P'REND - Beeld van een groeistad

Page 1


Š 2 0 0 0 Pa r a d o x Copyright teksten en foto’s: de diverse auteurs en fotografen Copyright plattegrond en landkaart: Gemeente Purmerend, afdeling Vastgoed Texts and photographs copyright by the various authors and photographers


S a m e n st e l l i n g B a s V r o e g e , M a a r t j e

P

ARADOX


Samenstelling/Editors B a s Vro e g e M a a r t j e va n d e n H e u ve l Foto omslag voorzijde Front cover photograph

S a s k i a J a n s s e n & G e o rg e K o r s m i t, 'G ra s s - p l o t s h o o t Pu r m e re n d ', 2000 Afbeelding pagina 1 Picture page 1

Ee r s te a a n k o n d i gi n g P ’ REND e n s t a r t ­p ro j e c t K o r r i e B e s e m s : Pu r m e re n d H e r i n n e r t. i n re gi o n a a l ­w e e k b l a d N o o rd h o l l a n d s We e k b l a d. Z i e p a gi n a 1 7 . Fi r s t a n n o u n ce m e nt P ’ REND a n d s t a r t o f t h e p ro j e c t Pu r m e re n d re m e m b e r s. By Korrie Besems in the local we e k l y N o o rd h o l l a n d s We e k b l a d. See page 19.

Auteurs/Authors M a a r t j e va n d e n H e u ve l Pa u l i n e Te r re e h o r s t B a s Vro e g e Vertalingen/ Translations D o n a l d M a d e r, R o t te rd a m Vormgeving/Design B a re n d s & Pi j n a p p e l ( H e n r i k B a re n d s ) , Ant we r p e n Lithografie/ Lithography Nauta & Haagen, Oss Drukwerk/Printing Ve e n m a n D r u k k e r s, Wa g e n i n g e n Bindwerk/Binding Ve e n m a n D r u k k e r s, Wa g e n i n g e n D e ze p u b l i c at i e we rd m e d e mogelijk gemaakt dankzij een b i j d ra g e va n Th i s p u b l i c at i o n wa s m a d e p o s s i b l e i n p a r t by co nt r i b u t i o n s f ro m M o n d r i a a n St i c ht i n g Prov i n c i e N o o rd - H o l l a n d G e m e e nte Pu r m e re n d Cultuur fonds Bank Neder landse G emeenten Pr i n s B e r n h a rd fo n d s N o o rd Holland


I n h o u d / C o n t e n t s B a s V r o e g e

P ’ REND B e e l d v a n e e n g r o e i st a d 6 P ’ REND I m a g e o f a G r o w i n g C i t y 1 0 P a u l i n e T e r r e e h o r st

D o m w e g g e l u kk i g i n d e b u i t e n w i j k 1 2 S u b u r b a n B l i ss 1 5 M a a r t j e

v a n

d e n

h e u v e l

Korrie Besems: Purmerend herinner t. 17 Purmerend Remembers. 19 B a s V r o e g e

S a sk i a J a n ss e n & G e o r g e K o r s m i t : G r a ss - p l o t sh o o t P u r m e r e n d 3 2 G r a ss - p l o t sh o o t P u r m e r e n d 3 4 M a a r t j e

v a n

d e n

h e u v e l

Luuk Kramer: P a n o r a m a B a a n st e e e n D e K o o g 4 9 P a n o r a m a B a a n st e e a n d D e K o o g 5 1 M a a r t j e

v a n

d e n

Siebe Swart: Purmerend Revisited 65 Purmerend Revisited 67

h e u v e l


lute gemiddelde en is daardoor onzichtbaar geworden. Net als Sliedrecht overigens, Drachten, Oosterhout of Spijkenisse.

P'REND

g e s c h i e d e n i s *

B EELD Purmerend

V A zijn N oorsprong E E N GinR het O E vissersdorpje ISTAD vindt Pu r m e r, o n t s t a a n o p e e n s m a l l e l a n d e n g t e t u s s e n Purmermeer, Beemstermeer en Wormermeer. In 1212 verdreef een stormvloed de bewoners naar een westwaarts gelegen hogere plek, waar zij zich opnieuw vestigden. Rond die plek, de huidige Kaasmarkt, ontstond ruim 750 jaar geleden Purmerend. Tussen 1750 en 1950 groeide het IN DE BUITENWIJK stadje Purmerend langzaam, met enkele tientallen inwoners per jaar van 2.500 naar 7.000. In de jaren zestig kreeg Purmerend van de overheid een groeifunctie aangewezen en begint een fase van stormachtige groei. Omvangrijke nieuwe wijken als Over where -Zuid en -Noord, Wheermolen, Gors-Zuid en -Noord en Purmer-Noord en -Zuid worden uit de grond gestampt om woonruimte te bieden aan, vooral in eerste instantie, grote aantallen Amsterdammers die in de eigen plaats geen geschikte woonruimte meer kunnen vinden. Sinds eind 1996 wordt gebouwd aan de voorlopig laatste nieuwe uitleg, de wijk Weidevenne waarmee de stad over het Noordhollands Kanaal is ‘gesprongen’. Wanneer Weidevenne medio 2007 gereed is, zal de stad haar groeifunctie voltooid hebben. In bijna vijftig jaar tijd is Purmerend dan uitgegroeid van een plaatsje met zo'n 10.000 inwoners in 1960 tot een stad met circa 80.000 inwoners. Iedere dinsdag vindt in Purmerend een vee - en warenmarkt in het centrum van de stad plaats. In 1984 werd het 500-jarig bestaan van de veemarkt feestelijk gevierd. Het bestaan ervan is echter niet langer onomstre den. Veel ‘stadse’ nieuwe inwoners en om ‘upgrading’ van het oude centrum verlegen zittende winkeliers, klagen over de overlast die de markt veroorzaakt. Inmiddels is de omvang van de beestenmarkt aanzienlijk teruggelopen: pluim- en kleinvee worden niet meer verhandeld, de aan-

DOMWEG GELUKKIG

SUBURBAN BLISS

6


B a s

v r o e g e

B e e l d v a n e e n g r o e i st a d De opmerkelijkste kwaliteit van P u r m e r e n d is het feit dat het totaal onopmerk e l i j k i s . Vr a a g ( d e n i e t b e s t a a n d e ! ) g e m i d d e l d e N e d e r ­l a n d e r n a a r w a t h i j o f z i j w e e t v a n d e p l a a t s , o f w a a r m e e z e P u r m e r e n d a s s o c i ë r e n . In 9 9 v a n d e 1 0 0 g e v a l l e n z a l e r g e z we g e n wo r ­­­­d e n , heeft men zelfs nauwelijks een notie waar de stad ligt. Hooguit komt bij een bepaalde generatie met een glimlach het door Wim Sonneveld gezongen Op de step (afkomstig uit Annie M.G. Schmidts legendarische ‘Ja Zuster, Nee Zuster’, 1968) bovendrijven waarin een jongetje ver twijfeld de weg probeer t te vinden naar Purmerend…. Waarschijnlijk is de belangrijkste reden voor dit totale non-imago te vinden in het feit dat de stad zo verschrikkelijk ‘gewoon’ is. Er op geen enkele manier uitspringt; niet ten negatieve ( Jeugdcriminaliteit? Verpaupering? Pro­b lemen met buitenlanders? Horen we in de rest van Nederland nooit iets over...) maar ook niet ten positieve. De architectuur is een staalkaart van wat Nederland na de oorlog op allerlei buitenplaatsen is aangedaan. Ze is niet s l e c hte r d a n h e t g e m i d d e l d e m a a r o o k n i e t b e te r. Hetzelfde geldt voor de stedebouwkundige opvattingen, de gezondheidszorg, de sociale en culturele voorzieningen, de opvang van minderheden of het gedoogbeleid voor koffieshops. Er is allemaal aan gedacht, er valt geen onvertogen woord, iedereen heeft z’n best gedaan... Dat lijkt onwaarschijnlijk maar het is waar. Purmerend is in alle opzichten ‘middle of the road’, het belichaamt het abso7


