Zesde jaargang nr.5 NOVEMBER 2013
BR ME AN ER DV NI EIL EU IG WS .CO M
Thema RWA / BMI
Rookbeheersing in ondergrondse parkeergarages Brandweer en Brandscheidingen
PRAKTIJKDAG
DINSDAG 17 DECEMBER 2013
Aan de slag met de dynamische RI&E
€100,KORTING
EEN DYNAMISCHE RI&E? ONTDEK DE VOORDELEN! Een dynamische RI&E is altijd actueel, houdt rekening met de ontwikkelingsfase waarin uw organisatie zich bevindt én geeft
voor abonnees en LinkedIn leden
inzicht in verbeter- en actiepunten. Ontdek hoe deze nieuwe visie op het uitvoeren en beheren van de RI&E een rol speelt bij een juiste aanpak van veilig en gezond werken. Ga aan de slag met uw eigen praktijksituatie! • Laat u inspireren door de visies van diverse professionals • Analyseer uw eigen RI&E-praktijk • Doe ideeën op voor het verbeteren en efficiënter maken van bestaande procedures • Ontdek uw rol bij het beïnvloeden van gedrags- en cultuurverandering rondom veilig en gezond werken.
Voor meer informatie en inschrijven ga naar:
www.arbo-online.nl/praktijkdag
Combinatie van theorie en praktijk PLENAIRE SESSIES
Drie visies op de dynamische RI&E WORKSHOPS
1. Van moeten naar willen 2. Wie is er eigenlijk de baas: de procedure of wijzelf? 3. Van controle naar beheersing
Inhoud
THEMA RWA / BMI
8
8 | Brandveiligheid in hoogbouw blijft mensenwerk 12 | Nut en noodzaak van een RWAinstallatie 15 | Rookbeheersing in ondergrondse parkeergarages
12
19 | Brandweer en Brandscheidingen
Verder in dit nummer
15
19
6
NIEUWS
22
UIT HET BRANDLAB
25
HET BRANDRISICO VAN ZONNEPANELEN
28
VLUCHTMASKER VERHOOGT VEILIGHEID
30
VEILIGHEIDSSCAN
32
EEN ANDERE MANIER VAN GASDETECTIE
34
WAAR ZIJN DE ONDERNEMERS?
36
PRAKTIJKTOEPASSING
37
COLUMN JORIC WITLOX
39
SCHADEPRAKTIJK
40
BRANCHE-INFORMATIE VBE
42
BEDRIJVENINDEX
nummer 5
november 2013
3
Brandveiligheid voor deuren
In combinatie met optimale toegankelijkheid
HLS-CATCH DRAAGT BIJ AAN BRANDWERENDHEID VAN DE DEUR HLS-catch; een veiligheidspal getest voor toepassing bij 30 en 60 minuten brandwerende deuren. Als er een omgevingstemperatuur van ca. 500° wordt bereikt, zal de pen uit de behuizing lopen in het tegenoverliggende sluitplaatje en wordt de deur gefixeerd. Daarmee wordt voorkomen dat de deur kan kromtrekken en daardoor de kans op vuurdoorslag aanzienlijk verkleind. De invloed van de HLS-catch op brandwerende deuren? Zie hiervoor de algemene beoordeling van Efectis (2010-R0451). DICTATOR; ook fabrikant en leverancier van deze brandveilige oplossingen:
ROOK- EN WARMTEMELDERS
DEURHOUDMAGNETEN (vloer)
DEURHOUDMAGNETEN (wand)
NETDELEN 24 VDC
(vrijloop) DEURDRANGERS
ADVERTORIAL ADVERTORIAL
Blijf alert met de 5000 Solisto PentaPenta 5000 sprinklermeldcentrale
de stand alone krachtpatser Een sprinklerinstallatie moetis worden voorzien van een sprinklermeldinstallatie. De Penta 5000 De Penta 5000 een brandmeldcentrale voor projecten. De Penta 5000 Solisto Solisto van van Hertek Hertek is een betaalbare betaalbare brandmeldcentrale voor kleine kleine en en middelgrote middelgrote projecten. Met én 54-13 keur. En in bediening en Met uitgebreide uitgebreide programmeerfuncties programmeerfuncties én NEN-EN NEN-EN 54-13 de keur. En eenvoudig eenvoudigen in installatie, installatie, bedieningvoert en sprinklermeldcentrale van Hertek verzorgt hiervoor signaleringen statusmeldingen, onderhoud. De in zijn onderhoud. De krachtpatser krachtpatser in door. zijn klasse. klasse. sturingen uit en meld Klein Klein maar maar groot groot
Hoogwaardig Met Met de de Penta Penta 5000 5000 Solisto Solisto maakt maakt Hertek Hertek Een sprinklerinstallatie wordt in de bouwre-van de programmeerfuncties de uitgebreide uitgebreide programmeerfuncties van gelgeving niet5000 voorgeschreven. Wel kan zij haar serie haar Penta Penta 5000 serie ook ook toegankelijk toegankelijk voor en projecten. Zij voor kleine kleine en middelgrote middelgrote projecten. Zij fungeren als gelijkwaardige oplossing om aan ontwikkelde volwaardige ontwikkelde een een volwaardige 1-lus brandprestatie-eisen uit het Bouwbesluit1-lus 2012 brandte meldcentrale voor stand alone meldcentrale voor stand alone toepastoepasvoldoen. Zo maakt een sprinklerinstallatie grosing, waar met nevenpasing, waar geen geen koppeling koppeling met1.000 nevenpatere brandcompartimenten (boven m2) nelen, geografi sche brandweerpanelen nelen, geografi sche(boven brandweerpanelen en en hogere gebouwen 70 m) mogelijk. en andere andere netwerkdeelnemers netwerkdeelnemers is is vereist vereist en en De Penta 5000 sprinklermeldcentrale (SMC) 126 126 luscomponenten luscomponenten volstaan. volstaan. werkt conform NEN-EN 12845 en NEN 1073 en is NEN-EN54-2, 4 en -13 VdS-goedgekeurd. Meer Meer voor voor minder minder Toegepast in een Pentavan 5000 brandmeldnetDoor netwerkfunctioDoor het het ontbreken ontbreken van netwerkfunctiowerk kunnen ontruiming, sprinkler naliteiten is de van lager naliteiten isbrand, de prijs prijs van het het systeem systeemen lager brandweerpanelen wordenPenta geïntegreerd. dan 5000 dan van van de de standaard standaard Penta 5000 1-lus 1-lus
centrale, centrale, maar maar gelijk gelijk aan aan de de vorige vorige Penta Penta Flexibel Solisto. Solisto. Voor Voor die die prijs prijs krijgt krijgt men men nu nu echter echter ook NEN-EN 54-13 keur en één ookde NEN-EN 54-13 keur en niet niet één maar maar Met Penta 5000 SMC kunnen tot 250 drie drie jaar jaar garantie. garantie. De Penta 5000 5000 Solisto Solisto statusmeldingen vanDe de Penta sprinklerinstallatie is uitgerust met is standaard standaard uitgerust met een een 1-zone (alarmen, storingen, technischeen1-zone superontruimingspaneel ontruimingspaneel conform conform NEN2575. NEN2575.
Hertek_advertentie_opmaak.indd 1
Kracht Kracht en en eenvoud eenvoud
visiemeldingen) worden Dateen kan via De Penta combineert De Penta 5000 5000 Solisto Solistoingelezen. combineert een de lusbekabeling met behulp met van XP95 switch krachtige programmeerset eenvoudige krachtige programmeerset met eenvoudige monitor units detoetsenpaneel. nabijheid van alarmkleppen, bediening via het De bediening viain het toetsenpaneel. De verbeverbeterde menustructuur het terde menustructuur maakt maakt het makkelijk makkelijkOf stromingsschakelaars en storingscontacten. om standaard (zoemer om standaard bedienfuncties (zoemer uit, rechtstreeks opbedienfuncties de Penta 5000 SMC door uit, één signaalgevers enz.) signaalgevers uit, reset, reset, enz.) te te gebruiken gebruiken of meer Penta uit, 5000 10-ingangenkaart(en) te en (groepen) en (groepen) melders melders en en sturingen sturingen snel snel iningebruiken. en en uit uit te te schakelen. schakelen.
Alles Alles of of niets niets
Modulair Naast de Naast de diverse diverse brandmelders brandmelders en en interinterDe Penta 5000 SMCApollo, bevat standaard 2 lussen faces van die lus faces van fabrikant fabrikant Apollo, die op op de de lus van elkaangesloten, 126 adressen en is ook modulair uitbreidbaar worden zijn worden aangesloten, zijn ook lusgestuurde lusgestuurde signaalgevers itslichten en met signaalgevers (fl itslichten en sirenes sirenes met naar 4 lussen.(fl Om brandmeldingen respectieveo.a. toe o.a. slow-whoop) toe te te passen. passen. In In combicombilijkslow-whoop) technische en supervisiemeldingen gelijktijdig natie met ingebouwde isolatoren het natie metaparte ingebouwde isolatoren wordt het en met indicatoren te kunnenwordt signaleren, gebruik van functiebehoud gebruik van bekabeling bekabeling met functiebehoud is de centrale uit te rustenmet tot vijf Penta 5000 dan overbodig. De 5000 is dan overbodig. De Penta Penta 5000 Solisto Solisto is ledpanelen (ledkleuren eenvoudig programmeeruit uit voorraad voorraad leverbaar leverbaar baar). De Penta 5000 SMC heeft een 19-inch behuizing in IP55-wanduitvoering; staande 19-inch behuizingen zijn optioneel verkrijgbaar.
Hertek Hertek B.V. B.V. Copernicusstraat Copernicusstraat 88 6003 6003 DE DE Weert Weert Tel. Tel. 0495-584111 0495-584111 hertek@hertek.nl hertek@hertek.nl www.hertek.nl www.hertek.nl
16-10-13 13:39
Colofon
Triniteit
B+B VAKMEDIANET
Brandveilig.com is een uitgave van Vakmedianet Hoofdredacteur Arjen de Kort, arjendekort@vakmedianet.nl Eindredacteur Monique van der Woude Medewerkers aan deze uitgave Dennis van Asselt, Frank van Elsen, Oes Heemskerk, René de Jong, Foka Kempenaar, Rick Marissen, Marc Mergeay, Bas Olbertz, Leo Porrio, Jan Sterk, Carolien de Vries en Joric Witlox Redactieraad De redactieraad adviseert de redactie van Brandveilig.com. De uitingen geven echter niet per se de mening weer van de leden.
Coen van Beek, Eric Bosscher, Xander van Bree, Arnoud Breunese, Maarten de Groot, Dingeman de Jong, Johan Koudijs, Leo Oosterveen en Joric Witlox Art Direction Mr. Richardson Vormgeving Publish Impulse Group - Cross media Solutions Alphen aan den Rijn Cover Arjan Anderiesen, Mr. Richardson Uitgever Geert van den Bosch, geertvandenbosch@vakmedianet. nl Marketing Leendert van Wezel, leendertvanwezel@vakmedianet.nl Juliette Lammers, juliettelammers@vakmedianet.nl Accountmanager Marion Smits, marionsmits@vakmedianet.nl Abonnementenadministratie & Traffic klantenservice@vakmedianet.nl, tel. 088 - 5840888 Adres B + B Vakmedianet Postbus 448, 2400 AK Alphen aan den Rijn Tel. 088-5840918 www.brandveilig.com, info@brandveilig.com Abonnementen Brandveilig.com is een tweemaandelijkse uitgave. Abonnement: Nederland € 110,-, overige landen € 125,-, los nummer € 17,50. Prijzen exclusief BTW. Abonnementen worden automatisch verlengd, tenzij twee maanden voor vervaldatum schriftelijk is opgezegd. Bankrelatie ING bank 65.23.73.763 Druk Ten Brink, Meppel Doelgroep Professionals op het gebied van brandveiligheid, zoals architecten, aannemers, preventisten, brandweer, adviseurs, installateurs, leveranciers en beslissers op het gebied van facilitair management in bedrijf en gebouw. Copyright Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie-en, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Disclaimer Alle in Brandveilig.com opgenomen informatie is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. De juistheid en volledigheid kunnen echter niet worden gegarandeerd. B + B Vakmedianet en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade die het directe of indirecte gevolg is van het gebruik van de opgenomen informatie. B + B VAKMEDIANET IS AANGESLOTEN BIJ HET OPLAGE INSTITUUT (HOI) ISSN-NUMMER: 1876-5750
Generaliseren mag niet, maar als ik stel dat ondernemers per definitie een broertje dood hebben aan regeltjes dan miszeg ik daar volgens mij niet veel mee. Mijn stelling wordt onderbouwd door het laatste VBE-congres dat mikte op ondernemend Nederland en waarvan de ondertitel in het thema luidde “pleidooi voor minder regels”. En ook al wist een van de sprekers te melden dat brandveiligheidsregels niet Arjen de Kort hoofdredacteur Brandveilig.com meer in de ergernissen top 10 van arjendekort@vakmedianet.nl ondernemers staan, werd het bij u welbekende Bouwbesluit tijdens deze middag regelmatig aangehaald als voorbeeld van "doorgeslagen regelgeving". Of dat behalve voor liberale politici en wellicht brandveiligheidsexperts toch ook nog voor ondernemers geldt is lastig te beoordelen, want die laatste groep was helaas afwezig. Een van de conclusies van dit congres was dat brandveiligheidsexperts hun kennis meer zouden moeten uitdragen naar en delen met die afwezige ondernemers. En alsof de organisatie dit had voorvoeld, stond als afsluitende spreker iemand geprogrammeerd die graag kennis deelt. Jack Ruibing, ambassadeur en innovator van de Veiligheidsregio Haaglanden, verzorgde een inspirerende presentatie waarin hij opriep om met innovatief denken de vicieuze probleemcirkel te doorbreken. Ruibing staat bekend als een zogenoemde "game changer". In dat "spel" stelt hij het begrip triniteit centraal. Ik moet eerlijk bekennen dat ik tot zijn presentatie dit begrip in deze context niet kende: “het is de Rolls Royce voor de verbinding tussen Relatie en Resultaat door vanuit ketendenken ‘genetwerkt op te treden', met ondernemend Nederland, organisaties, de samenleving en met name dit te doen vanuit de mens.” En dit moet zich vertalen in een zinvol product, dienst of service met een zakelijk en maatschappelijk zichtbaar rendement: een win-win-win voor alle betrokkenen. Dat het hier niet het zoveelste mooie, theoretisch verhaal betrof, bleek uit de voorbeelden waarmee Ruibing zijn betoog illustreerde. De afgelopen jaren heeft hij vanuit de brandweer namelijk verschillende projecten geïnitieerd en samen met ketenpartners ontwikkeld en deels al gerealiseerd, zoals de blusmotor, de blusrobot, de waterleidingsprinkler en het Surveillerend Interventie Team. Daarmee was Ruibings presentatie niet geheel in lijn met het congresthema - minder regels - maar veeleer gericht op het doorbreken van knellende regels door "out of the box" denken. Een inspirerende boodschap om over na te denken en waarmee u als expert aan de slag mag. Arjen de Kort hoofdredacteur Brandveilig.com arjendekort@vakmedianet.nl nummer 5
november 2013
5
NIEUWS
Agenda 4 NOVEMBER DAG VAN DE BHV WWW.DAGVANDEBHV.NL
Meer informatie over alle activiteiten: www.brandveilig.com
14 NOVEMBER SEMINAR INSPECTIES BRANDVEILIGE ZORGINSTELLINGEN BAARN WWW.BOUWFORUM.NL
21 NOVEMBER BBN CONGRES – BRAND JE NIET AAN DE CENTEN NIEUWEGEIN WWW.BBN.NU
14 APRIL 2014 NATIONAAL BRANDVEILIGHEIDSCONGRES 2014 EDE WWW.SBRCURNET.NL
BBN Congres: Brand je niet aan de centen Brandveilig Bouwen Nederland (BBN) organiseert op 21 november haar jaarcongres. Thema dit jaar is “Brand je niet aan de centen”. Het programma is opgebouwd uit drie delen: Brandveiligheid vanuit het perspectief van de gebouweigenaar, De winst van brandveiligheid en Het ‘hoe’ van een brandveilig gebouw. In elk onderdeel zitten interessante praktijkcases, zoals het project De Rotterdam, het gerenoveerde Rijksmuseum en Medisch Spectrum Twente. Het congres is bestemd voor gebouweigenaren en beheerders, huurders en gebruikers, preventisten, aannemers, installateurs, architecten, verzekeraars. Meer informatie en inschrijven: www.bbn.nu.
Brand je niet aan de centen De gevolgen van goedkoop doen voor de brandveiligheid
UITNODIGING BBN congres donderdag 21 november 2013 van 9.00 uur tot 17.00 uur Koninklijke Metaalunie, Einsteinbaan 1 te Nieuwegein
Naast wijkagent nu ook wijkbrandweerman De wijkagent is inmiddels ingeburgerd, maar nu komt Rotterdam ook met een wijkbrandweerman. Hij moet de mensen bewuster van brandveiligheid. Dat verklaarde Annemarie van Daalen, directeur brandweer bij de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Als er in buurten of wijken bijvoorbeeld kleine evenementen worden gehouden, is de brandweer nu vaak de laatste die wordt geïnformeerd of soms zelfs helemaal niet. “Dat moet anders”, vindt Van Daalen, omdat de brandweer juist een rol kan spelen in het voorkomen van gevaarlijke situaties. Zo kan de buurtbrandweerman voorkomen dat tijdens een evenement een straat volledig dicht komt te staan met kramen en de brandweer er in noodgevallen niet doorheen kan. “Hij moet een netwerker worden die met bewoners en winkeliers contact heeft en er voor zorgt dat waar dat nodig is de brandweer snel wordt geïnformeerd”, aldus Van Daalen. De proef komt na het project Brandveilig Leven waarbij brandweerlieden veiligheidschecks bij bewoners uitvoerden. “Daarbij merkten we dat het als erg prettig wordt ervaren om als brandweer dicht bij de mensen te staan.” Zo wil de wijkbrandweerman bewoners ook gaan informeren en tips geven als er in hun straat een brand is geweest. De proef gaat geen extra geld kosten, omdat de brandweerman in de buurt vanuit de bestaande kazerne in IJsselmonde gaat werken. Als de proef een succes is, wil de veiligheidsregio op meer plaatsen in het werkgebied wijkbrandweermannen/vrouwen stationeren.
Brandveiligheid stallen niet verscherpt Minister Stef Blok van Wonen en Rijksdienst wil geen extra eisen stellen aan brandveiligheid van stallen. Rechtszekerheid voor veehouders zou hierdoor in het geding komen, aldus Blok. De minister deed deze uitspraken tijdens een debat in de Tweede Kamer. Marianne Thieme vindt het onaanvaardbaar dat Blok geen extra eisen wil stellen. Zonder extra maatregelen lopen miljoenen dieren het risico door een stalbrand om te komen. Als argument tegen de uitbreiding van maatregelen voert Blok aan dat de rechtszekerheid in het geding zou komen, en dat dat regelgeving pas effect heeft als er draagvlak voor is. “Er is in de stuurgroep stalbranden zeer zorgvuldig aan gewerkt. Er is wel een programma om de bewustwording van het risico van stalbranden te vergroten.” CDA en VVD willen geen extra eisen, mede omdat verzekeraars al extra eisen stellen.
