4 minute read

afleveren van een drank

Next Article
Mooi door Marieke

Mooi door Marieke

BIOLOGICALS

STAPSGEWIJS AFBOUWEN

Advertisement

Kunnen mensen met reumatoïde artritis (RA) bij wie de ziekte rustig is, hun behandeling met biologicals veilig afbouwen? Wat is de beste manier van afbouwen en wat vinden mensen zelf belangrijk? Lise Verhoef, onderzoeker bij de Sint Maartenskliniek, vergeleek verschillende afbouw - strategieën en ondervroeg patiënten.

Mensen met reumatoïde artritis hebben tegenwoordig veel meer opties om de ziekteactiviteit onder controle te krijgen dan voorheen. Reumaremmers helpen om de ziekteactiviteit te verminderen of zelfs (tijdelijk) te laten verdwijnen. De behan de - ling lukt het beste als er een behandeldoel gesteld wordt (bijvoorbeeld weinig of geen ziekteactiviteit), als er regelmatige metingen van de ziekteactiviteit plaats - vinden en als de behandeling wordt aangepast als het behandeldoel nog niet is behaald. Biologicals zijn een relatief nieuwe soort reumaremmers en ze bewijzen hun waarde. Ze verlagen namelijk de ziekte - activiteit en voorkomen daarmee schade aan gewrichten. Toch hebben ze ook nadelen, omdat ze ook op de afweer aangrijpen en omdat ze bijwerkingen (vooral infecties) teweegbrengen. Daarnaast kan het gebruik lastig zijn, omdat patiënten zichzelf moeten injecteren en voor sommige middelen naar het zieken huis moeten voor een infuus. Boven - dien zijn het dure medicijnen; de kosten kunnen tot wel € 14.000 per patiënt per jaar bedragen. Dit alles vormt een flinke prikkel om afbouwen serieus te overwegen.

MINDEREN

Lise Verhoef promoveerde onlangs op het proefschrift ‘Zinnig en zuinig gebruik van

biologicals bij reumatoïde artritis’. Er waren vóór haar promotie al verschillende onder - zoeken naar het afbouwen van biologicals. In het proefschrift vatte zij daarom eerst de recente literatuur samen. Vervolgens deed ze verslag van een studie die ze uitvoerde met heel lage doseringen van het middel rituximab. Deze lage doseringen bleken ook werkzaam te kunnen zijn voor de behandeling van RA. Ook keek ze naar de kosteneffectiviteit van verschillende methodes voor afbouwen en vroeg zij patiënten wat voor hen belangrijk is bij het afbouwen. “Voor deze laatste studie hebben we een inventarisatie gemaakt van alle mogelijke onderwerpen die mee kunnen spelen”, vertelt Lise Verhoef. “Daarna hebben we ze gerangschikt van belangrijk naar minder belangrijk. Uit het onderzoek bleek dat veel mensen ervoor openstaan om te minderen als het met minder kan. Ook om eventuele bijwerkingen te voorkomen.” De rangschikking van onderwerpen liet zien dat patiënten het belangrijk vinden om te weten dat de dosering weer verhoogd wordt in het geval van een opvlamming, en dat het middel dan weer effectief is. Ook leeft daarnaast de angst voor een opvlamming van hun ziekte en de moge - lijke gevolgen daarvan voor hun dagelijks leven (bijvoorbeeld dat ze meer pijn zouden krijgen en/of slechter kunnen functio - neren). Ze waarderen de mening van hun reumatoloog en vinden het belangrijk om betrokken te zijn bij hun behandeling en om hierin zelf mee te kunnen beslissen.

INDIVIDUELE LAAGSTE DOSERING

Lise Verhoef ging in haar onderzoek uit van drie afbouwstrategieën: in één keer helemaal stoppen, eenmalig afbouwen (bijvoorbeeld door het halveren van de dosis) en stapsgewijs afbouwen op geleide van de ziekteactiviteit. De laatste aanpak blijkt het meest veelbelovend, omdat zo voor elke individuele patiënt de laagste én effectieve dosering gevonden kan worden. “Helemaal stoppen met een biological is niet aan te bevelen. Dat kan leiden tot meer opvlammingen, mensen kunnen slechter gaan functioneren en lopen kans meer gewrichtsschade te krijgen dan bij andere afbouwstrategieën. De andere twee strategieën – de dosering eenmalig verlagen of stapsgewijs op geleide van de ziekteactiviteit – zijn wat dat betreft vergelijkbaar met het doorgaan met de oude dosering.”

GOED IN DE GATEN HOUDEN

Afbouwen kan plaatsvinden door gebruik van een lagere dosis of door een andere frequentie van toediening. Als het middel via een infuus wordt toegediend, zal het gaan om het verlagen van de dosis. In het geval van een subcutane toediening (meestal door de patiënt zelf) hoeft de patiënt minder vaak te spuiten, bijvoor - beeld één keer per tien dagen in plaats van één keer per week. De begeleiding van de patiënt tijdens het afbouwen is heel belangrijk. De patiënt zal bij zichzelf na moeten gaan of hij openstaat voor afbouwen. Ook zal hij moeten besef - fen wat de voor- en nadelen kunnen zijn. Het kan zijn dat de ziekteactiviteit toe - neemt, maar ook dat het risico op infecties afneemt. De reumatoloog en verpleeg - kundige zullen hiervoor het gesprek met de patiënt moeten aangaan. De apotheker of de apothekersassistent kan de patiënt ondersteunen bij de praktische kant van het afbouwen en individuele adviezen over de medicatie geven. Lise Verhoef: “In ieder geval moet de patiënt weten dat hij goed in de gaten wordt gehouden en dat hij altijd iemand kan bellen als het niet goed gaat. Tijdens het afbouwen wordt de ziekteactiviteit regelmatig gemeten. De dosering kan altijd weer verhoogd worden als er een opvlamming is, omdat uit het onderzoek blijkt dat dit werkzaam en veilig is. Wanneer het niet meer gaat, kan de patiënt die stapsgewijs afbouwt eenvoudig teruggaan naar de vorige stap.” Helaas valt nog niet te voorspellen bij welke patiënten het afbouwen succesvol zal zijn en bij welke niet. Het afbouwen van biologicals is inmiddels opgenomen in de richtlijnen van de Europese Vereniging voor

de behandeling van reumatoïde artritis. <

JOUW ADVIES BIJ HET AFBOUWEN VAN BIOLOGICALS

JOUW ADVIES

› Besef dat het bij afbouwen gaat om nieuwe recepten die worden voorgeschreven en het toedienen van nieuwe doseringen. Hierbij zal duidelijke uitleg en zeker ook geruststelling nodig zijn. › Als de spuitfrequentie verandert, kan de patiënt hierbij advies nodig hebben, zoals tips om tijdig aan de toediening te denken.

This article is from: