De Schildwacht
Maart - April 2023 - nr. 02
Maart - April 2023 - nr. 02
Premier De Croo heeft begin april uitgebreid in de media uitgelegd dat deze regering nog ‘volgende stappen wil zetten in de pensioenhervorming’. Hij verwees hierbij onder meer naar het pensioenstelsel van de militairen en wil dit soort ‘heilige huisjes’ aanpakken en zorgen voor een ‘eerlijk systeem’. Na de verklaring van onze premier dacht ik spontaan aan het gezegde: ‘Als de vos de passie preekt, boer, pas op je ganzen’.
Deze spreuk waarschuwt er immers voor dat men zich niet in slaap mag laten wiegen door mooie, schijnheilige praatjes en op dat moment juist extra op de hoede moet zijn. Want voor Alexander De Croo betekent een ‘eerlijk systeem’ in de eerste plaats een effectieve loopbaanduur van minstens 42 à 43 jaar, ook voor militairen. Uit de daaropvolgende verklaringen in de media blijkt bovendien dat alle regeringspartijen hierover op dezelfde lijn zitten, met uitzondering van de (Franstalige) socialisten die het huidig pensioenstelsel van de militairen willen vrijwaren.
Doch wat zouden De Croo en zijn collega-pensioenhervormers in de Wetstraat nu juist bedoelen met een ‘eerlijk systeem’ voor de militairen? Zouden zij hiermee voorhebben dat militairen ook toegang kunnen krijgen tot de tweede pensioenpijler? Dit is het aanvullend pensioen, (mee)gefinancierd door de werkgever onder vorm van een pensioenplan of groepsverzekering, maar waarvan de militairen nu uitgesloten zijn. Werknemers in de privé, zelfstandigen en contactuele ambtenaren hebben nu wel toegang tot dit aanvullend pensioen.
Zouden zij met een ‘eerlijk systeem’ in dat geval dan ook voor ogen hebben dat de gunstige belastingregeling voor deze tweede pijler - een wezenlijk lagere aanslagvoet dan het wettelijk pensioen (de eerste pijler) – eveneens zou gelden voor militairen?
Zouden zij met een ‘eerlijk systeem’ ook willen dat het pensioenbedrag bepaald wordt op basis van alle looncomponenten van de militairen en dus niet enkel berekend wordt op de wedde? Waardoor bv. de loopbaantoelage of bepaalde kwalificatietoelagen – die een wezenlijk deel uitmaken van het loon – dan wel
meetellen voor de pensioenberekening? Of beoogt dit ‘eerlijk systeem’ vooral langer werken voor een lager pensioenbedrag?
Zouden zij met een ‘eerlijk systeem’ ook bedoelen dat de lat voor de pensioenbijdragen tijdens de actieve loopbaan gelijk gelegd wordt voor alle beroepscategorieën? Waardoor de categorie van de grootste bijdragen in de sociale zekerheid, waartoe de militairen behoren, dus ook gevoelig uitgebreid wordt naar die beroepscategorieën die vandaag veel minder bijdragen?
Zouden zij met een ‘eerlijk systeem’ ook beogen dat de ‘eindeloopbaanfuncties’ bij Defensie, die de voorbije jaren grotendeels geoutsourced werden naar de privé, terug ingevoerd worden? Zodat de oudste militairen opnieuw jobs kunnen bekleden met een lagere fysieke belasting en een betere werk-privé-balans.
En als er dan toch een ‘eerlijke’ pensioenhervorming zou komen, gaan de militairen dan ook vergoed worden voor ieder gewerkt uur, net zoals alle andere werknemers in dit land? Of gaan zij bij intensieve dienst of periodes van operationele inzet nog steeds amper 15 uur per 24 uur gecompenseerd blijven?
Of gaat dit ‘eerlijk systeem’ waarvan sprake in de Wetstraat enkel neerkomen op een eenzijdige uitholling en brute sloop van het pensioenstelsel van de militairen, waarbij slechts in één richting gehakt wordt? Want ‘eerlijk gezegd’, geachte Eerste-Minister en excellenties in de Wetstraat, dat is geen ‘eerlijk systeem’, maar pure roof. De pensioenlat over de ganse lijn eenzijdig en uitsluitend lager leggen voor militairen, voor zoiets bestaat maar één woord: een hold-up!
Foto: Gert-Jan DHaene
De Schildwacht is het tweemaandelijkse tijdschrift van de Algemene Centrale van het Militair Personeel. Alle leden krijgen een exemplaar toegestuurd.
Oplage: 9.200 exemplaren.
Adresgegevens worden behandeld overeenkomstig de wet op de privacy (wet 8/12/1992 & GDPR).
Verantwoordelijke uitgever:
Yves Huwart
Coördinatie:
Concetto Bandinelli & Laurent Schmitz
Algemene gegevens - ACMP:
Romboutsstraat 1 – Bus 021
1932 Zaventem
srt@acmp-cgpm.be
www.acmp-cgpm.be
Tel.: 02 245 72 14
Fax: 02 245 73 01
BE32 2100 6234 6602
BIC: GEBABEBB
BE57 0682 3639 9535
BIC: GKCCBEBB
Foto
2 4 8 11
Als de vos de passie preekt…
Dat was te verwachten!
NAVO: wat scheelt er écht met ons defensiebudget?
Is de oorlog te duur? Maar wat is de prijs van een nederlaag?
Vergiftigd geschenk?
Seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGG)
Thermische omgevingsfactoren
Broekzak vestzak?
Volg ons op Facebook
Onze vakbondsafgevaardigden zijn vaak waarzeggers: al jaren halen zij de meest ongelofelijke voorspellingen uit hun kristallen bol! Daadwerkelijk, de analyses die gepubliceerd worden in De Schildwacht worden vaak bevestigd. En dit tot grote ergernis van onze politici...
Nu de militaire vakbond ACMPCGPM werkt aan het op punt stellen van zijn toekomstig Algemeen Programma, is het interessant om terug te blikken op enkele onderwerpen die de voorbije jaren in De Schildwacht aan bod kwamen en die vandaag actueler zijn dan ooit. In vele gevallen waren onze publicaties een schot in de roos, of voorspelden ze ronduit de toekomst....
Nemen we even dit artikel uit mei 2017 erbij: ‘Aan uitdagingen geen gebrek in 2017. Noord-Korea test zijn raketten. Iran verrijkt uranium. De Russen bedreigen hun buren. In het Midden-Oosten verscheuren ze mekaar voortdurend en China herbewapent zich in razend tempo. [...] Ondertussen voert Zweden de militaire dienst weer in, één van de vele signalen die onze leiders liever negeren’. Intussen beschikt Noord-Korea over een thermonucleair arsenaal, zijn onze betrekkingen met Iran tot ver onder het vriespunt gedaald en voert Rusland een veroveringsoorlog in Europa. Het Midden-Oosten blijft een nest van terrorisme en de Chinese YJ-12-raket blijkt superieur aan alles wat de NAVO aan hypersonische wapens heeft. Desondanks blijft het aantal Belgische militairen
jaar na jaar dalen en zal het deel van ons BBP dat we aan Defensie besteden in 2024 afnemen. Alles gaat prima, toch...?
Outsourcing: wie wordt er beter van?
In 2023 veroorzaakt outsourcing nog evenveel controverse als in augustus 2017: ‘De outsourcing van de medische zorg die we de laatste tien jaar doormaken is nu al een faliekante mislukking. Vandaag is Defensie niet meer in staat om enige medische ondersteuning te bieden aan haar personeel in geval van een conflict. Om nog maar te zwijgen van het dagelijks gebrek aan artsen in de eenheden, bij de Arbeidsgeneeskunde, enz.’.
Vijf jaar later is de situatie van de Medische Component nauwelijks verbeterd, ondanks de doortocht van een verwoestende pandemie die in België meer dan 33.600 doden veroorzaakte en de tussenkomst van Defensie vereiste.
Op andere gebieden zorgde de genadeloze outsourcing voor situaties die onverenigbaar waren met het gezond verstand en de fundamentele militaire principes. Zo werd onze logistiek grotendeels
toevertrouwd aan burgerbedrijven en geconcentreerd op één centrale site van de Katoen Natie in Beringen, ten nadele van de elementaire regels van spreiding of veiligheid. Ook de militaire informatica ging grotendeels over in privéhanden. Sindsdien zat de Belgische Defensie na een cyberaanval wekenlang zonder internet en e-mail en werd voor het eerst de bezoldiging van duizenden militairen vertraagd door het (burger) HRM-project, dat we al in ons artikel over tekortkomingen en gebrek aan transparantie aangeklaagd hadden, meer dan drie jaar voordat het definitief in werking trad! Wat niet lijkt te zijn veranderd, is de motivatie achter de outsourcing, die wij destijds aan de kaak stelden: ‘Vanuit deontologisch standpunt werkt outsourcing alleen maar corruptie en politieke beïnvloeding in de hand, op een moment dat onze democratie gebukt gaat onder een vertrouwenscrisis na de talrijke schandalen binnen de politieke klasse.’
Nemen we even augustus 2018 onder de loep. De Schildwacht onthult de trucs van onze politici om onze internationale verplichtingen te ontlopen. Zoals u elders in dit nummer kan lezen is er niets nieuws onder de zon, men past
nog steeds dezelfde recepten toe....
‘Minister Vandeput heeft de begroting vakkundig op de groei van het BBP in 2015 (een 'slecht' jaar) gebaseerd. De groei steeg echter van 1,5% in 2015 naar 1,7% in 2017 en zelfs 1,9% volgens de laatste cijfers van de Nationale Bank. Het BBP is hoger, maar de geplande begrotingsinspanning blijft ongewijzigd. In dit tempo smelt het fameuze '1,3%' als sneeuw voor de zon.’
De ACMP eist geen 4%, of zelfs 2%. Wat wij wilden, en nog steeds willen, is een Defensie die behoorlijk investeert in haar materieel maar vooral ook in haar personeel. België is een van de rijkste landen van Europa, er is geen reden waarom het minder zou moeten doen dan Montenegro of Roemenië.
Nog meer materieel, maar nog minder militairen
In december 2018 hernamen we in De Schildwacht onze bezorgdheid over het aantal militairen: ‘Door in juli 2018 onder de 27.000 actieve militairen te zakken, is Defensie het stadium van het failliet al voorbij. Met het gros van de pensioneringen die nog moeten komen, zal deze dalende trend zich nog sterker doorzetten. Voeg daarbij de explosie van vrijwillige ontslagen, wervingsproblemen en de onbekende factor van het vertrek van de eerste BDL-promoties vanaf 2022. Als er niet snel iets verandert, blijft er niemand over om te profiteren van het door de regering beloofde dure materieel’.
Bijna vijf jaar later zien we dat de overheid nog meer materieel besteld heeft (artillerie, raketten, drones, helikopters,...) maar dat het leger nog minder militairen telt. Erger nog: de overgrote meerderheid van de ervaren militairen die Defensie verlaten, worden nu vervangen door jong tijdelijk personeel waarvan de loopbaan niet langer dan een paar jaar duurt. Dus wie gaat al die complexe wapensystemen bedienen en onderhouden? Deze vraag blijft meer dan ooit open...
In haar artikel 'ABL wordt BDL' van december 2019 waarschuwt De Schildwacht voor de vervanging van beroepsmilitairen door jongeren die in een precair statuut worden aangeworven: ‘Vandaag is bijna driekwart van de vacatures voor BDL. - 37% van de BDL vertrekt binnen de eerste twee jaar. - Alle vrijwilligers worden aangeworven met een precair BDL-statuut.’
In de periode 2020-2022 heeft Defensie in totaal 7.086 militairen gerekruteerd, maar 3.116 kandidaten hebben intussen het leger al
verlaten, dit komt neer op 44%. Op het terrein wordt het gebrek aan personeel nu nog verergerd door het gebrek aan kwalificaties. Voor het eerst is een Belgisch schip tijdens een NAVO-evaluatie afgekeurd, een beschamende situatie voor onze marine en heel Defensie ten opzichte van onze partners van de alliantie. De eenheden melden dat ze bepaalde uitrusting niet meer kunnen gebruiken wegens gebrek aan vaardigheden. Bovendien hebben veel militairen al jaren niet meer geschoten of zijn ze met wapens omgegaan. Ondertussen moedigt het leger zijn gepensioneerden aan om een 'vrijwillige encadreringsprestatie' (VEP) aan te vragen om de gaten te dichten en de onvermijdelijke schipbreuk uit te stellen.
In januari 2019 heeft de militaire vakbond ACMP-CGPM de kwestie van aanwerving en opleiding opnieuw onder de loep genomen:
‘De helft van de jonge militairen heeft Defensie na vijf jaar al verlaten. Wie heeft baat bij deze situatie? Zeker niet de Belgische staat,
en dus de belastingbetaler, die tweemaal zoveel moet betalen voor de opleiding van zijn militairen. De bedrijven daarentegen wrijven zich in de handen daar ze kunnen rekenen op een gestage personeelsstroom met hoge toegevoegde waarde, gratis opgeleid op de rug van Defensie’.
In augustus 2019 hadden we het al over Oekraïne, maar ook over de ‘Rijkswacht’.
‘Tussen de inval in Oekraïne, terrorisme, migratiestromen, nucleaire proliferatie, cyberdreigingen en vele sluimerende conflicten in de wereld, zijn specialisten het erover eens dat de wereldwijde situatie vandaag meer gespannen is dan op het einde van de Koude Oorlog in de jaren tachtig’.
‘Al te vaak vergeten we dat ook de Belgische Rijkswacht deel uitmaakte van de landsverdediging. Met bijna 20.000 man, oorlogswapens, pantservoertuigen, vliegtuigen en helikopters was het een belangrijke macht om de veiligheid van het nationale grondgebied te garanderen, vooral op het vlak van terrorisme, ordehandhaving en georganiseerde misdaad. Binnenkort heeft Defensie nauwelijks
meer militairen dan de voormalige Rijkswacht (waarvan zij een deel van de taken overneemt)’.
Sinds dit artikel heeft de Russische aanval in Oekraïne helaas bewezen dat onze ongerustheid gegrond was. Voor de besparingen die hebben geleid tot de opheffing van de Rijkswacht, betalen we de prijs nu we oog in oog staan met criminele organisaties die niet langer aarzelen om de Antwerpse regio te terroriseren met granaten, explosieven en oorlogswapens, als ze niet proberen onze ministers te ontvoeren. Het ergste is dat de politici die deze situatie zelf hebben veroorzaakt, nu bij Defensie staan te huilen om de situatie aan te pakken.
Pensioen op 67 jaar voor de militairen
Een jaar later, eind 2020, luidde De Schildwacht opnieuw de alarmbel over het personeelstekort: ‘Dit is geen nachtmerrie maar trieste realiteit. Vanaf 1 juli 2020 zal Defensie over minder dan 25.000 actieve militairen beschikken. Incompetentie of schuldig verzuim? Tienduizend banen verloren, een hele activiteitensector getroffen, en personeel dat walgt van een situatie die steeds maar verslechtert.
Nee, we hebben het hier niet over het faillissement van Thomas Cook (500 banen), noch de sluiting van Ford Genk (4.300 banen). We hebben het hier over de Belgische Defensie, één van de grootste werkgevers van het land’.
We hadden het ook over de echte redenen achter de pijlsnel groeiende onzekerheid van ons beroep: ‘De 'BDL'-oplossing laat onze leiders toe om op politiek vlak hun slag thuis te halen, want deze jongeren zullen nooit in uniform hun pensioen halen. Naarmate zij het beroepspersoneel vervangen, wordt het debat over de pensioenleeftijd zinloos’.
Vandaag is het duidelijk dat we gelijk hadden, want de meerderheid van de militairen die dit jaar aangeworven zijn, zal mogelijks op 67-jarige leeftijd met pensioen gaan, als burger. Bovendien wordt door de vervanging van dure beroepsmilitairen door jonge mensen, die voor een minimumloon werken, de druk op de personeelsbegroting zodanig verlicht dat voor de recente herwaardering van de salarissen geen extra middelen nodig waren. Deze opslag wordt toegejuicht door de beroepsmilitairen, maar biedt geen voordelen voor de meerderheid van onze nieuwe collega's die het leger moeten verlaten voordat zij er echt van kunnen profiteren.
In april 2021 vroeg ons blad zich af hoeveel militairen België zou moeten tellen.
‘
Altijd meer materieel: kanonnen, helikopters, schepen,... maar altijd minder chauffeurs, technici, matrozen,...
Als we naar onze buren kijken, is de vergelijking bijzonder pijnlijk. Nederland beschikt in 2021 over een leger van 66.054 (actieve) mannen en vrouwen op een bevolking van
17,4 miljoen. Omgerekend naar 11,5 miljoen Belgen zou ons leger over 43.656 militairen moeten beschikken! In vergelijking met de Duitse 'Bundeswehr', een partner die op militair vlak nochtans als uiterst 'gereserveerd' bekend staat, zou ons departement 36.000 personeelsleden moeten tellen. In verhouding met het Verenigd Koninkrijk, zou de Belgische Defensie 42.000 mensen in dienst moe-
ten hebben en naar Franse norm 46.000. Het niveau van het effectief in België is bedroevend en onwaardig voor de rol die ons land op internationaal vlak beweert te spelen, als zogenaamde 'hoofdstad' van Europa en de NAVO. De daling van het aantal militairen is noch een verrassing, noch een fataliteit. Net zoals de politieke wil het huidige debacle heeft veroorzaakt, kan ook de politieke wil de situatie keren».
De Schildwacht trekt niet alleen aan de alarmbel, maar de ACMPCGPM reikt via haar Algemeen Programma en haar publicaties ook oplossingen aan, zoals we weer deden in ons nummer van augustus 2022: ‘Om het personeelstekort aan te pakken, zijn er ook oplossingen voorhanden. We hoeven het warm water niet uit te vinden. Hoe konden we tijdens de Koude Oorlog tienduizenden Belgen motiveren om dienst te nemen en honderden kilometers verderop te gaan werken? Er was aantrekkelijke militaire huisvesting in de buurt van de garnizoenssteden, benzinebonnen, een verwijderingsvergoeding, een voordelige BTWregeling, crèches, scholen, horeca en diensten die voor alles zorgden. Als je jonge soldaten dit soort arbeidsvoorwaarden biedt, evenals een duurzaam statuut met echte garanties voor de toekomst, zullen ze minder terughoudend zijn om zich aan te melden. Dit systeem werkte in 1980, waarom nu niet?’
Op 10 februari kondigde de krant 'De Tijd' aan dat het percentage van het Belgische BBP toegekend aan Defensie, in 2024 zal dalen in plaats van te stijgen zoals voorzien! Ongelooflijk in de huidige context, maar in België kennen politici alle trucs om aan onze verplichtingen te ontsnappen, zelfs als onze veiligheid in het gedrang komt.
Je zou denken dat met de oorlog in Oekraïne onze leiders enige prioriteit zouden geven aan de veiligheid van hun burgers. Vandaag vaart de Russische marine immers voor Knokke-Zoute en onze F-16's onderscheppen Poetins nucleaire bommenwerpers tot in de Noordzee. Ondertussen verzekeren onze politici ons dat alles goed gaat en dat België massaal investeert in zijn leger. Ja, maar, volgens de krant 'De Tijd' zal het percentage van het BBP (Bruto Binnenlands Productalles wat ons land gedurende een jaar aan goederen en diensten produceert), dat België aan Defensie uitgeeft, dalen. Het artikel kondigt een projectie aan van 1,28% in 2025 en 1,35% in 2026, terwijl ons land zich geëngageerd had voor respectievelijk 1,39% en 1,47%. Waanvoorstellingen van journalisten? Helemaal niet, bevestigt het kabinet van de premier en spreekt van een ‘een beetje tegenslag’, maar de feiten liegen er niet om.
In 2024 zal de inspanning van ons land ten voordele van Defensie dalen met 0,02%!
De schuldige is de economische groei die het BBP opdrijft, terwijl de begroting gebaseerd was op een bescheidener BBP.
Deze uitleg is inderdaad correct.
De economische groeiverwachting (uitgedrukt in BBP) van ons land was inderdaad somberder ingeschat als gevolg van de covid-crisis. Ondanks de oorlog in Oekraïne blijkt ze uiteindelijk dus toch positiever te zijn en zal het BBP in 2024 hoger liggen dat initieel geraamd. Aangezien de defensie-inspanningen uitgedrukt worden in percentage van het BBP, heeft dit tot gevolg dat de financiële bestedingen aan defensie dit jaar relatief gezien ietwat lager zullen liggen. Relatief gezien, want in absolute cijfers (dus in échte euro’s) zal het legerbudget dit jaar en de komende jaren wel degelijk wezenlijk toenemen: van 4,7 miljard in 2023 tot 6,7 miljard in 2027.
Het probleem is echter anders en veel fundamenteler van aard. Jarenlang heeft ons land alle mogelijke middelen aangewend om zijn bijdrage aan de NAVO in te krimpen of uit te stellen. Zo was het beruchte 'Plan Vandeput' al op twijfelachtige leest geschoeid: het 'Europees gemiddelde van niet-nucleaire landen'. In 2017 bedroeg dit 1,43% van het BBP, maar het plan 'vergat' dat dit percentage steeg en in 2030 veel hoger zou zijn (het ligt nu al boven de 1,7%). Bovendien voorzag het niet in een compensatie bij een stijging
van het BBP zelf. Tenslotte mikte de minister nog lager door tegen 2030 niet 1,43% maar 1,3% aan te kondigen.
Al decennialang houden onze leiders de Belgische bijdrage onder de door het bondgenootschap vereiste minimum van 2%. Zo ondermijnen ze willens en wetens onze veiligheid, om electorale of economische redenen. Bij de NAVO is ons excuus altijd hetzelfde: ‘Niet alleen de budgetten zijn van belang, België compenseert door deelname aan de snelle interventiemacht en aan operaties'. Behalve dat de inzet van onze middelen al te vaak een schijnvertoning zijn. Al in het begin van de jaren negentig, was het gebruikelijk om tijdens NAVOevaluaties de ‘gecontroleerde eenheid’ te versterken met middelen van elders. Vandaag de dag zijn de bataljons een schaduw van wat ze op papier zouden moeten zijn. En als onze Defensie troepen naar Oost-Europa stuurt, gaat het in het beste geval om twee- of driehonderd man. In Afrika gaat het nu om tientallen. Een triestige bijdrage die noch de NAVO, noch Rusland voor de gek houdt.
De kern van de zaak is echter de volgende: ondanks het formele
engagement van de regering De Rupo in 2014 om tegen 2024 effectief 2% van ons BBP uit te geven aan defensie, is deze schriftelijke verbintenis nooit in daden omgezet. Ons land bleef het voorbije decennium maar verder ‘profiteren’ van de inspanningen van de partners, in de eerste plaats van de VS, om zijn veiligheid te verzekeren. Ondanks de vaststelling dat het steeds onveiliger werd, zowel aan de grenzen van Europa (Mali, Syrië) als in eigen land (terrorisme).
Dat profitariaat heeft geleid tot een compleet uitgehold leger dat nauwelijks nog bij machte is om ook maar een fractie van zijn NAVOverplichtingen na te komen. Maar dat ook niet langer in staat is om wezenlijke hulp te bieden in eigen land bij een grote crisis of ramp, zoals bijvoorbeeld de watersnood langs de Vesder in de zomer van 2021.
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat wanneer er een echte oorlog uitbreekt aan de Europese oostgrens, Defensie niet in staat is om ook maar iets serieus uit zijn eigen wapeninventaris of voorraden te leveren aan Oekraïne.
Maar zelfs ondanks de politieke urgentie die er door de oorlog in Oekraïne toch gegroeid zou moeten zijn, zal ons land veruit de slechtste leerling van de NAVO-klas blijven qua defensie-inspanningen. We blijven ver onder de vooropgestelde norm van 2% ; ons land mikt op 1,54% in 2030, zijnde 2,4 miljard minder dan wat de NAVO vraagt. 2,4 miljard per jaar, welteverstaan. Ons profiteurschap zal dus verder aanhouden.
Ja, premier De Croo heeft onlangs gesteld dat ons land de 2%-drempel wenst te bereiken in 2035. Door voorbij hun eigen politieke horizon te mikken, maken onze leiders duidelijk dat "het niet ons probleem is". Maar de Russische troepen staan nu aan de poorten van Europa. We hebben vandaag een sterk leger nodig, niet in 2035!
Maar eigenlijk zal het waarschijnlijk nog erger worden. Want nu al is binnen de NAVO de discussie losgebarsten om het objectief van 2% BBP op te trekken naar…. 2,5% BBP. Wat dus zou betekenen dat we niet meer compleet achter in het NAVO-peloton zouden zitten, maar figuurlijk in de NAVO-bezem-
wagen zouden terechtkomen.
Politieke agenda
Het Belgische rookgordijn bestaat niet alleen uit het manipuleren van bedragen. De miljarden die uiteindelijk worden toegekend, dienen vooral een politieke en economische agenda in plaats van het saneren van Defensie. Wie de NAVO-statistieken bekijkt, ziet dat de investeringen van ons land in militair materieel de pan uit rijzen, terwijl de personeelskosten stagneren. Een groot deel van het overheidsgeld dat - met tegenzin - in Defensie wordt geïnjecteerd, vloeit rechtstreeks naar de zakken van de industriëlen. Kanonnen, schepen, vliegtuigen, helikopters, pantservoertuigen, software, ... Toch weten onze leiders heel goed dat ons leger ze niet zal kunnen gebruiken bij gebrek aan gekwalificeerd personeel! De politici zijn niet van plan om van Defensie een echt bruikbaar instrument te maken. Het tekort aan munitie en het gebrek aan personeel maken duidelijk dat het doel van de investeringen niet het creëren van een doeltreffende Defensie is, maar vooral het overvloedig besproeien
van de economie inhoudt. Niet altijd de onze trouwens. De ene dag kopen we in Amerika, de andere dag in Frankrijk of Nederland, afhankelijk van de politieke voorkeur van de meerderheden. Sinds het einde van de Koude Oorlog is er niets veranderd, ondanks de opeenvolgende politieke beloften om 'Europees' te kopen en om Europa ‘strategisch autonoom’ te maken.
De (andere) sociale partners maken zich niet al te veel zorgen over
het gebrek aan militairen. Voor een 'gekleurde' vakbond is het immers politiek rendabeler om gezondheidszorg, onderwijs of KMO's te steunen dan Defensie. De ACMPCGPM staat er dus moederziel alleen voor om niet enkel een uitbreiding van het aantal militairen te eisen, maar ook een reële verbetering van hun statuut, dat rekening houdt met de bestaansreden van onze organisatie. In de toekomst zullen er niet alleen te weinig militairen in het leger zijn, maar zal het aanwezige personeel ook onervaren zijn. De recente gevechten
hebben aangetoond dat tegen de doorgewinterde Oekraïners onervaren de Russische rekruten als kanonnenvoer dienen, met een schrikbarend aantal slachtoffers tot gevolg. Is dit wat we willen voor onze soldaten? De ongebreidelde veralgemening van het BDLstatuut (Beperkte Duur) betekent dat vandaag 80% van de nieuwe rekruten een precaire baan heeft. De helft van hen vertrekt binnen de twee jaar. Dat heeft drie gevolgen: de gemiddelde ervaring van de Belgische militairen stort in, de loonkosten dalen en de overgrote meerderheid van degenen die bij het leger gaan, zal op 67-jarige leeftijd met pensioen gaan... als burger, nadat ze gedwongen waren de strijdkrachten als BDL te verlaten. In politieke taal vermijden onze leiders zorgvuldig het eerste punt en bestempelen ze de andere twee als 'win-win'...
Ons land steunt Oekraïne met initiatieven zoals de opvang van vluchtelingen en het sturen van militair materieel. De steun van Defensie blijft bescheiden omdat ons leger zelf van alles tekortkomt. Ook financieel is onze bijdrage krap afgemeten. Een
Russische overwinning zou echter veel duurder uitvallen...
Binnen de NAVO heeft België een weinig benijdenswaardige reputatie. Door budgettaire besparingen en sabotage van haar militaire apparaat slaat onze Defensie tegenwoordig een zielig figuur, ver achter bondgenoten zoals Roemenië of Portugal. 'Zielig', maar alleen in militaire termen, want ons land blijft een van de meest welvarende ter wereld. In termen van Bruto Binnenlands Product per inwoner overtreffen we bijvoorbeeld Canada of Japan. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het Kiel Instituut voor Wereldeconomie onze inspanning ten gunste van Oekraïne onderaan de lijst van Europese landen schuift. Als België terughoudend is om de portemonnee open te trekken, is dat uit gebrek aan vrijgevigheid, maar ook deels uit angst voor een uitbreiding van het conflict en vooral voor de financiële gevolgen als Rusland de gas- en oliekranen volledig zou dichtdraaien. Onze energie-infrastructuur is er immers nauwelijks beter aan toe dan onze Defensie omdat we niet hebben willen investeren in duurzame energie, in diversificatie van de aanvoer en in vernieuwing van onze elektriciteitscentrales. De redenering van onze leiders mag dus op het eerste gezicht voorzichtig lijken. Oorlog is duur en een verdere prijsstijging van brandstof en grondstoffen zoals metalen en landbouwproducten zou ons land in een recessie storten. Wij staan hierin niet alleen; vele stemmen in de wereld pleiten voor een afwachtende houding en zouden blij zijn met een status-quo of zelfs een Russische overwinning in Oekraïne. Maar wat zou de prijs ervan zijn?
Volgens Anne Applebaum, journaliste bij de New York Times en laureate van de Pulitzerprijs, zou een Russische overwinning in Oekraïne een politieke en financiële tragedie zonder weerga betekenen voor het Westen: « Stel je de oorlog in Oekraïne voor zonder de militaire en financiële steun van de democratieën van de hele wereld. Regio na regio zou het Russische leger
uiteindelijk het hele land veroverd hebben. De Russen zouden aan de grenzen met Polen bivakkeren en de NAVO zou in chaos verkeren. Het bondgenootschap zou gedwongen zijn honderden miljarden uit te geven om zich voor te bereiden op de onvermijdelijke invasie van Warschau, Vilnius of Berlijn. Tientallen miljoenen bijkomende Oekraïense vluchtelingen zouden op de kap van Europa leven. Het geld zou opraken, de terugslag onvermijdelijk. Deze ramp zou niet beperkt blijven tot Europa. Chinese plannen om Taiwan binnen te vallen zouden in volle gang zijn, omdat Peking zou aannemen dat een Westen dat vastzit in zijn confrontatie met Rusland en zijn Oekraïense partner in de steek laat, nooit een inspanning zou doen om een eiland in de Stille Oceaan te helpen. De Iraanse moellahs zouden kernwapens hebben en van Venezuela tot Zimbabwe over Myanmar zouden dictaturen overal ter wereld hun regimes verharden. »
Uiteindelijk is het overduidelijk dat steun aan Oekraïne een fractie kost van de prijs van een nederlaag.
Wist u dat Defensie u juridische bijstand kan bieden bij problemen tijdens en door de dienst? Als militair kan je bijvoorbeeld gratis van een advocaat genieten om je te verdedigen na een verkeersongeval. Hulp krijgen van het leger kan echter onvoorziene gevolgen met zich meebrengen...
Defensiepersoneel kan bij DG Jur terecht voor juridische bijstand als het persoonlijk betrokken is bij een incident of ongeval dat een direct gevolg is van de uitoefening van hun functie in dienst bij Defensie. Soms gebeurt het dat tijdens de uitoefening van hun functie namen van militairen in een burgerlijke - of strafrechtelijke zaak opduiken. Zij kunnen bijvoorbeeld als getuigen of verdachten in een strafrechtelijk onderzoek gehoord, of zelfs aangeklaagd worden wanneer een slachtoffer een schadeclaim tegen hen indient. Het is voor de betrokken militair en zijn hiërarchie niet altijd duidelijk op welke juridische ondersteuning hij of zij kan rekenen. Daarom heeft DG Jur een nota gepubliceerd waarin zij de beschermingsmaatregelen toelicht welke de wet voorziet alsook de algemene ondersteuning door haar diensten.
In principe heeft elke militair het recht om zich op kosten van Defensie door een advocaat te laten bijstaan wanneer hij gedagvaard wordt voor een burgerlijke rechtbank wegens feiten die hij in de uitoefening van zijn functie gepleegd heeft, wanneer tegen hem een strafrechtelijke procedure ingeleid wordt of wanneer hij als verdachte verhoord wordt. Er bestaan echter uitzonderingen op deze regel,
bijvoorbeeld in het geval van een ernstige of opzettelijke fout. Echter logisch gezien wordt er geen tussenkomst voorzien wanneer u het leger zelf aanklaagt of wanneer het leger u aanklaagt. De eindbeslissing op een juridische bijstand wel of niet toe te kennen ligt bij DG Jur - afdeling LITIG. Indien goedgekeurd, betaalt Defensie rechtstreeks de kosten van de advocaat. Indien de betrokkene geen advocaat heeft, kan hij er een bekomen bij DG Jur. Het leger vergoedt volgens een soortgelijke procedure ook de gerechtskosten van militairen die veroordeeld zijn voor feiten die tijdens en voor de dienst gepleegd zijn. Zo heeft een collega die een strafbare handeling 'buiten zijn wil om' verricht heeft, zonder een ernstige opzettelijke fout te hebben begaan, recht op een gratis advocaat en op terugbetaling van boetes en andere kosten in geval van veroordeling.
‘24/7’
Als werkgever is de Staat zelf burgerrechtelijk aansprakelijk voor de schade dat zijn personeel in de uitoefening van zijn functie veroorzaakt. Een derde die de schade heeft geleden kan dus altijd Defensie aanklagen. Maar in sommige gevallen kan het slachtoffer besluiten zich rechtstreeks tot de militair te wenden om een schadevergoeding te bekomen. In dat
geval kan Defensie tussenkomen om 'de plaats in te nemen' van haar werknemer en haar verantwoordelijkheid als werkgever op zich te nemen. Het leger fungeert dan als ‘juridische buffer’ tussen de mensen die schade leden en het personeelslid dat ervan beschuldigd wordt die veroorzaakt te hebben. Ten slotte kan DG Jur ook juridisch advies geven, advies betreffende de voorbereiding van een hoorzitting, verduidelijking of doorverwijzing naar bevoegde diensten. Om de steun aan de militairen te verzekeren, beschikt DG Jur over een ‘24/7’-permanentie op het nummer 0478/28 21 51 of per e-mail: dgjur-perm@mil.be
In ieder geval mag er geen belangenconflict ontstaan tussen de betrokkene en het leger. Maar daar wringt juist het schoentje, want de belangen van Defensie en de betrokken militair kunnen soms uiteenlopen, zonder dat er op het eerste gezicht sprake is van een duidelijk conflict. Op dat moment kan de hulp van het leger een 'vergiftigd geschenk' blijken, want hoewel ze gratis is, is ze niet onbaatzuchtig, zoals we zullen zien... Het volgende voorbeeld is gebaseerd op echte feiten, maar de details zijn veranderd om de identiteit en integriteit van de betrokken partijen te vrijwaren.
Onopzettelijke slagen en verwondingen
Tijdens een verplaatsing in een burger omgeving krijgt korporaal André de opdracht om met zijn vrachtwagen onmiddellijk naar het militaire kamp te rijden. André voert deze opdracht naar de letter uit en wanneer hij de weg geblokkeerd ziet door verschillende stilstaande militaire voertuigen, haalt hij ze in om iets verderop links af te slaan. Jammer genoeg raakt hij in de bocht een klein voertuig dat in de andere richting rijdt. Het ongeval is ernstig en de hulpdiensten die ter plaatse aankomen, kunnen alleen de dood van de burgerbestuurder vaststellen…
Uiteindelijk werd André vervolgd voor onopzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg. Als lid van de militaire vakbond belde André naar ons Vast Secretariaat en kreeg onmiddellijk juridische bijstand van onze advocaat. Op advies van de ACMPCGPM sprak André de militaire autoriteiten aan. DG Jur was snel
bereid de zaak te behandelen en besloot dat het leger de volledige kosten van de zaak zou dragen. Het ongeval gebeurde immers tijdens en ten gevolge van de dienst en er was geen sprake van een ernstige of opzettelijke fout. In dit geval zal André waarschijnlijk veroordeeld worden, ook al heeft hij het ongeval niet met opzet veroorzaakt. Volgens de advocaat maken de omstandigheden van het ongeval een gevangenisstraf van zes maanden mogelijk en zelfs waarschijnlijk, bovenop een zware financiële schadevergoeding voor de familie van het slachtoffer. Na een lange procedure komt de zaak voor de rechtbank De rechter acht André schuldig en geeft hem een korte gevangenisstraf, maar met uitstel.
André slaakt een zucht van opluchting, want hij was erg bang dat hij daadwerkelijk achter de tralies zou belanden. Aangezien hij strafrechtelijk veroordeeld werd, zal de burgerrechtbank ongetwijfeld een
aanzienlijke schadevergoeding toekennen aan de rechthebbenden van het slachtoffer. Volgens onze advocaat komt André er goed van af en moet hij zeker niet in beroep gaan omdat de rechtbank de straf zou kunnen verhogen. DG Jur denkt er echter anders over. Defensie ziet alleen de dure schadevergoeding van de familie. Voor het leger is het voordeliger om in hoger beroep alles op het spel te zetten, in een poging een hypothetische vrijspraak te verkrijgen... Als de betrokken militair een zwaardere straf riskeert, dan is dat jammer!
Gelukkig zijn onze advocaten gespecialiseerd in militaire zaken en uiterst efficiënt. Bovendien laat het ACMP-CGPM zijn leden nooit in de steek, koste wat kost. Uiteindelijk is alles goed afgelopen voor André, maar dit voorbeeld toont aan dat de hulp van het leger niet zo belangeloos is en dat de steun van de militaire vakbond de beste garantie blijft voor een onafhankelijke en kwaliteitsvolle juridische verdediging.
Vermijd seksueel gedrag dat over de grens van een ander gaat. Ben je niet zeker, doe dan een check. Zowel bij jezelf als bij de andere persoon. Seksueel grensoverschrijdend gedrag kan negatieve gevolgen hebben voor de lichamelijke en mentale gezondheid. De motivatie van de werknemers daalt, het ziekteverzuim stijgt en er is meer verloop. Alle partijen hebben er dus belang bij dat ongewenst gedrag op het werk grondig voorkomen en bestreden wordt.
Het thema is ook actueel binnen Defensie, erotiek, geflirt, relaties op het werk komen vaker voor dan menigeen denkt, en dat geldt ook voor daadwerkelijke seks. Maar waar relaties beginnen, kunnen ze ook eindigen, en wat dan? Moet één van de twee dan maar een andere job zoeken? En wie dan? Want in bepaalde gevallen lukt verder samenwerken niet meer. En wat als de flirt of erotiek in de eenheid eindigt in een klacht wegens seksuele intimidatie? Als vakorganisatie worden we regelmatig geconsulteerd met betrekking tot deze problematiek.
Wat is SGG?
‘Elke vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft de waardigheid van een persoon aan te tasten of wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd’ (art. 32ter, 3° Welzijnswet).
Enkele voorbeelden:
- Ongewenste liefdesverklaring, lonken,..
- Whatsapp-berichten of e-mails met erotische of pornografische toon.
- Dubbelzinnige opmerkingen, compromitterende voorstellen, intieme vragen,…
- Aanrakingen, aanranding, verkrachting,…
Risico’s
De specificiteit van het werk binnen Defensie maakt dat het noodzakelijk is om in teamverband te werken. Combineer dit met het presteren van overuren, cursussen, oefeningen, buitenlandse zendingen en men kan zich voorstellen dat ook onder de militairen heel wat liefdesrelaties kunnen ontstaan. Verliefd worden op een collega kan je moeilijk verbieden, laat staan voorkomen. Diezelfde specificiteit zorgt voor extra risicofactoren, deze verhogen de kans op pesterijen, geweld en ongewenst seksueel gedrag op het werk.
Dikwijls is er een flinterdun verschil tussen gewenste of ongewenste intimiteiten.
Enkele fictieve voorbeelden om eens goed over na te denken:
Els werkt als burger voor Defensie, ze houdt van diepe halsuitsnijdingen en korte rokjes. Tijdens een vergadering zit haar leidinggevende tegenover haar. Hij weet niet goed waar hij moet kijken. Hij zegt haar laconiek: ‘Vandaag is een heuglijke dag. Je brak het diepterecord. Ik zie nu zelfs de onderkant van je BH’. Is er sprake van grensoverschrijdend gedrag bij Els? En bij haar leidinggevende?
Tim heeft het zwaar te pakken voor Els. Hij liet haar al merken dat hij graag meer wil, maar Els wil hun relatie zuiver professioneel houden. Tim geeft aan dit te respecteren. Om haar te laten weten dat zij toch een speciale plek in zijn hart heeft, sluit hij elke mail af met een :-X (emoticon kiss) Vormt dit grensoverschrijdend gedrag?
Niet iedereen heeft hetzelfde idee over grensoverschrijdend gedrag. Wat voor de ene persoon oké is, is het soms niet voor de ander. Er is met andere woorden een soort van grijze zone als het gaat over grenzen en seks. Let dus goed op, voor je het goed en wel beseft wordt er een disciplinaire procedure opgestart.
Doe de test
Stel jezelf de volgende vragen: Krijg ik signalen dat de andere persoon toestemt met de interactie? Als je iemand een compliment geeft, reageert die persoon daar positief op, met woorden of via lichaamstaal?
Neemt de ander ook initiatief? Als je flirterige berichtjes stuurt, krijg je er dan ook terug?
Is het vanuit mijn positie oké wat ik doe? Als leidinggevende moet je je bewust zijn van de machtspositie waarin je je bevindt en goed nadenken alvorens je bepaalde stappen zet.
Kan de andere persoon het wel
aangeven als deze iets niet fijn vindt? Bevindt de persoon die haar of zijn grens moet aangeven zich alleen of in gezelschap?
Is er geen dwang uitgeoefend? Als je iemand probeert te kussen, is dit dan de bekroning van een romantische of flirterige avond, of voelt de ander zich verplicht?
Is het duidelijk dat het ook oké is als er niets gebeurt? En dat er ook geen consequenties aan zijn verbonden?
Het is niet altijd eenvoudig om te bepalen of iemand vrijwillig handelde, in de grijze zone is het niet altijd duidelijk.
Wie contacteren?
Defensie beschikt over 12 preventieadviseurs-psychosociale aspecten op het werk (PAPA), 8 voltijdse vertrouwenspersonen (VP) en een netwerk van 96 vertrouwenspersonen in cumul. Naast de vertrouwenspersonen, kan een slachtoffer zich ook richten tot zijn hiërarchische lijn.
Bij aanranding of verkrachting doe dan aangifte bij de politie, het is belangrijk om zo snel mogelijk na de feiten naar de politie te gaan. Je kan ook bij de spoeddienst van het ziekenhuis of bij je huisdokter terecht. Zij kunnen voor jou de politie inschakelen, als je dat wenst.
De militaire vakbond ACMPCGPM wil eveneens benadrukken dat u voor dergelijke zaken altijd terecht kunt op één adres: srt@acmp-cgpm.be
Wij behandelen alle meldingen met de nodige discretie en zorgen bovendien zowel voor een correct advies, de nodige opvolging als de daadwerkelijke bijstand. Er kan veel tijd verlopen tussen de melding van de feiten en bv. een uitspraak door een rechtbank. Termijnen van meerdere jaren vormen geen uitzondering. Een goede opvolging en ondersteuning zijn dan ook gegarandeerd.
De omgevingstemperatuur, wat voor de ene persoon te warm is, is voor de andere persoon te koud. De waarneming van temperatuur is dus persoonsgebonden. Maar wat zegt de wet? Hoe gaan we het meten en wat doen we eraan?
Binnen Defensie is er een grote verscheidenheid aan functies. Techniekers werken in hun werkplaatsen, infanteristen doen trainingen op schietstanden, andere volgen dan weer les in een klaslokaal of zijn misschien tewerkgesteld in een magazijn. Al deze mensen zijn op de één of andere manier blootgesteld aan de thermische omgevingsfactoren. Tijdens de koude wintermaanden zitten beeldschermwerkers (als de verwarming wil werken) lekker warm op kantoor, maar tijdens een warme zomer is het dan weer bakken en smachten naar een beetje verkoeling.
Er zijn verschillende studies gedaan naar de optimale temperatuur in een kantooromgeving. In een onderzoek van de Helsinki University of Technology (uitgevoerd in 2006) staat dat de hoogste productiviteit op het werk wordt bereikt bij een temperatuur van rond de 22 graden. Productiviteit laat volgens dit onderzoek een stijgende lijn zien van lage temperaturen tot aan 22 graden en neemt juist weer af bij temperaturen boven 23-24 graden. Als de temperatuur 30 graden bereikt, daalt de productiviteit met bijna 10%!
Gender
Er is echter nog wel onduidelijkheid over hoe temperatuur
werknemers nu precies beïnvloedt. Zo komt uit onderzoek naar voren dat de relatie tussen temperatuur en productiviteit ook sterk afhangt van bijvoorbeeld het type werk. In 2019 was er een onderzoek met passende tittel “Battle for the thermostat”. Deze toont aan dat er een verschil lijkt te bestaan tussen hoe temperatuur de prestaties van mannen en vrouwen beïnvloedt. De temperatuur in de ruimtes waar de proefpersonen zaten werd door de onderzoekers gemanipuleerd en liep uiteen van 16 tot 33 graden. De conclusie was dat wanneer de thermostaat flink was opengedraaid vrouwen beter presteren als zij de rekentaak of verbaal redeneren-taak moesten uitvoeren dan wanneer zij dat deden in een koudere omgeving. Het tegengestelde effect was juist te zien bij mannen: die deden het juist beter bij koudere temperaturen.
Ook jaargetijden lijken een rol te spelen. Gedurende de zomer is het moeilijker om het binnenklimaat aangenaam te houden dan tijdens de winter. Bijvoorbeeld door grote ramen zonder goede zonwering en het toenemende gebruik van elektrische apparatuur. In de winter kunnen er juist klachten ontstaan door lokale
temperatuursveranderingen, bijvoorbeeld door tocht, koudestraling van ramen of gebrekkige werking van de verwarming. De onderzoekers maken een onderscheid tussen een ideale temperatuur in de winter en in de zomer. In de zomer ligt de ideale kantoortemperatuur volgens hen tussen 23 en 26 graden en in de winter tussen 20 en 24 graden.
Meten is weten
Voor de thermische omgevingsfactoren van klimatologische of technologische aard die aanwezig zijn op de arbeidsplaats moet de werkgever een risicoanalyse uitvoeren.
Om deze analyse uit te voeren moet men met verschillende factoren rekening houden: de luchttemperatuur, de relatieve luchtvochtigheid, de luchtstroomsnelheid, de thermische straling, de fysieke werkbelasting, de gebruikte werkmethodes en arbeidsmiddelen, de werkkledij en de persoonlijke beschermingsmiddelen. De combinatie van al deze factoren alsook de evolutie van deze factoren tijdens de werkduur moeten ook in aanmerking komen.
Om koude temperaturen te meten volstaat een gewone thermometer. Voor warme temperaturen
volstaat dit niet. Een bepaalde warme temperatuur kan bij zeer vochtig weer ondraaglijk zijn, terwijl die bij droog weer geen probleem geeft. U moet dus rekening houden met de vochtigheid, maar in sommige gevallen ook met de windsnelheid en de rechtstreekse straling die de werknemers ondervinden door de zon of door een machine.
Dat wordt niet gemeten met een gewone thermometer, maar met een zogenaamde ‘vochtige globethermometer’. Die meetmethode heeft een geleerde naam: WBGT (wet bulb globe temperature).
In functie van de verkregen resultaten tijdens de risicoanalyse moet de werkgever de gepaste preventiemaatregelen bepalen die
met de geanalyseerde factoren en hun combinatie rekening houden. Deze maatregelen moeten ook met de actiewaarden voor blootstelling rekening houden alsook met de gangbare voorschriften en gebruiken inzake comfort op de arbeidsplaats. De werkgever moet het programma van technische en organisatorische maatregelen opstellen om de blootstelling aan, al naargelang het geval, koude of warmte en de daaruit voortvloeiende risico’s te voorkomen of tot een minimum te beperken.
De technische en organisatorische maatregelen hebben betrekking op:
- technische maatregelen die inspelen op de temperatuur van de omgevingslucht, de luchtvochtigheid, de thermische straling of de luchtstroomsnelheid;
- het verlagen van de fysieke werkbelasting;
- alternatieve werkmethoden;
- de beperking van de duur en intensiteit van de blootstelling;
- het aanpassen van de werkroosters of de arbeidsorganisatie (afwisseling arbeidstijden, rusttijden);
- het verschaffen van beschermingskledij;
- het ter beschikking stellen van aangepaste dranken.
De artikelen V.1-5 tot V.1-13 van de codex over het welzijn op het werk en de militaire richtlijn DGHWB-SPS-WRKPR-004 bevatten meerdere maatregelen die getroffen moeten worden in specifieke gevallen van overmatige koude of warmte van klimatologische of technologische oorsprong.
De militaire vakbond ACMP-CGPM wil er de nadruk op leggen dat het plan van technische en organisatorische maatregelen klaar moet zijn alvorens de grenswaarden worden overschreden. Om de werknemers die behoren tot bijzonder gevoelige risicogroepen (zwangerschap) te kunnen beschermen tegen de voor hen specifieke risico's, past de werkgever, na advies van de preventieadviseur-arbeidsarts, de maatregelen aan.
Is de verwarming alweer stuk en het is slechts 15° graden op kantoor, één adres srt@acmp-cgpm.be want bij ons staat u niet in de koude.
Beter loon, maaltijdcheques... Je zou kunnen denken dat het personeel voor onze leiders inderdaad een prioriteit geworden is. Helaas, niet altijd! De verhoging van de prijs van de maaltijden op 1 april (!) toont aan dat het nog vaak de logica van de voorbije decennia is die overheerst...
Al geruime tijd kondigen geruchten een forse stijging van de horecaprijzen bij Defensie aan. In maart heeft de Restauratie- en Hoteldienst van Defensie (RHDD) zijn minimumprijs vanaf 1 april 2023 aangepast. Zo zal het middagmaal stijgen van 4,50 euro naar 5,50 euro, wat overeenkomt met een stijging van 22%! Dit is nog maar het minimumtarief. Lokale beheerders kunnen hogere bedragen vaststellen om hun begroting in evenwicht te houden.
Bij wijze van voorbeeld volgen hier de nieuwe tarieven die de firma Umami in Peutie hanteert:
Ontbijt 3,50 €
Middagmaal 6,00 €
Avondmaal 3,50 €
Sinds eind 2022 heeft de militaire vakbond ACMP-CGPM de autoriteiten uitleg gevraagd over de reden die deze maatregel rechtvaardigt. De prijzen verhogen, net na het toekennen van maaltijdcheques (waarvan de waarde uiteraard vastligt), lijkt inderdaad op boerenbedrog. We verwachtten een lang betoog over Covid, Oekraïne en de onvermijdelijke indexering, maar in werkelijkheid zit er een andere motivatie achter de stijgingen... De verkregen antwoorden
spraken elkaar inderdaad op verschillende punten tegen, maar uit deze warrige uitleg blijkt dat de RHDD verwacht om jaarlijks 200.000 euro extra te genereren. Deze organisatie (een Administratieve Dienst met boekhoudkundige Autonomie) die binnen Defensie werd opgericht, vergoedt echter nog steeds de loonkosten van vijf 'voltijdse equivalenten' die voorheen in de catering van de Club Prins Albert (CPA) waren tewerkgesteld. Zoals u misschien al geraden heeft, vertegenwoordigen deze loonkosten 'toevallig' de extra inkomsten die de RHDD wil verkrijgen...
De nota van de RHDD klinkt echter anders: ‘De jaarrekeningen van de RHDD [...] tonen een negatief resultaat, voornamelijk door de coronacrisis, maar vorig jaar ook door de stijging van de voedselprijzen’. In werkelijkheid, zou de RHDD ZONDER deze personeelskosten break-even draaien en de prijzen zouden dus niet hoeven te verhogen, ondanks de stijging van de voedselprijzen (die wij op zich niet betwisten).
Op onze vraag waarom Defensie niet ingrijpt (voor zolang dit Horecapersoneel in dienst blijft), trokken onze gesprekspartners snel
'de paraplu' en repliceerden dat het aan de minister van Defensie is om al dan niet een subsidie toe te kennen aan de RHDD. Schuift Defensie met andere woorden de rekening gewoon door naar de militairen in haar weigering zelf op te draaien voor die personeelskosten?
Dit maneuver beantwoordt letterlijk aan de uitdrukking: 'Broekzak vestzak'.
Voor de ACMP-CGPM is het doodeenvoudig: we zouden nog begrip kunnen opbrengen voor een onvermijdelijke prijsstijging door de inflatie. Maar als de ware reden de personeelskosten van de RHDD is, dan moet Defensie haar verantwoordelijkheid opnemen in plaats van het verschil uit de zakken van alle militairen te halen.
DANTE – 12/12/2022
In het gezin van Boy OKKES (Hasselt)
ELENA – 14/12/2022
In het gezin van Niels DONNÉ (Heusden-Zolder)
LOU – 22/12/2022
In het gezin van Tom VAN GOOL (Turnhout)
ALICE – 08/01/2023
In het gezin van Loïc GUALDI (Libramont-Chevigny)
MAXIME – 09/01/2023
In het gezin van Xavier DEDECKERE (Antwerpen)
ANOUK – 12/01/2023
In het gezin van Charles BLERET (Ottignies-Louvain-La-Neuve)
LÉANDRE – 26/01/2023
In het gezin van Romain TRIBUZIO (La Louvière)
BASILE – 02/02/2023
In het gezin van Simon GHEUX (Elsene)
NORA – 14/03/2023
In het gezin van Elke MARNEF (Leuven)
05/08/2019
STAS Fabian et DAXHLET Isabelle (Amay) (Wettelijke samenwoning)
04/12/2020
DE CLERCQ Stephanie et VAN CAEKENBERGH Tim (Assenede)
27/06/2022
SOLOT Anne-Sophie et BRASSEUR Julien (Namen)
15/07/2022
VLERICK Ken et DE PAEPE Marijke (Gent)
25/02/2023
TUTINO Anthony et LOCHT Julie (Grâce-Hollogne)
03/03/2023
PITON Olivia et MATERNE Andréa (Hannut)
18/03/2023
DRASUTIS Jonathan et SOIRON Adrianne (Visé)
ROSSEELS FRANCIS
1938 - 27/07/2022 (Lesterny)
TIMMERMANS MICHEL
1935 - 15/02/2023 (Aartselaar)
TIELEMANS LIBERT
1942 - 31/03/2023 (Köln – Duitsland)
- Januari: 127,84 punten
- Februari: 126,95 punten
- Maart: 127,67 punten
- Januari: 128,00 punten
- Februari: 126,86 punten
- Maart: 127,80 punten
De afgevlakte gezondheidsindex bedraagt in november 125,08 punten, onder de spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen (vastgelegd op 125,60 punten).
Een verhoging met 2% van de pensioenen en de lonen zal waarschijnlijk tegen september 2023 gebeuren.
De volgende spilindex voor het openbaar ambt en de sociale uitkeringen zal dan vastgelegd worden op 128,11 punten.
Bron: Statbel
Defensie heeft inmiddels het aanvraagformulier voor de syndicale premie voor het referentiejaar 2022 naar de militairen verstuurd.
Dit originele formulier (dus geen fax of e-mail met scan van het ingevulde formulier) dient men te vervolledigen en voor 01 juli 2023 op te sturen naar: ACMP-CGPM, Romboutsstraat 1 – Bus 021, 1932 ZAVENTEM
Militairen wonende of actief in en rond Leopoldsburg kunnen hun ingevuld aanvraagformulier ook rechtstreeks deponeren in de brievenbus van ons kantoor gelegen aan de Hospitaalstraat 10 te Leopoldsburg. Men mag het origineel ingevulde en ondertekende formulier eveneens overhandigen aan een ACMP-afgevaardigde die het ons op zijn beurt zal bezorgen.
Nadat uw aanvraagformulier is aangekomen op het Vast Secretariaat van de ACMP-CGPM, zullen wij het nodige doen om de syndicale premie binnen de drie maanden uit te betalen.
Voor meer info of als u het aanvraagformulier vóór 15 mei niet heeft ontvangen, zie: https://www.acmp-cgpm.be/voordelen/syndicale-premie-referentiejaar-2022