AMmagazine, editie 75 2024

Page 1


HACKERS STEEDS VAKER UIT OP DATA

In de 100 jaar die we bestaan, zagen we vele succesvolle ondernemers. Wat hen verbindt?

Dat ze ondernemen op hun eigen, unieke manier. En trouw aan zichzelf blijven.

Dat juichen we als ondernemende verzekeraar toe. En supporten we met zakelijke verzekeringsoplossingen die ondernemers in hun kracht zetten.

Jij als verzekeringsadviseur bent daarbij een onmisbare schakel.

BEWIJSLASTWEEFFOUT

De polisvoorwaarden van cyberverzekeringen lopen achter. Hackers zijn steeds vaker uit op data. Aldus CEO van Computest Security, Dennis de Hoog.

Voorrang verleend, maar toch afgeleid door de telefoon? Dat kan vervelend uitpakken. Steeds meer rechters draaien dan de bewijslast om, ziet DAS.

Het ongelijke speelveld tussen adviseurs en direct writers bij actieve provisietransparantie blijft. Adfiz laat het er niet bij zitten.

28 35

Verzekeraars weten veel te weinig over branden bij energieopslagsystemen die veelal lithium-ion batterijen gebruiken. Als gevolg daarvan ontwijken ze verzekeringen van die systemen, terwijl dat helemaal niet nodig is. “Er zit meer risico bij huis-, tuin- en keukenbatterijen dan bij dit soort bedrijfsmatige systemen”, zegt Herman Meeuwessen, Senior Fire Protection Engineer bij het bedrijf Fire Safety Engineers B.V. in Maarheeze.

Jan van Stigt Thans (62) verkocht in 2023 zijn assurantiekantoor aan VMD Koster om zich volledig op zijn passie, het maken en op de markt brengen van de gin Loopuyt, te richten. “Ik had er geen tabak van, maar het was een uiterst goed moment om het kantoor te verkopen. Ik wilde me vol op mijn passie richten.”

EN VERDER

EINDSTATION

Er is een race gaande voor het opzetten van zogeheten Europese verzekeringsplatforms. Dat vertelde Armand Hoftijzer, managing director van MarshBerry, naar aanleiding van de eerste twee kwartaalrapporten van het bedrijf. Internationale verzekeringsmakelaars als Howden Insurance en Ardonagh Group namen het voortouw. Recentelijk kwam daar het Amerikaanse Brown & Brown met de overname van Quintes Holding bij, een nieuwe partij op de Nederlandse markt.

Uit hetzelfde rapport kwam ook dat Licent Groep en Yellow Hive op dit moment de grote namen zijn als het om lokale buyand-build strategieën gaat. Kijkend naar de consolidatie en de adviesbedrijven die eraan meedoen, rijst weleens de vraag: wat is het eindstation? Quintes-CEO Gijsbert van de Nieuwegiessen vertelt in het interview op pagina 48 bijvoorbeeld dat de stap naar verkoop eerder werd gezet dan verwacht.

Onweerstaanbaar droomaanbod

“Als je favoriete partner voorbijkomt met een aanbod dat je echt niet kunt weigeren, dan moet je springen”, aldus Van de Nieuwegiessen. Wat betekent het voor andere adviesbedrijven, als de gedroomde kandidaat met een onweerstaanbaar aanbod komt? Ik kan me voorstellen dat zoveel mogelijk aan de gekozen koers wordt vastgehouden. Maar wat als de kans écht te mooi is om te laten schieten?

Het zijn zomaar wat hersenspinsels. In de diverse intermediaire markt zoals we die kennen – met kleine kantoren, enorme concerns en alles daar tussenin – lijken de mogelijkheden eindeloos. En met de komst van buitenlandse toetreders nemen de kansen alleen maar toe. Toen Van de Nieuwegiessen in 2012 Quintes startte, had hij wellicht niet durven dromen van een dergelijk Amerikaans avontuur – of misschien ook wel.

Top 10

Ik kijk met veel interesse naar al deze ontwikkelingen. Wat zal er gebeuren met de andere top 10 spelers? Zoals Veldsink Groep, Alpina Group, Yellow Hive. Sommige hebben zelf de stap naar het buitenland gezet. Alpina Group zit met Hillewaere Groep in België en Yellow Hive heeft nieuw kapitaal opgehaald voor uitbreidingen naar Duitsland en Spanje. Maar ook hier blijft de vraag van het eindstation terugkomen.

Voor nu blijft het giswerk.

ALEXANDRA MEIJER
Redacteur AM

JOHANNEKE BEHREND

NAAR MOVIR

Johanneke Behrend werkt per 1 september bij Movir als directeur Commercie en lid van het managementteam. Behrend volgt Nicole Wiesehahn op die eind vorig jaar benoemd is tot directeur Leven & Pensioen Services van NN.

Behrend is gepokt en gemazeld in de branche. Voor Movir werkte ze bij Aegon waar ze de afgelopen 26 jaar diverse functies heeft bekleed, waaronder manager Inkomen Werkgever en Werknemer. Ze heeft vooral ingezet op consistente interactie met de klant. Die ervaring en kennis gaat ze ook toepassen bij Movir, waar ze een leidende rol krijgt in de samenwerking met verzekeringsadviseurs.

Band met distributiekanalen

CEO Maurick Schellekens is positief over de benoeming: “De inzichten die zij samen met het salesteam buiten ophaalt, benutten wij binnen effectief door in te spelen op behoeftes. We zijn de inkomensverzekeraar met de meeste kennis en expertise op het gebied van AOV en zelfstandigen. Dit maakt voor klanten een groot verschil. Met Johannekes komst versterken we de band met onze distributiekanalen, zodat zij de beste en meest verantwoorde productkeuzes kunnen maken.”

Weten wie nog meer van baan zijn veranderd?

Lees het op AMweb

DE 15 MEEST GELEZEN BERICHTEN OP AMWEB AFGELOPEN ZOMER

1. Flinke rentedaling in aantocht; tot eind 2025 zes verlagingen voorspeld

2. Heinenoord na vele overnames: ‘Belangrijkste is om er één geheel van te maken’

3. Particuliere volmacht- en verzekeringsactiviteiten Aon verder als OpGroen

4. Aon Nederland valt voortaan onder Aon Benelux, Van Houwelingen geen CEO meer

5. Verzwijging studieschuld voor RegioBank komt hypotheekklant duur te staan

6. Knibbe (NN) over de staat van het schade- en levenbedrijf en gerucht ‘Generali’

7. Amerikaanse verzekeringsmakelaar Brown & Brown neemt Quintes over 8. ASR bereikt akkoord met vakbonden en gaat kortere werkweek onderzoeken

9. En na ondertekening laat hypotheekadviseur de offerte volledig links liggen

10. Weeffout provisietransparantie direct writers: ‘Laatste woord niet over gezegd’

11. Strategische overnames kleinere verzekeraars onderdeel groeistrategie ASR

12. CED: ‘Kosten daadwerkelijk herbouwen liggen tot 50% hoger dan herbouwwaarde’

13. Provisie op offerte. ‘Verzekeraar moet niet op stoel van adviseur gaan zitten’

14. Adviseur legt clausule niet goed uit en draait op voor 30.000 euro diefstalschade

15. Klaverblad en Dekra de mist in: man gebruikte auto níét voor maaltijdbezorging

Advies in cijfers 2024-2025:

minder starters, minder overnames, meer hbo-banen

Nieuwkomers in de branche dempten het afgelopen jaar de afname van het aantal advieskantoren door consolidatie. Dat is te lezen in recent gepubliceerde Advies in cijfers 2024-2025 van Adfiz. Ook is voor de eerste keer de krapte op de arbeidsmarkt meegenomen in Advies in cijfers.

Adfiz zoomt onder meer in op de het aantal starters versus het aantal stoppers in het intermediair. Door de consolidatie in de branche verliest elk jaar 1 op de 25 bedrijven zijn zelfstandigheid, staat in de publicatie. Echter staan daar het afgelopen vijf jaar 1.500 starters tegenover. Het aantal assurantieondernemers dat in 2023 stopte was met 467 een stuk lager dan het jaar daarvoor (555). Ook het aantal starters daalde van 323 in 2022 naar 265 vorig jaar. Het verschil tussen de twee groepen blijkt vorig jaar wel iets kleiner dan het jaar daarvoor.

In de nieuwste Advies in cijfers besteedt Adfiz voor het eerst aandacht aan de krapte op de arbeidsmarkt. Zo is te lezen dat op iedere 1.000 banen in de financiële dienstverlening er het afgelopen jaar ongeveer 45 vacatures openstonden. De werkgelegenheid naar opleiding is nu voor mbo’ers het hoogste (52%) in het intermediair, maar dit lijkt te gaan veranderen. Kijkend naar de cijfers is de verwachting dat de werkgelegenheid bij advieskantoren de komende vijf jaar naar meer hbo-banen verschuift (49%). Daarmee zou het percentage mbo-banen over vijf jaar uitkomen op 45 procent. De werkgelegenheid naar opleiding voor hbo’ers is nu nog 41 procent. Daarnaast geeft 7 op de 10 werkgevers in de sector aan dat voor kandidaten ook buiten de reguliere vooropleidingen wordt gezocht.

Een andere opvallende bevinding is dat consumenten de voorkeur geven aan een hybride benadering. 73 procent zegt online makkelijker te vinden voor de oriëntatie dan een persoonlijk gesprek. Terwijl voor advies juist 61 procent juist liever persoonlijk contact heeft. In vergelijking tot de rest van Europa is de acceptatie van online in Nederland redelijk groot, blijkt uit de cijfers.

AM Luistert: Risk has the future (VNAB) over cybersecurity en -verzekeringen

Iedere maand bespreekt AM een podcast(aflevering) die wat ons betreft echt het luisteren waard is. Deze maand: een aflevering van de podcastreeks Risk has the future van de VNAB, over cyberveiligheid en -verzekeringen.

‘Cybermarkt van ‘puber’ naar ‘jongvolwassene’’, luidt de naam van de aflevering waar naast presentator Maarten Bouwhuis ook Martijn Hoogesteger van cybersecuritybedrijf SR-M (en bekend van televisieprogramma Hunted), de in cyber en IT gespecialiseerde advocaat Erik Jonkman van CMS en cyberbroker bij Marsh Sjaak Schouteren bij aanschuiven.

Een interessante anekdote die eruit springt en meteen aantoont van waar de cybermarkt komt, is de herinnering aan de tijd dat een cyberverzekering, zo’n twintig jaar geleden, nog telefonisch werd aange-

Kifid: Promovendum mocht premie autoverzekering met 150 procent verhogen

Een premiestijging van 150 procent voor autoverzekering, moet volgens Kifid kunnen. Dat blijkt uit een recente uitspraak van de geschillencommissie. Het staat de klant die over de stijging klaagde tenslotte vrij om van verzekeraar veranderen.

vraagd. Geen aanvraagformulier, geen checks, en een premie die ook nog eens jaarlijks lager uitviel. Toen de kinderschoenen na verloop van tijd voor de puberteit werden ingeruild, gingen de premies fors omhoog en liepen ook de dekkingen terug. ‘Een harde markt’, wordt terecht geconstateerd. Niet per se de leukste tijden, zijn de heren het ook wel over eens.

Wil je de podcast beluisteren of een van de andere AMpodcasts? Ga naar Amweb

HOUSE OF RISKS: MARKT VRAAGT OM MEER DAN TRADITIONELE RISICOBEHEERSING

Het intermediair is een samenwerkingsverband rijker. Barbon Insurance Brokers, De Graaf Verzekeringsconsultancy, De Graaf Detachering en JB Risicobeheer bundelen hun krachten onder de naam House of Risks.

Met deze samenwerking willen de ondernemers inspelen op de zogezegd groeiende vraag naar een geïntegreerde, datagedreven aanpak voor risicomanagement met veel aandacht voor risk engineering.

Potentiele klanten zijn volgens House of Risks bijvoorbeeld woningcorporaties, gemeenten, afval- en recyclingbedrijven, productiebedrijven, VVE-beheerders en commercieel vastgoed. De diensten omvatten een combinatie van diensten op het gebied van risicomanagement en -beheersing, insurance management en detachering op strategisch, tactisch en operationeel niveau.

Oprichter en directeur, Imco Struiksma, legt uit dat huidige markt om oplossingen vraagt die verder gaan dan traditionele risicobeheersing. “House of Risks onderscheidt zich door de integratie van diverse expertisegebieden met daarbij een sterke focus op data-gedreven besluitvorming en risk engineering.” Volgens Struiksma profiteren relaties van een ‘unieke koppeling’ van data, risico-informatie, ESG-rapportages en vastgoeddata. “Deze aanpak biedt organisaties waardevolle inzichten in hun risicomanagement en voor hun benadering van de verzekeringsmarkt.”

Investeringen in fintech gedaald, belangstelling in AI stijgt

Het eerste half jaar zijn wereldwijd de investeringen in de fintechsector gedaald, aldus een recent Pulse of Fintech-rapport van KPMG. Daarentegen steeg de belangstelling in AI-investeringen. Zo werd cyberverzekeringsmaatschappij Corvus voor 384 miljoen euro overgenomen door Travelers. Regtechs beginnen eveneens aan een opmars. Insurtechs beginnen, zeker in Nederland, ook een rol te spelen op het wereldtoneel.

Naast Corvus waren er nog drie grote AI-gerelateerde internationale overnames afgelopen half jaar: het platform Spiff, dat commissies en andere prestatiegebonden beloningen automatiseert, werd overgenomen door Salesforce voor 377 miljoen euro; het beleggingsplatform FundGuard haalde een durfkapitaal-financieringsronde van 90 miljoen euro op; en MioTech, een in China gevestigd bedrijf dat zich richt op AI-automatisering van ESG-rapportages, haalde 135 miljoen euro op.

Geopolitieke onzekerheden

De reden voor de afname van fintechinvesteringen ligt vooral in hoge rentetarieven en geopolitieke onzekerheden, die de markt onder druk hebben gezet. De wereldwijde investeringen in de fintechsector daalden met bijna 17 procent naar 47 miljard euro. In de EMEA-regio daalden de investeringen met ruim 40 procent, van 17,5 miljard naar 10,3 miljard euro.

SOFTWAREOPLOSSING FINRUST IN HANDEN VAN BLINQX

De adviessoftware van FinRust is onderdeel geworden van Blinqx Verzekering & Hypotheek. FinRust helpt adviseurs bij financiële planning van klanten.

FinRust is in 2016 opgericht door Marco Kok, Robert-Jan Vugts en Kees-Jan Evers met als missie om iedereen financieel inzicht te bieden. Volgens de oprichters waren voorzieningen vanuit de overheid en werkgever op dit gebied vaak onvoldoende.

Over de softwareoplossing

De softwareoplossing van FinRust ondersteunt adviseurs het om zowel particulieren als ondernemers zogezegd laagdrempelig te informeren en adviseren over de pensioensituatie, vermogensopbouw, lijfrente expiratie, overlijdensrisico en arbeidsongeschiktheid.

‘Beter en completer adviseren’

Blinqx-CEO Ruud van der Kruk laat weten erg blij te zijn om FinRust te verwelkomen. “Marco, Kees-Jan en Robert-Jan hebben als ondernemers een slimme oplossing neergezet die door meer dan 450 advieskantoren in Nederland gebruikt en gewaardeerd wordt. Voor Blinqx Verzekering & Hypotheek voegt FinRust laagdrempelige financiële planning toe aan de totaaloplossing en biedt daarmee adviseurs de mogelijkheid beter en completer te adviseren.” Oprichter van FinRust, Marco Kok, zegt dat de schaalgrootte van Blinqx een sterke basis biedt voor verdere ontwikkeling van het FinRust platform en voor combinaties van oplossingen die de adviseur helpen sneller en beter te adviseren.

NIEUW PLATFORM VOOR VASTGOEDFINANCIERINGEN IN NEDERLAND

In de wereld van vastgoed en financiën is er een nieuw platform gelanceerd: Financieren.nl, opgericht door Arjen Hoek, tevens eigenaar van Domicus.nl, een vastgoedbemiddelingsplatform. Financieren.nl is ontstaan om meerwaarde te kunnen bieden op het gebied van vastgoedfinanciering en om een échte competitieve oplossing te bieden. Het doel? Top 3 bemiddelaar worden van Nederland.

Als eigenaar van Domicus bemiddelt Hoek tussen vastgoedbeleggers, investeerders, en mensen die hun vastgoed willen verkopen. “In de afgelopen periode kwam regelmatig al het onderwerp financieren ter sprake,” vertelt hij. “Want op het moment dat wij een bemiddeling doen voor een beleggingspand, dan wordt dat vaak contant afgerekend. Maar dat wordt dan later wel geherfinancierd. Tijdens die gesprekken hadden we best vaak het gevoel dat we een toegevoegde waarde kunnen bieden, als we ook zouden kunnen helpen met die financieringen.”

In eerste instantie begon Hoek te helpen met financieringen onder Domicus. Na een half jaar startte hij de aparte BV voor Financieren.nl. Achteraf zag Hoek dat er misschien eerder behoefte was aan individuele financieringsoplossingen. “Het was veilig en makkelijk om dit eerst via Domicus als extra dienstverlening op te starten. Tegelijkertijd denk ik dat we wel sneller stappen hadden kunnen maken, als we het direct losgetrokken hadden in een aparte BV.” De beslissing om een apart label te creëren voor financieringsdiensten, maakt het mogelijk een bredere klantengroep aan te spreken, waardoor er nu vaker wordt aangeklopt dan voorheen.

OVERNAMENIEUWS GEMIST?

•Geerts lijft Dieden Financiële Diensten uit Rijen in •Keylane overgenomen door Britse investeerder

•Yellowtail Conclusion neemt risk en compliance specialist Fortrum over

•Yinco (Yellow Hive) neemt Waerdenburgh Assuradeuren over

•Felixx (Yellow Hive) neemt pensioenadviesbureau miQ in business over

•Amerikaanse verzekeringsmakelaar Brown & Brown neemt Quintes over Lees het laatste overnamenieuws op AMweb

IN BEELD

Driekwart van de Nederlandse studenten heeft geen aansprakelijkheidsverzekering. Een inboedelverzekering wordt eveneens door drie op de vier studenten niet nodig gevonden, blijkt uit onderzoek van Allianz Direct. Een gebrek aan kennis over verzekeringen, ondanks de inspanningen van de Stichting Leven en Financien vorig jaar met meer lessen aan mbo-studenten, is de oorzaak van deze situatie, schetst Allianz Direct. Niet alleen bij studenten; ook bij hun ouders. Zo weet ook een kwart van de Nederlanders niet of hun kind onder de aansprakelijkheidsverzekering van de ouders valt als hij of zij de deur uitgaat. Een verzekering zou ook te duur worden gevonden, en dus onnodig, leert het onderzoek.

DEKKINGSGRADEN PENSIOENFONDSEN WEER IN DE LIFT

De indicatieve gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is in augustus gestegen naar 120 procent. Goede rendementen in combinatie met een beperkte daling van de rente zorgden voor een stijging van de dekkingsgraad. Dat blijkt uit de Pensioenthermometer van Aon.

De aandelenmarkten zijn begin augustus direct in de uitverkoop gegaan. Tegenvallende bedrijfsresultaten, een scherpe correctie van Amerikaanse technologieaandelen en een toenemende vrees voor een recessie in de VS hebben de meeste aandelenmarkten aanzienlijk lager gezet en leidden tot dalende rente op obligaties. Zo daalde de MSCI Wereld index in enkele dagen met ongeveer 7 procent en de Japanse Topix-aandelenmarkt op 5 augustus met 12 procent, de grootste daling op één dag in 37 jaar. Tegenvallende Amerikaanse arbeidsmarktcijfers

Een belangrijke trigger waren tegenvallende Amerikaanse arbeidsmarktcijfers: het aantal nieuwe banen in de niet-agrarische sectoren nam slechts met 114.000 toe versus een verwachting van 175.000. Het gemiddelde uurloon steeg en het werkloosheidspercentage liep in juli verder op tot 4,3 procent.

Rectificatie

In het vorige nummer van AM Magazine plaatsten we een nieuwsbericht over MS Amlin. Na publicatie van het magazine zijn er enkele wijzigingen aangebracht in het artikel ten behoeve van de juistheid en volledigheid. Het aangepaste artikel vind je op amweb.nl.

5

Eric Uijen

Functie: Voorzitter van het uitvoerend bestuur van pensioenfonds PME

Waarom: De overgang vanwege de Wet toekomst pensioenen

PME beheert de pensioenen van ruim zeshonderdduizend (oud-) werknemers in de metaal- en techindustrie. Het pensioenfonds wil op 1 januari invaren naar het nieuwe pensioenstelsel. Maar dat is volgens voorzitter van het uitvoerend bestuur Eric Uijen nog wel een “spannend moment”.

Door: Ronald Bruins

1

Wat staat er met de Wtp op stapel?

Uijen: “Ik kan daar, als ik zou willen, drie dagen over praten. Maar dit is de essentie: de Wtp is op 1 juli 2023 ingegaan, maar we werken al jarenlang aan de voorbereiding daarop. De grootste verandering in het nieuwe stelsel is dat iedere deelnemer in feite een persoonlijke pensioenpot krijgt. Het doel is dat pensioenen straks makkelijker kunnen meegroeien met de economie, omdat we minder collectieve buffers hoeven aan te houden. We willen op 1 januari 2026 overstappen en de bestaande pensioenen omzetten naar de nieuwe regeling. ‘Invaren’, zoals dat heet.”

“Die overgang doen we samen met onze uitvoerder TKP en onze vermogensbeheerder MN. Die invoering heeft onze hoogste prioriteit. Dat betekent veel werk aan de uitvoeringskant, maar ook aan het informeren van onze deelnemers en gepensioneerden. Immers, als je gepensioneerd bent, wil je weten of je pensioen omhoog- of omlaaggaat of gelijk blijft. Als je deelnemer bent, krijg je nog meer inzicht in je eigen pensioenpot. Je ziet dan in sommige gevallen een bedrag dat meer kan zijn dan de waarde van je huis.”

2 3 4 5

Je gaf aan dat het moment van invaren spannend kan zijn. Waarom?

“Op het moment dat we invaren, is de stand van de dekkingsgraad van belang. De koersen op beurzen schommelen en dat heeft invloed op onze financiële positie. Het zou heel vervelend zijn als we op het moment van overstappen een grote gebeurtenis in de wereld meemaken, zoals de oorlog in Oekraïne of de coronacrisis. Dat heeft een negatieve impact op onze dekkingsgraad en dus op de persoonlijke pensioenpot van deelnemers. In die zin is dat moment spannend. Financiële markten kunnen onrustig zijn.”

“Echter, we staan er nu met onze dekkingsgraad goed voor. We kunnen een stootje hebben. En we proberen een eventuele schok op de financiële markten zoveel mogelijk op te vangen. Daarvoor hebben we beleggingsinstrumenten en daar hebben we ook een buffer voor aangelegd.”

Hoe zijn de pensioenen in de metaal- en tech-industrie überhaupt

vormgegeven?

“Als je naar onze bedrijfstak, de metaal- en techindustrie, kijkt dan is het overgrote deel van de ondernemingen aangesloten bij ons. Maar een klein deel heeft een eigen regeling bij een verzekeraar of zit bij een OPF (ondernemingspensioenfonds, red.). Die laatste zijn aan het overdenken of ze nog bestaansrecht hebben en veel zijn al naar ons overgestapt. Met de OPF’s hebben we jaarlijks contact en in deze periode nog iets meer. Waarbij wij altijd eerst uitleggen dat we geen commerciële organisatie zijn. Ze zijn welkom, maar het gaat ons om het belang van de deelnemers. Kijk als werkgever naar je eigen positie en naar jouw werknemers en maak dan de beste keuze.”

“Dat wij ervan overtuigd zijn dat we iets goed aanbieden, moge duidelijk zijn. Maar het oordeel ligt bij die werkgever en diens pensioenadviseur. Dat geldt eigenlijk ook voor de overstap van een verzekerde regeling naar ons. Kortom: ik zou tegen pensioenadviseurs en -consultants willen zeggen: neem ons mee in jullie overweging. Daar zitten voordelen aan. Bij ons zijn de resultaten over het algemeen bijvoorbeeld flink beter.”

Jullie werken met beleggingscohorten. Hoe zit dat?

“Alle deelnemers krijgen een persoonlijke pensioenpot, maar we beleggen wel als één groot collectief. Echter, het uitdelen van rendement en bijbehorend risico doen we leeftijdsafhankelijk. Dat zijn die cohorten. Kort gezegd loop je als jongere meer risico, met een grotere kans op een hoger rendement. Naarmate je de pensioendatum nadert, bouwen we het risico af. Dus hoe dichter je bij je pensioen bent, hoe meer zekerheid je over je uitkering krijgt.”

“Dat moeten we aan onze deelnemers natuurlijk goed uitleggen, net als alle andere veranderingen. En dat doen we niet alleen online of per brief. We doen het ook persoonlijk, tijdens pensioenpresentaties in theaters in het land en via onze pensioenconsulenten, die naar bedrijven toegaan. Deze aanpak en toelichting op ons beleggingsbeleid wordt door deelnemers enorm gewaardeerd. Sommige mensen willen nog weleens ons beleggingsresultaat vergelijken met een beleggingscategorie die het op dat moment goed doet. Van bitcoin tot een individueel aandeel. Dan leggen we uit dat we de risico’s en het rendement altijd zorgvuldig afwegen én beleggen met oog voor de écht lange termijn. Dat is wat anders dan speculeren op een categorie die op dat moment populair is.”

Onlangs stemde de Tweede Kamer in met een motie om het beleggingsrendement op één te zetten. Vervolgens mocht je bij RTL-Z en Nieuwsuur uitleggen hoe het daadwerkelijk zat.

“Ja klopt. In die motie werd te makkelijk gesteld dat verantwoord beleggen en rendement elkaar bijten. Terwijl ze, zeker gezien de lange termijnen waar we als pensioenfonds mee rekenen, juist hand in hand gaan. Uit diverse onderzoeken blijkt ook dat je met duurzaam beleggen juist minder risico’s loopt en gewoon een goed rendement kunt behalen.”

“Je mijdt bijvoorbeeld beleggingsobjecten die op termijn geen waarde meer hebben, omdat ze niet-duurzaam zijn. Denk aan kolen. Dat noemen we stranded assets. Het meenemen van duurzaamheidsoverwegingen in de uitvoering van het beleggingsbeleid is dan ook niet activistisch of ideëel. Het is juist heel realistisch. Het gaat om het managen van risico’s en is dus onze core business.”

“Het meenemen van duurzaamheidsoverwegingen in de uitvoering van het beleggingsbeleid is niet activistisch of ideëel.”

“CYBERVERZEKERINGEN LOPEN ACHTER OP DE ACTUALITEIT”

De polisvoorwaarden van cyberverzekeringen lopen achter op de actualiteit, waarbij hackers steeds vaker uit zijn op data. Dat zegt de CEO van Computest Security, Dennis de Hoog.

Door: Alexandra Meijer

“ALS

“Acceptatiecriteria die vanuit verzekeraars worden gehanteerd voor de cyberpolis, lopen achter ten opzichte van de modus operandi van cybercriminelen. Veel criteria gaan nog over het versleutelen van back-ups om te voorkomen dat de bedrijfscontinuïteit bij een cyberaanval in gevaar komt”, aldus De Hoog. Dat komt uit de tijd dat cybercriminelen zo snel mogelijk zo’n back-up probeerden te versleutelen om bedrijven daarmee af te persen.

De werkwijze op het gebied van cyberaanvallen is de afgelopen periode echter veranderd, vertelt hij. Als voorbeeld noemt De Hoog de hack bij Ticketmaster, waarbij de hackers claimden dat ze de persoonlijke gegevens van 560 miljoen klanten hadden bemachtigd. Het doel is nu om zo snel mogelijk zoveel mogelijk data te stelen en daar steeds delen van te publiceren op het dark web, stelt hij.

Experimenten met detectie

“Dat is het afpersingsmechanisme dat ze gebruiken. Met het openbaar maken van privacygevoelige gegevens, worden getroffen organisaties in verlegenheid gebracht en wordt duidelijk dat een succesvolle hack heeft geresulteerd in een datalek. Dat moet gemeld worden bij de autoriteiten en aan de betrokken consumenten. Op het moment dat er een nog groter datalek dreigt, neemt de bereidheid tot het betalen van losgeld daarom toe.”

De Hoog laat weten dat een aantal verzekeraars al wel experimenteert met maatregelen hiertegen. Bijvoorbeeld door middel van detectie. “Hier komt de laatste jaren steeds meer aandacht voor. Als je niet weet dat je aangevallen wordt, ben je namelijk automatisch te laat en kun je de schade niet beperken.”

Oorzaken achterstand

De kloof tussen de werkwijze van cybercriminelen en de voorwaarden die verzekeraars hanteren, heeft volgens

De Hoog een paar oorzaken. “Een klassiek brand- of diefstalrisico is statischer. Digitale risico’s zijn veel meer in beweging. Het is in die zin ook spannend voor verzekeraars om daarop in te spelen.”

De Hoog is bekend met de financiële dienstverlening. In de begindagen van de cyberverzekering was hij risico-adviseur bij Aon. Hij ziet dan ook weinig evolutie in de manier waarop de cyberpolis is opgebouwd.

“Deze was tien jaar geleden vrijwel hetzelfde. Het is een soort digitale EHBO-kit, waar een onder meer juridisch expert, een forensisch specialist en crisiscommunica-

thema: SCHADE

Dennis de Hoog: “Alle verzekeraars en verzekeringsmakelaars willen dat grote marktaandeel veroveren, maar het gebeurt al tien jaar niet.”

de Hoog: “Laat

tiedeskundige in zit. Ondertussen heeft de wereld niet stilgestaan, dus veel (potentiële) klanten hebben op deze gebieden al iets geregeld.”

Daarnaast moeten bedrijven in toenemende mate aantonen dat hun digitale beveiliging op orde is, benoemt De Hoog. “Dit laat je zien door onder andere een cyberverzekering te hebben, maar op de een of andere manier resoneert dit niet. Alle verzekeraars en verzekeringsmakelaars willen dat grote marktaandeel veroveren, maar het gebeurt al tien jaar niet.”

Niet meer interessant

Hoewel De Hoog inziet dat verzekeraars een risico-afweging moeten maken, is hij kritisch op de markt van de afgelopen jaren. “Aan de ene kant werd het duurder om een polis af te sluiten en daarnaast kwamen er allerlei uitsluitingen. Die dekkingen kon je dan weer tegen

“DIGITALE RISICO’S ZIJN VEEL MEER IN BEWEGING. HET IS IN DIE ZIN OOK SPANNEND

betaling aan de polis toevoegen. Voor veel potentiële verzekerden was het niet meer interessant, ook omdat ze zich afvroegen wat ze hiervoor terugkregen.”

Het afgelopen jaar wist Computest Security oud AonCEO Marc van Nuland aan zich te binden als strategisch adviseur. Met hem heeft De Hoog het regelmatig over de verzekerbaarheid van cyberrisico’s. Samen proberen ze onder meer te achterhalen waarom die enorme vraag naar cyberverzekeringen uitblijft. “Is het te weinig bekend? Sluit het onvoldoende op de behoefte aan?”, vraagt De Hoog zich hardop af.

Nieuwe cyberverzekeringen

“Daarom zijn we in gesprek gegaan met verzekeraars en makelaars. Dit leidde tot veel positieve respons”, vertelt De Hoog. Hierbij wordt gekeken naar geïntegreerde oplossingen die ervoor zorgen dat verzekerden zich gedurende de hele looptijd van de verzekering gesterkt voelen.

Daarnaast moet de hulp van Computest Security ervoor zorgen dat het risico op een incident met bijvoorbeeld preventieve maatregelen wordt verlaagd. Er loopt momenteel al een aantal trajecten, waarbij het bedrijf samen met de verzekeraar nieuwe (varianten van) cyberverzekeringen ontwikkelt.

“Laat zien dat je je niet alleen op die EHBO-kit focust bij een incident, maar zet de stap naar voren in de keten van beveiliging door te beginnen bij preventie en te werken aan detectie. Dat kan heel erg helpen, want dan bied je niet langer een puntoplossing voor wanneer het misgaat, maar zorg je ook dat de kans kleiner wordt dat het misgaat”, aldus De Hoog.

Dennis
zien dat je niet alleen op die EHBO-kit focust bij een incident, maar zet de stap naar voren in de keten van beveiliging.”

ARNO ONINK

is directeur/eigenaar van adviesbureau Trend-Rx

ZORGT LEMONADE VOOR BLIJVEND HOGE SCHADEPROVISIES?

Terwijl assurantieadviseurs en hun vertegenwoordigers zich nog altijd vooral druk maken over het achterhoedegevecht dat provisietransparantie voor schadeproducten heet, lijkt hen te ontgaan dat de schademarkt hen langzaam ontglipt. En dat is vervelender dan zij zich lijken te realiseren.

De levenmarkt is ingestort, de hypotheekmarkt krijgt klappen en aanvullende diensten en de beleggingsmarkt kwamen nooit los. Het schadesegment wordt daardoor relatief steeds belangrijker voor adviseurs. Echter, zonder dat zij hier actief op reageren. Om Bill Gates weer eens aan te halen: “We overschatten de invloed van veranderingen op korte termijn en onderschatten de impact van veranderingen op lange termijn.”

naar 255 miljoen euro. Daarvan ging ruim 30 miljoen euro naar adviseurs, zonder dat daar enige noemenswaardige inspanning tegenover stond. In het brandsegment gebeurde iets vergelijkbaars. Goede business voor de adviseur, maar maatschappelijk eigenlijk niet meer verantwoord. Het pleidooi dat hier onlangs werd gehouden voor verhoging van provisies, verbijsterde mij dan ook ronduit.

thema: SCHADE

Adviseurs lopen marktaandeel mis In het schadesegment lopen adviseurs steeds meer marktaandeel mis. In 2015 bedroeg het marktaandeel van adviseurs op de schademarkt nog 61 procent. In 2023 was dit gedaald naar 57 procent. Geen wereldschokkende daling, maar wel een permanente. In het autosegment, goed voor bijna 45 procent van het premievolume op de schademarkt, is het aandeel al tot onder de 50 procent gedaald. Vooral omdat het intermediaire kanaal gewoon te duur is.

Gemiddeld kostte een autoverzekering in 2023 423 euro. De gemiddelde provisie bedroeg net iets meer dan 20 procent, ofwel 85 euro per jaar. Na tien jaar looptijd is dat bedrag voor dit eenvoudige product al bijna opgelopen tot de kosten van een complex hypotheekadvies. Door het doorlopende karakter van provisies zijn deze kosten simpelweg te hoog geworden.

Verbijsterend pleidooi voor verhoging provisies

In 2023 was de Nederlandse schadeverzekeringsmarkt 13,9 miljard euro groot. Daarvan ging 2,3 miljard euro op aan commerciële kosten, grotendeels provisies die werden betaald aan adviseurs. En dat bedrag wordt jaarlijks verhoogd. Het premievolume op de automarkt steeg in 2023

Want wie betaalt dit alles? Juist, de klant. Particulieren stappen steeds vaker over naar goedkopere direct writers, die commercieel veel efficiënter zijn. Dé reden waarom op NH1816 na, eigenlijk alle intermediaire maatschappijen marktaandeel inleveren. De maatschappijen zien dit ook. Ingrijpen in de commerciële kosten is voor hen onontkoombaar.

Onverwachte redder in nood Gelukkig voor de adviseurs is er misschien een onverwachte redder in nood. Lemonade, dat er zelf ook langzaam achter komt dat het een standaard verzekeringsmaatschappij zonder onderscheidend vermogen is, kondigde vorige week aan in de Verenigende Staten provisies voor adviseurs fors te verhogen. In Nederland verkoopt Lemonade al via Independer. Dit kan worden uitgebreid naar andere intermediairs. Komt insurtech zo dan uiteindelijk tot de redding van traditionele adviseurs? Misschien. Of dat een goede zaak is, mag u zelf beoordelen.

'EEN

BELANGRIJK ASPECT VAN SCHADEPREVENTIE ZIT IN BEWUST HANDELEN'

Vermijd veelvoorkomende najaarsschades met preventietips

Diverse onderzoeken tonen aan dat meer dan een kwart van de woningeigenaren onderhoud aan hun woning uitstelt. Terwijl schade aan een woning die voorkomen had kunnen worden, bijna nooit gedekt is. In de herfst zijn vooral hoosbuien, rondfladderende bladeren en warmtebronnen beruchte schadeveroorzakers. Voor ons in het verzekeringswezen misschien gesneden koek, maar voor de gemiddelde drukbezette consument of ondernemer is preventie vaak iets waar hij aan denkt nadat de storm al is gaan liggen. Daarbij neemt door klimaatverandering de kans op extreem weer, en dus op schade, alleen maar toe.

Preventie vormt een cruciaal onderdeel in het verkleinen van risico’s op schade. Daarin is ook een belangrijke rol voor de adviseur weggelegd. In het Waarde van Advies model van de HAN University of Applied Sciences (Adfiz Advies in Cijfers 2023-2024) prijkt ‘meer preventie’ dan ook bovenaan de lijst van immateriële waarden van advies voor individuele consumenten. En het zijn

daarbij juist ook de preventietips van alledag die de consument kunnen helpen om potentieel grote schade te voorkomen.

Schaderisico’s

Teamleider schade brand Aad van Loo en teamleider schade motorrijtuigen Frank Altink van Klaverblad zetten de meest voorkomende schades voor komend seizoen op een rij én geven

tips voor maatregelen die je klant hiertegen kan nemen.

Brandschade

“Brandschade aan woningen zien we in de herfst weer vaker. Doordat de schoorsteen voor het eerst aan gaat, de cv-ketel opeens harder moet werken of doordat er weer meer binnen gekookt wordt en de kaarsen aangaan. Er is

veel klein onderhoud dat je klant kan (laten) doen wat helpt om brand te voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan het laten vegen van de schoorsteen voordat er weer gestookt wordt en het jaarlijks laten keuren van de cv-ketel. Ook is het verstandig om te zorgen voor een branddeken in de keuken en een kleine brandblusser. Let daarbij op de houdbaarheidsdatum van de brandblusser. Als de blusser niet meer houdbaar is, kan het zijn dat er niet genoeg druk is of het poeder te veel is samengeklonterd.”

Waterschade

"Waterschade komt in de herfst regelmatig voor, vooral door verstopte dakgoten en afvoeren. Dit is een bekend fenomeen voor degenen die dagelijks met schade te maken hebben, maar voor de drukke tandarts of kapper veel minder vanzelfsprekend. Een verstopping door ophopende bladeren kan sneller optreden dan je denkt. Het is daarom belangrijk om dakgoten regelmatig te controleren."

Stormschades

“Veel mensen vergeten zodra het weer slechter begint te worden losse voorwerpen op te bergen,

zoals tuinmeubilair, parasols, zandbakken et cetera. Op het moment dat er dan (onverwacht) een storm over het land raast, kan er makkelijk en snel schade ontstaan. Nog zo’n veelvoorkomend geval van stormschade gaat gepaard met

Preventie vormt een
cruciaal onderdeel in het verkleinen van risico’s op schade

de dakbedekking. Het is dan ook goed dat je klanten dit zeker eens in de 5 jaar laten controleren. Zijn de loodslabben nog in orde, liggen de dakpannen nog recht?”

Autoschade

“We zien ook andere soorten autoschades door slecht weer en storm. Alleen al door slim te parkeren kunnen mensen door slecht weer/storm schade uit de weg gaan. Bijvoorbeeld door niet naast motoren of onder bomen te parkeren. Maar ook door alert te zijn bij het uitstappen en

het portier goed vast te houden kan schade bij slecht weer worden voorkomen. Daarnaast ontstaan er ook ongelukken doordat mensen met natte jassen in de auto gaan zitten en de ruiten daardoor beslaan. Of doordat ze zich toch verkijken op de gladheid die neergevallen bladeren met zich meebrengen. Een belangrijk aspect van schadepreventie zit bij deze gevallen dus echt in bewust handelen.”

Bereikbaarheid

Als er dan toch schade ontstaat, is het prettig dat het goed wordt afgehandeld. “Onze Claimsteams zijn goed bereikbaar en zorgen voor een zo snel mogelijke afhandeling van de schade. Zeker in het geval van een grote storm, zoals het weekend dat storm Eunice door het land raasde. In dit soort extreme situaties wordt er direct opgeschaald, zodat adviseurs ook dan direct een deskundige medewerker aan de lijn krijgen. In het weekend van storm Eunice stonden we 700 bellers te woord. Die waren prettig verrast toch zo snel iemand aan de lijn te krijgen. En wij waren blij dat we op dat moment echt konden helpen.”

Dit artikel is gesponsord door Klaverblad Verzekeringen.

OMKERING BEWIJSLAST

BLIK OP TELEFOON DOET

MOTORRIJDER ONDANKS VOORRANG DAS OM

‘Netjes’ voorrang verleend, maar toch afgeleid geweest door de telefoon? Dan kan dat bij een verkeersongeval extra vervelend uitpakken. Steeds meer rechters draaien in dat soort gevallen de bewijslast om, ziet DAS. De rechtsbijstandsverzekeraar legt de gevolgen met een paar casussen uit.

Door: Alexandra Meijer

DAS meldde enige tijd geleden al dat telefoongebruik tijdens het rijden steeds vaker tot ongelukken leidt. Onlangs liet de rechtsbijstandsverzekeraar opnieuw van zich horen, omdat blijkt dat de meeste bestuurders helemaal niet beseffen wat dit gevaarlijke gedrag betekent voor het aandeel eigen schuld en aansprakelijkheid bij een ongeval.

Door dit artikel hierover op AMweb ontstond op LinkedIn de behoefte aan een concrete casus. Rembrandt Groenewegen, senior jurist Verkeer & Letsel bij DAS, zet zich in om schade te verhalen voor klanten die vaak alleen WA-verzekerd zijn. Vorig jaar behandelde hij zo’n zaak waarbij de bewijslast werd omgedraaid, omdat de tegenpartij vlak voor het ongeluk op zijn telefoon keek.

Motorrijder geeft telefoongebruik toe “Onze klant in Den Haag reed vanuit een uitrit de weg op en botste tegen een motorrijder. De verzekeraar erkende geen aansprakelijkheid, omdat onze klant geen voorrang had verleend. Maar volgens hem had de motorrijder op zijn telefoon gezeten”, vertelt Groenewegen. De vraag is dan, heeft de man daar bewijs voor?

De klant bleek een complete appwisseling met de motorrijder te hebben. Daarin verklaarde de tegenpartij tot in detail dat zijn toestel in de houder had gezeten en dat hij onderweg naar een vriend op zijn telefoon keek. Toen hij opkeek, botste hij tegen het andere voertuig.

REMBRANDT GROENEWEGEN:
“DE RECHTER HEEFT ONS OP ALLE PUNTEN VAN DE DAGVAARDING GELIJK GEGEVEN.”

Rembrandt Groenewegen: “Los van het geld dat het kan kosten, moeten mensen bewust zijn dat ze de ander of zichzelf in de kreukels kunnen rijden.”

Verzekeraar houdt voet bij stuk

Dat was voor Groenewegen als jurist reden om te beargumenteren dat er sprake was van ‘gevaarzettend gedrag’. Hij voerde artikel 162 Burgerlijk Wetboek 6, artikel 5 Wegenverkeerswet en de kelderluikcriteria aan om de bewijslast om te kunnen draaien. Ook gebruikte hij een eerdere uitspraak van het hof, waarin onoplettendheid tijdens het rijden werd bewezen vanwege gerommel met autopapieren.

De verzekeraar wilde daar alsnog niet in meegaan en bleef bij het feit dat de klant geen voorrang had verleend. Het voorrangsrecht in Nederland is nog steeds één van de sterkste rechten waar men als bestuurder in het verkeer aanspraak op kan maken. Bij het verlenen van voorrang moet een bestuurder extra voorzichtig en alert zijn. Men mag het overige verkeer niet hinderen.

“Hier wordt nog steeds aan vastgehouden. Belangrijk is om in iedere zaak goed de feiten en omstandigheden te beoordelen. Uiteindelijk is

“HET OMDRAAIEN VAN DE BEWIJSLAST KOMT IN HET CIVIELE RECHT STEEDS VAKER TERUG.”

het een zitting geworden, waar de verzekeraar niet is komen opdagen. De rechter heeft ons op alle punten van de dagvaarding gelijk gegeven. De claim is volledig toegewezen.” Het is volgens Groenewegen veelzeggend dat de rechter daarin meegaat.

Invloed premie en schadevrije jaren

DAS laat weten geen inzicht te hebben in de kosten voor de wederpartij en eventuele consequenties voor zijn of haar verzekering of premie. “Het algemene beeld is wel dat de invloed op de premie en schadevrije jaren hetzelfde is. Of het nu om 500 euro of 20.000 euro schade gaat”, aldus Groenewegen.

“HET

OMDRAAIEN VAN DE BEWIJSLAST KOMT IN HET CIVIELE

RECHT STEEDS VAKER TERUG.”

De jurist haalt ook een andere casus aan, waarbij een klant van links kwam op een gelijkwaardige kruising. De tegenpartij kwam van rechts en had dus voorrang, maar sneed de bocht volledig en onnodig af, had zijn ruiten niet goed gekrabd, werd verblind door de zon én reed toch door. De klant kwam in eenzelfde situatie terecht, waarbij de verzekeraar niet wilde betalen. “Er volgde een dagvaarding en de zaak kwam op de rol bij de rechtbank, maar de advocaat van de verzekeraar van de tegenpartij voelde de bui al hangen en is erin meegegaan.”

In een eerdere uitspraak oordeelde een strafrechter dat doorrijden bij verblinding door de zon ook onder ‘gevaarzettend gedrag’ valt. Deze rechter oordeelde dat de persoon nagelaten had voorzorgsmaatregelen te nemen tegen verblinding door de zon en daardoor aanmerkelijk onoplettend en onvoorzichtig is geweest.

“Het omdraaien van de bewijslast komt in het civiele recht steeds vaker terug”, zegt Groenewegen. Bewijzen dat de tegenpartij gevaarlijk bezig was, blijft echter lastig. “Maar als dat bewijs er overtuigend is, sta je sterk. Dan moet de tegenpartij aantonen dat de aanrijding ook was gebeurd zonder telefoongebruik of ander gevaarlijk gedrag.”

Gevolgen voor motorrijder

Als de motorrijder niet op zijn telefoon had gekeken, dan zou hij ook zijn eigen schade vergoed krijgen. In dit geval moet hij opdraaien voor zijn eigen schade. “Dat kan schade zijn aan

TWEE CATEGORIEËN GEVAARLIJK GEDRAG

DAS ziet twee categorieën als het om gevaarlijk gedrag gaat. Het eerste is vooral weggebruik, zoals het afsnijden van bochten, in tegengestelde richting rijden en bumperkleven. Ook dit komt steeds vaker voor, laat Groenewegen weten. De tweede categorie slaat meer op gedrag in en rond de auto. Daaronder vallen onder meer telefoongebruik, muziek instellen, papieren zoeken en make-up aanbrengen.

zijn motor, maar dat kan ook letselschade zijn of schade aan kleding of andere goederen. Daarnaast heeft een schadevergoeding vanuit zijn verzekeraar waarschijnlijk invloed op zijn premie en schadevrije jaren. Tenzij hij een no-claimbeschermer heeft”, legt Groenewegen uit. “Aan deze beschermer zitten meestal wel voorwaarden.”

“Daarnaast loop je nog het risico dat als er een ongeval ontstaat met letsel en je hebt gevaarlijk gehandeld, dat justitie besluit om je strafrechtelijk te vervolgen. Dan kun je bijvoorbeeld gedagvaard worden voor de rechter of een strafbeschikking krijgen. Als je die accepteert of je wordt door de rechter veroordeeld, dan krijg je naast een straf ook vaak een boete en kun je een aantekening krijgen in jouw justitiële documentatie (strafblad, red.)”, vertelt Groenewegen.

Een verzekeraar zal volgens hem niet zo gauw de eigen schade terugvorderen als er alleen sprake is van telefoongebruik, omdat dit geen gangbare uitsluitingsgrond is. In de meeste gevallen is dat nu niet mogelijk. Dat is een ander verhaal bij verdovende middelen, zoals alcohol of drugs, in het verkeer. Dan is er sprake van een misdrijf. Dan stelt de verzekeraar het slachtoffer schadeloos. Vervolgens heeft de verzekeraar in de meeste gevallen de mogelijkheid de schade terug te vorderen op de eigen verzekerde. “Die kosten kunnen flink oplopen. Ik sluit niet uit dat telefoongebruik achter het stuur, net als alcohol- en drugsgebruik, in de toekomst ook als een misdrijf kan worden gezien.”

De wegen drukker

Op de vraag hoe gevaarlijk gedrag op de weg zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld, antwoordt Groenewegen dat het altijd al heeft gespeeld. “Maar we leven natuurlijk wel in een tijd waarin het steeds drukker wordt. Mensen willen sneller op plaats van bestemming zijn en zijn ongeduldiger in het verkeer. Ze nemen even dat telefoontje op, stellen navigatie tijdens het rijden in, maken zich op, pakken snel een verdrijvingsvlak of busstrook mee of zitten kort op de voorligger.”

Het meest voorkomende risicogedrag dat DAS achter het stuur ziet, is het telefoongebruik. Tegelijk is het ook de meest gehoorde verklaring vanuit klanten die betrokken waren bij een botsing: ‘Hij was afgeleid door zijn telefoon en daardoor kon hij mij niet op tijd zien.’ De andere partij ontkent dat meestal volgens Groenewegen. Tot slot benadrukt de rechtsbijstandsverzekeraar dat in de bewustwording nog een weg te gaan is. “Los van het geld dat het kan kosten – sommigen interesseert dat weinig – moeten mensen bewust zijn dat ze de ander of zichzelf in de kreukels kunnen rijden.”

HARRIE-JAN VAN NUNEN

is directeur Product en Innovatie Hypotheken bij Veldsink Groep

BRIEF AAN MONA KEIJZER

Lieve Mona, ik ben ten einde raad! Als hypotheekadviseur heb ik iedere dag te maken met de eigenwoningregeling. De complexiteit hiervan is een labyrint waar ik, en ik weet velen met mij, dagelijks in verdwaal.

Deze regeling, ooit bedoeld om huiseigenaren te ondersteunen, is uitgegroeid tot een hydra met vele koppen. Elke keer als ik denk dat ik er één heb getemd, duikt er weer een nieuwe op, soms nog verwarrender dan de vorige.

Dit komt deels ook omdat uw voorgangers elkaars uitleg corrigeerden. De constante stroom aan veranderingen sinds 2001, laat zelfs de meest doorgewinterde professionals vastlopen.

Emotionele achtbaan

Dagelijks lees ik alle vragen en antwoorden hierover op sociale media. Ik volg al jaren trouw alle PE-bijeenkomsten over dit onderwerp. Maar tijdens die trainingen heb ik altijd alle gegevens bij de hand. In de praktijk hebben mijn klanten dat niet!

Zij kennen hun woonhistorie niet tot in detail, noch de exacte cijfers van hun hypotheek. En dan heb ik het nog niet eens over de emotionele achtbaan van samenwonen, trouwen en scheiden, en dat soms een paar keer achter elkaar, wat de puzzel alleen maar ingewikkelder maakt.

Soms heb ik geluk

Heel soms heb ik geluk. Dan weet ik de volledige fiscale positie te doorgronden en kan ik mijn klanten voorzien van gedegen advies. Maar dan toont de klant zijn aangifte inkomstenbelasting, die weer een ander beeld geeft. Een beeld waar zij zich, begrijpelijk, aan willen vasthouden.

Getuigt van lef

Mijn geloof ging uit naar een nieuw kabinet. In uw programma vol hoop, lef en trots lees ik echter dat u voornemens bent vast te houden aan het oude vertrouwde. Vol trots staat er dat er geen wijzigingen in de eigenwoningregeling gaan plaatsvinden.

Geen wijzigingen en dus geen verlichting van de complexiteit die ons zo bezwaart. Met de evaluatie van de eigenwoningregeling in het achterhoofd, getuigt dat inderdaad van lef! Maar zou wijsheid ons nu niet beter moeten leiden?

Pleiten voor vereenvoudiging

Lieve Mona, namens alle adviseurs wil ik vragen om beter ten halve te keren. Laten we samen pleiten voor een vereenvoudiging van de eigenwoningregeling. Een nieuw systeem dat transparantie en begrip bevordert, in plaats van vasthouden aan een systeem dat verwarring en frustratie creëert.

CHATTELLON (NH1816)

“VOORDEADVISEUR HEEFT ONZE VERWACHTINGEN OVERTROFFEN”

Het overnamefonds van De Goudse en Nh1816, VoordeAdviseur, blijkt een halfjaar na de lancering al een succes. Beide verzekeraars laten weten dat ze voorlopen in hun ambitie om in het eerste jaar twaalf overnames te financieren. Commercieel directeur van De Goudse Bernardo Walta, senior manager Commercie Janwillem Swart en financieel directeur Rémon Chattellon, beiden van Nh1816, vertellen.

Door: Alexandra Meijer

Het drietal verzamelde om de stand van zaken met AM te delen. Gevraagd naar de bevindingen met betrekking tot het overnamefonds in het eerste half jaar, zegt Swart: “We hebben een behoefte vanuit de adviseur ingevuld door een alternatief financieringsvehikel neer te zetten. Dat is heel goed ontvangen en we kunnen het eerste half jaar al van een succes spreken.”

Zeven in de pijplijn

Chattellon vult aan: “Het heeft onze verwachtingen overtroffen. De ambitie die we aan de start hebben benoemd om twaalf financieringen in een jaar te doen, gaan we ruimschoots halen. We zitten momenteel op zeven financieringen en er zitten alweer zeven in de pijplijn.” Walta laat weten blij te zijn met het signaal dat De Goudse en Nh1816 hiermee gezamenlijk richting de markt hebben gegeven. “We vinden het belangrijk om kantoren te ondersteunen in hun zelfstandigheid.”

Swart benoemt dat assurantieondernemers die met financieringsvragen komen, snel antwoord krijgen. De uitvoering van het fonds is in handen van mkb-financier Voordegroei, waar De Goudse als aandeelhouder bij betrokken is. “Voordegroei reageert veel makkelijker, sneller en duidelijker dan bijvoorbeeld een bank. Zij zijn er meer in gespecialiseerd en kijken anders naar de cijfers dan een bank”, vertelt Swart.

Vaak sprake van aandelenoverdracht

Het grootste aantal aanvragen betreft aandelenoverdracht, vertelt Chattellon. Vaak

JANWILLEM SWART:

“VOORDEGROEI REAGEERT VEEL
MAKKELIJKER, SNELLER EN DUIDELIJKER DAN BIJVOORBEELD EEN BANK.”

RÉMON CHATTELLON:

“HET HEEFT ONZE VERWACHTINGEN OVERTROFFEN.”

gaat het dan om bedrijfsopvolging binnen de familie of binnen het bedrijf, doordat een werknemer het stokje overneemt. Dat varieert heel erg volgens hem. “Wat ook gebeurt is dat ze een portefeuille in de regio tegenkomen die ze interessant vinden om hun productenpallet of omvang mee uit te breiden. Dan gaat het om een portefeuillefinanciering.”

Voordegroei beoordeelt de financieringsaanvragen. Deze moeten aan bepaalde criteria voldoen. Swart: “Die onafhankelijke aanpak is heel fijn en de ruggespraak is ook goed. Als het financieel een positief plaatje is, dan staat Voordegroei voor assurantieondernemers klaar om vragen te beantwoorden en te kijken naar de mogelijkheden.” Al zou de aanvraag niet passen bij De Goudse en Nh1816, dan zouden de mkb-financiers kunnen beslissen om hier zelf wel mee door te gaan.

Recht in de ogen kunnen aankijken

VoordeAdviseur werd afgelopen oktober in het leven geroepen om zogezegd het provinciale kanaal te behouden en als tegengeluid voor de grote consolidatoren. Of het nu om bedrijfsopvolging of een portefeuillefinanciering gaat, Swart vindt het belangrijk dat

intermediairs op de hoogte zijn van de mogelijkheden. “Die zijn vaak toegankelijker dan ze van tevoren hadden gedacht. Bovendien blijft op deze manier de werkwijze en klantbenadering in stand, waardoor ze ook na de overdracht klanten nog recht in de ogen kunnen kijken”, zegt hij.

Henry Faken van Brink Bedrijfsverzekeringen is zo’n adviseur die met de hulp van VoordeAdviseur een ander advieskantoor overnam. Op de website van Voordegroei is te lezen hoe Faken vorig jaar door iemand van De Goudse werd getipt dat een andere assurantieondernemer in de regio een opvolger zocht. Bij de oriëntatie voor de financiering bleek het voorstel van VoordeAdviseur een stuk interessanter dan dat van de bank, legt Faken uit.

Deel overnemen

Een ander voorbeeld is het verhaal van Sander Spitzers van Aarendonk Advies. Zijn compagnon ging met pensioen. Met de financiering van VoordeAdviseur kon hij haar deel van het bedrijf overnemen. Ook adviseurs die niet samenwerken met De Goudse of Nh1816 kunnen een aanvraag doen. Chattellon vertelt dat dit inmiddels al eens is voorgekomen. “Voor ons is het duidelijk gescheiden, een aanstelling heeft daar niks mee te maken”, aldus Walta.

BERNARDO WALTA: “WE VINDEN HET BELANGRIJK OM KANTOREN TE ONDERSTEUNEN IN HUN ZELFSTANDIGHEID.”

WEEFFOUT PROVISIETRANSPARANTIE DIRECT WRITERS

“LAATSTE WOORD NOG NIET OVER GEZEGD”

thema: SCHADE

Het ongelijke speelveld tussen adviseurs en direct writers op het gebied van actieve provisietransparantie blijft een thema, ook nu de wetswijziging van kracht is. Maar belangenbehartiger Adfiz laat het er niet bij zitten, gaf Enno Wiertsema al aan. “Over deze weeffout is het laatste woord nog niet gezegd.”

Door: Aäron van der Sanden

Enno Wiertsema: “Fouten maken is niet erg, als je die maar herstelt als wetgever.”

Eerst een positieve noot. Met de verandering van ‘exacte nominale bedragen’ naar ‘fijnmazig gemiddelde’ heeft de wetgever ervoor gezorgd dat de actieve provisietransparantie voor particuliere schadeverzekeringen in ieder geval uitvoerbaar is. Die wil Enno Wiertsema, directeur van branchevereniging Adfiz, het ministerie van Financiën wel geven.

Fractie van kosten direct writers

Maar aan een tweede voorwaarde die Adfiz stelde aan de wetswijziging, is niet voldaan: een gelijk speelveld binnen de gehele verzekeringsbranche en dan met name die tussen de adviseurs en de direct writers. “Daar is ‘iets’ fout gegaan”, stelt Wiertsema. Dat illustreert hij aan de hand van een concreet voorbeeld. Waar een adviseur transparant moet zijn over onder meer personeelskosten, kantoorkosten, exploitatiekosten en álle verkoopkosten, hoeft

HOE MET NORMEN OMGAAN?

Adviseurs moeten zelf bepalen hoe ze met de open normen in de wet omgaan. Adfiz adviseert hen wel om die keuzes vast te leggen. Daarvoor heeft de brancheorganisatie het model beleid provisietransparantie ontwikkeld. Dit model biedt handvatten om een eenduidig beleid vast te leggen voor alle betrokken medewerkers en om op een consistente wijze uitvoering te geven aan de informatieplicht van advieskantoren.

de direct writer slechts transparant over een subonderdeel van de verkoopkosten: de leadvergoeding. Wiertsema: “Alle direct writers en de regelgever zeggen nu dat ze net zo goed transparant moeten zijn, maar dat is niet zo. Ja, over een fractie van de kosten.”

De directeur van Adfiz snapt wel hoe dit erin is geslopen. “Direct writers geven veel geld uit aan leadkosten,

klikvergoedingen, hoe je het ook wilt noemen. Misschien nog wel meer dan wat een verzekeraar kwijt is aan provisie. Maar uiteindelijk hoeven ze alleen maar transparant te zijn over de leadkosten voor die ene klant die daadwerkelijk iets afsluit. Terwijl het meeste geld wordt betaald voor leads die uiteindelijk geen product afsluiten. En dáár hoeven ze dus niet transparant over te zijn.”

Een weeffout die Adfiz al snel in de smiezen had en bij de regelgever aankaartte, maar die tot op heden niet is rechtgetrokken. “Deze fout heeft er áltijd ingezeten. Volgens onze juristen is het niet eens wettelijk toegestaan.”

Strenger dan Europa voorschreef Hoe dat zit? Provisietransparantie ligt verankerd in de Europese Insurance Distribution Directive (IDD) uit 2017. In heel Europa moeten alle adviseurs en bemiddelaars transparant zijn over de aard van de beloning: is het fee, provisie of iets anders? Maar goed, dat was in Nederland allang het geval. “Toen heeft de wetgever niet gezegd: ‘wat fijn dat Europa een been bijtrekt’. Nee, die wilde dat we in Nederland wat verder gingen. Dus niet alleen transparant zijn over de aard van de beloning, maar ook de hoogte daarvan.” En zo geschiedde: strenger dan de Europese wet mag namelijk wel, zwakker niet. ‘Minimum harmonisering’ heet dat.

Daar zijn dan wel regels voor opgesteld, in het EU-verdrag voor vrije dienstverlening. Eén van de regels is dat als je minimum harmonisering zwaarder doorvoert, dat dit dan voor de hele

“ALLE DIRECT WRITERS EN DE REGELGEVER ZEGGEN NU DAT ZE NET ZO GOED TRANSPARANT MOETEN
ZIJN, MAAR DAT IS NIET ZO.” ENNO WIERTSEMA:
“WE LATEN HET ER NIET BIJ ZITTEN.”

markt geldt. “En volgens juristen gaat het hierbij over de hele verzekeringsmarkt, niet alleen die van de tussenpersoon.” En zouden direct writers daarmee even transparant moeten zijn als adviseurs over de kosten die zij maken. Dus voldoet de wetswijziging niet aan de Europese regels, concludeert Wiertsema.

Jullie gaan hier nog over in conclaaf?

“Hier is het laatste woord nog niet over gezegd. We laten het er niet bij zitten, maar je hoorde ons er voor 1 juli niet echt over, omdat we vooral bezig waren leden en niet-leden te helpen met het voldoen aan de regels.”

Ook de AFM rept verder met geen woord over meer dan alleen de leadvergoedingen voor direct writers. Een gemiste kans volgens jullie?

“Nee, ik snap de AFM wel. Kijk, er zitten wel meer fouten in. Als je die zou volgen, dan hoeven ook vrijgestelden, dus fietsenmakers die een verzekering verkopen, niet transparant te zijn. Daarvan heeft de AFM gezegd: ‘Jongens, dat is een fout in de wet. Ze zijn vrijgesteld, maar wij vinden dat ze als koppelverkopers ook moeten handelen volgens de principes van actieve provisietransparantie.’ Uiteindelijk is wetgeving ook gewoon mensenwerk. Fouten maken is niet erg, als je die maar herstelt als wetgever.”

Prolongatie blijft ook een thema: wanneer moet je dan wel of niet transparant zijn. Daarover blijft de AFM vaag. ‘Als je twijfelt, doe het dan sowieso maar wél.’

“Klopt, maar de AFM zit ook met een dilemma. Zeker met open normen, zoals bij actieve provisietransparantie. Ze willen echt wel duiding geven als de markt daarom vraagt. Maar ze zeggen ook: ‘als we dat doen, dan beginnen jullie weer te piepen dat we de wet proberen te schrijven’. Ze kunnen dus ook niet meer doen. Dat kunnen wij wél.”

Geef dan eens een voorbeeld: wanneer moet je wel transparant zijn bij prolongatie en wanneer niet?

“Heeft je klant een autoverzekering en koopt hij een nieuwe auto, met behoud van het polisnummer, maar wel met een dekking die verandert van WA in casco en een premie die twee keer zo hoog is? Dan is er in onze ogen toch wel sprake van een ‘wezenlijke wijziging’ en moet je dit als een nieuw product beschouwen en dus transparant zijn.”

“Maar gaat je klant met haar autoverzekering naar een beperktere dekking, omdat de auto alweer een paar jaar oud is? Dan blijft voor de rest alles hetzelfde, behalve dat je premie door de beperktere dekking wat omlaaggaat. Dan hoef je niet actief transparant te zijn over je provisie.”

THEO GOMMER

is managing partner bij Gommer Advocaten en &Gommer Pensions Group

LEKKER BOEIUH DIE UITVOERING, HET DRAAIT OM ÉCHT PENSIOENADVIES

De transitie op grond van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) is in volle gang. Ruim 70 procent van alle werknemers - zowel actieven en slapers als gepensioneerden - hebben pensioenrechten opgebouwd bij een pensioenfonds en krijgen daar dus mee te maken. Of ze nu willen of niet.

Ook werknemers met pensioenrechten bij een verzekeraar of PPI krijgen met de Wtp te maken. Hetzij omdat ze juist ‘achterblijven’ in het systeem van ‘stijgende beschikbare premiestaffels’, hetzij omdat ze toch – met compensatie – overgaan naar een flatratepremie.

Slapers en gepensioneerden raken steeds vaker hun indexatieperspectief kwijt, nu alle werkgevers af moeten stappen van een (geïndexeerde) middelloonregeling.

Uitvoerders volgens de Pensioenwet Fondsen, verzekeraars en PPI’s heten in de Pensioenwet ‘uitvoerders’. Zij voeren uit wat hun wordt gevraagd (of opgedragen) en wat door werkgevers/werknemers, dan wel sociale partners is afgesproken. Door de sociale partners als het gaat om invaren of niet, door de werkgever in de vrije markt die kiest voor al dan niet aanpassing van zijn pensioenregeling. Veel aandacht gaat nu uit naar de juistheid van data, processen, verantwoording, toestemming van DNB, et cetera.

Leuk, maar is dat nu echt relevant? Een bétje basic allemaal toch? Ter vergelijk, mijn bank gaat fuseren (of wordt overgenomen) en de bankrekeningen moeten worden omgezet. Nou, vooral doen zou ik zeggen, maar val mij er niet mee lastig. Een euro is een euro.

Belang deelnemer doet er pas echt toe Wat er echt toe doet is het belang van de deelnemer. Waarom varen gesloten pensioenfondsen, met veel gepensioneerden, niet in? Juist met een hoge dekkingsgraad levert dit direct toch meer pensioen op? Juist voor een pensioengerechtigde?

En waarom blijven de meeste werkgevers in de vrije markt in een staffel hangen? Temeer omdat het partnerpensioen toch ook aangepast moet worden. En met na 2028 (al snel) discussie tussen oude en nieuwe werknemers over de hoogte van de flatrate. Die flatrate zal voor de nieuwe werknemers aanzienlijk hoger (moeten) zijn. En werkgevers willen en moeten juist jongere werknemers aantrekken? Dat doe je dan toch met een hoge flatrate – al dan niet met een forse eigen bijdrage naar keus?

Echt advies geven Pensioen is lange termijn. Vijf, tien, vijftien jaar vooruitkijken. Creatiever omgaan met toekomstgerichte ‘oplossingen’ lijkt mij dan belangrijker dan data, processen en kiezen voor het overgangsregime. ‘Want dat is lekker makkelijk’.

Zeker in de huidige en komende arbeidsmarkt kan en moet pensioen een prachtige arbeidsvoorwaarde zijn, met alle keuzemogelijkheden die er zijn. Ook met kostenneutrale oplossingen. Kortom, uitvoering lekker boeiuh, het gaat om echt advies!

HERMAN MEEUWESSEN, SENIOR FIRE PROTECTION ENGINEER

“KENNIS VERZEKERAARS OVER RISICO’S ENERGIEOPSLAGSYSTEMEN

Verzekeraars weten veel te weinig over branden bij energieopslagsystemen die veelal lithium-ion batterijen gebruiken. Als gevolg daarvan ontwijken ze verzekeringen van die systemen, terwijl dat helemaal niet nodig is. “Er zit meer risico bij huis-, tuin- en keukenbatterijen dan bij dit soort bedrijfsmatige systemen”, zegt Herman Meeuwessen, Senior Fire Protection Engineer bij het bedrijf Fire Safety Engineers B.V. in Maarheeze.

Door: Ronald Bruins

thema: SCHADE

“Dat komt omdat die batterijen meer schokken te verduren krijgen, bijvoorbeeld als gevolg van het laten vallen van een elektrische step of fiets”, beschouwt Meeuwessen. “Dat soort schokken heb je bij die bedrijfsmatige systemen niet of nauwelijks. Die blijven veelal op hun plaats. Partijen hebben de neiging om na een brand al snel te wijzen naar batterijen die aanwezig waren als de oorzaak, maar dat is in de meeste gevallen niet het geval. Bij het in de media breed uitgemeten ongeluk van de Fremantle Highway is het ook niet komen vast te staan dat de brand kwam door de batterijen van elektrische auto’s. Het schip dat voer boven Ameland en een ongeluk kreeg, vervoerde een kleine drieduizend auto’s. Daaronder ook niet-elektrische auto’s.”

De National Fire Protection Association

De Senior Fire Protection Engineer merkt dat de kennis bij verzekeraars over energieopslagsystemen soms nog te wensen overlaat. “Ik ga deze dagen naar een conferentie van de NFPA, de National Fire Protection Association, in de Verenigde Staten. De VS liggen op veel fronten achter, maar op het gebied van brandveiligheid liggen ze mijlenver voor. Dat komt omdat ze, na de grote brand van Chicago in 1871 die de stad platlegde, snapten dat er een organisatie voor brandveiligheid moest komen. Die NFPA heeft ongeveer 40.000 leden in de VS en 40.000 leden in de rest van de wereld. Het gaat daar over onder andere blus- en detectiesystemen, maar ook over voorlichting en gezondheid. In 1896 zijn ze opgericht en toen begonnen

ze al met het maken van regelgeving voor sprinklerinstallaties. Die installaties waren toen nog vrij provisorisch. Waar verzekeraars hier nog huiverig tegen energieopslagsystemen aankijken, heeft de NFPA daar al, op basis van pakweg twintig jaar ervaring met dat soort systemen, codes geformuleerd over hoe ermee om te gaan.”

“ALS WE DE KENNIS VAN DE NFPA EN FM GLOBAL GEBRUIKEN, KUNNEN WE RISICO’S BEPERKEN.”

Met name NFPA 855 is volgens Meeuwessen aan te bevelen. Hij wijst ook op de FM 5-33, een document van verzekeraar FM Global over energieopslagsystemen. “Ook dat document geeft richting aan hoe je de inzet van energieopslagsystemen zou moeten regelen. Je hoeft het wiel dus niet in Nederland opnieuw uit te vinden. Met de FM 5-33 en de codes van de NFPA in de hand zou je als verzekeraar het gesprek aan kunnen gaan met de fabrikanten van energiesopslagsystemen. Dat zijn er een handvol, onder andere Alfen in Almere. Verzekeraars kunnen zo meehelpen aan de versnelling van de energietransitie.”

Herman Meeuwessen: “De kennis moet duidelijk van over de plas komen.”

Onder de dertig procent laden

Vanuit de documenten komt de brandexpert met aanbevelingen. “Uit onderzoeken blijkt dat het brandrisico lager is als batterijen maar voor dertig procent geladen zijn. Daar zou je tijdens transport of als de batterij niet gebruikt wordt, rekening mee kunnen houden. Daarnaast moet je een schok tijdens het transport zoveel mogelijk zien te voorkomen. Ook energiemanagementsystemen kunnen de batterijen en de werking daarvan goed in de gaten houden en een seintje geven als een of meerdere batterijen in het systeem niet meer goed functioneren. Die monitoringssystemen zijn erg handig. Hoe gaat het met de temperatuur van de batterij? Zit er verschil in de voltages van batterijen? Op dat soort vragen krijg je van zo’n systeem antwoord.”

Ook sprinklersystemen zijn aan te raden. Meeuwessen wijst daarbij op onderzoek gedaan door RISE, het TNO van Zweden, voor veerponden. “Ze hebben daar al systemen met stuurbare sprinklers op die veerponden. Daarmee kunnen ze bij brand vier sprinklerkoppen om een voertuig plaatsen. Ze vroegen zich af of deze ook afdoende waren voor elektrische auto’s. Uit testen bleek dat de verbrandingswaarde van een elektrische auto niet verschilt van die van een auto op biobrandstof. Het brandt niet sneller of harder en er komt niet meer energie vrij. Ze trokken de conclusie dat het huidige sprinklersysteem ook geschikt is voor elektrische voertuigen.”

Scheiden van batterijen in het systeem

Een van de eenvoudige maatregelen betreft het scheiden van batterijen in het systeem. Meeuwessen: “Met een stuk staal. Daarmee bereik je compartimentering. Mocht het met een deel van het batterijpakket misgaan, dan hoeft dat niet over te slaan naar een ander deel. Of duurt het langer, totdat dat het overslaat.” Er kan altijd een fout zitten in de fabricage van de baterijen, beschouwt de expert. “Dat is een onvoorspelbaar risico. Maar goed, dat kun je ook hebben met andere systemen. Ik vind dat de risico’s van energieopslagsystemen - door maatregelen te nemen zoals een sprinklerinstallatie, compartimentering en het aanbrengen van monitoringsystemen - te overzien en te verzekeren zijn. Ik maak me meer zorgen over huis-, tuin- en keukentoepassingen van batterijen. Daar treden schokken met batterijen, bijvoorbeeld bij stepjes en fietsen, continu op.”

Jetty Middelkoop, Adviseur Gevaarlijke Stoffen bij de Brandweer Amsterdam-Amstelland, wijst in een artikel op de website van het Verbond van Verzekeraars op de risico’s van ontploffing. “Het grootste gevaar bij lithium-ion batterijen is als deze in een afgesloten ruimte staan te dampen. Dan ontstaat er een ophoping van brandbare gassen, wat kan leiden tot ontploffing.” Meeuwessen: “Dat is inderdaad een herkenbaar risico. Ook daar kun je herkenningssystemen plaatsen voor de detectie van koolmonoxide en waterstof. Beide gassen zijn goed te detecteren en dan kun je er bij een eventueel probleem heel snel bij zijn. Bijvoorbeeld met je sprinklersysteem.”

Lokaal gericht

Hoe kan het dat verzekeraars nog te weinig weten van brand in energieopslagsystemen? “Ik denk omdat verze-

“UIT ONDERZOEKEN BLIJKT DAT HET BRANDRISICO LAGER IS ALS BATTERIJEN MAAR VOOR DERTIG PROCENT GELADEN ZIJN.”

keraars hier lokaal gericht zijn. Met lokaal bedoel ik dan gericht op Nederland of hooguit op een klein deel van Europa. We kennen wel Insurance Europe, de koepelorganisatie van brancheorganisaties in 28 Europese landen, maar die wisselen vooral kennis met elkaar uit. Terwijl de kennis duidelijk van over de plas moet komen. Wellicht zien ze FM Global ook als concurrent, want dat is een verzekeraar. Echter, als FM Global goede onderzoeken doet en goede regelgeving introduceert, zou ik zeggen neem er kennis van en gebruik die kennis.” In Nederland worden de cijfers van branden bij lithium-ion batterijen bijgehouden. “Nieuw-Zeeland doet dat nog iets beter. Uit die cijfers komen geen grotere risico’s naar voren voor energieopslagsystemen. Kortom, als we de kennis van de NFPA en FM Global gebruiken, kunnen we risico’s beperken en dan staat niets in de weg om het risico van energieopslagsystemen te verzekeren.”

Herman Meeuwessen: “Ik vind dat de risico’s van energieopslagsystemen te overzien en te verzekeren zijn.”

“VRAAG INTEGRATIE FIDUS IN ZICHT NU NIET OPPORTUUN”

Wat met Fidus gebeurt als Heinenoord 100 procent in handen van NationaleNederlanden komt, is geen onderwerp waar het bestuur nu actief mee bezig is. Dat vertellen CEO Maud Martens en CAO Arie van den Berg van Heinenoord Holding tegen AM. “We moeten zorgen dat onze klanten goed bediend worden, dat ze tevreden zijn en dat we de doelen van ons jaarplan halen”, aldus Martens.

Door: Alexandra Meijer

Met de overname van Heinenoord Holding heeft NN er een bemiddelingsbedrijf bij: Fidus. De afgelopen jaren blijkt het intermediairbedrijf hard te hebben gewerkt aan integraties van overnames en zijn er zogezegd veel investeringen gedaan. Gaat NN dit dan uiteindelijk toch allemaal integreren in het eigen bemiddelingsbedrijf Zicht, is de vraag. “Ik ben samen met de vorige investeerder Qmulus nog een stukje aandeelhouder, dus op dit moment is die vraag niet opportuun. In de toekomst kan NN als nieuwe eigenaar daar besluiten over nemen”, reageert Arie van den Berg.

Maud Martens haakt snel in: “Wij zijn op dit moment het bestuur van Heinenoord Holding met daaronder intermediair bedrijf Fidus en Heinenoord Assuradeuren. We hebben samen met onze huidige aandeelhouders een jaarplan opgesteld en goedgekeurd gekregen. De focus van dat jaarplan gaat over dit jaar en alles wat we nu moeten realiseren. Daar staan lange termijn strategische besluiten, zoals wat er gaat gebeuren als de aandelen 100 procent over zijn gegaan naar NN, nog buiten.”

MET DE VOETEN IN DE KLEI

Sinds de overname door NN is de samenstelling van de directie van Heinenoord veranderd. Maud Martens is per 1 maart 2023 tot nieuwe CEO benoemd en nam het stokje over van Arie van den Berg. Daarnaast stapte Derek Mol in mei 2022 vanuit NN in als CFRO. Arjan Hakkennes bleef CCO, Jan van der Struik COO en Coen Vermeulen is in september 2023 gestart als CIO.

“Wij hebben nu een team van zes directeuren die allemaal heel goed zijn in hun vak en veel ervaring hebben. We mogen ons gelukkig prijzen met zo’n stabiel en goed

presterend directieteam”, aldus Martens. “En divers als het om de verschillende competenties gaat”, vult Van den Berg aan. Hij gaat het rijtje af en noemt de expertise van ieder directielid. “Het is een directie die overal met de voeten in de klei heeft gestaan.” Volgens de ‘founding father’ van Heinenoord is dat toch best bijzonder. “Kijk maar naar de andere grote collega’s. Daar komen regelmatig mensen van buiten en die zien we dan ook weer vertrekken, met alle respect. Wij hebben echt een intermediaire directie, die weet wat het intermediair is en waar je op moet letten. In de top 10 zitten, op Veldsink na, niet echt intermediairbedrijven die dit zo nadrukkelijk in het DNA hebben.” Aldus Van Den Berg.

NIET TEN KOSTE VAN ALLES

Hoewel uit het gesprek met de twee directieleden blijkt dat de focus van de afgelopen jaren meer integratie dan groei was, is ooit de ambitie uitgesproken om in de top 3 intermediairbedrijven te komen. Van den Berg laat weten dat deze ambitie overeind blijft. “Maar niet ten koste van alles. Op dit moment hebben we de keuze gemaakt voor kwaliteit boven kwantiteit, omdat kwaliteit in gevaar kan komen als je snel groeit. Klanten gaan sneller weg dan ze ooit zijn gekomen. Natuurlijk wil je groter en beter worden en meer waarde creëren, maar uiteindelijk zit die waarde ook in de klantbeleving.”

CHAMPIONS LEAGUE

Gevraagd naar de invloed die NN op het voorgaande heeft, benadrukken Martens en Van den Berg de onafhankelijkheid van Heinenoord. De laatste vertelt dat de ‘bemoeienis’ vanuit NN beperkt is tot een maandelijkse

“We werken nog steeds met oud-eigenaren samen in de huidige setting. Soms gaat dat heel goed en soms minder goed.”
Het bestuur van Heinenoord Holding met Arjan Hakkennes, Maud Martens, Coen Vermeulen, Arie van den Berg, Jan van der Struik en Derek Mol.

rapportage aan het concern. In het eerste deel van dit interview noemde Van den Berg NN ‘Champions League compliance’, maar de nadruk op compliance is niet alleen groter geworden sinds de komst van NN, geeft hij aan. Ook marktontwikkelingen hebben hier volgens hem voor gezorgd. De dag voor het interview zat de directie van Heinenoord nog bij de AFM voor het reguliere jaarlijkse gesprek.

“Wij zitten daar met vertrouwen, omdat we het onder controle krijgen.” Zitten jullie daar relaxter nu NN grootaandeelhouder is? “Nee dat maakt geen verschil”, reageert Van den Berg. Martens vult aan: “NN heeft op een aantal expertisegebieden natuurlijk goede adviezen, professionals en voorbeelden. Voor een aantal zaken liften we mee op deze expertise, maar we werken ook met andere grote verzekeraars intensief samen.”

SPIJT VERKOOP AAN GROTE CONSOLIDATOR

AM heeft geluiden vanuit de branche opgevangen dat sommige ondernemers die hun kantoren aan de grote consolidatoren hebben verkocht, hier nu spijt van hebben. Heinenoord is voorgelegd of ze dit beeld herkennen. Van den Berg: “We werken nog steeds met oud-eigenaren samen in de huidige setting. Soms gaat dat heel goed en soms minder goed. We hebben daar wel afspraken over, als ze niet meer voor de organisatie willen werken.” Ook Martens laat weten dat dit altijd in overleg gaat. Zij legt uit dat in het verleden

vaak met oud-eigenaren is afgesproken dat ze aanbleven tot de integratie was afgerond. Een aantal hiervan zag daar een kans in. “Zij sturen nu bijvoorbeeld een regio of business line aan. Maar we hebben ook voorbeelden van oud-eigenaren die na de integratie iets anders willen gaan doen. En er zijn oud-eigenaren voor wie wij de keuze maken, omdat ze onvoldoende meegaan in onze manier van werken.”

GROTE TOEKOMST

Van den Berg zegt geen signalen te hebben van oud-eigenaren die hun kantoor willen terugkopen. Martens merkt op dat Van den Berg zelf als oud-eigenaar nog actief is en zichzelf opnieuw heeft uitgevonden in zijn nieuwe rol van bestuurder. “Mijn rol is erg veranderd”, zegt Van den Berg hierop. “Ik heb heel andere competenties dan tien jaar geleden.” Op de vraag hoe hij die rol heeft omarmd, antwoordt hij: “De lol in het werk houden en zien dat je op andere vlakken uitdagingen hebt. Ik ben nu eindverantwoordelijk voor HR, maar daar had ik tien jaar geleden niks van willen weten.”

“Zou ik bepaalde zaken in het bedrijf anders doen? Vast wel. Maar kan ik er goed mee leven hoe het nu wordt gedaan? Jazeker.” Afgelopen april bestond Fidus 65 jaar en Heinenoord Assuradeuren dertig jaar. Hoe gaan de volgende 65 en dertig jaar eruitzien? “Ik denk niet dat ik er nog dertig jaar bij ben. Het is niet mijn ambitie om tot m’n tachtigste door te gaan. Ik heb vertrouwen in hoe het nu met het bedrijf gaat. Ik denk dat er een grote toekomst is voor intermediaire bedrijven en voor onze service providing. We kunnen kleinere assurantiekantoren goed helpen bij het zelfstandig adviseren en zijn heel trots op de kwaliteit van de dienstverlening die er nu staat.”

Arie van den Berg: “In de top 10 zitten, op Veldsink na, niet echt intermediairbedrijven die dit zo nadrukkelijk in het DNA hebben.”

VAN STIGT THANS STAPT OVER VAN ASSURANTIËN NAAR GIN

“IK BEN VOL VOOR MIJN PASSIE GEGAAN”

Jan van Stigt Thans (62) verkocht in 2023 zijn assurantiekantoor aan VMD Koster om zich volledig op zijn passie, het maken en op de markt brengen van de gin Loopuyt, te richten. “Ik had er geen tabak van, maar het was een uiterst goed moment om het kantoor te verkopen. Ik wilde me vol op mijn passie richten.”

Door: Ronald Bruins Foto Jan van Stight Thans: Bob van der Vlist

Van Stigt Thans studeerde rechten en begon ooit op het kantoor van zijn vader. “Die had een accountantskantoor, waarbij ook nog een klein deel assurantiën zat. De studie hing er een beetje bij, omdat ik het werken in dat assurantiedeel eigenlijk wel heel leuk vond. Op een gegeven moment zo leuk dat ik de brui heb

gegeven aan mijn studie en vennoot ben geworden. Mijn zwager werkte ook in de zaak. En het mooie was dat hij meer affiniteit had met de accountancy. Toen mijn ouders stopten, nam hij dat deel over en ik het assurantiekantoor. De zaak ging steeds meer draaien, vooral bij het deel van levensverzekeringen en pensioenregelingen.”

Jan van Stigt Thans: “Als je als klant in een mooie omgeving komt, zit je anders in een gesprek.”

Jan van Stigt Thans: “Maak het persoonlijk. Koester het klantcontact.”

