34
ERIK SOLVANGER IS PSYCHIATER EN DICHTER
Staande gehouden in het donker kijken we omhoog, het lemmet van de zilveren maan tegen onze keel gedrukt. De wind steriel, de bomen kraken niet. De oude nesten ontruimd, schoongepoetst. Niemand wil hier nog wonen, de vensters hangen met lange vingers in de sponningen. We lijden aan allergie, loopneuzen, jeukende handen. Voor uw veiligheid, routes uitgestippeld door het huis. Daar de kamer vol ogen, de ruimte met ellebogen. We zijn één standaarddeviatie verwijderd van annihilatie. De stad imiteert het geluid van kikkers in de vijver. ’s Nachts hoor je het geluid van ploffende klieren.