Brandveilig.com nr 1, februari 2013

Page 1

Zesde jaargang nr.1 FEBRUARI 2013

BR ME AN ER DV NI EIL EU IG WS .CO M

Thema Isolatie & Afdichting

Stadskantoor Leyweg: Brandveilig bekleden staalconstructie

Theater Helmond: brandveiligheid gewaarborgd Brandveiligheid versus duurzaamheid Grote branden en schadecijfers


Advertorial

Watergedragen brandwerende coatings met milieu certificaat Vaak wordt gedacht dat watergedragen brandwerende coatings milieuvriendelijk zijn. Niets is minder waar; vaak bevat de coating veel schadelijke stoffen. DMS Brandwerende Systemen levert brandwerende coatings die wel mileuvriendelijk zijn. Of het nu gaat om toepassingen voor staal of doorvoeringen.

Helaas gaat het in discussies over brandwerend producten nog vaak alleen over normen en testen en krijgt het milieu-aspect niet of nauwelijks aandacht Het idee bestaat dat als een coating maar watergedragen is, het wel goed zit qua milieuvriendelijkheid. Niets is dus minder waar. Een goed voorbeeld is brandwerende coating op staal. Brandwerende coating op staal is een goed geaccepteerd product. Chloor, Broom en andere mileu-belastende toeslagstoffen zijn heel gewoon. In een gemiddeld project kan rustig een paar duizend kilo verf verwerkt worden. Daar waar we ons druk maken over allerlei andere productie vergeten we dat deze coatings zeker niet zo milieu vriendelijk zijn als we wel denken. Er wordt al snel gedacht wanneer het maar watergedragen is, dan zit het wel goed. Dat het niet nodig is bewijst Rudolf-Hensel. Zij produceren als eerste brandwerende coatings met een LEED certificaat. Gelukkig komt er steeds meer aandacht voor het toepassen van milieuverantwoorde producten in de bouw. De overheid speelt daarbij een belangrijke rol. Uiteraard zal de coating ook moeten voldoen aan alle testen en normen. Helaas is daar erg veel onduidelijkheid. De overgang van de NEN naar de EN gaat

helaas erg moeizaam. Oude testen en rekenprogramma’s blijven helaas maar boven de markt cirkelen. DMS Brandwerende Systemen staan voor: • Duidelijkheid en werken conform de laatste geaccrediteerde methodes. • LEED classificatie als bouwmaterialen voor duurzaam bouwen. • De CE-markering is een wettelijk verplichte aanduiding op producten die onder een van de “Nieuwe Aanpak”-richtlijnen vallen. • De Europeese organisatie voor Technische Approvals Boddies voor genomineerd voor Europese technische goedkeuring. Producten met dit certificaat voldoen aan de geharmoniseerde norm en Europese technische goedkeuring. DMS Brandwerende Systemen biedt o.a.: Staalcoating Hensotherm 410KS en 420KS beschikken over alle certificaten die nodig zijn om aan het bouwbesluit te voldoen. • Getest conform de nieuwe EN 13381 (dus geen oude NEN 6072 of NEN 7878) • Leed certificaat • CE-Markering • ETAG No. 018-1 minimale productwerking tot 25 jaar Doorvoeringen Hensomastik 5KS beschikt over de

volgende certificaten en eigenschappen • Getest conform de EN 1366 • Water-,Uv- en vele chemicaliënbestendig • CE-Markering • Leed certificaat Voor meer informatie kunt uiteraard bij ons terecht. T: 0486-461880 E: jkoster@dutchmarinesystems.nl W:www.brandwerendeconstructies.nl


Inhoud thema

Isolatie & afdichting

10

10 | Brandveilig bekleden staalconstructie 14 | energiezuinig bouwen vanuit een FSe benadering 17 | Brandveiligheid tijdelijk theater helmond gewaarborgd 20 | training voor hBO-docenten

17

23 | Brandveiligheid in de zorg 26 | Brandveiligheid versus duurzaamheid 31 | Grote branden en schadecijfers 32 | Nieuwe pictogrammen vluchtrouteaanduiding

26

Verder in dit nummer

32

5

Column

6

nieuws

10

van staalplaat tot brandblusser

23

de Complete zorgseCtor onder een dak

34

nationaal Congres brandveiligheid

35

Column joriC witlox

36

branChe-informatie

38

bedijvenindex nummer 1

februari 2013

3


Eerste Hertek catalogus over brandmeldsystemen verschenen De eerste Hertek catalogus brandmeldsystemen is verschenen. Met deze catalogus biedt Hertek u een volledig overzicht van haar enorme assortiment brandmeldsystemen.

Internationale vakbeurs voor technisch textiel en vliesstoffen

57019-009_TT_allgemein_Bradveilig_90x267 • CD-Rom • ISO 39 • CMYK • cp: 08.01.2013

E C N A M R O PERF S TREND OLOGIES TECHNIONS SOLUT

DU: 13.01.2013

NL

11 t/m 13. 6. 2013

Onze core business is brandmeldsystemen. Deze verdient een complete catalogus, net als u! In deze catalogus ontdekt u welke producten er nieuw op de markt zijn, of u dient te kiezen voor brandmeldsysteem adresseerbaar of conventioneel. Van een compleet overzicht van de populaire Penta 5000 brandmeldcentrales tot een uitgebreid overzicht van de melders, sirenes en flitslichten. Tevens vindt u een overzicht van alle benodigde toebehoren om een compleet brandmeldsysteem te bouwen bestaande uit onder andere uitbreidingskaarten, voedingen, kabels en installatiematerialen.

Wilt u de catalogus graag ontvangen? Ga dan naar www.hertek.nl/catalogus.

Misbruik van brandmelders?

Hertek_adv_pag4.indd 1

Ideale synergiën met twee vakbeurzen op één locatie

10 t/m 13. 6. 2013

info@netherlands.messefrankfurt.com Tel. +31 (0) 70 262 90 71

Voor meer informatie scan de QR code of bezoek www.techtextil.com

14-02-13 09:25

Probeer onze 95 dB beveiliging

Ambachtstraat 14, 4261 TJ Wijk en Aalburg

Stopper: een simpele, betaalbare manier om misbruik van handbrandmelders te voorkomen.

T: +31 (0) 416 - 820 300 E: info@hs-pas.nl W: www.hs-pas.nl

Een stevig deksel van polycarbonaat activeert, wanneer het wordt opgetild, een alarm van 95 dB (batterij).

HS-Pas is distributeur voor STI (Europe), UK in Nederland

Stopper is eenvoudig te monteren. Stopper ontmoedigd misbruik / vandalisme, zonder dat de brandmeldfunctie in gevaar komt. Neem contact met ons op voor nadere informatie.


Colofon B+B VAKMEDIANET

Brandveilig.com is een uitgave van Vakmedianet Hoofdredacteur Arjen de Kort, arjendekort@vakmedianet.nl Eindredacteur Monique van der Woude Medewerkers aan deze uitgave Aline de Bruin, Herold Boertjens, Peter Bijvoet, Mariska van Dalen, Harrie Dirks, Micha de Jong, Foka Kempenaar, John van Lierop, Leo Porrio, Jan Sterk en Joric Witlox

Aangenaam Bij deze column treft u een nieuw gezicht en een nieuwe naam aan. Daarom stel ik mij graag even voor. Mijn naam is Arjen de Kort, en per 1 januari van dit jaar ben ik hoofdredacteur van Brandveilig.com. De afgelopen jaren ben ik als redacteur werkzaam geweest op de vakgebieden arbeidsveiligheid en security, terreinen waar het onderwerp brandveiligheid ook regelmatig aan de orde kwam en komt.

Redactieraad

De redactieraad adviseert de redactie van Brandveilig.com. De uitingen geven echter niet per se de mening weer van de leden.

Coen van Beek, Eric Bosscher, Xander van Bree, Arnoud Breunese, Maarten de Groot, Dingeman de Jong, Johan Koudijs, Leo Oosterveen en Joric Witlox Art Direction Mr. Richardson Vormgeving Cross Media Solutions - Ten Brink Coverbeeld Erik Stekelenburg Uitgever Ruud Bakker, ruudbakker@vakmedianet.nl Marketing Leendert van Wezel, leendertvanwezel@vakmedianet.nl Juliette Lammers, juliettelammers@vakmedianet.nl Accountmanager Michel Lases, michellases@vakmedianet.nl Abonnementenadministratie klantenservice@vakmedianet.nl, tel. 088-5840888 Adres Vakmedianet Postbus 448, 2400 AK Alphen aan den Rijn Tel. 088-5840918 www.brandveilig.com info@brandveilig.com Abonnementen Brandveilig.com is een tweemaandelijkse uitgave. Abonnement: Nederland € 97,50, overige landen € 120,00, los nummer € 17,00. Prijzen exclusief btw. Abonnementen worden automatisch verlengd, tenzij twee maanden voor vervaldatum schriftelijk is opgezegd. Bankrelatie ING bank 65.23.73.763 Druk Veldhuis Media, Raalte Doelgroep Professionals op het gebied van brandveiligheid, zoals architecten, aannemers, preventisten, brandweer, adviseurs, installateurs, leveranciers en beslissers op het gebied van facilitair management in bedrijf en gebouw. Copyright Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie-en, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Disclaimer Alle in Brandveilig.com opgenomen informatie is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. De juistheid en volledigheid kunnen echter niet worden gegarandeerd. Vakmedianet en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade die het directe of indirecte gevolg is van het gebruik van de opgenomen informatie. B + B VAKMEDIANET IS AANGESLOTEN BIJ HET OPLAGE INSTITuuT (HOI) ISSN-NuMMER: 1876-5750

De laatste maanden heb ik mij achter de schermen enigszins warmgelopen voor deze nieuwe job en al behoorlijk wat deskundigen en professionals uit de wereld van brandveiligheid gesproken. Daarbij viel mij op dat de problemen - of de uitdagingen zo u wilt - waarmee zij worstelen voor mij herkenbaar zijn en deels vergelijkbaar met die van de voor mij bekende arbo - en security professionals. Op zich niet vreemd natuurlijk: allemaal ontlenen zij hun professionele bestaan aan de veiligheidszorg voor en beveiliging van de organisatie waarvoor zij werken, met als ultieme doel het waarborgen van de bedrijfscontinuiteit. En wat blijkt, elke discipline - of het nu gaat om arbo, om security, of om brandveiligheid - heeft moeite om binnen de eigen organisatie te worden gehoord en de problematiek hoog genoeg op de directie-agenda te krijgen. Laat staan op de maatschappelijke en politieke agenda, zeker als het gaat om brandveiligheid. Aan het slot van deze eerste column wil ik mijn voorganger Erik Ruijs bedanken voor wat hij de afgelopen jaren voor Brandveilig.com heeft gedaan. Aan mij de schone taak het stokje van hem over te nemen en u via het blad en de website op de vertrouwde wijze te blijven informeren over de ontwikkelingen in uw vakgebied. Daarbij zullen onderwerpen als fire safety engineering, de uitwerking van het nieuwe Bouwbesluit, de zich terugtrekkende overheid en de daarmee gepaard gaande toenemende eigen verantwoordelijkheid van organisaties voor brandveiligheid zeker niet ontbreken. Maar ik zie het ook als een uitdaging u in contact te brengen met uw collega’s uit de veiligheidsketen. Door vaker dan tot nu toe eens over de schutting te kijken en open te staan voor een meer integrale aanpak, is er denk ik veel winst te behalen als het gaat om vergroting van de veiligheid. Ik kijk er naar uit u de komende tijd persoonlijk te ontmoeten. Arjen de Kort hoofdredacteur Brandveilig.com arjendekort@vakmedianet.nl

nummer 1

februari 2013

5


Nieuws

Agenda 20 - 22 maart Secura BruSSel ww.eaSyfairS.com

Meer informatie over alle activiteiten: www.brandveilig.com

18 april NatioNaal BraNdveiligheidScoNgreS 2013 ede www.SBr.Nl/NBc

13 - 16 mei ifSec BirmiNgham (vK) www.ifSec.co.uK

4 – 6 juNi Safety & Security amSterdam (SSa 2013) amSterdam www.SafetySecurityamSterdam.Nl

Fusie SBR en CURNET SBR en CURNET gaan de krachten te bundelen. De activiteiten van beide organisaties worden integraal voortgezet in SBRCURNET. De nieuwe organisatie telt 75 medewerkers, en is gevestigd in het kantoor van SBR in het Groothandelsgebouw te Rotterdam. Op termijn zal de organisatie zich vestigen op de Bouwcampus, waarvan zowel SBR als CURNET initiatiefnemer en medeontwikkelaar zijn. ‘De nieuwe organisatie wordt niet zomaar een optelsom van de twee delen. We hebben nadrukkelijk de ambitie om onszelf te vernieuwen en daarmee beter en sterker onze rol te kunnen spelen in een veranderende sector.’, aldus de toekomstig algemeen directeur Jack de Leeuw. ‘We hebben beide al meer dan een halve eeuw ondersteuning geboden door kennis te ontwikkelen en verspreiden. De uitdaging waarvoor de bouw nu staat vraagt om een meer integrale aanpak en om onconventionele oplossingen. Dit betekent dat we deel willen uitmaken van een netwerk waarin partijen zich met elkaar verbinden met de Bouwcampus als fysiek en virtueel knooppunt van organisaties, ideeën en initiatieven.’ Met het samengaan levert SBRCURNET een belangrijke bijdrage aan het verminderen van de versnippering in de kennisinfrastructuur en krijgt de organisatie meer slagkracht door effectiever en efficiënter te kunnen opereren. SBR is een kennisplatform voor bouw en vastgoed, en wil kennis leveren om beter te kunnen bouwen en beheren. CURNET is een netwerk van projecten, programma’s en kennisallianties dat zich richt op kennis- en competentieontwikkeling rond ruimte, bouw, bodem, land en water.

Kleinere bedrijven beschikken niet over continuïteitsplan Twintig procent van de bedrijven met meer dan 1000 werknemers beschikt niet over een plan dat voorziet in de continuïteit van de onderneming na een calamiteit. Bij de bedrijven tot tien werknemers is dit percentage zelfs 80%. Dit blijkt uit representatief onderzoek van Siemens Nederland. Opmerkelijk is daarbij dat bijna 60% van diezelfde grote bedrijven vindt dat zij (nog) meer zouden moeten doen om hun continuïteit te waarborgen, terwijl een zelfde percentage van de kleine bedrijven dat niet nodig vindt. Het onderzoek is gehouden onder het management van de gebruikers van gebouwen- en infratechnologie naar hun structurele en planmatige aanpak van business continuity. Conclusie: hoe groter het bedrijf, hoe meer aandacht er is voor business continuity. Er zijn ook verschillen per branche. Een risicovolle sector als de luchtvaart geeft aan dat er niet meer hoeft te worden gedaan om de business continuity te verhogen. Dit in tegenstelling met de petrochemie waar 80%, en defensie en transport & logistiek waar zelfs 100% vindt dat er meer aan gedaan mag worden. Naast IT-security (hoogste score), brandveiligheid en toegangsbeveiliging/security, scoort ook klimaatbeheersing hoog op de ladder van business continuity als het gaat om gebouwgebonden technologie. Het volledige rapport is op te vragen via: www.siemens.nl/BCMonderzoek.

6

nummer 1

februari 2013


Nieuws CCV-regelingen brandbeveiliging geaccrediteerd Alle CCV-regelingen voor brandbeveiliging zijn nu onder accreditatie uit te voeren. Dat heeft het CCV (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid) bekendgemaakt. Met de bekendmaking bevestigt de Raad van Accreditatie (RvA) dat de inrichting van de CCV-regelingen en –schema’s goed is. Volgens het CCV is dit een belangrijke mijlpaal voor de brandveiligheid. Het CCV beheert de regelingen op schema’s van brandveiligheid en voert hierover intensief overleg met de diverse betrokken partijen. Deze schema’s moeten op een goede manier zijn ingericht en worden uitgevoerd. De RvA beoordeelt of de certificatie- en inspectieinstellingen de regelingen goed uitvoeren. De volgende stap is dat de certificatie- en inspectie-instellingen hun accreditatie verwerven. Het CCV verwacht dit jaar de onderdelen UPD (uitgangspuntendocument) en ontruimingsalarmen aan de geaccrediteerde regelingen te kunnen toevoegen. Dan is de set aan regelingen voor brandveiligheid compleet. Meer informatie: lees ook het interview met Willem van Oppen (adviseur conformiteitsschema’s bij het CCV) in Brandveilig.com nr. 6, december 2012..

42 dodelijke slachtoffers bij branden in 2012 In 2012 zijn 42 mensen door brand omgekomen. Dat zijn er evenveel als in 2011. Wel zijn er meer mensen omgekomen in hun woonomgeving, 41 ten opzichte van 35 in 2011. Eén dode is gevallen bij brand in een werkplaats. Dit blijkt uit actuele cijfers van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). Er is sprake van een lichte daling van het aantal doden door brand in de laatste vier jaar ten opzichte van de jaren daarvoor. Dit wordt voor een deel veroorzaakt doordat in de laatste vier jaar geen branden met grote aantallen slachtoffers hebben plaatsgevonden, zoals in 2001 (Volendam) en 2005 (SchipholOost). Ook bij woningbranden is sprake van een daling van het aantal dodelijke slachtoffers. Volgens Ricardo Weewer (foto), lector Brandweerkunde van het Instituut Fysieke Veiligheid, is er ondanks de lichte daling van het aantal doden door brand geen reden tot optimisme: ‘Het is noodzakelijk om alert te blijven op brandveiligheid en het treffen van maatregelen om branden te voorkomen. Elk dodelijk slachtoffer is er een te veel.’

Dienst Justitiële Inrichtingen brandveilig De periode van bijzondere en gerichte aandacht voor verbetering van de brandveiligheid bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) is afgerond. Dit schreef staatssecretaris Teeven (Veiligheid & Justitie) afgelopen maand aan de Tweede Kamer. Teeven reageert hiermee op het onderzoeksrapport van de vier samenwerkende rijksinspecties over de brandveiligheid bij dertien particuliere justitiële inrichtingen. Teeven ziet in het inspectierapport het beeld bevestigd dat de aanpak heeft geleid tot een verantwoord brandveiligheidsniveau in de particuliere sector. Het onderzoek naar de brandveiligheid van de justitiële inrichtingen werd ingesteld na de Schipholbrand in 2005. De gezamenlijke rijksinspecties kwamen in 2010 al tot de conclusie dat de rijksinrichtingen en de semi-particuliere inrichtingen als brandveilig konden worden gekarakteriseerd, maar dat de bouwkundige en organisatorische brandveiligheid in de particuliere inrichtingen nog onvoldoende op orde was. Teeven schrijft verder in de brief dat vier aanbevelingen van de inspecties in de komende periode worden opgepakt. Zo is een groter bewustzijn nodig over de risico’s van teveel persoonlijke spullen binnen de beperkte verblijfsruimte van de gevangene en moeten duidelijke en eenduidige afspraken met de brandweer worden gemaakt over opkomsttijden. Ook is een betere analyse nodig van de risico’s van gebruik van het gebouw en de afstemming van de BHV-organisatie daarop en is permanente aandacht voor de borging van het gehele brandveiligheidsconcept noodzakelijk om de brandveiligheid ook voor de toekomst te verzekeren. De DJI zal erop toezien dat alle particuliere inrichtingen op korte termijn met deze aanbevelingen aan de slag gaan. Om de brandveiligheid op de lange termijn te waarborgen zal DJI het brandveiligheidsbeleid van de particuliere inrichtingen periodiek blijven evalueren.

nummer 1

februari 2013

7


Nieuws Correctieblad NEN 6075 gepubliceerd NEN heeft een correctieblad bij NEN 6075 ‘Bepaling van de weerstand tregen rookdoorgang’ gepubliceerd om onduidelijkheden bij ventilatiesystemen recht te zetten en om aansluiting te verzorgen op bestaande bouw. Daarnaast het NEN een wijzigingsblad gepubliceerd NEN 6061:1991 ‘Bepaling van de weerstand tegen het ontstaan van brand bij stookplaatsen’ voor actualisering van normverwijzigingen. NEN 6075:2011 stuurt de Europese beproevingsnormen voor nieuwbouw aan. Voor bestaande bouw kan de oude formule uit NEN 6075 op basis van de vlamdichtheid nog steeds worden gebruikt. Met het correctieblad bij de norm wordt de klassering van ventilatiesystemen en rook- en warmteafvoersystemen aangepast. In het origineel stond dat de producten vlamdicht moesten zijn zonder tijdsduur (E) en dat is nu gewijzigd in E 20. In het correctieblad is de bepaling voor de rookdoorlatendheid uit NEN 6075:1991 overgenomen, zodat de norm kan worden gebruikt voor bestaande bouw. Het wijzigingsblad bij NEN 6061 zorgt ervoor dat ook de Europese brandklassen volgens NEN-EN 13501-1 kunnen worden toegepast. Deze norm bevat de brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen op grond van resultaten van beproeving van het brandgedrag.

Zes op de tien brandmeldingen loos alarm De brandweer is in 2011 ruim 66.000 keer voor niets uitgerukt na een brandmelding. Zes op de tien brandmeldingen zijn loos alarm, zo blijkt uit cijfers van het CBS. In 27 procent van de gevallen werd het loos alarm veroorzaakt door brandgevaarlijke werkzaamheden in de buurt of een storing van de apparatuur. De brandweer wil het aantal valse meldingen binnen 5 jaar met 50 procent terugdringen. In totaal zijn in 2011 bij de brandweer 155 duizend meldingen binnengekomen: 107 duizend brandmeldingen en 48 duizend verzoeken tot hulpverlening. Het totale aantal meldingen is met 2 procent gestegen ten opzichte van 2010. De Brandweerstatistiek 2011 geeft een overzicht van de verschillende activiteiten van de Nederlandse brandweer in dat jaar. Hierbij wordt onder andere gekeken naar het aantal meldingen wegens brand of hulpverlening, de aard hiervan en de locatie..

Nederlandstalig handboek FSE Medio maart/april verschijnt het eerste Nederlandstalige handboek over Fire Safety Engineering. Dit naslagwerk legt de nadruk op het gedrag van rook, materialen, constructies en personen bij brand in een gebouw of bouwwerk. Het geeft aandachtspunten, mechanismen, achtergronden, vuistregels en kengetallen weer. Abeltje Tromp, Rudolf van Mierlo, ‘Fire Safety Engineering: handboek voor de bouw’, ISBN 9789059727342, prijs: € 40,-. Bestellen: www.eburon.nl/fire_safety_engineering.

8

nummer 1

februari 2013


Nieuws AMvB Gebruik Overige Plaatsen per 2014 in werking De AMvB Brandveilig Gebruik Overige Plaatsen gaat op zijn vroegst pas op 1 januari 2014 van start. Dat meldt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het ministerie werkt aan de AMvB Brandveilig Gebruik Overige Plaatsen als vervanging van de brandveiligheidsverordening. Oorspronkelijk was de inwerkingtreding van de AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) gepland voor 2013. Het ministerie verwacht nu dat de AMvB op zijn vroegst pas op 1 januari 2014 ingaat. Tot die tijd moet in elke gemeente een brandbeveiligingsverordening van kracht zijn. In een reactie zegt het ministerie dat het uitstel te maken heeft met de complexiteit van de materie.

Campagne voor brandveiligheid ondernemers Jaarlijks vinden zo’n honderd branden plaats met een schadebedrag van meer dan 1 miljoen euro. Vorig jaar waren dat zelfs 120 branden, met een totaalschade van meer dan 365 miljoen euro. Om ondernemers extra bewust te maken van het belang van brandpreventie, zijn MKB-Nederland, VNO-NCW en het Verbond van Verzekeraars gezamenlijk een campagne gestart. In de helft van de gevallen komt een bedrijf de schade van een grote brand, ook al is die volledig uitgekeerd, niet meer te boven. In 20 procent van de gevallen is sprake van brandstichting. Die branden worden gekenmerkt door een grote kwetsbaarheid van de plek waar de brand is aangestoken. Om ondernemers extra bewust te maken van het belang van brandpreventie, hebben MKB-Nederland, VNO-NCW en het Verbond van Verzekeraars gezamenlijk een website, brochure en voorlichtingsfilmpje gelanceerd. Op de website www.checklistbrand.nl kunnen ondernemers een checklist invullen die gericht is op het bedrijfsterrein, het bedrijfsgebouw, brandbare materialen en brandbestrijding. Met toegankelijke en praktische informatie willen zij grote en kleine bedrijven helpen met een meer beleidsmatige en structurele aanpak bij het beperken van de risico’s op en de gevolgen van brand.

Sprinklerstatistiek 2010 gepubliceerd De Sprinklerstatistiek over het jaar 2010 is gepubliceerd. Hieronder volgt een overzicht van de schaden vanaf â‚Ź 1.000.000 in de periode 2002 tot en met 2010. Vanaf 31 januari 2013 is de Sprinklerstatistiek over het jaar 2010 gereed. De gegevens worden verzameld door de CIBV erkende sprinklerinstallateurs en door de inspectie-instellingen die een licentie met CIBV hebben afgesloten. Aangezien de gegevens tijdens de halfjaarlijkse of jaarlijkse inspecties en audits Aantal branden Gemiddelde schade Totale brandschade Jaar x x worden verzameld, kunnen de statistieken een jaar ! 1.000.000 ! 1.000.000 na afloop van het betreffende jaar worden samenge2002 4,82 96 462,600 steld. 2003 4,94 129 636,785 In 2010 zijn er 13 branden in gesprinklerde objecten 2004 5,45 84 458,200 2005 gemeld bij CIBV. Van een aantal branden is het 3,44 73 251,182 2006 3,71 79 293,234 schadebedrag nihil of niet vermeld waarbij er van uit 2007 4,13 108 445,923 wordt gegaan dat de schade niet noemenswaardig 2008 5,11 96 490,659 is. De sprinklerstatistiek geeft een overzicht van alle 2009 3,51 105 369,115 brandschaden in 2008, 2009 en 2010 in gesprinkler2010 3,23 88 284,559 de objecten, waarbij de sprinklerinstallatie voor de Bron: Brandbrief, Verbond van Verzekeraars. blussing zorgde.

nummer 1

februari 2013

9


Thema isolatie & afdichting

Micha de Jong *

Stadskantoor Leyweg Gemeente Den Haag

Brandveilig bekleden staalconstructie

Na een bouwperiode van 3 jaar is in mei 2011 het nieuwe Stadskantoor van de gemeente Den Haag aan de Leyweg geopend voor publiek. Zo’n 1.200 medewerkers van de gemeente zijn gehuisvest in het nieuwe gebouw. Het opvallende stalen atrium is van essentieel belang voor de stabiliteit van het gehele gebouw. Om de brandwerendheidseisen ervan te realiseren, is gebruik gemaakt van een op epoxy gebaseerde brandwerende coating die oorspronkelijk uit de offshore industrie komt. Foto: Erik Stekelenburg

10

nummer 1

februari 2013


Thema isolatie & afdichting

H

et nieuwe Stadskantoor van de gemeente Den Haag is niet alleen een opvallend driehoekig gebouw van ruim 75 meter hoog met een gevel van Noors marmer, het is ook het meest duurzame gebouw van de gemeente Den Haag. Om energie te besparen wordt gebruik gemaakt van de modernste technieken. Een voorbeeld daarvan is de warmte- en koude-opslag in diepe bronnen in de bodem op 250 meter. Bij behoefte aan kou of warmte wordt dit warme of koude water opgepompt. Daarnaast zijn er duurzame bouwmaterialen gebruikt, zoals dakbedekking van losliggend recyclebaar kunststof, HR++ isolatieglas en FSC hout.

Atrium

De draagconstructie bestaat uit een driehoekig atrium, vervaardigd uit stalen profielen als gebouwkern in combinatie

met dragende prefab betonnen gevelelementen. In delen van telkens drie verdiepingen werd het staalwerk op de werkplaats opgebouwd en op de voorgaande delen bevestigd. Op deze knooppunten werd een tijdelijke verbinding met een bout en moer verbinding gemaakt. Daarna werden de verbindingen aan elkaar gelast.

Extra aandacht is besteed aan de isolatie van de boutkoppen

Brandwerende coating

Aandachtspunten

Omdat het stalen atrium van essentieel belang is voor de stabiliteit van het gehele gebouw is de eis gesteld dat de constructie een brandwerendheid heeft van 120 minuten. Deze brandwerendheid moet voor een periode van 50 jaar gehandhaafd kunnen worden. Voor het behalen van deze brandwerendheid wordt gebruik gemaakt van een op epoxy gebaseerde brandwerende coating die oorspronkelijk uit de offshore industrie afkomstig is.

De coating is prefab op de werkdelen aangebracht en moest op het werk op de knopen aangebracht worden. Hierbij moet er rekening gehouden worden met de benodigde laagdiktes op de profielen en de applicatie wijze volgens de kwaliteitsrichtlijn Bouwen met Staal. Efectis heeft: • De laagdiktebepalingen voor de staalconstructie inclusief de knopen getoetst en praktijkmetingen uitgevoerd ter controle. • Geadviseerd over het effect van de laswerkzaamheden op de coating. • Geadviseerd over detaillering rond de knopen, in het bijzonder het effect van regenwater en de afvoer hiervan, en het brandwerend afdekken van de boutkoppen. Overige aandachtspunten waren de inspectie, de levensduur en het onderhoud dat plaats moet kunnen vinden via speciaal voor dit doel geplaatste ramen in de buurt van de knopen in de constructie.

Laagdikte

Op de knooppunten werd een tijdelijke verbinding met een bout en moer verbinding gemaakt. Daarna werden de verbindingen aan elkaar gelast (foto: Erik Stekelenburg).

De constructieve knopen zijn zonder coating geplaatst vanwege de uit te voeren laswerkzaamheden. Het staal dat aan elkaar gelast moest worden in het werk is eerst verwarmd. Daarom is de coating op enige afstand gehouden van de te lassen delen. Deze stalen delen moesten in het werk voorzien worden van de brandwerende coating. Hiervoor is gebruik gemaakt van een profielfactor per knoop als basis van de vereiste laagdikte. Het is tijdens het onderzoek duidelijk geworden dat de met de hand aangebrachte coating op de moeilijk bereikbare plaatsen grote variaties in diktes ontstonden, waardoor op sommige locaties te weinig coating was aange-

nummer 1

februari 2013

11


Advertorial

OVERLEG IS GELD VERDIENEN In de beginfase van een nieuwbouw- of renovatieproject is het belangrijk om rond de tafel te gaan zitten met een bedrijf dat de kennis in huis heeft op het gebied van brandwerende afwerkingen. Dit om advies in te winnen hoe op een kostengunstige manier tot de beste brandwerende oplossingen te komen. Hierbij komen onder meer vragen aan de orde als: • Moeten de sparingen nu groot geboord worden of juist klein? • Moeten er een manchetten gebruikt worden of kan dit ook met opschuimende kit? • Wordt er voldoende vrije ruimte gelaten voor het plaatsen van een manchet? Zo zijn er honderd en één vragen die wij als Phoenex graag voor u beantwoorden om samen met u op dit vlak kosten te besparen. Phoenex adviseert hoe de compartimentering uit te voeren en maakt hiertoe doorvoeringen, staalconstructie en scheidingswanden brandwerend. Hierbij worden de beste oplossingen gekozen. U krijgt van ons als het project is afgerond een uitgebreid logboek. Dit logboek is inclusief: • Productinformatie + testen.

• •

Tekeningen met sparingnummers. Phoenex opleveringscertificaat.

U kunt ons benaderen voor advisering, kostenloze inventarisatie, onderhoudscontracten en een kostenopgave om tot passende maatregelen te komen. Dit geldt zowel voor brandwering als ook voor technische isolatie (alle leidingisolatie en kanaalisolatie voor binnen en buiten) in geheel Nederland. Phoenex BV werkt nauw samen met DMS Brandwerende Systemen. Het merendeel van de door ons gebruikte producten wordt geleverd door toonaangevende leveranciers zoals Hensel en Zapp-Zimmerman, welke een diversiteit aan producten leveren voor de verschillende

toepassingen. Alle producten voldoen aan de nieuwe Europese testen en richtlijnen. Van vele producten wordt de kwaliteit gegarandeerd door een CE-markering. Van alle producten zijn er productbladen en testrapporten beschikbaar, die u kunt opvragen per e-mail: info@phoenex.nl

David Livingstonestraat 18 7825 AD Emmen 0591-667095 0591-667096 info@phoenex.nl www.phoenex.nl


Thema isolatie & afdichting

De bouten moeten van voldoende coating voorzien worden. De aannemer heeft hierbij gekozen voor de zogenoemde koffiebekertechniek. (foto: Efectis)

bracht. Dit is na de controle aangepast. Het is gebleken dat de controle door een externe partij een belangrijk effect heeft op de kwaliteit van het werk. Gedurende het gehele proces zijn er metingen gedaan van de laagdiktes van de coating bij de knopen.

Open afvoergat

Tijdens de bouw bleef er water en rommel in de knooppunten liggen doordat de afvoergaten verstopt raakten. Er is nagedacht over het sluiten van de ruimtes die vervuiling vast kunnen vasthouden, maar dit is niet uitgevoerd vanwege onzekerheden over het gedrag bij brand. Bij het aanbrengen van de coating is er voor gezorgd dat het afvoergat in de eindsituatie open is. Omdat de bouten ten behoeve van de tijdelijke bevestiging in de eindsituatie geen constructieve functie hebben, maar

ook geen warmtelek mogen zijn voor de verhitting van de constructie moeten deze van voldoende coating voorzien worden. De aannemer heeft hierbij gekozen voor een zeer praktische oplossing, namelijk de zogenaamde ‘koffiebeker techniek’. Via analyse van de profielfactoren en toelaatbare staaltemperaturen heeft Efectis onderbouwd dat deze techniek voor de gegeven situatie geschikt is.

Leerpunten

Een van de belangrijke leerpunten in dit project is dat er in de wet en regelgeving nagenoeg niets is vastgelegd over het omgaan met details in de constructie. Het is ook maar de vraag of dit mogelijk is, vanwege de grote variĂŤteit aan detailleringen die in de praktijk voorkomt. Om deze reden is het van groot belang om te zorgen voor de benodigde kennis en inzicht van zowel bouwkunde

Er is voor gezorgd dat het afvoergat in de eindsituatie open is en brandwerendheid. Gedurende het gehele project, van ontwerp tot aan constructie ontstonden er vragen waarbij de ondersteuning van Efectis belangrijk was voor de voortgang. Telkens werden voorgestelde oplossingen besproken, verbeterd en aangepast. Uiteindelijk zijn alle toegepaste oplossingen voldoende onderbouwd om te concluderen dat de gestelde eisen in het geval van een brand gehaald zullen worden. * Micha de Jong werkt bij Efectis.

nummer 1

februari 2013

13


Thema isolatie & afdichting

Foka Kempenaar *

Energiezuinig bouwen vanuit een FSE benadering Wat zijn de belangrijkste kenmerken die een rol spelen bij de brandveiligheid van een extreem goed geïsoleerd en luchtdicht gebouw? Met Fire Safety Engineering (FSE) kun je conclusies trekken over de te realiseren maatregelen om, in een specifiek geval, de brandveiligheid te waarborgen. Energie-efficiënte gebouwen, c.q. extreem goed geïsoleerde en luchtdichte gebouwen, vormen een relatief nieuwe groep gebouwen met specifiek brandgedrag.

14

nummer 1

februari 2013


Thema isolatie & afdichting

H

et bepalen van de brandveiligheid van een pand is complex: zeer veel aspecten spelen een rol. Figuur 1 geeft een idee van verschillende gebouwkenmerken die hierin een rol spelen. Afhankelijk van het model of scenario dat je beschouwt, spelen de verschillende aspecten een grotere of kleinere rol. Naast gebouwkenmerken is ook de brandfase van belang: is er sprake van een beginnende, van een vergevorderde of van een uitslaande brand? Wordt aanwezig brandbaar materiaal direct of pas na enige tijd blootgesteld aan de brand? Als het in eerste instantie bijvoorbeeld voldoende is afgeschermd, zal het in de beginfase ook geen rol spelen. Een aantal belangrijke kenmerken passeren hier de revue, zodat we uiteindelijk zicht krijgen op de invloed van extreem geïsoleerd en luchtdicht bouwen op de brandveiligheid.

Inventaris

Om te beginnen is de inrichting (inventaris, meubilair, aankleding) van groot belang. Daarbij onderscheiden we de hoeveelheid brandbaar materiaal die in een ruimte aanwezig is (vuurlast), en het brandvoortplantingsgedrag (hoe reageert een materiaal als het in brand vliegt?). Samen heeft dit invloed op de totale brandduur. Hoe snel verspreiden vlammen zich over het oppervlak van het brandend object? Hoe groot is het afgegeven warmtevermogen, en hoeveel rook wordt er geproduceerd? Hoe is de opstelling van de verschillende brandbare onderdelen uit de inventaris ten Werken met Fire SaFety engineering een groot aantal passages in dit artikel is ontleend aan de nieuwe publicatie ‘Werken met Fire Safety engineering’. kijk voor meer informatie op www.sbr.nl, artikelnummer 634.13.

opzichte van elkaar: staat alles aaneengesloten of gegroepeerd in ‘eilandjes’?

Geometrie

Naast de inrichting is de geometrie van de brandruimte van belang. Is de ruimte bijvoorbeeld vrij hoog, dan heeft de rook veel ruimte om op te stijgen waardoor mensen langer rookvrij kunnen vluchten. Bovendien wordt de rook kouder naarmate deze verder opstijgt, dus minder gevaarlijk qua warmtestraling. Maar tegelijkertijd is er sprake van een snelle toename van de hoeveelheid rook in de ruimte. Die grotere hoeveelheid rook kan een bedreiging zijn voor meer mensen. Vooral als die zich boven in de ruimte kunnen bevinden (zoals bij hoger gelegen vluchtroutes in een atrium). Kijk je naar de invloed van isolatie, dan varieert die ook al naar gelang de grootte en vorm van een ruimte. Rudolf van Mierlo, senior projectleider fire engineering bij Efectis Nederland licht toe: ‘Het maakt uiteraard veel uit of het gaat om een gemiddeld woonhuis of een ruimte met veel gesloten wandoppervlakten.’ Over het algemeen kun je stellen dat er een invloed van isolerend materiaal is:

zuurstof. Hoeveel is daarvan aanwezig? En wat gebeurt er met die zuurstof in geval van een zogenoemde ‘ventilatiebeheerste brand’, in een zeer energiezuinig, luchtdicht gebouwd pand? De beschikbare hoeveelheid zuurstof wordt bepaald door de inhoud van de brandruimte en de hoeveelheid ‘openingen’ in de omhulling van de brandruimte. In een risicogerichte aanpak met FSE moet daarbij ook worden bedacht wat de kans is dat een raam of deur open of dicht is. En als ramen en deuren gesloten zijn, blijven deze dan ook gesloten gedurende de brand? Met FSE kun je hierin keuzes maken: ga je uit van een gemiddeld brandverloop of kun je inschatten wanneer het glas zal bezwijken en welke invloed dat heeft op het brandverloop. Van Mierlo vult aan: ‘Tegenwoordig wordt steeds vaker zware beglazing toegepast. Dit sterk isolerende glas valt minder snel weg als gevolg van hitte dan simpel dubbelglas en zeker minder snel dan enkel glas dat wij in het verleden gebruikten. Als het glas niet breekt tijdens de groeifase van de brand blijft de hoeveelheid zuurstof in een ruimte

De invloed van isolatie varieert al naar gelang de grootte en vorm van een ruimte ‘Wanden in een goed geïsoleerde ruimte worden na verloop van tijd sneller heet en ze stralen meer warmte terug naar de brand, waardoor de brand iets sneller verloopt.’ Van Mierlo benadrukt dat tests uitwijzen dat de invloed van beter geïsoleerde wanden eigenlijk pas echt relevant wordt, wanneer een brand zich volledig heeft ontwikkeld. ‘En op dat moment zijn gebruikers van de brandende ruimte als het goed is al geëvacueerd’, aldus Van Mierlo.

Zuurstof

Een andere essentiële factor voor het bepalen van de brandveiligheid, is

beperkt. De brand wordt daardoor gesmoord en het zal, gemiddeld genomen, in kleine ruimten als in woningen niet verder tot ontwikkeling komen.’ Zijn de gevel- en wandopeningen toch (deels) open tijdens een brand, dan bepalen de afmetingen van de openingen, samen met de ligging en de hoeveelheid openingen grotendeels het gedrag van de brand. Weinig openingsoppervlak zal de brandontwikkeling remmen: er is relatief weinig zuurstoftoevoer. Dit noemen we een ventilatiebeheerste brand. Erg veel openingen kunnen leiden tot veel warmteverlies naar buiten. Afhankelijk van de hoogte

nummer 1

februari 2013

15


Thema isolatie & afdichting

gebruikers

inrichting

waarde hoogte

constructie hoe veilig moet het zijn ?

gebouwkenmerken

hoe gevaarlijk is het ?

grootte

geometrie omhulling

omgeving

vluchtroutes

Figuur 1: gebouwkenmerken die een rol spelen bij de brandveiligheid van een gebouw.

van de openingen kan onderin de brandruimte zelf zuurstof worden toegevoerd naar de brand. Bovenin de ruimte kunnen rook en warmte wegstromen, vaak in de vorm van uitslaande vlammen. Daarmee ontstaat het gevaar van brandoverslag buitenlangs. Dit brandoverslaggevaar is eigenlijk alleen in een 3D-computermodel te beoordelen.

Brandruimte

De brandruimte is ‘de ruimte waarbinnen de brand wordt gemodelleerd’. De vraag daarbij is hoe de koppeling met omliggende ruimten is. Die is bepalend voor het te hanteren model: zijn er open verbindingen met andere ruimten, zoals een aangrenzende atriumruimte bij brand in een winkel? Die moet dan wellicht worden meegenomen in het

brandruimte, of meerdere ruimten, of één brandcompartiment of zelfs meerdere brandcompartimenten als brandruimte te beschouwen. Uit die analyse volgt dan wat de meest optimale maatregelen zijn om te nemen voor een brand die ontstaat op deze beschouwde plek.

Geringe risico’s

Beschouw je de inventaris (gemiddelde woning), zuurstoftoevoer (beperkt door extreme goed geïsoleerde, niet bezwijkende gevelopeningen) en brandruimte (één brandruimte, rondom extreem goed geïsoleerd) voor bijvoorbeeld een Passiefhuis, dan kun je concluderen dat deze eigenlijk geen noemenswaardig risico vormen voor de gebruikers van die brandruimte. Op het moment dat een

Voor het bepalen van de brandveiligheid spelen veel aspecten een rol brandmodel. Zelfs als een dergelijke verbinding gesloten is, is de vraag of deze dat dan ook blijft tijdens de te verwachten brand? In een mogelijk brandscenario kun je met behulp van FSE bekijken wat de kans is dat deze open of gesloten zijn? Vervolgens kun je de ernst van het effect van beide opties bekijken door de brand te beschouwen in één ruimte als

16

nummer 1

beginnende brand zich verder uitbreidt, zijn degenen die in de brandruimte verbleven als het goed is al lang geëvacueerd. Eventuele extra risico’s zijn er wel voor de brandweer. ‘In een luchtdichte woning, zoals een Passiefhuis, is de kans op vorming van koolmonoxide en op back draft groter. Back draft is een situatie,

februari 2013

Brandveiligheid: OntWerpen en tOetSen deel d van de onlangs vernieuwde SBr-serie over het ontwerpen en toetsen van brandveiligheid, gaat in zijn geheel in op bouwdeelen materiaalgedrag. Wie wil leren werken met de kennis uit deze serie, kan de komende maanden terecht bij SBr voor diverse trainingen. kijk voor meer informatie op www.sbr.nl/agenda of middels artikelnummer 443d.12.

waarbij de opeenhoping van hitte en brandbare gassen in een afgesloten ruimte kan leiden tot een explosie. Dit gebeurt wanneer er ineens zuurstof aan de brand wordt toegevoegd, bijvoorbeeld doordat de brandweer een deur opent of een raam forceert’, legt Van Mierlo uit. Zo leveren nieuwe duurzame bouwconcepten in het dagelijks gebruik weliswaar veel comfort, maar in geval van brand ook extra risico’s voor – vooral – de brandweer op.

* Foka Kempenaar werkt bij SBR kennis platform voor de bouw en vastgoed.


Onderzoek & Advies

Harrie Dirks en Peter Bijvoet *

Brandveiligheid tijdelijk theater Helmond gewaarborgd

In december 2011 brandde het Helmondse theater ’t Speelhuis af. Na een discussie over het al dan niet herbouwen in de karakteristieke kubusbouw of nieuwbouw op een andere locatie, besloot de gemeenteraad om een tijdelijk theater te realiseren in de ‘Onze Lieve Vrouwe Tenhemelopneming’ koepelkerk. Wat volgde was een intensief ontwerpproces, waarbij advies over de verschillende brandveiligheidsaspecten voor deze publieke locatie essentieel was.

A

angezien de monumentale koepelkerk maar tijdelijk als theater dienst zal doen, mochten er voor dit hergebruik slechts minimale aanpassingen aan het pand worden gedaan. De werkzaamheden moesten bovendien in een zeer kort tijdsbestek worden uitgevoerd, omdat de opening van het nieuwe theater al in het begin van 2013 gepland was. Met respect voor de bestaande bouw en in nauwe samenwerking met architectenbureau cepezed, constructeur SmitWesterman, Ingenieursburo Linsen (installaties),

Theateradvies (diverse voorzieningen) en akoestisch adviseur Scena werd een integraal afgewogen technisch ontwerp ontwikkeld. DGMR droeg hier met haar adviezen voor compartimentering, vluchtvoorzieningen en brandbeveiligingsinstallaties aan bij.

Nieuwbouweisen brandveiligheid In de regelgeving, het Bouwbesluit 2012, wordt onderscheid gemaakt tussen voorschriften voor bestaande gebouwen en voor nieuwe gebouwen. De voorschriften voor bestaande bouw hebben een

minimaal karakter, dus er zijn specifieke situaties denkbaar waarbij dit voor onvoldoende veiligheid zorgt. Om de persoonlijke veiligheid van veel mensen te kunnen waarborgen is in overleg met de opdrachtgever Gemeente Helmond voor enkele aspecten de strengere nieuwbouweisen gehanteerd.

Eén of meer compartimenten?

De ruimte in het bestaande kerkgebouw zou in principe als één brandcompartiment kunnen worden uitgevoerd; deze voldoet namelijk aan de eis van maximaal

nummer 1

februari 2013

17


Onderzoek & Advies

variabele deel (de inventaris) onderzocht. Uit het onderzoek bleek dat deze vuurbelasting dermate laag is, dat met de beoogde overschrijding van de compartimentsafmetingen een gelijkwaardige veiligheid kan worden gerealiseerd. De beperkte benodigde voorzieningen - om te voldoen aan de randvoorwaarden - zijn daarna verder uitgewerkt. Dit betrof de brandwerende uitvoering van enkele bouwdelen, waarbij het monumentale karakter behouden bleef.

Bepaling van vluchttijden

2.000 m2 voor bestaande bouw. Maar door de toevoeging van twee nieuwe gebouwdelen - het entreegebouw en de expeditie-/artiestenentree - valt deze ruimte groter uit, waarmee de toegestane grootte van één brandcompartiment voor nieuw te bouwen gebouwen wordt overschreden. Na overleg met de opdrachtgever en de brandweer werd daarom besloten om de gelijkwaardige veiligheid van dit grotere brandcompartiment aan te tonen door middel van een ‘vuurbelastingsonderzoek’.

18

Vuurbelastingsonderzoek

Met een vuurbelastingsonderzoek, zoals omschreven in de Richtlijn ‘Beheersbaarheid van Brand’ (Ministerie van BZK, uitgave 2007), kan de maximale hoeveelheid brandbaar materiaal worden bepaald, die aanwezig mag zijn in een brandcompartiment in relatie tot de grootte van het brandcompartiment. Hiervoor werden het permanente deel (de bouwkundige en installatietechnische elementen, zowel oud als nieuw) en het

Praktijkervaringen

lijk blijken dingen in de praktijk

gevraagd naar zijn ervaringen

vaak anders uit te werken dan

als projectleider voor deze

op papier bedacht. Dat vroeg

bijzondere opdracht reageert

om creatieve oplossingen.’

Harrie Dirks enthousiast. ‘voor

adviseur Peter Bijvoet valt

de herbestemming van deze

hem bij: ‘Samen hebben we zo

kerk vormde DgMr’s integrale

een brandveilig theater gerea-

aanpak een meerwaarde.’

liseerd, met een bijzondere

Daarbij was in zijn ogen het

beleving voor de bezoekers.’

zoeken naar een maatwerkop-

Maar ook aan de artiesten is

lossing zeer bijzonder: ‘De

gedacht. Bijvoet: ‘Met een

uitdaging was om brandveilig-

balkon in de zaal kijken arties-

heid te garanderen met mini-

ten niet tegen een muur van

male aanpassingen aan de

mensen aan. Het zorgt voor

monumentale elementen van de

meer contact. Wel stelde dit

kerk. Standaardoplossingen

balkon extra eisen aan de

werkten hier niet, en dus was

vluchtvoorzieningen. Maar ook

maatwerk noodzakelijk. natuur-

die hebben we opgelost.’

nummer 1

februari 2013

Het tijdelijke theater biedt toegang aan 434 bezoekers. Zij bevinden zich grotendeels in de theaterzaal, de foyer en het horecagedeelte. De laatste twee - opgesplitste - delen bevinden zich onder de schuin oplopende tribune. Om te kunnen aantonen dat het theater aan de functionele eisen van het Bouwbesluit voldoet heeft DGMR een uitgebreid onderzoek uitgevoerd. Hiermee is aangetoond dat een brandwerende afscheiding van de trappen niet noodzakelijk was om tot een gelijkwaardige veiligheid te komen. Hiervoor werd gebruik gemaakt van een zogenoemde ‘Aset-Rset-vergelijking’ (‘available vs. required safe egress time’). Hieruit werd geconcludeerd dat de bezoekers het gebouw verlaten zullen hebben voordat bij brand de rookontwikkeling een bedreiging kan vormen. Bij het bepalen van de vluchttijd werd ook de hoogte van de bezoekersruimte in beschouwing genomen.

Risico’s rookontwikkeling

Risico’s rookontwikkeling De tijd die bezoekers nodig hebben om te vluchten wordt bepaald door de detectietijd, de reactietijd en de vluchttijd. Met behulp van berekeningen van de vluchttijden en rookbeheersing (gebruikmakend van het vultijdenmodel) is bepaald in hoeverre vluchtende mensen door de rooklaag bedreigd worden. De beschikbare tijd is het meest kritisch aan de bovenzijde van de tribune, omdat de rook hier het meest geconcentreerd zal zijn. De aangehouden criteria voor veilige ontruiming: • rookvrije hoogte > 2,5 m EN de


Onderzoek & Advies

temperatuur van de rook < 200°C; of zichtlengte in de rook > 30 m EN de temperatuur van de rook < 45°C.

Deze criteria zijn van toepassing bij een gestratificeerde rooklaag; deze ontstaat als de rook opstijgt en tegen het plafond een rooklaag vormt. Er ontstaan dan twee zones in de ruimte: de bovenste zone is de rooklaag en de onderste zone is het (vrijwel) rookvrije gebied.

Brandscenario’s doorgerekend

Het brandscenario vormt een belangrijk aspect in berekeningen met het vultijdenmodel. Voor het OLV-theater zijn de mogelijke scenario’s onderzocht, zoals in geval van een brand op het podium, op de tribune, het balkon of een brand in het nieuwe entreegebouw.

Uitgangspunten bij de vultijdberekeningen: • Achter het podium (‘backstage’) kunnen veel toneelattributen opgeslagen worden, die bovendien dicht naast elkaar staan. Voor het scenario met brand op het podium of backstage is daarom aangenomen dat de uitbreidingssnelheid ‘fast’ is; tc van 150 seconden. Een hogere uitbreidingssnelheid betekent een sneller groeiende brand, dus ook meer rookproductie. Een snelle brandgroei leidt dus tot een kortere beschikbare ontruimingstijd. • Het vermogen is afhankelijk van de afbrandsnelheid en de verbrandingswaarde van de brandstof. De afbrandsnelheid is weer afhankelijk van factoren als verticale stapeling, zuurstoftoetreding en invallende

700 600 500 30 seconden

400

vultijd

300

ontruimingstijd

200

reactietijd

100

detectietijd

0 RSET

ASET

scenario 1

RSET

ASET

scenario 2

RSET

ASET

scenario 3

Figuur 1. aset – rset grafiek (tijden in seconden).

warmtestraling. Voor het vermogen van een brand op het podium of backstage is 500 kW/m2 aangenomen; dit is het vermogen dat geldt voor een theater volgens bijlage E uit de norm NEN-EN 1991-1-2(NEN, 2002), ‘Handreiking grote brandcompartimenten’ en volgens de publicatie ‘Fire safety in theatres - A new design approach’. Verder wordt uitgegaan van de toepassing van moeilijk ontvlambare stoelen. De rookvrije hoogte in de grote zaal wordt getoetst op 2,5 meter boven de hoogste zitplaats op het balkon (rookvrije hoogte 12,43 m). Het hoogste punt van het gebogen plafond in de theaterzaal bevindt zich op circa 15,05 m; in de koepel boven het podium is dit circa 23,87 m.

In de modellering is de boogvorm en het volume van de koepel verdisconteerd. Op basis van deze berekeningen (zie figuur 1) zijn de benodigde vluchtvoorzieningen, onder andere trapbreedtes, gedimensioneerd. De resultaten zijn verwerkt in het ontwerp, rekening houdend met het monumentale karakter van het gebouw. Zo werden bijvoorbeeld enkele biechthokjes omgebouwd tot toegangs- en vluchtdeuren, waarbij de aanpassingen tot een minimum werden beperkt. In overleg met Brandweer Helmond is voor de benodigde brandbeveiligingsinstallaties een programma van eisen opgesteld. Het advieswerk voor brandveiligheid vormde in dit project slechts een onderdeel van een intensief ontwerpproces, maar het vroeg wel om een integrale aanpak. Inmiddels is het proces van herbestemming uitgevoerd, zodat Helmond in 2013 de beschikking heeft over een volwaardig en brandveilig theater. * Harrie Dirks is adviseur brandveiligheid bij DGMR en was projectleider tijdelijk theater Helmond. * Peter Bijvoet is senior adviseur duurzame leefomgeving. Beeld: architectenbureau cepezed

nummer 1

februari 2013

19


Fire Safety Engineering

Jan Sterk *

Training brandveiligheid voor HBO-docenten

Het technisch onderwijs in ons land besteedt onvoldoende aandacht aan brandveiligheid. Dat moet anders, vinden overheid en nog wat partijen. Om daarin verbetering te brengen namen vijfentwintig HBO-docenten in november deel aan een driedaagse training van Saxion Hogeschool. Organisator was lector Ruud van Herpen van het lectoraat Brandveiligheid in de Bouw. Samen met Dirk Jan de Boer, onderzoeker Risicobeheersing, en enkele gastdocenten overstelpten zij de deelnemers met kennis over brandveiligheid. Bij het invullen van evaluatieformulieren aan het eind van de derde dag verzuchtte één van de deelnemers: ‘Wel veel informatie.’

20

nummer 1

februari 2013


Fire Safety Engineering

D

e grote branden in het afgelopen decennium hebben geleerd dat regelgeving alleen niet automatisch leidt tot optimale brandveiligheid. Het maakt uit of die regelgeving wordt toegepast met voldoende kennis van zaken. En dan is het van de gekke dat kennis over brandveiligheid in het technisch onderwijs nauwelijks wordt bijgebracht. Om daarin verandering te brengen werd in 2008 door Saxion Hogeschool (Enschede, Deventer) het lectoraat Brandveiligheid in de Bouw ingesteld. Met als belangrijkste doelstelling het versterken van de kennis over brandveiligheid van studenten in het bouwgerelateerde onderwijs. In eerste instantie ligt de focus op de HBO-opleidingen Bouwkunde en Civiele Techniek in Nederland.

Basismodule

In 2011, het lectoraat bestond inmiddels bijna drie jaar, werd een nieuwe lector aangesteld om tot actie te komen in de richting van de HBO-docenten. Het was Programma te omvangrijk? De docenten gaven aan voor de opleiding Bouwkunde de volgende vijf onderdelen het meest relevant te vinden: 1. Wet- en regelgeving 2. Constructiegedrag 3. Brandveiligheidsconcepten 4. Branddynamica 5. installatietechniek

Programma DrieDaagse training BranDveiligheiD in De BouW Dag 1

Brandveiligheidsconcepten: Risicobeheersing en effectbeheersing Fysiologische aspecten Psychonomische aspecten

goed om de andere behandelde onderwerpen meer te bundelen tot een inleidende ‘basiscursus brandveiligheid’, want algemene kennis over het verschijnsel brand in al zijn facetten is voor de vijf hoofdonderwerpen onontbeerlijk.

Dag 3

Installatietechniek

Branddynamica en warmtetransport Normering en certificering Organisatie Constructiegedrag Risico-analyse en consequenties

Ruud van Herpen, technische directeur van Nieman Raadgevende Ingenieurs, die werd benoemd tot de nieuwe lector Brandveiligheid in de Bouw. Hij begon met het organiseren van een workshop met een aantal HBO-docenten van Bouwkunde opleidingen om ze te raadplegen over hun inzichten. Hun input was voor Van Herpen van belang bij de verdere vormgeving van inhoud en opzet van de Basismodule Brandveiligheid in de Bouw. Ook NIFV, NOVB en VVBA werkten er aan mee. De module omvat lesmateriaal in verschillende vormen en een docententraining voor HBO-docenten. De uitnodiging voor het deelnemen aan de driedaagse docententraining werd gezonden aan alle 12 HBO-instellingen die opleidingen op de genoemde gebieden verzorgen. Het leverde 25 aanmeldingen op van 7 van de 12 instellingen. De docenten van de overige 5 instellingen zullen opnieuw worden benaderd om alsnog deel te nemen aan een herhaling van de training. Inmiddels heeft de Avans Hogeschool (Breda, Tilburg, Den Bosch) een in-company training aangevraagd voor training van de Avans-docenten in brandveiligheid.

Driedaagse training misschien is het daarom

Dag 2

Doel en opzet van de training Wet- en regelgeving

Tijdens de cursusdagen passeerden aan de hand van Power Point presentaties tal van onderwerpen de revue. De eerste ochtend verzorgde Van Herpen de inleiding, waarin de leerdoelen per leseenheid aan bod kwamen. Vervolgens

gaf hij uitleg over het verschijnsel brand en de methoden om de effecten van onbedoelde branden te beteugelen. En hij ging in op de gevolgen die een brand voor mensen kan hebben. Hoe verschillend en onverwacht mensen kunnen reageren op een brand, werd tenslotte door Dirk Jan de Boer uit de doeken gedaan. De tweede dag werd geopend door Susan Eggink van bureau Nieman, met een beknopte uiteenzetting over de regelgeving van de overheid. Dit werd gevolgd door een presentatie waarin Van Herpen de ontwikkeling en uitbreiding van een brand uiteen zette en ook rekenkundig benaderde. In de middag vonden de cursisten de toelichting van Rob Hartgerink, directeur van NOVB, op de kwaliteitszorg van brandbeveiligingssystemen wat lang. De laatste cursusdag stond ‘s morgens in het teken van brandbeveiligingssystemen. De uitleg kwam van Ruud Burcksen van de Grontmij, die diep inging op diverse blussystemen en wat korter op de systemen voor het ontdekken en alarmeren van branden en het afvoeren van rook. ’s Middags stond in het teken van de BHV als ‘veiligheidsmotor’, zoals De Boer dat noemde. Hij behandelde de rol van de BHV-organisatie aan de hand van het verloop van de brand in zorginstelling Rivierduinen. Van Herpen sloot af met een korte beschouwing over hoe bouwtechnische,

De deelnemers willen meer brandveiligheid in het curriculum organiseren nummer 1

februari 2013

21


Fire Safety Engineering

FinanCiering leCtoraat BranDveiligheiD in De BouW het lectoraat Brandveiligheid in

de Bouw wordt voor een groot •

deel extern gefinancierd.

vereniging van Brandveiligheid adviseurs (vvBa)

stellen. het lectoraat zal zich

stichting kennistransfer

dan gaan richten op de eind-

Bouw (ktB)

fase van het hBo, onder an-

justitie en van Binnenlandse

aFg group

dere door het opzetten van een

Zaken en koninkrijksrelaties

rockwool

minor Fire safety in samenwer-

dragen vier jaar lang bij aan de

vetrotech/saint-gobain

king met de hanzehogeschool

De ministeries van veiligheid &

groningen. Dan kan ook een

kosten van het lectoraat. Daarnaast leveren de volgende

Partners zijn het instituut

link gelegd worden tussen

organisaties en bedrijven een

Fysieke veiligheid (iFv) en

onderwijs en toegepast onder-

financiële bijdrage:

stichting Bouw research

zoek. Dat is interessant voor

nederlandse organisatie

(sBr).

de financiers van het lectoraat,

voor Brandveiligheid (novB/

vanaf medio 2013 is nieuwe

die hierover in de externe

sPeC)

financiering nodig voor het

adviesraad bij het lectoraat

verbond van verzekeraars

lectoraat om het voortbestaan

kunnen meepraten.

installatietechnische en organisatorische maatregelen met behulp van een risicoafweging tot een consistent brandbeveiligingsconcept leiden.

4.

Evaluatie

Aan het eind van de cursus gaven de deelnemers hun oordeel op een evaluatieformulier. Na een analyse van de formulieren kwam De Boer tot een viertal conclusies: 1. De deelnemers bleken unaniem van mening dat de cursus had bijgedragen aan het verhogen en verbreden van hun kennis. Met name de bredere benadering, die verder ging dan alleen maar het toepassen van de wet- en regelgeving, heeft ze geïnspireerd. 2. Voor de opleiding Bouwkunde achtte men vijf onderwerpen het meest relevant: Wet- en regelgeving, Constructiegedrag, Brandveiligheidsconcepten, Branddynamica en Installatietechniek. 3. Na het voorgaande was het niet verwonderlijk dat de deelnemers graag het vak ‘brandveiligheid’ of meer brandveiligheid in het curriculum willen organiseren. Het bereiken van deze doelstelling acht men onder andere afhankelijk van

22

de komende jaren veilig te

nummer 1

het management van de opleiding. De deelnemers geven aan dat het lectoraat Brandveiligheid in de Bouw een belangrijke rol moet blijven spelen in het verhogen en verbreden van de brandveiligheidskennis binnen de opleidingen Bouwkunde.

Hierbij geven de deelnemers aan een rol te zien in organiseren van lezingen, uitwisseling van het ervaringen en interessante gastcolleges. * Jan Sterk is freelance journalist

ruud van herpen (links) en Dirk jan de Boer bij de opening van de driedaagse training brandveiligheid.

februari 2013


Automatische blusinstallaties

John van Lierop *

Brandveiligheid in de zorg is een keuze Bewoners en patiënten van zorginstellingen zouden er vanuit mogen gaan dat de brandveiligheid in hun zorginstelling in orde is. Onderzoeken tonen echter veel tekortkomingen aan. Opvallend is dat er geen rekening wordt gehouden met de continuïteit van de zorg. De Nederlandse Organisatie voor Brandveiligheid (NOVB) vindt dat het beter moet en kan en publiceerde onlangs de paper ‘Brandveiligheid in de zorg: het kan beter’.

D

e NOVB adviseert de toepassing van een integrale risicobenadering, waarbij bewuste keuzes worden gemaakt voor het veiligheidsniveau. Daarnaast dient de inzet van een actief blussysteem sterk te worden overwogen, omdat een dergelijk systeem direct start met blussen alleen daar waar brand is, waardoor een brand geen kans krijgt zich te ontwikkelen.

Wet- en regelgeving

De eigenaar/gebruiker van een object stelt in beginsel, als verantwoordelijke, eisen aan de brandveiligheid. Opvallend is dat de eigenaar/gebruiker van een zorginstelling vaak geen eisen stelt die verder gaan dan het wettelijk minimum, terwijl hier toch echt kansen liggen. Zeker wanneer het gaat over aansprakelijkheid en continuïteit. Weinig instellingen kennen de doelstellingen van het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit gaat uit van minimumvereis-

ten en bevat minimumvoorschriften voor het kwaliteitsniveau van nieuwe en bestaande bouwwerken, inclusief brandveiligheid. De wetgever is van mening dat beneden dat niveau de (brand) veiligheid van mensen direct in gevaar komt. Het Bouwbesluit geeft met andere woorden, slechts een kritische ondergrens

schappelijk belang in de zorgsector. Het streven te voldoen aan de minimale wettelijke eisen vormt de basis voor brandveiligheidsproblemen. Minimum is dan tegelijk maximum! In de praktijk blijkt vaak dat artikelsgewijs en ‘verzuild’ invulling wordt gegeven aan de eisen van het Bouwbesluit. Het resultaat is in veel

Het streven te voldoen aan de minimale wettelijke eisen vormt de basis voor brandveiligheidsproblemen aan voor de kwaliteit van een bouwwerk. Het Bouwbesluit regelt niets voor de bescherming van gebouwen en bedrijfscontinuïteit, beide een evident maat-

gevallen een niet-robuuste oplossing, waardoor het minste of geringste falen van een ‘onderdeel’ kan leiden tot een onveilige situatie.

nummer 1

februari 2013

23


Automatische blusinstallaties

Functionaliteit

Compartimentering met gedeeltelijke detectie

Compartimentering met volledige detectie

Sprinklers

Detectie van brand

Ja

Ja

Ja

Automatische alarmmelding

Vertraagd

Ja

Ja

Lokaliseren van brand

Vertraagd

Ja

Ja

Automatisch controleren/onderdrukken van brand

Nee

Nee

Ja

Blussen van brand

Nee

Nee

Meestal

Tegengaan branduitbreiding

Nee

Nee

Ja

Reductie waterschade bij brand

Nee

Nee

Ja

Reductie warmteontwikkeling bij brand

Nee

Nee

Ja

Reductie rookontwikkeling bij brand

Nee

Nee

Ja

Voorkomen brandoverslag naar andere verdiepingen

Nee

Nee

Ja

Overbodig maken permanente bewaking

Nee

Nee

Ja

Bescherming van de gebouwconstructie

Nee

Nee

Ja

Evacuatie-omstandigheden overdag gewaarborgd

Zeer twijfelachtig

Twijfelachtig

Ja

Evacuatie-omstandigheden nacht gewaarborgd

Nee

Zeer twijfelachtig

Ja

Veilige toegang voor brandweer ter bestrijding brand

Nee

Twijfelachtig

Ja

Reductie luchtvervuiling

Nee

Nee

Ja

Minimaliseren van financiële (gevolg)schade

Nee

Mogelijk

Ja

Bescherming continuïteit bedrijfsproces

Nee

Nee

Ja

Bouwkundige besparingen

Nee

Nee

Ja

Lagere personele inzet bedrijfsnoodorganisatie

Nee

Nee

Ja

Kostenbesparing functiebehoud bekabeling

Nee

Nee

Ja

Schadereductie gebouw

Nee

Nee

Ja

Schadereductie goederen en apparatuur

Nee

Nee

Ja

Lagere verzekeringspremie

Nee

Nee

Ja

Economische criteria

Vergelijking functionaliteit van een detectiesysteem en sprinklerinstallatie.

Onverwachte gevolgen

Zorginstellingen die niet méér doen dan de wet voorschrijft, hebben na een brand vaak een groot probleem. Ook een relatief kleine brand blijkt in de praktijk belangrijke bedrijfs- en zorgprocessen, zoals operaties, onderzoeken in laboratoria, MRI of röntgen, voor lange tijd te ontregelen. Of erger, stil te leggen. Met alle schadelijke gevolgen voor de zorgverlening aan patiënten en het imago van de instelling van dien. Bouwen op basis van de minimale voorschriften van het Bouwbesluit betekent ook potentieel afbreukrisico bij nieuwe inzichten en wijzigingen van het Bouwbesluit. Veel zorginstellingen worstelen nu al met dergelijke problemen en worden geconfronteerd met onvoorziene maatregelen en gevolgen van beslissingen uit het verleden.

24

nummer 1

Bedrijfsnoodorganisatie

In de praktijk is de bedrijfsnoodorganisatie een belangrijke schakel in het streven naar een brandveilige situatie. Misschien wel té belangrijk. Los van de kosten en de goede intenties bestaat het risico dat de bedrijfsnoodorganisatie faalt. Bedrijfshulpverleners zijn immers ook mensen die bij een brand onvoorspelbaar kunnen reageren. Tel daarbij op dat patiënten en bewoners in zorginstellingen grosso modo niet of nauwelijks zelfredzaam zijn en uitermate verward kunnen reageren bij een calamiteit. Vooral ’s nachts zijn afdelingen minimaal bezet en kan het een onmogelijk opgave blijken een afdeling tijdig te ontruimen.

Brandveiligheid is een keuze

De drie pijlers van brandveiligheid – Bouw, Installaties en Organisatie (BIO) – worden

februari 2013

traditioneel afzonderlijk ingevuld. Met het Bouwbesluit 2012 is er meer ruimte gekomen om brandveiligheid op verschillende manieren vorm te geven. Voor de zorginstellingen is dat goed nieuws, want het biedt perspectief voor een andere mix van maatregelen en mogelijke investeringen. Bijvoorbeeld een automatisch blussysteem of versterking van de bedrijfsnoodorganisatie in plaats van bouwkundige brandwerende afscheidingen. Een zorginstelling dient bij de start van een (ver)bouwproces, vast te stellen welke gevolgen van een brand acceptabel zijn en welke niet. Denk aan inkomstenderving, (in)directe schade, continuïteit van zorgfunctie en hoe macaber ook, het aantal gewonden/slachtoffers. Deskundigen van brandweer, adviesbureaus en brancheverenigingen kunnen zorginstellingen ondersteunen bij het aanreiken van


Automatische blusinstallaties

scenario’s en het maken van keuzes. Voorwaarde is integraal kunnen denken en de maatgevende scenario’s kunnen identificeren. In die scenario’s kan rekening gehouden worden met de belangen van de bewoners/patiënten. Het vastleggen van de keuzes in een brandveiligheidsvisie getuigt van verantwoord besturen en handelen, van

gehouden en meestal geblust door een of twee sprinklerkoppen. Een actief blussysteem biedt het voordeel dat brand zich veelal beperkt tot één ruimte. Er hoeft dan slechts beperkt te worden ontruimd. Tevens wordt een veilige toegang voor de brandweer gegarandeerd. In de meeste gevallen is de brand al gedoofd als de brandweer

Actieve blussystemen geven per definitie een hoger beveiligingsniveau daadkracht en werpt ook een dam op tegen aansprakelijkheidsvragen aan bestuurders in het geval er toch iets misgaat. Een goed doordacht brandveiligheidsconcept schept handelingsperspectief voor alle betrokkenen in het (ver) bouwproces. Het wijst de weg naar de beste mix van bouwkundige, installatietechnische en organisatorische maatregelen – de BIO-maatregelen – voor een state of the art brandveiligheidsniveau.

Actief blussysteem

De NOVB breekt een lans voor toepassing van actieve blussystemen, zoals sprinkler- en watermistsystemen. Deze systemen geven per definitie een hoger beveiligingsniveau, omdat een brand geheel automatisch, zonder tussenkomst van mensen, snel en effectief wordt bestreden. Alleen de sprinkler(s) nabij het vuur worden bij brand geactiveerd. De beginnende brand wordt onder controle

arriveert. Een kleiner team kan veilig een ‘binnenaanval’ uitvoeren en waar nodig nablussen. De zorginstelling kan met een kleine bedrijfsnoodorganisatie en een passende ontruimingsstrategie volstaan.

Juiste investering

Zorginstellingen blijken beducht te zijn voor kosten. De wet- en regelgeving is niet gericht op het aspect continuïteit. Een ziekenhuis kan niet zonder operatiekamers, intensive care en laboratoria. Wooncomplexen voor ouderen kunnen hun bewoners niet gemakkelijk elders onderbrengen. Daarom is het een goede zaak als zorginstellingen investeringen in brandveiligheid niet als kostenpost beschouwen, maar als een bijdrage aan continuïteit en onderdeel van hun algemene patiëntveiligheidsbeleid. Zoals eerder genoemd dienen alle BIO-aspecten van brandveiligheid te worden meegenomen. Sprinkler- en

watermistsystemen geven meer keuzevrijheid, flexibiliteit en beperken investeren in bouwkundige compartimenten en de instandhouding daarvan. De financiële (gevolg)schade bij brand is zeer beperkt. Bovendien wordt imagoschade vermeden; wanneer een zorginstelling tijdelijk, geheel of gedeeltelijk moet sluiten, heeft dat grote gevolgen. Wanneer die aspecten worden meegenomen in de risicobenadering blijkt de investering in een actief blussysteem veel waard.

Misverstanden

Veel mensen veronderstellen onterecht dat het opsteken van een sigaret onder een sprinklerinstallatie, zorgt dat overal water gaat spuiten en je snel tot je enkels in het water staat. Dat is niet het geval. Sprinklers reageren alleen op hitte, niet op rook en sproeien alleen waar brand is. Angst voor wateroverlast is overdreven, vergeten wordt waarmee de brandweer blust! De investering in een sprinkler- of watermistinstallatie valt mee, zeker wanneer de functionaliteiten daarvan in de BIO-mix van alle brandveiligheidsmaatregelen worden gezien. * John van Lierop, European Fire Sprinkler Network (EFSN) en Nederlandse Organisatie voor Brandveiligheid (NOVB). De gehele position paper en informatie over de Nederlandse Organisatie voor Brandveiligheid is terug te vinden op www.novb.nl. Vragen of opmerkingen zijn welkom via: john.van.lierop@novb.nl

nummer 1

februari 2013

25


Duurzaamheid

Mariska van Dalen *

Brandveiligheid versus duurzaamheid Hoe verhouden brandveiligheid en duurzaamheid zich ten opzichte van elkaar? Brand waarbij schade ontstaat voor mens en omgeving is per definitie niet duurzaam. Is duurzaam, omgekeerd, altijd brandveilig? Hieronder een verkenning.

B

randveiligheid is de toestand waarbij brand niet of moeilijk kan uitbreken of zich uitbreiden. Wat is er nodig om deze toestand te bereiken? Om daarachter te komen moeten we eerst de oorzaken van brand achterhalen.

Buitenbranden

Volgens de CBS Brandweerstatistiek zijn er in 2010 bijna 41.000 branden geregistreerd, waarvan 56 procent buitenbranden. Van de buitenbranden is 43 procent een papier- en vuilcontainerbrand waarvan bij 94 procent brandstichting of vandalisme als oorzaak werd vermeld. Om een toestand te creĂŤren waarbij buitenbranden niet of moeilijk kunnen uitbreken, is het van belang om brandstichting en vandalisme tegen te gaan. Verkleinen kans op brand in papier- en afvalcontainers Het weghalen van papier- en vuilcontainers uit publieke ruimten zou ertoe kunnen leiden dat er minder afval geschei-

26

nummer 1

den wordt. Bronscheiding is in mijn ogen effectief, omdat het ons bewust maakt van de hoeveelheid materialen die wij dagelijks weggooien. Als we meer afval willen hergebruiken, zullen er dus voorzieningen moeten zijn. Om een brandveilige inzameling te verkrijgen, moeten we de voorzieningen bij voorkeur plaatsen op locaties waar 24 uur per dag toezicht is. Een andere oplossing is om weer net als vroeger het afval huis-aanhuis op te laten halen. Het grote voordeel van het huis-aan-huis ophalen van afval is dat er direct contact is met de ontdoener waardoor de kwaliteit van hergebruik kan worden verbeterd. Verkleinen gevolg van brand in papier- en afvalcontainers Als we afval willen scheiden, moeten we een oplossing zoeken om de gevolgen van brand bij brandstichting zo klein mogelijk te maken. Dit kan door de afvalcontainers in een afgeschermde ruimte te plaatsen of de container af te sluiten en alleen via

februari 2013

persoonlijke codes toegankelijk te maken. De mens is het grootste risico voor het ontstaan van brand. Door vandalen bewust te maken van de gevolgen van brand en ze aan te spreken op hun gedrag bij pogingen tot brandstichting, kunnen we schade voorkomen. Hoge boetes of beloning van goed gedrag kunnen hierbij een oplossing bieden.

