editorial
zuiderlucht 2+3/2021
"#$%&'#(()(
!
ullie hebben het overleefd, sprak een lezer me op straat aan – hij doelde op Zuiderlucht, en de coronacrisis. Het aantal besmettingen was toen alweer aan het groeien, maar met de aankondiging van de vaccins was het aftellen toch echt begonnen. Het licht aan het eind van de tunnel was in zicht. Als dat niet het licht van een tegemoetkomende trein zou zijn, zouden we in de zomer weer ‘vrij’ zijn. Op de dag dat ik dit tik, heeft de minister van uitstel die boodschap net, en niet voor het eerst, genuanceerd. Miljoenen vaccins komen later dan was aangekondigd; de vrijheid zal iets langer op zich laten wachten. En dan rekenen we de hemeltergende voortgang van de inentingscampagne niet eens mee. Het klopt, we hebben het overleefd. En net als in het editorial van het vorige nummer voeg ik daar graag één woord aan toe. Totnutoe. Want er zijn grenzen aan wat nog kan, aan wat we uit de kast moeten halen om als ongesubsidieerd blad overeind te blijven in een markt die al een jaar geen markt meer is. Een pensioenpotje is, meen ik, bedoeld voor na je pensionering, niet ervóór. Als we afgelopen jaar iets hebben geleerd, is het wel dat niets vanzelfsprekend is. Dat geldt ook voor het bestaan van Zuiderlucht. ‘Elk verschijnen is eenmalig, elk verdwijnen voor altijd’, citeer ik Tommy Wieringa - die op zijn beurt Joost Zwagerman parafraseerde. De vrijheid laat iets Net als de vorige is ook deze editie een dubbelnummer. Zo proberen we tijd te winnen, tijd langer op zich wachten die nodig is om te overleven, en waarin we ondanks de omstandigheden onze lezers willen blijven bedienen. Aan de inhoud zal het niet liggen. Ook als de sector grotendeels is stilgevallen, blijft er genoeg om over te schrijven. Bijvoorbeeld over Daan Doesborghs vertaling van de dichtbundel Crow van Ted Hughes. De toevoeging legendarisch is dan niet ver weg. Hughes is een legende, Sylvia Plath, zijn geliefde, is een legende, en Crow is een legende, al is het maar omdat we het werk kennen, maar niet hebben gelezen – wegens nog niet vertaald. Is dat een bezwaar? Of kun je poëzie alleen in de oorspronkelijke taal lezen? Bij Swahili wordt het lastig. Maar ook als het in het Engels is, blijft het prettig om een goede vertaling bij de hand te hebben, liefst op de pagina ernaast. You win some, you lose some, het geldt ook bij poëzievertalingen. Het is zaak om die twee in balans te houden, zegt Doesborgh over dat proces. Omdat we de markante kop van Ted Hughes zo goed getroffen vonden in de tekening van Aldert Bergstra, prijkt deze op de cover. Andere blikvangers in dit nummer zijn #geendagzonderkunst, een project van Kristof Reulens die tijdens de eerste lockdown honderd dagen achter elkaar een verhaal op Facebook postte over de schilders van de Genkse School en hun navolgers. De stukken zijn nu gebundeld in het boek Station d’artistes Genk. Nog één keer zetten we de schijnwerpers op Josephus Thimister, de Maastrichtse ontwerper die de Parijse modebazen even vaak de ogen uitstak als hij hen de rug toekeerde. Mijn persoonlijke favoriet is het bijna onwaarschijnlijke levensverhaal van het wolvenkind Genie, uit het laatste, onvoltooid gebleven boek van de vorig jaar overleden taalkundige Liesbeth Koenen. Wido Smeets, hoofdredacteur w.smeets@zuiderlucht.eu
Kerkberg St. Odiliënberg
!"#$"%"&'($)"&(*"( !$++",-+."+/$00"/.1"( !"#$"%%&'%$(&)$!&*+&$ ,&*)&%-$./"0"12&0"*$ ,")&1+$")$3&*&4$(&)$ ,+)%/"*5") 6+#5"("*+7$,808%9$ !&&%#*+:4#$ ;"*2*+75/&&*$+)$ 4"#$<=%"=<$8>$(+&$ 2345678947::3;<:=3:9:>