De Schildwacht Juli - Augustus 2021 - nr. 04
Voorwoord Tweemaandelijks tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel Verantwoordelijke uitgever: Yves Huwart - Afgiftekantoor: Brussel X - P109013
Generaals, vertel de waarheid de militaire vakbond
Voorwoord
Generaals, vertel de waarheid VOORWOORD DOOR YVES HUWART | VOORZITTER
Naar aanleidingen van de brand in Brecht en de recente overstromingen in Wallonië hebben we heel wat verklaringen gehoord en gelezen over de nog maar beperkte inzetmogelijkheden van Defensie bij dit soort van calamiteiten. Als verklaring hiervoor werd er verwezen naar de jarenlange besparingen bij het departement. Is echter uitsluitend de ‘politiek’ verantwoordelijk voor de erosie van het leger? Wij vragen het ons af… Wij vinden het recente inzicht over de penibele staat van ons leger enigszins bevreemdend. Defensie kan immers al geruime tijd haar taken niet meer naar behoren uitvoeren. Ze is al meer dan een decennium een uitgewoond apparaat, bemand door soms ‘té loyale’ mannen en vrouwen. Al jaren wordt de schijn opgehouden dat het leger nog in staat is te doen wat het zou moeten kunnen doen. Al jaren is er window dressing rond het steeds afkalvende operationeel vermogen: gaten in eenheden worden gestopt door gaten groter te maken in andere eenheden; er zijn onvoldoende reservedelen en munitie; er kan al meer dan een decennium niet op ware schaal geoefend worden, waardoor de paraatheid van de troepen ernstig tekort schiet; en het leger kan langere uitzendingen al geruime tijd niet meer aan door een gebrek aan personeel. De hoogste militairen hebben hierover zelden of nooit op overtuigende wijze hun vinger opgestoken. Integendeel, zoals het goede militairen betaamt, slaagden zij er handig in de uitholling van het
2
De Schildwacht
defensieapparaat zoveel mogelijk te camoufleren voor de buitenwereld. Defensie heeft evenwel geen natuurlijke achterban die lawaai maakt wanneer er aan haar getornd wordt. Wat haar dan ook een gemakkelijke bezuinigingspost maakte: er kon nog altijd wat vanaf. Doch juist omdat Defensie geen natuurlijke achterban heeft, moest de legertop dan zelf niet eerder gezegd hebben waar het op stond? Hier wringt echter het schoentje: de hoogste militairen hebben jarenlang gezwicht uit loyauteit voor de Belgische politieke dynamiek. Zij hebben de structurele en capacitaire keuzes mee vormgegeven. Ze hebben buitenlandse missies steeds opnieuw mogelijk gemaakt met het nodige kunst- en vliegwerk. Telkenmale werden ad hocoplossingen als een noodverbandje op een probleem geplakt (can do!), terwijl ze het echte dilemma voort lieten etteren. De deplorabele situatie van het leger werd onvoldoende uitgelegd aan politiek en publiek. Het is dan ook té gemakkelijk en té ‘goedkoop’ om de zwarte piet uitsluitend door te
schuiven naar het politieke niveau. Topmilitairen wisten al lang dat het officiële verhaal niet deugde. Dat het leger al lang niet meer op zijn taken toegerust was, met inbegrip van de hulp aan de Natie bij grote rampen. Waarom hebben zij hier niets aan gedaan? Waarom hebben zij hierover niet hard en tijdig aan de bel getrokken? Waarom hebben zij zich niet stevig geroerd toen de afbouw van de middelen voor noodsituaties beslist werd? En waarom hebben zij hun politieke meesters niet gewezen op de mogelijk desastreuze gevolgen van hun keuzes? Vergt het landsbelang langzamerhand niet meer dan hun loyaliteit? We pleiten uiteraard niet voor een staatsgreep, maar misschien is dit complexe land wakker te schudden als een paar generaals die van wanten weten eens de waarheid, en niets dan de waarheid vertellen. En bereid zijn op te stappen als dat nodig is. Het is eerbaar wanneer bewindslui hun politieke verantwoordelijkheid nemen. Maar het is pas werkelijk waardevol als de militaire leiding écht in de spiegel gaat kijken en zich verantwoordt tegenover regering en parlement.
De Schildwacht Juli - Augustus 2021 - nr. 04
Foto : Vincent Bordignon
Colofon De Schildwacht is het tweemaandelijkse tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel. Alle leden krijgen een exemplaar toegestuurd. Oplage: 8.800 exemplaren. Adresgegevens worden behandeld overeenkomstig de wet op de privacy (wet 8/12/1992 & GDPR). Verantwoordelijke uitgever: Yves Huwart Coördinatie: Concetto Bandinelli & Laurent Schmitz Algemene gegevens - ACMP: Romboutsstraat 1 – Bus 021 1932 Zaventem srt@acmp-cgpm.be www.acmp-cgpm.be Tel.: 02 245 72 14 Fax: 02 245 73 01 BE32 2100 6234 6602 BIC: GEBABEBB
Generaals, vertel de waarheid
4
Lonen: hoe ver staat het dossier?
6
Twee- en driesterren verzet
8
Juli 2021 : een dodelijke zomer
9
Een ACMP-afgevaardigde getuigt
12
Met hagel schieten
14
De spuit of eruit?
16
MESA 2021
17
BE57 0682 3639 9535 BIC: GKCCBEBB Foto cover: DGStratCom
2
Dubbel en dik verdiend!
18 Facebook “f ” Logo
Verlof: het weekend telt ook mee! CMYK / .ai
Facebook “f ” Logo
CMYK / .ai
Volg ons op Facebook EUROMIL
European Organisation of Military Associations
De Schildwacht
3
Rechtspositie
Lonen: hoe ver staat het dossier? Het dossier over de ‘loonsverhoging’, zet zijn administratieve en budgettaire koers voort. Terwijl er een unaniem akkoord was binnen het Militair Onderhandelingscomité met de Minister van Defensie (MOD) en de representatieve vakbonden, heeft de Inspecteur van Financiën (IF) van Defensie een ongunstig advies uitgebracht, wat de zaken er niet makkelijker op maakt. Yves Huwart, voorzitter van de ACMP-CGPM, beantwoordt onze vragen. Hoe ver staat het dossier over de loonsverhoging?
Welk deel van het dossier zorgt voor problemen?
Sommigen opperen al dat de overeenkomst met de MOD over de loonsverhoging in gevaar is, maar dat is voorbarig. Het is belangrijk de kwestie opnieuw in haar context te plaatsen. Op niveau van Defensie is de loonsverhoging momenteel een afgesloten dossier en de minister van Defensie, Ludivine Dedonder, heeft het daarom aan de regering voorgelegd. In ons land is het besluitvormingsproces voor een dergelijk dossier op politiek niveau verre van een gezondheidswandeling aangezien de regering zeven verschillende partijen telt met elkeen hun specifieke gevoeligheden. Onze MOD moet politieke steun sprokkelen bij haar partners in de regering, opdat het dossier uiteindelijk zou leiden tot de publicatie van een Koninklijk Besluit (KB).