PAND DRAAGT BIJ AAN SUCCES

De geboren Schiedammer kocht in 1993 een monumentaal pand in Schiedam dat zwaar was vervallen. Van Stigt Thans: “Dat was vijf jaar nadat ik een deel van mijn vaders assurantiebedrijf had overgenomen. Het pand van de voormalige Schiedamse distilleerderij Loopuyt vond ik erg mooi, maar het was ook in zo’n slechte staat dat ik me afvroeg of het de investering waard was. Uiteindelijk viel ik voor de potentie ervan. Ik hoopte dat het, eenmaal opgeknapt, zou bijdragen aan het succes van mijn bedrijf. Want beleving is alles. Ik wilde een pand waar ik klanten met alle egards zou kunnen ontvangen. Ik dacht: ‘als je als klant in een mooie omgeving komt, zit je anders in een gesprek.’ Dat bleek ook wel. De uitstraling was wat ons als kantoor onderscheidde. Het leerde mij: je uitstraling bepaalt hoe anderen naar jou en je bedrijf kijken. Ik zou adviseurs dan ook aanraden daarnaar te kijken. Ga niet klakkeloos voor een saai pand met een dito systeemplafonnetje.”

RUIMTE OM

ER ‘IETS’ NAAST TE DOEN

Op het hoogtepunt had de zaak van Van Stigt Thans twaalf medewerkers. “Eerst was het meer een levenkantoor. Na het provisieverbod gingen we ons meer richten op schade. Er ging heel veel van mijn energie in het kantoor zitten. Ik was namelijk de tent aan het aansturen, maar ik was zelf ook nog volop aan het adviseren. Toen ik dat een jaar of twintig gedaan had, kwam er een moment van bezinning. Zo wilde ik niet verder. Toen ben ik me gaan terugtrekken en heb ik andere adviseurs aangenomen. En werd ik dus meer de bedrijfsleider.” Dat bood voor Van Stigt Thans de ruimte om er ‘iets’ naast te gaan doen. “Ik had altijd al het gevoel dat ik dat wilde. Tijdelijk werd dat de handel in oude bouwmaterialen. Dat was leuk om de zinnen te verzetten, maar commercieel gezien geen succes. Daar ben ik na een paar jaar weer mee gestopt.”

SHOW IN DE WIJNKELDER

Het pand dat Van Stigt Thans had gekocht, werd gebouwd door Jan Loopuyt, een nazaat van Pieter Loopuyt, die in 1772 de gelijknamige jeneverstokerij begon. “Begin twintigste eeuw verkocht de familie Loopuyt het pand aan een bank, die onder meer een grote bankkluis in de kelder liet plaatsen. Tijdens de restauratie heb ik een wijnkelder gemaakt in die kluis en daar maakte ik een beetje show. Na een goed adviesgesprek nam ik de klant mee naar beneden en dan gaf ik een mooie fles wijn mee voor thuis. Dat vond ik zelf leuk en ik voegde zo nog wat jus aan de afspraken toe.”

GEWOON VAN START GAAN

In die wijnkelder experimenteerde Van Stigt Thans al eens met jenever. “Ik had een oud etiket van Loopuyt gevonden en vond het wel grappig daar iets mee te doen. Ik heb etiketten op flessen jenever laten drukken, waarna ik af en toe een kruik Loopuyt-jenever meegaf in plaats van een fles wijn.” Om problemen te voorkomen, zocht hij op of het merk gedeponeerd was. Dat was het niet, dus legde hij zelf een claim op de naam. Van Stigt Thans bedacht dat hij zelf distillateur kon worden. “Waarom niet? In het verleden was Loopuyt een groot merk, maar in de jaren vijftig van de twintigste eeuw raakten ze in winterslaap. Ik had de naam Loopuyt gedeponeerd. En dus ben ik gewoon van start gegaan.”

Om het verhaal goed te kunnen vertellen tijdens die momenten dat hij zijn klanten fêteert, wordt Van Stigt Thans lid van het jenevergilde. Daar proeft hij op een avond een nieuwe gin. Het slaat in als een bom: “Ik vond dat zo lekker dat ik dacht: ‘ik ga zelf gin maken.’ En waarom dan niet gelijk professioneel? Met distilleerder Jaco van der Leun ben ik gaan mixen en mengen en knutselen tot we, naar onze smaak, de perfecte gin hadden.”

OPVALLEN IN HET GEWELD

Tussen 2014 en 2023 had Van Stigt Thans zowel het assurantiekantoor als de distilleerderij. “Een merk opbouwen is heel wat anders

“WEET

DAT KLANTCONTACT DE GROOTSTE ASSET IS DIE JE HEBT EN DAT JE DAAR AANDACHT

AAN MOET GEVEN.”

dan een dienst opbouwen. Daar kwam ik wel achter. Je moet opboksen tegen grote merken zoals Bacardi. Maar ik kon er mijn creativiteit in kwijt. Toen we begonnen, was er niets. Alleen onze naam. Dan moet je gaan bouwen. De klanten moeten over je merk gaan spreken, want dan kom je ook op het netvlies bij de horecazaken. Dat is veel praten, events organiseren, zorgen dat je opvalt in het geweld van al die grote merken.”

CROSSSELLING OPZOEKEN

“Van oudsher verzekerden we ook al veel horecazaken”, vertelt Van Stigt Thans. “Daar kon ik dus mooi de crossselling opzoeken. Ik had het plan om tot mijn zeventigste door te gaan. Het ging ook goed. Echter, tweeënhalf jaar geleden kreeg je een hausse aan overnames bij assurantiekantoren. Waardoor ik begon te denken: ‘ik kan wel wachten tot mijn zeventigste, maar blijkbaar is het nu een goed moment om te verkopen.’” Meerdere bedrijven kwamen langs, maar de klik was er vooral bij VMD Koster. “Bij Herman Broere. Natuurlijk, de prijs moet goed zijn, maar er zit ook een heel groot deel in van gunnen. Zie je het voor je dat je medewerkers en je klanten goed worden behandeld bij de nieuwe partij? Is de cultuur hetzelfde? Je wilt daar geen gezeur over. Omdat ik zelf geen klantcontact meer had, was het ook minder moeilijk om de zaak over te doen. Dat gebeurde met overname van het bestaande personeel.”

KOESTER HET KLANTCONTACT

VDM Koster deed meerdere overnames. Van Stigt Thans: “Op een nette manier. Niet overnemen en er dan zoveel mogelijk uithalen, maar de portefeuilles en de klanten serieus nemen. Door hun schaalgrootte zie je dat klanten meer krijgen, dan dat ze bij ons kregen. Niet dat wij het slecht deden, maar bijvoorbeeld in nieuwsbrieven en begeleiding kunnen ze vanwege hun grotere schaal meer doen.” Heeft Van Stigt Thans er spijt van dat hij de assurantiebranche heeft verlaten? “Nee, geen moment. Ik kan nu goed leven van de opbrengsten van het kantoor en de distilleerderij. Mijn vrouw waar ik al dertig mee ben, is Arubaanse. Dus een groot deel van het jaar werk ik vanuit Aruba. Dan kan prima.” Tot slot: wat wil hij andere assurantiekantoren meegeven? “Heb oog voor beleving. Weet dat klantcontact de grootste asset is die je hebt en dat je daar aandacht aan moet geven. Dat is wat jou onderscheidt ten opzichte van direct writers en grote corporates. Let wel, je moet ook met je tijd mee en dus ook digitaliseren. Maar laat dat geen reden zijn om het klantcontact te laten versloffen. Maak het persoonlijk. Koester het klantcontact.”

AMdag 2024 nadert!

Op dinsdag 5 november is het opnieuw tijd voor hét jaarlijkse evenement voor de financiële dienstverlening. In DeFabrique te Utrecht komt de hele branche – van verzekeraars tot het intermediair, van hypotheekadviseurs tot serviceproviders – weer samen.

Om nieuwe samenwerkingen aan te gaan, de mooiste innovaties te aanschouwen, zich door het sprekersprogramma te laten inspireren of om ‘gewoon’ weer eens bij te praten. AMdag 2024 belooft opnieuw een groot succes te worden. Ben je erbij? Aanmelden kan via amweb.nl/amdag/aanmelden.

Tot dan!

HET IDEE HEERST

‘IK HEB GEEN ZIN OM VOOR MIJN

FRIKANDELETENDE BUURMAN DE ZORGVERZEKERING TE BETALEN’

Embedded insurance wordt al tijden gezien als de next big thing in de verzekeringsbrache, maar een absolute doorbraak blijft voorlopig uit. Hoe komt dat? En komt het überhaupt nog tot een doorbraak? Wij vroegen het aan Sander van der Meijs, director Digital Strategy, en Johan Willems, Manager Digital Strategy bij KPMG.

Door: Martijn Slot

Kijkend naar de verzekeringsbranche zijn er op dit moment een aantal kleine partijen die inspelen op een klantbehoefte en een passende oplossing zien in embedded insurance. Dan gaat het om een verzekering koppelen aan de aankoop van een fiets of voor zzp’ers die onderverzekerd zijn. Van der Meijs: “Als zzp’ers niet uitkijken moeten zij een forse premie betalen voor hun verzekering, terwijl ze wellicht onregelmatig werken. De ene week een aantal uur, een volgende week een paar dagen. Voor hen is het dus wenselijk dat ze alleen premie betalen voor gebruik. Grote verzekeraars denken ook wel na over oplossingen en experimenteren ermee, maar het is nog niet groots en meeslepend.”

TOEGEVOEGDE WAARDE

Van der Meijs denkt dat alle verzekeraars de charme van embedded insurance wel inzien, maar het tegelijkertijd aan nut en noodzaak ontbreekt om het concreet handen en voeten te geven. “Nederland is een land met een hoge verzekeringspenetratie. Mensen zijn goed verzekerd en er zitten weinig gaten in. Embedded insurance moet echt wat toevoegen en dat is nog niet voor de hand liggend. Zeker nog niet voor grote verzekeraars.” Desondanks worstelen verzekeraars de laatste jaren met hun verdienmodellen. Zij zien dat het oude model ergens eindig is, merkt Willems op. “Er is een enorme

behoefte aan individualisering in de samenleving, wat soms op gespannen voet staat met de solidariteit die in verzekeringen zit. Gekscherend: er heerst het idee van ‘ik heb geen zin om voor mijn frikandel etende buurman de zorgverzekering te betalen, terwijl ik gezond probeer te leven’. In verzekeringsland wordt er gezocht naar modellen die de premie berekenen op basis van gebruik en gedrag, waarbij ook de solidariteit als uitgangspunt behouden blijft. In die zoektocht is embedded insurance met name voor schadeverzekeringen interessant.”

VARIËRENDE PREMIE

Laka is een embedded insurance-verzekeraar. De in Londen gevestigde fietsverzekeraar is sinds enkele jaren actief op de Nederlandse markt. Het bedrijf profileert zich als een fietserscollectief. “De claims worden elke maand uitgekeerd aan ons collectief”, legt medeoprichter Tobias Taupitz uit. “Het maandelijkse premiebedrag varieert tot een gegarandeerde limiet. Fietsers betalen alleen voor wat nodig is. Hoe minder claims er maandelijks bij ons binnenkomen, hoe lager de premie.” Laka biedt rechtstreeks verzekeringen aan consumenten en werkt ook samen met retailers en merken om verzekeringen bij de verkoop in te bedden. “Onze meest recente samenwerking is met fietsfabrikant Gazelle. Ook werken we samen met Decathlon en e-bikemerk Riese & Müller.”

“Als embedded verzekeraar verdwijn je, als je niet uitkijkt, naar de achtergrond.”

Bij de aankoopprijs van een fiets is een diefstalverzekering van twaalf maanden inbegrepen. Het eerste jaar wordt gedekt door het bedrijf, bijvoorbeeld Gazelle. Doordat de e-bikes een GPS-tracker hebben, kan een fiets eenvoudig teruggevonden worden via een app. Taupitz: “Klanten krijgen hierbij de mogelijkheid om de dekking uit te breiden, met bijvoorbeeld een schademodule. Na het eerste jaar komt de verzekering volledig voor rekening van de klant. Hierbij heeft de klant ook de mogelijkheid om de verzekering kosteloos te ontbinden.”

EIGEN TOEGEVOEGDE WAARDE

Klantcontact en actief klantbeheer zijn in toenemende mate belangrijk in de verzekeringsbranche. Daar ontbreekt het aan met embedded insurance, zegt Van der Meijs. “Als embedded verzekeraar verdwijn je, als je niet uitkijkt, naar de achtergrond. Dan word je niets meer dan een tickbox in de app van de aanbieder van het primaire product, die alleen in actie mag komen op het moment dat er schade is. Van oudsher is dat ook de rol van de verzekeraar, maar desondanks zijn zij op zoek naar hun eigen toegevoegde waarde. Dat zij een onderdeel zijn van de klantreis en bijvoorbeeld aan preventie doen. Ik denk dat alle financiële dienstverleners onderzoeken hoe zij de brede financiële vertrouwenspersoon kunnen worden. Waarin het contact met de klant heel belangrijk is. Als embedded insurance-verzekeraar geef je het klantcontact aan een ander en word je naamsbekendheid een stuk kleiner. Consumenten komen naar een website voor een product en niet voor de verzekering. Jij bent het vinkje aan het einde van de rit. Dat maakt dat die verzekeraars ook geen bekendheid genieten onder het grote publiek. Het wordt een product waar zij niet over nadenken.”

DE MEEST PURE VORM

Willems komt met een passend voorbeeld. “Deelscooters is typisch zo’n product, waarbij je als je erop opstapt echt niet weet waarvoor je bent verzekerd. Ik heb dit wel eens voorgelegd aan een groep studenten. Ik vroeg hen: ‘hebben jullie wel eens gebruikgemaakt van embedded insurance?’ Er ging geen enkele hand de lucht in. Vervolgens stelde ik de vraag anders: ‘wie heeft er wel eens op een deelscooter gezeten?’ Toen ging ongeveer de helft van de handen omhoog. Ik zei: ‘dan hebben jullie allemaal gebruikgemaakt van embedded insurance.’ Het hoofdproduct, de scooter, was top of mind bij de studenten. Aan de verzekering werd totaal niet gedacht. Dit is in mijn ogen de meest pure vorm van embedded insurance en daar moet je als verzekeraar eigenlijk heen willen. Alleen dat is voor veel verzekeraars een flinke sprong in het diepe. Dat betekent dat je niet primair meer over je merk communiceert, maar dan wordt het product leidend. Daarmee missen verzekeraars het onderscheidend vermogen van bijvoorbeeld het opgebouwde vertrouwen in een merk.”

EXPERIMENTEREN

Hoe ziet de toekomst van embedded insurance eruit? Links en rechts wordt geëxperimenteerd met embedded insurance. Zo stappen grote verzekeraars in start- en scale-ups die dergelijke verzekeringen aanbieden. Zelfs

Sander van der Meijs: “Embedded insurance moet echt wat toevoegen en dat is nog niet voor de hand liggend.”

buiten de verzekeringsbranche om wordt er over nagedacht, weet van der Meijs. “Het is nooit gematerialiseerd, maar Tesla heeft ook nagedacht over een autoverzekering. Een interessant model. Dan heb je als autofabrikant twee takken, de engineerings- en verzekeringstak. Dat levert een enorme berg aan data op. Als de verzekeringstak ziet dat er altijd iets fout gaat, kun je engineering aansturen

Johan Willems: “Er is een enorme behoefte aan individualisering in de samenleving, wat soms op gespannen voet staat met de solidariteit die in verzekeringen zit.”

om dit op te lossen. Door deze samenwerking kan vervolgens de verzekeringspremie omlaag. Hiermee kun je het product uiteindelijk veel beter maken en dan blijven enkel nog de externe risico’s over.”

INVLOED VAN AI

Kijkend naar de toekomst van embedded insurance denkt Willems dat kunstmatige intelligentie voor een boost kan zorgen. Deze ontwikkeling jaagt meer efficiëntie aan binnen verzekeraars en zorgt voor een snellere afhandeling. “AI stelt je in staat om beter en sneller analyses te maken. Welke polisvoorwaarden zijn echt van toegevoegde waarde om het zo lean and mean mogelijk te maken? Dergelijke vragen komen op door AI. Bovendien kun je met AI-verzekeringen nog meer personaliseren en afhandelen. Dat soort beloftes hangen boven de markt, maar moeten nog verder worden uitgekristalliseerd.”

Taupitz erkent dat embedded insurance, zoals Laka dat toepast, nog een relatief nieuw fenomeen is. “Ik merk dat er nog veel onduidelijkheid bestaat over hoe wij GPS-trackers integreren in de fietsen. Bovendien bestaat er een kwaliteitsverschil in trackers die het succespercentage om een fiets terug te vinden bij diefstal beïnvloeden. Een mooie ontwikkeling is dat er een certificeringsproces gaande is die de kwaliteit van trackers moet garanderen.” Volgens Taupitz heeft embedded insurance ook de naam dat het heel duur kan zijn. “Vooral als je een volledig verzekeringspakket van vijf jaar in de aanschafprijs van een product in één keer meeneemt. De huidige digitale wereld stelt ons in staat om de wensen van de klant steeds beter af te stemmen. Als een klant bijvoorbeeld in een gebied woont waar de kans op schade aan de fiets een stuk kleiner is dan in een drukke binnenstad, kun je de schadeverzekering wellicht afschalen.”

