
4 minute read
Weapons Safety Culture
Op 25 januari stelde Luitenant-Generaal Marc Thys, vice-chef Defensie (VCHOD), het 'Weapons Safety Culture' aan de sociale partners voor. Het doel van dit initiatief is het aantal schietongevallen met lichte vuurwapens te beperken, vooral tijdens de opleiding van kandidaten.
Zoals vaak het geval is bij de Belgische Defensie, rust de fundamentele vaststelling op één beslissende factor: het gebrek aan personeel. Specialisten die met pensioen gaan, attritie van instructeurs, inkrimping van personeel en organigrammen, ... Over de jaren heen is de 'veiligheidscultuur' bij het gebruik van handvuurwapens geleidelijk aan verwaterd. Verscheidene organisaties zoals SAITT (Small Arms Integrated Technics and Tactics) en COSTA (Commission Organization and Safety of Training with Ammunition) hebben hun deuren gesloten. Maar, tegenwoordig rekruteert het leger massaal en na de invoering van nieuwe wapens, zoals de SCAR, heeft het meer dan ooit behoefte aan veilige trainingen en schietoefeningen. Hoewel militairen altijd het gevoel hebben dat zij 'het verstand in pacht hebben', vreest het commando in werkelijkheid dat er op alle niveaus lacunes en een gebrek aan follow-up heersen. Daarom heeft de VCHOD in oktober 2021 de Inspecteur-Generaal (IG) de opdracht gegeven de veiligheidscultuur met betrekking tot het gebruik van handvuurwapens (tot kaliber .50) te evalueren en pistes voor structurele verbeteringen uit te stippelen. Generaal Thys preciseert dat deze aanpak geen verband houdt met een specifiek voorval en de evaluatie 'a priori' kadert dit in een preventielogica. Lees: ‘Dit heeft niets te maken met de zaak Conings’...
Anekdotes
In totaal heeft IG zo’n 850 mensen geraadpleegd en tientallen locaties bezocht, met hoge verwachtingen en goede medewerking van de betrokken eenheden. Er zijn een reeks bevindingen naar voren gekomen, vaak gebaseerd op anekdotes, die samen een verontrustend beeld schetsen van de veiligheid bij het schieten en het omgaan met wapens. Zo meldden enkele ondervraagden dat sommige kandidaten na hun initiele opleiding in hun eenheid aankomen zonder te kunnen schieten of zelfs nooit hebben geschoten(!), hetgeen onmogelijk zou moeten zijn. Het aantal schietincidenten of ongevallen zou sinds 2020 twee tot drie keer hoger liggen en er zouden ook veel meer 'problematische' kandidaten zijn, ook al wijst de VCHOD er nadrukkelijk op dat: ‘Officieel de selectiecriteria niet verlaagd zijn’ [lol]. Bovendien zou het gebruik van wapens zonder opleiding of documentatie een realiteit zijn, en het gebrek aan officieren op de schietstanden leidt maar al te vaak tot een creatieve interpretatie van de regels. Tot slot krijgen we te horen dat instructeurs in uiterst zeldzame gevallen (wel in het meervoud) een geladen individueel wapen meenemen naar de schietstand om zichzelf te beschermen tegen kandidaten aan wie zij voor het eerst een wapen toevertrouwen...!
Volgens de VCHOD zorgen het gebrek aan een veiligheidscultuur, de verminderde kwaliteit van schutters en instructeurs, het tekort aan materieel en vooral de druk van het 'Must Do', d.w.z. de wil om de opdracht tot elke prijs uit te voeren ondanks het gebrek aan personeel en middelen, voor een verhoogd risico op ernstige ongevallen. IG constateert ook een gebrek aan toezicht bij de Defensiestaven op alle niveaus van de hiërarchische keten en een gebrekkige rapportering. Incidenten worden niet langer systematisch gemeld en geanalyseerd om ervan te leren en herhaling te voorkomen.
Analyses
Op basis van deze bevindingen formuleerde IG 22 aanbevelingen om de situatie te verbeteren. De VCHOD heeft vervolgens het hoofd van de Landcomponent opgedragen een actieplan te ontwikkelen. Dit werd gepubliceerd in september 2022. Het bevat 34 werkpunten die aan de vakbonden werden voorgelegd. DG HR zal bijvoorbeeld ‘de normen en procedures voor werving en selectie analyseren’. De VCHOD zal onder meer ‘de mogelijkheid analyseren om het JOINT-karakter en de onafhankelijkheid van de SACC (Small Arms Coordination Cell) te versterken’. DG H&WB zal werken aan een eenvoudig en transparant systeem voor het melden van incidenten, enz. Onder de onverwachte of verrassende initiatieven vernemen wij het mogelijke gebruik van 'amnestiedozen', waarin militairen 'teruggevonden' munitie kunnen deponeren zonder een straf te riskeren. Of de studie van technologische middelen, zoals radar of camera's, die een alarm laten afgaan in geval van gebruik van scherpe munitie tijdens een schietoefening met blank.
De Defensiestaf sluit zijn presentatie af met enkele voorlopige algemene conclusies:

- de richtlijnen bestaan maar zijn onvoldoende gekend;
- de verdwenen controlemechanismes werden terug in het leven geroepen maar leiden nog steeds onder het gebrek aan personeel;
- de ‘Must Do’-mentaliteit gaat in tegen een correct wapengebruik;
- de sensibilisering inzake veiligheid moet groeien.
Knuffelbeertjes?
Aan het eind van deze informatievergadering is de militaire vakbond ACMP-CGPM er nog niet helemaal gerust in. De beste manier om schietincidenten of -ongelukken definitief uit de wereld te helpen zou zijn om niet te schieten en van de militairen knuffelbeertjes te maken, niet waar...? Al die risicoanalyses, studies en evaluaties zijn allemaal heel mooi, maar als het doel is dat soldaten niet bang zijn voor wapens en ze veilig en effectief te gebruiken (d.w.z. zo dodelijk mogelijk, maar alleen voor de vijand), zit er niets beters op dan ze te laten schieten, veel en dikwijls. Dit aspect is door de autoriteiten helemaal niet aangepakt. Opnieuw krijgen we de indruk dat er getracht wordt om 'nog beter' te presteren met 'nog minder'. Meer dan het 'Must Do' is het deze mentaliteit die moet veranderen. De generaals zouden zich zorgen moeten maken over het verbeteren van de kwaliteit van onze schutters en instructeurs in plaats van zich te focussen op het aantal ongelukken. Het is niet de schuld van de militair als hij een slechte, onzekere en gevaarlijke schutter is nadat hij tijdens zijn opleiding slechts een handvol laders heeft leeggeschoten. Als het conflict in Oekraïne ons iets geleerd heeft, dan is het dat een slecht opgeleide soldaat veel meer kans heeft aan het front te sterven dan op de schietbaan. Zoals een van de sprekers op de vergadering het verwoordde: ‘Iedereen vindt het normaal om een fulltime sportofficier in de eenheden te hebben, maar we kunnen geen schootsofficieren vinden, terwijl het onze 'core business' is.’ De dag dat we het leger uiteindelijk echt nodig hebben, zal het effectief zijn om de vijand neer te schieten en niet om naar de Olympische Spelen te gaan.