September 2019
S
olutions magazine
PM Group zet met Large Machining van precisie structuurdelen de volgende stap
FutureTec: onderwijs en bedrijfsleven innoveren techniek onderwijs
EMO 2019 toont eerste aanzetten voor de autonome fabriek
Opmars online inkoopplatformen: een vloek of een zegen voor de verspaning?
MACHINE GREATNESS
Draaien en frezen in één machine Multifunctionele draai-freescentra combineren op ideale wijze de sterke punten van moderne bewerkingscentra met de mogelijkheden van krachtige draaicentra. Met de Puma SMX en MX serie maakt Doosan het mogelijk om zeer complexe geometrieën in slechts één werkruimte te realiseren. Technische mogelijkheden met veel voordelen op dit gebied zijn onder andere: • Draaien en frezen in één machine • Simultaan 5-assig frezen • Groot gereedschap magazijn tot 80 gereedschappen • Optioneel onderturret
PUMA SMX en MX serie
Multitasking draai-freesmachine Doosan
MX1600 (S/T)
MX2100
MX2600
SMX2600 (S/T)
SMX3100 (S/L/T)
SMX5100L
Klauwplaat
150 mm
200 mm
255 mm
255 mm
315 mm
380 mm
Draailengte
700/900 mm
1020/1520 mm
1540 mm
1540 mm
1540/2540 mm
3050 mm
Toerental
6000 rpm
5000 rpm
4000 rpm
4000 rpm
3000 rpm
2400 rpm
Freesspil
12000 rpm
12000 rpm
12000 rpm
12000 rpm
12000 rpm
10000 rpm
B-as
240º
240º
240º
240º
240º
240º
4
COLOFON Solutions magazine 2019 Solutions magazine is een uitgave van Made-in-Europe. nu en 54U Media, uitgever in de metaal. Dit magazine geeft een overzicht van nieuwe technologie en de actuele trends en ontwikkelingen op het gebied van verspanen. Het verschijnt naast de website en de digimagazines. De gedrukte oplage van dit magazine bedraagt 5.000 exemplaren en het wordt gratis verspreid in de verspanende industrie in Nederland en België.
Redactie Franc Coenen (hoofdredacteur) Schuttersdreef 72 6181 DS Elsloo Tel: +31 46 4333123 Email: info@made-in-europe.nu
Uitgeverij 54U Media Prinsenweide 26 7317 BB Apeldoorn T: +31 (0) 55 360 10 60 F: +31 (0) 55 360 08 60 E info@54umedia.nl I: www.54umedia.nl
Advertentie-exploitatie Vincent Span T: +31 (0)55 360 62 27 M: +31 (0)6 511 93 408 E: v.span@54umedia.nl Harold Draaijer T: +31 (0)55 360 64 20 M: +31 (0)6 51 19 31 32 E: h.draaijer@54umedia.nl Alle advertentiecontracten worden afgesloten conform de Regelen voor het Advertentiewezen, gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland (exemplaar op aanvraag kosteloos verkrijgbaar).
Vormgeving en opmaak Rijnier van Kesteren
Drukkerij Senevelder Misset Doetinchem
Copyright Niets van deze uitgave mag worden overgenomen, tenzij met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de uitgever.
Investeren vanuit een langetermijnvisie Bederft de economische onzekerheid het EMO-feestje in Hannover? Als je de laatste cijfers over de orderintake van de machinebouwers ziet, zou je dat misschien denken. Ongetwijfeld zal het sentiment het enthousiasme om nu te investeren, temperen. Maar eigenlijk is dat onterecht. Investeren zou je moeten doen vanuit een langetermijnvisie; omdat je kansen ziet en die wilt benutten. En nieuwe kansen doen zich altijd voor. De realiteit is echter dat de Benelux ook heel wat project gedreven verspanende bedrijven telt. Daar hangen investeringen veel meer samen met het al dan niet doorgaan van nieuwe projecten. Op zich is daar niks mis mee. Met automatisering kunnen ze de investering wel terugverdienen. Maar als je ziet hoe snel de digitalisering in de verspanende industrie doordringt, kun je je wel afvragen hoe de sector gaat veranderen. De software wordt steeds intelligenter. Lees het artikel over de autonome CNC-machine waarvan op de EMO de eerste bouwstenen worden getoond. De digitalisering grijpt ook in in de bedrijfsprocessen. Het aantal online platformen waar inkopers hun supply chain uitbouwen, groeit. In deze editie van Solutions Magazine schetsen drie van deze platformen hoe zij het inkopen en toeleveren van CNC-maakdelen disruptief willen veranderen. De algoritmen berekenen razendsnel aan de hand van een CAD-model de kostprijs. Het gaat deze platformen erom inefficiency uit de ketens te halen. Momenteel kost het - aldus een van hen - in de machinebouw gemiddeld € 12.000 om een order binnen te halen. Dat kan efficiënter, vinden zij. Met hun platformen dwingen ze maakbedrijven hun efficiency in het gehele bedrijf te verbeteren. Dat is de realiteit. Bedrijven zullen al hun processen op orde moeten hebben. Dat schept kansen, zowel voor grote als kleine maakbedrijven. Zolang ze zich maar bewust zijn dat succes niet afhangt van één kunstje beheersen. En dan is het vanzelfsprekend om investeringen te benaderen vanuit een langetermijnvisie en deze niet te laten afhangen van sentiment. Veel leesplezier
Franc Coenen
PM Group investeert in een nieuwe activiteit, Large Machining. Het zeer nauwkeurig bewerken van grote structuurdelen. Hiermee wil de groep zowel in de lucht- en ruimtevaart als optische- en semiconductor industrie op termijn verder gaan groeien.
www.made-in-europe.nu
Zie pagina 48
september 2019
Wordt EMO 2019 het startpunt van de doorbraak van AI in de maakindustrie?
Auto-pilot in de fabriek
Gepersonaliseerde implantaten frezen: first time right, dankzij sensortechnologie en kunstmatige intelligentie.
Niemand kijkt meer op van een YouTube filmpje van een zelfrijdende Tesla. Maar auto-pilot op een CNC-machine? Het bewerkingscentrum dat zelf een order zoekt, instelt en dan verspaant? Bij het IFW van de universiteit in Hannover gelooft men er wel in: autonome machines, als voorloper van autonome fabrieken. Op de EMO kun je al de eerste aanzetten voor zo’n autonome machine zien. Hoe lang het nog duurt? “Wij willen de eerste zijn die zo’n autonome machine bouwt”, zegt Mark Dittrich, een van de onderzoekers. Iedere frezer weet dat een frees kan doorbuigen. Dat heeft een nadelig effect op de nauwkeurigheid van de bewerking. Een lagere voeding kan dit probleem voorkomen, maar dat gaat ten koste van de productiviteit. Bij het IFW van de Leibniz Universität in Hannover denkt men een betere oplossing te hebben. “We meten met een sensor de proceskrachten en via numerieke modellen kunnen we aan de hand hiervan de doorbuiging van de frees berekenen. Dat doen we honderden keren per seconde. Op basis van de uitkomst
september 2019
corrigeren we de aspositie in plaats van de voeding. Het effect is hetzelfde, maar de oorspronkelijke bewerkingstijd blijft overeind”, zo geeft Mark Dittrich een voorbeeld van een van de pistes die in Hannover onderzocht worden.
De voelende machine Het gaat hier om een deeloplossing die nodig is voor de autonome machine, de stip aan de horizon voor het team van professor Berend
5
6
wil brengen. Zo’n voelende machine gebruikt een reeks eenvoudige sensoren om te kunnen registreren wat er gebeurt. Bijvoorbeeld krachten op de spindelslede. Of krachtsensoren die met een laser in het oppervlak van bepaalde componenten worden aangebracht. De nauwkeurigheid is net zo goed als van huidige dure systemen, de kosten liggen veel lager. IFW-onderzoeker Karl Dittrich verwacht dat onderdelen van de autonome CNCmachine binnen afzienbare tijd realiteit zullen worden.
Slijpmachine herkent slijtage
Een voorbeeld hoe een machine kan voelen, laat het IFW op de EMO zien in een slijpmachine van EWAG. Hierbij wordt gebruik gemaakt van Kunstmatige Intelligentie om te bepalen of het tijd wordt Denkena. Al enkele jaren werkt zijn groep aan de voelende machine, de slijpschijf te dressen. In 16 seconden tijd meet een laser de een eerste stap om tot de autonome CNC-machine en daarna zelfs de topografie van het oppervlak van de slijpschijf. Deze laserunit zit in autonoom werkende fabriek te komen. Wie denkt dat zo’n auto-pilot het gereedschapmagazijn. De meting gebeurt dus automatisch. Het ver weg is, heeft gelijk en ongelijk. Een volledig autonoom werkende beeld wordt vergeleken met de uitgangssituatie en de algoritmes die CNC-machine komt er misschien pas over vijftien tot twintig jaar, speciaal hiervoor zijn ontwikkeld, beslissen of de schijf gedressed zegt Dittrich. “Technologische ontwikkelingen gaan echter snel. Kijk moet worden of niet. De afwijking ten opzichte van het resultaat van maar naar de auto-industrie.” Vijf jaar geleden zeiden autofabrikanten een ervaren slijper die met zijn duim voelt, is minder dan drie procent. nog dat een zelfrijdende auto te complex zou zijn. Nu zijn er al Moet men de schijf gaan dressen, dan geeft de software exact aan sensoren beschikbaar die het wel mogelijk gaan maken. “Afhankelijk hoeveel micrometer van het oppervlak verwijderd moet worden. Dat van hoe branches meewerken, gaan we deelontwikkelingen sneller kan doordat men de metingen combineert met een slijtagemodel. zien”, meent de onderzoeker. Sterker nog, professor Denkena zegt dat Standaard neemt de slijpindustrie momenteel 200 micron materiaal DMG Mori, waarmee het IFW samen een NTX draaicentrum voelend weg bij het dressen. Als dit exact gebeurt met hoeveel micrometer weg heeft gemaakt, deze techniek binnen twee tot drie jaar op de markt moet, neemt de levensduur van de schijf uiteindelijk toe.
Professor Berend Denkena: kennisoverdracht moet sneller Voor professor Berend Denkena is kennisoverdracht wezenlijk om de transitie die de maakindustrie gaat doormaken, te laten slagen. Hij vindt de machinebouwindustrie te conservatief. “Het mag geen tien jaar duren voordat de kennis die wij nu hebben ontwikkeld bij de bedrijven terecht komt”, zegt hij. De infrastructuur in Duitsland om kennis uit te wisselen tussen universiteiten en industrie is er. Denkena heeft zelf na zijn promotie tien jaar in de industrie gewerkt om daarna terug te keren naar de universiteit.
Leven lang leren Net zo belangrijk vindt hij de bereidheid van bedrijven om medewerkers levenslang te scholen. Politiek, werkgevers en werknemers moeten deze verandering samen vormgeven. “Ook vakbonden moeten dit thema oppakken en er open over praten.” Het IFW participeert in het competentiecentrum Industrie 4.0 in Nedersaksen. Professor Denkena merkt daar dat oudere werknemers vaak angst hebben dat de digitalisering hun werk overneemt. Daarom zijn niet alleen technici betrokken bij het competentiecentrum, maar ook sociale wetenschappers. “We moeten open praten over die angsten en daar rekening mee houden.
Professor Berend Denkena: de industrie moet de nieuwe kennis sneller omzetten in praktische toepassingen.
Niet alleen scholen en demonstreren, maar laat medewerkers zelf beoordelen over wat er op hen afkomt.”
september 2019
7
De slijpmachine herkent de mate van slijtage. Met behulp van speciale algoritmen wordt exact berekend hoeveel micrometer van de slijpschijf afgehaald moet worden.
Single item production Bij deze toepassing speelt de digitale tweeling (digital twin) een rol. Dat is bij nog meer toepassingen die men in Hannover ontwikkelt het geval. Bijvoorbeeld bij het frezen van patiënt specifieke heupimplantaten. Zoiets is te duur, hoor je vaak. Immers elk implantaat moet apart geprogrammeerd worden. En omdat elk implantaat uniek is, moet de bewerking direct goed zijn. Telkens eerst een teststuk frezen wordt te duur. Het IFW denkt dat dit kan doordat de machine leert van de data van de vorige bewerkingen. Kleine sensoren meten de kracht op het gereedschap. Deze data worden teruggevoerd naar de planningssoftware voor een simulatie van het volgend product. Omdat te hoge krachten leiden tot afwijkingen in de geometrie, moet er in het proces gecompenseerd worden. De software doet dit automatisch. Dankzij de combinatie van de voelende machine en de digital twin, kan straks elke patiënt zijn op maat gemaakte heupgewricht krijgen. Single item production wordt economisch haalbaar. Nu nog zijn de kosten te hoog, maar als het proces vanaf het eerste werkstuk perfect is, wordt het wel economisch haalbaar. “Doordat we CAM-data simuleren en echte productiegegevens gebruiken, kunnen we met behulp van machine learning fouten voorspellen”, legt Mark Dittrich uit. Dat kan ook bij een geheel ander product zijn, bijvoorbeeld het frezen van een pocket. Testen die het IFW heeft gedaan, laten zien dat met zo’n adaptieve procesplanning de maximale fout halveert (van 60 µu naar 30 µu) en in veel gevallen zelfs helemaal vermeden werd. “Processen kunnen van elkaar leren, machines kunnen van elkaar leren.” Nog
september 2019
zo’n voorbeeld is dat men de MRR (material removal rate) berekent en dit koppelt aan de stroomopname van de spindel. Kunstmatige Intelligentie vergelijkt dit met de meting en voorspelt dan of er iets mis is in het proces. Dat blijkt goed te werken, bijvoorbeeld een defect in het werkstuk waardoor de frees geen materiaal wegneemt.
De autonome fabriek Dit zijn stappen die de CNC-machines in de toekomst autonomer zullen laten werken. In het toekomstvisioen van het team van professor Berend Denkena zoekt een werkstuk straks zelfstandig de weg door de fabriek, langs de noodzakelijke bewerkingscentra, die zich aanpassen aan het werkstuk. Dittrich: “Het werkstuk kiest de ideale route op basis van kosten, beschikbaarheid van machines en de levertijd.” Daarmee geeft hij impliciet aan welke grote verandering dit teweeg gaat brengen. Nog meer dan nu staat het werkstuk centraal, niet de machine. “Het werkstuk beschikt over de informatie welke bewerkingen nodig zijn, kan met machines communiceren, zelfstandig bewerkingen starten. Als een machine niet beschikbaar is, zoekt het werkstuk zelf een andere weg. Daarom moeten machines adaptief zijn.” Net zoals de zelfrijdende auto. De EMO 2019 vindt van 16 - 21 september plaats in Hannover. Het IFW staat in de Industrie 4.0 Area in hal 9, stand F32.
8
Sinds eind 2018 draait bij Norbert Kempf in St. Ingbert het tweede FMS-systeem van Fastems. De onderneming heeft de omzet de laatste jaren met gemiddeld 30% per jaar zien groeien, zonder toename van het aantal medewerkers.
Agile productie begint met transparantie en elimineren van elke foutkans
Enkelstuks tegen kostprijs van serieproductie Transparantie: dat is het sleutelwoord in de moderne productie. Elke minuut van de dag weten waar orders zich in het proces bevinden. Voeg hier flexibele automatisering aan toe en er ontstaat een agile productiesysteem, waarmee realtime kan worden ingespeeld op veranderingen. Bovenal is het een productiesysteem waarin seriegrootte niet meer bepalend is voor de kostprijs per stuk. Enkelstuks tegen de kostprijs van serieproductie. Zo’n anderhalve eeuw geleden kenden we eigenlijk alleen maar gepersonaliseerde producten. Ambachtslieden maakten alles op maat voor de klant. Pas toen Henry Ford het concept van de assemblagelijn bedacht, kwam standaardisering in zwang. Massaproductie ontstond: weinig varianten, lage kosten. Wie tegenwoordig aan de slag gaat met een configurator van een van de autofabrikanten, is zo een uur verder voordat de auto is samengesteld zoals je dat zelf wilt. “De automobielindustrie heeft grote problemen om deze met dezelfde
efficiency te produceren. Nu deze trend van personalisatie zich verscherpt, wordt dit ook de uitdaging voor de maakbedrijven”, zegt Michael Lickefett van het Fraunhofer IPA in Stuttgart. Het beeld dat hij schetst voor de auto-industrie, geldt min of meer voor alle sectoren. Bedrijven opereren tegenwoordig op wereldwijde schaal maar passen hun producten aan de lokale vraag aan. Soms zelfs aan de eisen van de individuele klant. “Dat moet wel gemaakt worden tegen de kosten van massaproductie.”
september 2019
9
Fastems en Norbert Kempf tonen wat al kan met automatisch gestuurde productiesystemen
18.000 producten plannen Dat dit kan, bewijst het Duitse familiebedrijf Norbert Kempf. Vanuit het Fastems FMS-systeem worden de stukken beladen, tooling automatisch op de machines bijgewerkt, operators halen de bewerkte stukken van de spantorens en spannen ruw materiaal op, precies volgens de instructie vanuit de Manufacturing Management Software van Fastems. Dit planningssysteem stuurt bij de Duitse toeleverancier de productie op 24 CNC-machines aan. Norbert Kempf plant automatisch, ondanks dat heel veel enkelstuks en kleine series worden gefreesd en gedraaid. “We hebben een portfolio van 18.000 verschillende werkstukken. Elke dag hebben we zeker één nieuw stuk in de productie, waaronder ook complexe onderdelen met soms wel 1.000 punten waarop ze gecontroleerd moeten worden”, zegt Stefan Kempf, directeur-eigenaar, om te illustreren dat je ook complexe onderdelen vergaand geautomatiseerd kun verspanen. Het resultaat onder aan de streep: kostprijzen die niet afhankelijk zijn van de seriegrootte.
IT en productie koppelen De richting die de maakindustrie op moet, is die van reconfigureerbare productiesystemen, zegt Michael Lickefett. Snel omstellen, machines in een andere samenstelling aan elkaar koppelen als dat nodig is, IT-systemen uit de bedrijfsvoering verbinden met de productiesystemen, inclusief CADCAMsystemen. Want dan kun je data verzamelen en gaan analyseren om flessenhalzen en vaker voorkomende problemen te vinden. Fraunhofer ontwikkelt hiervoor een systematiek die werkt op basis van SPS-data, rechtstreeks uit de machines. Machine learning haalt uit de databrij de juiste zaken boven. Op basis daarvan kunnen mensen beslissingen nemen. Heikki Hallila, sinds een jaar directeur Fastems Systems, de Duitse dochter, zegt dat het om méér gaat dan een technische oplossing. “Het gaat om een paradigma shift in de maakindustrie.” Agility, al voor het tweede jaar hét thema van het Fastems Open House, geldt eigenlijk voor alles: de investering, de ingebruikname, opschalen en terugschalen als de productie dat vraagt. “Als we veranderingen zien, moeten we snel kunnen aanpassen. Niemand investeert voor een of twee jaar, maar voor de lange termijn. Daarom moet ook zo’n investering agile zijn.” Met de nieuwste versie van de Manufacturing Management Software zet Fastems stappen in deze richting. Het Zweedse automatiseringsbedrijf laat de koppeling tussen de palletautomatisering en de planningssoftware los. De nieuwe software is ook beschikbaar voor standalone CNC-machines. Zelfs als men de machines niet willen koppelen aan de MMS-software, kunnen bedrijven met de Workcell module de eerste stap naar een papierloze fabriek zetten. “We maken het de operator gemakkelijk”, legt Heikki Hallila uit. “Vanuit het ERP-systeem halen we de
september 2019
Fastems Systems directeur Heikki Hallila: waar het om gaat is kostprijs per product, ook bij enkelstuks productie.
informatie wat er in de fabriek geproduceerd moet worden, welke middelen daarvoor nodig zijn en waar die beschikbaar zijn. Stap voor stap begeleiden we de operator en rapporteren terug met KPI’s.” De module palletautomatisering blijft eveneens beschikbaar; de derde module, Part Automation, kan gebruikt worden voor stand alone robotcellen. De essentie is dat de software op basis van de planningen en de beschikbare middelen, zoals CNC-machines, gereedschappen, materialen en capaciteit, automatisch de planning simuleert en de meest optimale planning kiest. Hoe meer geautomatiseerd, hoe beter het eindresultaat. Precies de intelligente assistentiesystemen die Michael Lickefett van Fraunhofer IPA nodig vindt. “Wij verwachten dat de mens een centrale rol blijft spelen, maar we hebben wel automatisering en IT, assistentiesystemen, nodig om de zwakke plakken te herkennen.”
24 CNC-machines, twee FMS-systemen Norbert Kempf heeft afgelopen jaar het tweede FMS-systeem van Fastems in gebruik genomen. Daarmee komt de visie waarmee Stefan Kempf eind jaren negentig aan de automatisering begon, weer een stuk dichter bij de realiteit. Toen hij in 1990 in het bedrijf van zijn vader ging werken, stonden er 10 CNC-machines. “Met een lage bezettingsgraad.” De eerste stap die hij heeft gezet, is werken aan wat hij noemt een ‘monocultuur’: geen vier verschillende besturingssystemen maar één; liefst zoveel mogelijk identieke machines. Nu staan er 3 CNC draaibanken en 21 horizontale bewerkingscentra, van één leverancier, met dezelfde besturing. “Vier verschillende besturingsfabrikanten zijn een belemmering voor automatisering.” Gereedschappen categoriseren is een andere noodzakelijke stap. Bij Norbert Kempf weet men bijvoorbeeld precies alle gegevens van een bepaald type boor bij een bepaalde bewerking in een specifiek materiaal. Alleen met dat soort data kun je onbemand werken en de productie automatisch plannen. Stefan Kempf: “Proceszekerheid staat voorop bij de planning.” Voordat een order wordt gepland, controleert de planningssoftware de beschikbaarheid van alles wat nodig is: van materiaal, tooling
THREAD MILLING CYCLE MILLING CYCLE THREAD MILLING THREAD MILLING CYCLE CYCLE THREAD MILLING CYCLE THREAD
DC Swiss is toonaangevend in het ontwikkelen van hoogwaardig gereedschap. De sublieme prestaties van het gereedschap zijn het gevolg PICTOGRAPHS PICTOGRAPHS PICTOGRAPHS van: optimalisatie van de snij- geomPICTOGRAPHS PICTOGRAPHS PICTOGRAPHS etrie, de uiterst hoge kwaliteit en de kundige oppervlakte behandeling van het materiaal.