SAMENSPEL

Of het dus tot een absolute doorbraak van embedded insurance in de verzekeringsbranche gaat komen, is vooralsnog afwachten. Van de Meijs: “Embedded insurance is een samenspel van drie partijen: de

“Embedded insurance is al een aantal jaren veelbelovend, maar de race is nog niet beslist.”

traditionele verzekeraar, het platform (waar het product of de dienst wordt verkocht) en de consument (klant of bedrijf). Als de combinatie van deze drie positief en meewerkend is, kan embedded insurance iets toevoegen aan de verzekeringsmarkt. Het zijn nu nog veelal kleine spelers in de nichemarkten, maar daarmee begint het vaak voordat het breder wordt toegepast. Het kan nog zoveel kanten op, maar we weten ook dat veel oudere verzekeringsmodellen op hun laatste benen lopen. Dus is het als verzekeraar hoog tijd om verder te kijken. Welk verzekeringsmodel de boventoon gaat voeren is gissen, maar waarschijnlijk krijg je meer met ketenpartners te maken. Daarmee moet je gaan communiceren. Via API’s in plaats van handmatige interface. Wees daar dus op voorbereidt.”

360

GRADEN-ERVARING

Embedded insurance verlaagt de drempel om een verzekering af te sluiten bij een product, maar daar schuilt volgens Taupitz ook direct het gevaar. “Een klant zegt simpelweg ja, maar vergeet vervolgens de kleine lettertjes te lezen. Met het gevaar dat ze niet weten waarvoor ze eigenlijk zijn verzekerd. Dat kan een averechts effect hebben. Op het moment dat een claim wordt ingediend, kan de claim worden afgewezen. De klant en wellicht ook de verkoper van het product, kan verbaasd zijn omdat de reden de afwijzing onbekend is. Hoewel embedded insurance dus wellicht de drempel om een verzekering af te sluiten verlaagt, wil dat niet zeggen dat je als verzekeraar geen verantwoordelijkheid richting de klant hebt. Het moet een 360 graden-ervaring zijn. Van de aanschaf van een product, tot het afsluiten van een verzekering en het verwerken van een eventuele claim. De klant moet vanzelfsprekend het product kunnen vertrouwen, maar net zo belangrijk is de verzekeraar die achter het product schuilgaat.”

Van der Meijs en Willems concluderen: “We zien vandaag de dag dat consumenten steeds meer via platformen en apps hun zaken doen, waarbij de naadloze klantreis centraal staat. Voor de aanbieders van producten of diensten is het opnemen van een verzekering in die klantreis vaak heel waardevol. Voor verzekeraars is embedded insurance één van de mogelijke vormen. Al een aantal jaren veelbelovend, maar de race is nog niet beslist.”

Tobias Taupitz: “De huidige digitale wereld stelt ons in staat om de wensen van de klant steeds beter af te stemmen.”

OVER EROTIEK EN VERZEKEREN

De meeste verzekeraars blijven ver weg bij het verzekeren van panden waar een seksmuseum, parenclub of een erotische bar inzitten. Maar apc holland niet. Sterker nog, zij doen dit al twaalf jaar. Op de Amsterdamse Wallen ging AM hierover in gesprek met de verzekeraar, Cor van Dijk van erotisch entertainmentbedrijf Otten Groep en zijn assurantieadviseur, Koen Wamelink van Koenraet Assurantiën.

Door: Aäron van der Sanden

Wil je Amsterdam op zijn rustigst zien? Loop dan eens op maandagochtend over De Wallen. Alleen de meeuwen maken er nog een feest van, met de overblijfselen van opnieuw een druk weekend eten en drinken. Voor de rest worden er vooral veel panden gerenoveerd door noeste arbeiders en zoeken advocaten, winkeliers en notarissen hun werkplek op, aan de grachten of daarbuiten.

Overlijden Jan Otten

In een reeds goed onderhouden grachtenpand aan de Oudezijds Achterburgwal heet Cor van Dijk zijn bezoekers één voor één hartelijk welkom. Dat het een pittige periode voor hem is geweest is aan Van Dijk niet af te zien. Tien dagen voor ons bezoek overleed Jan Otten, oprichter van de Otten Groep en eigenaar van onder meer de Casa Roso, de Bananenbar en het Erotisch Museum. Founding father van het bedrijf in de erotische entertainmentindustrie waar Van Dijk al bijna vijftien jaar algemeen directeur van is.

5 dagen na begrafenis

De begrafenis van de ‘Koning van de Wallen’, met een laatste nacht in zijn Casa Rosso, witte kist, brassband, zwart-roze dresscode en een erehaag waarmee Amsterdam passend afscheid nam van één van zijn markantste ondernemers, ligt

ACHTERGROND

koud vijf nachten achter ons wanneer we ons installeren aan de Oudezijds Achterburgwal. Aan tafel zitten naast Cor van Dijk en ondergetekende ook Koen Wamelink, financieel adviseur van de Otten Groep, en Patricia Nicolaas-Kroemer en Lis van Vliet, accountmanager en marketing- en communicatieverantwoordelijke bij apc holland.

Wie had gedacht dat Van Dijk de boel liever de boel had gelaten na zo’n hectische week, heeft het mis. Hij geeft naar eigen zeggen graag meer inzicht in de uitdagingen die hij als algemeen directeur in het erotisch entertainment ervaart met verzekeraars.

Verzekeringen bezorgden weleens hoofdpijn Want dát het erotisch entertainment (waar, ter verduidelijk, prostitutie níét onder valt) een lastige branche is, heeft Van Dijk maar wat vaak mogen ervaren. “Voor financiering, maar ook met verzekeringen ja. Dat heeft ons best weleens wat pijn aan ons hoofd bezorgd hoor. Maar dan was Koen onze reddende engel en kreeg hij het eigenlijk altijd wel weer netjes verzekerd.”

Onder meer het onroerend goed, bij apc holland. Waar andere Nederlandse verzekeraars dat (nog) niet aandurven, is het voor apc holland sinds jaar en dag zo vanzelfsprekend dat je bijna zou vergeten dat het toch echt geen gemeengoed is. Nicolaas-Kroemer: “Wij denken niet van ‘ooh, een pand in de erotische business, gooi die premie maar flink omhoog’. Dat bekijken we steeds per situatie. Sommige horecabedrijven werken bijvoorbeeld met open vuur: die risico’s zijn wat ons betreft veel groter.”

En precies daarom werkt apc holland naar eigen zeggen alleen met tussenpersonen: omdat zij, veel beter dan een verzekeraar op afstand, in staat zijn om de risico’s werkelijk op waarde te schatten.

Nooit besparen op preventie

En als we Wamelink mogen geloven, heeft de Otten Groep zijn zaakjes uitstekend op orde. “Ze doen ontzettend veel aan preventie, ze halen geregeld de blaadjes uit de goten, elektra wordt gekeurd en de brandbeveiliging is op orde. Jan Otten was als de dood voor schade.”

Cor van Dijk: “Dat erotisch entertainment een lastige branche is, heeft ons weleens hoofdpijn bezorgd hoor.”

“ALS JE EEN PARENCLUB ERGENS IN DE MIDDLE OF NOWHERE HEBT, HOE LANG ZIJN DIE AANRIJTIJDEN VAN DE BRANDWEER DÁN?”

Eén keer is er brand uitgebroken, omschrijft Van Dijk. “In 1983, in Club 26, een bingo- en gokparadijs. Kwam er iemand met een jerrycan binnen, die heeft de hele boel in de hens gezet. Dat was heel erg, daar zijn toen zelfs mensen bij omgekomen. Wij zullen dus nooit besparen op preventie, dat heeft Jan er écht ingebracht.”

‘Als normaal bedrijf gezien’

Met de jaren heeft Van Dijk de relatie met de financiele sector wel zien verbeteren. “We worden langzaam maar zeker meer als een normaal bedrijf gezien. Maar daarvoor ben ik zaken echt wel over de top gaan regelen, zodat op ons niets maar dan ook niets valt aan te merken.” En alsnog wijzen sommige financiële instellingen hen de deur. Wamelink heeft wel een idee waarom: “Grootbanken en andere partijen werken samen met buitenlandse bedrijven en met hen is afgesproken niet ‘in’ seks te stappen. Dáár zit vaak de crux; steeds meer partijen wíllen wel partijen zoals de Otten Groep helpen, maar ze kúnnen het nog niet.”

“We zijn dus nog niet gelijkwaardig met veel andere sectoren”, vat Van Dijk het samen. Nicolaas-Kroemer: “Voor ons wel hoor.”

Parenclub in de middle of nowhere

Wat scheelt het dat de Otten Groep in Amsterdam zit en niet bijvoorbeeld ergens in een schuur in Emmen?

Nicolaas-Kroemer: “We kijken natuurlijk naar veel meer, maar locatie speelt hierin ook wel een rol. Maar ook dat verschilt per geval. Als je een parenclub ergens in de middle of nowhere hebt, hoe lang zijn die aanrijtijden van de brandweer dán?” Ook op dat vlak zit het hier op De Wallen wel snor, verzekert Van Dijk ons: “Je zou het misschien niet verwachten, maar waar je hier in dit gebied ook zit, binnen een paar minuten staat de brandweer voor je deur.”

Premiebepalende factoren te over dus. In een gebied als De Wallen is dus niet de bereikbaarheid voor de hulpdiensten, maar bijvoorbeeld wel het cumulatieve aspect een uitdaging voor verzekeraars. Wamelink: “Dat wordt echt weleens spannend hoor, als verzekeraars optellen hoeveel panden ze ergens precies verzekeren.”

Nicolaas-Kroemer: “Als ze aaneengeschakeld zijn wel ja, als een brand dan overslaat naar een buurpand… Maar als daar weer twee panden tussen zitten, maken we ons daar al een stuk minder druk om hoor.”

Pro-Palestina demonstraties

Van Dijk maakte zich recent veel meer zorgen om de pro-Palestina-protesten bij de UvA. “Ik zat op Bali even op mijn iPad naar AT5 te kijken, draait die camera en zie ik plots dit pand, waar we nu zitten, vol in beeld. ‘Ooh jee, daar gaan we’, dacht ik. Maar gelukkig viel het allemaal mee en zijn ze vanuit hier naar ’t Rokin getrokken.”

Dit was het eerste deel van een tweeluik.

Deel twee vind je op www.amweb.nl!

GIJSBERT VAN DE NIEUWEGIESSEN (QUINTES)

“MEEDOEN MET CONSOLIDATIE IN EUROPA”

Quintes kwam eind juli met groot nieuws: de top 10 intermediair wordt verkocht aan de Amerikaanse verzekeringsmakelaar Brown & Brown. Een familiebedrijf dat qua cultuur perfect aansluit bij die van de Waardenburgse club, laat CEO en oprichter Gijsbert van de Nieuwegiessen weten. AM bevroeg hem over deze stap.

Door: Alexandra Meijer

Deze stap komt sneller dan verwacht. Wat is de reden voor de verkoop?

“We hadden eerst Aquiline als aandeelhouder, daarmee hebben we vier jaren naar tevredenheid samengewerkt. Ze zijn een constructieve partner geweest, maar private equity zit er altijd tijdelijk in. Daarvoor hadden we Crestline als aandeelhouder en na een aantal jaar private equity is een strateeg de volgende fase voor ons. Zo kunnen we meedoen met die consolidatie in Nederland en Europa. Daarin horen we nu bij een van de eersten.”

Je was vorig jaar nog te spreken over private equity.

“Daar ben ik nog steeds heel tevreden over, het is niet zo dat ik klaar was met private equity. Maar gezien de waarderingen, de fase waarin we zitten en de consolidatie in Europa is het nu tijd om te kiezen voor een strateeg. Het is een jaar eerder dan verwacht, doorgaans blijft private equity vijf jaar zitten. Maar als je favoriete partner voorbijkomt met een aanbod dat je echt niet kunt weigeren, dan moet je springen.”

Waarom Brown & Brown?

“Als je kiest voor een strateeg, dan kun je kiezen voor een verzekeraar of een tussenpersoon. Wij passen het beste bij een tussenpersoon en die moest aan twee eisen voldoen. Het moet passen qua cultuur, klanten en visie. Daarnaast wilde we een strateeg die nog niet aanwezig was op continentaal Europa. Dat biedt voor ons management en onze medewerkers meer ontplooiingsmogelijkheden binnen Europa. Als de hele Europese strategie al is ingevuld, heb je minder manoeuvreerruimte. Aan die criteria voldoet Brown & Brown. Het zijn mkb-georiënteerde ondernemers, een ondernemend bedrijf en ze hebben dezelfde kernwaardes. Dat voelt goed. Zij zijn een aantal keren hier geweest en wij zijn aantal keren in Florida (VS) geweest. We werken graag samen met Amerikanen. Onze vorige twee aandeelhouders waren ook Amerikaans.”

“Brown & Brown is erg geïnteresseerd in mensen. Toen ze de deal met ons wilden sluiten, wilden ze ook graag kennismaken met mijn vrouw om haar te overtuigen van de keuze voor ons. Dus hebben ze bij mij thuis ontbeten. Het is een hele persoonlijke manier van zakendoen met elkaar. Wij passen echt in die cultuur.”

Wat was de motivatie voor Brown & Brown?

“Zij willen graag in een rustig tempo uitbreiden in landen binnen continentaal Europa met een goed ontwikkelde verzekeringssector, zoals in Nederland. Ze hebben verschillende partijen bekeken en wilden graag met ons de deal doen. Vanaf de eerste meeting is het snel gegaan. We lijken op elkaar qua visie, cultuur en klantoriëntatie. Als we overnemen, dan integreren we volledig en dat doen zij ook. Waar het met private equity veel over getallen gaat, ging het hierbij veel over klanten en verzekeraars.”

De overname zou een ‘forever company’-perspectief voor Quintes mogelijk maken. Wat houdt dit in?

“Brown & Brown noemt zichzelf een ‘forever company’. Daarmee bedoelen ze dat voor altijd aandeelhouder zijn, dus geen eindfase hebben. Dat betekent dat je met elkaar verder kunt bouwen en je kunt concentreren op de business. We hebben echt een keuze voor kwaliteit en klanten gemaakt.”

Wat gaat de overname jullie brengen?

“Brown & Brown is een heel groot bedrijf met veel grotere inkoop van risico’s dan wij, dus we krijgen meer verzekeraars en plaatsingskracht. We kunnen ook ons marktaandeel vergroten, omdat we nu bij klanten kunnen komen waar we eerder niet bij konden. En de overname biedt internationale carrièremogelijkheden voor onze medewerkers.”

Hoe nu verder?

“Ik blijf doen wat ik doe en ook in de rest van het managementteam verandert niks. Wel gaan we de naam op termijn veranderen van Quintes naar Brown & Brown. Dat geldt ook voor de individuele kantoren. Maar eerst gaan we samen een plan maken, dus voorlopig gebeurt er nog niks.”

“We willen graag kiezen voor een integratie waarbij we de synergievoordelen kunnen oppakken. Daarmee halen we de kracht van een grote organisatie binnen. Als je samen intensief gaat samenwerken, wordt jouw slagkracht richting klanten groter. We hebben afgesproken dat zij op afstand sturen. Hoe dat precies zal gaan, moeten we in de praktijk zien. Maar ik heb andere mensen gesproken wiens bedrijf is overgenomen door Brown & Brown en zij bevestigen die werkwijze. Onze overnamestrategie zal ongewijzigd voortgezet worden.”

“Onze overnamestrategie zal ongewijzigd voortgezet worden.”

VVE’S ZIJN “BEST PITTIG”

Van overstromingen tot aan bestuurdersaansprakelijkheid

Van overstromingen en risico’s op brand bij het plaatsen van laadpalen of zonnepanelen, tot aan bestuurdersaansprakelijkheid en al dan niet financieel gedekte onderhoudsplannen… Never a dull moment in het land van VvE’s en de daarbij horende verzekeringen. Daar waar beheerders professionaliseren, maar het ook uitkijken is dat de VvE niet in een valkuil stapt. “Het is best pittig”, zegt een van de deskundigen.

Door: Ronald Bruins

Het Centraal Bureau voor de Statistiek becijferde dat er in Nederland op 1 januari 2022 135.000 Verenigingen van Eigenaren waren die samen ruim 1,4 miljoen woningen beheerden. De meerderheid daarvan heeft een relatief klein aantal woningen onder de hoede. Slechts 15 procent van de VvE’s bestond uit meer dan twintig adressen. Hans Schrader is specialist VvE-verzekeringen bij Schouten Zekerheid. “Ik doe de hele dag niets anders dan VvE’s bedienen. In totaal hebben wij zo’n 4.500 (hoofdsplitsingen) als klant.” Hij constateert dat VvE’s steeds professioneler worden geserviced. “Dat komt omdat de brancheverenigingen, waaronder VvE Professionals en Branchevereniging VvE Beheerders, daar hard aan trekken. Daar waar vroeger een van de bewoners de administratie van de VvE naast zijn normale baan erbij deed, kan dat tegenwoordig niet meer. Er komt tal van issues voorbij. Van financiering en verduurzaming tot aan energie en wensen van mondiger geworden bewoners. Kortom, VvE-beheer is echt een functie geworden.”

