Brandveilig.com, nr. 4, september 2014

Page 1

PLATFORM VOOR PROFESSIONALS IN BRANDPREVENTIE

ZEVENDE JAARGANG NR. 4 SEPTEMBER 2014

THEMA BRANDWERENDE DEUREN/ BRANDWEREND GLAS LET OP: meer informatie vindt u op Brandveilig.com

BRANDVEILIGHEID IN HOGE GEBOUWEN

VURIGE SAMENEERSTE CCVWERKING BRANDWEER CERTIFICATEN VBB& BEDRIJVEN SYSTEMEN UITGEREIKT


BEINSPIREDBYGLASS ARCHITECTURAAL GLAS BRANDWEREND GLAS

PYROBEL EN PYROPANE

en W30 E f EG 9 e elder t h i l r e e rob lak en ze y P ig v w! Nieu s f Volled la nd g e r e w rand b g i 2-zijd BRAND! , n u D f U moet er niet aan denken, maar wij denken er íedere dag aan. De veiligheid van de gebruikers van een gebouw is hierbij onze belangrijkste zorg. Het gaat daarbij om het afremmen van de brand, zodat mensen zich in veiligheid kunnen brengen. Naast het voldoen aan het bouwbesluit is voor u het toepassen van esthetisch mooi materiaal belangrijk. Dat de brandwerende beglazing van AGC de meest transparante op de markt is en matcht met de doorzichtbeglazing is dan een geruststellende gedachte. Laat u inspireren door uw contactpersoon bij AGC of ga naar yourpyrobel.nl of yourpyropane.nl.

GLASS UNLIMITED

AGC – Tel. 0344 679922 – sales.nederland@eu.agc.com – www.yourpyrobel.nl

EI15


Inhoud

8 Thema brandwerende deuren/ brandwerend glas

14

8 | Omgaan met ‘hoge’ risico’s 12 | Ook ongecompartimenteerde productiehal is veilig 14 | Verstand van zaken is een must

28 Verder in dit nummer 6

NIEUWS

16 COLUMN JOHAN KOUDIJS 18 HOE BESCHERM JE OUDEREN TEGEN BRAND? 20 UIT HET BRANDLAB 24 PRAKTIJKGERICHT REKENEN 28 EERSTE CVV-CERTIFICATEN UITGEREIKT 30 (WAARDE)LOOS ALARM 34 PRAKTIJK 36 BRANCHE-INFORMATIE VBE 39 COLUMN JORIC WITLOX

30

40 BEDRIJVENINDEX 42 SCHADEPRAKTIJK nummer 4

september 2014

3



Colofon

Brandveilig.com is een uitgave van Vakmedianet Hoofdredacteur Arjen de Kort, arjendekort@vakmedianet.nl Eindredacteur Inge Mulder Medewerkers aan deze uitgave Arjan Anderiesen (coverontwerp), Dennis van Asselt, Jos Bus, Rob Jastrzebski, Johan Koudijs, Martijn Louws, Peter Passenier, Leo Porrio, Joyce van Riel, Emiel van Rossum, Aad van den Thoorn en Joric Witlox Redactieraad De redactieraad adviseert de redactie van Brandveilig.com. De uitingen geven echter niet per se de mening weer van de leden.

Coen van Beek, Eric Bosscher, Xander van Bree, Arnoud Breunese, Maarten de Groot, Dingeman de Jong, Johan Koudijs, Leo Oosterveen en Joric Witlox Uitgever Ruud Bakker Accountmanager Marion Smits, marionsmits@vakmedianet.nl tel. 06-52867200 Vormgeving & opmaak Colorscan www.colorscan.nl Druk Ten Brink, Meppel Adres Vakmedianet, Postbus 448, 2400 AK Alphen aan den Rijn Tel. 088-5840918 www.brandveilig.com, info@brandveilig.com Abonnementenadministratie klantenservice@vakmedianet.nl, tel. 088-5840888 Abonnementen Brandveilig.com verschijnt 6 keer per jaar. Abonnement: Nederland € 110,-, overige landen € 125,00, los nummer € 17,00; prijzen zijn exclusief btw. Op alle uitgaven van Vakmedianet zijn de Algemene Voorwaarden van toepassing. Die zijn te vinden op www.vakmedianet.nl. Doelgroep Professionals op het gebied van brandveiligheid, zoals architecten, aannemers, preventisten, brandweer, adviseurs, installateurs, leveranciers en beslissers op het gebied van facilitair management in bedrijf en gebouw. Partner Trigion Brand en Beveiligingstechniek Copyright Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. © Vakmedianet 2014 Publicatievoorwaarden Op iedere inzending van een bijdrage of informatie zijn de standaardpublicatievoorwaarden van Vakmedianet van toepassing. Deze zijn te vinden op www.vakmedianet.nl. Disclaimer Alle in deze uitgave opgenomen informatie is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. De juistheid en volledigheid kunnen echter niet worden gegarandeerd. Vakmedianet en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade die het directe of indirecte gevolg is van het gebruik van de opgenomen informatie. ISSN 1876-5750

Doelgroepbenadering Het wordt gezien als één van de belangrijkste momenten in de geschiedenis van de mensheid: de mens die het maken en gebruiken van vuur onder de knie kreeg. Uit onderzoek blijkt dat het de mens zo’n 400.000 jaar geleden voor het eerst lukte een Arjen de Kort vuurtje te stoken. Of toen ook al hoofdredacteur Brandveilig.com arjendekort@vakmedianet.nl meteen de gevaren van vuur duidelijk waren, vertelt het verhaal niet. Maar door de eeuwen heen is de mensheid door schade en schande wijs geworden en tegenwoordig is iedereen natuurlijk doordrongen van wat de gevolgen kunnen zijn van onvoorzichtig omgaan met vuur. Al was het maar vanuit puur eigenbelang. Immers, een beetje brand heeft ingrijpende materiële en immateriële schade tot gevolg. Dus zijn we allemaal voorzichtig met kaarsjes in huis, hebben we rookmelders in onze woningen gemonteerd, en heeft elk zichzelf respecterend bedrijf zijn brandmeldinstallatie en bedrijfsnoodplan op orde. Dat de praktijk weerbarstiger is, weet u als professional als geen ander en werd ook mij weer eens duidelijk bij de samenstelling van deze editie van Brandveilig. com. Want ook al kent iedereen de gevaren van brand, er naar handelen blijkt vaak een stuk lastiger. Hoe dat komt? Zelf betrap ik mij hierbij op de gedachte dat zoiets als brand mij toch niet zal gebeuren. Herkenbaar? Daar ligt dus een uitdaging voor de preventisten onder u. Gelukkig gaan zij die met overtuiging aan. Neem de brandweer die de afgelopen weken druk is geweest met een voorlichtingscampagne om startende studenten te wijzen op het belang van en de eigen verantwoordelijkheid voor een brandveilige woonomgeving. Geen overbodige luxe, omdat “in veel studentenhuizen, met name van particuliere verhuurders, geen werkende rookmelders of blusapparatuur hangen, vluchtroutes vaak versperd zijn, en in de meeste gevallen niet wordt voldaan aan de eisen die er zijn voor brandveiligheid.” Andere voorbeelden zijn de Nationale Brandpreventieweken in oktober - de campagne is dit keer gericht op brandveiligheidsbewustzijn en de noodzaak van veilig vluchten, met speciale aandacht voor thuiswonende senioren. En de OMS Challenge, waarvan de insteek is om bedrijven en zorginstellingen op een prikkelende manier te bereiken, te laten leren en zo gedrag en cultuur (als het gaat om brandveiligheid) te veranderen. De ontwikkelaars verwachten de grootste winst te kunnen behalen bij bewustwording en gedragsverandering. Centraal in deze voorbeelden staan doelgroepbenadering en bewustwording. Zijn dit dan de sleutels tot brandveilig gedrag? nummer 4

september 2014

5


NIEUWS

Nieuwe norm voor organisatie BHV

AGENDA Meer informatie over alle activiteiten: www.brandveilig.com 2 OKTOBER 2014

BRANDWEER CONGRES ROTTERDAM

BRANDWEERNEDERLAND.NL 8 OKTOBER

VBE SEMINAR ‘HERBESTEMMEN EN BRANDVEILIGHEID’ GORINCHEM

WWW.BRANDVEILIGHEIDSLIMBEKEKEN.NL 13 NOVEMBER 2014

BBN STUDIEDAG ‘AANTOONBARE BRANDVEILIGHEID’ NIEUWEGEIN

WWW.BBN.NL 20 NOVEMBER

ASIS SECURITY MANAGEMENT WWW.SECURITYMANAGEMENT. NL/CONGRES

ADVERTEERDERSINDEX

6

nummer 4

kunnen nog tot 1 november 2014 commentaar indienen.

Checklist brandveiligheid indoorspeelgelegenheden VeiligheidNl heeft in samenwerking met Brandweer Nederland twee instrumenten ontwikkeld, waarmee beheerders en medewerkers van indoorspeelgelegenheden zelf de brandveiligheid van deze locaties kunnen verbeteren. De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) heeft hiertoe opdracht gegeven. Tijdens een vooronderzoek onder betrokkenen (beheerders, brandweer en keuringsinstellingen) is allereerst de behoefte gepeild en is er een inventarisatie gemaakt van spe-

cifieke risico’s die zich voordoen in indoor speelgelegenheden. Gebaseerd op de resultaten uit dit onderzoek zijn vervolgens materialen ontwikkeld voor beheerders en medewerkers, die zij kunnen gebruiken om de brandveiligheid te bevorderen in hun indoor speelgelegenheid. Met de checklist Brandveiligheid voor een indoor speelgelegenheid, kunnen medewerkers zelf controleren of een locatie brandveilig is. De checklist is te downloaden op: www.veiligheid.nl.

Accreditatie CCV-brandbeveiligingsschema’s

NIJKERK

AGC Nederland Alprokon Aluminium Development CIBV Nederland Dictator Productie GND-garantiedeuren Metacon Reinaerdt Deuren Salto Systems Theuma Door Systems Stöbich Fire Protection Tremco illbruck Trigion Brand en Beveiligingstechniek Vetrotech Saint-Gobain Benelux

NEN heeft het normontwerp NEN 8112 ‘Bedrijfsnoodorganisatie en bedrijfshulpverlening’ gepubliceerd. De nieuwe norm vervangt de huidige normen NEN 4000:2008 ‘Bedrijfshulpverlening’ en NEN 8112:2010 ‘Leidraad voor ontruimingsplannen’. Het voordeel van de nieuwe norm is dat er dan één norm is waarin kennis rondom het ontwerpen en implementeren van de bedrijfsnoodorganisatie (BNO) wordt gedeeld. De huidige normen worden ingetrokken op het moment dat NEN 8112 wordt gepubliceerd. Naar verwachting zal dit in de eerste helft van 2015 zijn. Belanghebbenden

2, 27 23 33 11 38 11 26,33 4, 27 27 4 43 44 17

De certificatie-instelling CIBV is als eerste geaccrediteerd voor het CCV-certificatieschema VBB-systemen. Alle CCV-brandbeveiligingsschema's kunnen nu onder accreditatie worden uitgevoerd. Afnemers (ondernemers, gebouweigenaren, et cetera) kunnen nu alle brandbeveiligingsinstallaties laten installeren en onderhouden mét certificaat. De geaccrediteerde schema’s die met certificaat geleverd kunnen worden zijn: Onderhoud blusmiddelen, Certificatie BMI en Certificatie VBB (sprinklers). Op www.preventiecertificaat.nl staat een overzicht van gecertificeerde installateurs en brandbeveiligingsbedrijven. De certificatie- en inspectieinstellingen die een over-

september 2014

eenkomst met het CCV hebben voor de diverse brandbeveiligingsschema’s vindt u in het dossier Conformiteitschema’s op de website van het CCV. Vrijwel direct certificeerde het CIBV installatiebedrijf Aqua+ Sprinklersystemen volgens de CCV certificatieschema’s Levering en Onderhoud VBB. Lees het artikel ‘Klaar voor de toekomst’ in dit nummer van Brandveilig.com.


NIEUWS

Brandweer wijst startende studenten op brandgevaar

Ook dit jaar wijst de brandweer met een grootscheepse campagne studenten op het belang van brandveiligheid. In veel studentensteden gaat de brandweer in gesprek met studenten. Studenten zal worden gewezen op hun eigen verantwoordelijkheid voor een brandveilige woonomgeving en hoe ze die kunnen verbeteren. “Goed werkende rookmelders zijn van levensbelang”, stelt de brandweer. “Maar als er wat gebeurt, zitten studenten met hun handen in het haar. Ze weten bijvoorbeeld vaak niet hoe een brandblusser werkt en vluchtplannen worden nauwelijks besproken. Daarom geven wij hierover extra informatie.” In veel studentenhuizen, met name van particuliere verhuurders, hangen geen werkende rookmelders of blusapparatuur. Vluchtroutes zijn vaak versperd. In de meeste gevallen wordt niet voldaan aan de eisen die er zijn voor brandveiligheid. Uit een rapport over 2013 dat begin dit jaar

ONLINE

FEITEN

Brandweer Nederland @Brandweer_NL Op onze site: Video voorlichting aan studenten http://bit.ly/1sYhBqM

Saraï Huysmans @DeRosseVoenk De buurman die komt vragen of mijn keuken in brand staat en of ik al die rook heb gezien. Gewoon mijn toast laten aanbranden.

VBE @VBE_NOVB #brandveiligheid en #sprinkler in de #zorg! http://youtu.be/ES1HFfX8BqQ

Michel @Michel1401 Brand in huis van clown #Bassie. Dat ga ik eens even aan de binnenkant van m'n ogen bekijken. pic.twitter.com/DAo4AEHZxx

MEER INFO WWW.BRANDVEILIG.COM

werd uitgebracht door de Inspectie voor Leefomgeving en Transport van het ministerie van Infrastructuur en Milieu blijkt dat de brandveiligheidssituatie in studentenhuizen zorgelijk is. Enkele bevindingen uit het rapport: r Van de 91 bezochte locaties beschikken 33 (36%) niet over een rookmelder in de besloten ruimten waardoor een vluchtroute loopt. r Bij 33 locaties ontbreekt bij de wooneenheden (=kamers) de verplichte rookmelder. r Bij 23 van de 91 locaties maakt de elektrische installatie een ondeugdelijke indruk. De inspectie treft een open zekeringkast, niet geïsoleerde draden,

kapotte stekkers en een weerwar van verlengsnoeren aan. r Op 69 locaties denken de studenten binnen 2 minuten hun pand bij brand te kunnen verlaten. r Op 32 locaties weet men welke huisgenoten thuis zijn, zodat die bij brand gewaarschuwd kunnen worden. r Van de 91 onderzochte locaties voldoen 9 (10%) aan alle eisen met betrekking tot branddoorslag, blustoestellen, rookmelders en vluchtroutes. Naast de informatie van de brandweer biedt ook de website van de Landelijke studentenvakbond (LSVb) meer informatie te lezen over brandveiligheid.

Aanpak loze brandmeldingen effectief De aanpak van loze brandmeldingen in Zuid Holland blijkt vruchten af te werpen. Het aantal valse meldingen daalde in een jaar tijd van 950 naar 390. Terugdringen van loze brandmeldingen is al langere tijd aandachtspunt van brandexperts. Het korps Zuid-Holland Zuid startte het project TOOM; Terugdringen van Onechte en Ongewenste Meldingen. De brandweer richtte zich met voorlichtingsbij-

eenkomsten vooral op burgers om de gebruikers van brandmelders bewust te maken van hun taken en verantwoordelijkheden. Na een loze melding wordt actie ondernomen om deze in het vervolg te voorkomen, onder meer door navraag te doen naar de oorzaak van de melding. De aanpak van het korps Zuid-Holland Zuid verschilt wezenlijk van andere korpsen. Andere regio’s verifiëren een brandmelding wel op echtheid en trekken deze in wanneer het een loze melding blijkt te zijn, maar nemen

vervolgens geen actie om de oorzaak van de loze melding op te lossen. Sinds de invoering van het huidige Bouwbesluit in april 2012 ligt de verantwoordelijkheid voor brandveiligheid veel meer bij de eindgebruikers. De verplichte branddoormelding naar de regionale alarmcentrale (RAC) geldt in veel gevallen niet meer. Eindgebruikers hebben hiermee echter wel een grotere verantwoordelijkheid gekregen en moeten extra maatregelen nemen om de brandveiligheid op hetzelfde niveau te houden.

nummer 4

september 2014

7


Thema Brandwerende deuren/brandwerend glas

Aad van den Thoorn

Brandveiligheid in hoge gebouwen

Omgaan met ‘hoge’ risico’s Hoogbouw kun je net zo brandveilig maken als lage gebouwen. Er zijn alleen meer voorzieningen nodig op bouwkundig en installatietechnisch gebied. Ook is extra aandacht nodig voor ontruimingsconcepten, de organisatie die hiervoor nodig is en maatregelen tegen verspreiding van rook. Dat zegt Ruud van Herpen van Nieman Raadgevende Ingenieurs, rapporteur van de recente SBRCURnet-handreiking ‘Brandveiligheid in hoge gebouwen’.

