Eén doorslaggevende maatstaf
VOORWOORD DOOR YVES HUWART | VOORZITTERVeel van onze hoogste leiders leken de voorbije decennia een vorm van dementie te hebben ontwikkeld als het ging om oorlogsvoering. In plaats van in Kiev te pronken, zouden ze beter hun eigen soldaten in de ogen kijken om zelf vast te stellen in hoeverre de gevechtscapaciteit van het Belgisch leger tot ineffectiviteit is gereduceerd.
Het geheugenverlies van onze bewindslui was grotendeels onafhankelijk van politieke kleur, omdat maar al te velen zich lieten verleiden door de sirenezang van het vredesdividend, de waanidee van de onmogelijkheid van oorlog in Europa en de met Hollywood overgoten fantasie van ‘cleane’ oorlogsvoering met stand-off wapensystemen.
De Russische invasie toont aan dat dergelijke ’oorlogsdementie’ een gevaarlijke en mogelijk catastrofale kwaal is, die als ze al niet met bloed betaald wordt, toch zeker in vele harde cash afgerekend wordt. Iets wat de Belgen iedere dag voelen in hun portemonnee.
Het Belgisch leger heeft ten gronde maar één échte bestaansreden: samen met onze bondgenoten onze vijanden afschrikken om oorlog met ons te voeren, en als dat niet lukt, ze in de strijd verslaan. Alle andere taken van het leger zijn van ondergeschikte orde.
Om dit doel te verwezenlijken kan een krijgsmacht geen spiegelbeeld zijn van de samenleving die ze dient. Waarden die bewonderenswaardig zijn in de burgermaatschappij - gevoeligheid, individua-
liteit, medeleven en tolerantie voor de minder bekwame - zijn vaak tegengesteld aan de eigenschappen die nodig zijn een vijand af te schrikken en te verslaan, met name: opoffering, discipline en teamgeest. Consensusvorming, eerbied en inlevingsvermogen hebben hun plaats in een beleefde samenleving, maar niets aan en op het slagveld is beleefd – zoals de oorlog in Oekraïne iedere dag opnieuw bewijst; het is vaak onmenselijk grof.
Oekraïne leert ons nog een andere harde les; er is slechts één doorslaggevende maatstaf voor militaire slagkracht: dodelijkheid. Gezagsdragers die deze kernwaarheid verwarren met de vaak passende prioriteiten van de burgermaatschappij (diversiteit, gendergerichtheid, inclusiviteit, enz.), ondermijnen de kansen op succes in de strijd. Dit betekent meer slachtoffers en een grotere kans op falen. Dodelijkheid is dus de ultieme graadmeter op een slagveld en alleen het vastberaden vasthouden aan dit beginsel draagt bij tot afschrikking en gevechtseffectiviteit.
Zij die dienst nemen in ons leger zweren een eed om gevaarlijke,
soms fatale taken uit te voeren –net zoals hun Oekraïense brothers in arms. We noemen het ‘in dienst zijn’, omdat het dienstbaarheid is aan anderen en aan de samenleving. Onbaatzuchtige opofferingen wanneer de andere optie vaak meer comfort, vrijheid, individualiteit en een hoger loon is. Zij die leiding geven aan dit land en zij die de hoogste rangen van het leger bekleden moeten deze onbaatzuchtigheid terugbetalen met een moed die nog zeldzamer is: morele moed. Morele moed die zich concretiseert in zorgplicht: zorg voor de slagkracht van het leger en zorg voor de arbeidsvoorwaarden van de militairen.
Aangaande dit laatste: met het voornemen van bepaalde bewindslui om te morrelen aan het pensioenstelsel van de militairen zouden ze enkel maar opnieuw bewijzen dat ze hun prioriteiten niet juist hebben, dat het hen niet gaat om de échte bestaansreden van het leger en om die ene doorslaggevende maatstaf. Maar louter om de centen. Ze zouden gewoon bewijzen dat hun ‘oorlogsdementie’ aanhoudt. Ondanks Oekraïne.
Colofon
De Schildwacht is het tweemaandelijkse tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel. Alle leden krijgen een exemplaar toegestuurd. Oplage: 9.200 exemplaren.
Adresgegevens worden behandeld overeenkomstig de wet op de privacy (wet 8/12/1992 & GDPR).
Verantwoordelijke uitgever: Yves Huwart Coördinatie: Concetto Bandinelli & Laurent Schmitz
Algemene gegevens - ACMP: Romboutsstraat 1 – Bus 021 1932 Zaventem srt@acmp-cgpm.be www.acmp-cgpm.be Tel.: 02 245 72 14
De Schildwacht
Eén doorslaggevende maatstaf
Wat het Belgisch leger kan leren van de oorlog in Oekraïne
Loonsverhoging: fase 2 Defensie in cyberspace
Infra problematiek binnen Defensie
Overheid indexeert vakbondsbijdragen
Terugbetaling medische zorgen
Volg ons op Facebook
Wat het Belgisch leger kan leren van de oorlog in Oekraïne*
De grootschalige Russische invasie van Oekraïne heeft geleid tot de terugkeer van conventionele oorlogsvoering in Europa. Ze biedt een unieke gelegenheid om er lessen uit te trekken die ook van belang zijn voor het Belgisch leger. De eerste conclusies wijzen op de cruciale rol van dispersie, vuurkracht, voorraden en het interwapengevecht.
Vanaf het moment dat de Russische troepen op 24 februari Oekraïne binnenvielen, deden deskundigen verstrekkende uitspraken over de toekomst van de oorlogvoering. De dood van de tank werd verklaard op basis van uit hun verband gerukte videobeelden. Turkse drones werden geprezen als onstuitbare game-changers. Westerse antitankwapens zoals de Javelin kregen een vroege hoofdrol. En de Stinger was volgens de eerste berichten het sublieme luchtafweerwapen dat de Russische luchtmacht aan de grond hield.
Nu, tien maanden na start van de oorlog, kunnen we meer overwogen beschouwingen maken waaruit ook wij kunnen leren. Deze bevindingen zijn tegelijk meer genuanceerd dan het initiële - en tegelijk populaire - beeld van de eerste oorlogsmaanden van een Russische horde die het aflegt tegen behendige Oekraïners.
In de moderne oorlogvoering kun je je niet meer verbergen, dat is een eerste belangrijke bevinding van de oorlog in Oekraïne. De vijand kan
2022 (30/11/22)
overal toeslaan, tot ver achter de frontlinies. Overleven hangt af van de verspreiding en frequente verplaatsing van munitievoorraden, hoofdkwartieren en commandoposten, maintenance-eenheden en vliegtuigen. Oekraïne heeft de eerste aanvalsgolf van Rusland in de laatste week van februari met succes ontweken door zijn arsenalen, vliegtuigen en luchtverdediging te verspreiden.
Dit betekent dat legers anders moeten vechten. Camoufleren en verbergen is één optie, maar die is
buitengewoon moeilijk vol te houden omdat verschillende soorten sensoren - zoals optische camera's die bewegingen registreren, thermische camera's die warmte waarnemen en elektronische antennes die emissies van radio's opvangen - over elkaar heen kunnen worden ‘gelaagd’ om zelfs goed verborgen troepen op te sporen. Een andere oplossing is het gebruik van verharde structuren, zoals betonnen bunkers. Maar de keerzijde hiervan is dat eenheden op één plaats vastgepind worden. De beste manier om te overleven is
gewoon uiteen te gaan en je sneller te verplaatsen dan de vijand je kan zien. Zelfs Oekraïense special forces, die meestal in kleine teams opereren, worden door Russische drones opgemerkt als ze te lang op één plaats blijven. Een commandopost van een bataljon die langer dan 4 uur ter plaatse blijft, heeft 50% kans om uitgeschakeld te worden.
