FACTO_2012_10

Page 1

nummer 10, oktober 2012

ONAFHANKELIJK VAKBLAD VOOR FACILITY MANAGEMENT EN INKOOP

www.factomagazine.nl

THEMA: CATERING

Hans Topée (newDirections):

Bedrijfscatering als satisfier Trends in bedrijfscatering

Lunch betalen met vingerafdruk

Bent u financieel wel ‘in control’?

Pag. 16

Pag. 19

Pag. 34


In de markt van warme en koude drankenvoorziening

altijd voorop in het bieden van duurzame producten,

op het werk zijn wij bij Autobar Holland voortdurend

automaten en dienstverlening. En zijn we een ervaren

bezig om onze klanten op een professionele en

partner om nieuwe trends te vertalen naar passende

betrouwbare manier te ontzorgen. Zodat zij zelf geen

oplossingen voor koffiedrinken op het werk. Bij Autobar

omkijken hebben naar de dagelijkse koffievoorziening.

Holland schenken wij onze klanten dus meer inhoud.

Hiervoor bieden we iedere werkgever een pasklare

Wilt u weten wat Autobar Holland voor u kan beteke-

oplossing. In de overtuiging dat dit van een marktleider

nen? Neemt u dan contact met ons op via (078) 6 544

verwacht mag worden, loopt Autobar Holland daarbij

544 of ga naar www.autobar.nl.

Integrale dienstverlening / Respect voor mens en milieu / Toekomstgerichte oplossingen


Onafhankelijk vakblad voor facility management en inkoop

12

Catering als satisfier Kwaliteit, eigenheid, maatwerk, terug naar de menselijke maat, passend bij de eigen organisatie, beleving, duurzaam, verrassend, couleur locale. Deze woorden passen naadloos bij de visie van Hans Topée, directeur van newDirections, op bedrijfscatering in 2012. ‘Catering mag weer geld kosten, maar dan moet het wel om kwaliteit gaan.’

t hema catering

16

Trends in bedrijfscatering Bedrijfscatering in Nederland. Is het tussen de middag nog steeds een boterham met kaas, een kopje soep en de gebruikelijke kroket? Of is het op meerdere momenten op de dag een gevarieerd, vers en eerlijk productenaanbod in een moderne omgeving met snelle service en optimale beleving? Diana Beijer en Aukje Timmer geven een overzicht van de belangrijkste trends van invloed op de Nederlandse cateringmarkt.

34

t hema catering

Bent u financieel wel ‘in control’? In de huidige tijd is het voor facilitaire organisaties zaak om financieel volledig ‘in control’ te zijn én te blijven. Hoe doe je dat, zonder in allerlei theoretische modellen te verzanden? Hans de Waal, momenteel hoofd bedrijfsvoering bij een gemeente, maar in het verleden controller in een facilitair bedrijf, geeft tien praktijkgerichte handvatten om mee aan de slag te gaan.

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

3


t hema catering

19

Lunch betalen met de vinger Een snelle doorstroming in het bedrijfsrestaurant, zowel bij de uitgiftepunten als bij het afrekenen, is in veel organisaties een belangrijk aandachtspunt. Lange rijen moeten immers vermeden worden. Biometrisch betalen, dus betalen met een vingerafdruk, komt de snelheid van afrekenen ten goede. Lees de ervaringen van Equens en Albron.

23

Vitamine G in catering Uit onderzoek blijkt dat consumenten het aanbod gezond producten in bedrijfsrestaurants beperkt vinden. Cateraars vinden dat ze juist goed scoren op gezonde voeding. De rol van de opdrachtgever wordt daarmee belangrijker. Een beschouwing van de ontwikkeling van gezonde voeding.

26

‘Oude wijn in nieuwe zakken?’ De bedrijfskantine heeft de laatste jaren een ware metamorfose ondergaan. Niet alleen heet de ‘kantine’ nu steevast ‘bedrijfsrestaurant’, ook het assortiment en de kwaliteit van het product zijn flink veranderd. Maar de kernvraag is: wat is er nu écht veranderd? Of hebben we te maken met ‘oude wijn in nieuwe zakken’?

In het nieuwe stadskantoor van de gemeente Utrecht is gastvrijheid zeer belangrijk. Maar hoe valt dit te combineren met veiligheid en beveiliging? Zie pagina 30.

30

Het nieuwe stadskantoor van de gemeente Utrecht heeft - na de opening eind 2014 - een duidelijke publieksfunctie en een open karakter. Gastvrijheid staat hoog in het vaandel, maar hoe valt dit te combineren met veiligheid en wat zjn passende beveiligingsmaatregelen?

37

Zo drinken we koffie in de toekomst De koffiemachine van de toekomst heeft een display waarop nieuwsflitsen van het bedrijf worden getoond, biedt gepersonaliseerde koffie aan en weet precies wanneer er een storing aan zit te komen. Tijdens de presentatie van het nieuwe Autobar Holland medio september werden de ontwikkelingen van koffiedrinken op het werk besproken.

En verder 6 29 38 38 39 39 41 42 45 46

Veiligheid en gastvrijheid in balans

nieuws over inkoop boekrecensie DIV-column agenda rising star recht community contacten en contracten column Gerard Dessing

Volg Facto Magazine op Facebook Sinds enkele maanden is Facto Magazine actief op Facebook. Ga naar www.factomagazine.nl en klik in de rechterkolom bij ‘Join us‘ op het Facebook-logo. U wordt dan automatisch volger van Facto Magazine op Facebook.

Coverfoto: Gerrit Schreurs, Scheveningen-Haven

4

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012


hygiënisch, koolstofarm, goedkoop. Handdrogen: de logische keuze voor facilitaire managers

Koolstofarm, geen papierafval

Hygiënisch

“ We hebben verschillende droogsystemen overwogen en we hebben voornamelijk gekeken naar kosten en hygiëne. De Dyson Airblade™ handdroger voldoet absoluut aan deze criteria” M. Zijlstra Azzurro Wellness

“In een medische onderwijsomgeving is het gebruik van de Dyson Airblade™ handdroger erg prettig. Ze zijn robuust, wat een groot voordeel is in een setting waar elke week 450 medische studenten hun handen snel en grondig moeten wassen.” Dr. G.J. Kleinrensink Erasmus Medisch Centrum

Lagere bedrijfskosten

“Ahoy Rotterdam streeft ernaar zijn energieverbruik en ecologische voetafdruk te verminderen. Mede dankzij de Dyson Airblade™ handdroger hebben we dit kunnen realiseren in het nieuwe sportpaleis.” H. van Est

JN: 41006 05.05.11

.


nieuws

Verspilling in catering: soep en salade met dressing De verspilling in de cateringsector is zo’n 104 ton per week. Op jaarbasis is dat 50 miljoen kilo. Vergeleken met de totale voedselverspilling in Nederland (8 à 9 miljard kilo) is de verspilling in de cateringsector relatief laag. Dit blijkt uit het rapport ‘Reductie Voedselverspilling in de Nederlandse Catering’ van Wageningen University & Research Centre. De reductie van voedselverspilling is een van de fundamenten onder de verduurzaming van Nederland. Tot voor kort was deze reductie moeilijk te realiseren vanwege het ontbreken van betrouwbare cijfers. Hierdoor ontbrak het aan specifiek inzicht in oorzaak en gevolg van dit probleem. Uit het onderzoek blijkt onder meer het volgende: » de verspilling in de catering is 104 ton per week, op jaarbasis is dat 50 miljoen kilo; » de belangrijkste bijdrage in gewicht aan de verspilling komt van soep en de saladebar met dressing: soep en saladebar met dressing zorgen voor bijna 50 procent van het gewicht aan verspilling; » verreweg de belangrijkste reden van verspilling is het onbekend zijn van het aantal te verwachten gasten. Maatregelen voor reductie van verspil-

ling die inspelen op deze opkomstonzekerheid, zijn in een pilot getest. Deze maatregelen blijken complex, maar zeker zinvol om mee verder te gaan. Alle bij de Veneca aangesloten cateraars hebben zich eraan gecommitteerd om verspilling verder terug te dringen. Trainen van medewerkers en een consument die zo nu en dan een ‘nee’ van cateraars accepteert, helpen hierbij. Food-producten die leiden tot verspilling: Product

% van totale verspilling

Soep (grote pan, zelfbediening)

33,2%

Saladebar met dressing

12,1%

Melk/karnemelk in kan

7,7%

Saladebar zonder dressing

7,6%

Losse sneetjes brood, zachte bolletjes

6,2%

Luxe brood (crosissants e.d.)

3,8%

Belegde broodjes

3,0%

Vleessnacks

2,7%

Gekookte eieren

2,4%

Fruit/vlees op broodje

1,9%

De onderzoekers doen de volgende aanbevelingen om de voedselverspilling in de catering te reduceren:

» Werkbare methode om het aantal gasten beter in te schatten, desnoods op basis van historische gegevens (op zijn minst speciale gelegenheden doorgeven aan catering). » De gedwongen variatie uit contract of menucyclus terugbrengen en aanpassen aan lokale situatie op basis van consumentenvoorkeuren. » Naarmate het einde van de lunch nadert, gedoseerd bijvullen. » Op bestelling bereiden (producten nabrengen (service!) of korte wachttijd). » Minimale besteleenheden aanpassen voor producten waar dat de oorzaak van derving is (boterkuipjes). » Reststroomverwerking (ma-di-wo-do-broodje). » Tackelen van verkeerde incentive catering manager om bij openboekcontracten margerijke producten in te kopen. Het rapport (36 pag.) is in pdf te downloaden op www.veneca.nl.

Pilot Joulz met gelijkspanning in kantoren Joulz heeft een flexwerkkantoor in een van haar Rotterdamse locaties ingericht op basis van gelijkspanning. Alle computers en beeldschermen in dat kantoor zijn aangesloten op een kleinschalig gelijkspanningsnet. De realisatie van dit kantoor betreft een pilot om concrete ervaring op te doen met het gebruik van gelijkspanning in gebouwen om zodoende gebouwen verder te verduurzamen. Gekeken wordt naar de werking van de technologie alsmede de gebruikerservaring. Uiteraard wordt ook gevolgd hoe groot de uiteindelijke energiebesparing is. Joulz heeft met de realisatie van deze ruimte een internationale

6

primeur te pakken, omdat gelijkspanning in gebouwen nog niet eerder is gerealiseerd. De eerste ervaringen zijn positief. Tim Zijderveld van Joulz: ‘In de paar weken dat de ruimte operationeel is, zien we al een concrete energiebesparing. Het is nog prematuur om cijfers te noemen, maar de energiemeter loopt een stuk langzamer. En gebruikers van het flexkantoor merken geen verschil met de “oude” situatie. Dat is wat je wilt. Dat je bedrijfsvoering ongestoord verder gaat, terwijl je wel energie bespaart.’ Gelijkspanning wordt opgewekt in bijvoorbeeld een batterij en zonnecel en wordt onder meer toegepast bij accu’s,

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

laptops en mobiele telefoons. Een gelijkspanningsnet, in plaats van het gebruikelijke 230V-wisselspanningsnet, levert een consequente energiebesparing op, omdat het aantal conversies, bijvoorbeeld van stopcontact naar computers die toch al op gelijkspanning werken, wordt verminderd. De transformator die nu aan de computer hangt, is niet meer nodig. Het energieverlies per conversie is dus drastisch minder. Daarnaast kan er 30 procent meer stroom door dezelfde elektriciteitskabel, waardoor op dikte van de kabels en grootte van componenten (en dus ruimte in de openbare ruimte) bespaard kan worden.


nieuws

Facilitair aanbesteden: succes of drama? Wat zijn de tien meest gemaakte fouten bij facilitaire aanbestedingen en wat kun je doen om die te voorkomen? Deze vraag staat centraal in de presentatie van prof. dr. Jan Telgen tijdens het Facto Magazine-middagcongres ‘Succes met aanbesteden!’ op dinsdag 18 december in Hotel Van der Valk in Breukelen. In zijn presentatie gaat Telgen, hoogleraar Inkoopmanagement aan de Universiteit Twente, aan de hand van aansprekende en praktijkgerichte cases in op de vraag hoe van een facilitaire aanbesteding een succes te maken. Ook besteedt hij aandacht aan de ontwikkelingen met betrekking tot de nieuwe Aanbestedingswet en de voorstellen voor nieuwe EU-richtlijnen. Wat gaat er veranderen en wat betekent dat voor de facilitair inkoper en FM’er, betrokken bij aanbestedingen? Na de presentatie van Telgen staan de volgende drie kennissessies (van elk vijf kwartier) in kleine groepen op het programma (deelnemers kunnen twee van de drie sessies bijwonen).

1. Ontwikkelingen in het aanbestedingsrecht - wat betekent het nu echt? (juridische update) Spreker: mr. Gijs Verberne, advocaat en partner bij Van Doorne Advocaten in Amsterdam 2. Van contracteren naar presteren (case aanbesteden schoonmaak) Sprekers/panelleden: » Adrie Groot, bestuursvoorzitter Stichting Flore (32 scholen) » Tineke Martens, manager buitendienst Masterkey-Plus » Nico Schokker, operationeel directeur Succes Schoonmaak » Ron Steenkuijl, commercieel directeur Asito

Prof. dr. Jan Telgen is keynote-spreker tijdens het Facto Magazine-middagcongres ‘Succes met aanbesteden!’ op 18 december in Breukelen. Meer informatie Datum : dinsdag 18 december 2012 Locatie : Hotel Van der Valk, Breukelen Tijd : 13.00 tot 17.00 uur Prijs : 289,- euro (excl. btw) voor abonnees van Facto Magazine en/of de Facto LinkedIn-groep Website : www.factomagazine.nl/ opleidingen Informatie : mvdhorst@vakmedianetalphen.nl of gdessing@vakmedianet-alphen.nl

3. Nieuw pand, nieuwe catering (case aanbesteden catering) Sprekers: » Herman Kamp, teamleider Gebouwsupport bij gemeente Nieuwegein » Hayk Simons, directeur HTC Advies/Atir » Gerrit Vink, algemeen directeur Appèl Bedrijfscatering

Software simuleert gebouwontruiming Siemens werkt aan software voor het simuleren van evacuaties en het optimaliseren van vluchtroutes uit gebouwen, stadions en andere publieke ruimten. Op de beurs Security 2012 in Essen eind september werd de simulatiesoftware voor evacuaties gepresenteerd. De software is bedoeld om verschillende evacuatiescenario’s te testen. Daar horen bijvoorbeeld de volgende vraagstellingen bij: » Hoe veranderen het vluchtgedrag en de benodigde tijd onder verschillende externe omstandigheden? » Hoe kan de duur van een evacuatie worden bekort? » Waar ontstaan tijdens de evacuatie knoop- en knelpunten en hoe kan men deze voorkomen? Met de software kan het loopgedrag van duizenden personen zo’n tien keer

zo snel worden berekend als dat zij in het echt bewegen. Door een koppeling met informatie uit de werkelijkheid, bijvoorbeeld van bewakingscamera’s, kan de software de beweging van mensenmassa’s zelfs voorspellen. Zo zijn kritieke situaties (denk aan extreme opeenhopingen van mensen) door gerichte interventies te voorkomen. Hierdoor hebben hulpverleners meer tijd om in te grijpen. Ook voor preventieve doeleinden kan de software van groot nut zijn, als door

een simulatie wordt aangetoond waar knelpunten ontstaan tijdens een evacuatie. Dikwijls kunnen dergelijke knelpunten door bouwkundige maatregelen worden verminderd, bijvoorbeeld door een betere plaatsing van zuilen en balustrades om mensenmassa’s te scheiden, of door verbreding van trappenhuizen en deuren. Meer informatie: Siemens, Johan de Wit, johan.de.wit@siemens.com, www.siemens.nl/sbt

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

7


nieuws

‘BREEAM Very Good’ voor nieuwbouw Capgemini Het nieuwe hoofdkantoor van Capgemini heeft het BREEAM-certificaat ‘Very Good’ behaald. Het gebouw (21.000 m²) wordt gerealiseerd in Leidsche Rijn Centrum Noord in Utrecht, pal naast het nieuwe NSstation en langs de snelweg A2. Het nieuwe kantoor bevat vier kantoorvloeren; parkeren gebeurt onder het gebouw (twee lagen). Elke verdieping biedt circa 5.000 m2 kantoorruimte. Bij de ontwikkeling van het kantoor zijn toepassing van HNW en duurzaamheid leidend. Op het gebied van duurzaamheid zijn onder meer de volgende maatregelen getroffen: » goede daglichttoetreding door toepassing van atriums en patio’s; » duurzame warmte- en koudeopwekking; » energiezuinige verlichting en schakeling van de verlichting op aanwezigheid en daglicht; » warmteterugwinning op de ventilatielucht;

George Maas medeeigenaar newDirections George Maas is back in business. Na een break van een jaar, waarin hij met zijn gezin over de Atlantische Oceaan zeilde, heeft hij zich per 15 september verbonden aan adviesbureau newDirections.

» individuele beïnvloedingsmogelijkheden per werkplek voor onder andere verwarming, koeling en verlichting. Op het gebied van bereikbaarheid en aanwezigheid van voorzieningen scoort het gebouw eveneens hoog. Niet alleen het ontwerp van het gebouw, het terrein en de installaties zijn duurzaam. Ook tijdens de uitvoering wordt op verschillende manieren de impact op de omgeving en het milieu gereduceerd. De bouw is eind januari 2012 gestart. BAM zal het kantoorgebouw naar verwachting in mei 2013 opleveren.