Op budgettair vlak heeft de IF geen gunstig advies gegeven, dus ligt de bal in het kamp van onze politici. Op politiek vlak stellen wij vast dat verscheidene punten ter discussie staan. We moeten er op wijzen dat het dossier gebaseerd was op de gelijkschakeling van de salarissen van de militairen met die van de politie. Dat is normaal, want politieagenten werken net zoals militairen in de veiligheidssector en oefenen ook een ‘gewapend’ beroep uit. De vergelijking met de politie drong zich dus op, als je rekening houdt met het specifieke karakter van beide beroepsgroepen. Het is van essentieel belang dat de Staat erover waakt dat er geen al te grote concurrentie ontstaat tussen Defensie en de Politie. Het is daarenboven van belang voor Defensie om voldoende personeel te kunnen aanwerven, maar vooral om haar militairen te kunnen houden. We zien namelijk vaak dat militairen bij de Politie gaan werken, maar nooit dat politiemensen overstappen naar het leger.
Vanwaar het oponthoud? Het technische luik van het dossier, een ontwerp van KB, moet verschillende stadia van controle en validering doorlopen [nvdr: zie kader hieronder]. De IF uitte zijn bedenkingen omdat hij niet zeker was van de budgettaire dekking in de komende jaren. Hij gaf een ongunstig advies. De minister besloot daarom beroep aan te tekenen bij de minister van Financiën. Op politiek vlak is gebleken dat de kabinetten van verschillende ministers vragen hebben gesteld over het dossier; o.a. waarom de studie die aan het project ten grondslag ligt, tot doel had de salarissen af te stemmen op die van de politie en niet op die van de federale ambtenaren, brandweerlui of de civiele bescherming. Nu het parlementair reces is, heeft de regering besloten alle discussies te integreren in het volgende begrotingsconclaaf na de zomervakantie.
4
De Schildwacht
Echter de politievakbonden eisen nu ook een verhoging, waardoor sommige partijen in de regering terughoudend zijn tegenover het dossier van de militairen. Ook de weerslag van de salarisverhoging voor actieve militairen op de pensioenen (via de perequatie) doet bij sommige partijen de wenkbrauwen fronsen. Wat staat er nu te gebeuren? De minister heeft, zoals zij had beloofd, de loonsverhoging voor militairen nog voor de zomer aan de regering voorgelegd. Naar aanleiding daarvan werden opmerkingen geformuleerd en zijn de discussies op gang gekomen. We zullen meer te weten komen tijdens het begrotingsconclaaf in het najaar.
Wat is uw voorspelling? Gelet op het belang van het dossier waren er wel enkele voetangels en klemmen te verwachten. Elke partij heeft zijn eigen agenda, wat de zaken ingewikkelder maakt. Het is nog te vroeg om te beweren dat het dossier gefaald heeft, net zoals het te vroeg is om victorie te kraaien. De etappe van het begrotingsconclaaf is niet onoverbrugbaar. Enerzijds heeft de parlementaire Commissie voor Landsverdediging een resolutie aangenomen om de koopkracht van de militairen te verbeteren, anderzijds heeft de minister van Defensie een POP-plan (People Our Priority) opgesteld, en blijft de kwestie van de lonen één van haar prioriteiten. Het loondossier is een degelijk dossier dat de unanieme instemming van de sociale partners heeft verkregen. Er bestaat dus een brede consensus binnen en buiten Defensie om het geldelijk statuut van de militairen te verbeteren. Tot slot is het belangrijk op te merken dat de MOD de regering niet om extra budgettaire middelen vraagt. Deze salarisverhoging komt uit de door de regering toegewezen budgettaire enveloppe. Volgens de Strategische visie zal de defensiebegroting de komende jaren aanzienlijk groeien. Er werden veel investeringen toegekend voor nieuw materieel en die zullen moeten worden betaald. Maar na jaren van besparingen ten koste van het personeel, is het tijd om aan de mannen
Hindernissenparcours van een ontwerp van Koninklijk Besluit Het traject dat een dergelijk ontwerp van Koninklijk Besluit moet afleggen is bezaaid met hindernissen: - Het ontwerp van KB tot wijziging van de weddeschalen wordt onderhandeld in het Militair Onderhandelingscomité (CONEGO). - De vakbonden, de MOD en de CHOD of diens vertegenwoordigers stemmen in met het akkoord en zij verbinden zich ertoe het dossier tot een goed einde te brengen. Indien de ontwerptekst daarna, afgezien van kleine technische of cosmetische correcties, een fundamentele inhoudelijke wijziging ondergaat, is er niet langer sprake van dezelfde overeenkomst. - De inspecteur van Financiën (IF) checkt daarna o. a. de financiële uitvoerbaarheid van het dossier. Ligt er al een financieringsplan voor dat project op tafel? Staat het initiatief in een politiek goedgekeurd document (algemene beleidsnota, regeerakkoord, strategisch plan) of niet? Zijn er voldoende middelen om de financiële impact ervan te dragen?
en vrouwen in uniform te denken, nu er eindelijk nieuwe financiële middelen voorhanden zullen zijn. Wat is de ACMP-CGPM van plan als het Koninklijk Besluit er niet door komt? Voor de ACMP-CGPM staat als een paal boven water dat het akkoord van eind april van essentieel belang is en moet nageleefd worden zoals het onderhandeld werd. Het blijft ons plan A en er is een ‘politiek’ akkoord binnen Defensie en een unaniem akkoord van de representatieve vakbonden. Misschien zijn sommigen bereid om de toekomst van onze militairen te verkwanselen en een plan B te aanvaarden, maar niet bij de ACMPCGPM. Wij volgen de situatie op de voet en voeren gesprekken in politieke kringen om het dossier gunstig af te ronden. Wij vertrekken van het principe dat het dossier moet slagen. Als de regering er niet zou toe komen het ontwerp van Koninklijk Besluit goed te keuren, zullen wij diegenen die de overeenkomst zouden hebben getorpedeerd op hun verantwoordelijkheid wijzen. Wij zullen onze leden op de hoogte houden en de uiteindelijke beslissing komt hen toe. Maar ik denk dat het toch al gespannen sociale klimaat dreigt te ontploffen, wanneer de regering stokken in de wielen steekt van de zeer legitieme en gerechtvaardigde loonsverhoging voor de militairen.
- De tekst wordt ook onderworpen aan een administratieve controle vanwege de Raad van State om na te kijken of het nieuwe Koninklijk Besluit niet in tegenspraak is met bestaande wetgeving. We kunnen bijvoorbeeld geen loonopslag voorzien die hoger ligt dan het wettelijk vastgelegde maximum voor de diverse lonen binnen de openbare sector. (Wat trouwens niet het geval is in het actuele dossier over loonsverhoging voor de militairen). - De volgende stap is de politieke goedkeuring van het dossier door de betrokken 'departementen' binnen de regering. (In tegenstelling tot een wet hoeft het parlement niet over een KB te stemmen; dit is een voorrecht van de uitvoerende macht, de regering.) Voor een geldelijk dossier, zoals een salarisverhoging, is vooraf het akkoord van de staatssecretaris voor Begroting, de minister van Pensioenen en de minister voor Ambtenarenzaken vereist. - De tekst wordt ten slotte ter ondertekening voorgelegd aan de namens de Koning bevoegde minister en vervolgens verschijnt de tekst in het Belgisch Staatsblad. Vanaf dan kunnen de nieuwe bepalingen ingaan.
