www.renda.nl
kennisnetwerk voor professionals in de sociale woningbouw
#4 Kennisnetwerk voor professionals in de sociale woningbouw
Wonen is een gevoel.
Het belang van een deur. Een appartementsdeur van Daloc houdt niet alleen etensluchtjes tegen. Hij houdt ook brand, giftige rook, herrie en inbrekers buiten de deur. Zo kan iedereen zich thuis veilig en prettig voelen. Door het unieke ontwerp gaat onze appartementsdeur zeer lang mee zonder zijn beschermende eigenschappen te verliezen. Het is een investering voor het leven. Toch kost deze deur niet veel meer dan een gewone deur. Hoe kan dat? Lees meer over de ultieme appartementsdeur op daloc.nl/wooncomfort #4 2021
SENIORENMAKELAARS ZORGEN VOOR DOORSTROMING
2021
wil kennis met je maken We staan voor grote uitdagingen. We moeten duurzame woningen bouwen en het gasverbruik van bestaande woningen verminderen. Daarom is Vincent er. Vincent houdt niet van buiten, doet niet moeilijk en is kostenbewust. Vincent is de nieuwe naam in warmtepompen en wil graag kennis met je maken.
Ontmoet Vincent Scan de QR-code of kijk op ontmoetvincent.nl
Inhoud 38
ARTIKELEN 8 The Exploded View Een huis dat volledig bestaat uit biobased materialen en circulaire bouwmethoden. 14 Levenscyclusdenken Interne dialoog bij corporaties. 24 Wonen is een gevoel Seniorenmakelaars aan het woord. 32 Een solide toekomst Energietransitie en esthetische waarde toevoegen aan een woning van meer dan een halve eeuw oud.
24
38 Een warmtevisie.. en nu? Iedere gemeente is hard aan de slag gegaan om een warmtevisie op te stellen. Voor nu is het klaar, toch? 46 Vertrouwen is een werkwoord Woningcorporatie Accolade uit Heereveen werkt al enige tijd volgens de RGS methodiek. 52 Ruimte Zat Voor nog eens 200.000 woningen extra in de stad.
#4 2021
8
EN VERDER 6 Hoodredactioneel Jan Baarends 22 Echt impact maken! Column David Anink 30 AMIR Column Wikke Peters 56 Partners Een overzicht van onze partners
Beeld cover Istock
#4 2021
3
RENDA MENUKAART 2022
renda.nl
Heb jij verstand van renoveren? Renda stelt professionals in staat hun werk beter te doen door betrouwbare vakkennis te delen. Is jouw bedrijf deskundig op het gebied van renovatie of een aspect daarvan? En wil je die kennis delen met woningcorporaties, renovatiebedrijven of toeleveranciers? Word dan partner van Renda. Eenpitters en start-ups Adviesbureaus, kleine bedrijven en corporaties Bedrijven
€ 999 € 1.779 € 2.829
Wat krijg je daarvoor? Redactioneel
Netwerk
Commercieel
• Welkomstinterview • Deel je nieuws met het netwerk • Een plek in ons blogpanel • Plaats een inhoudelijk artikel op de Renda website (inclusief eindredactie door Renda) • Deelname aan Renda-rubrieken: - Hoe woon jij? - Leerling & Leermeester
• Bepaal de koers van Renda • Gratis toegang tot besloten events • Korting op open events • Toegang tot de online omgeving voor het hele bedrijf • Partnerlidmaatschap voor medewerkers • Renda Magazine
• Logo in nieuwsbrief, op website en Renda Magazine • 25% korting op advertentietarieven • Plaatsing in Innovatiedatabase • Plaatsing in Vacaturebank en vacaturenieuwsbrief
Wil je nog meer zichtbaarheid? Redactioneel
Netwerk
• Een artikel geschreven door een Renda-journalist ± € 600 • Andere journalistieke uitingen mogelijk in overleg n.o.t.k.
• Organiseer een Renda Event • Organiseer een Online Webinar
Commercieel n.o.t.k.
n.o.t.k.
• Advertentie in magazine • Halve advertentie in magazine • Banner in nieuwsbrief • Banner op website • LinkedIn advertentie
€ 1990 € 1095 € 375 € 565 € 395
Wil je meer weten over het partnerschap neem contact op met Elleke van de Westeringh: e.vandewesteringh@aeneas.nl Wil je graag meer informatie over de advertentieverkoop neem contact op met Leo Nijs l.nijs@aeneas.nl
WAT JE NIET WIL, MOET JE ONTMOEDIGEN De afgelopen maanden werd het nieuws, naast de coronapandemie en de formatieperikelen omtrent een nieuw kabinet, voornamelijk gedomineerd door de klimaattop in Glasgow. Deze bijeenkomst was een inspiratiebron voor heel veel organisaties om zich te verdiepen in het thema "duurzaamheid." Ook binnen de branche van woningbouw en woningonderhoud kreeg dit thema weer de nodige aandacht, blijkens het grote aantal lezingen, seminars, webinars, trainingen, workshops, etc. dat is georganiseerd de laatste tijd. Ik juich dit soort initiatieven van harte toen ik ben ervan overtuigd dat dit zal bijdragen aan het daad-
Een van de grote drempels bij verduurzaming blijken de kosten te zijn. 6 #4 2021
werkelijk gaan zetten van concrete stappen op het gebied van duurzaamheid en circulariteit, door partijen die nu nog wat afwachtend zijn. Aan een aantal van de bovengenoemde webinars en themabijeenkomsten heb ik zelf deelgenomen. Het valt dan op dat enthousiasme en de toewijding van de deelnemers groot is. Mensen komen kennis halen én kennis brengen als het gaat om energiebesparing, klimaatadaptatie, CO2 reductie, circulariteit, etc. Echter wat ook opvalt is dat één van de grote drempels, om daadwerkelijk tot actie over te gaan, de kosten blijken te zijn. Bij “niet fossiele” energievoorzieningen gaat het vaak over de terugverdientijd van de investering. Op basis van de huidige woningvoorraad, het huidige nieuwbouwtempo én de demografische ontwikkelingen, weten we dat een woning in Nederland op dit moment minimaal 125 jaar
HOOFDREDACTIONEEL
moet blijven staan om te kunnen blijven voorzien in huisvesting voor iedereen.
gevolge van deze hogere arbeidskosten vragen duurzame / circulaire ondernemers zich af: waar blijven mijn opbrengsten voor een gezond bedrijfsresultaat.
Dit vraagt ook om een andere denk- en handelwijze als het gaat over kosten en investeringen. Met de wetenschap van 125 jaar “doorexploiteren” is het raadzamer om te denken in LCA (levenscyclusanalyse) en TCO (total cost of ownership). Dit daagt ook meer uit om niet alleen op financieel resultaat te sturen, maar ook op duurzaamheid. Zowel in het artikel “Levenscyclusdenken” als in het artikel “Een solide toekomst” wordt er nader ingegaan op de TCO benadering én op de wijze waarop we met het oudere woningbezit kunnen omgaan.
Vanuit het uitgangspunt: “Wat je niet wil, moet je ontmoedigen”, wil ik ervoor pleiten om het onttrekken van grondstoffen en waarde aan onze planeet zwaarder te gaan belasten. Anderzijds zou de belasting op arbeid, die wordt ingezet voor hergebruik van grondstoffen, moeten worden verlaagd. Door middel van een dergelijke “fiscale verschuiving” wordt het gebruik van nieuwe grondstoffen zwaarder belast dan het toepassen van circulaire grondstoffen.
Een andere drempel die tijdens de bijeenkomsten naar voren kwam waren de arbeidskosten bij hergebruik van materialen. In veel situaties blijkt het hergebruik van materialen arbeidsintensiever te zijn dan de toepassing van nieuwe materialen. Ten
Als we dit gezamenlijk zouden kunnen realiseren, geven we als branche daadwerkelijk een concrete invulling aan de afspraken van de klimaattop in Glasgow. Mocht er bij de kabinetsformatie dan ook nog rekening worden gehouden met onze
wens inzake de bovengenoemde “fiscale verschuiving”, dan kunnen we daadwerkelijk stappen gaan zetten. Jan Baarends Hoofdredacteur
ARTIKEL SCHRIJVEN?
Heb je een idee voor een artikel en past dit binnen de thema’s van Renda? Stuur dan een mail naar renda@aeneas.nl
#4 2021 7
Natuurlijk bouwen 8 #4 2021
Een huis dat volledig bestaat uit biobased materialen, circulaire bouwmethoden en verhalen over de veranderende waardeketen waar het onderdeel van is? The Exploded View wordt ook wel omschreven als de circulaire leefomgeving van de toekomst. Het huis werd tentoon gesteld tijdens Dutch Design Week 2021 en Cas de Haan (Caspar de Haan) hoefde niet lang na te denken over de vraag of hij een (circulair) steentje wilde bijdragen om dit huis te bouwen. Tekst Birgit Barten
#4 2021 9
NATUURLIJK BOUWEN
T
he Exploded View Beyond Building werd voor het eerst getoond tijdens de Dutch Design Week in oktober 2021 in Eindhoven. De expo-installatie kon die week live en online bezocht worden. Er zitten meer dan 100 natuurlijke bouwmaterialen in The Exploded View Beyond Building. “We tonen de eindeloze, potentiële materiaalstromen die voorradig zijn en niet of nauwelijks gebruikt worden in de bouwwereld. Bijvoorbeeld materialen uit voeding, zeewier, (riool)water, aarde, funghi of zelfs onze eigen woonomgeving. Materialen van vandaag, morgen en overmorgen”, vertelt ontwerper Pascal Leboucq van Biobased Creations. “Je loopt door het huis en kunt alle materialen zien, voelen en ruiken. Elke kamer heeft een eigen verhaal.”
Grootschalig duurzaam bouwen kan
Het doel van de expositie is om ontwerpers, bouwers maar ook bewoners na te laten denken over de toekomst. Hoe ziet jouw huis er in de toekomst uit? En wat vind jij echt belangrijk als het gaat om wonen? Lucas de Man van Biobased Creations: “Het geeft hoop, energie en inspiratie voor de toekomst. Wij laten zien dat we op grote schaal circulair en biobased kunnen bouwen.”
Ik doe mee!
Cas de Haan, directeur bij Caspar de Haan onderhoud & renovatie, vertelt hoe hij betrokken raakte bij het project: “We zijn als bedrijf al aardig bezig met verduurzamen. We realiseren projecten waarin we ervoor zorgen dat woningen minder CO2 uitstoten en we gebruiken de TNS (The Natural Step) duurzaamheidsprincipes om de organisatie duurzamer te maken. Terwijl we daarmee bezig waren, heb ik Rob Bogaarts gebeld. Hij heeft veel ervaring in het vertalen van duurzaamheidsambities binnen bedrijven. Tijdens een van onze afspraken vertelde Rob me dat hij betrokken was bij het realiseren van een biobased woning voor Dutch Design Week en dat ze nog een bouwer zochten. Ik zei meteen ‘ik doe mee’, niet wetende wat het precies inhield. Zo hebben we de gehele voorbereiding, organisatie, inkoop en planning voor onze rekening genomen. De planning is zo strak gemaakt dat de woning in twaalf dagen opgebouwd kon worden, dat is gelukt”, kijkt De Haan trots terug.
Lego voor volwassenen
“Het huis is eigenlijk een soort bouwpakket, net lego voor volwassenen. Onze hoofdtaak was dat we het houtskelet zouden neerzetten. Dat hebben we gedaan en vervolgens hebben we geholpen om de biobased mate-
THE LIVING LAB
The Exploded View Beyond Building komt voort uit een samenwerking van en onderzoek door bouwers, producenten, agrariërs, wetenschappers, designers, overheden, kennisinsti tuten, storytellers en kunstenaars die zijn verenigd in The Embassy of Circular & Biobased Building. Samen werken ze aan nieuwe perspectieven voor duurzaam (circulair en bioba sed) bouwen en wonen; een circulaire leefomgeving. Ze doen onderzoek naar de mogelijk heden van nieuwe biobased materialen met een hoge design-kwaliteit en circulaire bouw methoden zoals losmaakbaarheid en modulariteit. In het huis zijn toepassingen van hernieuwbare grondstoffen verwerkt. Producten die al bestaan maar nog moeilijk hun weg naar de bouwwerf vinden tot ontwikkelingen die nog serieuze steun nodig hebben om te ontwikkelen en op te schalen. “Er worden steeds meer bouwmaterialen gemaakt uit voedingsresten, textiel, rioolwater, gebouwen of zelfs onze eigen woonomgeving. We tonen onze zoektocht naar materialen die de productie cirkel zo klein en efficiënt mogelijk kunnen houden”, vertelt Leboucq.
10 #4 2021
Het was mooi om twee verschillende werelden bij elkaar te zien komen.
CAS DE HAAN #4 2021 11
NATUURLIJK BOUWEN rialen te verwerken in het huis. Van tevoren waren cassettes gemaakt, ontwerpers moesten hun staaltjes nu in het groot gaan maken. Bij sommige materialen, die nog in de experimenteerfase zitten, was dat best spannend. Maar het is helemaal goed gekomen. Het huis hebben we in twaalf dagen opgebouwd en in vijf dagen is het weer afgebroken. Het huis is volledig demontabel. In april 2022 is The Exploded View Beyond Building te zien op de Floriade en zullen we het huis weer opbouwen”, vertelt De Haan verder. “Bij zo’n project is op papier is alles mogelijk, maar in de praktijk gaat de bouw altijd anders. Je zag dat onze mensen heel creatief en oplossingsgericht waren tijdens het opbouwen van het houtskelet. De betrokken designers zijn ook zo, daar zat meteen een klik. Het was mooi om twee verschillende werelden bij elkaar te zien komen. Kortom; de sfeer op de bouw was geweldig. Er waren bijna honderd mensen bij betrokken en omdat de woning in heel korte tijd moest worden gebouwd, kregen we echt een bijzondere band samen. Het ging echt niet van een leien dakje, het regende heel veel, maar het
12 #4 2021
was mooi om te zien dat er overal creatieve oplossingen voor werden bedacht en de designers en bouwers de handen ineensloegen.”
Aandacht voor duurzaamheid
Bij Caspar de Haan staat duurzaamheid hoog in het vaandel. Het liefst zou het in onderhoud en renovaties gespecialiseerde bedrijf ook al hun renovaties duurzaam maken. “We maken bij renovaties aan de voorkant verschillende scenario’s met materialen die worden toegepast voor verduurzaming van de woning. De zogenaamde ‘instroom’ van materialen. Het is belangrijk je af te vragen hoe duurzaam die materialen zijn en wat we er nu van weten. Vaak blijkt dat veel van die materialen eigenlijk niet zo goed voor de aarde zijn. In de bouw is het vaak vanzelfsprekend dat bepaalde materialen worden gebruikt. Wij willen die vanzelfsprekendheid tegen het licht houden. Een soort keuringsdienst van waarde achter de schermen tijdens planvorming. De onderdelen die we uit de woning halen, (de uitstroom van materialen) willen we ook graag circulair
maken. Veel producten zijn goed geschikt om nog een ronde mee te gaan, door hergebruik of te upcyclen. Zo hopen we straks ook tijdens al onze renovaties duurzaam te werk te kunnen.” Van de materialen die is gebruikt bij The Exploded View Beyond Building, is 50% niet verkrijgbaar bij groothandels. 30% wordt nu getest bij TNO, zodat deze na goedkeuring kunnen worden gebruikt bij grootschalige projecten en 20% van de gebruikte materialen is nog experimenteel. Die materialen moeten eerst gevalideerd worden. “Ongeveer 50% van de gebruikte materialen van The Exploded View zou toepasbaar zijn bij de renovaties die we uitvoeren. Dat willen we ook meenemen naar de klant toe. Ik vind het belangrijk dat we niet afhankelijk zijn van grote bedrijven aan de andere kant van de wereld. Waarvan we niet exact weten hoe die producten worden gefabriceerd. Wat stoppen we nu in een woning? Waar komt het vandaan? Zijn de zonnepanelen die we op een dak leg-
gen op een ‘humane’ manier gemaakt? Hier stopt de duurzaamheidsambitie van De Haan niet: “Naast het feit dat we met ons bedrijf naar een CO2 negatieve bedrijfsvoering gaan, willen we zelf graag kennis opdoen van biobased materialen. Ik zie dat namelijk als een win-win oplossing. De boerenbedrijven komen nu als vervuilers in het nieuws, terwijl ze ons altijd hebben voorzien van onze eerste levensbehoefte. Maar welk perspectief hebben we hen te bieden? Met vleesvervangers in het verschiet, komt er veel landbouwgrond vrij, waar we geen gras of mais meer op hoeven te verbouwen. Als we de veehouderij zo kunnen ombouwen dat zij lokaal biobased materialen gaan verbouwen, is het cirkeltje rond. Dan hebben de veehouders een verdienmodel met enorme maatschappelijk waarde. Gaaf toch, dat dit project deze denkrichtingen mogelijk maken. Lang leven de kunst!”
#4 2021 13
INTERNE DIALOOG BIJ CORPORATIES
LEVENS CYCLUS DENKEN 14 #4 2021
#4 2021 15
LEVENSCYCLUSDENKEN
Wat gebeurt er als je een controller, asset manager, projectleider duurzaamheid en een directeur van een woningcorporatie voor het eerst met elkaar in gesprek laat gaan over levenscyclusdenken? Dit artikel geeft een overzicht van de barrières, versnellers en actieplannen die zij gezamenlijk identificeren.
W
oningcorporaties zijn cruciaal in het toewerken naar een volledig circulaire economie in 2050. Daarbij wordt de gehele levenscyclus van woningen op milieu, bewoners en productieketen in ogenschouw genomen. Dit noemen we levenscyclusdenken. Hiervoor is een transdisciplinaire benadering nodig, waarbij concepten uit meerdere perspectieven worden gecombineerd tijdens het bouwen of renoveren, zoals: • Bedrijfsmatig: ketensamenwerking; • Financieel: Total Cost of Ownership (TCO); • Technisch: droog en modulair bouwen. Woningcorporaties experimenteren volop met levenscyclusdenken. Toch komen initiatieven vaak nog niet uit de pilotfase. Marieke Venselaar’s (2017) promotieonderzoek toonde aan dat dit misschien komt doordat levenscyclusdenken binnen de corporatie nog te weinig integraal wordt opgepakt. Daardoor worden bedrijfsmatige, technische en financiële concepten, zoals ketensamenwerking, circulair renoveren en TCO, niet praktisch op elkaar afgestemd. Om te zien welk gesprek over levenscyclusdenken ontstaat wanneer je mensen binnen één corporatie uit verschillende disciplines samenbrengt en welke barrières en versnellers zij belangrijk vinden, hebben wij in een kleinschalig subsidieproject (januari- oktober 2021) de interne dialoog 16 #4 2021
ontsloten bij drie corporaties: Bo-Ex, Rochdale en Wonion. Dit artikel bevat de overkoepelende resultaten daarvan.
Methode
Om dit integrale gesprek te kunnen ontsluiten, zijn eerst 17 individuele (online) interviews afgenomen. Per corporatie werd minstens één directielid, asset manager, financial controller en projectleider duurzaamheid/circulariteit geïnterviewd. Zij konden, niet gehinderd door aanwezigheid van anderen, barrières en versnellers noemen voor het levenscyclusdenken en aangeven wat ze hierin zelf konden en wilden betekenen. Vervolgens werd de eigenlijke gesprekstool ontwikkeld. De inhoud varieerde per woningcorporatie, maar de vorm was hetzelfde: een kaartenset, bestaande uit gemiddeld 30 kaarten met daarop de meest genoemde barrières en versnellers, verdeeld in zes categorieën: organisatorisch, sociaal-cultureel, branche, financieel, regulatief
AUTEURS
Fenne Verhoeven1, Bas Bordewijk1, 2, Marieke Venselaar3, Mieke Oostra1, Remko van der Lugt1en Cok Bakker1 1Hogeschool Utrecht 2ING Real Estate Finance 3Rochdale
Hoeveel iedereen ook zijn best doet, levenscyclusdenken lukt alleen als het financiële aspect in orde is.
#4 2021 17
LEVENSCYCLUSDENKEN en overig (zoals ‘bewoners’). Kaartensets zijnerg geschikt om onderzoeksresultaten op een toegankelijke en begrijpelijke manier te weergeven. Vervolgens zijn met behulp van deze kaartensets in juni en september bij Bo-Ex, Rochdale en Wonion online groepsdialogen gevoerd. Deelnemers werd gevraagd om kaarten met barrières en versnellers te prioriteren. Vervolgens kon iedereen aangeven wat zij zowel individueel als gezamenlijk op
We moeten de juiste mindset weten te creëren bij de bewoners. korte termijn wilden gaan doen rondom levenscyclusdenken. De meest genoemde barrières en versnellers zijn gebundeld in een generieke kaartenset (zie afbeelding). Deze is in juli gevalideerd met en door experts, afkomstig uit zowel onderzoek als praktijk.
Resultaten
De drie corporaties verschilden in mate van doorvoeren van levenscyclusdenken. Zo had Bo-Ex recentelijk twee succesvolle pilots afgerond en had Rochdale voor het eerst een projectleider circulariteit aangesteld, naast de reeds aanwezige strategisch adviseur duurzaamheid. Wonion heeft levenscyclusdenken al wat structureler doorgevoerd en volgt bijvoorbeeld samen met haar 18 #4 2021
vaste ketenpartners The Natural Step om een gedeelde visie te ontwikkelen over levenscyclusdenken. Ondanks deze verschillen in maturiteit, was het bij alle corporaties voor het eerst dat medewerkers uit verschillende disciplines in gesprek gingen over dit thema. Iedereen ervoer het als positief: “Goh, wat goed dat er ook een controller aan tafel zit, dit zouden we standaard moeten doen. ”Ook kwam de inhoud van de individuele interviews en de drie groepsdialogen grotendeels overeen. De branche werd vooral als kansrijk geïdentificeerd om levenscyclusdenken te versnellen, terwijl het vanuit de financiële en sociaal-culturele hoek vooral wordt tegengehouden.
Branche De branche werd als belangrijk geïdentificeerd, omdat “de hele keten van aannemers tot leveranciers en woningcorporaties en alles daar tussenin moet meebewegen richting levenscyclusdenken om schaalgrootte te bereiken. ”De geïnterviewden vonden dat een corporatie hier ook keuzes in moet durven maken: “Vraag aan leveranciers waar hun te gebruiken materialen vandaan komen. En durf daarop te selecteren.”
Financiën Over financiën waren deelnemers expliciet. Zo zeiden ze:“Hoeveel iedereen ook zijn best doet, levenscyclusdenken slaagt alleen als het financiële aspect in orde is.”Dit is nu nog niet zo, omdat het ontbreekt aan rekenmodellen en kengetallen en er ook geen financiële bewijslast is“waaruit blijkt dat je ook in financiële zin goed bezig bent als corporatie en niet alleen maar risico’s neemt door circulair te bouwen.”Bovenop rekenmodellen benoemden ze ook kleinere versnellers, zoals het makkelijker toepasbaar maken van de energieprestatievergoeding, die momenteel nog veel administratieve rompslomp vereist.
Sociaal-cultureel Op dit vlak werd als allerbelangrijkste ver-
De kaartenset die gebruikt werd voor de gesprekken bij Bo-Ex, Rochdale en Wonion. MARRY BASSA.
sneller genoemd dat de hele corporatie, dus elke individuele medewerker van onderhoudsman tot aan directeur, levenscyclusdenken moet “ademen”.“Levenscyclusdenken zou in het DNA van medewerkers moeten zitten, zodat bijvoorbeeld circulair vanzelfsprekend is en je niet automatisch naar nieuwe materialen kijkt.”Intrinsieke motivatie werd als cruciaal bestempeld en hoewel die vaak al van nature aanwezig is bij iemand, kun je deze volgens de respondenten ook laten groeien, door scholing, personeelsbeleid, circulariteitsambassadeurs, bewustwording, een online projectenkapstok met best practices, etc. Men benoemde ook dat dergelijke ideeën en pilots vaak worden tegengehouden door een hoge werkdruk en “projecten die nu eenmaal op tijd en binnen de begroting af moeten.”
Overig Overduidelijk was dat corporaties de meeste winst zien in de branche, het sociaal-culturele klimaat en het financiële aspect. Aanvul-
lend werd wetgeving als versneller gezien. “Als er wetgeving komt waardoor je als corporatie levenscyclusdenken wel moet doorvoeren bij bewoners, komt alles in een stroomversnelling!” Ook lokale overheden zouden zich minder moeten bezighouden met het opleggen van eisen. Bewoners werden vaak genoemd, hoewel men niet goed wist hoe met bewoners om te gaan. Corporaties namen hun bewoners in bescherming(“Ze hebben wel iets anders aan hun hoofd.”). Anderzijds zijn ze zich bewust dat bewoners ook mee moeten in de transitie: “We moeten de juiste mindset weten te creëren bij de bewoners, dan krijgen we ze veel makkelijker mee.”
Acties Nadat we wisten welke factoren de corporaties het belangrijkst vonden, wilden we ook graag weten wat zij nu op korte termijn kunnen en willen gaan doen – zowel als individu maar ook als organisatie. We #4 2021 19
MARRY BASSA.
merkten dat deelnemers enthousiast waren en er werden allerlei acties voorgesteld. Deelnemers namen zich bijvoorbeeld voor “om het TCO op te pakken”, “circulair slopen en bouwen als projectdoelstelling te implementeren”, “meer ruimte te creëren voor pilots” en “vooral de resultaten van de pilots te delen in de organisatie”, “levenscyclusdenken nog centraler te stellen in de bedrijfsmissie” en “bewoners en externe partijen zoals kennisinstituten mee te nemen in de leerervaringen.”
Experts Op 9 juli 2021 zijn deze resultaten voorgelegd aan een aantal experts uit het werk- en onderzoeksveld. Zij zien in hun praktijk dat elk gesprek telkens eerst gaat over (gebrek 20 #4 2021
aan) definitie, waardoor de branche niet verder komt. Zo stelt Ellert Jansen (directeur Van Wijk Vastgoedonderhoud) dat voor de keten een duidelijke, eenduidige vraagspecificatie rondom levenscyclusdenken en circulariteit centraal staat. De ‘markt’ volgt dan snel met de invulling daarvan. Vervolgonderzoek zou zich volgens de experts vooral moeten richten op dezelfde soort dialoog als de drie corporaties hebben gevoerd, maar dan tussen ketenpartners.
Conclusie
Dit onderzoek leverde een interessante opsomming van barrières en versnellers op. De vorm waarin de dialoog is gevoerd, namelijk de transdisciplinaire dialoog, bleek voor corporaties echter de grootste meer-
LEVENSCYCLUSDENKEN waarde. Het samen benoemen wat levenscyclusdenken is en wat eenieder daarin kan bijdragen, was een belangrijk leer- en bewustwordingsproces. Ook het in groepsverband bespreken van ieders eigen barrières en versnellers werd als positief ervaren. Tijdens de dialogen bleek het lastig om niet in abstracte termen te vervallen. Het bleek moeilijker dan gedacht om het gesprek te voeren over de implicaties van deze versnellers en barrières voor de dagelijkse praktijk. De individuele gesprekken hielpen ons als onderzoekers om vanuit ieders eigen discipline te laten spreken en dit samen te brengen in een kaartenset. De gesprekstool bleek een interventie op zich.
Als er wetgeving komt om dit door te moeten voeren, dan komt alles in een stroomversnelling! Deelnemers maakten opmerkingen als: “We gaan een werkgroep oprichten!” Dat is positief, want blijkbaar wordt urgentie gevoeld. De vraag rijst echter, of circulariteit in een aparte werkgroep uitgewerkt moet worden. Het gevaar daarvan is om het onderwerp levenscyclusdenken los van de organisatie te parkeren en dat daarmee het leereffect voor de organisatie gering is. Daarnaast hebben we de deelnemers na dit onderzoek onvoldoende gevolgd om te toetsen of de voorgestelde acties ook
daadwerkelijk zijn doorgevoerd. We vermoeden dat er een continue dialoog met meer regelmatige sessies nodig is om die positief opbouwende energie vast te houden en ook operationele versnellers en barrières in meer detail te bespreken. Cok Bakker, lector normatieve professionalisering aan de Hogeschool Utrecht, benadrukte tijdens de expertsessie dat het essentieel is om tijdens het gesprek over pilots en innovatie-instrumenten het fundamentele gesprek te blijven voeren over het waarom van levenscyclusdenken. Het ontwikkelen en cultiveren van een overtuiging is een belangrijke vorm van professionalisering, zowel voor het individu als voor de collectieve organisatie. Ook benadrukken we dat een dergelijke interne transdisciplinaire dialoog voorwaarde is, maar zeker niet het enige middel, levenscyclusdenken structureel in te voeren. Naast de zachte component van het vergroten van leervermogen en bewustwording, is ook wet- en regelgeving nodig. Ook zijn praktische tools en middelen om het levenscyclusdenken in te borgen nodig, zoals rekentools voor TCO.
Geïnteresseerd?
Omdat alle partners, zowel corporaties als onderzoekers als experts, enthousiast zijn over dit thema en de manier waarop het gesprek gevoerd is, wordt mogelijk een vervolgsubsidie aangevraagd. Bent u geïnteresseerd om mee te doen, in welke vorm dan ook, neem dan contact op metfenne.verhoeven@hu.nl. Ook als u interesse heeft in de kaartenset om binnen uw eigen corporatie het gesprek over levenscyclusdenken te ontsluiten.
Literatuur
Venselaar, M. (2017). Work Floor Experiences of Supply Chain Partnering in the Dutch Housing Sector: Proefschrift. Te downloaden via:https://journals.open.tudelft.nl/abe/article/view/1878/2291 #4 2021 21
ÉCHT IMPACT MAKEN! Bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving ligt de nadruk vaak op nieuwbouw. Beginnen met een leeg blad is een prettige uitgangspositie, je wordt niet gehinderd door de beperkingen van een bestaande situatie. Veel iconische duurzame projecten worden op dit moment neergezet en die moeten ook echt blijven komen. We moeten alleen niet vergeten dat de echte meters gemaakt kunnen worden in de bestaande bouw. Ondanks dat er bij renovatie en transformatie complexe vraagstukken spelen, zoals uitvoerbaarheid en betaalbaarheid, is aandacht voor alle duurzaamheidsthema’s noodzakelijk bij deze projecten. Focus op materiaalgebonden milieu-impact, naast energie, is zeer relevant. De inzet van materialen bij reno-
Aandacht voor materiaal is geen leuk extraatje, maar absolute noodzaak. 22 #4 2021
vatie kan leiden tot een CO2-emissie die in ordegrootte gelijk is aan de emissiereductie door de verbetering van de energetische kwaliteit. De volledige focus op de energetische kant is daarom riskant. De aan andere thema’s gerelateerde milieu-impact blijft verborgen. Aandacht voor materiaal is geen leuk extraatje, maar absolute noodzaak als je echt wil verduurzamen. Diverse studies wijzen uit dat met de integraal geoptimaliseerde energieconcepten een aanzienlijke winst te boeken is. Het is dus zeer wenselijk dat de integrale benadering in de reeds bestaande procesgang van onderhoud en verbetering van bestaand vastgoed wordt ingebouwd. Maar is dit praktisch al mogelijk? En wordt het niet onnodig ingewikkeld gemaakt? De afgelopen jaren zijn er op dit gebied grote stappen gezet. Aandacht voor bestaande bouw sluit naadloos aan bij circulaire principes, zoals levensduurverlenging en hergebruik. Ook op methodisch
COLUMN
vlak is er inmiddels voldoende beschikbaar om goed onderbouwde integrale afwegingen te maken. De Milieuprestatie Gebouwen (MPG) Verbouw en Transformatie, beschikbaar als toevoeging van de nationale bepalingsmethode Nationale Milieu Database (NMD), is ingericht om inzicht te krijgen in de milieubelasting van een gebouw veroorzaakt door de materialen die gebruikt zijn in het gebouw en is, zoals de naam al doet vermoeden, gericht op de bestaande bouw. De MPG+ (voorheen Duurzaamheidsprestatie Gebouwen, DPG) is er, zodat gestuurd kan worden op de integrale (energie- en materiaal gerelateerd) milieubelasting. Specifiek voor onderhoud is recent de indicator MKI Onderhoud ontwikkeld als onderdeel van een afwegingskader voor o.m. circulariteit in de bestaande bouw. Kortom, het Moet, de urgentie is er. En het Kan! De uitdaging ligt in het meekrijgen van alle betrokken partijen. Gelukkig zien we de aandacht voor deze opgave
toenemen. Het Nationaal Renovatie Platform, de Renovatieverkenner en Platform 31 timmeren hard aan de weg. Het ministerie van BZK, en in het verlengde de Stichting NMD besteden steeds meer aandacht aan de toepassing van methodieken voor de integrale afweging van milieueffecten in de bestaande bouw. Ook krijgt de bredere focus op duurzaamheidsthema’s langzaam meer ruimte binnen de nationale onderzoeksprogramma’s. W/E start dit jaar met een onderzoek, waarin milieu-impact van de Nederlandse gebouwvoorraad, die wordt veroorzaakt door de energietransitie in kaart wordt gebracht en waarin vervolgens per segment de circulaire alternatieven in kaart worden gebracht, waarmee de impact gereduceerd kan worden. Ook in de praktijk verbreedt de scope. De aandacht voor circulariteit krijgt een plek in de diverse opgaven: van afwegingen binnen het eigen voorraadbeleid, de planvorming bij afzonderlijke gebouwen en complexen,
tot onderhoudsplannen. Recent rondde W/E een onderzoek af voor TKI en OnderhoudNL, waarin bekeken is hoe de onderhoudssector op al deze niveaus kan sturen op een integrale kwaliteitsverbetering. Genoemde MKI Onderhoud is hierin methodisch ontwikkeld, en uitgewerkt in een eerste tooling naar de praktijk. Tenslotte is W/E samen met het Rijksvastgoedbedrijf bezig met het opstellen van een plan van aanpak om iets vergelijkbaars te bereiken. Dergelijke initiatieven voeden de hoop, dat we op korte termijn kunnen con cluderen: het Gebeurt! David Anink Senior adviseur W/E adviseurs
Meer columns lees je op renda.nl/columns. Ook deze column is daar terug te vinden.
#4 2021 23
“Wonen is een gevoel”
24 #4 2021
De woningmarkt staat onder druk en het aantal sociale woningen loopt terug, de wachtlijsten worden langer en langer. Hoe kun je de woningvoorraad zo efficiënt mogelijk inzetten? In de regio Haaglanden zijn seniorenmakelaars actief die de doorstroming bevorderen. De titel verraadt het al, zij gaan in gesprek met ouderen, zoeken voor hen een passende woning en zorgen zo voor strategische verhuizingen. Zo komen de senioren in een passende woning terecht en kan bijvoorbeeld een jong gezin doorstormen naar de oude woning. Tekst Birgit Barten
SABINE VAN ERP #4 2021 25
WONEN IS EEN GEVOEL
B
innen SVH (de Vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden) werken alle 15 corporaties die in de regio Haaglanden gevestigd en werkzaam zijn, beleidsmatig samen. Speciaal voor de oudere doelgroep heeft SVH twee seniorenmakelaars in dienst: Rebecca Brekelmans en Sjevon Amatdolah. In de regio zorgen zij voor doorstroming door voornamelijk schaarse, grote woningen waar (te) kleine huishoudens in wonen, vrij te spelen. Immers: als een klein huishouden van een (te) grote woning naar een passende kleinere woning verhuist, kan vervolgens een groot gezin worden gehuisvest in die schaarse, grote woning. Dat gezin liet misschien een 3-kamerappartement achter. Daar kan een jong stel intrekken wat net gaat samenwonen en daarmee twee kleine studio’s voor starters achterlaat. Kortom: door een strategische verhuizing in gang te zetten, kunnen nog veel meer mensen worden gehuisvest.
Verhuiswens
Daarnaast wonen veel (vaak oudere) huurders niet passend in hun huidige woning. Denk aan ouderen die in een portiekwoning
Sjevon Amatdolah (links) en Rebecca Brekelmans
26 #4 2021
Veel startende gezinnen staan op de wachtlijst. wonen, maar de trap slecht kunnen nemen. Soms zijn WMO-instrumenten de oplossing voor hun woonwens. Maar minstens zo vaak is een verhuizing naar een beter passende woning, een betere oplossing voor de lange termijn. Bovendien zijn, zeker senioren, vaak minder zelfredzaam. Het vinden van de weg in de woonruimteverdeling is voor hen ingewikkeld, en ook digitaal vinden ze hun weg bij Woonnet Haaglanden, een website met het gezamenlijke woningaanbod van 19 woningcorporaties uit de regio, niet altijd. Dit terwijl deze senioren wel regelmatig een verhuiswens hebben, maar deze dus niet tot nauwelijks kunnen verzilveren. “Er is een tekort aan woningen en veel startende gezinnen staan bij de corporatie op de wachtlijst. Wij helpen senioren die hulp kunnen gebruiken bij het vinden van een passende woning, zodat ook de gezinnen op de wachtlijst ook weer een plekje kunnen gebruiken.” Een van de belangrijkste dingen is dat er wel een verhuiswens moet zijn.” vertellen Rebecca Brekelmans en Sjevon Amatdolah van SVH. “Vaak gaat het om kwetsbare ouderen die bijvoorbeeld minder mobiel zijn geworden. Het is dan niet handig om elke dag een aantal trappen op te moeten. Soms zijn het ook de kinderen die aan de bel trekken en zich afvragen of hun ouders in een andere woning (bijvoorbeeld op de begane grond, met een lift of met veel andere ouderen) niet passender zouden wonen.”
Door een strategische verhuizing in gang te zetten, kunnen nog veel meer mensen worden gehuisvest.
#4 2021 27
WONEN IS EEN GEVOEL
Soms wonen mensen al wel veertig, soms vijftig jaar in dezelfde woning en is de stap heel erg moeilijk.
kunnen helpen naar een passendere woning en een jong gezin straks ook een passende woonplek heeft.” Amatdolah merkt dat ouderen ook steeds vaker zelf de telefoon pakken en bellen. “Ze willen verhuizen en vragen dan of wij daarbij kunnen helpen. Het is fijn dat ze zelf bellen en ze worden dan aangemeld zodat beoordeeld kan worden of wij ze verder kunnen helpen. Soms zijn mensen minder mobiel, ziek of echt eenzaam en kan een verhuizing naar een complex met meer ouderen voor hen veel goeds doen.” Hoe werkt een seniorenmakelaar? De seniorenmakelaar kan minder zelfredzame senioren en senioren die een schaarse, grote woning achterlaten, helpen met hun verhuiswens. Dat kan op verschillende manieren. Als het nodig is, helpt de seniorenmakelaar met extra dienstverlening in het zoeken naar een woning. Denk bijvoorbeeld aan het helpen bij de inschrijving op Woonnet. “Ik hoef niemand te benaderen, alle aanvragen komen vanzelf binnen eigenlijk”, vertelt Brugman. “Het is gekomen door een artikel in de krant, daardoor is het balletje gaan rollen en dat is eigenlijk nooit meer gestopt. Sindsdien zijn er eigenlijk alleen maar meer seniorenmakelaars bijgekomen in de regio. Laatst zijn er weer drie bijgekomen.”
toch wel overtuigd.” Brugman herkent dit beeld: “Wonen is écht een gevoel. Het is belangrijk om mensen de ruimte te geven. Vaak vertel ik ze dat ze zo vaak ‘nee’ kunnen zeggen als ze willen en ga ik op huisbezoek. Ik neem ze soms aan de hand mee naar een nieuwe woning en dan drinken we daar even een kopje koffie. Zo krijg je er ook meer een gevoel bij, dat is zo belangrijk, wonen is namelijk een gevoel. Als ze dan besluiten te verhuizen naar de nieuwe woning, is dat echt geweldig. Fijn dat we de ouderen hebben
Na de binnengekomen aanvraag gaat de seniorenmakelaar op huisbezoek. Soms is dat niet nodig, soms is de hulpvraag al erg duidelijk. Vervolgens wordt een passend complex gezocht. De ene keer is dat een complex met veel andere ouderen, maar sommige senioren staat nog zo vol in het leven, die willen vaak niet tussen de ‘oudjes’ leven, vertellen Brekelmans en Amatdolah. “Om een goede match te maken is het fijn iemand te ontmoeten. Ze vertellen dan ook vaak over hun woonwens, je gaat dan op zoek naar een stukje maatwerk. Soms zijn er drempels waardoor woningzoekenden denken deze stap niet te kunnen maken. Dat brengen we in kaart en dan kijken we hoe
SVH heeft als overkoepelende organisatie zelf geen woningen in bezit. Hiervoor houden ze contact met alle corporaties in de regio. Een van deze corporaties is Vidomes en ook zij hebben hun eigen seniorenmakelaar in dienst: Maud Brugman. Alledrie de dames zeggen dat ouderen vaak een woning moeten zien. Brekelmans: “Van tevoren hebben ze vaak twijfels, maar als zij de eventuele nieuwe woning binnenlopen raken ze soms
28 #4 2021
Maud Brugman (links) en Rebecca Brekelmans
we ze kunnen helpen. Soms weten ze niet hoe ze hun huidige woning achter moeten laten en is er bijvoorbeeld heel veel aan het huis veranderd. Dan laten we een opzichter langskomen en in kaart brengen wat er aangepast moet worden om de woning in originele staat op te leveren. Soms hebben ouderen geen internet, dan reageren wij voor ze. Soms kunnen ze dat prima zelf, maar brengen wij ze op de hoogte van complexen waar ze zelf nog niet aan hebben gedacht, dat versnelt het proces.”
werk vind ik wanneer je ouderen op goede ideeën hebt kunnen brengen”, vertelt Brugman trots. Brekelmans en Amatdolah vullen aan: “Dat je ze hebt laten denken aan een complex waar ze zelf niet aan hadden gedacht en zeggen ze ‘dit hadden we veel eerder moeten doen’. Soms wonen mensen al wel veertig, vijftig jaar in dezelfde woning en is de stap heel erg moeilijk. Als ze dan uiteindelijk in een woning zitten die zoveel beter past bij ze en de levensfase waar ze in zitten en daar ook nog eens heel gelukkig mee zijn, hoe geweldig is dat?”
“Wat wij doen is echt heel dankbaar, het zit hem in de kleine dingen. Je maakt mensen altijd blij. Ze hebben een verhuiswens en als we ze dan kunnen helpen, daar krijg je zoveel energie van. Het leukste van mijn #4 2021 29
AMIR In mijn werk voor het Buurtfonds Woonbedrijf, dat leefbaarheid combineert met de inzet van creativiteit, kom ik allerlei buurtbewoners tegen. Jong, oud, boos, vrolijk, kwetsbaar, veerkrachtig, gezellig of tegen draads. Veel van hen blijven me bij. Deze keer: Amir. Ik leerde hem kennen op een plek waar veel vluchtelingen samenkomen: de Nederlandse taalles. Amir, een zachtaardige Syrische jongen van 29, die geen Nederlands sprak toen hij hier aankwam, en ook nauwelijks Engels. Met handen en voeten communiceerde hij, en dat frustreerde hem zichtbaar. Want slim was hij zeker, deze afgestudeerde econoom uit Aleppo. Vol overgave
We gingen samen bowlen, ik leerde hem ganzenborden, hij leerde mij dabke dansen.
30 #4 2021
stortte hij zich op het Nederlands, en bereidde zich voor op zijn inburgeringsexamen. Hij stuurde me foto’s uit zijn inburgeringsboeken, die hij grappig vond. Inburgeringsvraag: hoe en waar koop je condooms, wie is daar verantwoordelijk voor en hoe maak je dat bespreekbaar? We gingen samen bowlen, ik leerde hem ganzenborden, hij leerde mij dabke dansen. Dat blijkt een heel universele dans, ook uitermate geschikt voor mensen zonder ritmegevoel, zoals ik. We oefenden samen het Wilhelmus, ik bekeek zijn foto’s van zijn huis in Syrië, een huis dat er niet meer was. Hij vertelde over zijn omzwervingen, voordat hij in Nederland aan kwam, eerst in het Midden-Oos-
COLUMN
ten, van land naar land, daarna die verschrikkelijke boottocht, en vervolgens reizen met de trein, waarbij hij in Nederland strandde en zijn vriend, die hij leerde kennen op de boottocht, in Duitsland. Hij deelde, op een middag bij een kop thee, hoe hij het niet aan had gekund om de mensen die hij achterliet, te vertellen dat hij zou vertrekken. Dat hij gewoon was gegaan, op een vroege ochtend, zonder afscheid te nemen, en de knop omzette, het verdriet was voor later. Zijn ogen werden donkerder, zijn stem, normaal gesproken uitbundig en luid, zachter. Hij vertelde hoe hij zijn ouders miste, oud, niet in staat om de reis af te leggen, nog steeds in Aleppo, elke dag biddend, voor hem, en voor zichzelf. Hij hield van Nederland, van de veiligheid die hij hier vond, van de open armen die hij hier ontmoette. Hij liet zich omscholen tot kapper,
nadat hij zijn inburgeringsexamen met succes had afgelegd. Hij kreeg een klein appartementje, maar hij richtte het in met toewijding die niet zou misstaan in een woonmagazine. Met veel foto’s, vooral foto’s van zijn achtergelaten familie. Hij deed vrijwilligerswerk, hielp andere vluchtelingen, en werkte als tolk in een AZC. Maar er was één ding, waar hij niet aan kon wennen. Op een avond liepen we door de stad, en zagen daar twee meisjes zoenen. Ik merkte een verandering in hem. Alsof hij een beetje verstijfde. “Ik weet”, zei hij, “dat ik in Nederland ben. En dat jullie vinden dat dit goed is. En dat jullie me raar en ouderwets vinden, als ik zeg dat ik dit moeilijk vind. Maar ik kan hier niet naar kijken zonder dat een stem in mijn hoofd zegt, dat dit niet kan. Ik ben opgegroeid met de gedachte, dat ik dit moet veroorde-
len. Ik probeer het niet te doen, maar het gebeurt toch. Wat moet ik hiermee doen?” Ik wist daar het antwoord niet op. Maar ik bewonderde wel zijn vermogen tot zelfreflectie. Het benoemen van de worsteling, de twijfel, de openheid om aan zijn ingebakken standpunten te twijfelen. En dat vond ik dan weer een heel ‘on- Nederlandse’ kwaliteit. Wikke Peters
Meer columns lees je op renda.nl/columns. Ook deze column is daar terug te vinden.
#4 2021 31
Een solide toekomst Het wordt vaak genoemd: de energietransitie biedt ook mogelijkheden om esthetische waarde toe te voegen aan woningen. Maar is dat ook mogelijk bij gebouwen die meer dan een halve eeuw oud zijn? Een betere referentie dan de Laurentiusstraat in Huissen is nauwelijks te vinden. Door de renovatie van opZoom architecten zal de oorspronkelijke architect ongetwijfeld opveren van vreugde. De toevoegingen die werden gedaan staan in verhouding tot het originele ontwerp en voegen tegelijk zo veel toe dat de appartementen van Waardwonen een solide toekomst tegemoet gaan. Tekst Katja van Roosmalen en Nellek Posthumus Beeld NDDI, Ruurlo
32 #4 2021
#4 2021 33
EEN SOLIDE TOEKOMST
W
aardwonen bracht deze opdracht via Design & Build op de markt. Dat vraagt een andere vorm van planontwikkeling dan normaal. Uitvoerder Wilko Korthouwer van Van Wijnen vertelt wat het inhoudt: “Bij een Design & Build uitvraag ontwikkel je als aannemer het plan van A tot Z. Van het ontwikkelen van het plan, tot het kiezen van een architect, constructeur, installateur, onderaannemers en leveranciers. Wij zijn als Van Wijnen verantwoordelijk voor het complete proces. Een goede samenwerking is hierbij van groot belang. Het gaat echt om het vertrouwen in elkaar en dat hebben we in de afgelopen jaren opgebouwd met onze vaste ketenpartners. Dat is voor onze ketenpartners voordelig, omdat we op elkaar zijn ingespeeld en ze gegarandeerd werk hebben. Ik ben ook echt trots dat we samen met onze architect
34 #4 2021
opZoom, onze onderaannemers en leveranciers een prachtig plan hebben ontwikkeld.”
Toevoeging esthetische waarden
Het bijzondere aan de ingrepen is dat er esthetische waarden toegevoegd werden die heel natuurlijk aandoen. De Trespa geveldelen zijn vervangen door steenmozaïek. De boeidelen zijn anders vormgegeven, maar wel in trespa uitgevoerd. De doffe bakstenen gaan nu verscholen achter een beige kleurenmelange waardoor de flats weer fris ogen. De kleur en structuur – die met de bewoners is ontworpen - sluiten volgens de architect aan bij de architectuurtaal uit de jaren ’50. En dat gaat prima samen met moderne ingrepen. Aan de achterzijde zorgen de balkons voor een metamorfose. Waren de oorspronkelijke balkons en balustrades iel en boden
Door de reflectie van de witte gridlaag zullen de woningen in de zomer minder snel opwarmen.
#4 2021 35
EEN SOLIDE TOEKOMST ze weinig privacy; na de renovatie zijn het ruime buitenruimtes geworden met een semitransparante afscheiding, waardoor architectonisch waarde is toegevoegd én de architecten tegemoet kwamen aan de woonwensen van de huurders. Op het nieuwe balkon - van acht vierkante meter - is namelijk voldoende ruimte voor een
We hielpen ouderen met weinig familie met de berging opruimen. tuinset, waardoor het echt een uitbreiding van het woonoppervlak is. De stalen aluminium balkons, die volgens een Duits systeem zijn gemaakt, zijn een stuk lichter waardoor de kans op uiteindelijke verzakking kleiner wordt.
Klassieke gevelpatronen
De patroonaccenten op de voorgevel en de Huissense zwanen - die op de kopgevels zijn aangebracht - geven de façades een nieuwe identiteit. Als een schaduw strijken de vogels over de kopgevels, alsof ze onderweg zijn van de Rijnuiterwaarden naar de rijke landbouwgronden van de Ooijpolder. De kroontjes in het metselwerkpatroon refereren aan de Laurentius-, Juliana- en Van Gelrestraat. Achter de lichte minerale Sto-gevelstrips zijn dikke isolatiepakketten aangebracht, terwijl op het dak een nieuwe isolatielaag 36 #4 2021
geplaatst is, voorzien van een dakbedekking met een witte toplaag. Door de reflectie van de witte gridlaag zullen de woningen in de zomer minder snel opwarmen. Bijkomend voordeel: op een koeler dak renderen ook de geplaatste zonnepanelen beter. Per woning werden er vijf zonnepanelen geplaatst. Een mooi extra voordeel voor de bewoners. De markante - speciaal door opZoom ontworpen - dakranden onttrekken de energie-opwekkers echter aan het oog; ook dat komt de uitstraling van de Laurentiusstraat ten goede.
‘Piece de resistance’
Ondanks dat het verminderen van de energievraag voor Waardwonen het uitgangspunt was - met veel aandacht voor de energetische uplift van de gebouwschil – is er door het architectenbureau ook veel aandacht besteed aan de ontsluiting van het gebouw. Zowel aan de voor- als achterzijde. Een nieuwe entree verwelkomt bezoekers. Weg is de gesloten en drukkende ingang die te veel functies verenigde rond één deur; daarvoor in de plaats kwam een dubbel zo hoge transparante opening die – omkaderd door een zandkleurige lijst – een uitnodiging vormt en veel daglicht toelaat. Daarnaast zorgt het uitknikkende kader ervoor dat bezoekers beschut kunnen wachten in een nette entreezone. Er is geen excuus meer om de fiets voor de deur te laten staan. Aan de achterzijde onder de balkons werd namelijk een eenvoudig toegankelijke fietsentree gecreëerd. De oorspronkelijke kleine aanbouw en steile trap werden gesloopt. Daarvoor in de plaats kwam een flauwe hellingbaan die – straks verscholen gaat in het groen – pedaleurs leidt naar de fietsenkelder.
Naar Label A+
De lichtgewicht minerale gevelstrips zijn gebruikt in combinatie met StoTherm
Classic, een buitengevelisolatiesysteem waardoor de energetische waarden verbeterden naar label A+ (ofwel energie-index 0,61 – 0,80). Bovendien is dit systeem onderhoudsvrij met een minimale levensduur van 25 jaar. Én eenvoudig te verwerken. Omdat de meeste werkzaamheden – zoals het verbeteren van de energetische waarden door buitengevelisolatie - buitenshuis plaatsvonden, hoefde niemand tijdens de renovatie de woning te verlaten. Van Wijnen nam de zorg voor de bewoners uit handen van Waardwonen. “Voor ons is bewonerscommunicatie van het grootste belang. Hoe beter de communicatie richting de bewoners gaat, hoe makkelijker en sneller de werkzaamheden uiteindelijk lopen. Vooraf kun je alles overleggen en achteraf ben je te laat’, vertelt
Jolanda Melchers, bewonersbegeleider bij Van Wijnen. Zij nam de bewoners aan de hand door het proces. Van regelmatig een nieuwsbrief met de stand van zaken, tot persoonlijk contact en het vieren van successen. “De bewoners vonden dat fijn. Ook hielpen we oudere mensen met weinig of geen familie met het opruimen van hun berging. De energetische verbeteringen brengen veel voordelen met zich mee voor de bewoners. Ze krijgen geen huurverhoging, maar de energiekosten worden wel lager. En door de verbeterde isolatie is de temperatuur beter onder controle te houden. Het eerste blok met portiekwoningen was net voor de zomervakantie klaar en de bewoners van deze woningen gaven aan dat het minder warm werd in hun woning tijdens de hittegolf die we doormaakten.” #4 2021 37
Een warmtevisie… en nu?
38 #4 2021
Iedere gemeente is na de vaststelling van Regionale Energie Strategieën hard aan de slag gegaan om een warmtevisie op te stellen. Bij de meesten is dit ook gelukt. Soms met veel bloed, zweet en tranen. Daarmee is voor gemeenten een grote hobbel genomen, de koers is gezet. Op hoofdlijnen dan, want de meeste warmtevisies kijken naar het buurt- of zelfs wijkniveau. Maar om de gevraagde deadline te halen is daarbij wel veel over één kam geschoren. Voor nu is het klaar, toch? Tekst Haico van Nunen
Door klimaatverandering komen gebieden soms onder water te staan PXHERE
#4 2021 39
EEN WARMTEVISIE… EN NU?
D
iegene die had gehoopt dat de uitvoering van het Klimaatakkoord een enkeltje naar Glasgow was moet ik teleurstellen. Helaas, nu gaat het pas echt beginnen. Tot nu toe kwam je namelijk nog weg met kengetallen, gemiddelde gebouwprestaties en een indicatie van het woningtype, eventueel gecombineerd met het bouwjaar. Je kon dan aan de slag om dat door te rekenen in vele varianten, rekening houdend met diverse scenario’s in prijsstijging en verwachte ontwikkelingen door bijvoorbeeld innovatie of marktwerking. Verdubbeling van de gasprijs (nog niet eens zo’n gekke aanname blijkt nu), grote groei van de potentie voor biogas, of toch maar de toepassing van waterstofgas als alternatief. Allemaal knoppen die in de scenario’s op stadsniveau aan bod kunnen komen. Nu of in de nabije toekomst hebben de verduurzamingsplannen grote impact op de woningeigenaren en haar bewoners. Bij de wijkuitvoeringsplannen (WUP) moet dit concreet gaan worden. De opgave start bij de wijk en haar huidige bewoners. Dit betekent dat het plan uit moet gaan van welke woningen en andere gebouwen in de wijk staan en vooral wie daar wonen, werken en zorgen. Want laten we nu net allemaal op een andere manier wonen, verschillende dingen prettig vinden en verschillende financiële mogelijkheden hebben. De vraag is dus: hoe wordt de warmtevisie een WUP?
Individuen
In een lezing hoorde ik iemand iets interessants zeggen wat raakvlakken heeft met de uitvoering van de beoogde WUP-plannen. Deze persoon sprak over ‘een onderwerp waar iedereen meer van wist dan hijzelf, en wat door iedereen anders ervaren wordt, en waar iedereen zelf ook expert in is, namelijk: comfort’. En dat is precies wat hier aan de hand is. Er bestaat namelijk geen model of rekentool die nauwkeurig 40 #4 2021
uitrekent wat mensen in een wijk of buurt nodig hebben. Op basis van kentallen kunnen we zeker een eerste en zinvolle schifting maken over wat de goedkoopste of efficiëntste oplossing voor de buurt in algemene zin is, in theorie dan. Zodra het concreet wordt heb je meer specifieke informatie nodig, maar vooral de stem van de mensen die er wonen. Het is simpelweg niet meer mogelijk om iedereen over één kam te scheren. Mensen willen zelf kiezen voor een oplossing, en verschillende mensen vinden verschillende oplossingen belangrijk. Ze hebben hulp nodig bij hoe dit te realiseren, maar expert dat zijn ze zelf. Natuurlijk kiezen woningcorporaties vanuit hun perspectief om een complex grotendeels op eenzelfde manier aan te pakken, maar voor een particulier geldt dat er verschil zit in de wensen. In onze dagelijkse praktijk van verbeteren en aanjagen van de bestaande stad, gaan wij uit van drie (on)zekerheden als we kijken naar bewoonde woningen: • Ondanks dat het van oorsprong identieke woningen zijn is het startpunt door de jaren heen veranderd en zijn de woningen verschillend; • Daarnaast weet je zeker dat bewoners allemaal iets anders willen; • En weet je bovendien zeker dat ze dit allemaal op een ander moment willen. Dit maakt duidelijk dat een aanpak in ‘archetypen’ of ‘contingenten’, slechts beperkt aansluit bij de praktijk. De groep woningen die zo uniform lijkt, blijkt in de praktijk uiteen te vallen in verschillende kleine groepjes en daarmee wordt het schaalvoordeel een stuk kleiner.
Duizend opdrachtgevers
Terug naar de wijk en de WUP. Daar heb je te maken met veel verschillende opdrachtgevers, waarvan de meesten nog niet eens weten dat ze een ‘opdrachtgever’ zijn. Ze wonen in hun woning, maar maken zich nog
Communicatie over de warmtevisie voor een wijk is van essentieel belang voor succes en opschalen.
HAICO VAN NUNEN #4 2021 41
EEN WARMTEVISIE… EN NU? niet druk om verduurzaming of verbouwing, laat staan een wijkuitvoeringsplan. Toch zal deze groep de komende jaren in beweging moeten komen en gaan investeren in een duurzamere woning. Dat begint met bewustwording en realisatie van wat er nog moet gebeuren. In mijn vorige artikel in Renda #3 zijn de werkelijke kosten van renoveren besproken. Een van de kwadranten uit dat artikel ging over dit deel van de opgave. Hoe kom je met elkaar van beleid en programma (het WUP) naar concrete acties en voorstellen? Daar ligt dan niet alleen een technisch vraagstuk, maar ook een financieel vraagstuk te wachten. Communicatie over de opgave is daarbij van essentieel belang voor succes en opschalen. Je moet als gemeente kenbaar maken wat je (energetische) visie voor een wijk is, en aangeven wat de verwachtingen zijn die daarbij horen. De keuze voor een Midden-Temperatuur (MT) warmtenet is op papier te onderbouwen, maar stelt eisen aan de isolatiegraad van de gebouwen in die wijk. Een wijk bestempelen als All Electric heeft tot gevolg dat mensen zelf op zoek moeten gaan naar een verwarmingswijze. Dat betekent bijvoorbeeld een warmtepomp en meer isolatie, beide kostbare ingrepen, waar je als bewoner geen zeggenschap in hebt gehad. En dit gebeurt bij duizend huishoudens per dag! (1)
Sturing
Een ingewikkelde opgave met veel uitdagingen tegelijkertijd, terwijl de timer langzaam aftelt. Maar welke mogelijkheden zijn er dan wel? Zoals gezegd hebben alle gemeenten nu een warmtevisie en gaan ze aan de slag met het opstellen en uitvoeren van deze plannen per wijk. De meesten zullen eerst in één wijk beginnen met hun WUP. Maar voordat je het weet lopen er meerdere wijkuitvoeringsplannen tegelijkertijd. Ik zie het al helemaal voor me, op al die plekken moet tegelijkertijd aan de slag worden gegaan. In een markt waar men nog niet gewend is om voor particuliere opdrachtgevers te werken. 42 #4 2021
Waar er nauwelijks een aanbod beschikbaar is en waar er nauwelijks keuze is om je woning te verbeteren naar jouw wens en smaak. En dat allemaal zonder getrainde en of gekwalificeerde mensen om dit daadwerkelijk uit te kunnen voeren! Wachten tot de eerste wijk gereed is om dan met de volgende te beginnen is echter geen optie, het is 2050 voordat je het weet. Eerlijk gezegd heb ik het idee dat het gevoel met de werkelijkheid op het (landelijk) beleidsterrein weg is. Maar eerlijk is eerlijk het is een begin, en al het begin is moeilijk. Dus kijkend naar de geleerde lessen vanaf de jaren tachtig, toen men voor het eerst ging nadenken over deze verduurzamingsopgave, zijn we lekker op weg. Probleem is echter dat het (nog) niet snel genoeg gaat.
Kleine gemene delers
In plaats van wijk voor wijk en straat voor straat op een projectmatige manier te werk te gaan, kun je ook op zoek gaan naar meer eigentijdse en innovatievere manieren om te ordenen. Ga op zoek naar kleinere gemene delers, in plaats van woningen administratief in typen te blijven verdelen en vervolgens voor de héle woning een uniek aanbod te ontwikkelen. Op deze manier kun je veel meer woningen bereiken zonder dat ze helemaal op de schop moeten. We kijken naar een onderdeel dat kleiner is dan een woning, maar groter dan een individueel product. Bij de BouwhulpGroep noemen we dit sinds 1997: de component. De basisgedachte achter ‘Component Renovatie’ is dat op het moment van de huidige bewoner, de integrale kwaliteit van de bestaande woning een stap wordt verbeterd met de voorwaarde dat het volgende stappen in kwaliteitsverbetering niet blokkeert. Onze definitie van een stap is de component en onze definitie van de component is: “een samengesteld bouwdeel die voorziet in een gebruiksfunctie.” Eerder nationaal onderzoek, begin jaren ’90 (2), heeft aangetoond dat we anders naar de woningvoorraad moesten gaan kijken en
de praktijk van kwaliteitsverbetering anders moesten organiseren. Er kwam destijds een grote golf aan onderhoudswerkzaamheden op ons af, zo groot hadden we nog nooit gezien (de bouwpiek uit de jaren zestig was aan onderhoud toe). De les van die tijd was dat er, door niet direct alle woningen van hetzelfde type op hetzelfde moment naar dezelfde kwaliteit te brengen, ruimte zou ontstaan voor mens, middelen en industrialisatie, dus differentiatie. Met Component Renovatie zijn we niet alleen in staat die differentiatie op woningniveau (archetype) aan te brengen, maar ook op het niveau van de component. Daarmee wordt de mens, en zijn verbeterbehoefte centraal gezet, en niet de technische eenheid van de woning. Je
sluit dus aan bij de vraag in plaats van een aanbod voor te leggen.
Component
De component biedt een grotere mate van herhaling dan er op archetype mogelijk is. Door het denken en ordenen in componenten ontstaat er een platform waarop in de dagelijkse praktijk van renoveren een herhaling in product, proces en samenwerking kan worden georganiseerd. Zonder dat de behoefte aan individuele wensen en mogelijkheden onder druk komt te staan, daar ligt het grote verschil. Deze herhaling biedt vervolgens weer ruimte voor de benodigde innovatie voor opschaling en impactvergroting door CO2-besparing. Bij indeling op #4 2021 43
archetypen viel de groep uiteen in kleinere groepjes (o.a. door verschillen uit het verleden), waardoor de schaal afnam. Bij Component Renovatie is de startgroep al groter, waardoor zelfs met de genoemde (on)zekerheden voldoende schaal overblijft.
Markt voor eigenaar-bewoners ontsloten
Component Renovatie is meer dan een standaardisatie van product en proces voor de uitvoering. De grootste potentie van deze werkwijze bevindt zich namelijk aan de zijde van de woningeigenaren. Door het denken in 44 #4 2021
componenten is de barrière van woningeigendom beslecht. Bij Component Renovatie maakt het geen verschil meer of we nu praten met een particuliere woningeigenaar, Vereniging van Eigenaren, belegger of woningbouwcorporatie. Want met Component Renovatie zijn wij in staat om (op digitale wijze) al deze individuele wensen van bewoners te vertalen naar uitvoeringsstromen die gebundeld kunnen worden tot een collectiviteit, met meer mogelijkheden tot opschalen en financieren. Een werkwijze die eerder alleen bij corporaties en grote opdrachtgevers voorkwam.
EEN WARMTEVISIE… EN NU? Spraakverwarring
Rondom die herhaalbaarheid ontstaat een spraakverwarring. Componenten kunnen herhaald worden en er zijn gebouwen die herhaalbare componenten hebben. Maar niet elk component hoeft op hetzelfde moment en volgens dezelfde smaak aangepakt te worden. Componenten maken het mogelijk om je eigen tempo te volgen. Je hebt alleen een platform nodig waarop de meerdere (individuele) vragers bij elkaar worden gebracht. Het collectief vormt dan één opdrachtgever en je kunt met dat collectief de volgende stap naar realisatie zetten. Een
Componenten maken het mogelijk om je eigen tempo te volgen. dergelijk collectief hoeft niet bij elkaar in de straat te wonen. Het kan eenzelfde wijk of buurt zijn, of deze collectiviteit kan binnen een stad georganiseerd worden. Dit in tegenstelling tot ordeningen op gebouwtype niveau. Hierbij is de mate van herhaling kleiner, de variatie in uitgevoerde werkzaamheden groter en daarmee is de veronderstelde uniformiteit, nodig voor schaal, ver te zoeken.
Ver van je bed?
Dit is geen pleidooi om te stoppen met de wijkaanpak. Maar laten we nu geen grenzen trekken omdat we het ooit lang geleden handig vonden om een gebied in te
delen en een naam en nummer te geven. Bepaalde oplossingen komen vaker voor en kunnen herhaald worden. Het gaat erom dat je een platform kunt creëren waar mensen die iets willen veranderen aan hun huis bij elkaar komen en ook daadwerkelijk stappen zetten. Door de kleinste gemene deler (component) zichtbaar te maken voor iedereen, ontstaat een platform waar je deze informatie kunt vinden en toepassen. Dat creëert ruimte voor de component ontwikkeling. Klinkt wellicht ver van je bed en nog een grote opgave om te ontwikkelen. Maar het is er al. Onder de naam Mobiele Buurtfabriek hebben we dit bij de BouwhulpGroep ontwikkeld en gedemonstreerd. Momenteel zijn we in de uitrolfase om deze lokale platforms een volwaardige plek te geven. In het artikel ‘Aanjagen van Buurten’ in Renda #2 heb ik dit toegelicht. Het grote voordeel is namelijk dat je niet per wijk opnieuw hoeft te beginnen, maar dat je opschaalt doordat dezelfde oplossingen op meer plekken worden toegepast. Daarmee hebben we eindelijk een manier gevonden om duurzame renovatie door te ontwikkelen en om dit eenvoudig op digitale wijze aan de keukentafel te kunnen ontsluiten op basis van de wensen die jij, als expert-bewoner van je eigen woning, hebt.
Bronnen 1 De warmtevisies geven richting aan hoe een wijk verwarmd gaat worden en welke infrastructuur er komt. Verschillende oplossingen (warmte, all electric, groen gas) kunnen verschillende randvoorwaarden aan de woning stellen. Een woning die op lage temperatuur (LT) wordt verwarmd moet beter geïsoleerd zijn dan een woning op midden temperatuur (MT). Een eigenaar is zelf verantwoordelijke voor de aanpassingen aan zijn woning, maar heeft niet altijd invloed op de keuze in de warmtevisie. 2 E’novatie: http://www.bouwhulparchief. nl/kennisdeling/artikelen/072_E_novatie_terug_in_de_toekomst.php #4 2021 45
Vertrouwen is een werkwoord
46 #4 2021
Woningcorporatie Accolade uit Heereveen werkt al enige tijd volgens de RGS (Resultaatgericht Samenwerken) methodiek. Sinds 2016 heeft de corporatie een overeenkomst gesloten met zes onderhoudspartijen: Boekema Vastgoedonderhoud, Kranendonk Vastgoedonderhoud, SW Vastgoedverbetering, Talen Vastgoedonderhoud, Van der Geest Schilderspecialisten en Wits Vastgoedonderhoud. "Samen streven we naar een netwerkorganisatie, een plek waar gelijkwaardigheid is tussen alle partijen", vertelt Ruben Grevers, Manager Vastgoed bij Accolade. Tekst Dionne Verstegen
Alle samenwerkingspartners tijdens een van de beleidssessies #4 2021 47
VERTROUWEN IS EEN WERKWOORD
V
anaf het begin was de gelijkwaardigheid tussen alle zeven partijen goed zichtbaar. “Tijdens een van de eerste overleggen om de intentieovereenkomst op te stellen kwam er gebak op tafel en deelde een van de directeur-bestuurders van Accolade uit. Dat zegt voor mij heel veel over hoe de opdrachtgever erin zit. De grootste uitdaging zit hem in de daadwerkelijke gelijkwaardigheid van een samenwerking. Door dit soort kleine dingen was het vanaf het begin duidelijk dat RGS binnen de hele organisatie gedragen werd. Accolade stelde zich niet op als opdrachtgever, maar was echt een van de partijen in deze samenwerking”, vertelt Michiel Kranendonk, directeur bij Kranendonk Vastgoedonderhoud.
Tijd voor inspiratie
Om een dergelijke samenwerking tot een succes te maken is het van belang om er echt in te investeren. Ruben Grevers: “Je moet elkaars cultuur leren kennen. Daarom hebben we vanaf het begin inspiratiesessies georganiseerd met een stuurgroep, bestaande uit directieleden en een aantal leidinggevenden van alle organisaties. Hierbij gaat het niet alleen om de inhoud en het concretiseren van de opgave die je samen aan wil gaan, maar ook alles eromheen. Deze inspiratiesessies duurden een hele dag en in het begin mocht iedereen delen hoe hij of zij erbij zat. Daar kwam dan wel eens de opmerking ‘ik weet niet of we hier nu de hele dag aan moeten besteden’. Inmiddels hebben we soms niet eens genoeg aan een dag en komen we voor ons gevoel tijd tekort om alles te bespreken wat we willen.” De reden van de samenwerking is vooral efficiëntie aanbrengen in het proces en de daarbij horende kostenbesparing. Inmiddels is de samenwerking al zo vergevorderd, dat er een speciale training ontworpen is voor alle partijen. In 1 jaar tijd komt het middenkader - de leidinggevenden tussen de directie en het uitvoerende personeel in - 16 dagen 48 #4 2021
bij elkaar. Elke keer staat er een ander onderwerp op het programma. “Zo stond de bijeenkomst van deze week in het teken van ‘Lean & Learn’. Onze Manager Bedrijfsbureau, die deelneemt aan deze opleiding, vertelde dat hij het fijn vond om met de andere deelnemers te bespreken waar iedereen in zijn dagelijkse praktijk mee te maken heeft om vervolgens samen de synergie op te zoeken. In de opleiding is er aandacht voor hoe je elkaar als groep kunt versterken. Zo groeien we samen!”, vertelt Anne Helder, vestigingsdirecteur van Talen Noord B.V.
Opereren als een bedrijf
De bedrijven investeren dus behoorlijk in hun medewerkers. “Met zo’n opleiding zorg je ervoor dat het doel dat je samen hebt ook echt binnen de hele organisatie gedragen wordt. Daarnaast leer je op deze manier elkaars cultuur kennen, iets dat de samenwerking alleen maar bevorderd. De investering die je doet betaalt zich dus eigenlijk ook weer uit”, vertelt Helder. “Inmiddels zijn we zo ver dat we durven stellen dat we eigenlijk opereren als ware het een bedrijf. Dit geeft nog meer een gevoel van gelijkwaardigheid. Natuurlijk zijn wij opdrachtgever, maar de afstand die dit soms creëert met opdrachtnemers voelen wij niet. Het is een rol binnen het totaalbedrijf zoals wij het beschouwen. Dit willen we in de toekomst nog beter gaan neerzetten, zodat ook onze huurders die gelijkwaardigheid ervaren en bijvoorbeeld niet ‘iemand van Accolade’ willen spreken als er tijdens een project iets voorvalt”, vult Grevers aan. Aan het begin van de samenwerking hebben de partijen al een garantstelling afgesproken met elkaar. Mocht er een partij om welke reden dan ook wegvallen, dan staan de overige bedrijven garant voor de opgave. “Bij elke opgave moet je als vastgoedbedrijf bankgaranties afgeven, met daarbij de nodige administratie en kosten. Zodoende hebben we samen gekeken hoe we dit anders konden oplossen. Het voelde eigen-
Inmiddels zijn we zo ver dat we durven stellen dat we eigenlijk opereren als ware het een bedrijf.
RUBEN GREVERS #4 2021 49
VERTROUWEN IS EEN WERKWOORD lijk als vanzelfsprekend om een garantstelling af te spreken. De samenwerking is meteen vanaf het begin heel hecht. De sfeer is altijd ontspannen. Het voelt op veel vlakken ook echt alsof je als gezamenlijke organisatie opereert. En daarmee bedoel ik niet de juridische kant, want wij worden natuurlijk nooit eigenaar van het vastgoed van Accolade. Maar het voelt alsof je samen een bedrijf bent en dat is een hele belangrijke kapstok voor de visievorming, de strategie en bijvoorbeeld het ondernemersplan. Het zorgt voor een stip op de horizon en een enorme motivatie om samen stappen te zetten”, aldus Kranendonk.
Krachten bundelen
De partijen merken dat ze een grotere vuist kunnen maken door een gezamenlijke visie op te stellen, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Kranendonk: “We willen onze krachten bundelen en bijvoorbeeld gezamenlijk gaan inkopen. Momenteel kijken we naar het laaghangend fruit waar we als eerste mee aan de slag kunnen. Zo willen we het gesprek aangaan met leveranciers om te kijken hoe we kunnen besparen op het proces en de logistiek. Daarnaast zijn we bezig om een lijst te maken van alle materialen die
De aftrap van de opleiding
50 #4 2021
we gebruiken en gaan we bij vervuilende materialen kijken naar vervangende mogelijkheden.” Helder vult aan: “De werkgroep duurzaamheid heeft drie sessies georganiseerd waarin we ook echt gedwongen werden om het zo concreet mogelijk te maken. Willen we CO2-neutraal gaan rijden naar de opdrachten van Accolade? Per wanneer gaan we dat dan doen? Dat zijn vragen waar we naar gekeken hebben en die we uitgewerkt hebben in onze duurzaamheidsvisie.” De samenwerkingspartijen streven ernaar om projecten twee jaar vooruit te plannen. “In de praktijk lukt dit nog niet altijd en daardoor gaan er ook nog genoeg dingen fout. We hebben in het verleden wel eens facturatie problemen gehad omdat er verschillende aannames werden gedaan. Er is nog genoeg te verbeteren. Zo zit de meeste ballast qua uitvoering bijvoorbeeld nog steeds aan het einde van het jaar. We willen dat de projecten gelijk over het jaar verdeeld worden, dus dit betekent dat je continu met procesverbetering bezig bent. Ook het proces rondom de begroting staat nog niet helemaal, waardoor er wel eens ruimte of juist een tekort ontstaat. We willen meer grip krijgen hierop en ervoor zorgen dat alle partijen voor langere tijd weten waar ze aan toe zijn voor wat betreft financiën, uitvoering én personele bezetting. Binnen twee jaar hopen we dat dit proces helemaal staat, dat we nog scherper begroten en zo de juiste keuzes maken”, aldus Grevers. Helder gaat verder: “Toen afgelopen september bleek dat er budgetruimte ontstond bij Accolade, door verminderde deelname van huurders aan werkzaamheden als gevolg van covid, hebben we met alle partijen samen gekeken waar er kansen liggen om extra werkzaamheden uit te voeren bij de complexen die wij in beeld hadden. Hierbij hebben we ook naar elkaar uitgesproken: als jij een kans ziet, maar geen capaciteit hebt, kan dan iemand anders het overnemen? Dat geeft aan dat we er echt allemaal met dezelfde motivatie inzitten.”
Net als thuis
Naast motivatie is onderling vertrouwen uitermate belangrijk. Helder: “Mede door de opleiding maken we nu de verdiepende slag die nodig is om elkaar beter te begrijpen en argwaan dat er nog zit boven tafel te krijgen.” Grevers vult aan: “De kwetsbaarheid van alle partijen is hierbij essentieel. Je moet het ook kunnen uitspreken als iets moeizaam gaat, elkaar kunnen bellen als er issues zijn, je gevoel op tafel durven leggen. Met vallen en opstaan kom je pas echt samen verder, maar het belangrijkste is dat je elkaar na afloop nog steeds recht in de ogen kunt aankijken.” Kranendonk: “In de regel maken we MJOP (meerjarenonderhoudsplan) scenario’s voor 25 jaar, met een contract voor 10 jaar per scenario. Grevers vult aan: “Ik
geloof meer in een samenwerking waarbij je een contract van onbepaalde tijd hebt. Als het niet loopt, neem je toch wel afscheid van elkaar. Het is eigenlijk net als een relatie, je moet blijven investeren wil je zorgen dat het een succes wordt. En als het niet goed gaat, ga je een keer samen in therapie en zo stuur je weer bij.” Kranendonk: “Die metafoor gebruiken we regelmatig. Je gaat ook niet trouwen voor 10 jaar, ook thuis moet je blijven investeren in de relatie. Dat is een voorwaarde voor succes. Binnen de samenwerking zoals we die nu hebben gaat het niet zozeer om de technische uitvoering, maar is de bereidheid om die investering te doen vele male belangrijker.” Helder vult tot slot aan: “Vertrouwen is een werkwoord en dat stop niet aan het einde van de werkdag.” #4 2021 51
RUIMTE ZAT 52 #4 2021
TRANSFORMATIE GEDATEERDE WINKELCENTRA, OUDE VERZORGINGSHUIZEN EN BINNENSTEDELIJKE BENZINEPOMPEN
IN DE STAD #4 2021 53
RUIMTE ZAT IN DE STAD
KAW heeft een jaar na de publicatie van het onderzoeksrapport ‘Ruimte Zat in de Stad’ vervolgonderzoek gedaan waaruit blijkt dat de bestaande stad naast de eerdere bevindingen (ruimte voor 600.000 tot 800.000 stadswoningen) nog eens plaats biedt aan 200.000 woningen in de komende 10 jaar. Het architecten- en onderzoeksbureau met vestigingen in Rotterdam, Eindhoven en Groningen keek daarbij naar verouderde, vaak uitgestrekte winkelcentra met veel parkeerplek, de transformatie van naoorlogse zorglocaties en binnenstedelijke tankstations, waarvan er veel zullen verdwijnen, onder andere door de veranderde milieuwetgeving. Tekst Bas Goedvolk
Check KAW heeft daarnaast inmiddels bijna 10 procent van de totale Nederlandse naoorlogse corporatie-woningvoorraad onder de loep genomen, middels projectaanvragen besteld door coöperaties, gemeenten en enkele provincies. De resultaten hiervan staven de onderzoekshypothese uit het eerdere Ruimte Zat in de Stad-rapport, namelijk dat de naoorlogse wijken ruimte bieden voor 600.000 - 800.000 extra huishoudens. In zowel het oorspronkelijke als het vervolgonderzoek werden met behulp van een innovatieve onderzoek-systematiek big data gecombineerd met ontwerpend onderzoek.
Winkelcentra, betere voorzieningen Wijkwinkelcentra beslaan vaak grote, uitgestrekte oppervlakten met eenlaagse, monofunctionele bebouwing en veel parkeerruimte en dat op centrale plekken in de wijk. De toevoeging van woningen op deze plekken verbetert zowel de levendig54 #4 2021
heid aanzienlijk als ook het gevoel van veiligheid in de wijk. Daarnaast zorgen extra bewoners op termijn voor meer voorzieningen, die ook al jaren onder druk staan of verdwijnen in de naoorlogse stadswijken. Denk hierbij aan scholen die de laatste jaren worden samengevoegd, bibliotheken die sluiten en openbaar vervoer lijnen die dreigen te verdwijnen vanwege verminderd gebruik. KAW heeft de meest geschikte wijkwinkelcentra in naoorlogse buurten onderzocht. De conclusie: de transformatie van winkelcentra biedt ruimte voor in totaal 86.000 nieuwe woningen en daarnaast voor meer, betere en passendere voorzieningen.
Veranderende mobiliteit Ook het autogebruik verandert. Enerzijds is de auto voor steeds minder mensen betaalbaar. Anderzijds wijzigt het mobiliteitsbeleid om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen. Vanaf 2030 mogen er geen
auto’s met verbrandingsmotor meer worden verkocht. Twintig jaar later mogen ze zelfs niet meer de weg op. Dat betekent dat de tankstations gaan verdwijnen en vervangen worden door laadpalen- en stations. Ook de hindercirkels - de veiligheidszones rondom benzinepompen in verband met gevaarlijke stoffen - zullen dan vrijkomen. Uiteindelijk kan dit resulteren in 88.000 nieuwe woningen.
plekken op dit moment al in lokaal beleid verankerd, waarbij het KAW-onderzoek ‘Ruimte Zat in de Stad’ als fundament voor beleidskeuzes wordt gebruikt.
Voordelen Integrale stadsinbreidingsplannen zoals KAW voorstaat, bieden verder de volgende voordelen en kansen: de creatie van duurzame wijken met meer betaalbare wonin-
Anders oud worden Verzorgingstehuizen uit de naoorlogse periode zijn aan grote veranderingen onderhevig. Wetgeving wijzigt bijvoorbeeld, evenals de woonwens van mensen op leeftijd. De transformatie van bestaande zorglocaties biedt ruimte voor meer geschikte woonruimte voor zorgbehoevende ouderen, maar ook voor 26.000 extra woningen.
Stadsuitbreiding wordt nu al geïntegreerd in lokaal beleid Volgens KAW’s vervolgonderzoek is er alleen op deze drie terreinen al ruimte voor net zo veel wooncapaciteit als wanneer we twee nieuwe steden ter grootte van Almere zouden bouwen. Met het verschil dat de realisatie van Almere 44 jaar tijd kostte, en deze transformatieopgaven binnen bestaande wijken al binnen 10 jaar gerealiseerd kan worden. De grootste winst zit hem niet alleen in omvang en snelheid, maar vooral ook in zogenaamde koppelkansen en het gebruiken van de transformatie om andere problemen aan te pakken. Denk hierbij aan het werken aan klimaatbestendige wijken, de integratie van natuurwaardes en oplossingen voor sociaaleconomische problemen in bestaande wijken. Zo snijdt het mes aan twee kanten en die kansen grijpen steeds meer beleidsmakers aan. De resultaten van Ruimte Zat worden breed herkend door bijvoorbeeld gemeentes, provincies, koepelorganisaties, corporaties, ontwikkelaars en commerciële partijen. Stedelijke verdichting wordt op veel
De toevoeging van woningen verbetert de levendigheid en het gevoel van veiligheid. gen; meer inkomsten voor gemeenten door meer gronduitgave; besparing kosten aanpassen infra vergeleken bij aanleggen nieuwe buurt buiten de stad; vraag en aanbod die in balans komen, vooral ook daar waar meer vraag is; fysieke aanpak koppelen met sociale aanpak en doorstroming stimuleren met aanbod voor ouderen in de buurt. Bovenal biedt het betere gebruik van de ruimte in de bestaande stad de kans om ruimte vrij te houden voor de grote opgaven waar we met Nederland voor staan zoals de omgang met water, de transitie naar een duurzame landbouw en het realiseren van energielandschappen in combinatie met hoogwaardige & aaneengesloten natuurgebieden. #4 2021 55
PARTNERS Renda wordt mede mogelijk gemaakt door de volgende partners:
Founding partners
Partners
56 #4 2021
RENDA NETWERK PARTNERS
#4 2021 57
COLOFON
#4 2021
Bijdragen deze editie: David Anink, Katja van Roosmalen, Nelles Posthumus, Fenne Verhoeven, Bas Bordewijk, Marieke Venselaar, Mieke Oostra, Remko van der Lugt, Cok Bakker
Dit magazine is onderdeel van Renda, het kennisnetwerk voor professionals in de sociale woningbouwsector. Meer informatie op www.renda.nl. Uitgave Aeneas Media bv Veemarktkade 8, ruimte 4121 5222 AE ’s-Hertogenbosch T 073 205 10 10 www.aeneas.nl, mail@aeneas.nl Team Renda Elleke van de Westeringh Dionne Verstegen Wikke Peters Myrtle Matthijssen Birgit Barten Vakredactie Renda Jan Baarends Ad Straub Haico van Nunen Jetske Thielen Wim Meijer
58 #4 2021
Advertentieverkoop Leo Nijs T 073 205 10 26 Lezersservice lezersservice@aeneas.nl T 073 205 10 25 Lidmaatschap 2021 Light Renda – 135 euro Standaard Renda – 290 euro Meer weten over een lidmaatschap van Renda? Bel of mail met Elleke van de Westeringh; 073 205 10 29, e.vandewesteringh@aeneas.nl. Prijzen zijn exclusief BTW. Lidmaatschappen lopen voor één jaar en kunnen elk gewenst moment ingaan. Opzeggen kan tot twee maanden voor de vervaldatum, telefonisch via de Lezersservice. Vormgeving Twin Media bv
Voorwaarden Renda wordt tevens elektronisch opgeslagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van tekstbijdragen in de vorm van artikelen of ingezonden brieven en/of makers van beeldmateriaal worden geacht daarvan op de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen, e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of inkoopvoorwaarden. Deze liggen bij de redactie ter inzage en zijn op te vragen. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever. Hoewel de grootst mogelijke zorg wordt besteed aan de inhoud van het blad, zijn de redactie en uitgever van Renda niet aansprakelijk voor de gevolgen, van welke aard ook, van handelingen en/of beslissingen gebaseerd op de informatie in deze uitgave. Niet altijd kunnen rechthebbenden van gebruikt beeldmateriaal worden achterhaald. Belanghebbenden kunnen contact opnemen met de uitgever.
ISSN 2211-5358
wil kennis met je maken We staan voor grote uitdagingen. We moeten duurzame woningen bouwen en het gasverbruik van bestaande woningen verminderen. Daarom is Vincent er. Vincent houdt niet van buiten, doet niet moeilijk en is kostenbewust. Vincent is de nieuwe naam in warmtepompen en wil graag kennis met je maken.
Ontmoet Vincent Scan de QR-code of kijk op ontmoetvincent.nl
www.renda.nl
kennisnetwerk voor professionals in de sociale woningbouw
#4 Kennisnetwerk voor professionals in de sociale woningbouw
Wonen is een gevoel.
Het belang van een deur. Een appartementsdeur van Daloc houdt niet alleen etensluchtjes tegen. Hij houdt ook brand, giftige rook, herrie en inbrekers buiten de deur. Zo kan iedereen zich thuis veilig en prettig voelen. Door het unieke ontwerp gaat onze appartementsdeur zeer lang mee zonder zijn beschermende eigenschappen te verliezen. Het is een investering voor het leven. Toch kost deze deur niet veel meer dan een gewone deur. Hoe kan dat? Lees meer over de ultieme appartementsdeur op daloc.nl/wooncomfort #4 2021
SENIORENMAKELAARS ZORGEN VOOR DOORSTROMING
2021