Gastvrije Zorg december 2014

Page 1

GASTVRIJEZORG.NL

Nr.12 | 2014 | JAARGANG 48

Westfriesgasthuis

HIER WORDT WEER ÉCHT GEKOOKT! ONDER ANDERE IN DIT NUMMER >

> Klantvriendelijkheid is niet genoeg, zegt spreker en auteur Jos Burgers<

>Het liefst zes keer per dag iets eten in Ziekenhuis Gelderse Vallei<

>Hoe zou ontwerper Ronald Hooft een ziekenhuis inrichten?<


ORO Deurne - Zorgcentrum voor verstandelijk en lichamelijk gehandicapten

Hét verschil in detail Institutioneel / Kleinschalig wonen

Vers

Koelvers

Sous Vide

Maatwerkoplossingen voor het bereiden / regenereren van maaltijden

Diepvries

Wij hebben er verstand van! Een hoogwaardige, smaakvolle en voedzame maaltijd zonder verspilling

Minimale tijdsbesteding aan maaltijdbereiding en maximale tijdsbesteding aan zorgtaken

Maximale veiligheid voor cliënten en medewerkers

Besparing van ruimte, energie en operationele kosten

“Technology by means...”

Convotherm - Holland Techno Groep, A.F.P.S. Product-, systeem- en conceptoplossingen www.hollandtechnogroep.nl


10 Gastvrijheid volgens

Jos Burgers, spreker, auteur, econoom

24

18 Op naar de sterren

32 Nieuw maaltijdconcept van Ron Blaauw

’t Warant in Helmond (GGZ Oost Brabant)

Westfriesgasthuis

28

36

38

mijn gouden gastvrijheidsregels – 16

nieks

En verder 5 jaskers aantekeningen – 6 aantekeningen –

24 & 28

actueel – 9

thema tussendoortjes – 30

als ik baas was – 36

mijn

zorgrecept – 38 royal rustique – 41 nieuwe producten – 42 agenda en advertentie-index 3


Modulaire Woongroepkeuken $

#

$ ! $

$ ! % $ ! " $ !

Kleinschalig Wonen samen zelfstandig

1 2 3 ! "

www.kleinschalig-wonen.nl


Nr. 12 - 2014

jaskers aantekeningen

Liefst pizza, voor 1,19 euro Meike Beeren is ceo van Marqt. Dat is een kleine keten van biologische supermarkten in de Randstad met grootse dromen en een nog grootser doorzettingsvermogen. Ik las een groot interview met haar in Het Parool, dé krant van Amsterdam. Marqt is ook het grootst in de hoofdstad, vandaar waarschijnlijk het grote interview. Het interview gaat over idealen, biologische producten, prijzen, het elitaire imago van haar bedrijf en de eetcultuur van Nederland. Wat ze over dat laatste zei, stelde me teleur, zette me met beide benen op de grond en maakt van mij een leugenaar. Ik pleeg te zeggen dat we (en daar bedoel ik ons allemaal mee) kritischer worden op ons eten. Ik wijs dan op de opkomst van zaken als die van Beeren, boeren die terugkeren naar de bron en de toenemende populariteit van restaurants die eten met een verhaal verkopen. Beeren zegt in Het Parool: “Nederlanders besteden een relatief klein bedrag aan eten. We staan het kortst in de keuken, we eten drie miljoen kant-en-klaarmaaltijden per dag. Liefst pizza, voor 1,19 euro in de bonus. Onze eetcultuur heeft nog heel wat te winnen.” Tja, dat staat haaks op het verhaal dat ik ophang, maar ik moet tegelijkertijd zeggen dat het aardig matcht met het niveau van de maaltijdvoorziening in de zorg. In veel gevallen krijgen mensen een conveniencemaaltijd voorgeschoteld die nog geen 3 euro kost. Je zou dus kunnen zeggen dat de zorg perfect inspeelt op de wensen van de klant, als je de woorden van Beeren zo leest. De klant krijgt wat hij vraagt. Beeren laat het er niet bij zitten. “Wij hebben het gevoel dat we een beweging op gang moeten brengen. Als je de eetcultuur in dit land wil veranderen, ben je een soort missionaris.” Ze streeft er in elk geval naar dat er keuze is, zegt ze tegen de journalist. Ik schrijf dit, omdat ik tijdens het lezen van de woorden van Beeren gelijk moest denken aan Nils van Mourik, facilitair manager bij het Westfriesgasthuis in Hoorn. Ik denk dat hij de Meike Beeren van de ziekenhuiswereld is. Hoezo? Nou, dat leest u straks wel, een paar verhalen verderop. O ja, ik weet waar ik de fout in ben gegaan met mijn stelling dat mensen kritischer worden op hun eten. Ik woon in Amsterdam.