De Schildwacht
5
Opinie
Twee- en driesterren verzet Militairen mogen de speciale rol van ons leger in de democratie niet in gevaar brengen, niet met hun daden maar evenmin met hun publieke uitspraken, ook al zijn ze generaal of admiraal. Moeten opperofficieren die op sociale media commentaar leveren op legitieme politieke beslissingen bijgevolg niet gesanctioneerd worden? De democratische controle van het militair apparaat is een centraal principe van ons politiek bestel. De relatie tussen de verkozen leiders en het leger is vastgelegd in de grondwet en gebaseerd op vertrouwen. De Koning is de opperbevelhebber, doch in het licht van de ministeriele verantwoordelijkheid in de Belgische constitutionele monarchie is het aansturen en inzetten van het leger een louter politieke zaak. Volgens de wet volgen militairen dus de bevelen op van verkozen bewindslui en aanvaarden ze de beslissingen van hun politieke meesters, tenzij die bevelen onwettig of immoreel zijn. Omgekeerd dienen de Chef Defensie en de opperofficieren weloverwogen en gezond advies te verstrekken aan de regering over de organisatie, werking, uitrusting en inzet van het leger. Dit advies wordt alleen maar op prijs gesteld indien de bewindslieden ervan overtuigd zijn dat het zonder politieke vooringenomenheid of persoonlijke agenda gegeven wordt. Bovendien draagt wat zij zeggen het gewicht van hun professioneel oordeel en de geloofwaardigheid van hun professionele reputatie. Dit geldt ook voor de publieke verklaringen die generaals en admiraals afleggen, met inbegrip van commentaren en uitspraken op sociale media. Vandaar dat de vraag dient gesteld te worden of de uitlatingen van enkele opperofficieren op Twitter naar aanleiding van de vervanging van generaal-majoor Boucké als hoofd van ADIV gesanctioneerd moeten worden? In concreto: zijn de betrokken opperofficieren met deze uitlatingen hun boekje te buiten gegaan? Overtraden ze met hun commentaren de grenzen van hun bevoegdheid en rol? En hieruit voortvloeiend: wat is de gepaste wijze voor opperofficieren om het beleid te beïnvloeden? Voor alle duidelijkheid: we willen ons hier niet uitspreken over de vraag of generaal-majoor Boucké fouten
6
De Schildwacht
heeft gemaakt uit hoofde van zijn functie als chef van ADIV, doch louter bekijken of de principes van de civielmilitaire relaties binnen een democratie gerespecteerd werden. Het is niet de taak van een generaal of admiraal om het beleid te bepalen of te dicteren. Zijn job is om het best mogelijke advies te verlenen aan zijn hiërarchische meerdere(n), zijn gelijken, zijn medewerkers en aan zijn politieke meesters. Zodat, in dit laatste geval, de verkozen politici de best mogelijke besluiten kunnen nemen, waarna de generaal of admiraal deze dan ten uitvoer brengen. Dit beste advies aan politieke bewindslui moet openhartig verschaft worden, maar dient in de context van de civiele-militaire relaties in een democratie ook in beslotenheid gegeven te worden. De eerste vraag is dus of de commentaren van deze opperofficieren voldeden aan deze vereiste? En of ze hun bedenkingen over de affaire Boucké niet beter enkel binnenskamers hadden overgemaakt aan de minister van Defensie?
Meer dan een individuele reputatie genieten generaals en admiraals een collectieve reputatie die zij hebben verdiend door deel uit de maken van een bijzondere beroepsgroep. Daarom is voor hen bijna onmogelijk om in het openbaar uitsluitend voor zichzelf te spreken. En zelfs als dat al mogelijk zou zijn, zouden slechts weinigen van hen willen horen. Hun mening wordt vooral gewaardeerd omdat men ervan uitgaat dat zij met gezag spreken voor degenen die in uniform dienen. En hun mening wordt ook gewaardeerd omdat onze verkozen politieke leiders weten dat men erop kan rekenen dat de mannen en vrouwen van de Belgische Defensie de bevelen van hun verkozen politieke leiders zullen opvolgen en hun beleidskeuzes zullen naleven. Op dit punt faalt het argument van de vrijheid van meningsuiting. Het staat opperofficieren ontegenzeggelijk vrij om hun opvattingen, bedenkingen en overtuigingen te geven over politieke beslissingen en keuzes. Maar dan wel in besloten kring in plaats van op Twitter, zodat niet de indruk ontstaat dat zij namens de ganse militaire gemeenschap spreken. Het is niet aan generaals en admiraals om zich publiek uit te laten over de gepastheid van politieke beslissingen of over de geschiktheid van het beleid van verkozen leiders. Dat is in een democratie het prerogatief van de kiezers. Niet van opperofficieren. Omdat zij een speciale rol vervullen in een democratie. En omdat zij moeten dienen wie er ook verkozen wordt. Wanneer we opperofficieren hebben die publiekelijk het oordeel van hun politieke meerdere in twijfel trekken zoals in de kwestie Boucké het geval is - en bijgevolg zijn of haar politieke opties beperken, dan zitten we diep in de problemen. Dat begint dan al gevaarlijk dicht bij insubordinatie te komen en enigszins te neigen naar militaire dictatuur. De minister van Defensie, of hij/zij nu een uniform gedragen heeft of niet, is immers geen onderluitenant die nog nat achter de oren is. De minister is, zoals in het begin van dit stuk werd toegelicht, in uitvoering van de Grondwet degene die het leger politiek aanstuurt. Als dusdanig zijn opperofficieren hem of haar het respect en de toewijding verschuldigd die moeten toelaten dat hij/zij de wettelijk omschreven taken van de defensieminister naar behoren kan vervullen. Dit behoort ten andere tot de draagwijdte van de eed die ze als onderluitenant gezworen hebben. Wanneer opperofficieren dit niet graag hebben of er niet mee
kunnen leven, hebben ze nog steeds de mogelijkheid om ontslag te nemen en te protesteren in burgerkleren. Diezelfde opperofficieren zouden immers ook niet graag hebben dat een eerste sergeant publiekelijk de beslissingen van zijn compagniecommandant in vraag zou stellen. Want zoiets zou ontegensprekelijk de goede orde en de discipline binnen de compagnie schaden. Dit is in essentie wat zich nu heeft voorgedaan, doch op een veel hoger niveau. Door mensen bovendien die op basis van hun studies, expertise en ervaring beter zouden moeten weten. Vandaar dat het ook zoveel erger is dan wanneer de eerste sergeant het zou doen. Daarenboven is de kans heel erg waarschijnlijk dat die eerste sergeant een fikse disciplinaire straf zou krijgen. Vandaar dat het ons een gepaste vraag schijnt: hoe zit het met de sanctie voor deze opperofficieren? En meer in het algemeen: hoe functioneert het militair systeem inzake het toezicht op en de aansprakelijkheid van generaals en admiraals? Deze opperofficieren gaven immers blijk van een gebrek aan respect voor - en wantrouwen jegens hun superieur, hetgeen volledig in strijd is met de militaire professionele ethiek, het grondwettelijke beginsel van civiele controle en de militaire tucht. Doch nog meer dan dat vertoonden ze vooral een stuitend verzet tegenover het politiek leiderschap. Wij vrezen dat miskenning voor de civiele leiding wijdverbreid is binnen het leger en dat het probleem verergert met verklaringen van chefs die de oorzaken van de huidige malaise bij het leger quasi uitsluitend bij de politiek leggen. Uit de affaire Boucké blijkt dat er een commandoklimaat heerst waarin uitingen van minachting voor hoge civiele functionarissen geoorloofd zijn. Hoewel ‘frustraties’ in zo'n moeilijke situatie ‘begrijpelijk’ kunnen zijn, vertegenwoordigen de uitlatingen niettemin onprofessioneel gedrag, dat in een democratie problematisch kan worden. Deze kwestie is een teken van een opkomende crisis, niet enkel in de politiekmilitaire betrekkingen maar ook van het militaire professionalisme. Erosies in het militaire professionalisme vormen op hun beurt een bedreiging voor zowel de politiek-militaire betrekkingen als het vertrouwen van het publiek in een apolitieke, competente strijdmacht. En dat zou pas echt een ramp zijn….