in enig andere gemeenschapsvorm. De algemene beeldvor ming daar van is vr ijwel onverander lijk negatief, hoewel recente onderzoek ingen uitwijzen dat vrijwel iedereen hier zeer tot zijn genoegen woont. Hoe mensen hier leven denken we ons wel voor te kunnen stellen: ‘gewoon’ maar de feitelijke inhoud daarvan vormt een goed bewaard geheim. Het ligt verankerd in het geheugen van een aanzienlijk deel van de na-oorlogse generatie (en hun ouders) en is opgeslagen in privé fotoalbums. Maar het is slechts beperkt gedocumenteerd door professionele beeldmakers: incidenteel een reportage in Vrij Nederland, een enkele opdracht van het Rijksmuseum of een project van een vasthoudend individu (Hoofddorp door Theo Baart bijvoorbeeld). w a a ro m p’re n d ?

P ’REND is ontstaan op initiatief van het in Purmerend gevestigde Museum Waterland en de stichting i m c o (Instituut voor Maatschappelijke en Culturele Ondersteuning). Het programma werd ontwikkeld door Bas Vroege (Paradox), begeleid door een commissie bestaande uit Piet Knook (directeur Museum Waterland), Peter Hardewijn (beleidsadviseur i m c o ) en Gerrit in’t Hout (onafhankelijk deskundige). Het doel was meerledig: het vastleggen van aspecten van de Purmerendse samenleving voor later maar ook voor nu: niet alleen bedoeld als historisch document maar ook als spiegel van de actualiteit, bedoeld om een bijdrage te leveren aan debatten over de kwaliteit van het bouwen en de aard en ontwikkeling van de gemeenschap. Anderzijds: het creëren van een project met een landelijke uitstraling dat mensen in contact brengt met aspecten van de actuele fotografie en mediakunst. Relevant voor niet-Purmerenders (geïnteresseerd in ontwikkelingen in de gehanteerde media, actuele geschiedschrijving of bv. stedenbouw) maar zeer zeker ook bedoeld om grote

8


tallen rundvee en schapen liggen aanzienlijk lager dan vroeger het geval was. v a n

a g r a r i s c h

c e n t r u m

t o t

v i n e x -

l o c a t i e

Purmerend heeft de afgelopen veertig jaar een ontwikkeling doorgemaakt van regionaal agrarisch centrum tot zgn. ‘overloopgemeente’. Symbool van de oude identiteit is de langzaam wegkwijnende beestenmarkt, exemplarisch voor het laatste de eerder genoemde, weinig inspirerende uitbreidingswijken. In het nieuwe uitbreidingsgebied Weidevenne worden (voorzichtig!) nieuwe stedenbouwkundige paden ingeslagen op een moment dat landelijk de discussie over de inrichting van Nederland oplaait. Het v i n e x -beleid staat steeds meer ter ­d iscussie. Actueel zijn de pleidooien voor minder overheidsbemoeienis, meer klantgericht denken (‘Wilde Wonen’), verdichting van de bebouwing of juist het tegenovergestelde (de ‘netwerkstad’) en extremere verschillen in stedenbouwkundige en architectonische benadering. Net zoals in veel andere v i n e x -gemeenten moet de stad zich inspannen om de dreigende verpaupering van oudere nieuwe wijken bij oplevering van nieuwe tegen te gaan. Dezelfde problematiek is inmiddels ook voor industriegebieden actueel. De bevolkingsaanwas - aanvankelijk vooral Amsterdammers die in eigen stad geen woonruimte meer konden vinden - is inmiddels heel wat gevarieerder van samenstelling. Ook Purmerend kent zijn ‘nieuwkomers’, jargon voor immigranten en vluchtelingen van diverse komaf. De bevolking biedt inmiddels dan ook een heel andere aanblik, een tendens die zich in heel Nederland (immigratieland!) voordoet: einde van de boe renkoolgemeenschap. Maar liefst 80.000 mensen wonen hier straks. Dat is een half procent van de Nederlandse bevoking van dit moment. Als je de aantallen van al die andere groeisteden erbij optelt kom je tot de conclusie dat er zolangzamerhand meer Nederlanders in dit type buitenwijk leeft dan 9


made the new government-promoted housing controversial, at the same time as questions arise about how to prevent the deterioration of old neighbourhoods as new ones are delivered. The arrival of varied immigrant and ethnic groups mean life there is no longer as colourless B E bland E L Das the VA N E E inN traditional G R O EDutch I S cooking, TAD and cauliflower but have also led to tensions. There is little that makes Purmerend stand out, either negative (its problems are pretty much those of anywhere else in Holland, and less than many places), or positive (no spectacular architecture, or visitor attractions). In all respects it is an average Dutch community. I NStill,Dit Eis home B U toI 80,000 T E N people. W I J KNation wide, more Dutch people live in communities like it than in settings of any other sort, larger or smaller. The broader culture thinks it knows what life is like in such places, but the image is as vague as what they know of Purmerend itself. The P'REND program arose as a remedy for that, as an initiative of the Waterland Museum in Purmerend and the i m c o Foundation. It was developed by Bas Vroege, of Paradox, with the guidance of a commission composed of Piet Knook (Director, Waterland Museum), Peter Hardewijn (advisor, i m c o Foundation) and Gerrit in't Hout. Its goal was to record aspects of Purmerend's society for future historians, but also to serve as a mirror for the present, as a contribution to debates about the quality of the new neighbourhoods and community development. It also hoped to bring people into contact with contemporary p h o t o 足g r a p hy a n d m e d i a a r t - b o t h t h o s e o u t s i d e Purmerend interested in the media used and in urban development, and those in Purmerend, who with their city are the subject for the image-makers. Some of the components of the project thus involved direct cooperation between ar tists and residents, and another invited the latter's responses. An overwhelming number of reactions came in, and as found on the project website (www.museumwaterland.nl) constitute an archive for and about Purmerend and its residents, as it grows