Oorlogsvoering vereist grote initiele voorraden en een aanzienlijke reservecapaciteit. Vitaal bij de verdediging van Kiev was het massaal vuur van twee artilleriebrigades. De centrale rol van de artillerie is een ontnuchterende gedachte voor de West-Europese legers, waarvan de vuurkracht sinds het einde van de koude oorlog dramatisch is afgenomen. Bij het Belgisch leger is dit al helemaal een ramp: sedert 2008 hebben wij geen enkele zware houwitser meer. Van 1990 tot 2020 is het aantal artilleriestukken bij de grote Europese legers met 57% afgenomen. Het arsenaal van Oekraïne was – gelukkig voor hen – nog steeds formidabel. De belangrijkste beperking was echter munitie.
Oekraïne hield het ‘artillerie-evenwicht’ ongeveer zes weken vol, veel langer dan bijna elk westers leger onder dezelfde omstandigheden zou hebben volgehouden. Toen begonnen de granaten op te raken, waardoor Rusland in juni een voordeel van tien tegen één had in vuurvolume; een onevenwicht dat bleef bestaan totdat Oekraïne een toevloed van geavanceerde westerse artilleriesystemen ontving, waaronder het Amerikaanse HIMARS. Het munitieverbruik in intensieve oorlogsvoering is buitengewoon hoog. Weinig westerse landen hebben de capaciteit om nieuwe wapens, reserveonderde-
len en munitie te produceren in het vereiste tempo.
Drones hebben een vitale rol gespeeld, maar vooral voor inlichtingen, surveillance en verkenning in plaats van voor aanvalsmissies. Russische eenheden die hun eigen drones hadden, in plaats van te vertrouwen op die van een hoger hoofdkwartier, konden zeer snel en doeltreffend vuren, namelijk binnen drie tot vijf minuten na de detectie van het doel, naar historische maatstaven een opmerkelijk kort interval tussen waarnemen en schieten. Het cijfer voor eenheden zonder eigen drones was ongeveer een half uur - met bovendien een lagere nauwkeurigheid.
Een belangrijke les van Oekraïne is dat legers meer drones nodig hebben dan ze denken. Ongeveer 90% van alle drones die de Oekraiense strijdkrachten tussen februari en juli hebben gebruikt, zijn vernietigd. De gemiddelde levensduur van een drone met vaste vleugels was ongeveer zes vluchten; die van een eenvoudigere quadcopter een schamele drie. Een dergelijk verloop zou de vloten van Europese legers binnen de week tot nul herleiden, die van het Belgisch leger reeds na twee dagen. Dit benadrukt het belang van over vele, goedkope en eenvoudige drones te kunnen beschikken, die kunnen gebruikt worden als quasi ‘wegwerpbaar’, in plaats van kleine vloten van grote en dure UAV’s die geavanceerde sensoren dragen.
De vraag kan dan ook gesteld worden of de aankoop van de MQ-9B Sky Guardian door ons land de juiste keuze was.
Precisie is essentieel. Precisiemunitie is niet alleen veel efficiënter in de effecten die zij sorteert, maar stelt de strijdmacht ook in staat haar logistieke staart te verkleinen en maakt haar daardoor minder kwetsbaar. Precisiewapens zijn echter schaars en kunnen bijvoorbeeld door jamming met EW-middelen (electronic warfare) onbruikbaar gemaakt worden. EW-capaciteiten zijn onontbeerlijk, zowel in offensief opzicht (voor de doelbepaling) als voor de bescherming van de eigen wapensystemen, bijvoorbeeld door het verstoren van de besturing van vijandelijke drones. We kunnen dan alleen maar met een zekere ongerustheid vaststellen dat het Belgisch leger op dit vlak zwak staat.
Onze kennis en ervaring om gevechten te voeren zoals in Oekraïne zijn bijna geheel verdwenen. Een enkele uitzondering niet te na gesproken, heeft het Belgisch leger geen enkele serieuze expertise meer inzake het interwapengevecht met organieke en volledig gevulde eenheden van het niveau bataljon en hoger, waarbij hun tewerkstelling dan ook nog vanuit de lucht gesteund wordt.
Er ligt dus veel werk op de plank de komende jaren.
Loonsverhoging: fase 2
Eind januari gaat voor de militairen fase 2 van de loonsverhoging van start. Wat kunnen we verwachten, wie zal ervan genieten en hoe zullen de lonen de komende jaren evolueren? De Schildwacht zet alles even op een rijtje.
De verhoging van de bezoldiging in maart 2022 was slechts de eerste van drie fasen van de geldelijke herwaardering van ons beroep. In januari 2023 start de tweede fase voor al het actieve en reservepersoneel (VEP, ...). De verhoging van 2023 neemt uiteraard de beginselen van fase 1 over (toekomstige jaarlijkse opslag, verhoging van de wedden tot het maximum, invoering van een loopbaantoelage), maar vermeerdert nu de loopbaantoelage tot 65% van het in 2024 definitieve bedrag. Zoals eerder al onderstreept, beantwoordt deze manier van werken aan een politieke eis van de regering, nl. geen perequatiepercentage (pensioenverhoging) vóór 1 januari 2025. De wedden werden daarom in 2022 en 2023 zo hoog mogelijk opgetrokken, maar aangevuld met een loopbaantoelage voor militairen die reeds het maximum hebben bereikt volgens de ‘oude’ weddeschalen.
Het deel van de salarisverhoging en het deel van de loopbaantoelage variëren naargelang de wedde-anciënniteit en evolueren van 2022 tot 2023. In 'regime' (vanaf januari 2024), tijdens fase 3, worden de maximumsalarissen van de militairen verhoogd, wordt de loopbaantoelage 100% en leidt
de herziening van de berekening van de wedde-anciënniteit tot een aanzienlijke verhoging van de bezoldiging voor alle militairen.
Voor gepensioneerde militairen zal deze herwaardering gevolgen hebben voor hun pensioenbedrag. In 2025 komt er een perequatiepercentage van 5% bij en in 2026 nog een slordige 3,78%, m.a.w. een stijging van ongeveer 8,78%, eventuele indexeringen niet meegerekend.
Geduld is een schone deugd!
Laten we als voorbeeld het geval nemen van enkele vrijwilligers die in maart 2022 slechts 58,65 euro per maand meer ontvingen (zonder de index mee te rekenen), ondanks 16 jaar wedde-anciënniteit. Volgens de nieuwe tabellen zullen zij in 2023 slechts 87,84 euro meer ontvangen dan vóór de herwaardering. Maar in 2024 loopt de stijging op tot zo'n 218,69 euro! We zullen dus moeten wachten tot 2024 om echt een opvallend verschil te zien met 2021.
We moeten niet vergeten dat het verschil over de hele loopbaan aanzienlijk is: een vrijwilliger krijgt een verhoging van zijn of haar loonmassa met 177.195 euro
(geïndexeerd brutobedrag). Voor een onderofficier bedraagt dit 278.102 euro en voor officieren 341.824 euro! Hiervoor is er natuurlijk een volledige loopbaan bij Defensie vereist. Voor degenen die na een paar jaar vertrekken is de opslag verwaarloosbaar.