H

oogbouw is een steeds vaker voorkomend fenomeen in Nederlandse steden. Hebben we het over hoogbouw, dan gaat het over gebouwen met een hoogste vloer boven 70 meter, met meer dan circa 25 verdiepingen. Dat zijn meestal kantoorgebouwen, maar het kan ook gaan om woongebouwen, hotels of een gebouw met gecombineerde gebruiksfuncties. De brandveiligheid van zulke gebouwen - met name de veiligheid van de mensen die van het gebouw gebruik maken - vergt extra aandacht, ook al omdat de bestrijding van een brand in hoogbouw zijn grenzen kent.

Duidelijkheid

Ir. Ruud van Herpen is technisch directeur bij Nieman Raadgevende Ingenieurs in Zwolle. Hij is Fellow Fire Safety Engineer, ook (onder andere) werkzaam als praktijkhoogleraar aan de TU Eindhoven en lector bij Saxion Hogeschool te Enschede op het gebied van fire safety engineering.

8

nummer 4

Bij een brandveilig ontwerp van hoge gebouwen zijn veel instanties betrokken: de opdrachtgever, constructeur, installateur, architect, brandveiligheidsadviseur, het bouwbedrijf en uiteraard de brandweer dan wel het bevoegd gezag. Al die partijen hebben belang bij een document dat duidelijkheid biedt bij ontwerp en realisatie van hoogbouw. Deze partijen én de Rijksoverheid waren betrokken bij de eerste uitgave van de SBR-publicatie in 2005 over deze problematiek, en dat geldt ook voor de herziene uitgave die in augustus verscheen. De laatste versie sluit aan bij het Bouwbe-

september 2014

sluit 2012 en Europese normeringen. Rapporteur Ruud van Herpen is blij dat zo veel partijen de publicatie onderschrijven, ook al kostte dat veel tijd. “Van belang is ook om te vermelden dat het gaat om een handreiking, geen richtlijn en geen regelgeving. Dat geeft een bepaalde vrijheid om beargumenteerd af te wijken. Ons uitgangspunt was een kwalitatieve risicobenadering, met als doel dat een hoog gebouw tenminste dezelfde betrouwbaarheid bezit onder brandcondities als een laag gebouw. Met andere woorden: de brandveiligheid van hoogbouw mag niet lager zijn dan bij laagbouw.” Deze doelgerichte risicobenadering wordt in de handreiking gecombineerd met de nieuwe brandweerdoctrine hoogbouw, dat de verschillende mogelijkheden van brandweerinzet beschrijft.

Integrale aanpak De doelgerichte risicobenadering maakt een integrale aanpak van brandveiligheid mogelijk, als een combinatie van bouwkundige, installatietechnische en organisatorische voorzieningen. Deze benadering wijkt af van die van de eerste uitgave, die gerelateerd was aan prestatie-eisen in minuten brandwerendheid volgens de standaardbrandkromme. Van Herpen: “Het is natuurlijk niet zo dat een constructie na die tijds-


Thema Brandwerende deuren/brandwerend glas

De Freedom Tower in New York is een fraai voorbeeld van hoogbouw met glas in de gevel.

duur ineens faalt, maar wel neemt de kans dat zij faalt steeds verder toe. Het denken in faalkansen en betrouwbaarheid is de basis voor de nieuwe handreiking. Voor een generieke handreiking, zonder projectspecifieke kenmerken, is dat alleen mogelijk in een kwalitatieve beschouwing. In de publicatie worden de richtlijnen weliswaar uitgedrukt in een standaardbrandkromme bij een compartimentsbrand, maar ze houden wel rekening met risicoreductie door het gebruik van een automatische blusinstallatie.

Risico’s in het kwadraat Het uitgangspunt is zoals gezegd dat het risico op falen/bezwijken bij hoogbouw niet groter mag zijn dan bij laagbouw. Van Herpen: “Neem als voorbeeld een hoogbouwkantoor van 30 verdiepingen en vergelijk dat met een referentiekantoor van 10 verdiepingen hoog. Omdat het eerste gebouw 3 x zo hoog is, is het effect van bezwijken (in m2 gebruiksoppervlakte) ook 3 x zo groot. Hetzelfde geldt voor de kans dat er brand uitbreekt, de gebruiksoppervlakte is immers 3 x zo groot. Het risico van falen door brand wordt dan in het hoogbouwkantoor 3 x 3 = 9 x zo hoog als in het referentiekantoor. Om bij deze vergelijking hoogbouw net zo veilig te maken als laagbouw, moeten we dus rekening houden

nummer 4

september 2014

9


Thema Brandwerende deuren/brandwerend glas

met een toelaatbare faalkans die in hoogbouw circa 0,1 maal zo groot is als de toelaatbare faalkans in de referentiesituatie.�

ProjectspeciďŹ ek Zoals gezegd gaat de handreiking uit van een algemene risicogerichte aanpak, maar afwijken kan. Dat geldt bijvoorbeeld bij het waarderen van projectspeciďŹ eke kenmerken, zoals de thermische massa van het gebouw, de hoeveelheid brandbaar materiaal, de gevelconstructie, de grootte en afmetingen van de brandcompartimenten, en dergelijke. “In de publicatie scheren we alle gebouwen voor wat dat betreft over ĂŠĂŠn kam, maar door projectspeciďŹ ek te ontwerpen kun je voordelen behalenâ€?, zegt Van Herpen. “Zo kun je door slimme engineering naar mijn mening best onder de eis van 120 minuten brandwerendheid van de hoofddraagconstructie uitkomen. Iets soortgelijks geldt ook voor de compartimentsgrootte en de vlucht-/aanvalsroutes bij brand.â€? Bij het engineeren gaat het volgens Van Herpen om de instandhouding van het gebouw zelf. “Brandoverslag naar de omgeving is bij hoogbouw zelden aan de orde, omdat hoge gebouwen relatief ver van elkaar afstaan. Bij de compartimentering komt een brandcompartiment overeen met een verdieping. Daarnaast wordt een brandcompartiment uitgerust met een automatische blusinstallatie (sprinkler- of watermistsysteem). Verder richt

je je bij het ontwerp op het in stand houden van de vlucht- dan wel aanvalsroutes van de brandweer.� Branduitbreiding via de buitengevel vormt een risico voor de beheersbaarheid bij brand. De handreiking schrijft daarom brandklasse B voor. Berekening van het brandoverslagrisico tussen de brandcompartimenten geschiedt op dezelfde wijze als bij laagbouw. Van Herpen: “De handreiking gaat uit van een worst case, dat wil zeggen dat alle glas in de gevel bij een compartimentsbrand bezwijkt. De rol van sprinklers is hierbij heel belangrijk, die zorgen er voor dat het brandoverslagrisico tussen brandcompartimenten verwaarloosbaar is. Alleen wanneer de automatische blusinstallatie faalt, is er een brandoverslagrisico. Vanwege de betrouwbaarheid van een automatische

r 4#3$63OFU QVCMJDBUJF JT WFSLSJKHCBBS WPPS FVSP FYDMV TJFG CUX WJB XXX TCSDVSOFU OM QSPEVDUFO QVCMJDBUJFT r 7PPS PQESBDIUHFWFST POUXFSQFST BEWJTFVST WFS[FLFSBBST HFNFFO UFO FO CSBOEXFFSJOTUBOUJFT EJF CJK EJU POEFSXFSQ CFUSPLLFO [JKO FO NFU EF IBOESFJLJOH HBBO XFSLFO PSHBOJTFFSU 4#3$63OFU PQ OPWFNCFS FFO NJEEBHCJKFFO LPNTU PQ EF F WFSEJFQJOH WBO IFU HFCPVX WBO /BUJPOBMF /FEFS MBOEFO JO 3PUUFSEBN *OUFSFTTF ,JKL PQ EF XFCTJUF XXX TCSDVSOFU OM QSPEVDUFO CJKFFOLPNTUFO FO DVSTVTTFO

10

nummer 4

Rook Bij alle veiligheidsvoorzieningen in verband met brandrisico’s wil Van Herpen nog even de aandacht vestigen op de risico’s van rook in relatie tot de veilige ontruiming van gebouwen. “Bij een met sprinklers beheerste brand ontstaat ook rook, die relatief koud

De doelgerichte risicobenadering maakt een integrale aanpak van de brandveiligheid mogelijk blusinstallatie is het brandoverslagrisico relatief laag, waardoor je in de meeste gevallen kan volstaan met standaard beglazing zonder brandwerendheidseisen.�

Brandstof- en ventilatiebeheerst MEER INFO

brand. Daarbij hopen hete, brandbare gassen zich op in het compartiment. Wanneer die via de gevelopeningen uittreden, vatten die gassen vlam en ontstaan er uitslaande vlammen, feitelijk het verbranden van die gassen buiten het compartiment. Zo’n uitslaande brand levert grotere brandoverslagrisico’s. Van Herpen: “Dit is toch een situatie met een relatief kleine kans van optreden, vooral door de toepassing van automatische brandblussystemen met een lage faalkans.�

In verband met (het bezwijken van) glas in de gevel is het van belang om iets dieper in te gaan op de soort branden die er zijn. “Een brandstofbeheerste brand ontstaat wanneer voldoende zuurstof aanwezig is�, legt Van Herpen uit. Het vermogen dat het brandbare materiaal kan leveren, ligt bij cellulose-achtig materiaal (hout, textiel en kunststoffen) rond de 250 kW/m2. Wanneer voldoende brandbaar materiaal aanwezig is en geen automatische of handmatige blussing plaatsvindt, kan die brand zich ontwikkelen tot een compartimentsbrand. De brandomvang is dan zo groot geworden - namelijk het hele compartiment dat veel zuurstoftoetreding noodzakelijk is, bijvoorbeeld via het bezweken glas in de gevel. Treedt er te weinig zuurstof toe, dan spreken we van een ventilatiebeheerste

september 2014

is. De gebruikelijke voorzieningen die de verspreiding van rook moeten tegengaan, werken vaak niet bij koude rook. In het rapport benadrukken we daarom het belang van het aanbrengen van overdruk in trappenhuizen of voorportalen, om rookverspreiding naar de vluchtroutes tegen te gaan. Die overdruk is een extra veiligheidsvoorziening tegen rook bij ontruiming van een gebouw.�

Kosteneffectief Samenvattend stelt Van Herpen dat deze nieuwe uitgave een werkbaarder handreiking oplevert dan de eerste druk. “De handreiking leidt tot kosteneffectieve maatregelen, die het voor architecten mogelijk maken snel de consequenties op brandveiligheidsgebied zichtbaar te maken bij alternatieve ontwerpen. Daarnaast biedt de publicatie de mogelijkheid tot besparingen bij projectspeciďŹ ek ontwerpen.â€?

Aad van den Thoorn werkt bij SBRCURnet.


Brandveiligheid voor deuren Design & Barrièrevrije toegang

Maak nu kennis met het vernieuwde programma van brandgestuurde TJSS deurdrangers volgens EN 1154

TJSS T6 FL & Flight vrijloopdeurdrangers met glijrail

of schaararm. Compacte afmetingen, bij normaal gebruik vrijlopend, in geval van een calamiteit als brand of stroomuitval zelfsluitend

TJSS T6 EMF voor het gecontroleerd vastzetten van de deur Geïntegreerde elektro-mechanische vastzetinrichting bij normaal gebruik vastgezet, in geval van een calamiteit als brand of stroomuitval zelfsluitend

TJSS T6 GSR EMF voorzien van geïntegreerde sluitvolgorderegeling, bij normaal gebruik vastgezet, in geval van een calamiteit als brand of stroomuitval zelfsluitend.

Hoogwaardige branddeuren voor maximale veiligheid Metacon heeft het breedste assortiment in Nederland aan brandwerende roldeuren, schuifdeuren, overheaddeuren en rolschermen. Al onze branddeuren voldoen aan de strengste eisen conform de meest recente nationale en internationale regelgeving.

Voor meer informatie of een offerte kunt u contact met ons opnemen:

Because safety is everything

James Wattstraat 14 • 2809 PA Gouda Tel. +31(0)182 510 777 Fax. +31(0)182 510 632 info@metacon.nl • www.metacon.nl


Thema Brandwerende deuren/brandwerend glas

Rob Jastrzebski

Transparante bedrijfscampus dankzij brandwerend glas

Ook ongecompartimenteerde productiehal is veilig Begin dit jaar werd in Maassluis de vernieuwde campus van de Lely groep in gebruik genomen. Een van de ontwerpeisen voor de nieuwbouw was maximale transparantie. Dit zorgde voor een uitdaging op het gebied van brandveiligheid.

B

egin dit jaar werd in Maassluis de vernieuwde campus van de Lely groep in gebruik genomen. Een landmark die qua uitstraling helemaal past bij het innovatieve karakter van de producent van toekomstgerichte oplossingen voor de agrarische sector. Eén grote wens liep als een rode draad door de ontwerpeisen voor de nieuwbouw: maximale transparantie. De eis van een ongecompartimenteerde productiehal van 22.500 vierkante meter met grote overspanningen en een multifunctioneel kantoorgebouw van 10.500 vierkante meter met grotendeels glazen gevels, was een uitdaging op het gebied van brandveiligheid. Met een combinatie van Schüco vliesgevels en Thermobel Pyropane glaspanelen van AGC Glass is voldaan aan de esthetische wensen én de eisen op het gebied van brandveiligheid. Het project Lely Campus betrof de herontwikkeling van een bestaande productielocatie van Lely in Maassluis. Het bedrijf had elders in Maassluis een hoofdkantoor en nog een tweede productielocatie in Rotterdam. Enige jaren geleden besloot de onderneming al zijn activiteiten op één locatie te concentreren. De bestaande productielocatie werd getransformeerd tot een 7,5 hectare grote campus met internationaal hoofdkantoor, research & developmentafdeling en productiefaciliteiten.

12

nummer 4

“Bij dergelijke grote bouwvolumes is brandveiligheid altijd een leidend issue in het ontwerp”, stelt architect Machiel Hopman van ConsortArchitects, die het ontwerp voor de campus maakte. “Lely wilde een transparant kantoor en een maximaal flexibel indeelbare productiehal. We hebben die eis vertaald in een ongecompartimenteerde ruimte met grote overspanningen. Voor het kantoor kozen we hoge glasgevels, die moeten voldoen aan specifieke eisen voor wat betreft brandweerstand. Door eisen te zien als een gegeven en niet op voorhand als een belemmering in het ontwerp, is er veel mogelijk. De sleutel is dat je de juiste pro-

ken. “Dé formule om snel te kunnen schakelen met elkaar en vanuit een integrale visie naar de brandveiligheid van het ontwerp te kijken”, weet Hopman. “We hebben veel ervaring opgedaan met dit type grootvolumebouwprojecten en dan weet je doorgaans welke uitdagingen op brandveiligheidsgebied er op je pad komen. De opgave hier was de aansluiting tussen het bestaande bedrijfsdeel en het aan te bouwen kantoor. De hoge glasgevels moesten in hoge mate bestand zijn tegen branddoorslag en -overslag. Het brandbeveiligingsconcept voor de Lely Campus is gestoeld op een constructie van staalprofielen met brandwerende coating, geïso-

‘De hoge glasgevels moesten bestand zijn tegen branddoorslag en -overslag’ ducenten en de juiste producten selecteert bij de materiaalkeuze en dat je werkt vanuit een totaalvisie op brandveiligheid.”

leerde vliesgevels van Schüco, brandwerende glaspanelen van AGC Glass en een sprinklerinstallatie voor het gehele complex.”