6
nummer 5
november 2013
NIEUWS Parkeergarage levensgevaarlijk voor brandweer De Amsterdamse brandweer is uiterst terughoudend met het betreden van parkeergarages als er brand woedt. “De wettelijke regels voor brandpreventie in garages zijn minimaal. Dat levert een enorm gevaar op voor onze mensen”, aldus een zegsvrouw. Commandant van het korps Amsterdam-Amstelland Elie van Strien wil dat parkeergarages verplicht worden voorzien van sprinklers. Naast de veiligheid van brandweermensen hebben de gebrekkige voorzieningen ook een groot negatief effect op de brandbestrijding en de uiteindelijke schade. Van Strien dringt bij het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Amsterdam aan op scherpere regels. Hij hoopt dat zijn lokale noodkreet landelijke navolging krijgt. De hoofdstedelijke brandweer publiceerde onlangs een evaluatierapport over de aanpak van een zeer grote brand die begin januari woedde in parkeergarage Markenhoven in het centrum van Amsterdam. Daarin staat dat de veiligheid van de brandbestrijders niet altijd gewaarborgd was in de ondergrondse garage die volstond met rook. Ook met het risico van het bezwijken van de constructie werd onvoldoende rekening gehouden. Communicatiesysteem C2000 functioneerde niet binnen de betonnen muren.
Geen uitkering bij brand door grove nalatigheid Verzekeraars gaan bij brand voortaan vaker schade verhalen op de veroorzaker van de brand. Verzekeraars gaan gebruikmaken van hun recht de schade te verhalen als de brand is veroorzaakt door overtreding van de veiligheidsvoorschriften of door onzorgvuldigheid. Dit nieuwe beleid gaat per 1 januari in en geldt vooral voor risicovolle bedrijven, zoals bijvoorbeeld chemiebedrijven en bedrijven die op locatie brandgevaarlijke werkzaamheden verrichten, bijvoorbeeld dakdekkers. Dit zei een woordvoerder van het Verbond van Verzekeraars. Verzekeraars hebben al het wettelijke recht om zowel bij particulieren als bedrijven de schade te verhalen, maar in de praktijk gebeurt dat tot nu toe amper. Voor particulieren blijft dat zo, bij een woningbrand die is veroorzaakt door nalatigheid. Bij bedrijven die de brand aan zichzelf te wijten hebben, gaan de verzekeraars harder optreden. Het gaat dan wel om gevallen bij brandgevaarlijke bedrijven, waarbij sprake is van grove nalatigheid die is vastgelegd door inspectiediensten. Bij een foutje van een individuele werknemer wordt er gewoon uitgekeerd, aldus de woordvoerder. Met de hardere aanpak reageren de verzekeraars op de stijging van het aantal grote bedrijfsbranden. In de eerste helft van 2013 waren er 75 branden met een schade van meer dan 1 miljoen euro. Het totale schadebedrag als gevolg van bedrijfsbranden over die periode is bijna 300 miljoen euro.
Betere brandveiligheid in zorg door brandvertragend interieur Niet de bouwkundige aspecten, maar aandacht voor het interieur kan zorgen voor grotere brandveiligheid in de zorg. “Andere keuzes maken, daar gaat het om”, stelde ing. Emiel van Wassenaar, senior adviseur brandveiligheid bij LBP|SIGHT tijdens het seminar ‘Realistische brandveiligheid in de zorg’. Het gaat dan om keuzes van bijvoorbeeld matrassen, bankstellen, gordijnen en andere brandbare materialen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld regels die gelden in het Verenigd Koninkrijk, stelt de Nederlandse wet geen enkele eis aan het interieur. Brandregelgeving is in ons land niet gericht op het voorkomen van brand, maar op het ervoor zorgen dat als er eenmaal brand is, het vuur zich niet uitbreidt naar andere gebouwdelen. Maar wie zich in ADVERTEERDERSINDEX een deel bevindt dat eenmaal in brand staat, heeft steeds minder kans om het er heelhuids vanaf te brengen. Materialen branden snel en produceren daarbij Dictator Productie BV 4 veel rook en giftige dampen. Evenementenhal Hardenberg BV 18 Hertek B.V. 4 Het goede nieuws is volgens Van Wassenaar dat instellingen met met relatief Saval Brandbeveiliging 40 eenvoudige middelen de risico’s aanzienlijk kunnen verkleinen, onder meer Studiecentrum voor Bedrijf & door in het interieur uitsluitend brandvertragende materialen toe te passen, Overheid (SBO) Bijsluiter zoals in het Verenigd Koninkrijk verplicht is. De aanschafkosten zijn geen struiTrigion 38 kelblok: brandvertragende meubels en stoffering zijn in de regel niet of nauwelijks duurder.
nummer 5
november 2013
7
Thema RWA/BMI
Foka Kempenaar *
BMI’s in gebouwen hoger dan 70 meter
Brandveiligheid in hoogbouw blijft mensenwerk Brand is brand. Maar wat als er brand uitbreekt in een 140 meter hoog gebouw? Dan is een half uur ontruimingstijd niet echt realistisch. Welke eisen gelden er voor brandmeldinstallaties (BMI’s) in gebouwen hoger dan 70 meter? Welke informatie kan de brandweer uit een dergelijk systeem halen? En wat betekent dit voor hun inzet ter plekke? Twee experts vanuit de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond delen hun ervaringen.
8
nummer 5
november 2013
Thema RWA/BMI
“R
ookwolken van tientallen meters hoog stegen gisteravond op in Rotterdam.” Zo opende op 6 januari 1970 het dramatische verslag in het Algemeen Dagblad. Rotterdam beleefde in die dagen één van zijn grootste branden tot dan toe, namelijk in het Groot Handelsgebouw. Dat deze brand meer dan 24 uur kon aanhouden en voor een miljoenenschade zorgde, kwam onder meer door een gebrek aan informatie. “Toen de brandweer bij het Groot Handelsgebouw was aangekomen, bleek niemand tekeningen van het interieur bij zich te hebben, en niemand wist er de weg”. Maar ook eenmaal in het gebouw gingen er volgens de krant veel zaken mis: “Aanvankelijk dacht men met een middenalarm te kunnen volstaan. Maar de hevige rookontwikkeling op diverse verdiepingen van het gebouw misleidde de brandweer. De vuurhaard werd niet direct opgespoord, waardoor het vuur zich gemakkelijk kon uitbreiden.”
Verrast
Brandveiligheid en -bestrijding blijft hoe dan ook altijd mensenwerk.
Om ongeveer vier uur ’s nachts dacht men de brand onder controle te hebben en rukte een groot deel van de manschappen in. Maar nauwelijks een half uur later werden de achterblijvers verrast doordat er opnieuw veel rook ontstond, met als gevolg een nieuwe vuurhaard. “Voordat de brandweer weer op sterkte was, had de brand zich naar het entresol en de eerste verdieping uitgebreid.” Zes brandweerlieden kwamen met ademhalingsproblemen in het ziekenhuis terecht. Gerard Wildeman, nu senior medewerker brandpreventie bij de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, maar in het verleden ook jarenlang actief als brandbestrijder, herinnert zich de impact van deze ramp nog goed. “Dit was één van de aanleidingen voor het opstellen van de eerste regelgeving waaraan brandmeldinstallaties moesten voldoen. In de jaren daarna werd in Rotterdam ook de eerste brandpreventiecommissie ingesteld en startte de brandweer met het toetsen van de installaties in gebouwen.”
Vierde generatie
In die begintijd in de jaren zeventig waren er in de regio Rijnmond slechts 12 BMI’s te vinden. “Allemaal in ziekenhuizen. Dit waren combinaties van rookmelders en handbrandmelders. Als bij ons het alarm afging, dan was er vaak al sprake van een middelgrote brand”, weet Wildeman. Hij vervolgt: “Toen waren het nog hele conventionele systemen. Nu zijn we al toe aan de vierde generatie automatische BMI’s; de zogenoemde multi-sensormelders.” Bij deze apparaten is de alarmering gebaseerd op de drie criteria die een brand bepalen: rook, temperatuur en vlammen. Ga je uit van maar één van de drie factoren, dan is de kans op onnodige alarmering erg groot. Denk alleen al aan het feit dat stoom uit een hete douche waardoor een sensor kan beslaan, kan worden gezien als rook. Wildeman: “Om het aantal ongewenste meldingen verder in te kunnen dammen, is de ontwikkeling van die multi-sensormelders enkele jaren geleden in een stroomversnelling terecht gekomen. De BMI’s anno 2013 zijn zeer intelligent. Zo kunnen ze zelfs een bepaald brandpatroon herkennen, en daardoor registreren of er echt brand is, of dat iemand slechts een sigaret opgestoken heeft.”
Installatie en gebruik
Intelligent of niet, het juist installeren en afstemmen van BMI’s is en blijft volgens Wildeman heel belangrijk. “Zo ben ik nu bijvoorbeeld betrokken bij de beveiliging van de nieuwe parkeergarage onder het Weena (red: parkeergarage Kruisplein bij het nieuwe Centraal Station in Rotterdam). In dit geval moet de apparatuur onder andere rekening houden met mogelijke combinaties van rook en temperatuurstijging. Zo zorgt een wegrijdende auto in een parkeergarage wel voor veel rook, maar de temperatuur stijgt niet. Staat er een auto in de fik, dan is die combinatie er wél en moet het alarm afgaan.” Maar zelfs bij een juiste programmering, blijft ca. 90-95 procent van de brandmeldingen volgens Wildeman nog ongewenst: “Het begint met de correcte apparaten op
nummer 5
november 2013
9
Thema RWA/BMI
De minimumeisen die gesteld worden aan een BMI, staan in een hoog gebouw niet ter discussie de juiste plaats, maar vervolgens staat of valt alles met het gebruik van het systeem. Gebouwbeheerders, BHV’ers en anderen moeten we daarin begeleiden, en gebruiksinformatie en voorschriften moeten voorhanden zijn. Dit geldt nog meer voor gebouwen die in potentie een groter risico vormen, bijvoorbeeld omdat ze hoger zijn dan 70 meter.”
Certificering is verplicht
Welke eisen gelden er voor BMI’s, en wat is er specifiek geregeld met het oog op hoogbouw? “Sinds 1 april 2012 moeten brandmeldinstallaties worden gecertificeerd op basis van het Inspectieschema Brandmeldinstallaties. De componenten van een BMI moeten voldoen aan Europese NEN-EN 54-reeks, en aan de Nederlandse ‘brandbijbel’, de NEN 2535. Dit geldt ook voor alle gebouwen boven de 70 meter.” Bij het CCV Inspectieschema Brandmeldinstallaties wordt alles in samenhang beoordeeld. Wildeman: “We kijken naar de installatie samen met andere installaties, én naar de bouwkundige en de organisatorische maatregelen.” Nadat een installatie is gecertificeerd, moet dit certificaat periodiek (vaak elk jaar) worden verlengd. “Klopt er iets niet, dan wordt het certificaat ingetrokken en de mogelijkheid van doormelding geblokkeerd; in het uiterste geval sluiten we een gebouw”, aldus Wildeman.
Diverse types
De minimumeisen die gesteld worden aan het ontwerp en de aanleg van de installatie en de certificering van een BMI, staan in een hoog gebouw dus niet ter discussie. “Maar het type brandmeldinstallatie (red: handmeldinstallatie of helemaal automatisch, of een mix) kan wél variëren. Voor
10
nummer 5
het type dat wordt vereist, kijken we naar het gebruik van een gebouw. Is het een woongebouw, een logiesgebouw, een kantoor of misschien een mix?” De nieuwe Handreiking brandveiligheid in hoge gebouwen gaat hier dieper op in, en geeft overwegingen en richtlijnen in diverse situaties (red: zie kader bij dit artikel). Grofweg kun je stellen dat in een woongebouw gedeeltelijke bewaking noodzakelijk is in de beschermde vluchtroute, waarop woningtoegangsdeuren uitkomen. Een logiesgebouw (met gedeeltelijke bijeenkomstfuncties) moet beschikken over een gecertificeerde automatische brandmeldinstallatie met volledige bewaking en rechtstreeks doormelden naar de meldkamer van de brandweer. In geval van kantoorgebouwen hangt de soort installatie en de wijze van bewaking samen met het ontruimingsconcept dat geldt voor het gebouw (A, B of C *). De vraag hoeveel verschil een BMI in geval van een hoog gebouw kan maken, wordt eigenlijk al beantwoord als je de situatie van nu vergelijkt met die in 1970. Fouten zoals destijds in het Groot Handelsgebouw zijn nu bijna onwaarschijnlijk. “Zeker in geval van een automatisch meldingssysteem, dat 24 uur detecteert. De systemen van tegenwoordig betekenen een enorme tijdwinst: een mogelijke brand is eerder ontdekt, waardoor we er sneller bij zijn en waardoor gebruikers van een pand veel meer tijd hebben om te vluchten”, aldus Henk Steens van de repressieve brandweer van de Veiligheids-
HANDREIKING BRANDVEILIGHEID IN HOGE GEBOUWEN De Handreiking brandveiligheid in hoge gebouwen is naar verwachting vanaf half december verkrijgbaar bij SBRCURnet en is tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen marktpartijen, bevoegd gezag en Brandweer Nederland. Hij biedt handvatten om een optimale brandveiligheid in hoge gebouwen te realiseren. Voorinschrijven op deze publicatie is nu al mogelijk: u betaalt dan € 125,- in plaats van € 145,-. Kijk voor meer informatie op www. sbrcurnet.nl onder producten/publicaties.
regio Rotterdam-Rijmond. Als er een brandmelding doorkomt uit een hoog gebouw, dan rukt de brandweer volgens hem in beginsel met standaard bezetting en materieel uit. “Afhankelijk van wat we – vaak al tijdens onze rit – doorkrijgen vanuit de meldkamer, kunnen we heel snel beslissen of er meer nodig is.”
Brandveiligheid en -bestrijding blijft hoe dan ook mensenwerk
november 2013
Thema RWA/BMI
Op 6 januari 1970 woedde er een grote brand in het Groot Handelsgebouw in Rotterdam. (Foto: Gemeentearchief Rotterdam)
Communicatietelefoons
De BMI zorgt er ter plekke voor dat de brandweertoegang wordt ontgrendeld. Steens: “Vervolgens is er in hoogbouw tegenwoordig een centraal tableau te vinden met daarop een kaart van het gebouw. De systemen zijn uiteenlopend, maar de zone(s) waar brand is herken je in de meeste gevallen aan een brandend (led)lampje.” Om het verloop van de brand zo goed mogelijk te kunnen blijven monitoren, blijft er altijd één van de manschappen bij het tableau achter. “Via speciale communicatietelefoons die overal in de trappenhuizen te vinden zijn, kunnen we contact houden mocht onze primaire communicatie voorziening (C2000) geen dekking hebben.” Brandveiligheid en -bestrijding blijft dus hoe dan ook altijd mensenwerk, of het nu 1970 is of 2013, en of het nu draait om preventie, om installatie of om gebruik.
Zorgen voor de toekomst
Kijkend naar de techniek en naar de expertise van de brandweer, hoeven we ons in de toekomst geen zorgen te maken over het beheersen van de brandveiligheid in hoogbouw. Maar dan moet een en ander wel zorgvuldig worden ingebed in toekomstige regelgeving. Steens; “Wat dit betreft zetten we vraagtekens bij de huidige voorstellen voor de toekomstige Omgevingswet.” Zo lijkt het erop dat het ministerie van Binnenlandse Zaken het toetsen van de bouwtechnische kwaliteit van bouwwerken wil overdragen aan marktpartijen. Tot nu toe is in elk geval niet gebleken dat zij de adviesrol van de brandweer wil inbedden in de regelgeving. Bij min of meer standaard bouwplannen en niet-complexe gebouwen is een toets door de markt zeker mogelijk. Maar bij lastiger situaties voorspelt de brandweer risico’s. Steens: “Als de plannen doorgaan, en als
de (lokale) brandweer buitenspel wordt gezet bij het ontwikkelen en bouwen van bouwwerken, dan bestaat de mogelijkheid dat problemen zoals destijds bij de brand in het Groot Handelsgebouw opnieuw realiteit worden.” * De Handreiking brandveiligheid in hoge gebouwen onderscheidt drie ontruimingsconcepten: A. Volledige ontruiming met standaard ontruimingstijd. B. Volledige ontruiming met verlengde ontruimingstijd. C. Gefaseerde ontruiming met verlengde ontruimingstijd. * Foka Kempenaar is communicatieadviseur bij SBRCURnet
nummer 5
november 2013
11
Thema RWA/BMI
Frank van Elsen *
Nut en noodzaak van een RWA-installatie Door allerlei oorzaken is toepassen van een rook- en warmteafvoerinstallatie enigszins in onbruik geraakt, met name in de vele middelgrote opslagloodsen die Nederland rijk is. Toch kan volgens Frank van Elsen een RWA-installatie van groot nut zijn bij bestrijden van brand en behoud van het gebouw.
T
oen ondergetekende in 1986 als net afgestudeerde Werktuigbouwkundige bij een producent van rookluiken ging werken, was het standaard dat gebouwen vanaf 2.500 m2 voorzien werden van rookluiken. Veelal betrof het dan gebouwen met een, zoals het Bouwbesluit later zou stellen, industriefunctie. Later kwamen daar Atria-gebouwen bij en nog weer later parkeergarages. Sinds die tijd is er veel veranderd. Zo werd het Bouwbesluit geïntroduceerd en kwam de alom bekende methode Beheersbaarheid van Brand (BvB) op de markt. Ontwerpen van een RWA-installatie werd genormeerd in de NEN 6093 en last but not least werd onder auspiciën van het NCP een certificatieregeling opgetuigd welke in grote lijnen de reeds bestaande regeling voor brandmeldinstallaties volgde.
In onbruik
Door allerlei oorzaken is toepassen van een RWA-installatie echter enigszins in onbruik geraakt, met name in de vele middelgrote opslagloodsen die Nederland rijk is. Een van de oorzaken is dat er (te) vaak een (te) grote rol aan deze installatie werd toebedeeld terwijl de “prestatie” ervan voor een belangrijk deel (mede)
12
nummer 5
afhankelijk is van onder andere interactie met de brandmeldinstallatie en eventueel sprinklerinstallatie, maar ook met toevoeropeningen en aard van aanwezige brandbare materialen. In dit samenspel van ontwerpcriteria en randvoorwaarden ging het vaak mis, waardoor de brandweer steeds minder achter de aangevoerde ‘gelijkwaardige oplossing’ kon staan. Berucht is een brand in een grote bouwmarkt waarbij de aard en omvang van aanwezige brandbare materialen de oorzaak bleek van een veel snellere brandontwikkeling als aangenomen, waardoor bij aankomst van de brandweer er geen sprake meer was van een ‘door de brandweer beheersbare brand’ zoals bedoeld bij maatregelpakket II van de methode BvB, ook wel de ‘binnenaanval’ genoemd. Ook bij de Schiphol-brand bleek uit onderzoek dat het brandvermogen groter was dan ‘berekend’, omdat er meer brandbaar materiaal aanwezig was in de cel dan aangenomen (of opgegeven).