P'REND

DOMWEG GELUKKIG

SUBURBAN BLISS

10


B a s

v r o e g e

P i ct u r e o f a g r o w i n g c i t y I t seems paradoxical, but the most remarkable quality of Purmerend is that fact it is so unre m a r k a b l e. A s k e d w h a t t h e y k n o w o f t h e p l a c e, 9 9 out of 100 Dutchmen would have nothing to say - and might not even k now precisely where it is. Purmerend began as Purmer, a fishing village on a neck of land between the Purmermeer, Beemstermeer and Wormermeer. Inundations in 1212 drove the villagers west to higher ground, around what is now the Cheese Market. Between 1750 and 1950 it grew slowly, from 2500 to 7000 residents. In the 1960s government planners assigned it the function of a "growth city" and its tumultuous development began, as new subdivisions were stamped out of the ground to provide homes for Amsterdammers who could no longer find suitable housing in their own nearby city. In 1996 this growth took Purmerend across the North Holland Canal, and the cycle of development is to be completed in 2007. In half a century the city will have grown from about 10,000 people to about 80,000. Purmerend still retains its old function as a market town, with an animal and merchandise market ever y Tuesday in its heart. The cattle market celebrated its 500th anniversary in 1984. But the animal market is controversial, and shrinking, as numbers of animals traded fall and complaints about the nuisance rise. If this representative of Purmerend's past is surrounded by controversy, so are the steps toward its future. Elements of the design quality, and specifically the degree of governmental inter ference and suggested failures to adequately take into account purchaser's wishes, have 11


P'REND BEELD

VAN

EEN

GROEISTAD

beklagen. Een groep stadssociologen onder leiding van Arnold Reijndorp heeft zich eens over deze mengelmoes aan feiten en fictie gebogen*. Ze hielden een honderdtal diepte-interviews met bewoners van vijf buitenwijken die begin jaren negentig werden ontworpen. De gespreksI N Dwerden E Bvoornamelijk U I T E N Wge­Is electeerd JK partners op grond van de verschillende woningtypes, zoals huurwoningen, premie -koopwoningen en vrije sector-woningen. Van hen allen werd de totale woongeschiedenis plus hun leef- en woonstijl in kaart gebracht. De huishoudens­s amenstelling of het inkomen stond minder centraal. Dat leidde tot verrassende nieuwe inzichten, om te beginnen dat 'de' buitenwijk-bewoner niet bestaat. Hij is eerder in zes grote groepen te onderscheiden: buitenwijkers, oorspronkelijke ­s tedelingen, nieuwe stedelingen, dorpelingen, suburbanisanten en nomaden. Allemaal willen ze wat anders, in de helft van de gevallen dromen ze ook van iets beters dan een leven in Kattenbroek of Prinsenland. In de buitenwijk zijn de suburbanisanten het meest tevreden, de rest maakt er het beste van. De neutrale omgeving geeft hen allemaal de kans hun wensen min of meer te realiseren. De nomade zoekt alleen onderdak omdat hij toch altijd onderweg is voor zijn werk; de suburbanisant kiest bewust voor het ruime en groene karakter van de buitenwijk in vergelijking met de stad, de dorpeling is vaak zelf afkomstig uit een naburig dorp en wil niet meer terug naar zo'n ­c ontrolerende omgeving; de nieuwe stedeling wil zo dicht mogelijk wonen bij de stad waar hij ooit studeerde, en ziet wonen in de buitenwijk als 'second best'; de oorspronkelijke stedeling tenslotte verhuisde vanuit een oude stadswijk naar de buitenwijk aan de stadsgrens, vooral ook vanwege de nabijheid van vrienden en familie, en ziet het huis in de buitenwijk als een verbetering van zijn positie. Het is jammer dat de omvang van deze groepen niet bestudeerd werd, want dan zouden de consequenties beter te overzien zijn. Veel v i n e x -plannen zijn namelijk

DOMWEG GELUKKIG

SUBURBAN BLISS

12


P a u l i n e

T e r r e e h o r st

in de buitenwijk D e b u i t e n w i j k h e e f t e e n s l e c h t e n a a m . Hij slokt

kostbare

groene

ruimte

op.

Projectontwik kelaars verdienen er te veel geld aan. Het stikt er van de sherr ydrinkende groene weduwen. De mensen wonen er bovenop elkaar in

eenvormige huizen. De overve r t e g e nwo o rd i g i n g v a n g e z i n n e n z o r g t vo o r e e n benauwd klimaat, dat soms tot gewelds­e xcessen leidt. En alsof dit alles nog niet genoeg zou zijn, is de buitenwijk in de literatuur, de film en het cabaret voortdurend onderwerp van spot en dédain. ”Alles in de Berger­m eer was op orde: de vrouwen hadden een werkster, de kinderen leuke huis­d ieren en de mannen een maîtresse“, schrijft Joost Zwagerman in De Buitenvrouw. En in de film is van e t tot American Beauty duidelijk gemaakt dat de buitenwijk een ongezonde plaats is, waar het saaie leven constant bedreigd wordt door buitenaards of erotisch gevaar. Wie besluit om in een buitenwijk te wonen, moet niet goed bij zijn hoofd zijn. Tot nu toe heeft niemand de moeite genomen om te kijken of die vooroordelen kloppen. De ruime aandacht die de bevestiging van dit beeld krijgt, zoals onlangs nog in ‘Bouwlust’ van Theo Baart, zijn fotografische autobiografie over Hoofddorp, onthult eerder een merkwaardig gebrek aan nieuwsgierigheid. Het leidt tot het in stand houden van een droom: de plaats waar je het beste kunt wonen is het centrum van een grote stad (= Amsterdam), een herenhuis in een zachtgroen villapark of een hutje op de hei. Iedereen die dit geluk niet deel­a chtig wordt, is te 13


nog steeds gebaseerd op de oude overloop-gedachte: mensen verlaten hun oude huizen in de binnenstad en verruilen dat voor betere nieuwbouw aan de rand. Het onderzoek van Reijndorp c.s. laat zien dat dat maar voor een klein deel van de toekomstige bewoners op hoeft te gaan. Slechts in de helft van de gevallen spelen opgroeiende kinderen een doorslaggevende rol. In buitenwijken wonen net zo veel 'actieve senioren' en alleenstaanden. Ook de afstand tot het werk is bijzaak. Vaak nauwelijks onder woorden te brengen emoties geven eerder de doorslag om er te wonen. Bewoners hebben een beeld van zichzelf en projecteren dat in een buitenwijk. Zo woont de een in het Rotterdamse Prinsenland omdat hij zo kan zeggen 'op stand', namelijk in Kralingen, te wonen, terwijl een ander zich in Prinsenland vooral verbonden weet met zijn geliefde Rotterdam. Op eenzelfde manier wonen mensen in Purmerend '' tien minuten rijden van Amsterdam”. Er lijkt geen sprake van een gemeenschapsgevoel tussen verschillende groepen, die bevorderd zou moeten worden door variabele woningtypes en openbare ruimtes als pleinen en parken, al vormt dat vaak wel de - moralistische - grondslag voor de wijk. De bewoner construeert eerder zijn eigen omgeving, soms dankzij, maar vaker ondanks de buitenwijk. Reijndorp noemt in dit verband de bloei van particuliere tennisverenigingen in de buitenwijk en vergelijkt die met de noodlijdende gesubsidieerde buur thuizen, die eerder in een lacherige 'camp'-sfeer worden bezocht. In een en dezelfde buitenwijk blijkt het mogelijk om minstens zes zeer uiteenlopende 'levensverhalen' te beleven. In al die 'verhalen' voelen de bewoners zich stedeling, al heeft hun gevoel van 'stedelijkheid' nauwelijks nog iets met de fysieke aanwezigheid van de stad te maken. Sommigen komen vrijwel nooit in 'de grote stad'. Het is alleen belangrijk voor hen te weten dat ze er snel zouden kunnen zijn als ze dat willen. Bewoners van buitenwijken zijn pragmatici, ­' bricoleurs' die overal de brokstukken 14