Wear-protective VS Wear-protective coating Wear-protective coating coating Wear-protective VS VS Wear-protective Wear-protective coatingcoating coating VS VS VScoatingWear-protective
Thread length xx D Thread length xx D Thread length x D12.5 Thread x D1 2.5 x D1 Thread length Thread2.5 Thread length 2.5 length D2.5 2.5 D1 2.5 1 length
2.5 x D 2.5 x D1 2.5 2.5 x xD D11 2.5 x D11
1
1
1
3xD 3 x D11
1
3x xD D11 3
3 x D1
1
1
Wear-protective coating coating coating Wear-protective Wear-protective coating coating coating X VVWear-protective V X VWear-protective X coating XX VWear-protective X VWear-protective
VHM VHM VHM VHM VHM Solid carbide carbide Solid Solid VHM carbide Solid carbide Solid carbide carbide Solid Solid carbide C AR C AR CC AR AR C AR C AR
Thread length 4 length D1 4 length Thread length xx D Thread length x D1 4 Thread4Thread length 4 length Thread D1 4 xxThread D x D1 4 x D1 4xD 4 x D11
4 4x xD D11
4 x D1
4
2.5 x D1
Thread length 3 length D1 3 length Thread length xx D Thread length x D1 3 Thread3Thread length 3 length Thread D1 3 xxThread D x D1 3 x D1
3 3x xD D11
3 x D1
Zo werkt onze kracht in uw voordeel.
2.5 2.5 x xD D11
4 4
4 4
1
4x xD D11 4
4
4 x D1
1
1
h5/h6 Tolerance class Tolerance h5/h6 h5/h6 h5/h6 Tolerance class h5/h6 h5/h6 h5/h6 Tolerance class Tolerance Tolerance class Tolerance class class class
High cutting speed cutting HSC High speed High HSC speed HSC HSC Highcutting speed cutting HSC Highcutting speed High cutting speed Highcutting speed HSC HSC
4
Draadfrezen GWi 3000 serie • • •
coolant GWi InternalInternal coolantInternal GWi coolant Internal coolant Internal GWi coola Internal Internal coolant coolant GWi GWi GWi
thread InternalInternal threadInternal Internal thread Internal thread Internal Internal thread thread thread
van diameter M0,3 t/m M20 vanaf M0,8 verkrijgbaar in 4xD met inwendige koeling
Resultaat: Optimale spaanafvoer en lange standtijd.
www.magistor.nl
GW ll profiGW GW ll profi GW profi l profi GW profi GW profiGW l profil
3
°
°
°
° ° ° In Stock Stock In In Stock In Stock StockIn In Stock In Stock
°
° Delivery in 3 Delivery in 3 3° weeks weeks Delivery in 3 weeks Delivery in 3 weeks 3 33 °weeks Delivery in 3 33Delivery 3in Delivery in weeks °°
° °
°
°
11
Elk onderdeel kan op elke machine worden gemaakt; de 5.000 vooringestelde gereedschappen in het centrale magazijn zijn voor elke machine beschikbaar. Een robot zorgt voor het transport van de gereedschappen tussen de twee FMS-systemen die in twee verschillende hallen staan.
tot en met opspanmiddelen, NC-programma et cetera. Daarvoor is de kennis over de gereedschappen van zo’n groot belang. “Als iets onzeker is, hoef je het niet meer te plannen want dan gaat het toch fout. En elke fout betekent vertraging.” Norbert Kempf gaat zelfs zover dat voor elk gereedschap een apart meetprogramma is gemaakt, dat niet alleen de lengte en radius controleert, maar ook of het gereedschap goed in de houder is gespannen. Sinds enkele maanden is men met een pilot bezig om ook de werkstukopspanning te controleren. De operators gebruiken accuschroevendraaiers die vanuit het ERP-systeem via Wifi aangestuurd worden. Het koppel waarmee een bout wordt aangedraaid, wordt automatisch geprogrammeerd. De software controleert of alle bouten die op de tekening staan, zijn aangedraaid, anders komt er geen groen licht en kan de operator niet verder. Stefan Kempf: “Als we constateren dat
Stefan Kempf (rechts) samen met zijn productiemanager Steven Wolter.
september 2019
Dankzij automatisering groeit toeleverancier jaarlijks 30%
iets niet goed is, gaat de pallet niet het FMS-systeem in. Want een foute opspanning kan enorme gevolgen hebben.”
First time right en flexibel Zo’n aanpak is, zegt Heikki Hallila, de enige manier om de uitdagingen van de huidige markt aan te kunnen: kortere levenscycli van producten, kortere levertijden, de vraag naar traceability. Waar het ook om gaat, is de kostprijs per stuk. “First time right en flexibele batch productie moeten wel op een economisch rendabele manier gebeuren”, aldus Hallila. Stefan Kempf voegt nog een extra argument toe waarom deze vorm van automatisering noodzakelijk is. De toeleverancier van precisie componenten groeit al enkele jaren met gemiddeld 30% per jaar. “Zonder automatisering zou dit niet kunnen. Zoveel vakmensen zijn hier in de regio niet.” De automatisering geeft zijn beste medewerkers tijd om zich te concentreren op nieuwe projecten en het optimaliseren van de processen. De CNC-machines sturen automatisch een signaal naar de troubleshooters in de fabriek. Die zoeken de oorzaak van het probleem. Stefan Kempf wil ook deze stap automatiseren. De troubleshooters gaan vanuit een database met bekende problemen systematisch de oorzaak zoeken en zoveel mogelijk met gestandaardiseerde oplossingen de problemen oplossen. Dat registreren ze in het CAQ-systeem. Want dan kan hij de data analyseren en zien wat de meest voorkomende oorzaken zijn.
12
Barron Engineering verspaant op Doosan Puma MX en SMX wielnaven in één bewerking
Multitasking als aanjager van productiviteit
Erwin Severijns, CEO van Barron Engineering, beoordeelt de kwaliteit van een van de wielnaven.
Doosan legt op de EMO de nadruk op multitasking én automatisering. De Koreaanse machinebouwer ziet in Europa vooral kansen voor de multitaskingmachines. Want daarmee kunnen maakbedrijven hun productiecapaciteit fors vergroten, zoals het Nederlandse Barron Engineering laat zien. De fabrikant van onderdelen voor de motorsport vond in multitasking de oplossing om aan de groeiende vraag te voldoen met behoud van kwaliteit. Barron Engineering in Harderwijk is voor Doosan een van de voorbeeldbedrijven die de meerwaarde van multitaskingmachines goed weten te benutten. Het bedrijf is al jarenlang actief in de markt voor hoogwaardige onderdelen voor de motorsportindustrie. Zo maakt het onder andere wielnaven voor Haan Wheel, een fabrikant van aangepaste wielen voor ’s werelds beste motorcoureurs. Tegenwoordig maakt Barron Engineering deze wielnaven in verschillende uitvoeringen op een 9-assige Puma MX2100ST
multitaskingmachine van Doosan én een Puma SMX2600S. Beide machines zijn voorzien van robotisering, zodat de productie 24/7 kan doorlopen. “Vanwege de verschillende maten produceren we de voorwielnaven op de Puma MX en de achterwielnaven op de SMX-machine”, zegt Erwin Severijns, CEO. “De Doosan multitaskingmachines zijn echter veelzijdig. Als het moet, kunnen we zowel de voor- als achterwielnaven op beide machines produceren.”
Van vijf keer omstellen naar één Het grote voordeel van de multitaskingmachines vindt hij dat er veel minder insteltijden zijn. Dat voorkomt dat medewerkers nog snel even de machine opnieuw moeten instellen. Erwin Severijns: “Met de vroegere manier van werken moesten we tot vijf keer de machine omstellen. Nu kunnen we de verschillende bewerkingsstappen in één bewerking doen.” Doorlooptijden zijn hierdoor korter, maar ook de kwaliteit verbetert hierdoor. Dankzij de stap naar multitasking heeft Barron Engineering de productie kunnen verhogen naar 90 naven per dag. Tegelijkertijd heeft Barron Engineering zowel de
september 2019
13
Door over te stappen op multitasking heeft Barron Engineering de productiviteit fors weten te verhogen. Doorlooptijden zijn korter doordat er minder omgesteld hoeft te worden.
kwaliteit als de productiviteit naar een hoger niveau kunnen tillen. Erwin Severijns wijst er verder nog op dat het all-in-one concept van de Doosan machines bijdraagt aan een schonere werkomgeving. Vroeger was de spanenafvoer soms problematisch als er ’s nachts aluminium werd gefreesd. “Met de introductie van de Doosan
Puma SMX is dat probleem opgelost”, zegt hij. “Dankzij de stabiele verticale structuur van de machine vallen de spanen perfect op de spanentransporteur en worden ze volledig verwijderd. De volledige afvoer van alle spanen betekent voor ons een enorme winst.”
Multitasking op de EMO Nieuw in de Doosan SMX serie multitasking draaicentra met B-as freesspil, is de uitbreiding met een extra 12-stations onderrevolver. Dankzij de linker- en rechterspil en de extra onderrevolver in combinatie met de freeskop, verkort het nieuwe model PUMA SMX3100ST de cyclustijd tot 75% bij de productie van kleinere series van de meest uiteenlopende producten. Door het gebruik van een orthogonale structuur heeft de PUMA SMX3100ST een werkbereik van 695 mm in de X-as en 300 mm in de Y-as. Doosan toont daarnaast op de EMO 2019 een complete lijn 5-assige bewerkingscentra: de DVF 5000, DVF 6500 en DVF 8000. De DVF 6500 en 8000 hebben enkele extra’s, zoals de mogelijkheid om onderdelen te draaien. Ook kan het gereedschapmagazijn vergroot worden naar 120 stuks.
Doosan wil meer eigen automatisering De komende jaren wil Doosan meer eigen automatiseringsoplossingen in de markt gaan zetten. Daarbij wordt voorrang gegeven aan de ontwikkeling van oplossingen waarmee ook kleinere bedrijven hun capaciteit kunnen vergroten door te automatiseren. De co-bots die Doosan vorig jaar heeft
september 2019
Ook de DVF 8000 is door de extra draaifunctionaliteit geschikt voor compleetbewerken.
geïntroduceerd, zijn hier een voorbeeld van. De iDOO Control is een eigen NC-platform, waarmee Doosan de stap zet naar Industrie 4.0 oplossingen zoals het monitoren van de productie op de verschillende machines. Ook dit moet bijdragen aan een hogere productiviteit in combinatie met lagere kosten. dormaccncsolutions.nl
14
Complexiteit is niet de enige reden waarom bij Machinefabriek JMBA met Esprit wordt geprogrammeerd
Kortere cyclustijden dankzij frees CAM-programmeren is al vanaf het begin de norm bij Machinefabriek JMBA in Someren. Niet alleen omdat de werkstukken steeds complexer worden; ook omdat de toeleverancier daarmee de productiviteit verhoogt. “Sinds onze overstap op Esprit voor het programmeren van de CNC-draaibanken, hebben we de cyclustijd gemiddeld met 15% verkort”, zegt Dani Lemmen, CNC draaier/ CADCAM programmeur. Jan Meeuws, metaalondernemer in hart en nieren, kan het niet laten. Na de verkoop van zijn vorige machinefabriek en gereedschapmakerij bouwt hij alweer sinds zeven jaren Machinefabriek JMBA verder uit. Met één medewerker en één Doosan Puma draaibank is hij gestart met frezen en draaien in een gehuurd pand in Someren. Deze zomer is JMBA naar de nieuwbouw verhuisd, van waaruit hij dit jaar nog wil verder groeien naar zo’n 50 medewerkers. JMBA is inmiddels het derde bedrijf van Jan Meeuws. “Ik ben door de wol geverfd; weet hoe het wel en hoe het niet moet”, zegt hij.
Méér rendement uit de machines Wat in zijn ogen moet, is de CNC-machines programmeren met CAMsoftware. Je haalt meer uit de machines, weet hij uit ervaring. De toenemende complexiteit van de producten heeft hem aangezet naar een meer geavanceerd CAM-programma te zoeken. Omdat de draaiers met de bestaande oude CAM-software tegen beperkingen aanliepen, is men voor het programmeren van de CNC- combi draai/
frees machines, waaronder een grote CMZ, onlangs overgestapt op Esprit. Daarmee kiest hij bewust voor een ander CAM-pakket dan waarmee hij de freesmachines programmeert. “Volgend jaar komt er een grote multitasking Integrex-achtige draai/frees combinatie met meerdere turrets en overnamespil. Esprit blinkt daarin uit”, legt Jan Meeuws uit. Van CAM-software veranderen is een stap. Niet alleen moeten de programmeurs de nieuwe software leren, oude programma’s moeten worden aangepast als je niet met twee systemen naast elkaar wilt werken. “Het begin was wel moeilijk. Zeker in het begin heb je de neiging om snel nog via de oude software het programma te maken omdat je niet wilt dat de machine stilstaat doordat je nog dingen in Esprit moet uitzoeken”, zegt Dani Lemmen, een van de beide CNC-draaiers die nu de machines met Esprit programmeren. Hij heeft een maandje of twee, drie nodig gehad om de nieuwe software goed te leren kennen. “In Esprit moet je soms meer handelingen doen; aan de andere kant gaan zaken sneller doordat de software bepaalde zaken automatisch doet.” Eigenlijk vindt Dani dat de CAM-software maar op één punt minder
Machinefabriek JMBA investeert miljoenen Machinefabriek JMBA heeft in augustus de intrek genomen in een nieuw bedrijfspand in Someren. Jan Meeuws investeert hier enkele miljoenen euro’s in de uitbreiding van zijn bedrijf én in werkomstandigheden. Om de werkomstandigheden te verbeteren, is het hele pand geklimatiseerd en voorzien van een modern afzuigsysteem voor de vervuilde lucht, naast nevelafzuiging op de machines. Jan Meeuws: “De verse lucht wordt door kanalen op de wanden over de vloer naar binnen geblazen. Dat duwt de vervuilde lucht met stof en damp omhoog die via een warmtewisselaar en HEPA-filters naar buiten wordt geblazen. Hierdoor gaat de vervuilde lucht volledig naar buiten, terwijl de warmte gebruikt wordt om de frisse lucht te verwarmen.” Een dergelijk systeem is effectiever en verbruikt minder energie dan wanneer de frisse lucht via de plafonds in de hal wordt geblazen. Jan Meeuws heeft met 5 x Beter afspraken gemaakt om de luchtkwaliteit regelmatig te controleren.
One stop shop Qua bewerkingstechnologie breidt JMBA uit met een plaatwerkafdeling. Er is geïnvesteerd in een 6 kw fiber lasersnijmachine, een LVD Toolcell voor het geautomatiseerd kanten van plaatwerk en een TimeSaver afbraamcel en een 6x4 meter straalcabine. “Doordat we alle disciplines in huis hebben, worden we voor de machinebouwers een one stop shop bedrijf.” Juist vanwege de machinebouwers in de voedingsmiddelenindustrie investeert JMBA in grotere freescapaciteit. Voor de RVS en staal afdeling staat er een nieuw Matec bewerkingscentrum met een bereik van XYZ 3000x850x1100 mm. En de kunststof afdeling is uitgebreid met een nieuw Eima bewerkingscentrum met een bereik van XYZ 3000x2000x1000mm. JMBA verspaant onder andere foodgrade gecertificeerde kunststoffen die het ook op voorraad houdt. www.jmba.nl
september 2019
15
sstrategieën in CAM-pakket
gebruiksvriendelijk is. Dat is het tekenen. “We werken hier in principe met STEP-files. Dat gaat soepel. Soms is er van een product geen STEP-file, die maken we dan zelf. Dat kost nu wat extra tijd als je een contour moet tekenen.”
Esprit leest nominale toleranties in Daar staat een heleboel tijdwinst op andere punten tegenover, voegt Dani er meteen aan toe. Zeker als de STEP-file de nominale toleranties bevat, leest Esprit die direct in. Dan hoeft hij enkel nog de features aan te klikken en de bijbehorende freesparameters in te geven. Plaatst de ontwerper geen nominale toleranties in het CAD-model, dan moet hij deze nog handmatig ingeven. Hij schat ongeveer een kwart tot de helft minder tijd kwijt te zijn aan programmeerwerk, dankzij zaken als featureherkenning in Esprit. Wat eveneens tijd bespaart, is dat Esprit bij het gebruik van een overnamespil zelf uitrekent hoever het stuk moet uitkomen. “Dat zijn zaken waarmee je de kans op menselijke fout kleiner maakt.” Waar de CNC-draaiers vooral tijdwinst mee boeken, zijn de verschillende bewerkingsstrategieën in Esprit. Met name profit milling wordt veel gebruikt voor de CMZ-draaibank met aangedreven gereedschappen. “Profit milling is een manier van frezen die veel tijd bespaart. Je hebt veel minder loze bewegingen”, zegt Dani. Er zijn voorbeelden waar de keuze voor deze strategie meer dan twee minuten afhaalt van een bewerkingstijd van in totaal 8 minuten. “Gemiddeld verkorten we productietijd hiermee met zo’n 15%.” Dani simuleert elk programma eerst in Esprit. Als dat goed gaat, stuurt hij het programma naar de machine. “Bij het eerste werkstuk blijf ik bij de machine. Om te finetunen. De voeding misschien toch iets hoger of lager zetten als ik zie dat de spanen niet kort genoeg zijn.” Aanpassingen doet hij niet aan de machine maar terug in Esprit waarna hij het CAMprogramma opnieuw post. “Zoals het moet”, valt Jan Meeuws bij. Bij een repeatorder is het programma dan de volgende keer meteen goed. Bij JMBA worden alle CNC-machines met CAM-software geprogrammeerd. Dat is een van de dingen die Jan Meeuws in de loop der jaren dat hij zijn andere bedrijven uitbouwde, heeft geleerd. “CAM-pakketten zijn duur. Maar als je er geld mee verdient, zijn ze niet duur. En dan heb ik het niet alleen over de kortere programmeertijd en de cyclustijd, maar ook over de kleinere kans dat een operator een verkeerde waarde ingeeft met een dure fout tot gevolg.”
september 2019
THE WORLD’S #1 P RODUCTION CAM SOFTWARE Edgecam is wereldleider in CAM software. Edgecam biedt oplossingen voor de maakindustrie met een ongeëvenaard gebruiksgemak en geavanceerde gereedschapsbanen. ATS EdgeIT levert Nederlandstalige Edgecam systemen voor frezen, draaien, draaifrees combinaties en draaderoderen. www.edgecam.nl 010-5013277
Transformeer uw productie
Bezoek ons in hal 6, stand D48 Meettastersystemen voor bewerkingsmachines Vergroot uw productierendement samen met de specialisten in procesbesturing en profiteer van de voordelen. • Meer capaciteit met uw bestaande machines • Meer automatisering en minder menselijke tussenkomst • Minder herbewerkingen, concessies en afkeur • Uitgebreidere mogelijkheden dus tijd voor meer werk
Meer informatie vindt u op www.renishaw.nl
Renishaw Benelux BV Nikkelstraat 3, 4823 AE Breda, Nederland T +31 76 543 11 00 E benelux@renishaw.com
www.renishaw.nl
Transform your manufacturing 185 x 130 mm NL Landscape.indd 1
06/08/2019 14:31:10
17
Promicron past AI toe in Spike gereedschapbewaking Promicron gaat een stap verder met digitalisering door kunstmatige intelligentie (AI) toe te passen voor gereedschapbewaking in de machine. Tot nog toe gebeurt procesbewaking in het verspanend proces vooral doordat de systemen reageren als vooraf ingestelde onder- en bovenwaarden worden overschreden. Promicron gaat in de spike AI optimizer een stap verder door machine learning te introduceren. Het verschil met de andere technieken is dat het systeem niet alleen een fout signaleert, maar deze ook specificeert en aangeeft welke vervolgstappen nodig zijn. Een andere toepassing van de kunstmatige intelligentie is dat het systeem veel beter in staat is om afwijkingen in de procesparameters vroegtijdig te herkennen en zo te anticiperen op mogelijke storingen.
Sensoren in gereedschaphouder Dani Lemmen bij de CMZ-draaibank en zijn CAM-werkplek, nog in de oude fabriek.
Eigen programmeerruimten Machinefabriek JMBA heeft de CMZ-draaibank geautomatiseerd met een 50 kg BMO cel voor producthandling. Als het eerste onderdeel goed van de machine komt, gaat Dani met een gerust hart het volgende programmeren terwijl de machine de andere onderdelen draait. Dat CAM-programmeren doen de CNC-operators in de nieuwbouw in een apart kantoor, in de werkplaats. Het is een van de investeringen die Jan Meeuws in de nieuwbouw gedaan heeft om het werk voor de medewerkers zo aangenaam mogelijk te maken. “Het werkt niet als je tussen de herrie van de machines in moet programmeren. In een rustig kantoor gaat dat beter.” Hij verwacht namelijk dat komende jaren het werk voor de CNC-operators zoals Dani meer en meer zal opschuiven richting CAM-programmeren. Ze gaan dan minder het logistieke werk aan de machine doen. “Als ze willen”, voegt hij er direct aan toe. Want een CAM-programmeur moet blijven voelen wat er op de machine gebeurt. En voor Jan Meeuws is het belangrijk dat medewerkers hun werk graag blijven doen. “We leiden hier veel medewerkers zoals Dani op. Sommigen zeggen dat opleiden duur is. Als ze na zo’n opleiding weggaan wel. Daarom moet je zorgen dat ze graag hier blijven werken.”
september 2019
Promicron heeft enkele jaren geleden de Spike gereedschaphouder geïntroduceerd. De hierin geïntegreerde sensoren registreren tijdens de verspaning verschillende krachten op het gereedschap. Hierdoor kan men al tijdens de bewerking controleren en in de machine al uitspraken doen over de kwaliteit. Met de nieuwe Spike Assist app kan de verspaner het proces verder optimaliseren. Spike Assist stuurt automatisch push berichten naar de smartphone van de verspaner als bepaalde belastingswaarden worden overschreden. Op de EMO geeft Promicron op de stand van Ceratizit een demonstratie van het systeem.
