FACTO_2011_06

Page 1

nummer 6, juni 2011

TH A:

za

EM

ur

am he id

SVB gaat CO2-neutraal

#35 IS VOOR MEER DAN KLIMAATNEUTRAAL s 6OLLEDIGE COMPENSATIE EIGEN #/ UITSTOOT s "EWUSTWORDINGSCAMPAGNE DUURZAAMHEID STAKEHOLDERS BESPAART EXTRA #/ s !CTIES GERICHT OP STRUCTURELE GEDRAGSVERANDERING s &ORSE WATER EN ENERGIEBESPARINGEN s X "ESTE 7ERKGEVERS .EDERLAND s "ELEID EN VERSLAGLEGGING -6/ CONFORM )3/ s $UURZAME ECOLOGISCHE WERKWIJZE s "EDRIJFSBREDE SCOPE )3/ s )NZAMELINGSPROGRAMMA TONERS EN CARTRIDGES s 0ROMOTOR DAGSCHOONMAAK s 6OLDOET AAN CRITERIA !GENTSCHAP ., s 0ARTNER -6/ .EDERLAND s WWW CSU NL MVO

Het groenste schoonmaakbedrijf van Nederland

www.factomagazine.nl

du

Facto Magazine – nummer 6, juni 2011

ONAFHANKELIJK VAKBLAD VOOR FACILITY MANAGEMENT EN INKOOP

Kiezen voor ledof tl-verlichting?

Aan de slag met ISO 26000

Integraal uitbesteden bij Delta Lloyd

pag. 18

pag. 21

pag. 34



Facto 14

Magazine

®

SVB gaat voor CO2-neutrale bedrijfsvoering

Sinds 2010 werkt de Sociale Verzekeringsbank met een landelijk duurzaamheidsprogramma genaamd ‘SVB Groen’. Doel: een volledig CO2-neutrale bedrijfsvoering in 2020. Programmamanager Hans de Jonge geeft inzicht in de ambities, de maatregelen en de leermomenten tot nu toe.

t hema duurzaamheid

21

Aan de slag met ISO 26000

ISO 26000 is een hulpmiddel voor organisaties bij de implementatie van MVO. Wat houdt de richtlijn in en welke structuur biedt deze bij de invoering van MVO in organisaties?

t hema duurzaamheid

34

Integraal uitbesteden: de praktijk bij Delta Lloyd

Begin dit jaar verlengde Delta Lloyd het contract met ISS Integrated Facility Services voor vijf jaar. Als het nieuwe contract wordt uitgediend, is er sprake van een twaalf jaar durende samenwerking. Een gesprek over samenwerken binnen een groot integraal uitbestedingscontract.

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

3


Maak kennis met het meest gebruiksvriendelijke FMIS Perfecte ondersteuning voor uw facilitaire afdeling

Als Facility Manager wilt u uw klanten zo goed mogelijk ondersteunen. Een FMIS kan hierbij helpen, maar het laatste wat u nodig heeft is software die u in de weg zit. Wij begrijpen dat. Daarom is TOPdesk ongeëvenaard EC@PSGIQTPGCLBCJGHI +CR èCVG@CJC RM BMJGHQRCL QJGKKC planners en krachtige rapportagemogelijkheden.

Ook goed samenwerken met andere afdelingen wordt makkelijker met TOPdesk. TOPdesk is namelijk de enige tool die Facility, ICT en HRM perfect integreert. U hoeft alle informatie slechts op één plek te beheren, terwijl elke afdeling zijn eigen veilige werkomgeving behoudt. Meer weten? Kijk op www.topdesk.nl/facilitair.

Facility Management Simplified


t hema duurzaamheid

18

24

Agentschap NL en lichtontwerper/ adviseur Robert Jan Vos waren vorig jaar betrokken bij de pilot waarin leden tl-verlichting met elkaar werden vergeleken. Lees de resultaten op pagina 18.

En verder 6 33 44 47 48 48 49 49 51 53 54

nieuws column Philip community over inkoop boekrecensie DIV-column agenda rising star recht contacten en contracten column Gerard Dessing

Led- of tl-verlichting?

Veel facility managers in kantoorpanden zitten met de vraag of ze moeten switchen van tl- naar ledverlichting. Agentschap NL en lichtontwerper/ adviseur Robert Jan Vos werkten vorig jaar mee aan een pilot waarin led- en tl-verlichting met elkaar werden vergeleken.

Duurzaamheid concreet maken

Hoewel veel organisaties ‘duurzaamheid’ als strategisch onderwerp op de agenda hebben staan, blijft het onderwerp met een beetje pech hangen in abstracte termen. Bij het concreet maken van duurzaamheid kan de facility manager een belangrijke rol spelen, zeker als hij daarbij als cocreator optreedt.

26

Naar een integraal MBO-beleidsplan

30

FM als energieleverancier?

38

40

43

Het wordt tijd dat organisaties de manier waarop ze aandacht geven aan duurzaamheid verankeren in een integraal MVO- of MBO-beleidsplan. Hoe ziet zo’n plan eruit, wat is de rol van FM, waar moet je op letten en wat zijn belangrijke tips? Ron van der Pluijm geeft zijn visie.

Stijgende olieprijzen en onrust in het Midden-Oosten doen ons beseffen dat we afhankelijk zijn van goedkope energie. Geen wonder dat duurzame energie ‘hot’ is. Als mogelijke oplossing wordt vaak gesproken over het lokaal opwekken van duurzame energie. Moeten we rekening houden met energieproducerende Green Buildings in 2020 en zo ja, wat zijn de gevolgen voor facility management?

Wageningen UR On the Move met HNW

Het Facilitair Bedrijf van Wageningen Universiteit en Researchcentrum stapt in september over naar Het Nieuwe Werken als werkconcept. Hoofd Operational Services Annet de Haas vertelt over de doelstellingen en de gehanteerde aanpak.

Tips voor motiveren van medewerkers

Tegenslagen, zeurende klanten, leveranciers die niet doen wat was afgesproken, onduidelijke regelgeving waardoor zaken weer anders moeten, het valt niet mee om op een facilitaire afdeling altijd maar positief te denken en klanten vriendelijk te woord te staan. Hoe houdt een FM’er zijn medewerkers gemotiveerd? Tijd voor een aantal tips en trucs.

NEVI Inkoopdag over inkoop en innovatie

De betrokkenheid van inkoop bij de realisatie van innovaties wordt steeds groter. Reden voor NEVI om de NEVI Inkoopdag 2011 in het teken van innovatie te stellen. Een overzicht van het programma.

Bezoek de Facto-dossiers

De website www.factomagazine.nl bevat drie dossiers met informatie over duurzaamheid, Het Nieuwe Werken en regie. Neem eens een kijkje, alle informatie is gratis toegankelijk!

Coverfoto: Eduard van der Worp, Haarlem

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

5


nieuws

Rijksoverheid bundelt inkoop Vijf ministeries (SZW, OCWE, VWS, Financiën en BZK) hebben het voornemen om hun inkoopafdelingen te bundelen in één inkooporganisatie. Daarnaast worden de incassotaken van de rijksoverheid ondergebracht bij het Centraal Justitieel Incassobureau en worden meerdere toezichthoudende instanties op niet-financiële markten samengebracht. Door al deze maatregelen kan een besparing van enkele miljoenen euro’s worden gerealiseerd. Verder wordt de ICT gestandaardiseerd met als uiteindelijk doel om eind 2011 20.000 gestandaardiseerde digitale werkplekken bij zes departementen te realiseren (Financiën, I&M, SZW, VWS, BZK en AZ). Mede dankzij de digitale werkplek

Ledverlichting in onderwijsruimten? De Hogeschool van Amsterdam is als eerste hogeschool in Nederland een pilot met ledverlichting in onderwijsruimten gestart.

kunnen de huisvestingsnormen worden versoberd. Voor het aantal vierkante meters per werkplek zijn nieuwe (marktconforme) normen vastgesteld. Uiteindelijk is het doel te komen tot een Rijks(verzamel)kantoor waarin meerdere ministeries zijn gehuisvest. Er geldt met ingang van 2011 een plafond voor de huisvestingsaanvragen van de ministeries. De aanvragen worden daarbij voortaan centraal getoetst.

Foto: Okura Hotel Amsterdam

Energie besparen in hotels

De pilot duurt zes maanden en beslaat drie leslokalen. Elk lokaal is met een ander type ledverlichting ingericht waarbij verschillende internationale producenten zijn betrokken. Een onafhankelijke expert zal in de drie lokalen metingen uitvoeren. Om een duidelijk beeld te krijgen hebben de ledlampen branduren nodig en wordt er bij aanvang, in het midden en aan het eind van de zes maanden een meting verricht. In de beginfase moeten de ledlampen zestien uur per dag branden om het verval van de lichtkwaliteit goed te kunnen meten. Met de pilot hoopt de HvA te kunnen aantonen dat ledverlichting ook geschikt is voor onderwijsruimten, zodat het de basisverlichting kan worden in het nieuwe Boerhaave- en Wibautgebouw. De basisverlichting is momenteel nog voornamelijk tl-verlichting. De voordelen van led zijn echter talrijk: led is energiezuiniger, heeft een langere levensduur, ontwikkelt aanzienlijk minder warmte en is milieuvriendelijker doordat er geen kwik in de lampen zit.

Speed of service Wat is de gewenste ‘speed of service’ in een twee Michelin-sterrenrestaurant? Energie besparen is ook in hotels een actueel onderwerp. In Dimensions, het magazine van Siemens Building Technologies, lezen we wat het Okura Hotel in Amsterdam (foto) zoal doet om het energieverbruik te reduceren: » invoeren/optimaliseren klokprogramma’s; » kamers voorzien van een pasjessysteem (bij binnentreden en verlaten kamer wordt verwarming/airco dan automatisch in- of uitgeschakeld); » koelsysteem maakt gebruik van water uit de gracht (voor voorkoeling van retourwater);

6

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

» transportnet voor warm water voor verwarming scheiden van het net voor kraanwater; » finetuning van de systemen (zodat bijvoorbeeld verwarming en koeling niet tegen elkaar in kunnen werken); » temperatuur koelwater afstemmen op seizoen; » upgrade van het gebouwbeheersysteem; » introductie nieuwe regelmethodieken (bijvoorbeeld in een vergaderruimte is de luchtbehandeling meestal maximaal, met een nieuwe regeltechniek kan de capaciteit worden afgestemd op de werkelijke zaalbezetting).

In restaurant Amber in Hong Kong, het domein van de Nederlandse chefkok Richard Ekkebus, is de snelheid van serveren na het moment van bestellen van groot belang. In een artikel in de NRC lezen we dat in Amber de volgende normen worden gehanteerd: » koude gerechten serveren binnen 7 minuten; » warme gerechten serveren binnen 10 minuten; » dranken serveren binnen 1 minuut.


nieuws

Tien nadelen van HNW Het Nieuwe Werken. Je hoort vaak alleen maar de voordelen, maar er zijn ook nadelen. Een top 10. 1. EfficiÍntie Uit TNO-onderzoek blijkt dat thuiswerkers vaker in de knel komen met hun tijd dan traditionele werknemers. 2. Communicatie Het contact met collega’s wordt er niet beter op. Voor 63 procent van de werknemers reden om op de zaak te blijven. 3. Samenwerking CoÜrdinatie, onderlinge affiniteit en vertrouwen zijn lastiger te realiseren als werknemers (een deel van hun tijd) thuis werken.

4. Productiviteit Het is onduidelijk of de resultaten van thuiswerken echt beter zijn, zeker wanneer het om creatief werk gaat. 5. Ontwikkeling De vrijheid van thuiswerken kan een daling van de leercurve tot gevolg hebben, blijkt uit onderzoek. 6. Sturen op output HĂŠt toverwoord van HNW. Maar in de praktijk zitten er flinke bezwaren aan, omdat organisatiedoelen niet altijd eenduidig zijn. 7. Toepasbaarheid HNW is weliswaar razend populair onder kenniswerkers, maar voor horecapersoneel, piloten, leraren en vele anderen is het gewoon geen optie.

8. Altijd en overal mogelijk Wie lukt het om in een overvolle treincoupĂŠ een goed doorwrochte beleidsnota te schrijven? 9. Ergonomisch verantwoord Het thuiskantoor kan met een beetje inspanning wel arboproof worden gemaakt, maar hoe zit het met de stoelen en tafeltjes bij de Coffee Company? 10. Werkplezier ‘Heerlijk’ tussen de eigen vier muren zitten werken blijkt op den duur nogal eenzaam en ongezellig. Bron: B. van Lammeren, Gids Personeelsmanagement; B. Kuiken en P. van Lonkhuyzen, in Management Team (via Kluwermanagement.nl), www.pleinplus.nl.

Tips voor aangenaam vliegen Vliegen is snel maar kan tegelijk ook een aanslag vormen op uw humeur. Huilende baby’s, te krappe beenruimte, een lastige buurman, tijdrovende administratieve procedures. Ga zo maar door. In NRC een aantal tips voor een aangenamere vliegreis.  Reist u met prijsvechters? Overweeg dan Priority Boarding. Dit kost bij RyanAir 4 euro per enkele reis. Voordeel: je mag als eerste aan boord en kunt dus de ideale stoelenrij uitzoeken.  Kies voor extra beenruimte een stoel op een rij bij de nooduitgang.  Kijk op seat5plans.com voor alle denkbare informatie over beenruimtes, in flight entertainment, catering en dergelijke van diverse airliners.

Âť Voor wie business class reist: vind op flatseats.com per luchtvaartmaatschappij alle informatie over de businessclass-stoelen, zoals de zachtheid van de kussens, de aanwezigheid van een massagefunctie en de verstelbaarheid. Âť Voor een rustige vlucht: kies een minder gewilde dag en tijdstip om te vliegen. De eerste en laatste vlucht op een dag zitten vaak vol (zakenreizigers die op ĂŠĂŠn dag heen en weer reizen). De minst drukke vluchten zijn tussen 11.00 en 14.00 uur. Vluchten op dinsdag, woensdag en zaterdag zijn doorgaans het leegst, die op vrijdag (einde dag) en zondag (einde dag) meestal druk. Âť Overweeg het gebruik van de Knee Defender (http://www.kneedefen-

der.com), twee kleine schuifjes die u aan uw uitklaptafeltje schuift waardoor de voorbuurman minder ver naar achter kan met zijn stoel. Âť Let goed op bij termen als Premium Class e.d. Daar zijn extra kosten aan verbonden maar check goed wat de werkelijke voordelen zijn. Âť Overweeg bij langere vluchten een overstap (vermijd daarbij wel drukke luchthavens); dit kan kosten schelen.

(Advertentie)

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

7


nieuws

Groen stadskantoor voor Utrecht Eind april is de bouw gestart van het nieuwe stadskantoor Utrecht. Daarbij overhandigde Stefan van Uffelen, directeur van de Dutch Green Building Council (DGBC) een BREEAM-NL-ontwerpcertificaat met twee sterren aan de wethouder. Het stadskantoor Utrecht (66.000 m2) is een van de grootste gebouwen die de komende drie jaar worden gebouwd in Nederland. Het biedt plaats aan 3.500

medewerkers, er zijn 2.200 stallingplaatsen voor fietsen en 270 parkeerplaatsen. De bouw van het Stadskantoor Utrecht is complex en ambitieus en bevindt zich direct naast Utrecht Centraal, één van de drukste openbaarvervoerknooppunten van Nederland. De oplevering staat gepland in 2014. Meer informatie: www.cu2030.nl

Uitgaven in bedrijfsrestaurants dalen

De belangrijkste redenen voor organisaties om aan duurzaamheid te doen zijn kosten en imago. Dit is een van de conclusies uit de duurzaamheidsscan uitgevoerd door Twynstra Gudde.

De totale uitgaven voor eten en drinken door werkende consumenten in bedrijfsrestaurants daalden in 2010 met ruim 1 procent. De gemiddelde besteding per lunchbezoek steeg met € 0,14. Dit blijkt uit het Nationale Catering Onderzoek van Foodstep. De toename van de gemiddelde besteding per lunchbezoek is vooral het gevolg van prijsstijgingen en het vaker aankopen van relatief duurdere producten. De afname van de totale bestedingen heeft te maken met 1 procent lagere bezoekersaantallen en een 3 procent lagere bezoekfrequentie. Als de voorzieningen in de ogen van de consument perfect zijn - ideaal assortiment, maximaal aanbod vers, optimale prijs-kwaliteitverhouding en uitnodigende ambiance - is deze bereid aanzienlijk meer te betalen. Bij uitbestede catering kun-

nen de bestedingen stijgen van 2,78 naar 3,34 euro en bij een faciliteit in eigen beheer van 2,16 naar 2,82 euro. Dat werknemers minder de bedrijfsrestaurants bezoeken, heeft onder meer te maken met: » meenemen boterhammen van huis; » (te) hoge werkdruk; » andere activiteiten tijdens lunch (boodschappen doen, wandelen e.d.) Bron: www.foodholland.nl

Top 10 bedrijven in Nederland Wie zijn de grootste bedrijven in Nederland? In NRC Handelsblad lezen we het volgende overzicht van de top 10, gebaseerd op de Forbes Global 2000 (omzet en winst in miljarden dollars).

1. Shell 2. ING 3. Unilever 4. Aegon 5. Philips 6. KPN 7. Ahold 8. Heineken 9. AkzoNobel 10. DSM

8

Omzet 369 149 59 42 34 18 39 21 20 11

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

Winst 20,1 4,3 5,7 2,4 1,9 2,4 1,1 1,0 1,0 0,7

Duurzaamheid vooral om ‘kosten’ en ‘imago’

Werknemers 101.000 107.000 165.000 27.000 119.000 31.000 122.000 66.000 56.000 22.000

De scan werd gehouden onder 75 kantoorhoudende organisaties met medewerkersaantallen variërend van 250 tot enkele duizenden. In de duurzaamheidsscan wordt ingezoomd op zes onderwerpen: duurzaam huren, toetsing van beleid, investeringskosten versus exploitatiekosten, Het Nieuwe Werken, imago en mobiliteit. Opvallend is dat bij 88 procent van de financiële instellingen een goed imago een belangrijke drijfveer is om aan duurzaamheidsbeleid te doen. Kennis en cultuur zijn daarentegen de belangrijkste belemmeringen om de doelstellingen te halen. In vergelijking met de andere onderzochte bedrijfstakken scoren de financiële instellingen op het gebied van duurzaamheid als beste. Bij 86 procent van de onderzochte instellingen is kostenbesparing de belangrijkste reden om over te gaan op duurzamer beleid. Echter, investeringskosten zijn hierbij de belangrijkste belemmering. ‘Goedkoop is duurkoop’ lijkt hier van toepassing. Echter, een duurzame investering levert op de lange termijn juist meer op dankzij de lagere exploitatiekosten en nog belangrijker: omdat het vaak beter bij de langetermijndoelen van de organisatie aansluit. De onderzoekers van Twynstra Gudde concluderen uit hun onderzoek dat commitment van bestuurders essentieel is.


Als je keuze wilt bieden, moet je wel compleet zijn Facilitaire software als service

Axxerion is een compleet internet gebaseerd Facility Management Informatie Systeem (FMIS). De flexibele workflow functionaliteit biedt optimale ondersteuning voor al uw facilitaire, HRM en ITIL processen. Doordat u alleen betaalt voor feitelijk gebruik heeft u de mogelijkheid kleinschalig te beginnen. Alleen uw servicedesk, contractbeheer of gebouw- en ruimtebeheer optimaliseren, of een totaal-oplossing? Aan u de keuze!

AxxeNrioun oLokigh t, k www.axixjkerioopn fs.nl

FMIS op basis van software as a service Axxerion is een SaaS-oplossing (Software as a Service). De reden van de grote vraag naar SaaS oplossingen is duidelijk; u heeft geen grote investering vooraf, u hoeft geen hard- of software te kopen en te installeren en u heeft geen kosten en omkijken naar onderhoud en updates. Op elke computer met internettoegang heeft u toegang tot de krachtige functionaliteit van Axxerion. Vanaf elke locatie kunt u voortaan uw facilitaire processen op een gebruiksvriendelijke manier bewaken.

Servicedesk

Ook voor u de juiste keuze Axxerion wordt dagelijks intensief gebruikt door zowel kleine als grote bedrijven, waaronder banken, verzekeraars, overheid, ziekenhuizen, industrie, adviesbureaus, zorginstellingen en woningbouwcorporaties. Ontdek de voordelen van Axxerion voor uw organisatie en bel voor een vrijblijvende demonstratie: 026 – 474 2420.