DOMWEG GELUKKIG IN

DE

BUITENWIJK

P a u l i n e

T e r r e e h o r st

SUBURBAN BLISS S u b u r b s h a v e a b a d n a m e . They swallow up nature to enrich land developers. They are the h a b i t a t o f t h e s h e r r y - d r i n k i n g g r a s s w i d o w. Ticky-tacky people live there in ticky-tacky h

o u s e s . A n d i f that wasn't enough, there is the suburb in the movie, from E T to American Beauty, where quiet, boring lives are endangered by a variety of extraterrestial or erotic perils. Anyone who would choose to live there must be two cards short of a full deck. But until now, nobody has bothered to see if these preconceptions square with reality. A group of urban sociologists recently turned their attention to this jumble of fact and fiction, and arrived at amazing conclusions. The report of their study is found in Buitenwijk.* The book is based on about a hundred in-depth interviews with residents of five Dutch suburbs developed in the 1990s, all in the western Netherlands. The interviewees were selected primarily on the basis of the type of home they occupied (rented, government subsidized/purchase or free market owner occupied). Household composition and income were less important criteria. The full histor y of where they had lived and their lifestyle was investigated. Their first discovery was that there was no "average" suburbanite. They distinguished several groups in the population: "nomads" who didn't care where they lived as their work kept them moving, "suburbanites" who deliberately opted for the space and green, "new urbanites" for whom the suburb was as close to urban living as they 15


could afford, "villagers" who were escaping from small town life, and "old urbanites" who had fled the city. All placed different demands on their housing, and half still hoped for something better. On the other hand, the neutral environment allowed all to realize their dreams to some extent. Growing children had played the decisive role in their choice in only half the cases. Just as many residents were "active seniors" or singles. There was little "community" among the various groups, despite the planner's best efforts. Rather, they constructed their own environments, sometimes thanks to, but more often despite the planners. Indeed, the suburb was the setting for a truly "postmodern" lifestyle, with residents developing a series of diverse identities which as often took them away to other cities as into the city to which their suburb belonged. They did this by car; some has as many as three: "his," "hers," and something sporty, like a convertible, for weekends. There goes the idea that suburbs attached to a compact city will drive down auto use. It would appear that suburbs are designed from false assumptions. They should contain even more diverse housing forms, affording still more choice. People are more ambitious and flexible than the planners think. They tend to create their own environment, using dreams and fantasies, fed by memories, that are always based on a very personal concept of Good Living. Living in a suburb or satellite city, like Purmerend, means mixing reality with psychology. The outcome will never be the same for any two people. Living in Purmerend can be as exciting as a movie.

16


M a a r t j e

v a n

d e n

H e u v e l

KORRIE BESEMS

Purmerend herinner t. PURMEREND HERINNERT.

“ P u r m e r e n d i s v r e s e l i j k s a a i . ” Zo opende het N o o rd h o l l a n d s We e k b l a d ( ’ h u i s - a a n - h u i s i n N o o rd Holland’, oplage 411.700) op 5 oktober 2000 op de voorpagina. In beeld een grote kleurenfoto van Korrie Besems. Op pagina 3 werd de foto herhaald in een kader met de tekst: "Ik zie ik zie wat jij niet ziet" met daaraan gekoppeld een tekst die mensen oproept te reageren. Een week later volgde foto nummer twee, op 19 oktober nummer drie, enz. enz. Hoe lang de serie doorloopt hangt van de Purmerenders zelf af: zolang er voldoende reacties binnen G R A Skomen, S - PzalL het O TNoordhollands - S H O O T Weekblad PURM EREN blijven beelden uit de reeks blijven plaatsen tot ze ‘op’ zijn op 18 oktober 2001…. Besems (Den Hout, 1961) maakte voor P’REND een reeks foto’s waarin ze haar best lijkt te doen geen uitspraken te doen over de kwaliteit (of juist het gebrek daaraan) van wat ze laat zien. Ze fotografeerde zo neutraal moge lijk, zo lijkt het, plekken verspreid over Purmerend: van de Koemarkt in het oude centrum, de ecologische wijk in Purmer-Zuid tot een noodwinkelcentrum in de nieuwste ‘uitleg’, Weidevenne. Uiteindelijk koos ze 54 beelden uit PANORAMA BAANSTEEG EN DE die werden geplaatst op een website. De openingspagina van de site toont 54 postzegelgrote afbeeldingen die een herkenning van de gefotografeerde locatie nog juist mogelijk maken. Door op een foto te klikken verschijnt deze groot op het scherm. Naast de foto zien we een wisselend aantal tekstregels die elk afzonderlijk aanduiden wat erachter schuil gaat: van toezonden emails tot inge sproken geluidsfragmenten en per post bezorgde foto’s afkomstig uit familie-albums. Stuk voor stuk herinneringen die verbonden zijn met de door Besems gefotogra-

SASKIA JANSSEN GEORGE KORSMIT

D

LUUK KRAMER

SIEBE SWART

PURMEREND

REVISITED 17

KOOG


feerde plekken, ingestuurd door Purmerenders van zeer diverse leeftijden: zowel kinderen als bejaarden (en alles wat daar tussen zit) reageerden op de oproepen in de krant of - in een later stadium - op de site zelf. Nog zonder de ondersteuning van de website die pas half november 2000 ‘on-line’ zou komen, waren de reacties de eerste weken al indrukwekkend. Een vrouw doet een ontboezeming van persoonlijke aard over een mislukt afspraakje in de DC-9 in het Leeghwaterpark. Een ander snijdt juist een politieke kwestie aan in een verslag van de strijd die tussen bewoners en gemeente werd gestreden om de bestrating in het centrum van Purmerend. Weer een ander maakt ons deelgenoot van haar afkeer van de ongezellige, stenige wijk De Gors en we lezen dat ook de wethouder Ruimtelijke Ordening de wijk inmiddels als mislukt beschouwt. Bijzonder is dat de site die Besems realiseerde, zowel geschreven reacties bevat (van emails tot handgeschre ven brieven) als foto’s, foldertjes en telefonisch ingesproken teksten. Al die reacties zijn in hun oorspronkelijke vorm op te roepen: de handgeschreven brief zien we ook als zodanig terug op het scherm, de ingesproken tekst kunnen we beluisteren. Op deze manier maak je heel direct kennis met de gevoelswaarde die Purmerend heeft voor mensen die er wonen, werken of er op een andere manier persoonlijk mee te maken hebben. Het draagt bij aan het gevoel van authenticiteit van de gebeurtenissen, je krijgt het gevoel de geschiedenis van Purmerend uit de eerste hand te vernemen. Wat achter gesloten gordijnen schuil ging wordt dankzij de bemiddelende rol van Besems zichtbaar. Voordat ze aan de opdracht begon, kende Besems Purmerend niet en wist ze ook niet wat er leefde. Aan de hand van de plattegrond en wat summiere beschrijvingen analyseerde ze de stedenbouwkundige ontstaangeschiedenis van de stad en maakte een selectie van plaatsen die ze wilde fotograferen. Plaatsen waarvan ze verwachtte dat daar de nodige herinneringen aan zouden ‘kleven’. Ze 18