Maas, die na de Hotelschool Maastricht bestuurskunde aan de EUR en Public Administration aan de Indiana University heeft gestudeerd, wordt samen met Hans Topée mede-eigenaar van het bureau in ScheveningenHaven. Bij dit bureau (18 medewerkers in dienst en circa 18 interimmers) gaat hij zich naast zijn managementrol richten op de uitbouw van de consultancy-activiteiten op het gebied van facility management. Tot de zomer van 2011 was hij als partner verbonden aan het bureau Twynstra Gudde Management Consultants in Amersfoort, waar hij samen met Corinna van Diepen-Knegjens verantwoordelijk was voor de adviesgroep Facility Management & Sourcing.

Salaris dringt door tot top 5 aantrekkelijk werkgeverschap Op de vraag wat een werkgever aantrekkelijk maakt, antwoorden steeds meer werkzoekenden: salaris. Laag opgeleide werknemers vinden het salaris significant belangrijker dan hoog opgeleide werknemers (73 procent ten opzichte van 58 procent). Het salaris komt dit jaar nieuw binnen in de top 5 van wat een werkgever aantrekkelijk maakt. Dit blijkt uit onderzoek van Unique onder ruim 3.000

werkzoekenden (waarvan 52% op mbo-niveau). Naast het salaris verhoogt ook een goede bedrijfscultuur de aantrekkelijkheid van een werkgever. 69 procent van de werknemers stelt dat de bedrijfscultuur het belangrijkst is bij een aantrekkelijke werkgever. Daarmee staat bedrijfscultuur dit jaar op de eerste plaats. De volgende twaalf factoren zijn de meest bepalende voor werkzoekenden om een werkgever als aantrekkelijk te zien.

Sfeer/cultuur Arbeidsvoorwaarden Inhoud functie Vrijheid en verantwoordelijkheid Zichzelf kunnen ontwikkelen Parttime kunnen werken Doorgroeimogelijkheden Veel eigen verantwoordelijkheid Zelf werktijden kunnen bepalen Thuis kunnen werken MVO-beleid Bedrijfsimago

69% 66% 65% 40% 31% 27% 24% 22% 21% 12% 5% 4%

Eerste Starbucks op hogeschool Ede De Christelijke Hogeschool Ede is de eerste hogeschool in ons land met een Starbucks-koffiecorner. De koffievoorziening wordt, net als de koffiecorner in de Erasmus Universiteit in Rotterdam, gerealiseerd in samenwerking met cateraar Albron. Starbucks ‘We Proudly Serve’ is een concept waarin foodservice operators

8

zoals Albron de mogelijkheid hebben om hun productaanbod en klantenervaring te verrijken. Hiervoor levert Starbucks productexpertise, service, machines, materialen en training van barista’s. De koffiecorner biedt een uitgebreid productaanbod, inclusief 100 procent Fairtrade espresso, thee en speciale dranken. Bovendien zal de locatie, met diverse laptopfaciliteiten, functio-

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

neren als een plek waar studenten bijeen kunnen komen om te overleggen, samen te werken en te ontspannen.


nieuws

Kantoorgebouw maakt eigen energie Een kantoorgebouw dat zichzelf voorziet van energie. Op dat onderwerp zijn Jasper Dekker en Danny Schoester afgestudeerd aan de opleiding Bouwkunde van de Avans Hogeschool. Ze ontwierpen een zogeheten autarkisch gebouw. Het Bouwkundeduo deed zijn afstudeeropdracht bij architectenbureau Olivier & Partners in Werkendam. Autarkisch betekent: zelfvoorzienend. Naar autarkische woonhuizen is al veel onderzoek gedaan, maar naar kantoorgebouwen nog nauwelijks. Dekker: ‘En dat is toch echt een heel ander verhaal. In een woonhuis gaat de meeste energie zitten in het verwarmen, maar in een kantoorgebouw juist in het koelen. Door al die mensen en apparaten op de werkvloer is er een hoge interne warmtelast.’ De studenten onderzochten welke vorm het kantoorgebouw het beste kon hebben en welke energie het meest ge-

schikt was. Uiteindelijk kozen zij er in hun ontwerp voor om het gebouw rond te maken. ‘Dan heb je het minste oppervlak om energie te verliezen.’ Het gebouw drijft los in het water en zowel de gevels als het dak zijn bedekt met zonnepanelen. De zonnepanelen bewegen met de zon mee. Zo kan op ieder moment van de dag het gebouw zich met die panelen het meest optimaal naar de zon draaien. De zonnepanelen dienen tegelijk als zonwering, waardoor er in het kantoor minder gekoeld hoeft te worden. Op basis van gemiddelde KNMI-waarden kan het gebouw de winter makkelijk overbruggen. Dekker: ‘Volgens onze berekeningen houd je zelfs elk jaar 18.000 kWh over. Ook met een tegenvallende zomer zal het gebouw zo dus altijd een positief saldo behouden.’ Bron: Punt, onafhankelijke krant van Avans Hogeschool

Top 25 leegstaande kantoren

Wat verbruikt een leaseauto nu echt? Auto’s kunnen op papier heel zuinig zijn, in de praktijk valt dit nogal eens tegen. LeasePlan’s zusterorganisatie Travelcard ontwikkelde een website waarop organisaties het verbruik van leaseauto’s kunnen berekenen. De diverse berekeningen zijn gerelateerd aan het aantal gereden kilometers per jaar. Het gehanteerde rekenmodel is gebaseerd op een database met miljoenen tanktransacties. Twee voorbeelden. VW Golf 5 deurs, 2011, diesel Normverbruik: 3,80 l/100 km Travelcardverbruik: 5,44 l/100 km Verschil per jaar: 703 euro Peugeot 508 SW, 2011, diesel Normverbruik: 4,60 l/100 km Tavelcardverbruik: 6,12 l/100 km Verschil per jaar: 652 euro Meer informatie: www.werkelijkverbruik.nl

Wat is de top 25 van leegstaande kantoorgebouwen in Nederland? De Volkskrant publiceerde deze zomer het volgende overzicht. Gebouw CBS Ten Thirty L’Hermitage The Dam New Babylon Da Vinci Holendrecht Centre De @dmiraliteit KPN-gebouw Belastingkantoor Achmea-gebouw Defensiegebouw Blaak Office Tower Le Mirage The Garden Bisonspoor ! Central Plaza Telfort-gebouw Biliton-gebouw Stichthage Damsigt De Kortenaer Alacatel-Lucent-gebouw Pierson/Fortis-gebouw Terra Nova

Laatste huurder CBS KPMG n.b. KPN meerdere nooit verhuurd ABN Amro Deloitte KPN Belastingdienst Achmea Defensie Fortis nooit verhuurd ABN Amro n.b. n.b. Telfort Shell NS Total RWS Alcatel-Lucent Fortis Reaal

Plaats Voorburg Amstelveen Almere Amsterdam Den Haag Rijswijk Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Amsterdam Emmen Rotterdam Utrecht Amstelveen Maarssen Rotterdam Amsterdam Leidschendam Den Haag Leidschendam Den Haag Hilversum Amsterdam Zoetermeer

m2 60.000 47.000 40.800 32.533 30330 29.744 26.259 25.839 22.028 21.505 20.000 18.767 18.365 17.955 16.089 16.000 15.425 15.390 15.335 15.057 14.639 14.633 14.600 14.500 14.412

Adverteerdersindex Autobar Holland BV Axxerion Facility Services Bouwens Groep Dyson BV EW Facility Services HTC Horeca & Cat. Adviescentrum VFM Facility Expert & People

2 48 10, 11 5 47 22 cover

Bijsluiters Dyson BV Effectory

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

9




t hema catering

Catering als satisfier Kwaliteit, eigenheid, maatwerk, terug naar de menselijke maat, passend bij de eigen organisatie, beleving, duurzaam, verrassend, couleur locale. Het zijn woorden die passen bij de visie van Hans Topée, directeur van newDirections, op bedrijfscatering in 2012. ‘Catering mag weer geld kosten, maar dan moet het wel om kwaliteit gaan.’ GERARD DESSING

A

nderhalf uur praten met Hans Topée, directeur van newDirections. Ideeën, vragen, visies, reflectiemomenten. Het is duidelijk: hier zit iemand vol creativiteit en passie. Zijn kantoor in de haven van Scheveningen is fraai ingericht volgens een geheel eigen stijl. We zitten aan de lange lunch/vergader/overlegtafel en hoewel de primaire insteek van het gesprek bedrijfscatering is, komt er van alles en nog wat aan de orde. Drie koppen kwaliteitskoffie en een

stuk hazelnoottaart van de Haagse banketbakker Maison Kelder later is het gesprek ten einde. Een gesprek waarin Topée de thema’s helder benoemt en niet schroomt om zijn mening te geven. Zijn 25 jaar lange ervaring in het vak, als facility manager in loondienst, als facilitair interim manager, als adviseur maar vooral ook als creatief denker, helpt hem daar natuurlijk enorm bij. Waar het gesprek allemaal over gaat? Een samenvatting in een kleine twintig punten.

Over kosten: Topée: ‘Ik merk dat bedrijven catering steeds meer als satisfier zien en bereid zijn daar geld voor vrij te maken. Standaardkoffiemachines die met één druk op de knop een kant-en-klare cappuccino produceren, dat is het niet meer. Je ziet steeds vaker luxere koffiemachines de gebouwen binnenkomen. De Nederlander verwent zichzelf thuis ook steeds vaker met heerlijke espresso’s, dat wil iemand op zijn werk dus ook. Natuurlijk kost dat meer, standaardkoffie is zo’n twaalf cent per kop terwijl luxe koffie al snel 30 tot 40 cent kost. Maar als je flink kunt besparen op andere faciliteiten zoals huisvesting en/of in vierkante meters bent teruggegaan, kun je meer geld aan kwalitatief goede catering besteden.’ Over het bedrijfsrestaurant: ‘Bedrijfsrestaurants worden echte ontmoetingsplekken met veel ruimere openingstijden. Als je ’s ochtends uit de file komt, haal je daar een lekkere jus of een croissantje met kaas ertussen. Maar dan moet het wel een vers afgebakken croissantje zijn, niet zo’n zompig ding in een plastic zakje. En een broodje gezond is niet zo’n broodje met kaas, tomaat en wat sla erop, dat al drie uur klaar ligt waardoor de bovenkant van het broodje kletsnat is door het vocht van de tomaat. Een hoger niveau en betere kwaliteit, daar gaat het om. Over de medewerkers van de catering: ‘Zij zullen ook een hoog kwaliteitsniveau moeten hebben. Geen weinig uitstralende mevrouw achter de coun-

12

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012


t hema catering

Foto: Gerrit Schreurs, Den Haag

ter, zeg maar een koffiedame die over was en nog aan de slag moest. Maar iemand die goed gekleed, met egards, heel dienstbaar dat verse, mooi opgemaakte broodje bij iemand aan tafel serveert.’ Over catering in vergaderzalen: ‘Waarom zetten we geen koekjes in die zalen neer? Maar dan geen verpakte maar verse, van een goede bakker. En ik denk dat de tijd van voorverpakte melk en suiker ook voorbij is. Melk en suiker in potjes op tafel, dat straalt veel meer uit. Lunches in vergaderzalen? Ik vraag me af of je dat wel moet doen. Dat kost nogal wat, zeker als je ziet hoeveel volle kannen koffie ongebruikt weer retour gaan en hoeveel broodjes ´s middags de afvalton in gaan. En afgezien van de kosten is de vraag: moet je als werkgever je mensen wel faciliteren in steeds maar doorwerken? Volgens mij moet je je hardwerkende mensen juist een vrij moment gunnen voor een rustige lunch.’ Over beleving: ‘Kaas kun je om 10 uur in de ochtend voorsnijden en mooi op een stenen plaatje neerleggen op een laag crushed ijs. Dat kost wel wat meer geld, maar als je op andere onderdelen dingen anders doet, kun je de kosten weer terugdringen. Denk eens aan assortimentswisseling. Bij veel bedrijven zie je in het restaurant een soort LaPlace, met zes soorten kaas, negen soorten vleeswaren en tien soorten toetjes. Dat heb je thuis toch ook niet? Je moet kwaliteit kiezen, dus twee goede toetjes. Maar dan wel de dag erna weer twee andere toetjes. Daarmee verras je de gasten veel meer. Beleving is ook dat je pas als iemand heeft aangegeven dat hij een bepaald broodje wil, je dat broodje gaat maken, niet twee uur van tevoren. Dan kun je dat broodje bovendien precies zo maken zoals die gast dat wil.’ Over maatwerk: ‘Je moet de catering kiezen die bij je organisatie en budget past. Gaat het slecht, dan pas je je catering daarop aan. Maar als je de wind mee hebt, komt er weer ruimte om de medewerkers goed te behandelen. Daarbij gaat het natuurlijk niet alleen om catering,

Hans Topée, newDirections: ‘Net als een gebouw moet ook de bedrijfscatering een ziel hebben. Het moet passen bij de organisatie.’ maar ook om de werkomgeving, een receptie die is bemand door een vriendelijke dame, die niet alleen de bezoe-

de catering een ziel hebben. Het moet passen bij de organisatie. Grote cateraars werken met een handboek en dat

‘Wat een echte innovatie zou zijn? Als organisaties hun gehele begane grond zouden verhuren aan een cateraar’ ker maar ook de medewerker welkom heet. Die iedere medewerker bij naam kent en de klant, die voor de tweede maal op bezoek is, herkent. Die aan de vertrekkende gast een flesje water meegeeft, dat kost twaalf cent, maar je krijgt er wel een glimlach voor terug.’

rollen ze uit. Ik snap dat wel, want als je opdrachtgever geen eisen stelt, dan pak je een van de standaardconcepten want dat is goed voor het rendement. Ik verwijt de cateraars niets, maar kijk veel meer naar de opdrachtgever.’

Over eigenheid: ‘Dat ontbreekt vaak in de bedrijfsrestaurants. Net als een gebouw moet ook

Over vakkennis bij de opdrachtgever: ‘Die ontbreekt steeds meer. Als het vak steeds meer een algemeen be-

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

13

»


t hema catering

drijfskundige insteek krijgt, zie je de echte inhoudelijke kennis wegebben, dat is spijtig. We moeten weer terug naar het vak. Het regiemodel is hot, maar daarmee krijg je Excel-kennis en geen vakkennis aan de kant van de opdrachtgever. Mensen zeggen dan: we zijn brede managers. Prima, maar zorg wel voor vakkennis om je heen.’

verantwoord is om aan de medewerker te vragen voor een gemiddelde lunch. Pas als je die vragen kunt beantwoorden, kom je aan het sourcingsvraagstuk toe: hoe ga je het doen? Ik denk wel dat je een cateraar nodig hebt in verband met kennis van weten regelgeving en inkoopkennis.’

Over de vragen die een opdrachtgever zich eerst moet stellen: ‘Een opdrachtgever moet eerst zijn eigen context kennen, dus: wat voor mensen werken bij mij? Zijn dat yuppen of zijn dat ouders met kinderen die vaak wat later op de zaak komen? De volgende vraag is dan: wat voor een werkgever wil mijn baas zijn? Ziet hij mensen vooral als productiemiddel of als mens, die hij goede, verantwoorde en betaalbare voeding wil geven? Ook moet je natuurlijk weten welk budget beschikbaar is, en wat

Promotie: ‘Weet je wat ik ook zo bijzonder vind? Als je een bedrijfsrestaurant binnenloopt, zie je direct wie de cateraar is. Servetjes, verpakkingen, logo’s, schorten, menukaarten, ga zo maar door. Dan denk ik: maar ik kom toch niet bij de cateraar binnen? Ik kom toch bij organisatie X of Y op bezoek? Waar is dat voor nodig? Moet je je profileren aan de hand van je naam op de suikerzakjes of servetjes? Ik zou zeggen: profileer je met kwaliteit. Bij één cateraar hebben we het voor elkaar gekregen

14

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

dat die logo’s en bedrijfsnamen nergens meer staan vermeld, behalve op één plaats: op een van de muren mogen ze zichzelf profileren, maar dan wel heel mooi en heel goed.’ Duurzaam: ‘We werken hier op kantoor met “De Buurtboer”. Niet te vaak hoor, want het is best prijzig en anders wordt het weer een gewoonte. Eens in de zoveel tijd wordt er een kist afgeleverd, met mooie kaas uit Stolwijk, rosbief van een boer uit het Groene Hart, prachtig vers afgebakken brood, ambachtelijke leverworst. Vlees uit Argentinië, plofkippen van de super, waarom zou je dat willen? In je assortimentsbepaling kun je kwaliteitscriteria opnemen waarmee de cateraar moet werken. Twee plakken kaas verpakt in plastic? Waarom zou je dat doen? Laat ’s morgens de kaas snijden en die mooi op een plankje leggen.’