Ten minste houdbaar tot
Vanaf 2024 worden de salarissen van de militairen gelijkgetrokken met die van de politie. Voor de jongste militairen was het verschil tussen hun salaris en dat van een politieagent miniem. Het grote verschil manifesteerde zich echter in de loop van de carrière. Daarom moedigen wij de BDL'ers aan alle kansen te grijpen om als beroeps bij Defensie te blijven, om zo ten volle te kunnen genieten van de voordelen van een volledige loopbaan bij Defensie. Want het is een vaststaand feit dat het niet de (heel) jonge BDL'ers zijn die veel meer gaan verdienen. Daarom vecht ACMP-CGPM voor een volledige loopbaan bij Defensie voor elke militair. De minister van Defensie, Ludivine Dedonder, heeft het aantal beschikbare plaatsen voor sociale promotie tot het beroepskader al verdubbeld. Dit is een eerste stap, maar gaat echter niet ver genoeg. Voor de militaire vakbond
ACMP-CGPM is het onaanvaardbaar dat een collega die zijn verplichtingen altijd correct is nagekomen, geen verlenging krijgt omdat zijn krediet aan beschikbare dienstjaren bij Defensie op is. Defensiepersoneel is geen zaak in fijne vleeswaren. Een militair is niet 'over datum' als hij de dertig is gepasseerd. ACMP-CGPM eist daarom het recht voor elke BDL'er om een verdere dienstneming in het leger aan te gaan.
En na 2024?
Vanaf 2024 zal het totale effect van de loonsverhoging voelbaar zijn. Elk jaar zullen de militairen klimmen in de loonschalen en zullen zij zodoende hun bezoldiging zien stijgen. De belangrijkste verhogingen zullen doorgaan bij het veranderen van rang en/of personeelscategorie.
Per slot van rekening zullen de Belgische militairen een behoorlijke bezoldiging krijgen. Veel onderofficieren zullen meer verdienen dan de meerderheid van de Belgen. Zelfs vrijwilligers zullen een salaris
ontvangen, dat dicht bij de mediaan in België ligt. De militairen krijgen ook extraatjes zoals toelagen voor operationele inzet, training op het terrein, wachtdienst, overuren, enz. Deze toelagen, evenals het vakantiegeld en de eindejaarspremie, zijn gekoppeld aan de wedde en stijgen dus eveneens. Wij kregen ook een extra voordeel onder de vorm van maaltijdcheques. Uiteindelijk zal het gemiddelde salaris van de Belgische militairen aanzienlijk hoger liggen dan dat van hun Franse collega's, veel hoger dan dat van de Nederlanders en iets hoger dan dat van de Duitsers.
In ruil daarvoor, pensioen op 67?
De salarisverhoging komt nergens voor ‘in ruil’. Ludivine Dedonder herhaalde onlangs dat zij geen initiatief zou nemen om de pensioenleeftijd van de militairen te verhogen, ondanks de druk van het liberale blok binnen de meerderheid. Een toekomstige regering zou in de verleiding kunnen komen om de specifieke regeling voor het militaire pensioen te herzien. Het zal echter op sterke tegenstand
stuiten van onze vakbond en de hele militaire gemeenschap. Deze strijd werd in 2016 al eens gestreden - en gewonnen - en de ACMP-CGPM heeft haar standpunt al heel duidelijk gemaakt, een 'rode lijn' die niet mag overschreden worden.
Afgezien van de woede die een dergelijke maatregel bij de militairen zou veroorzaken, zou het raken aan dit regime, welke onder andere de weerspiegeling is van de specificiteit van het militair beroep, de herwaardering van het beroep en de aantrekkelijkheid van Defensie torpederen. In het huidige veiligheidsklimaat hebben politici echter geen andere keuze dan onze strijdkrachten te rehabiliteren. We mogen niet vergeten dat dezelfde mensen die er de mond van vol hebben het specifieke regime van het personeel te willen aanpakken, handenvol staatsgeld geïnvesteerd hebben in nieuw materieel, om de industrie en de economie te versterken. Hoe gaan ze de belastingbetalers uitleggen dat deze miljarden weggegooid geld zijn bij gebrek aan militairen om de nieuwe wapensystemen in gebruik te nemen? De berichtgeving van de afgelopen weken betreffende ons pensioenregime is pure hypocrisie en dient vooral om de schijn op te houden tegenover de kiezers die steeds minder overtuigd zijn van dit pensioenregime. Als in de toekomst de honden ondanks alles bijten in plaats van te blaffen, zal de militaire vakbond niet aarzelen om alle (ex-)militairen te mobiliseren om ook eens hun tanden te ontbloten.
Defensie in cyberspace
In de 21e eeuw wordt oorlog niet langer alleen te land, ter zee, in de lucht of in de ruimte uitgevochten. Cyberspace is een operatietoneel dat niet op duizenden kilometers afstand ligt, maar op het thuisfront en overal. Voor deze nieuwe gevechtsdimensie heeft Defensie op 19 oktober ll. haar Cyber Command ingehuldigd.
een modderige en bloedige oorlog, treedt nu het virtuele tijdperk binnen. Sommige landen hadden dit voorzien, andere reageerden te traag.
‘Data’: de nieuwe munitie
Met de oorlog in Oekraïne worden we letterlijk overspoeld door tragische beelden van willekeurige bombardementen, van onschuldige burgers neergemaaid door het lot en van dappere militairen verpletterd door een meedogenloze Russische stoomwals. Op subtiele, onzichtbare, georganiseerde en systematische wijze is dit Russische offensief ook gevoerd met gigabytes, computervirussen, gegevensdiefstal of vernietiging van datacenters, nepnieuws en destabilisatie, golven van phishing en spionage. Deze nieuwe dimensie transformeert de aard van een conflict en maakt het mogelijk het te exporteren zonder de fysieke grens tussen staten te overschrijden. Ja, de 21e eeuw, nog steeds verbonden met de 20e eeuw door
De spanningen in het Oosten waren slechts de katalysator voor de beslissing die minister Ludivine Dedonder al genomen had om België en zijn Defensie te voorzien van een cybercapaciteit: Protect, Collect, Defend, Fight zijn de vier missies van het Belgian Cyber Command dat op termijn zal uitgroeien tot de vijfde component van het Belgische leger. Sommigen herinneren zich nog de bezuinigingen die leidden tot de vrees voor inkrimping van één van onze componenten. Dit is een historisch keerpunt, want Defensie krijgt geen “3+ Componenten”, maar “5 Componenten”. De jongste telg zal geen gebruik maken van laser- of infraroodgeleide bommen, mortieren en nog minder van drones. Onder de dekmantel van de ADIV zal zijn munitie bestaan uit gegevens van verschillende kalibers en soorten: computerschilden, virussen of malware, wipers, afluistertools, tracking, enz. Het zal beschikken over verdedigingsmiddelen
maar ook over aanvalstechnieken om de cybercapaciteit van de tegenstander te corrumperen, te misleiden, te verstoren, aan te tasten en te vernietigen. Hoe klein de Belgische Defensie ook is, haar cybercapaciteit zou wel eens aan de top kunnen komen te staan. En dit is zelfs onontbeerlijk gezien de aanwezigheid op ons grondgebied van talloze internationale instellingen (Raad van Europa, NAVO, SHAPE, UNESCO, Eurocontrol, WHO, enz.). De uitdaging waar Defensie vóór staat, bevindt zich dus op een uiterst hoog internationaal strategisch niveau.
Het zal nog enkele jaren duren voordat een volledig operationele cybercomponent het levenslicht ziet. Tegen 2030 moeten ongeveer 750 mensen een component draaiende houden dat zijn grotere zusters ondersteunt bij de bescherming van wapensystemen, netwerken en infrastructuur. De toekomstige hoogtechnologische wapensystemen - de nieuwe F-35 gevechtsvliegtuigen, de MQ-9B drones, de Griffon pantservoertuigen, de mijnenbestrijdingsschepen en de fregatten - zullen immers deel uitmaken van het operationele netwerk. Het is dus nu al nodig deze toetsenbordkrijgers, die
de gebruikers van deze systemen zullen ondersteunen, te overtuigen, aan te werven, op te leiden en te organiseren. Hiervoor is een navelstreng van 284 miljoen euro voorzien.
