanbesteding wachthuisjes en informatiepanelen De komende tijd worden in Maastricht 110 nieuwe informatiepanelen en 142 nieuwe wachthuisjes in de openbare ruimte geplaatst, de zogenoemde abri’s. Daarvoor houdt de gemeente Maastricht een Europese openbare aanbesteding voor het plaatsen en exploiteren van wachthuisjes en informatiepanelen. In een vroegtijdig stadium is besloten om de commissie te betrekken bij de vormgevende aspecten voor deze voorzieningen. Het commissielid Teske van Royen is benoemd tot supervisor WMC. Zij heeft in de loop van 2012 samen met de ontwerper openbare ruimte van de gemeente, Bart Claessen, de uitgangspunten voor de vormgeving en de technische en functionele aspecten van de wachthuisjes en informatiepanelen opgesteld. Dit is één van de gunningscriteria waarop de inschrijvingen voor het plaatsen en exploiteren van deze objecten in het aanbestedingsproces worden beoordeeld. De andere zijn de financiële vergoeding voor het recht van plaatsing en exploitatie van de objecten, de vervanging en plaatsing, het onderhoud en de duurzaamheid. Bedrijventerrein Hazendans Het beeldkwaliteitplan bedrijventerrein Hazendans schrijft nauwkeurig voor waaraan de uiterlijke verschijningsvorm van de bedrijfspanden moet voldoen om een ordelijk en goed ogend resultaat te bereiken. Aan de rand van het terrein tegen de Hazendanselaan liggen twee kavels voor bedrijfspanden met vanuit de omgeving gezien de voorgevel en de zijgevels duidelijk in het zicht. Omdat ze op deze plaats het aanzien van de omgeving en het bedrijventerrein bepalen is in het beeldkwaliteitplan extra aandacht aan de gedaante van de panden gegeven. Om te vermijden dat er twee bouwwerken komen die niet goed bij elkaar passen stuurt het beeldkwaliteitplan voor deze panden aan op één en dezelfde architect en op een gelijktijdige uitvoering. Dat blijkt in het heersende economische klimaat moeilijk te realiseren. Vervolgens blijken de bouwregels niet helemaal waterdicht geformuleerd en is geen tekening aanwezig waaruit blijkt wat de bedoeling. De architect van een pand op een van de kavels interpreteert de regels zo dat hij niet gedwongen is om met metselwerk de hoek om moet gaan en vervolgens de voorgevel tot negen meter hoog in baksteen uit te voeren. Hij komt dan ook met een ander voorstel, minder duur dan baksteen.
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 58
De supervisor WMC leest uit de regels dat de gevels in baksteen moeten worden uitgevoerd. Het gegeven dat de bedrijfspanden zo nadrukkelijk in het zicht staan vraagt om duurzaam metselwerk. Een vergelijk blijkt mogelijk. Een gesprek van de architect met de stedenbouwkundige van de gemeente en de supervisor WMC voert tot de gezamenlijke conclusie dat de voorgevel opgetrokken gaat worden uit rode baksteen, in ĂŠĂŠn verband gemetseld als een doorgaande wand. Voor de toekomst bestaat daarmee duidelijkheid voor de uitvoering van het pand op de naastgelegen kavel. Amby Hagerhof Voor Hagerhof in het stadsdeel Amby is in 2006 een beeldkwaliteitplan opgesteld. In de afgelopen jaren is een aantal woningen volgens de regels van het beeldkwaliteitsplan uitgevoerd. Allengs is duidelijk geworden dat de kaders en uitgangspunten die zijn vastgelegd in 2006 niet aansluiten bij de veranderende markt, omdat ze weinig flexibel zijn. Samen met de ontwikkelende partij, de opsteller van het beeldkwaliteitplan, de stedenbouwkundige van de gemeente en de supervisor WMC is gekeken naar hoe het plan kan worden aangepast, zonder dat de kwaliteit daar onder leidt. In het plan van 2006 worden geen platte daken toegestaan, enkel lessenaarsdaken. De ontwikkelaar verwacht dat indien er ook woningen met een platte dakopbouw naast die met lessenaarsdaken in het beeldkwaliteitplan worden opgenomen, er iets meer variatie in het aanbod ontstaat, waardoor de ontwikkeling gemakkelijker van de grond kan komen. Hetzelfde relaas geldt voor de toepassing van kleur in Hagerhof. In het beeldkwaliteitplan van 2006 kan wit alleen toegepast worden voor de woningen aan de Slinger. Wit ook toestaan voor de woningen aan de assen dwars op de Slinger geeft meer keuzemogelijkheid. De oorspronkelijke kwaliteitsuitgangspunten worden niet aangetast door een dakvorm meer en door meer wit, is het oordeel van de supervisor WMC en vervolgens ook van de commissie. Het gaat bovendien niet om grote wijzigingen. De veranderingen brachten echter wel met zich mee dat het beeldkwaliteitsplan uit 2006 qua tekst en beeld aangepast moest worden. Tevens is een verantwoording voor de wijziging in het herzien beeldkwaliteitplan opgenomen, waarin om begrip gevraagd wordt. De bewoners die eerder in Hagerhof neerstreken hadden wellicht ook meer keuzemogelijkheden willen hebben.
pagina 59
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 60
Bijlage Deel 7
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 62
Deel 7 -
Bijlage Welstands-/Monumentencommissie Rooster van aftreden 2012 lid
benoemd per
Guy Cleuren Rob Brouwers Ronald Glaudemans Ruud Brouwers Teske van Royen Linda Vosbeek
01-02-2007 01-02-2008 01-01-2009 01-05-2009 01-05-2011 01-01-2012
pagina 63
benoemd door raad op 21-02-2007 22-01-2008 20-01-2009 21-04-2009 19-04-2011 20-12-2011
aflopend op
herbenoemd
01-02-2010 01-02-2011 01-01-2012 01-05-2012 01-05-2014 01-01-2015
tot 01-02-2013 tot 01-02-2014 tot 01-01-2015 tot 01-05-2015
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
mogelijkheid tot herbenoemen tot 2017 tot 2018
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 64
Colofon Uitgave Jaarverslag 2012 van de Welstands-/Monumentencommissie Maastricht, uitgebracht door de gemeente Maastricht
Teksten Ruud Brouwers met medewerking van Arthur Houben, Monique Olijve, Guy Cleuren, Teske van Royen en Linda Vosbeek
Beeldredactie Arthur Houben
Fotografie Arthur Houben Annelies Huisinga, foto’s Victor de Stuersprijs 2012, Mes amis.
Grafische vormgeving Jef Fouraschen
Reprografie Ricoh- gemeente Maastricht
Š Welstands-/Monumentencommissie, gemeente Maastricht Alles in dit jaarverslag 2012 mag worden overgenomen met vermelding van de herkomst
pagina 65
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
Jaarverslag 2012 - Welstand-/Monumentencommissie Maastricht
pagina 66