De Schildwacht
7
Verslag
Juli 2021: een dodelijke zomer Alsof het nog niet erg genoeg was, trof een ramp van ongekende omvang België midden in de gezondheidscrisis van COVID-19. De hemel stortte neer en doordrenkte het grondgebied overvloedig. De bodem, een spons die al compleet volgezogen was, kon niets meer vasthouden. En toen kwam de zondvloed! Het is, in zekere zin, een tweede plaag die ons land teisterde.
8
‘We kunnen het vuur tegenhouden, maar niet het water’, vertelde mij een man, die al voor de tweede keer in drie weken slachtoffer is van de overstromingen. ‘De eerste keer is de modder binnengeraakt via de kleine waterloop die naast mijn huis stroomt. Maar op 15 juli kwam het water van alle kanten. M’n vrouw en ik zijn toen naar de bovenverdieping gevlucht.’ Getuigenissen zoals deze heeft u al wel tientallen keren moeten aanhoren. Van Luik, Verviers, Pépinster, Chaudfontaine, Tilff of nog Vaux-sous-Chèvremont (zie de getuigenis van één van onze afgevaardigden), ze hebben allemaal de woede van moeder natuur moeten trotseren. Een razernij van drie dagen die een uitgestrekt spoor van vernieling, rouw en woestenij achterlaat. Deze natuurramp zal ongetwijfeld onze nationale geschiedenis tekenen.
onbereikbare plaatsen te komen, daar waar de stroming alles op z’n doortocht meesleurde. ‘We hebben er onze lessen uit getrokken’, hoor je dan. Maar het kalf was al verdronken, ondanks de protesten van de Civiele bescherming tegen de aankondiging van de aderlating die ze in 2017 moest ondergaan: de stem van een roepende in de woestijn. De vertegenwoordigers van het personeel, burgers of militairen, herhalen tot vervelens toe dat de middelen altijd gehandhaafd moeten blijven, dat de rekrutering verzekerd moet worden om de missies te kunnen waarborgen, om de capaciteit, de kennis en de competenties te kunnen bewaren, dat investeringen moeten volgen. Maar het is al besparingen wat de klok slaat.
Op zulke momenten roep je dan om hulp en denk je dat de redding nabij is. Uiteraard zijn de brandweer en het personeel van de Civiele Bescherming meteen uitgerukt om in te grijpen in de acuutste noodgevallen. Maar een pijnlijke vaststelling drong zich snel op: niet genoeg personeel en onvoldoende materieel voor een vloedgolf van die omvang. En in het laatste geval, niets dat de hulpdiensten in staat stelde om bij de meest
Hier en daar klaagden getroffenen erover dat er geen militairen te bekennen waren. Nochtans heeft Defensie alert gereageerd: jonge soldaten vormden een ketting om zandzakjes te vullen en aan te voeren, we zagen ze hulp bieden aan verloren bejaarden, anderen voerden meubelen af die in de modder vast staken, sommigen spleten het bruine water aan het stuur van een bijna verzopen Unimog, nog anderen trokken gewapend met
De Schildwacht
Waar blijft het leger ?
schoppen, bezems en vloerwissers van de ene besmeurde woning naar het andere ondergelopen huis. Ondertussen zagen we hoe andere militairen een wagen onder een NH90 vastsjorden of mensen, die vanop het dak van hun woning moesten gered worden. Jonge rekruten, specialisten van het genie, varend personeel, infanteristen, verplegers of leden van het Militair commando van de Provincie Luik: we telden tot ongeveer 300 ontplooide militairen per dag, maar er waren er zonder enige twijfel meer, stilletjes verscholen in de schaduw, gedreven door hun zin voor initiatief en hun onbedwingbaar gevoel van solidariteit. Beloven dat we er onze lessen uit gaan trekken volstaat niet, we zullen de daad bij het woord moeten voegen. De materiële heropbouw zal maanden duren, zo niet jaren. Omgaan met de geestelijke trauma’s wordt een uitdaging, zeker als de verzekeringsmaatschappijen hun woord niet houden en de slachtoffers aan hun lot worden overgelaten. Als overstromingen zoals die van 15 juli 2021 schering en inslag worden, zullen we van model moeten veranderen en de nodige middelen voorzien om niet opnieuw machteloos te staan tegenover de noodkreten van de bevolking.
Verslag
Een ACMP-afgevaardigde getuigt Michel Ory, gekazerneerd te Saffraanberg, is lokaal afgevaardigde van de ACMPCGPM. Afkomstig van Vaux-sous-Chèvremont heeft hij geen seconde geaarzeld om de hulpdiensten een handje toe te steken in wat wellicht de grootste natuurramp in België lijkt te worden. Een getuigenis… ‘Meteen schoot ik in mijn camouflage-outfit en ging erop af. In militair uniform, om gemakkelijker door de controles te komen, stelde ik me ter beschikking van de brandweer. Mijn geboortedorp was getroffen en mijn moeder woont pal in het centrum. Ik ken de stad op mijn duimpje. Zo kon ik de brandweerlui gidsen.’ Zo begint Michel zijn haperend verhaal. ‘Mijn mama zat gevangen op de eerste verdieping. Het water was nog maar vier traptreden verwijderd van de bovenverdieping. Ze had geen besef van de situatie:
er stond beneden al 2,5 m water! Later merkten we dat het water de mazouttank losgewrikt had om die in de kamer ernaast achter te laten.’ ‘We hebben mijn mama uit haar hachelijke situatie gered, maar niet zonder moeite.’… Want de stroming was hevig, zelfs de zodiacs hadden moeite om zich een weg te banen. ‘De verschillende stromingen kwamen samen in de Stationsstraat, waar ze een soort achtvormige maalstroom vormden’, wist onze getuige zich te herinneren. Hij moest eerst aan
Foto: Raphaël Sanchez Calvo
zijn eigen veiligheid denken voor hij kon handelen. ‘De stroming was te sterk!’ Michel’s familie werd dubbel getroffen, want het huis van zijn tante, geëvacueerd met haar man, stortte in. ‘Dit is een oorlogsgebied zoals ik in ex-Joegoslavië gezien heb. Veel mensen hadden witte lakens aan de ramen van de eerste verdieping gehangen om gered te worden, maar sommigen zaten lager vast en wij gingen ze halen. Ik ging tien meter vooruit, maar moest weer achteruit. Ik stond tot aan mijn middel in het water, daarna tot aan mijn schouders. De dinghy’s bleken nutteloos, maar de jetski's kwamen er wel door. Met een politieagent, redden we een man met een gebroken been. De stroming schudde onze Zodiac zodanig dooreen dat ze beiden in het water vielen. Ik trok ze bij hun harnassen omhoog uit het water. De sterke beelden van dit avontuur die in Michel Ory’s geheugen gegrift staan zullen hem nog lang achtervolgen. Maar het gevoel dat hij op het juiste moment gedaan heeft wat hij moest doen, zal hem altijd troosten. ‘We hadden twee en een halve dag nodig om het huis van mijn mama, die na de evacuatie bij mij logeerde, te poetsen. Maar we hebben maanden nodig om te bekomen.’
De Schildwacht
9
10 De Schildwacht
De Schildwacht
11
Opinie
Met hagel schieten Op vraag van minister Dedonder heeft een strategisch comité van tien academische experten in het voorjaar een rapport opgesteld met aanbevelingen om de Strategische Visie 2030 te actualiseren. In dit artikel wordt ingegaan op de krachtlijnen van dit rapport, de teneur van de adviezen en wordt eveneens toegelicht waarom het een gemiste kans is. Noodzaak De Strategische Visie van Steven Vandeput werd opgesteld in 2014 en 2015, vóór de aanslagen in Zaventem en Brussel dus. Sindsdien zijn de internationale spanningen erg toegenomen en is het tempo van de strategische veranderingen versneld, stellen de experten. De spanningen tussen de VS, Rusland en China zijn toegenomen en vier jaar Donald Trump hebben de internationale samenwerking onder druk gezet. Vandaar de nood om de Strategische Visie 2030 te herzien. Het expertenrapport werd op 18 juni voorgesteld aan de regering en op 23 juni besproken in de Commissie Landsverdediging van de Kamer. Het werd op 23 juli ook voorgelegd aan de ministerraad. Het parlementair debat erover zal plaatsvinden na de zomer. Samen met de input van de defensiestaf zou dit tegen het einde van het jaar moeten leiden tot een update van de Strategische Visie, zodat het leger zich gepast kan voorbereiden op het decennium 20302040. Adviezen De centrale boodschap van het rapport handelt over de kerntaken
12 De Schildwacht
van het leger. Op basis van hun analyse van de (toekomstige) veiligheidsomgeving zien de experten er twee. De eerste hoofdtaak is de collectieve verdediging, via de NAVO en EU, van het eigen grondgebied. Waarbij de notie ‘grondgebied’ ook de cyberruimte omvat. Het leger moet binnen deze taak ook bijdragen aan het versterken van de veerkracht van de Belgische samenleving tegen de zogenaamde ‘hybride’ dreigingen, zoals spionage, sabotage en desinformatie. De tweede hoofdtaak is het (verder blijven) bijdragen aan de collectieve veiligheid van Europa en haar periferie door significante inzet in het buitenland. Het rapport concludeert dat ten gevolge van deze twee kerntaken het Belgisch leger in het gehele geweldspectrum moet kunnen opereren. Doeltreffende afschrikking en verdediging vereisen het vermogen om een oorlog met hoge intensiteit te kunnen voeren. Deze herprioritisering van de taken heeft een aantal gevolgen. Ten eerste, als collectieve verdediging en collectieve veiligheid de kerntaken zijn, dan moet Hulp aan de Natie nog kunnen in geval van crisis, maar kan het geen permanente missie meer zijn voor Defensie. Patrouilleren in straten,
steun verlenen in hospitalen en zorgcentra kunnen dus niet langer continu of over lange tijdspannes gebeuren. Ten tweede dient Defensie meer te investeren in haar personeel: in de attractiviteit van het statuut, het welzijn en in de werkomgeving. Daarenboven is een getalsterkte van 25.000 ruim onvoldoende en dient deze opgetrokken te worden. Ten derde dient er, naast de verwerving van andere, nieuwe capaciteiten en de aanvulling van bestaande, voornamelijk geïnvesteerd te worden in de vuurkracht van de Landcomponent (direct en indirect vuur en luchtverdedigingssystemen) en in medische capaciteiten. Bedenkingen In wezen wordt met de Actualisering van de Strategische Visie 2030 een gigantisch schot beleidshagel gelost: Defensie moet zich het komende decennium tegen elke denkbare dreiging teweer kunnen stellen. De beschreven veiligheidsomgeving met zijn dreigingen is gitzwart: van Russische kernraketten, over criminele bendes tot spionerende Chinese onderdanen. Achter elke boom schuilt onheil. We worden overspoeld met doemdenken
dat niet nauwkeuriger is dan een sektelid dat op de hoek van de straat met een bord verkondigt: ‘Het einde is nabij!’ We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat de experts slachtoffer zijn van de asymmetrie op de markt voor ideeën en aanbevelingen over buitenlands- en defensiebeleid: het is veel veiliger om onheil en somberheid te voorspellen dan te voorspellen dat alles goed zal komen. Waarschuwingen over rampscenario’s die nooit gebeuren brengen minder kosten met zich mee voor iemands reputatie – dat is iemand die gewoon voorzichtig is – en als je toevallig gelijk hebt, wordt je behandeld als een profeet. Aan dit schot hagel hangt een ongekend prijskaartje: de defensieuitgaven moeten opgetrokken worden naar 1,7% van het BBP. Oftewel: het defensiebudget moet 3,5 à 4 miljard stijgen. Per jaar. Ieder jaar opnieuw. Dit is ongeveer een verdubbeling tegenover het budget van 2021. In normale tijden, dus zonder onverhoopte oorlogsomstandigheden, en in een periode waarin tegelijk de ‘coronafactuur’ zal moeten betaald worden: een politiek volstrekt irreëel financieel advies. Door aan te geven dat het Belgisch leger zijn vijf opdrachten moet kunnen vervullen – nationale paraatheid en weerbaarheid, collectieve verdediging, troepenmacht in het buitenland die bijdraagt tot de collectieve veiligheid, defensiediplomatie en hulp aan de
Foto: Vincent Bordignon
Belgische samenleving – en dat deze het vermogen impliceren om in het gehele geweldspectrum te kunnen opereren en om een oorlog met hoge intensiteit te kunnen voeren, komt het advies van de experts eigenlijk op het volgende neer: Defensie moet alles kunnen. Of toch zo ongeveer alles. In de feiten is dit echter geen advies: want zelfs met 10.000 extra militairen en 3,5 à 4 miljard euro bijkomende financiële middelen is zoiets in de realiteit onmogelijk. Hier zit hem precies de crux: de analyse en de aanbevelingen dekken letterlijk elke mogelijke dreiging en operationele inzet af. Alles komt aan bod. Wie qua defensievisie en -planning met hagel schiet en deels tegenstrijdige doelen wil raken, loopt al snel in een klassieke valkuil die een heldere politieke en militaire strategie nu juist wil vermijden. Namelijk het aloude adagium dat een leger dat zich op alles tegelijk voorbereidt, zich uiteindelijk voorbereidt op niets – of in elk geval niets lang kan volhouden. Hier ligt de grote zwakte van de
Belgische Defensie, iets wat we de voorbije 15 jaar tot in de treure hebben moeten ondergaan. Tot onze scha en schande. We hebben bij een gebrek aan keuzes van alles wat, maar van eigenlijk niets voldoende. Was het niet het moment geweest om in de adviezen wél vergaande keuzes voor te stellen? Hoe dan ook zal een quasi verdubbeling van het defensiebudget afgezet worden tegen het feit dat de Europese NAVO-landen al een fors bedrag van 230 miljard euro besteden aan defensie. Veel meer dan Rusland uitgeeft en ooit kan uitgeven. De weg vooruit ligt niet noodzakelijk bij veel meer geld, maar bij efficiëntere politieke en militaire samenwerking en vergaande taakspecialisatie. Een mislukt rapport dus? Niet als het document eindelijk een grondig debat over de rol en taken van Defensie losmaakt, met name in de Kamer. Waarbij ook de taken ter verzekering van de veiligheid van onze samenleving aan bod komen. Tijd voor echte keuzes dus.
De Schildwacht 13
Info
De spuit of eruit? Met meer dan 70% van de bevolking die tegen COVID-19 is gevaccineerd, heeft België een van de hoogste acceptatiecijfers ter wereld. Toch geven sommige mensen er de voorkeur aan zich niet te laten inenten. Het is niet onze taak om voor of tegen vaccinatie te pleiten. Wij willen de militairen echter informeren over de gevolgen van hun keuze voor hun loopbaan bij Defensie. We hebben de militaire autoriteiten aangesproken over de gevolgen als je het vaccin tegen COVID-19 weigert. Het probleem is niet nieuw. Bepaalde vaccins zijn inderdaad al lang verplicht voor missies in het buitenland, zoals dat tegen gele koorts in Afrika bijvoorbeeld. Momenteel is de enige verplichte vaccinatie voor de bevolking de vaccinatie tegen polio, die op jonge leeftijd wordt toegediend. Voor militairen voegt het Koninklijk Besluit van 28 maart 1983 in alle gevallen tetanus toe, plus nog een waslijst van verplichte vaccins, naargelang de missie of de beslissing van de autoriteiten (MOD of hoofd van de medische component): cholera, griep, kinkhoest, tuberculose, enz. In de burgerij zijn bepaalde vaccins, zoals dat tegen COVID-19 niet verplicht, maar sterk aanbevolen. Gevaccineerd zijn maakt bovendien verplaatsingen en toegang tot bepaalde evenementen en activiteiten makkelijker. Hetzelfde geldt voor militairen: de inenting is niet verplicht, maar is noodzakelijk voor bepaalde activiteiten. Het antwoord van Defensie op onze vragen over dit onderwerp is duidelijk: ‘Bij wijze van voorzorgsmaatregel heeft Defensie besloten dat vaccinatie tegen COVID-19 voortaan een voorwaarde is voor een
14 De Schildwacht
militair om in de operationele geschiktheidscategorie A (OpsCat A) te kunnen blijven. Het COVID-19-vaccin is niet verplicht, maar wel noodzakelijk om op missie te gaan. Volgens de wet is iedereen vrij om het te weigeren. Iemand die op missie gaat en het vaccin weigert, wordt echter MedOpsCat W, d.w.z. ongeschikt voor missies waarvoor een COVID19-vaccinatie vereist is. Dit besluit zorgt ervoor dat de operabiliteit van het detachement niet in gevaar komt.’ Opgelet, het is niet uitgesloten dat deze situatie verandert en dat de vaccinatie tegen COVID-19 alsnog wordt verplicht: ‘In dat geval zal deze kwestie ook onderzocht worden in het licht van het eventueel invoeren van een vaccinatieplicht voor de hele bevolking of voor bepaalde sectoren en/of de evolutie van de reglementering in het kader van het welzijn op het werk.’ Als wettelijke basis wordt artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 29
Foto: Vincent Bordignon
november 2000 aangehaald: ‘De stafchef van de Medische Dienst kan vereiste vaccinaties opleggen aan de militair die een verhoogd risico loopt op een infectieziekte teneinde hem en de andere militaire en burgerlijke personeelsleden afdoende te beschermen.’ De vaccinatie van militairen die op missie gaan, is niet alleen bedoeld om het aantal zieken in het detachement te beperken. In het operatietheater is er niet altijd een toereikende gezondheidsinfrastructuur voorhanden en dringende medische evacuatie is niet altijd mogelijk. Volgens de wetenschap vertonen gevaccineerde mensen echter minder ernstige symptomen in geval van besmetting met COVID-19. Wat riskeert een militair die vaccinatie weigert? Het besluit van Defensie heeft in dit stadium alleen betrekking op de operationele categorie. In sommige gevallen zullen de professionele gevolgen heel beperkt zijn. Bijvoorbeeld, als de militair een functie bekleedt waarvoor operationele categorie A niet vereist is. Wettelijk gezien kan een weigering om gevaccineerd te worden niet rechtstreeks leiden tot verlies van het militair statuut (lees: ontslag uit
Foto: Vincent Bordignon
het ambt, blijvende ongeschiktheid, enz.). Het is echter duidelijk dat bijvoorbeeld een BDL-militair die geen OpsCat A kan zijn omdat hij een inenting tegen COVID-19 weigert, zijn kansen ziet verkleinen om carrière te maken als beroepsmilitair. Hetzelfde geldt voor een kandidaat die niet langer OpsCat A zou kunnen zijn omdat hij niet gevaccineerd wil worden. Terwijl de overheid (in theorie) niet kan optreden tegen een buschauffeur of een kok omdat hij niet gevaccineerd is, ligt de situatie anders voor een infanterist. Aangezien de betrokkene niet meer op missie kan gaan, zouden de autoriteiten zich kunnen afvragen of hij of zij moet blijven in een functie waarvoor OpsCat A vereist is, idem voor bepaalde specifieke functies. De gevolgen van een weigering zich te laten vaccineren wegen dan bijzonder zwaar door en betekenen voor het betrokken personeel een fameuze rem op hun operationele loopbaan.