M a a r t j e

v a n

d e n

H e u v e l

KORRIE BESEMS

Purmerend remembers. PURMEREND HERINNERT. The Noordhollands Week blad

for October 5, 2000 headline read “Purmerend is so terribly boring.” It was accompanied by a large colour photograph by Korrie Besems. The photo was repeated on page 3 with the text, “I spy with my little eye...” and an invitation to people to respond. Other photos followed at weekly intervals, with similar invitations. As long as responses keep coming in, the series will run until October, 2001. For P'REND Besems (Den Hout, 1961) produced a series of photographs in which she appears to try her best G A SnoSjudgements - P L O T about - S Hthe OO T P R MofEit)RofE N to R offer quality (orUlack what she records. As neutrally as possible she photo graphs places spread around Purmerend, from the old Cow Market to the new "ecological" subdivision of PurmerZuid. She selected 54 photographs for a website, appearing in small size on the homepage; clicking on one brings it up full-screen. Next to each stand varying numbers of lines of text indicating what you will get if you click on them: e -mail responses that have come in, sound fragments that arrived by telephone, or handwritten letters (reproduced as such) or photos from family albums that PANORAMA BAANSTEEG EN DE came by mail, representing memories and comments connected with the places Besems photographed. Responses in the first weeks were impressive, even before the website was on-line: personal memories of a tryst in Leeghwaterpark that never turned into something serious, a statement sharing with us a resident's abhorrence of the cold, cheerless subdivision of De Gors. All contribute to understanding the ­e motional connotations Purmerend has for people who live or work there - an invisible history made visible through Besems's interven-

SASKIA JANSSEN GEORGE KORSMIT

D

LUUK KRAMER

SIEBE SWART

PURMEREND

REVISITED 19

KOOG


> -----Oorspronkelijk bericht----> Van: Hans Gobel > Verzonden: donderdag 5 oktober 2000 17:27 > Aan: NHweekblad@nhd.hdc.nl > Onderwerp: IK ZIE IK ZIE WAT JIJ NIET ZIET > > Geachte mevrouw, mijnheer, > > Bij het zien van deze foto denk ik aan de inspanningen die ooit > zijn verricht om het vliegtuig te kunnen exploiteren als pannenkoekenhuis > en later als restaurant/party-centrum. Ik raakte bij het vliegtuig > betrokken toen een vriend van mij het vliegtuig gekocht had van de eerste > eigenaar. > Het vliegtuig was toen nog een "pannenkoeken-vliegtuig". Ik heb daar toen > regelmatig geholpen om op zondag vele kinderen en volwassenen te voorzien > van allerlei type pannenkoeken. De kaart bestond uit een groot aantal > merkwaardige pannenkoeken. Zoals de spoetnik-pannenkoek, de > Apollo-pannenkoek, of de Boeing-pannenkoek. Het was nogal arbeidsintensief > om deze pannenkoeken snel vanuit de keuken ,welke gelegen was onder het > vliegtuig, naar het restaurant gedeelte te serveren. Vooral ook omdat de > klanten voornamelijk op zondagmiddag tegelijkertijd kwamen en > tegelijkertijd van hun pannenkoekje wilden genieten. > Na dit pannenkoeken avontuur is de keuken zich gaan specialiseren in een > specialiteiten-restaurant, met als doel een ander type klanten-kring te > creeren. Dit lukte redelijk. Vele klanten vonden het vliegtuig zeer > geschikt als een locatie voor een bijzonder etentje, bv trouwpartij, een > jubileum of zomaar een feest van Amsterdamse koffie-shophouders, waarbij het gehele vliegtuig blauw stond van de wiet en de aanwezige dachten dat ze echt > gingen opstijgen. > Trouwens wanneer het een beetje begon te waaien, dan had in het vliegtuig > toch al gauw de indruk van enige turbulentie. Bij normale storm had je > echt het gevoel dat je vloog en bij zware storm kreeg je vliegangst. > Toch is helaas gebleken dat, na vele moeizame jaren, de baten niet in > verhouding stonden van de lasten. De kosten waren door de exclusiviteit te > hoog. Dure verzekering, hoge energie-kosten, veel cabine-personeel, > etc. Toen er ook nog eens een overval plaats vond en mijn vriend vechtend > met de overvaller door het vliegtuig rolde (een soort kaping) was de lol > eraf en ging het vliegtuig in de verkoop. Het is toen in andere handen > overgegaan en een pizza-vliegtuig geworden. > > met vriendelijke groet, > > > Hans Gobel > Purmerend 20




“In het Golden Tuliphotel bij de golfbaan aan de Westerweg schijnen bussen vol Japanners te overnachten. Die gaan overdag allemaal naar Amsterdam of naar Marken. Purmerend vinden ze niet interessant. Als je hier per zomer 4 of 5 Japanners in totaal in het centrum ziet rondlopen, dan is dat al heel veel!� s h i r l e y c a t s b u r g s 3 6 j a a r , w e r kt 2 j a a r i n P u r m e r e n d

23


“In de winter vind ik het helemaal zo'n koude vlakte. Dan is er natuurlijk vaak wel ijs, maar dan staat daar een gure wind en dan ziet het er allemaal zo troosteloos uit. Je kunt wel op dat meer schaatsen, maar de kanten zijn zo hoog dat je er niet makkelijk op kunt komen. Daarom gaat iedereen toch maar weer schaatsen op de Purmerringvaart. Veel mooier en gezelliger!� s a n d y v a n d e r l a a r 26 jaar, woont 15 jaar in Purmerend

24


“Toen we erbij kwamen was er al een groep gestart die het initiatief had genomen. Een van hen zag op de Kabelkrant een stukje grond staan dat vrij kwam in de Purmer Zuid. De gemeente ging akkoord, maar we moesten wel een bewonersvereniging ­worden. Dat is het EWP geworden: het Ecologisch Woonproject Purmerend. De gemeente betaalt alle planten van het openbare groen, maar wij onderhouden alles zelf. Onlangs heeft de feestgroep een feest georganiseerd. Iemand had toen appeltaart gebakken van de appels uit het appellaantje. De appels die over waren ­konden we mee naar huis nemen. Leuk, toch?” c h r i s t i n e h e n n e s 52 jaar, woont 15 jaar in Purmerend