Hatsjie!
De andere belangrijke, door het politieke gezag beoogde ontwikkeling is de samenwerking tussen Defensie en de burgersector. De academische wereld, de nationale industrie, incubatoren voor startups en andere broedplaatsen van geeks dragen hun steentje bij. Ze hebben allemaal een gemeenschappelijk belang: de dagelijkse bescherming van onze nationale cyberbelangen. Stel je voor dat een vliegveld, een kerncentrale, een universitair ziekenhuis of een olieraffinaderij massaal ten prooi valt aan hackers. Defensie was eind 2021 het slachtoffer van een grootschalige computeraanval.
Denk aan de e-mails die de deur niet meer uitgingen en de estafette
waar we weer beroep op moesten doen. Denk aan die burgerziekenhuizen, lamgelegd door een 'simpel' virus, waarvan de patiënten op een behandeling of een operatie wachtten. Denk aan onze bedrijven die miljoenen euro's hebben besteed aan onderzoek en ontwikkeling om vervolgens hun vertrouwelijke gegevens als sneeuw voor de zon te zien verdwijnen. Denk aan Asco Industries, een belangrijke speler in de luchtvaartsector, die in 2021 de productie moest staken vanwege een ‘ransomware’ aanval, waardoor miljoenen euro's verlies werden geleden. De cyberdreiging kan dus elke sector van economische, sociale, politieke, industriële activiteit of van het verenigingsleven schaden en zelfs gedurende enkele dagen, weken of maanden onderuithalen.
Heilig Verbond
De inzet is hoog en heilig omdat het alle lagen en facetten van onze samenleving omvat, zowel privé als
publiek. Het gaat er niet langer om tegen elkaar te concurreren, maar om een alliantie van talenten te vormen, zoals de minister van Defensie opmerkte. Met één doel voor ogen: onze samenleving en onze manier van leven verdedigen. Deze complementariteit, op alle niveau’s, opent de wereld van de inlichtingen voor Belgische bedrijven en industrieën. Dit partnerschap betekent ook een revolutie in de uiterst gesloten wereld van de Belgische geheime diensten, aangezien de gemeenschappelijke openstelling van informatie, technologieën en procedures de ontwikkeling van een samenwerkingscultuur tussen Defensie, interdepartementale partners, industrie en universiteiten mogelijk zal maken. Dit aspect van het STAR-plan, dat onze Defensie zou moeten herstellen en versterken, mikt werkelijk op de sterren en zelfs hoger. Het werd tijd!
Infra problematiek binnen Defensie
De verouderde infrastructuur in combinatie met decennialange besparingen zorgen voor een aanhoudende stroom van problemen. Herstellingen blijven maar aanslepen door budgettaire - of personeelstekorten. Hierdoor voldoet de infrastructuur in veel militaire kwartieren niet meer aan wat aanvaardbaar is volgens de codex over het welzijn op het werk.
Binnen Defensie worden we dagelijks geconfronteerd met een verouderde, versleten, gebrekkige en/ of kapotte infrastructuur. Militairen moeten dan ook dagelijks werken in gebouwen die slecht onderhouden zijn en waarvan sommige klaar zijn voor de sloop.
Wanneer deze zaken door o.a. de militaire vakbond ACMP-CGPM worden aangekaart op een Basis Overlegcomité (BOC) dan is er altijd wel een excuus. Te weinig budget of te weinig personeel om de herstellingen uit te voeren zijn de meest voorkomende excuses. Werkorders blijven maanden of soms jaren openstaan zonder dat er gevolg wordt aan gegeven.
Er worden veel plannen opgemaakt om de infrastructuur te verbeteren binnen Defensie, deze plannen worden dan via een mooi uitgewerkte PowerPoint gepresenteerd op een vergadering. Op die manier hoopt men de mensen tevreden te houden, maar zoals altijd is de datum van uitvoering ver in de toekomst gezet en mag men er zeker van zijn dat die nog zal verschoven worden.
De militaire vakbond ACMP-CGPM
wordt steeds meer gecontacteerd door collega’s over kleine herstellingen die maar niet in orde geraken. Herstellingen zoals het vervangen van een radiatorkraan, een deur, verlichting, schakelaar, stopcontacten, lekkende dakgoot,… Dit gaat om een bijna eindeloze lijst kleine herstellingen. Ook deze infra werken blijven steeds langer liggen, dit tot grote frustratie van de mensen die er dagelijks mee worden geconfronteerd.
‘Do It Yourself’ (DIY)
In een poging om de kleine infra werken sneller op te lossen is de DIY-methode in het leven geroe-
pen. Het is de verantwoordelijkheid van de eenheidscommandant om het geschikte personeel aan te duiden voor de uitvoering van een bepaalde taak of herstelling. Om een taak of herstelling te kunnen uitvoeren moeten ook de geschikte arbeidsmiddelen en materialen voorhanden zijn. Er moet dus eerst een risicoanalyse worden opgemaakt en een advies van het 1ste Echelon Infra worden ingewonnen alvorens werken uit te voeren in het kader van DIY. Het is dus helemaal niet de bedoeling dat mensen zonder opleiding en met arbeidsmiddelen die van thuis zijn meegebracht, klussen gaan uitvoeren in de kazernes.
Winter is coming
Met de winter in zicht worden de verwarmingen opgestart, rekening houdend met de huidige energiecrisis. Dus zo zuinig mogelijk verwarmen in goed geïsoleerde gebouwen. Tenminste dat is wat de meeste mensen zouden verwachten. Door achterstallig onderhoud van verwarmingsinstallaties binnen de kwartieren van Defensie verloopt dat net een beetje anders. Slecht geïsoleerde gebouwen, ramen en deuren die stuk zijn en/ of slecht afsluiten maken de problemen alleen maar erger. De militaire vakbond ACMP-CGPM krijgt steeds meer klachten binnen van leden over slecht werkende verwarmingssystemen.
De gekste situaties doen zich voor in deze tijden van energiecrisis. Radiatoren waar de radiatorknop ontbreekt of stuk is, wat maakt dat het veel te warm wordt en het personeel genoodzaakt is om de ramen open te zetten. Dat is dus letterlijk het geld door het raam naar buiten gooien en dat in tijden dat mensen thuis de verwarming een graadje lager moeten zetten om de energierekening te kunnen betalen.
Klaslokalen met een defecte verwarming waar de cursisten een hele dag worden blootgesteld aan 12 C°. Een logementsblok waar geen warm water en geen werkende verwarming is, … dat
Ons advies
zijn toestanden die niet meer van deze tijd zijn! Zeker niet wanneer er in die blok mensen living-in zijn. Gelukkig was hier het lokale commando het helemaal eens met de gegronde klachten van de militaire vakbond ACMP-CGPM en kon via een outsourcingscontract het probleem snel worden opgelost.
Maar niet overal zijn de lokale autoriteiten bij machte om dergelijke problemen snel op te lossen. Als voorbeeld nemen we het militair kwartier te Lombardsijde, meer bepaald de gebouwen waar 1C/1Gr momenteel gebruik van maakt. Er zijn ramen en deuren die niet meer goed afsluiten of zelfs gedeeltelijk weggerot zijn. Afgelopen winter werd er gebruik gemaakt van de wel bekende VA-M om een gebouw te verwarmen wegens een defect aan de centrale verwarming. Er is jarenlang niet meer geïnvesteerd in de gebouwen, het kwartier was
mogelijks voorzien om te sluiten. Nu wordt de kazerne nieuw leven ingeblazen en worden er steeds meer militairen gekazerneerd.