Binnenbranden

Volgens de CBS Brandweerstatistiek zijn er in 2010 meer dan 15.000 binnenbranden geregistreerd (36%). De belangrijkste oorzaak van binnenbranden is een defect aan apparatuur of het verkeerde gebruik ervan (50%). 21 procent van de binnenbranden was bewust aangestoken en 10 procent had broei of zelfverhitting als oorzaak. Apparatuur Om een toestand te creĂŤren in gebouwen waarbij brand niet of moeilijk kan


Duurzaamheid

uitbreken is het van belang om apparatuur ‘hufterproef’ te maken zodat een defect of verkeerd gebruik onmogelijk wordt gemaakt (kans verkleinen). Daarnaast kunnen we de bronnen weghalen om het risico te verkleinen. Tijdens het Nationaal Congres Brandveiligheid 2012 is de slimme gasmeter van Johan van der Donk gepresenteerd als innovatie. Het risico op gaslekkage wordt met deze meter aanzienlijk gereduceerd, omdat die de leiding afsluit van de toevoer als er geen vraag is en bij detectie van een gaslek de leiding automatisch sluit. (Zie ook: Brandveilig.com nr. 5, november 2012.) Materialen Vooral de keuze voor interieurmaterialen is belangrijk bij het tegengaan van broei en zelfverhitting. Onder normale condities mogen deze materialen geen broei kunnen veroorzaken of via zelfverhitting kunnen ontbranden. Door rekening te houden met de eigenschappen van de stoffen in de producten voor onze inrichting kunnen we het risico op een binnenbrand verkleinen. Een van die eigenschappen is het vlampunt van een stof.

Duurzaamheid

De meest voorkomende definitie van duurzaamheid is het bestendig omgaan met de hulpbronnen waarmee de welvaart wordt

Grondstoffen Het duurzaam omgaan met grondstoffen betekent dus dat je er lang mee doet. Dat kan door ze in kringlopen te houden en steeds opnieuw toe te passen of door voor grondstoffen te kiezen die zichzelf snel hernieuwen. De vraag is nu: veranderen we met deze duurzaamheidsslag de brandveiligheidstoestand? Daarvoor moeten we terug naar de kansen en gevolgen voor het uitbreken van brand. Hebben materialen die uit hergebruikt materiaal worden gemaakt een hogere kans om te ontbranden? Om deze vragen te kunnen beantwoorden moeten we in ieder geval goed inzicht hebben in de samenstelling en herkomst van deze secundaire grondstoffen. De oplossing ligt onder andere in de keuze

Duurzaamheid is het bestendig omgaan met de hulpbronnen waarmee de welvaart wordt voortgebracht voortgebracht. Grondstoffen kunnen namelijk opraken, en zowel de opnamecapaciteit van de atmosfeer als van de natuur zelf kent haar grenzen. Dit betekent dat we grondstoffen duurzaam moeten gebruiken en niet meer aan de natuur moeten onttrekken dan zij zelf bij kan maken.

voor gezonde materialen die zowel tijdens productie als gebruik gezond zijn voor mens en milieu en ook bij verbranding geen schadelijke emissies veroorzaken. Om duurzaamheid brandveilig te maken is transparantie over de samenstelling en brandbaarheid van de cocktail van stoffen

en de effecten die zij op elkaar hebben in een specifieke omgeving essentieel. Bij de afweging van materialen moet de gebruiker centraal staan, omdat we hebben gezien dat de mens het grootste risico is op het ontstaan van brand. Hernieuwbare energie De voorraden van fossiele brandstoffen zijn eindig. Daarom wordt meer en meer gebruikgemaakt van energie uit zon, wind, water en aardwarmte. In de gebouwde omgeving worden nieuwe technologieën gebruikt om duurzame energie op te wekken. Door het introduceren van deze nieuwe technieken moeten we voorkomen dat we extra risico’s introduceren. Bij de aanleg van zonnepanelen op het dak bijvoorbeeld is het van belang dat naast het voorkomen van storingen er rekening wordt gehouden met vluchtwegen.

Innovatie: hoe gaan natuurlijke systemen om met brand?

Kijken we naar de natuurlijke systemen, dan weten we dat natuurlijke ontbranding kan ontstaan door bijvoorbeeld blikseminslag of zelfontbranding bij extreme droogte. Veel plantensoorten in door natuurbrand getroffen omgevingen hebben brand nodig om te ontkiemen. Door menselijk ingrijpen in de vorm van

nummer 1

februari 2013

27


Duurzaamheid

brandbestrijding in natuurgebieden ontstaat er ontvlambare puin; hierdoor neemt weliswaar de frequentie af maar worden veel grotere en vernietigende bosbranden gecreĂŤerd. Op dit moment wordt gecontroleerde verbranding een instrument om de schade te herstellen. Ook voor brandbestrijding in gebouwen zouden we in bepaalde gevallen kunnen kiezen voor gecontroleerde verbranding, mits er natuurlijk geen mensen meer aanwezig zijn en de materialen geen schadelijke stoffen uitstoten.

Om duurzaamheid brandveilig te maken is transparantie essentieel Flexibiliteit in de gebouwde omgeving

Een belangrijk aandachtspunt bij duurzaam bouwen is de mogelijkheid om de functie van een gebouw in de tijd te kunnen wijzigen, afhankelijk van de

behoefte van de gebruikers. Hierbij ontwerp je een gebouw zo dat het eenvoudig is om van een aantal appartementen in de toekomst een school te maken. Kabels en voorzieningen worden daarbij flexibel uitgelegd. Ook hier is het van belang om de brandveiligheid integraal mee te nemen in het ontwerp. Door het maken van luchtgaten zou doorslag van brand een risico kunnen zijn. Dit is geen obstakel maar vereist wel een integrale aanpak van het ontwerp voor wat betreft de beoordeling op brandveiligheid (o.a. installaties, materialen, ventilatie).

Water om te blussen

De afnemende beschikbaarheid van schoon water door bevolkingsgroei, klimaatverandering en de toenemende concurrentie om schoon water betekent dat er meer aandacht is voor opvang van regenwater en het zuiveren van afvalwater. Mogelijke innovaties zouden grijswatersystemen kunnen zijn, die in geval van nood fungeren als extra blussystemen.

Conclusie

De link tussen duurzaamheid en brandveiligheid wordt nog te weinig gemaakt. Het is echter noodzakelijk om bij de transitie naar een circulaire economie brandveiligheid als randvoorwaarde mee te wegen. Het gaat om een integrale afweging waarbij de gebruiker bepalend is voor het risico. Transparantie over de samenstelling van producten en werking van apparaten is voor ontwerpers essentieel om een duurzame toestand te creĂŤren waar brand niet of moeilijk kan optreden. * Mariska van Dalen is senior sustainability consultant bij Tebodin. Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen in: Jaarboek Beveiliging Totaal 2013, ISBN 9789462150072, Vakmedianet, Alphen aan den Rijn.

28

nummer 1

februari 2013


Trends

Arjen de Kort

Van staalplaat tot brandblusser

Kerngegevens •

Bedrijf: Saval

Opgericht: in 1925

Medewerkers: 200

Sinds 2010 onderdeel van de SK FireSafety Group: •

Business units: Products, Systems, Oil & Gas, Aviation

Vestigingen: Nederland, België, Engeland, Noorwegen, Verenigde Arabische Emiraten

Medewerkers: 600

Vier keer per jaar nodigt Saval een aantal relaties uit om te worden bijgepraat over de laatste ontwikkelingen op het terrein van (brand) veiligheid. Een verslag van de eind vorig jaar georganiseerde Safety Day.

I

n de fabriekshal liggen de staalplaten opgestapeld om vervolgens in verschillende stappen tijdens het productieproces te worden omgevormd tot fraaie cilinders en te eindigen hangend aan de lopende band richting de spuitcontainer waarin ze in de opvallende rode kleur worden gespoten, waarna ze na te zijn afgevuld als poeder-, CO2-, of schuimblusser gereed zijn om aan de klant te worden geleverd.

Safety Day

Een rondleiding door de enige fabriek in Nederland waar blusmiddelen worden

geproduceerd, maakt onderdeel uit van de Safety Day die Saval zo’n vier keer per jaar voor relaties organiseert. Eind vorig jaar werden zo’n 20 genodigden ontvangen in Breda, waar zij voorafgaand aan de rondleiding aan de hand van een aantal presentaties werden bijgepraat over de laatste trends en ontwikkelingen op het terrein van brandveiligheid.

Duurzaamheid

Na een algemene introductie door gastheer Rob Govers (adviseur Zuidoost Nederland), volgde een presentatie over duurzaamheid in brandveiligheid. Dirk-Jan

nummer 1

februari 2013

29


Regel het als bedrijf zelf, maar doe het wel goed ten Klooster (adviseur Noord Nederland) schetste de praktijk in veel Nederlandse bedrijven, die hun blusmiddelen meestal na 5 – 10 jaar vervangen. Gezien de wettelijk toegestane levensduur van 20 jaar voor blusmiddelen is dit eigenlijk niet nodig. Saval garandeert mede in het kader van de door het bedrijf omarmde duurzaamheidsgedachte daarom een levensduur van 20 jaar voor zijn blusmiddelen. Bovendien geeft het bedrijf hieraan invulling door productinnovaties, zoals de vorig jaar geïntroduceerde B6P-SC: een zelf ontwikkelde schuimblusser met milieukeur. Deze Bioclass 6 liter blusser met patroonvulling en separate container is milieuvriendelijk, omdat het blusmiddel pas na 10 jaar hoeft te worden vervangen, wat gedurende de levensduur van 20 jaar minder afvalstoffen oplevert.

Trends & Ontwikkelingen

Vervolgens schetste Wim van der Zwan (manager training & consultancy) een aantal opvallende trends & ontwikkelingen in veiligheid: • Terugtredende overheid (‘regel het als bedrijf zelf, maar doe het wel goed’). • Controle achteraf (‘bedrijf is aansprakelijk als het fout gaat’). • Geen prestatie-eisen meer in wet- & regelgeving (‘voldoende BHV’ers, i.p.v. vastgesteld aantal’). • Veranderende normen: samenvoeging NEN 8112 (ontruiming) en NEN 4000 (BHV). • Het begrip bedrijfshulpverlening (BHV) verdwijnt en wordt vervangen door basishulpverlening. Afsluitend konden de aanwezigen in de opgestelde oefencontainer ervaren hoe het is om zelf een brandje te blussen, konden ze deelnemen aan een ‘table top’ ontruimingsoefening, en kregen ze een demonstratie onderhoud van blusmiddelen. Foto’s: Koen van Dijk

30

nummer 1

februari 2013

‘Wij WillEN dE KlANt ONtzOrGEN’ Sinds 2010 is Ewald draaijer

nemen en voor de klant invul-

CEO van de SK FireSafety

len. Wij willen aanspreekpunt

Group. Het bedrijf kwam tot

zijn, oplossingen bieden, en de

stand na een fusie van Saval

klant op deze manier ontzor-

en het Engelse Knowsley en

gen.’ Het wekt dan ook geen

herbergt een aantal bedrijven

verbazing dat in de strategie

die zich specialiseren in

voor de komende jaren wordt

producten en systemen voor

ingezet op groei met de hui-

brandveiligheid.

dige 4 business units.

SKG is georganiseerd in een

in die strategie is tevens een

viertal business units. ‘Wij

belangrijke plaats ingeruimd

focussen op die business

voor duurzaamheid. draaijer:

units, daarin zit onze exper-

‘duurzaamheid staat al een

tise’, aldus draaijer. Volgens

aantal jaren op onze agenda.

de CEO is dat ook de manier

dat zie je terug in innovaties

om in te spelen op de voor

voor milieuvriendelijk blussen,

hem opvallende ontwikkeling

of onze servicedienst die met

dat brandveiligheidsexperts

elektrische auto’s rijdt. Wel

steeds meer uit organisaties

pakken we maatschappelijk

verdwijnen, en met hen de

verantwoord ondernemen en

eigen expertise van die orga-

daarmee duurzaamheid sinds

nisaties als het gaat om

kort meer gestructureerd aan,

brandveiligheid. ‘Als SKG

omdat dit in overheidsaanbe-

willen wij die expertrol over-

stedingen wordt gevraagd.’


Schadepraktijk

Leo Porrio *

Grote branden en schadecijfers Om een betrouwbare schadestatistiek op te bouwen per jaar is het van het grootste belang betrouwbare cijfers te verzamelen als het gaat om grote branden. Velen in de branche – en niet in de laatste plaats verzekeraars – zijn gebaat bij een goede schadestatistiek.

I

ndividueel kennen verzekeraars de eigen cijfers vanuit de schademeldingen. Maar de totale verzameling over een heel kalenderjaar is een probleem.

Verbeterde statistiek

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) tracht deze cijfers via een aantal bronnen te verzamelen. In de Brandweerstatistiek wordt voor het jaar 2010 vermeld dat men tot een ‘Verbeterde systematiek’ wil komen. In 2010 is gestart met het project ‘Verbeteren Brandweerstatistiek’. Een gezamenlijk project van het ministerie van Veiligheid en Justitie, het CBS, de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) en de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV). Blijkbaar was men niet tevreden over de tot dan toe gehanteerde gang van zaken. In 2010 ontbraken bijvoorbeeld de cijfers van de grote branden van het laatste kwartaal, omdat het Verbond van

Verzekeraars niet in staat was de juiste cijfers te leveren.

Schadeoorzaak

Om enige sturing te geven naar aanleiding van de schades is het belangrijk de schadeoorzaak van een brand te achterhalen. Niet altijd ligt dit eenvoudig, dat zal duidelijk zijn. Toch weet men – hiervoor verwijs ik naar de Brandweerstatistiek van het CBS – grofweg: • buitenbranden, • binnenbranden, • brand in woongebouwen, • brand in industrie, landbouw of veeteelt, • gezondheidszorg, • bijeenkomstgebouwen enzovoort te onderscheiden, met telkens als grootste oorzaak voor buitenbranden ‘ brandstichting en vandalisme’ en voor binnenbranden ‘defect aan of verkeerd gebruik van apparatuur’.