26


“En dan die veemarkt die hier altijd op dinsdag is. Zo zielig.... Zo zielig voor die koeien. Ik eet er ‘s avonds geen biefstukje minder om hoor, maar het is zo zielig voor die beesten als je ziet hoe er met ze omgegaan wordt. Volgens mij houden ze die veemarkt alleen maar in stand om een paar oude boertjes nog wat te doen te geven. Het is gewoon nostalgie, meer niet.” m a r g r i e t d e v r i e s 3 0 j a a r , w o o n t e n w e r kt 8 j a a r i n P u r m e r e n d

27


“Je zou het niet zeggen maar dit wordt de mooiste speelroute van Nederland. Dit is de oude Melkweg, de oude hoofdweg door Purmerend-West heen. Die hoofdweg wordt een langzaamverkeerroute, alleen voor wandelaars en fietsers dus. En kunstenaars hebben opdracht gekregen om langs die oude Melkweg , over een afstand van 2 kilometer, allemaal kunstobjecten te gaan plaatsen die als speelattribuut kunnen dienen. De opdracht is net verleend, er zijn nog geen ­ontwerpen binnen, maar we verwachten dat het een hele bijzondere speelroute gaat worden.” h a n s k r i e g e r 42 jaar, woont 25 jaar in Purmerend



“Als je niet oppast dan rijdt je zo'n straat dus in en dan ben je er voor je het weet alweer uit en dan heb je dat nummer helemaal niet gevonden. Of je rijdt in een kringetje rond en dan denk je: Verrek! Ik zie nummer 71 en ik zie nummer 75, maar ik moet op nummer 73 zijn en dat is er dus niet. Maar dat blijkt dan weer in een steegje om de hoek te liggen of zoiets." g e r d a v o s 43 jaar, woont 10 jaar in Purmerend

30


“Dit zijn dus de goedkope flats van Purmerend, waar heel veel asielzoekers, ­buitenlanders en mensen die net gescheiden zijn wonen. Alles door elkaar wordt erin gegooid. En ja, ze worden vaak slecht gebruikt, die flats. Ik weet nog dat mijn dochter vertelde over een meisje uit haar klas op de lagere school die daar woonde en waar ze weleens ging spelen. ‘Ik moet naar de w.c.’ zei mijn dochter een keer. Ze wilde toen naar boven naar de woning en toen zei dat meisje: ‘Nee, dat hoeft niet hoor, doe het maar in het trapportaal!’” j o k e g o o ss e n s 5 6 j a a r , w o o n t 1 6 j a a r i n P u r m e r e n d

31



PURMEREND B a s

HERINNERT. v r o e g e

SASKIA JANSSEN GEORGE KORSMIT

G er na d ss - p l o t sh o o t p u r m e r GRASS-PLOT-SHOOT PURMEREND

“ E n h i e r n o g w a t ‘s l e u t e l wo o rd e n’ voor de tekst van het boekje; om het schrijven te verge m a k k e l i j k e n ,” s c h r i j f t S a s k i a J a n s s e n m e i n e e n

LUUK KRAMER

e m a i l t j e : "per formance, sculptuur, geregisseerd docum e n t , t h e a t e r , documentaire waarde, antropologie, het fotograferen en poseren als hande­l ing/ actie ‘an sich’, hommage." Ga d’r maar aan staan. proefopstelling P AIkNben O Rgetuige A M AvanBeen AA N S T E E GvanEhet N werk DE dat ze voor P’REND samen met George Korsmit maakte: Grass-plot shoot Purmerend. Het is een installatie die bestaat uit twee monumentale projecties en geluid. Het linkerbeeld komt uit een diaprojector die om de paar seconden wisselt, het rechterbeeld is video. De beelden tonen een groep jongeren waarvan een wisselend aantal op een onbegrijpelijke manier meters hoog boven de grond aan een hekwerk hangt. Dat hek staat achter een voetbaldoel op een groot grasveld midden in een nieuwbouwwijk. een P U R MErEwordt R E Ngelummeld, D R E Veen I Sjointje I T Egerookt, D paar jongens beginnen aan een (schijn)nummertje kickboksen, twee meisjes ‘doen’ iets R & B -achtigs. Er knettert een gast op een scootertje voorbij. Soms wordt er met enige ernst geposeerd, dan weer overheerst de verveling. Het is een bizar soort theater van de werkelijkheid, daar op dat grasveld. Het ene moment zien we acteurs die zelfverzekerd een rol vervullen, even later laten ze hun masker vallen en zijn ze zichzelf, wat ongemakkelijk met

SIEBE SWART

33

KOOG


de vreemde situatie. Die twee uiterste posities liggen hier dicht bij elkaar: "Het enige wat jullie hoeven te doen is aanwezig zijn en poseren voor de foto. Tijdens het poseren kun je gewoon doen wat je normaal in de pauze doet, bijvoorbeeld iets drinken of een sigaretje roken, of met elkaar kletsen", zo luidde de instructie die ze vooraf in handen gedrukt kregen. Bij het bekijken van de beelden overheerst het gevoel dat we kijken naar mensen die zich - met hun kwetsbare kanten - niet laten portretteren (als willoze slachtoffers) maar voor wie het maken van het (groeps)portret een activiteit van expressie, van zich manifesteren is. Die het gevoel hebben zèlf aan de knopjes te zitten, voor wie Janssen en Korsmit bemiddelaars zijn die ‘aan hun kant staan’ en geen voyeurs die op oncontroleerbare wijze en voor eigen genoegen een ander ‘vastleggen’ in een door hen (de beeldmakers) bepaalde rol waaraan ze niet kunnen ontsnappen. Saskia Janssen (1968, ’s-Hertogenbosch) houdt van de illusionistische effecten van het 19de eeuwse theater. Inspiratiebron is een handboek voor goochelaars en theatermakers uit 1897, getiteld Stage Illusions & Special Effects. Het lijkt een anachronisme en dat is het natuurlijk ook: op het moment dat in de fotografie digitaal getoverd kan worden met een perfectie die zijn weerga niet kent, laat Janssen in haar foto- en videowerken mensen ‘zweven’ door ze plaats te laten nemen op platformpjes die nadrukkelijk zichtbaar zijn in beeld. Toch is de illusie van zweven daarmee niet minder dan in de ultieme beeldmontage. Hoe dat komt? Waarschijnlijk als gevolg van het feit dat het werk iets informeels, iets ‘onafs’ bezit dat uitnodigend werkt. Je wordt als kijker betrokken bij het intri­g erende stelsel van afspraken dat theater heet. Een voorstelling ‘werkt’ als acteurs en publiek een dialoog aangaan. Die ontstaat alleen wanneer beide partijen zich betrokken gaan voelen bij het kader dat een regisseur neerzet. Janssen doet dat ogenschijnlijk heel losjes, geeft niet meer dan heel summiere aanwijzingen, vraagt mensen niet meer en niet minder dan het spelen 34


PURMEREND B a s

HERINNERT. v r o e g e

SASKIA JANSSEN GEORGE KORSMIT

G er na d ss - p l o t sh o o t p u r m e r GRASS-PLOT-SHOOT PURMEREND

" F o r y o u r t e x t i n t h e b o o k , here some of t h e k e y c o n c e p t s b e h i n d m y w o r k ," S a s k i a J a n s s e n w r o t e m e . "Performance, sculpture, staged

LUUK KRAMER

document, theatre, documentary value, anthropology, photographing and posing as acts in themselves, homage." That's a tall order.