Voor de realisatie van de nieuwbouw werd een integraal bouwteam gevormd, waarin aannemer Dura Vermeer, de architect, gevelbouwer De Groot & Visser, AGC Glass en EFPC als brandveiligheidsadviseur samen optrok-

De Pyropane oplossing

september 2014

De door gevelconstructeur De Groot & Visser opgebouwde gevels bestaan voor ongeveer 80 procent uit glas, om de door Lely gewenste transparantie te realiseren. Met zo’n groot


Thema Brandwerende deuren/brandwerend glas

De Lely Campus: beeldbepalend gebouw en bewijs dat grote ongecompartimenteerde industriegebouwen met glasgevels hand in hand gaan met brandveiligheid. glasoppervlak in het ontwerp was de uitdaging om een product te vinden dat alle eisen van duurzaamheid, klimaatbeheersing en brandveiligheid in zich verenigde. De architect koos voor de Pyropane oplossing van AGC Glass, specialist in brandwerend vlakglas. Joris van der Vleuten, productmanager fire safety glass bij AGC: “Er waren nogal wat eisen waaraan de glaswanden moesten voldoen. De opdrachtgever en de architect wilden glasgevels van vloer tot dak, liefst zonder profielen tussen de panelen.

maken met de eis dat de glaswanden bestand moesten zijn tegen brandoverslag van buitenaf. Dan heb je een groot reflecterend vermogen nodig. Die eigenschap heeft ons Pyropane glas, speciaal gehard glas met een hittereflecterende coating. Het is bestand tegen een thermische shock tot 400 graden en beperkt de stralingshitte aan de veilige kant tot maximaal 15 Kilowatt per vierkante meter gedurende minimaal dertig minuten. Daarmee voldoet Pyropane aan de EW30 norm voor brandwerende beglazing.”

Daarnaast waren er de esthetische wensen zoals kleur en reflectie én de eisen met betrekking tot de energiezuinigheid van het gebouw en de brandveiligheid. Voor brandwerende glasgevels met grote oppervlakken maken we veel gebruik van ons Pyrobel Vision Line glasprogramma. Dat is gelaagd floatglas met een onzichtbare gel tussen de glaslagen. Die gel schuimt op als de glaspanelen bij brand aan grote hitte worden blootgesteld, waardoor de temperatuur aan de veilige kant van de glaswand niet hoger wordt dan 140 graden, de zogenaamde EInorm. Bij dit project hadden we echter ook te

Eerdere tests Voordeel van de Pyropane oplossing is volgens Van der Vleuten dat dit type glas door Efectis al was getest op toepassing in grote oppervlakken in het Schüco profiel. Efectis gaf op basis van de eerdere tests de door de opdrachtgever gewenste conformiteitsverklaring af voor een glasafmeting van 1776x3600 mm. Bij de eerdere brandtesten bij Efectis werd zelfs een brandweerstand van 51 minuten gemeten, wat deze vergroting rechtvaardigt. Ook op de duurzaamheids- en milieueisen scoorde Pyropane hoog. Van der Vleuten: “Met de keuze voor Pyro-

pane voor de Lely Campus moesten we wel een kleine concessie doen aan de ontwerpeisen. De architect wilde geen tussenstijlen in het brandwerend glas. Daarvoor hebben we Pyrobel VisionLine, wat echter een interieurproduct is. Pyropane is zeer geschikt voor aluminium gevelprofielen, maar is niet als VisionLine getest. Daardoor moesten toch slanke tussenprofielen worden gebruikt, maar de optelsom van alle pluspunten maakte dat Pyropane toch de beste keuze was voor de gevels van het Lely complex. Het is de eerste keer dat we dit glas toepassen in gevels met zo’n groot glasoppervlak.” De Lely Campus in Maassluis mag met recht een beeldbepalend gebouw in de waterweggemeente worden genoemd. En een proeve van de aanname dat grote, ongecompartimenteerde industriegebouwen met glazen gevels én brandveiligheid heel goed kunnen samengaan. Een ambitieus gebouw, passend bij een innovatieve onderneming die veel waarde hecht aan veiligheid en transparantie. Rob Jastrzebski is freelance journalist.

nummer 4

september 2014

13


Thema Brandwerende deuren / brandwerend glas

Joyce van Riel

Brandwerendheid in de praktijk

Verstand van zaken is een must Bij het ontwikkelen van een gebouw neem je als architect of aannemer de bouwregelgeving als uitgangspunt. Voldoen aan de bouwregels leidt in de praktijk echter niet automatisch tot een beheersbare brand.

F

ire Safety Engineer Alex Schouteten, werkzaam bij Hoefnagels Branddeuren, beaamt dit: “Wij worden dagelijks geconfronteerd met andere situaties dan getest. Zoals iedereen met enige achtergrond in brandwerendheid weet, komen de testcriteria nooit overeen met een werkelijke brand. Zo is een brandstofbeheerste brand, zoals volgens de NEN6069 norm getest wordt, niet te vergelijken met een zuurstofbeheerste brand uit de praktijk. Ook kun je je afvragen of de standaardbrandkromme die de test hanteert de praktijk evenaart. Wat we wel bewerkstelligen is dat we in Nederland, en zelfs in de toekomst in Europa, op dezelfde manier onze

ren, overheaddeuren en rolschermen verkrijgbaar. Vaak komt men in de praktijk verkeerde tegen keuzes uit het gamma van brandwerende deuren. Hoe komt dit? Schouteten: “Ik zie vaak dat factoren als de gewenste inbouwruimtes of financiële consequenties een beslissende rol spelen in de keuze voor een brandwerende afsluiting, in plaats van de gewenste veiligheid. Die laatste zou naar mijn mening zwaarder moeten wegen.” Ter onderbouwing noemt hij twee praktijkvoorbeelden.

Voorbeeld 1: parkeergarages In parkeergarages waar een brandcompartimentering verlangd wordt, zie je steeds

is de kans groot dat een brandscherm maar gedeeltelijk sluit of zelfs uit de geleiders wordt getrokken.

Voorbeeld 2: gevels Een ander voorbeeld is het monteren van grote oppervlaktebrandschermen aan de buitenzijde van een gevel om aan de eisen voor brandoverslag te voldoen. Dit is financieel vaak een aantrekkelijker oplossing dan wanneer de hele gevel brandwerend wordt uitgevoerd. Daarbij vergeet men het belang van weersinvloeden zoals wind of vorst. Het is in deze context dus maar de vraag of een brandscherm wel de ideale oplossing is. Daarnaast is de montage van brandwerende afsluitingen een heikel punt. In Neder-

Helaas ontbreken eisen voor onderhoudsfrequentie en gekwalificeerd personeel in wet- en regelgeving deuren testen, waardoor men resultaten kan vergelijken. In de praktijk moeten we de omslag maken van regelgericht naar risicogericht denken om optimale brandveiligheid te realiseren. De opdrachtgever betaalt tenslotte voor een brandveilig pand.”

Verkeerd product Er zijn tal van verschillende, brandwerende afsluitingen zoals rol-, loop- en schuifdeu-

14

nummer 4

vaker een toepassing van brandwerende schermen. Deze voorzieningen hebben relatief kleine inbouwruimtes; heel wenselijk in een parkeergarage met een al niet zo hoog betondek. In parkeergarages speelt echter ook de winddruk een rol, in de vorm van natuurlijke of mechanische ventilatie. Een brandscherm is minder bestand tegen winddruk dan de conventionele brandvoorzieningen als rol- of schuifdeuren. Hierdoor

september 2014

Alex Schouteten: “De testcriteria komen nooit overeen met een werkelijke brand.”


Thema Brandwerende deuren / brandwerend glas

Er zijn tal van brandwerende afsluitingen zoals rol-, loop- en schuifdeuren, overheaddeuren en rolschermen. land gelden geen eisen voor montagebedrijven. En dat terwijl verstand van brandwerendheid wel degelijk een vereiste is voor een goede montage van een brandwerende deur of brandscherm. Verkeerde montage heeft grote gevolgen voor de brandveiligheid. Het montagevlak speelt daarbij een belangrijke rol.

Verschillende ondergronden Schouteten: “In de bouwbranche kom je allerlei verschillende ondergronden tegen: van steenachtige materialen en gipswanden tot brandscheidingen vervaardigd uit metalstud. Niet elke ondergrond leent zich voor montage van brandwerende deuren of brandschermen. Als men een brandwerende voorziening monteert en die blijft hangen, betekent dit nog niet dat dit zo blijft als er in een deel van het gebouw een brand woedt.” Een veelvoorkomend praktijkvoorbeeld is volgens Schouteten de montage van een brandscherm op een gipswand. “Een gipswand is niet geschikt voor het dragen van het brandscherm tijdens een brand. Zo haalt men dus niet het gewenste brandveiligheidsniveau. Verstand van brandwerend-

heid op het gebied van wandconstructies is echt een must.” De gebouweigenaar geeft geld uit voor een brandveilig gebouw. Men vergeet in de praktijk helaas vaak dat brandwerende deuren en schermen ook onderhoud nodig hebben. Zoals een jaarlijkse keuring van de eenmaal geleverde brandscheiding, waarbij gecontroleerd wordt of die zijn primaire functie nog wel adequaat vervult. “In de praktijk zien we legio voorbeelden van situaties waarin onderhoud aan brandscheidingen achterwege blijft of partijen met onvoldoende kennis op dit gebied hem uitvoeren. Helaas zijn er geen eisen voor onderhoudsfrequentie en gekwalificeerd personeel in wet- en regelgeving vastgelegd. Dit zou naar mijn mening wel moeten. Nu is er sprake van een grote discrepantie tussen wet- en regelgeving en de praktijk”, aldus Schouteten. De markt ontplooit initiatieven, al dan niet in combinatie met keurende instanties, om gebouweigenaren, overheidsinstanties en andere betrokkenen handvatten te geven voor een juiste keuze uit het scala van brandwerende voorzieningen. Schouteten licht er een uit die het bewustzijn in de

markt vergroot. “Er is een gratis boekje “De essentiële bouwkundige controlepunten”, product van een samenwerking van Brandveilig Bouwen Nederland (BBN) en Brandweer Nederland. Dit boek maakt op een eenvoudige en duidelijke manier een vertaalslag van wet- en regelgeving naar praktijk. Ik adviseer iedereen om het te lezen, als bijdrage aan een betere brandveiligheid in Nederland.”

Europese invloed De invloed vanuit Europa maakt het geheel nog complexer, want de productnorm voor brandwerende deuren (prEN-16034) gaat geharmoniseerde normen aansturen. Dat maakt de noodzaak van kennis over brandwerendheid in combinatie met wet- en regelgeving nog groter. “Ik kan mij voorstellen dat deze verandering voor een leek te ver gaat. Maar deze wijziging biedt deskundigen de kans om invloed uit te oefenen op beslissingen tijdens het bouwproces. Dit zou moeten leiden tot een betere, gefundeerde brandwerendheid in de praktijk.” Joyce van Riel is communicatiemedewerker bij Hoefnagels Branddeuren.

nummer 4

september 2014

15


Column

Johan Koudijs

Even deurdouwen? Nog dit jaar vindt naar verwachting publicatie plaats van de geharmoniseerde Europese norm voor brand- en rookwerende deuren (EN 16034). Uit de Europese CPR (Construction Product Regulation) volgt dan dat CE-markering voor brand- en rookwerende deuren verplicht wordt. Natuurlijk hoort daar een overgangstermijn bij: de website van de EU vermeldt voorlopig 30-9-2019 als ingangsdatum voor deze verplichte CE-markering. De introductie van de CE-markering maakt het voor de klant in ieder geval een stuk eenvoudiger. Hij hoeft zich geen zorgen te maken of de door hem gekochte deur wel aantoonbaar brandwerend is. De leverancier mag immers alleen maar producten leveren die getest zijn of binnen de uitbreiding van het toepassingsgebied vallen zoals die door een Notified Body is vastgesteld. Bovendien wordt ook de productie nog gecontroleerd. Meer zekerheid dus. Anderen zullen dit ervaren als minder vrijheid. Zelf iets moois bedenken en goedgekeurd krijgen door de brandweer is er niet meer bij (althans een stuk lastiger). Dat is misschien maar goed ook, want in deze categorie kwam je nog wel eens dubieuze constructies tegen. Tegenover minder vrijheid staat dus meer veiligheid. Johan Koudijs is directeur DGMR.

Voor de leveranciers levert dit uiteraard wel huiswerk op. Goed om daar op tijd aan te beginnen. Oude testrapporten – getest volgens de Nederlandse norm – zijn dan immers niet meer geldig. Ook moet worden vastgesteld wat het maximale toepassingsgebied is van het te leveren product. Naast testen kan dat op basis van zogenoemde Europese EXAP-normen (extended application). Nog een paar maanden en dan hebben we alles scherp, toch? Tijdschema en al. Hoewel… er is nog wel wat onduidelijkheid. Zo gaat de Europese norm over doorsets (tja, de normen worden niet in het Nederlands vertaald). Dat is de combinatie van deur en kozijn. Logisch, want alleen de goede combinatie van die twee levert een brandwerend resultaat. Onduidelijk is echter waar de fabrikanten van de deurbladen en kozijnen aan moeten voldoen. Is in dat geval de aannemer die de deur afhangt degene die het CE-keurmerk afgeeft? Dat lijkt niet de bedoeling van Europa. Toch vreemd, want daarmee gaan vreemde verschillen ontstaan. De industrie die gewend is het geheel te leveren – denk aan een profiel stalen pui of een brandwerend rolscherm – moet haar product van een CE-markering voorzien, terwijl een timmerman op de bouw nog steeds een brandwerende deur in een houten kozijn kan hangen zonder enige verplichte kwaliteitsbewaking. Vreemd toch? Als brandveiligheidsdeskundige weet ik wel wat mijn voorkeur heeft. Gewoon deurdouwen dat brandwerende deuren alleen nog als doorset worden toegestaan. Dat levert meer zekerheid over veiligheid.

16

nummer 4

september 2014


DE BRANDWERENDE VOLGLAZEN DUBBELE DEUR: CONTRAFLAM Naast de LUNAX CONTRAFLAM enkele deur zijn u ook de LUNAX CONTRAFLAM dubbele deuren verkrijgbaar. Deze volglazen deuren zijn verkrijgbaar in iedere brandwerende classificatie en bestaan uit een enkel strak glazen vlak, voorzien van onopvallende deurklemmen en een vloerplot waardoor de deur 180 graden naar binnen en buiten kan draaien. Dankzij de functionele, neutrale vormgeving laat de deur zich toepassen binnen elke architectuur, hetzij als onderdeel binnen eigentijdse projecten of bijvoorbeeld als een neutrale, onopvallende aanpassing binnen historische panden. Verkrijgbare beglazingen: ,JKL PQ XXX WFUSPUFDI OM t t JOGP CFOFMVY!TBJOU HPCBJO DPN


Preventie

Peter Passenier

Hoe bescherm je ouderen tegen brand?

(Niet) uitgeblust 65-plussers worden relatief vaak het slachtoffer van brand. Een probleem, want het aantal ouderen zal de komende decennia flink toenemen. Hoe kunnen we voorkomen dat het aantal brandslachtoffers mee stijgt?

O

p 15 april werd het nieuws gedomineerd door serviceflat Het Lichtpunt uit Rotterdam. Een relatief kleine brand veroorzaakte grote schade. Veel bewoners moesten de nacht doorbrengen bij familie. Zeventien van hen belandden in het ziekenhuis omdat zij te veel rook hadden binnengekregen. Het incident vormt een goede illustratie bij het betoog van René Hagen, lector van de Brandweeracademie. Al jaren maakt hij zich zorgen over het toenemend aantal oudere brandslachtoffers. In de eerste maanden van vorig jaar kwamen twee 65-plussers om in het vuur, dit jaar zijn dat er al acht. En nee, dat is volgens hem geen toevallige piek. “Als je kijkt naar de langere termijn, zie je hetzelfde probleem. De laatste tien jaar vallen er gemiddeld zo’n vijftig brandslachtoffers per jaar, onder wie zo’n vijftien ouderen. Als je bedenkt dat het totaal aantal ouderen in ons land niet hoger ligt dan 2,5 miljoen, kun je uitrekenen dat die groep zo’n 2,6 maal vaker het slachtoffer wordt. Bovendien, nu is 15% van de bevolking ouder dan 65, in 2030 is dat 24%. Het is logisch dat het probleem de komende jaren zal toenemen.”