Projectbeheer

Reserveringen Contractbeheer Inkoop Gebouwbeheer Middelenbeheer Onderhoudsplanning

Documentbeheer Ruimtebeheer HRM ITIL

Axxerion Facility Services - Ressenerbroek 26b - 6666 MR Heteren - Tel: 026-474 2420 - info@axxerionfs.nl - www.axxerionfs.nl


(Advertentie)

+7& $GYLHV LV KqW RQDIKDQNHOLMNH DGYLHVEXUHDX YRRU GH KRUHFD UHFUHDWLH HQ FDWHULQJ 6LQGV KHHIW +7& $GYLHV FLUFD RUJDQLVDWLHV HQ EHGULMYHQ RQGHUVWHXQG HQ JHDGYLVHHUG RQGHU KHW PRWWR ³YRRU HHQ EHWHU UHVXOWDDW´ +7& LV HHQ ODQGHOLMN ZHUNHQGH RUJDQLVDWLH 0HGLR ]DO +7& YHUKXL]HQ QDDU HHQ QLHXZ SDQG LQ $OPHUH 7HU XLWEUHLGLQJ YDQ KHW KXLGLJH WHDP ]LMQ ZLM RS ]RHN QDDU HHQ RQGHUQHPHQGH FRPPHUFLsOH HQ GDDGNUDFKWLJH $GYLVHXU &RQWUDFW &DWHULQJ P Y 'H EHODQJULMNVWH ZHUNWHUUHLQHQ YDQ GH DIGHOLQJ FDWHULQJ ]LMQ KHW DGYLVHUHQ YDQ PLGGHOJURWH HQ JURWH RQGHUQHPLQJHQ PHW EHWUHNNLQJ WRW VWUDWHJLVFKH EHOHLGVYUDDJVWXNNHQ KHW EHJHOHLGHQ YDQ (XURSHVH DDQEHVWHGLQJHQ KHW XLWYRHUHQ YDQ GRRUOLFKWLQJHQ EHQFKPDUNV HQ PDUNWFRQIRUPLWHLWVWRHWVHQ HQ FRQWUDFWPDQDJHPHQW )XQFWLH LQKRXG +HW ]HOIVWDQGLJ XLWYRHUHQ YDQ XLWHHQORSHQGH DGYLHVSURMHFWHQ ZDDURQGHU KHW VFKULMYHQ YDQ DGYLHVUDSSRUWDJHV 0HGH XLWYRHULQJ JHYHQ DDQ KHW VDOHV HQ PDUNHWLQJEHOHLG +HW OHYHUHQ YDQ HHQ DFWLHYH ELMGUDJH DDQ GH FRQWLQXH YHUEHWHULQJ YDQ GH GLHQVWYHUOHQLQJ :DW YHUZDFKWHQ ZLM YDQ X +%2 GHQN HQ ZHUNQLYHDX ELMYRRUEHHOG +RJHU +RWHORQGHUZLMV RI )DFLOLW\ 0DQDJHPHQW $DQWRRQEDUH ZHUNHUYDULQJ ELQQHQ GH FRQWUDFWFDWHULQJ 5HVXOWDDWJHULFKW IOH[LEHO GDDGNUDFKWLJ HQ LQLWLDWLHIULMN 8LWVWHNHQGH FRPPXQLFDWLHYH PRQGHOLQJ HQ VFKULIWHOLMN YDDUGLJKHGHQ $QDO\WLVFK YHUPRJHQ HQ FLMIHUPDWLJ LQ]LFKW .ODQWJHULFKWH HQ GLHQVWYHUOHQHQGH LQVWHOOLQJ :DW PDJ X YDQ RQV YHUZDFKWHQ (HQ EHGULMIVFXOWXXU PHW GH NHUQZDDUGHQ 3OH]LHU 5HVSHFW 9HUWURXZHQ 7UDQVSDUDQWLH =HOIVWDQGLJKHLG HQ $DQGDFKW (HQ JRHG PDUNWFRQIRUP VDODULV HQ GLWR DUEHLGVYRRUZDDUGHQ (HQ DIZLVVHOHQGH G\QDPLVFKH EDDQ LQ HHQ JURHLHQGH HQ LQQRYDWLHYH RQGHUQHPLQJ 5XLPWH YRRU HLJHQ LQLWLDWLHI HQ LGHHsQ &ROOHJLDOH VDPHQZHUNLQJ LQ HHQ MRQJ HQ HQWKRXVLDVW WHDP ,QIRUPDWLH HQ VROOLFLWDWLH 0HHU LQIRUPDWLH RYHU +7& $GYLHV NXQW X YLQGHQ RS ZZZ KWFDGYLHV QO 9RRU QDGHUH LQIRUPDWLH RYHU GH]H IXQFWLH EHOW X PHW +7& $GYLHV 0LFKLHO YDQ 1RRUW RS 6ROOLFLWDWLHEULHYHQ PHW FY NXQQHQ ZRUGHQ JHULFKW DDQ +7& $GYLHV W D Y 0LFKLHO YDQ 1RRUW SHU H PDLO YLD P YDQQRRUW#KWFDGYLHV QO RI SHU SRVW YLD 3RVWEXV $% +2251

nieuws

VOG in onderwijs: ook voor schoonmakers Naar aanleiding van het bericht ‘Aanwezigheid VOG’s op alle scholen gecontroleerd’ van maart heeft de Onderwijsinspectie veel vragen ontvangen over wie wel en niet verplicht een VOG (Verklaring omtrent Gedrag) moeten overleggen in het onderwijs. Daaruit blijkt dat onder anderen conciĂŤrges en schoonmakers over een VOG moeten beschikken. De VOG is in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs verplicht voor leraren, (adjunct-)directieleden, (con-) rectoren, onderwijsondersteunende functionarissen, externe leraren, bijvoorbeeld gedetacheerd of werkzaam via een uitzendbureau, externe (adjunct-)directieleden, LIO-stagiairs (leerovereenkomst of leerarbeidsovereenkomst), conciĂŤrges en schoonmaakpersoneel (eventueel extern ingehuurd) en overblijfmedewerkers (VOG niet ouder dan twee maanden).

Ramen als energieopwekker

Wetenschappers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) ontwikkelen een systeem om energie op te wekken via de ramen van huizen en gebouwen. Dat meldt het MIT. In de ramen moeten moleculen de energie van infraroodstraling die naar binnen komt opslaan. Die moleculen zitten in transparante zonnecellen waarin de elektronen worden omgezet tot stroom. Het ‘gewone’ licht wordt doorgelaten waardoor de ramen doorzichtig blijven. Zie ook www.dgbc.nl of www.nu.nl.

KPN zet in op uitbesteden en off shoring Telecombedrijf KPN schrapt in Nederland duizenden banen. In totaal worden 4.000 tot 5.000 arbeidsplaatsen geschrapt. Het bedrijf wil daarmee de kosten fors verlagen. Het gaat om 20 tot 25 procent van het personeel. Of er gedwongen ontslagen zullen vallen, is onduidelijk. De sanering bij het bedrijf valt onder een meerjarenbesparingsplan tot 2015. KPN gaat voornamelijk snijden in haar personeelsbestand door uitbesteding en ‘offshoring van de back-office’.


nieuws

Security-incident voor 44% van de werknemers Ruim vier op de tien werknemers hebben het afgelopen jaar te maken gehad met een incident als agressie, inbraak, bedreiging op het werk. Ruim een kwart van de werknemers in MKB-organisaties vindt het bedrijf waar zij werken kwetsbaar. Bij grotere organisaties (>250 werknemers) is dit zelfs 37 procent.

Vuile handen in verpleeghuizen Geneesmiddelen over de datum, gebruik van verkeerde schoonmaakmiddelen, onvindbare protocollen en personeel dat de handen te weinig wast. Maar liefst 40 procent van de onderzochte verpleeg- en verzorgingshuizen werkt onhygiënisch, blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond (CB). De CB wil dat hygiëne-inspecties verplicht worden. Van de 37 bezochte verpleeghuizen scoren maar liefst 15 een onvoldoende. Een 7 of iets hoger halen slechts 3 verpleeghuizen. Van de 121 door de bond benaderde huizen hielden 47 de deuren voor de bond gesloten. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) bezoekt verpleeghuizen niet frequent en meestal aangekondigd. Bart Combée, directeur Consumentenbond: ‘Het is verbazingwekkend dat verpleeghuizen niet verplicht zijn om onafhankelijk hygiëneonderzoek te la-

ten uitvoeren. Kwetsbare bewoners verdienen een veilig en schoon thuis. Het onderzoek laat zien dat het bedroevend is gesteld met de hygiëne en het goed is als de verpleeghuizen regelmatig een onderzoek laten uitvoeren. Zij kunnen daarvan leren en verbeteringen doorvoeren. Wij willen dat de IGZ onafhankelijke controles verplicht stelt, met openbaarmaking van de resultaten.’ Hygiënisch werken kan het risico van veelvoorkomende infecties in verpleeghuizen zoals infecties aan de urine- en luchtwegen (longontsteking) en wondinfecties verkleinen. Daarnaast is een schone en frisse leefomgeving belangrijk voor de kwaliteit van leven in het verpleeghuis. Voor de Consumentenbond deden zeven hygiënisten onderzoek bij verpleeghuizen door heel Nederland. De checklist is opgesteld in samenwerking met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Calamiteitenzuil NSecure heeft een calamiteitenzuil ontwikkeld. De zuil biedt ondersteuning bij de ontruiming wanneer zich calamiteiten voordoen. Het scherm toont een plattegrond van het pand/terrein met daarop belangrijke informatie: » directe spreek- en luisterverbinding via camera/intercom;

» locatie van alle verzamelplaatszuilen; » grafische weergave van de locatie van de calamiteit; » lichtsignaal voor weergave veilige/ onveilige situatie; » windrichting in pijl en graden en windsnelheid in m/sec; » bepaling van vluchtroute. De zuil, gekoppeld aan het security managementsysteem van Nsecure, kan worden uitgebreid met zaken als specifieke rapportages, weersverwachtingen en nieuwsberichten.

44 procent van de werknemers kreeg het afgelopen jaar te maken met een beveiligingsincident. Dit blijkt uit onderzoek van Securitas naar het veiligheidsgevoel op de werkvloer, gehouden onder ruim 500 respondenten. Top 5 incidenten afgelopen jaar: 1. Agressie (20 procent) 2. Inbraak met diefstal (15 procent) 3. Bedreiging (15 procent) 4. Vandalisme (13 procent) 5. Misbruik van informatie (6 procent)

Adverteerdersindex Asito bv 2 Axxerion Facility Services 9 Commerce-hub bv 46 CSU Total Care bv 56 Gispen International bv 16 GOM 37 HTC Advies Horeca Recreatie Catering 10 ISS Facility Services 46 Miele Professional 23 Mister Kool’s 12, 13, bijsluiter Yask 55 Pro-Mereor Inkoopkenniscentrum 50 Safened 39 Saval bv 28 Secned BV Security and Cleaning 50 Speed Clean Mobile Franchise bv bijsluiter Topdesk 4 Twynstra Gudde bv 42 VFM Facility Experts & People cover, 7, 20, 33

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

11


(FKW VFKRRQ LV HHQ YDN DSDUW

'XXU]DDP UHLQLJHQ

(HQ EHHOG ]HJW PHHU GDQ ZRRUGHQ

'H YORHUHQ HQ PHXEHOV GLH PLVWHU .22/¶V GXXU]DDP UHLQLJW HQ RQGHUKRXGW YRRU GH ]DNHOLMNH

,Q GDW NDGHU WUHIW X RS RQ]H ZHEVLWH PLVWHUNRROV QO SHU RQGHUZHUS HHQ GHPRQVWUDWLH ¿ OPSMH DDQ

PDUNW ]LMQ WDSLMW HQ NDUSHW

UP

HW

ROH

US

HQ FRQIHUHQWLHPHXELODLU

XP

ND

SDUNHW EDQNVWHOOHQ HQ NDQWRRU

±

HQ

WDU

LMW

VLHUJULQG 6WUL]R WHJHOV KRXW

WDS

QDWXXUVWHHQ PDUPHU OHLVWHHQ

NH W

OLQROHXP PDUPROHXP WDUNHW

PD

'DW JHEHXUW LQ RSGUDFKW YDQ ]RZHO

XP

EHGULMYHQ RYHUKHLG LQVWHOOLQJHQ

ROH

DOVPHGH VFKRRQPDDNEHGULMYHQ

OLQ

+HW GXXU]DDP UHLQLJHQ YDQ YORHUHQ HQ PHXEHOV EHWHNHQW ZHUNHQ PHW 3K QHXWUDOH PLGGHOHQ GLH QLHW RI ]R PLQ PRJHOLMN EHODVWHQG ]LMQ

SURMHFWPHXELODLU

QDWXXUVWHHQ PDUPHU

YRRU GH PHQV HQ ]LMQ RPJHYLQJ +HW EHWHNHQW HFKWHU RRN ]RGDQLJH NZDOLWHLW OHYHUHQ ]RGDW GH YORHUHQ HQ PHXEHOV ODQJHU PHHJDDQ $OV H[WUD VHUYLFH QDDU GH NODQW YHUVWUHNW PLVWHU .22/¶V HHQ

UN HW

HLJHQ JDUDQWLHFHUWL¿ FDDW 6HUYLFH

HQ XW KR

R UL]

ZRUGHQ XLWJHYRHUG

6W

NDQWRRUWLMGHQ HQ RS ]DWHUGDJ NDQ

SD

EHWHNHQW GDW KHW ZHUN RRN EXLWHQ


2P OLQROHXPYORHUHQ HFKW WH YHUGXXU]DPHQ LQWURGXFHHUW 0LVWHU .22/¶V

67$57 6 LJLQJ SUD HLQ U \H H Q G L H U E NH H HU LWJ 8

\HQ NHHU W XVV 6SUD HQW LMG U D V D M W R W

LQLJHQ QD 7RSUH WR W GV MDD WLM U HQ VV WX

GH /LQRF\FOXV

HQWLMGV 7R U WXVV S NHH U HLQ LJ HQ H D\ Q Q SU D 6

'H YRRUGHOHQ YDQ SODQPDWLJ RQGHUKRXG 6FKRQHU 3UHWWLJHU *H]RQGHU /DQJHUH OHYHQVGXXU 9DVW EXGJHW

0LVWHU .22/¶V KHHIW GH 3ODQPDWLJ 2QGHUKRXG 6FDQ 326 RQWZLNNHOG GLH VQHO LQ NDDUW EUHQJW ZDW 3ODQPDWLJ 2QGHUKRXG YRRU XZ RUJDQLVDWLH EHWHNHQW 0HHU ZHWHQ RYHU GH 326 EHO RI H PDLO RQV HQ ZLM PDNHQ JUDDJ QDGHU NHQQLV PHW X 'XXU]DPH NZDOLWHLW JHJDUDQGHHUG 'H GXXU]DPH NZDOLWHLW EHZLMVW 0LVWHU .22/¶V PHW ]LMQ 26% HQ 6:70 FHUWL¿ FHULQJ %RYHQGLHQ YHUVWUHNW 0LVWHU .22/¶V ]LMQ NODQWHQ KHW HLJHQ JDUDQWLHFHUWL¿ FDDW

0LVWHU .22/¶V ± GXXU]DDP UHLQLJHQ

,QGXVWULHWHUUHLQ

7HO

9ORHUHQ HQ PHXEHOV DOV QLHXZ

2RVWKDYHQ :DQVVXP

( PDLO EXUHDX#PLVWHUNRROV QO

6WD\HUKRIZHJ (- :DQVVXP

/+56'4-11.5T0.


t hema duurzaamheid

SVB op weg naar CO2Sinds 2010 werkt de Sociale Verzekeringsbank met een duurzaamheidsprogramma genaamd ‘SVB Groen’. Het doel is te komen tot een volledig CO2-neutrale bedrijfsvoering in 2020. Programmamanager Hans de Jonge geeft inzicht in de ambities, de maatregelen en de leermomenten tot nu toe. GERARD DESSING

B

ij het verlaten van het pand loopt Hans de Jonge nog even mee tot aan de tourniquets op de begane grond. ‘Collega’s zien me soms echt als “Mister Green”, zegt hij. ‘Laatst kwam ik een keer met de auto, terwijl ik meestal fiets van huis in Amsterdam naar Amstelveen. Ik kreeg daar toen direct opmerkingen over. Dat is wel apart om te ervaren.’ De Jonge ging na de middelbare school in 1980 direct aan de slag bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) in Amsterdam. Jaren werkte hij als manager in het primaire proces om in 2001 over te stappen naar het facilitair bedrijf. De eerste periode was hij facility manager bij het hoofdkantoor, daarna ondersteunde hij als account manager de negen vestigingen op facilitair gebied, een functie die hij nog steeds vervult. Hoewel hij er al in een eerder stadium mee bezig was, kruiste het onderwerp ‘duurzaamheid’ vorig jaar expliciet zijn pad. In 2010 was CO2-reductie een van de speerpunten in het SVB-jaarplan met als concrete inzet de SVB groener te maken met als uiteindelijk doel een volledig CO2-neutrale bedrijfsvoering in 2020. In de organisatie gebeurde op diverse fronten al het nodige op het gebied van MVO c.q. duurzaamheid en inno-

vatie, maar een integrale aanpak ontbrak. Om deze situatie te verbeteren werd De Jonge voor twaalf uur per week vrijgesteld om als programmamanager van SVB Groen te gaan werken.

Programma Als eerste startte hij met het opstellen van een overkoepelend programma waarin hij een aantal zaken op schrift stelde en diverse deelprojecten benoem-

‘Je weet van tevoren niet goed wat er op je af gaat komen, dus je moet zo’n programma zeker niet in beton gieten’ de. De Jonge presenteerde zijn plan en kreeg - na enkele aanpassingen - groen licht. Hij hield het programma om verschillende redenen flexibel. ‘Je weet van tevoren niet goed wat er op je af gaat komen, dus je moet zo’n programma zeker niet in beton gieten. Ik zie het streven naar een duurzame bedrijfsvoering meer als een organisch proces, waar je meegroeit met de ontwikkelingen en omstandigheden.’ Programma- c.q. projectleden werden

KERNGEGEVENS! Organisatie Plaats Medewerkers Programma Programmamanager Website

14

: Sociale Verzekeringsbank (SVB) : Amstelveen (hoofdkantoor) en 9 vestigingen : 3.200 : SVB Groen : Hans de Jonge : www.svb.nl

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

benoemd en bij de vestigingen werd geïnventariseerd wat er op locatie al aan duurzaamheid werd gedaan. Ook werd op iedere vestiging een zogenaamde groenambassadeur gevonden, een soort ‘linking pin’ tussen het programma en de vestiging. De Jonge: ‘Her en der in de organisatie werd al gefocust op duurzaamheid, alleen dat wisten we niet altijd van elkaar. De inventarisatie leverde een berg aan informatie op. De SVB bleek

veel groener dan we dachten. De informatie over vergroening op de kantoren werd gebruikt om te beoordelen of lokale initiatieven bruikbaar zijn voor andere kantoren.’

CO2-benchmark als ruggengraat Om een goed vertrekpunt te creëren werd besloten een CO2-nulmeting te laten uitvoeren. De SVB koos 2008 als startjaar. De Jonge: ‘Met die gegevens in de hand kijk je vervolgens jaar voor jaar welk effect genomen maatregelen hebben op de CO2-uitstoot. Daarnaast is een benchmark handig om intern te kunnen vergelijken (tussen de vestigingen) en te kunnen vergelijken met andere organisaties c.q. met best practices, zodat je veel beter kunt inschatten hoe goed of slecht je het doet.’ De nulmeting, uitgevoerd door een externe partij, gaf helder inzicht in de


t hema duurzaamheid

neutrale bedrijfsvoering verdeling van de componenten die de CO2-uitstoot veroorzaken. De verdeling was als volgt: elektriciteit (60%), vervoer (25%), brandstoffen (10%), papier (3%), afval (1%) en water (1%). Besloten werd als eerste te focussen op de grootste componenten, te weten elektriciteit en vervoer.

Foto: Eduard van der Worp

Elektriciteit Op het gebied van elektriciteit werd een tweesporenbeleid geformuleerd, bestaande uit enerzijds het terugdringen van energieverbruik en anderzijds het inkopen van groene stroom. Een andere externe partij werd gevraagd een scan te maken van de kantoorpanden met als centrale vraag: waar kan het zuiniger en duurzamer? Het leverde een waslijst aan informatie op met verschillende voorstellen op gebouw- en installatieniveau. Naast zaken als het opnieuw afstellen van technische installaties, het introduceren van energiemonitoring en -management en het treffen van maatregelen zoals kierafdichting en dergelijke werden ook grotere projecten zoals het plaatsen van zonnecollectoren op het dak en het aanbrengen van driedubbel isolatieglas onderzocht. Van elk voorstel werd een business case gemaakt. De Jonge: ‘Je bekijkt dan of het terugverdieneffect past binnen reële grenzen, wetende dat de SVB een forse bezuinigingsdoelstelling heeft. Natuurlijk zijn zonnecollectoren op het dak en driedubbele beglazing aantrekkelijk, maar het was al snel duidelijk dat daar een te lange terugverdientijd aan verbonden was. Anders gezegd: het was gewoon te duur. We hoeven geen pioniers te zijn die vooroplopen met de vergroening, maar we willen daar wel vlak achter zitten, dat is onze ambitie.’ Naast energiebeperkende maatregelen werd ook besloten over te stappen op groene stroom en CO2 gecompenseerd gas. Een prima zaak, vindt De Jonge, waarbij hij meteen ook een kanttekening plaatst. ‘Als je groene stroom in-

Hans de Jonge, programmamanager SVB Groen: ‘We hoeven geen pioniers te zijn die vooroplopen met de vergroening, maar we willen daar wel vlak achter zitten.’

koopt, bestaat het risico dat het onderwerp energiereductie uit de focus verdwijnt. Daar moet je voor oppassen, want het is voor ons én én, dus én energiereductie én inkoop van groene stroom.’

Vervoersscan In het kader van de tweede CO2-veroorzakende component, namelijk vervoer, is de SVB druk bezig met het inventariseren van de woon-werkkilometers van de medewerkers en de daaruit voortkomende CO2-uitstoot. Daarvoor wordt in samenwerking met de NS een vervoersscan uitgevoerd. Zo’n scan verloopt als volgt: de postcodegegevens van het huis- en werkadres worden gekoppeld aan het vervoermiddel waarmee de medewerker reist. Deze gegevens leiden tot een reisadvies op maat op basis van een alternatief

(lees: duurzamer) vervoermiddel. De Jonge: ‘Iemand die dagelijks met de auto naar zijn werk reist, kun je aan de hand van zo’n scan een alternatief aanbieden. Natuurlijk moet je intern eerst een parameter afspreken, bijvoorbeeld dat de nieuwe reisduur niet langer dan 1,5 maal de oude mag zijn. Medewerkers ontvangen een OV-trajectkaart van de SVB, op die manier proberen we mensen uit de auto te lokken.’

HNW Gekoppeld aan vervoer noemt De Jonge ook oriëntatie op Het Nieuwe Werken als een ‘groen’ aandachtspunt. Volgens hem komt er gaandeweg meer aandacht voor het onderwerp, ook omdat minder reizen (door bijvoorbeeld videoconferencing) tot minder CO2-uitstoot leidt.

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

15

»



t hema duurzaamheid

Onder meer het vraagstuk omtrent de beveiliging van gegevens houdt een supersnelle ontwikkeling van HNW vooralsnog tegen, vertelt De Jonge. ‘We werken met privacygevoelige informatie, daar moet je heel zorgvuldig mee omgaan. Toch is er zeker een beweging gaande richting flexibel werken en het terugdringen van vierkante meters vloeroppervlak. Je zou onze strategie zo kunnen omschrijven: we zetten kleine stappen, oriënteren ons op hoe anderen het doen en kijken dan verder.’