Dankzij kunstmatige intelligentie kan Promicron de slijtage van de gereedschappen tijdens de verspaning meten.
18
Waarom de maakindustrie moet overstappen naar papierloos werken
PMI het fundament onder digitalisering De maakindustrie in de Benelux is druk bezig met de implementatie van PMI (Product Manufacturing Information) oftewel MBD (Model Based Definition). ASML heeft deze verandering niet zomaar in gang gezet. En eigenlijk zou elke onderneming in de maakindustrie er al lang mee bezig moeten zijn. Het gaat hier om het fundament onder de digitalisering. Wie daar niet in meegaat, dreigt in de toekomst het onderspit te delven. Sinds het begrip Industrie 4.0 aan het begin van dit decennium op de Hannover Messe werd geïntroduceerd, is het een hype geworden. In het begin gingen vooral marketingafdelingen ermee aan de haal. De digitalisering begint thans stilaan realiteit te worden voor de maakbedrijven. Dat heeft er alles mee te maken dat een aantal technologieën zover zijn, dat ze toepasbaar worden in de industrie. Toepasbaar in de zin van technisch, maar ook betaalbaar. Denk aan de Lidar radartechnologie die Tesla bijvoorbeeld gebruikt voor de Auto-pilot en die je net zo goed kunt inzetten voor autonoom rijdende cobots en robots. Denk aan Virtual en Augmented Reality, die een nieuwe dimensie geven aan ondersteuning van medewerkers of support vanuit een machineleverancier. Ook algoritmes beginnen door te dringen tot maakbedrijven. CADCAM-ontwikkelaars maken daar gebruik van; machinebouwers investeren eveneens in de ontwikkeling van software. Simulatie van bewerkingen, maar ook simulatie hoe machines zich onder bepaalde omstandigheden gaan gedragen. Al deze technologieën gebruiken data. Om deze data te kunnen genereren én te gebruiken, moeten machines, robots, meetsystemen én de IT-infrastructuur van ondernemingen gekoppeld worden zodat er nog één databron beschikbaar is.
ASML ontwikkelt zich tot digitale onderneming ASML ontwikkelt zich momenteel in de richting van een digitale onderneming, zo verduidelijkte Marco Jansen het onlangs tijdens het Business Software Event. De manager standaarden en design infrastructures bij ASML noemt Augmented Reality een interessante ontwikkeling vanuit het perspectief van servicemanagement. Predictive maintenance op basis van realtime gebruiksdata van de
machines is een ander thema waar de chipmachinefabrikant volop aan werkt. ASML werkt ook aan projecten om de wafermachines in de toekomst via software updates overnight naar een hoger prestatieniveau te brengen. Vergelijk het zoals Tesla de auto’s regelmatig van nieuwe features voorziet, enkel door een software update uit te rollen. Deze ontwikkelingen baseren zich op actuele data. Ook bij een bedrijf als ASML zitten deze data momenteel echter vaak nog in afzonderlijke silo’s opgesloten. Deze afbreken en data koppelen en vanuit one source gaan benaderen, daar zal het op aankomen wil de digitale transformatie slagen. Dat geldt binnen de grote ASML organisatie zelf, maar ook in de supply chain. In dat model wordt realtime actuele data gedeeld door relevante stakeholders in de keten. De hiërarchisch gebaseerde PLMsystemen schieten daarin tekort. Marco Jansen: “In 2011 was PLM de
september 2019
19
missing link in productontwikkeling. Nu kijken we tegen de digitale transformatie aan: the right information at the right time in the right context.”
PMI 20% productiviteitswinst “3D PMI is het fundament onder de digitale revolutie in de toeleveringsindustrie”, zo zei Leo Broers, projectmanager PMI bij ASML, het een tijdje terug tijdens een bijeenkomst van het Mikrocentrum Hightech Platform. PMI of MBD zullen uiteindelijk de efficiency verhogen. “One source one truth betekent minder kans op communicatiefouten”, zegt Leo Broers. Hij zegt overtuigd te zijn dat bedrijven die PMI volledig doorvoeren, uiteindelijk zeker 20% productiviteitswinst zullen realiseren. Featured based programmeren met CAM-software is pas het begin, net als het
september 2019
automatisch programmeren van meetmachines, iets dat al verder ontwikkeld is. Meetrapporten kunnen bijvoorbeeld eveneens automatisch gegenereerd worden. Ook aan het begin van een traject krijgt PMI invloed: denk bijvoorbeeld aan het automatisch berekenen van kostprijzen. De internationale online platformen voor de maakindustrie, zoals Xometry en ProtoLabs maar ook een Batchforce in de Benelux zijn daar ver mee. Het Vlaamse YouniQ Machining berekent niet alleen automatisch de kostprijs maar stelt eveneens het NC-programma volledig geautomatiseerd samen en stuurt het naar de machine zodra de order is goedgekeurd. PMI en MBD raken alle afdelingen bij de toeleverbedrijven.
De mens de sta in de weg? En daar zit misschien wel een van de knelpunten in. Mensen
Haimer: DAC neemt uitwisseling gereedschapdata over veranderen hun bestaande werkwijze niet graag, zeker niet als in het begin niet duidelijk is wat ze ervoor terug krijgen. “Realiseer je dat de mens degene is die veranderingen in de weg kan staan”, waarschuwt Marco Jansen. “De mens is allesbepalend.” De digitalisering stopt echter niet. Op het Business Software Event verwees Jansen naar een publicatie in Fortune Magazine, waarin wordt voorspeld dat een op de drie bedrijven uit de Fortune Top 500 verdwijnt doordat ze onvoldoende snel aanhaken op de veranderingen door de digitalisering. “Verander je niet, dan stopt de business. En veranderingen gaan tegenwoordig ontzettend snel.” Daarom moet je in een onderneming draagvlak creëren voor de digitalisering. “Neem er de tijd voor, bepaal waar je naar toe wilt en betrek de mensen erbij. Begin met kleine stappen. Fouten maken is niet erg, daar leer je van. Als alles prima gaat, is het lang niet zo leuk.”
40% meer rendement In de eerste fase van werken met PMI vallen volgens Leo Broers de kosten mee. De gratis J2Go viewer heeft zijn beperkingen, maar je kunt ermee werken. Pas in de tweede fase kost het werken zonder 2D tekening geld. Werkplaatsen moeten dan worden ingericht met digitale schermen, er wordt anders geprogrammeerd, veel meer automatisch. Jan van der Geld van Mahaco Fijnmetaal gaf dit voorjaar in een presentatie bij Teqnow inzicht in dit prijskaartje. Het fijnmechanisch bedrijf met vijf medewerkers werkt volledig papierloos. De investering in twee beeldschermen voor elke werkplek aan de machine en software kost hem 5 mille per werkplek. CAM-licenties met machine nog eens 200 euro per maand en Jan van der Geld heeft veel software intern ontwikkeld. Wat het oplevert: “Meer focus op de dingen die fout gaan, dus uiteindelijk een betere bedrijfsvoering. Als je de cijfers kent, kun je anticiperen. Door het hele proces te digitalisering en lean werken in te voeren, hebben we met dezelfde mensen 40% meer rendement kunnen maken. Digitaliseren is geen vraag maar een gegeven.”
MBD Solutions Event
Haimer gebruikt in de eigen fabriek in Igenhausen al langere tijd het DAC-systeem: Data Analyzer and Controller. Deze zorgt voor de correcte data-uitwisseling van Soll- en Istwaarden en andere gereedschapsdata tussen de Tool Room stations en het bedrijfsnetwerk. Het DAC-systeem wordt na de EMO vrijgegeven voor de verkoop. De DAC zorgt voor een digitale data-uitwisseling tussen de verschillende systemen in het verspanend bedrijf, vanaf het CADCAMstation. Dat genereert een gereedschapsamenstelling en stuurt deze data naar het DAC. Dat geeft een tool-identificatie vrij, die bij het gereedschap blijft gedurende het totale proces. Alle componenten, zoals voorinstelapparaat, balanceerapparaat en eventueel krimpsysteem, communiceren via de centrale controller. Als laatste stap worden de data doorgestuurd naar de besturing van de CNCmachine en wordt de plaats in het magazijn vastgelegd. Als het nodig is, wordt in de besturing het maximale toerental van het gereedschap gereduceerd. Na de bewerking stuurt de machinebesturing een melding naar de DAC over de tijd dat het gereedschap in inzet is geweest, zodat bij een volgende opdracht de resterende standtijd bekend is. Doordat geen data meer handmatig hoeven worden ingegeven, zijn fouten uitgesloten. Haimer heeft het systeem zo opgebouwd dat juist kleinere en middelgrote ondernemingen stap voor stap de processen rond gereedschapvoorinstellingen kunnen automatiseren.
Volledig geautomatiseerd voorinstellen Een andere noviteit die Haimer op de EMO toont, is een robotcel met een volledig geautomatiseerde gereedschapvoorinstelling. Een gereedschaptrolley is voorzien van gereedschaphouders en gereedschappen. Na het krimpen en balanceren met een Microset VIO linear voorinstelapparaat wordt het gebalanceerde gereedschap getest en daarna legt de robot het op een tweede trolley. Daarmee automatiseert Haimer de gereedschapvoorinstelling compleet, wat met name bij geautomatiseerde cellen voor nog meer flexibiliteit zorgt. haimer.com
Het Mikrocentrum en ASML organiseren 28 november voor het eerst het MBD Solutions Event. Tijdens dit event presenteren onder andere softwareleveranciers de oplossingen die zij hebben voor de moeilijkheden waar ASML en de toeleveranciers in het PMI-project tegenaan zijn gelopen. Ook het onderwerp investeringen versus voordelen komt aan bod. De onderwerpen zijn gebaseerd op de ervaringen die toeleveranciers in het PMI-project hebben opgedaan. Het Mikrocentrum wil het MBD Solutions Event jaarlijks gaan herhalen. mbd-solutionsevent.nl
september 2019
De Haimer Data Analyzer and Controller (DAC) neemt de complete data-uitwisseling vanaf het CADCAM-station tot aan de CNC-machine op zich.
21
22
DMG Mori topman: machine-innovaties zijn slechts een deel van de oplossing
Het ecosysteem wordt belangrijker Dat de digitalisering in de maakindustrie een speerpunt is voor DMG Mori, is bekend. De machinebouwer gaat daarin veel verder dan menigeen denkt. Afrekenen per spindeluur, blockchain technologie, zelfs bitcoins; Ugo Ghilardi van DMG Mori sluit het allemaal niet uit. De Nederlandse markt is daarbij een aantrekkelijke proeftuin. “Dit land heeft echt een ongelooflijke technologie aanpak.” DMG Mori is uitgegroeid tot een van de allergrootste fabrikanten van werktuigmachines in de wereld. De machinebouwer benut deze schaalgrootte om een ecosysteem op te bouwen. Ugo Ghilardi, CEO DMG Mori Europe en in de directie van DMG Mori AG verantwoordelijk voor verkoop en service, zegt hierover: “Innovatie is niet alleen een spindel wisselen. Het gaat om een totale aanpak. Innovatie van machines is nog steeds belangrijk, maar slechts een deel van de oplossing.” Hij schat het aandeel machine innovatie op hooguit nog zo’n 30 procent. “De rest zit in het ecosysteem.” Zo’n ecosysteem DMG Mori bouwt steeds meer zelf de automatisering. Op de EMO toont de machinebouwer een DMU 65 monoBlock met palletautomatisering én AGV. kan breed zijn. Voor een aantal klanten in kernsegmenten zoals Aerospace, Automotive, Die and Mold en Medical werkt de machinebouwer vanuit de Technology Excellence Centers complete productieconcepten uit, inclusief tooling en zelfs certificering. te maken met meer risico durven nemen. Sterker nog: hij vindt dat Ghilardi: “Wij worden steeds meer een geïntegreerd bedrijf.” de machinebouwer juist minder risico neemt dan andere partijen doen. “Wij weten wat onze machines na enkele jaren waard zijn.” Hij verwacht dat de sector overgaat naar nieuwe verdienmodellen, Nieuwe verdienmodellen mogelijk dankzij Industrial Internet of Things en digitalisering. “We Ook financiële innovatie speelt een steeds grotere rol, aldus de staan aan het begin van deze revolutie. Over tien tot vijftien jaar topman van het concern. DMG Mori gaat steeds meer financiële betalen we voor het gebruik van de machines met nieuw, digitaal diensten aanbieden. Van leasing tot - sinds kort in Duitsland geld. Blockchain. Stap voor stap gaan we daar naar toe.” Het begrip verzekeringen. John Kooning, directeur DMG Mori Nederland, vindt connectivity is voor DMG Mori daarom een kernfunctie in de Digital dat de machinebouwer die rol beter kan vervullen dan traditionele Factory. De nieuwe modellen bestaan bij de gratie van verbonden financiële partijen. “Wij hebben interesse in de klant en kennen machines. Alleen met open interfaces en gestandaardiseerde de markt. Hierdoor kunnen we het groeipotentieel veel beter communicatieprotocollen kun je een doorlopende integratie van inschatten. Dat maakt het verschil.” Volgens Ghilardi heeft dit niks machines en processen creëren. Daarom worden voortaan alle machines standaard en zonder meerprijs geleverd met een IIoT interface. DMG Mori ondersteunt zowel MQTT, MTConnect als de nieuwe umati. En met de nieuwe CELOS app Application Connector die op de EMO wordt gepresenteerd, kan de operator elke webgebaseerde applicatie via het CELOS scherm bedienen. Waar Ugo Ghilardi vooral veel van verwacht, is het nieuwe klantenportaal myDMG Mori. Dit wordt een platform waarop de klant in eerste instantie de service regelt en reserve-onderdelen bestelt; daarna komen oplossingen voor predictive maintenance.
Persoonlijke relatie des te belangrijker Juist in deze digitale wereld is de persoonlijke relatie tussen de machinebouwer en de klant cruciaal, benadrukt Ugo Ghilardi. DMG Mori opent mede hierom later dit jaar een vestiging op Brainport Industries Campus, waar het een kenniscentrum van de grond tilt. Het
september 2019
23
“De Nederlandse markt is innovatief, technologie gestuurd. Klanten verwachten oplossingen” kenniscentrum gaat dienst doen als trainings- en opleidingscentrum voor de Benelux. “Want de mens wordt belangrijker naarmate de digitalisering toeneemt”, aldus Ugo Ghilardi. “Je krijgt geen goede connectie met een machine als je niet eerst een connectie maakt met de persoon.” Met meer dan 4000 geïnstalleerde machines is Nederland een belangrijke markt voor DMG Mori. De installed base is echter niet de enige reden waarom de machinebouwer investeert in de BIC-vestiging.
Ugo Ghilardi: “Nederland is een van de sleutelmarkten voor ons succes in Europa. Dat heeft te maken met de hightech technologie die hier ontwikkeld wordt en de manier waarop de toeleverketens daar hun rol in opeisen. De Nederlandse markt is innovatief, klanten verwachten oplossingen. Technologie stuurt hier de markt.” dmgmori.com
Automatisering voor alle machines DMG Mori gaat alle werktuigmachines in het portfolio aanbieden als een geautomatiseerd systeem. Deze komen vooral uit eigen huis, met dank aan de overname eind 2017 van Heitec. Ugo Ghilardi noemt het ontwikkelen van eigen automatiseringsoplossingen een logische stap. “Wij zien automatisering als een integraal onderdeel van de machine, niet iets dat je eraan toevoegt.” Nieuw op dit vlak is de AGV, die voor autonoom transport in de fabriek zorgt. Op de EMO is een DMU 65 monoBlock met palletautomatisering én een AGV een van de highlights. Het concept biedt flexibiliteit en een veilige vrije toegang tot de machine voor de operator.
september 2019
24
PolyWorks verkleint foutkans en sluit de digitale loop tussen engineering, productie en de meetkamer
Programmeertijden meetmachines van dagen naar uren In veel bedrijven wordt de meetkamer een alsmaar grotere flessenhals. Automatisch programmeren van de meetmachines en 3D scanners verlicht de druk op de meetkamer. PMI-data verkorten de programmeertijd soms van weken naar uren, terwijl ondertussen de meetmachine gebruikt kan worden waarvoor deze is bedoeld: meten. PolyWorks gaat nu nog een stap verder: meetdata digitaal delen met anderen, zelfs terugleiden naar CAD-software zoals Catia of Siemens NX kan.
PolyWorks wordt ontwikkeld door het Canadese moederbedrijf InnovMetric. De programmeersoftware voor meetsystemen neemt een bijzondere positie in. InnovMetric ontwikkelt alléén software die gebruikt kan worden in combinatie met meetsystemen van alle grote aanbieders: LK, Hexagon, Mitutoyo, Zeiss, Faro en noem maar op. De leeftijd is eigenlijk niet zo belangrijk. Bij PolyWorks Benelux is de software gekoppeld aan een 20 jaar oude CMM van Mitutoyo en zelfs nog aan een manuele meetmachine van Wenzel. “Veel bedrijven hebben nog ergens een 20 jaar oude CMM, die ze amper gebruiken maar nog steeds nauwkeurig is. “Wij kunnen in de meeste gevallen zonder hardware aanpassing direct die machine met PolyWorks aansturen”, zegt Mark Luijbregts, directeur-eigenaar PolyWorks Benelux. De Canadezen doorbreken de koppeling tussen de hard- en software van een CMM-leverancier. Doordat PolyWorks met veel verschillende soorten meetmachines en scanners kan samen werken, kan er door een standaard manier van werken en de eenvoud van bediening veel tijdwinst gehaald worden. Zo kunnen metingen ook van verschillende systemen gecombineerd worden.
supply chain, waarin met PMI (Product Manufacturing Information) en MBD (Model Based Definition) wordt gewerkt, een transitie die ASML vorig jaar mee in gang heeft gezet. Het liefst leest PolyWorks native CAD-data in. Is dat een standaard CAD-model, dus zonder de PMI-data, dan vergt het maken van een meetprogramma slechts het aanklikken van vlakken en features die je wilt meten, het selecteren van de meettechnologie (de meetmachine) en ingeven van nog enkele parameters. Uitlijnen gebeurt vrijwel automatisch. Bij het meten van cilinders volstaat het om enkele elementen te selecteren en de software berekent automatisch de hoek van de tasters. Bij kleine delen zal deze tijdwinst van deze programmeermethode minimaal zijn, maar bij grote delen des te meer. Zo berekent de software automatisch de meest ideale volgorde van de metingen, ongeacht hoe de programmeur ze ingeeft. Het aantal bewegingen
Eenvoud telt Het idee achter PolyWorks, dat van oorsprong uit de automobielindustrie komt, is dat meetspecialisten sneller met hun meting moeten kunnen starten. “Eenvoud is belangrijker dan menigeen denkt”, zegt Mark Luijbregts. Om meerdere redenen. Een te lange programmeertijd is een drempel. Hoe eenvoudiger het programmeren, des te sneller zal men bereid zijn om te gaan meten. Kortere programmeertijden zorgen daarnaast voor een efficiëntere inzet van de kostbare meetsystemen. PolyWorks kent al jaren de mogelijkheid om op basis van een CAD-model automatisch te programmeren. Daarmee sluit het naadloos aan op de papierloze
Een van de vernieuwingen in de software van PolyWorks is ReportLoop.
september 2019
25
Mark Luijbregts: de productieketen efficiënter maken door meetdata te delen.
“Binnen een dag waren we een werkstuk voor de ASML machine met 2.000 meetpunten aan het meten. Hiervoor kostte het programmeren twee weken tijd” van de taster wordt daarmee gereduceerd, om de meettijd kort te houden. Wordt later nog een meting toegevoegd, dan berekent PolyWorks automatisch de nieuwe optimale meetvolgorde.
Met PMI-data: van weken naar uren De tijdwinst als het CAD-model wel PMI-data bevat, kan groot zijn. Mark Luijbregts geeft het voorbeeld van een complex onderdeel voor een machine van ASML. Dit onderdeel moest op 2.000 punten gecontroleerd worden. “De meetmachine is 14 uur bezig. Zo’n werkstuk programmeren kostte weken. Wij waren binnen een dag aan het meten.” Een ander voorbeeld: een onderdeel voor een raketmotor met 100 nauwkeurige gaten die gemeten moesten worden. In de traditionele werkwijze moet de hoek waaronder de taster meet, elke keer apart worden gezocht. Programmeertijd normaal: 2,5 week, waarvan een belangrijk deel op de CMM voor het bepalen van de hoek waaronder de meettaster meet. Met PolyWorks werd het programma in amper vier uren volledig offline gemaakt. De tijdwinst is voor Mark Luijbregts dan ook een van de grote voordelen van het werken met PMI, naast het feit dat het volledige programma offline wordt gemaakt en de meetmachine ondertussen voor metingen wordt gebruikt.
Liever native CAD Is PMI dan zaligmakend? Mark Luijbregts geeft toe dat de PMI-data niet foutloos zijn. Zijn ervaringen met STEP-files zijn minder.
september 2019
Het huidige STEP-formaat is nog niet volledig geschikt voor PMI. “Bij de vertaling van een huidige STEP-file ontstaan nog fouten, bijvoorbeeld bij radii. Bij het converteren van een native CADfile gaat er minder mis.” Liefst werkt hij daarom met native CADfiles, zoals die van Siemens NX en Catia van Dassault Systèmes. Daarin blijft meer van de data behouden. Ook dan kunnen er fouten ontstaan, die volgens hem echter direct zichtbaar zijn in PolyWorks en eenvoudig opgelost kunnen worden. Waar het tot slot fout kan gaan, is interpretatiefouten. De CAD-constructeur moet bijvoorbeeld de goede nominale toleranties ingeven. Dit soort onvolkomenheden herstellen kost echter slechts een fractie van de programmeertijd die veel meetkamers nu rekenen voor complexe werkstukken.