Verfijnen

Het zou mooi zijn de schadeoorzaken wat te verfijnen door aspecten toe te voegen als ‘recent onderzoek van de elektrische installatie conform NEN 3140 heeft niet het gewenste resultaat geleverd’, of ‘broei in een stapel poetslappen heeft de container na ruim 24 uur doen ontsteken’. Dat containers vaak het doelwit

zijn van brandstichting is alom bekend, terwijl ook de meeste autobranden aangestoken zijn. Een total loss is vaak het gevolg. Toch kan het deskundig gebruik van bouwmaterialen in brandscheidingen en de toepassing van onbrandbare isolatiematerialen de schadecijfers aardig drukken. Dit komt verder nergens in de cijfers terug; men dient de schade individueel te kennen en te onderzoeken om tot deze conclusie te komen. De feiten zijn wel degelijk aanwezig en worden door de deskundigen op dit gebied gebruikt in hun advisering. Brede inzet van de ervaringsgegevens om zodoende toekomstige branden te voorkomen of te beperken zou welkom zijn. Schadeoorzaken dienen daarom genuanceerder terug te komen in de schadecijfers. Meten van de resultaten van de inspanningen blijft belangrijk. Uitgangspunt is dan wel over grotere hoeveelheden schadecijfers te beschikken met schadeoorzaken, waarbij partijen hun kennis aan derden ter beschikking stellen en niet alleen voor eigen gebruik houden. * Leo Porrio is risk control consultant De meest recente Brandweerstatistiek van het CBS en een NIVRE-overzicht schadebedragen van grote branden over de laatste jaren is te vinden in: Jaarboek Beveiliging Totaal 2013, ISBN 9789462150072, Vakmedianet, Alphen aan den Rijn.

nummer 1

februari 2013

31


Normering

Herold Boertjens *

NEN-EN-ISO 7010

Nieuwe pictogrammen vluchtrouteaanduiding De pictogramnorm voor vluchtrouteaanduiding NEN 6088 is in januari door het Nederlandse Normalisatieinstituut ingetrokken en vervangen door de wereldwijde norm voor grafische symbolen NEN-EN-ISO 7010. Harmonisatie op Europees niveau krijgt zo steeds meer vorm.

D

e Nederlandse Vereniging van Fabrikanten van Noodverlichting (NVFN) onderschrijft het belang van internationale harmonisatie.

Wat gaat er veranderen?

Het vertrouwde pictogram uit de NEN 6088 (links) wordt geleidelijk vervangen door bijgaand nieuw pictogram (rechts). Het belangrijkste verschil is het feit dat het mannetje niet naar de deur rent, maar de deur al heeft bereikt en er doorheen loopt. Een ander belangrijk verschil is de grootte van de pijl. In feite bestaat het pictogram voor de ene helft uit het mannetje in de deur en voor de andere helft uit de pijl. Juist deze extra grote pijl zorgt voor meer duidelijkheid, hetgeen heeft gezorgd voor de wereldwijde acceptatie. Omdat het Bouwbesluit verwijst naar de NEN 6088 zal er begin 2013 een publicatie in de Staatscourant komen om deze verandering te bekrachtigen. Naar alle waarschijnlijkheid wordt hier ook een overgangsregeling in opgenomen.

Toepassing

De toepassing van het nieuwe pictogram is over het algemeen gelijk aan hetgeen we gewend zijn. Internationaal geldt dat voor de route rechtdoor de pijl naar boven wordt gebruikt in plaats van de pijl naar beneden. Bijvoorbeeld ook boven een deur.

32

nummer 1

Dat is wel even wennen, maar voor de internationale harmonisatie wel wenselijk. Het pictogram voor de finale uitgang was de laatste jaren al steeds meer in onbruik geraakt en is nu definitief uit de regelgeving verdwenen. U kunt dit vervangen voor het pictogram dat de vluchtroute rechtdoor aangeeft.

Invoering

De NEN-EN-ISO 7010:2012 is in september 2012 gepubliceerd. De nieuwe pictogrammen kunnen dus al worden toegepast. Moeten we dan vanaf nu allemaal massaal pictogrammen gaan vervangen? Dat is niet realistisch en ook niet nodig. In bestaande situaties zullen de oude pictogrammen worden gehandhaafd en ook bij kleine wijzigingen aan bestaande systemen zullen deze nog prima dienst blijven doen. U dient er wel altijd voor te zorgen dat de gebruikte pictogrammen in een gebouw uniform zijn en dat niet de oude en nieuwe varianten door elkaar worden gebruikt. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het nieuwe pictogram in Nederland de standaard wordt.

februari 2013

Nog meer veranderingen

De omschrijving van de nieuwe norm luidt ‘Grafische symbolen - Veiligheidskleuren en -tekens - Geregistreerde veiligheidstekens’. Naast de pictogrammen voor vluchtrouteaanduiding bevat de norm een veelheid aan veiligheidssymbolen. Er zullen dus meer veiligheidssymbolen gaan veranderen, zoals bijvoorbeeld die voor brandblussers. De Nederlandse norm voor veiligheidssymbolen, de NEN 3011, zal voor de meeste symbolen gaan verwijzen naar de NEN-EN-ISO 7010. Alleen pictogrammen die daar niet in voorkomen zullen in de NEN 3011 gehandhaafd blijven. Ook hier geldt ongetwijfeld dat er een overgangsperiode zal worden vastgesteld. De bestaande symbolen zijn vooralsnog gewoon toepasbaar. Het Bouwbesluit zal voor wat betreft de vluchtrouteaanduiding gaan verwijzen naar de NEN 3011, die op zijn beurt dus weer doorverwijst naar de NEN-EN-ISO 7010. * Herold Boertjens, Nederlandse Vereniging van Fabrikanten van Noodverlichting (NVFN)


Beurs

Aline de Bruin *

De complete zorgsector onder één dak Van gastvrijheid en voeding tot schoonmaak en (brand)veiligheid: de vakbeurs Zorgtotaal biedt een compleet overzicht van de nieuwste ontwikkelingen in de zorgwereld. Belangrijke onderwerpen zijn ergonomie en agressie en geweld. Zorgtotaal vindt plaats van 13 tot 15 maart in de Jaarbeurs Utrecht.

Z

orgtotaal is de grootste zorgbeurs van Nederland. De beurs wordt één keer per twee jaar gehouden. “Eén keer per twee jaar een beurs houden is voldoende: zo blijft het evenement speciaal en is het mogelijk om een groot platform te bieden”, zegt beursmanager Evert Jan Bos.

Overzichtelijk

Het aanbod is opgedeeld in vier sectoren: Verpleging/Medisch, Revalidatie, Voeding en Facilitair. Iedere exposant wordt ingedeeld in de relevante sector. Evert Jan Bos: “Op die manier is het beursaanbod overzichtelijk voor bezoekers. Voor de sector voeding moeten ze bijvoorbeeld in Hal 9 zijn. Daar staan alle bedrijven op dat gebied bij elkaar.” Voor informatie over bijvoorbeeld technologie, zorgspecifieke software en domotica kunnen bezoekers terecht op de beurs Zorg & ICT, die gelijktijdig wordt gehouden met Zorgtotaal. Bezoekers hebben toegang tot beide beurzen. “Dat is een bewuste keuze”, aldus de beursmanager. “Het onderwerp van

Zorg & ICT sluit erg aan bij wat wij doen. Voor bezoekers is het fijn dat ze meteen kunnen doorlopen en op die manier ook op de hoogte zijn van de nieuwste technologische ontwikkelingen. Voor het overzicht hebben we een gezamenlijke plattegrond en een beursapp.”

Gastvrijheid en veiligheid

Naast de indeling in sectoren zijn er ook een aantal beursthema’s opgesteld: gastvrijheid, veiligheid en ergonomie. De thema’s zijn gekozen naar aanleiding van onderzoek onder zorgprofessionals. “Gastvrijheid is een onderwerp dat nu erg speelt. Er is meer aandacht voor de wensen van patiënten en bewoners; ziekenhuizen en zorginstellingen onderscheiden zich in toenemende mate door hun gastvrijheid. Daar kan vaak nog een slag worden gemaakt.” Naast gastvrijheid is er aandacht voor veiligheid en ergonomie. “Het gaat daarbij niet alleen om de veiligheid van de patiënt, maar ook om die van het personeel. Zo komt het onderwerp van agressie tegenover medewerkers aan de orde.” Bezoekers kunnen een veiligheidstour maken om de nieuwste ontwikkelingen op het gebied te zien. Daarnaast kunnen ze een route volgen langs de genomineerde bedrijven voor de Innovatie Awards. Die Awards worden uitgereikt in de themacategorieën.

Kennis delen

Zorgtotaal biedt ook een inhoudelijk programma met lezingen, demonstraties en simulaties. In het Skills Lab is het mogelijk om met de hulp van simulaties vaardigheden te testen. Verder vinden in het Verenigingstheater lezingen plaats over verschillende onderwerpen. * Aline de Bruin is journalist bij Vakmedianet

Zorgtotaal vindt plaats op woensdag 13 maart van 10.00 uur tot 17.00 uur, donderdag 14 maart van 10.00 uur tot 17.00 uur en vrijdag 15 maart van 10.00 uur tot 16.00 uur in de Jaarbeurs Utrecht. Na online registratie is de toegang gratis. Met de toegangsbadge heeft u ook toegang tot de vakbeurs Zorg & ICT. Kijk hier voor meer informatie: www.zorgtotaal.nl

nummer 1

februari 2013

33


Congres

Nationaal Brandveiligheidscongres 2013 Op 18 april 2013 vindt voor de 7e keer het Nationaal Brandveiligheidscongres 2013 plaats. Thema is dit keer ‘Vat op brandveiligheid: werken met scenario’s’.

G

edurende de ontwerp- en uitvoeringsfase van een project wordt onvoldoende stilgestaan bij de gevolgen van brand. Tijdens het beheer worden verschillende aspecten vaak over het hoofd gezien. En ook bij brandbestrijding gaat het niet altijd goed. Nog te vaak laten we ons verrassen door de effecten van brand. Veel kunnen we van tevoren al voorzien. • Is brandveiligheid in uw organisatie of in uw projecten van belang? • Bent u zich bewust van de mogelijke scenario’s bij brand? • Hoe voorkomt u ernstige consequenties van brand in ontwerp, uitvoering en gebouwbeheer? • Hoe houdt ú vat op brandveiligheid? Het is daarom van belang dat er goed nagedacht wordt over alle aspecten die hiermee samenhangen. NATIONAAL BRANDVEILIGHEIDSCONGRES Datum: 18 april Kosten: € 295,Meer informatie: zie www.sbr.nl/nbc voor de concrete invulling van het

34

nummer 1

Door in scenario’s te denken worden de te nemen maatregelen integraal bekeken. Bouwkundige, installatietechnische, gebruiks- en organisatorische maatregelen worden op elkaar afgestemd. Voor iedereen die betrokken is bij de brandveiligheid van een gebouw is het dus van belang hier de juiste inzichten in te hebben en er vat op te houden. SBR neemt u, vanuit verschillende invalshoeken, mee in de actuele wereld van de brandveiligheid.

Programma

Plaats: CineMec, Ede

programma.

Scenario’s

Het programma van het Nationaal Brandveiligheidscongres bestaat uit een mix van plenaire en parallelsessies, en duurt van 8.30 uur (inloop informatieplein; uiteraard zijn wij van Brandveilig. com ook weer van de partij) tot en met 17.30 uur.

februari 2013

Joost Karhof, nieuwslezer, presentator en journalist en bekend van onder andere NOVA, Den Haag Vandaag en Nieuwsuur zal deze dag kritisch leiden als dagvoorzitter. Het congres wordt mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Veiligheid & Justitie. Laat u bijpraten, inspireren en ontmoet uw vakgenoten tijdens de 7e editie van het Nationaal Brandveiligheidscongres.


Column

Joric Witlox Continu stijgende brandveiligheid Veiligheidsbeleving is geld waard. Misschien wilt u die stelling bestrijden? Prima, maar rijdt u nog in een auto zonder kreukelzone, airbags, of ABS? En gebruikt u een computernetwerk zonder firewall en virusscanner? Met deze en vele andere producten zijn we gewend geraakt aan een steeds stijgend veiligheidsniveau. Maar hoe is dat eigenlijk voor de brandveiligheid van gebouwen? Je zou zeggen dat een continu stijgen van het brandveiligheidsniveau ook vanzelfsprekend zou moeten zijn voor gebouwen. Gebouwen die een brede basis bieden voor onze veiligheidsbeleving. Voor werken en wonen kunnen we niet zonder gebouwen. Maar is er sprake van een continu stijgend veiligheidsniveau voor gebouwen? Bij een continu stijgend veiligheidsniveau van gebouwen is er wat je wellicht een ‘mismatch’ tussen verwachtingen en realiteit zou kunnen noemen. De wettelijke eisen voor gebouwen zijn vooral gericht op het veilig vluchten. Behoud van het pand wordt wettelijk niet geëist. Aangezien het vervangen van een gebouw tot wel enige jaren kan duren, neem je daarmee het risico dat je jarenlang niet van je gebouw gebruik kunt maken.

Joric Witlox is voorzitter van vereniging Brandveilig Bouwen Nederland (BBN).

Wat is dan de klantwaarde voor brandveiligheidsbeleving van gebouwen? Tijd om de klantwaarde voor de bouwkundige brandveiligheidsvoorzieningen eens te noemen! Zou het kunnen, een continu stijgend brandveiligheidsniveau voor gebouwen? Waarmee invulling wordt gegeven aan die klantwaarde? Een paar voorbeelden uit de praktijk van bouwkundige brandveiligheid, waar verdere schade is voorkomen door het juist functioneren van bouwkundige brandveiligheid: • De parkeergarage die uitgerust is met branddeuren van een gerenommeerde fabrikant, die het wel houden bij een brand. • De branddichte doorvoeringen die de brand bij de compartimentgrens van een ziekenhuis hebben tegengehouden. Zonder deze doorvoeringen zou het ziekenhuis misschien wel helemaal afgebrand zijn. • Geveldelen die brandveilig zijn bevestigd, waardoor ze niet naar beneden vallen. • Het brandwerende glas dat correct functioneerde en de brand binnen de perken heeft gehouden bij een groot, in aanbouw zijnd complex. Het zijn maar een paar voorbeelden van investeringen in brandveiligheid, waardoor erger is voorkomen. Om de beleving van brandveiligheid te verbeteren zou dat eigenlijk bij iedereen bekend moeten zijn. En het roept op tot een vereende inspanning van alle betrokkenen bij brandveiligheid. Zeker voor betrokkenen vanuit de bouw, installatie en organisatie rondom brandveiligheid. Zij zouden deze boodschap met vereende krachten in de markt moeten zetten. Misschien is de klantwaarde van steeds brandveiliger gebouwen nog onvoldoende doorgedrongen bij makers van gebouwen. In het verlengde hiervan zou je als gebouweigenaar het gebouw niet moeten laten opleveren als de brandveiligheid niet aantoonbaar in orde is. Maar vooral is het van belang dat die klantwens van stijgende brandveiligheid duidelijk wordt en gehandhaafd wordt gedurende ontwerp, bouw en gebruik van gebouwen. Dus gebruikers en eigenaren van gebouwen, vraag naar een steeds stijgend brandveiligheidsniveau voor de gebouwen waar u slaapt, leeft en werkt!

nummer 1

februari 2013

35


Branche-informatie VBE Doelstellingen

De Vereniging van BrandveiligheidsExperts (VBE) stelt zich ten doel kennis op het gebied van brandveiligheid te delen, te vergroten en te verspreiden. De VBE is tevens een platform voor discussie over allerlei (actuele) brandveiligheidsthema’s. De VBE bestaat sinds 2007 en is onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Brandveiligheid (NOVB), een koepelorganisatie die zich inzet voor een brandveiliger Nederland. Iedereen die een bijdrage denkt te kunnen leveren aan vergroting van kennis over brandveiligheid en de doelstellingen van de vereniging onderschrijft, kan lid worden. Het lidmaatschap is uitsluitend op persoonlijke titel. De huidige circa 250 leden zijn afkomstig uit onder andere installatiebedrijven, inspectie-instellingen, de brandweer, de overheid, de bouw- en projectontwikkelaarswereld, toeleveringsbedrijven, het facilitair management en het verzekeringswezen.