18

nummer 4

Minder zelfredzaam Logisch, want ouderen vormen een verhoogd risico – voor zichzelf en hun omgeving. “Ze zijn vaak vergeetachtig en onhandiger”, zegt Hagen. “Ze denken niet meer aan die pan op het vuur, of hun pannenlappen vatten vlam. Bovendien weten die mensen in zo’n geval ook niet zo gauw wat ze moeten doen; ze zullen niet snel hun mobiel grijpen om de brandweer te bellen. Daar komt nog bij dat ze vaak niet in staat zijn om hun huis snel te verlaten, althans niet zonder hulp.”

kracht hebt en toch wilt weten of er in verschillende kamers niets misgaat? Dan laat je de deuren open, zodat je ieder verdacht geluid kunt horen. Maar diezelfde open deuren zorgen er voor dat een brand in een kamer snel overslaat. Vaak vallen de dodelijke slachtoffers juist in de andere kamers.”

Verzorgingstehuis en seniorenflat Toch is zo’n verzorgingstehuis veel veiliger dan bijvoorbeeld een seniorenflat, vindt Hans Broekhuizen van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. “Zo’n verzorgingste-

‘15 doden per jaar onder ouderen, verdient dat probleem wel prioriteit?’ Ook als die hulp wél aanwezig is, staat dat nog niet garant voor een goede afloop. Dat zie je volgens Hagen in verzorgingstehuizen. “Vaak mogen mensen daar nog zelfstandig koken; soms mogen ze zelfs echte kaarsjes aansteken. Daar komt bij dat er ‘s nachts maar weinig personeel aanwezig is. Wat doe je als je eigenlijk te weinig mens-

september 2014

huis moet voldoen aan allerlei wettelijke eisen, zoals een ontruimingsplan en een goed opgezette BHV-organisatie. Voor een serviceflat zoals Het Lichtpunt gold dat niet. Dat is gewoon een verzameling particuliere woningen – met bewoners van een hoge gemiddelde leeftijd en met een lage zelfredzaamheid.”


Preventie

Daarmee stuiten we volgens hem op een probleem: een verzorgingstehuis kom je veel minder snel in dan vroeger. “Zo´n tehuis kijkt naar een zogenoemde AWBZ-indicatie: bij 1 ben je volledig zelfredzaam, bij 9 kun je niets meer. Vroeger kon je je met indicatie 3 probleemloos inschrijven in een verzorgingstehuis, nu lukt dat pas bij indicatie 4. En dat terwijl je ook met 3 al ernstige beperkingen kunt hebben: lichte dementie of een gebrekkige mobiliteit. Die mensen moeten nu allemaal zelfstandig wonen; ze komen hoogstens in een serviceflat. Als je het aantal doden door brand naar beneden wilt krijgen, moet je daar wat aan doen. Maar ja … gezien de vergrijzing is dat erg duur.”

Sprinklerinstallatie op de cv Gelukkig bestaan er volgens hem ook goedkopere oplossingen. Want voor iedere serviceflat of woningbouwcorporatie presenteert Broekhuizen een interessant weetje. “Het blijkt uit onderzoek uit de Verenigde Staten: er is nog nooit iemand door brand om het leven gekomen in een ruimte met een sprinklerinstallatie. Dat biedt dus juist voor particuliere woningen mogelijkheden. Als je een verplichte sprinklerinstallatie moet aanbrengen, heb je immers te maken met allerlei certificeringseisen die de prijs enorm opdrijven. Leg je er vrijwillig een aan, dan hoef je je daar niet aan te houden. Ik las laatst zelfs over een installatie die je kunt aansluiten op je centrale verwarming. In plaats van de afsluitknop op de radiator, installeer je een sprinklerkop. Die werkt ook nog eens met een fijnere druppel, zodat je na het blussen nauwelijks last hebt van waterschade.” Soortgelijke mogelijkheden ziet Broekhuizen bij brandblussers. “Voor een gewone poederblusser heb je als bewoner een training nodig. Want zonder dat gaat het vaak mis: mensen houden het ding ondersteboven, kunnen het niet goed richten, of krij-

gen het niet eens aan de praat. Daarom zie ik veel in zogenoemde aerosolblussers. Die hoef je niet te bedienen, die blussen automatisch, want ze worden aangesproken door een branddetector. Nee, je hoeft niet bang te zijn dat het ding al aan het spuiten slaat bij de eerste de beste sigaret: hij zal eerst de temperatuur meten. Bovendien, in vergelijking met een poederblusser is de schade minder groot.” Ook Hagen ziet veel in technische oplossingen. Wat hem betreft moeten veel meer 65-plussers aan de smartphone. “Die kun je namelijk verbinden met een rookmelder. Slaat die alarm dan is de vervolgactie erg simpel: er komt één touchknop in beeld die de gebruiker moet indrukken. Bovendien kun je die brandmelding ook doorschakelen naar zoon, dochter, buurman of de beveiliging. Zelfs een dove bewoner is geen probleem: je kunt een rookmelder nu ook aansluiten op een zogenoemde trilmat. Die leg je gewoon onder je kussen.”

NATIONALE BRANDPREVENTIEWEKEN, OKTOBER 2014 Thema: Wat doe JIJ bij brand? Vluchten moet je oefenen! De campagne is gericht op brandveiligheidsbewustzijn en de noodzaak van veilig vluchten. De landelijke vluchtoefeningmaand vraagt aandacht voor de gevaren van brand en de noodzaak van een vluchtplan. Met de thuiswonende senior zal vluchten bij brand besproken worden en ook geoefend. Een brandsituatie oefenen maakt het mogelijk om samen met brandweer, buurman, familie, mantelen thuiszorg en alle andere betrokkenen aan den lijve te ervaren hoe het is om te moeten vluchten bij brand. Daarna volgt op 1 oktober, in de week van de Nationale Dag voor de Ouderen, de aftrap voor vluchtoefeningen in het hele land.

Investeren of niet? Terug naar de brand bij Het Lichtpunt. Want het incident leidt tot een beladen discussie: hoeveel wil je als organisatie in brandveiligheid investeren? Hagen kan zich wel iets bij die vraag voorstellen. “Vijftien doden onder ouderen per jaar, verdient dat probleem wel prioriteit? Het aantal valt in het niet bij de verkeersslachtoffers (zo’n 700 per jaar) en zeker bij de doden door medische missers of verkeerd medicijngebruik (zo’n 1500 per jaar). Ik heb gesproken met directeuren van diverse seniorenflats en verzorgingstehuizen en die kampten met een dilemma: “Onze cliënten wonen hier gemiddeld twee jaar; dan zijn ze overleden. Als ik nu ga investeren in brandveiligheid, kan ik die tijd verlengen tot twee jaar en één uur. Moet ik daar tienduizenden euro’s aan besteden?” Toch is het antwoord volgens Hagen ‘ja’.

“Als zo’n directeur jou belt om te vertellen dat je moeder is overleden aan een longontsteking, is dat natuurlijk heel treurig. Toch zul je het uiteindelijk accepteren. Maar wat nu als het niet kwam door een ziekte, maar door een binnenbrandje? Dan is dat niet te verkopen. Juist mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen, hebben recht op een veilige woonomgeving.” Peter Passenier is freelance journalist.

nummer 4

september 2014

19


Uit het brandlab

SBR/ISSO-publicatie ‘Brandveilige doorvoeringen’

Veel fouten bij installatie brandkleppen Van de SBR/ISSO-publicatie ‘Brandveilige doorvoeringen’ uit 2010 is een update verschenen. Carolien Boot-Dijkhuis, auteur van de bestaande en nieuwe publicatie, zoomt in op bepaalde aspecten van de update. Deze keer: het aansluiten, afdichten en isoleren van brandkleppen.

Ook is sprake van gemakzucht bij installateurs, zegt Boot-Dijkhuis. “Luchtkanalen hebben een standaard lengte. Als het luchtkanaal te lang is en iets door de brandwerende wand steekt, kiezen ze er niet voor om het kanaal in te korten. Nee, ze plaatsen de klep gewoon iets uit de wand, wat dat is makkelijker. Terwijl die klep bijvoorbeeld op inbouw is getest.”

Flexibele aansluiting

Figuur 1: Plaatsing van een klep op afstand, met een brandgaasdeken als isolatie van wand tot klep. Het type isolatie is te licht en bovendien onvoldoende ver doorgezet. Echter, doorzetting zou hier leiden tot ongewenste isolatie van het bedieningsmechanisme en het inspectieluik omdat de klep verkeerd om is geplaatst. Er bestaan verschillende soorten brandkleppen, met elk hun eigen wijze van montage. Het is mogelijk een brandklep in een brandscheiding te plaatsen, maar ook erop of op een afstand. In de praktijk gaat er veel mis bij het plaatsen van deze brandkleppen. Daarom besteedt de update van Brandveilige doorvoeringen – mede op verzoek van Luka (branchevereniging luchtkanalenfabrikanten) – hier extra aandacht aan.

Huidige bouwwijze De reden dat er zo veel misgaat bij de installatie van brandkleppen is niet alleen een kwestie van gebrek aan kennis, zegt Carolien Boot-Dijkhuis. “Soms kijkt de installateur niet goed naar het soort klep en hoe die geplaatst moet worden, namelijk

20

nummer 4

op de manier waarop hij getest is.” Wat hierbij meespeelt is volgens Boot-Dijkhuis de bouwvolgorde. “Die is vaak niet goed doordacht. Laatst bezocht ik een project waar men eerst de luchtkanalen en de kleppen plaatste. Daarna bouwde men de wand eromheen. Dat is goed. De opbouw van de bouwkundige wand, de grootte van de sparing, de afdichting van deze sparing en de plaatsing van de klep zijn dan goed op elkaar af te stemmen.” (Figuur 3) Meestal echter hobbelt de installateur achter het bouwkundige verhaal aan. Hij brengt de luchtkanalen en kleppen pas aan na plaatsing van de wand. De opbouw van de wand en de grootte van de sparing zijn daardoor vaak niet afgestemd op de doorvoeringen die er doorheen moeten.

september 2014

Bij plaatsing van de klep in de brandscheiding met een lichte wand als scheiding, of dichting van de sparing rondom de klep met een steenwolafdichtingsplaat, is het belangrijk dat de installateur gebruikmaakt van een flexibele aansluiting op het kanaal dat bij brand wegsmelt. Een flexibele aansluiting is ook nodig bij op de wand gemonteerde kleppen en bij op afstand van de wand geplaatste kleppen. Boot-Dijkhuis: “We zien het liefst dat de klep één geheel vormt met de wand. Door hitte kan die wand uitbuigen. Om de klep de vervorming van de wand te kunnen laten volgen, is starre bevestiging van het kanaal aan de wand af te raden. Uitzetting van het kanaal door hitte van brand is bij een flexibele aansluiting mogelijk zonder dat er krachten op de klep komen te staan die tot vervorming van die klep kunnen leiden.” (Figuur 2).

Afdichting Ook komen vaak fouten voor bij de afdichting van de sparing rondom de brandklep. “Vroeger gebruikte men daar standaardmortel voor. Toepassing daarvan is alleen mogelijk bij plaatsing van de luchtkanalen en kleppen vooraf. Dan kan men tegelijk met het metselen van de muur de mortel rondom de klep aanbrengen. Omdat de applicateurs die de brandwerende voorzieningen aanbrengen, de sparing vaak achteraf afdichten, werken ze het liefst met steenwol of PURschuim.” Verkeerde keuzes, zegt Boot-Dijkhuis. “Er bestaat wel brandwerende PUR, maar die is veelal alleen geschikt om aan te brengen tussen steenachtige wanden en vloeren. Men leest op de bus “Brandwerend voor naden en voegen”


Uit het brandlab

UIT HET BRANDLAB

Figuur 2: Flexibele aansluiting tussen klep en kanaal bij de montage van een klep op een lichte wand. en denkt dat het goed is. Maar de voorwaarden waaronder toepassing mogelijk is, staan niet op de bus vermeld. Of ze lezen het niet goed. Bij doorvoeringen kun je geen brandwerende PUR gebruiken. Metalen kanalen wordt zo heet dat de brandwerende PUR wegschroeit. Steenwol mag wel, maar dan is vaak iets aanvullends nodig, zoals de klep insmeren met coating die bij verhitting opschuimt.”

Op afstand De update van ‘Brandveilige doorvoeringen’ gaat uitgebreid in op op afstand van

Figuur 3: De juiste bouwvolgorde – eerst de luchtkanalen en kleppen, dan pas de wand – maakt een goede afstemming mogelijk tussen de opbouw van de wand, de sparingsgrootte en de afdichting van de sparing.

de brandscheiding te plaatsen brandkleppen. Sinds kort zijn er testrapporten beschikbaar voor deze brandkleppen. Plaatsing van kleppen op afstand luistert erg nauw. Zestig minuten is niet eenvoudig te halen. Dit maakt montage volgens de montagerichtlijnen (gebaseerd op testrapporten) van de leverancier noodzakelijk. Aandachtspunten hierbij zijn: t Aparte ondersteuning van de klep en het kanaal tussen klep en wand met bijvoorbeeld montagerails of U-profielen en draadeinden. t Flexibele aansluiting tussen klep en aansluitend kanaal. t Brandwerende isolatie van het gedeelte tussen wand en kleppenblad. Ook bij isolatie maken installateurs vaak verkeerde keuzes, zegt Boot-Dijkhuis. “De installateur pakt vaak een bepaald type isolatie dat getest is als brandwerende bekleding voor luchtkanalen (test volgens NEN-EN 1366-1) en bekleedt het gehele luchtkanaal aan beide zijden van de brandscheiding. Het toepassingsgebied van isolatie bij op afstand geplaatste kleppen (test volgens NEN-EN 1366-2) is anders, namelijk alleen van wand tot en met kleppenblad.” Een lichte, steenwollen brandgaasdeken bijvoorbeeld is dan niet voldoende. “De isolatie van wand tot en met kleppenblad moet van zichzelf even brandwerend zijn als de brandwerende wand of vloer zelf.

In elke uitgave van Brandveilig.com verzorgt Efectis enkele pagina’s. Met meer dan tweehonderd medewerkers is Efectis de grootste organisatie die is gericht op brandveiligheid in Europa. De Efectis groep heeft vestigingen in Nederland (Blijswijk), Frankrijk (Parijs, Metz, Lyon, Montpellier en Bordeaux), Spanje (Madrid) en Turkije (Istanbul) en beschikt naast deskundig personeel over een uniek en breed scala aan beproevingsfaciliteiten en moderne computersimulatiemiddelen. Verder onderhoudt Efectis actief relaties met de brandweer en toezichthouders en ook met kennisinstellingen, zoals universiteiten en onderzoeksinstanties. Hierdoor is Efectis in staat voor haar brede klantenkring altijd snel een pasklaar antwoord of oplossing te genereren. Meer informatie: www.efectis.nl

Daar is best een dik pakket isolatie voor nodig. Die lichte isolatie (Figuur 1) volstaat wel als het aan beide kanten van de wand wordt aangebracht.”

CORRECTIE In Brandveilig.com 3/2014 staat in deze rubriek verkeerde informatie over stofvanginstallaties in kippenstallen. In het artikel ‘Nieuwe systemen kippenstof getest’ staat dat wanneer olie in een isolatiemateriaal terechtkomt, waardoor het heel fijn wordt verdeeld, er een kans op zelfopwarming ontstaat met ontbranding als mogelijk gevolg. Dit is niet juist. Alleen bij isolatie met een open structuur, zoals een minerale wol, kan deze situatie ontstaan. Bij isolatie met een gesloten celstructuur kan dit probleem niet voorkomen. Deze informatie staat goed in het rapport, maar is in het artikel helaas weggevallen. Onze excuses voor deze fout.

nummer 4

september 2014

21


Uit het brandlab

Materiaalgedrag bij brand

Winst door slim kijken naar test én toepassing Als het om brandveiligheid gaat, is er terecht veel aandacht voor het voorkomen, alarmeren, bestrijden en beperken van de gevolgen van een brand. Maar het kan altijd beter, zegt Efectis Nederland.

Vergunningen en wet- & regelgeving richten zich op het voorkomen en beperken van de gevolgen van brand. Naar voorschriften uit bijvoorbeeld het Bouwbesluit wordt gelukkig veel gekeken. Voor de verschillende manieren om een brand tegen te houden bestaat een warme belangstelling. Denk aan compartimentering, brandscheidingen, constructiegedrag: brandwerendheid (volgens EN 13501-2, vermeld in eigenschap/criterium en grenswaarde/tijd).