Papier, afval en water Ook zaken als papier, afval en water hebben in het kader van duurzaamheid de aandacht. Enkele voorbeelden: bij inkoop van papier wordt het FSCkeurmerk als eis gesteld, printers staan ingesteld op dubbelzijdig printen, afval wordt in drie stromen ingezameld (papier, karton en plastic bekers) en de cateraar is verplicht zijn afval te scheiden. Hoe gering ook, De Jonge benadrukt het belang van de afvalscheiding. ‘Afvalscheiding stelt voor de CO2-uitstoot relatief weinig voor, maar het is wel een manier om medewerkers bij het onderwerp te betrekken.’ Zoals zo vaak in projecten en verandertrajecten is communicatie een belangrijke succesfactor. Dat geldt ook voor dit programma, zegt De Jonge. Zo heeft het personeelsblad in 2010 in ieder nummer aandacht besteed aan het onderwerp in de vorm van een portret van een medewerker die iets met ‘groen’ deed. Daarnaast is in-

Project Energiebesparing 100% duurzaam inkopen Optimalisatie onderhoud FMIS SVB beweegt HR-beleid Videoconferencing ICT

Beschrijving Optimaliseren alle kantoorgebouwen Inkopen volgens normen AgentschapNL Gebouwscans Invoering FMIS Campagne vitalere SVB-medewerkers Beleid op reizen per OV en fietsplan Alle kantoren beschikken over videoconferencing Energiezuinige monitoren, pc’s niet onnodig aan, etc.

Jaar 2002-2010 e.v. 2007-2010 e.v. 2009-2020 2009-2010 e.v. 2008-2009 1999-2010 e.v. 2010 2010 e.v.

Enkele voorbeelden van projecten in het kader van het programma SVB Groen.

tranet een belangrijk platform met een eigen pagina en logo. Ook is er in april een dag georganiseerd rondom groen en gezond naar het werk reizen. De Jonge: ‘De fietsen van medewerkers zijn nagekeken, de bandenspanning van auto’s is gecontroleerd, de OVreizigers ontvingen een consumptiebon. Allemaal acties om ervoor te zorgen dat medewerkers zich bewust worden van hun eigen bijdrage en daar ook actie op kunnen nemen.’

Inkoop Dwars door het programma speelt duurzaam inkopen een belangrijke rol. De SVB koopt 100 procent duurzaam in aan de hand van de inkoopcriteria van Agentschap NL. Bij inkoop is het overigens niet ‘duurzaamheid ten koste van alles’, geeft De Jonge aan. ‘We wegen voortdurend de kosten tegen de baten af. Ja, nieuw meubilair moet duurzaam zijn, maar we eisen geen cradle-to-cradle, omdat dit veel duurder kan uitpakken. Andere bedrijven gaan daar wellicht verder in, maar voor ons zijn er grenzen.’

Wat de leerpunten tot nu toe zijn geweest? ‘Duurzaamheid is geen zwartwit onderwerp, iedereen vindt er wat van, dat maakt het soms lastig. Je hebt voor- en tegenstanders, daar moet je wel mee kunnen omgaan. Verder raad ik iedereen aan om van tevoren een startbudget te regelen als er nog geen integrale aanpak is. Zo’n budget voor de benchmark, voor de communicatie en voor eventuele expertise als je die niet in huis hebt heb je namelijk wel nodig.’

Kostenbesparing Werkt de druk om te besparen belemmerend op plannen om duurzamer te worden? De Jonge denkt dat dit niet zo hoeft te zijn. Het is de kunst om duurzaamheid als bondgenoot van kostenbesparing te zien, zegt hij. ‘Met een duurzame aanpak kun je geld besparen. Neem Het Nieuwe Werken of flexwerken, dat draagt bij aan duurzaamheid en leidt tot minder kosten. Of neem een energiereductieplan, daardoor ga je minder geld uitgeven terwijl je tegelijk bijdraagt aan duurzaamheid. ‹‹

Tips voor een CO2-neutrale bedrijfsvoering

Benoem een (vrijgestelde) programmamanager Benoem groenambassadeurs op locatie Benoem programmaleden Organiseer benchmarks (bijv. CO2-benchmark, Footprint NS postcodescan et cetera) Zorg voor een startbudget van de campagne Zorg voor steun in alle lagen van de organisatie Voer het programma fasegewijs in Probeer te verleiden, niet te dwingen Maak geen enorm masterplan, gebruik wel business cases Betrek andere disciplines (bijvoorbeeld HR en FB voor het vervoer, FB en ICT voor elektriciteit) » Koop duurzaam in (bij SVB: 100%) » Start met laaghangend fruit (energiereductie, meer OV), pak pas later grote projecten aan (zoals warmte-koudeopslag)

» » » » » » » » » »

Het speciaal ontworpen logo dat door de Sociale Verzekeringsbank wordt gebruikt in het kader van de Groen-campagne.

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

17


t hema duurzaamheid

Led- of tl-verlichting? Veel facility managers in kantoorpanden zitten met de vraag of ze moeten switchen van tl- naar ledverlichting. Agentschap NL en lichtontwerper/ adviseur Robert Jan Vos werkten vorig jaar mee aan een pilot waarin leden tl-verlichting met elkaar werden vergeleken. ANIEKE MENNINGA *

S

teeds meer gebouwbeheerders maken de overstap naar ledverlichting. Maar wat zijn eigenlijk de voordelen van deze verlichting ten opzichte van tl-verlichting?

ken. De resultaten van de pilot kunnen als richtlijn dienen voor gebouwbeheerders die ledverlichting overwegen. ‘Ik merkte dat ledverlichting vaak veelbelovend is, maar dat er ook veel infe-

‘De omschakeling levert Schiphol een energiebesparing van 50 procent op de verlichting op’

en de invloed op het elektriciteitsnet. Vos: ‘Al die kenmerken spelen mee bij de keuze voor het type verlichting. Van fluorescentielampen weten we dat het technisch niveau erg hoog is, maar over led is nog weinig bekend. Toch wordt led in de politiek opgehemeld en de industrie investeert steeds meer in led-applicaties. Wij wilden de kenmerken goed in kaart brengen, zodat mensen precies weten wat ze van led kunnen verwachten en welke typen waarvoor geschikt zijn.’

Gelijkwaardig Hans Korbee, programma-adviseur bij Agentschap NL en Robert Jan Vos, lichtontwerper en -adviseur, werkten mee aan een pilot waarin led- en tlverlichting met elkaar werden vergele-

Informatie Rapport Pilot ledverlichting op scholen en kantoren » Gepubliceerd: november 2010 » Opdrachtgever: Taskforce Verlichting (www.taskforceverlichting.nl) » Downloaden: http://regelingen. agentschapnl.nl/content/pilot-ledverlichting-scholen-en-kantoren. Slimme Energie » Slimme Energie helpt facility managers en gebouwbeheerders om energiebesparing te realiseren. » Kijk op www.slimme-energie.nl voor meer informatie over maatregelen, hulpmiddelen, praktijkvoorbeelden en financieringsmogelijkheden.

18

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

rieure producten op de markt zijn’, vertelt Korbee, die vanuit AgentschapNL betrokken is bij de Taskforce Verlichting. Die constatering vormde de aanleiding voor de pilot. De taskforce wil een debacle als met de spaarlamp voorkomen. ‘De spaarlamp werd als kansrijk op de markt gebracht, maar werd al snel gezien als ‘de lamp met dat kille licht’. Aan verlichting voor scholen en kantoren stellen we nou eenmaal andere eisen dan aan verkeerslichten.’

Levensduur, rendement en kleur Vos was projectleider van de onderzoeksgroep die de pilot uitvoerde. Onderzocht werd of ledverlichting in de utiliteitsbouw een gelijkwaardig alternatief is voor de bestaande fluorescentielamp (tl-verlichting). Daarbij werd gekeken naar diverse factoren zoals de energie-efficiëntie, de levensduur, het rendement, de lichtverdeling, de lichtopbrengst, de helderheid, de lichtkleur, de kleurweergave

De onderzoekers voerden de pilot uit bij een gemeentekantoor en een school: onafhankelijke organisaties die veel gebruikmaken van tl-verlichting. Daarnaast werd fabrikanten gevraagd producten te leveren die volgens hen konden wedijveren met de bestaande tl-verlichting. Uit die producten werd een strenge selectie gemaakt en vervolgens werden de led- en tl-armaturen op de locaties gemonteerd. Metingen werden uitgevoerd en gebruikers van de ruimten vulden een enquête in. Uit deze steekproef bleek dat de beste ledverlichting op het moment van onderzoek gelijkwaardig was aan fluorescentieverlichting, voor wat betreft energie-efficiëntie, lichttechniek en visueel comfort. De investering voor ledverlichtingssystemen bleek een stuk hoger. Vos: ‘Ze waren zo’n anderhalf tot drie keer duurder dan fluorescentielamparmaturen, maar de onderhoudskosten zijn wel lager. Daarbij heeft ledverlichting een lager energieverbruik, wat zorgt voor een lagere energierekening. Op


t hema duurzaamheid

dit moment kan die prijsverhouding overigens alweer flink anders zijn omdat ledverlichting zich razendsnel ontwikkelt. Net zo snel als de pc in de jaren negentig.’

Technische voordelen Hoewel led en tl gelijkwaardig uit de pilot kwamen, ziet Vos toch voordelen voor led. Voordelen die samenhangen met de snelle ontwikkeling waardoor de prijzen dalen, terwijl de prestatie toeneemt. Led heeft veel voordelen. Zo zijn ledarmaturen vaak compacter dan de armaturen van fluorescentielampen. Ook kunnen ze in andere vormen uitgevoerd worden. En doordat de bron kleiner is, kan het licht beter worden gestuurd en komt het licht efficiënter op de plaats waar je het wilt hebben. Naast het gunstige rendement, draagt led volgens Vos ook nog op een andere manier bij aan de energieprestatie. ‘De lampen worden minder warm en de warmte verplaatst zich minder de ruimte in. Dat komt doordat de warmte aan de achterkant van de armatuur wordt afgevoerd. Natuurlijk moet je wel zorgen dat de verlichting haar warmte via het plafond kwijt kan, soms moet je daarvoor extra koeling in het systeemplafond monteren.’ Hoe positief de technische voordelen ook zijn, misschien zijn de ervaringen van de gebruiker wel het belangrijkste. Reden om in de pilot ook daar aandacht aan te besteden. ‘Uit de pilot bleek dat de beleving bij state of the artledverlichting vaak net iets beter is dan fluorescentieverlichting. Dankzij de vooruitstrevende techniek kun je bij led de lichtkleur en kleurweergave gemakkelijk aanpassen. Zo ziet de ruimte er al snel fris of juist warm uit en voorkom je schitteringen.’

Led retrofit In de pilot werd ook de werking van de led retrofit onderzocht. Dit zijn ledbuizen die in de armaturen voor tl-balken passen. Zo kunnen tl-lampen al vervangen worden door led, voordat de bestaande armaturen aan vervanging toe zijn. Uit de pilot bleek echter dat de led retrofit niet gelijkwaardig is aan de an-

Een voorbeeld van een bedrijf waar ledverlichting in de praktijk wordt toegepast, is Schiphol. dere ledverlichtingstoepassingen. De energiebesparing is wel groter, maar de hoeveelheid licht ligt in veel gevallen sterk onder de norm. De lichtterugval varieerde van 30 tot wel 50 procent. Een ander nadeel was dat de ruimte onvoldoende gelijkmatig kon worden verlicht, vertelt Vos. ‘Dat wil sowieso wel eens lastig zijn met led. Dan worden bijvoorbeeld de gangpaden tussen de bureaus niet verlicht of je ziet een vlekkerig beeld op de vloer.’

Voor de toetsing van de verlichting hanteerden de onderzoekers de Europese norm voor binnenverlichting, de NEN-EN 12464-1. Maar om de prestaties van led echt goed te beoordelen, is een speciale internationale norm nodig. Via de International Energy Agency (EIA) zijn er nu wereldwijd initiatieven om die norm te maken. Nederland is vertegenwoordigd met een schaduwcommissie via AgentschapNL waar een aantal wetenschappers, leveranciers

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

» 19


t hema duurzaamheid

en ontwerpers bij betrokken zijn. Vos: ‘De normering moet medio 2014 klaar zijn en we willen haar laten meebewegen met de markt; die ontwikkelt zich zo snel. Ik verwacht dat led over tien jaar overal als lichtbron wordt toegepast, van zaklamp tot functionele verlichting.’

Ledverlichting op Schiphol Een voorbeeld van een bedrijf waar ledverlichting in de praktijk wordt toegepast, is Schiphol. ‘Ik verwacht dat we in 2020 de laatste conventionele armaturen op Schiphol vervangen door

De omschakeling levert Schiphol een energiebesparing van 50 procent op de verlichting op. ‘Dat merken we nu nog niet op het totaalverbruik, maar wanneer het aandeel ledverlichting groter is zullen we de besparing zeker zien. Daarnaast besparen we op de levensduur, die is bij led vele malen langer: tl-verlichting gaat zo’n anderhalf jaar mee, terwijl ik verwacht dat ik de nieuwe ledverlichting pas over acht tot tien jaar hoef te vervangen. De terugverdientijd van led ten opzichte van tl is op dit moment drie tot vier jaar.’

Praten De Jong selecteerde zijn leverancier door op diverse terreinen informatie bij hem op te vragen. ‘We vroegen naar de kleurweergave, de koeling van het lampje en naar het storingsniveau dat ze terugsturen op het net. Als deze gegevens niet meteen beschikbaar zijn,

‘Bij de nieuwste ledverlichting zit de bewegingsmelder ingebouwd in de armatuur’ led.’ Aan het woord is Harm de Jong, technisch beheerder Elektrotechniek bij Schiphol. Op het moment van schrijven heeft hij al veel spots in de terminal vervangen door ledverlichting. Voor de zomer wil hij de gehele G-pier hebben aangepakt.

blijken de producten vaak niet aan de normen te voldoen. Op die manier hebben we het kaf van het koren gescheiden. En zo voorkomen we vooral storingen op het elektriciteitsnet en situaties waarbij witte lampen opeens blauw gaan uitstralen.’

Samen met de gekozen leverancier probeert De Jong vooral aan te sluiten bij de wensen van de gebruikers. ‘We hangen de lampen op zonder te vertellen dat het ledverlichting is. Pas achteraf vragen we of mensen een verschil ervaren. Dat is eigenlijk nooit zo.’

Slim gebruik Op sommige plaatsen maakt De Jong slim gebruik van de nieuwe technieken. ‘In de wachtruimten van de gates brandt een warm licht zolang mensen moeten wachten tot het boarden. Maar als het boarden begint, maken we het licht helderder, om de mensen te activeren. Ledverlichting heeft zo’n continu verloop in het lichtspectrum, dat je de kleuren heel precies kunt afstemmen. Dat is echt een verbetering ten opzichte van tl-verlichting.’

Altijd in het licht Om de energiebesparing te optimaliseren loopt De Jong alle bewegingsmelders na. ‘Waar mogelijk herstellen we ze, maar bij de nieuwste ledverlichting is dat niet meer nodig. Daarbij zit de melder ingebouwd in de armatuur. Als we in 2020 alles hebben vervangen, kom je op Schiphol nooit meer een donkere ruimte binnen. Als er niemand is, gaan de lichten uit. Maar zelf loop je altijd in het licht.’ ‚‚

* Anieke Menninga is als tekstschrijver in dienst bij Sabel Communicatie.

(Advertentie)

20

Facto Magazine nummer 6 juni 2011


t hema duurzaamheid

Aan de slag met ISO 26000 Als de directie tijdens een ‘heidag’ roept dat de organisatie aan de slag moet met duurzaamheid, volgt al snel de vraag: maar hoe zet je deze woorden om in daden zodat MVO een gezicht krijgt in de organisatie met voldoende draagvlak en ‘richting’? De internationale richtlijn ISO 26000 geeft handvatten. MICHEL DE HAAN *

M

et een beetje geluk (of pech?) komt de volgende situatie u bekend voor. Op een ochtend opent u als facility manager uw mailbox en u treft daarin een uitnodiging aan om deel te nemen aan een nieuwe interne werkgroep met als doelstelling: ‘MVO handen en voeten geven’. U krabt eens achter uw oren, schuift wat in uw agenda en besluit de uitnodiging te accepteren. Op de eerste bijeenkomst ontmoet u andere collega’s die ook zitting in de werkgroep hebben, waaronder iemand

MVO is geen zaak van de facility manager alleen. MVO is een zaak van de hele organisatie. De ‘heidag’ kan dit niet afdoen met ‘We doen te weinig aan duurzaamheid/MVO’. Directie en management zullen eerst moeten nadenken wat MVO inhoudt voor de organisatie en vervolgens wat het betekent voor de bedrijfsstrategie. Mocht u ooit in een dergelijke situatie terechtkomen, onthoud dan dat op de vraag ‘Hoe gaan we dit aanpakken?’ deze tegenvraag verstandig kan zijn: ‘Wat verstaan jullie precies onder

ISO 26000 geeft inhoud aan het begrip MVO en biedt hulp bij de implementatie van marketing/communicatie en de financieel manager. Deze laatste vertelt dat tijdens de recente ‘heidag’ van directie en management naar voren is gekomen dat de organisatie te weinig doet met duurzaamheid/MVO. Dit wordt bevestigd door uw collega van de afdeling marketing/communicatie, want er is vast komen te staan dat in de jaarlijkse transparantiebenchmark1 uw organisatie is gedaald. Na wat heen en weer gepraat kijkt de werkgroep plots in uw richting: en hoe gaan we dit aanpakken? U staat op het punt een antwoord te geven totdat u zich dit artikel herinnert. Want, zo zal blijken na lezing: zo werkt het dus niet.

MVO/duurzaamheid?’ of ‘Waarom is het voor onze organisatie belangrijk om meer aan MVO/duurzaamheid te gaan doen?’ Tien tegen één dat een eenduidig antwoord zal uitblijven en er een discussie zal ontstaan die alle kanten op schiet behalve de juiste. Hierover is op de ‘heidag’ dus niet goed nagedacht. Even iets aan duurzaamheid doen is meer dan de facility manager vragen Fair Trade-koffie te schenken.

Wat is MVO? Het Nederlands Normalisatie Instituut heeft de internationale richtlijn ISO 260002 vertaald naar het Nederlands, in een ‘Richtlijn voor maatschappelijke

verantwoordelijkheid van organisaties’. De richtlijn geeft inhoud aan het begrip MVO en biedt hulp bij de implementatie. De norm is bedoeld als richtlijn en niet geschikt voor certificering (hoewel u met de MVO prestatieladder3 wel degelijk een ‘certificaat van goed MVO-gedrag kunt krijgen). Het gevaar voor uw organisatie is dat men uiteindelijk drukker is met het certificaat dan met inhoud geven aan de mooie dingen die de ISO 26000 nastreeft. Een soort diploma voor verliefdheid dus, maar het echte gevoel blijft ontbreken. Wat draagt wel bij aan het echte gevoel? Om in een organisatie het ‘echte’ MVO-gevoel te laten ontstaan is het zinvol een aantal stappen te zetten. Hierna komen ze kort aan bod. Stap 1. Bepaal wat de organisatie verstaat onder MVO en welke thema’s belangrijk zijn (MVO-issues) Alleen al een discussie over de definitie van MVO in het managementteam geeft veel helderheid over het begrip en de standpunten van de individuele leden. Het is een breed begrip dat alle aspecten van de organisatie raakt. De definitie in ISO 26000 beschrijft wat verstaan kan worden onder MVO (social responsibility). Die definitie maakt tevens duidelijk dat MVO geen apart project is maar een wezenlijk andere manier van organiseren.

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

21

»


t hema

duurzaamheid

De ISO 26000 benoemt zeven generieke MVO-principes. Deze principes vormen de basis bij ieder besluit en iedere activiteit van een organisatie. Het gaat om de volgende principes: 1. Accountability (verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen) 2. Transparantie 3. Ethisch gedrag 4. Respect voor stakeholderbelangen 5. Respect voor wet- en regelgeving 6. Respect voor internationale gedragsnormen 7. Respect voor mensenrechten Per principe geeft de richtlijn aan op welke manier een organisatie hier invulling aan kan geven.

MVO-kernthema’s Naast deze zeven MVO-principes benoemt ISO 26000 zeven MVOkernthema’s die in iedere organisatie aandacht moeten krijgen. Deze kernthema’s zijn onderverdeeld in 36 subthema’s, de zogeheten MVOissues. Organisaties moeten zelf bepalen of en in hoeverre een bepaald MVO-issue relevant is, maar ze moeten in ieder geval iets doen met elk van de kernonderwerpen. Per subthema geeft ISO 26000 richtlijnen om invulling te kunnen geven aan

22

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

de thema’s. Mooier en overzichtelijker kan het u bijna niet gepresenteerd worden: 1. Bestuur van de organisatie 2. Mensenrechten 3. Arbeidsomstandigheden 4. Milieu 5. Eerlijk zakendoen 6. Consumentenaangelegenheden 7. Betrokkenheid bij de ontwikkeling van de gemeenschap Stap 2. Organiseer een dialoog met de belanghebbenden (wat vinden zij belangrijk?) Stap 1 heeft met name betrekking op uw eigen organisatie en is vooral een interne discussie. Daarmee krijgt u een goed beeld wat MVO inhoudt en wat uw organisatie belangrijk vindt. Maar uw organisatie is onderdeel van de maatschappij en kent diverse belanghebbenden die ieder op een eigen manier naar uw organisatie kijken en een eigen visie hebben als het gaat om MVO. Door middel van het organiseren van een dialoog met de stakeholders kan geïnventariseerd worden wat zij belangrijk vinden. Dat is belangrijk om te doen, want uit bijvoorbeeld het TNT Corporate Responsibility Report 20084 blijkt dat verschillende belanghebbenden (leveranciers, klanten, investeer-

ders, de maatschappij) andere issues benoemen. Stap 3. Stel de samenhang vast tussen MVO-issues, trends en strategisch kader Het maatschappelijk jaarverslag 2008 van Rabobank Groep5 bevat in hoofdstuk 1 een voorbeeld van hoe een organisatie samenhang creëert tussen enerzijds trends en issues in de samenleving, afgezet tegen haar eigen missie en kernwaarden en vertaald naar gewenste resultaten op het gebied van MVO en de daarvoor te voeren strategie. Hiermee maakt Rabobank Groep het onderwerp MVO tot onderdeel van

Wat is ISO 26000? » ISO 26000 (een internationale richtlijn voor MVO) is een hulpmiddel voor organisaties bij de implementatie van MVO. » Het is geen eisenstellende norm en kan dus niet worden gebruikt voor certificering. » De richtlijn helpt organisaties te bepalen wat MVO voor hen betekent en helpt bij het structureel invoeren van MVO.


t hema

haar ‘DNA’. Zo wordt het voor alle betrokkenen helder waarom het MVObeleid wordt gevoerd en kunnen de betrokkenen het plaatsen in de overallstrategie van de organisatie. Stap 4. Formuleer verbindende MVO-thema’s Om de bij stap 3 geschetste samenhang concreter te maken is het aan te raden verbindende thema’s te formuleren waarmee een koppeling wordt gemaakt met de voor uw organisatie relevante MVO-issues en uw (MVO-) strategie. Hier volgt een voorbeeld uit de praktijk (gezondheidszorg) waarmee de onder stap 1 genoemde kernthema’s nagenoeg allemaal worden afgedekt en er toch een koppeling is met de kernwaarden van de organisatie: » Uw bedrijf streeft naar een klimaatneutrale bedrijfsvoering, actieve vermindering van de afvalproductie en het gebruik van duurzame materialen en grondstoffen. » Uw bedrijf ondersteunt natuur-

bescherming en restauratie van de natuur. » Uw bedrijf heeft een duurzaam verdienmodel en stelt daarbij de mens centraal. Hiervoor is het noodzakelijk integer managementpotentieel te ontwikkelen dat verduurzaming van de onderneming, haar omgeving en uiteindelijk de samenleving als prioriteit ziet – en ernaar handelt. » Uw bedrijf draagt actief bij aan het beschikbaar en betaalbaar houden van kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg. Dit geschiedt op duurzame wijze door middel van innovatie, verbeteren van de efficiency en bevorderen van een gezonde levensstijl.

‘richting’ is bepaald, kunnen doelstellingen worden uitgezet en wordt MVO eigenlijk ‘business as usual’. ‹‹ Noten 1: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/maatschappelijkverantwoord-ondernemen 2: www.nen.nl/web/MVO-ISO-26000 3: www.mvoprestatieladder.nl/ 4: http://group.tnt.com/annualreports 5: www.jaarverslagenrabobank.nl

Tot slot Wie met zijn organisatie voorgaande stappen doorloopt, zal merken dat MVO meer gaat leven en er een verbinding ontstaat tussen de kernwaarden en de kernthema’s van MVO. Dit brengt duidelijkheid, biedt richting en zorgt voor draagvlak. En als de

* Michèl de Haan is directeur van Procore in

(Advertentie)

Een revolutie in drogen De Miele-droogautomaten met warmtepomptechnologie Efficiënt. Tot wel 60% energiebesparing Kostenbesparing. Grote capaciteit, korte programmatijden Eenvoudige installatie. Lage aansluitwaarden, geen luchtafvoer en toevoerleidingen nodig Alleen bij Miele. Gepatenteerde SoftCare-trommel en Perfect Dry droogsysteem

Voor meer informatie: www.miele-professional.nl Telefoon: (0347) 37 88 83

Nieuw-Vennep (www.procore.nl)

duurza


t hema duurzaamheid

Duurzaamheid concreet maken Hoewel veel organisaties ‘duurzaamheid’ als strategisch onderwerp op de agenda hebben staan, blijft het onderwerp met een beetje pech hangen in abstractie. Bij het concreet maken van duurzaamheid kan de facility manager een belangrijke rol spelen, zeker als hij daarbij als co-creator optreedt. FLOORTJE BOSCH EN ATSE KOOPMANS *

V

anuit zijn functie is de facility manager degene die in de praktijk afdelingen en mensen met elkaar verbindt. In alles wat de facilitaire afdeling doet, zit een zekere verwevenheid met de primaire processen van de organisatie. Dit maakt FM uitermate geschikt om als co-creator strategische thema’s te vertalen naar concrete acties en maatregelen binnen de organisatie. Dit geldt ook voor een thema als duurzaamheid.

waarde door samen te werken met alle mogelijke belanghebbenden (zoals directie, medewerkers, inkopers, business, overheid, klanten, leveranciers) waarbij: » optimaal gebruik wordt gemaakt van ieders kracht en gezocht wordt naar een gezamenlijk resultaat; » alle belanghebbenden bereid zijn om kennis, kunde en middelen te delen om daarmee een grotere ontwikkeling door te maken dan iedereen zelfstandig had gekund.

Maar wat is co-creation eigenlijk? Co-creation staat voor het creëren van

Een co-creator streeft zowel naar organisatorische als naar gemeenschappe-

lijke waardecreatie. Onder ‘waarde’ wordt verstaan economische én sociale voordelen ten opzichte van kosten. Als het gaat om duurzaamheid wordt dat ook wel de triple-P benadering genoemd: de duurzame voetafdruk wordt bepaald door economische prestaties (Profit), met respect voor de sociale kant (People), binnen de ecologische randvoorwaarden (Planet). Een co-creator werkt niet alleen, hij verzamelt een groep belanghebbenden om zich heen die de richting en de opbrengsten van een organisatie kunnen beïnvloeden en in staat zijn daarvoor de juiste strategieën te ontwikkelen. In de praktijk wordt facility management vaak als kostenpost gezien en als een van de eerste organisatieonderdelen geconfronteerd met kostenbesparing. Dit terwijl er juist kansen liggen om, zoals hierboven beschreven, waarde te creëren en tegelijkertijd kostenbesparingen te realiseren. Toegevoegde waarde voor de interne klant wordt duidelijk door invoering van concepten als kantoor 3.0 waarbij het vooral de ondersteunende activiteiten en de duurzame werkomgeving zijn die waarde toevoegen.

Co-creation is het gebruikmaken van elkaars kracht. De diverse belanghebbenden zijn gelijkwaardig en er zijn veel onderlinge verbanden.

24

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

Twee voorbeelden van dergelijke waardecreatie door middel van co-creation: » het stimuleren van het gebruik van fietsen door werknemers met als extra services een veilige stallingsmogelijkheid voor de fiets, onderhoud aan de fiets en geschikte omkleed- en douchefaciliteiten; » in co-creation met ontwikkelaars,


t hema duurzaamheid

bouwers, eigenaren van gebouwen en leveranciers van integrale facilityconcepten komen tot een levensloopbenadering van het gebouw en lifetime full servicing (integratie harden soft services). Maar hoe kan een facility manager naast waardecreatie in de zin van het realiseren van kostenbesparingen voor ondersteunende diensten waarde creëren op een manier die het primaire proces en de strategische doelstellingen raakt?

Meer impact op strategische doelen De betrokkenheid van de facility manager bij strategische onderwerpen is de afgelopen periode toegenomen. De facility manager kan heel goed de lead

» Plan. Het begint met het opstellen van een plan, inclusief duidelijke doelstellingen, een langetermijnvisie en argumenten die het doel en de visie bekrachtigen. » Mandaat. Ook moet het juiste mandaat aanwezig zijn om het plan te kunnen doorzetten, ofwel de bevoegdheid om namens de organisatie besluiten over de uitvoering van plannen te nemen. » Leider. Daarnaast zal een facility manager zich meer als leider dan als manager moeten opstellen. De FM’er als ‘leider’ geeft richting en sturing aan een groep, onder meer door het stellen van doelen. Daarnaast is een leider verantwoordelijk voor het tot stand brengen en handhaven van doeltreffende samenwerkingsverbanden. Een leider creëert een ‘wij’-ge-

»

»

»

»

De FM’er als leider geeft richting en sturing aan een groep, onder meer door het stellen van doelen nemen in het bouwen aan hét platform van strategische thema’s en een thema als duurzaamheid doorvertalen naar de verschillende onderdelen van de organisatie. Hoe zorgt de facility manager er nu voor dat hij een stem krijgt in het bepalen van de strategie? Een aantal zaken is daarbij van belang. Hij moet 1) het strategisch doel belegd krijgen in de organisatie, 2) de juiste belanghebbenden om zich heen verzamelen en 3) voor het gehele proces eindverantwoordelijk blijven. De facility manager gaat dit bereiken door niet alleen reactief op te treden, maar door het thema proactief in te zetten. In lijn met het strategische thema is het zinvol om verschillende projecten te initiëren die een gezamenlijk doel nastreven. De facility manager zal als ‘aandeelhouder’ een stempel op deze projecten moeten drukken en ervoor moeten zorgen dat het in de gehele organisatie geaccepteerd wordt. Om de stap richting ‘strategie’ te maken zijn de volgende zaken van belang:

voel en neemt de rol van inspirator en motivator op zich om het voorgestelde plan daadwerkelijk door de organisatie te laten opnemen.

Competenties co-creator Het is niet iedereen gegeven om de rol van co-creator goed te kunnen vervullen. Daarvoor zijn specifieke competenties vereist, zoals: » Durf: risico’s nemen om een bepaald herkenbaar voordeel te behalen, ook als dit nadelige gevolgen kan hebben voor de eigen positie in de organisatie. Lef tonen en geen moeite hebben om lastige situaties aan te pakken. » Betrokkenheid: verbonden met de taak en professie en op basis hiervan anderen stimuleren. » Vasthoudendheid: bij je actieplan

»

of opvatting blijven totdat een beoogd doel is bereikt. Niet opgeven totdat het doel bereikt is en een lange adem hebben. Innovatief handelen: vernieuwend denken en handelen; kansen en mogelijkheden zien voor vernieuwing van werkwijzen, producten of diensten; voorkeur voor uitproberen van verbeteringen boven handhaven van bestaande. Initiatief: kansen onderkennen en ernaar handelen. Liever zelf beginnen dan passief afwachten. Het initiatief nemen in projecten en andere gezamenlijke acties. Motiveren: stimuleren van anderen tot actie en betrokkenheid om een bepaald resultaat te bereiken. Mensen weten te inspireren door eigen commitment en overtuiging. Energie: gedurende een lange periode actief zijn wanneer de functie of het voorgestelde plan dat vraagt. Hard werken, het hebben van uithoudingsvermogen. Bestuurssensitiviteit: anticiperen op en onderkennen van de relevantie van gebeurtenissen die van invloed zijn op het huidige beleid en de positie van het bestuur. Goed kunnen anticiperen op de organisatiestrategie en hierop met de belanghebbenden - die de facility manager om zich heen heeft verzameld - inspelen. ‹‹

* Floortje Bosch, consultant bij YSE (www.yseprogram.com) en Atse Koopmans, consultant en practice leader Facilities bij Kirkman Company (www.kirkmancompany.com)

SAMENVATTING! » Een facility manager kan toegevoegde waarde leveren door zich op te stellen als co-creator. » Deze nieuwe rol biedt de facility manager kansen, maar het vergt wel een andere mindset en competenties van de facility manager.

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

25


t hema duurzaamheid

Naar een integraal MBO-beleidsplan Het wordt tijd dat organisaties de manier waarop ze aandacht geven aan duurzaamheid verankeren in een integraal MVO- of MBO-beleidsplan. Hoe ziet zo’n plan eruit, wat is de rol van FM, waar moet je op letten en wat zijn belangrijke tips? RON VAN DER PLUIJM *

D

uurzaamheid is al een aantal jaren een veelbesproken thema en staat inmiddels als vast item op de agenda van veel organisaties. Het begrip lijkt echter steeds meer betekenissen te krijgen: voor de een is het een marketingtool, voor de ander een middel om aan te geven dat we verstandig om moeten gaan met mensen, middelen en de natuur. En dan zijn er nog andere varianten. Het wordt tijd dat organisaties de verschillende benaderingen verankeren in een integraal MVO- of MBO-beleidsplan.

Ontwikkeling duurzaamheid Hoe heeft de aandacht voor duurzaamheid zich de laatste jaren ontwikkeld? Als we als startpunt de periode vóór de economische crisis nemen, zie we dat duurzaamheid toen al in opkomst was

quickscans uit te voeren die hielpen om deze organisaties van een groen imago te voorzien. Maar hoe langer de crisis aanhield, hoe duidelijker het werd dat mensen en organisaties anders gingen kijken naar ‘duurzaamheid’. Men is voorzichtiger geworden en men denkt, vanwege de financiële druk, beter na over de consequenties voordat een beslissing wordt genomen. Daar komt bij dat het geldverkeer met de banken moeizamer is geworden. Daardoor ontstond voor vele organisaties en zelfs voor de samenleving een kentering op het gebied van investeren in duurzame oplossingen. Duurzaamheid kreeg een andere lading. Het gedachtegoed dat duurzaamheid moet leiden tot duurzame oplossingen voor de langere termijn, wordt nog steeds omarmd maar om duurzaamheid

Ook commerciële organisaties willen betrokkenheid steeds meer in hun beleid opnemen en vooral werd gebruikt als marketingtool. Immers, alles kon en er was werk en geld genoeg. Bij het begin van de crisis veranderde dat: de term duurzaamheid werd gebruikt (c.q. misbruikt) omdat leveranciers en adviseurs werk konden binnenhalen. Immers, opdrachtgevers waren gevoelig voor een goede public relations door een groen imago en speelden hierop in door onder andere

26

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

haalbaar te maken zal men eerst klein moeten beginnen. Investeringen in duurzaamheid moeten tegenwoordig, zeker in bestaande situaties, snel terugverdiend kunnen worden (1 tot 3 jaar). Dat is op zich geen probleem, aangezien ook dit bijdraagt aan duurzaamheid voor de langere termijn. Duurzame langetermijnoplossingen worden nog wel toegepast maar dan vooral bij nieuwbouw of renovatie. Daarnaast

heeft duurzaamheid een socialer karakter gekregen en gaat het ook om hoe we met elkaar om willen gaan.

MVO Het begrip ‘duurzaamheid’ wordt nog vaak geassocieerd met energiereductie, technische mogelijkheden of afvalzorg, alle facilitaire onderwerpen. Ook de term Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen of MVO wordt veelvuldig gebruikt. Met MVO geeft een organisatie aan dat zij zich verantwoordelijk voelt voor People, Profit en Planet met onderwerpen als personeelsbeleid, ethisch handelen, HNW en het verminderen van de CO2-uitstoot. Een MVO-beleidsplan heeft al een beleidsmatiger karakter waarbij onderwerpen veelal geïnitieerd worden vanuit de directie of vanuit afdelingen zoals P&O, Arbo, Kwaliteit & Veiligheid en Communicatie. Sommige organisaties hebben een MVO-beleidsplan maar voor nog veel organisaties is het slechts een onderwerp in het jaarverslag.

MBO Zelf gebruik ik liever het begrip Maatschappelijk Betrokken Ondernemen of MBO. Met MBO geeft een organisatie aan dat zij niet alleen haar verantwoordelijkheid neemt, maar zich ook betrokken voelt bij de klant, medewerker, patiënt, bewoner en hun werk- en leefomgeving. In de zorgsector is ‘betrokkenheid’ altijd al een belangrijk element geweest, maar ook commerciële organisaties willen dit steeds meer in hun beleid opnemen. Een MBO-beleidsplan kan echter pas


Foto: S.vdp

t hema duurzaamheid

Samenwerken met andere afdelingen en leveranciers om duurzaamheid te implementeren zorgt voor draagvlak. écht succesvol zijn als het voldoet aan twee voorwaarden: 1. het plan is samen met de medewerkers opgesteld; 2. het plan is opgesteld en wordt toegepast vanuit een integrale gedachte voor de gehele organisatie. Dit geeft meteen de moeilijkheidsgraad voor het realiseren van een dergelijk plan aan omdat de directie en afdelingen vaak verschillende prioriteiten en belangen hebben. Deze zullen dan ook zichtbaar en op elkaar afgestemd moeten worden. Voordeel van deze benadering is wel dat dit leidt tot eenduidigheid over waar een organisatie voor wil staan. Een van de valkuilen om te komen tot een MBO-beleidsplan is dat een project wordt opgestart dat later te groot blijkt te zijn, waardoor het veel tijd vergt van de verschillende deelnemers en kan leiden tot een te lange doorlooptijd en te hoge kosten. De kans van slagen wordt daardoor minder groot waardoor medewerkers of leidinggevenden tussentijds afhaken. Beter is het dan om gebruik te maken (en/of voort te borduren) op afspraken, deelplannen of initiatieven die al binnen de organisatie aanwezig zijn. Door deze inzichtelijk te maken en te verwerken in één standaardformat

hoeft men het wiel niet opnieuw uit te vinden en is al een eerste slag gemaakt. Het voordeel van zo’n inventarisatie is dat ze zorgt voor draagvlak en samenwerking waardoor vanuit verschillende bedrijfsonderdelen bestaande plannen, afspraken, werkwijzen of initiatieven op het gebied van Duurzaamheid of MVO gebundeld kunnen worden.

Project Duurzaamheid Havenziekenhuis Het inventariseren van bestaande afspraken, deelplannen of initiatieven, het maken van deelplannen en/of het bundelen van alle zaken tot een MBObeleidsplan is een mooie afstudeeropdracht voor hbo- of masterstudenten. Hierdoor krijgen zij inzicht in het werkveld, studeren ze af op een actueel onderwerp én heeft een organisatie de mogelijkheid om dit onderwerp op een goede wijze voldoende aandacht te

geven. Een echte win-winsituatie dus en een mooi voorbeeld van hoe maatschappelijke betrokkenheid een en ander kan versterken. Deze benadering is ook toegepast in het Havenziekenhuis, waar het Facilitair Bedrijf samen met de zorgafdelingen en de afdeling Kwaliteit & Veiligheid een belangrijke rol speelt om te komen tot een organisatiebreed MBObeleidsplan. Het Facilitair Bedrijf heeft hierbij de voortrekkersrol op zich genomen om zo draagvlak te creëren waardoor ook andere afdelingen gemakkelijk kunnen aanhaken. Hierbij is ondersteuning gekregen van Kevin Hartwig, vierdejaars hbo FM-student aan de Hogeschool Rotterdam. Het project ‘Duurzaamheid’ kijkt niet alleen naar de technische elementen maar neemt gelijk MBO-elementen mee. Om het project haalbaar te houden is de focus gelegd op elementen die vanuit het Facilitair Bedrijf beïnvloedbaar zijn. Zodoende kan het Facilitair Bedrijf in de lead blijven en vaart houden in het project.

Projectfasen Het project Duurzaamheid bij het Havenziekenhuis kent vijf fasen: » FASE 1: Inventarisatie van bestaande activiteiten. Hieruit bleek dat het Havenziekenhuis al veel aan duurzaamheid en MBO deed maar dat dit niet altijd zichtbaar of gebundeld was. » FASE 2: Inventarisatie van subsidiemogelijkheden. De inventarisatie gaf aan dat er nog steeds een oerwoud bestaat aan regels en formulieren om subsidies te verkrijgen. Daarnaast heeft een ziekenhuis geen btw-afdracht waardoor bepaalde subsidies niet mogelijk zijn, maar toch liggen hier nog vele kansen. » FASE 3: Technische quickscan.

5 tips voor een MBO-beleidsplan 1. Maak een (deel)project niet te groot (heeft anders minder kans van slagen). 2. Inventariseer en maak inzichtelijk wat er op verschillende gebieden al wordt gedaan. 3. Maak zichtbaar welke kansen en mogelijkheden er nog liggen (bijvoorbeeld subsidies, efficiency, energiezuinige toepassingen). 4. Zorg voor draagvlak en samenwerking binnen de gehele organisatie en met leveranciers. 5. Veranker een integrale aanpak in een MBO-beleidsplan.

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

» 27



Aan de hand van een technische quick scan zijn de mogelijkheden van gebouw, installaties en werkwijze op afdelingen onderzocht. In het kader van deze scan zijn vele medewerkers en leidinggevenden gesproken. Door te laten zien waar we mee bezig waren en medewerkers hierbij te betrekken ontstond draagvlak. » FASE 4: Draagvlak en samenwerking. Dit is verder gestimuleerd door veel aandacht op de intranetpagina te geven en een themaweek over duurzaamheid te organiseren. » FASE 5: Verankering. Vervolgens zijn beleid, ambitie en acties verankerd in een MBO-beleidsplan voor het Facilitair Bedrijf. Dit plan zal de basis vormen voor een integraal MBO-beleidsplan voor het gehele Havenziekenhuis. Het zal tevens worden gebruikt bij het meerjarenbeleidsplan en de huisvestingsplannen.

Inventarisatie De inventarisatie heeft goed in beeld gebracht wat er al werd gedaan aan duurzaamheid bij het Havenziekenhuis. Enkele voorbeelden: » Techniek: bij onderhoud en vervanging wordt gelet op duurzaamheid zoals materiaalkeuze, hergebruik materialen, energieverbruik, energieopwekking, technische levensduur, et cetera. » Bij nieuwbouw en renovatie worden duurzame elementen en techniek (binnen de financiële mogelijkheden) onderzocht en toegepast. Voorbeeld: onderzoek naar mogelijkheden van natuurlijke energie zoals warmte-koudeopslag, groene daken, zonnepanelen, regenwater en windmolens. » Energiebeheer, met als doelstelling 10 procent reductie binnen drie jaar. Hiervoor is samenwerking en kennisdeling opgestart met leveranciers, andere ziekenhuizen en DCMR. » Schoonmaak en Afvalzorg (maken van afspraken met leveranciers en medewerkers over materialen, middelen, afvalscheiding et cetera.) » Inzet elektrische ‘golfkar’ voor veilig en duurzaam patiëntvervoer. » Aanpassing inkoopcontracten (door in contracten eisen op te nemen over duurzaamheid).