Lid worden

Bent u expert op één of meer brandveiligheidsterreinen en geïnteresseerd in een lidmaatschap, dan kunt u zich via de website aanmelden en geef bij voorkeur een VBE-lid als referentie op. Het VBE-comité beslist over het lidmaatschap. Samenstelling VBE-comite Maarten de Groot (voorzitter), Bruno van Burik, Wim van de Geijn, Alex Ivanovic en Siem-Jan Stam. Verenigde BrandveiligheidExperts Hogeweg 37A 5301 LJ Zaltbommel +31 (0)418 51 08 28 E-mail: secretariaat@novb.nl www.brandveiligheidslimbekeken.nl

www.brandveiligheidslimbekeken.nl

36

nummer 1

februari 2013

Jaarprogramma

De VBE realiseert haar doelstellingen onder andere door geregeld themabijeenkomsten te organiseren en een jaarlijks seminar in het najaar. Daarin komen allerlei (actuele) brandveiligheidsonderwerpen aan de orde.

Seminar 2013

Het seminar 2013 staat gepland op 2 oktober en vindt wederom plaats in de Evenementenhal in Gorinchem. Het VBE-comité is druk doende met de invulling van het programma met als werktitel: ‘Brandveilig Leven’. Het seminar 2012 stond geheel in het teken van een brandveiliger zorg. In dit nummer van Brandveilig. com is een samenvatting te lezen van de position paper over dit onderwerp, die de NOVB in 2012 heeft gepubliceerd.

Themabijeenkomsten 2013

Op 6 februari 2013 verzamelden zich geïnteresseerden rond het thema brandveiligheid in parkeergarages. Joost van Dijk van de HCG-Groep sprak over ventilatiesystemen in parkeergarages en John van Lierop lichtte het NOVB-standpunt ter zake brandveiligheid van parkeergarages toe. Dat standpunt staat te lezen in de position paper ‘Brandveiligheid van parkeergarages’ die de NOVB eveneens in 2012 publiceerde.

De rest van het jaarprogramma 2013 Om alvast te noteren zijn de overige data voor themabijeenkomsten 2013: 27 maart, 12 juni en 20 november. Informatie over de thema’s volgt. Deelnemers zijn welkom van 18.30 uur, waarna om 19.00 uur de bijeenkomst van start gaat. Vanaf 21.00 – 22.00 uur is er gelegenheid voor informele uitwisseling en netwerken onder het genot van een drankje en een hapje. De actuele stand van zaken rondom het VBE-jaarprogramma is te vinden op www. brandveiligheidslimbekeken.nl

Veel belangstelling voor nieuwe VBBcertificerings- en inspectieschema’s

Op 23 januari 2013 vond een herhaling plaats van de themabijeenkomst ‘Nieuwe VBB-certificerings- en inspectieschema’, onder leiding van Willem van Oppen van het CCV. Het was de tweede editie, want op 12 december 2012 zat de zaal ook vol rond hetzelfde thema. Twee leerzame avonden. De presentatie van Willem van Oppen is te lezen op www.brandveiligheidslimbekeken.nl


Branche-informatie VBE

Opleidingen brandveiligheid

De VBE adviseert het OpleidingsCentrum Brandveiligheid (OCB ) over de ontwikkeling van opleidingen. De eerstvolgende VSI-A-cursus start op 1 maart 2013. Deze is volgeboekt. Nieuwe data, ook voor de VSI-B en VSI-C, zullen binnenkort bekend zijn. Op dit moment loopt de nieuwe cursus ‘Toegepaste Sprinklerbeveiliging voor de brandweer’. Een twintigtal mensen, voornamelijk werkzaam in de veiligheidsregio Midden-Nederland verdiept zich onder leiding van OCBdirecteur Rob Hartgerink in de wereld van de sprinklers. De cursus omvat vier lesdagen en wordt bekroond met een certificaat. Het OCB heeft een aantal nieuwe cursussen in de steigers staan. Het betreft de cursussen: monteur sprinkler, beheerder sprinkler (basis), beheerder sprinkler industrie en opslaggebouwen (vervolgcursus), beheerder BMI en, in samenwerking met Hogeschool Saxion, een cursus elementaire brandveiligheid. Voor meer informatie en aanmelding: www.hetocb.nl

Linkedin en Twitter

De leden kunnen zich aansluiten bij de VBE-Linkedin groep. Een groot aantal VBE-leden heeft dat al gedaan. De bijdragen aan de op VBE-Linkedin groep zijn zeer divers. Men kan elkaar vragen stellen, er vindt discussie plaats over de beste beveiligingsmethoden van bijvoorbeeld parkeergarages en tunnels en over onderzoeksresultaten en men kan er ook commentaar aantreffen op branden. Bovendien is het een goed medium voor aankondigingen van symposia en evenementen waarin de brandveiligheid aan de orde komt.

Voordeel voor VBE-leden

VBE-leden mogen gratis deelnemen aan al onze activiteiten, worden regelmatig geĂŻnformeerd over de activiteiten van de vereniging en hebben hun eigen discussieplatforms. Daarnaast zijn er regelmatig kortingen op evenementen van derden. Kent u een seminar, opleiding of andere interessant item, neem dan contact met ons op. Ook ontvangen VBE-leden dit blad tegen een aantrekkelijke prijs.

nummer 1

februari 2013

37


Brandveilig.com bedrijvenindex Walraven www.walraven.com

Adembescherming Dräger Safety Nederland www.draeger-safety.nl

AfvAlbAkken

AdviesbureAus

Adviesbureau Leeuwesteijn www.leeuwesteijn.org

Altavilla Brandveiligheid www.altavilla.nl

Berki Brandbeveiliging www.berki.nl

Arbo

BrandPreventie Groep www.brandpreventiegroep.nl

AspirAtiesystemen AerOcheck www.aerocheck.eu

AMMA de Bruin www.ammadebruin.nl

bhv

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com

Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs www.chri.nl

CCB Groep www.ccb-groep.nl DSPA.nl www.dspa.nl Escape Mobility Company www.escape-mobility.nl

CCB Groep www.ccb-groep.nl

Saval Brandbeveiliging www.saval.nl

De Wit CAD www.dewitcad.nl

Wagner www.wagner-nl.com

DGMR www.dgmr.nl

binnendeuren Albo Deuren www.albodeuren.nl

Dijkoraad Viavesta www.brandweerondersteuning.nl

Alprokon Aluminium www.alprokon.com

Floriaan www.floriaan.nl

Berkvens www.berkvens.nl

Nieman Raadgevende Ingenieurs www.nieman.nl

GNS Branddeuren en Rolluiken www.gns.nl

Obex www.obex.nl

KONE Deursystemen www.konedeursystemen.nl

Vgib Onderhoudsmanagement www.vgib.nl

Aed

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com

Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

EHCM www.ehcm.nl

CCB Groep www.ccb-groep.nl

Adviesbureau Peutz www.peutz.nl

blusmiddelen

Limburgia Utiliteitsdeuren www.limburgia.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com DSPA.nl www.dspa.nl Hugen Brandbeveiliging en Adviesbureau www.hugen.com Nu-Swift Brandbeveiliging www.nu-swift.nl P&G Safety www.pengsafety.nl Saval Brandbeveiliging www.saval.nl

Gyproc www.gyproc.nl Promat www.promat.nl Reppel www.reppel.nl

bouwplAntoetsing

SABA www.saba.nl

38 38

brAndbeveiliging af-x fire solutions www.afxfiresolutions.com

DEF Nederland Fire-Technology www.def-firetech.nl

BrandPrevent Applications www.brandprevent.nl

DSPA.nl www.dspa.nl

BrandPreventie Groep www.brandpreventiegroep.nl

Hi-Safe Systems www.hisafe.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com

Nofiq Fire & Safety Systems www.nofiq.nl

Dictator Productie www.dictator.nl

SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com

Gerco Beveiligingen www.gerco.com

nummer 1

februari 2013

Bumax www.bumax.nl

brAndkleppen

Air Trade Center Nederland www.airtradecentre.com

SEAC International www.seac.nl

brAndkrAnen

BERMAD Fire Protection www.bermad.nl

brAndmeldinstAllAties Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com

Brakel Atmos www.brakelatmos.com

Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

Dräger Safety Nederland www.draeger-safety.nl

IBMO www.ibmo.eu

brAndkAsten

brAnd/gAsdetectie

blusgAsinstAllAties

Gerco Beveiligingen www.gerco.com

WBD brandbeveiliging www.wbd-brandbeveiliging.nl

BD Service Nederland www.bdservice.nl

BBWest www.bbwest.nl

Firestopsupply www.firestopsupply.nl

Terberg installatiebedrijf www.terberg.eu

Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl

Breman Brandbeveiliging www.breman.nl

DMS Brandwerende Systemen www.brandwerendeconstructies.nl

SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com

FSS International www.firestopsystems.nl

Theuma DoorSystems www.theuma.nl

Breman Brandbeveiliging www.breman.nl

Schuurman Brandbeveiliging www.schuurman-brandbeveiliging.nl

bouwmAteriAlen

Draka Kabel www.draka.nl

Applicom www.applicom.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com

Saval Brandbeveiliging www.saval.nl

DAME-Ltd Nederland www.dame-ltd.com

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com

Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

Nu-Swift Brandbeveiliging www.nu-swift.nl

Schuurman Brandbeveiliging www.schuurman-brandbeveiliging.nl

Reinaerdt Deuren www.reinaerdt.nl

Afdichtingen

Kuijpers Beveiligingssystemen www.kuijpers.com

DEF Nederland Fire-Technology www.def-firetech.nl Hefas Branddetectie www.hefas.nl Hertek www.hertek.nl Protec Brandbeveiliging www.protecfire.nl SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com

brAndslAnghAspels Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com Saval Brandbeveiliging www.saval.nl

brAndtesten

Efectis (voormalig TNO) www.efectis.com/nl


Brandveilig.com bedrijvenindex brAndvertrAging BrandPrevent Applications www.BrandPrevent.nl Finivlam www.finivlam.nl

Saval Brandbeveiliging www.saval.nl

evAcuAtie

pArkeergArAge-ventilAtie Air Trade Center Nederland www.airtradecentre.com

Escape Mobility Company www.escape-mobility.nl

Colt International www.coltgroup.com

Fireprevention.NL www.fireprevention.nl

Hezemans Textiel www.hezemans.com

Flame Guard www.flameguard.nl

gAsblussystemen

ExcelAir www.excelair.nl Geveke Technical Solutions www.geveke-klimaattechniek.nl

Walraven www.walraven.com

brAndweer De Wit CAD www.dewitcad.nl DSPA.nl www.dspa.nl TBTA www.tbta.nl

brAndwerende coAtings DMS Brandwerende Systemen www.brandwerendeconstructies.nl

cfd

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com

glAs

AGC Flat Glass Nederland www.yourpyrobel.com Bovema Glas www.bovemaglas.nl

inspectiebureAus

Brand Veiligheid Inspecties BVI www.bvibv.nl Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com Bureau Veritas www.bureauveritas.nl

Adviesbureau Peutz www.peutz.nl

Dijkoraad Viavesta www.brandweerondersteuning.nl

Efectis (voormalig TNO) www.efectis.com/nl/

R2B Inspecties www.r2b.nl

Exiss www.exiss.eu

isolAtiemAteriAAl

ONE Simulations www.onesimulations.com

deuren industrie

Kingspan Duurzame Bouwsystemen www.kingspanpanels.nl Opstalan www.opstalan.nl

Brinkman www.brandrolschermen.nl

Rockwool Benelux www.rockwool.nl

GNS Branddeuren en Rolluiken www.gns.nl

kAbels

A. Leering Enschede www.leering-enschede.nl Hoefnagels Branddeuren BV www.hoefnagels.com Merford Special Doors www.specialdoors.nl Metacon www.metacon.nl Next Door Systems www.nextdoorsystems.com Protec Industrial Doors www.protecindustrialdoors.com

deurvergrendelingen

Cable Masters www.cablemasters.nl Draka Kabel www.draka.nl Eldra www.eldra.nl

lAdders/trAppen Gorter Luiken www.dakluiken.nl

luiken

Gorter Luiken www.dakluiken.nl

noodverlichting Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

Alprokon Aluminium www.alprokon.com

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com

Dictator Productie www.dictator.nl

Hertek www.hertek.nl

droge blusleidingen

Nu-Swift Brandbeveiliging www.nu-swift.nl Saval Brandbeveiliging www.saval.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com Nu-Swift Brandbeveiliging www.nu-swift.nl

SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com Wolter & Dros www.blussenmetbeleid.nl

totAAlinstAllAteur AFG Group www.afggroup.nl

Terberg Systeemintegratie www.terberg.eu

Rucon Systemair www.rucon.nl

trAining/opleiding Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

pictogrAmmen Europicto www.europicto.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com

rook- en wArmteAfvoer

Hertek www.hertek.nl

Bovema Glas www.bovemaglas.nl

vluchtluiken

Brakel Atmos www.brakelatmos.com

Gorter Luiken www.dakluiken.nl

Colt International www.coltgroup.com

vuurlAstberekening Adviesbureau Leeuwesteijn www.leeuwesteijn.org

DAME-Ltd Nederland www.dame-ltd.com

Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl

rookschermen Bovema Glas www.bovemaglas.nl

Floriaan www.floriaan.nl

Brakel Atmos www.brakelatmos.com

wAtermist

DEF Nederland Fire-Technology www.def-firetech.nl

Firetexx www.firetexx.com

Fire Technology www.firetechnology.nl

Hoefnagels Brand- en Bedrijfsdeuren www.hoefnagels.com

SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com

roosters

Aralco www.firecatch.nl

Unica Automatic Sprinkler www.unica.nl/brandbeveiliging.htm

FSS International www.firestopsystems.nl SEAC International www.seac.nl

schoorsteenvegers Schoorsteenveegbedrijf Boomgaardshoek www.boomgaardshoek.nl

schuimblustechniek InnoVfoam www.innovfoam.com

sprinklers

Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com Breman Brandbeveiliging www.breman.nl Kemkens Brandbeveiliging www.kemkensbrandbeveiliging.nl Kuijpers Beveiligingssystemen www.kuijpers.com

nummer 1

Uw bedrijf ook in de bedrijvenindex? Bel of mail accountmanager Jeroen Baar, telefoon 035-6940740, jeroenbaar@vakmedianet.nl

februari 2013

39


over

Het Nieuwe Werken powerseminar

Leidinggeven aan de nieuwe werkers

POWERSEMINAR 19 maart 2013 / BCN Rotterdam

Werd in 2012 beoordeeld met een 8,1! Een paar reacties van deelnemers:

• Verbinden vanuit visie • Coachen op resultaten • Stimuleren van kennisdelen Tijdens dit seminar leert u in één dag alles over de 3 kritische succesfactoren voor leidinggeven aan Nieuwe Werkers. De praktische, concrete informatie kunt u de volgende dag direct toepassen binnen uw eigen team!

“Ik vond het erg interessant, energiek en inspirerend. In korte tijd veel informatie gekregen. Leuke mogelijkheid om geïnteresseerden in HNW te ontmoeten.” “Interessante en goed verzorgde bijeenkomst met een prima prijs/kwaliteitverhouding!” “Uitstekend verzorgd, onderhoudend, informatief, inspirerend en interactief.”

Bekijk het complete programma en schrijf u in:

www.ohnw.nl/leidinggeven RGB: Blauw: R74/G150/B205 Groen: R199/G214/B205 Oranje: R235/G107/B74 CMYK: Blauw: c70/m30 Groen: c30/y70 Oranje: m70/y70

LETTERS zwart-100

|

c89-m71


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.