Classificatie De brandklasse volgens EN 13501-deel 1 geeft aan hoeveel een materiaal bijdraagt aan een beginnende brand. De classificatie vermeldt de brandklasse met hoofdletters B, C, D op grond van resultaten van beproeving van het brandgedrag en de rookklasse

(s1, s2, s3), eveneens aan de hand van testresultaten. De manier waarop een product is getest, bepaalt de brandklasse in de praktijk. Hoe het materiaal binnen de aangegeven klasse kan of mag worden toegepast, is te lezen in het toepassingsgebied in het classificatierapport. Producten met certificering, bijvoorbeeld CE-markering en private documenten die een bepaalde kwaliteit garanderen, voldoen niet zonder meer aan de normen. Ze moeten wel op de juiste wijze worden toegepast. Het gebruik en het toezicht hierop mogen niet voorbijgaan aan de eventuele in de classificatie vermelde beperkingen naar aanleiding van de testwijze. Hier is volgens Efectis winst te behalen, in de vorm van kostenbesparing en op het gebied van de brandveiligheid.

Concreet Niet zelden komt het in de testpraktijk van het brandlaboratorium van Efectis in Bleiswijk ter sprake dat een aan een product toegekende brandklasse niet aansluit op de beoogde toepassing. Het concreet benoemen van de benodigde brandklasse voor gebruik van een materiaal of product op een bepaalde plaats, gebeurt nog wel eens laat of niet. De toepassing in de praktijk dreigt soms te verschillen van de omschrijving in de classificatie. Als een dergelijk verschil op het laatste moment wordt onderkend, lopen de kosten voor herstelwerk en aanpassingen snel op. Het vooraf toetsen door middel van een brandtest kost maar een fractie van de aanpassingen in een later stadium.

Bestek Bij een aanbesteding is het daarom belangrijk om op tijd te kijken naar het toepassingsgebied voor de aangegeven brandklasse, zegt Efectis Nederland. In een bestek kunnen brandklasse-eisen staan. Worden de aangeboden oplossingen/producten wel op de juiste manier bekeken en met elkaar vergeleken, als het gaat om de brandklasse en de toepassingsmogelijkheden? Slim kijken naar brandklasse, test en toepassing levert ook hier winst op. Efectis Nederland start later dit jaar een cursus om architecten, brandweer, inspecteurs, toezichthouders en beoordelaars, en ook fabrikanten, producenten en adviseurs, op dit gebied van extra kennis te voorzien. In een halve dag geven specialisten van Efectis inzicht in de materie rond eisen en toepassing van materiaalgedrag bij brand.

22

nummer 4

september 2014


oplossingen in aluminium

76 minuten! >125% Vlamdichtresultaat!

Bewezen: brandwerend, Alprokon deurnaalden en profielen

P O T

#Brandwerende deurnaalden met expanderende materialen速 (Tecnofire速/Soft-Puff速)

Een paar voordelen van de deurnaald:

Bediening grendels - passieve deur (dubbele deuren met sponning)

Alprokon Aluminium Development B.V. Bremen 1, 2993 LJ Barendrecht Postbus 1160, 2990 CA Barendrecht www.alprokon.com t (0180) 64 39 50 f (0180) 64 39 65 e info@alprokon.com

www.alprokon.com


Casuïstiek

Tekst: Rob Jastrzebski / Foto’s: Wil van Balen Fotografie

Rekenmodel voor beheersbaarheid van brand onder vuur

Praktijkgericht rekenen De brandveiligheidswereld kent vreemde paradoxen. Zo kan een gebouw dat voldoet aan de bouwregelgeving toch tot de grond toe afbranden. En is het voor de brandweer soms effectiever om een gebouwbrand aan te wakkeren dan hem te blussen.

D

e Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) en het Instituut Fysieke Veiligheid deden onderzoek naar een opmerkelijke brandcasus in Brielle in juni 2013. Het rapport verscheen in februari dit jaar. Teamleider Brandonderzoek Remco van Werkhoven van de VRR concludeert uit het onderzoek dat het rekenmodel achter het principe ‘beheersbaarheid van brand’ onvoldoende aansluit bij de praktijk. Daarnaast vindt hij dat gebouweigenaren en vergunningverleners zich veel bewuster moeten zijn van de effecten van keuzes die zij maken inzake het brandveiligheidsniveau.

Brielse brandcasus De Brielse brandcasus betrof een brand in een meubeltoonzaal op 11 juni vorig jaar. Een gebouw met staalconstructie en stalen gevelbekleding, twee bouwlagen en een oppervlakte van ruim 3.600 vierkante meter. Het bedrijf was één groot brandcomparti-

ment. Dat mag volgens het Bouwbesluit, mits het gebouw voldoet aan de minimale eisen van snelle en veilige ontvluchting en het voorkomen van brandoverslag naar belendende gebouwen. Maatregelenpakket 1 voor beheersbaarheid van brand was van toepassing. Dat komt erop neer dat aan de voorkant geen bouw-

nummer 4

Bouwkundige complicatie “Wat ons parten speelde was dat het brandgedrag anders was dan we verwacht-

In de praktijk ontbreken marges en zijn de cijfers zelden optimaal kundige of installatietechnische investering is gedaan om een beginnende brand te beperken en het gebouw te behouden. Een situatie die de brandweer al snel voor een voldongen feit stelt; in veel gevallen is er geen andere optie meer dan belendingen af te schermen en het gebouw gecontroleerd te laten uitbranden. Dat was ook het plan

Beginstadium van de brand

24

bij de brand in het Brielse meubelbedrijf, toen bleek dat een veilige binneninzet voor de brandweer onmogelijk was. Maar de praktijk bleek weerbarstig.

september 2014

ten op basis van het rekenmodel voor beheersbaarheid van brand”, vertelt brandonderzoeker Remco van Werkhoven. Dat gaat uit van de oppervlakte van het brandcompartiment, in combinatie met de vaste en variabele vuurlast van aanwezige bouwmaterialen en inventaris. Je kan dan globaal uitrekenen hoelang het duurt voordat een


Casuïstiek

Het forceren van een doorbraak levert veiligheidsrisico’s op voor de brandweer. gebouw is uitgebrand en de situatie is gestabiliseerd. In dit geval kwamen die verwachtingen niet uit als gevolg van de bouwkundige constructie. Er waren weinig gevelopeningen en de wanden en het dak waren zwaar geïsoleerd met onbrandbare isolatie van glaswol. Gewoonlijk zien wij graag toepassing van glaswolisolatie omdat het de brandvoortplanting remt, maar in dit geval hadden we er juist last van bij onze tactiek. We moesten wachten tot het vuur door het dak zou komen, zodat de hitte goed kon worden afgevoerd. Maar er stond als het ware een onbrandbare schil rond het gebouw die de brandontwikkeling remde door gebrek aan zuurstof. Een urenlange patstelling was het gevolg: de brandweer kon er niet in en de brand kon er niet uit. Uiteindelijk hebben we de brandont-

wikkeling geforceerd door ramen in te slaan en delen van de gevels open te breken. Een risicovolle aangelegenheid, want in die fase was er groot gevaar voor rookgasexplosies door de toevoer van zuurstof.”

Omgevingseffecten Van Werkhoven vat de situatie samen als ongewenst, onbevredigend en risicovol. Zo veroorzaakte de brand urenlang grote maatschappelijke overlast als gevolg van hevige rookontwikkeling. De Rotterdamse brandonderzoeker stelt vast dat die omgevingseffecten geen rol spelen in de gebruikte modellen die ten grondslag liggen aan vuurlastberekeningen en hij pleit ervoor om ook die effecten onderdeel te maken van de rekenmethodiek. “Het rekenmodel ‘beheersbaarheid van brand’ staat onder

druk, want het kent meer beperkingen. Brandveiligheidsadviseurs die het model gebruiken als input voor het bouwvergunningtraject hanteren vaak optimale cijfers, zodat zij opdrachtgevers en vergunningverlener een gunstig plaatje kunnen laten zien. Een situatie waarbij de vuurlast nét onder een bepaald niveau blijft, voorkomt kostbare investeringen in brandveiligheidsvoorzieningen. Maar in de praktijk ontbreken marges en zijn de cijfers zelden optimaal. Daarbij is een vuurlastberekening een momentopname tijdens het bouwproces. In de gebruiksfase controleert vervolgens niemand meer hoe groot de vuurlast in een gebouw werkelijk is. Zeker niet nu de gebruiksvergunning als controle-instrument voor veel gebouwtypen is weggevallen. De praktijk bij branden wijst uit dat de vuurlast vaak veel groter moet zijn geweest dan de cijfers waarop de bouwvergunningsaanvraag is beoordeeld. De rekenmodellen zouden dan ook meer moeten worden toegeschreven op de realiteit.”

Keuzes en consequenties Van Werkhoven ziet de brand in Brielle als een leerzame casus voor de repressieve brandweerpraktijk, maar ook voor brandveiligheidsadviseurs, gebouweigenaren en het bevoegd gezag. “Het brandgedrag en brandverloop maken voor alle schakels en partners in de brandveiligheidsketen inzichtelijk wat de gevolgen kunnen zijn van de keuzes bij het vaststellen van het brandveiligheidsniveau. Keuzes die vaak te eenzijdig samenhangen met wettelijke minimumvereisten en ideale vuurlastberekeningen die niet stroken met de realiteit. Het resultaat is dat ondernemers grote gebou-

Grote brandcompartimenten met een laag brandveiligheidsniveau: een ‘afbrandscenario’.

nummer 4

september 2014

25


Casuïstiek

De gebouwconstructie hinderde de tactiek van de brandweer. wen kunnen realiseren met brandcompartimenten die de 1.000 vierkante meter ver overstijgen, zonder preventieve voorzieningen die bijdragen aan het behoud van dat gebouw. Gebouweigenaren nemen daar kennelijk genoegen mee en het bevoegd gezag staat het toe, omdat het strikt genomen wettelijk mag. Wij willen vanuit onze adviesrol de ketenpartners in brandveilig-

heid bewuster maken van de consequenties van hun keuzes. En van de dilemma’s waarvoor we kunnen komen te staan bij een brand in een groot brandcompartiment met een laag brandveiligheidsniveau. Nog te vaak merken we dat gebouweigenaren er vanuit gaan dat de brandweer dan snel en met alle mogelijke middelen hun gebouw komt redden. Maar zo werkt het niet:

Eisen die aan deuren gesteld worden, worden steeds hoger. De vraag naar 90 minuten brandwerende deuren is in de laatste jaren dan ook sterk toegenomen. Veelal worden er naast de brandwerendheid ook andere eisen aan de deuren gesteld, zoals een hoge eis ten aanzien van geluidwerendheid. Ook is er vaker sprake van grotere afmetingen of een glasopening. REINÆRDT Deuren heeft een uitgebreid programma van 67 mm, 90 minuten brandwerende deuren die aan de genoemde combinaties kunnen voldoen. Zowel uitgevoerd als enkele deur of als deurstel. Er zijn echter ook situaties waarbij alleen sprake is van een eis ten aanzien van de brandwerendheid. Hiervoor heeft REINÆRDT nu 90 minuten brandwerende deuren getest in een houten kozijn in een dikte van slechts 50 mm, een voordeligere oplossing. De enkele deur is getest in een pui van hout met glas met een afmeting van 3500x3768mm. De enkele deur heeft een maximale afmeting van 2315x1420 of 2662x1235mm (max. oppervlak 3,43m2). De dubbele deuren zijn leverbaar voor een sparing van 2385 mm hoog en 2595 mm breed. Bij de geteste uitvoeringen van deze deuren is opnieuw gekozen voor een raamwerk van bamboe dat, net als onze deuren, volgens ISO 14001 geproduceerd wordt.

branduitbreiding en verlies van een gebouw voorkomen, mogen nooit afhankelijk zijn van de paraatheid en slagkracht van de brandweer. Het is zaak om dat in de ontwerpfase bouwkundig, installatietechnisch en organisatorisch in het gebouwconcept te verankeren.” Rob Jastrzebski is freelance journalist.

De deuren worden altijd als element geleverd, wat betekent dat deuren, kozijnen en hang- en sluitwerk als combinatie geleverd worden. REINÆRDT voert bij voorkeur ook de montage uit. Hierdoor ontstaat een combinatie waarbij de brandwerendheid (lees veiligheid) op correcte wijze gewaarborgd kan worden. Verder is gekozen voor kwalitatief hoogwaardig hang- en sluitwerk wat ook na verloop van tijd een goede werking garandeert. Net als alle eerder door REINÆRDT Deuren ontwikkelde brandwerende deur- kozijn combinaties kunnen ook de nieuwe 90 minuten deuren als nastel element geplaatst worden. Een sparing voor de klant en het vullen van de opening door REINÆRDT Deuren. Ideaal met het oog op het aanstaande CE keurmerk, waarbij het voorschrift is dat deuren en kozijnen onder verantwoordelijkheid van 1 partij gemonteerd moeten gaan worden.

Deuren bv Nijverheidsstraat 1 7482 GZ Haaksbergen Tel: +31 53 57 357 35 Fax: +31 53 57 357 00

www.reinaerdt.nl info@reinaerdt.nl

26

nummer 4

september 2014


Productnieuws

Brandwerende deur-kozijncombinaties Theuma biedt een ruim assortiment 30 en 60 minuten brandwerende deur-kozijncombinaties, conform NEN 6069 en NEN-EN 1634-1. De brandwerende deuren zijn leverbaar in de deurdiktes 40 mm, 50 mm en 54 mm en vormen een perfecte combinatie met onze bijpassende houten en stalen binnendeurkozijnen.

AGC komt met nieuwe formule voor brandwerende tussenlaag AGC heeft een product ontwikkeld dat perfect aansluit bij de meest voorkomende marktvraag in brandwerend glas. Dun, 30 minuten tweezijdig brandwerend (klasse EW30 en EI15) volledig vlak en zeer helder glas, waardoor het zicht niet wordt verstoord.Dit maakt het een ideaal product voor scheidingen tussen vluchtroutes en subbrandcompartimenten. Ten opzichte van onze andere soorten brandwerend glas is een ander type glas toegepast en er is een nieuwe formule voor de brandwerende tussenlaag ontwikkeld. Meer informatie vindt u op www.yourpyrobel.nl of bel met de Technische Advies Service van AGC, tel. 0344–679719.

Gewaarborgde brandwerendheid: t deuren en kozijnen op elkaar afgestemd t compleet met gemonteerd glas t leverbaar met bijbehorend hang- en sluitwerk t montage conform attest t ook in combinatie met geluid- en inbraakwerendheid t juiste productomschrijving via online bestekservice t met KOMO-keurmerk en GND-garantie Met onze brandwerendheidsmatrix kunt u nu eenvoudig bepalen welke brandwerende binnendeuren u in een bepaalde situatie kunt toepassen. Kijk voor meer informatie op www.theuma.nl/matrix of bel ons op tel. 088-0027500.

Makkelijke overgang met XS4 Mini De XS4 Mini is een gloednieuw product in toegangscontrole. Het nieuwe concept staat voor design en combineert dit met de hoogwaardige techniek van SALTO Systems. De XS4 Mini is vanaf oktober leverbaar. De XS4 Mini is klein van formaat en gemaakt voor binnendeuren. De installatie is snel en eenvoudig met behoud van de brandwerendheid van de deur. Daarom is XS4 Mini een makkelijke overgang van een mechanisch sluitsysteem naar een modern elektronisch toegangscontrolesysteem. Een groot voordeel is dat u elektronisch precies aan kunt geven wie toegang heeft tot welke deuren in het gebouw en dat u kunt controleren wie in welke ruimte is geweest. Bovendien is het nu controleerbaar wie uw ‘sleutels’ heeft. Sleutelkaarten of tags kunnen via de software geblokkeerd worden. Voor de XS4 Mini en de moderne productlijn die later volgt, is de techniek van Salto sterk verbeterd. Een belangrijke vernieuwing is de ingebouwde microprocessor die razendsnel reageert wanneer u het slot om toegang vraagt.Het product is zonder bekabeling en kan via online verbinding direct met het systeem communiceren. De XS4 Mini reageert op allerlei toegangsmedia, RFID-technologieën en vooruitstrevende technologieën zoals NFC. De XS4 Mini kan ook met andere systemen integreren. Meer info: xs4mini.saltosystems.com

TRAINING

Werkdruk de baas ,Q ppQ GDJ DOOH SUDNWLVFKH KDQGYDWWHQ RP ZHUNGUXN GH EDDV WH ZRUGHQ Ɣ 6WUHVV KHUNHQQHQ pQ HUNHQQHQ

Ɣ :HJ PHW WHFKQRVWUHVV

Ɣ 2PJDDQ PHW YHUDQGHULQJHQ HQ

Ɣ 9DQ ZHUNGUXN QDDU ZHUNSOH]LHU

HHQ HQHUJLHYUHWHQGH RPJHYLQJ Ɣ )RFXV KRXGHQ HQ JUHQ]HQ VWHOOHQ

LOCATIE: Landgoed Zonheuvel, Doorn PRIJS: € 495,- (bij meer deelnemers € 445,-)

-H ]XOW PLQGHU VWUHVV HQ PHHU SOH]LHU HUYDUHQ

:HUNGUXN GH EDDV LV HHQ WUDLQLQJ YDQ

.LMN YRRU KHW YROOHGLJH SURJUDPPD HQ LQVFKULMYHQ RS ZZZ RYHUZHUNGUXN QO ZHUNGUXNGHEDDV

nummer 4

september 2014

27


Certificering

Martijn Louws

Eerste CCV-certificaten uitgereikt

Klaar voor de toekomst Een primeur voor Aqua+. De sprinklerinstallateur uit Goor heeft als eerste bedrijf de CCV (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid)-certificatieschema’s voor Levering en Onderhoud aan sprinklerinstallaties bemachtigd. “Het past bij de standaard die wij naleven.”