Geen eenvoudig vak Een functie die in nauw contact staat met verzekeringsadviseurs, zoals Schouten Zekerheid. Vanuit het zuiden van het land kent Rivez Assurantiën & Risicobeheer dezelfde specialiteit. Commercieel directeur Frank de Graaf: “We zitten op ruim 7.000 VvE’s. Gesitueerd van Groningen tot aan Maastricht en van Enschede tot aan Rotterdam.” Zijn collega, Rob van den Heuvel, adviseur VvE en vastgoed, ziet dat er een consolidatieslag gaande is onder VvE-beheerorganisaties. “Grotere partijen kopen kleinere portefeuilles op, worden steeds groter en kunnen zo synergievoordelen

ACHTERGROND

behalen. Juist kleine beheerders werken vaak gestructureerder en professioneler dan grote partijen vanwege de enorme betrokkenheid bij de relaties. Er is wel een geaccrediteerde opleiding bij de Vastgoed Business School. Maar geen standaard bachelor of masteropleiding bij een regulier opleidingsinstituut. VvE-beheerorganisaties hebben moeite om medewerkers aan te trekken. Het is ook geen eenvoudig vak. Je moet sociale, technische, financiële en administratieve vaardigheden hebben. Zie dat maar in één persoon te verenigen.”

Sinds 2018 is een VvE verplicht om financiën te reserveren voor onderhoudsplannen. Schrader: “Dat is een wettelijke plicht, maar of dat altijd gebeurt is vers twee. Dat is ook de reden dat wij vooral zakendoen met professionele VvE-beheerders die dit sowieso doen. Andere VvE’s benaderen ons wel eens, maar zonder een recent meerjarig onderhoudsplan en/of financiële reserveringen is het onderbrengen van een juiste verzekering een lastige opgave.” Met de VvE-beheerders deelt Schrader kennis. “Hoe kijken verzekeraars naar risico’s? Hoe kun je als beheerder meer aandacht aan preventie geven? Daar komt tal van risico’s naar voren. Is de elektra gekeurd? Zijn de daaruit gekomen herstelwerkzaamheden doorgevoerd? En bij zonnepanelen: Legt een gecertificeerd bedrijf deze pv-installatie aan? Is er vooraf een plan van aanpak geformuleerd? En wat zijn de risico’s op brandgevaar? Ligt er bijvoorbeeld onder de bitumendakbedekking brandbare isolatie? En: Kan het dak de zonnepanelen dragen? Is er een constructieberekening gedaan?”

Frank De Graaf: “Vooraf contact opnemen is beter dan achteraf herstellen. Vertel wat je voornemens bent.”

“NEEM EERST CONTACT OP. GA NOOIT ZOMAAR AAN DE SLAG.”

Specifieke kenmerken

“Neem eerst contact op”, adviseert Schrader VvE-bestuurders. “Ga nooit zomaar aan de slag. Ook al heb je een aantrekkelijk aanbod van een partij die de zonnepalen plaatst. Je weet nooit wat de verandering aan het pand met de opstalverzekering van de VvE doet. Als voorbeeld: “laatst was ik voor een inspectie bij een VvE die laadpalen in de parkeergarage wilde. Daar bleek op de plaats waar de laadpalen gepland waren brandbaar isolatiemateriaal te zitten. Dat vormt dan meteen een extra risico waar je wat mee moet. Neem dus eerst contact op, dan kunnen wij overleggen met de verzekeraar en dan zit het ook in je VvE-dossier.” Van den Heuvel juicht dat contact opnemen ook toe. “Ja, want er zijn zoveel specifieke kenmerken aan VvE’s en de aan hen verbonden risico’s, dat contact opnemen bij grote veranderingen aan en om het gebouw verstandig is. Ik merk ook dat VvE-beheerders dat vaker doen. Het bewustzijn dat je niet zomaar aan de slag kunt met aanpassingen, is vergroot.”

De Graaf wijst op het plaatsen van zonnepanelen op Thialf in Heerenveen. “In juni 2020 moesten ze uitgeschakeld worden, omdat het pand anders niet meer verzekerd kon worden tegen brand. In december 2023 voldeed de installatie pas weer aan alle voorwaarden. Die panelen hebben dus ongeveer drie jaar stilgestaan. Het uitzetten van de panelen kostte het stadion tussen de 200.000 en 300.000 euro per jaar. Bij VvE’s zijn de bedragen lager, maar in een dergelijke patstelling wil je niet komen met je verzekeraar. Vooraf contact opnemen is beter dan achteraf herstellen. Vertel wat je voornemens bent.”

Scope 12-keuring zonnestroominstallaties

Veelal is voor de zonnestroominstallaties bij een VvE een scope 12-keuring nodig. Van den Heuvel: “Dat stellen verzekeraars steeds meer verplicht. Alleen is het aantal deskundigen dat zo’n keuring kan uitvoeren momenteel nog beperkt. Daardoor ontstaan achterstanden. Als VvE is het dan ook verstandig om te kijken wanneer die scopekeuring kan worden uitgevoerd, voordat je een zonnestroominstallatie plaatst. Daarbij komt: ik heb tot op heden nog geen Scope-keuringsrapport gelezen waarin geen opvolging van herstelpunten in staan vermeld. De realisatie van die verbeteringen kost ook tijd.”

Van den Heuvel raadt eigenaren aan beter naar de staat van de VvE te kijken. “Voordat je een appartementsrecht koopt. Ik snap dat woningen schaars zijn, maar op zijn minst zou je willen weten wat de financiële positie is van de VvE, of ze financiële reserveringen doen en of ze onderhoudsplannen hebben. Is het antwoord nee op deze drie vragen, dan zou ik adviseren de aankoop te heroverwegen. Dit om onaangename financiële verassingen te voorkomen.”

Waarom in de VvE investeren?

Eén op de drie VvE’s krijgt het niet voor elkaar om met de bewoners tot afspraken te komen over verduurzaming, bleek onlangs uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis.

Hans Schrader: “Hoe kijken verzekeraars naar risico’s? Hoe kun je als beheerder meer aandacht aan preventie geven?”

Dat verbaast Schrader niet. “Daar is een paar redenen voor. Verduurzaming van een VvE is doorgaans een langdurig proces. Lang niet elke bewoner van een VvE is altijd kapitaalkrachtig en stemt dan tegen voorstellen voor verduurzaming. Simpelweg omdat ze de daardoor verhoogde eigen bijdrage niet kunnen of willen betalen.”

Van den Heuvel: “De maandelijkse lasten zijn vaak al best hoog. Daar komt dan zo’n eigen bijdrage nog bij.” Daarnaast speelt dat bewoners vaak maar een paar jaar in een appartementencomplex wonen en dan weer verhuizen. Schrader: “Waarom zouden ze dan in de VvE investeren? Dat ze niet willen investeren, staat op gespannen voet met hypotheekverstrekkers die willen zien welk energielabel het appartement in het gebouw heeft en welke verduurzamingsmaatregelen er zijn getroffen.”

Als het aan VEH ligt hoeven eigenaren die bijvoorbeeld dubbel glas of zonnepanelen willen, daarvoor geen toestemming te krijgen van de VvE. Schrader: “Dat klinkt handig, maar dat is het door de ogen van een verzekeringsadviseur niet. Je weet dan niet meer welk risico waar in je pand speelt en of je VvE nog juist verzekerd is. Bij laadpalen speelt ook nog eens dat je ze collectief moet kunnen afschakelen. Anders gaat de brandweer bij een calamiteit geeneens de parkeergarage in. Dat collectief afschakelen wordt moeilijk als ieder voor zichzelf een laadpaal regelt.” Van den Heuvel: “De laadpaal of de elektrische auto op zich ontbrandt niet eerder dan een benzineauto, maar als er brand is dan is deze moeilijker te blussen voor de brandweer. Deze auto’s zou je in een waterbak moeten onderdompelen. En de brandweer heeft dan te maken met een enorme rookontwikkeling. Dat zijn redenen dat er momenteel in parkeergarages, ook bij VvE’s, minder laadpalen worden geplaatst.”

Herbouwwaarde volgens BENG-norm Schrader wijst ook op de taxaties bij VvE’s. “Op basis daarvan wordt de herbouwwaarde berekend. Als dat een oude taxatie is, houdt deze geen rekening met de BENG-normen die sinds 1 januari 2021 vanuit de overheid zijn gesteld. BENG staat daarbij voor ‘bijna energieneutrale gebouwen’. Voor de berekende herbouwwaarde kun je niet een nieuw gebouw dat voldoet aan de BENG-vorm bouwen.”

“IK ZOU ZEGGEN TEGEN VVE’S: BESCHERM JE BESTUUR.”

Tot slot de aansprakelijkheid van de VvE-bestuurder zelf. Schrader: “Die wordt vaak vergeten. Het is vaak liefdewerk oud papier, maar daarom kun je nog wel door medebewoners aansprakelijk worden gesteld.” Van den Heuvel: “Ieder mens kan een foutje maken en zeker als je bestuurder bent van een VvE. Het is een complexe bestuurdersrol.” De Graaf: “Een mijnenveld vind ik wat te zwaar aangezet, maar pittig mag je het wel noemen.” Van den Heuvel: “Vaak zit het er nog niet eens in dat een bewoner gelijk heeft met een claim, maar vooral in het juridische verweer bij de aansprakelijkheidsstelling. Je hebt dan rechtsbijstand nodig. Ik zou zeggen tegen VvE’s: bescherm je bestuur. Ook omdat vrijwilligers anders niet meer in besturen willen zitten. Dat beschermen gebeurt nu eigenlijk nog veel te weinig.”

Rob van den Heuvel: “Op zijn minst zou je willen weten wat de financiële positie is van de VvE.”

JAN DRIESSEN

is eigenaar van adviesbureau Q&A | Communicatie

ONDER DE LOEP: DE BLA BLA VAN ACHMEA

Kennen verzekeringsproducten een premietoeslag voor maatschappelijk handelen? Achmea vindt van wel! En dat laat deze verzekeraar ons nu ook veelvuldig zien met hun niet te missen ‘bla-bla-bla’-campagnes.

Achmea is op zoek naar oplossingen en nieuwe perspectieven die onze samenleving gezonder, veiliger en duurzamer maken. De meer commerciële verzekeraars gruwen van het idee. “Onze producten hebben geen premieopslag voor maatschappelijke bullshit”, is daar de veelgehoorde kreet. “Verzekeraars moeten verzekeren”. Ook voor Achmea was dat een lastige zoektocht. Dagelijks helpt ze haar tien miljoen klanten op momenten die ertoe doen. Maar hun maatschappelijke verantwoordelijkheidsgevoel gaat verder. Zij zien grote vraagstukken en willen daaraan bijdragen.

Klant pikt gemoraliseer niet

Hun ‘brand activisme’ begon in 2021 met een belerende vuurwerkcampagne. Bedoeling was om nieuwe tradities te creëren die de wereld om ons heen beter maken. De verzekeraar riep in een commercial op zelf geen vuurwerk meer af te steken. Achmea werd daarvoor niet alleen door de Reclame Code Commissie op de vingers getikt, maar kreeg ook veel kritiek van de eigen klanten. Velen pikten het niet dat van hun premie een door hen wel gewaardeerde traditie om zeep werd geholpen. Zij lieten op sociale media weten geen behoefte te hebben aan maatschappelijk gemoraliseer.

Dus zette Achmea een volgende stap. Eind 2022 startte de campagne ‘Samen Leven’, om Nederlanders na te laten denken over waar zij gelukkig oud willen worden. Ons land vergrijst snel. Dus “Meer woningen voor ouderen, nu!”. Achmea wil dat doel bereiken in samenwerking met trage overheden en bevriende beleggingsfondsen. De recente en wederom gewaagde ‘bla-bla-bla’-campagne sluit daar naadloos op aan. Woorden verliezen hun betekenis als je niets doet. Achmea gaat nu concreet voor minder verkeersslachtoffers, gezondere werknemers en duurzamere woningen.

Achmea legt lat uitzonderlijk hoog

Met deze campagne legt Achmea de lat hoog. Want al die beloften moeten in de praktijk wel substantieel waargemaakt worden. Achmea verplicht zichzelf om indrukwekkende resultaten te laten zien. Anders blijft het bij mooie intenties en laaghangend fruit. Achmea heeft geleerd dat de dominee-rol een verzekeraar niet past. Maar dat aantoonbaar actie ondernemen om het dagelijkse leven te verbeteren, wél breed wordt geaccepteerd en gewaardeerd.

Schrijnende tweedeling verzekeraars

En zo zien we een schrijnende tweedeling bij verzekeraars: zij die maximering van aandeelhouderswaarde en topbonussen helaas weer als hoofdtaak zien en zij die concreet een bijdrage proberen te leveren aan het verbeteren van de wereld. Het is voorspelbaar aan welk soort van verzekeraar goede werknemers en nadenkende klanten zich in de toekomst willen verbinden.

COLOFON

AM Inspiratie en achtergronden voor de verzekeringsprofessional

Redactie

Ronald Bruins

Paula Jansen

Rob van de Laar

Alexandra Meijer

Nina van de Poll

Aäron van der Sanden

Martijn Slot

Frank Thooft

Linda Welther

Medewerkers aan deze uitgave

Jan Driessen, Robert Heeg, Jan-Pieter van der Helm, Jurjen Oosterbaan, Ede van de Pol, Erik van Toledo en Linda Welther

Contact www.amweb.nl redactie@amweb.nl

LinkedIn: AMweb_nl Twitter: AMweb_nl

Uitgeverij VakmedianetAssurantie B.V.

Uitgever Renske van de Merbel Vormgeving colorscan

Druk Wilco

Accountmanagers

Marja Albers

T 06-55001083 marjaalbers@vmnmedia.nl

Sander Smidstra T 06-10559901 sandersmidstra@vmnmedia.nl

Abonnementen

Jaarabonnement: €279.90 exclusief btw. Verschijnt 4 keer per jaar www.amweb.nl/abonneren

Klantenservice

T 088-5840888 klantenservice@vmnmedia.nl

Adreswijzigingen adreswijziging@vmnmedia.nl

Auteursrecht

Alle rechten in deze uitgave zijn voorbehouden aan Vakmedianet. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16h t/m 16m Auteurswet jo. Besluit van 27november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB). Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan.

ISSN 0167-3882

Vakmedianet legt gegevens van abonnees vast voor uitvoering van de (abonnements)overeenkomst. De gegevens kunnen door Vakmedianet worden gebruikt om je te informeren over relevante producten en diensten. Indien je hiertegen bezwaar hebt, kun je contact opnemen met Vakmedianet.

DINSDAG 5 NOVEMBER

hét event voor de financiële dienstverlening

DEFABRIQUE UTRECHT

5 november 2024, AMdag. Hét hoogtepunt van 2024 voor de financieel dienstverlener. Dit jaar verrijken

we ons beproefde en geliefde programma met hoogtepunten uit de vorige edities en uiteraard ook nieuwe onderdelen. Het AM Insights Café, AM First Dates en de TED talk arena’s zijn in ieder geval weer van de partij maar de primeur in 2024 gaat naar AMHypotheken. Een nieuw concept volledig gericht op de financieel dienstverlener die wat met hypotheken doet. Benieuwd naar het programma? Check hieronder de eerste sprekers en ga naar de website voor het volledige programma

Joséphine Chamoulaud - CEO van Insurtech Smile Insurance Smile is simpelweg een succesverhaal. Niet alleen is ze een van de oudste insurtechs ter wereld (sinds 1994) en de grootste online verzekeraar van Zwitserland, maar inmiddels is ze ook actief in Oostenrijk en Spanje. Een internationaal pronkstuk, met alleen in haar thuisland al 200.000 klanten, die voor allerlei verzekeringen bij Smile terecht kunnen.

Peter Heerschop - Minister van Enthousiasme

In circa 45 minuten spreekt de Minister van Enthousiasme op zijn eigen authentieke enthousiaste wijze de zaal toe. Hier voor zet Peter Heerschop alles in wat op zijn pad is gekomen

Gina Doekhie - Cybercrimespecialist en digitaal detective

Phishingaanvallen vormen een belangrijk onderdeel van de moderne cybercriminaliteit.

Koen Thijssen - Oprichter en CEO Insify

Met behulp van AI kunnen criminelen hun aanvalstechnieken perfectioneren en personaliseren. Hoe jij niet in de val gaat lopen? Dat vertelt Gina Doekhie op AMdag 2024.

‘Verzekeraars komen weg met het verneuken van hun klanten’. Aldus ondernemer

Koen Thijssen, toen hij 10 jaar geleden een claim van 20.000 euro niet uitbetaald

kreeg en zijn investeerders - vooral vrienden en familie - moest vertellen dat ze hun

JE NU

geld deels kwijt waren. Frustrerend en voor hem dé reden om Insify te beginnen.

Check onze sectorproposities en daag ons uit voor de beste offerte!

Expertise en sectorgerichte oplossingen

Allianz is in Nederland een grote speler in het verzekeren van grote en complexe risico’s via de beurs. Met onze sectorkennis en expertise kunnen wij u als adviseur in de provinciale markt uitstekend ondersteunen.

Die kennis en kunde is nu voor u beschikbaar in de vorm van onze sectorproposities met verzekeringsoplossingen die naadloos aansluiten op de specifieke behoefte van uw klant.

Heeft u een klant in de bouw, de detailhandel, de groothandel of de zakelijke dienstverlening in de boeken? En bent u op zoek naar een alternatief?

Bijvoorbeeld voor zijn aansprakelijkheidsverzekering, zijn brandverzekering, transportverzekering of verzekeringen voor zijn wagenpark? Ga dan eens voor een second opinion naar Allianz en daag ons uit voor een totaalofferte!

Zie voor meer informatie: www.allianz.nl/sectorproposities Of neem contact op met uw accountmanager.

Allianz, uw partner voor BV Nederland

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.