Voor de scouts!
De militaire vakbond ACMP-CGPM wil dat elke militair op een aangename manier kan werken in een gebouw dat op zijn minst voldoet aan de codex over het welzijn op het werk. Wanneer we het lokale commando vragen stellen over de toestand van de gebouwen dan horen we dikwijls dat het personeel zijn best doet met de middelen die ze hebben. Dit doet steeds denken aan een uitspraak van enkele jaren geleden. Toen een sectie militairen die op het einde van hun latijn zaten zeiden dat ze hun best deden met de middelen die ze hadden, was de reactie van een Generaal: 'Ons best doen, dat is voor de scouts!'
Meld elk infra gerelateerd probleem aan de persoon die verantwoordelijk is. We merken dat problemen wel gekend zijn door de mensen die er werken maar niet aan de juiste persoon worden doorgegeven. Maak in Ilias voor elk probleem een apart werkorder (WO) op en volg dit ook op. Gebreken of andere problemen worden niet hersteld als er geen WO is opgemaakt in Ilias. De opvolging is dan weer nodig omdat sommige WO meer dan een jaar onbehandeld blijven. Wanneer u alles hebt geprobeerd en er geen vooruitgang wordt geboekt, dan is de militaire vakbond ACMP-CGPM er om u verder te helpen. Eén adres srt@acmp-cgpm.be ! We zullen u met raad en daad bijstaan en helpen om beweging te brengen in een situatie van stilstand!
Overheid indexeert vakbondsbijdragen
Niet alleen energie wordt duurder: ook de vakbondsbijdragen slaan op, een verhoging opgelegd door de Kanselarij van de Premier. Vanaf 1 januari zal het maandelijkse bedrag stijgen tot € 14,80 (80 cent meer). Het goede nieuws is dat de diensten en voordelen die onze organisatie aanbiedt ook uitbreiden!
Wij hadden liever de oude prijs behouden, maar het is niet aan ons om te beslissen... Volgens het Koninklijk Besluit van 30 september 1980 moet de syndicale bijdrage van de representatieve vakbonden minstens gelijk zijn aan 0,74% van de bruto geïndexeerde jaarlijkse bezoldiging. Als gevolg van de inflatie moeten wij de bijdrage voor 2023 aanpassen. Om de gevolgen voor de koopkracht van onze leden te beperken, heeft het Nationaal Bureau besloten voor alle categorieën het laagste tarief te hanteren:
Militair in actieve dienst of in VEP: € 14,80 per maand (€ 177,60 per jaar)
Reservemilitair: € 7,30 per maand (€ 87,60 per jaar)
Militair op rust: € 12,50 per trimester (blijft onveranderd)
Merk op dat de reservisten een lagere bijdrage betalen omdat zij niet genieten van de € 90 vakbondspremie die elk jaar terugbetaald wordt. Ze betalen hetzelfde maandelijkse bedrag als de militairen in actieve dienst of in VEP, met aftrek van de vakbondspremie. Beter nog, we hebben besloten de bijdrage voor gepensioneerde militairen niet te verhogen. Wij vinden het namelijk belangrijk dat zij in deze moeilijke tijden de best mogelijke service tegen de laagst mogelijke prijs krijgen.
Goedkoper!?!
Het klopt inderdaad dat het bedrag stijgt, maar paradoxaal genoeg is het nog nooit zo voordelig geweest om u bij ons aan te sluiten! Door de bevriezing van de bijdragen van de gepensioneerden en de keuze van een minimumbedrag voor militairen in actieve dienst, in VEP of in het reservekader, vertegenwoordigt het lidmaatschap van de ACMP-CGPM nu immers een kleinere financiële inspanning in verhouding tot het inkomen. Het inkomen van onze leden stijgt aanzienlijk, hetzij door
salarisverhogingen, hetzij vanaf januari 2025 door de perequatie van onze pensioenen. Deze verhoging is veel belangrijker dan de eenvoudige indexering van de vakbondsbijdragen. Uiteindelijk kunnen we stellen dat het goedkoper wordt om lid te zijn van de militaire vakbond. Ook mogen we niet vergeten dat de opwaardering van het wapenberoep waarschijnlijk niet tot stand zou gekomen zijn zonder het harde werk van de vertegenwoordigers van het personeel. Lid worden van een vakbond is dus zowel een daad van solidariteit als een investering die veel meer opbrengt dan dat ze kost.
Burgers
Er zitten niet alleen (ex-)militairen in de ACMP. Iedereen kan lid worden van de V.Z.W. 'Solidariteit' om bij te dragen tot de inspanningen van onze vakbond. Deze formule wordt steeds populairder onder vrienden en familieleden van militairen en burgers die bij Defensie werken. Ze trekt ook een groeiend aantal burgers aan met een bijzondere belangstelling voor Defensie. Het gaat niet enkel over onbaatzuchtig mecenaat; in ruil voor een bescheiden bijdrage genieten de leden van de vereniging van voordelen, gelijkaardig aan de vakbondsleden. Partners van vakbondsleden hebben bijvoorbeeld voor slechts € 10 per jaar toegang tot ons exclusief voordelenplatform op www.acmp-cgpm-benefits.be en zijn gratis gedekt door de verzekering 'Overlijden door ongeval' voor een bedrag van € 7.500,00!
Als sympathisant ontvangt u bovendien een abonnement op De Schildwacht tegen € 50 per jaar. Tegen het luttele bedrag van € 25 per jaar hebben de weduwes en weduwnaars van een lid recht op al deze voordelen, met als kers op de taart onze juridische bijstand. Deze bijdragen blijven ongewijzigd voor 2023.
En de vakbondspremie?
Het goede nieuws is dat militairen aangesloten bij de ACMP-CGPM de vakbondspremie zullen blijven ontvangen. Helaas stijgt deze premie niet, omdat een indexering hiervoor niet voorzien is. Deze bijdrage hangt niet van ons af. Het bedrag ervan wordt vastgesteld bij Koninklijk Besluit. We kunnen alleen maar hopen dat het bedrag ooit aangepast zal worden. Wat wij wel kunnen doen, is ons aanbod en onze diensten verder ontwikkelen ten behoeve van onze leden.
Men kan nu zeggen dat de ACMP-CGPM de grootste vakbond bij Defensie is. In 2021 is ons ledental
spectaculair gestegen en het jaar 2022 bevestigt deze stijgende trend, terwijl het aantal militairen bij Defensie blijft dalen. Als belangrijkste vertegenwoordiger van de (ex-) militairen breidt de ACMP dagelijks haar individuele en collectieve steun aan haar leden uit. De opening van ons noordelijk filiaal in Leopoldsburg en de voortgang van het zuidelijke project in Wallonië zijn slechts twee voorbeelden van de voortdurende inspanningen om onze organisatie verder uit te breiden.
De beste vakbond
De traditionele vakbonden moeten rekening houden met de richtlijnen van hun centrale en met de doctrine die aansluit bij hun politieke kleur. Zij zijn bovendien verplicht te voldoen aan de eisen van hun verschillende sectoren (post, spoorwegen, politie, onderwijs, ...), zelfs als dat ten koste gaat van Defensie. De militairen stellen immers niet veel voor in de massa van hun leden. De ACMP van haar kant heeft geen centrale: ze is DE centrale. Ze verdedigt uitsluitend de militairen en is enkel verantwoording verschuldigd aan haar leden. De militaire vakbond is vrij van politieke banden en kan zijn middelen voor 100% investeren ten behoeve van zijn leden en zich voor 100% inzetten voor wat er in het leger gebeurt. Onze leden kunnen er zeker van zijn dat hun bijdrage nooit zal dienen om een staking te financieren of een ideologie te promoten.