t hema catering

Koffieplek: ‘De positionering van de koffieplek in een organisatie is heel belangrijk. Daar wordt zoveel besproken en bovendien krijg je de mensen daarmee van hun plek. We hadden ooit een opdracht voor een pand met drie vleugels, met achterin iedere vleugel een koffiemachine. We hebben dat aangepast door centraal een mooie koffievoorziening te creëren, dat was opeens een echte ontmoetingsplaats.’ Slim cateren: ‘Goede halffabricaten inkopen en die ter plaatse afmaken en fraai presenteren, dat vind ik slim cateren. Mooie rosbief kopen, maar wel zelf snijden. Kant-en-klare soep serveren, maar dan wel lekker gemaakt met een vers preitje erdoorheen en een mooi stukje soepvlees. De buitenkant moet echt kwaliteit uitstralen, kleinschaligheid, slim omgaan met producten. Overigens zit het echte succes natuurlijk ook in de menskwaliteit: hoe zet je het neer, hoe sta je erbij, hoe kijk je de gast aan?’ Bedrijfsrestaurant oude stijl: ‘Een bedrijfsrestaurant oude stijl kom ik nog regelmatig tegen. Dat is eigenlijk een gek ding. Negentig stoeltjes, zestien tafels, veel vierkante meters en de ruimte wordt maar twee uur per dag gebruikt. Ik denk dat de voorziening meer en meer

hele begane grond van hun gebouw zouden verhuren aan een cateraar. Die betaalt huur, gas, water en licht. Maar wat hij verder doet moet hij zelf weten, als hij maar een bepaald assortiment levert tegen een bepaalde prijs en als de medewerkers maar voorrang krijgen bij vergaderzalen. Ik zou dat wel eens willen uitproberen. Natuurlijk komen er dan allerlei bezwaren op tafel, dat er zwervers naar binnen komen enzovoort. Maar dat is in Hotel Des Indes of bij een bank toch ook niet het geval? De cateraar kan dan helemaal zijn gang gaan, maar is ook geheel verantwoordelijk en kan zich niet meer

‘Over vijf jaar bestaat een gemiddeld kantoor uit 50 procent “kroeg” en 50 procent projectruimten’ wordt opgedeeld in drie plaatsen in het gebouw, waar je op verschillende tijdstippen verschillende producten kunt krijgen: op de tweede verdieping het ontbijt, brood op verdieping 1 en 3 en een warme hap op de vierde verdieping. Het voordeel is dat je de ruimten kleiner en gezelliger kunt maken en afbent van die grote lege ruimte.’ Echte innovatie: ‘Wat een echte innovatie in de catering zou zijn? Als organisaties de ge-

verschuilen achter excuses als “Ik krijg onvoldoende vrijheid” of “De subsidie is te laag”. Catering is dan echt horeca.’ Menselijke maat: ‘Organisaties moeten weer terug naar de menselijke maat, ze moeten werken in gebouwen met een ziel en met facility management met een ziel. We zijn doorgeslagen in twintig jaar opgefokte luxe, druk, druk, het kon niet op. Maar met de crisis weten we niet hoe we daarmee om

moeten gaan. Volgens mij is de oplossing: de buikriem aanhalen, maar wel kwaliteit leveren. Het kan echt: minder uitgeven en toch kwaliteit leveren. De tafel waar we nu aan zitten, is kwaliteit, maar wel tweedehands. Die lampjes die hier hangen, dat is kwaliteit, maar wel zelf in elkaar geschroefd, dus geen designlamp van 1200 euro per stuk.’ Toekomst: ‘Over vijf jaar bestaat een gemiddeld kantoor uit 50 procent projectruimten en 50 procent “kroeg”. Die projectruimten zijn ruimten waar acht tot twaalf man kunnen zitten en kunnen samenwerken. Maar die andere 50 procent van het gebouw is een kroeg. Denk aan Dudok, lekker geroezemoes, geen muziek, maar wel werken, praten, dat doe je daar. Veel van ons werk bestaat uit praten en afstemmen, op een laptop iets doen. Dat kan allemaal in de “kroeg”.’ Anders doen: ‘Wat een facility manager die echt iets wil veranderen, morgen in de catering moet doen? Ik zou zeggen: ga in de stad lopen, kijk om je heen en snuif de maatschappij op. Wat gebeurt er in de wereld, hoe wordt er gegeten en gedronken? En dat dan vertalen naar zijn bedrijfsrestaurant. Naar een ander bedrijfsrestaurant gaan kijken heeft weinig zin, daar leer je niets van. En je moet natuurlijk ook naar je eigen mensen en organisatiecultuur kijken, en daarmee aan de slag gaan.’ ‹‹

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

15


t hema catering

Trends in bedrijfscatering

Weg van de kroket en frikadel Bedrijfscatering in Nederland. Is het tussen de middag nog steeds een broodje kaas, een kopje soep en de gebruikelijke kroket? Of is het op meerdere momenten op de dag een gevarieerd, vers en eerlijk productenaanbod in een moderne omgeving met snelle service en optimale beleving? Een overzicht van de belangrijkste trends van invloed op de Nederlandse bedrijfscateringmarkt. DIANA BEIJER EN AUKJE TIMMER *

D

e Nederlandse cateringmarkt heeft het lastig. De cijfers liegen er niet om: de totale cateringmarkt neemt af in omzet en in aantal locaties, de gemiddelde bestedingen in bedrijfsrestaurants dalen en de bezoekfrequentie neemt af. Mede hierdoor worden cateraars min of meer gedwongen te vernieuwen. Tegelijkertijd blijft de Nederlandse (lunch) cultuur stug en nuchter, waardoor een werkelijke integratie van catering en horeca, zoals deze in het buitenland wel te zien is, uitblijft. In dit artikel komen enkele belangrijke trends die van invloed zijn op de Nederlandse cateringmarkt, aan de orde.

16

Aloude spagaat: wie is de klant en wat wil hij? Sinds jaar en dag dient de cateraar twee heren: de opdrachtgever (Business to Business) en de uiteindelijke consument (Business to Consumer). Een geslaagd cateringconcept zal dan ook moeten inspelen op de behoeften van zowel de opdrachtgever als de consument.

Wat wil de opdrachtgever? Aan de opdrachtgeverskant is een duidelijke tweedeling te zien: » opdrachtgevers die de catering vooral als functioneel zien en » opdrachtgevers waarbij de catering

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

wezenlijk bijdraagt aan de cultuur van de organisatie. Laten we op beide soorten opdrachtgevers eens nader inzoomen. Ten eerste de organisaties die eten en drinken functioneel aanbieden. Deze zijn slechts beperkt bereid de cateringvoorziening te subsidiëren. Dit zorgt voor een verzakelijking van de markt. Het aanbod versobert, waarbij eten en drinken in een basispakket worden aangeboden tegen minimale kosten. Als de cateraar dat wil, kan hij het assortiment uitbreiden met luxere producten maar dat doet hij dan wel geheel voor eigen rekening en risico. De beperking van de subsidie vraagt een groot kostenbewustzijn en tegelijkertijd meer ondernemerschap van de cateraar. Er ontstaan samenwerkingsverbanden met andere commerciële organisaties, leveranciers en/of sponsors (denk bijvoorbeeld aan samenwerkingen met zorgverzekeraars in het kader van gezond eten en leven of met producten van gezonde foodproducten). Ten tweede de organisaties waarbij catering een onderdeel van de organisatiecultuur vormt. Deze zien de meerwaarde van catering als service naar de medewerker en erkennen dat eten en drinken een sociale rol binnen de organisatie vervult, dat het medewerkers en gasten bindt en dat het de core business ondersteunt.


t hema catering

Binnen deze organisaties is er vaak niet meer sprake van traditionele bedrijfscatering, maar veel meer van een horecaen retailomgeving. In deze organisaties is de zichtbaarheid van de cateraar veelal groot. Er wordt bijvoorbeeld gebruikgemaakt van social media om de consumenten te bereiken en te verleiden tot een bezoek aan het restaurant.

Wat wil de consument? De consument heeft vandaag de dag veel aandacht voor welke producten hij wanneer en op welke manier eet en drinkt. Zaken als smaak, beleving, duurzaamheid, gezondheid en eerlijkheid bepalen welk gerecht hij kiest. Door toenemende internationale invloeden en grotere bewustwording voor producten en bereiding verwachten gasten steeds meer van eten. Door toename van het aantal eet- en drinkmomenten per dag verandert de vraag van de consument tijdens de dag. De tijd die wordt besteed aan eten en drinken, neemt in zijn totaliteit toe, maar per eetmoment neemt deze juist af. Snelheid en gemak zijn belangrijke factoren die de keuze van de consumenten bepalen. De consument van vandaag is bereid te betalen voor kwaliteit. Eten en drinken zijn een sociaal ingeburgerde gewoonte geworden, die - gevoed door buitenlandse ervaringen en een druk leven keuzes van de consument beïnvloeden.

In HNW-kantoren is het restaurant de hele dag open. Het productenaanbod is afgestemd op het moment van de dag. ‘s Ochtends is er bijvoorbeeld een verse croissant met een glas verse jus d’ orange. andere wijze en niet meer alleen voor de lunch. Het restaurant is de gehele dag geopend met een aanbod van producten, afgestemd op het moment van

In een HNW-omgeving is het restaurant het kloppend hart van de organisatie De consument kiest voor versbereiding, een eerlijk en echt product, snelheid van de service, beleving, gezond en vooral lekker! Belangrijk binnen het sociale aspect is het delen van de beleving.

Het Nieuwe Werken Het Nieuwe Werken is een grote drijfveer voor het aanpassen van de cateringconcepten. In organisaties die volgens HNW werken, is het restaurant ingericht als een multifunctionele ruimte waar medewerkers en gasten de gehele dag terechtkunnen. Medewerkers gebruiken de cateringvoorzieningen op een geheel

de dag. ‘s Ochtends is er bijvoorbeeld een verse croissant met een verse jus, in de middag zijn er diverse theesoorten en koekjes en aan het eind van de dag zijn er hartige hapjes te verkrijgen. Het assortiment beweegt dus mee met de dag en komt steeds verder af van de gebruikelijke kroket en frikadel. Het restaurant is het kloppend hart van de organisatie, het is dé ontmoetingsplek. Vergaderingen, meetings en gesprekken worden hier gevoerd. Ook informele contacten worden er aangehaald. De inrichting van het zitgebied is hierop aangepast door diverse sfeergebieden te creëren.

De restauratieve voorziening vraagt om een hoog serviceniveau van horecamatige aard. Dit vraagt niet alleen om een andere invulling van het aanbod van producten (meer horeca-achtig), maar tevens om een ander type cateringmedewerkers (meer gastgericht).

Standaardisatie of maatwerk? Bij cateringbedrijven zet zich een trend in gebaseerd op voornoemde ontwikkelingen tussen het kiezen voor een duidelijk concept of maatwerk voor een specifieke opdrachtgever of locatie. Een groot deel van de cateraars beschikt inmiddels over een ‘low cost’concept dat op een zo efficiënt mogelijke wijze en daardoor tegen lage kosten een cateringvoorziening mogelijk maakt. Deze concepten zijn er van vrij basis tot wat luxer. De opdrachtgever heeft er nagenoeg geen invloed op hoe het concept binnen zijn organisatie wordt neergezet. Daarentegen kan de opdrachtgever optimaal profiteren van de efficiënte werkmethodieken van de cateraar.

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

17

»


t hema catering

Ook zijn er meerdere cateringconcepten die ongesubsidieerd kunnen worden geïmplementeerd op grotere locaties. De mate waarin de opdrachtgever invloed wil blijven uitoefenen op en/of

eten en drinken hoog in het vaandel hebben staan en waar het restaurant van meerwaarde is voor de core business. Op het eerste gezicht hangt aan maatwerk een prijskaartje. De toege-

Het assortiment beweegt mee met de dag zeggenschap wil houden over bijvoorbeeld het type voeding dat wordt aangeboden, de openstellingstijden en het prijsbeleid, zijn bepalend voor het welslagen van het concept. In het algemeen kan worden gesteld dat de mogelijkheden om het restaurant kostenneutraal te exploiteren afnemen naarmate de opdrachtgever meer invloed en/of zeggenschap wenst. Veel cateraars hebben productconcepten (koffie, broodjes, soepen), een versconcept, een bestelservice en dergelijke die in combinatie kunnen worden ingezet. Maatwerk richt zich vooral op de opdrachtgevers die het sociale aspect van

zij zich hiermee profileren kan verschillen van het opnemen van duurzame producten in het assortiment tot het ontwikkelen van concepten gestoeld op duurzaamheid. In deze laatste concepten spelen bijvoorbeeld de herkomst en het vertellen van het verhaal achter de producten een rol, net als het werken met verse, seizoensgebonden streekproducten. ‹‹

voegde waarde die het restaurant voor deze organisaties heeft, laat zich echter moeilijk in geld uitdrukken.

Duurzaamheid De omzet van duurzame producten binnen de bedrijfscatering groeit. De (semi)overheid wil voldoen aan de eisen die door de overheid zijn gesteld ten aanzien van duurzaam inkopen. Ook binnen het bedrijfsleven zijn er steeds meer organisaties die hun duurzaamheidsbeleid willen terugzien in de catering. Consumenten hebben interesse in gezonde, eerlijke en echte producten. Nagenoeg alle marktpartijen spelen in op deze trend, waarbij de mate waarin

* Diana Beijer en Aukje Timmer zijn eigenaar van C-atch, een onafhankelijk horeca- en cateringadviesbureau (www.c-atch.nl)

(Advertentie)

PLATFORM VOOR SCHOONMAAK PROFESSIONALS

www.servicemanagement.nl Meld u aan voor onze gratis e-mailnieuwsbrief, samengesteld door onze onafhankelijke redactie: www.servicemanagement.nl/nieuwsbrief

18

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012


t hema catering

Modern en snel afrekenen in het bedrijfsrestaurant

Betalen met de vinger Een snelle en soepele doorstroming in het bedrijfsrestaurant, zowel bij de uitgiftepunten als bij het afrekenen, is in veel organisaties een belangrijk aandachtspunt. Biometrisch betalen, dus betalen met een vingerafdruk, kan de snelheid van afrekenen bevorderen. GERARD DESSING

W

ie kent het niet? Lange rijen bij de kassa tussen twaalf en half twee in het bedrijfsrestaurant, gasten die met een vol dienblad willen afrekenen maar soms enkele minuten moeten wachten omdat de doorstroming bij de kassa te wensen overlaat, chipknipbetalingen die niet worden uitgevoerd omdat het saldo op het pasje te laag is. In veel be-

drijfsrestaurants zijn het, vooral op de bekende spitstijden, herkenbare situaties die niet bepaald bijdragen aan de klanttevredenheid. Bij Equens in Utrecht was dat tot enkele maanden terug ook het geval. Een proef met biometrisch betalen toonde echter aan dat verbetering zeker mogelijk was. Inmiddels is het be-

KERNGEGEVENS! Organisatie Kernactiviteit Project Aantal lunchers Website

: Equens : leveren van betaalverkeerdiensten (nationaal en internationaal) : introductie biometrisch betalen in bedrijfsrestaurant : circa 500 per dag : www.equens.com

talen met de vinger bij Equens definitief geïntroduceerd. Het verhaal begint in 2010. Bij Equens zijn tal van veranderingen gaande, mede omdat de organisatie moet krimpen. In verband met de verminderde behoefte aan kantoorruimte worden negen verdiepingen in het hoofdkantoor in Utrecht aan de eigenaar teruggegeven. Korte tijd later trekt een nieuwe huurder in het pand. De verandering van een single-tenantnaar een multi-tenantomgeving heeft onder meer tot gevolg dat de facilitaire contracten aangepast dienen te worden. Neem de algemene ruimten op de begane grond en de cateringvoorziening: die worden niet meer uitsluitend gebruikt door Equens-medewerkers, maar ook door medewerkers van de andere huurder.

Semi-commercieel contract Na een marktoriëntatie besluit Equens de catering te tenderen met als belangrijkste doel het realiseren van een nieuw contract, geschikt voor een multi-tenantomgeving. Uiteindelijk resulteert dit in een semi-commercieel cateringcontract. Equens verstrekt daarbij op basis van een vaste aanneemsom een subsidie aan de cateraar voor het basis- (producten die elke dag aanwezig moeten zijn) en standaardassortiment (producten die minimaal eenmaal per week aanwezig moeten zijn). Daarnaast moet de cateraar alle apparatuur overnemen en een espressobar introduceren. Nadat aanvankelijk vijf dienstverleners belangstelling tonen, blijven er al snel drie, en later twee cateraars over als

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

19

»


t hema catering

liepen, hebben we dat aangekaart. Dat was ongeveer in oktober vorig jaar.’

De ingebruikname van biometrisch betalen bij Equens. Op de foto v.l.n.r. Dave Rietveld (Equens), Nico Jansen, Marije de Groot en Hans Jacobs (allen Albron) en John Dijkman, Piet Gouwens en Jolanda Hosman (allen Equens). mogelijke leverancier. Uiteindelijk wordt cateringbedrijf Albron geselecteerd als nieuwe cateraar. Per 1 april 2011 gaat het bedrijf aan de slag. Wat waren de veranderingen onder het nieuwe contract? John Dijkman, contractmanager facility services: ‘Allereerst is op de begane grond, vlak achter de entree, een espressobar gebouwd waar mensen tegen betaling kwaliteitskoffie, een warm croissantje, verse jus d’orange en andere kleine snacks kunnen krijgen. Dat was een compleet nieuwe voorziening. Vervolgens werden de uitgiftepunten in het restaurant aangepast, werd de inrichting compleet gerestyled en ging het productenassortiment geheel op de schop. Twee maanden later draaiden we in een fonkelnieuwe restauratieve omgeving. Door het nieuwe contract merkten we al snel het verschil met de situatie daarvoor. Te weinig borden? Een kapotte magnetron? Een knipperende lamp? Akkefietjes met de schoonmaak? In de oude situatie kwam de cateraar altijd naar óns toe met de vraag of we het wilden oplossen. Nu gebeurt dat niet meer, want het valt onder zijn eigen verantwoordelijkheid. We zijn dus echt een stuk ontzorgd.’ Hoe ontvingen de medewerkers de nieuwe situatie? Dijkman: ‘Ze waren enthousiast, maar moesten tegelijk ook wel wennen. Neem de prijzen. Het basis- en standaardassortiment is gesubsidi-

20

eerd, die prijzen zijn dus gelijk gebleven. Maar de subsidie op het luxe assortiment was verdwenen waardoor die prijzen wat omhoog gingen. Natuurlijk hadden we dat vooraf gecommuniceerd, maar het was wel even schrikken voor mensen. Inmiddels raakt men steeds meer gewend aan die situatie, omdat men ziet dat de cateraar zich veel meer als horecaon-

Hoe verloopt in de regel het afrekenen in een bedrijfsrestaurant? Dave Rietveld, hoofd business development en innovatie bij Equens: ‘Naast contant betalen zie je vaak dat er wordt betaald met een chipknip. Dat gaat op zich goed, maar er zitten wel nadelen aan het betalen met zo’n pasje. Ten eerste moeten mensen die chipknip opladen voor voldoende saldo. Dat zorgt vaak voor rijen bij het oplaadapparaat. Daarnaast kan het saldo tot beperkingen bij de aanschaf leiden, omdat men bij het kiezen van de lunchproducten altijd met de vraag rondloopt: heb ik wel genoeg saldo voor dat lekkere broodje en die luxe salade? Vervolgens heb je het betaalmoment zelf. Je moet het pasje uit je zak halen, in de betaalterminal stoppen, wachten op herkenning en verbinding, dan op “ja” drukken, het pasje uitnemen en dan kun je weer verder. Al met al kan dat toch zo’n 20 tot 25 seconden duren. Maar wat ook nog al eens ge-

‘Niet de vingerafdruk zelf wordt opgeslagen, maar een beperkt aantal kenmerkende kruispunten van de vinger’ dernemer gedraagt. Laatst stond hier een week een kar met een kok die live stond te wokken, dat maakt het wel veel leuker en aantrekkelijker. Het assortiment is ook veel breder geworden. Wij leveren de vierkante meters, stroom, water, licht, klanten en een stuk subsidie, de cateraar moet de rest zelf doen.’ Op welk moment kwam het onderwerp biometrisch betalen aan de orde? Dijkman: ‘Eén van onze kernprocessen is het realiseren en faciliteren van elektronische betalingen. De RFP bevatte als uitdrukkelijke wens dat de nieuwe cateraar in het bedrijfsrestaurant open zou moeten staan voor experimenten en proeven met nieuwe manieren van betalen. Toen Albron hier aan de slag ging en de zaken goed

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

beurt, is dat de terminal meldt dat er onvoldoende saldo op het pasje staat. Dan moet het dienblad weer apart worden gezet, moet de persoon eerst saldo gaan laden enzovoort. Bij een significant deel van de betalingen gaat dat zo.’ Is dat voor een cateraar als Albron herkenbaar? Hans Jacobs, directeur Operations bij Albron: ‘Dat is zeker herkenbaar. We proberen onze klanten zoveel mogelijk op het spoor van elektronisch betalen te krijgen. Dat heeft alles te maken met zaken als fraudepreventie en veiligheid, want als je geen contant geld ontvangt, hoef je het ook niet bij een bank af te storten of een geld- en waardetransporteur in te huren. Dus toen Equens met het idee kwam om op een andere, snellere manier digitaal te gaan betalen via


t hema catering

een vingerafdruk, stonden we daar vanzelfsprekend voor open.’ Wat moet er gebeuren voordat in een bedrijfsrestaurant betalen met een vingerafdruk mogelijk is? Rietveld: ‘Allereerst moet de vingerafdruk van een persoon in een database worden opgenomen. Dat is een eenmalige registratie. Dat gaat heel gemakkelijk: in twee minuten kun je van iemand een vingerafdruk nemen en die opslaan in een aan de scanner gekoppelde computer. Daarnaast is het van belang dat de persoon een machtiging afgeeft om de bedragen die hij met zijn vingerafdruk in het restaurant betaalt, af te schrijven van zijn bankrekening. Hij moet daarvoor een formulier met de voorwaarden ondertekenen. De frequentie en de manier waarop de bedragen worden afgeschreven, bepaalt de opdrachtgever. Dat kan bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks zijn, maar je kunt het ook iedere maand op het salaris inhouden.’ Wat moet je hardwarematig regelen? Rietveld: ‘Naast de kassa moet een vingerafdruklezer staan die natuurlijk aan de kassa is gekoppeld. Bij het aanbieden van de lunchproducten aan de kassa zegt de gast tegen de kassamedewerker dat hij met zijn vinger wil betalen. Vervolgens legt hij zijn vinger op de lezer en een paar seconden later geeft het sys-

vangt dan een apart pasje, dat je alleen voor een lezer hoeft te houden. Dat gaat ook sneller dan chippen. Verder werkt het precies hetzelfde als de vingerafdruk, alleen gebruiken we dan het nummer van het pasje om de bedragen te koppelen aan de juiste persoon.’

teem een akkoord. Zo simpel en snel is het, vooral die combinatie maakt dat we erg in deze oplossing geloven.’ Wat zijn de keerzijdes van biometrisch betalen? Rietveld: ‘Je kunt het voorlopig alleen in gesloten omgevingen gebruiken, zoals hier. Het bedrag wordt van een bankrekening afgeschreven, en als mensen gaan frauderen door het bedrag terug te laten boeken dan kun je die persoon niet benaderen als je hem niet kent. Een ander punt is dat mensen zich eenmalig moeten laten registreren. Dat kan tot weerstand leiden.’

Zit de winst echt in de snelheid van betalen? Jacobs (Albron): ‘Voor mij is dat wel het belangrijkste. Aan de kassa gaat de meeste tijd verloren met het aanslaan van de producten, dat blijft hetzelfde. Maar als we naar onze eigen proefopstelling in het hoofdkantoor kijken, is betalen met de vinger drie keer zo snel als betalen met de chipknip.’ Rietveld: ‘Uit tellingen die we in de techniek hebben ingebouwd, blijkt dat biometrisch betalen 40 procent minder tijd kost dan een chipknipbetaling.’

Als mensen niet willen of kunnen betalen via een vingerafdruk, zijn er dan alternatieven voor sneller afrekenen? Rietveld: ‘Jawel, met Near Field Communication is dat mogelijk. Je ont-

De lunch in het bedrijfsrestaurant afrekenen door te betalen met niet meer dan een vingerafdruk. Cateraar Albron en Equens geloven er in.

Leidt het gemak van biometrisch betalen tot meer bestedingen in het restaurant? Jacobs: ‘Of mensen meer uitgeven dan ze van plan waren? Ik weet het niet. Als bij ons mensen er niet aan meedoen, is vooral de reden dat zij het gevoel hebben grip te verliezen op hun uitgaven. Zet je iets makkelijker op je tableau omdat je met je vinger gaat betalen? Daar geloof ik niet in. Als je meer omzet zou kunnen zien, is het omdat mensen die nu soms hun pas vergeten en daardoor de lunch overslaan, dat straks niet meer hoeven te doen, omdat ze hun vinger altijd bij zich hebben.’ Rietveld: ‘Uit proeven in een supermarkt blijkt dat mensen vaker terugkwamen voor kleinere uitgaven en

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

21

»


(Advertentie)

t hema catering

overall werd 2 tot 5 procent meer besteed, maar dat hoeft niet representatief te zijn voor de hele markt.’ Wat zijn de ambities van Albron met dit systeem? Jacobs: ‘De salesafdeling is inmiddels getraind, zodat we nieuwe klanten kunnen uitleggen wat het systeem inhoudt en wat de gevolgen zijn. De buitendienst wordt ook getraind, zodat ook bestaande klanten over kunnen stappen. Daarmee hopen we dat veel klanten de omslag maken. Ze kunnen daarbij natuurlijk kiezen voor een start met slechts één kassa om te kijken hoe het bevalt.’ Hoe veilig is het systeem? Haken mensen niet af vanwege angst voor het verlies van privacy? Rietveld: ‘Technisch gezien werkt de veiligheid als volgt. Niet de vingerafdruk zelf wordt opgeslagen maar een beperkt aantal kenmerkende kruispunten van de vinger. Die maken de vinger als zodanig herkenbaar. Het zijn eigenlijk alleen getallen die in de database komen. Die getallen worden bo-

Zet je iets makkelijker op je tableau omdat je met je vinger gaat betalen? Daar geloof ik niet in. vendien versleuteld opgeslagen. Deze maatregelen verzekeren dat wat er eventueel uit de database wordt gehaald, nooit te herleiden is naar een persoon. Stap twee is dat de privacybeveiliging conform de eisen uit de Wet bescherming persoonsgegevens moet zijn. Dit betekent onder meer dat we werken met gescheiden databases op aparte locaties, waarbij op de ene locatie de opgeslagen gegevens van de vinger staan en op de andere de naw-gegevens van de persoon.’ Wat is het lastigste bij de uitrol? Jacobs: ‘Je merkt dat deze manier van betalen nog niet vertrouwd is, want het is nog jong. Dus je moet je verhaal goed vertellen en het goed regelen. Anderen van het nut overtuigen is best lastig. In het restaurant op ons hoofdkantoor staan drie kassa’s; bij twee daarvan kun je met een vingerafdruk betalen. Daar staat nooit een rij, maar als je dan aan collega’s vraagt waarom ze liever toch in de rij bij een gewone kassa gaan staan, komt daar geen helder antwoord op. Blijkbaar vindt men het toch een beetje eng. Ik denk dat dat een kwestie van tijd is. Ik zou dit het liefst voor alle locaties willen realiseren, omdat het snelheid en gemak oplevert, maar het heeft tijd nodig. We hebben 1.100 locaties, ik weet niet wat die gaan doen. Het eerste schaap over de dam krijgen is dé uitdaging, dan kunnen we andere klanten meekrijgen. Maar met alleen een geïnteresseerde klant ben je er niet, de consument moet ook meegaan, want hij moet zich laten inschrijven. Daar ligt een nog grotere uitdaging.’ ‹‹

22

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012


t hema catering

Vitamine G in bedrijfscatering Uit onderzoek blijkt dat consumenten het aanbod van gezond voedsel in bedrijfsrestaurants beperkt vinden. Cateraars vinden echter dat ze juist goed scoren op dat aanbod. De rol van de opdrachtgever wordt daarmee belangrijker. Een beschouwing van de ontwikkeling van gezonde voeding. WIM VAN DER MEER *

G

ezonde voeding vermindert de kans op hart- en vaatziekten. Naast gezonde voeding zijn ook andere aspecten als niet-roken en voldoende bewegen van belang. Recent onderzoek wijst uit dat een groene (woon)omgeving ook een positieve invloed heeft op de gezondheid. We noemen dit vitamine G. In dit artikel beperken we ons tot gezonde voeding, een van de aspecten van vitamine G. Wie hebben er nu belang bij gezonde voeding? Gezien de kosten van de gevolgen van ongezonde voeding zijn de overheid en zorg-

verzekeraars directe belanghebbenden. Dat geldt natuurlijk ook voor werkgevers (beperking van ziekteverzuim

wil er nu niet fit en gezond met een goed figuur door het leven? Nader ingezoomd op de restauratieve

Innovatie in apparatuur maakt nieuwe, gezondere bereidingstechnieken mogelijk staat niet voor niets bij menig manager hoog op de prioriteitenlijst). Maar de belangrijkste belanghebbende is natuurlijk de consument zelf. Wie

voorzieningen is het goed te wijzen op belevingsonderzoeken bij verschillende opdrachtgevers. Daaruit blijkt dat consumenten het aanbod van gezond voedsel in bedrijfsrestaurants beperkt vinden. Dat geldt overigens ook voor biologische voeding. De beleving van de aanbieders (cateraars) is juist dat er voldoende aanbod is van gezonde voeding.

Bereidingstechnieken Gezonde voeding komt niet alleen tot uitdrukking in producten, maar ook in de bereidingstechnieken. Salades worden meer en meer zonder dressing aangeboden en het aanbod enkelvoudige salades/groenten neemt toe. Minder zichtbare gezonde producten zijn bijvoorbeeld onderdeel van het assortiment koude snacks. Dit vergt wel creativiteit van de cateringmedewerker of kok.

De nieuwe voedselkeuzelogo’s moeten bij consumenten leiden tot meer inzicht in de samenstelling van de producten. De producten die het logo (het Vinkje) mogen voeren, moeten voldoen aan verschillende eisen op het gebied van bijvoorbeeld hoeveelheid suikers, vetten, zout, energie en voedingsvezels.

Als het gaat om gezonde bereiding, is er ook belangrijke winst geboekt in de wijze waarop producten worden gefrituurd. Zo is er betere apparatuur, waarmee de warmte beter valt te regu-

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

23


t hema catering

leren, en zijn de vloeibare onverzadigde vetten veel minder ongezond in vergelijking met de dierlijke vetten die vroeger veel werden gebruikt. Cateraars zijn hier in vergelijking met de snacksector in een vroeg stadium mee gestart. De innovatie in apparatuur maakt nieuwe, gezondere bereidingstechnieken mogelijk. Zo zijn er tegenwoordig frituursystemen die geen frituurvet meer nodig hebben, waardoor de vet-

Onlangs hebben verschillende partijen zich met steun van het Voedingscentrum verenigd. Met de introductie van het voedselkeuzelogo kan de consument zowel in de detailhandel als ook bij cateraars verantwoord kiezen. Er bestaan twee varianten van het logo (het Vinkje): » het groene logo met de tekst ‘Gezondere keuze’, voor de basisvoedingsmiddelen uit de schijf van vijf (zoals brood en melk, groenten en fruit);

Ook de opdrachtgever kan zijn invloed aanwenden om het gebruik van gezonde voeding te stimuleren consumptie sterk afneemt. Daarmee wordt het product echter nog niet gezond. Frituursnacks worden namelijk bij de productie al voorgefrituurd, wat ook nodig is om de krokante ‘bite’ te verkrijgen. Het niet-aanbieden van ongezonde snacks kan in theorie natuurlijk ook, maar is niet altijd een optie. Kijk bijvoorbeeld in het onderwijs: daar worden in toenemende mate mobiele snackwagens gesignaleerd. De bereidingstechnieken zijn voor de consument niet altijd even zichtbaar, waarmee een deel van de tegenstelling wordt verklaard.

Herkenbaarheid Gezond willen eten is één, maar hoe herken je gezond voedsel? De rijksoverheid wil dat consumenten bewuster en gemakkelijker kunnen kiezen voor gezonde voeding. Het Voedingscentrum, dat door de overheid wordt gefinancierd, geeft voorlichting over gezonde voeding. De schijf van vijf klinkt vast bekend in de oren en het Voedingscentrum adviseert het eten van veel fruit en groenten en oppassen met verzadigd vet. In het dagelijkse aanbod voor de consument was echter veel minder makkelijk te herkennen welke producten gezond zijn. Logo’s als ‘Klavertje vier’ en ‘Ik kies Bewust’ verschenen vaak op producten vanuit een marketinggedachte.

24

» het blauwe logo met de tekst ‘Bewuste keuze’ voor producten die niet tot de basisvoeding behoren, zoals snacks, soepen en sauzen. De voordelen van een herkenbaar logo zijn duidelijk: de consument kan betere keuzes maken en de herkenbaarheid van gezonde producten wordt vergroot. Bijkomend voordeel is dat de toegenomen aandacht voor gezonde voeding de bewustwording verder kan vergroten.

Rol opdrachtgever Het spel van vraag en aanbod wordt primair gespeeld door cateraar en consument, maar ook de opdrachtgever kan zijn invloed aanwenden om het gebruik van gezonde voeding te stimuleren. Een eerste kans is de realisatie van een nieuwe cateringvoorziening of een ontwerptraject. Het niet-opnemen van een frituurinstallatie en/of het prominent presenteren van gezonde producten kunnen leiden tot een toename van het gebruik van meer gezonde producten. Ook binnen aanbestedingen zijn er voldoende mogelijkheden om doelstellingen betreffende het gezonde aanbod op te nemen en zo het gebruik van meer gezonde producten te stimuleren. Denk bijvoorbeeld aan het opnemen van concrete doelstellingen over het aandeel gezonde voeding c.q. biologische producten binnen het assorti-

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

ment en de invoering van een ‘snacktax’, waardoor gezonde producten aantrekkelijker kunnen worden geprijsd. Dat geldt niet alleen voor de aanbesteding van de bemande cateringoutlets, maar ook voor fris-, snoep- en versnaperingautomaten. Het aandeel gezonde voeding in automaten is de afgelopen jaren toegenomen tot boven de 40 procent, waarbij tevens een gezond rendement mogelijk is.

Horizon Het denken over gezondheid is in ontwikkeling. Het is niet zo heel lang geleden dat roken in openbare gebouwen, treinen en vliegtuigen was toegestaan, dat biologische voeding als exclusief eigendom van ‘sandaaldragers’ werd beschouwd, dat dierlijke vetten overal werden gebruikt en dat e-nummers (codes die door de EU zijn opgesteld voor gebruikte additieven in producten voor menselijke consumptie) algemeen werden geaccepteerd. Kennelijk is wat we vandaag nog als gezond, of in ieder geval als geaccepteerd beschouwen, niet per se morgen nog actueel. Ook door innovaties zullen we in staat zijn om verdere stappen te zetten op het gebied van gezondheid. Gezien de groeiende macht van de massa, wordt het tempo waarin we verder ‘vergezondiseren’ met name bepaald door de consument en zal de markt zijn aanbod daarop aanpassen. ‹‹

* Wim van der Meer is mede-oprichter/ eigenaar van Sense FM (www.sensefm.nl)


SUCCES MET AANBESTEDEN!