H

et heeft wat voeten in aarde gehad, de introductie van de CCV-schema’s die de bestaande LPS 1233-certificeringsschema’s vervangen. “Er zijn natuurlijk verschillende belangen, iedereen wil er graag zijn zegje over doen; vandaar”, verklaart Huib Timmerman van de Certificatie Instelling voor Beveiliging en Veiligheid (CIBV). Dit bedrijf is de eerste certifica-

tie-instelling die sprinklerinstallateurs onder accreditatie mag certificeren voor de CCV-certificatieschema’s voor levering aan en onderhoud van VBB-systemen (vastopgestelde brandbeheersings- en brandblussystemen). “In de certifceringsschema’s worden nieuwe eisen gesteld aan de te leveren sprinklerinstallatie of aan de dienst onderhoud aan sprinklerinstallaties”, legt

Timmerman uit. Ook zijn er diverse voorwaarden vastgelegd waaraan een VBB-leverancier en een VBB-onderhoudsbedrijf moeten voldoen. Timmerman: “Indien aan alle eisen is voldaan, kan bij oplevering, of na het uitgevoerde onderhoud, een CCVcertificaat worden afgegeven. Met dit certificaat toont de gebruiker aan dat de levering, respectievelijk het onderhoud, voldoet

Directeur Michel Walhof van Aqua+ (rechts) ontvangt uit handen van Huib Timmerman van CIBV de CCV-certificaten. “De certificaten zijn voor ons een bevestiging van het kwaliteitsniveau dat wij aan onze relaties bieden bij de levering en het onderhoud van sprinklerinstallaties”, aldus Walhof.

28

nummer 4

september 2014


Certificering

aan de eisen. Bovendien toont een opdrachtgever met het certificaat volgens het schema onderhoud VBB-systemen aan dat hij aan zijn zorgplicht uit het Bouwbesluit voor onderhoud heeft voldaan.”

Meetellen Aqua+ is als eerste sprinklerinstallateur in Nederland gecertificeerd voor de CCV-certificatieschema’s voor zowel levering als onderhoud aan sprinklerinstallaties. “Het past bij de standaard die wij naleven”, zegt Rob Lindenberg van Aqua+. De certificaten van levering en onderhoud hebben voor Aqua+ – maar ook voor de opdrachtgevers waarvoor het bedrijf uit Goor werkt – veel voordelen, onder meer in het kader van de inspectie van de brandbeveiliging. “Een inspectie-instelling laat certificaten die onder geaccrediteerde productcertificatie zijn afgegeven ‘meetellen’ bij inspectie. Met andere woorden: is er een dergelijk certificaat voor het VBB-systeem, dan stemt de inspecteur zijn inspectie daar op af. Zonder certificaat belandt de opdrachtgever in een ander inspectieregime, waarbij uitgebreidere controles door een inspectie-instelling verplicht zijn. Behalve extra tijd brengt dit ook hogere kosten met zich mee”, weet Lindenberg. Timmerman wijst daarbij in het algemeen op het belang van certificering van sprinklerinstallaties. “Brandblussystemen zijn er voor de veiligheid van personen en goederen. Daarom moeten ze bedrijfszeker en betrouwbaar zijn. Een gebruiker wil immers dat zijn systeem op het cruciale moment daadwerkelijk functioneert. De kwaliteit van het brandblussysteem is met deze certificaten aan te tonen.” Levering en onderhoud van een brandblussysteem is werk voor specialisten met vakbekwaamheid en goede werkprocedures, zo weet ook Lindenberg. “Ons werk en een goed beheer door de gebruiker bepalen de kwaliteit van het brandblussysteem, en daarmee het vertrouwen dat brandweer en verzekeraar kunnen hebben in deze essentiële brandbeveiligingsvoorziening.” Timmerman vult aan: “Bedrijven die volgens de nieuwe certificatieschema’s VBB-systemen zijn gecertificeerd, zijn goed op de hoogte van de normen en voorschriften. Zij adviseren op basis van hun kennis en ervaring, en installeren brandblussystemen volgens de vooraf vastgestelde uitgangspunten. Hierin zijn overigens ook de eisen van brandweer en verzekeraar opgenomen.”

Hoewel de standaard van Aqua+ al hoog ligt, heeft de sprinklerinstallateur her en der in de organisatie de puntjes op de i moeten zetten om in aanmerking te komen voor de nieuwe CCV-certificering. Lindenberg: “Hierbij ging het bijvoorbeeld om onze interne bedrijfsvoering. Onze manier van rapporteren moest uniformer. Ook zijn onze meetmiddelen opnieuw gekalibreerd en hebben we zwaardere meetapparatuur moeten aanschaffen.” De certificering betekent ook dat Aqua+ continu met de tijd

De verschillen tussen de bedrijven bij onderhoud worden volgens Timmerman kleiner. “Tot voor enkele jaren terug gaf de ene installateur na het onderhoud alleen een servicebon af, terwijl anderen een precieze beschrijving gaven van wat er allemaal was gedaan aan de installatie. Met deze nieuwe certificeringsschema’s komt ook hierin meer eenheid. Alleen een servicebon is niet meer voldoende.” Aqua+ heeft als eerste het CCV-certificatieschema’s voor Levering en Onderhoud aan

‘De kwaliteit van het brandblussysteem is met deze certificaten aan te tonen’ mee zal moeten gaan. Timmerman: “Deze nieuwe certificeringsschema’s worden door de markt gedragen, vandaar ook dat de totstandkoming veel voeten in de aarde heeft gehad. Gelukkig zijn we na vijf jaar eindelijk gekomen tot één standaard, maar deze zal in de komende periode inhoudelijk wel steeds verder worden verfijnd, verbeterd met nieuwe inzichten.” Lindenberg heeft ook al wel wat zaken die hij graag anders zou zien. “De werkbaarheid is niet optimaal.” Hij maakt hierbij het vergelijk met bestaande productcertificeringen. “Op producten kun je prima één standaardcertificering loslaten, maar bij sprinklerinstallaties is dat lastig. Waarom? Simpel: sprinklerinstallaties zijn individuele producten, met vaak interpretaties of afwijkingen van de normen op locatie. Dat laat zich moeilijk vastleggen voor de massa op basis van normconformiteit. Het zou in mijn ogen dan ook goed zijn om binnen de nieuwe CCV-certificering te kijken naar afwijkingsmogelijkheden.”

Voorwaarts De nieuwe certificeringsschema’s zijn niet alleen voor Aqua+ en het CIBV een stap voorwaarts, ook voor de branche als geheel hebben ze een belangrijke betekenis. Timmerman: “Nederland staat, in vergelijking met andere Europese landen, al hoog aangeschreven om de kwaliteitsborging van sprinklerinstallaties en deze nieuwe certificeringsschema’s zijn weer een volgende stap om de kwaliteit van de producten, maar ook het onderhoud, te optimaliseren.”

sprinklerinstallaties bemachtigd. Timmerman verwacht dat er snel meerdere bedrijven volgen. “De nieuwe CCV-schema’s vervangen op korte termijn in zijn geheel het huidige LPS 1233-certificeringsschema. Iedere bij ons aangesloten installateur moet voldoen aan de nieuwe normen.” Maar ook installateurs die door Kiwa of het Duitse Vds worden gecertificeerd, moeten straks voldoen aan de nieuwe normen. “Het wordt de nieuwe standaard. Wij lopen voorop en zijn daarmee nu al klaar voor de toekomst”, sluit Timmerman af. Martijn Louws werkt bij Ymar Producties.

CIBV Certificatie Instelling voor Beveiliging en Veiligheid (CIBV), voorheen bekend als LPCB Nederland, is een certificatie-instelling voor beveiliging en veiligheid. Het voert sinds 2000 de certificatie van sprinklerinstallaties in Nederland uit. In 2007 zijn de activiteiten uitgebreid met de certificatie van aanleg en onderhoud van andere beveiligingsinstallaties en -voorzieningen. Bovendien heeft CIBV een Regeling voor certificering van Opstellers van Uitgangspuntendocumenten (UPD’s en IPB’s) en is CIBV een exameninstelling op het gebied van brand- en inbraakbeveiliging.

nummer 4

september 2014

29


Campagne

Jos Bus

OMS Challenge: warme samenwerking brandweer en bedrijven

(Waarde)loos alarm Als de brandweer met loeiende sirenes uitrukt naar bedrijven en zorginstellingen, blijkt dat in 95 procent van de gevallen voor niks. Door loos alarm gaan er jaarlijks vele euro’s in rook op. De Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant heeft een gedrags- en cultuurverandercampagne omarmd die het aantal loze meldingen effectief terugdringt: OMS Challenge.

I

n Nederland zijn duizenden bedrijven en zorginstellingen volgens de eisen van het Bouwbesluit aangesloten op het zogeheten openbaar meldsysteem (OMS). Het OMS geeft brandmeldingen automatisch door aan de Gemeenschappelijke Meldcentrale van de betreffende Veiligheidsregio. Die zorgt ervoor dat de plaatselijke brandweer wordt gealarmeerd en uitrukt. Die uitruk blijkt heel erg vaak onnodig. Geen brand, maar een melder die afging door een technisch mankement, vervuiling of – in het overgrote deel van de gevallen – vermijdbare rookvormende handelingen als koken of bakken in de buurt van een brandmelder, stoomvorming door douche of waterkoker of verkeerde bediening van de brandmeldinstallatie. Een voltallige brandweerploeg kan dan weer onverrichter zake naar de kazerne of – in het geval van de vrijwillige brandweer – het onderbroken werk weer oppakken. Al jaren voert de brandweerwereld een kruistocht tegen onnodige meldingen. Die veroorzaken namelijk hoge maatschappelijke en bedrijfsmatige kosten en ondermijnen de paraatheid en alertheid van brandweer- en BHV-organisaties. Alle inspanningen om het tij te keren hadden tot nog toe maar weinig effect. Daarom gooit de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant het nu over een andere boeg.

OMS Challenge De Veiligheidsregio schreef in 2013 een prijsvraag uit voor een (hopelijk) effectieve aanpak van loze brandmeldingen. Het win-

30

nummer 4

nende concept: de OMS Challenge, ontwikkeld door zelfstandig veiligheidsadviseur en oud-brandweerman Sander Hesseling, in samenwerking met communicatiebureau Arboriginals, app-ontwikkelaar Add App en TNO. De insteek van de OMS Challenge is om bedrijven en instellingen op een prikkelende, speelse en laagdrempelige manier te bereiken, te laten leren en zo stapsgewijs gedrag en cultuur te veranderen. Met correct technisch onderhoud en schone, goed werkende brandmelders is al een hoop gewonnen. Maar de grootste winst ligt bij bewustwording en gedragsverandering, is de basisgedachte achter de Challenge. Uit meldingsanalyses blijkt menselijk handelen veelal de oorzaak van een loos brandalarm. Zoals

ting door de brandweer, praktijkverhalen van bedrijven, een pakkende filmreportage van een melding en het aanbieden van een continuous learning app. Deze app stuurt de Alarmbassadeurs regelmatig gerichte vragen over brandveiligheid, de BHV-organisatie en maatregelen ter voorkoming van ongewenst alarm. Dit stimuleert de deelnemende bedrijven om frequent met het thema bezig te zijn en de bronnen van loze meldingen aan te pakken. Het projectteam geeft deelnemers continu feedback, de brandweer kijkt op de achtergrond mee en krijgt zo helder inzicht in oorzaken én handvatten voor interventie. De Alarmbassadeur die met zijn team de beste jaarscore haalt, wint een OMS Bedrijfsexperience bij de brandweer.

De grootste winst ligt bij bewustwording en gedragsverandering brandmelders op de verkeerde plek: in de douche of boven een fornuis, waterkoker, tosti-apparaat of vaatwasser. Onnozel misschien, maar wel realiteit. Hoe werkt de OMS Challenge? In december 2013 kregen alle OMS-aangesloten bedrijven en instellingen in Midden- en WestBrabant een uitnodiging voor een informatieve theatershow in de Stadsshouwburg Tilburg. De show was een mix van een hartenkreet door de burgemeester, voorlich-

september 2014

Vier maanden na de start van de Challenge zijn 725 Alarmbassadeurs uit 171 Brabantse bedrijven en zorginstellingen actief aangesloten op de app. De eerste TNO-analyses wijzen op een forse daling van het aantal onnodige brandmeldingen in deze periode in de top 25 van veelplegers. Of dat komt door de theatersessies (met ruim 700 bezoekers), de inzet van de app of de forse media-aandacht kan TNO (nog) niet met zekerheid zeggen. In elk geval lijkt de campagne een grote impact te hebben.


Foto: Gemeente Tilburg, Ton van Rooij

Campagne

Diemer Kransen, commandant Brandweer Midden- en West-Brabant, in dialoog met Alarmbassadeurs.

Brandweerblik Wat zijn de eerste campagne-ervaringen vanuit de optiek van de brandweer? Diemer Kransen, regionaal commandant Brandweer Midden- en West-Brabant, is bijzonder blij met de OMS Challenge: “Het belangrijkste element van deze campagne is dat er een dialoog ontstaat tussen ons als brandweerorganisatie en de bedrijven en instellingen met een openbaar brandmeldsysteem. Dat begon tijdens de theatershow en ging verder via de learning app en daarna met bedrijfsbezoeken. Die dialoog is van wezenlijk belang: samenwerking en vertrouwen vormen de ingang tot reductie van risico’s en daarmee verhoging van de veiligheid. Managers en medewerkers in bedrijven zijn natuurlijk in eerste instantie bezig met hun primaire proces. Zij staan niet elk moment van de dag stil bij het reduceren van brandrisico’s. Wij als brandweer zijn juist altijd bezig met risicoreductie en staan daardoor weer onvoldoende stil bij de afstemming van onze voorschriften en adviezen op de doelgroep. De OMS Challenge is een nieuwe benadering waar we over en weer veel van leren.”

Want ook de brandweerorganisatie moet anders leren denken en handelen, weet Kransen. “Ik constateer dat de maatschappij bureaucratischer en repressiever is geworden. Op iedere ramp volgt aanscherping van wet- en regelgeving en het vergunningensysteem. Bedrijven en instellingen zien door de bomen van regels en voorschriften het bos niet meer. Dat motiveert niet tot pro-actief handelen en het verhardt de relatie tussen de brandweer en bedrijven.” Om die tendens te keren wil de brandweerorganisatie een andere positie gaan innemen. “We willen voor bedrijven een partner in veiligheid zijn. Door hun te ondersteunen bij hun cultuuromslag en te helpen om veiligheidsbewustzijn en risicoreductie tot onderdeel te maken van hun primaire proces. Dat bespaart hun uiteindelijk veel gedoe en kosten.” Zo’n aanpak is ook voor de brandweer een grote uitdaging, realiseert Kransen zich: “Wij moeten ons meer gaan verdiepen in en leren van de organisaties waar we mee samenwerken. Geen eenrichtingsverkeer; partnerschap vraagt om gelijkwaardigheid en een open dialoog. Het is

een aanpak op basis van wederzijds vertrouwen. Dat lukt niet van de ene dag op de andere. Het vraagt om een flinke cultuuromslag. De brandweer is altijd een gesloten organisatie geweest die er niet aan gewend is dat de buitenwereld meekijkt. De OMS Challenge is dus ook voor ons met recht een challenge te noemen.”