She made Grass-plot shoot Purmerend for P'REND together with George Korsmit. It is an installation consistP Aof Ntwo O projections R A M A and B Asound. A N SThe T Eimage E G on EtheNleftDis E ing from a slide projector, changing every few seconds; on the right is a video. The images show a group of youths, var ying numbers of whom seem to literally "hang out" some meters above the ground, suspended on a fence. The fence is behind a football goal, on an open grass field in the middle of a new 足r esidential neighbourhood. They fool around, smoke a joint, a couple of boys fake kick-boxing, a couple of girls mimic an r & b act. Sometimes they're seriously posing; other times boredom takes over. It is a P U Rtheatre M E RofEreality. N D One R Ehas V the I Ssense I T of E watching D bizarre a group for whom the making of a group portrait is an act of self-expression, for whom Janssen and Korsmit were instruments, and neither directors nor voyeurs recording the others for their own ends. Saskia Janssen (1968, 's-Hertogenbosch) takes inspiration from the illusionistic effects of 19th century theatre and magic acts. Although you can see the "stage machin-

SIEBE SWART

35

KOOG




38


39


40


41




44


45





GRASS-PLOT-SHOOT

M a a r t j e

v a n

d e n

PURMEREND

H e u v e l

LUUK KRAMER

p a n o r a m a b a a n st e e e n d e

P k Ao NoOgR A M A

BAANSTEEG

EN

DE

W a t v o o r n i e u w e w o o n w i j k e n g e l d t - l e ve n e n a rc h i t e c t u u r d a a r wo rd e n n i e t o f n a u we l i j k s

SIEBE SWART

professioneel

gedocumenteerd

-

geldt

nog

s t e r k e r vo o r m o d e r n e b e d r i j f s t e r re i n e n : r i j d e n d door Nederland worden we voor tdurend met hun bestaan geconfronteerd maar vastgelegd

PURMEREND

REVISITED

wo rd e n z e n i e t o f n a u we l i j k s. Alsof het maken van e e n foto een verzoening inhoudt met een planologisch fenomeen dat we beschouwen als noodzakelijk kwaad maar het liefst zouden ontkennen. Luuk Kramer (1958, Eindhoven) raakte geboeid door de wegwerp­a rchi­t ectuur die deze terreinen kenmerkt. Hier wordt op grote schaal zo snel en zo goedkoop mogelijk gebouwd. Het leidt tot ‘dozen’ die aan uiteenlopende partijen verhuurd moeten kunnen worden en vóór alles voldoen aan eisen van de ­c om­m er­c ialiteit. Noch aan de vorm van de gebouwen noch aan de indeling van het terrein als geheel, valt af te lezen wat er te halen valt. Wie kent niet de ergernis bij het ontcijferen van het woud aan richtingaanwijzers, waarmee op dit soort plekken de weg moet worden gezocht. Een enkele keer worden deze wetten geloochenstraft: ontstaat er zomaar(?) een meubel- of autoboulevard, vraagt een enkele ondernemer een echte architect om een ontwerp. Het zijn de uitzonde­r ingen die de regel bevestigen. 49

KOOG.


Luuk Kramer laat in zijn foto’s voor dit project de gebouwen zo veel mogelijk voor zichzelf spreken. Hij stelde de camera consequent op straat op en fotografeerde de afzonderlijke percelen steeds frontaal. Het brandpuntsafstand hield hij hetzelfde en hij zorgde ervoor dat de horizon in de foto’s op exact dezelfde hoogte staat. In de installatie worden de beelden geprojecteerd op zes vrij in de ruimte hangende doorzichtschermen van ca. 1 x 1,5 m. Deze hangen op ooghoogte in het verlengde van elkaar op de langste midden-as van de rechthoekige tentoonstellingsruimte. Om de paar seconden wisselen de projectoren van dia, zij het niet gelijktijdig en ieder in een licht afwijkend tempo. Hierdoor zien de samengestelde panorama’s er steeds anders uit, ontstaan er voortdurend ‘at random’ andere combinaties gebouwen en terreinen. Af en toe wordt de eenvormigheid doorbroken door foto’s die binnen de omheining van een terrein zijn gemaakt en close-ups tonen van het groen dat in deze ‘anti-­o rganische’ omgeving een uitweg zoekt. Kramer fotografeerde De Koog, dat in de jaren zestig en zeventig werd aangelegd en De Baanstee, dat in de jaren negentig ontstond en waaraan nog steeds wordt gebouwd. De autobranche blijkt een belangrijke bedrijfstak te zijn voor de economie van Purmerend. Op De Baanstee zien we de nieuwere showrooms, trans­ portbedrijven en garages, op De Koog de oudere, soms sjofele varianten hier­v an, zoals tweedehands-autohandels en sloperijen. Verder zien op we op beide terreinen kantoren en andere grootschalige winkelbedrijven zoals meubel­z aken en bouwmarkten. Net zoals in de oudere nieuwbouwwijken dreigt ook hier verpau­p ering. Wie het zich permitteren vertrekt naar een nieuwe buurt, de ­m inder draag­k rachtigen blijven hangen en raken omringd door ondernemingen die het van de lagere huur moeten hebben en soms wat minder aangepast gedrag vertonen. Door de installatie confronteert Kramer de toeschouwer ook met de manier waarop toeëigening op dit soort terreinen plaatsvindt. Men plaatst een hek om zijn terrein 50


GRASS-PLOT-SHOOT

M a a r t j e

v a n

d e n

PURMEREND

H e u v e l

LUUK KRAMER

p a n o r a m a b a a n st e e a n d

P AM d Ae NkOoR o gA

BAANSTEEG

EN

DE

I f i t i s r a r e t o f i n d t h e l i fe a n d a rc h i t e c t u re o f n e w re s i d e n t i a l n e i g h b o u r h o o d s p ro fe s s i o n a l l y

SIEBE SWART

d o c u m e n t e d, i t i s r a re r s t i l l fo r 足m o d 足e r n i n d u s t r i a l p a r k s : t h e y a re a l m o s t u b i q u i t o u s, b u t n e ve r photog 足 r a p h e d, a s i f t o d o s o wo u l d b e s t o w a l e g i t i m a c y we wo u l d r a t h e r re f u s e t h e m .

P ULuuk R MKramer E R E(1958, N D Eindhoven) R E V I Sbecame I T Efascinated D by

the throw-away architecture that characterizes these developments, the "boxes" that can be rented for diverse purposes, the exteriors of which say nothing about what happens inside them. As much as possible, Kramer allows these buildings to speak for themselves in his photos for the P'REND project. The camera placement, horizon and point of focus are the same in each shot. In the installation, these are projected onto six free-hanging screens at eye-height, side by side on the long axis of the exhibition space. The projectors change slides every few seconds, at different rates, to constantly create different random combinations of buildings. Every now and then the uniformity is broken by overall views or close-ups of the green that forces its way into this anti-organic environment. The two projects photographed were De Koog, built in the 1960s and '70s, and De Baanstee, begun in the 1990s and still under construction. Autos are important to Purmerend's economy; we see the showrooms at De Baanstee, and the used car lots and scrap yards at De 51

KOOG.