De ACMP-CGPM is ook een volledig democratische organisatie met leiders die door en uit haar leden verkozen worden. Onze vaste afgevaardigden krijgen nooit hun 'plaats' om een partij, een minister of een 'vriend' tevreden te stellen.
Daarom biedt de militaire vakbond ACMP-CGPM altijd de meest efficiënte en uitgebreide ondersteuning, ongeacht het bedrag van het lidgeld. Wij danken u voor uw vertrouwen, want zonder u zou niets mogelijk zijn!
Terugbetaling medische zorgen
Militairen hebben recht op gratis gezondheidszorg. Tenminste, dat staat in de wet en het uitvoeringsbesluit. In de praktijk weten veel militairen niet hoe ze hun rechten kunnen laten gelden of gooien ze de handdoek in de ring op de administratieve hindernisbaan, die de autoriteiten hebben opgezet... om hen te ontmoedigen?
Met wat geluk is je huisarts erkend door Defensie en vertrek je aan het eind van je bezoek met je voorschriften, zonder ook maar iets te betalen. In andere gevallen passen de meeste huisartsen, tandartsen, kinesitherapeuten enz. sinds 1 januari 2022 direct de 'derdebetalersregeling' toe en bent u de arts alleen het bedrag te uwen laste verschuldigd (het 'remgeld'). Bij een 'specialist' krijgt u altijd een visitebriefje (het lange groene of witte formulier). U moet het volledige bedrag betalen dat de zorgverlener u aanrekent en er de alom gekende klever van het ziekenfonds op aanbrengen. Als u het niet vergeet op te sturen, als het papier niet verloren gaat en als het correct gecodeerd is, krijgt u een (groot) deel van uw medische kosten terugbetaald. In het beste geval hoeft u enkel het remgeld te betalen als de arts geconventioneerd is. De supplementen worden nooit gedekt, noch door het RIZIV (Rijksinstituut voor Invaliditeit- en Ziekteverzekering), noch door Defensie. Voor veel militairen heeft het bezoek aan de dokter een paar euro gekost en daar eindigt het verhaal...
In sommige gevallen, met een ‘Model Transfer’-formulier van een erkende huisarts of militaire arts op zak, kan de derde betaler worden vergoed. Maar, eerst moet je zo'n
arts vinden en dan moet je ook nog eens een dossier indienen voor soms een klein bedrag. Vele collega's gooien de handdoek in de ring. Voor Defensie en de Belgische staat is het pure winst!
Het gaat helaas niet altijd om een banale griep: soms is het bedrag hoog en is het toch de moeite waard om een aanvraag tot terugbetaling in te dienen. Sommige militairen maken er een principekwestie van, zelfs voor een paar euro. We hebben immers recht op 'gratis gezondheidszorg', toch? Natuurlijk zijn er voorwaarden. De eerste is ‘het recht hebben op’. Daarvoor moet je in een van de volgende categorieën zitten:
- Militairen van het actief kader die zich bevinden in een situatie van werkelijke dienst of Tijdelijke Ambtsontheffing om Gezondheidsredenen (TAGR), om Gezinsredenen (TAGezinR) of bij Tuchtmaatregel (TATM);
- Militairen van het Reservekader in werkelijke dienst (wederoproeping) of die een Vrijwillige Encadreringsprestatie (VEP) verrichten;
- De leerlingen van de Voorbereidende Divisie van de Koninklijke Militaire School (VDKMS), OOffr Technici (VDTech) of kader (VDKader);
- Militairen Invaliden van Vredestijd
(MIVT) en de Kandidaten Militairen Invaliden Vredestijd (KandMIVT) of Oorlogstijd (KandMIOT);
- Personen ten laste van een EXPAT (onder voorwaarden).
De militaire invaliden oorlogstijd en de rechtstreekse slachtoffers van terreurdaden, zowel militairen als burgers, dienen zich in prioriteit te wenden tot de Hulpkas voor Ziekte-en Invaliditeitsverzekering (HZIV).
Merk op dat enkel de militair recht heeft op gratis medische zorgen. Dus niet de partner, noch de kinderen, noch andere leden van het gezin, al dan niet ten laste. De regels m.b.t. de terugbetaling van medische zorgen verstrekt in het buitenland aan EXPAT’s en hun personen ten laste verschillen van deze die hier werden opgesomd. De details kun je raadplegen op de intranetsite van DG BudFin.
‘Gratis en voor niks?’
Dat zou natuurlijk te simpel zijn. Zoals u zich kunt voorstellen, zijn er uiteraard de 'kleine lettertjes'. Kortom: voor alle door het RIZIV erkende behandelingen betaalt de mutualiteit uw bezoek terug, behalve het 'remgeld' en de 'supplementen'. Defensie neemt het remgeld voor haar rekening.
Hou rekening met twee belangrijke subtiliteiten. Ten eerste worden sommige behandelingen niet door het RIZIV erkend. In dit geval, geen terugbetaling door Defensie! Ten tweede zijn er de beruchte 'supplementen'. Veel artsen zijn niet geconventioneerd. Dit betekent dat zij het officiële tarief van het RIZIV niet aanvaarden en u vragen meer te betalen, soms tot 300% van het RIZIV-tarief. Defensie vergoedt dit deel niet. Opdat de behandeling 100% gratis zou zijn, moet u dus een arts kiezen die een overeenkomst heeft met het RIZIV en moet de behandeling erkend zijn door het RIZIV. Er bestaat ook een lijst van behandelingen die in de wet opgenomen zijn.
Het is echter mogelijk een afwijking te bekomen voor uitzonderlijke
kosten. Zo kan uw hospitalisatieverzekering (bv. DKV) evt. ook bepaalde toeslagen bij ziekenhuisopname dekken.
In geval van twijfel of vragen, neem dan contact op met DGBudFin BFA-M (02/44 + extensie vermeld hieronder):
- Militairen in België: 15638 –15778
- Militairen in het buitenland: 15648 – 16661
- Invaliden Vredestijd/Prothesen: 15678 – 15680
Als de planeten in de juiste conjunctie staan en je recht hebt op een terugbetaling, dan moet je naar BFA-M een vraag tot terugbetaling in twee exemplaren sturen, alsook de bewijsstukken.
En de medicijnen dan, hoe zit het daarmee? Ah, het is zo al ingewikkeld genoeg, nietwaar? We gaan het over pillen hebben in een volgend artikel, beloofd!
Vergoedingspensioen
Soms moet je naar de dokter vanwege een dienstongeval. Dit is een ongeval 'tijdens en door de dienst'. Dit begrip dekt ook de weg van en naar het werk, dus bijvoorbeeld een auto-ongeluk op de terugweg van de korpsmaaltijd. We hebben het nu over een ongeval, maar het kan ook een ziekte zijn. Als je malaria oploopt tijdens een zending in Afrika of als je gehoorproblemen krijgt door het lawaai van de machinekamer, wordt dit ook als een dienstongeval beschouwd. In deze gevallen heeft u naast de vergoeding van de behandeling recht op een vergoedingspensioen. Een goeie raad: probeer dit niet zelf aan te vragen, want een dossier vergoedingspensioen is erg complex. Doe gerust beroep op de ACMP, het is immers inbegrepen in uw lidgeld. Bij ons hoeft u geen drie exemplaren van de aanvraag aangetekend te versturen: een eenvoudige e-mail en onze specialisten doen de rest! srt@acmp-cgpm.be
Onaanvaardbaar!