Jasker Kamp is hoofdredacteur van Gastvrije Zorg. Reageren op de aantekeningen van Jasker? jaskerkamp@vakmedianet.nl

5


Nr. 12 - 2014

actueel

Westfriesgasthuis zet de maaltijd weer op de kaart De koks in het Westfriesgasthuis staan sinds kort weer achter het fornuis, onder toeziend oog van topkok Ron Blaauw (foto). Hij stelde menu’s samen, met ingrediënten die voor het merendeel uit Noord-Holland komen. “Omdat patiënten weten waar het eten vandaan komt, voelen zij zich meer verbonden met het eten”, zegt manager Facilitair Bedrijf Nils van Mourik. Kant-en-klaarmaaltijden waarvan je niet weet waar de ingrediënten precies vandaan komen; dat kan langer niet in ons ziekenhuis, dacht Van Mourik. “We dachten alleen nog maar aan geld, efficiëntie en snelheid. Maar de betrokkenheid van de kok en de patiënt bij het eten was ver te zoeken. Daarbij zaten de kant-en-klaarmaaltijden vol conserveringsmiddelen en wisten we niet waar de ingrediënten vandaan kwamen.” Zie ook pagina 32: nieuw maaltijdconcept in het Westfriesgasthuis

Hulp van het jaar bekendgemaakt Jacqueline Rombouts, zelfstandig hulpverlener uit Etten-Leur, is uitgeroepen tot de Hulp van het Jaar 2014. Ze verleent palliatieve zorg en staat mensen dus bij in de laatste fase van hun leven. Jacquelines naasten noemen haar empathisch en toegewijd: een hulp die écht de tijd neemt voor haar cliënten. Wanneer Jacqueline aan het werk is, draait alles om de cliënt en vergeet ze even alles om haar heen. Zij heeft namelijk een dochtertje met een stofwisselingsziekte. “Het was een hele zware tijd en Fleur is zo ziek geweest, maar gelukkig heeft zij haar donorlever geaccepteerd en gaat het weer een stukje beter.” Het publiek heeft haar verhaal massaal omarmd, want Jacqueline won de verkiezing met een grote voorsprong. Er is meer dan vierduizend keer gestemd op de 77 deelnemers van de Hulp van het Jaarverkiezing, dat wordt georganiseerd door de Nationale Hulpgids. Veel verhalen van en over de genomineerden zijn terug te lezen op Hulpvanhetjaar.nl.

Patiënten houden vast aan geijkt eetpatroon Alle patiënten in Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede kunnen de hele dag door iets te eten of te drinken bestellen, maar in de praktijk doen ze dat nauwelijks. Dat zegt Nancy Janssen, diëtist in de Gelderse Vallei. “Ook al biedt het maaltijdconcept At Your Request de mogelijkheid om van 7 uur ‘s ochtends tot 7 uur ‘s avonds te bestellen, volgens de meeste mensen in de praktijk de geijkte patronen van ontbijt, lunch en avondmaaltijd.” Na een pilot in 2010 voerde Gelderse Vallei in samenwerking met Sodexo in 2012 At Your Requesët in. Patiënten kunnen binnen dit concept zelf kiezen wanneer ze eten of drinken en waar ze dat willen consumeren. Het softwareprogramma zorgt ervoor dat patiënten alleen producten kunnen bestellen die ze ook daadwerkelijk mogen hebben.

GASTVRIJHEID IN 11 WOORDEN

‘Gastvrijheid is vooral een visie, de juiste attitude en goed communiceren’ Gerry van Hulst, directeur van bureau de professionele mens

6


Nr. 12 - 2014

‘Klantvriendelijkheid is niet genoeg’ Voldoen aan de verwachtingen en op een vriendelijke manier met klanten omgaan, is in de zorg niet genoeg. Het gaat om echt helpen, zegt schrijver en spreker Jos Burgers. “Klantvriendelijkheid is niet genoeg. Als je voldoet aan verwachtingen, gebeurt er nog vrij weinig.” Het gaat er om de verwachtingen te overtreffen, zegt Burgers. “Doe een keer per dag iets uitzonderlijks. Geef een verdrietig familielid een maaltijd.” Schep je een precedent met deze uitzondering op de procedures? Toch doen, vindt Burgers. “Want bijzondere ervaringen, die vergeten mensen niet. Medewerkers zijn bang om een uitzondering op de regels te maken, terwijl dat juist echt gastvrij gedrag is.” Zie ook pagina 10: gastvrijheid volgens Jos Burgers

Zwarte lijst voor medewerkers in de zorg Werkgeversvereniging ZorgZijn heeft een zwarte lijst gelanceerd voor medewerkers in de zorg die cliënten mishandelen, bestelen of zich schuldig maken aan andere ontoelaatbare praktijken. Het ministerie van Volksgezondheid betaalde mee aan de ontwikkeling van het project en het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) keurde het register goed. Tot nu toe kunnen zorginstellingen medewerkers, sollicitanten of stagiaires niet controleren op goed gedrag. Het zogenoemde Waarschuwingsregister Zorg & Welzijn moet de zwarte lijst voor medewerkers in de zorg worden. Het is aan de werkgevers zelf om zich bij de zwarte lijst aan te sluiten. Onder strikte voorwaarden kunnen zij de persoonlijke dossiers inzien of persoonsgegevens met andere zorgorganisaties delen. Zo kunnen alleen mensen tegen wie aangifte is gedaan en zijn ontslagen in het waarschuwingsregister komen. Deze vermelding in de zwarte lijst is niet voor altijd, want na twee of vier jaar worden de gegevens automatisch uit het systeem verwijderd.