52


53


54


55


56


57


58


59


60


61


62


63



PANORAMA

BAANSTEEG

M a a r t j e

v a n

d e n

EN

DE

H e u v e l

SIEBE SWART

purmerend revisited

PURMEREND

REVISITED

A l s e n i g e d e e l n e m e r a a n P’REND heeft Siebe Swart (Amsterdam, 1957) een autobiografische band met de stad. In 1961 lieten zijn ouders zich verleiden om ‘ruim’ en ‘buiten’ te gaan wonen. En zo verhuisde het Amsterdamse gezin naar Purmerend waar het zich vestigde in de spiksplinternieuwe wijk Overwhere. Swarts ouders behoorden daarmee tot de eerste golf Amsterdammers die deze stap zetten. Velen zouden hen volgen, niet alleen naar Purmerend maar ook naar plaatsen als Hoofddorp en niet te vergeten, Almere. Voor Swart duurde de ‘emigratieperiode’ tot zijn achttiende, toen hij als student zo snel hij kon vertrok om op kamers te gaan wonen in Amsterdam. Swart stelde voor om voor P’REND ‘herfotografie’ te bedrijven: een vorm van documentaire fotografie waarbij een historisch beeld uitgangspunt wordt voor een nieuwe foto van dezelfde plek. Daarbij stond het voor hem open of de oorspronkelijke beelden afkomstig zouden zijn uit het gemeente-archief of het ouderlijk familie-album. Als vertrekpunt koos hij uiteindelijk voor ansichtkaarten uit de jaren zestig en zeventig die hij tegenkwam in de collectie van het Purmerends Museum. Hij selecteerde ansichtkaarten van plekken in Purmerend die hij zich uit zijn jeugd herinnerde. Voor een kijker in 2000 bevatten ze opmerkelijke elementen: we zien klassieke stedenbouwkundige ‘bakens’ als het station en de kerk, maar ook winkelcentra, twee-onder-een-kap woningen en tijdelijke winkels in. De ansichtkaarten tonen veelal grote overzichten waardoor het groen en de ruimte rond de gebouwen goed zichtbaar zijn. Soms krijgen gebouwen door de diagonale lijnen in het beeld een onverwachte visuele 65

KOOG.


dynamiek. We zien piepjonge boompjes langs de wegen, moeders met kinder­w agens, bijna altijd schijnt de zon. Wat de kaarten laten zien is hoe heerlijk het wonen is in Purmerend, hoe rustig kinderen er kunnen opgroeien en hoeveel ruimte er is vergeleken met de volgebouwde stad. Het is het officiële beeld van trots, moderniteit en optimisme, dat werd uitgedragen bij de nieuwe woonvorm die in Purmerend was volbracht. Het is het beeld van Purmerend waar de ouders van Siebe Swart op af kwamen. In de foto’s die Siebe Swart in 2000 maakte, zien we de gebouwen uit de ansichtkaarten weer terug: het flatgebouw aan de Citerstraat, twee kerken (vader Swart was actief in de Nederlands Hervormde kerk), gewone woonhuizen bij het Jonkheer Van Cittersplein en het Cavaljeplein. Overwhere is inmiddels aange­k leed door de tijd: bomen en struiken zijn volgroeid, onkruid komt tussen straatstenen omhoog, mos en graffiti-’tags’ verlevendigen de muren. Swart stelde scherp op de gebouwen en toch vormen die opmerkelijk genoeg in zijn beelden – in tegenstelling tot de ansichtkaarten van dertig, veertig jaar geleden - nooit het onderwerp. Nergens zijn ze in hun totaliteit te zien. In de flanken van de bebouwing en begroeiing zocht hij naar verloren, beschutte plekken die geschikt zijn om te spelen of rond te hangen: gangpaden, bosjes, parkeerplaatsen, ­f latbalkons. Vanuit de beleving van een kind staat niet de ‘officiële’ functie van het gebouw centraal maar de mogelijkheden tot spelen die het gebouw in zijn omgeving biedt. Dit is geschiedschrijving van een plaats vanuit het perspec ­tief van een kind en niet vanuit het standpunt van de projectontwikkelaar of gemeente­b estuurder. Swarts foto’s roepen paradoxale gevoelens op: in sommige beelden domineren de gevoelens van warmte en geborgenheid die we graag met kinderherinneringen verbinden, in andere daarentegen bekruipt je een gevoel van be­k lemming. Meestal zijn de beelden te lezen als een mengeling van beide. Waar zit dat in? Enerzijds door de schilderkunstige principes waarvan de fotograaf zich 66


PANORAMA

BAANSTEEG

M a a r t j e

v a n

d e n

EN

DE

H e u v e l

SIEBE SWART

purmerend revisited

PURMEREND Siebe Swart

REVISITED

(Amsterdam, 1957) is the only one involved with the P'REND 足p roject with a personal connection to that city. When he was four, his parents were among the first wave of Amsterdammers to move there. Swart grew up there, returning to Amsterdam when he was 18. For his part in the P'REND Project Swart suggested doing a form of "re-足p hotography": a kind of documentary photography in which an historical image is the point of departure for making a new photograph in the same place. For his originals he chose picture postcards from the 1960s and '70s he found in the Purmerends Museum. He selected those of places in Purmerend he remembered from his youth: the classic urban planning anchors of the railway station, shopping centre and churches, but also the characteristic semi-detached houses. His photographs from 2000 show us the buildings from the post cards again. The subdivision has been garnished by time: tiny trees are now full grown, and moss and graffiti decorate the walls. Although he continues to focus on the buildings, unlike the post cards of thirty or forty years ago they are not his subject. He sought out the sheltered, forlorn places suitable for playing or hanging out. From the perspective of a child or youth, it is not the "official" function of a building that is important, but the other opportunities it offers. This is history-writing through the haze of childhood memories, emphasized by the painterly qualities of the pictures. At the same time, these deserted places are melancholy, speaking of the loss of youth and the irreversible passage of time. The combination of the series with the historical 67

KOOG.


68





72





76





Met steun van/ Funding D e te nto o nte l l i n g we rd m e d e mogelijk gemaakt dankzij bijd ra g e n va n d e Th e ex h i b i t i o n wa s m a d e p o s sible with the suppor t of the M o n d r i a a n St i c ht i n g, Amsterd a m Prov i n c i e N o o rd H o l l a n d, H a a r l e m G e m e e nte Pu r m e re n d Cu l t u u r fo n d s B a n k N e d e r l a n d s e G e m e e nte n , D e n Haag Pr i n s B e r n h a rd Cu l t u u r fo n d s, Am s te rd a m D e Ve r b e e l d i n g, Vo l e n d a m C o n c e p t P ’ REND B a s Vro e g e (Paradox) A d v i e s C o m m i ss i e / Advisory committee Pi e t K n o o k ( M u s e u m Wate r l a n d ) Pe te r H a rd e w i j n ( IM CO) Gerrit in ‘t Hout


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.