Als bijvoorbeeld een A400M-piloot de vaccinatie weigert, spreekt het voor zich dat zijn of haar toekomst als vliegend personeel ernstig in het gedrang komt, eenvoudigweg omdat de luchtcomponent niet veel kan aanvangen met een piloot die niet meer op missie kan gaan. Hetzelfde geldt voor een matroos aan boord van een fregat, een paracommando, enz. Militairen in deze situatie riskeren ook allerlei bijkomende bekommernissen: ongewenste overplaatsingen, weigering van vormingen, slechte evaluaties, enz. Ze stellen zich dus bloot aan stigmatisering, zelfs aan een vorm van morele druk die er hen uiteindelijk kan toe aanzetten ontslag te nemen. Wij hebben de autoriteiten ook gevraagd of Defensie zou tussenkomen in geval van bijwerkingen of complicaties na inenting tegen COVID-19. Afgezien van de - vaak utopische gratis gezondheidszorg die militairen
genieten, aanvaardt Defensie geen bijzondere verantwoordelijkheid: Geen enkele complicatie als gevolg van vaccinatie tegen COVID-19 kan als arbeidsongeval beschouwd worden. Het risico van vaccinatie als zodanig houdt immers geen verband met de functie van militair. Wat de precieze beweegredenen ook zijn, het risico bestaat voor iedereen die zich laat vaccineren en niet alleen of in het bijzonder voor het personeel van Defensie. Gezien het antwoord van de autoriteiten, kan de militaire vakbond ACMP-CGPM enkel maar vaststellen dat militairen in actieve dienst bijna geen andere optie hebben dan zich te laten vaccineren tegen COVID-19, zo niet riskeren ze hun carrière ernstig in gevaar te brengen, in het bijzonder op operationeel vlak. In dit stadium hebben ze nog de keuze. Indien ze de vaccinatie weigeren zullen ze met kennis van zaken de gevolgen moeten dragen.
De Schildwacht 15
Verslag
MESA 2021 De Europese ‘Marche du souvenir et de l’amitié’ (MESA) vond voor de 54ste keer plaats van 22 tot 25 juni, tussen Marche-en-Famenne, Saint-Hubert, Bastogne en Durbuy. Uiteraard was ACMP-CGPM ter plaatse om het event te steunen. Deze editie is gestart onder een flinke plensbui, drie weken voor de catastrofale overstromingen die ons land teisterden … Onder de regen, maar in een toffe sfeer! Zo dachten de wandelaars wellicht, want het publiek was alweer massaal aanwezig, ondanks het snertweer en de gezondheidscrisis. De organisatoren van het Bataljon van de Ardense Jagers, voor wie het evenement een eeuwenoude traditie is, hadden de editie 2020 tot hun grote spijt moeten annuleren. De vele militairen die voor de gelegenheid gemobiliseerd waren zagen met plezier en opluchting de horden wandelaars aankomen. De deelnemers konden een parcours tussen 8 en 31km kiezen. Zoals altijd trekt de MESA naast haar legertje sportievelingen, met waterzak, wandelstokken en hoge wandelschoenen, ook gewone wandelaars aan, die de oogstrelende landschappen van de streek komen bewonderen. Veel oud-collega’s waren ook van de
16 De Schildwacht
partij, maar eveneens pelotons afgevaardigd door eenheden uit de vier windstreken van België. Naast de massale deelname van de Ardense Jagers was er een delegatie van de kandidaten van de Marine, zowel Frans- als Nederlandstaligen en ook buitenlandse militairen: Noren, Denen, Nederlanders, … en zelfs een Oekraïner, die erg opviel in z’n ongewone gevechtstenue. Zelfs de CHOD is ons komen begroeten. De MESA is een groots moment van vriendschap voor allen, ongeacht graad of uniform. Stand, wedstrijd, sponsors De militaire vakbond was aanwezig op elke etappe, met een stand in de vertrek- en aankomstzone. De taak van de afgevaardigden was zoals altijd de militairen op te vangen en te adviseren maar ook het publiek te informeren over de rol die ACMP-CGPM speelt binnen Defensie. Zoals in 2019 en 2020 hebben we beslist de mars te sponsoren met een financiële
bijdrage aan de organisatie. En zoals in de vorige editie heeft onze wedstrijd een overweldigend succes geboekt. We hebben als prijs twee ballonvaarten uitgeloofd voor telkens twee personen. Marie-Laure uit Vaux-sur-Sûre en Joris, kandidaat bij de Marine, uit Ronse zijn intussen uitgeloot en hebben hun ‘instapkaart’ ontvangen. De eerste twee dagen bleek de weersvoorspelling somber. De etappes van Bastogne en Durbuy, daarentegen, hebben veel goedgemaakt, door een meer aanwezig zonnetje. Onze stand, goed zichtbaar dichtbij de tafels van onze vrienden van de winkel Full Tactical, had veel succes en kon zo uiting geven aan de sympathie van ACMP-CGPM voor de MESA. Niet meer aarzelen dus! We verwachten jullie nog talrijker op de editie van juni 2022 die zal doorgaan onder een stralende zon (beloofd!), met alweer de stand van ACMP-CGPM!
Portret
Dubbel en dik verdiend! Op 29 juni mocht eerste korporaal-chef Frank Boelens uit de handen van generaal Dupont de prijs in ontvangst nemen voor de ‘Meest verdienstelijke vrijwilliger van de Luchtcomponent’. Frank is goed gekend bij de ACMP-CGPM. Hij is reeds lang lokaal afgevaardigde. Onlangs is hij zelfs regionaal verantwoordelijke geworden, de bekroning van een syndicaal parcours dat even voorbeeldig is als z’n loopbaan onder de wapens. De loopbaan van Frank dateert niet van gisteren aangezien hij in augustus 1985 als milicien het uniform aantrok. Na zijn legerdienst bij de Marine, in Zeebrugge, gaat hij aan de slag als tijdelijk vrijwilliger bij de Luchtmacht, bij het ATCC (Air Traffic Control Centre) te Semmerzake. Hoezeer hij ook een man van de Luchtmacht is, toch is hij niet bang van infanteriewerk: zo vervoegt hij de Flight Verdediging te Zellik en behaalt daar vele brevetten: commando B, para in Nederland en Duitsland, vliegveldpolitie, air commando, … Bodyguard Na een reeks overplaatsingen komt hij in Evere aan, waar hij VIPchauffeur en lijfwacht voor de hoge autoriteiten wordt. In die tijd rijdt hij vooral voor wijlen Generaal Van Daele, toen 'baas' van de luchtmacht. Omdat hij binnen de eenheid een behoefte ziet, neemt hij het initiatief tot de invoering van het hoger brevet 'VIP-chauffeur', in nauwe samenwerking met de federale politie. Na enkele jaren bij de Generale Staf, grijpt hij tenslotte de kans om terug te keren naar het ATCC, zijn eerste Luchtmachteenheid. In 2006/2007 neemt hij met brio deel aan de ISAF - KAIA-missies
in Afghanistan. Op grond van deze ervaring en het uitstekende werk dat hij tijdens de operaties verricht, wordt hij spoedig daarna aangesteld als Officier Hoofd Bewaking bij het ATCC, een vrij uitzonderlijke functie voor een beroepsvrijwilliger! Tegelijkertijd wordt zijn inzet voor ACMP-CGPM opgemerkt en gewaardeerd door zijn oversten, waarbij zijn bezorgdheid om het welzijn van het personeel te verbeteren opvalt. Prestige Frank is momenteel adjunct-CSM en chauffeur van de korpschef,
een functie die hij nog steeds met evenveel passie vervult, ook al is hij nog maar twee jaar van zijn pensioen verwijderd. Zijn nominatie als 'Meest Verdienstelijke Vrijwilliger van de Luchtcomponent' bekroont een voorbeeldige carrière ten voordele van de Natie en zijn militaire chefs. Het is een eer en een genoegen de ‘Meest Verdienstelijke Vrijwilliger van de Luchtcomponent’ in ons midden te hebben. Proficiat aan Frank voor deze prestigieuze prijs!