Kleinere foutkans De meerwaarde van PMI gaat verder dan kortere programmeertijden, vindt Mark Luijbregts. Vergeleken met programmeren vanaf een 2D tekening, is de kans op foutieve overname van gegevens nul. Het samenstellen van de meetrapporten gaat ook sneller. “De constructeur kan al aangeven hoe hij het rapport wil. Zelf kun je in PolyWorks eenvoudig afbeeldingen van bijvoorbeeld een meetpunt waar een afwijking is gemeten, toevoegen. Een uniek aspect van de PolyWorks software is dat data van verschillende meetsystemen in één rapport gecombineerd kunnen worden, bijvoorbeeld van een CMM en 3D scanner. PolyWorks leest zelfs de meetgegevens van een digitale schuifmaat met USB-aansluiting in en voegt deze
Vier experts, ontelbaar veel toepassingen, ĂŠĂŠn assortiment! Vraag nu de nieuwe Team Cutting Tools-catalogus aan: cuttingtools.ceratizit.com/catalogus
TEAM CUTTING TOOLS
CERATIZIT is een groep van hightech bedrijven gespecialiseerd in gereedschappen voor de moderne verspaningstechniek en hardmetaal toepassingen.
Tooling the Future www.ceratizit.com
Nieuwe QTap van DC Swiss DC Swiss introduceert op de EMO naast de nieuwe QTap een volledig nieuwe lijn tapgereedschappen voor microbewerkingen, het Nanoprogramma. De QTap is een echte allround tap die echter voor een verbeterde spaanbeheersing zorgt.
aan de andere data toe. Je kunt bijvoorbeeld de contouren van een groot werkstuk scannen, omdat dit sneller gaat, en de details meten met een CMM. De beide meetsystemen worden vanuit hetzelfde programma aangestuurd, zodat één programma maken volstaat. Daarna voegt de software de data samen.
Dataloop: minder communicatie nodig Een recente uitbreiding van PolyWorks is het delen van meetgegevens, bijvoorbeeld met de fabriek. “Met PolyWorks|Dataloop gaan we naar de papierloze fabriek”, verduidelijkt Luijbregts. De meettechnicus upload het rapport naar een lokale server of naar de cloud. Deze rapporten kunnen gedeeld worden met anderen, die via een webbrowser toegang krijgen tot de data. Mark Luijbregts: “De anderen hebben geen licentie nodig, maar kunnen via een gratis Reviewer de meetdata zien, SPC data uit het rapport halen en zelfs wijzigingen aanbrengen.” In deze data zitten niet alleen de XYZ-waarden die gemeten zijn, maar het volledige meetproject. Met een relatief goedkoop touchscreen en PC kunnen de meetgegevens ook digitaal beschikbaar worden gesteld aan de CNC-operator naast de machine. “Dat geldt voor alle metingen die we doen, ongeacht of het een CMM is of een 3D scanner. Vanaf het dashboard hou je zicht op de meetprojecten en hun status. Ook externe partijen, bijvoorbeeld de constructeur bij de klant, kan toegang krijgen tot de digitale meetrapporten. Een uitbesteder krijgt via zo’n dashboard direct inzicht in de status van zijn orders. Engineers kijken direct mee of een gemeten afwijking eventueel wel nog acceptabel is of niet. Deze data-uitwisseling gebeurt realtime. “We delen alle info en brengen daardoor het overleg over de oplossing van een probleem terug van weken naar een dag of nog minder, doordat alle data voor alle partijen beschikbaar zijn.” Om de digitale cirkel te sluiten, heeft PolyWorks een PMI+ plugin ontwikkeld voor zowel Siemens NX als Catia. Daarmee worden wijzigingen op basis van het meetrapport in de vorm van informatie en tekstlabels naar de constructeur gestuurd. “Wij gaan niet met PolyWorks wijzigingen doorvoeren in het CAD-model maar reiken de constructeur wel de data zo aan dat hij ze kan doorvoeren in het CAD-model. We proberen zo de hele keten efficiënter te maken en de communicatie te verbeteren. Je krijgt nu meer samenspraak tussen engineers, productie en de meetkamer.” Acceptatie hiervan is vooral een kwestie van de cultuur doorbreken, denkt Mark Luijbregts. Maar net zoals destijds bij de opkomst van CAD-software, houden mensen graag vast aan het bekende, het vertrouwde. Bereid zijn bestaande werkwijzen los te laten en gebruik te maken van de mogelijkheden die de digitalisering biedt, zal echter onvermijdelijk zijn.
september 2019
Om dat laatste te bereiken heeft DC Swiss zowel de geometrie van de snijkant aangepast, is de snijkant zelf verbeterd en past men een nieuwe VS coating toe. Ook het basismateriaal voor het gereedschap is nieuw. Het resultaat is dat de QTap universeel inzetbaar is in meerdere materialen, van koolstofhoudend staal tot en met RVS, aluminium, legeringen, gietijzer et cetera. De combinatie van de vernieuwingen zorgen voor de prestaties van deze tap, die functionaliteit, universele inzetbaarheid en prestaties verenigt. De QTap is leverbaar met interne koeling, wat de spaanbeheersing tijdens het tappen ten goede komt.
Axiale demping De nieuwe tap kan zowel gebruikt worden in de bestaande SCT houder als de nieuwe Synchro Tapping Chuck SRT (Soft Rigid Tapping). Deze gereedschaphouder heeft een geïntegreerde axiale demper. Deze vangt de axiale kracht op die op de tap ontstaat als de spindel van draairichting verandert. DC Swiss zegt dat deze demper de standtijd van de tap verlengt.
Nano-tap: vanaf 0,3 mm De Nano lijn is een compleet nieuwe lijn tapgereedschappen van de Zwitserse fabrikant. Deze gereedschappen zijn bedoeld voor precisiecomponenten met zeer kleine gaten waarin draad getapt moet worden. De diameters lopen uiteen van 0,3 tot 1,4 mm. DC Swiss wordt in Nederland vertegenwoordigd door Magistor. magistor.nl
27
28
Maar Mazak en Iscar geven wel verschillende oplossingsrichtingen voor een hoger spindelrendement
Dé oplossing voor meer efficiency bestaat niet Dé oplossing bestaat in de verspaning niet. Die conclusie trokken de deelnemers aan een seminar van Iscar en Mazak. Met nieuwe gereedschappen, automatisering, slimmer programmeren en de combinatie hiervan, kunnen bedrijven hun productiviteit wel degelijk verbeteren. Ook al bestaat die ene oplossing niet, het doel is wel bijna altijd hetzelfde: efficiency maximaliseren. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden, merkt Gerard Bogaarts, directeur van Iscar Nederland, aan het begin van het seminar op. Efficiënter werken in de verspaning kan op veel manieren. “In Nederland zijn geen twee bedrijven die hetzelfde werken. Er is geen beste manier, iedereen vindt zijn weg in de verspaning”, zegt Hans Martens van Iscar. Het is wel goed ontwikkelingen bij de gereedschapfabrikanten te volgen. Nieuwe geometrieën, hardmetalen en coatings zorgen voor betere prestaties van de frezen. Iscar heeft bijvoorbeeld de Mill4feed wisselplaatfrees, die dankzij de langere snijkant rustiger snijdt. De plaat is ontwikkeld voor ruwen in toepassingen die nogal vermogen vragen. Nog zo’n nieuw gereedschap is de Super Finish Line, waarbij één plaat iets boven de andere uitsteekt. Zit er voldoende overmaat op het werkstuk, dan frees je hiermee een heel glad oppervlak. LogiQ4turn is een ander voorbeeld. De wisselplaat met vier snijkanten geldt als een alternatief voor de ISO wisselplaten met twee snijkanten.
Mazak en Iscar organiseren het seminar over verspanen eerdaags ook nog een keer in het noorden van het land.
Door de positieve snijkant vraagt het nieuwe gereedschap minder vermogen. “Je kunt de voeding per omwenteling dus fors verhogen.” Zo zijn er veel voorbeelden: het ene gereedschap blinkt hierin uit, de andere hardmetaalsoort doet dat weer beter. Hans Martens waarschuwt wel voor wildgroei in de gereedschappenlade. “Wildgroei kost geld. Wisselplaten die blijven liggen, zijn dood kapitaal. Kies voor bepaalde gereedschappen en ga daarmee werken.”
Van 15 naar 100 spindeluren in de week Automatisering is bij uitstek een oplossing om de productiviteit te verhogen. Hugo Verlaak, salesmanager Benelux bij Mazak, schat het spindelrendement bij de doorsnee verspaner in de Benelux op 25 tot 35 procent als de machines niet zijn geautomatiseerd. Bij één ploeg betekent dit dat de spindel slechts zo’n 10 tot 15 uur in de week spanen maakt. “Bij een uurtarief van € 70 levert dit een omzet van € 35 tot € 52.000 per jaar per machine.” Goede standalone machines vragen ook al investeringen van boven de € 150.000. “Investeren in meer uren maken in de week verdien je dus gemakkelijk terug.” De automatiseringsoplossingen lopen uiteen van robotcellen met automatische grijperwisseling, palletwisselaars tot en met het eigen FMS-systeem van Mazak, het Palletechsysteem. Hugo Verlaak: “Met een robotcel met automatische grijperwisselaar halen velen al spindelrendementen van 80 tot 100 uren in de week.
De SmoothX besturing van Mazak biedt naast simulatie van een programma ook de mogelijkheid om eenvoudig vanuit een STEP-file te programmeren, zonder dat de operator handmatig cijfers moet overtypen.
september 2019
29
Met de Palletechsystemen halen we zeer hoge rendementen.” Hij ziet de automatisering overigens steeds breder ingezet worden. Samen met RoboJob automatiseert Mazak het beladen van een Integrex-machine, ook voor werkstukken tot 400 kilo, waarbij de meetcontrole geïntegreerd is. “Zelfs klauwplaten in de spantang wisselen kan manloos; of zoals Kitanawa doet de volledige flens wisselen.” Hoe duurder de CNC-machine, des te meer aandacht er moet zijn voor de terugverdientijd, zegt Verlaak. “En de enige manier om de investering terug te verdienen, is efficiënter werken.”
Mazak demonstreerde de 3D Assist aan de hand van dit werkstuk met diepe kamers.
Slimmer programmeren En dat kan ook door anders te programmeren. De nieuwste Mazak SmoothX besturing heeft hiervoor een bijzondere functie, 3D Assist. Hiermee wordt op basis van een STEP-file geprogrammeerd. Verwacht geen magic button, waarschuwt Steven Vanderelst. “Je moet nog steeds zelf beslissen welk vlak je met welke cyclus wilt bewerken.” Maar veel cijfers worden automatisch uit het STEPmodel overgenomen. Ook de gegevens van kamers in het werkstuk. Zelfs moderne freestrategieën zoals trochoïdaal frezen kunnen met 3D Assist geprogrammeerd worden met niet meer dan enkele muisklikken. Het voordeel van 3D Assist in de SmoothX besturing is vooral tijdwinst en minder foutkans. Ook dat draagt bij aan meer efficiency in de verspaning. In chroomstaal werd gefreesd met een snijsnelheid van 180 m / min, een voeding van 3820 mm / min en een voeding per tand van 0,7 mm.
De Tang4Feed frees van Iscar werd tijdens het seminar gebruikt voor het frezen op de Mazak Integrex.
september 2019
Het werkstuk dat in één opspanning werd gedraaid en gefreesd.
30
Schunk en Kuka maken robottechnologie slimmer en veiliger dankzij Kunstmatige Intelligentie
De grijper wordt slim Kunstmatige Intelligentie klinkt als science fiction. De technologie is echter dichterbij de realiteit dan menigeen denkt. Schunk en Kuka zijn twee van de voorlopers op dit vlak als het om toepassingen in de maakindustrie gaat. Werken we straks met autonome grijpers, die hun eigen plan trekken en geen programmering meer vereisen? Industrierobots waren aanvankelijk blind en gevoelloos. Met sensoren visiontechnologie heeft een robotfabrikant als Kuka dit al opgelost. “De robot ziet en voelt”, zo zegt Albrecht Hoene, directeur Human Robot Collaboration bij de R&D afdeling van Kuka. Dat betekent dat mensen dichterbij de robot kunnen komen, zonder risico. Het betekent ook dat de robot met meer gevoel producten kan grijpen. Het automatisch beladen van machines wordt robuuster. Maar kan een grijper al functioneren als de menselijke hand? Waarvan de vingers zich zonder te hoeven nadenken telkens feilloos om het product bewegen, ook al heeft dit elke keer een andere vorm. Ondersteund door vision technologie en Kunstmatige Intelligentie (KI) komt deze stap dichterbij, zo zegt professor Markus Glück, Chief Innovation Officer bij Schunk. Samen met Kuka zijn de eerste autonome grijpers ontwikkeld. Ze vragen nog een beetje training, maar van elke keer dat hij een product vastgrijpt, leert de gripper.
Minder trainen nodig Voor een volledig autonoom werkende grijper is het nog te vroeg. Maar Schunk laat wel zien dat voor het inleren van een systeem, er veel minder situaties nodig zijn dan momenteel nog het geval is. Alles heeft volgens Glück te maken met de inzet van neurale netwerken. “De vijf vingers van de grijpers omsluiten het product nadat de beelddata zijn teruggeleid naar het neurale netwerk. We reduceren hierdoor het aantal trainingen”, zegt het hoofd van de R&D afdeling bij Schunk, die samen met robotbouwer Kuka intensief samenwerkt aan het thema Kunstmatige Intelligentie. Ze maken het de grijper daarbij niet zo heel erg lastig, in die zin dat de Legoblokjes weliswaar telkens anders gestapeld zijn maar wel
Samenwerking Kuka en Schunk Beide R&D topmannen van Schunk en Kuka bestempelen de samenwerking op het vlak van Kunstmatige Intelligentie en andere nieuwe technologieën als absoluut noodzakelijk en logisch. “Bij de robot-mens samenwerking moet de totale automatiseringsoplossing aan de eisen voldoen. Grijpers, gereedschappen en componenten moeten bij de planning en de realisatie hiervan als een ecosysteem worden gezien”, aldus Hoene. Omwille van de acceptatie vindt hij het belangrijk dat medewerkers betrokken worden bij de invoer van automatisering. “Als de robotcollega’s namen krijgen en welkom zijn als ondersteuning, kun je zeggen dat de integratie geslaagd is.”
september 2019
31
De combinatie van visiontechnologie met Kunstmatige Intelligentie zorgt ervoor dat de grijper zeer snel leert hoe producten op te pakken. Ad random toevoer wordt hierdoor vergemakkelijkt.
steeds dezelfde vorm hebben. Al na een paar keer grijpen leert het systeem en gaat de grijpzekerheid fors omhoog. In de toekomst kan het algoritme achter de autonome grijper zelfstandig een nieuw product classificeren en zeker en veilig grijpen. Dat opent nieuwe mogelijkheden voor de mens om met de robot of cobot samen te werken. Albrecht Hoene van Kuka gelooft in de toekomstige werkplek: een productie eiland waarop mens en robot samenwerken aan kleine series. Dat past precies in de snel om te stellen flexibele productielijn die de industrie steeds meer eist. Kunstmatige Intelligentie is daarvoor onmisbaar. Een autonoom werkend systeem gaat immers verder dan de robot een aantal voorbeelden leren. “Het gaat erom dat het systeem voorbeelden en wetmatigheden herkent en daarvan leert.”
Veiligheid en hogere gewichten Veilig samenwerken met de robot staat voorop, benadrukt Markus Glück. Schunk pakt het daarom in de nieuwe versie van de Co-act grijpers anders aan. Bij de meeste systemen is 140 N grijpkracht per vinger de grens. Dat betekent een werkstukgewicht van 2,25 kilo per vinger, in de praktijk onvoldoende. De nieuwe Co-act EGL-C verlegt de grens naar 450 N, wat in de praktijk betekent dat het handlen van 8 kilo gewicht met een standaard co-bot mogelijk wordt; bij een grotere robot zelfs 14 kilogram. Er worden twee CPU’s ingezet die
september 2019
elkaar controleren. Het systeem beschikt over een gecombineerde last- en wegmeting: sensoren bewaken zowel de grijpkracht als de positie van de grijpervingers. Tot op een theoretische afstand van 4 mm van de vingers tot het werkstuk is de grijpkracht begrensd tot 30 N. Botst de grijper dan bijvoorbeeld tegen de hand van de operator, stopt de robot zonder dat er gevaar is op verwondingen. In de laatste fase van de beweging wordt de grijpkracht vrij gelaten tot een vrij te definiëren maximale grijpkracht van 450 N. Merkt de krachtsensor dat er geen werkstuk is, dan stopt het systeem. In de derde fase van de beweging detecteert de grijper of het werkstuk gegrepen is. Is dat het geval, dan wordt de grijper in een stand gezet waarin het werkstuk ook bij een noodstop of stroomuitval in de grijper blijft. Zonder intelligente besturingen en visiontechnologie zijn dit soort oplossingen ondenkbaar, zeggen Glück en Hoene. Albrecht Hoene denkt dat deze innovaties de inzet van de robots verder vergroten. In de toekomst zullen in een vroeger stadium cobots en operators samen betrokken worden bij de planning van de productie. De stap die daarna volgt dankzij Kunstmatige Intelligentie is het beschikbaar maken van oplossingen via platformen. Albrecht Hoene: “De beste oplossingen worden via zo’n platform toegankelijk.”
32
De productiviteitspiramide van Renishaw is nog steeds actueel
Meten: de rode draad in alle productiestappen Papierloos werken, automatisering, grotere productvariatie en kleinere series: thema’s uit de verspanende industrie die maakbedrijven meer dan ooit dwingen naar het proces te kijken. Meten is een onlosmakelijk onderdeel van dit proces. Meten is eigenlijk de rode draad door het verspanend proces, laat Renishaw op de EMO 2019 zien. De grootste werktuigmachinebeurs in de wereld mag dan als thema smart technologies driving tomorrows production hebben, voor Renishaw is het thema smart industry lang niet meer nieuw, legt Philippe Reinders Folmers uit, directeur Benelux bij het Britse concern. In de eigen fabrieken is men hier al 25 jaar mee bezig. Hij wijst op de productiviteitspiramide die Renishaw hanteert: precisie begint bij de machinekalibratie, dan worden de gereedschappen gemeten voordat je gaat verspanen. En dan is er het in-proces meten eventueel gevolgd door de eindinspectie op een CMM.
Volledig autonome productiecel In Hannover demonstreert Renishaw deze visie in de zone Precision Tools op een autonoom draaiende productiecel: automatische productinvoer, tastermeting op de machine, vergelijkend meten naast de machine op de Equator en telkens feedback geven aan de besturing. Via de IPC-software worden instellingen en parameters in de machine automatisch bijgewerkt op basis van de meetresultaten van de Equator. En de operator blijft via de nieuwe Reporter App, die dankzij MTConnect data streamt, altijd zicht houden op de prestaties van de productiecel.
Een van de toepassingen voor het Revo 5-assig meetsysteem is het controleren van de schoepen van een blisk.
Meetsystemen worden slimmer De verschillende meetoplossingen van Renishaw worden steeds geavanceerder. Een voorbeeld is de optische scannertaster Sprint voor op een bewerkingsmachine. Philippe Reinders Folmers: “We zijn gewend met de taster punten te meten. Met een vierpuntsmeting ken je wel de diameter van een gat, maar weet je niet of het gat rond is. Van een vlak weet je de oriëntatie, maar niet of het vlak is.”
Additive Manufacturing: het potentieel is er in Ned Renishaw staat op drie plekken op de EMO. Naast de stand in de meethal (hal 6) is dat nog eens in de zone Precision Tools (hal 3) waar een complete productiecel wordt opgebouwd en in hal 9 demonstreert het de mogelijkheden van Additive Manufacturing. “Additive Manufacturing is voor ons belangrijk. Voor de toekomst is dit een groeimarkt”, zegt Philippe Reinders Folmer, directeur Renishaw Benelux. Wereldwijd zijn er al de nodige machines afgezet bij klanten. Sandvik Coromant beschikt bijvoorbeeld over de nieuwe RenAM 500Q, die over vier lasers beschikt voor een hogere productiviteit. In de eigen fabriek in Wales gebruikt Renishaw de RenAM metaalprinters voor de
productie van medische implantaten. Renishaw ontwikkelt niet alleen hardware voor AM, maar ook software. Dassault Systèmes is de eerste CAD-ontwikkelaar die de Quantum software voor 3D metaalprinten integreert in Catia. “Met Siemens zijn we ook al ver om de software in NX te integreren”, zegt Philippe Reinders Folmer.
Nederland blijft achter Philippe Reinders Folmer vindt Additive Manufacturing ook voor de Nederlandse maakindustrie belangrijk. “Het potentieel is er in deze markt, maar bedrijven durven nog niet te schakelen.”
september 2019
33
Daarom is er naast de taster ook een scanner voor op de machine beschikbaar. “Tot nog toe was de besturing het knelpunt, die kon de hoeveelheid meetdata niet aan. Tegenwoordig wel. We kunnen verifiëren op de machine en reverse engineering toepassen.” De Sprint scannertechnologie kan gebruikt worden samen met de SupaScan om eenvoudig met macrocodes de meting te programmeren. Voor de tasters is er de SupaTouch technologie, onderdeel van de Renishaw Inspection Plus software. Deze optimaliseert het meetproces op de machine en zoekt telkens naar de hoogste snelheid voor elke meting. Dit kan de meettijd tot 60% verkorten.
Dankzij de Rengage en SupaTouch technologie voor tastermetingen op de machine, worden cyclustijden geminimaliseerd.