Nut RWA-installatie
Toch kan een RWA-installatie van groot nut zijn, juist ook bij het bestrijden van brand en het behoud van gebouw en
november 2013
inventaris. Eigenlijk heeft een RWA-installatie voor alle stakeholders belangrijke voordelen. Uiteraard mits juist ontworpen en in stand gehouden. Bij ‘in stand houden’ wordt uitdrukkelijk ook bedoeld de onafhankelijke periodieke controle op het voldoen aan de oorspronkelijke ontwerpcriteria en bijbehorende aanvullende randvoorwaarden. Het nieuwe inspectieschema zoals dit is opgesteld onder auspiciën van het CCV voorziet hier ook in, maar wordt nog nauwelijks of niet toegepast. Bij toepassing van een gecertificeerde RWA-installatie wordt immers de brandweer vroegtijdig gealarmeerd doordat de installatie aangestuurd hoort te worden door een gecertificeerde brandmeldinstallatie, waarbij altijd rookmelders worden toegepast. Het Bouwbesluit 2012 schrijft voor een industriefunctie uitsluitend nog zogenoemde “niet automatische” brandmeldinstallaties voor. Door het afvoeren van hete rookgassen en toevoeren van verse buitenlucht blijft een langere periode beschikbaar voor aanwezige personen om veilig te vluchten en blijft voor de brandweer een langere periode beschikbaar om
Thema RWA/BMI
(Foto: Emiel van Rossum, Bureau van Rossum)
repressief op te treden. Ook blijven verbindingen en doorvoeren door brandscheidende wanden langer zichtbaar en bereikbaar (zie ook het artikel van Bas Olbertz op pag. 19). Belangrijk hierbij is dat de veelal stalen gebouwconstructie langer intact blijft door het afvoeren van de hete rookgassen. De temperatuur waarbij een stalen gebouwconstructie bezwijkt, kan redelijk nauwkeurig berekend worden (zie www.brandveiligmetstaal.nl/pag/285/5a_ kritieke_staaltemperatuur_van_liggers. html) maar bedraagt conservatief gezien ca. 480 째C. Voor de gebouweigenaar/-gebruiker is van belang dat vluchtwegen langer vrij van rook blijven, maar ook de schadebeperkingsmogelijkheden zijn een belangrijke pre. Iets wat brandverzekeraars ook zouden moeten weten te waarderen. Nogmaals, op voorwaarde van een
allesomvattend juist ontwerp, installatie, onderhoud en onafhankelijke periodieke controle van het geheel. Precies daar waaraan het in het verleden nog al eens schortte. Overigens heeft men in de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond met de vele koopmansgoederenloodsen altijd nog toepassing van RWA beleidsmatig ingepast tegen de achtergrond van onder andere extra repressieve mogelijkheden voor de brandweer (zie Handreiking/ werkinstructie van de VRR bij toepassing
methode BvB 2007 en richtlijn voor brandpreventie opslagloodsen met koopmansgoederen). Vanaf 5.000 m2 wordt in deze richtlijnen toepassing van een brandmeld- en RWA-installatie voorgeschreven.
Gelijkwaardige oplossing
Een RWA-installatie wordt meestal toegepast in het kader van een benodigde gelijkwaardige oplossing zoals bedoeld in artikel 1.3 van het Bouwbesluit. Hierbij kan gedacht worden aan een groter brandcompartiment en/of langere vluchtwegen.
Een RWA-installatie heeft voor alle stakeholders belangrijke voordelen
nummer 5
november 2013
13
Thema RWA/BMI
Gelijkwaardigheid voor langere vluchtwegen heeft niet ter discussie gestaan alhoewel ook in dit geval de brandafmeting en dus rookontwikkeling welke in de berekening werd meegenomen niet altijd eenduidig was. Gelijkwaardigheid voor grotere brandcompartimenten is langzamerhand ter discussie komen te staan. Voornamelijk omdat de gelijkwaardigheid meestal gebaseerd was op toepassing van de methode Beheersbaarheid van Brand (BvB) en de hierin beschreven ‘succesvolle binnenaanval’ bij toepassing van maatregelpakket II, terwijl de bijbehorende randvoorwaarden
Vervolgens werden hierop de benodigde rookluiken gedimensioneerd in functie van de benodigde rookvrije hoogte. Onnodig te zeggen dat dit geen waterdichte benadering was, hetgeen de eerder gememoreerde bouwmarktbrand laat zien. Het Bouwbesluit 2012 gaat anders om met het fenomeen groot brandcompartiment. In de nota van toelichting op artikel 1.3 staat: “Het realiseren van een groter brandcompartiment vindt voortaan plaats met een beroep op de gelijkwaardigheidsbepaling. De gelijkwaardigheidsbepaling maakt het mogelijk een groter brandcom-
We zijn geëvolueerd naar een situatie waarin RWA haast uitsluitend nog wordt toegepast als ondersteuning van veilig vluchten hiervoor vaak niet geheel ingevuld bleken. In het Bouwbesluit 2003 werd het toestaan van grote brandcompartimenten nog geregeld met artikelen in afdeling 2.22, grote brandcompartimenten. In de toelichting op artikel 2.201 werd naar de toepassing van de Methode BvB, overigens de ‘oude’ versie uit 1995, verwezen.
Misgegaan
En hier nu is het wat betreft toepassing van RWA-installaties misgegaan. Doordat de methode BvB als randvoorwaarde een relatief beperkte brandafmeting (25m2 en 10m hoog) gaf, zeker in relatie tot de functionele eis en bijbehorende prestatieeis inzake brandcompartimentering en de ontwerpnorm NEN 6093 geen uitspraak doet over branduitbreidingsnelheid en brandafmeting, werd vaak volstaan met het opnemen van de randvoorwaarde dat hieraan voldaan zou worden. Controle op dit aspect werd aan het bevoegd gezag gelaten.
14
nummer 5
partiment of subbrandcompartiment te realiseren dan is toegestaan op grond van de prestatie-eisen in de afdelingen 2.10 (Beperking van uitbreiding van brand) en 2.11 (Verdere beperking van uitbreiding van brand en beperking van verspreiding van rook). Bij het beroep op gelijkwaardigheid moeten het compartiment en de inrichting daarvan zodanig zijn dat er sprake is van een aan genoemde afdelingen gelijkwaardige brandveiligheid.”
Ondersteuning
Vast staat dat we geëvolueerd zijn van een situatie waarin gebouwen vanaf 2.500 m2 voorzien werden van een RWA-installatie naar een situatie waarin haast uitsluitend nog RWA toegepast wordt als ondersteuning van veilig vluchten. Of dit een verbetering of een verslechtering is mag een ieder voor zich bepalen en zal sterk afhankelijk zijn van de rol van de beschouwer.
november 2013
Voortschrijdend inzicht heeft geleid tot terugbrengen van de compartimentsgrootte voor een industriefunctie naar die van voor de invoering van het Bouwbesluit, namelijk 2.500 m2, daar waar Bouwbesluit 2003 nog 1.000 m2 voorschreef. Er wordt inmiddels gewerkt aan de transformatie van de methode BvB 2007 tot een NEN norm waarin deze ‘nieuwe’ inzichten zijn verwerkt. Er is veel voor te zeggen om industriegebouwen vanaf ca. 2.500 m2 van een RWA-installatie te voorzien. Veel tijdig ontdekte branden kunnen wel degelijk door snel en adequaat handelen van eigen BHV personeel of de brandweer bestreden en geblust worden. Het gecontroleerd laten afbranden, met alle gevolgen voor juist ook het publieke domein, is anno 2013 niet langer wenselijk en ook niet noodzakelijk. Tenslotte worden de kosten van brand en voor brandpreventie uiteindelijk door ons allen betaald.
Toekomst
Het inspectieschema brandbeveiliging versie 7.0, zoals dit uiterlijk vanaf 1 januari 2015 gehanteerd dient te worden voor nieuwe en bestaande installaties (zie toelichting op art. 6.20 BB2012) die op grond van het Bouwbesluit 2012, al dan niet op basis van artikel 1.3 gelijkwaardigheid, voorgeschreven zijn, lost in ieder geval de problemen uit het verleden zoals hiervoor geschetst grotendeels op. Bovendien kan er bij toepassing van een gecertificeerde RWA-installatie ‘veilig’ bespaard worden op andere kosten, zodat deze brandveiligheidvoorziening budgettair neutraal inpasbaar is. * Frank van Elsen is directeur van FE-Fire Safety Engineering (www.fe-fire-safetyengineering.nl)
Thema RWA/BMI
Marc Mergeay *
Rookbeheersing in ondergrondse parkeergarages Waar rook is, is vuur, dat weten we allemaal wel zeker, meer nog dan spreekwoordelijk. Maar wat als er zo veel rook is, dat niet duidelijk is waar dat vuur zich bevindt? Bijvoorbeeld in ondergrondse parkeergarages.
A
l vrij snel nadat ik in 2009 voor het eerst kennis maakte met de normalisatie van onderwerpen op het gebied van brandveiligheid, begreep ik van de betrokken deelnemers uit de brandweersector dat in sommige situaties rook meer nog dan vuur van grote invloed kon zijn op het succesvol bestrijden van een brand. Afhankelijk van het brandend materiaal en de daarbij vrijkomende stoffen kan rook giftig of zodanig ondoorzichtig zijn, dat zonder bijzondere preventieve maatregelen in de ruimte überhaupt geen repressieve (of offensieve) inzet mogelijk is.
Ondergronds
Er zijn tegenwoordig veel mogelijkheden om rook van het gebied rond de brandhaard weg te voeren, zoals rookluiken of een samenstel van ventilatoren die als doelstelling hebben de rookverspreiding te beheersen. Maar als de brand ondergronds plaatsvindt, bijvoorbeeld in een parkeergarage, dan is er al snel veel meer nodig als je wilt voorkomen dat de hele ruimte door rook ontoegankelijk wordt. Dat vereist een uitgebreid rookbeheersingssysteem, een complex geheel van detectie-
en alarmeringssystemen, die gekoppeld worden aan een krachtig, specifiek voor dat doel ontworpen ventilatiesysteem met ventilatoren die tegen extreme condities bestand zijn.
Norm
In mei 2004 werd het initiatief genomen een norm te gaan schrijven voor rookbeheersing in ondergrondse parkeergarages. Officieel heet dit: rookbeheersing in mechanisch geventileerde parkeergarages. Dat het een complex en gevoelig onderwerp is, kan worden geconcludeerd uit de marsroute die daarop volgde: het duurde tot oktober 2007 voordat het eerste normontwerp gereed was voor publicatie. Er was meer dan een jaar nodig om al het binnengekomen commentaar te verwerken tot een eindconcept wat eind 2008 aan de commentaargevers werd gepresenteerd.
Door een bezwaar tegen de publicatie van de norm kon de werkgroep opnieuw aan de slag om uiteindelijk eind 2009 met een 2e normontwerp te komen. Tegen dat normontwerp werd wederom een bezwaar ingediend etc. etc. Pas in februari 2012 werd NEN 6098 zoals die nu in gebruik is definitief gepubliceerd. Een traject van net geen acht jaar…
Stand van zaken
Dat een normontwikkeltraject niet over één nacht ijs gaat, moge duidelijk zijn. Maar dan heb je ook iets wat het gebruik van grote ondergrondse parkeergarages veilig maakt, toch? En wat bovendien actueel mag worden genoemd? We zijn inmiddels ruim anderhalf jaar verder en wat blijkt? Het is niet in alle gevallen mogelijk om een ventilatiesysteem te ontwerpen dat
De multidisciplinaire oplossing voor brandveiligheid van parkeergarages komt er wel nummer 5
november 2013
15
Thema RWA/BMI
voldoet aan de criteria van NEN 6098 en levert de norm dus geen oplossing. In veel gevallen blijkt bij een grote of complexe garage een erg krachtige ventilatie nodig om te voldoen aan de criteria. Denk aan 50- tot 100-voudige ventilatie, aangevuld met stuwventilatoren. Voor toe- en afvoer van die ventilatie onder de grond heb je behoorlijk grote schachten nodig, met tientallen vierkante meters aan doorsnede. De stichtings- en exploitatiekosten komen daarmee waarschijnlijk in de buurt van klassieke methoden als brandcompartimentering of sprinklers. De voordelen van de ventilatie-
16
nummer 5
oplossing ten opzichte van die klassieke methoden vallen dan weg. De ‘zicht op de brand’ die je met NEN 6098 garandeert is niet absoluut. De brandweer moet nog steeds zoeken naar de precieze locatie. Ze kunnen dat wel doen vanuit een rookvrij gebied, en weten ook dat de brandhaard binnen 15 m van de rand van de rook ligt. Als de brandweer later aanwezig is dan voorzien, of als de brand onverhoopt sneller overspringt naar andere auto’s, kan het zijn dat de ventilatie ontoereikend is op het moment dat de brandweer naar binnen wil.
november 2013
Langparkeren
Acht jaar ploegen en keer op keer over hetzelfde thema redeneren blijkt uiteindelijk het risico van een tunnelvisie (of is het hier een ondergrondse parkeervisie) op te leveren, waar dwalingen pas door intensieve praktische toepassing van een norm aan het licht komen. Ondanks ieders goede bedoelingen wordt maar weer eens bewezen dat theorie en praktijk verdraaid lastig zijn in te vlechten. Hiermee kan dus de conclusie worden getrokken, dat de norm alweer toe is aan revisie. Maar de diehards die het traject acht jaar hebben getrokken staan niet te springen om zich
Thema RWA/BMI
NORMCOMMISSIE ROOKBEHEERSINGSSYSTEMEN Normen zijn afspraken die belanghebbende partijen vrijwillig maken over een product, dienst of – in het geval van de normcommissie Rookbeheersingssystemen – een compleet systeem. Door goede afspraken over rook- en warmteafvoer wordt bij brandsituaties een veilige ontvluchting gecreëerd en/of de brandbestrijding beter mogelijk gemaakt. De normcommissie Rookbeheersingssystemen wordt begeleid door NEN, het Nederlands Normalisatie-instituut. De normcommissie Rookbeheersingssystemen vormt een breed platform waarin vertegenwoordigers van de overheid, het bedrijfsleven en belangenorganisaties elkaar ontmoeten en besluiten nemen over bestaande en nieuwe normen. Wilt u meer weten over normalisatie of wilt u lid worden van de normcommissie Rookbeheersingssystemen, neem dan contact op met Marc Mergeay, secretaris normcommissie Rookbeheersingssystemen en consultant NEN Bouw. Telefoon (015) 2 690 367, e-mail marc.mergeay@nen.nl
weer te committeren en financieel te verbinden aan een vervolgtraject. Sterker nog: blijkbaar waren de geldkranen van de diverse belanghebbenden volledig uitgeput, waardoor ik de normcommisse rookbeheersingssytemen halverwege dit jaar op ‘langparkeren’ heb moeten zetten. Een noodzakelijke, maar betreurenswaardige maatregel…
Haarlemmer olie
En dan de vraag of opdrachtgevers sinds de grote brand in De Appelaar in Haarlem ‘als vanzelfsprekend’ hun parkeergarages van alle denkbare veiligheidssystemen gaan voorzien. Zolang het commerciële aspect van de exploitatie van een parkeergarage prevaleert én zolang vanuit regelgeving geen dwingende veiligheidsvoorschriften (met uitzondering van het veilig kunnen vluchten) bij de bouw van ondergrondse parkeergarages worden voorgeschreven, valt dit ten zeerste te betwijfelen. En bovendien is dan ook de vraag wélke systemen worden toegepast. De initiatiefnemers voor de norm komen uit de hoek van de fabrikanten en
leveranciers van rookbeheersingssystemen, en de norm regelt daarom uitsluitend hoe je met rookbeheersing garages veilig maakt. De norm gaat niet over de vraag of rookbeheersing altijd de verstandigste (lees: goedkoopste, meest effectieve, meest robuuste) oplossing is. Daarvoor moeten eerst andere oplossingen, zoals blussystemen en systemen op basis van compartimentering, op vergelijkbaar niveau zijn uitgewerkt (fabrikanten en installateurs van sprinklersystemen heb ik nog niet bereid gevonden de uitdaging aan te gaan om een specifieke norm voor sprinklerinstallaties in ondergrondse parkeergarages te gaan ontwikkelen). Daarna kan bij het uitwerken van een aanvraag worden onderzocht welke oplossing– of waarschijnlijker welke combinatie van oplossingen – het optimale resultaat levert. Het wordt er zeker niet goedkoper van. Kortom, de norm NEN 6098 is niet de ‘Haarlemmer olie’ van de brandbeveiliging van parkeergarages. De norm zo beschouwen zou kortzichtig zijn. Het lijkt vreemd dit uit de pen van de betrokken normalisa-
tieconsultant te vernemen, maar het is in het belang van NEN dat normen correct toegepast en gewaardeerd worden. Het is niet in het belang van NEN dat een norm wordt ingezet om oplossingen buiten de scope van die norm als waardeloos weg te zetten.
De markt
Het is ook pretentieus te roepen dat slechts één systeem in staat is een complex probleem als brand in een ondergrondse parkeergarage te beheersen. Hoe goed dat systeem ook presteert. Daar komt bij, dat een norm, in dit geval dus de NEN 6098, een tijdsmoment insluit. En de tijd staat niet stil. Feitelijk is de markt continu bezig met innovaties. En dat beperkt zich niet tot de markt op het gebied van rookbeheersing. Wat te denken van de stroomversnelling in de ontwikkeling van hybride of volledig elektrische auto’s? Of wellicht straks auto’s die op waterstof rondrijden? Weten we wel hoe zulke auto’s zich gedragen in geval van brand? Een benzinetank zal niet gauw ontploffen, maar geldt dit ook voor andere auto’s? Er zijn al ondernemingen in Amerika die elektrische auto’s uit hun parkeergarages weren. Veelal valt dit te verklaren door onbekendheid met nieuwe producten en het zich beroepen op standaarden waarvan betwijfeld kan worden of deze nog steeds als valide kunnen worden aangemerkt. Bij de totstandkoming van NEN 6098 is als referentiekader een standaard autobrand van drie brandende auto’s genomen. Volgens gangbare theorieën zal een brand zich doorgaans tot deze drie auto’s beperken, omdat de brandweer geacht wordt een verdere ontwikkeling van de brand binnen bepaalde tijd kan tegenhouden. In Haarlem zijn er meer dan 26 auto’s ‘in rook opgegaan’. Letterlijk, want de rook was daar zo dik, dat het naderen van de brand onmogelijk bleek. Tot zover dus de standaard brand. Het lijkt mij interessant het brandgedrag van drie naast elkaar geparkeerde elektrische
nummer 5
november 2013
17
Thema RWA/BMI
auto’s te onderzoeken. Geldschieters mogen zich hiervoor ook in rijen van drie opstellen. Of ben ik nu te optimistisch?
NEN 6098 is niet de ‘Haarlemmer olie’ van de brandbeveiliging van parkeergarages
Hoe nu verder?
Zijn we in staat over die muur te klimmen en met elkaar om tafel te zitten om die multidisciplinaire oplossing uit te werken? Zijn we in staat een model te ontwikkelen waarmee de balans tussen veiligheid, acceptabele risico’s en acceptabele investeringen in evenwicht komt? Ik ben er van overtuigd dat die er ooit zal komen. Zo ben ik de laatste twee jaren actief betrokken in twee werkgroepen die nieuwe normen voor grote brandcompartimenten (NEN 6060) en voor een risicogebaseerde methode voor de
beheersbaarheid van brand (NEN 6079) aan het ontwikkelen zijn. Met name de ‘waardering’ van het toepassen van de verschillende preventieve maatregelen om branden te beheersen, moet fabrikanten en installateurs van de in dit artikel beschreven systemen aanspreken, lijkt mij. De multidisciplinaire oplossing voor
SECUVAK
brandveiligheid van parkeergarages komt er wel, al zal dat niet zonder slag of stoot gaan. Laten we de rookgordijnen neerhalen, zodat we helder zicht krijgen op de brand en hoe deze te beheersen. * Marc Mergeay, consultant NEN Bouw & Installaties
Venray 19, 20 en 21 november 2013 Openingstijden 14.00 - 22.00 uur
Dé vakbeur s vo o r d e c o mp l e te v eilig h eid s - en b ev eilig in g s b r a n ch e
Beurs bezoeken? openingstijden
Vraag eenvoudig gratisuur 14.00 –uw 22.00 entreebewij(s)(zen) aan. - Ga naar www.evenementenhal.nl/secuvak-ve - Vul onderstaande registratiecode in:
8130003401 Evenementen
18
nummer 5
november 2013
ANSPO
* KLEI
N
TR
IN C LU
S IE F
PLEIN
*
HARDENBERG GORINCHEM VENRAY
Evenementenhal Venray De Voorde 30 5807 EZ Venray T 0478 - 51 97 90 E venray@evenementenhal.nl I www.evenementenhal.nl
RT
HAL
Entree (2 personen) Gratis parkeren Verzorgde catering Toegang v.a. 18 jaar Inclusief kennisprogramma
Thema RWA/BMI
Bas Olbertz *
Brandweer en Brandscheidingen
Een adequate combinatie? De brandweer heeft behoefte aan meer inzettactieken dan alleen de (offensieve) binneninzet en de (defensieve) buiteninzet. Als gevolg hiervan is het kwadrantenmodel voor gebouwbrand ontwikkeld. Binnen dit model heeft de brandweer de mogelijkheid in te zetten volgens de defensieve binneninzet, waarbij gebruik wordt gemaakt van de aanwezige brandscheidingen in een gebouw. Om te bepalen of deze scheidingen de brandweer kunnen ondersteunen is onderzoek gedaan naar de werking, de kwaliteit en de herkenbaarheid van brandscheidingen.