De Schildwacht 17
Rechtspositie
Verlof: het weekend telt ook mee! Zoals vaak in de zomer nemen leden contact met ons op om problemen met hun aanvraag (groot) verlof te melden. Sommige chefs proberen hun personeel inderdaad met een dienst tijdens het weekend vóór of na hun verlofperiode op te zadelen. Voor sommige collega's begint de vakantie al slecht nog vóór ze weg zijn! Dit was het geval voor Xavier K., die eind juli contact met ons opnam omdat zijn compagniecommandant hem het weekend vóór zijn verlof van dienst had gezet. Het was hetzelfde liedje bij andere militairen, ook zij zaten met de handen in het haar. De redenering van de autoriteit is ronduit kortzichtig: de betrokkenen hebben verlof gevraagd vanaf maandag, dus kunnen zij de zaterdag en de zondag ervoor werken! En als het verzoek om verlof op een vrijdag eindigt, kan de overste een activiteit inplannen voor het aansluitende weekend. Alleen vragen de meeste mensen verlof van maandag tot vrijdag, maar ze vertrekken en komen terug in het weekend... Wat zegt het reglement ? Het TRAVARB reglement handelt o.m. over dit probleem: ‘107. a. 1) Door het goedkeuren van een periode van afwezigheid erkent de militaire overheid de onbeschikbaarheid van de militair gedurende de totaliteit van de gevraagde periode, inbegrepen de resterende dagfracties na het beëindigen en vóór het hervatten van de dienst en de eventuele weekends die de aanvraag omsluiten.’
Foto: Vincent Bordignon
18 De Schildwacht
‘Wanneer betrokkene verlof vraagt op maandag dan is hij reeds onbeschikbaar vanaf de vrijdagnamiddag wanneer zijn dienst eindigt tot op dinsdag het ogenblik waar zijn dienst opnieuw aanvangt.’ Dus zelfs als u maar vijf dagen verlof hebt aangevraagd, van maandag tot vrijdag, bent u in feite negen dagen lang niet beschikbaar voor de dienst. Uitzonderingen en subtiliteiten Maar let op: als de weekendactiviteit bekend was vóór uw verlofaanvraag, dan heeft die voorrang. Als u bijvoorbeeld op zondag van wacht bent, is het niet voldoende om op maandag verlof aan te vragen om uw wacht te laten schrappen. Ook als u op zaterdag 4 september op zending gaat, kunt u verlof vragen tot vrijdag 3 september, maar moet u uw zending op zaterdag 4 september uitvoeren. Let op: het is de datum van de toekenning van het verlof die telt, niet de datum van het verzoek! Ook kan de autoriteit u alleen een activiteit opleggen als u daarvan op de hoogte was voordat u verlof aanvroeg. De compagniecommandant kan u bijvoorbeeld niet vertellen dat hij al lang van plan was u van wacht te zetten. Als er niets gepubliceerd is, bent u niet veronderstelt het te weten. Dus controleer de wacht- en permanentierollen, de eenheidskalender, de DO’s,... en kijk of uw verzoek is ingewilligd voordat u uw vlucht boekt. Ten slotte moet u weten dat de autoriteit bij hoge uitzondering een verlof kan intrekken. Dit vereist een gemotiveerde beslissing van de korpscommandant (CO), en mag uitsluitend om operationele redenen. Er is zelfs een vergoeding voorzien als u bijvoorbeeld een al betaalde reis mist, omdat het verlof werd ingetrokken. Dit betekent dat het uiterst zeldzaam is dat een CO een dergelijke maatregel neemt. In de praktijk gebeurt dat bijna nooit.
GEBOORTEN
HUWELIJKEN
OVERLIJDENS
LUCAS – 19/09/2019 In het gezin van Yves HENRIVAUX (Namur)
10/04/2019 VANHAUWAERT Frank en DESTRÉE Françoise (Namur)
HASSEWER LÉON (Diest) 1931 - 22/03/2021
MILA – 24/08/2020 In het gezin van Jérémy BODART (Huy)
16/04/2020 NIKOGHOSYAN Suren en MELKI Juliette (Grimbergen)
MERCKX ALBIN (Namur) 1930 - 13/04/2021
THÉO – 25/02/2021 In het gezin van Mathieu GROSSART (Liège)
22/07/2020 OUARRANA Redouan en VITTOZ Mélisande (Morlanwelz)
DE BRAUWER ROGER (Antwerpen) 1932 - 21/04/2021
CASPER – 01/03/2021 In het gezin van David SCHROOTEN (Maaseik)
24/09/2020 SOLIS PRIETO Martin en HAUBRUGE Justine (Andenne)
VRANCKEN THEODOOR (Genk) 1946 - 01/05/2021
ARTHUR – 20/03/2021 In het gezin van Thomas VANHIXE (Deinze)
26/09/2020 VAN DEN NEUCKER Marc en SALENGROS Ingrid (Huy)
REYNDERS MARIA (Heusden-Zolder) 1936 - 11/05/2021
JANNE – 05/04/2021 In het gezin van Marnix MARX (Leuven)
29/12/2020 MAES Dries en RANGELOVA Fetia (Antwerpen) (Wettelijke samenwoning)
LÉNA – 15/04/2021 In het gezin van Stephen RIKIR (Liège) NEILA – 15/04/2021 In het gezin van Tars DERRE (Pelt) AMADEO – 21/04/2021 In het gezin van Thomas CASADEI (Charleroi) THÉO – 23/04/2021 In het gezin van Kenny NEYMAN (Namur) CEDER – 03/05/2021 In het gezin van Bengt RUYMEN (Diest) ARTHUR – 10/05/2021 In het gezin van Georges VANMESSEM (Namur)
12/03/2021 COLIN Rudy en VOS Patricia (Aarschot) (Wettelijke samenwoning) 26/03/2021 BARREZ Erik en MEESTERS Viviane (Lanaken) 30/03/2021 DERRE Tars en VOZGIRDAITE Brigita (Bocholt) (Wettelijke samenwoning) 03/04/2021 GROSSART Mathieu en WIJNEN Emeline (Oupeye) 14/04/2021 ADAM Anouk en BERTELS John (Mont-Saint-Guibert) (Wettelijke samenwoning)
Indexcijfer van de consumptieprijzen - Mei: 111,05 punten - Juni: 111,30 punten - Juli: 112,25 punten
Gezondheidsindexcijfer - Mei: 110,99 punten - Juni: 111,31 punten - Juli: 112,18 punten De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in juli 2021 109,13 punten. De spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen, die vastgelegd is op 109,34 punten, werd deze maand dus niet bereikt. De vorige spilindexoverschrijding vond in de maand februari 2020 plaats. Bron: Statbel
De Schildwacht 19
Terug naar school is goedkoper met ACMP-CGPM! Organiseer de terugkeer van je kinderen naar school met ons voordelenplatform, dankzij kortingen van de grootste merken!
En nog veel meer! Surf op
ACMP-CGPM-BENEFITS.BE Voor activering of toegang tot uw account kunt u terecht op onze Helpdesk: benefits@acmp-cgpm.be