Voor de ACMP-CGPM is elke rem op gratis gezondheidszorg onaanvaardbaar. Het Koninklijk Besluit van 31 juli 2003 spreekt van “gratis gezondheidszorg” en zo zou het letterlijk ook moeten gaan: de militair zou niets, nooit, nada moeten betalen! In plaats daarvan moet hij in de meeste gevallen eerst het geld voorschieten en vervolgens pas terugkrijgen, als alles goed gaat. De procedure is omslachtig voor zowel de militair als voor Defensie. In vele gevallen kost het administratieve proces meer dan de vergoeding zelf! Zoals vermeld in ons Algemeen Programma 2019-2023, onder meer in de punten D-31.5 en D-32.2, eist de militaire vakbond de invoering van een eenvoudig systeem zonder administratieve rompslomp.
Transgendermilitair
Men kan stellen dat de Belgische Defensie in de wereld een voortrekkersrol speelt inzake de rechten en plichten van LGBT+ militairen, en in het bijzonder transgendermilitairen. De Schildwacht bespreekt het thema en brengt de getuigenis van een ACMP-CGPM afgevaardigde.
De gedetailleerde instructie DGHRGID-GENDER-001 reglementeert de rechten en plichten van transgendermilitairen en hun hiërarchie. Dat het leger een regelgeving over dit onderwerp heeft, weerspiegelt het feit dat ons land een bijzonder moderne wetgeving op dit gebied heeft aangenomen. In veel strijdkrachten in de wereld is het inderdaad zo dat, als er al een reglement is, dan is dat meestal bedoeld om transgendermilitairen te straffen of uit te sluiten. De Belgische GID beoogt daarentegen ‘het transgenderpersoneelslid te ondersteunen en te begeleiden’.
Reglementen zijn één punt, maar de realiteit op het terrein kan heel anders uitdraaien. Jesse Arents, lokaal afgevaardigde van de militaire vakbond ACMP-CGPM in Leopoldsburg, getuigt voor De Schildwacht.
‘De eerste keer dat ik dacht dat ik een meisje was, was ik 11 jaar oud. Op mijn jongensschool verzochten ze mij een vrouwelijke rol te spelen in een toneelstuk. Ik had een openbaring; de verklaring voor een gevoel van onbehagen waar ik nooit echt de vinger op had kunnen leggen. Ik voelde me beter als meisje dan als jongen. Ik vertelde het mijn ouders, die door het lint gingen. Ik werd zwaar gestraft en ze stuurden me naar een psycho-
loog ‘om me te genezen’. Ik kreeg te horen dat ik deze beschamende impulsen moest onderdrukken... Ik werd opstandig, vooral tegen mijn vader, die er niets beters op had gevonden dan me in te schrijven bij de Vlaams-nationalistische jeugd, om me 'op het rechte pad te brengen'. In het vierde jaar van de middelbare school stopte ik met school en liep weg van de familiedictatuur. Ik werkte vier jaar in de groothandel, mijn geheim zorgvuldig verborgen houdend voor de rest van de samenleving. Integendeel, ik probeerde heel viriel over te komen. Het is waar dat ik me helemaal niet aangetrokken voelde tot mannen. Ik had een vriendin tegen wie ik uiteraard niets durfde te zeggen. Was het om mijn vrouwelijkheid beter te verbergen? Op een dag verbrak ik mijn uitstekende vaste contract om in het leger te gaan als vrijwilliger bij een infanterie-eenheid!’
Stabiliteit
‘Ik vond de structuur en stabiliteit die ik nodig had bij Defensie. Alles was klaar en duidelijk. Vooral tussen de bikkelharde opleiding, de maneuvers en de missies had ik geen seconde om over mijn neigingen na te denken. Ik ging naar Kosovo, alles ging prima. Tot de dag dat ik mutatie kreeg naar Stockem als M113 instructeur.
Ik kreeg een eenpersoonskamer en veel vrije tijd na de diensturen. Zonder dat mijn vriendin en onze drie kinderen het wisten, vulde ik mijn avonden als geografische vrijgezel door mij als meisje te verkleden en m'n vrouwelijke identiteit te beleven. Totdat mijn vriendin er natuurlijk achter kwam. Ik heb haar alles opgebiecht. Na de eerste schok vertelde ze me dat ze niet klaar was om lesbische te worden, maar dat dit geen reden was om onze relatie te verbreken. Dus ging ik terug naar mijn mannelijke vermomming en in 2008 deed ik sociale promotie. Ik werd onderofficier bij het 20ste Bn Log, verantwoordelijk voor de ondersteuning van de Para's: de hele tijd op het terrein, een operatie in Afghanistan,... In 2011 kreeg ik mutatie naar Flawinne bij de Special Forces, met nog meer missies op het menu. Ik ging toen naar Libië om de DAS te ondersteunen. Voor mijn collega's was ik het toonbeeld van viriliteit... Als ze eens wisten welk conflict mij kwelde! Inmiddels was ik getrouwd, maar ik zag mijn vrouw en kinderen zelden. Geen tijd, te veel werk, te vaak op het terrein. In 2016 werd ik 'op factuur' overgeplaatst als munitievernieuwer naar Doornik, waar ik tijdens de week verbleef. Op slag had ik zeeën van tijd. Ik werd afgevaardigde van de ACMP en in de beslotenheid van mijn kamer werd ik weer vrouw.
De stress van het niet te kunnen zijn wie ik was vrat aan me. De periode van de B1 cursus was bijzonder pijnlijk.’
‘Ik werd in 2018 onderluitenant via de sociale promotie. Ik besefte toen dat ik niet alleen een fascinatie had voor meisjeskleren - ik was een meisje! Als officier, met mijn staat van dienst, kon ik misschien mijn geheim onthullen en toch het respect van mijn collega's behouden? Ik las het artikel in De Schildwacht over de vereniging BelDefRaC, die de LGBTQ's bij Defensie verenigt: ik stond er bijgevolg niet alleen voor. Een collega onderofficier is ook net uit de kast gekomen, het is dus mogelijk in het leger!’
Uit de kast
‘Op de laatste dag van mijn opdracht in Niger als commandant van het 'Joint Support Detachment', belde ik mijn vrouw vanuit Niamey om haar mijn beslissing mee te delen. Ik hoefde mijn zin niet af te maken, ze wist het al... Ik verwachtte een drama toen ik thuiskwam, maar ze accepteerde me integendeel helemaal zoals ik was; ze was geweldig. In februari 2021, na het lezen van de getuigenis van een transgendermilitair op het intranet van Defensie, nam ik contact op met het Universitair Ziekenhuis Gent om mijn transitie naar vrouw op te starten. Ondertussen werd ik commandant van het munitiedepot in Leopoldsburg, toen in mei de affaire Jürgen Conings uitbrak. Tijdens de audit die volgde, biechtte ik alles op aan de onderzoekers van ACOS IS en liet ik mijn korpschef weten dat ik vrouw wilde worden. Hij was begripvol, hoewel
Luitenant Jesse Arents op missie met de para’s in Maradi (Niger): een Belgische militair als alle andere. Die dag deelt hij z’n echtgenote mee dat hij vrouw wil worden.
hij natuurlijk erg verbaasd was. Uiterlijk verraadde niets mijn echte identiteit. Ik ben het prototype van de macho vechtersbaas, mijlenver van het cliché van de verlegen en verwijfde jongen.’