O
N FFO TOFMMF VJUCSFJEJOH WBO CSBOE WPMEPFOEF UF CFQFSLFO TUFMU IFU #PVXCFTMVJU FJTFO BBO EF VJUCSFJEJOH WBO CSBOE %JU XPSEU CFSFJLU EPPS EF 8FFSTUBOE UFHFO #SBOE%PPSTMBH FO #SBOE0WFSTMBH 8#%#0 )FU EPFM WBO EF[F FJT JT IFU WPPSLPNFO EBU FFO CSBOE PWFSTMBBU OBBS EF CFMFOEFOEF QFSDFMFO ¢O EBU BBOXF[JHF QFSTPOFO WPMEPFOEF UJKE IFCCFO PN WFJMJH UF LVOOFO WMVDIUFO PG EPPS EF CSBOEXFFS LVOOFO XPSEFO HFSFE 0G EF[F CSBOETDIFJEJOHFO EF CSBOEXFFS LVOOFO POEFSTUFVOFO CJK FFO EFGFOTJFWF CJOOFOJO[FU JT BGIBOLFMJKL WBO NFFSEFSF GBDUPSFO )JFSCJK [JKO IFU UJKETUJQ WBO NFMEFO BM EBO OJFU BVUPNBUJTDI EF LXBMJUFJU WBO EF TDIFJEJOHFO FO IFU KVJTUF HFCSVJL WBO EF BBOXF[JHF CSBOETDIFJEJOHFO WBO DSVDJBBM CFMBOH
Bestaande bouw versus nieuwbouw
Het onderzoek ‘Brandschei-
/JFVXF CPVXXFSLFO IFCCFO POBGIBOLFMJKL WBO EF SJTJDP T FFO IPHFSF 8#%#0 EBO CPVXXFSLFO EJF WPMEPFO BBO EF FJTFO EJF WPMHFOT IFU #PVXCFTMVJU HFMEFO WPPS CFTUBBOEF CPVXXFSLFO %F LBOT EBU EF CSBOEXFFS EBBSEPPS TVDDFTWPM LBO PQUSFEFO JT CJK OJFVXCPVX BBO[JFOMJKL HSPUFS EBO CJK CPVXXFSLFO XBBS EF NJOJNBMF CSBOEWFJMJHIFJETFJTFO [PBMT CFTDISFWFO JO IFU #PVXCFTMVJU [JKO UPFHFQBTU *NNFST WPPS EF VJUHBOHTQVOUFO WBO IFU CPVXCFTMVJU HFMEU EBU t #JOOFO NJOVUFO OB IFU POUTUBBO WBO FFO CSBOE EJF CSBOE NPFU [JKO POUEFLU FO EF EPPS EJF CSBOE CFESFJHEF QFSTPOFO FO EF CSBOEXFFS NPFUFO [JKO HFBMBSNFFSE
Alle openingen zoals deuren, ramen en luiken verhogen de faalkans van de brandscheiding
dingen - Kennen, Herkennen, Erkenen’, Bas Olbertz, juni 2013, is te vinden op: www. Infopuntveiligheid.com (– dossier, - Brandpreventie, - praktijkvoorbeelden) Informatie over het kwadrantenmodel: www.brandweerdoctrine.nl
t
JOOFO NJOVUFO OB IFU NFMEFO WBO # EF CSBOE EF CSBOEXFFS BBOXF[JH FO PQFSBUJPOFFM NPFU [JKO
#JK IFU POUEFLLFO WBO FFO CSBOE [POEFS BVUPNBUJTDIF EFUFDUJF LBO OJFU XPSEFO CFQBBME IPFWFFM NJOVUFO EF CSBOETDIFJEJOHFO FO EF ESBBHDPOTUSVDUJFT BM XPSEFO BBOHFTUSBBME %JU [PV LVOOFO CFUFLFOFO EBU IFU OJWFBV CFTUBBOEF CPVX OBVXFMJKLT EF NPHFMJKLIFJE CJFEU WPPS IFU UPFQBTTFO WBO EF EFGFOTJFWF CJOOFOJO[FU #JK EF[F CFTUBBOEF CPVX-
nummer 5
november 2013
19
Thema RWA/BMI
XFSLFO JT EF UJKE EJF EF CSBOEXFFS IFFGU PN EF CSBOE POEFS DPOUSPMF UF LSJKHFO WPPSEBU EF[F CVJUFO IFU CSBOEDPNQBSUJNFOU USFFEU OBVXFMJKLT UPFSFJLFOE )JFSVJU CMJKLU EBU CJK CFTUBBOEF CPVXXFSLFO EJF WPMEPFO BBO EF NJOJNBMF FJTFO WBO IFU #PVXCFTMVJU OJFU [POEFS NFFS LBO XPSEFO WPMEBBO BBO ¢¢O WBO EF EPFMTUFMMJOHFO WBO IFU #PVXCFTMVJU OBNFMJKL IFU WPPSLPNFO WBO CSBOEPWFSTMBH OBBS EF CFMFOEFOEF QFSDFMFO PNEBU CJK EJU OJWFBV EF 8#%0 MBHFS JT EBO EF UJKE EJF EF CSBOEXFFS OPEJH IFFGU PN AXBUFS PQ IFU WVVS UF LSJKHFO %BBSOBBTU HFMEU EBU EF FJHFOBBS HFCSVJLFS WBO FFO HFCPVX EBU TMFDIUT WPMEPFU BBO EF FJTFO VJU IFU #PVXCFTMVJU [PV LVOOFO WFSXBDIUFO EBU IJK FFO WFJMJH HFCPVX IFFGU FO EBU IFU NBYJNBMF VJUCSFJEJOHTHFCJFE WBO CSBOE ¢¢O DPNQBSUJNFOU [BM [JKO %JU IPFGU EVT OJFU [P UF [JKO XBOOFFS TMFDIUT WPMEBBO XPSEU BBO EF NJOJNBMF FJTFO VJU IFU #PVXCFTMVJU )JFSCJK JT FFO CFMBOHSJKL HFHFWFO EBU EF FJHFOBBS BMUJKE WFSBOUXPPSEFMJKL JT FO CMJKGU FO EBU UJKEFOT IFU HFCSVJL OPPJU FFO HFWBBSMJKLF TJUVBUJF NBH POUTUBBO WPPS EF BBOXF[JHF QFSTPOFO [PBMT HFOPFNE JO EF 8POJOHXFU BSUJLFM B %JU BSUJLFM WJOEU [JKO HSPOETMBH JO IFU #VSHFSMJKL 8FUCPFL BSUJLFM MJE *O EJU BSUJLFM JT CFQBBME EBU JOEJFO FS HFWBBSMJKLF TJUVBUJFT PQUSFEFO UFO BBO[JFO WBO EF BBOXF[JHF QFSTPOFO EVT PPL EF CSBOEXFFS EF FJHFOBBS IJFSWPPS BBOTQSBLFMJKL LBO XPSEFO HFTUFME
Kwaliteit brandscheidingen onder de maat %F MBBUTUF KBSFO [JKO JOTQFDUJFT VJUHFWPFSE OBBS EF CSBOEWFJMJHIFJE JO CPVXXFSLFO VJU WFSTDIJMMFOEF DBUFHPSJFÂ¥O ;P [JKO POEFS BOEFSF TUVEFOUFOXPOJOHFO [PSHDFOUSB EJTDPUIFLFO TPDJBMF XFSLQMBBUTFO FO PWFSEFLUF TQFFMUVJOFO BBO FFO VJUHFCSFJE POEFS[PFL POEFSXPSQFO
6JU EF BOBMZTF WBO EF POEFS[PDIUF HFHFWFOT CMJKLU EBU EF VJUWPFSJOH WBO EF BBOXF[JHF CSBOETDIFJEJOHFO JO HFCPVXFO WFS POEFS EF NBBU JT #JK FFO SVJNF
20
nummer 5
NFFSEFSIFJE WBO EF POEFS[PDIUF HFCPVXFO [JKO ¢¢O PG NFFS HFCSFLFO HFDPOTUBUFFSE JO EF CSBOEDPNQBSUJNFOUFSJOH %F NFFTU WPPSLPNFOEF PPS[BLFO WBO EF HFDPOTUBUFFSEF HFCSFLFO [JKO t )FU WBTU[FUUFO WBO [FMGTMVJUFOEF EFVSFO JO FFO CSBOETDIFJEJOH t /JFU CSBOEXFSFOE BGXFSLFO WBO EPPSWPFSJOHFO WBO LBCFMT FO MFJEJOHFO t )FU EPPSCSFLFO PG HFIFFM WFSXJKEFSFO WBO CSBOETDIFJEJOHFO CJK WFSCPVXJOHFO t 0OKVJTUF VJUWPFSJOH PG GPVUJFG NBUFSJBBMHFCSVJL UJKEFOT EF VJUWPFSJOH %F[FMGEF DPODMVTJF XPSEU PPL HFUSPLLFO VJU POEFS[PFLFO EJF [JKO HFEBBO O› FFO CSBOE 7BBL CMJKLU EBU EF CSBOE OJFU CJOOFO IFU EBBSWPPS CFTUFNEF CSBOEDPNQBSUJNFOU JT HFCMFWFO )JFSCJK XPSEU OBVXFMJKLT POEFSTDIFJE HFNBBLU PG IFU FFO OJFVX CPVXXFSL CFUSFGU PG FFO CFTUBBOE CPVXXFSL 8FM JT WBO CFMBOH PG [PHFOPFNEF APQFOJOHFO BBOXF[JH [JKO JO IFU HFCPVX 6JU POEFS[PFL FO FSWBSJOHFO CMJKLU EBU BMMF PQFOJOHFO [PBMT EFVSFO SBNFO FO MVJLFO EF GBBMLBOT WBO EF CSBOETDIFJEJOH WFSIPHFO %BBSOBBTU JT EF POUXJLLFMJOH WBO EF CSBOE CFQBMFOE CJK HSPUF CSBOEFO PG FFO IPHF BBOXF[JHF WVVSMBTU XPSEU WBLFS HFDPOTUBUFFSE EBU EF CSBOE CVJUFO IFU CSBOEDPNQBSUJNFOU USFFEU
CE-markering
)FU LPNU HFSFHFME WPPS EBU UJKEFOT EF CPVXGBTF PG UJKEFOT EF PQMFWFSJOH HFCSFLFO XPSEFO HFDPOTUBUFFSE UFO BBO[JFO WBO CSBOETDIFJEJOHFO 7PPSCFFMEFO IJFSWBO [JKO HFFO EPPSMPQFOEF CSBOETDIFJEJOH POKVJTU HFQMBBUTUF XBOEFO PG HMBTQVJFO WFSLFFSE NBUFSJBBMHFCSVJL EPPSWPFSJOHFO EJF OJFU CSBOEXFSFOE [JKO BGHFXFSLU FUD %F NBSLUQBSUJK JT FFO CFMBOHSJKLF TDIBLFM JO IFU QSPDFT PN HF[BNFOMJKL UPU FFO BDDFQUBCFM CSBOEWFJMJHIFJETOJWFBV UF LPNFO )FU JT BBO EF CPVXQSBLUJKL PN EF WFSBOUXPPSEFMJKLIFJE UF OFNFO JO IFU MFWFSFO WBO HPFEF LXBMJUFJU JO [PXFM EF QSPEVDUFO BMT EF VJUWPFSJOH
november 2013
Een van de meest voorkomende oorzaken van de geconstateerde gebreken is het vastzetten van zelfsluitende deuren in een brandscheiding. 5JKEFOT IFU POEFS[PFL JT HFCMFLFO EBU FFO UFOEFOT [JDIUCBBS JT EJF EF LXBMJUFJU WBO EF VJUWPFSJOH UFO HPFEF LPNU 0Q &VSPQFFT OJWFBV XPSEU TUFFET NFFS HFXFSLU NFU $& NBSLFSJOH FO /FEFSMBOE TQFFMU IJFS TUFFET CFUFS PQ JO 5FO BBO[JFO WBO EF PNMJHHFOEF MBOEFO JT /FEFSMBOE PQ EJU OJWFBV XBU BDIUFS HFCMFWFO EPPSEBU FS XFJOJH UPF[JDIU JT HFXFFTU EF MBBUTUF KBSFO NFMEU &GFDUJT .FU EF JOWPFSJOH WBO IFU #PVXCFTMVJU BQSJM JT PPL EF $& NBSLFSJOH WPPS WFFM CPVXQSPEVDUFO WFSQMJDIU HFTUFME
Gebruik
0N EF LXBMJUFJU WBO EF CSBOETDIFJEJOHFO PPL OB EF PQMFWFSJOH WBO IFU HFCPVX UF LVOOFO XBBSCPSHFO JT FFO HPFEF JOGPSNBUJFPWFSESBDIU WBO IFU CPVXXFSL OPPE[BLFMJKL %JU HFMEU WPPS IFU CPVXCFESJKG OBBS EF FJHFOBBS FO WBO EF FJHFOBBS OBBS EF IVVSEFS HFCSVJLFS WBO IFU CPVXXFSL *O IFU #PVXCFTMVJU [JKO TQFDJmFLF BSUJLFMFO PQHFOPNFO PWFS EF
Thema RWA/BMI
IFSLFOOFO 0N EJU UF UPFUTFO JT FFO FORV¤UF VJUHF[FU XBBS CJKOB CSBOEXFFSNFOTFO VJU IFU IFMF MBOE NFEFXFSLJOH BBO IFCCFO WFSMFFOE 6JU EF[F FORV¤UF CMJKLU EBU EF LFOOJT PQ IFU HFCJFE WBO CSBOEDPNQBSUJNFOUFSJOH OJFU WPMEPFOEF JT #SBOEXFSFOEF EFVSFO FO QMBGPOET XPSEFO MBOH OJFU BMUJKE IFSLFOE 0PL EF MPDBUJF WBO EF TDIFJEJOHFO JT OJFU BMUJKE CFLFOE CJK IFU CSBOEXFFSQFSTPOFFM *O XJOLFMDFOUSB FO CFESJKGTWFS[BNFMHFCPVXFO XPSEU WBLFS FFO CSBOETDIFJEJOH WFSXBDIU EBO EBU FS JO XFSLFMJKLIFJE BBOXF[JH [BM [JKO 8BOOFFS EF[F TDIFJEJOH OJFU XFSLU IPVEFO EF NFFTUF SFTQPOEFOUFO EF FJHFOBBS HFCSVJLFS IJFSWPPS WFSBOUXPPSEFMJKL EPPSEBU EF[F [JDI PWFS IFU BMHFNFFO UF XFJOJH CFXVTU JT WBO IFU OVU FO EF OPPE[BBL WBO CSBOETDIFJEJOHFO JO [JKO PG IBBS HFCPVX (PFEF FSWBSJOHFO [JKO PQHFEBBO CJK CSBOETDIFJEJOHFO UVTTFO XPOJOHFO CJK BOEFSF HFCSVJLTGVODUJFT CMJKLU EBU CSBOETDIFJEJOHFO WBBL GBMFO
De uitvoering van de aanwezige brandscheidingen in gebouwen is ver onder de maat. (Foto: Emiel van Rossum, Bureau van Rossum)
BBOXF[JHIFJE IFU HFCSVJL FO EF WFSQMJDIUJOH PN CSBOETDIFJEJOHFO XFFS JO HPFEF TUBBU UF CSFOHFO FO UF IPVEFO %F[F BSUJLFMFO CFTDISJKWFO EBU FFO EFVS JO FFO CSBOEXFSFOEF TDIFJEJOH [FMGTMVJUFOE NPFU [JKO VJUHFWPFSE %F EFVS NBH BMMFFO PQFO TUBBO BMT EF[F XPSEU HFTUVVSE EPPS FFO LMFFGNBHOFFUJOTUBMMBUJF HFLPQQFME BBO SPPLNFMEFST %BBSOBBTU XPSEU
OFNFO &FO HPFEF DPOUSPMF FO SFHJTUSBUJF [JKO IJFSJO CFMBOHSJKL %PPS QFSJPEJFL UF SBQQPSUFSFO OBBS EF EJSFDUJF PG IFU #FTUVVS LBO HFMJKL BDUJF XPSEFO POEFSOPNFO CJK HFDPOTUBUFFSEF POKVJTUIFEFO %F PWFSIFJE EJFOU UPF[JDIU UF IPVEFO PQ EF OBMFWJOH WBO EF[F DPOUSPMF FO [BM PQ NPFUFO USFEFO XBOOFFS NJTTUBOEFO XPSEFO HFDPOTUBUFFSE
Brandweerpersoneel heeft niet voldoende kennis van brandscheidingen om deze te gebruiken bij een inzet TQFDJmFL WFSNFME EBU DPOUSPMFT NPFUFO XPSEFO VJUHFWPFSE PQ BBOHFCSBDIUF PG HFXJK[JHEF EPPSWPFSJOHFO %PPS JOUFSO UPF UF [JFO PQ EF OBMFWJOH WBO EF SFHFMHFWJOH JO IFU HFCPVX [BM EF HFCSVJLFS EF[F UBBL PQ [JDI NPFUFO
Kennis onder brandweerpersoneel 0N HFCSVJL UF LVOOFO NBLFO WBO CSBOETDIFJEJOHFO UJKEFOT CSBOE NPFU IFU SFQSFTTJFWF CSBOEXFFSQFSTPOFFM PQ EF IPPHUF [JKO WBO EF BBOXF[JHIFJE WBO CSBOETDIFJEJOHFO FO EF[F LVOOFO
Conclusie
/BBS BBOMFJEJOH WBO IFU POEFS[PFL CMJKLU EBU HFCSVJLFST [JDI POWPMEPFOEF CFXVTU [JKO WBO EF CSBOEWFJMJHIFJETWPPS[JFOJOHFO JO IFU CPVXXFSL EF CPVXCSBODIF OPH NFFS FJHFO WFSBOUXPPSEFMJKLIFJE NPFU OFNFO UJKEFOT EF VJUWPFSJOH FO IFU SFQSFTTJFWF CSBOEXFFSQFSTPOFFM OJFU WPMEPFOEF LFOOJT IFFGU WBO CSBOETDIFJEJOHFO PN EF[F UF HFCSVJLFO CJK FFO JO[FU 0N EJU UF WFSCFUFSFO [JKO BBOCFWFMJOHFO HFEBBO OBBS EF CFUSPLLFO QBSUJKFO *OEJFO HF[BNFOMJKL XPSEU OBHFTUSFFGE PN EF LXBMJUFJU FO LFOOJT UFO BBO[JFO WBO CSBOETDIFJEJOHFO UF WFSCFUFSFO [BM EJU FFO QPTJUJFWF CJKESBHF MFWFSFO UJKEFOT EF CSBOEXFFSJO[FU * Bas Olbertz is werkzaam bij Brandweer Twente, Sector Brandveiligheid, Team Advies. In dit kader volgde hij de opleiding HBO Bouwkunde aan de Hogeschool Arnhem- Nijmegen. Zijn afstudeeropdracht over brandscheidingen is totstandgekomen in samenspraak met Brandweer Twente en het Procesteam Brandweerdoctrine.
nummer 5
november 2013
21
Uit het brandlab
Dertig jaar vooruit met een volledige gebouwscan Problemen met een brandveiligheidsaspect van een gebouw, die wil iedere beheerder of eigenaar zo snel en goedkoop mogelijk opgelost hebben. Efectis pleit echter voor een totaaloplossing voor de lange termijn. “We hebben echt iets toe te voegen met een goed concept en een volledige scan.”
E
lke gebouwbeheerder of -eigenaar krijgt ermee te maken: de brandweer komt langs en ontdekt één of zelfs meer gebreken. De problemen worden verholpen, en een jaar later ziet de inspecteur (of een collega-inspecteur) hele andere gebreken die opgelost moeten worden. Efectis adviseert dan om een volledige gebouwinspectie uit te voeren en het brandveiligheidsconcept onder de loep te nemen. “Dit hebben we de afgelopen paar jaar al een aantal keer toegepast”, zegt Abeltje Tromp, projectleider Fire Engineering bij Efectis. “Het is een hele functionele aanpak gebleken waar we nu nog meer op willen focussen.”
Niveau
Abeltje Tromp voert de inspecties uit, denkt na over oplossingen, begeleidt collega’s en leidt gebouweigenaren en -beheerders op door middel van cursussen. Stap één van de inspectie: vaststellen hoe het gebouw eraan toe is. Dat kan op verschillende manieren. Tromp: “Je kunt
Soms loont het om een brandwerende scheiding te verleggen om aanpassingen aan veel en/of moeilijke bereikbare doorvoeringen te voorkomen.
22
nummer 5
kijken naar componenten, of je doet het hele gebouw, waarbij het van belang is om te beslissen welk veiligheidsniveau je na wilt streven. Moet het op nieuwbouwniveau of ga je uit van een wat lager niveau omdat het een bestaand gebouw is? Daar vraagt de bouwregelgeving ook om. Als je dat toetskader hebt vastgesteld, kun je in het gebouw controleren of je voldoet aan de eisen die bij dat toetskader horen.”
Foutje
Maar wat leert de ervaring: het gebouw voldoet nooit aan het toetskader. “Die conclusie kun je van tevoren al opschrijven”, weet Tromp. Vaak zijn daar verschillende oorzaken voor. In hele nieuwe gebouwen zit altijd wel ergens een foutje. De tekening is niet duidelijk, er is iets over het hoofd gezien of een component wordt in de praktijk anders gebouwd. “Of er is een mooie brandwerende wand aangebracht en de gebruiker wil het kantoor groter maken, dus haalt hij die wand weg. Hij begrijpt niet dat hij daarmee de brandwerende scheiding om zeep helpt, omdat hij geen kennis of geen goede set tekeningen heeft.” Bij oudere gebouwen ligt het een stuk ingewikkelder, omdat daar vroeger vaak fouten gemaakt zijn die nooit aan het licht zijn gekomen. “Wat ik heel veel zie, is dat er op de oorspronkelijk bouwtekeningen weinig staat op het gebied van compartimentering. Alle deuren die brandwerend moeten zijn, zijn gemarkeerd en er staat bij dat de pui zestig minuten brandwerend is. Alleen een brandwerende scheiding moet wel een doorlopende lijn zijn. Als je alleen een aantal brandwerende deuren hebt, moet je zelf maar verzinnen hoe het
november 2013
Het exacte verloop van de compartimentering moet geschat worden aan de hand van de locaties van de brandwerende deuren.
contour van het brandcompartiment loopt. Dus in de praktijk zal niemand weten waar precies de brandwerende scheiding zit.”
Acceptabel
Volgens Tromp is het grote voordeel van de bouwregelgeving dat de veiligheid op heel veel aspecten geregeld is. “Er zit overmaat in de veiligheid. Dat kan er toe leiden dat een gebouw niet aan alle prestatie-eisen voldoet, maar in totaal nog veilig genoeg is. Wat je vooral in oude gebouwen ziet, zijn wanden van steenachtig materiaal. Als die netjes doorlopen tot aan de vloer, is het een brandwerende wand, ook al weet niemand dat die wand brandwerend moet zijn. Of in een gang van honderd meter zijn vijf spiegeldraadglasdeuren geïnstalleerd. Misschien niet heel goed uitgevoerd, maar als je volgens de eisen maar één goede nodig hebt, zijn die vijf deuren samen misschien wel veiliger.”
Nadenken
De bouwregelgeving geeft ook de ruimte om dergelijke gelijkwaardigheid toe te passen,
Uit het brandlab
zegt Tromp. “Dat betekent dat je niet de standaardeisen volgt maar met logisch nadenken kijkt hoe je een gebouw even veilig kunt maken, op een manier die beter aansluit bij het gebruik van het gebouw.” Zeker in bestaande gebouwen is daarmee volgens Tromp heel veel winst te halen. “Misschien zijn die twee deuren die half brandwerend zijn en samen met een halletje een trappenhuis scheiden van de verdieping wel net zo veilig of veiliger dan die ene nieuwe deur die je zonder na te denken zou plaatsen. Daardoor kun je onnodige of ondoordachte maatregelen voorkomen. We willen een begrijpelijk en helder concept maken, wat we vervolgens netjes kunnen vastleggen en met de gemeente kunnen bespreken. Dan moet je in het begin meer investeren, maar vervol-
gens heb je wel een strak plan waarmee je dertig jaar vooruit kan.
Uit hEt brandlab
Borgen
Het gaat volgens Tromp niet alleen om het gebouw, maar ook vooral het brandveiligheidsconcept dat erachter zit en nooit goed is vastgelegd. “Als je dat goed regelt, kan je vervolgens met een klein stukje opleiding voor de gebouwbeheerder of -eigenaar borgen dat het gebouw goed blijft.” En dat is precies de kennis en het inzicht dat Efectis mee wil brengen tijdens een volledige gebouwinspectie. “We hebben echt iets toe te voegen met een goed concept en een volledige scan. Het is beter om het in één keer goed te doen, anders blijf je achter de feiten aanlopen.”
Efectis stapt in de elektriciteit
In elke uitgave van Brandveilig.com verzorgt Efectis enkele pagina’s. Met meer dan tweehonderd medewerkers is Efectis de grootste organisatie die is gericht op brandveiligheid in Europa. De Efectis groep heeft vestigingen in Nederland (Bleiswijk), Frankrijk (Parijs, Metz, Lyon, Montpellier en Bordeaux), Spanje (Madrid) en Turkije (Istanbul) en beschikt naast deskundig personeel over een uniek en breed scala aan beproevingsfaciliteiten en moderne computersimulatiemiddelen. Verder onderhoudt Efectis actief relaties met de brandweer en toezichthouders en ook met kennisinstellingen, zoals universiteiten en onderzoeksinstanties. Hierdoor is Efectis in staat voor haar brede klantenkring altijd snel een pasklaar antwoord of oplossing te genereren. Meer informatie: www.efectis.nl
Een grotere rol in de elektriciteitsmarkt, dat is wat Efectis altijd heeft nagestreefd. Met de brandtesten die het lab nu steeds vaker uitvoert op transformatoren en elektriciteitskabels, lijkt die wens in vervulling te komen.
D
NV Kema heeft in het afgelopen jaar een nieuw hoogspanningslaboratorium gerealiseerd in Arnhem, het modernste en grootste ter wereld, ook qua elektrisch vermogen. Dit lab stelt elektrische componenten, zoals een transformator, aan allerlei elektrische omstandigheden bloot, zoals overbelasting. DNV Kema voert elektrische testen uit die een relatie hebben met elektrotech-
niek, maar doet per definitie geen brandproeven. “Dus bij alle zaken waar brand aan te pas komt, komen wij in beeld”, zegt Peter Reijman, teamleider Special Testing en Fire Investigations. “Zo’n transformator ondergaat een hele serie testen, waarvan de brandtest er eentje is.” Efectis is een tijd geleden benaderd door KEMA met de vraag of het instituut kabels en transformators kunnen testen. Reijman: “Dat zijn van die hele zware hoogspanningstransformatoren. Er zijn twee types transformatoren: oliegevulde transformatoren en droge, gegoten kunststof-transformatoren. Op die laatste voeren wij testen uit.” De brandproeven worden uitgevoerd volgens een internationale elektriciteitsnorm: IEC 60076-11. De titel is F1 Class Dry Type Power Transformers.
Regime
Volgens die norm heeft Efectis een testkast gebouwd van een bij twee meter
en vier meter hoog. De transformator wordt in die kast geplaatst en op een stalen brandbak wordt gezet. Daarna wordt de transformator op twee punten verhit: in de brandbak zit alcohol dat aangestoken wordt en tegelijkertijd staat er voor de transformator een stralingspaneel. Reijman: “Onder dat regime kijken we wat die transformator doet. Er zijn twee criteria waar je op controleert: ten eerste de hoeveelheid warmte die in de kast ontstaat. Als je er niets in zou zetten, dan blijven de temperaturen tot een bepaald niveau. Maar als die transformator gaat branden, produceert hij zelf ook warmte en stijgt de temperatuur in die kast. Het tweede criterium is de rookdichtheid in het afzuigkanaal van die kast. Daar worden de rookgassen afgevoerd en je meet de rookdichtheid. Als die kunststof transformator veel rook produceert, zou hij afgekeurd worden.”
nummer 5
november 2013
23
Uit het brandlab
Ladder
Diezelfde kast is ook geschikt voor elektriciteitskabels die volgens de norm IEC 60332-3-22, worden getest. In de kast komt verticaal een stalen kabelladder te staan waaraan de zware, gebundelde hoogspanningskabels worden gemonteerd. Vervolgens wordt er een grote propaanbrander tegen die kabels gezet. “We kijken dan naar de verticale vlamuit-
breiding over die kabels. Als de isolatie van die kabels nogal brandbaar is, zal die vlam omhoogkruipen. Als je goed materiaal hebt, met vlamdovende eigenschappen, zal die vlamuitbreiding beperkt blijven.”
Rol
Sinds een jaar is de testopstelling bij Efectis klaar en zijn er inmiddels vier testen uitgevoerd. Er beginnen nu steeds meer
transformatoren vanuit DNV Kema binnen te komen die getest moeten worden. “Ik denk dat wij in Nederland de enige zijn die zo’n test uitvoeren”, aldus Reijman. “Efectis heeft altijd al een grotere rol willen spelen in de elektriciteitsmarkt. Het past ook bij onze werkzaamheden. Wij zijn altijd op zoek naar standaardverrichtingen die over een lange periode werk opleveren. Dit is daar een mooi voorbeeld van.”
Meer aandacht voor opleidingen en cursussen de brandveiligheid in nederland moet verbeterd worden door de kennis in de markt te verhogen. dat zegt Micha de Jong, manager Marketing & Sales bij Efectis nederland. het instituut zal daarom opleidingen en cursussen vaker promoten.
E
fectis heeft veel contact met marktpartijen en de overheid en merkt dat er een duidelijk tekort aan kennis is over brandveiligheid. Een belangrijke oorzaak is de ontwikkeling in de bouwsector. Marktpartijen door de hele keten – architecten, aannemersbedrijven, toeleveranciers en toezichthouders – moeten hun deuren sluiten. Ook met de oudere professionals die de branche verlaten, verdwijnt veel kennis. De nieuwe generatie moet het vervolgens heel snel oppikken. “Sinds de branden in Volendam en op Schiphol hebben een aantal partijen kennis opgebouwd, maar die stijgende lijn wordt nu onder andere door de crisis onderbroken”, zegt Micha de Jong, manager Marketing & Sales bij Efectis. De economie vormt niet de enige oorzaak. “We hebben ook steeds meer te maken met Europese wet- en regelgeving en de CE-markering die voor onduidelijkheid zorgen in de markt.”
Aandacht
Efectis gaat daarom meer nadruk leggen op opleidingen en trainingen. “We gaan veel meer trainingen communiceren en
24
nummer 5
aanbieden, informatiedagen organiseren, van alles om de aandacht hierop te richten”, aldus De Jong. “We zijn begonnen ons te focussen op de mensen die verantwoordelijk zijn voor gebouwen, om bij hen het bewustzijn te creëren over hoe zij een gebouw brandveilig moeten gebruiken en beheren. Als de opdrachtgever niet weet waar het gebouw aan moet voldoen, kan hij de aannemer ook niet controleren op zijn werk. Dus we proberen vanuit die private sector door de keten heen dat bewustzijn verder te vergroten.” Hoe bereikt Efectis die gebouwbeheerders en -eigenaren? Deels door hun netwerk. De Jong: “We krijgen veel vragen van marktpartijen over uitgevoerd werk in een gebouw waarvan ze willen weten of het goed gedaan is. We proberen ook via social media de markt te benaderen. Daarnaast staan we op Vakbeurs Facilitair 2014 in ’s-Hertogenbosch, van 15 tot en met 17 januari. We zijn daar aanwezig om vragen te beantwoorden en bewustzijn te creëren.”
Onderricht
Dan is er het boek Fire Safety Engineering, dat sinds eind september bij Efectis
november 2013
besteld kan worden. “Daarmee richten we ons op het hele werkveld van adviseur, onderzoeker en medewerker van bouw- en woningtoezicht tot architect, op de producerende markt en de aannemerij en ook op het onderwijs. We proberen het in alle schoolbibliotheken te krijgen. We benaderen daarvoor een aantal scholen die speciale (deel)opleidingen hebben op het gebied van brandveiligheid.” Efectis krijgt ook regelmatig studenten Bouwkunde op bezoek. “We hebben vanuit onze TNO-tijdperk we een functie van algemeen onderricht op het gebied van brandveiligheid en marktontwikkeling, en dat blijven we ook doen nu we een commerciële organisatie zijn. Ook brandweerkorpsen betalen een laag tarief om bij ons geïnformeerd te worden. Dit is één van onze belangrijke taken.” Efectis verzorgt afhankelijk van de vraag trainingen bij bedrijven in huis of in het laboratorium in Bleiswijk. “Wij hebben een voorkeur om het bij ons te doen, omdat we mensen dan gelijk het laboratorium kunnen laten zien en we de specialisten van de verschillende vakgebieden er makkelijker bij kunnen betrekken.”
Brandveiligheid
Jan Sterk *
Het brandrisico van zonnepanelen Consumenten kopen in één keer niet slechts een paar panelen, maar meteen tien of twaalf.
De huidige snelle groei van zonne-energie vraagt volgens experts dringend om actie om eigenaren van zonnepanelen bewust te maken van de schaderisico’s en om deze risico’s middels regelgeving te beperken.
D
e voorjaarsbijeenkomst van ASPO, de vereniging van technici in het verzekeringswezen, ging over ‘Risico’s op daken’. En dus ook over zonnepanelen op daken. Daarover vertelden Hak van der Sijp, Senior Risk Engineer, en zijn collega Eric de Boer, Technisch Adviseur van HRC (Hannover Risk Consultants B.V.). HRC is een volledig zelfstandige dochter van HDI-Gerling Verzekeringen N.V. De organisatie bestaat
uit een twintigtal ervaren en deskundige risk engineers, die voor nationale en internationale opdrachtgevers werken. HRC verzorgt zelf risicoanalyses en adviestrajecten. De huidige snelle groei van zonne-energie vraagt volgens De Boer en Van der Sijp dringend om actie om eigenaren van zonnepanelen bewust te maken van de schaderisico’s en om deze risico’s middels regelgeving te beperken.
Kennis verzamelen
De basis voor de presentatie vormde het onderzoek dat was uitgevoerd door collega Hans Verdoodt in België. De Boer: “In ons land valt het nog wel mee met de schades. Dat is in België of Duitsland anders. Daar zijn, door subsidies, al veel meer van deze systemen geïnstalleerd. En het gaat niet alleen om schade door brand (kortsluiting), maar ook door diefstal, storm of waterschaden (lekkages). Denk maar aan
nummer 5
november 2013
25
Brandveiligheid
de zonnepanelen die langs de snelweg A9 werden geplaatst. Ze werden al tijdens de installatie gestolen. Recenter is de diefstal van alle zonnepanelen van een Haagse school.” Volgens Van der Sijp gaat het niet alleen om zonnepanelen op het eigen dak, maar
diversiteit van schaderisico’s door zonne-energie.”
SNELLE GROEI ZONNE-
Extra onderwijs
VERMOGEN VORIG JAAR
Bij hun bedrijfsbezoeken constateerden De Boer en Van der Sijp dat de vakkennis onder de installatiebedrijven van zonne-
“Gebrek aan kennis leidt tot het het onderschatten van de schaderisico’s”
ook om omvangrijke systemen van investeerders op daken van derden. Hier spreekt aansprakelijkheid voor schaden ook een rol. De panelen kunnen schade aan de opstal veroorzaken (brand of lekkage) of de gebouweigenaar kan schade aan de panelen veroorzaken. Van der Sijp: “Verzekeraars doen er goed aan om meer kennis en inzicht te verzamelen over de
energiesystemen niet gelijk is verdeeld. De Boer: “Bij inspecties zie ik dan bijvoorbeeld dat de bedrading op het dak niet is afgeschermd tegen uv-straling. De installatie functioneert, maar zoiets geeft op termijn problemen. Gebrek aan kennis kan fouten tot gevolg hebben bij het ontwerpen en bij het aanleggen van de systemen. Gebrek aan kennis leidt ook tot
ENERGIE: GEÏNSTALLEERD VERDUBBELD Volgens de cijfers van Holland Solar gaat het de laatste tijd hard met de verkoop van zonnepanelen. In 2012 is meer vermogen geïnstalleerd dan in de 25 jaar ervoor. Het jaar 2013 lijkt opnieuw een record op te leveren. Consumenten kopen in één keer niet slechts een paar panelen, maar meteen tien of twaalf. Ook zijn er die in één keer het hele dak vol leggen. Holland Solar is de brancheorganisatie van Nederlandse experts in zonne-energie met circa 130 leden, waaronder leveranciers, fabrikanten, installateurs, adviseurs en architecten.
FALENDE ZONNEPANELEN In een tweetal berichten besteedde Cobouw onlangs aandacht aan zonnepanelen en meer in het bijzonder het feit dat deze vaak niet goed worden aangesloten. Dit kan op veel manieren misgaan en heeft o.a. te maken met (een gebrek aan) kennis. En een gebrek aan kennis kan leiden tot brand. Cobouw 25 september 2013: “Veel Nederlandse zonnepanelen doen niets” Cobouw 27 septemebr 2013: Hak van der Sijp: “Verzekeraars doen er goed aan om meer kennis en inzicht te verzamelen over de diversiteit van schaderisico’s door zonneenergie.”
26
nummer 5
november 2013
“Het heeft te maken met kennis en eerlijkheid”
Brandveiligheid
BUILDUPSKILLSNL De energievoorziening in ons land moet betrouwbaar, betaalbaar en duurzaam zijn. Deze ambities sluiten aan bij de Europese doelstellingen, die toewerken naar 16% duurzame energie en 20% CO2-reductie. Om dat te bereiken is het samenwerkingsverband BuildUpSkillsNL actief, dat een Roadmap heeft ontwikkeld waarin staat welke acties in de komende jaren nodig zijn BuilsUpSkillsNL zal samen met onderwijs, bedrijfsleven en overheid werken aan een verbetering van het onderwijs om Nederland duurzamer te maken. Volgens BuildUpSkillsNL hebben alleen al in de installatiebranche 50.000 tot 70.000 werknemers de komende jaren extra scholing nodig.
DE BOER EN VAN DER SIJP: NOG VEEL TE DOEN. Volgens De Boer en Van der Sijp zullen alle betrokkenen zich moeten inzetten voor: t ontwikkelen van goede voorschriften en normen (installatiewereld); t risicobewustzijn en sturen op kennis (allen); t scholing en onderzoek (installatiebedrijven). De presentatie van De Boer en Van der Sijp is te vinden op de website van ASPO (www.aspo.nl)
Eric de Boer: “Gebrek aan kennis kan fouten tot gevolg hebben bij het ontwerpen en bij het aanleggen van de systemen.” het onderschatten van de schaderisico’s. Het lijkt allemaal zo eenvoudig. De componenten worden middels het ‘plug & play’ principe aan elkaar gekoppeld. Maar de praktijk leert anders.” De Boer en Van der Sijp onderstrepen daarom het grote belang van opleidingen om het kennisniveau omhoog te brengen. Niet alleen voor de installatiewereld, maar ook voor de eigenaren en gebruikers van de systemen. Hun pleidooi sluit goed aan bij de lopende initiatieven van de overheid om te voldoen aan de duurzaamheidsdoelstellingen. Om die te realiseren is in ons land een samenwerkingsverband actief onder de naam BuildUpSkillsNL. Dat heeft plannen ontwikkeld om tienduizenden werknemers in de installatiebranche extra scholing te geven. Het is daarbij de bedoeling dat er verschillende soorten specialisten ontstaan, zoals “Specialist Duurzaam licht” of “Specialist Zonneenergie”. Van der Sijp: “Een Specialist Zonne-energie moet ook enige bouwkundige kennis hebben. Hij moet weten op welk type daken de panelen geplaatst kunnen worden, en welk type daken ongeschikt zijn. En hoe het gewicht van zonnepanelen (ongeveer 20 kg/m2) zich verhoudt tot het draagvermogen van een dak. Hij moet ook kunnen beoordelen of een dak ‘brandbaar’ is, want het is verstandig om zonnepanelen niet op
‘brandbare’ daken te installeren. De kans dat kortsluiting in de panelen dan leidt tot een dakbrand wordt dan reëel.”
Normen en richtlijnen
Voor kwalitatief goede zonne-energiesystemen draait het niet alleen om vakkennis, maar ook om goede voorschriften. De Boer: “Ondertussen zijn er al heel wat normen ontwikkeld voor zonne-energie, maar die hebben vooral betrekking op de verschillende componenten waaruit de systemen worden opgebouwd. Ook is er al jaren een richtlijn voor de inspectie van PV-installaties: de NTA 8013. Aan normen voor ontwerp en aanleg van complete installaties wordt nog gewerkt. En zo lang die nog niet gereed zijn, zijn er nogal wat vraagpunten. Bijvoorbeeld over de beveiliging (c.q. uitschakelen) bij kortsluiting, overspanning, aardlek enzovoort. Zulke beveiligingen zijn nu niet verplicht en de certificatie van een complete installatie is nu nog niet mogelijk. Juist daarom is een compleet geheel van normen en richtlijnen erg belangrijk. Voor de verschillende betrokken is er dus nog heel wat te doen. In ieder geval moeten ze zich bewust worden van de risico’s.” * Jan Sterk is freelance journalist
nummer 5
november 2013
27
Vluchten
Arjen de Kort
Antikraak met masker
Vluchtmasker verhoogt veiligheid bewoners Veel slachtoffers bij branden komen om door verstikking als gevolg van rookontwikkeling. Een eenvoudig vluchtmasker vergroot de vluchttijd en daarmee de overlevingskans van de gebruiker, zeker in een onbekende omgeving. AK Beheer verstrekt het masker sinds kort aan antikraak bewoners van de door haar beheerde panden.
R
ook is bij brand in veel gevallen de oorzaak van dodelijke slachtoffers: enerzijds door rookvergiftiging, anderzijds doordat mensen als gevolg van de rook gedesoriënteerd raken en er - zelfs in een bekende omgeving - niet in slagen te vluchten.
Goede aanvulling
Steven Furnee, managing director van Narwahl safety products, werd zich van deze problematiek bewust toen hij een AK BEHEER AK Beheer (voorheen AntiKraak BV) is sinds 2001
paar jaar geleden op zakenreis in Azië in zijn hotelkamer een vluchtmasker aantrof. “Ik kende het niet en het intrigeerde mij. Ik had meteen het idee dat zo’n masker, zeker in een omgeving waarin je niet bekend bent zoals een hotel, in geval van brand zeer nuttig zou kunnen zijn.” Na terugkeer in Nederland zocht Furnee contact met de fabrikant van het masker en liet een aantal exemplaren overkomen. Daarmee stapte hij naar een kennis bij de brandweer Helmond met de vraag er eens kritisch naar te kijken. Die kennis liet daarop het masker in Londen door Engelse collega’s testen. De uitkomsten hiervan waren
Europese standaarden
positief en Furnee kreeg uiteindelijk te horen dat dit masker geschikt was voor de consumentenmarkt en een goede aanvulling zou zijn op het bestaande brandpreventiepakket, waarin normaliter een brandblusser, een rookmelder en een blusdeken zitten.
waarbij vooral wordt gemikt op ziekenhuizen, verzorgingshuizen, hotels, gevangenissen, kantoren, studentenhuizen, maar ook particulieren. Furnee legt uit waarom: “Hier is vaak sprake van mensen die niet in hun eigen omgeving zijn. Bedenk dat bij brand rook zich heel snel ontwikkelt.
leegstandbeheer. Vanuit de vestigingen in Amsterdam, Den Haag, en Utrecht ondersteunt AK Beheer honderden beheerders, die de objecten woon- werk- of opslagruimte. AK Beheer verleent ook kostenbesparende en duurzame maatregelen bij het beheer van een object.
28
nummer 5
Niet wettelijk verplicht
Na alle testen is het vluchtmasker in 2012 op de Nederlandse markt geïntroduceerd,
“Wij zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van bewoners die een pand beheren”
actief op het gebied van
dagelijks gebruiken als
Het oorspronkelijke vluchtmasker is na de testen op aanwijzing van een aantal professionals en door de aanpassingen door te voeren met een engineer aangepast aan de Europese standaarden. Toch besloot Furnee het aangepaste masker ook nog een keer in Nederland in de praktijk te laten testen. Dat gebeurde op het trainingscentrum van G4S in Ede. “Daar hadden ze dezelfde bevindingen als de brandweer en zij bestempelden het ook als een goed product.”
november 2013
Vluchten
ken, waarvan het gebruik ook voor zich spreekt. Dat is natuurlijk de kracht van dit soort producten.” AK Beheer heeft dus vooral een adviserende rol als het gaat om brandpreventie, waarbij een appèl wordt gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de bewoners. Bovendien is er bewust voor gekozen het veiligheidspakket niet gratis te verstrekken. “Dat is denk ik wel goed, omdat ze daardoor toch eerder geneigd zijn te kijken wat er in zit. Als het gratis zou zijn, loop je de kans dat ze het ongebruikt in een hoek zetten”, vertelt Van Oene. “Bovendien heeft AK Beheer een aantal controleurs in dienst die actief onze panden langsgaan om te controleren of het er netjes is, er geen onnodig energiegebruik is. En er wordt gelet op brandveiligheid; dat gangen vrij zijn, er geen afval rondslingert en dergelijke. Wat dat betreft is antikraak wonen anders dan huren en ben je echt beheerder van een pand.”
Verwachtingen Rosanne van Oene (Young Startup / AK Beheer; links) en Steven Furnee (Narwahl) zijn enthousiast over het vluchtmasker.
Mensen moeten zichzelf kunnen redden in zo’n situatie en omgeving. Het vluchtmasker werkt dertig minuten, waardoor mensen meer tijd hebben om door de rook naar buiten te komen.” Het afgelopen jaar heeft Furnee gemerkt dat er volop interesse is voor het vluchtmasker. Maar hij erkent ook dat die interesse nog onvoldoende wordt geconcretiseerd in verkopen. “Waar we tegenaan lopen is de nuchtere Nederlander die het wel een mooi product vindt, maar het niet koopt. Het argument dat we daarvoor regelmatig horen is dat het niet wettelijk verplicht is.”
Verantwoordelijk voor veiligheid
“Voor ons speelde dit juist geen rol, want veiligheid staat bij ons hoog op de agenda”, aldus Rosanne van Oene, community manager bij Young Startup, een business community voor startende ondernemers en een initiatief van AK Beheer. Die ondernemers kunnen via AK Beheer goedkoop bedrijfsruimte beheren
in de vorm van antikraak. Daarnaast beheert het bedrijf veel woonruimte antikraak. “Wij zijn tussenpersoon en nemen het beheer van een leegstaand pand op ons. De gebouweigenaar blijft juridisch verantwoordelijk, maar wij zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van de bewoners. Die veiligheid proberen wij te waarborgen door ze te verplichten een veiligheidspakket af te nemen, waarin nu behalve een brandblusser, een rookmelder en een blusdeken ook standaard het vluchtmasker zit.”
Kijkend naar de toekomst van het vluchtmasker is Furnee optimistisch. “In Azië is het op veel plaatsten verplicht en zie je het op vliegvelden, in ziekenhuizen enzovoort. Ik verwacht dat ook in Europa het bewustzijn brandveiligheid bij overheden en bevolking zal toenemen.”
SPECIFICATIES FIRE ESCAPE MASK t Werking minimaal 15 minuten tegen giftige gassen, brand, rook. t Beschermt tegen brand/ vlammen tot 300 °C t Geschikt voor volwassenen
Instructie en advies
Op de website staat een instructie voor gebruik van het masker. Is het inderdaad zo eenvoudig te gebruiken dat verdere instructie niet nodig is? Van Oene: “Wanneer bewoners het veiligheidspakket hier op kantoor afhalen wordt de inhoud met ze besproken en uitleg gegeven. Het is niet zo dat het masker wordt gedemonstreerd, maar het is zeer eenvoudig te gebruiken. Vergelijk het met een blusde-
t Inghalatieweerstand: < 800Pa t Uitademingsweerstand: < 300Pa t Houdbaarheid: 3 jaar t Het masker voldoet aan
nummer 5
NEN-EN 403:2004 en CE 1437
november 2013
29
Veiligheid
René de Jong, Rick Marissen, Carolien de Vries*
Veiligheidsscan:
Veiligheid op maat Veel zorginstellingen worstelen om invulling te geven aan hun wettelijke verplichtingen rondom veiligheid, maar vooral om een veilige omgeving voor cliënten en medewerkers te bieden. Dit artikel gaat in op de Veiligheidsscan: een nieuw instrument dat meerdere aspecten van veiligheid in kaart brengt én door een organisatie als zelfdiagnose-instrument gebruikt kan worden.
E
r zijn in de afgelopen jaren verschillende instrumenten ontwikkeld die het veiligheidsniveau van een organisatie in kaart kunnen brengen, zoals Firefish van TNO, BGB-scan van Kiwa en verschillende instrumenten voor de verplichte risiscoinventarisatie & -evaluatie. Van recente datum is de Veiligheidsscan.
Veiligheid behoeft maatwerk
Juist in de zorgsector is het creëren van een veilige omgeving meer dan alleen het opzetten van een BHV-organisatie en het zorgen voor een brandveilig gebouw. De (verminderde) zelfredzaamheid van de cliënt speelt een belangrijke rol in de veiligheid. Dat vraagt dus om maatwerk. Ieder gebouw is anders, iedere cliënt is anders en standaardmaatregelen kunnen leiden tot tegenstrijdige situaties. Zo
30
nummer 5
mogen bijvoorbeeld sommige deuren niet afgesloten worden met een sleutel, omdat de vluchtwegen in geval van een brand dan niet voldoen aan de wettelijke eisen. Echter, er zijn cliënten die een gesloten
cliënten om het leven kwamen, staat letterlijk: “Rivierduinen had aandacht besteed aan verschillende onderdelen van brandveiligheid (bouwkundige, technische, organisato-
“De Veiligheidsscan geeft inzicht in het totale veiligheidsniveau van de gehele zorginstelling” woning nodig hebben, omdat ze anders weglopen. Dit kan ook weer onveilige situaties opleveren.
Cijfers brandincidenten in de zorg
In de afgelopen jaren is het aantal brandincidenten in de zorgsector relatief hoog. In 2011 zijn er in totaal 1081 binnenbranden geweest in zorggebouwen in Nederland, blijkt uit een overzicht van ibMZ. Het CBS registreert dat er door branden in 2011 zeven doden zijn gevallen en dat er in de afgelopen 11 jaar in totaal 43 dodelijke slachtoffers zijn gevallen. De praktijk wijst uit dat enkel het voldoen aan wettelijke eisen dan ook niet voldoende is. In het veelbesproken rapport van de brand op 11 maart 2011 bij psychiatrische zorginstelling Rivierduinen, waarbij 3
november 2013
rische maatregelen en inventaris) en voldeed aan de vereisten die de wet- en regelgeving stelt op het gebied van brandveiligheid. (…) Rivierduinen stemde de brandveiligheidsmaatregelen niet af op de mate van zelfredzaamheid van de patiënten en bezag deze maatregelen niet in onderlinge samenhang.“
Veiligheid behoeft overzicht
Voor management, directie en Raad van Bestuur is het van belang om een totaaloverzicht te hebben van de veiligheid in een zorginstelling om zo de juiste tactische en strategische beslissingen te kunnen nemen. Zorginstellingen kunnen, soms door fusies, honderden gebouwen in hun bestand hebben. In sommige gevallen is de instelling eigenaar van het gebouw, terwijl andere gebouwen juist weer
Veiligheid
gehuurd worden van bijvoorbeeld woningcorporaties. Dat maakt het lastig om een juist en actueel overzicht te hebben van de veiligheid in alle gebouwen.
Probleem
Het probleem is dus tweeledig: er is behoefte aan maatwerk voor veiligheid op lokaal niveau en aan totaaloverzicht op macroniveau. De Veiligheidsscan is een instrument dat zorginstellingen helpt om uiteindelijk zelf deze twee zaken te realiseren.
Veiligheidsscan
De Veiligheidsscan is een instrument om het huidige niveau van veiligheid van bijvoorbeeld een woning of dagbestedingsgebouw inzichtelijk te maken. De Veiligheidsscan kijkt hierbij naar vier aspecten van veiligheid: bouwkundig, installatietechnisch, organisatorisch en beleidsmatig (zie figuur op pagina 30). Door daarbij de onderlinge samenhang van deze vier aspecten te analyseren, levert deze een compleet beeld op van de veiligheid binnen een gebouw. Bouwkundig t Vergunningen en documenten t Vluchtwegen t Bouwkundige aspecten Installatietechnisch t Brandmeldinstallatie t Verlichting t Inventaris Organisatorisch t Ontruimen en alarmeren t Bewustzijn en gedrag t Gevaarlijke stoffen Beleidsmatig t Bedrijfshulpverlening t Verkeer en terrein t Nieuwe medewerkers In ongeveer 30 minuten kan een gebouw worden gescand. De eerste scan wordt uitgevoerd door een ervaren adviseur. De zorginstelling kan vervolgens de Veiligheidsscan als zelfdiagnose-instrument gebruiken en daarmee periodiek toetsen of de aandachtspunten uit de voorgaande scans zijn verbeterd.
De Veiligheidsscan leidt tot rapportages op gebouwniveau en op macroniveau (bijvoorbeeld regio of zelfs landelijk). De rapportage op gebouwniveau geeft aan waar het vereiste en gewenste niet gehaald wordt en biedt concrete adviezen voor hoe deze zaken aangepast kunnen worden. De rapportage op macroniveau biedt een compleet overzicht en gemiddelden van de status van de veiligheid van meerdere gebouwen en is direct te vertalen naar een plan van aanpak. Het management heeft hiermee in één oogopslag een helder beeld en concrete handvatten voor de uitvoering van dit plan van aanpak. De Veiligheidsscan is initieel ontwikkeld binnen de zorgsector, maar kan eenvoudig worden toegepast in andere branches.
Praktijk
De Veiligheidsscan is in 2012 en 2013 ontwikkeld en is reeds in de praktijk gebruikt door verschillende zorginstellingen. Deze projecten varieerden van een gebouwgerichte scan van 17 gebouwen op één terrein, tot een scan van meer dan 500 gebouwen verspreid over heel Nederland. Hans Wijnbergen, adviseur veiligheid bij
zorginstelling ’s Heeren Loo: “De Veiligheidsscan levert enerzijds bruikbare en gedetailleerde informatie op en anderzijds geeft deze inzicht in het totale veiligheidsniveau van de gehele zorginstelling. Wij gebruiken de resultaten dus op zowel operationeel als op bestuurlijk niveau.”
Zelfredzaam
Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) komt binnenkort met de Handreiking Brandveiligheid. Deze handreiking biedt bestuurders handvatten om te werken aan de brandveiligheid en benoemt geschikte instrumenten hiervoor, waaronder de Veiligheidsscan. De opkomst van verschillende zelfdiagnoseinstrumenten is een goede ontwikkeling, omdat deze zorginstellingen zelfredzamer maken. Zo kunnen zij beter invulling geven aan hun verantwoordelijkheid: een prettige en veilige leefomgeving voor cliënten bieden waar medewerkers op een fijne en veilige manier hun werk kunnen doen. * René de Jong, Rick Marissen en Carolien de Vries zijn adviseur bij Octaaf Groep in Nieuwegein
nummer 5
november 2013
31
Brandveiligheid
Oes Heemskerk *
Een andere manier van gasdetectie LNG wordt in grote tankschepen geladen en onder andere vervoert naar Rotterdam waar het via pijpleidingen wordt verpompt naar grote opslagtanks. De temperatuur wordt constant onder de -162 째C gehouden.
Tijdens de afgelopen SSA-beurs in Amsterdam was Signaline-Cold het meest innovatieve product in de categorie Brandveiligheid. Volgens de jury maakt dit product op een andere manier gebruik van de te gaan op dit product.
H
et betreft een nieuwe ontwikkeling, waarbij temperatuur wordt gemeten via een kabel. Dit principe kennen we al uit de praktijk, waarbij de stijging van temperatuur wordt gemeten en onder andere wordt toegepast in parkeergarages. In het geval van de Signaline Cold meet de kabel juist een plotselinge val van de temperatuur. Hierbij is sprake van een afkoeling over een bepaalde lengte van de kabel.
Toepassing
De toepassing hiervoor kan gezocht worden bij de zogenaamde cryogene
32
nummer 5
gassen. Cryogene gassen zijn gassen die door middel van koeling vloeibaar zijn gemaakt. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan aardgas dat afgekoeld wordt tot -162 째C. Op die manier wordt het ook getransporteerd en opgeslagen. Bij de winning van aardolie komt ook aardgas vrij. In het verleden werd bij veel oliebronnen in het Midden Oosten het aardgas afgefakkeld. Door de ongecontroleerde verbranding kwamen er veel schadelijke gassen voor omgeving en atmosfeer vrij. Tevens is de bewustwording van de omgang met onze (op termijn, beperkte) voorraden van
november 2013
Een zeer snelle daling van de temperatuur laat de kabel bevriezen en genereert een alarm
Brandveiligheid
De kabel meet een plotselinge val van de temperatuur
brandstoffen sterk gegroeid. Tegenwoordig wordt aardgas opgevangen en gekoeld tot -162 °C en heet dan LNG (Liquefied Natural Gas). De LNG wordt in grote tankschepen geladen en onder andere vervoert naar Rotterdam waar het via pijpleidingen wordt verpompt naar grote opslagtanks. De temperatuur wordt constant onder de -162 °C gehouden. Op het moment dat er bijvoorbeeld een scheur in een leiding, een pakking of afsluiter zou ontstaan, komt de vloeibare LNG in aanraking met een hogere temperatuur en gaat dan weer over in dampvorm. Bij die verdamping wordt warmte onttrokken aan de omgeving, waardoor deze bevriest. Omdat een groot deel van transport en opslag in de buitenlucht plaatsvindt, is het lastig om in die omgevingen - in zowel de dag als de nacht situatie - gaslekken te signaleren.
Gaslekken signaleren
De gepatenteerde technologie van Signaline Cold Liquid Gas Leak Detection System, oftewel gaslekdetectie van vloeibaar gas, is een veilige en innovatieve manier om dit soort gaslekken te signaleren. Het systeem is speciaal ontworpen om een hooggevoelige en betrouwbare oplossing te bieden voor het monitoren van bijvoorbeeld buizen en appendages van vloeibare (cryogene) gassen, zowel binnen als buiten. Het werkt als een thermodifferentiaal melder. In dit geval gaat het om een temperatuurdaling (∆T) bij een bepaalde lengte van de kabel (∆L)over een bepaalde tijd (∆t). De metingen worden verricht door
een kleine controlebox die onder andere is voorzien van een alarm- en een storingscontact. Een alarm ontstaat als er binnen 60 seconden 2 procent van de kabel een temperatuurdaling van ten minste 40 °C signaleert. Als er een gaslek ontstaat, zal de kabel onmiddellijk het verschil in temperatuur signaleren met een alarmmelding op de controlebox tot gevolg. Een zeer snelle daling van de temperatuur laat de kabel bevriezen en genereert hiermee een alarm. De oplossing is intrinsiek veilig en kan dus toegepast worden in EX-omgevingen. Een Zener Barrier wordt dan aan het systeem gekoppeld.
Doordat de kabel zichzelf kalibreert, is inregelen en installeren zeer eenvoudig en vergt weinig arbeid. Na een alarm kan het systeem zichzelf resetten. Het kalibreren gebeurt met een bepaalde regelmaat, zodat het systeem zich aanpast aan de buitentemperatuur. De maximale lengte van de detectiekabel op een controlebox is 150 meter, de minimale lengte is 10 meter. De kabel bestaat uit zes, van elkaar geïsoleerde aders en is zeer soepel. * Oes Heemskerk is directeur van Aerocheck (www.aerocheck.eu)
PRODUCTKENMERKEN t Atex en IECex gekeurd. t Ex ‘ia’ intrinsiek safe in Zones 0, 1 & 2. t IP66 Polycarbonaat /Polystyreen behuizing van de controleunit, 130mm x 130mm x 75mm (b x h x d). t Sensor- kabel lengte van 10 to 150 m. t Maximum single zone length to 150 m (500 ft). t Als optie is een kabel voor chemisch agressieve omgevingen leverbaar (nylon mantel). t Automatische kalibratie c.q. lengte instelling voor de hoogst mogelijke gevoeligheid. t Automatische aanpassing door de controle-unit aan (variërende) omgevingstemperatuur. t Eenvoudig te installeren en aan te sluiten. t Spanningsvrij NO-alarmcontact Volt. t NC-storingscontact met optocoupler. Schakelt bij spanningsverlies, systeemstoring of sensorkabelstoring.
nummer 5
november 2013
33
Congres
Arjen de Kort
Minder regels, eigen verantwoordelijkheid
“Waar zijn de ondernemers?” Op 2 oktober organiseerde de Verenigde BrandveiligheidExperts (VBE) voor de zevende keer haar jaarcongres. Doelstelling was om politiek, brandveiligheidsexperts en ondernemers bij elkaar te brengen rond het thema ‘Brandveilig ondernemen - een pleidooi voor minder regels’.
Z
o’n 200 bezoekers waren op 2 oktober aanwezig in de Evenementenhal in Gorinchem op het VBE jaarcongres. Samen met VNO-NCW en MKB-Nederland probeerde de VBE om politiek, brandveiligheidsexpert en ondernemer bij elkaar te brengen om van gedachten te wisselen over huidige en toekomstige wet- en regelgeving en de effecten daarvan voor de ondernemer en de brandveiligheid.
Brandveilig
Dagvoorzitter Wim Daniëls verloochende zijn passie als taalkundige niet en trapte de middag af met een beschouwing over de betekenis van het woord brandveilig en vertelde dat hij in zijn voorbereiding had ontdekt dat het een relatief jong woord is, dat pas in 1984 voor het eerst werd opgenomen in de Dikke Van Dale.
Minder regels
Als eerste spreker gaf Barbara Visser, Tweede Kamerlid voor de VVD, haar visie op de huidige regelgeving. Het was geen verrassing dat de liberale politica stelde dat we in Nederland zijn doorgeslagen in regelgeving, ook op het terrein van brandveiligheid. Als voorbeeld hiervan ging Visser in op het Bouwbesluit. Zij stelde dat de inhoud ervan wat haar betreft zou kunnen en moeten worden beperkt tot regels over brandveiligheid en gezondheid. Visser sloot haar betoog af met een appèl op de ondernemer om zijn eigen verantwoordelijkheid te pakken, ook als het gaat om brandveiligheid..
34
nummer 5
Dagvoorzitter Wim Daniëls trapte de middag af met een beschouwing over de betekenis van het woord brandveilig.
Ondernemers ondernemen
Naar aanleiding van de presentatie van Visser ontspon zich een discussie met de aanwezigen in de zaal. Onder hen Nico Scholten, auteur van het Bouwbesluit, die liet weten dat ook wat hem betreft de huidige regelgeving eenvoudiger kan en moet. Prikkelend was verder een reactie, waarbij de vraag werd gesteld waarom er toch vooral VBE-leden aanwezig waren en een andere belangrijke doelgroep van dit congres - namelijk de ondernemer - niet
november 2013
op dit thema was afgekomen? Was dit soms veelzeggend over hoe ondernemers over brandveiligheid denken? Visser reageerde door te stellen dat ondernemers kennelijk vooral ondernemen en dat er dus voor de aanwezige brandveiligheidsexperts een schone taak ligt. Zij riep hen daarom op vanuit hun expertise de ondernemers op te zoeken om - vooral op lokaal niveau - te werken aan meer brandveiligheidsbewustzijn bij die ondernemer.
Congres
Ergernissen top 10
Vervolgens was het de beurt aan Peter Janssen, secretaris VNO-NCW / MKB Nederland om vanuit het perspectief van de ondernemer naar de stand van zaken
veel winst te behalen. Daarom riep hij de aanwezigen op om ondernemers via een bedrijfseconomische aanpak voor brandveiligheid te interesseren. Daartoe presenteerde hij een fraaie rekenformule.
Doorbreek de vicieuze probleemcirkel met innovatief denken van brandveiligheid in Nederland te kijken. Janssen begon met een positieve boodschap. Na de ruim tien jaar dat hij actief is op dit terrein, gaat het volgens hem namelijk beter. Dat blijkt volgens hem uit
Leren van branden
Gerard Kuijs (Archicom) en Leo Mulder (Belfor) gingen vervolgens in hun presentaties in op de gevolgen van brand voor ondernemers en op het belang van
Volgens Barbara Visser, Tweede Kamerlid voor de VVD, zijn we in Nederland doorgeslagen in regelgeving, ook op het terrein van brandveiligheid.
het feit dat als het gaat om ‘nutteloze regels’ de brandveiligheidseisen inmiddels zijn verdwenen uit de ergernissen top 10 van ondernemers. Bovendien presenteerde hij cijfers waaruit bleek dat het aantal branddoden in bedrijven relatief laag is. “Regelgeving zou dus wel een tandje minder kunnen”, aldus Janssen. Maar als het gaat om brandschades - die zijn in Nederland relatief hoog - valt er volgens Janssen voor ondernemers nog
Afstand
Zoals het een goede dagvoorzitter betaamt, vatte Wim Daniëls de discussies van de dag fraai samen in de
Jack Ruibing, Veiligheidsregio Haaglanden, hield hij de bezoekers voor om toch vooral niet in problemen te blijven denken.
preventie. Hun adviezen: “Bezuinig niet op brandveiligheid” (Kuijs), en “Je moet het als ondernemer vooral zelf willen!” (Mulder).
Innovatief denken
vicieuze probleemcirkel te doorbreken met innovatief denken en door samenwerking te zoeken met ketenpartners. Ruibing illustreerde dit aan de hand van een groot aantal initiatieven die hij de afgelopen jaren vanuit de brandweer heeft geïnitieerd en samen met ketenpartners heeft ontwikkeld en deels al gerealiseerd, zoals de blusmotor, de blusrobot, de waterleidingsprinkler en het Surveillerend Interventie Team.
Tot slot was de bühne voor Jack Ruibing, ambassadeur en innovator van de Veiligheidsregio Haaglanden. In zijn inspirerende presentatie hield hij de bezoekers voor om toch vooral niet in problemen te blijven denken, maar de
conclusie dat er geen afstand is in betrokkenheid van de politiek/overheid bij brandveiligheid, maar vooral afstand in kennis. De professionals moeten zich dit aantrekken en hun kennis daarom meer uitdragen, ook naar de - afwezige - ondernemers.
nummer 5
november 2013
35
Praktijktoepassing
Gelijkwaardige mate van brandveiligheid? brandveiligheidsvoorschriften gevraagd of de voorgestelde gelijkwaardige oplossing acceptabel is.
H
et project betreft het vestigen van een hotel in een monumentaal pand. Op het achterterrein wordt een nieuwbouwblok gerealiseerd. Beide bouwblokken vormen één hotel. Het hotel is bestemd voor niet meer dan 150 personen. Voor de ontvluchting, naar de openbare weg, is maar één vluchtroute beschikbaar. De openbare weg ligt voor het monumentale pand. Het bouwblok op het achterterrein is niet aan de openbare weg gelegen. Het vluchten uit dit bouwblok vindt plaats via een patio (6 meter breed) en het bestaande gebouw. De maatgevende loopafstand van de extra beschermde vluchtroute in de nieuwbouw tot aan de entree is minder dan 20 m en tot de uitgang ongeveer 23 m. Tussen de brasserie en de naastgelegen ruimte wordt een zelfsluitend brandwerend rolscherm gemaakt, dat iedere avond wordt gesloten. De deuren in de uitgangen van de gebouwen draaien naar binnen. De adviescommissie buigt zich over de volgende concrete adviesvragen: is de voorgestelde gelijkwaardige oplossing acceptabel zonder aanvullende voorzieningen? Moet vanaf het aansluitende terrein rechtstreeks de openbare weg kunnen worden bereikt?
Standpunt gemeente
De gemeente is van mening dat met het voorgestelde verzoek tot gelijkwaardigheid niet ingestemd kan worden omdat de gehele achterbouw door het monumentale pand dient te ontvluchten.
36
nummer 5
Standpunt brandweer
De brandweer is van mening dat de ontvluchting van de achterbouw alleen door een extra beschermde vluchtroute mag geschieden en rechtstreeks naar de openbare weg dient te leiden.
Burgers, ondernemers en
Standpunt aanvrager
brandveiligheidsvoorschrif-
overheden kunnen advies vragen aan de Adviescommissie praktijktoepassing
De aanvrager is van mening dat met de toegepaste brandveiligheidsvoorzieningen een gelijkwaardige mate van brandveiligheid wordt gerealiseerd als vereist met de voorschriften van Bouwbesluit 2012.
ten over hoe de voorschrif-
Advies
elke editie een interessant
Omdat de twee uitgangen naar de openbare weg naar binnen draaien moet het totale aantal personen dat in het hotel aanwezig mag zijn, worden beperkt tot 120. Door de verkeersruimte in het monumentale pand als ruimte waardoor een extra-beschermde vluchtroute uit te voeren en de brasserie door middel van een brandwerend en zelfsluitend rolscherm (dat iedere avond wordt gesloten) te splitsen in twee vluchtroutes (zonder status) voldoet het monumentale pand aan de eisen inzake het veilig kunnen vluchten uit het monumentale pand. De commissie adviseert om dit rolscherm 30 minuten brandwerend uit te voeren (criteria: 30 minuten EW, 15 minuten EI). De overschrijding van de loopafstand van 20 m vanaf hotelkamers in het nieuwe gedeelte tot de toegang van de brasserie is naar het oordeel van de commissie met toepassing van het gelijkwaardigheidsbe-
november 2013
ten voor brandveiligheid moeten worden uitgevoerd. Brandveilig.com belicht in
advies. Voor het volledige advies kunt u terecht op: www.rijksoverheid.nl, onder Helpdesk Bouwregelgeving en Brandveilig gebruik.
ginsel acceptabel mits de twee gevelopeningen direct naast de toegang in de achtergevel van het bestaande gedeelte op de begane grond 30 minuten brandwerend wordt uitgevoerd. Advies met registratienummr 1307, 17 september 2013, status definitief.
Column
Joric Witlox
Red De Nachtwacht Bij de verbouwing van het Rijksmuseum is natuurlijk veel aandacht besteed aan het cultureel erfgoed. Je wilt toch niet meemaken dat er brand zou zijn en je aan een beperkt aantal brandweermensen met persluchtmaskers op zou moeten vragen om de De Nachtwacht te redden. Het gaat om ten minste 8000 kunstwerken. Bovendien is het brandveilig maken niet de core business van het Rijksmuseum, dat ligt meer op het punt van beheren en toegankelijk maken van het cultureel erfgoed. Keuzes zijn er volop te maken en zijn ook gemaakt. Hoe veilig wil je het? Is niveau Bouwbesluit voldoende om de veiligheid van de mensen in het pand te waarborgen? Voor de veiligheid van de mensen ben je op grond van de Woningwet verantwoordelijk. Maar zelfs als je de verantwoordelijkheid richting de mensen hebt waargemaakt, blijft nog dat het culturele erfgoed beschermd moet worden; De Nachtwacht is niet gered met het Bouwbesluitniveau! Met andere woorden, dat niveau kan best wel eens op grond van meerdere dwingende redenen onvoldoende blijken voor een voorliggende situatie. Maar welk niveau kies je dan? En hoe handhaaf je dat?
Joric Witlox is voorzitter van vereniging Brandveilig Bouwen Nederland (BBN).
Toch heb je als gebouweigenaar de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de mensen in je gebouw. Misschien zou je soms zelfs balen dat deze verantwoordelijkheid zo scherp bij je ligt. Wellicht krijg je de neiging de verantwoordelijkheid te ontlopen. Misschien wel een heel menselijke reactie. De uitdaging zit er in de handschoen op te pakken en door duidelijke sturing op, en communicatie over het gewenste niveau van brandveiligheid. Architecten, ontwerpers, bouwers en toeleveranciers, zij hebben er ook zelf belang bij dat de brandveiligheid gehandhaafd wordt. Het dilemma waar je als museum mee zit toont veel van waar vrijwel iedere gebouwbeheerder en eigenaar mee worstelt en soms probeert aan te ontsnappen. BBN is dan ook verheugd dat Igor Santhagen van het Rijksmuseum over het bouwproces en nu het brandveilig gebruik van het Rijksmuseum zelf wil vertellen op 21 november op het BBN congres. Er valt veel te leren van deze jarenlange ervaring. Ondanks de grote nadruk op de verantwoordelijkheid van de gebouweigenaar zou zeker de rol van de overheid niet veronachtzaamd moeten worden. Het lijkt er soms op dat onder ijver om veel te bezuinigen cruciale overheidstaken voor handhaving en controle op brandveiligheid onder druk komen. Echter, handhaving en controle is zeer zeker wel van belang al is het maar om te voorkomen dat burgers elkaar schade aandoen. En dat kun je zeker doen als je bijvoorbeeld een brandscheiding weghaalt tussen jouw pand en dat van de buren. Wat zou u denken als de naastliggende bouwmarkt dat zou doen? Een heel winkelcentrum zou kunnen afbranden. Een aantal keren waren we hier al erg dichtbij in Nederland. En wat betreft de industrie? Denk maar eens aan Chemie-Pack. Wat een domino-effect zou dat kunnen hebben. Bovendien; het zou het een vreemde zaak worden als de overheid haar eigen wetten niet handhaaft. Kortom red De Nachtwacht, zorg voor brandveiligheid!
nummer 5
november 2013
37
Advertorial
Trigion Brand en Beveiligingstechniek investeert in next generation branddetectie In samenwerking met partner Honeywell, heeft Trigion Brand en Beveiligingstechniek afgelopen zomer geïnvesteerd in de SMART4™ NOTIFIER. Het gaat om ‘the next generation’ in branddetectie, met een apparaat dat vier afzonderlijke detectie-elementen op intelligente wijze combineert en snel reageert op echte brandverschijnselen. Consultant brandveiligheid Anthony Schmetz is direct betrokken bij implementatie (zowel theorie als praktijk) van de SMART4™ NOTIFIER binnen Trigion Brand en Beveiligingstechniek en haar relaties. De belangrijkste eigenschappen
De SMART4™ NOTIFIER is een multicriteria melder, die bestaat uit optische-, thermische-, infrarood- en CO-sensoren. De melder combineert deze vier afzonderlijke detectie-elementen op een intelligente wijze in een snelle reactie bij daadwerkelijke brandverschijnselen. De SMART4™ NOTIFIER genereert daarmee alle benodigde informatie én beperkt het aantal ongewenst (loze) alarmmeldingen. De melder is breed inzetbaar, kan ingesteld worden op specifieke brand-groottes in relatie met brand-scenario’s en houdt rekening met omgevingsinvloeden.
Implementatie binnen Trigion Brand en Beveiligingstechniek Als toonaangevende partner in veiligheid heeft Trigion Brand en Beveiligingstechniek de SMART4™ NOTIFIER opgenomen in haar brede palet aan technische en bouwkundige oplossingen. ‘Uiteraard hebben we ook geïnvesteerd in onze mensen, de ‘inbedrijfsstellers’ en servicemonteurs die op de (klant)locatie werken met de SMART4™ NOTIFIER’, aldus Schmetz. Alle inbedrijfstellers van Trigion Brand en Beveiligingstechniek worden opgeleid door de fabrikant, waar zij zich eigen maken het theoretische kader en de belangrijkste toepassingen. In aanvulling daarop organiseren beide partners seminars op diverse (klant)locaties in Nederland, waar medewerkers van Trigion Brand en Beveiligingstechniek en hun relaties praktijkervaring opdoen.
Seminar met live proefbranden
In juni heeft Trigion het eerste seminar gehouden bij NG Perfumes in Kerkrade, waar Trigion Brand en Beveiligingstechniek eerder in het jaar installaties voor branddetectie en ontruiming heeft gerealiseerd. Voor de ochtendsessie van het seminar waren alle eigen monteurs uitgenodigd. Zij kregen van de fabrikant onder andere uitleg over de melder, hoe deze te programmeren en voor welke brandscenario’s. Om er ook een gevoel bij te krijgen hebben zij een demo gekregen met een proefbrand. ’s Middags waren diverse relaties van Trigion aanwezig, waaronder gerenommeerde adviseurs, vastgoedbeheerders en vertegenwoordigers van het preventieteam van de brandweer regio Zuid-Limburg. Na de introductie zijn diverse succesvolle proefbranden uitgevoerd. Tijdens één van de testen werd aangetoond dat een gewone optische melder bij
gebruik van een rookmachine (voor discotheken) vals alarm geeft. De SMART4™ NOTIFIER hield zich op dat moment nog stil, maar reageerde wel direct bij een daaropvolgende testbrand.
De toekomst in branddetectie
Ook voor rook- en warmte-afvoer (RWA) installaties en andere brandbeheersingssystemen, die worden aangestuurd door een brandmeldinstallatie (BMI), is vroegtijdige en betrouwbare detectie van groot belang. De SMART4™ NOTIFIER is een voorbeeld van beschikbare middelen op dat gebied. In Duitsland, Zweden en diverse andere omringende landen is de multicriteria melder een standaard toepassing in alle BMI’s. De gewone optische melder wordt hier nauwelijks nog toegepast, omdat de overheid nodeloos uitrukken van de brandweer streng sanctioneert. Ook in Nederland kan (moet?) tijdens de ontwerpfase van nieuwe projecten en renovatieprojecten meer gestuurd worden op de keuze van gewone optische melders of een multicriteria melder. De juiste keuze zorgt ervoor dat in de beheerfase de faalkosten op diverse fronten laag worden gehouden. Denk bij faalkosten aan onnodige productiestops, imagoschade, onnodig uitrukken van hulpdiensten, etc.
Enthousiast en interesse in het bijwonen van een seminar?