FACTO MAGAZINE MIDDAGCONGRES Dinsdag 18 december 2012 Hotel van der Valk, Breukelen 13.00 – 17.00 uur

10 missers bij facilitaire aanbestedingen en wat kun je doen om die te voorkomen? Deze vraag staat centraal tijdens de presentatie van keynote-spreker Prof. Dr. Jan Telgen, Hoogleraar Inkoopmanagement, Universiteit Twente. Met drie kennissessies: 1. Ontwikkelingen in het aanbestedingsrecht (juridische update) 2. Van contracteren naar presteren (case aanbesteden schoonmaak) 3. Nieuw pand, nieuwe catering (case aanbesteden catering)

Meer informatie of inschrijven?

www.factomagazine.nl/opleidingen


t hema catering

‘Oude wijn in nieuwe zakken?’ De bedrijfskantine heeft de laatste jaren een ware metamorfose ondergaan. Niet alleen heet de ‘kantine’ nu steevast ‘bedrijfsrestaurant’, ook het assortiment en de kwaliteit van het product zijn flink veranderd. Maar de kernvraag is: wat is er nu écht veranderd? Of hebben we te maken met ‘oude wijn in nieuwe zakken’? TIJMEN SNEL *

V

eel cateraars zijn de afgelopen jaren druk bezig geweest de uitstraling van en het assortiment in het bedrijfsrestaurant te verbeteren, met als doel het koopgedrag van de gemiddelde restaurantbezoeker te beïnvloeden. Maar hoe vaak de cateraar dat ook probeert, de gemiddelde restaurantbezoeker grijpt in de regel nog steeds naar het kopje soep, het bekertje melk, de bruine boterham, het plakje kaas, en misschien een enkele keer een warme maaltijd. Cateraars proberen het cateringconcept (soms krampachtig) te vernieuwen om maar de meest innovatieve cateraar te zijn. Natuurlijk, vaak zijn het mooie vernieuwingen, maar de vraag is natuurlijk: wat heeft de bezoeker eraan? Soms worden goede zaken simpelweg aan de kant gezet om plaats te maken voor vernieuwingen. Zo lijkt het erop dat we van ‘hype’ naar ‘hype’ gaan, waarbij de ene vernieuwing nog niet is uitontwikkeld of de volgende al weer wordt ingezet.

Kortlopende contracten Het probleem wordt vaak veroorzaakt door de korte contractduur (van vaak maximaal drie jaar) waardoor geregeld van cateraar wordt gewisseld. Immers, nog voordat een nieuw concept enige vaste vorm heeft en zijn waarde naar de restaurantbezoeker en opdrachtgever heeft kunnen bewijzen, volgt door het aflopen van het contract een nieu-

26

we (Europese) aanbesteding. Kort daarna staat de volgende cateraar alweer te trappelen om zijn nieuwe concept te introduceren. Het gevolg: de restaurantbezoeker en opdrachtgever raken steeds minder overtuigd van de toegevoegde waarde van de cateraar. De opdrachtgever zal in deze economisch zware tijden dan

gever een passende contractvorm kiest waarbij het veranderingsproces in samenwerking met de cateraar of cateringafdeling kan worden ingezet.

Het Nieuwe Werken In steeds meer organisaties is het bedrijfsrestaurant allang geen kantine meer, maar is het een plek in de orga-

Het is goed te werken met een langere contractduur, bijvoorbeeld vijf jaar eerder kunnen besluiten te bezuinigen op de restauratieve voorzieningen met als resultaat een lagere prijs-kwaliteitverhouding, Wie een dergelijke spiraal wil voorkomen, doet er goed aan te gaan werken met een langer durend cateringcontract, bijvoorbeeld voor een periode van minimaal vijf jaar. Gedurende zo’n langere contractperiode zijn goede afspraken mogelijk over het veranderingsproces en de doelstellingen die bereikt moeten worden na bijvoorbeeld één, drie en vijf jaar. Op deze manier kunnen zowel de financiële als de kwalitatieve eisen die bij het contract horen goed en gedurende een langere periode gemonitord worden. Tevens kan een duurzame relatie worden opgebouwd tussen opdrachtgever en cateraar. Het is daarbij zaak dat de opdracht-

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

nisatie die veel dichterbij het primaire proces staat. Een ontwikkeling als Het Nieuwe Werken speelt hierbij ook een grote rol. Het Nieuwe Werken staat kort gezegd voor slimmer, efficiënter en effectiever werken. In het kader van Het Nieuwe Werken is de uitdaging het bedrijfsrestaurant dusdanig te positioneren en vorm te geven dat het steeds meer onderdeel uitmaakt van de werkprocessen van de organisatie. Het Nieuwe Werken is voor de cateraar dan ook een uitgelezen kans om een goede relatie op te bouwen met zijn opdrachtgever en een prachtige mogelijkheid om daadwerkelijk toegevoegde waarde te tonen. Hierdoor wordt het voor de cateraar uiteindelijk ook makkelijker om de restaurantbezoeker te overtuigen van nieuwe trends en ontwikkelingen, innovaties en het belang van een duurzaam assortiment.


t hema catering

Daarbij is het belangrijk goed te luisteren en te kijken naar de restaurantbezoeker. Want de veranderingen in de restauratieve voorzieningen en de omgeving waar de producten worden aangeboden, betreffen niet alleen het as-

Meerdere eetmomenten Aangezien bij Het Nieuwe Werken de werk- en ontspanmomenten zich verspreiden over de hele dag, moet het productenassortiment in het restaurant aansluiten bij de diverse eetmo-

Het is belangrijk te luisteren en te kijken naar de restaurantbezoeker sortiment in het restaurant, maar zeker ook het beter aansluiten bij de werkprocessen (core business) in de organisatie waar de restauratieve voorzieningen zich bevinden. De opdrachtgever heeft bijvoorbeeld de wens het restaurant in te richten volgens Het Nieuwe Werken. Het restaurant wordt dan omgebouwd naar een multifunctionele ruimte waar de restaurantbezoeker probleemloos inlogt op het draadloze computernetwerk, zodat hij vanaf zijn laptop kan werken en gedurende de hele dag gebruik kan maken van de services van de cateraar.

menten op een dag. Dat betekent dus het verruimen van de openingstijden van het bedrijfsrestaurant en zorgen voor een goed standaardassortiment dat gedurende de hele dag aangeboden wordt, maar daarnaast ook zorgen voor momentverkoop op verschillende tijdstippen. Dit geldt voor het ontbijt, de lunch en ook het diner. Bij het ontbijt valt te denken aan een vroegevogelaanbieding in de vorm van een croissantje, een kuipje jam, een gekookt ei en een vers geperste sinaasappelsap voor een vaste prijs. Voor de lunch en het diner kan er ook aan een

dergelijke constructie worden gedacht. In het restaurant wordt de hele dag een beperkt aantal producten als standaardassortiment aangeboden, zoals verse koffie, cappuccino en espresso, sweets en pastries, verse sappen, sandwiches, en vers afgebakken deli-producten en take away-producten. Hierbij is het belangrijk te weten wat de werk- en ontspanmomenten van de restaurantbezoekers zijn en welke behoeften ze hebben op de verschillende momenten van de dag. Snelle handling en doorstroming zijn van groot belang omdat de ontspanmomenten zowel frequenter als korter worden. Kortom, de restaurantbezoeker die voorheen een kopje soep, bekertje melk, boterham, plakje kaas, snack en wellicht af en toe een warme maaltijd bestelde, stelt door Het Nieuwe Werken andere wensen en eisen aan zijn werkomgeving. Daarbij hoort ook een andere manier van cateren. Het is een uitgelezen kans voor cateraars om de restaurantbezoeker (de nieuwe professional) te verleiden wat

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

27

Âť


t hema catering

vaker zo’n trendy en vers take-away product uit te proberen.

Concurrentie van buitenaf Een ander punt dat in dit kader van HNW en de restauratieve voorzieningen niet onbesproken mag blijven, is de concurrentie van dienstverleners zoals fastfoodketens, wegrestaurants en ook tankstations. Zoals gezegd leidt Het Nieuwe Werken tot verspreiding van de werk- en ontspanmomenten tijdens de dag. Dit geldt ook voor de medewerker die veel onderweg is. Zo’n medewerker maakt in toenemende mate gebruik van fastfoodketens, wegrestaurants en ook tankstations (waar steeds vaker ook luxe snacks, zuivel, vers belegde broodjes en zelfs kleine luxe maaltijden worden aangeboden). Cateraars moeten dus meer en meer opboksen tegen deze opkomende en concurrerende markt en zijn daarbij, omwille van de steeds meer voorkomende wijzigingen in de contractvorm, genoodzaakt de assortimentsprijzen te

laten stijgen. Hierdoor stijgt het aantal klachten over de prijzen van het assortiment. Je zou dus denken dat, gezien de mate van kritiek op de prijzen, de gemiddelde besteding bij externe dienstverleners niet veel hoger ligt dan bij het restaurant binnen de organisatie. Niets is echter minder waar! De consument geeft bij de externe dienstverleners meer geld uit voor een product van dezelfde soort en kwaliteit. Voorbeeld: voor een waldkornbol met zalm legt de consument bij een tankstation zo € 3,95 neer, maar als datzelfde bolletje in het bedrijfsrestaurant ligt, wil hij daarvoor niet meer dan € 2,50 betalen! Anders gezegd: de consument is gewend voor hetzelfde product binnen de eigen organisatie minder te besteden dan buiten de organisatie. Dit komt voort uit het recente verleden waarbij de consument gewend was dat de werkgever ontbijt, lunch of diner subsidieerde zodat voor een product niet de commerciële marktprijs hoefde te worden betaald. Vreemd? Je kunt het je afvragen.

Ook hier ligt een rol voor de opdrachtgever en de cateraar om in samenwerking de consument goed te informeren, ervoor te zorgen dat de catering met zijn tijd mee gaat en de concurrentie met de externe markt aankan. Want als de opdrachtgever en de cateraar een transparant partnership hebben en er goed wordt geluisterd naar de restaurantbezoeker, wie heeft het dan nog over ‘Oude wijn in nieuwe zakken’? ‹‹

* Tijmen Snel is senior adviseur bij HTC Advies in Almere (www.htcadvies.nl)

(Advertentie)

PLATFORM VOOR FACILITY PROFESSIONALS

www.factomagazine.nl Meld u aan voor onze gratis e-mailnieuwsbrief, samengesteld door onze onafhankelijke redactie: www.factomagazine.nl/nieuwsbrief

28

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012


over inkoop

Duurzaam inkopen Er was eens een mandenmaakster in Bangladesh. Zij verkocht haar manden aan een handelaar, die haar ook het riet leverde om nieuwe manden te maken. De handelaar zorgde ervoor dat het verschil in prijs tussen de manden en het nieuwe riet klein bleef. Twee dollarcent om precies te zijn.

D

e mandenmaakster werkte op de route van een jonge professor op weg naar zijn universiteit. De professor wilde graag met haar in contact komen, wat hem na enige tijd lukte. Zij vertelde hem dat ze haar riet graag ergens anders wilde kopen, maar niet genoeg geld had en dus altijd afhankelijk bleef van de handelaar. De professor wilde helpen, maar besloot geen geld te geven. Hij leende haar 15 dollar. Vanaf dat moment kon de vrouw haar riet elders kopen, winst

maatschappij. Geef je ze die kans, dan kosten ze geen geld, maar leveren ze geld op. De microkredieten van Grameen bank zijn een goed voorbeeld. 98 procent van de leningen wordt terugbetaald, meer dan bij een traditionele bank en de bank maakt winst.

Maatschappelijk ondernemen mingen. Onder de Grameen-naam zijn veel initiatieven genomen om armen te ondersteunen op het gebied van scholing, gezondheidszorg, pensioenverzekeringen, maar ook mobiele telefoons, visvijvers en voeding, dit laatste in samenwerking met Danone.

De stelling is verrassend omdat ze zegt dat maatschappelijk ondernemen niet een bijzaak kan zijn van een bedrijf. Uit onderzoek blijkt inderdaad dat bedrijven die zich sterk profileren met duurzaamheid, dit in de praktijk juist niet zijn. Je kunt dit wijten aan greenwashen, maar daarmee verklaar je niet het negatieve verband. Het is waarschijnlijker dat goed presterende bedrijven eerder nieuwe, energiezuinige machines en een betere cao kunnen betalen en daardoor dus min of meer toevallig duurzamer zijn. Als dit waar is, moeten we dan, om duurzaam in te kopen, vooral bedrijven selecteren die ofwel goed presteren ofwel een sociaal bedrijf zijn, maar vooral niet bedrijven die zich als duurzaam presenteren? ‚‚

Stelling Yunus doet een verrassende stelling. Althans, verrassend voor ons, westerse mensen. Volgens hem kunnen bedrijven met een winstoogmerk nooit een

Bedrijven die zich sterk profileren met duurzaamheid, blijken dit in de praktijk juist niet te zijn maken en nieuwe klanten zoeken. Dankzij de lening kon zij haar gezin onderhouden en genoeg overhouden om de professor terug te betalen.

Microkrediet De jonge professor was Muhammad Yunus, bedenker van het microkrediet en oprichter van de Grameen Bank. In de volgende veertig jaar zijn er over de hele wereld miljoenen armen geholpen met microkredieten. Het is het meest succesvolle programma voor armoedebestrijding ooit.

Nobelprijs Yunus ontving in 2006 de Nobelprijs voor de vrede. Nog steeds zet hij zich in voor de armen, maar al lang niet meer met alleen microkredieten. Yunus pleit voor het oprichten van sociale onderne-

sociale onderneming zijn. Als een bedrijf beide doelen nastreeft, zal het doel om winst te maken altijd de overhand nemen. Op het eerste gezicht lijkt een sociale onderneming op instanties voor goede doelen. Maar er is een verschil. Zij hebben meestal fondsenwerving of subsidies als inkomstenbron en voeren met dat geld hun programma uit. In de ogen van Yunus vaak projecten die de economie stimuleren, zoals de aanleg van voorzieningen of scholing. Omdat de armen niet deelnemen aan de economie, schieten zij er niks mee op. De armen profiteren niet, de lagen daarboven wel.

Deze maandelijkse rubriek wordt verzorgd door Maarten Erasmus, managing consultant bij Emeritor (www.emeritor.com).

Winst Armen zijn in de ogen van Yunus mensen met veel capaciteiten, maar missen de kans om mee te doen in de

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

29


nieuwbouw

Serie Stadskantoor in Utrecht (deel 2)

Veiligheid en gastvrij Het nieuwe stadskantoor van de gemeente Utrecht zal na de opening eind 2014 een duidelijke publieksfunctie en een open karakter hebben. Gastvrijheid staat hoog in het vaandel, maar hoe valt dit te combineren met het borgen van de veiligheid en het organiseren van passende beveiligingsmaatregelen? THOMAS BLOM EN LENNERT EIKELENBOOM *

O

p een ‘postzegel’ op één van de drukste gebieden in Nederland (het centrum van Utrecht) wordt een 21 verdiepingen tellend nieuw stadskantoor gebouwd. Op het plein voor het kantoor komen bezoekers van de Jaarbeurs, de nieuwe stationshal (OV-Terminal) en het stadskantoor elkaar straks tegen. In het kantoor worden circa 400.000 bezoekers per jaar verwacht. Het gebouw heeft een duidelijke publieksfunctie en kent een open en transparant karakter. De gemeente heeft gastvrijheid hoog in het vaandel staan. Maar hoe valt dit te combineren met het borgen van de veiligheid en het organiseren van passende beveiligingsmaatregelen? Dit artikel gaat in op de balans tussen veiligheid en beveiliging enerzijds en gastvrijheid en openheid anderzijds. Welke uitgangspunten zijn opgenomen in het programma van eisen? Hoe is de organisatie van beveiliging en veiligheid ingericht? Op welke wijze is dit tegenstrijdig met de wens van een

open, transparant en gastvrij pand? En hoe heeft de vertaling plaatsgevonden naar het ontwerp van de bouwkundige en technische maatregelen die ondersteuning bieden aan de organisatorische maatregelen?

Korte rondleiding Bezoekers van het nieuwe stadskantoor in Utrecht kunnen zich (na de opening eind 2014) vrij bewegen in het pand tot en met de zesde verdieping.

Bezoekers hoeven zich niet te melden bij een balie en staan niet geregistreerd De publiekshal is hét visitekaartje van de gemeente. Het is de toegang tot het gebouw voor klanten en medewerkers en het is de plaats waar de gemeente laat zien wie ze is, wat ze doet en wat er in de stad gebeurt. Vanuit de publiekshal bewegen verschillende doelgroepen door het ge-

Serie Stadskantoor Utrecht Op dit moment wordt er hard gewerkt aan de realisatie van een nieuw stadskantoor in de gemeente Utrecht. Voor het stadskantoor, dat eind 2014 wordt geopend, gelden drie belangrijke pijlers: » samenwerking (met elkaar, met de stad, met partners en met leveranciers); » toegankelijkheid (van informatie, van het gebouw en van de organisatie); » duurzaamheid (van kennis, van samenwerking, van het gebouw en de middelen). In een serie van drie artikelen nemen de auteurs u mee in deze ontwikkelingen. Dit tweede artikel gaat over veiligheid en gastvrijheid. Deel 3 volgt in Facto Magazine 11.

30

bouw. Iedereen komt via één centrale ingang het gebouw binnen, waarbij de backoffice met een harde beveiligingsbarrière is afgesloten. Er is bewust gekozen voor een hal waarin ontvangst en representatie centraal staan. Op verdieping 1 tot en met 5 vindt de dienstverlening van de gemeente plaats. Belangrijke uitgangspunten zijn om de dienstverlening zoveel mogelijk via internet te laten verlopen, klantstromen op afspraak naar het stads-

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

kantoor te laten komen en vrije inloop te beperken. Bezoekers hoeven zich overigens niet te melden bij een receptiebalie (en staan dus niet geregistreerd), ze moeten zo zelfstandig mogelijk hun weg kunnen vinden. Een belangrijke taak is weggelegd voor de wandelende informatiemedewerker (WIM): deze stapt af op mensen met een ‘zoekend gedrag’ en vervult in algemene zin een hospitalityfunctie. Goede bewegwijzering en het kunnen vinden van de WIM’s zijn dus essentieel. De vergadercapaciteit in het stadskantoor is geconcentreerd op het vergaderplaza, op verdieping 6. Deze verdieping is publiekstoegankelijk met toezicht (sociale beveiliging) en bereikbaar vanuit de frontoffice en de backoffice. Bijzonder is de lange roltrap die vanaf


nieuwbouw

Artist-impressions: Kraaijvanger, Rotterdam

heid in balans de derde verdieping rechtstreeks naar het vergaderplaza gaat. Deze komt uit voor de ontvangstbalie waar een medewerker kan helpen met het vinden van de juiste vergaderzaal. Om de hoek van de ontvangstbalie bevindt zich een koffiebar met de beste koffie van het stadskantoor. Bij de koffiecorner kunnen mensen wachten, werken en overleggen. Maar dat kan ook in één van de andere hoekjes op de verdieping. Kortom: » zonder harde beveiligingsgrenzen te passeren kunnen bezoekers het gebouw in tot niveau 6; » het is een groot gebouw op een van de drukste plekken van Utrecht: de kans dat zich iets voordoet, is relatief groot.

Van gastvrij naar veilig en beveiligd De concerndirectie van de gemeente Utrecht heeft in een programma van eisen de kaders vastgesteld voor de veiligheid in het nieuwe stadskantoor. Het Facilitair Bedrijf heeft in samenwerking met de architect, eindgebruikers en het projectteam getracht een integraal pakket van beveiligingsmaatregelen op te stellen om te voldoen aan

Impressie van het exterieur van het nieuwe stadskantoor van de gemeente Utrecht.

soorten maatregelen: organisatorische, bouwkundige en elektronische maatregelen (OBE). Bouwkundige en elektronische maatregelen zijn ondersteunend aan de organisatorische maatregelen.

Wat doen we met zwerver Arie als hij ergens in het pand in slaap valt? de eisen. De uitdaging hierbij was om zowel het gastvrije concept van het stadskantoor te ondersteunen als ook de veiligheid van medewerkers, bezoekers, informatie en bedrijfsprocessen te garanderen.

Maatregelen Idealiter volgt men in het ontwerp de route van risico-inventarisatie naar risicoanalyse en vertaalt men dit in drie

Beveiligingsmaatregelen met behoud van gastvrijheid

De OBE-maatregelen kunnen grafisch worden voorgesteld als een gelijkzijdige driehoek, waarbij de basis wordt gevormd door de organisatorische maatregelen en de opstaande schuine zijden als respectievelijk de bouwkundige maatregelen en de elektronische maatregelen. Door de tijdsdruk op de planning van de bouw heeft de gemeente Utrecht de

ideale route niet doorlopen. Dit betekende concreet dat in overleg met eindgebruikers, architect en het projectteam bouwkundige en elektronische beveiligingsmaatregelen geïmplementeerd moesten worden voordat de organisatorische maatregelen waren vastgesteld.

Het door de concerndirectie van de gemeente vastgestelde programma van eisen bevatte een aantal zeer specifieke wensen en eisen voor de technische en bouwkundige maatregelen. Op het vlak van organisatorische beveiligingsmaatregelen waren de wensen en eisen weinig concreet. Om uiteindelijk te komen tot implementatie van de juiste elektronische beveiligingsmaatregelen was het van belang om een goed beeld te krijgen van de

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

31

»


nieuwbouw

Bezoekers van het nieuwe stadskantoor in Utrecht kunnen zich straks vrij bewegen in het pand tot en met de zesde verdieping.

wensen en behoeften op organisatorisch vlak. Om de wensen en behoeften te inventariseren, zijn sessies belegd met afge-

vaardigden uit de gehele organisatie. In deze sessies zijn diverse concrete scenario’s (zie het kader hieronder voor een voorbeeld over Arie de zwer-

Voorbeeld van een scenariodiscussie: Arie de zwerver Zwerver Arie komt al jaren bij de gemeente. Niet zozeer om dingen te regelen maar om een kopje koffie te drinken, even op te warmen in de wintermaanden en af te koelen in de zomer. Meestal vertrekt hij na een kopje koffie weer. Vanwege de kou buiten heeft hij vandaag besloten wat langer te blijven. Hij pakt z’n spullen en gaat op zoek naar een plek waar hij even rustig op temperatuur kan komen. Via de roltrappen is hij in een mum van tijd aanbeland bij het vergadercentrum. Hij loopt langs de ontvangstbalie waar medewerkers druk in gesprek zijn met andere bezoekers en zoekt een rustig hoekje op waar hij op de grond gaat zitten. En valt in slaap. Vragen » Wat is het probleem in deze situatie? » Waar ligt de grens van gastvrijheid (koffie, zitten)? » Is deze situatie te voorkomen? » Wie moeten hierop acteren? » Hoe kan er adequaat worden gereageerd op deze situatie? Discussieresultaten » 1 Kopje koffie mag, 2 kopjes is ook geen probleem, maar slapen wordt niet geaccepteerd ( huisregels). » Situatie is niet te voorkomen. » Signalering door iedereen die het ziet. » Beveiliging acteert in principe. » Wandelende informatiemedewerker signaleert, maakt geen slapende mensen wakker, signaleert naar de beveiliging. » Persoon vriendelijk aanspreken en wijzen op huisregels.

32

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

ver) voorgelegd aan de betrokkenen, om te doorleven hoe gastvrijheid en sociale veiligheid georganiseerd kunnen worden. Waar liggen de grenzen van gastvrijheid? De output van deze sessies maakte het mogelijk om de wensen en behoeften op organisatorisch vlak verder te concretiseren. Daarbij is onder meer gesproken over de afbakening tussen de inzet van WIM’s en beveiligingsmedewerkers (die in principe op de achtergrond opereren en niet op elke etage aanwezig zijn), maar ook over de inzet van technische maatregelen (paniekknoppen voor medewerkers). In dezelfde periode is er een risicoinventarisatie en -analyse uitgevoerd voor het nieuwe stadskantoor. De inventarisatie had als doel de ‘te beschermen belangen’ te inventariseren. De uitkomsten van bovengenoemde inventarisatie, analyse en sessies zijn gebundeld en hebben, samen met het programma van eisen, gediend als basis voor het ontwerp van de beveiligingsmaatregelen. Een opsomming van een aantal maatregelen:


nieuwbouw

» bouwkundige compartimentering van ruimten en gebieden; » toepassing van elektronische toegangscontrole op plaatsen waar beveiligingsschillen zijn aangebracht; » plaatsing van een centrale beveiligingsloge van waaruit door middel van een security managementsysteem monitoring plaatsvindt en aansturing wordt gegeven aan het inbraakalarmeringssysteem, het toegangscontrolesysteem, elektronische sleutelkasten, paniekknoppen en videobewaking.

Door het clusteren van verschillende organisatieonderdelen op één locatie zijn er uiteenlopende behoeften en risico’s die in kaart gebracht moeten worden, alvorens de juiste organisatorische oplossingen geboden kunnen worden. Een van de uitdagingen ligt bij borging van de organisatorische maatregelen in de lijnorganisatie. Het borgen van uitgangspunten en besluiten is hierin erg belangrijk. ‹‹

Grootste uitdaging De grootste uitdaging is om te zorgen dat de beveiligingsmaatregelen enerzijds voldoende zijn om alle risico’s te beheersen en anderzijds geen negatieve invloed hebben op de gastvrijheid in het gebouw. Door alle output op een juiste manier te vertalen is het gelukt het gewenste beveiligingsniveau te creëren met behoud van de hieronder weergegeven gastvrijheidsaspecten: » de publieksruimte is openbaar toegankelijk; » bezoekers hoeven zich niet te melden bij een receptiebalie en kunnen zich vrij bewegen over de publieksvloeren;

* Thomas Blom (linkerfoto) is adviseur Facility Management & Innovatie. Lennert Eikelenboom is adviseur Veiligheid & Beveiliging. Beiden werken bij het Facilitair Bedrijf van de gemeente Utrecht.

Een belangrijke taak is weggelegd voor de wandelende informatiemedewerker (WIM)

(Advertentie)

» medewerkers kunnen zich in het werkgebied vrij bewegen als gevolg van de bouwkundige compartimentering en de elektronische toegangscontrole; » medewerkers kunnen vanuit de parkeergarage/personeelsingang rechtstreeks het werkgebied betreden.

Organisatorische maatregelen Organisatorische maatregelen vormen het belangrijkste onderdeel binnen de mix van beveiligingsmaatregelen. Tot aan de ingebruikname van het nieuwe kantoor ligt de focus voornamelijk op de concretisering en implementatie van organisatorische maatregelen. Ook hierin is het van groot belang dat enerzijds het gewenste beveiligingsniveau wordt behaald, maar anderzijds de gastvrijheid niet nadelig wordt beïnvloed.

Tot slot Ondanks dat de gemeente Utrecht niet de ideale route heeft doorlopen, is het gelukt om tot een goede mix van beveiligingsmaatregelen te komen. De brede afstemming binnen de organisatie is hiervoor bepalend geweest. Tot aan de ingebruikname van het stadskantoor zal er nog verdere uitwerking moeten plaatsvinden over de verschillende taken en verantwoordelijkheden binnen de onderwerpen veiligheid, beveiliging en gastvrijheid.

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

33


finance

Facility Management In de huidige tijd is het voor veel organisaties zaak om financieel volledig ‘in control’ te zijn én te blijven. Dat geldt ook voor facilitaire organisaties. Hoe doe je dat, zonder in allerlei theoretische modellen te verzanden? Tijd voor tien praktijkgerichte handvatten om mee aan de slag te gaan. HANS DE WAAL *

H

et is niet alleen aan de huidige economische situatie te wijten dat er ook binnen het vakgebied FM veel aandacht is voor het beheersen van de financiële huishouding. Van de huidige facility manager en zijn medewerkers wordt op financieel gebied meer en meer verwacht: hij moet niet alleen beschikken over financiële basiskennis maar ook in staat zijn om op directieniveau financiële beslissingen en consequenties te onderbouwen. Het financieel ‘in control’ zijn is in ieder geval een voorwaarde. Bestaat er zoiets als een succesformule om als facilitaire organisatie in control te komen? De link tussen financieel management enerzijds en de inhoudelijke kant van FM anderzijds heeft mij de laatste jaren vanuit diverse gezichtspunten beziggehouden. Als divisiecontroller in het Albert Schweitzer ziekenhuis (Dordrecht en omgeving) heb ik mij zes jaar beziggehouden met het in control komen en blijven van de ondersteunende diensten. Daarnaast zie ik dat in het hbo-FMonderwijs meer en meer aandacht wordt besteed aan de zogenaamde financiële competenties van de studenten. Het is niet voor niets dat het LOOFD (Landelijk Overleg hbo-opleidingen FM) deze benoemt als (zesde) financiële en organisatorische competentie. Er wordt gesproken over de vaardigheid tot het analyseren, interpreteren en presenteren van FM-relevante financiële informatie en het kunnen opstellen van een business case. Het belang voor een facilitaire organisatie om ‘in control’ te zijn is minstens

34

zo groot als voor het primaire proces. Immers, je wilt als FM niet te boek staan als ‘opmaakafdeling’. En bij een aanhoudend budgettekort of het niet kunnen presenteren van financiële cijfers hoef je niet eens te beginnen over zaken als toegevoegde waarde, marktconformiteit of hostmanship! Het begrip facilitaire organisatie kan overigens betrekking hebben op ondersteunende afdelingen in brede zin, dus ook bijvoorbeeld de inkoop- of ICT-functie.

mervakantie begint het bijsturen dan op z’n vroegst in september. Ook (of met name) in een facilitaire organisatie zijn er veel kosten die beïnvloed worden door wisselende productiecijfers of externe invloeden. Denk bijvoorbeeld aan voedingsdagen in een ziekenhuis of het wisselende energieverbruik als gevolg van weersomstandigheden. Overigens is het ook zaak de cijfers attractief weer te geven. Daarbij gelden de eisen die worden gesteld aan mo-

Je wilt als FM niet te boek staan als ‘opmaakafdeling’ Vanuit mijn ervaring als facilitair controller en manager heb ik een tienpuntenplan ontwikkeld om in control te komen én te blijven. Geen theoretisch model, maar praktijkgerichte handvatten (een soort tien geboden) om mee aan de slag te gaan.

Tip 1 Maandelijkse rapportages Het interval van financiële (en overige) rapportages kan per bedrijf verschillen. Maandelijks en per kwartaal rapporteren van de cijfers komen het meest voor. Wie daadwerkelijk zaken wil kunnen bijsturen, ontkomt er niet aan minimaal een keer per maand te rapporteren. Immers, als er per kwartaal wordt gerapporteerd, kennen we allemaal het volgende verschijnsel. Het eerste kwartaal loopt zo’n vaart niet, we zijn immers weer op de nullijn begonnen. De cijfers van het tweede kwartaal zijn er eind juli. Door de zo-

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

derne managementinformatie. Het verschijnsel van ‘Daar komt de boekhouder weer met z’n lijstjes’ moet hierbij sowieso voorkomen worden.

Tip 2

Aansluiting op het leidende administratieve systeem Als we dan rapporteren, moeten de cijfers aansluiten op het administratieve systeem dat organisatiebreed wordt gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan SAP, Exact of Afas. Het komt (begrijpelijk) nog vaak voor dat subadministraties worden gebruikt. Bijvoorbeeld de spreadsheet van de teamleider die bepaalde overzichten zelf bijhoudt. Dat zijn echter niet de cijfers die bij de Raad van Bestuur op het bureau liggen en waarmee de facilitair directeur wordt geconfronteerd. Een voorbeeld is de voedingsadministratie in een zorginstelling: daarin wordt tot op maaltijdniveau de kosten-


finance

in Control tieve en enthousiaste manier bezig te zijn met de financiën van zijn of haar kostenplaatsen. Dan ontstaat het goede samenspel tussen financiële functie en inhoudelijk verantwoordelijken.

Tip 5 Werken met indicatoren

structuur bijgehouden. Dit zal echter altijd aangesloten moeten worden op de (hoofd)kostensoorten in het grootboek die een optelling zijn van vele facturen en euros. Binnen een facilitaire organisatie is het niet zelden het FMIS dat een subadministratie op zichzelf vormt.

Tip 3

Strakke planning- en controlcyclus Vanuit het rapporteren en het systeem komen we vanzelf bij het denken op de langere termijn. De planning- en controlcyclus (uitgaande van de ‘plan-docheck-act’-gedachte) is eigenlijk niets anders dan de financiële agenda van de organisatie. Deze zorgt voor duidelijke afspraken: wanneer moet de begroting klaar zijn? Wanneer zijn de maand- en kwartaalcijfers gereed? Wanneer moet een bepaalde rapportage ingeleverd worden? Een kwestie van plannen. Om ruis en communicatieproblemen te voorkomen staat duidelijkheid hierbij voorop. Als divisiecontroller verzamelde ik altijd alle bekende data uit verschillende bronnen en maakte daar een kalendertje van op één A4. Dat

en kostprijzen Is die 100.000 euro nu veel of weinig? Is dit tot stand gekomen door te roepen ‘Doe maar een ton’? Bij elk bedrag horen eenheden. Zo kan die ton in geld bestaan uit 20.000 stuks van 5 euro. Uiteraard is de duidelijkheid over de achterliggende eenheden van belang om het juiste gesprek te voeren. Daarbij hoort dan natuurlijk ook weer het kwaliteitsniveau benoemd te zijn. Het gaat dus ook altijd om de wereld achter de getallen. In een facilitaire organisatie niet zelden over vierkante meters, werkplekken, KiloWatturen, aantal apparaten of (lig)dagen. Deze worden dan weer vaak bijgehouden in een subadministratie (zie punt 2). Optimaal is een grootboeksysteem dat behalve bedragen ook bijbehorende eenheden kan registreren. En bij eenheden denken we dan ook gelijk aan de kostprijs. Dit is de geldwaarde van de opgeofferde productiemiddelen per eenheid product, zoals ik het er ooit ingestampt heb gekregen.

had iedere manager en/of budgethouder op het prikbord hangen.

Tip 4

Duidelijke taak- en rolverdeling ‘Ik ben maar controller …’ Dat zei ik nogal eens als het over de verantwoording van de cijfers ging. Een misverstand dat nogal eens voorkomt, is dat mensen naar de financiële functies verwijzen als het om verantwoordelijkheid voor de cijfers gaat. Natuurlijk

Het is ook zaak de cijfers attractief weer te geven moeten financiële mensen zorgen voor tijdige en betrouwbare informatie. Maar de verantwoordelijkheid voor het resultaat (bijvoorbeeld een sterk negatieve afwijking van het afgesproken budget) ligt bij de budgethouder, vaak een lijnmanager. Deze zal ook aangesproken moeten worden op het resultaat. Maar ook worden geprikkeld om op een posi-

Tot slot geldt dat grip op bedragen en eenheden noodzaak is bij doorberekende kosten of financiële SLA-afspraken.