‘Uit de kast komen gebeurt niet in een oogwenk. Het is een proces waarbij je de hiërarchie, collega's, vrienden, familie, de school van je kinderen… op de hoogte moet brengen. Het is altijd een emotioneel geladen confrontatie, ook al geeft mijn therapeut me goede raad en helpt hij me om het goed te laten verlopen. Ik verzamelde mijn personeel om hen het nieuws te vertellen. Er vielen er veel uit de lucht. Ze waren niet boos of ontevreden, maar eerder verbijsterd. Sommigen voelden met me mee en moedigden me aan, maar drie collega's vonden mijn ‘coming out’ moeilijk te accepteren. Uitein-
delijk zouden ze het aanvaarden, één van hen werd zelfs een goede vriend.’
‘Voor mijn vrouw is het ook een 'coming out'. Ze moet overal uitleggen dat ze vanaf nu met een vrouw getrouwd is! Wat de kinderen betreft, voor hen zijn inclusiviteit, LGBT+ en transseksualiteit onderdeel van de samenleving. Ze hebben geleerd dat de persoon belangrijk is, niet de kledij, de kleur of het geslacht. Ze accepteren de situatie des te meer omdat ik als vader erg afwezig was, altijd weg op het terrein of aan de andere kant van de wereld. Nu ben ik er veel meer voor hen, minder gestrest en eindelijk dichterbij. Vroeger was ik een rusteloze man, altijd gejaagd, gespannen, op het brutale af. Nu ik niet meer onder deze last gebukt ga, kan ik eindelijk openbloeien en mijn gehechtheid,
mijn affectie voor mijn geliefden uitdrukken. De relatie met mijn vrouw is altijd solide geweest, en is nu nog sterker en harmonieuzer. Ik heb ongelooflijk veel geluk om haar aan mijn zijde te hebben.’
Eindelijk vrouw!
‘Ik ben vastbesloten in mijn streven dat mijn keuze een minimale impact op mijn job moet hebben. En eigenlijk denk ik dat ik op het werk beter presteer nu ik niet meer bang ben om ontmaskerd te worden. Wat de hiërarchie betreft is er niets veranderd, ik geniet nog steeds het volste vertrouwen. Ik heb een belangrijke missie toegewezen gekregen bij het regiment Special Operations als commandant van het logistieke detachement. Alles gaat mij voor de wind in deze nochtans uiterst mannelijke omgeving.’
‘In de zomer van 2021 start ik de officiële geslachtsverandering, te beginnen met de administratie. De procedures bestaan en zijn vrij omslachtig, maar mijn geval is geen uitzondering meer; de bureaucratische machine is goed gesmeerd, alles is voorzien. In december 2021 kreeg ik eindelijk mijn 'V'-identiteitskaart. Ik heb mijn voornaam niet veranderd, want in het Engels wordt 'Jesse' al uitgesproken als 'Jessie'. Ik laat aan iedereen de keuze hoe ze me willen noemen. Ook binnen het leger passen ze de documenten aan. Ook al zie ik er nu nog uit als een man, ik kan me als vrouw kleden, zelfs in een militaire omgeving.’
Onmiddellijke steun
Jesse en haar vrouw: een relatie die vandaag hechter is dan ooit tevoren.
‘Uiteindelijk staat het systeem erg open voor transgenders. Natuurlijk loopt niet alles perfect voor LGBTQ's bij Defensie. Je moet bijvoorbeeld nog steeds kiezen tussen M en V. De ‘niet-binaire’ persoon is nog niet erkend. In de praktijk zou dit enkele hervormingen vergen. Neutrale toiletten, neutrale uniformen, tolerante kapselvoorschriften, enz. Maar waarom niet? Het is vooral een kwestie van perceptie. In de trein deelt iedereen hetzelfde toilet en als we ons al zorgen maken, is het eerder over de netheid ervan...’
‘Mijn transitie vordert. Ik neem hormonen, ik verander beetje bij beetje, ook om mijn omgeving niet te choqueren. De volgende stap voor mij zal een operatie zijn, in de zomer van 2023. Een pijnlijke en peperdure (want niet terugbetaalde) beproeving die mijn traject zal voltooien. Ik ben erg dankbaar dat Defensie mij accepteert zoals ik ben, het motiveert mij nog meer om met trots het leger, mijn collega's en mijn land te dienen.’
Net als Defensie wil ACMP-CGPM inclusief zijn. Wij zijn een neutrale vakbond zonder filosofische, religieuze of politieke invloed. We zijn hier om ALLE militairen te helpen. Herken je Jesses situatie? Wil je meer weten over de procedure of over transgenderproblematiek? Heb je advies of hulp nodig? Neem contact op met onze afgevaardigde door een bericht te sturen naar jesse.arents@mil.be
FRANCOIS – 11/02/2021
In het gezin van Grégory MIGEOT (Doornik)
NINA – 09/02/2022
In het gezin van Christopher FIEVET (Libramont-Chevigny)
LOLA – 02/04/2022
In het gezin van Johan PEFFER (Malmedy)
MARIE – 12/03/2022
In het gezin van Guy CORTENS (Pelt)
LEONORE – 08/04/2022
In het gezin van Kjell COUDRON (Menen)
LYA – 14/04/2022
In het gezin van Jonathan DUPUIS (Zinnik)
MILHAN – 16/04/2022
In het gezin van Ismail LAREDJ (Charleroi)
KORNEEL – 27/04/2022
In het gezin van Tom PARTHOENS (Genk)
TJEN – 28/04/2022
In het gezin van Senne LEMMENS (Boechout)
MALLORY – 01/05/2022
In het gezin van Romain DEBY (Bezannes – Frankrijk)
DIEGO – 30/08/2022
In het gezin van Daniel IGLESIAS GARCIA (Sint-Lambrechts-Woluwe)
HECTOR – 07/09/2022
In het gezin van Lucas MEREAU (Ath)
28/05/2022
MEYFROOT Stéphane en LEFEBVRE Stéphanie (Doornik)
02/07/2022
DIEU Gillian en MANON Hélène (Châtelet)
28/09/2022
CLEMENT Jorun en SABBE Amelie (Oostende)
06/10/2022
BORREMANS Robin en Danieli SANTANA TOMAZ (Kortenberg) (Wettelijke samenwoning) 08/10/2022 MASCART Jean-Claude en LETECHEUR Catherine (Andenne)
27/10/2022
JEHASSE Samuel en DE LEEUW Manon (Flémalle) (Wettelijke samenwoning) 04/11/2022
VAN HAL Anthony en MINNE Wendy (Zwijndrecht) 15/11/2022
VAN KERCKHOVE Frederik en WYTINCK Sandra (Evergem) (Wettelijke samenwoning) 21/11/2022
ARENS Simon en OOMS Ine (Leopoldsburg) (Wettelijke samenwoning)
JANSSENS ALOÏS
(Dilbeek) 1931 - 21/09/2022
REUTER WILLY (Namen) 1932 - 29/09/2022
DERISON XAVIER (Leuven) 1927 - 06/11/2022
Indexcijfer van de consumptieprijzen
- September: 125,24 punten - Oktober: 128,21 punten - November: 127,92 punten
Gezondheidsindexcijfer
- September: 124,92 punten - Oktober: 127,92 punten - November: 127,44 punten
De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in november 123,47 punten, net boven de spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen (vastgelegd op 123,14 punten).
Een nieuwe verhoging met 2% zal in november 2022 gebeuren voor de pensioenen en eind december 2022 voor de lonen. Dit is de vijfde overschrijding van de spilindex dit jaar! De volgende spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen is vastgelegd op 125,60 punten.
Bron: Statbel