Bottleneck meetkamer wegnemen Hoeveel er ook op de machine wordt gemeten, vaak blijven inspecties in de meetkamer noodzakelijk. Om de bottleneck die bij veel bedrijven bij de meetkamer ontstaat weg te nemen, komt Renishaw met een aantal nieuwe oplossingen. Allereerst is er het Revo 5-assig gestuurd meetsysteem, dat nu ook oppervlakteruwheden meet. De Modus planningssoftware wordt uitgebreid met Curve, een intelligente oplossing die de meest optimale meetbanen voor de CMM berekent als krommingen op een vlak gemeten moeten worden. Hoe minder bewegingen, des te nauwkeuriger de meting. Modus Patch levert het meest efficiënte meetpad. Om tijd te winnen bij het opspannen op de CMM en de repeteerbaarheid te verhogen, komt er het nieuwe QuickLoad railsysteem, een uitbreiding van de bestaande QuickLoad lijn. Werkstukken kunnen met de magnetische voetplaten, snel tot op een halve micron nauwkeurig op de CMM worden opgespannen. De Reporter app is vernieuwd. Dankzij de MTConnect standaard, worden meetgegevens gestreamd naar het apparaat dat de operator wil.
derland Dat komt doordat voor toeleveranciers de investeringen in 3D metaalprinttechnologie hoog zijn, terwijl de voordelen vaak elders in de keten liggen. OEM’ers, zo merkt Philippe Reinders Folmer, staan als eindgebruikers nog afwachtend tegenover de technologie, omdat ze vragen hebben over drukvastheid et cetera. Bedrijven als ASML zouden tientallen 3D metaalprinters kunnen inzetten als ze voor de technologie kiezen en deze in huis halen of samen met een toeleverancier gaan ontwikkelen. “De markt is er in potentie dus wel.” Renishaw gebruikt de RenAM 500Q zelf voor het 3D metaalprinten van de behuizing voor de laserspiegels. Hierdoor kan men deze compacter bouwen en koelkanalen integreren om de thermische stabiliteit te verhogen.
september 2019
34
Henry van Haeff (2-S): beoordelen totale proces belangrijker dan ooit
Wat telt als je freesstukken Grade 2 gereinigd moeten worden?
Op initiatief van Petrofer-vertegenwoordiger 2-S hebben Ecoclean en Innovar voor een Eindhovense toeleverancier van hightech componenten onderzocht wat de invloed van de verschillende processtappen in de verspaning is op het Grade 2 reinigen.
De halfgeleiderindustrie houdt nog steeds vast aan de wet van Moore: elke twee jaar een verdubbeling van het aantal transistoren op een IC. Dat stelt wel steeds hogere eisen aan de onderdelen voor de chipmachines. De gevraagde specs zijn alleen nog haalbaar als je naar alle aspecten van het verspanend proces kijkt. Precies dat heeft een aantal partijen in Brainportregio gedaan rond het thema reiniging. Vanzelfsprekendheden omdat er in het verleden altijd zo is gewerkt, bestaan niet meer, zegt Henry van Haeff, directeur van 2-S. De leverancier van Petrofer koelsmeermiddelen en
reinigingsvloeistoffen is al langer pleitbezorger van een procesmatige benadering van het verspanend proces. “Je moet weten wat de invloed van elk deelaspect is.� 2-S heeft samen met enkele andere partijen onlangs voor een grote hightech toeleverancier in Eindhoven een project afgerond. Doel hiervan was te achterhalen wat de invloed van niet alleen de koelsmeervloeistoffen, maar ook andere stappen in het proces, is op de reinigbaarheid van gefreesde producten. Samen met Ecoclean en Innovar zijn onderdelen uit RVS, aluminium, Stava en titanium gefreesd, verpakt, gereinigd bij Ecoclean in Filderstadt (D) met drie verschillende technieken en vervolgens uitgestookt om daarna via een RGA-meting te kijken of ze aan de specificaties van Grade 2 voldoen.
september 2019
Ecoclean combineert natchemische en plasmareiniging Grade 2 specificaties halen De 99 blokjes zijn gefreesd met twee verschillende Emulcut vloeistoffen van Petrofer, zowel aangemaakt met demiwater als gewoon leidingwater. De stappen daarna verschillen. Sommige stukken zijn met perslucht schoon geblazen en in plastic verpakt en daarna naar de reinigingsmachine verstuurd. Andere zijn in de verpakking met daarin emulsie van de machine naar Filderstadt getransporteerd. Een derde reeks stukken is nat in plastic verpakt en zo getransporteerd. Ecoclean heeft vier verschillende reinigingstechnieken toegepast: waterige reiniging met zeep, gemodificeerde alcohol, een oplosmiddel en als laatste reinigingstechnologie gemodificeerde alcohol gevolgd door een plasmareiniging. Voor alle onderdelen is per reinigingstechniek telkens hetzelfde programma gebruikt. De conclusie is dat ongeacht de combinatie, de specificaties voor de RGA-meting altijd haalbaar zijn bij de toepassing van de Emulcut koelsmeermiddelen. “Soms zien we kleine verschillen qua RGA-meting. In een bepaalde combinatie gaf het gebruik van demiwater een schoner product”, zegt Henry van Haeff. “Maar de Grade 2 specificaties hebben we altijd kunnen halen.”
Beter gefundeerde beslissingen Hij vindt het onderzoek desalniettemin belangrijk, omdat voor het eerst in de Nederlandse hightech toeleveringsindustrie de invloed van alle processtappen is onderzocht. “De conclusie dat je op meerdere manieren aan de Grade 2 specificaties kunt voldoen, betekent dat bedrijven bewuster keuzes kunnen gaan maken. De standaard reiniging met zeep is voldoende als je de producten verpakt zoals het hoort met hightech onderdelen.” Voor de supplier geeft het onderzoek houvast bij de investeringsbeslissing over een nieuwe reinigingsinstallatie. Ook is de hightech toeleverancier er in dit project achter gekomen dat plasmareiniging aanvullend op reinigen met gemodificeerde alcohol weliswaar zeer goede resultaten oplevert, maar dat de stukken dan wel direct verder verwerkt moeten worden. “Je kunt ze niet een paar weken verpakt in het magazijn leggen”, zegt Van Haeff.
Totale proces bekijken De belangrijkste les die Henry van Haeff uit het project trekt, is dat het goed is om naar het totale proces te kijken. “Sta open voor andere oplossingen, op zo’n minst om daarover te praten. Je kunt niet meer één onderdeel uit het proces halen als je aan de hoogste specificaties moet voldoen.” 2-s.nl
september 2019
Natchemische reiniging is vaak voldoende, maar soms vragen toepassingen om een aanvullende reinigingstechniek, zoals lagedruk-plasmareiniging. Ecoclean combineert beide technieken in één installatie. In tal van branches stond de afgelopen jaren voornamelijk de verwijdering van deeltjesvervuiling centraal. Dankzij nieuwe of gewijzigde fabricage-, voeg- en coatingtechnologieën en dito materialen en materiaalcombinaties winnen filmresten, bijvoorbeeld resten van bewerkings- en conserveringsmiddelen, siliconen en andere fabricagehulpstoffen of zelfs vingerafdrukken toenemend aan betekenis. Want deze kunnen de kwaliteit van de volgende processtappen, zoals coaten, lassen, verlijmen, afdichten, lakken of warmtebehandelen, negatief beïnvloeden. Voor werkstukken van staal, aluminium, glas, keramiek en deels ook andere materialen, die in batchprocessen in opgestelde toestand of als stortgoed worden gereinigd, heeft Ecoclean een gecombineerd reinigingsproces ontwikkeld: natchemische reiniging met daaropvolgende plasmareiniging. Lagedruk-plasmareiniging wordt daarbij in de natchemische reinigingsinstallatie geïntegreerd.
Verhoging oppervlakte-energie Het reinigingsproces wordt in eerste instantie met een oplosmiddelgebaseerde natreiniging uitgevoerd en de componenten worden onder vacuüm gedroogd. Daarna volgt een spoeling van de proceskamer. Voor de plasmareiniging wordt de druk in de proceskamer vervolgens tot onder één millibar verlaagd, het procesgas (bijv. gefilterde ruimtelucht of zuurstof) naar binnen gesluisd en het plasma ontstoken. In het vacuüm ontstaan door de activering van het procesgas energierijke ionen en vrije elektronen alsmede verdere reactieve deeltjes, die het plasma vormen. Verontreinigingen, zoals residuen van vetten en oliën op het oppervlak van de component, worden chemisch geabsorbeerd en in vluchtige verbindingen omgezet. Gelijktijdig ontplooit de UV-straling van het plasma een reinigende werking, zo worden bijvoorbeeld koolwaterstofverbindingen met lange ketens gebroken. De gasvormige afbraakproducten van het plasmareinigingsproces worden uit de proceskamer weggezogen. Door de gecombineerde nat- en plasmareiniging laat de voor een optimale hechting essentiële vrije oppervlakte-energie zich in één processtap naar 50 tot 80 mN/m verhogen.
35
36
PEMTec maakt braamvrije bewerkingstechniek geschikt voor hardmetaal PEMTec krijgt met precisie elektrochemisch verspanen stap voor stap voet aan de grond in de Benelux. Ook voor de hightech toeleverindustrie is de technologie interessant, ondanks dat series hier ontbreken. Braamvorming is in deze sector vaak een absoluut no-go. Precies daar toont PECM z’n sterke kant. Op korte termijn introduceert PEMTec het bewerken van hardmetaal. Zorgt dat voor de volgende impuls? Sinds Ter Hoek Vonkerosie in Rijssen een PEMTec applicatiecentrum voor de Benelux is, zijn er in Nederland en België al meerdere machines voor het precisie elektrochemisch verspanen geplaatst. De toeleverketen in de semiconductor en medische industrie is leidend. PEMTec werkt momenteel samen met leveranciers in de semiconductor industrie aan nieuwe projecten. “In de semiconductor industrie zijn moeilijk verspaanbare materialen een van de dominante thema’s”, zegt Hans Kuhn, directeur van de Duits-Franse machinebouwer van het precision elektrochemical machining (PECM). “Voor het bewerken van moeilijk verspaanbare materialen bieden wij een alternatieve technologie, die met het precisie elektrochemisch verspanen goed en efficiënt te bewerken zijn, zonder warmte-inbreng, zonder slijtage van de elektrode en vooral zonder braamvorming.” John Snijders, die met Encoma PEMTec in de Benelux vertegenwoordigt, ziet in dit laatste een belangrijk voordeel van de technologie voor de Beneluxmarkt. PECM is normaal gesproken vooral interessant voor serieproductie. “Micro bramen zijn echter een hot issue in de Nederlandse maakindustrie. Veel bedrijven hebben medewerkers om microscopisch af te bramen. Je kunt ‘Pemmen’ inzetten bij voor-, tussen-, en finishbewerkingen. Als je die stappen vervangt, bespaar je kosten en verkort je de
Een voorbeeld van ‘Pemmen’ van medische producten.
doorlooptijd. Dan is de techniek opeens niet langer enkel interessant voor series.” Je moet de technologie beoordelen op de voordelen in de hele keten, vindt hij. Hans Kuhn noemt het braamvrij bewerken van de onderdelen een van de sterke kanten van ‘Pemmen’, niet alleen voor de halfgeleiderindustrie maar eveneens voor de medische en automotive industrie. Vergeleken met slijpen van bijvoorbeeld medische schroeven of implantaten biedt PECM het
PEMTec groeit sterk in Azië Nadat PEMTec de technologie eerst in de Duitse, Benelux, Franse en Zwitserse markt heeft uitgerold, slaat het sinds enkele jaren de vleugels uit naar de VS en sinds kort naar Azië. Vooral in Azië is de vraag groot, zegt Hans Kuhn, directeur. “In Azië worden nog series geproduceerd en daar hebben wij de machines voor.” Hij ziet ook andere toepassingen waar het ‘Pemmen’ het traditionele etsen kan vervangen. Een andere typisch wereldwijde toepassing is de productie van stempels voor het prägen van munten. De technologie van PEMTec is zo verfijnd,
dat zelfs hologrammen in de matrijzen voor het slaan van munten kunnen worden aangebracht. “Dat doen we sneller dan graveren.” In de VS wordt de technologie met name gevraagd vanuit de medische industrie, onder andere voor de productie van chirurgische instrumenten. In Europa worden de machines steeds meer ingezet voor luchtvaart, machinebouw en medische toepassingen. PEMTec werkt ook al aan toepassingen voor de elektrische aandrijflijn van auto’s en heeft al machines geleverd voor productietoepassingen van de brandstofcel voor de auto.
september 2019
37
Met robotisering lopen de aangepaste machines van PEMTec 24/7.
voordeel dat er geen microscheuren kunnen ontstaan en er worden geen andere materialen toegevoegd, zoals bijvoorbeeld bij slijpen. Met PECM blijft de originele structuur en binding behouden zonder enige vervuiling.
werkstukpositionering nog sneller te laten verlopen. PEMTec zoekt de vernieuwing niet alleen in de breedte van de toepassingen, ook in de diepte om de nauwkeurigheid van het precisie elektrochemisch verspanen verder te verbeteren.
Hardmetaal bewerken
encoma.nl
Op korte termijn wordt het bewerken van hardmetaal, een verbreding van het toepassingsgebied van PECM. De afgelopen maanden zijn de laatste onderzoeken afgerond; vanaf de EMO kan de PEMTec 400 machine besteld worden in een speciale versie voor hardmetaal. Daarmee haalt de machinebouwer bij hardmetaal een spiegelglans kwaliteit in één bewerking. Het verschil met de gewone machine zit zowel in de machineconstructie, besturing als de overige componenten. Hans Kuhn zegt dat de grens momenteel bij maximaal 15% kobaltaandeel in het hardmetaal ligt. Alles daaronder en zeker onder de 10% kan men met een zeer goede oppervlaktekwaliteit probleemloos bewerken. “Ook voor de productie van snijstempels of gereedschapinserts met lastige geometrieën is dit een goede technologie. We zien daar ook een markt voor kleinere series omdat we hiermee doorlooptijden verkorten en kosten van het nabewerken uitsparen.”
Automatisering Met deze aanvulling maakt PEMTec de PECM-technologie interessanter voor grote en kleinere series. Daarom zijn alle machines voorbereid op automatisering. De PEM800S is een speciale versie voor de productie van hele grote series. “We hebben deze machine verstijfd, zodat we sneller met de elektrode kunnen oscilleren”, legt Hans Kuhn uit. Met de PEM800S worden hogere processnelheden en een excellente precisie aan het werkstuk bereikt. De machinebouwer heeft al enige jaren klanten die series van meer dan 2 miljoen stuks per jaar op deze machine produceren. “Met de robot erbij loopt de machine volautomatisch.” Automatisering betekent voor PEMTec meer dan een robot aan de machine koppelen. Daarom bereidt het alle modellen voor op Industrie 4.0 applicaties, zoals procesmonitoring. Ook de c-as op de tafel verbreedt het toepassingsgebied. Deze is met name bedoeld om complexe geometrieën efficiënt te bewerken, bijvoorbeeld bij de productie van turbinebladen voor de vliegtuigindustrie. Verder wordt aan een interessante nieuwe ontwikkeling gewerkt om de
september 2019
De PEM800S is de doorontwikkeling om de technologie geschikt te maken voor serieproductie.
38
Philips bouwt digital twin en AR toepassing voor chirurgen; Sioux haalt voordeel uit
Zo vloeien de virtuele en de echte Virtual en Augmented Reality schuren al langere tijd tegen industriële toepassingen aan. De doorbraak wordt al jaren voorspeld, maar het aantal bedrijven dat er echt mee aan de slag gaat, blijft vooralsnog klein. Industriële ondernemingen die het wel doen, zijn enthousiast omdat ze zien dat ze hiermee processen versnellen en verbeteren. Extended Reality, zoals de nieuwe verzamelnaam luidt, opent ook heel nieuwe mogelijkheden in tal van sectoren. Bijvoorbeeld door de koppeling met de digital twin. Deze digital twin stond tijdens Virtual Revolution (georganiseerd door het Mikrocentrum) centraal in de presentatie van Ger Janssen van Philips. Het Nederlandse medtech concern wil dat de kostbare CT-scanners in de ziekenhuizen een 100% uptime krijgen. Onderhoud moet pro-actief gebeuren. “We willen kunnen voorspellen wanneer een onderdeel stuk gaat zodat we pro-actief de afspraak voor onderhoud kunnen plannen op het moment dat geen patiënt gepland is”, zo legt Ger Janssen de visie van Philips uit. Data spelen hierin een belangrijke rol. Voor meer dan 200 verschillende
systemen (een CT-scanner heeft een levensduur van 15 jaar) heeft een multidisciplinair team voorspellende modellen ontwikkeld door de belangrijkste faalmechanismen te achterhalen. Ondertussen zijn 30.000 CT scanners over de hele wereld verbonden met de Philips servers en worden continu zo’n 200 failuremodes gemonitored en kunnen de ontwikkelaars van de modellen terugvallen op meer dan 500 terabytes aan data. Tegelijk gebruikt Philips Augmented Reality in combinatie met de digital twins om de field service engineers op locatie te ondersteunen. “Operationeel zijn we al ver”, zegt Ger Janssen.
Vanuit CAD-model VR-model maken
Novotek demonstreerde op Virtual Revolution de mogelijkheden om direct vanuit een CAD-model een AR-toepassing te bouwen.
In de CAD-wereld wordt de integratie met VR een punt dat komende jaren alsmaar belangrijker zal worden. Novotek, de dealer van de softwarepakketten van PTC, liet tijdens Virtual Revolution zien hoe je binnen enkele minuten een CAD-model
omzet in een AR applicatie voor Vuforia. “Ontwerpers kunnen in Vuforia functies aan het model toevoegen”, zegt Kees Lambregts, technisch directeur bij Novotek. Bijvoorbeeld een manual die dan met een klik opgevraagd kan worden. Je kunt ook een stap verder
september 2019
holistic system engineering
39
wereld samen Augmented Reality in de operatiekamer
Extended Reality in de machinewereld
Waar Philips nog pas aan het begin staat, is de toepassing van AR en de digital twin in de zorg zelf. Samen met Microsoft is rond de Hololens een Augmented Reality toepassing ontwikkeld voor invasieve chirurgie aan het hart. De cardioloog beschikt over een virtueel model van het hart van de patiënt, de digital twin, zoals Ger Janssen het noemt. “De digital twin is gepersonaliseerd doordat we de data van de patiënt gebruiken. Daar voegen we intelligentie aan toe. De specialist kan op het model scenario’s gaan toepassen.” Welk effect heeft bijvoorbeeld therapie a, welk therapie b. Hiermee kunnen de artsen 70 tot 80 procent van hun rekenwerk uitsparen. Tijdens de operatie ziet de arts het model samen met alle relevante data van de patiënt via de Microsoft Hololens voor zich. Met gebaren en zijn stem bestuurt hij de Augmented Reality omgeving. “De informatie volgt waar de arts kijkt, zodat deze zich niet meer van de patiënt hoeft af te wenden.” Een futuristische toepassing, geeft Ger Janssen toe. “We staan pas aan het begin. De eerste testen in ziekenhuizen lopen. Augmented Reality voegt veel waarde aan de gezondheidszorg toe.”
Dat geldt niet alleen voor de zorg, ook voor de machinebouw. Met name als het om scholing en training gaat. Tim van der Grinten van Enversed Studios ziet een toekomst voor zich waarin VR en AR niks speciaals meer zijn, maar waarin je samen dingen doet en dingen fout kunt laten gaan. In een training is dat juist het leermoment. “Virtual revolution is de transitie hoe we met de digitale wereld omgaan.” En dat doen we eigenlijk nog ouderwets, vindt hij. Met een toetsenbord en een muis, de attributen waarmee de medisch specialisten waarmee Philips werkt, niks kunnen beginnen als ze aan het opereren zijn. Dat leidt tot een kenniskloof tussen wie elk commando in de software kent en degene die deze niet kent. Nieuwe bedienconcepten, zoals met de stem, voorkomen deze kenniskloof. “We gaan van losse applicaties naar een verbonden slimme infrastructuur in de bedrijven”, voorspelt de CEO van Enversed Studios. “Wij stappen in de virtuele wereld en de virtuele wereld stapt in onze wereld.” Enversed Studios werkt onder andere samen met Sioux Embedded Systems. De hightech modulebouwer gebruikt VR-technologie om in de ontwikkelfase realistische simulaties van
Op de EMO demonstreert het IFW van de Leibniz Universität Augmented Reality in de kwaliteitscontrole.
gaan en bijvoorbeeld live data van de machine, zoals temperatuur, koppelen aan de AR applicatie. Onderhoud is een van de toepassingen waar Vuforia nu al zinvol kan worden ingezet, evenals sales. Het bekijken van het virtuele model kan op een tablet of een smartphone
september 2019
met een gratis viewer. PTC levert aanvullende software (Chalk) om de AR applicatie bijvoorbeeld uit te breiden met live contact tussen twee personen. “De interesse begint te komen. Vooral R&D afdelingen zijn geïnteresseerd”, aldus Kees Lambregts.
40
Philips bewaakt 30.000 CT scanners elke minuut om te voorspellen wanneer ze stuk gaan
de mechatronicasystemen te bouwen. Robert Hendriksen, software architect bij Sioux: “De investering in visualisatie levert direct geld op in het ontwikkeltraject doordat fouten in het begintraject zichtbaar worden.” Hendriksen spreekt over holistic system engineering. De technologie vergemakkelijk de interdisciplinaire samenwerking bij een hightech leverancier als Sioux. Doordat men vanuit de modellen zowel vanuit het mechanisch als het softwaremodel een controlcode genereert, kunnen engineers van beide teams veel eerder in het ontwikkeltraject integratiefouten oplossen. “We creëren meerdere feedbackloops naar het team.” Robert Hendriksen ziet ook toepassingen voor sales- en service-engineers. Trainingen voor bedrijven die wereldwijd opereren, zijn vaak duur omdat de
medewerkers meestal op een centrale locatie geschoold worden. Met de virtuele modellen kunnen ze lokaal getraind worden. “En ook daar kun je weer een feedbackloop voor het ontwikkelteam halen.”
Cleanroom reinigen trainen met AR Enversed Studios zoekt samenwerking met bedrijven om applicaties te ontwikkelen. Dat hoeven niet altijd oplossingen te zijn waarbij mensen een VR of AR bril opzetten. Werk multimediaal, zegt Tim van der Grinten. Zoals Sioux doet. “Gebruik het medium dat nuttig is voor je.” Hij raadt bedrijven vooral aan om met het laaghangend fruit te beginnen. VR en AR toepassingen die in je eigen proces passen, zoals de applicatie bij Sioux of de training die Alpheios heeft
Vlaamse slimme bril
De slimme veiligheidsbril van het Belgische Iristick.