Tip 6

Integratie beleid, HRM en controlfunctie Als het goed is, ontstaan planningen, en daarvan afgeleid budgetten, vanuit de langeretermijnmissie en -visie van

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

35

»


finance

een bedrijf of organisatie. De bedragen in de boekhouding staan dus nooit op zichzelf en zijn altijd een gevolg van gemaakte keuzes. De middelen zijn nu eenmaal altijd beperkt en beleid ontstaat vrijwel altijd door het maken van keuzes. Een controller zal dus betrokken moeten zijn bij en geïnformeerd over de totstandkoming van het beleid. Ook is er de wederzijdse afhankelijkheid binnen vakgebieden. Denk aan de invloed van HRM. Zelf heb ik meegemaakt dat gezien de grootte van de organisatie elke 1 procent ziekteverzuim de facilitaire organisatie alleen al € 100.000,- per jaar kostte. Ziekteverzuimcijfers waren daarmee een essentieel onderdeel van maandrapportages en begrotingsbesprekingen.

Tip 7

Opbrengsten op orde Binnen het facilitaire werkveld zijn we toch wel geneigd om ons te focussen op kosten. Extra opbrengsten kunnen echter onder de streep een hoop nare maatregelen schelen als er keuzes gemaakt moeten worden over bezuinigingen of nieuw beleid. Studenten op de hogeschool vinden het mooiste voorbeeld altijd het verhuren van een vierkante meter op het dak aan een telecomprovider. Het kan de meest productieve en rendabele vierkante meter van het hele bedrijf worden! En op een ander niveau gedacht geldt: het benutten van de toch al terugverdiende vaste kosten. Een zorginstelling met overcapaciteit van de keuken kan besluiten voeding te bereiden voor andere instellingen. De vaste kosten zullen niet of nauwelijks stijgen. Men kan echter wel de totale kostprijs (vaste en variabele kosten) in rekening brengen. Of men besluit hierdoor tot een scherpe prijsstelling: een win-winsituatie.

Tip 8 Proactief naar adminis-

tratie en (centrale) controlfunctie Het maakt hierbij uit of de controller zelf deel uitmaakt van de facilitaire organisatie of onderdeel is van een centrale planning- en controlafdeling. In beide gevallen dient optimaal gecommuniceerd te worden tussen

36

facilitaire organisatie en controlfunctie. Ook hier geldt weer het niet-profileren als slechts ondersteunende kostenveroorzaker. Een proactieve facilitaire organisatie kan immers aantonen dat zij mede door het ‘in control zijn’ absolute meerwaarde levert aan het primaire proces. Of uitbestedingsdiscussies voeren. Of een voorbeeld zijn voor menige ‘primaire’ afdeling.

Tip 9

Benchmarking Elke presentatie over benchmarking begin ik met een plaatje van een appel en een peer. Het doel is om de kritische vragen over vergelijkbaarheid voor te blijven. Die komen namelijk altijd. Dat geeft niet. Benchmarkcijfers, oftewel vergelijkende kengetallen van verschillende organisaties, zeggen altijd wel iets. Het gaat erom te erkennen dat een trend zichtbaar is en niet dat het juiste getal tot op de laatste euro uitgerekend en vergelijkbaar is. Bij een score die qua kosten aan de hoge kant is, zou je kunnen onderzoeken waarom dat zo is en de organisaties met de lagere kosten als ‘best case’ gebruiken. Als je qua kosten aan de lage kant zit en je weet dat de kwaliteit op orde is, is de Raad van Bestuur wellicht makkelijker te overtuigen dat er niet meer te bezuinigen valt.

(bijvoorbeeld dat van Quinn & Cameron) wordt uitgedrukt, dan gelden meestal twee dimensies: naar ‘binnen’ versus naar ‘buiten’ gericht en ‘formeel’ versus ‘informeel’. Het vooral naar buiten kijken in plaats van naar binnen gericht zijn sluit goed aan bij voorgaande punten (denk aan benchmarking). Een informele in plaats van een formele benadering maakt het compleet. Immers, dan ben je ook als facilitair manager of controller flexibel in denken, handelen en het benaderen van de snelle ontwikkelingen.

Slot Voornoemde punten zijn zoals gezegd handvatten uit de beroepspraktijk. Over elk onderwerp is verdieping te vinden of er bestaan complete modules en lesboeken over. De moderne facility manager kan zich niet meer onttrekken aan kennis van en ervaring op het gebied van financien en ‘in control’ komen. Dat geldt ook voor de toekomstige vakgenoten. Binnen het onderwijs is er toenemende aandacht voor deze materie. De tijd dat in een eindscriptie een bedrijfskundige paragraaf ontbrak, ligt vrijwel achter ons. Deze paragraaf is meer dan een rijtje opgesomde kosten, het gaat veel meer om de wereld en het begrip erachter. Kortom: de koppeling van financiën en bedrijfsvoering aan de inhoudelijke kant van FM! ‹‹

Tip 10

Cultuur Iedereen weet het eigenlijk wel: (bedrijfs)cultuur is moeilijk te definiëren, maar van grote invloed op de resultaten van een organisatie. Ook de ‘juiste’ cultuur heeft alles te maken met ‘in control’ komen. Zo zal een controller van een facilitaire organisatie meer nog dan bij een andersoortige organisatie een hands-on mentaliteit moeten vertonen. Tegenwoordig is de term business controller in opkomst. Een goede business controller heeft dan ook daadwerkelijk inhoudelijke feeling met wat zich dagelijks afspeelt. Een controller die op papier de juiste kostprijs voeding berekend denkt te hebben maar nog nooit de bereidingsruimte heeft betreden, heeft minder recht van spreken. Als het begrip cultuur in een model

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

* Hans de Waal MBA is afdelingshoofd Bedrijfsvoering van de op 1 januari 2013 tot gemeente Molenwaard te fuseren gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland. Ook is hij lid van het CvT van de FM-opleiding Haagse Hogeschool. Hij was zes jaar senior-divisiecontroller Facilitair Bedrijf in het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht.


kantoor

Zo drinken we koffie in de toekomst De koffiemachine van de toekomst heeft een display waarop nieuwsflitsen van het bedrijf worden getoond, biedt gepersonaliseerde koffie aan en weet precies wanneer er een storing aan zit te komen. Tijdens de presentatie van het nieuwe Autobar Holland medio september werden de ontwikkelingen van koffiedrinken op het werk besproken. ALINE DE BRUIN *

I

n het nieuwe Autobar Holland zijn meerdere merken samengevoegd: Autobar, Café Bar en Roode Pelikaan. Het bedrijfsmodel van de koffieleverancier is onlangs aangepast. Volgens Managing Director Vincent Peeters ligt de focus nu meer op wat de klant wil. De meerwaarde zit volgens hem niet direct in de koffiemachines of in de soorten koffie en thee, maar wel in de dienstverlening rondom de producten. ‘Niemand verwacht dat er een magistrale kop koffie uit een automaat komt, maar men verwacht wel dat er altijd koffie uitkomt. Kwaliteit en snelle reparatie zijn dus belangrijk.’

Kwaliteit De koffievoorziening op het werk moet aangepast worden om de maatschappelijke ontwikkelingen tegemoet te komen. Nu Het Nieuwe Werken steeds meer opkomt, heeft dat ook gevolgen voor het koffieaanbod. ‘Door Het Nieuwe Werken worden werkplekken anders ingericht. Kantoren worden meer sociale ontmoetingsplekken, waarbij koffie de bindende factor is en het aanbieden van een heerlijk en duurzaam kopje koffie centraal staat’, zegt Marketing Director René Jansen. Volgens hem krijgt ieder bedrijf in de toekomst bijvoorbeeld een eigen espressobar of loungeruimte. ‘Door

de toenemende behoefte aan kwaliteit zien steeds meer bedrijven het belang in van een mooie koffiehoek met een bijbehorende koffiemachine. Werkgevers zullen er meer voor kiezen om een sfeervolle koffiecorner in te richten.’

Interactieve machines Over tien jaar zullen de koffiemachines er bovendien heel anders uitzien dan nu. Er gaat interactie plaatsvinden met de medewerkers. Peeters: ‘Werkgevers kunnen nieuwsflitsen van het bedrijf, twitterfeeds of nieuwe productintroducties gaan vertonen in de tijd dat je op je koffie moet wachten. Via het display van de machine kan er worden gecommuniceerd met medewerkers.’

Een andere mogelijke innovatie is het idee van gepersonaliseerde koffie. Een machine die dankzij gezichtsherken-

‘De koffiemachine heeft straks een display met nieuwsflitsen van het bedrijf’ Daarnaast kunnen automaten een storing al ruim van tevoren gaan herkennen, zodat er tijdig een waarschuwing uitgaat naar de technische dienst en er een reparateur kan komen. ‘Op die manier neem je ook ergernis weg bij de gebruiker. Die wil gewoon alleen maar zijn kopje koffie.’

ning automatisch weet dat je liefhebber bent van een sterke espresso met twee klontjes suiker. Waarom niet? ‘Alles is mogelijk. Het wachten is alleen nog even op de leveranciers van de automaten’, zegt Peeters. ‘Maar de markt is ongelooflijk in beweging.’ ‹‹ * Aline de Bruin is journalist bij Vakmedianet

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

37


boekrecensie

Je iPad als mobiel kantoor De afgelopen jaren is het aantal tablets in Nederland explosief toegenomen. Eind 2011 waren er al meer dan een miljoen verkocht en de verwachting is dat dit aantal zal verdubbelen voor het einde van 2012. Een groot deel betreft iPads, die we steeds meer in het zakelijke gebruik tegenkomen. IAN VAN DER POOL * Een toenemend aantal professionals heeft de voordelen van de iPad in het zakelijk gebruik ontdekt en probeert hiermee het werk efficiënter, mobieler en slimmer in te richten. In de praktijk blijkt dit nog niet altijd mee te vallen, omdat velen nog niet goed weten hoe ze de iPad zakelijk optimaal kunnen inzetten. Met dit boekje biedt Van Loevezijn de zakelijke gebruiker een handreiking bij het gebruik van de iPad. Hij maakt daarbij onderscheid in de thema's informatie-

lende beschikbare zakelijke apps kan handig zijn. De vraag rijst alleen wat nu echt de toegevoegde waarde is ten opzichte van de vele tijdschriften waarin iPad-apps worden beschreven. ‹‹ Titel Auteur Uitgeverij management, creatief gebruik, communiceren, tijd- en taakmanagement, presenteren en relatiebeheer. Per onderwerp krijgt de lezer een korte toelichting op de sterke en minder sterke kanten van de iPad en worden de op dit moment meest geschikte applicaties of 'apps' nader toegelicht. Zowel de beginnende als gevorderde iPad-gebruiker kan daarom zijn voordeel doen met dit handzame en makkelijk leesbare boekje. Vooral de beschrijving van de mogelijkheden van de verschil-

ISBN Prijs

: Je iPad als mobiel kantoor : Peter van Loevezijn : Van Duuren Management : 9789089651211 : € 19,95

* Ian van der Pool MFM is werkzaam bij Vision FM. Hij schrijft boekrecensies op persoonlijke titel.

Waardering: Conclusie: Makkelijk toepasbaar door overzichtelijke indeling

DIV-column

E-learning, het nieuwe leren Bij de invoering van een Document Management Systeem kijken opdrachtgevers steeds vaker naar e-learning als alternatief voor traditionele, klassikale opleidingen. Achterliggende gedachte is meestal kostenreductie. ERIK GUBLER * Het idee is dat bij grote hoeveelheden cursisten dit een uitkomst biedt, met name bij standaardopleidingen. In lijn met Het Nieuwe Werken moet het mogelijk zijn om onafhankelijk van tijd en plaats en op individuele basis te kunnen leren. Er is echter een trend zichtbaar waarbij de nadruk minder ligt op kostenreductie, maar veel meer op kwaliteit, traceerbaarheid en structurele ondersteuning van opleiden. Het idee hierbij is dat e-learning initieel geen winst hoeft op te leveren. Men moet namelijk eenmalig investeren in software en de beheerorganisatie hiervan.

38

Het grote voordeel is echter dat als er eenmaal is geïnvesteerd in de infrastructuur, het maken van een volgende cursus of training veel efficiënter gaat en dus ook een stuk goedkoper is. Maar de voordelen van e-learning gaan verder. Bij de vele klassikale trainingen die ik heb gegeven, moet je aan het begin veel investeren om de cursisten qua kennis en informatie op één lijn te krijgen. Probleem is dat sommige mensen het verhaal al lang kennen, terwijl voor andere mensen het een compleet nieuwe materie is. Dit betekent ook dat het voor sommigen te snel gaat, terwijl anderen zitten te wachten totdat het echt interessant wordt. Met e-learning los je het probleem op doordat je de achtergrondinformatie digitaal verstrekt, zodat iedereen in zijn eigen tempo hier doorheen kan gaan. Door dit onderdeel van een eindtoets te voorzien, is het mogelijk om mensen toe

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

te laten tot de feitelijke training die bewezen minimale voorkennis hebben. Ander voordeel van e-learning is dat je de inhoud van de cursus kunt gebruiken als online help voor de applicatie. Dit zou een ontlasting moeten geven van de helpdesk en besparing van de papieren handleidingen. Het complexe van e-learning is dat je rekening moet houden met verschillende leerstijlen en met het feit dat mensen een willekeurige route door de modules moeten kunnen volgen zonder de weg kwijt te raken. Dit betekent dat het een combinatie moet zijn van informatie delen, het systeem uitleggen, vragen beantwoorden en oefeningen uitvoeren. Hoe dan ook, e-learning, mits goed ingezet, biedt mooie kansen voor organisaties bij het invoeren van het nieuwe leren. ‹‹ * Erik Gubler, senior-consultant bij Ordina (erik.gubler@ordina.nl)


agenda

rising star

Facilitaire Vakbeurs Assen Datum: 3 en 4 oktober Locatie: Assen Organisator: CNO Expo en TT Hall

Floor Simmer

FacilityPOWER! Datum: 3 oktober Locatie: Capelle aan den IJssel Organisator: Facto Opleidingen

Leeftijd: 27 jaar Opleiding: Bedrijfscommunicatie (Radboud Universiteit) en Facility Management (Haagse Hogeschool)

48 uur F-MEX EU FM stedentrip Datum: 25 en 26 oktober Locatie: nog niet bekend Organisator: F-MEX World Work Place Conference & Expo Datum: 31 oktober t/m 2 november Locatie: San Antonio, Texas Organisator: IFMA Security Management Congres Datum: 1 november Locatie: NBC Nieuwegein Organisator: Security Management De week van Het Nieuwe Werken 12 november tot en met 16 november Diverse locaties in Nederland Organisator: Het Nieuwe Werken doe je zelf! SecuVak Datum: 13, 14 en 15 november Locatie: Venray Organisator: Evenementenhal Venray ALV FMN Datum: 15 november Locatie: Rabobank Nederland, Utrecht Organisator: FMN International Supply Management Congress Datum: 29 en 30 november Locatie: RAI Amsterdam Organisator: NEVI Succes met aanbesteden! Facto Magazine-middagcongres Datum: 18 december (vanaf 13.00 uur) Locatie: Hotel Van der Valk, Breukelen Organisator: Facto Magazine Vakbeurs Facilitair 2013 Datum: 16 t/m 18 januari Locatie: ‘s-Hertogenbosch Organisator: HolaPress Communicatie

Meer informatie: www.factomagazine.nl, klik op ‘Agenda’.

In deze rubriek komt jong talent aan het woord over carrière en ambities. Aanmelden van personen kan bij de redactie: gdessing@kluwer.nl

» Ik ben: inkoper bij Madurodam. » Mijn werk bestaat uit: het coördineren van grote inkoopactiviteiten en het ontwikkelen van kaders. » Belangrijkste inkoop/FM-trend? Inkoopcijfers worden organisatiecijfers. Het MT stuurt onder andere op KPI’s, zoals spend onder contract. » Over vijf jaar heb ik: meer ervaring in meerdere inkoopdisciplines. » Grootste verbazing tot nu toe? Het imago van inkopers. Beelden als ‘Vrouwen in inkoop?’, ‘Bestelloket en administratief’ corresponderen niet met de realiteit. Sociale skills zijn belangrijk, het gaat niet om die eenmalige korting maar om samenwerking te realiseren. » Grootste succes tot nu toe? De recente verbouwing van Madurodam was een inkoopklus van 8 miljoen euro. Daarnaast heb ik met trots inkoop op de kaart gezet. Eén van de eerste veranderingen is de invoering van een geautomatiseerd inkoopproces. Hiermee is de eerste stap gezet naar kostenbeheersing en -bewaking. » Social media? Als medewerker van Madurodam zie ik social media als platform met een groot bereik; wij posten bijvoorbeeld nieuwe vacatures. » Wat zou je graag beter kunnen? Voor inkopers is een juridische basis belangrijk. In cursussen heb ik veel geleerd over voorwaarden, contractvormen en aanbestedingsrecht. Nog steeds wil ik hier meer van leren. » Laatst gelezen managementboek? ‘Inkoop, een nieuw paradigma’ van Gerco Rietveld. Dat boek heb ik goed kunnen gebruiken bij het opzetten van inkoop bij Madurodam. ‹‹

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

39


over

Het Nieuwe Werken

Leidinggeven aan de nieuwe werkers

POWERSEMINAR 7 november 2012 / BCN Rotterdam

Werd in juni beoordeeld met een 8,1! Een paar reacties van deelnemers:

Ǧ Ǧ Ǧ Tijdens dit seminar leert u in één dag alles over de 3 kritische succesfactoren voor leidinggeven aan Nieuwe Werkers. De praktische, concrete informatie kunt u de volgende dag direct toepassen binnen uw eigen team!

“Ik vond het erg interessant, energiek en inspirerend. In korte tijd veel informatie gekregen. Leuke mogelijkheid om geïnteresseerden in HNW te ontmoeten.” “Interessante en goed verzorgde bijeenkomst met een prima prijs/kwaliteitverhouding!” “Uitstekend verzorgd, onderhoudend, informatief, inspirerend en interactief.”