Geld verbranden Als commandant van de brandweer geeft Kransen richting aan de bedrijfsvisie en waakt hij over de budgetten. Ook daarin ziet hij lichtpuntjes door de andere manier van werken: “In 2013 rukten we in onze regio circa 13000 keer uit, waarvan 6000 keer op basis van een automatische melding via het OMS. Bij 95 procent van die OMS-meldingen was dat dus voor niks. Dat kost de Brabantse belastingbetaler natuurlijk bakken met geld.” Onnodige meldingen kosten niet alleen veel geld, ze ondermijnen ook de motivatie en alertheid van zijn korps, zo benadrukt de regionaal commandant: “Als de pieper gaat, laten vrijwillige brandweerlieden alles uit hun handen vallen en haasten zich naar

nummer 4

september 2014

31


Foto: Gemeente Tilburg, Ton van Rooij

Campagne

Sander Hesseling knipt – onder het wakend oog van twee Arboriginals – het snoer van een broodrooster door als startschot voor de OMS Challenge.

DE PRAKTIJK SPREEKT Annemargriet van Teeseling, adviseur facilitair bij Zorginstelling Schakelring in Tilburg: “In 2013 hadden we 87 meldingen op 6 locaties; 26 keer was het loos alarm. De impact daarvan op brandweer, personeel, bewoners en BHV’ers is groot. Door frequent loos alarm nemen medewerkers een melding niet meer serieus. Is het echt raak, dan verliezen we kostbare tijd en komt de veiligheid in het geding. Door alerter te zijn kunnen we zelf een hoop gedoe voorkomen. We hebben nieuwe brandmelders aangeschaft en de brandweer ondersteunt ons met advies op locatie. Maar het draait vooral om bewustwording op de werkvloer. Door scholing en training stimuleren we personeel en vrijwilligers. ’s Nachts zijn er maar vier verzorgers op 160 bewoners. We bieden 24-uurszorg: we moeten kunnen vertrouwen op het systeem, op alertheid en op elkaar. Want als het mis gaat, gaat het ook goed mis.”

32

nummer 4

de kazerne. Daar springen ze in hun voertuig en scheuren met loeiende sirenes en een lijf vol adrenaline naar de brandmel-

uitpakt en wat het effect op de meldingscijfers en euro’s is, zal in de loop van dit jaar helder worden. Kransen is in ieder geval nu

‘Loze alarmen kosten de belastingbetaler bakken met geld’ ding. Dat is op topsnelheid door het verkeer een risicovolle rit. Als bij aankomst blijkt dat het vals alarm is, wekt dat gemengde gevoelens op. Aan de ene kant is het prettig dat er niks en niemand in gevaar is, aan de andere kant waren de halsbrekende toeren en de werkonderbreking of het vertrek van voetbalveld of feestje niet nodig geweest.”

al optimistisch: “Deze campagne kantelt ieders blik en zet een andere manier van (samen)werken in beweging. Dat is zeer waardevol. Ik hoop dan ook van harte dat andere veiligheidsregio’s in het land deze campagne zullen omarmen.” Meer weten over de OMS Challenge? Kijk op www.omschallenge.nl.

Omarmen De OMS Challenge is dus een echte uitdaging voor bedrijven en brandweer. Hoe die

september 2014

Jos Bus is directeur van communicatiebureau Arboriginals.


CIBV, de beveiliging geborgd Nu drie CCV schema’s onder RvA accreditatie t Sprinklerinstallaties (CCV VBB 2012) t Brandmeldinstallaties (CCV BMI 2011) t Onderhoud blusmiddelen (CCV REOB 2011) Overige schema’s en regelingen t Sprinklerinstallaties (LPS 1233) t Blusgasinstallaties (LPS 1233 en F-gassen verordening) t Politiekeurmerk Veilig Wonen (CCV PKVW) t BORG inbraakbeveiliging (CCV BORG) t Regeling UPD opsteller Exameninstelling op het gebied van brand- en inbraakbeveiliging.

REINÆRDT Deuren bv Nijverheidsstraat 1 7482 GZ Haaksbergen Tel: +31 53 57 357 35 Fax: +31 53 57 357 00

www.reinaerdt.nl info@reinaerdt.nl

Voor meer informatie: cibv.nl


Praktijk

Emiel van Rossum

Kerk met nieuwe bestemming Maatschappelijke, culturele en economische veranderingen leiden er steeds vaker toe dat gebouwen een andere bestemming krijgen. Neem het afnemende kerkbezoek, waardoor de kerk in het navolgende project een nieuwe bestemming krijgt als gezondheidscentrum. Zo’n herbestemming heeft ook gevolgen voor de brandveiligheid.

E

en brandcompartiment is de oppervlakte van een bouwwerk dat als maximaal uitbreidingsgebied voor een brand geldt. Het doel hiervan is om de brand beheersbaar te houden. In de bouwregelgeving (Bouwbesluit) is de meest voorkomende grootte van een brandcompartiment 1000 m2 voor nieuwbouwgebouwen. Deze waarde geldt ook vaak bij verbouw of functieverandering van een gebouw. De kerk waar het in deze casus om gaat, wordt omgebouwd tot een gebouw met drie bouwlagen: een begane grond en twee verdiepingen. De meeste gebouwen zijn voorzien van horizontale brandscheidingen, dat wil zeggen elke bouwlaag een brandcompartiment. Dit is meestal praktischer dan verticale scheidingen, die veel ongemak opleveren voor de indeling en bij zelfsluitende deuren. Door de bouwkundige opbouw van de kerk, met diverse gewelven en ramen, is het niet mogelijk de vloer tussen de eerste en de tweede verdieping aan te laten sluiten op de wand. Dit betekent dat er openingen zijn tussen de vloer en de wand, tussen de eerste en de tweede verdieping.

Probleem Doordat het niet mogelijk is om de eerste en de tweede verdieping brandwerend van elkaar te scheiden, ontstaat hier een te groot brandcompartiment. Dit voldoet niet aan de eisen van het Bouwbesluit. Maar datzelfde Bouwbesluit biedt wel een uitweg, namelijk de gelijkwaardigheid. Op ba-

34

nummer 4

sis van artikel 1.3 is het toegestaan om grotere brandcompartimenten te realiseren als men blijft voldoen aan het beoogde veiligheidsniveau zoals beschreven in het Bouwbesluit. Het overschrijden van de maximum brandcompartimentgrootte is een veelvoorkomend probleem. Daarom heeft de overheid in de jaren 90 van de vorige eeuw een model laten ontwikkelen om de maximale brandcompartimentgrootte te bepalen waarbij de potentiële brand alsnog beheersbaar blijft. In het ‘Concept beheersbaarheid van brand’ wordt als eerste de vuurbelasting in het compartiment bepaald. De vuurbelasting is een optelling van

van het ‘Concept beheersbaarheid van brand’ geldt de som van deze twee als uitgangspunt.

Maatregelen Na bepaling van de vuurbelasting zal op basis van de oppervlakte en de brandduur worden vastgesteld of, en zo ja welke, maatregelen nodig zijn om de brand beheersbaar te houden. Deze maatregelen lopen uiteen van alleen brandmuren plaatsen rondom het grote brandcompartiment, tot installatie van zware sprinklerinstallaties. In het geval van de kerk komt de permanente vuurbelasting uit op 15 kg vurenhout-

Het Bouwbesluit zelf biedt een uitweg, namelijk gelijkwaardigheid alle brandbare materialen, om te bepalen hoe lang de potentiële brandduur is. De vaststelling van de vuurbelasting geschiedt op basis van NEN 6090. Er bestaan twee soorten vuurbelasting: de permanente en de variabele. De permanente vuurbelasting is de som van alle brandbare materialen die in de bouwconstructie zijn verwerkt, zoals een houten draagconstructie, de elektriciteitskabels en een bitumen dak. De variabele vuurbelasting is de inventaris, zoals tafels, stoelen, computers en kasten. Voor een beoordeling op basis

september 2014

equivalent/m2 en de variabele op 27 kg vurenhout-equivalent/m2. Vuurbelasting drukken we in de praktijk altijd uit in kg vurenhout-equivalent/m2, omdat deze maat te koppelen is naar de brandduur en dus ook naar de hoeveelheid brandwerendheid. Als we beide vuurbelastingen bij elkaar optellen, komen we in dit geval uit op een totale vuurbelasting van 42 kg vurenhoutequivalent/m2. Daarmee is het mogelijk maatregelenpakket 1 toe te passen. Dit pakket houdt in dat geen dure installatie nodig is van bijvoorbeeld een sprinklerinstallatie.


Praktijk

Het voordeel van een kerk is dat deze vrij staat en belendende bebouwing vaak ontbreekt. Alleen de brandwerendheid van de omhulling is dan nog van belang, zodat de potentiële brand geen bedreiging vormt voor andere gebouwen. Hiervoor voeren we een zichtfactorberekening uit. Met gecompliceerde formules maken we een berekening of de straling van een potentiële brand in de kerk zo hoog is dat bij andere

gebouwen zelfontbranding plaats kan vinden. Het voordeel van een kerk is dat deze vrij staat en belendende bebouwing vaak ontbreekt. De kerk in deze casus staat rondom compleet vrij en dat maakt brandwerendheid in de buitengevel overbodig. We mogen de eerste en tweede verdieping

van de kerk zonder extra maatregelen als één brandcompartiment zien. Na een extra calculatie bleek zelfs dat met meetelling van de begane grond in hetzelfde brandcompartiment, dit binnen de marges bleef vallen. Daarom is de kerk uiteindelijk uitgevoerd als één brandcompartiment, zonder aanvullende maatregelen.

PRAKTIJK Brandveilig bouwen is een zaak van details. Maar juist die details kunnen grote investeringen in veiligheid teniet doen. In de dagelijkse praktijk stuit Emiel van Rossum regelmatig op dat soort details. Hij adviseert opdrachtgevers hoe zij vervolgens toch tot een brandveilige oplossing kunnen komen. In deze rubriek deelt hij zijn ervaringen met de lezers van Brandveilig. com. Emiel van Rossum is brandpreventie-adviseur en daarnaast docent bij Brandpreventie Academy. Hij gebruikt zijn ervaringen uit de praktijk om als docent praktijkgericht les te geven. Kijk voor meer info op www.bp-ac.nl.

nummer 4

september 2014

35


SEMINAR HERBESTEMMEN EN BRANDVEILIGHEID

THEMABIJEENKOMST GELIJKWAARDIGE BRANDVEILIGHEID Gelijkwaardige brandveiligheid biedt mogelijkheden om brandveiligheid in een bouwwerk passend in te richten en daarmee te vergroten, maar voor velen is dit nog onbekend terrein. De derde themabijeenkomst op 3 september jl. ging daarom over dit onderwerp. Voorzitter van de adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften, ing. Johan Koudijs, ging in zijn lezing in op het werk van de adviescommissie en vertelde over de geprivatiseerde bouwplantoets.. Meer info: brandveiligheidslimbekeken.nl

>

Op 8 oktober vindt in de Evenementenhal in Gorinchem het jaarlijkse VBE seminar plaats. Thema is dit keerHerbestemmen en brandveiligheid. Bij herbestemmen van gebouwen komen niet alleen dilemma’s als wet- en regelgeving, ontwerp en financiering aan de orde. Herbestemmen levert ook brandveiligheidsuitdagingen op. Een nieuwe functie vraagt immers om een ander brandbeveiligingsconcept. Maar kan dat wel in een gebouw dat daar oorspronkelijk niet voor bedoeld was? En hoe kunnen bouwkundige, installatietechnische en organisatorische aspecten elkaar hierin aanvullen? Het seminar wordt net als vorig jaar geleid door dagvoorzitter Wim Daniëls (schrijver en taalkundige). DEELNEMEN AAN HET SEMINAR IS GRATIS VOOR VBE-LEDEN. NIET-LEDEN ZIJN OOK WELKOM, MAAR BETALEN €295,-.

THEMABIJEENKO MST INTEGRALE BRANDVEILIGHEID Op 1 juli vond de themabijeenkomst over integrale brandveiligheid in de zorg plaats. Anders dan anders, want organisatorische veiligheid voerde de boventoon. Deze avond werd nog duidelijker dat bouwkundige, technische en organisatorische veiligheidszaken onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Gezond boerenverstand is een belangrijke basis, samenwerken met deskundigen op alle drie de gebieden is logisch vervolg (en noodzaak). Wij danken Peter Schut (Veiligheid in beweging) en Louis Boer (Brandveiligheid: psychologie en NEN) voor een leerzame avond vol met eye openers. Hun presentaties zijn te downloaden op de website van de VBE. Meer info: brandveiligheidslimbekeken.nl

>

Meer informatie en aanmelden: brandveiligheidslimbekeken.nl

>

8 OKTOBER 2014 HERBESTEMMEN EN BRANDVEILIGHEID Bij herbestemmen van gebouwen komen niet alleen dilemma’s als wet- en regelgeving, ontwerp en financiering aan de orde. Herbestemmen levert ook brandveiligheidsuitdagingen op.>

36

nummer 4

september 2014

12 NOVEMBER 2014 THEMABIJEENKOMST VBE Thema en inhoud van deze bijeenkomst worden binnenkort bekendgemaakt. >


JOHN VAN LIEROP@ JOHN_VAN_LIEROP

GERAR D@GERARDHOFFMANN

#VBE: al 14 deelnemende bedrijven op Informatiemarkt Brandveiligheid — NOVB http://bit.ly/1sb5ggT #architect #brandweer >

Panden Leeuwarden waren niet brandveilig via @NUnl. Waarom nu geen actie? Werkt niet motiverend! >

VBE @VBE_NOV B · 9 JUL.

Download snel de themabijeenkomst presentaties van @petersafety en Louis Boer op http://bit.ly/1hTtKec #brandveiligheid #VBE >

om te zorgen dat zij dan juist dichtvallen. Is deze technische en bouwkundige benadering genoeg om de veiligheid te vergroten? De afgelopen jaren zijn we getuige geweest van meerdere incidenten waarbij ‘de deur’ een bepalende rol speelde. We herinneren ons allemaal nog wel de brand in het cellencomplex bij Schiphol, of de brand bij GGZ Rivierduinen in Oegstgeest. Hierbij was echter de mens de beslissende schakel in het verloop van het incident. We hebben het wel over deuren, maar laten we de invloed van mensen op het gebruik en functioneren van een gebouw niet vergeten. Er zijn zoveel functionele, technische en bouwkundige mogelijkheden als het om deuren gaat. Maar wordt het niet pas echt veilig als de mensen die in het gebouw wonen of werken begrijpen met welke functionele eisen deze gebouwen ontworpen zijn?

Carolien de Vries & Marc Verhelst

VBE OVER DILEMMA’S DEURDICHT! DEUR OPEN? OF AFHANKELIJK VAN FUNCTIONALITEIT? Als het gaat over de brandveiligheid van een gebouw dan kan de functie van een deur behoorlijk ambivalent zijn. Vanuit het gezichtspunt van vluchten wil je een deur het liefst open houden, zodat mensen tijdens een calamiteit zo snel mogelijk naar buiten kunnen. Maar in geval van brand willen we een deur graag gesloten houden om te voorkomen dat rook en brand zich kunnen verspreiden. En soms doen we deuren zelfs graag op slot, om te voorkomen dat personen het gebouw of een bepaalde ruimte kunnen betreden of verlaten. Veel organisaties gebruiken systemen om deuren te ontgrendelen bij brandalarm, of

nummer 4

september 2014

37


ANTWOORDEN OP

BRANDENDE

VRAGEN

IN 2013 KWAMEN

45 MENSEN

OM BIJ EEN WONINGBRAND

EN VIELEN ONGEVEER 600 GEWONDEN

ONDER DE DODEN

IN NEDERLAND RUKT

DE BRANDWEER JAARLIJKS

ZIJN 13

BENIEUWD N AAR DE ANTWOO RDEN OP UW BRA NDENDE VRAGEN?

65-PLUSSERS

ZO’N 7.000 KEER

UIT VOOR EEN WONINGBRAND

3 MINUTEN HEBBEN BEWONERS

OM ZICH IN VEILIGHEID

TE BRENGEN BIJ EEN

WONINGBRAND

= 1.000 HOE LANG DUURT HET GEMIDDELD

VOOR DE BRANDWEER KAN BLUSSEN?