De Vlaamse start-up Iristick heeft een slimme smartbril ontwikkeld. Slim in de zin dat de batterij en de besturingsunit buiten de bril worden gehouden. Hierdoor gebruikt men een smartphone, waardoor men de technologie in een veiligheidsbril kan integreren die zo licht is dat je er uren mee kunt werken. “Het is een smart safety glass,” zegt Laura De Latte dan ook. Dat neemt niet weg dat de gebruiker een klein scherm heeft voor instructies, er een camera geïntegreerd is met optische zoomlens en een laserpointer. Ook de luidspreker is in het montuur geïntegreerd. De bril kan eveneens via
bluetooth gekoppeld worden aan earbuds om te gebruiken in een lawaaierige omgeving waarin gehoorbescherming verplicht is. Voor brildragers zijn er voorzetglazen op sterkte beschikbaar. Volgens Laura De Latte begint de interesse voor AR sterk te groeien, met name bij bedrijven die wereldwijd actief zijn met service. “De industrie begint te ontdekken dat remote support zinvol is. Een keer een vliegticket uitsparen en de investering betaalt zich terug.” Voor de software kan men eigenlijk elke software gebruiken mits kleine aanpassingen. Iristick gebruikt standaard Eye view, een standaard app voor Android toestellen.
september 2019
41
ontwikkeld. “Kleinere cases zijn sneller haalbaar, kosten minder en je hebt sneller een prototype waarmee je draagvlak creëert.” Trainen met VR applicaties is een voorbeeld van laaghangend fruit. Alpheios reinigt cleanrooms. Een moeilijke klus vindt Raymond Smets van dit gespecialiseerd reinigingsbedrijf uit de Vebego-groep, omdat je eigenlijk het tegenovergestelde doet van wat gangbaar is in de schoonmaakindustrie. Is normaal alles op de minuut gepland, bij het reinigen van een cleanroom moet je het tempo terugschakelen omdat je anders te veel turbulentie veroorzaakt. Alpheios traint de medewerkers sinds kort met een VR app. Ze zien virtueel of ze geen overlappende banen hebben bij het aanvegen van de vloer (dat mag niet) en ze trainen gevoel te krijgen voor de snelheid, zodat ze
geen onnodige luchtbewegingen veroorzaken. Nog afgezien van het voordeel dat je voor deze training geen dure cleanroom meer hoeft vrij te plannen, vindt Raymond Smets vooral het enthousiasme waarmee de medewerkers trainen opvallend. “Mensen reageren louter enthousiast, willen altijd nog een half uurtje langer doorgaan. Dat zegt iets over VR. Dat leeft bij de mensen.” Hij ziet nog meer mogelijkheden dan alleen de cleanroomtraining. Machines reinigen bijvoorbeeld. “Dat train ik liever virtueel dan aan een echte machine.” VR zorgt voor veiligheid. En leermomenten, zoals Tim van der Grinten het zegt. Van fouten maken leer je het meeste. En fouten maken mag in een VR omgeving.
Makino toont spraakbesturing en AR op EMO Makino presenteert op de komende EMO spraakbesturing op de CNC-machines. De Japanse fabrikant demonstreert de mogelijkheden van Athena. Dit is een nieuwe vorm van M2Mcommunicatie, ontwikkeld voor de CNC-machines. Het systeem is ontworpen om elk type CNC-machine te bedienen met je stem. Maar ook informatie over de bewerkingen, de status van een order, aanwezigheid van gereedschap of onderhoudstaken kunnen opgevraagd worden. Net zoals de smartphones tegenwoordig gesproken commando’s en vragen beantwoorden.
Augmented Reality Vorig jaar is Makino al gestart samen te werken met Oculavis, de start-up uit Aken die Augmented Reality toepassingen voor de industrie ontwikkelt. Support engineers van de machinebouwer kunnen live meekijken met de klant, die met een speciale AR-bril naar de machine kijkt. Op deze manier kan de machinebouwer sneller ondersteuning bieden bij het oplossen van eventuele storingen of andere problemen. Voor het eerst in Europa zullen Augmented Reality (AR) modellen voor Makino's D200Z, DA300, a51nx, IQ500 en a500Z machines beschikbaar zijn.
Augmented Reality bij Makino, dat tevens de machine bedienbaar wil maken via spraak.
september 2019
42
Bedrijfsleven investeert op BIC in Industrie 4.0 infrastructuur voor het onderwijs
FutureTec: unieke samenwerking voor onderwijsinnovatie Op Brainport Industries Campus start een uniek opleidingsinitiatief: FutureTec. Acht bedrijven, het Summa College, Brainport Industries College en Brainport Industries slaan de handen ineen. Samen vernieuwen ze niet alleen het technisch onderwijs; ze ontwikkelen eveneens een passend aanbod voor de huidige medewerkers van maakbedrijven in het kader van Leven Lang Leren. De verspaning is de eerste sector waar FutureTec zich op richt; binnen twee jaar volgen opleidingen voor plaatbewerking en Mechatronica. Techniekonderwijs kampt in heel Nederland met dezelfde problemen. Het is duur onderwijs vanwege de noodzakelijke infrastructuur. En door de snelle technologische ontwikkelingen loopt deze infrastructuur eigenlijk per definitie achter. Het ontbreekt scholen aan middelen om te blijven investeren in nieuwe technologie. Hierdoor is er een kloof ontstaan tussen het technisch onderwijs en wat de maakbedrijven vragen van jonge technisch medewerkers. De initiatiefnemers van FutureTec willen deze kloof dichten. Arold Moonen, projectmanager: “Alle kennis en kunde van nieuwe technologie zit bij leveranciers, inclusief de infrastructuur. Het onderwijs heeft verstand van lesmodules, hoe je kennis overbrengt. Wij brengen de partijen binnen FutureTec bij elkaar. De
Vervolg op Teclab FutureTec is een vervolg van het oude Teclab, waarin Brainport Industries en het Summa College participeerden, met als doelstelling om onderwijs en bedrijfsleven dichter bij elkaar te brengen. De betrokken partijen werken achter de schermen al anderhalf jaar aan de oprichting van de coöperatie, wat in augustus is gebeurd. In oktober, als het BIC officieel wordt geopend, presenteert FutureTec zich voor het eerst aan de buitenwacht.
leveranciers die meedoen, brengen equipment, content en expertise in; de onderwijspartners ontwikkelen innovatief onderwijs.” Daarnaast zullen experts van de deelnemende bedrijven in de vorm van gastlessen een inbreng krijgen in het onderwijs.
Coöperatie onderstreept betrokkenheid Deze leveranciers zijn DMG Mori, Ertec, CNC Consult, Renishaw, Mitutoyo, Heidenhain, Iscar en Haimer. Samen met het Summa College, Brainport Industries College en Brainport Industries vormen ze een coöperatie; de initiatiefnemers verbinden zich voor minstens vijf jaar aan FutureTec. “De huidige leden doen mee omdat ze overtuigd zijn dat het onderwijs anders moet”, legt Arold Moonen uit. De acht bedrijven richten in de verspaningsafdeling van het Summa College op Brainport Industries Campus, een volledig papierloze fabriek in. CNC Consult realiseert met een aantal softwareoplossingen, waaronder CADCAM en planningssoftware, een omgeving waarin de studenten direct de betekenis van PMI (Product Manufacturing Information) ervaren, zodat ze klaar zijn voor papierloos werken. Vooralsnog plaatst DMG Mori bij FutureTec een 5-asser en een 3-asser, geautomatiseerd met de systemen van System 3R van Ertec. Iscar zorgt voor de tooling en de gereedschapuitgiftesystemen en Haimer voor de voorinstelsystemen. Mitutoyo plaatst er een high end meetsysteem; Renishaw zorgt niet alleen voor de meettasters maar ook voor een Equator voor vergelijkend meten. Arold Moonen noemt het uniek dat bedrijven die soms elkaars concurrent zijn, over hun eigen schaduw heen stappen en samen een coöperatie starten. “Ze doen dit omdat ze een hoger doel dienen, namelijk de toekomst van techniek in Nederland. De intrinsieke motivatie is dat ze willen bijdragen aan beter techniekonderwijs, dat laat zien dat techniek tegenwoordig schoon en mooi is.” Zodra het partnerpaviljoen op het BIC klaar is, komen er meer machines. “Ook CNC-draaimachines. DMG Mori wil zelfs een hybride machine hier plaatsen, 5-assig frezen en 3D metaalprinten.” In dit partnerpaviljoen krijgt FutureTec de beschikking over 1.000 vierkante meter. “Daar gaan we de fabriek van de toekomst inrichten”, zegt Arold Moonen. Dan worden soortgelijke corporaties gestart rond de thema’s plaatbewerking en
september 2019
43
Arold Moonen: “Leven Lang Leren is een belangrijke pijler onder FutureTec. Hier kunnen bedrijven hun medewerkers laten scholen op het vlak van Industrie 4.0.”
mechatronica. Dan dekt FutureTec alle belangrijke competenties in de maakindustrie af. Tegen die tijd hoopt de projectleider ook het hbo in de regio erbij te betrekken, zodat studententeams van mboen hbo-studenten gezamenlijk kunnen optrekken.
komende jaren een einde maken, om de kostbare infrastructuur optimaal te kunnen benutten.
Forse investeringen
De leden van de corporatie investeren elk behoorlijk in FutureTec. De bedrijven doen dit vooral via de inbreng van machines, ICTinfrastructuur, gereedschappen, high-end meettechnologie et Leven lang leren FutureTec dient niet alleen om het mbo-onderwijs aantrekkelijker en cetera. In ruil kunnen ze de faciliteiten ook voor zichzelf gebruiken, bijvoorbeeld voor demonstraties; voor opleidingen en trainingen meer bij de tijd te brengen. Arold Moonen: “Leven Lang Leren is waarvoor klanten nu vaak naar het buitenland moeten of zelfs een belangrijke pijler onder FutureTec. Hier kunnen bedrijven hun medewerkers laten scholen op het vlak van Industrie 4.0. Ze kunnen als een soort back-up om eventueel snel machines te kunnen leveren. Dat hierdoor het machinepark van FutureTec regelmatig hier ook projecten neerleggen, waar studenten dan mee aan de verandert, vindt de projectmanager alleen maar goed. “Hierdoor slag gaan.” Als het aan de initiatiefnemers ligt, gebeurt ook dat op kunnen we het technologieaanbod continu vernieuwen en up to een vernieuwende wijze: studenten werken met de allernieuwste technologie; leveranciers brengen hun expertise in; docenten zorgen date houden.” Dit is juist de kracht van het concept, iets dat in het reguliere onderwijs onmogelijk zou zijn. FutureTec krijgt een voor de juiste didactische aanpak. Vernieuwend ook in de zin dat mbo- en hbo-studenten straks samen, wellicht zelfs multidisciplinair, startsubsidie van de provincie Noord-Brabant. Over twee jaar moet FutureTec operationeel zelfstandig zijn en zonder deze subsidies aan projecten uit de maakindustrie werken. FutureTec is ook kunnen draaien. “We gaan nu de businesscase bouwen om te vernieuwend in de zin dat het onderwijs voor volwassen gaat zien waar er nog blinde vlekken zijn.” Het verdienmodel dat de aanbieden, zodat de huidige medewerkers in de maakindustrie initiatiefnemers voor ogen hebben, is dat de onderwijsactiviteiten bijgeschoold worden om de digitalisering bij te kunnen benen. Voor voor het bedrijfsleven voldoende geld in het laatje brengen om de Leven Lang Leren activiteiten gaat men dezelfde infrastructuur de infrastructuur in stand en up to date te houden. Het regulier gebruiken. Dat betekent dat gebruik van machines digitaal gepland onderwijs mag de infrastructuur gratis gebruiken, voor bedrijven gaat worden, net zoals een bedrijf machines voor bepaalde geldt een pay per use. Arold Moonen is overtuigd dat uiteindelijk dit klantorders inplant. “We gaan realistisch plannen. Als een student voor iedereen een positief resultaat oplevert. Niet in de laatste plaats een machine nodig heeft voor een project, zal hij in overleg de voor de Nederlandse maakindustrie. machinetijd plannen en zich aan de afspraak moeten houden.” Zelfs aan de traditionele schoolvakanties in het onderwijs wil men
september 2019
44
Inkopers en toeleveranciers doen steeds vaker zaken met elkaar op online platformen
Platformen: de smeerolie van de digitalisering De platformeconomie rukt ook in de maakindustrie steeds verder op. Algoritmes die inkopers en toeleveranciers aan elkaar koppelen en zelfs prijzen berekenen. De B2B markt volgt de consumentenmarkt. B2B marktplaatsen staan in bloei; ze worden de toekomst van e-commerce tussen professionals. Dat schreven de consultants van Roland Berger vorig jaar in hun studie B2B Marketplaces are blossoming. De trend is duidelijk: het klassieke inkoopproces gebaseerd op een langdurige relatie tussen inkoper en verkoper, waarin alles onderhandelbaar is, dat concept is op zijn retour. De B2B inkopers willen dezelfde inkoopervaring die ze gewend zijn als consument.
Processen nieuw vormgeven Op de EMO 2017 presenteerde Orderfox.com zich groots. Het heeft de ambitie hét platform voor de wereldwijde CNC-industrie te worden, niet alleen voor orders, ook voor machines, gereedschappen, kennis. David Felsmann, CEO, ziet de opmars van de platformen als een parallelle ontwikkeling naast Industrie 4.0. “Door Industrie 4.0 en de voortschrijdende digitalisering worden alle bedrijven uitgedaagd hun processen te evalueren en opnieuw vorm te geven. Digitaal inkopen, geautomatiseerde inkoopprocessen, big data en realtime beschikbaarheid van informatie, veranderen
Mark Pluijmen, CEO van Batchforce: niet de prijsvorming staat centraal, maar het inzichtelijk maken van alle data in het proces.
Batchforce: intermediair Batchforce (ruim 1.000 aangesloten CNC-bedrijven) is het digitale verlengstuk van de inkoper, zegt Mark Pluijmen, CEO. Het Nederlandse platform richt zich specifiek op het inkopen van CNC frees- en draaidelen. Niet meer, niet minder. “Deze stukken zijn de kern van kleine serieproductie”, legt Mark Pluijmen uit. Deze focus helpt Batchforce om sneller de data die voor het inkoopproces relevant zijn inzichtelijk te maken. Batchforce neemt de orders aan en is daarvoor verantwoordelijk, ook wat betreft kwaliteit en levertijd. De software selecteert op basis van datapunten die inkopers aan toeleveranciers toekennen en de manuele input van Batchforce de best passende partijen bij een order. Daar wordt de aanvraag neergelegd. Doordat Batchforce een marge berekent naar de inkoper, is het gebruik van het platform gratis voor beide partijen.
Zo ziet het supplier portal bij Batchforce eruit.
www.batchforce.com
september 2019
45
Een order binnenhalen kost op de klassieke manier gemiddeld € 12.000
de rol van de inkoper maar ook die van het producerend bedrijf fundamenteel.” De digitalisering zal ertoe leiden dat de informatieuitwisseling in de supply chain nog intensiever wordt; de platformen zorgen voor de transparantie. Inkopen via een online platform levert daarom kostenbesparingen op, aldus David Felsmann.
omdat ze de expertise en de automatisering daarvoor missen.”
Efficiency in de keten verbeteren
Kostenbesparing
Dat zegt ook Mark Pluijmen, co-founder en CEO van het Nederlandse platform Batchforce. Vaak is de kritiek dat de platformen voor prijsdruk zorgen. Volgens Mark Pluijmen staat niet de prijsvorming centraal, maar het inzichtelijk maken van data in het inkoopproces. Daardoor verbetert de efficiency in de keten. Maakbedrijven in de Benelux die zich aansluiten, zoeken een manier om hun bedrijf beter te integreren in de supply chain. “Ze willen efficiënter orders ontvangen, de foutmarges verminderen. Het gaat de bedrijven in Nederland en België, die al ver zijn met automatisering, vooral om efficiencyverbetering.” Onlangs heeft Batchforce een roadshow in Polen georganiseerd om Poolse leveranciers voor het platform te interesseren. Daar hebben bedrijven een andere incentive om via zo’n platform op zoek te gaan naar nieuwe orders. “Efficiency is voor hen nog geen incentive; ze zoeken via het platform orders.” Juist het MKB-maakbedrijf kan via een platform veel efficiënter met nieuwe klanten in contact komen, benadrukt Batchforce CEO Mark Pluijmen. “Kleinere bedrijven kunnen makkelijker onderdeel worden van een grotere supply chain dankzij het platform. Dat kunnen ze nu niet
De efficiencywinst geldt zowel voor de inkoper als voor de supplier. Het Duitse platform Kreatize richt zich specifiek op CNConderdelen voor machinebouwers. Het jonge bedrijf komt voort uit een familiebedrijf in de fijngietindustrie. “Daar zagen we dat inkoopprocessen erg duur zijn en lang duurden”, zegt Simon Tüchelmann, founder en CEO. “De inspanningen voor het MKB om op een aanvraag te reageren zijn zo groot, dat het voor hen bijna niet meer lucratief is. Daarom bieden wij hen een verkoopkanaal.” Kreatize heeft onderzoek gedaan naar het inkoopproces in deze sector. Gemiddeld kost het 21 werkdagen om een order tot stand te brengen, terwijl er 8 uur werk in gaat zitten. Dat laatste komt vooral doordat er veel manueel gedaan wordt. Het probleem voor
David Felsmann, CEO van Orderfox.com: Industrie 4.0 dwingt bedrijven hun bedrijfsprocessen opnieuw te bekijken.
Kreatize: machine learning Kreatize bouwt software die de CAD-modellen in een aanvraag analyseert en zelf aan de hand van de criteria de prijs berekent. De prijsmodellen zijn samen met toeleveranciers ontwikkeld. Door machine learning in te zetten, leert de software steeds beter prijzen te berekenen. Medewerkers kijken op de achtergrond nog mee. De order wordt vervolgens naar drie door het systeem geselecteerde toeleveranciers gestuurd die met één muisklik de opdracht kunnen aannemen. Toeleveranciers hoeven zelf geen offertes meer te maken. Kreatize biedt ook expressdiensten aan. Daarvoor koopt het vooraf productiecapaciteit bij geselecteerde toeleveranciers in.
Simon Tüchelmann, CEO van Kreatize: inkoopprocessen duren te lang en zijn te kostbaar.
september 2019
kreatize.com
46
Naast CNC frezen en draaien verwerken de algoritmes van Kreatize ook aanvragen voor 3D printopdrachten.
toeleveranciers is de lage scoringskans. Volgens hetzelfde onderzoek wordt één op de twintig aanvragen een order. Tel je alle kosten mee in de orders die men wel binnenhaalt, dan kost het gemiddeld €12.000 om een order in de wacht te slepen. Met hun software zoeken de platformen naar kansrijke matches tussen inkoper en toeleverancier, om zo de scoringkans te verhogen. Daarnaast bieden ze tools aan inkoper en supplier om te communiceren en orders digitaal te begeleiden. Dat verlaagt de kosten voor beide partijen. Bij Kreatize en Batchforce komen de offertes vergaand geautomatiseerd tot stand, alhoewel de factor mens nog niet volledig wordt overgeslagen.
Acceptatie De acceptatie van de platformen zit in een stijgende lijn, zeggen alle drie de gesprekspartners. “We zijn vooral succesvol doordat onze community de tijd- en kostenbesparing onderkent en tegelijkertijd wereldwijd nieuwe businesskansen kan benutten”, zegt David Felsmann van Orderfox.com. Mark Pluijmen merkt dat hij anno 2019 een ander gesprek met inkopers voert dan twee jaar geleden. “In ons eerste jaar moesten we ze vooral overtuigen van de voordelen om online zaken te doen. Dat hoef ik nu niet meer uit te leggen. Het gaat direct over kwaliteit en op tijd leveren. Ze vinden online inkopen normaal. En wij weten wie waar goed in is.”
Orderfox.com: CNC Community De insteek van Orderfox.com (13.000 aangesloten CNC-bedrijven) is anders. Het platform brengt inkopers in contact met CNCmaakbedrijven die een bepaalde order kunnen uitvoeren. Dat gebeurt op basis van big data waarbij de software de juiste match maakt. Daarna communiceren beide partijen via het platform rechtstreeks met elkaar. Met verschillende softwaretools vereenvoudigt Orderfox.com deze communicatie. Orderfox. com maakt daarnaast beschikbare capaciteit zichtbaar. Vanaf 1 september betalen toeleveranciers een abonnementsfee. In de herfst komt er een kortingssysteem. Met het uitbesteden van hun bestellingen kunnen maakbedrijven een aanzienlijk deel van het abonnementsgeld terugverdienen. Recent zijn er al partnerschappen afgesloten met machinebouwers als Mikron, Chiron, Index Traub en Citizen. www.orderfox.com
Orderfox.com biedt inkopers tools om op een efficiënte manier contact te leggen met passende toeleveranciers.
september 2019
47
Platformen zorgen voor transparantie en efficiency, niet voor prijsdruk Vooral het gemak waarmee contact wordt gelegd met passende toeleveranciers spreekt de inkopers aan, naast de inzichtelijkheid van de orderafhandeling. Aan de kant van de toeleveranciers merkt hij wel verschillen. Een aantal toeleveranciers kiest bewust voor een platform omdat ze de acquisitie efficiënter willen maken. Andere toeleveranciers, met name Nederlandse, zijn selectiever. Bij Batchforce ziet men een verschil tussen Nederlandse en OostEuropese toeleveranciers. Nederlandse bedrijven zijn dikwijls selectiever en hebben levertijden die vaak langer dan vier weken zijn. “We hebben partners met uitzonderingen maar algemeen is dit het beeld van de markt dat wij hebben”, aldus Mark Pluijmen.