Foto: Havenziekenhuis

t hema duurzaamheid

Een voorbeeld van duurzaam en betrokken vervoer waarbij patiënten en bezoekers van het Havenziekenhuis worden vervoerd tussen gebouwen met behulp van de elektrische golfkar ‘De Sleeptros’. » Samenwerken met leveranciers door als businesspartner te zoeken naar duurzame oplossingen. » Samenwerken met andere afdelingen door te zoeken naar efficiency en slimme duurzame oplossingen. Maar ook: » Introductie van gezonde voeding in het restaurant en bij het voedingsconcept voor de patiënten. » Inzet van vrijwilligers voor patiëntvervoer en als gastvrouw/gastheer bij de zorgafdelingen. » Inzet van studenten voor studieopdrachten en werkervaringsplaatsen. » Mogelijkheid geven aan studenten van de kunstacademie om te exposeren (samenwerking met scholen).

hierbij zullen uiteindelijk alle kortetermijnacties bijdragen aan het langetermijnbeleid. Om te komen tot een integraal MBObeleidsplan gaat het vaak om het motiveren van managers en de vele interne en externe belanghebbenden. Een goede eerste stap kan worden gezet als één afdeling het voortouw neemt (voorbeeld het Facilitair Bedrijf) waarna de overige afdelingen aanhaken. Een organisatiebreed MBO-beleidsplan draagt dan bij aan verankering binnen de organisatie. ‹‹

Draagvlak Om draagvlak en samenwerking met medewerkers en leidinggevenden op de afdelingen te vergroten is het zaak dat MBO zichtbaar wordt en door medewerkers wordt gezien als iets wat ze zelf kunnen beïnvloeden (bijvoorbeeld afvalinzameling, hergebruik materialen, minder verspilling etc.). Een bijdrage leveren aan het verminderen van de CO2-uitstoot op de langere termijn zal men zeker toejuichen, maar voor samenwerking is het belangrijk om het concreet te maken en herkenbaar. Ook

* Ron van der Pluijm MSc is Hoofd Facilitair Bedrijf bij het Havenziekenhuis. Daarnaast is hij o.a. sparringpartner vanuit RCFM, lid CvT HBO-FM Haagse Hogeschool, lid Platform Duurzaam Rijnmond en schrijft hij vakartikelen (www.rcfm.nl).

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

29


t hema duurzaamheid

Van energiegebruiker naar energieopwekker

Facility Manager als energieleverancier? Stijgende olieprijzen en onrust in het Midden-Oosten doen ons beseffen dat we afhankelijk zijn van goedkope energie. Geen wonder dat duurzame energie ‘hot’ is. Als mogelijke oplossing wordt vaak gesproken over het lokaal opwekken van duurzame energie. Moeten we rekening houden met energieproducerende Green Buildings in 2020 en zo ja, wat zijn de gevolgen voor facility management? PIETER VAN DEN HERIK EN BERT VAN RENSELAAR *

S

inds de industriële revolutie is het snel gegaan met de ontwikkeling van de maatschappij. De ontdekking van olie en kolen als fossiele brandstof heeft ons in staat gesteld om hogere niveaus van welvaart en ontwikkeling te bereiken dan ooit voor mogelijk werd gehouden. De altijd overvloedig aanwezige hoeveelheden goedkope energie beginnen echter af te nemen en de flinke prijsstijgingen van de afgelopen jaren in combinatie met de huidige onrust in het Midden-Oosten doen ons beseffen hoezeer wij afhankelijk zijn van goedkope energie. Ook de Nederlandse regering onderkent dit probleem: in de komende tien jaar zal onze energievoorziening van een huidige 4 procent naar een 14 procent duurzame opwekking moeten transformeren. Door het zelf duurzaam opwekken van onze energie worden we onafhankelijk van geïmporteerde fossiele brandstoffen. Tegelijkertijd verschuiven de rollen binnen het nieuwe systeem doordat duurzame energie overal kan worden opgewekt in plaats van in de huidige grote centrales. De rol van gebouwen verandert langzaam van energiegebruikend naar energieopwekkend. Dit leidt tot nieuwe vragen bij de beheerders van deze gebouwen, de facility managers. Zijn zij de nieuwe energieleveranciers of

30

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

blijven dat de energiebedrijven? In dit artikel willen we bekijken hoe onze toekomstige energievoorziening eruitziet en wat dat betekent voor de gebouwen die we beheren.

Toekomstscenario Voordat we kunnen vaststellen welke energie onze gebouwen in de toekomst nodig hebben en hoe we die gaan opwekken, kijken we naar het toekomstscenario. Er zijn verschillende studies uitgevoerd naar een volledig duurzame energievoorziening. Uit een overzicht van het meest recente scenario (WNF, 2011) kan worden afgeleid dat voor Nederlandse kantoorgebouwen de elektriciteit naar verwachting voornamelijk uit zon en wind en voor een

2.280

2.160

Warmte

1.140

Elektriciteit

2.549

klein gedeelte middels geothermische installaties opgewekt zal worden. Daarnaast zal in de benodigde warmte worden voorzien door warmtekoudeopslag (WKO) en geothermische installaties. De figuur hieronder geeft een overzicht van de verwachte toekomstige energiebehoefte in gigajoule (GJ), voor een gebouw van 6.000 m2 uit 1995 (CFP Expert Systeem, 2011). Een belangrijk uitgangspunt voor de toekomst is het renoveren van bestaande kantoren zodat de warmtevraag met 50 procent wordt gereduceerd. De elektriciteitsvraag zal waarschijnlijk toenemen, zowel voor de warmtepompen als voor de toege-

Warmte

Elektriciteit

570

WKO

672

Geothermie

1.733

714 Huidige vraag

Toekomstige vraag

Figuur. Case toekomstige energiebehoefte.

Zon

Wind

Energieopwekking


t hema duurzaamheid

nomen hoeveelheid elektrische apparatuur (TU Delft, 2010). De benodigde hoeveelheid warmte is in de figuur gelijkmatig over beide bronnen verdeeld, in de praktijk zal voor dit kantoorgebouw één bron worden gebruikt.

Vier methoden Om ons kantoorgebouw van in Nederland geproduceerde duurzame energie te voorzien, richten we ons hierna op de vier methoden van duurzame opwekking die genoeg potentie hebben: wind, zon, geothermie en warmtekoudeopslag. De huidige energiekosten in het voorbeeld bedragen 120.000 euro: 90.000 voor elektriciteit en 30.000 voor gas. De verwachte energiekosten voor 2020 bedragen bij een gemiddelde stijging van 6 procent per jaar ongeveer 200.000 euro. Wind De bewegingsenergie van de wind wordt door windturbines omgezet in elektriciteit. Hoe hoger de ashoogte en hoe groter de diameter van de turbine, hoe meer elektriciteit wordt geproduceerd. Voor de productie van de totale elektriciteitsvraag in ons kantoorgebouw in 2020 is 0,14 windmolen van 2,3 MW nodig. De benodigde investering bedraagt ongeveer 0,45 miljoen euro en kent een gemiddelde rentabiliteit van 17 procent (AgentschapNL, 2011). Windenergie kan makkelijk worden getransporteerd en kan het meest efficiënt worden opgewekt op plaatsen waar de windopbrengst het hoogst is. Hiervoor kan geïnvesteerd worden in de benodigde capaciteit die in een windpark op een andere locatie wordt gerealiseerd. Als de windmolen bij het eigen kantoor wordt gebouwd, dient de volledige 3,2 miljoen euro te worden geïnvesteerd, maar kan circa 4 miljoen kWh per jaar worden verkocht. Zon Zonlicht wordt door zonnepanelen omgezet in elektriciteit. Het is mogelijk om deze panelen te integreren in platte en hellende daken, gevels en glasoverkappingen. Als meer wordt geproduceerd dan afgenomen, wordt dit teruggeleverd aan het net. Op dit moment leveren optimaal ge-

plaatste zonnepanelen ongeveer 130 kWh per m2 per jaar. De verwachting is dat dit in de toekomst stijgt naar 250 kWh. Dat betekent dat er voor ons kantoorgebouw nu 4.600 m2 zonnepanelen nodig zijn, in 2020 zou dit waarschijnlijk nog 2.800 m2 zijn. De huidige investering bedraagt ongeveer 2,4 miljoen euro, wat bij een stijging van de energieprijzen met 6 procent per jaar na dertien jaar is terugverdiend. Zonnepanelen vereisen veel ruimte op zonnige plaatsen maar kunnen wel in kleine hoeveelheden worden geplaatst. Om een substantieel deel van onze energie uit de zon te halen, is al het beschikbare dakoppervlak benodigd.

Omdat tijdens transport veel warmte verloren gaat, zal dit transport beperkt moeten worden. Om deze reden is het het meest efficiënt om warmte lokaal op te wekken. Vooral voor geothermische installaties is schaalgrootte noodzakelijk voor de hoge investering en zal een gebiedsgerichte aanpak nodig zijn om genoeg afname te creëren. Schaalgrootte maakt het bovendien makkelijker om (externe) investeerders te vinden en zorgt voor efficiëntievoordelen die de rentabiliteit verhogen. Warmte-koudeopslag (WKO) Een WKO-installatie gebruikt de bodem om warmte en koude in op te slaan. Op een diepte van 30 tot 180

Gebouwen en terreinen zullen in meerdere mate een rol krijgen in het opwekken van energie Omdat geen energiebelasting betaald hoeft te worden voor zelf opgewekte energie, is dit voor kleinverbruikers het meest interessant. Het grootste probleem is echter dat er waarschijnlijk niet genoeg dakoppervlak in Nederland aanwezig is om deze panelen te plaatsen. Geothermie Geothermie is het gebruikmaken van warmte die in de bodem zit opgeslagen. Vanaf een diepte van 1,5 kilometer kan deze aardwarmte worden ingezet voor directe verwarming en vanaf 3 kilometer diepte ook om elektriciteit te produceren. Geothermische warmte kent een hoge betrouwbaarheid, de warmtelevering is makkelijk te regelen en is geheel onafhankelijk van seizoensinvloeden en het weer. Een gemiddelde geothermische bron zal naar verwachting 100.000 GJ per jaar leveren tegen een investering van ongeveer 5 miljoen euro. Hiervan is slechts 2,3 procent nodig om ons kantoor van warmte te voorzien. Voor volledig gebruik dient deze bron op 250.000 m2 kantoren aangesloten te worden en in de toekomst zelfs op 500.000 m2.

meter wordt zomerwarmte opgeslagen waarmee in de winter gebouwen worden verwarmd en andersom. Deze techniek wordt in Nederland inmiddels op 1.500 locaties toegepast en is rendabel, mits de bron goed in balans is. In de praktijk blijkt echter dat meer dan 75 procent van de WKO-installaties geen thermische balans heeft. Dit heeft tot gevolg dat de maximale energie-efficiëntie niet wordt behaald. Dit is één van de redenen dat de terugverdientijden van een WKO-installatie uiteenlopen van twee tot zeven jaar. Evenals geothermische installaties zullen WKO-installaties decentraal worden gebruikt. De investering ligt een stuk lager waardoor er minder schaalgrootte nodig is voor het in gebruik nemen van een dergelijke installatie.

Gevolgen voor FM Voor de toekomst lijkt een model van decentrale opwekking door bijvoorbeeld een ‘energie-bv’ de meest aannemelijke optie. Met name elektriciteit uit zonneenergie en warmte zullen decentraal worden opgewekt, maar ook windmolens kunnen een bedrijventerrein van elektriciteit voorzien. De benodigde juridische kennis, tech-

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

31

»


t hema duurzaamheid

lokale schaalgrootte en kennis uit de markt. De gemeente speelt een belangrijke rol in het stimuleren, faciliteren en soms investeren in lokale duurzame opwekking. Het heeft de voorkeur een aparte rechtspersoon op te richten voor de ontwikkeling, de aanleg, het beheer en de exploitatie van de installatie. Belangrijk hierbij is een gedegen onderzoek naar de haalbaarheid. Ook juridische ondersteuning is nodig in verband met de complexe wet- en regelgeving op het gebied van energie. De samenwerking zal voor de lange termijn aangegaan moeten worden, hiervoor is een goede basis nodig. Dit vereist nieuwe kennis, die zelf opgedaan kan worden of extern ingehuurd.

Conclusie Een van de manieren om een kantoorgebouw te voorzien van in Nederland geproduceerde duurzame energie is het gebruikmaken van zonnepanelen op het dak. niek en financiering zullen vaak van de ‘energie-bv’ afkomstig zijn. Dit is ook de visie van Eneco, die van een traditionele energieleverancier wil veranderen in een energieregisseur die met kennis, competenties en schaalgrootte de ont-

termijn geïnvesteerd moeten worden. Voor ongeveer 1.000 facility managers in Nederland betekent dit ook dat zij hun WKO-systeem laten optimaliseren zodat de al aanwezige techniek ook efficiënt gebruikt gaat worden.

Voor de toekomst lijkt een model van decentrale opwekking door ‘energie-bv’s’ de meest aannemelijke optie wikkeling van lokale duurzame energie kan stimuleren en realiseren. De eerste stap die vaak gemaakt moet worden, is het renoveren van de gebouwen zodat de energievraag significant afneemt. Hiervoor zal op korte

De tweede stap voor het lokaal opwekken van energie moet vaak samen met andere organisaties uit hetzelfde gebied, een gespecialiseerde marktpartij en eventueel de lokale overheid genomen worden. Dit om te profiteren van

In de toekomst zal de facility manager in toenemende mate met vraagstukken op het gebied van lokale opwekking van duurzame energie worden geconfronteerd. De beheerde gebouwen en terreinen zullen in meerdere mate een rol krijgen in het opwekken van energie. Om deze rol goed te kunnen vervullen zal samenwerking gezocht moeten worden met andere organisaties in dezelfde regio om gezamenlijk de benodigde systemen te kunnen realiseren. Als deze ontwikkeling doorzet, krijgt de facility manager meerdere rollen in de keten (producent en afnemer). Hij of zij zal andere samenwerkingsovereenkomsten aangaan met de (traditionele) leveranciers en wordt in meerdere mate zelf leverancier. Financiering, techniek en juridische kennis komen daarmee meer op de voorgrond. ‹‹

SAMENVATTING! » In de toekomst zal de facility manager vaker met vraagstukken op het gebied van lokale opwekking van duurzame energie worden geconfronteerd. » Een belangrijk uitgangspunt in de toekomstscenario’s is dat bestaande gebouwen gerenoveerd moeten worden zodat de warmtevraag met 50 procent wordt gereduceerd. » Voor de toekomst lijkt een model van decentrale opwekking door ‘energie-bv’s’ de meest aannemelijke optie.

32

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

* drs. Pieter van den Herik en Bert van Renselaar MSc zijn respectievelijk partner en consultant bij Corparate Facility Partners (www.cfp.nl)


column philip

Een dag zonder vlees ting ĂŠn niets te doen om deze milieubelasting te verminderen?

‘Als we nu eens ĂŠĂŠn dag in de week geen vlees serveren.’ Een idee van een groep enthousiaste medewerkers om op het gebied van duurzaamheid een statement te maken. Even een korte toelichting: vlees blijkt een zeer inefficiĂŤnte manier te zijn om voedingsstoffen te transporteren. Voor het produceren van commercieel verkrijgbaar vlees bij de slager is een grote transitie van energie nodig. Zonder te pretenderen hoe de caloriekringloop precies in elkaar zit, komt het in het kort neer op het feit dat de calorische waarde van een koe, als vertegenwoordiger van consumptievlees, vele malen minder is dan de calorische waarde van de maĂŻs die de koe heeft gegeten. En dan praat ik nog niet eens over de hoge methaanbijdrage die onze veestapel produceert in vergelijking met plantaardige voedingsstoffen.

Ik zoek naarstig naar een verbinding. Hoe kan het zo zijn dat aan de ene kant mensen glas, papier, batterijen en groenafval apart inzamelen en groene stroom contracteren, terwijl ze aan de andere kant hun ‘recht’ op een portie vlees willen kunnen uitoefenen? Ik snap best dat de vergelijking in reikwijdte mank gaat, maar het gaat me hier om de primaire reactie.

Duurzaamheid is dus blijkbaar een mindset. Een mindset, die bereikt wordt door een lange adem en, niet Philip van Klaveren onbelangrijk, het goede voorbeeld. Ik ben blij dat wij als ziekenhuis hebDuurzaamheid is blijkbaar ben gekozen voor een aantal milieueen mindset sparende technische oplossingen. Zo zullen we in onze nieuwbouw de koeling (in de zomer) en verwarming (in de winter) vanuit de aarde krijgen. Technologisch is/komt dit Het invoeren van het voorstel lijkt vanuit het perspectief van dus wel voor elkaar. duurzaamheid dus eigenlijk wel sympathiek. Een kort rondje Maar het is nog goed zoeken naar ons beleid op het gebied langs een aantal collega’s levert een minder vrolijk beeld op. van duurzaamheid. Ik moet bekennen dat we dat nog niet Of ik wel helemaal goed bij mijn hoofd ben? Hoe kan ik de zo scherp hebben. Wat dat betreft is de vleesloze dag een mensen, die in ons ziekenhuis verblijven, hun portie vlees mooi voorbeeld om de discussie over het verankeren van onthouden? Wie dacht ik wel dat ik was? ‘Echt niet, ik wil duurzaamheid in ons bedrijfsbeleid op te starten. Als het mijn gehaktbal kunnen eten wanneer ik dat wil!’ Facilitair Bedrijf daar met het aanbieden van (nog) meer vegetarische maaltijden een bijdrage aan kan leveren: heleDeze vriendelijke, meningvormende opmerkingen van de maal goed! mensen om mij heen schetsen een geheel ander beeld van duurzaamheid als thema. Het is blijkbaar niet iets wat vanzelfsprekend is. En dat maakt het interessant. Want welke In deze column geeft ir. Philip J. van Klaveren, Manager Facilitair Bedrijf zichzelf respecterende organisatie kan het zich nog permitteMeander Medisch Centrum in Amersfoort, zijn visie op facilitaire onderwerpen. ren om zichzelf niet bewust te zijn van de eigen milieubelasHij schrijft zijn column op persoonlijke titel.

(Advertentie)

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

33


integraal uitbesteden

Delta Lloyd en ISS verlengen contract

Integraal uitbesteden en van het loslaten Begin dit jaar verlengde Delta Lloyd het contract met ISS Integrated Facility Services voor vijf jaar. Als het nieuwe contract wordt uitgediend, is er sprake van een twaalf jaar durende samenwerking, niet bepaald een alledaagse zaak in de wereld van facilitair uitbesteden. Een gesprek over samenwerken binnen een integraal uitbestedingscontract. GERARD DESSING

D

elta Lloyd en ISS Integrated Facility Services. Je zou kunnen zeggen: een goed huwelijk. Beide organisaties, die al zeven jaar binnen een total facility managementcontract samenwerken, besloten onlangs de samenwerking te verlengen met nog eens vijf jaar. In een wereld waar dienstverleners door opdrachtgevers bij einde contract vrij gemakkelijk ingewisseld worden voor een ander, niet bepaald een alledaagse zaak. Tijd dus voor een gesprek met de hoofdrolspelers op directieniveau. Met aan de zijde van Delta Lloyd directeur facilitair servicebedrijf Rob Volman en André van ’t Holt, category manager en senior relatiemanager, en aan de zijde van ISS Integrated Facility Services directeur John de Rooy en operationeel directeur Peter van der Smissen. Het verhaal start in 2003. Financieel dienstverlener Delta Lloyd Groep heeft door fusies en integratie met Ohra,

Nuts Verzekeringen en Delta Lloyd Bank meerdere facilitaire organisaties onder één dak. Een centralisatie moet plaatsvinden met als doel de vorming van één centraal facilitair bedrijf voor de gehele Delta Lloyd Groep. Juist in die periode neemt de Raad van Bestuur het besluit zich te concentreren op de core business en zoveel mogelijk

34

ondersteunende diensten, waaronder IT en facilitair, uit te besteden. Een plan wordt ontwikkeld om het facilitair bedrijf uit te besteden waarbij gezien het grote aantal diensten (totaal

: Delta Lloyd Groep : 7 (in Nederland) : 5.000 : 132.000 m2 : ISS Integrated Facility Services

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

Eén dienstverlener De aanbiedersmarkt wordt verkend en een rfi en rfp volgen. Om een aantal redenen gaat de voorkeur uit naar

‘Als je je tijd moet besteden aan gesprekken over financiële boetes, dan ben je niet goed bezig’

KERNGEGEVENS! Organisatie Aantal panden Medewerkers Vloeroppervlak Serviceprovider

26 stuks op het gebied van soft- en hard services, mobiliteit, logistiek en documentmanagement) clustering voor de hand ligt.

uitbesteding aan één partij. Facilitair directeur Rob Volman (Delta Lloyd Groep) licht toe: ‘Ten eerste wil je qua beheerlast met zo min mogelijk partijen zaken doen. Natuurlijk kun je vijftien partijen selecteren, maar dan krijg je vijftien maandgesprekken, vijftien SLA-metingen, vijftien managementrapportages en ga zo maar door. Dat wilden we niet. Daarnaast vonden we het heel belangrijk dat je aan twee kanten beter wordt van de samenwerking. Door voor een cluster van diensten met één partij zaken te doen ben je interessant voor elkaar omdat je over flinke volumes praat.’


integraal uitbesteden

Ook wordt besloten om niet met een managementpartij in zee te gaan. Volman: ‘Met subcontractors creëer je extra lagen met meer kans op miscommunicatie. De partij moest dus ook voldoende eigen mensen in dienst hebben om de meeste diensten zelf te kunnen uitvoeren.’ Uiteindelijk wordt ISS als dienstverlener voor de soft services geselecteerd. Na de onderhandelingen treedt op 1 februari 2004 een 7-jarig total FM-contract in werking.

Foto: Cojan van Toor

de kunst

V.l.n.r. Rob Volman (Delta Lloyd), Peter van der Smissen (ISS), André van ’t Holt (Delta Lloyd) en John de Rooy (ISS), alle vier nauw betrokken bij het Integraal FM-contract dat Delta Lloyd onlangs met vijf jaar heeft verlengd. Delta Lloyd besloot om op exclusieve basis door te onderhandelen met ISS, met als eindresultaat de verlenging van de samenwerking. Voorafgaand aan de besprekingen in het kader van de contractverlenging had ISS ook zijn huiswerk gedaan, vertelt John de Rooy (ISS). Onder meer een kritische zelfevaluatie op de dagelijkse dienstverlening vond plaats aan de hand van interviews met eigen medewerkers en de klant. Conclusie

ten. Een daarvan is de focus op hospitality. Momenteel wordt een programma ontwikkeld waarbij iedere ISS-medewerker op het Delta Lloyd-account van hoog tot laag - een hospitalityContract verlengen of de training volgt. markt op? De Rooy: ‘Een glimlach, een positieve uitstraling, met opgeheven hoofd en Vijf jaar later, het is dan 2009, komt klantgericht iemand aankijken en bij Delta Lloyd de vraag op tafel of groeten. Met het programma willen we men het contract, dat in 2011 zal afdat soort zaken bereiken. Het zijn mislopen, wil continueren. Diverse acties schien kleine dingen, maar tegelijk zijn volgen waaronder een externe markthet ook grote verandeoriëntatie bij zowel colringen waarmee je de legaondernemingen als ROB VOLMAN OVER UITBESTEDEN klanten in positieve zin bij andere dienstverlekunt verrassen.’ ners. Ook worden inEN SAMENWERKEN Peter van der Smissen terne evaluaties uitgevan ISS geeft nog een revoerd evenals een Subcontractors : ‘Met subcontractors creëer je extra lagen met meer den voor het belang van financiële benchmark kans op miscommunicatie’ een dergelijk programom te kijken of het Dashboards : ‘Alle wijzers kunnen op groen staan en toch kun je ma: ‘Onze mensen zijn prijsniveau nog markthet gevoel hebben dat zaken niet lekker lopen’ in de loop der jaren min conform is. Communicatie : ‘Als fouten worden gemaakt, moet dat open en of meer onderdeel van De evaluaties leverden eerlijk verteld worden. Vervolgens ga je aan een Delta Lloyd geworden. een aantal conclusies oplossing werken’ Zo voelen ze dat ook. op, vervolgt Volman. Dat is natuurlijk mooi, ‘Natuurlijk waren er was dat de dagelijkse werkzaamheden maar daarmee kan het gevoel vervagen verbeterpunten, maar overall waren behoudens enkele verbeterpunten goed dat ze zich gastvrij moeten opstellen we tevreden over de geleverde prestawerden uitgevoerd, maar dat een doornaar de Delta Lloyd-medewerkers. Met ties. Verder constateerden we dat de ontwikkeling gewenst was op tactisch/ het programma proberen we de mensen aanbiedersmarkt sinds de start van strategisch gebied. weer op scherp te krijgen.’ het contract in 2004 niet enorm was veranderd. Daarnaast kwam ISS proHospitality Output actief met een aantrekkelijk aanbod. Er was dus geen urgentie om naar een Deze doorontwikkeling is terug te zien Een andere belangrijke verandering in andere dienstverlener uit te kijken.’ de samenwerking is de omslag van inin een aantal nieuwe contractelemen-

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

35

»


integraal uitbesteden

put- naar outputsturing. Volman kijkt naar de kast en maakt een wijds armgebaar: ‘Zeven jaar geleden bevond zich in die kast een plank vol met werkprogramma’s, procedures, banquetingmappen, schoonmaakbestekken enzovoort. In het nieuwe contract zijn we daarvan afgestapt.’ Outputspecificaties werden opgesteld en een meetsysteem werd uitgedacht voor de prestatiebeoordeling. De metingen gebeuren op verschillende onderdelen. Ten eerste wordt de klanttevredenheid gemeten, oftewel de beleving en emotie. Elke maand ontvangen per locatie 200 pandbewoners een mail met het verzoek of ze een aantal vragen willen beantwoorden. De gemiddelde respons is ruim 30 procent. De gemeten tevredenheid moet - afhankelijk van de dienst - minimaal een 7 tot een 7,5 bedragen.

spreken we ISS daarop aan’. Onder het nieuwe contract is een SLA-meting geïntroduceerd die eens per vier maanden plaatsvindt. Er zijn maximaal tien KPI’s per dienst. Alle informatie wordt in een cockpitrapportage door ISS aangeleverd op één A4-tje. Daarnaast is er een maandrapportage met een overzicht van de stand van zaken inclusief een periodiek overleg om bijzondere zaken te bespreken.

Relatietoeter Hoe ‘hard’ de samenwerking op bepaalde onderdelen ook is vastgelegd, minstens zo belangrijk is de ‘zachte’ kant, met als belangrijk element het vertrouwen dat partijen in elkaar hebben om de samenwerking echt te laten slagen. Als dit onderwerp ter sprake komt, legt Van der Smissen tot genoegen van de aanwezigen een paar papieren feesttoeters op tafel. Lachend: ‘Dit noemen we

‘Er is afgesproken dat een deel van de besparingen wordt geïnvesteerd in MVO’ André Van ’t Holt (Delta Lloyd): ‘Natuurlijk zijn er ook zaken vastgelegd die móeten gebeuren, maar daarbuiten is ISS vrij om dingen te doen zoals zij denkt dat het goed is, als de klanttevredenheid maar op peil blijft. Als opdrachtgever is dat voor ons wel even wennen, want we hoeven eigenlijk niet meer toe te zien op hoe zaken worden gedaan. De kunst van het loslaten noemen we dat.’ Een tweede meetpunt betreft de technische kwaliteit, waarbij gecontroleerd wordt op onder meer naleving van VSR-, GGD- en HACPP-richtlijnen. ‘Dat moet absoluut op orde zijn’, zegt Van ’t Holt. ‘We scoren daar trouwens altijd goed, bij HACPP bijvoorbeeld altijd boven de 95 procent.’ Ook worden punten als het aantal klachten, meldingen, storingen en dergelijke gemonitord. Daarbij is vooral de trend belangrijk, zegt Van ’t Holt. ‘Als klachten over schoonmaak enigszins stijgen is dat op zich niet erg, maar als het repeterend blijkt te zijn, dan

36

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

de relatietoeter, een symbool waarmee we naar elkaar aangeven: als zaken niet naar wens verlopen, moet dat altijd besproken kunnen worden.’ Volman knikt instemmend: ‘Ook als alle wijzers op groen staan, kun je toch het gevoel hebben dat zaken niet lekker lopen. Voor dat soort momenten is die toeter bedoeld. Dat geldt niet alleen voor ons, maar ook voor ISS. Dat hoort bij partnership. Open communicatie is belangrijk. Als fouten worden gemaakt, moet dat open en eerlijk verteld worden. Vervolgens ga je aan een oplossing werken. Problemen zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid.’ Het nieuwe contract biedt verder meer ruimte voor ondernemerschap van de dienstverlener. Een voorbeeld daarvan is de introductie van een nieuw cateringconcept en het openen van coffeecorners met hoogwaardige koffie. ‘Als de tevredenheid daardoor stijgt is dat alleen maar goed.’ Nog een nieuw element in de contractuele relatie is de aandacht voor maat-

schappelijk verantwoord ondernemen. Van der Smissen: ‘Er is afgesproken dat een deel van de besparingen wordt geinvesteerd in MVO. Je kunt dan denken aan het meetbaar maken van keuzes die je maakt. Dat is een uitdaging, want wat levert nu een wijziging in je proces op als het gaat om MVO?’ Van ’t Holt benadrukt het belang van MVO voor Delta Lloyd. ‘We doen al de nodige zaken, zoals het aanbieden van duurzame koffie, duurzame catering, het inkopen van groene stroom enzovoort maar met ISS hebben we nu ook afspraken gemaakt om restafval te beperken, meer scheiding aan de bron te krijgen enzovoort. Al die zaken willen we verder meetbaar maken.’

Bonus/malus Net als bij veel andere facilitaire contracten bevat ook deze overeenkomst een bonus-malusregeling. Zou het contract ook zonder zo’n regeling kunnen? Volman denkt van niet, maar geeft tegelijk aan dat hij niet zit te wachten op het incasseren van geld bij het niet-nakomen van afspraken c.q. het niet-halen van normen. ‘Als zaken fout gaan, kan een bedrag in depot komen. Maar tegelijk is het de bedoeling dat ISS het geld terugverdient door het een volgende keer weer goed te doen. Voorop staat dat de dienstverlening in orde moet zijn. Als je je tijd moet besteden aan gesprekken over financiële boetes, ben je niet goed bezig. In het contract is overigens wel vastgelegd dat we de samenwerking, of een deel daarvan, per jaar kunnen beëindigen.’

Succesfactoren Op de vraag wat - los van het financiële aspect - de belangrijke succesfactoren in de samenwerking zijn, antwoordt De Rooy: ‘Het gaat vooral om vertrouwen en win-win, beide partijen moeten er beter van worden. Er moet ook ruimte zijn voor nieuwe ideeën en innovaties. Een van de KPI’s is het indienen van een verbetervoorstel iedere vier maanden.’ Van ’t Holt noemt ook de culturele fit als succesfactor, iets waar Van der Smissen zich bij aansluit: ‘Het moet ook plezierig zijn om met elkaar te werken. Dat klinkt zacht, maar toch is dat wel het geval.’ ‹‹


Hoe meetbaar kan duurzaam ondernemen zijn?

Als groot schoonmaakbedrijf voelt Gom het als zijn verantwoordelijkheid om zo duurzaam mogelijk te ondernemen. Al enige jaren geleden zijn we overgestapt op het gebruik van microvezeldoekjes. Zo besparen we reinigingsmiddelen en is bovendien de kans op schoonmaakfouten drastisch verkleind. De schoonmaakmiddelen die we gebruiken zijn sterk geconcentreerd en zitten in afvalzuinige navulverpakkingen. Door veel aandacht te besteden aan het doseren, gebruiken onze mensen altijd de juiste hoeveelheid schoonmaakmiddelen. Overigens maken we ons sterk voor het invoeren van een milieukeurmerksysteem voor de schoonmaakbranche. Ook bij de keuze van onze schoonmaakmiddelen- en sanitaire voorzieningenleveranciers is duurzaamheid zeer belangrijk. Dat Gom daadwerkelijk graag met een schoon geweten opereert, is te zien aan ons hoofdkantoor dat gebruiksfunctionaliteit combineert met milieuverantwoord ondernemen. Het EPA A++ pand werd onlangs nog genomineerd voor een FMN-energienominatie. Wilt u weten hoe Gom een duurzame bijdrage kan leveren aan uw organisatie? Kijk voor meer informatie op www.gom.nl of bel 010 - 298 11 44. Wij zijn u graag van dienst.

Gom. Schoonmakers die vooruitdenken

De juiste mensen op de juiste plek


Het Nieuwe Werken

FB Wageningen UR start pilot

On the Move met HNW Het Facilitair Bedrijf van Wageningen Universiteit en Researchcentrum stapt in september over naar Het Nieuwe Werken als werkconcept. Hoofd Operational Services Annet de Haas vertelt over de doelstellingen en de gehanteerde aanpak. GERARD DESSING

H

et Nieuwe Werken gaat ook aan Wageningen Universiteit en Researchcentrum (Wageningen UR) niet voorbij. Als het Facilitair Bedrijf vanaf eind september zijn intrek heeft genomen in de nieuwbouw, zal de afdeling volgens Het Nieuwe Werken gaan werken. Hoofd Operational Services Annet de Haas beantwoordt een aantal vragen.

Waarom stapt het FB over op HNW? ‘We zitten nu nog steeds in een “klassiek” pand, dus met veel kamers voor een of twee personen. Het pand is bovendien flink verouderd. Alle reden dus om naar andere huisvesting uit te kijken.

Daarbij willen we meteen de overstap maken naar echt nieuw werken inclusief anders samenwerken, dus uit de kamertjes komen, meer elkaar ontmoeten, kennis delen, vormgeven outputsturing en dat niet alleen binnen de eigen afdeling maar over diverse afdelingen heen.’ Hoe start je met zo’n project? ‘Je begint met het ontwikkelen van een visie op werken en samenwerken. In een aantal bijeenkomsten praat je daarover met collega’s van onder andere facilitair en vastgoed & huisvesting. Gaandeweg ontstaat dan een visie die je vervolgens op papier zet. Die visie geeft uiting aan het feit dat we echt

Hoofd Operational Services Annet de Haas van het Facilitair Bedrijf van Wageningen Universiteit en Researchcentrum: ‘Je komt vanuit een cultuur met veel papier, vaste bureaus, fotolijstjes en planten. Dan is de stap naar HNW best groot.’

38

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

een cultuuromslag willen bewerkstelligen.’ Dan staat het op papier. En dan? ‘De vervolgstap is dat je in een aantal sessies bekijkt wat het dan in de praktijk betekent als je meer met elkaar wilt gaan samenwerken. Hoe doe je dat? Hoe deel je een pand in? Gaan we wel of niet met vlekken werken? Met wat voor soort werkplekken wil je gaan werken en hoe gaan we digitaal samenwerken? Dat soort dingen passeren dan de revue. Maar ook hoe we het verandertraject met de medewerkers vorm willen geven. We willen dat medewerkers optimaal worden voorbereid op Het Nieuwe Werken.’ Is er een activiteitenmeting uitgevoerd? ‘Jazeker. Je kunt wel een prachtige visie ontwikkelen op hoe je wilt samenwerken maar je moet ook weten wat voor soort werkzaamheden je dagelijks uitvoert met welke frequentie. Uit die meting bleek dat we een vrij normale organisatie zijn met een gebruikelijke verdeling tussen diverse activiteiten zoals vergaderen, geconcentreerd werken, overleggen, loungen enzovoort. Met deze gegevens konden we bepalen hoeveel soorten werkplekken we wilden hebben.’ Wanneer zijn jullie met het ontwerp van het pand begonnen? ‘Dat was kort na de activiteitenmeting. Eigenlijk bestaat het project uit twee


Het Nieuwe Werken

de stap naar HNW best groot. Daar moet je mensen op voorbereiden. Leuk is om te zien dat steeds meer collega’s enthousiast worden, maar eerlijk is eerlijk: er zijn ook mensen die het moeilijk gaan vinden. De manier waarop mensen reageren is overigens niet leeftijdsgebonden, hebben we gemerkt.’

Impressie van de HNW-nieuwbouw waarin het Facilitair Bedrijf van Wageningen Universiteit vanaf eind september gehuisvest zal zijn.

delen. Aan de ene kant heb je het bouwdeel met als hoofdvraag: wat voor pand gaan we neerzetten? Aan de andere kant is er het verandermanagement met als centrale vraag: hoe zorgen we ervoor dat we straks inderdaad anders gaan werken?’ Hoe stomen jullie de medewerkers klaar voor HNW? ‘We bieden sinds april diverse soorten workshops aan. De eerste is efficiënt digitaal werken. De tweede betreft gedragsverandering (hoe spreek je elkaar aan op bepaald gedrag zoals te hard spreken, veel bellen enz.). Daarnaast hebben we workshops specifiek voor leidinggevenden met als onderwerp ‘output gestuurd managen’. Inmiddels zijn ook de medewerkers DIV en de secretariaten speciaal opgeleid in ver-

band met hun rol bij het opslaan en terugvinden van digitale informatie.’ Waar kan iemand straks met een dringende vraag over digitaal werken terecht? ‘Hij kan dan terecht bij een van de Digicoaches. Dat zijn speciaal opgeleide collega’s die het leuk vinden om anderen met dergelijke vragen te helpen. Hoe richt je sharepoint in, hoe maak je een slimme mappenstructuur? Hoe sla je gegevens op, al dat soort dingen.’ Jullie nemen de menselijke kant behoorlijk serieus? ‘Dat klopt, maar dat doen we niet zomaar. Het is een zeer belangrijke succesfactor volgens ons. Je komt vanuit een cultuur met veel papier, vaste bureaus, fotolijstjes en planten. Dan is

In september is de inhuizing. Hoe verloopt dat? ‘Daar zijn we nog over aan het nadenken. We gaan het pand in ieder geval feestelijk openen. Direct na de inhuizing besteden we veel aandacht aan begeleiding op de werkplek, bijvoorbeeld bij het instellen van bureaus, de bureaustoelen enzovoort.’ En nog even de cijfers … Wat is de winst in vierkante meters? ‘We gaan naar 80 procent van het huidige aantal vierkante meters en naar 70 procent van het huidige aantal werkplekken. Facilitair gaan we qua budget wel wat winnen omdat zaken straks echt anders gaan, zoals de schoonmaak en de ontvangst. De receptioniste krijgt bijvoorbeeld een ruimere taak in het ontvangstgebied; dat moeten we nog nader uitwerken.’ Als jullie over zijn, volgt dan de rest van Wageningen UR? ‘Dat zou kunnen. Ons project dient als voorbeeld voor Wageningen UR. Een van de speerpunten vanuit Wageningen UR is efficiënter gebruik van de ruimten, dus ook in het kader daarvan is verdere uitrol van Het Nieuwe Werken binnen de organisatie zeker een reële optie.’ ‹‹

(Advertentie)

SAFENED... doordachte veiligheid! Voor echte veiligheid zorgen, dat doe je niet zomaar. Dat vereist ervaring en deskundigheid. Met meer dan 10 jaar ervaring zorgen wij voor een veilige woon en werkomgeving bij onze klanten. Wij combineren de inzet van goed opgeleide beveiligers met moderne technische toepassingen zonder concessies te doen aan gastvrijheid. Dat vinden wij doordacht beveiligen.

Veiligheidsdiensten Beveiligingsadviezen Opleiding en training Servicemanagement Locatiebeheer

Tel.: 088 - 60 70 700 | kantoor@safened.nl | www.safened.nl

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

39


personeel

Tips voor motiveren van medewerkers Hoe houdt een FM’er zijn medewerkers gemotiveerd? Tegenslagen, zeurende klanten, leveranciers die niet doen wat was afgesproken, onduidelijke regelgeving waardoor zaken weer anders moeten, het valt niet mee om altijd maar positief te denken en met een vriendelijk woord klanten te woord te staan. Tijd voor een aantal tips en trucs. MACHTELD SIKKEMA *

H

et vasthouden van de motivatie gedurende een werkdag kan soms lastig zijn. Iemand gaat ’s morgens naar zijn werk, belandt in de zoveelste file of overvolle trein, kan zijn auto niet kwijt wegens een overvolle parking, stuit op een weigerende toegangspoort en eenmaal aangekomen op de werkplek blijkt de koffiemachine buiten werking (‘Lekbak vol!’). En dan moet het nog negen uur worden! Is dit herkenbaar op de FM-afdeling?

neemt hij aan? 2. Heeft de medewerker plezier in het werk dat hij dagelijks doet? 3. Het is zeer motiverend als iemand zich bewust is voor wie hij het allemaal doet. Met andere woorden: voor wie werkt de medewerker, wat wil de klant? 4. Als laatste punt: heeft de medewerker wel de tijd c.q. mogelijkheid één ding tegelijk te doen en dat met onverdeelde aandacht?

‘Waar mensen met plezier werken, worden de resultaten beter’ Het kan soms moeite kosten de draad op te pakken en gemotiveerd aan de slag te gaan. Er zijn voor de medewerker nu twee opties: hij kan bij de pakken neer gaan zitten en de dag doorbrengen in een negatieve sfeer (erg ‘leuk’ voor collega’s en klanten) of hij is zich bewust van zijn gedrag en probeert dit te veranderen. Gedrag is lastig te managen, dat klopt. Op de volgende vier gebieden is het wellicht toch mogelijk mensen positief te beïnvloeden. 1. Laat de medewerker zich dusdanig beïnvloeden dat hij zich slecht voelt of kiest hij ervoor erom te lachen en de draad snel weer op te pakken? Anders gezegd: welke houding

40

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

Ad 1. Houding Laat een medewerker zien dat hij niet altijd direct invloed heeft op wat hem overkomt. Als hij zich dat realiseert, is de kans groot dat hij zich heel snel beter voelt. Hij voelt zich niet langer slachtoffer van de omstandigheden. Hij neemt de verantwoordelijkheid voor zijn eigen leven. Hoe vaak klagen we niet over van alles en nog wat? Dat is een uitdrukking van slachtoffer zijn.

Ad 2. Altijd serieus? Volwassenen zijn het verleerd om nietserieus (‘speels’) te zijn en nemen het leven bijzonder serieus. En als er dan iets gebeurt wat niet helemaal in het straatje past, nemen ze dat ook weer

bijzonder serieus, wat zijn weerslag heeft op de motivatie. Laat medewerkers zien dat zaken ook gerelativeerd en met humor opgepakt kunnen worden. Leg hen uit dat een andere dagindeling, een lunchwandeling en dergelijke verfrissend kunnen werken.

Ad 3. Echt klantgericht Vaak zijn ondersteunende afdelingen erg gericht op zichzelf. Het is niet voor niets dat niet altijd positief wordt gesproken over deze afdelingen waartoe ook facilitair behoort. En dat is één van de redenen dat de klant zich niet altijd klant voelt. Wie echt iets wil doen aan zijn motivatie, wie zich echt goed wil voelen over zijn werk, moet zich juist focussen op de klant. Dit doet wonderen voor de relatie met de klant. En voor die klant, daar doen we het voor.

Ad 4. Eén ding tegelijk In onze gehaaste maatschappij doen we vaak meerdere dingen tegelijk. Terwijl we telefoneren, lezen en beantwoorden we onze e-mail. Terwijl we in een vergadering zitten, checken we de Black-

Motivators » » » »

Kiezen van de houding Houd het speels Echt klantgericht werken Doe één ding tegelijk


personeel

berry of iPhone, deleten we de nodige mails, sms’en of pingen we even naar het thuisfront. Concreet betekent dit dat we nergens met onze volle aandacht bij zijn. En niet alleen ‘nergens’ maar ook bij niemand. De aandacht raakt meer en meer versnipperd. Maar voor voldoening in het werk is het belangrijk om iets met aandacht te kunnen doen. Dat is goed voor de medewerker zelf maar ook voor de klant, want die voelt dat hij wordt gewaardeerd.

Andere middelen Deze opsomming is geenszins volledig. Er zijn vele andere middelen die motiverend kunnen werken: sparren met collega’s over een actueel thema, wer-

ken aan de persoonlijke ontwikkeling, geprikkeld worden door een inspirerend verhaal op een congres, genieten van succes na hard werken (‘dat hebben we toch maar mooi voor elkaar gekregen’) enzovoort. Natuurlijk geldt ook hier: makkelijker gezegd dan gedaan. De facility manager die twijfelt, kan het eerst zelf uitproberen. Als het bevalt, kan hij/zij het invoeren binnen de afdeling. Betrek de medewerkers hierbij, creëer een open cultuur waarin mensen elkaar hierop ook durven aanspreken. Maak het een onderdeel van het werkoverleg.

in zichzelf aanboren waarvan ze niet wisten dat ze het in zich hadden, en dat ze creatiever worden en meer werkplezier ervaren. En waar mensen met plezier werken, worden ook de resultaten beter. En dat is een prachtig resultaat waar de hele organisatie iets aan heeft. ‹‹

Het leuke is dat medewerkers weer enthousiast worden, dat ze bronnen

SAMENVATTING! » Motivatie in het werk kan soms een probleem zijn. » Alles begint bij bewustwording. Bewustwording van gedrag, houding, reacties, woorden. » Er is een verband tussen denken, emoties en de daaruit voortkomende reacties.

* Machteld Sikkema werkt als zelfstandig Facility Professional binnen het facilitaire werkveld (www.machteldsikkema.nl).