ONTDEKKINGSTIJD

13 MIN

MELDTIJD

2 MIN

OPKOMSTTIJD

8 MIN 7 MIN

INZETTIJD BLUSTIJD

30 MIN

TOTAAL

60 MIN

DE VLUCHTWEG TOT EEN VOLGENDE VEILIGE RUIMTE MAG MAXIMAAL 30 METER ZIJN

EEN MENS KAN GEMIDDELD

30 SECONDEN DE ADEM INHOUDEN DE VLUCHTWEG KAN

IN 1 M PER SEC AFGELEGD WORDEN

BRANDWERENDE GND-DEUREN BIEDEN U ZEKER

30 OF 60 MINUTEN VEILIGHEID

HOE WEET U ZEKER DAT UW BRANDWERENDE DEUREN ECHT VOLDOEN AAN DE EISEN? Simpel, kijk aan de scharnierzijde van de deur. Ziet u daarop het speciale brandlabel van GND? Dan is de deur gegarandeerd 30 of 60 minuten brandvertragend. Op het label leest u om hoeveel minuten het gaat en ziet u bovendien hoe de deur is geleverd en wie verantwoordelijk is voor plaatsing en controle. Met het GND-label controleert u dus eenvoudig en snel de veiligheid en prestaties van de deur. Kies voor zekerheid, vraag ernaar bij uw toeleverancier.

Neem geen risico. De GND-deur, een veilig gevoel. MET GND-GARANTIE KIEST U VOOR:

Lid van:

www.gnd.nl


Column

Joric Witlox

Vluchten of vechten? Denkend aan brand is de primaire reactie van de mens vluchten of vechten. Vlucht je ervoor weg en denk je ‘mij overkomt het niet’? Of ga je het te lijf? En hoe dan? Nog een mogelijkheid is rationaliseren en analyseren: wat is het gevaar en hoe kan ik het risico verminderen? Wat zijn de risico’s die ik en/of mijn organisatie loopt? Wat zijn de grootste risico’s als het gaat om brandgevaar? En hoe kan hier wat aan gedaan worden? Dat zijn vragen waarmee je het probleem te lijf kunt gaan. Anders dan je kop in het zand steken en doen alsof er geen gevaar is of werken aan een complete juridisch indekking met oplopende juridische kosten, zonder dat de feitelijke kans op brand vermindert. Wat in dat verband altijd door mijn hoofd schiet, is wat je aan een juridische vrijwaring hebt op het moment dat het gebouw vol rook staat, je gedesoriënteerd bent, en maar moet hopen op redding… Zou je als je je realiseert dat dit het risico is, vanachter je bureau of op de bouwplaats dezelfde vragen hebben gesteld?

Joric Witlox is voorzitter van vereniging Brandveilig Bouwen Nederland (BBN).

Toch sta je niet machteloos als gebouwbeheerder/-eigenaar. Je kunt compartimenteren, zodat de snelheid van rookverspreiding beperkt wordt en mensen in het pand meer tijd krijgen om te vluchten. Of zorgen voor bescherming van de constructieve delen tegen de inwerking van brand, zodat de constructie blijft staan en er gevlucht en geblust kan worden. Prioriteit heeft natuurlijk het redden van mensen, waarbij je je kunt afvragen of het minimumniveau Bouwbesluit wel voldoende is. Maar ook behoud van spullen is van belang. Jeroen Bunschoten, een van de sprekers tijdens de BBN studiedag, gaat het in dat kader hebben over ‘een apparaat van een miljoen; daar moet je compartimentering om doen!’ Onlangs zag ik in Gent een aantal monumentale panden, waarbij de stenen muren tussen de panden enkele tientallen centimeters waren uitgebouwd, juist om het risico op brandoverslag van en naar de buren te verminderen. Het waren panden uit de vijftiende eeuw… Toen al was men door ervaring wijs geworden en nam men passende maatregelen. We praten hier dus niet over iets nieuws. Het klinkt misschien scherp, maar we zijn met elkaar in Nederland wel bezig de brandveiligheid van gebouwen voortdurend te verlagen. Het lijkt de publieke opinie - onterecht! - weinig te doen. Zozeer zelfs dat het recent afbranden van een fors aantal panden in een binnenstad binnen een kort tijdsbestek weinig vragen oproept. Deze aanhoudende erosie van de brandveiligheid is voor BBN aanleiding geweest om een melding te doen bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Hopelijk worden we alert, waardoor er tijdig de mogelijkheid is het brandrisico door verbetering aan het gebouw te bevechten. Hoe? Bijvoorbeeld door meer kennis op te doen tijdens de BBN studiedag op donderdag 13 november in Nieuwegein over aantoonbare brandveiligheid.

nummer 4

september 2014

39


Brandveilig.com bedrijvenindex ADEMBESCHERMING

BHV

Dräger Nederland www.draeger.com

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

ADVIESBUREAUS

Saval Brandbeveiliging www.saval.nl

Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

Wagner www.wagner-nl.com

BRAND/GASDETECTIE

Saval Brandbeveiliging www.saval.nl

Altavilla Brandveiligheid www.altavilla.nl AMMA de Bruin www.ammadebruin.nl

BINNENDEUREN

Reppel www.reppel.nl

BOUWPLANTOETSING

Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

BRANDSLANGHASPELS Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

BRANDTESTEN

Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl

Albo Deuren www.albodeuren.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

Efectis (voormalig TNO) www.efectis.com/nl

DGMR dgmr.nl

Berkvens www.berkvens.nl

Breman Brandbeveiliging www.bremanbrandbeveiliging.nl

Peutz www.peutz.nl

Dijkoraad Viavesta www.brandweerondersteuning.nl

KONE Deursystemen www.konedeursystemen.nl

Dräger Nederland www.draeger.com

BRANDVERTRAGING

DPA Cauberg-Huygen www.chri.nl

Limburgia Utiliteitsdeuren www.limburgia.nl

BRANDBEVEILIGING

Floriaan www.floriaan.nl

REINÆRDT Deuren bv www.reinaerdt.nl

Nieman Raadgevende Ingenieurs www.nieman.nl

Theuma DoorSystems www.theuma.nl

Peutz www.peutz.nl

BLUSGASINSTALLATIES Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

Synchro Brandveiligheid www.synchro.nl

Breman Brandbeveiliging www.bremanbrandbeveiliging.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl Vgib Onderhoudsmanagement www.vgib.nl

DEF Nederland Fire-Technology www.def-firetech.nl Hertek www.hertek.eu

AED Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

Hi-Safe Systems www.hisafe.nl

AFDICHTINGEN

SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com

BBWest www.bbwest.nl

BLUSMIDDELEN

DMS Brandwerende Systemen www.brandwerendeconstructies.nl

Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

Firestopsupply www.firestopsupply.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

Gerco Beveiligingen www.gerco.com

Hugen Brandbeveiliging en Adviesbureau www.hugen.com

IBMO www.ibmo.eu

Nu-Swift Brandbeveiliging www.nu-swift.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl Walraven www.walraven.com

AFSLUITERS

Prymos Nederland www.prymos.nl Saval Brandbeveiliging www.saval.nl

BrandPrevent Applications www.brandprevent.nl

Finivlam www.finivlam.nl

Dictator Productie www.dictator.nl

Fireprevention.NL www.fireprevention.nl

Gerco Beveiligingen www.gerco.com

Walraven www.walraven.com

Hugen Brandbeveiliging en Adviesbureau www.hugen.com

BRANDWERENDE COATINGS

Saval Brandbeveiliging www.saval.nl

Sika Nederland www.sika.nl

SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com

BRANDWERENDE DEUREN

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

BRANDKLEPPEN BBWest www.bbwest.nl FSS International www.firestopsystems.nl Rucon Systemair www.systemair.nl

BRANDMELDINSTALLATIES

Hoefnagels Branddeuren BV www.hoefnagels.com KONE Deurystemen www.konedeursystemen.nl Metacon www.metacon.nl

REINÆRDT Deuren bv www.reinaerdt.nl

Brakel Atmos www.brakelatmos.com

Stöbich Fire Protection www.stoebichfireprotection.nl

DEF Nederland Fire-Technology www.def-firetech.nl

Theuma DoorSystems www.theuma.nl

Hefas Branddetectie www.hefas.nl

CFD

BOUWMATERIALEN

EHCM www.ehcm.nl

Draka Kabel www.draka.nl

Protec Brandbeveiliging www.protecbrandbeveiliging.nl

ASPIRATIESYSTEMEN

Promat www.promat.nl

SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com

september 2014

Brandwerende Deuren en Constructiefabriek Enschede www.bdc-enschede.nl

BD Service Nederland www.bdservice.nl

AFVALBAKKEN

nummer 4

Alprokon Aluminium www.alprokon.com

Merford Special Doors www.specialdoors.nl

Schuurman Brandbeveiliging www.schuurman-brandbeveiliging.nl

40

DMS Brandwerende Systemen www.brandwerendeconstructies.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

BERMAD Fire Protection www.bermad.nl

AerOcheck www.aerocheck.eu

BrandPrevent Applications www.BrandPrevent.nl

Hertek www.hertek.eu

Peutz www.peutz.nl Efectis (voormalig TNO) www.efectis.com/nl/ Exiss www.exiss.eu


Brandveilig.com bedrijvenindex ONE Simulations www.onesimulations.com

Hertek www.hertek.eu

DEUREN INDUSTRIE

Nu-Swift Brandbeveiliging www.nu-swift.nl

Brandwerende Deuren en Constructiefabriek Enschede www.bdc-enschede.nl Firetexx www.firetexx.com Merford Special Doors www.specialdoors.nl Metacon www.metacon.nl REINÆRDT Deuren bv www.reinaerdt.nl

DEURVERGRENDELINGEN Dictator Productie www.dictator.nl

Raca Batteries www.racabatteries.nl Saval Brandbeveiliging www.saval.nl

TRAINING/OPLEIDING Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl Dräger OpleidingsCentrum www.draeger.com Hefas Branddetectie www.hefas.nl Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

VLUCHTLUIKEN

ONLINE LOGBOEK

Gorter Luiken www.dakluiken.nl

LogboekenOnline® www.logboekenonline.nl

VUURLASTBEREKENING

PARKEERGARAGE-VENTILATIE

Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl

Colt International www.coltgroup.com

Floriaan www.floriaan.nl

DROGE BLUSLEIDINGEN

Rucon Systemair www.systemair.nl

WATERMIST

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

ROOK- EN WARMTEAFVOER

DEF Nederland Fire-Technology www.def-firetech.nl

Saval Brandbeveiliging www.saval.nl Van Walraven www.vanwalraven.com

GASBLUSSYSTEMEN Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

GLAS AGC Flat Glass Nederland www.yourpyrobel.com

INSPECTIEBUREAUS Brand Veiligheid Inspecties BVI www.bvibv.nl Bureau Veritas www.bureauveritas.nl Dijkoraad Viavesta www.brandweerondersteuning.nl Kiwa BPSI www.kiwabpsi.nl

Brakel Atmos www.brakelatmos.com Colt International www.coltgroup.com

ROOKMELDERS

Technoship www.ultrafog.com

ROOKSCHERMEN

Unica Automatic Sprinkler www.unica.nl/brandbeveiliging.htm

Brakel Atmos www.brakelatmos.com Firetexx www.firetexx.com Hoefnagels Brand- en Bedrijfsdeuren www.hoefnagels.com

ROOSTERS Aralco www.firecatch.nl FSS International www.firestopsystems.nl

SPRINKLERS Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

ISOLATIEMATERIAAL

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

Rockwool Benelux www.rockwool.nl

KABELS Cable Masters www.cablemasters.nl Draka Kabel www.draka.nl Eldra www.eldra.nl

NOODVERLICHTING

SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com

First Alert – Sprue Safety www.firstalert.nl

R2B Inspecties www.r2b.nl Unilin Insulation www.unilininsulation.com

Fire Technology www.firetechnology.nl

Breman Brandbeveiliging www.bremanbrandbeveiliging.nl Kemkens Brandbeveiliging www.kemkensbrandbeveiliging.nl SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com

Ook in de bedrijvenindex?

Van Walraven www.vanwalraven.com

Bel of mail accountmanager Marion Smits:

Wolter & Dros www.blussenmetbeleid.nl

marionsmits@vakmedianet.nl 06 - 52867200

Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl

nummer 4

september 2014

41


Schadepraktijk

Leo Porrio

Nieuw protocol brand nabij hoogspanningsleidingen Soms lopen hoogspanningsdraden boven of op korte afstand van gebouwen. De hitte van een brand kan de draden doen knappen of er kan contact ontstaan tussen de onder spanning staande draden en het blussend brandweerpersoneel. Hoogspanning kan voor levensgevaarlijke omstandigheden zorgen met gevaar voor elektrocutie. Daarom is een protocol ontwikkeld waarin de procedures staan waaraan de brandweer zich moet houden.

O

nlangs was er sprake van een dergelijke situatie bij een forse brand in Veenendaal. De brand werd gemeld rond 00.30 uur en was omstreeks 03.00 uur onder controle. Nablussen van de smeulbranden kon pas om 9.15 uur starten en was rond 10.00 uur afgerond, aldus de persberichten. Er was sprake van een zeer grote brand, waarbij de brandweer van Veenendaal werd bijgestaan door zeven brandweerkorpsen uit de omgeving. De brand ontstond tussen twee bedrijfspanden en leidde tot schade aan beide bedrijven, een vleesgroothandel en een verpakkingsbedrijf. De oorzaak van de brand zou brandstichting zijn in een stapel pallets; tijdens het onderzoek trof men namelijk meerdere brandhaarden aan. Door de hitte van de brand zijn twee hoogspanningsdraden geknapt, waardoor een uiterst gevaarlijke situatie ontstond voor het brandweerpersoneel. Reden voor de brandweer uit te gaan van GRIP 1. GRIP staat voor Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure, de werkwijze die bepaalt hoe de coördinatie tussen hulpverleningsdiensten verloopt. De centrale gedachte hierachter is dat grotere incidenten anders afgehandeld moeten worden dan kleinere, omdat er bij de eerste meer middelen en bestuurslagen betrokken zijn en opschalig nodig is.

Protocol Volgens het eerder genoemde protocol dient de bevelvoerder in zo’n situatie te wachten met blussen tot de netbeheerder de spanning heeft afgeschakeld. Dit zorgt doorgaans voor een vertraging in de blusactie met mogelijk grotere brandschade tot gevolg. Het oproepen van de hoogspanningsdeskundige kost tijd. Uitgangspunt is dat de verwachte aanrij-

42

nummer 4

tijd van de deskundige maximaal een uur zal bedragen. In veel gevallen kan de uitval van voeding beperkt blijven tot een deel van het industrieterrein. Er is sprake van een risicozone van 25 meter ter weerszijden van het hart van de hoogspanningslijn en een veiligheidsafstand van 4 meter tot een niet-veiliggestelde geleider.

www.infopuntveiligheid.nl, onder het hoofdstuk Dossiers, Elektriciteit-(hoog) spanning. In de bijlage staan een doorloopschema en een beslisschema. Het IFV is het kennis- en opleidingsinstituut voor brandweer, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR), crisisbeheersing en leiderschaps-

De bevelvoerder moet wachten met blussen tot de netbeheerder de spanning heeft afgeschakeld Naast afschakelen blijkt een veiligheidsaarding noodzakelijk door de netbeheerder om het restrisico te beperken. Inzet van hoogwerkers en ladderwagens blijft uitgesloten.

ontwikkeling. De Brandweeracademie, de Academie voor GHOR en Opgeschaalde Zorg, de Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio’s en Infopunt Veiligheid zijn onderdelen van het IFV.

Instituut Fysieke Veiligheid Het protocol is te vinden op de website van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV):

september 2014

Leo Porrio is risk control consultant.


Zekerheid in brandwerend afdichten

1 De specialist voor brandwerende afdichtingen 1 Volledig gecertificeerd assortiment voor bouwkundige compartimentering 1 Advies, trainingen en projectbegeleiding

tremco illbruck B.V. 1 Postbus 20, 4240 CA Arkel Tel: (0183) 56 80 19 1 Fax: (0183) 56 80 10 info@nullifire.nl 1 www.nullifire.nl


Trigion Brand en Beveiligingstechniek Houttuinlaan 18 | 3447 GM Woerden | tel. (0348) 40 55 00 | info@trigionbbt.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.