Als u, net als ons, enthousiast bent over ‘the next generation’in branddetectie, dan nodigen wij u graag uit om bij een volgend seminar aanwezig te zijn. Voor meer informatie en een planning van de seminars kunt u terecht op de website van Trigion, www.trigion.nl/brandenbeveiligingstechniek
Schadepraktijk
Leo Porrio *
Invloed van de belending Recent zijn bij grote branden naast de veroorzaker van de brand ook de belendingen door de naburige brand getroffen. Hoewel deze bedrijven part noch deel hadden aan de oorzaak van de brand was een total loss vaak het gevolg.
E
en risk control consultant komt regelmatig bij zijn klant om risicoâ&#x20AC;&#x2122;s in kaart te brengen en om zaken na een verbouwing, na aanschaf van nieuwe machines, na aanleggen van een blussysteem of een belangrijke risicowijziging te actualiseren.
De praktijk Chemie-Pack De grote brand bij Chemie-Pack in Moerdijk en de gevolgen ervan hebben de afgelopen jaren veelvuldig het nieuws gehaald. Wat misschien niet zo is opgevallen is het feit, dat ook het naastgelegen bedrijf afgebrand is doordat op het bluswater brandende vloeistof was meegedreven. Oorzaak was dat het bedrijf dat handelde in scheepsmotoren en -onderdelen onder een flink afschot lag ten opzichte van Chemie-Pack. Was dit feit nooit iemand opgevallen? Was het bedrijf nooit geĂŻnspecteerd in het kader van de brandverzekering? Was er in het kader van de vergunningverlening nooit een lichtje gaan branden? Palletopslag Een tweede voorbeeld behelst een bedrijf handelend in stalen ankerkettingen voor zeeschepen. Op zich niets bijzonders. Er was geen sprake van een hoge dynamische vuurbelasting en ook het gebouw droeg niet bij aan een hoge stationaire vuurbelasting. Het buitenterrein werd hoofdzakelijk gebruikt voor de opslag van staal in de vorm van de eerdergenoemde ankerkettingen. Het bijzondere hier was het feit, dat men een naastgelegen loods en een deel
van het buitenterrein tussen de gebouwen had verhuurd aan een handelaar in houten pallets. De pallets werden zowel binnen als buiten opgeslagen. Bij een inspectiebezoek was dit uiteraard opgevallen en het management werd gewaarschuwd voor dit risicoverhogende feit. Geadviseerd werd de pallets op grote afstand te houden; dan volstaat een afstand van 10 meter niet! Houten pallets gestapeld tot grote hoogte vertegenwoordigen een enorme vuurbelasting en een zeer grote afbrandsnelheid. Dat dit geen loze waarschuwing was, bewees de brand een paar maanden later bij de pallethandel. De enorme vuurzee zorgde voor een grote stralingswarmte richting het gebouw van de verhuurder. Camerabeelden gemaakt tijdens de brand lieten zien
dat het gebouw puur door de stralingswarmte aangestoken werd en niet door vliegvuur. Van een achterliggende woonwijk smolten de hemelwaterafvoeren en de zinken goten hingen als spaghetti langs de wanden. Blussen In beide gevallen werd er geblust, doch de brandweer was niet in staat de belendingen te redden. Bij de palletopslag was een blusboot betrokken, maar zelfs de grote capaciteit van deze boot was onvoldoende om de gebouwen te redden. Dit is een indicatie van de enorme vuurbelasting bij een palletbrand.
Het advies
Een palletbrand of een wegstromende vloeistofbrand zijn moeilijk te bestrijden brandsoorten. De stralingswarmte veroorzaakt door de brandende pallets kan door afstand moeilijk weggenomen worden. Die ruimte is er vaak niet op een industrieterrein. Om de belendende gebouwen te beschermen bestaat er wel een doelmatige oplossing. Sinds een aantal jaren zijn er betonnen stapelblokken op de markt. Deze blokken kunnen tot een flinke hoogte gestapeld worden en zo een barrière vormen tegen de enorme stralingswarmte. Maar ook hieraan zijn grenzen in verband met de stabiliteit van het geheel. Vloeistof is tegen te houden door een drempel. Uiteraard dienen deze zaken duidelijk naar voren te komen in de adviezen. * Leo Porrio is risk control consultant
nummer 5
november 2013
39
Branche-informatie VBE Doelstellingen
De Verenigde BrandveiligheidsExperts (VBE) stellen zich ten doel de kennis van brandveiligheid te delen, te vergroten en te verspreiden. Zij bieden een platform voor discussie over allerlei (actuele) brandveiligheidsthema’s. De VBE bestaat sinds 2007 en is onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Brandveiligheid (NOVB), een koepelorganisatie die zich sterk maakt voor een brandveiliger Nederland. Iedereen die een bijdrage kan leveren aan vergroting van kennis over brandveiligheid en de doelstellingen van de vereniging onderschrijft, kan lid worden. Het lidmaatschap is uitsluitend op persoonlijke titel en mag niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt. De huidige ca. 280 leden zijn afkomstig uit onder andere installatiebedrijven, inspectieinstellingen, de brandweer, de overheid, de bouw- en projectontwikkelaarswereld, toeleveringsbedrijven, het facilitair management en de verzekeringswereld.
Lid worden?
Bent u expert op één of meer brandveiligheidsterreinen en geïnteresseerd in een lidmaatschap dan kunt u zich via de website aanmelden en bij voorkeur een VBE-lid als referentie opgeven. Het VBE-comité beslist over de toelating. Het comité bestaat uit de VBE-leden Maarten de Groot (voorzitter), Bruno van Burik, Alex Ivanovic, Siem-Jan Stam en Wim van de Geijn. Verenigde Brandveiligheid Experts Hogeweg 37A 5301 LJ Zaltbommel Tel. 0418-510828 E-mail info.vbe@novb.nl www.brandveiligheidslimbekeken.nl www.vbe.novb.nl
www.brandveiligheidslimbekeken.nl
40
nummer 5
Jaarprogramma
De VBE realiseert haar doelstellingen onder andere door geregeld themabijeenkomsten te organiseren en een jaarlijks seminar in het najaar. Daarin komen allerlei (actuele) brandveiligheidsonderwerpen aan de orde.
Themabijeenkomsten 2013 De VBE-themabijeenkomsten zijn bedoeld voor kennisvergroting, onderlinge uitwisseling van informatie en discussie. VBE-leden hebben gratis toegang tot de themabijeenkomsten. Niet-VBE-leden betalen € 50,= . De bijeenkomsten beginnen altijd om 19.00 uur en vinden doorgaans plaats in een vergaderruimte van het NOVB-kantoor te Zaltbommel. Vanaf ca. 21.00 tot 21.45 uur, is er gelegenheid voor informele uitwisseling en netwerken met een hapje en een drankje. Voor 2013 staat op 20 november nog een themabijeenkomst gepland. Het onderwerp wordt spoedig bekend gemaakt. Houd u www.brandveiligheidslimbekeken. nl in de gaten!
Opleidingen brandveiligheid De VBE adviseert het OpleidingsCentrum Brandveiligheid (OCB ) over de ontwikkeling van opleidingen. VSI-A: Op 4 november a.s. start voor de 3e keer in 2013 een VSI-A-cursus. Inschrijven kan. Voor meer informatie: http://hetocb.nl/cursussen/sprinklertechniek Toegepaste Sprinklerbeveiliging: op 26 september jl. startte een nieuwe cyclus van vier cursusdagen met 11 cursisten. De volgende cursus vindt plaats op 28 november en 4, 12 en 19 december 2013. De cursus is bestemd voor architecten, installateurs, adviseurs, risk- en facilitair managers en verzekeringsmakelaars, de brandweer en
november 2013
ambtenaren Vergunning & Handhaving, die betrokken zijn bij het ontwerp, de realisatie, het gebruik van een bouwwerk met sprinkler of de instandhouding ervan. De inschrijving is geopend: http:// hetocb.nl/cursussen/sprinklertechniek/toegepaste-sprinklerbeveiliging Workshop UPD: Op 9 december 2013 vindt de Workshop UPD – Model IBB plaats. Die is bedoeld voor hen, die mede beslissen in een bouwteam, zoals: opdrachtgevers, gebruikers, verzekeraars, bouwkundigen, architecten, adviseurs, projectontwikkelaars en mensen van de brandweer en bouw- en woningtoezicht. De workshop heeft als hoofddoel de genoemde beroepsgroepen te informeren over het werken met UPD’s en de toepassing ervan in Model IBB. Het is een goede zaak als iedereen weet dat het model op doelmatige wijze helpt brandveiligheid te realiseren tegen zo laag mogelijke kosten, wat het voordeel is van uniformiteit in werken, welke stappen nodig zijn, wat ieders verantwoordelijkheid is in het proces, uit welk scala van brandveiligheidsmaatregelen men kan kiezen en op welke wijze alle keuzes in het UPD of IPB zijn te verwoorden. Voor meer informatie: http://hetocb.nl/cursussen/wetregelgeving/workshop-UPD-model-ibb
De leden kunnen zich aansluiten bij de VBE-Linkedin groep. De bijdragen aan de op VBE-Linkedin groep zijn zeer divers. Men kan elkaar vragen stellen, er vindt discussie plaats over de beste beveiligingsmethoden van bijvoorbeeld parkeergarages en tunnels en over onderzoeksresultaten en men kan er ook commentaar aantreffen op branden. Bovendien is het een goed medium voor aankondigingen van symposia en evenementen waarin de brandveiligheid aan de orde komt.
Branche-informatie VBE Voordeel voor VBE-leden
VBE-leden mogen gratis deelnemen aan al onze activiteiten, worden regelmatig geïnformeerd over de activiteiten van de vereniging en hebben hun eigen discussieplatforms. Zo kunnen VBE-leden tegen 100 euro korting deelnemen aan een van de cursussen van de Brandpreventie Academy. U hebt een keuze uit: Integrale Brand-
veiligheid, Projecteringsdeskundige Ontruimingsalarminstallaties, Sprinklerkennis voor adviseurs en Brandoverslag WBDBO. Daarnaast zijn er regelmatig kortingen op evenementen van derden. Kent u een seminar, opleiding of ander interessant item, neem dan contact met ons op. Ook ontvangen VBE-leden dit blad tegen een aantrekkelijke prijs.
Leerzaam en luchtig gepresenteerd VBE-seminar over Brandveilig Ondernemen Voor de 7e keer in successie organiseerde de VBE een najaarsseminar. Circa 200 mensen waren 2 oktober 2013 present in de Evenementenhal in Gorinchem om het te hebben over “Brandveilig Ondernemen”.
Smaakmaker van het seminar was dagvoorzitter Wim Daniëls, die luchtig-kritisch de sprekers bevroeg en de discussie in de zaal leidde. Aan het einde van de dag riep hij tweeten. Hij werkt als Neerlandicus mee aan de viering van 150 jaar Dikke van Dale en wellicht kan Daniëls met de reacties in dat kader iets. Belangrijkste les die het seminar volgens het VBE-comité heeft geleerd is dat het nemen van eigen verantwoordelijkheid een onmisbare schakel is voor brandveiligheid. Het zijn bij uitstek de brandveiligheidsexperts, verzameld in de VBE, die daarmee de boer op moeten. Zij dienen mensen te wijzen op de risico’s én hen de weg te wijzen naar oplossingen. Bijgaand een paar foto’s gemaakt door Alex Ivanovic, lid van het VBE-comité.
Verzameling gadgets die te verkrijgen waren bij de sponsors van de Informatiemarkt Brandveiligheid.
De keuze dit jaar was: biefstuk of een cordonbleu, beide met pepersaus en daarna de toetjes.
Uit handen van Wim Daniëls kregen de sprekers een handblusapparaat en hij mocht er zelf ook een mee naar huis nemen. VBE-comitévoorzitter Maarten de Groot overhandigde iedereen het boekje ‘Gnoeg is gnoeg’ behalve aan Wim Daniëls. “Jij hebt het al, want je hebt het zelf geschreven!” V.l.n.r. Wim Daniëls, Gerard Kuijs (Archicom), Jack Ruibing (Brandweer Haaglanden, Leo Mulder (Belfor BV), Peter Janssen (VNO-NCW-MKB-Nederland). Barbara de Visser van de VVD-Tweede Kamerfractie was inmiddels weer naar Den Haag vertrokken.
nummer 5
november 2013
41
Brandveilig.com bedrijvenindex ADEMBESCHERMING
BHV
ADVIESBUREAUS
Saval Brandbeveiliging www.saval.nl
Dräger Nederland www.draeger.com
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com
Altavilla Brandveiligheid www.altavilla.nl
Wagner www.wagner-nl.com
AMMA de Bruin www.ammadebruin.nl
BINNENDEUREN
Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl
Albo Deuren www.albodeuren.nl
Gyproc www.gyproc.nl
SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com
Promat www.promat.nl
Tyco Integrated Fire &Security www.tyco.nl
Reppel www.reppel.nl
BRANDSLANGHASPELS
BOUWPLANTOETSING Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com
BRAND/GASDETECTIE
Saval Brandbeveiliging www.saval.nl
DGMR www.dgmr.nl
Berkvens www.berkvens.nl
Dijkoraad Viavesta www.brandweerondersteuning.nl
KONE Deursystemen www.konedeursystemen.nl
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com
Floriaan www.floriaan.nl
Limburgia Utiliteitsdeuren www.limburgia.nl
Breman Brandbeveiliging www.bremanbrandveiligheid.nl
Leeuwesteijn Bandveiligheid www.leeuwesteijn.org
REINÆRDT Deuren bv www.reinaerdt.nl
Dräger Nederland www.draeger.com
Nieman Raadgevende Ingenieurs www.nieman.nl
Theuma DoorSystems www.theuma.nl
BRANDBEVEILIGING
Obex www.obex.nl
BLUSDEKENS
Peutz www.peutz.nl Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com Vgib Onderhoudsmanagement www.vgib.nl
Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl
Finivlam www.finivlam.nl
Walraven www.walraven.com
BLUSGASINSTALLATIES
Dictator Productie www.dictator.nl
BRANDWERENDE COATINGS
Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl
Breman Brandbeveiliging www.bremanbrandveiligheid.nl
Gerco Beveiligingen www.gerco.com
BBWest www.bbwest.nl
SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com
SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com
DMS Brandwerende Systemen www.brandwerendeconstructies.nl
Tyco Integrated Fire &Security www.tyco.nl
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com
Gerco Beveiligingen www.gerco.com
BLUSMIDDELEN
Tyco Integrated Fire &Security www.tyco.nl
Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com
Tremco illbruck www.nullifire.nl
BrandPrevent Applications www.BrandPrevent.nl
BrandPrevent Applications www.brandprevent.nl
Saval Brandbeveiliging www.saval.nl
IBMO www.ibmo.eu
BRANDVERTRAGING
P&G Safety www.pengsafety.nl
Hi-Safe Systems www.hisafe.nl
AFDICHTINGEN
Efectis (voormalig TNO) www.efectis.com/nl
Fireprevention.NL www.fireprevention.nl
Hugen Brandbeveiliging en Adviesbureau www.hugen.com
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com
BRANDTESTEN
BBD Brandveiligheid www.bbdbrandveiligheid.nl
DEF Nederland Fire-Technology www.def-firetech.nl
AED
Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl
BRANDKLEPPEN
FSS International www.firestopsystems.nl
DMS Brandwerende Systemen www.brandwerendeconstructies.nl Sika Nederland www.sika.nl
BRANDWERENDE DEUREN Alprokon Aluminium www.alprokon.com
Brandwerende Deuren en Constructiefabriek Enschede www.bdc-enschede.nl GNS Brinkman www.gnsbrinkman.nl Indeko Holland www.indeko.nl KONE Deurystemen www.konedeursystemen.nl Metacon www.metacon.nl
Hugen Brandbeveiliging en Adviesbureau www.hugen.com
Rucon Systemair www.systemair.nl
Nu-Swift Brandbeveiliging www.nu-swift.nl
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com
Theuma DoorSystems www.theuma.nl
P&G Safety www.pengsafety.nl
BD Service Nederland www.bdservice.nl
CFD
Saval Brandbeveiliging www.saval.nl
Brakel Atmos www.brakelatmos.com
EHCM www.ehcm.nl
Schuurman Brandbeveiliging www.schuurman-brandbeveiliging.nl
DEF Nederland Fire-Technology www.def-firetech.nl
ASPIRATIESYSTEMEN
BOUWMATERIALEN
Hefas Branddetectie www.hefas.nl
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com Walraven www.walraven.com
AFSLUITERS
BERMAD Fire Protection www.bermad.nl
AFVALBAKKEN
AerOcheck www.aerocheck.eu
42 42
Draka Kabel www.draka.nl
nummer 5
november 2013
BRANDMELDINSTALLATIES
REINÆRDT Deuren bv www.reinaerdt.nl
Peutz www.peutz.nl Efectis (voormalig TNO) www.efectis.com/nl/ Exiss www.exiss.eu
Brandveilig.com bedrijvenindex ONE Simulations www.onesimulations.com
Eldra www.eldra.nl
Dräger OpleidingsCentrum www.draeger.com
DEUREN INDUSTRIE
NOODVERLICHTING
Hefas Branddetectie www.hefas.nl
Brandwerende Deuren en Constructiefabriek Enschede www.bdc-enschede.nl Firetexx www.firetexx.com Hoefnagels Branddeuren BV www.hoefnagels.com Merford Special Doors www.specialdoors.nl Metacon www.metacon.nl Protec Industrial Doors www.protecindustrialdoors.com
Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com Nu-Swift Brandbeveiliging www.nu-swift.nl Raca Batteries www.racabatteries.nl Saval Brandbeveiliging www.saval.nl
PARKEERGARAGE-VENTILATIE
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com
VLUCHTLUIKEN Gorter Luiken www.dakluiken.nl
VUURLASTBEREKENING Leeuwesteijn Brandveiligheid www.leeuwesteijn.org Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl
Colt International www.coltgroup.com
Floriaan www.floriaan.nl
REINÆRDT Deuren bv www.reinaerdt.nl
Rucon Systemair www.systemair.nl
WATERMIST
DEURVERGRENDELINGEN
ROOK- EN WARMTEAFVOER Brakel Atmos www.brakelatmos.com
Fire Technology www.firetechnology.nl
DROGE BLUSLEIDINGEN
Colt International www.coltgroup.com
SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com
ROOKMELDERS
Technoship www.ultrafog.com
Dictator Productie www.dictator.nl
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com Saval Brandbeveiliging www.saval.nl
P&G Safety www.pengsafety.nl
GASBLUSSYSTEMEN
ROOKSCHERMEN
GLAS
Firetexx www.firetexx.com
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com AGC Flat Glass Nederland www.yourpyrobel.com
INSPECTIEBUREAUS
Brand Veiligheid Inspecties BVI www.bvibv.nl Bureau Veritas www.bureauveritas.nl Dijkoraad Viavesta www.brandweerondersteuning.nl Kiwa BPSI www.kiwabpsi.nl
Brakel Atmos www.brakelatmos.com
ROOSTERS
Aralco www.firecatch.nl FSS International www.firestopsystems.nl
SPRINKLERS
Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.facilicom.com
ISOLATIEMATERIAAL
Breman Brandbeveiliging www.bremanbrandveiligheid.nl
Rockwool Benelux www.rockwool.nl
KABELS
Cable Masters www.cablemasters.nl Draka Kabel www.draka.nl
Unica Automatic Sprinkler www.unica.nl/brandbeveiliging.htm
Hoefnagels Brand- en Bedrijfsdeuren www.hoefnagels.com
R2B Inspecties www.r2b.nl Unilin Insulation www.unilininsulation.com
DEF Nederland Fire-Technology www.def-firetech.nl
Kemkens Brandbeveiliging www.kemkensbrandbeveiliging.nl
Uw bedrijf ook in de bedrijvenindex? Bel of mail
SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com
accountmanager Marion
Wolter & Dros www.blussenmetbeleid.nl
Smits, marionsmits@ vakmedianet.nl, 06 - 52867200
TRAINING/OPLEIDING Ajax Chubb Varel www.ajaxchubb.nl
nummer 5
november 2013
43