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

41



congres

NEVI Inkoopdag op 21 juni a.s.

Waardecreactie door innovatie De betrokkenheid van inkoop bij de realisatie van innovaties wordt steeds groter. Reden voor NEVI om de NEVI Inkoopdag 2011 in het teken van innovatie te stellen. Een overzicht van het programma.

D

e inkoper heeft vandaag de dag met diverse aspecten van innovatie te maken. Vanuit het bedrijf, de klant, de inkooporganisatie en de leverancier. In deze omgeving wordt de inkoper geconfronteerd met professioneel opdrachtgeverschap, financiering van de keten, imago en klanttevredenheid, schaarste van grondstoffen (de macht in de keten), Het Nieuwe Werken, nieuwe media en duurzaamheid. Deze en andere actuele thema’s staan centraal op de NEVI Inkoopdag 2011 die op 21 juni plaatsvindt in NBC Nieuwegein.

Lezingen Onder dagvoorzitterschap van prof. dr. Remko van Hoek, CPO bij Cofely en hoogleraar supply chain management, geven twee sprekers hun visie op het thema in de vorm van een lezing. Prof. dr. Jack A.A. van der Veen (UvA) gaat in op het onderwerp Ontschotting in de Supply Chain en de gevolgen voor de inkoopfunctie. Vragen die aan de orde komen, zijn onder andere: » Hoe draagt ontschotting bij aan innovatie of is ontschotting een voorwaarde om te kunnen innoveren? » Wat zijn barrières bij ontschotten? » Welke kansen brengt ontschotten met zich mee? » Zit inkoop aan het stuur of wachten we af? Daarna geeft Sabien Duetz, voormalig hoofd van de designafdeling van Hema

een inspirerende uitleg over hoe succesvolle innovaties tot stand komen. De afsluitende plenaire lezing wordt verzorgd door Adjiedj Bakas.

Workshops Na de lezingen worden in twee rondes 10 interactieve workshops aangeboden. 1. Het Nieuwe Werken, door Ed de Rochemont & Colin Cleeren, Achmea Group Facility Services 2. Social Media door Ruud Olthoff, Rabobank & John Weinstock, NEVI 3. Waardecreatie voor de business, door Toine Jochems & Goof Pruijsen, Philips Medical Systems 4. Value Creation en innovatie aan de verkoopzijde, door Aernout van Lookeren Campagne, Mercuri International 5. Sociale innovatie, door Liesbeth Unger, Human Rights at Work & Karin van IJsselmuide, NEVI 6. Value Sourcing, door Fred Westerveld, I-kwadraat & Rene van den Hoven, NEVI 7. Innovatiegericht inkopen, door Marieke van Putten, Pianoo & Andrea Wijnants, ministerie van VROM 8. Optimale controle over uw Purchase-to-Pay cycle, door Wouter Versonnen, Head of Sales Corporate Card Solution, ING 9. Innoveren; Toegevoegde waarde of slechts een begrip?, door Jelle Wenselaar, Senior Consultant, NIC

10. Kunnen inkopers besparen met marktplaatsen? door Roderick Timmermans, directievoorzitter NIC. Let op! Facto Magazine-abonnees en leden van NEVI ontvangen korting op de toegangsprijs! ‹‹

Meer informatie Congres Plaats Datum Website

: NEVI Inkoopdag 2011 : NBC Nieuwegein : 21 juni 2011 : www.nevi-inkoopdag.nl

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

43


COMMUNITY

4HUISWERKEN MINST BELANGRIJKE ARBEIDS VOORWAARDE Dat blijkt uit een onderzoek van TNO onder 22.000 Nederlandse werknemers. Hieronder de top 8 van belangrijkste arbeidsvoorwaarden op een rij: 1. Goede leidinggevende 2. Interessant werk 3. Werkzekerheid 4. Goed salaris 5. Leermogelijkheden 6. Deeltijdwerken 7. Zelf werktijden bepalen 8. Thuiswerken

Dossier duurzaamheid op www.factomagazine.nl Duurzaam ondernemen heeft alles te maken met facility management. Immers, energiebesparing van installaties en gebouwverlichting, vermindering CO2-uitstoot, terugdringing reiskilometers, gescheiden afvalinzameling, invoeren moderne kantoorconcepten die minder m2 in beslag nemen, het zijn voorbeelden van onderwerpen waar FM nauw bij betrokken is.

)N HET DOSSIER $UURZAAMHEID OP WWW FACTOMAGAZINE NL STAAT ALLE RELEVANTE INFORMATIE VOOR &- PRAKTISCH GEBUNDELD

Masterclass Over Het Nieuwe Werken Bron: www.factomagazine.nl

/PLEIDINGENAGENDA I9 juni 2011 – Capelle aan de IJssel Leidinggeven aan de Nieuwe Werkers 29 juni 2011 - Zeist Masterclass Regie 29 september 2011 - Utrecht Het Nieuwe Werken in het papierloze kantoor 6 oktober 2011 - Zeist Masterclass Facility Management 6 oktober 2011 – Amsterdam Tijd- en plaatsonafhankelijk werken

-EER INFO EN INSCHRIJVEN WWW FACTOMAGAZINE NL OPLEIDINGEN

Deze masterclass bestaat uit 5 inspirerende sessies waarbij aandacht wordt besteed aan alle aspecten van het nieuwe werken: de fysieke omgeving, de ICT-wereld en de gevolgen op het gebied van cultuur en leiderschap. Ook wordt er ingegaan op het veranderen communicatietraject. Deelnemers maken hun eigen plan van aanpak, zodat ze met het resultaat direct aan de slag kunnen. De masterclass wordt steeds op

een andere locatie gegeven. Op die manier maken de deelnemers ook werkelijk kennis met gerealiseerde en succesvolle projecten. Bij de rondleidingen wordt ingegaan op de succesfactoren en de valkuilen. De masterclass Over Het Nieuwe Werken start op 15 september 2011 bij Interpolis in Tilburg.

-EER WETEN OVER DEZE INTENSIEVE MAAR ZEER INSPIRERENDE MASTERCLASS +IJK DAN OP WWW FACTOMAGAZINE NL OPLEIDINGEN


COMMUNITY

5 tips voor het verduurzamen van uw organisatie: 1. Groene stroom 2. Optimaliseren klimaatinstallaties 3. Terugdringen uitstoot van vervoer 4. Duurzame ICT voorzieningen 5. Afval scheiden

.%6) INKOOPDAG Dinsdag 21 juni 9.00-16.30 uur NBC in Nieuwegein

Wilt u informatie hoe u deze tips realiseert?

'A DAN NAAR DE CHECKLISTS IN HET DOSSIER DUURZAAMHEID OP WWW FACTOMAGAZINE NL $AAR STAAN ALLE MAATREGELEN UITGEBREID BESCHREVEN

Inkopers hebben met diverse aspecten van innovatie te maken. Vanuit het bedrijf, de klant, de inkooporganisatie en de leverancier. Tijdens dit congres staan onder andere de volgende thema’s centraal: s $E ROL VAN .IEUWE -EDIA s 3OCIALE INNOVATIE EN INKOOP s 7AARDECREATIE VOOR DE BUSINESS s 6ALUE SOURCING DE WEG NAAR prestatieverbetering Met bekende sprekers zoals Prof. dr.Remko van Hoek (hoogleraar en CPO bij Cofely), Sabine Duetz (voormalig Hoofd Design bij Hema) en Adjiedj Bakas (Trendwatcher).

-EER INFORMATIE WWW NEVI INKOOPDAG NL

Blackberry, iPhone of...? Dit is een van de discussies binnen de Facto Magazine LinkedIn groep. Heeft u een interessant onderwerp of een vraag die u voor wilt leggen aan collega-professionals? Join in en breid uw netwerk uit met inmiddels bijna 1200 facility professionals binnen de Facto Magazine LinkedIn groep! Ga naar www.linkedin.com, selecteer bij het zoekveld ‘groups’ en vul ‘Facto Magazine’ in. Sinds kort kunt u ons ook volgen op Twitter! Ga naar www.twitter.com en zoek op facto_magazine. Met dagelijks interessante tweets op het gebied van facility management en inkoop.

"/%+%.4)0 )NKOOP IN STRATEGISCH PERSPECTIEF Auteurs: Prof. dr. A.J. van Weele ISBN: 9789013056075 Prijs: ` 65,- (incl. BTW) De topper onder de inkoopboeken! Deze uitgave bevat onder andere informatie op het gebied van target costing, ontwikkelen van inkoop- en sourcingstrategieĂŤn, leveranciersontwikkeling en duurzaam inkopen.

-EER INFORMATIE EN BESTELLEN WWW FACTOMAGAZINE NL SHOP


*** #!! % ( #! 020 462 1920

% "" "!+ " / !! % ( ! (" (""$ ! "# !0 " " $ ' "

Alles op zijn plek " #!$ + " ##$'% ' " & ", ' && "' ' - " - #% " & %' ( (* " ##$ ")#( " ' ! ' ) %% && " ! )##%( ' , ' (* " ##$ "" & #$' ! " ##% ' % %( ) " $ "" " " #"'% ' " # (! "' " " )% " &' " #) " " ("' ( (* ) % " %& &' " ' % " * % ##% ( ## % "* , "" & ' % "(' * % ' " ##& & ! " ##% ' " #%! ' % ' & % & " " #) %, ' * % #! ) "

Intelligente Inkoopkracht

Overzicht op contracten

Grip op relaties

& ') !&'-& & & ! 3 ( $% & ' %&$' &''$ (""$ & !($ ! ! ! *% $ ! ( ! " $& % " #$ %(""$ %& ! % & ! % &' & "( $ )" ! ! "$ & (""$ ') ! ""# % %% !

% !"" & $ ! "!&$ & " ! $ 2""# & & "!+ "# "%% ! (""$ "!&$ & ! !& ! ( $ !&)""$ ! !&$ &" ! &"& (""$ ! !" "!&$ & ! "$ & ! ! ( ! & ! *% " &

$ ' & ') ( $ ! $% ! ! % $# #$ % ! ! # %% ! ) & & ) & 1 ,!& $' ! ( ! '! %# %& % !! % $ ') ( $ ! $% ! "$ & & (""$ ! +" $""& " &" (" ) $

+ ! " ! "' - " % ! " ! "' - %# ' ! " ! "' - ( ' #"& - #"'% ' ! " ! "' - ($$ % ! " ! "' - ($$ % $#%'

ISS Facility Services is ĂŠĂŠn van de grootste facilitaire dienstverleners in Nederland en onderdeel van de wereldwijde ISS Group. Er werken in Nederland ongeveer 18.500 professionals bij ISS en het staat daarmee in de top 10 van grootste werkgevers van ons land. ISS werkt voor de top van de markt, opdrachtgevers die ambitieuze doelstellingen hebben om hun facility management en -services verder te optimaliseren en professionaliseren. ISS Integrated Facility Services is onderdeel van ISS Facility Services en biedt een selectie van diensten aan waarbij ISS verantwoordelijk is voor het facility management, de organisatie en de levering van de dagelijkse dienstverlening. Ons doel is waarde toe te voegen aan de opdrachtgever en deze te ontzorgen zodat hij zich maximaal kan richten op zijn kernactiviteit. In het kader van verdere doorontwikkeling van onze Integrated Facility Services oplossing en de huidige uitbreidingen van het aantal opdrachtgevers zijn wij op zoek naar:

s 3ENIOR &ACILITY -ANAGERS - 6 s 3ENIOR &ACILITY #OĂšRDINATOREN - 6 Van onze kandidaten vragen wij: s +LANTGERICHTHEID s +WALITEITSGERICHTHEID s )NITIATIEF s !MBITIE s "ESLUITVAARDIGHEID s /RGANISATIETALENT !AN ONZE MEDEWERKERS BIEDEN WIJ s %EN ONDERNEMENDE CULTUUR s -OGELIJKHEID TOT ONTWIKKELING s 4RANSPARANTE WERKCULTUUR s $OORGROEIMOGELIJKHEDEN s :ELFSTANDIGHEID "EN JIJ IN STAAT OM OP TACTISCH EN STRATEGISCH NIVEAU OPDRACHTGEVERS TE adviseren en voel jij je prettig in een sterk resultaatgerichte (internationale) ORGANISATIE $AN GAAN WIJ GRAAG HET GESPREK MET JE AAN 'A VOOR MEER informatie en de volledige functieomschrijvingen naar www.ifsvacatures.nl OF NEEM CONTACT OP MET ONZE RECRUITER 2OMĂ?E "RANDENBURG OP TELEFOONnummer 06-21863690.

WWW IFSVACATURES NL


over inkoop

Ode aan de boekhouder Boekhouders klagen niet gauw. Terwijl zij daar wel vaak reden toe hebben. Grote stromen facturen worden lijdzaam weggewerkt. Eén van de vele taken die onontkoombaar bij het leven als boekhouder horen. Toch kan een boekhouder best iets doen om de last van dat leven wat lichter te maken.

Z

o zijn er bedrijven waar de crediteurenafdeling honderd euro rekent voor het aanmaken van een nieuwe crediteur. Het is de gedachte dat een budgethouder dan eerder geneigd is bij een bestaande leverancier te bestellen. Het schijnt te werken, zo heb ik gehoord. Ik vraag me af hoeveel werk er met de doorbelasting gemoeid is, maar waarschijnlijk heeft de boekhouder dit er graag voor over. Doorbelasten is so-

vroeger zo leuk ‘de kleine kas’ heette. Natuurlijk wel even zorgen dat het declareren niet te omslachtig is. (En vooral niet alle medewerkers als crediteur opvoeren. Dat gebeurt dus echt!) Maar hier houden de mogelijkheden voor onze boekhouder wel zo’n beetje op. Voor het echte werk moet hij zich van zijn bureau losmaken en richting de inkoopafdeling lopen. Daar aangekomen moet hij in de deurpost gaan staan en met luide keel ‘Basta!’ roepen. Deze daad zal de geschiedenis ingaan als de dag waarna alles anders werd.

Geschrokken Geschrokken zal de inkoopafdeling de facilitaire diensten outsourcen. Dat scheelt gauw honderd crediteuren. De IT-afdeling is hetzelfde lot beschoren. Voor alles wat niet naar buiten kan, wordt een voorkeurleverancier aangewezen en voor alle facturen die niet van een voorkeurleverancier komen, wordt voortaan de aanstichter op het matje geroepen. Hotels en reizen lopen via een agent en alle bestellingen, groot en klein, moeten in het nieuwe inkoopsysteem worden besteld. Geen bestelling, geen betaling.

Ik vraag me af hoeveel werk er met de doorbelasting gemoeid is wieso één van die andere lasten die als vanzelfsprekend bij het boekhouderbestaan horen.

Patat Verder kan de boekhouder eens een blik op de crediteurenlijst werpen. Niet zelden komt daar elke schoenenwinkel, patatzaak en bowlingbaan uit de regio op voor. In dat geval wordt het tijd dat medewerkers eens wat rekeningen zelf gaan betalen en naderhand declareren. Desnoods met een voorschot, wat

meer iets te doen is. De crediteurenafdeling is opgedoekt en het beetje werk dat nog rest, wordt nu gedaan door een laatste parttimer. Hij had nog overwogen om ook dit werk uit te besteden, maar dat was de moeite niet meer waard.

Geluk Op de beslagen ruit zal hij verveeld met zijn vinger een Dupont-analyse tekenen en tot zijn eigen verbazing zien dat de winst van het bedrijf met 25 procent is toegenomen! Allemachtig. Nu is niet alleen een zware last van zijn schouders gevallen, maar hij kan ook nog eens spectaculair goede cijfers rapporteren. Hij kan zijn geluk niet op. Tegelijkertijd weet hij dat dit succes niet alleen aan hem te danken is. Voor de tweede keer in zijn carrière zal hij de gang aflopen naar de inkoopafdeling en zonder aarzelen naar binnen stappen. Opgewekt en met opgeheven duim roept hij: ‘Bedankt jongens! Toppie!’ En dat voor een boekhouder. ‹‹

Deze maandelijkse rubriek wordt verzorgd door Maarten Erasmus, managing consultant bij Emeritor (www.emeritor.com).

De boekhouder grijpt meteen zijn kans en zorgt ervoor dat de meeste betalingen automatisch gaan, waardoor de facturen niet eens meer gezien hoeven te worden. De budgethouders worden verlost van hun administratieve rompslomp. De leveranciers krijgen snel hun geld en de medewerkers kunnen voortaan blij winkelen in de gebruiksvriendelijke webshop. Na deze succesvolle ingreep zal de boekhouder tevreden uit het raam kijken en zich realiseren dat er nauwelijks

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

47


boekrecensie

Slimmer werken met het kantoor in je tas Het is een prettig leesbaar boek, fris vormgegeven en boordevol handige tips. Een aanrader voor een ieder die met (enige) regelmaat onderweg aan het werk is. ‹‹

Als je zelf niet veel meer op kantoor komt, kun je er maar beter voor zorgen dat je een kantoor bij de hand hebt, in je tas, om precies te zijn. Gerald Essers schreef daar een boek over: wat heb je nodig om effectief je werk te kunnen doen, vanuit een tas. Uiteraard begrijp ik hoe ik laptop en telefoon kan inzetten, maar ik heb wel het gevoel dat het beter kan. REMKO VAN DER HONING * Na een korte introductie wordt Essers direct concreet: wat voor tas is handig, wat neem je altijd mee, hoe kom je voorbereid aan bij een afspraak en hoe deel je je tas in? Daarna komen diverse applicaties/websites aan bod die ondersteuning leveren bij een kantoor vanuit je tas. De tips die de auteur geeft zijn soms bekend, maar ik ben ervan overtuigd dat er voor iedereen nieuwe tips in staan.

Titel Auteur Uitgeverij ISBN Prijs Voor het efficiënt omgaan met tijd (timemanagement) grijpt Essers vaak terug op ‘Getting things done’, van David Allen. Een terechte keuze, die door de auteur wordt aangevuld met tips over dagelijkse werkzaamheden (in-mapje voor zaken die nog in behandeling genomen moeten worden, folder voor documenten die je op kantoor moet printen, synchroniseren van laptop en server, et cetera).

: Slimmer werken met het kantoor in je tas : Gerald Essers : Academic Service : 9789052617930 : € 19,95

* Remko van der Honing is werkzaam bij Crucell. Hij schrijft boekrecensies op persoonlijke titel.

Waardering: Conclusie: HNW voor het individu in hapklare brokken

DIV-column

Captcha Heeft u wel eens een captcha moeten oplossen? O, u weet niet wat een captcha is? Ik ook niet tot een maand of wat geleden. Ik werd erdoor gegrepen en heb me erin verdiept. Het heeft alles met beveiliging te maken en het voorkomen van misbruik van online-functies op het internet. CLEMENT HOEK * Over beveiliging gesproken, op dit moment ben ik bezig met het digitaliseren van een bestuurlijk besluitvormingsproces binnen een gemeente. Alle stukken van en naar B&W en de gemeenteraad worden nu alleen nog maar digitaal aangeboden en elektronisch geparafeerd. Zowel inhoudelijk als politiek gezien een uitdagende klus, waarbij beveiliging en autorisatie een belangrijke rol spelen. Nu we bijna echt live gaan, is het zaak alle autorisaties nog eens goed na te lopen. Hoe is de vervanging van de

48

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

diensthoofden nu precies georganiseerd? Vervangen ze elkaar (horizontale vervanging) of laten ze zich vervangen door een afdelingshoofd (verticale vervanging)? Ook voor wethouders die met het systeem gaan werken, moet het duidelijk zijn hoe een vervanging loopt. Wie mag voor wie of namens wie tekenen? Zeker als een wethouder besluit dat hij niet zelf parafeert in het systeem, maar zijn secretaresse vraagt om dit te doen. Dit komt voor, dus moest het nieuwe systeem dit aankunnen. Bij de start van het project was het autorisatieregime heel strak geregeld. Nu zien we dat we water bij de wijn moeten doen, omdat we met vervangers van vervangers van vervangers rekening moeten houden. Even terug naar de captcha. Een captcha (afkorting van ‘completely automated public Turing-test to tell computers and humans apart’) is een reactietest die in

de gegevensverwerking wordt gebruikt om te bepalen of er al dan niet sprake is van een menselijke gebruiker. Een veelvoorkomend type captcha verlangt dat de gebruiker de tekens van een op het scherm getoonde vervormde en/of onduidelijke opeenvolging van letters en/of cijfers intoetst. Captcha's worden onder andere gebruikt om te voorkomen dat softwareprogramma’s automatisch inschrijvingen voor gratis e-mailboxen kunnen doen, die dan vervolgens worden gebruikt om spam te verzenden. De captcha is in 2000 geïntroduceerd om misbruik van systemen te voorkomen. Ik ben benieuwd wanneer wij binnen de bestuurlijke besluitvorming tegen het eerste misbruik van autorisaties aanlopen. Maar ik denk dat het wel mee zal vallen … ‹‹ * Clement Hoek is ECM Consultant bij Ordina. (clement.hoek@ordina.nl


agenda

rising star

Leidinggeven aan Nieuwe Werkers Datum: 9 juni Locatie: BCN Capelle a/d IJssel Organisator: Kluwer bv

Floor Schepens

NEVI Inkoopdag 2011 Datum: 21 juni Locatie: NBC Nieuwegein Organisator: NEVI/Facto Magazine

Leeftijd: 23 jaar Opleiding: Facility Management, NHTV Breda

Congres Duurzaam Gebouwd Datum: 22 juni Thema: Thermisch Actieve Gebouwen Locatie: ‘s-Hertogenbosch Organisator: Platform Duurzaam Gebouwd en CEO Media F-MEX Golftoernooi & viering 1e lustrum Datum: 24 juni Locatie: Naarden Organisator: F-Mex Masterclass Regie Datum: 29 juni Locatie: Zeist Organisator: Facto/Kluwer

In deze rubriek komt jong talent aan het woord over carrière en ambities. Aanmelden van personen kan bij de redactie: gdessing@kluwer.nl

» Ik ben: via FGB Facility Management nu ruim 2,5 jaar werkzaam bij TU Delft, afdeling Facilitair Management en Vastgoed, faculteit Bouwkunde. Ik heb me voornamelijk beziggehouden met huisvestingsprojecten (na de brand in 2008). Sinds oktober ben ik coördinator services a.i.