Bekijk het complete programma en schrijf je in:

www.ohnw.nl/powerseminar


recht

Negeren asbestregels bestraft Bij een saneringsklus wordt asbesthoudend materiaal verwerkt zonder enige voorziening. De directeur van het saneringsbedrijf wordt veroordeeld wegens feitelijk leidinggeven aan een aantal overtredingen. Enerzijds zijn derden in gevaar gebracht, anderzijds had hij kunnen weten dat ernstig gevaar was te verwachten voor de gezondheid van de werknemers. ROB POORT *

B

ij de controle van een renovatieproject treft de Inspectie SZW enkele werknemers aan die werken aan het asbesthoudend dakbeschot op de zolder van een studentenhuis. Met een elektrische zaag worden uitsparingen gemaakt voor het plaatsen van dakkapellen. Het neerdalende stof wordt niet opgezogen. Ramen en deuren zijn opengezet, waardoor de asbestvezels extra worden verspreid. Het gebied is niet afgezet en voor medebewoners toegankelijk. De werkgever wordt vervolgd, omdat hij werk heeft laten uitvoeren waarbij ernstige schade aan de gezondheid

dat het vrijkomen van asbeststof zoveel mogelijk werd tegengegaan. In de discussie over het al dan niet overschrijden van de grenswaarde van asbeststof in lucht haakt de rechter aan bij het TNO-eindrapport ‘Risicogerichte classificatie van werkzaamheden met asbest’. Daaruit volgt een risicoclassificatie die ruim is overschreden. Dat wordt bevestigd door de gemeentelijke asbestinventarisatie, die aangaf dat de gehele verdieping, inclusief de slaapkamer van een student, met asbeststof was besmet. Van blootstel-

Rechter De rechter stelt vast dat het werk vooraf onvoldoende was geïnventariseerd op de aanwezigheid van asbest. Ook is in strijd met art. 4.45 Arbobesluit de concentratie van asbeststof in de lucht niet zo laag mogelijk gehouden. Verder waren de werkmethoden niet zodanig

Niet gecertificeerd Het werk is niet uitgevoerd door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf (art. 4.54d Arbobesluit) en vakbekwame, gecertificeerde toezichthouders ontbraken. Ook waren de werknemers niet voorgelicht over het gevaar van blootstelling aan asbeststof, de mogelijke maatregelen en het juiste gebruik van kleding en beschermingsmiddelen. Volgens de rechter kunnen het binnenkrijgen van asbesthoudend materiaal en de gevolgen van dit materiaal in het lichaam worden aangemerkt als ‘ernstige schade voor de gezondheid’ en ‘levensgevaar’ in de zin van artikel 32 Arbowet. Het is niet nodig dat het gevaar zich heeft verwezenlijkt: het ontstaan of laten bestaan van de gevaarlijke situatie door het niet-naleven van voorschriften is voldoende. Daarom wordt de directeur veroordeeld tot een maand voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en een werkstraf van zestig uur.

Aantekening

Werknemers hebben ten minste twee dagen zonder adequate bescherming in de besmette ruimten gewerkt van de werknemers verwacht kon worden (art. 32 Arbowet) en eveneens de veiligheid en de gezondheid van derden in gevaar zijn gebracht (art. 10 Arbowet).

waarde was gedaald, verandert daar niets aan.

ling aan een lage concentratie is daarom volgens de rechter geen sprake. Ook getuigen hebben verklaard dat veel asbesthoudend stof is vrijgekomen. Daarom is zeker dat de werknemers ten minste twee dagen zonder adequate bescherming in de besmette ruimten hebben gewerkt, waarbij er geen sprake was van een te verwaarlozen hoeveelheid asbestvezels. Dat uit luchtmetingen achteraf bleek dat de concentratie tot onder de grens-

Blootstelling aan asbeststof kan voor werknemers en anderen ernstige gevolgen met zich meebrengen. In veel (oudere) panden (ook kantoren!) kan nog vaak asbest voorkomen. Uit het Inspectierapport Asbest 2009 / 2010 bleek dat op twee van de drie locaties (!) de regels werden overtreden. Bij eenderde was de situatie zo ernstig dat het werk werd stilgelegd. Dat brengt extra kosten mee, die zijn te vermijden door voorafgaand aan de werkzaamheden de risico’s van asbest te inventariseren. ‹‹ (Rechtbank Maastricht, 3 april 2012, LJN: BW2163) * mr. ing. R.O.B. Poort is jurist en veiligheidskundige (www.bureaupoort.nl)

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

41




producten-/dienstenregister Bedrijfscatering

SAB Catering B.V. Postbus 59, 1160 AB Zwanenburg T 020 4079200 – F 020 4977385 info@sabcatering.nl www.sabcatering.nl

Facilitaire diensten

Glas- en gevelreiniging

WWW.DOLMANS.COM SCHOON MAAKT BLIJ t 088 0 - 365 62 00 f s.com e info@dolman

Parkeervoorzieningen

Sanitaire dienstverlening

Schoonmaakorganisatie

Gratis e-mailnieuwsbrief Facto Magazine? Meld u aan via www.factomagazine.nl

DE PARKEERBEUGEL MET AFSTANDSBEDIENING

072 - 511 59 27 www.privapark.nl

CWS Nederland B.V. | De Beverspijken 16, 5221 ED ‘s-Hertogenbosch | T 073 6 338 338 | E: info.nl@cws.com

www.serving-nature.nl

Postbus 417, 5400 AK Uden T 0413 285 111 F 0413 251 455 cleaning@csu.nl www.csucleaning.nl

Graag ontvang ik meer informatie over de plaatsingsmogelijkheden in het producten-/dienstenregister van Facto Magazine! Ingevulde coupon kunt u sturen naar: Kluwer, t.a.v. Liesbeth van den Hoek, Postbus 4, 2400 MA Alphen aan den Rijn. U kunt ook bellen: (0172) 46 64 71

Organisatie:

Naam

M/V

Postbus

PC/Plaats

Tel.:

E-mail:


contacten en contracten

FGB scriptieprijs 2012

Contract WTC Amsterdam en D&B

Dit jaar is de FGB Scriptieprijs gewonnen door Pandora Bol en Anne Ensing met hun scriptie over kantoorhuisvesting op Shell Pernis. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt op de Hogeschool Rotterdam. Alle studenten van de opleiding Facility Management dingen mee naar deze prijs met hun afstudeerscriptie. De prijs werd uitgereikt door Ingrid Vasenna van FGB.

D&B The Facility Group verzorgt samen met de Beheermaatschappij WTC Amsterdam de invulling van de facilitaire dienstverlening in World Trade Center Amsterdam. Daarnaast worden D&B Security en D&B Hospitality verantwoordelijk voor alle beveiligings- en receptiediensten alsmede de servicetaken. Op dit moment is meer dan 97 procent

iNFacilities exploitant van De Kreek Met ingang van het nieuwe schooljaar zorgt iNFacilities voor beheer, exploitatie, horeca en onderhoud van De Kreek in Bangert en Oosterpolder. Dit is het resultaat van een openbare Europese aanbesteding. Op 8 augustus hebben de gemeente en iNFacilities het contract hiervoor getekend. Op de foto Tom Plat (Bureau Vastgoed Gemeente Hoorn), Jos Klijnhout (directie iNFacilities), Renee Huijsman (Bureau Vastgoed Gemeente Hoorn) en Dolf Klijnhout (directie iNFacilities).

ISS beveiligt Universiteit van Utrecht ISS Security Services en de Universiteit van Utrecht hebben een overeenkomst ondertekend voor de beveiliging van de Universiteit voor de komende vier jaar. Ineke van Oosten, directeur Facilitair Service Centrum (Universiteit van Utrecht) en Aad de Vries, directeur ISS Security Services, ondertekenden de overeenkomst. ISS gaat het eigen beveiligingsteam van de Universiteit van Utrecht aanvullen met beveiligers en security hosts. Ongeveer 35 medewerkers van de huidige dienstverlener worden overgenomen en daarbij wordt nog een zelfde aantal nieuwe medewerkers aangetrokken.

van het totale (verhuurbare) vloeroppervlak van WTC Amsterdam verhuurd. Om deze bezettingsgraad vast te kunnen houden, wil het WTC de huurders services aanbieden op een nog hoger niveau. Beleving en comfort zullen een steeds belangrijker element worden voor kantooromgevingen, aldus Marc Claassen, FM-verantwoordelijke bij het WTC.

Van Hoof nieuwe directievoorzitter CSU De Raad van Commissarissen van CSU gaat John van Hoof (52) benoemen tot nieuwe directievoorzitter. Van Hoof heeft ruime ervaring in branches waar het om mensenwerk gaat, ook in de schoonmaakbranche. Hij bekleedde diverse financiĂŤle functies waarna hij sinds 2004 als algemeen directeur eindverantwoordelijk is voor Zorg van de Zaak Netwerk BV (voorheen arbodienst Maetis). Los van de beoogde wisseling van de directievoorzitter heeft statutair directeur Jan van der Schans al eerder

aangegeven aan het eind van dit jaar zijn werkzaamheden bij CSU te stoppen.

Benoemingen bij Gom Bij Gom hebben enkele benoemingen plaatsgevonden. Laetitia Simonis (foto onder) is aangesteld als business unitdirecteur van Gom Specialistische Reiniging. Simonis is al vanaf 2005 werkzaam bij Facilicom, waarvan de afgelopen vier jaar als districtsmanager Midden-Nederland. Aura Groen (foto rechts) is aangesteld

als P&O-directeur. Ze werkte sinds 2009 als P&O-manager bij de cateringdivisie van Facilicom. Groen keerde in 2009 al terug in dienst als P&O manager bij Prorest Catering. Dit na een uitstapje van zes jaar bij onder meer Ahold, Zara en interimopdrachten voor Shell.

KLM en Sodexo Altys continueren samenwerking KLM en Sodexo Altys gaan per 1 januari 2013 een nieuw vijfjarig contract aan voor facilitaire dienstverlening. Het contract dekt naast de dienstverlening aan KLM ook het facility ma-

nagement voor Martinair, transavia. com en de overige dochters van KLM. Het contract omvat een totaalpakket facilitaire dienstverlening, bestaande uit tientallen diensten.

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

45


Onafhankelijk vakblad voor facility management en inkoop

column

In de kroeg Op het moment dat ik deze column schrijf, zit ik op kantoor. Ja, u leest het goed, gewoon achter mijn bureau, op de zaak. Ik ben niet onderweg, zit niet in een hippe flexwerkruimte ergens in het centrum van een stad, zit niet in de trein met mijn laptop op schoot, maar doodnormaal op de zaak. En ik moet zeggen: dat bevalt me best. Ik geef toe, ik woon op een half uur rijden van mijn werk, bepaald geen onoverkomelijke rit woon-werkverkeer. Ik voer overleg, woon een interne presentatie bij en spar met mijn collega’s over invalshoeken voor een artikel of over zoiets als de lengte van een kop. Maar tegelijk is er ook ruimte voor de gebruikelijke ontspanningsmomenten en small talk (Echt? Was jij gisteren bij het optreden van Lady Gaga in de Ziggo Dome? Vertel ...).

Voor een medewerker van het Amerikaanse IT-bedrijf Automatic is dat anders. In de Wall Street Journal stond een verhaal over de office-less company. Automatic heeft 123 werknemers in 26 landen en ... niet één kantoor! Videoverbindingen, sociale netwerken, chatten, bellen, cloud computing en andere mobiele technologie, de medewerkers gebruiken deze en andere tools om, waar ze zich ook bevinden, samen te werken. Ze werken vanuit huis, maar als ze elkaar echt moeten ontmoeten stappen ze in het vliegtuig en organiseren ze een bijeenkomst. Eén keer per jaar is er een grote ‘meeting’ van een week. Het werkt. Het artikel plaatst wel enkele kanttekeningen. Zo zegt een manager 25 procent meer tijd kwijt te zijn aan het peilen of het met de de motivatie van zijn mensen wel goed zit en of ze hun taken wel uitvoeren (‘Je kunt niet zomaar even bij iemand zijn kamer inlopen om eens te horen hoe het ermee staat’). Daartegenover staat de toegenomen productiviteit van medewerkers en natuurlijk de enorme besparing op vastgoedkosten. Wat de toekomst van kantoren gaat worden? Ja, we zullen minder op kantoor zijn dan nu, maar allemaal werken voor een ‘kantoorloos kantoor’ zie ik ook niet voor me. Misschien worden de woorden van Hans Topée (zie pagina 12 van dit nummer) wel werkelijkheid: ‘Over vijf jaar bestaat een gemiddeld kantoor uit 50 procent projectruimten en 50 procent “kroeg”. Denk aan Dudok, lekker geroezemoes, geen muziek, maar wel werken, praten, dat doe je daar.’ Lijkt mij trouwens geen onaardig vooruitzicht. Kom je thuis aan het eind van de dag, vraagt je partner: ‘En? Hoe was het vandaag?’ Kan je af en toe zonder schroom antwoorden: ‘Prima, heb lekker met wat collega’s in de kroeg gezeten!’

Facto Magazine is een uitgave van Vakmedianet bv Redactieadres Postbus 4, 2400 MA Alphen aan den Rijn Telefoon: (0172) 46 66 22, Fax (0172) 44 06 81 Hoofdredacteur Gerard Dessing (gdessing@vakmedianet-alphen.nl) Eindredactie Ineke de Graaff (idegraaff@vakmedianet-alphen.nl) Uitgever Frédérique Zeemans Marketing Judith Verkerk (jverkerk@vakmedianet-alphen.nl) Advertentieverkoop Arjen Tuitert, Liesbeth van den Hoek Telefoon: (0172) 46 64 42 / 46 64 71 atuitert@vakmedianet-alphen.nl, lvdhoek@vakmedianet-alphen.nl Postbus 4, 2400 MA Alphen aan den Rijn Abonnementen Vragen over abonnementen kunt u richten aan de Klantenservice, (0570) 67 33 58, www.kluwer.nl/klantenservice. De abonnementsprijs is € 139,– (exclusief btw) per jaar. Studenten betalen € 55,– (inclusief btw). Prijzen zijn inclusief verzend- en administratiekosten. Losse verkoopprijs € 19,– per nummer, exclusief 6% BTW. Een abonnement kan op elk moment ingaan. Op elk tweede en volgende abonnement krijgt u 25% korting. U ontvangt 10 nummers per jaar. Opzeggen kan schriftelijk tot drie maanden voor de nieuwe jaargang bij Kluwer bv, Postbus 878, 7400 AW Deventer. Adreswijzigingen (met de oude adresgegevens) doorgeven aan Kluwer bv, afd. Relatiebeheer, Postbus 23, 7400 GA Deventer. Abonnementen in België Wolters Kluwer Belgium (WKB) Motstraat 30, B- 2800 Mechelen Telefoon: 0800-30143, Fax: 0800-17529 E-mail: info@kluwer.be Abonnementsprijs op aanvraag U vindt de algemene voorwaarden van WKB op www.kluwer.be Auteursrecht voorbehouden Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd. Op iedere inzending van een bijdrage of informatie zijn de Standaardpublicatievoorwaarden van Wolters Kluwer Nederland BV van toepassing, gedeponeerd ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam, onder nummer 217/1999; een kopie kan kosteloos bij de uitgever worden opgevraagd. Op alle uitgaven van Kluwer zijn de algemene leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze kunt u lezen op www.kluwer.nl of opvragen via (0570) 67 33 58. Partners CWS Nederland BV, Hectas, MPL Groep, TOPdesk Opmaak en DTP colorscan bv, Voorhout - www.colorscan.nl Basisvormgeving Verheul Media Supporters, Alphen aan den Rijn Druk Koninklijke Van Gorcum, Assen ISSN 0927-1384

Gerard Dessing, hoofdredacteur (gdessing@vakmedianet-alphen.nl)

46

Facto Magazine nummer 10 oktober 2012

www.factomagazine.nl


%HVWH )DFLOLW\ 0DQDJHU

=RX KHW QLHW KHHUOLMN ]LMQ DOV HHQ SUREOHHP DO LV RSJHORVW YRRU KHW LV RQWVWDDQ" IRU\RXUKRVSLWDOLW\ QO


VOORUITGANG VRAAGT OVERZICHT Want overzicht geeft rust. Het stelt u bovendien in staat om goed te beheren, maar ook om gedegen te bouwen. Als u vanuit rust beslissingen kunt nemen, ziet u de resultaten groeien. De facilitaire oplossingen van Axxerion geven u een uitzonderlijk goed totaalbeeld van uw werkzaamheden. Het systeem is uiterst gebruiksvriendelijk en biedt u een duidelijk overzicht door de heldere dashboards en rapportages en overzichtelijke workflows. Voor kleinere organisaties betekent het de directe beschikking over een totaaloplossing voor gegevens- en procesbeheer. Grote organisaties kunnen eenvoudig informatie en processen

delen met afdelingen, vestigingen, klanten en leveranciers. Last but not least, door het SaaS-model (Software as a Service) bespaart u kosten omdat de prijs wordt bepaald door het feitelijke gebruik. Kortom: Het Facility Management Informatie Systeem van Axxerion garandeert overzichtelijkheid. U creĂŤert rust en helpt daarmee uw onderneming vooruit. Wilt u ook overzicht creĂŤren: Neemt u dan gerust contact met ons op via nummer 026 - 474 2420.

Advancing your business Ressenerbroek 26b - 6666 MR Heteren - T. +31 26 474 2420 - E. info@axxerionfs.nl - www.axxerionfs.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.