Ruimte voor meerdere platformen? Onlangs kondigde het Bosch Venture Fund aan een belang te nemen in het Amerikaanse platform Xometry, dat inmiddels ruim $ 50 miljoen dollar bij investeerders heeft opgehaald. Met Bosch als aandeelhouder wil het uitbreiden naar de Europese markt. Is er ruimte voor al deze platformen? Voorlopig wel, denkt David Felsmann van Orderfox.com, die benadrukt dat je Orderfox.com niet kunt vergelijken met Xometry omdat het verdienmodel totaal anders is. “Veel bedrijven zien digitalisering als kans om met nieuwe tools hun processen te automatiseren. Wij geloven dat er in de toekomst nog andere, vooral regionale platformen zullen ontstaan.“ Op lange termijn zullen echter slechts enkele overleven. Orderfox.com zal een van deze Big Players zijn, zegt Felsmann. Tamara Tüchelmann, Brand- and Communicationmanager bij Kreatize, denkt dat de markt groot genoeg is voor meerdere platformen. Vandaar de focus op de machinebouw. “Als we een paar procent van die markt kunnen pakken, is dat al super.” Mark Pluijmen ziet eveneens ruimte voor
*
Hoewel de inkoper en toeleverancier direct de zaken afhandelen, communiceren ze via het Orderfox.com platform.
meerdere platformen naast elkaar. “Onze concurrent is dan ook niet een platform zoals Xometry, maar de fysieke inkoper die nog steeds de fysieke toeleverancier in een regio zoekt.” De CEO van Batchforce verwacht dat inkopers in de toekomst via meerdere platformen gaan inkopen; het ene meer gespecialiseerd; het andere meer regionaal gericht. Of op een andere technologie. “Je hebt niet een platform dat alles het beste kan.” De volgende stap zal namelijk zijn dat de platformen digitaal gekoppeld worden, net zoals dat in de reiswereld al gebeurt met Sky Scanner voor vliegtuigtickets. En wat gebeurt er met maakbedrijven die geen gebruik maken van een platform? “De CNC-industrie verandert. Wie digitalisering als een kans ziet, behoudt op lange termijn zijn concurrentiekracht”, zegt David Felsmann. De platformen zullen gaandeweg voor meer open concurrentie zorgen, denkt Mark Pluijmen, omdat de ketens transparant worden. Maar over tien jaar zullen er best nog orders via de e-mail of fax bij bedrijven binnenkomen. “Maar ik denk dat onze manier scherper en beter is en overgenomen zal worden door meer bedrijven.” En bij Kreatize ziet men vooral de toekomst van machines die aan het platform gekoppeld zijn, zodat beschikbare capaciteit direct zichtbaar is. Dan kan het orderproces nog verder geautomatiseerd worden.
De webshop voor CNC freesonderdelen met de snelste service.
Code: EMO2019 *Geldig tot 30/11/2019, 1x per klant, niet cumuleerbaar www.YouniQMachining.com
september 2019
48
PM Group zet met Large Machining van precisie structuurdelen de volgende stap
Volume verspaning voor de hightech industrie Met Large Machining start PM Group een nieuwe activiteit om klanten in de optische- en halfgeleiderindustrie completere oplossingen te bieden. Het nauwkeurig CNCfrezen van structuurdelen sluit naadloos aan op de beide kernactiviteiten van de groep: toelevering aan de luchten ruimtevaart en het ontwikkelen en bouwen van zeer precieze motionsystemen. “Met het frezen van de grote delen zoals frames zetten we de volgende stap”, zegt eigenaar Joep Lüth. Het familiebedrijf PM Group leunt op twee activiteiten: aan de ene kant bearings en precisie rechtgeleidingen en motionsystemen in Dedemsvaart; aan de andere kant de toeleveringsbedrijven voor hoogwaardige mechanische componenten, vooral aan de lucht- en ruimtevaart, in Hengelo en Almere. Joep Lüth wil nu een brug slaan vanuit de toeleverende bedrijven naar de vestiging in Dedemsvaart. “We zien dat onze motionsystemen voor de optische- en semiconductorindustrie steeds vaker in vacuümkamers terecht komen. Met onze ervaring in µ-nauwkeurigheden en Large Machining kunnen we klanten een geïntegreerd systeem leveren.”
Enige in Nederland Voor deze nieuwe activiteit is er in Dedemsvaart een nieuwe hal gebouwd en heeft de groep onder andere de bavius HBZ AeroCell 400-200 gekocht, de enige van dit type in Nederland. Joep Lüth ziet dit als een vervolg op eerdere investeringen in Dedemsvaart
in nieuwe CNC-technologie, klimaatbeheersing en de cleanroom. De bavius (het vroegere Handtmann) machine is een essentieel onderdeel van de large machining strategie die de onderneming vanaf 2020 verder gaat uitrollen. Dit horizontaal bewerkingscentrum heeft twee opspantafels van vier bij twee meter. De capaciteit voor groot verspaning wordt zowel ingezet voor de productie van structuurdelen voor de lucht- en ruimtevaart als voor de motionsystemen. “Large Machining is een uitbreiding voor onze luchtvaartpartners én we halen hiermee nieuw werk binnen uit de optische, halfgeleider- en medische industrie. Dit zorgt voor kruisbestuiving tussen onze beide activiteiten.”
Nauwkeurige volume verspaning De bavius HBZ AeroCell die Dymato in Dedemsvaart heeft geleverd, is een typische machine voor volume verspaning. Met de 125 kW spindel (30.000 toeren) freest de machine tot 12 liter aluminium per minuut. Het horizontale concept zorgt voor de ideale spanenval. Het bijzondere aan dit concept is dat de tafel vlak ligt voor het opspannen van de werkstukken en dan 90 graden kantelt voor de bewerking ervan. De standaard dubbele tafel zorgt voor parallel opspannen en frezen. Bavius bouwt de AeroCell tot maximaal 7 meter lengte. De stabiliteit draagt bij aan de hoge nauwkeurigheid, die bij grote onderdelen enkele honderdsten, bij kleinere in het micronbereik ligt. De Duitse machine paste precies in het profiel van de machine die PM zocht, zegt Gert Lennips, Operational Manager: snel, nauwkeurig, grote volumes verspanen in korte tijd. “En voor de
De bavius HBZ AeroCell 400-200 is een machine voor volume verspaning in combinatie met hoge nauwkeurigheid. Bavius ontwikkelt momenteel een 5-assige freeskop voor dit type.
september 2019
49
Dit frame voor de semi-conductorindustrie werd op de bavius AeroCell compleet gefreesd in enkele opspanningen, zonder dat er nog aparte nabewerkingen nodig zijn.
spanenafvoer is zo’n horizontale versie fantastisch.” De twee pallets annex opspantafels bieden voldoende ruimte om de machine zo te beladen dat deze manloos de nacht doorkomt. “We werken met twee ploegen maar met de goede producten op de machine komen we de nacht door.” Gert Lennips wil het manloos werken niet alleen aan de nachtelijke uren koppelen. “Ook overdag scheelt manloos produceren in de kosten.”
kunnen nog meer verantwoordelijkheid overnemen. En dat ziet de markt. Large Machining zorgt al voor nieuwe klanten die weten dat we deze bavius machine in huis hebben.” De bavius HBZ AeroCell 400-200 bij PM Group is geleverd door Dymato. www.dymato.nl
Frame uit één blok Een van de recente producten is een complex aluminium frame voor de semi-conductorindustrie. In de cleanroom wordt het samengebouwd met de precisie motion componenten tot een geavanceerd systeem dat zelfs de geringste trilling absorbeert. Vroeger kon PM zo’n frame ook wel produceren, maar dat vergde veel creativiteit en werk omdat het in meerdere delen gefreesd moest worden. Een andere oplossing zou zijn frames op te bouwen uit een lassamenstelling. “Nu kunnen we deze frames uit één blok frezen”, legt Gert Lennips uit. Dat is wat klanten willen. Het complexe frame is inclusief enkele keren omspannen in één keer op de bavius AeroCell compleet geproduceerd. “De nauwkeurigheid en ook het freesbeeld zijn goed, zodat we het frame direct van de machine, na reiniging, in de cleanroom verder kunnen monteren.”
Machine zorgt voor nieuw werk De investeringen in Large Machining zijn een lange termijn investering om verder uit te groeien tot een strategische partij voor klanten die precisie motionsystemen zoeken. Daar hebben de PMbedrijven nu alle competenties voor in huis, meent Gert Lennips: de mensen, de faciliteiten zoals de precisiemachines en een cleanroom, en de kennis. Joep Lüth tot slot: “Klanten schuiven hier niet een pak papier binnen waarop staat hoe het moet. Dat bedenken wij voor de klant. De grote machine is een aanvulling op onze competentie. We
september 2019
Gert Lennips, Operations Manager: “Precisie zit in het DNA van onze mensen. Nauwkeurigheid is een samenspel van mensen, vakmanschap, slimme processen, goede omstandigheden en de juiste machines.”
2-S Service & Specialties
Totaalleverancier voor hightech productie - Emulcut; Koelemulsies met grade 2 vrijgaven - Feroclean: Reinigingsmiddelen voor grade 2 reiniging - Demi-water installaties - ISO 9001 laboratorium voor kwaliteitswaarborging
Emulcut
Vrijgegeven voor grade 2 productie, huidvriendelijk en vlekvrij verspanen
Feroclean
Reinigingsmiddelen voor een optimale cleanliness van hightech onderdelen
In samenwerking met: Meer informatie? +31 492 590 443 info@2-s.eu www.2-s.eu
51
Gladwalsen als technologie om oppervlakteruwheden te verbeteren, tot beter dan Ra 0,1 µm. Het oppervlak kan tot spiegelend worden bewerkt, precies zoals bij polijsten. Vastwalsen verbetert de mechanische eigenschappen, onder andere door de vermoeiïngssterkte te verhogen. De levensduur van werkstukken kan hiermee met maximaal een factor 5 worden verlengd. Ecoroll Werkzeugtechnik laat op de EMO de nieuwste stap in het gladwalsen zien: digitale krachtbewaking. De kracht waarmee het oppervlak wordt bewerkt, is een belangrijke parameter in dit plastisch vervormingsproces, dat met de Ecoroll gereedschappen in De nieuwe zwenktafel voor de Matec 30 HV zorgt voor een langere onbemande het bewerkingscentrum gedaan wordt. Door de geïntegreerde bluetooth productietijd. module kan de CNC-operator de walskracht tijdens de bewerking in de app op de smartphone bewaken. Het systeem werkt in principe op alle CNC-machines. Ecoroll werkt ondertussen al aan de volgende stap, namelijk de terugkoppeling van deze krachtdata naar de CNC-besturing in de machine, zodat automatisch het programma kan worden aangepast. Young Cutting Tools is sinds kort in de Benelux het eerste aanspreekpunt voor de gladwalsgereedschappen van Ecoroll. Matec heeft voor de Matec 30 HV een zwenktafel ontwikkeld om zo zonder automatisering de productiviteit van de machine www.youngcuttingtools.nl op te voeren. De zwenktafel laat zich configureren voor de producten die op de machine worden verspaand, zo kan de klant kiezen uit nulpunt spansystemen, T-profielen, magneet- of vacuümopspanning. Ook combinaties zijn mogelijk, zelfs meerdere opspantechnieken aan één kant van de zwenktafel. Afhankelijk van de uitvoering van de machine kunnen drie of vijf zijden van het product bewerkt worden. Met dit systeem verlengt Matec de onbemande bewerkingstijd aanzienlijk. Voor de pendeluitvoering van de machine bouwt Matec twee gescheiden zwenktafels. Hiermee kan men aan één kant langere tijd bewerken terwijl aan de andere kant van de machine de nieuwe producten worden opgespannen. Moeten er langere werkstukken worden verspaand, zwenken beide zwenktafels simultaan.
Matec: zwenktafel voor 30 HV
www.limascnc.nl Ecoroll laat op de EMO zien hoe de kracht waarmee de gereedschappen gladwalsen digitaal wordt bewaakt.
Hainbuch: snelwisselsysteem voor kleine spindels Hainbuch brengt een kleine versie op de markt van het snelwisselsysteem CentroteX. Het is net als de grotere versie bedoeld om in een klauwplaat snel van spantanghouder en doorns te wisselen, met behoud van de nauwkeurigheid en stijfheid. CentroteX S heeft een diameter van slechts 224 mm en leent zich daarom voor draaimachines met een compacte bewerkingsruimte. De machineadapter zit vast op de spindel, het spanmiddel wordt voorzien van het contradeel. Met deze combinatie kan in minder dan een minuut het spanmiddel worden gewisseld, met een herhaalnauwkeurigheid van beter dan 2 µm, zonder dat het systeem uitgelijnd moet worden. Het systeem is geschikt voor gereedschapopname KK5, KK6, AP140 en AP170. www.bisspecials.com
september 2019
Kort EMO nieuws
Ecoroll: digitale bewaking gladwalsen
Hainbuch brengt het snelwisselsysteem CentroteX nu ook in een compacte versie voor kleinere machines op de markt.
52
Ceratizit presenteert High Dynamic Turning (HDT) met FreeTurn draaigereedschappen
Draaien zonder compromis
De slanke houders voor de FreeTurn gereedschappen zijn onderdeel van een totaal oplossing die Ceratizit ontwikkeld heeft voor meer productiviteit in het CNC-draaien.
Ceratizit laat met High Dynamic Turning (HDT) zien dat ook in het CNC-draaien nog innovaties mogelijk zijn. Met de speciale FreeTurn draaigereedschappen en de juiste CADCAM-software, kan de benaderingshoek voortdurend worden veranderd. Eén gereedschap volstaat voor alle bekende draaibewerkingen. Dat scheelt 30% procestijd vergeleken met de bestaande draaitechnieken. Geïnspireerd door de gedachte dat er bij het draaien meer vrij te kiezen parameters dan alleen snelheid, voeding en snijdiepte zouden moeten zijn, ontwikkelde Ceratizit jaren geleden al de eerste ideeën om de flexibiliteit in het draaiproces te vergroten.
De scepsis in de branche was groot, maar Ceratizit zette door met als resultaat de nieuwe draaitechniek High Dynamic Turning (HDT) met FreeTurn draaigereedschappen. Hiermee kan voortdurend de benaderingshoek worden veranderd. Doordat deze hoek steeds wijzigt is de tijd dat het gereedschap niet in het materiaal snijdt minimaal. High Dynamic Turning met FreeTurn gereedschappen is volgens Thierry Wolter, directielid van de Ceratizit Group, een gamechanger op draaigebied.
Live demonstraties op EMO Ceratizit introduceerde deze techniek vorig jaar al op de AMB in Stuttgart. Dat leverde veel positieve respons op, zowel van
september 2019
53
machinebouwers, CADCAM-ontwikkelaars en besturingsproducenten als van klanten. Sindsdien is de ontwikkeling doorgegaan met als resultaat dat op de EMO in Hannover enkele machinebouwers High Dynamic Turning met FreeTurn gereedschappen live zullen demonsteren. “Vanaf de EMO is deze techniek ook beschikbaar voor klanten”, zegt salesmanager Patrick Umans van de Nederlandse vestiging van Ceratizit. “Eerst voor aluminium en staal. Maar dit is nog maar het begin. Er komt nog veel meer.” Umans verwacht dat Nederlandse verspaners High Dynamic Turning met FreeTurn gereedschappen snel gaan adopteren: “Zij willen altijd vooroplopen. En we hebben hier een vrij jong machinepark met veel multitasking machines. Die heb je nodig om deze draaitechniek te kunnen toepassen.”
Vier competentiemerken Ceratizit produceert in het Oostenrijkse Reutte hoogwaardige (hardmetalen) wisselplaatgereedschappen. Het bedrijf is tegenwoordig een van de vier competentiemerken van het Team Cutting Tools van de Ceratizit Group. De andere drie merken zijn WNT, Komet en Klenk.
Reductie procestijd De innovatieve draaitechniek is geschikt om alle bekende draaioperaties, zoals voorbewerken, finishen, contour-, vlak- en langsdraaien, uit te voeren met slechts één gereedschap. Ceratizit stelt dat hiermee een reductie van de procestijd met wel 30 procent ten opzichte van de klassieke draaitechniek haalbaar is. Door telkens de benaderingshoek te wijzigen kunnen de FreeTurn gereedschappen complexe geometrieën aan. Zo volstaat één tool vaak voor de complete bewerking van een werkstuk, waarbij volgens de conventionele draaimethoden vaak meerdere tools nodig zijn. Dat betekent dus dat er veel minder gereedschapswissels nodig zijn. Daarnaast is er tevens een goede spaanbeheersing. Ook is de oppervlakteruwheid beter dankzij minder vibratie doordat de krachten die bij het snijden in het materiaal vrijkomen direct in de assen van de tool en de spindel gaan. Dat komt vooral door het bijzondere, extreem slanke ontwerp (een monoblock-constructie) van de gereedschappen. Dit draagt er ook aan bij dat werkstukken uitstekend te benaderen zijn.
Basis-uitrusting noodzakelijk Eerder dit jaar toonde Ceratizit tijdens een roadtrip voor de internationale vakpers live een toepassing van de nieuwe draaimethode bij het draaien van een aluminium wielnaaf voor fietsonderdelenproducent Rotor. In een video werd ook ‘het echte werk’ in staal getoond bij het draaien van een versnellingsas, zowel de voorbewerking als de finishing. Ceratizit wees er bij deze demo’s op dat draaien met FreeTurn gereedschappen niet alleen een kwestie is van de juiste gereedschappen. Toepassing van deze techniek vereist een ‘basis-uitrusting’ die verschillende aspecten omvat. Allereerst is er een machine met vijf assen nodig: drie lineaire (X, Y, Z) en twee rotatie-assen voor materiaal en tool. Want in plaats van de klassieke, statische positie van de wisselplaten in de houder, wordt nu de freesspindel gebruikt om de juiste hoek tot het werkstuk te realiseren. Het gebruik van de spindelaandrijving in combinatie met het slanke, axiale ontwerp van de FreeTurn gereedschappen creëert een vrijheidsgraad van 360 graden zonder botsingsgevaar en zorgt daarmee voor een grote flexibiliteit. Want door de rotatie om de
september 2019
eigen gereedschapsas kan het wisselen van de snijkanten zonder onderbreking van de bewerking plaatsvinden. Aan de freesspindel als gereedschapshouder worden ook wel enkele eisen gesteld: onder andere een HSK-T of PSC opname en een uitstekende compensatie in het Y-bereik.
Softwaresystemen En dan zijn er nog de besturing van de machine en de CADCAMsoftware. De besturing moet genoeg rekencapaciteit (snelheid) hebben om de voortdurende veranderingen in de benaderingshoek te ondersteunen. Geavanceerde software is nodig om de bewerking goed en snel te kunnen programmeren. Het draaien van de aluminium wielnaaf was geprogrammeerd met Siemens Sinumerik 840D, maar Uwe Schleinkofer, hoofd R&D snijgereedschappen bij Ceratizit Reutte, gaf toe dat zijn programmeurs veel handmatige en dus tijdrovende aanpassingen hadden moeten doen om het allemaal voor elkaar te krijgen. “De uitdaging is hier samen met verschillende partijen verder aan te werken.” Bij Rotor gebeurt dat inmiddels al. Deze fabrikant werkt samen met een machinebouwer en een CADCAM-leverancier aan de implementatie van de nieuwe draaitechniek in de eigen productie.
Samenwerking HDT met FreeTurn gereedschappen biedt volgens Ceratizit veel perspectief, maar vraagt dus ook om de gezamenlijke inzet van gereedschapsproducenten, machinebouwers, producenten van besturingen en CADCAM-leveranciers om er een succes van te maken. Ceratizit betreedt de markt daarom met open vizier: “Laten we samenwerken om de wereld van het draaien te verbeteren”, luidt de boodschap. www.wnt.com/nl
54
Grinding Symposium schetst hoe Artificial Intelligence en algoritmes grip krijgen op de slijpmachine
De digitale assistenten voor de slijper Reproduceerbaarheid van mechanische bewerkingen begint bij een excellente mechanische basis. Pas als die goed is, kun je gaan compenseren. Met dit ene zinnetje leek professor Konrad Wegener op het Grinding Symposium alle hypes rond Industrie 4.0 te relativeren. Leek, want de digitalisering met daarbij kunstmatige intelligentie voorop, gaat wel degelijk een rol spelen in het slijpproces. Eigenlijk in alle bewerkingstechnieken voor de metaalindustrie. Eens in zoveel jaren is het Zwitserse Thun het middelpunt van de slijpwereld. De - inmiddels - negen bedrijven onder de vlag van United Grinding presenteren zich dan zowel met hun nieuwe machines alsook met een blik in de toekomst van precisietechnologie. Het Grinding Symposium biedt een mix van state-of-the-art technologie die vandaag beschikbaar is met de trends die komende jaren een stempel op de sector gaan drukken. De nieuwe slijp- annex 5-assige freesmachine van Mägerle voor onder andere turbinecomponenten is een voorbeeld van
“Zonder sociale acceptatie is het lastig een product in de markt te zetten” het eerste. De lezingen rond kunstmatige intelligentie illustreren het tweede.
Statussymbool auto: weg Professor Konrad Wegener (ETH Zürich) ziet dat Industrie 4.0 overal is in de industrie, net zoals machine learning en kunstmatige intelligentie (AI) alom toepassingen vinden. Je zou kunnen denken dat de digitalisering alléén zaligmakend is. “Het gaat echter niet om data genereren maar uit deze data zinvolle informatie halen. Daar hebben we juist een gebrek aan”, merkt Wegener op. Hij denkt dat machinebouwers ook naar andere maatschappelijke trends moeten kijken, zoals dat de rol van auto als statussymbool is uitgespeeld. “Bij jongeren vervangt de smartphone de auto als statussymbool.” Als machinebouwer moet je daar de les uit trekken dat de HMI moet veranderen. De jonge generatie groeit op met smartphones die intuïtief bedienbaar zijn. “We zouden er goed aan doen ook op de machine een HMI te hebben die intuïtief
Fritz Studer presenteerde de nieuwe S33 universele rondslijpmachine, met nu maximaal 1600 mm tussen de centers.
september 2019
55
Digitale technieken spelen een alsmaar belangrijkere rol in de slijptechnologie, zoals United Grinding de bezoekers liet ervaren in deze cockpit.
bediend kan worden.” Konrad Wegener verwacht dat er veel meer expertsystemen gaan komen die de data structureren en met machine learning en kunstmatige intelligentie het bedienen van de slijpmachines makkelijker maken. “De machine moet cognitieve vaardigheden hebben; moet de situatie herkennen en dan een strategie kiezen.” Komen dan productiviteit en hogere nauwkeurigheid straks vooral uit de digitalisering? Konrad Wegener erkent dat er grenzen zijn aan de mechanische nauwkeurigheid van een machine. De fabrikanten moeten dus nadenken over intelligente machines. Daar helpen al die nieuwe technieken wel degelijk bij. “Maar machines hebben een excellente mechanische basis nodig voor een hoge reproduceerbaarheid. Dan pas kun je gaan compenseren.”