Masterclass HNW Datum: 15 september (start) en 4 dagen okt. t/m jan. Locatie: diverse HNW-locaties Organisator: Kluwer

» Mijn werk: Ik geef leiding aan een team van negen medewerkers (vijf gebouwen). We zijn verantwoordelijk voor de orde binnen en buiten het gebouw, AV, logistieke processen, interne verhuizingen, et cetera.

Green Buildings Datum: 29 september Locatie: Utrecht Organisator: Corporate Facility Partners

» Belangrijkste FM-trend? De toenemende aandacht voor gastvrijheidconcepten is een interessante ontwikkeling met als vraag: hoe kun je klantgerichter werken en hoever wil je hierin gaan?

Energievakbeurs 2011 Datum: 4 - 6 oktober Locatie: ‘s-Hertogenbosch Organisator: VNU Exhibitions

» Over vijf jaar ben ik: nog steeds even enthousiast en leergierig aan het werk in FM, maar dan met meer ervaring.

Food Professional Day Datum: 10 oktober Locatie: Ede Organisator: Food4you World Workplace 2011 Conference & Expo Datum: 26 t/m 28 oktober Locatie: Phoenix (VS) Organisator: Ifma

» Grootste verbazing tot nu toe? Dat er binnen organisaties veel aandacht is voor duurzaamheid en dat dit op alle fronten steeds belangrijker wordt. » Grootste succes tot nu toe? Voor een projectorganisatie werken. Dit levert veel mogelijkheden op en houdt het werken afwisselend! » Social media? Ik heb een LinkedIn-account en gebruik LinkedIn voor contact met mijn netwerk, altijd handig!

48 uur van F-Mex Datum: 3 en 4 november 2011 Locatie: niet bekend Organisator: F-Mex

» Wat zou je graag beter kunnen? Ik wil me graag verder specialiseren in huisvestings- en bouwmanagement.

Meer informatie: www.factomagazine.nl, klik op ‘Agenda’.

» Laatst gelezen managementboek? ‘Praktisch project management’ van Ten Gevers & Tjerk Zijlstra. Dit boek is praktisch en toepasbaar, een goede basis! ‹‹

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

49


3UCCESVOL INKOPEN EN AANBESTEDEN IS TOPSPORT EN KAN REKENEN OP EEN GOED GEVULDE TRIBUNE 6AN INKOOPPROFESSIONALS WORDT EEN MAXIMAAL RENDEMENT VERWACHT BURG WEERTSSTRAAT A

-ARKTKENNIS MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID JURIDISCHE ONDERBOUWING EN

HM ARNHEM

INZICHT ZIJN DE KADERS WAARBINNEN INKOOPPROFESSIONALS DAT SUCCES MOETEN REALISEREN

T I PRO MEREOR NL

0RO -EREOR IS HET ONAFHANKELIJKE )NKOOPKENNISCENTRUM 7IJ ONDERSTEUNEN OVERHEID

E INFO PRO MEREOR NL

ONDERWIJS ZORG EN BEDRIJFSLEVEN OP STRATEGISCH EN TACTISCH NIVEAU

5W SUCCES IS ONZE MISSIE 'EEN PSEUDOWETENSCHAPPELIJKE VERHALEN

0RO -EREOR HEEFT EEN UITGEBREID NETWERK

MAAR GEWOON KENNIS VAN ZAKEN

INKOOPPROFESSIONALS VAN DIVERSE NIVEAUS

0RO -EREOR BESCHIKT OVER DE TALENTEN OM

%EN ANALYSE VAN SPECI½EKE INKOOP

INGEWIKKELDE MATERIE TE VERTALEN NAAR

COMPETENTIES MAAKT DEEL UIT VAN ONZE

PRAKTISCHE ADVIEZEN VOOR UW ORGANISATIE

SELECTIEPROCEDURE

PRO MEREOR NL

INTERIM CONSULTANT NL

/NZE JURISTEN EN CONSULTANTS VERZORGEN

³.OOIT UITGELEERD´ DAT GELDT VOOR IEDEREEN

DE UITVOERING EN BEGELEIDING VAN UW

DIE TE MAKEN HEEFT MET INKOOP EN AAN

%UROPESE AANBESTEDINGEN 7IJ ONTZORGEN

BESTEDEN $E WORKSHOPS VAN 0RO -EREOR

UW ORGANISATIE EN DAARNAAST KRIJGT U

ZIJN PRAKTISCH ACTUEEL INTERACTIEF EN BIEDEN

DE MOGELIJKHEID HET HELE PROCES DIGITAAL

RUIMTE OM PRAKTIJKSITUATIES AAN DE ORDE

TE VOLGEN

TE STELLEN

EUROPESE AANBESTEDINGEN NL

INKOOPKENNISCENTRUM NL

SecNed BV: een ‘nieuwe generatie’ dienstverlener! SecNed Security and Cleaning is een ‘nieuwe generatie’ dienstverlener, ontstaan vanuit de ambitie dat het anders moet. Bij dienstverlening draait het om onze medewerkers, dat hebben wij goed begrepen. Maar ook transparantie, een proactieve houding en multifunctionaliteit zijn aspecten die door onze klanten zeer gewaardeerd worden. Wij hebben de drive om de beste te zijn. Dichtbij de klant, de medewerker en de maatschappij. Cleaning and Services UĂŠ ĂƒV…œœ˜“>>Ž‡ÊiÂ˜ĂŠĂƒÂŤiVˆ>Â?ÂˆĂƒĂŒÂˆĂƒVÂ… schoonmaakonderhoud UĂŠ Â…>˜`ޓ>˜]ĂŠLÂœ`i‡ÊiÂ˜ĂŠVœ˜VˆlĂ€}i`ˆiÂ˜ĂƒĂŒi˜ UĂŠ ÂœĂ›iĂ€Âˆ}iĂŠĂƒiĂ€Ă›ÂˆViĂƒ Security and Reception UĂŠ LiĂœ>Žˆ˜}Ăƒ`ˆiÂ˜ĂƒĂŒi˜ UĂŠ Ă€iViÂŤĂŒÂˆi`ˆiÂ˜ĂƒĂŒi˜ UĂŠ >`‡…œVĂŠiÂ˜ĂŠV>Â?>Â“ÂˆĂŒiÂˆĂŒi˜`ˆiÂ˜ĂƒĂŒi˜ Bent u toe aan het vernieuwen van uw contracten of heeft u behoefte aan een geheel andere aanpak met betere resultaten, neem dan contact op met 088 - 81 82 850 of stuur een mail naar info@secned.nl.

www.secned.nl


recht

HNW en zelfwerkzaamheid Een werknemer heeft in het kader van Het Nieuwe Werken meer zelfstandigheid gekregen. De werkgever is echter niet tevreden en houdt een deel van het salaris in. Maar de rechter stelt dat ook als partijen bij het afsluiten van de arbeidsovereenkomst ervan uitgaan dat de werknemer zo veel mogelijk zelf zijn werkzaamheden invult, dit de werknemer nog niet verplicht om zelf voor werk te zorgen. ROB POORT *

W

at was het geval? Een consultant werkt sinds februari 2009 op basis van een arbeidsovereenkomst van één jaar bij een ICT-bedrijf. Zijn maandelijkse brutoloon bestaat uit een vaste component van 90 procent (basissalaris) en een variabel deel van 10 procent. Het variabele deel is ‘targetafhankelijk’. Die target heeft hij niet gehaald en de aanspraak op het

De werknemer vordert betaling van een deel van het salaris dat over november 2009 is ingehouden. De werkgever vindt dat de werknemer daar geen recht op heeft, omdat hij een gedeelte van die maand niet declarabel heeft gewerkt. De werkgever doet een tegenvordering voor het wel betaalde loon over januari 2010, omdat de werknemer die maand weinig tot niets heeft gedaan.

Het feit dat de werknemer niet volledig heeft gewerkt, komt voor rekening van de werkgever variabele deel is daarmee vervallen. Als consultant heeft hij een grote mate van vrijheid bij de invulling van zijn functie. Bij het bedrijf wordt gewerkt volgens Het Nieuwe Werken, wat inhoudt dat de werkzaamheden tijd- en plaatsonafhankelijk worden uitgevoerd.

Geen verlenging In oktober 2009 wordt besloten dat het dienstverband niet wordt verlengd. Er zou geen werk meer zijn voor de consultant, en er vond bovendien een regelmatig terugkerende discussie plaats over de juiste registratie van de gewerkte uren.

Oordeel rechter De werknemer heeft in november 2009 en januari 2010 niet volledig gewerkt en in elk geval een deel van die tijd ‘thuis op de bank’ gezeten. Het gaat nu om de vraag of de werknemer recht heeft op loon over die periode. Daarbij geldt als uitgangspunt dat een werknemer zijn recht op loon behoudt als de verhindering tot het verrichten van arbeid het gevolg is van een omstandigheid die in de verhouding tussen partijen meer in de risicosfeer van de werkgever ligt dan in die van de werknemer.

daartoe steeds bereid en beschikbaar en hij heeft diverse, niet-declarabele klusjes uitgevoerd.

Passieve houding De werkgever vindt dat de werknemer desondanks geen aanspraak kon maken op zijn vaste loon omdat het feit dat hij niet werkte te wijten was aan diens ‘passieve houding’. Mede gezien de vrijheid op grond van Het Nieuwe Werken had de werknemer zelf invulling aan zijn dienstverband moeten geven of zelf werk moeten zoeken. Hoewel beide partijen er bij het aangaan van het dienstverband inderdaad vanuit zijn gegaan dat de werknemer zo veel mogelijk zelf zijn dienstverband zou invullen, betekent dit nog niet dat hij daarmee verplicht was zelf voor werk te zorgen. Zo’n vergaande eis kan ook niet zonder meer aan een werknemer worden gesteld, ook niet als de werknemer een zeer grote mate van vrijheid heeft. Dit kan soms anders zijn, maar dan moet zo’n verplichting wel uitdrukkelijk in de arbeidsovereenkomst worden vastgelegd. Dat is hier niet het geval. Verder was de werknemer na oktober 2009 niet meer gekoppeld aan projecten en de werkgever had moeten nagaan of de werknemer nog wel genoeg om handen had. Daarom is de rechter van oordeel dat het feit dat de werknemer niet volledig heeft gewerkt, voor rekening van de werkgever komt. De vordering van de werknemer wordt toegewezen. De tegenvordering van de werkgever wordt afgewezen. ‹‹ (Kantonrechter Haarlem, 13 januari 2011, LJN: BP1395) * mr. ing. R.O.B. Poort is jurist en veiligheidskundige (www.bureaupoort.nl)

De rechter stelt vast dat de werknemer nooit werk heeft geweigerd. Hij was

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

51


producten-/dienstenregister Bedrijfscatering

SAB CATERING B.V. Postbus 59, 1160 AB Zwanenburg Tel. 020 4079200, fax 020 4977385 info@sabcatering.nl www.sabcatering.nl

Facilitaire diensten

Glas- en gevelreiniging

WWW.DOLMANS.COM SCHOON MAAKT BLIJ

Beleef lekker en gezond eten & drinken op het werk. Landelijke dekking.

Schoonmaakorganisatie

Handlampen

Gratis e-mailnieuwsbrief Facto Magazine? !

!

Meld u aan via www.factomagazine.nl Postbus 417, 5400 AK Uden T 0413 285 111 F 0413 251 455 cleaning@csu.nl www.csucleaning.nl

Graag ontvang ik meer informatie over de plaatsingsmogelijkheden in het producten-/dienstenregister van Facto Magazine! Ingevulde coupon kunt u sturen naar: Kluwer, t.a.v. Liesbeth van den Hoek, Postbus 4, 2400 MA Alphen aan den Rijn. U kunt ook bellen: (0172) 46 64 71

Organisatie:

Naam

M/V

Postbus

PC/Plaats

Tel.:

E-mail:


Ook in deze rubriek? Mail uw korte tekst + jpg-foto aan gdessing@kluwer.nl

Nieuwe uitdaging voor Jelle van der Kluit Jelle van der Kluit is aan de slag gegaan als manager Strategy & Concepts bij D&B The Facility Group. Hiervoor werkte Van der Kluit bij Twynstra Gudde als consultant. Bij D&B wordt hij verantwoordelijk voor het domein strategie, concepten en innovaties. Naast zijn dagelijkse werk houdt Van der Kluit zich ook bezig met diverse nevenactiviteiten. Zo is hij onder meer redactielid van de Facto Media Base, de facilitaire online kennisdatabank van Facto Magazine.

Blauw en Safened werken samen Blauw Beveiliging sluit aan bij Safened Group uit Helmond. Het bedrijf blijft zelfstandig opereren en zal gebruik gaan maken van de faciliteiten van Safened (beveiligings- en opleidingsbedrijf met vestigingen in Helmond, Nijmegen en Rotterdam). Door de samenwerking ontstaat een organisatie met 120 medewerkers actief in Zuid-Holland, Noord-Brabant en Gelderland. Blauw Beveiliging is gespecialiseerd in de beveiliging van logistieke omgevingen en kantoren. Hanneke Parlevliet RSE heeft de dagelijkse leiding, Paul van Anrooij is commercieel verantwoordelijk.

Hans de Jong directeur FZ/Inkoop bij DJI Hans de Jong is per 1 juli benoemd tot directeur van de nieuwe Directie Facilitaire Zaken, Huisvesting en Inkoop van de Dienst Justitiële Inrichtingen. Hij is op dit moment als bedrijfseconoom verbonden aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waar hij verantwoordelijk is voor FM, Huisvesting, Inkoop en Duurzaamheid. De nieuwe directie Facilitaire Zaken, Huisvesting en Inkoop is ontstaan vanuit de noodzaak om binnen DJI de onderwerpen op een strategisch niveau te beleggen.

contacten en contracten

Prijs voor NSecure/G4S Essent Facility Service heeft de jaarlijkse facilitaire award uitgereikt aan Nsecure/G4S. De award wordt ieder jaar uitgereikt aan een leverancier/ partner die zich op meerdere fronten weet te onderscheiden. De vakjury kende de prijs om een aantal redenen toe. Zo hebben Essent, G4S en Nsecure het aangedurfd om voor het eerst samen te werken en een (voor alle drie) nieuwe vorm van dienstverlening neer te zetten. Verder

is de dienstverlening van hoge kwaliteit, zeer innovatief en transparant. Op de foto Jordie van Berkel–Schoonen van Essent (links) en Jan Winus van Roode (Nsecure).

Samenwerking Falck Nutec en ISS Falck Nederland en ISS Integrated Facility Services hebben eind april een overeenkomst getekend. ISS gaat de facilitaire diensten leveren voor Falck Nutec in Nederland. De overeenkomst (met een looptijd tot 1 februari 2015) betreft een volledige outsourcing waarbij de partijen zich in eerste instantie zullen richten op het facility management en de uitvoering van de schoonmaak en de catering. De overige diensten zullen na verloop van tijd worden toegevoegd. Op de foto v.l.n.r. Ben van der Veer (ISS), Tijs van Lieshout (Falck

Nederland), John de Rooy (ISS Integrated), Edwin Klok (ISS) en Anthony Leckie (Falck Nederland).

Floriade 2012 kiest voor Securitas De Floriade en Securitas gaan een samenwerking aan voor de beveiliging van de Floriade 2012 (5 april t/m 7 oktober). Het samenwerkingscontract is getekend door Fedor Kwerreveld, commercieel directeur Securitas en Paul Beck, algemeen directeur van de Floriade. Vanaf heden tot oktober 2012 zorgt de beveiligingsorganisatie voor de veiligheid op het terrein, voor zowel de bezoekers als de exposanten. De activiteiten van Securitas richten zich voornamelijk op het coördineren

van bezoekersstromen, toegangscontrole, parkeerbeheer, ontvangst en vipbegeleiding, surveillances en alarmopvolging.

Karina Klaassen gestart bij Emeritor Op 1 april is Karina Klaassen begonnen bij inkoopdienstverlener Emeritor als inkoopadviseur. Daarvoor werkte ze onder meer als seni-

or procurement officer bij Unilever waar ze met een team van twaalf mensen verantwoordelijk was voor de inkoop van marketingmaterialen. Inmiddels is ze gestart met haar eerste project bij SNS Reaal.

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

53


Facto column

Magazine

Opmerkelijk

In het (zakelijk) leven gebeuren er van tijd tot tijd opmerkelijke dingen. Gelukkig maar, anders zou het allemaal wel behoorlijk saai zijn. Recentelijk beleefde ik een paar momenten waarvan ik dacht: ‘Da’s bijzonder.’ Neem de algemene ledenvergadering van FMN medio mei in Amstelveen. Ten eerste waren daar de ‘reclameboodschappen’ van een aantal sponsoren tijdens de opening door de verenigingsvoorzitter. Het zag er wat vreemd uit, zeker toen voorzitter Wim Ledder ook nog het verzoek kreeg ingefluisterd om bij een filmpje even niet te spreken. Ik kom graag naar deze bijeenkomsten (voor de inhoud en het netwerken) en ik hoor graag wat de voorzitter te melden heeft. En ik snap dat een vereniging af en toe een gebaar naar de sponsoren moet maken, maar of er tijdens de opening op de achtergrond ook commerciële boodschappen moeten draaien? Apart. Ten tweede de rol van Hans Topée, op het laatste moment door de organisatie gevraagd om de - wegens ziekte gevelde - gespreksleider te vervangen. Min of meer à l’improviste praatte hij de presentaties soepel aan elkaar, waarschijnlijk op basis van een geringe voorbereiding. Opmerkelijk in positieve zin dus, een compliment waard. Opmerkelijk waren ook de excuses die TCN-topman Rudy Stroink maakte tijdens zijn presentatie. ‘Namens alle projectontwikkelaars in Nederland bied ik u excuses aan voor alle kantoorpanden die we de laatste tien jaar hebben neergezet’, sprak de projectontwikkelaar. ‘Maar u heeft het ons overigens ook wel heel gemakkelijk gemaakt hoor’, vervolgde hij. Eerst verdienen projectontwikkelaars goed geld met het neerzetten van kantoren, en een paar jaar later zeggen ze doodleuk ‘sorry’. Ook opmerkelijk. Tot slot noem ik nog het recente Nationaal Onderzoek Het Nieuwe Werken van Kluwer onder ruim 3.400 kenniswerkers (uitgevoerd in voorjaar 2011). Het Nieuwe Werken heeft in sneltreinvaart ons land veroverd: in 2009 had 49 procent van de mensen ervan gehoord, in 2011 was dat 96 procent! De marketing-euro’s van een aantal grote organisaties zijn dus goed besteed: HNW is geland. Een andere mooi onderzoeksresultaat wil ik u tot slot niet onthouden. Maar liefst 92 procent van de respondenten vindt zichzelf géén 9 tot 5-persoon, terwijl ze 47 procent van hun collega’s wel als een traditionele 9 tot 5-werker zien. Als HNW-ontwikkelingen worden belemmerd vanwege het vastgeroest zijn aan de 9 tot 5-cultuur, dan ligt dat dus vooral aan de collega’s, maar niet aan onszelf. Maar dat wisten we natuurlijk allang, dat is natuurlijk helemaal niet opmerkelijk!

®

Facto Magazine is een uitgave van Kluwer bv Redactieadres Postbus 4, 2400 MA Alphen aan den Rijn Telefoon: (0172) 46 66 22, Fax (0172) 44 06 81 Hoofdredacteur Gerard Dessing (gdessing@kluwer.nl) Eindredactie Ineke de Graaff (idegraaff@kluwer.nl) Uitgever Frédérique Zeemans Marketing Judith Verkerk (jverkerk@kluwer.nl) Advertentieverkoop Arjen Tuitert, Liesbeth van den Hoek Telefoon: (0172) 46 64 42 / 46 64 71 atuitert@kluwer.nl, lvdhoek@kluwer.nl Postbus 4, 2400 MA Alphen aan den Rijn Abonnementen Vragen over abonnementen kunt u richten aan de Klantenservice, ☎ (0570) 67 33 58, www.kluwer.nl/klantenservice. De abonnementsprijs is € 135,– (exclusief btw) per jaar. Studenten betalen € 55,– (inclusief btw). Prijzen zijn inclusief verzend- en administratiekosten. Losse verkoopprijs € 17,– per nummer, exclusief 6% BTW. Een abonnement kan op elk moment ingaan. Op elk tweede en volgende abonnement krijgt u 25% korting. U ontvangt 10 nummers per jaar. Opzeggen kan schriftelijk tot drie maanden voor de nieuwe jaargang bij Kluwer bv, Postbus 878, 7400 AW Deventer. Adreswijzigingen (met de oude adresgegevens) doorgeven aan Kluwer bv, afd. Relatiebeheer, Postbus 23, 7400 GA Deventer. Abonnementen in België Wolters Kluwer Belgium (WKB) Motstraat 30, B- 2800 Mechelen Telefoon: 0800-30143, Fax: 0800-17529 E-mail: info@kluwer.be Abonnementsprijs op aanvraag U vindt de algemene voorwaarden van WKB op www.kluwer.be Auteursrecht voorbehouden Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd. Op iedere inzending van een bijdrage of informatie zijn de Standaardpublicatievoorwaarden van Wolters Kluwer Nederland BV van toepassing, gedeponeerd ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam, onder nummer 217/1999; een kopie kan kosteloos bij de uitgever worden opgevraagd. Op alle uitgaven van Kluwer zijn de algemene leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze kunt u lezen op www.kluwer.nl of opvragen via ☎ (0570) 67 33 58. Partners G4S Beveiliging bv, Miele Nederland bv, Asito bv Opmaak en DTP colorscan bv, Voorhout - www.colorscan.nl Basisvormgeving Verheul Media Supporters, Alphen aan den Rijn Druk Ten Brink, Meppel ISSN 0927-1384

Gerard Dessing, hoofdredacteur (gdessing@kluwer.nl)

54

Facto Magazine nummer 6 juni 2011

www.factomagazine.nl


a Vebego company

Yask!

Prisma samen met Home at the OfďŹ ce

Waar denken en doen samenkomen ontstaat ruimte voor extra aandacht. Yask bundelt ervaring, kennis en energie. Yask Facility Management is uw bewezen partner in advies en uitvoering, van projectmanagement tot aan maincontracting. Met Yask Facility People hebben we eigen mensen op uw werkvloer, van housekeeping tot receptie. Op Yask.nl valt veel te ontdekken... En samen met u zoeken we graag naar nieuwe mogelijkheden!

Van harte gefaciliteerd!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.