Wil klant betalen voor innovatie Het verhaal van de Zwitserse hoogleraar sluit aan op de visie van United Grinding. De groep investeert behoorlijk veel in IT en softwareontwikkeling. Deze aandachtsvelden winnen aan belang, zegt CEO Stephan Nell. Van het 20 miljoen euro grote R&D budget dat jaarlijks beschikbaar is, gaat een aanzienlijk deel naar softwareontwikkeling. “Maar bij elke innovatie moet je de vraag stellen is de klant bereid ervoor te betalen”, zegt Stephan Nell. “Het moet meerwaarde hebben voor de klant.” Zoals de eerste aanzetten die de groep in het Future Lab demonstreerde om tot een vorm van predictive maintenance te komen. Het systeem is getest, maar nog niet rijp voor commerciële toepassingen. Ook slaagt men er al in om minimale kwaliteitsverschillen te detecteren die ontstaan doordat een slijpschijf niet goed is gedressed. Stephan Nell: “Via de Umati interface, waar we ook bij betrokken zijn, kun je dan de operator een signaal geven. De ultieme stap zal zijn dat er een signaal naar de besturing gaat die hier automatisch voor corrigeert.”
Digitale tweelingen Een plek waar naar dit soort toepassingen van Industrie 4.0 onderzoek wordt gedaan, is het Werkzeugmaschinenlabor in Aken. Hier ontwikkelt men een adaptief proces, gebaseerd op modellen en gestuurd door data, schetst professor Thomas Bergs het einddoel waar de Akense
september 2019
“Geen beroepen verdwijnen, maar processtappen in beroepen” onderzoekers aan werken. Systemen moeten zo intelligent worden, dat ze de correlatie tussen data en de beelden van het werkstuk herkennen. De digitale tweeling van product en proces spelen hierin een sleutelrol. Waar men in Aken op inzet, zijn zogenaamde assistentiesystemen voor de operators. “Analytische processen die de operator ondersteunen om beslissingen te nemen”, legt Thomas Bergs uit. “Vroeger was de basis van een goede slijper vooral specifieke kennis aangevuld met ervaring; nu wordt dit ondersteund met assistentiesystemen.” Die worden gevoed door kunstmatige intelligentie, die uit de databrij de informatie haalt die ertoe doet. Bergs schetste nog een andere trend, die aansluit op de woorden van Konrad Wegener. Gamification van de productie. “In een digitale spelachtige omgeving gaan medewerkers in teams aan de slag met verbeteringen van processen.”
Alles uit Silicon Valley is marketing De robotisering en automatisering roepen in met name Europa nogal eens angstvisioenen op: automatisering vernietigt banen. De Zwitserse professor David Boshard merkt daarom terecht op dat het bij (disruptieve) innovaties niet alleen gaat om technische rijpheid, maar ook om sociale acceptatie. “Als er geen sociale acceptatie is, wordt het lastig een product in de markt te zetten.” David Boshard zegt verder: “Niet de beroepen verdwijnen, maar processtappen in een beroep. Daarmee winnen we productiviteit en wordt arbeid goedkoper.” Bedrijven zullen hun medewerkers mee moeten nemen in die ontwikkeling. Leiderschap wordt hierbij belangrijker dan ooit. “Want next practice wordt belangrijker dan best practice. Dat laatste moet je nu al kunnen, de next practice is wat je over vijf jaar moet kunnen.” En dat vergt van iedereen risicobereidheid, die David Boshard node mist in veel organisaties, volgens hem een direct gevolg van de vergrijzende samenleving.
Expertise in efficiënter produceren
POLIJSTEN ONTBRAMEN REINIGEN
Een totaalpakket in verspaning
info@youngcuttingtools.nl ● www. youngcuttingtools.nl
+31 297 274 061 | WWW.TOPFINISH.EU
De autonome gereedschappenfabriek Het Zwitserse Grinding Symposium had dit jaar een Nederlands tintje. Jan van Frankenhuyzen presenteerde er zijn zelf ontwikkeld concept om klanten online hun schachtfrees te laten configureren die daarna automatisch geslepen wordt. Klanten konden zelfs ter plekke de frees ontwerpen en laten produceren op de EWAG-machine. Enkele jaren geleden heeft gereedschapslijperij Frankenhuyzen samen met JDI Smart Web Applications een online tool ontwikkeld om het bestelproces en de productie vergaand te digitaliseren en automatiseren. EWAG heeft de interfaces tussen de software en de machines gebouwd. Het resultaat: de Nederlandse gereedschapslijper produceert maatwerk PCD schachtfrezen in een geautomatiseerde lijn. Via de webapplicatie selecteert de klant een aantal parameters en zonder dat er nog geprogrammeerd moet worden, kunnen de gereedschappen op de EWAG Laser Line Ultra lasermachines geproduceerd worden. Deze machines zoeken zelf op de server naar nieuwe orders. Operators zijn er alleen nog nodig
De klant selecteert in de webshop de juiste geometrie en geeft enkele eigenschappen van het gereedschap in.
om de pallets met onbewerkt materiaal in de machine te plaatsen, de pallets met bewerkte gereedschappen uit te nemen en voor regulier onderhoud. “Het loopt nu heel goed. We zijn al bezig met de volgende stappen”, zegt Jan van Frankenhuyzen, die recent een eigen software developer heeft aangenomen om de digitalisering verder te versnellen. Hij wil dit concept verder uitbreiden naar andere gereedschapslijnen en eventueel ook naar andere slijpmachines.
Laser in de autonome fabriek In feite staat in Lexmond een autonome fabriek voor het slijpen van precisiegereedschappen. “Zo’n autonome productielijn stelt zelfs middelgrote bedrijven in staat om gereedschappen te produceren in meerdere shiften op een zeer efficiënte wijze, zonder extra personeel”, zegt de Nederlandse ondernemer. Hij is, net als EWAG ondertussen, overtuigd dat elke geometrie die direct in volmateriaal kan worden aangebracht, op deze manier geproduceerd kan worden. Lasertechnologie leent zich als geen andere techniek voor autonome productielijnen omdat de laserstraal de tool is om mee te bewerken.
Tot nog toe geldt deze service voor schachtfrezen van 0,5 tot 3 mm diameter.
Jan van Frankenhuyzen bij de EWAG Laser Line Ultra machines die zich bij uitstek lenen voor autonome productie omdat laserlicht het gereedschap is waarmee wordt bewerkt.
Roemheld zet in op digitalisering en automatisering Digitalisering en automatisering: dat zijn de thema’s die de innovaties bij Roemheld momenteel domineren. Een typisch voorbeeld hoe digitalisering doordringt in de opspansystemen is het elektrische meetsysteem dat Roemheld ontwikkelde voor spanelementen. Hiermee kan men de slag over de volledige lengte in stappen van tienden van een millimeter bewaken. Het spansysteem herkent bijvoorbeeld verschillen in werkstukhoogte. Alle data worden doorgegeven aan een bovenliggende besturing. Roemheld heeft dit inmiddels geïntegreerd in meerdere spanelementen.
Robotgrijper voor palletwisseling Een primeur is een nieuwe Stark robotgripper met mediumtoevoer in combinatie met een nulpuntspansysteem. Hiermee kan de robot pallets wisselen, zelfs als de machine geen eigen doorvoer voor pneumatiek en hydrauliek heeft.
Zwenkspanner met mechanische klem Een tweede primeur bij Roemheld is een pneumatische zwenkspanner die bij drukverlies de klemkracht van maximaal 400N behoudt. Het gaat hier om een pneumatische zwenkspanner met krachtversterking voor automatische belading. De zwenkspanner is
september 2019
Dankzij de nieuwe robotgripper en nulpuntspansysteem van Stark kunnen machines zonder doorvoer voor pneumatiek en hydrauliek in de tafel geschikt worden gemaakt voor palletwisseling.
voorzien van een mechanische vergrendeling. Met een pneumatische functie regeling kan de zuigerpositie worden gebruikt om het laden en lossen veiliger veiliger te maken. laagland.nl
57
58
Seido Systems breidt uit met oplossing voor goedkoper 3D metaalprinten
“Als de prijsdruk te hoog wordt, gaan CNC-frezers vanzelf wel 3D printen”
Stratasys biedt met de lijn professionele FDM printers oplossingen aan om aluminium freesdelen te vervangen door kunststof componenten, zoals deze brackets voor Boeing, geprint door GKN.
De fout die veel bedrijven op dit moment maken als het om additive manufacturing gaat, is dat ze een alles of niets visie op 3D printen hebben. “3D printen vervangt niet alles, de techniek is aanvullend op de conventionele manier van maken”, benadrukt Karl Wallecan, sinds tien jaar met Seido Systems reseller voor Stratasys. Dit najaar voegt hij de metaalprinters van Xact Metal aan het portfolio toe.
Toen Karl Wallecan tien jaar geleden voor het eerst een 3D geprint product zag, had hij net fors geïnvesteerd in CNC-machines. Want in die markt was Seido Systems, dat enkele jaren daarvoor werd opgericht, actief. Seido Systems is nu de enige geautoriseerde reseller van Stratasys in de Benelux. Inmiddels staan er honderden 3D printers van de Amerikaans-Israëlische fabrikant in de Benelux, variërend van de desktopmodellen en de Polyjet-printers voor bijvoorbeeld spuitgietmatrijzen en de J750 voor levensechte kleuren,
september 2019
EMO toont in additive manufacturing circle de AM-waardeketen
tot de échte werkpaarden zoals de Fortus 900mc. 3D printers voor hoogwaardige kunststoffen. Maar met name de machinebouwers hebben die omslag nog niet gemaakt. “Ze denken nog steeds dat alle kunststoffen plastics zijn. Steeds opnieuw moeten we uitleggen dat een hobbyprinter niet hetzelfde resultaat oplevert als een duurdere machine.” Toch denkt hij dat zij overstag gaan zodra de prijzen van CNC frees- en draaistukken zodanig onder druk komen te staan, dat ze conventioneel niet meer te vervaardigen zijn. “Als de prijsdruk zo hoog wordt dat ze de delen op een goedkopere manier moeten gaan maken, komen ze vanzelf wel bij 3D printen.”
Goedkopere 3D metaalprinter Seido Systems gaat nu in de Benelux eveneens de 3D metaalprinters van het Amerikaanse Xact Metal verdelen. De machine werd ontwikkeld door een aantal Amerikaanse ingenieurs, die bewust gezocht hebben naar een goedkopere oplossing om zo metaalprinten voor meer bedrijven bereikbaar te maken. Ze hebben wel vastgehouden aan de laser poederbed technologie. In plaats van een kostbaar galvosystem met spiegels te gebruiken, plaatsen ze de kleine laser direct op een X- en Y-assenstelsel. Dat scheelt niet alleen behoorlijk in de aanschafprijs, ook qua onderhoud valt de machine goedkoper uit. De ‘scan’snelheid ligt hierdoor weliswaar lager dan bij een traditionele SLM-machine, maar op het beperkt bouwvlak (nu 125 x 125 mm) scheelt dat niet zoveel. De machine is zo ontworpen dat slijtage onderdelen zoals filters makkelijk verwisseld kunnen worden. “De Xact Metal printer is ontwikkeld door machinebouwers”, zegt Karl. Voor € 135.000 levert Seido Systems een complete metaalprinter, inclusief persoonlijke beschermingsmiddelen en twee jaar on-site garantie. Gestart wordt met RVS als materiaal, aluminium zal snel volgen. Dit zijn de materialen waar de markt naar vraagt, merkt hij. “De toepassingen gaan vanzelf wel komen als er een laagdrempelige oplossing is.”
Een recent onderzoek door de VDMA wijst uit dat in de machinebouw bijna de helft van de fabrikanten 3D geprinte componenten gebruikt. Voor prototypes en proefstukken zet de helft eigen 3D printers in. 44% van de Duitse machinebouwers print ook reserve-onderdelen, gereedschappen en serie-onderdelen, een kwart hiervan zijn 3D metaal geprinte onderdelen. De Duitse organisatie Bitkom, die 2600 bedrijven in de digitale economie vertegenwoordigt, kwam onlangs in een onderzoek onder 555 industriële ondernemingen met meer dan 100 medewerkers tot soortgelijke resultaten. Volgens Bitkom gebruikt een op de drie Duitse industriebedrijven 3D printen. Twee jaar geleden lag dit percentage in hetzelfde onderzoek nog op 20%. En liefst 78% van de bedrijven verwacht dat 3D printen zowel verdienmodellen als waardeketens ingrijpend gaat veranderen. “Hier gebeurt een en ander. De interesse is enorm groot, net zoals de informatiebehoefte”, zegt Wilfried Schäfer, directeur van de VDW, de Duitse vereniging van werktuigmachinebouwers die de EMO organiseert. En omdat bij de vorige editie een op de vijf bezoekers aangaf zich te interesseren voor 3D printen, heeft de VDW besloten om de additive manufacturing circle op de EMO van dit jaar te organiseren. Negen van de in totaal 70 exposanten die iets te bieden hebben op 3D print gebied, presenteren zich hier. Schäfer zegt dat dit themapaviljoen de activiteiten van de andere exposanten op de beurs aanvult. Het aantrekkelijke van de EMO is in zijn ogen dat de bezoekers hier de volledige waardeketen zien, dus inclusief voorbereiding en postprocessing en additive manufacturing duidelijk wordt gepositioneerd als onderdeel van een breder productieaanbod. Bezoekers kunnen additive manufacturing direct vergelijken met de verspanende productietechnieken, die op de beurs de overhand hebben. In de additive manufacturing circle op de EMO (hal 9 stand H20) organiseert de EMO samen met het Duitse vakblad Additive dagelijks lezingen rond het thema 3D printen. De EMO vindt plaats van 16 - 21 september in Hannover. emo-hannover.de
seido-systems.com
AMenDate belooft alle data voor toplogieoptimalisatie, optimale positionering en gladdere oppervlakken automatisch te genereren met de software die het op de EMO demonstreert.
september 2019
59
Bezoek onze stand in Hal7 D44
Maak vandaag het verschil... met de techniek van morgen!
ROEMHELD – Hydraulische cilinders voor spantechniek en machinebouw ROEMHELD – Flexibele, betrouwbare en nauwkeurige spanoplossingen T +31 10 292 22 22 • www.laagland.nl
EMO Hall 4 Stand E54
SmartLine steeds verder uitgebreid met slimme oplossingen
Chiron patenteert adaptieve meetcyclus in ConditionLine Chiron gaat met de nieuwe ConditionLine module een stap verder dan anderen. Bij het monitoren van de mechanische componenten kan de operator inzoomen op het bereik waar het meeste in gewerkt wordt. Een adaptieve testcyclus dus. Predictive maintenance is een thema waar bijna alle machinebouwers mee bezig zijn. Om de uptime van de machines te verhogen, willen ze aan de hand van data voorspellen wanneer onderdelen onderhoud nodig hebben. Condition monitoring is de eerste stap in die richting. Bij Chiron is de ConditionLine module onderdeel van SmartLine, een veel breder pakket met digitale oplossingen voor een robuuster verspaningsproces. De Duitse machinebouwer gebruikt in de nieuwe ConditionLine module een inmiddels gepatenteerde oplossing waarmee elke tien seconden wordt geregistreerd waar het assenstelsel zich bevindt.
Adaptieve testcyclus Standaard voert de machine bij de start een vaste, vooraf geprogrammeerde cyclus uit en meet verschillende parameters zoals de nauwkeurigheid van een cirkelvormige beweging ten opzichte van de nulsituatie, toen de machine nieuw was. Ook de wrijving in de assen wordt gemeten. Daarmee worden afwijkingen in een vroeg stadium zichtbaar, zodat onderhoud tijdig kan plaatsvinden waardoor afkeur in de productie wordt voorkomen. De besturing registreert daarnaast elke tien seconden waar de frees zich bevindt en maakt op basis hiervan een verdeling in welk gebied het meest bewerkt wordt. Zo weet ConditionLine eveneens exact welke afstand de assen hebben afgelegd, welke as het meest beweegt. “We maken een asverdeling zodat we het gebied kennen waar een as zich het vaakst bevindt. De operator kan in dat gebied specifiek meten”,
Chiron heeft de mogelijkheid om met ConditionLine in een specifiek bereik de nauwkeurigheid te testen gepatenteerd.
legt Pascal Schröder van Chiron uit. “We maken de testcyclus dus adaptief.” ConditionLine meet ook het aantal keren dat een gereedschap in de spindel wordt geklemd. Dit soort data geven inzicht in welk gereedschap vaak ingezet wordt en welk minder. Met die informatie kan een operator de gereedschapsketting anders indelen en homogener gaan belasten, wat uiteindelijk de levensduur van de wisselaar ten goede komt.
Digital twin voorkomt crash Een andere module van SmartLine is ProtectLine. Hierbij werkt zowel de Siemens als Fanuc besturing met een digitale tweeling van zowel product, opspanning als machine. Deze virtuele besturing loopt altijd 0,8 seconden voor op de echte machine. Die tijd heeft de besturing nodig om bij een virtuele botsing de fysieke machine veilig tot stilstand te brengen, om een kostbare crash van de spindel te voorkomen. Deze opties zijn op alle nieuwe machines beschikbaar. Chiron kiest niet voor een directe koppeling met de cloud maar voor Edgecomputing.
Machine waarschuwt Chiron zoekt met dergelijke IT-technologie eveneens oplossingen om het dagelijks onderhoud aan de machine te vergemakkelijken. Zo stuurt de besturing automatisch een e-mail als bijvoorbeeld koelsmeermiddel moet worden bijgevuld. “Daarbij wordt zelfs een instructie meegestuurd hoe bij te vullen”, legt Pascal Schröder uit. Toch moet je niet doorschieten met technologie om zaken te bewaken, vindt hij. De operator blijft een eigen verantwoordelijkheid houden. “Niemand wil 15.000 euro extra betalen voor een heleboel sensoren. Daarom baseren we sommige onderhoudstaken nog steeds op gebruiksuren.”
ProtectLine voorkomt een kostbare crash.
september 2019
61
62
Porta Solutions gooit met Multicenter ook het eigen roer volledig om
Van Push naar Pull, ook voor de machinebouwer Soms dwingt de markt je om je onderneming volledig om te bouwen. Maurizio Porta van het Italiaanse familiebedrijf Porta Solutions weet daar alles van. Zijn visitekaartje geeft als functie ‘Master Trainer’ aan; zijn verkopers zijn tegenwoordig ‘Technical Tutors’. En de machines worden verkocht via de Porta Academy: klanten volgen eerst een cursus flexibele productie. Een halve eeuw lang was het verdienmodel van Porta Solutions speciaal machines bouwen, transfermachines voor massaproductie. “Bedrijven hebben na de crisis van 2008 hun verdienmodel moeten veranderen. Grote series zijn niet langer nodig. Flexibele productiemethoden, daar is vraag naar”, zegt Maurizio Porta, die zijn vader is opgevolgd. Deze omslag heeft ook het bedrijf gedwongen het roer om te gooien. Maurizio Porta heeft dat rigoureus gedaan.
Eén versus drie tot vier machines Het Multicenter, als prototype al in 2005 ontwikkeld, beantwoordt aan de vraag naar flexibiliteit en productiviteit. “Niemand wil meer voorraden produceren.” Het Multicenter heeft drie spindels, is volgens de machinebouwer drie-en-een-halve keer productiever als een bewerkingscentrum, kan in een kwartier worden omgesteld naar een ander product, vraagt slechts één operator en werkt met vier eenvoudige opspanningen in plaats van kostbare spantorens in gerobotiseerde productielijnen. En dan laat Maurizio Porta het lagere Maurizio Porta: Multicenter betere oplossing dan losse bewerkingscentra én transfermachines. energieverbruik ten opzichte van drie of vier bewerkingscentra en het kleinere vloeroppervlak nog achterwege. Harley-Davidson in Milwaukee produceert er on demand onderdelen voor de motoren mee. Met een markeertool in de machine wordt elk onderdeel traceerbaar. omstelt en on demand produceert.” Ook Porta Solutions heeft het verdienmodel veranderd. De grootste concurrent, legt hij uit, zijn niet de stand alone machines. “Onze grootste concurrent is verandering. Eerst cursus, dan machine kopen Dat willen mensen niet.” Met de cursus en de ondersteuning door Pull in plaats van push, dat is de verandering in de markt. En dat de Technical Tutors overtuigt hij klanten de stap naar de flexibele geldt ook voor de Italiaanse machinebouwer zelf, legt Porta uit. Hij productie te maken. “We starten vanuit consulting.” Deze aanpak heeft in 2015 het boek Flexible Production geschreven. Hierin legt werkt, zegt Maurizio Porta. “Sinds we dit doen, verkopen we hij de filosofie achter het Multicenter uit. Hij verkoopt de machine tegenwoordig via de Porta Academy. “Potentiële klanten volgen eerst meer.” De Multicenter maakt inmiddels 70% van de omzet uit; de traditionele transfermachines nog slechts 30%. een cursus; daarna gaan we stap voor stap flexibiliseren. Op onze Overigens: de grootste Europese klant is Bons en Evers (BE Albrass demomachine simuleren we hun productie van één week en laten Industrial Nederland) in Borne. we hen ervaren wat het betekent als je in 15 minuten de machine
september 2019
Hanover, 16/09 – 21/09/2019
HALL 2 NORTH ENTRANCE
45 HIGH-TECH MACHINES EMO.DMGMORI.COM
AUTOMATION DIGITAL 29 SOLUTIONS >30 INNOVATIONS
CONNECTIVITY COMPLETED
ADDITIVE MANUFACTURING
ALLES IN ÉÉN REINIGINGSMACHINES + REINIGINGSVLOEISTOFFEN TECHNISCHE KENNIS
Gibac® Chemie BV
SOFTWARE KENNIS
CHEMISCHE KENNIS
Gladsaxe 15 - 7327 JZ Apeldoorn - Tel. 055 54 31 946 - info@gibac.nl - www.gibac.nl