Zorg kan in 2015 vorstelijk blijven tafelen Stichting Ontwikkeling Nederlandse Kookkunst heeft besloten om het project Vorstelijk Tafelen in Nederland tot september 2015 door te laten lopen. Dit is een landelijke manifestatie ter ere van tweehonderd jaar koninkrijk, waarbij wordt stilgestaan bij onze eetcultuur en de vaderlandse kookgeschiedenis. De stichting heeft een kookboek samengesteld met historische recepten. Ook bewoners in de zorg krijgen daaruit tijdens speciale gelegenheden gerechten voorgeschoteld, van oude recepten die de zorgkoks naar eigen inzicht hebben geactualiseerd. En dat gaat wegens groot succes dus nog even door. “We krijgen toch nog regelmatig verzoeken uit het land”, zegt stichtingsvoorzitter Nico de Rooij enthousiast. “Waarschijnlijk gaan de locaties van BrabantZorg er ook nog mee aan de slag, net als ZINN in het Hoge Noorden.”

Fotografie Mike Roelofs

MÍJN MOMENT |

Martine van Os

Iedereen kan zich wel een moment of beeld voor de geest halen van pure gastvrijheid. Wat is jouw moment? Dit keer: Martine van Os, presentatrice bij Omroep Max: “Twee jaar terug kreeg ik last van mijn kaakspieren. De huisarts kon het niet plaatsen en verwees me door naar de kaakchirurg, die het ook een eigenaardig verschijnsel vond. Hij vroeg me terug te komen zodat zijn meer ervaren collega ernaar kon kijken. Fijn dat hij durfde toe te geven het niet te weten. Ik kon snel voor een nieuwe afspraak terecht en daar was de jongere kaakchirurg ook bij aanwezig. Dat was prettig, want in de zorg zie je vaak iedere keer een nieuw gezicht. Ze zagen mijn ongerustheid en namen alle tijd. Hun conclusie was dat ik langs de fysiotherapeut moest. In een ultiem gebaar van gastvrijheid brachten ze me met z’n tweeën naar de juiste afdeling. Dat gaf me een heel veilig gevoel. Met mijn kaak is het uiteindelijk goedgekomen.”

7


Nr. 12 - 2014

actueel

Het is lekker plassen in het VUmc Naar het toilet gaan in ziekenhuizen en zorginstellingen wordt steeds meer een feestje. Dat blijkt uit het door vakblad Service Management georganiseerde en in samenwerking met hygiëne-aanbieder Uniqcare uitgevoerde Nationaal Toiletonderzoek 2014. De toiletten in openbare gebouwen en de horeca waren, beiden met 38 procent goed, het schoonst. Op de derde plaats staat de gezondheidszorg met 37 procent goed. Dat is een hele stap vooruit vergeleken met 20 procent in 2013. In de zorg bezochten de onderzoekers de gemakkelijk toegankelijke toiletten bij de poliklinieken, niet die bij de patiëntenkamers. Eén van de toiletten sprong er in die categorie wat betreft aanblik én hygiëne uit: een toilet in het VUMC in Amsterdam. De overheersende indruk in de zorg is echter dat het vaak wat rommelig en sober is in de publiekstoiletten.

Zorgprofessional niet gehinderd door enige kennis Als het gaat om hoe het zorgstelsel in 2015 werkt, dan hebben dokters, verpleegkundigen en paramedici naar eigen zeggen te weinig kennis van zaken, zo blijkt uit onderzoek dat de VvAA onder zijn leden heeft gedaan. In de enquête kwamen onder meer vragen naar voren over stelsel, bekostiging en wetgeving van de zorg. Opmerkelijk, zo vonden ze ook bij de VvAA. Dus hebben ze in samenwerking met De Argumentenfabriek het boek ‘Zó werkt de zorg in Nederland. Kaartenboek Gezondheidszorg Editie 2015’ geschreven. “Ik denk dat dit boek zorgprofessionals helpt de veranderingen beter te begrijpen, om er helder over na te kunnen denken en zo nodig naar te handelen”, stelt Maaike de Vries, chef zorg bij De Argumentenfabriek. Edwin Brugman, directeur Kennismanagement en Netwerken van de VvAA: “De afgelopen jaren zijn er binnen de zorg rigoureuze maatregelen doorgevoerd. Vaak op basis van informatie die slechts voor weinigen toegankelijk en begrijpelijk is. Daardoor is er regelmatig maar weinig begrip, zeker omdat veel wél beschikbare informatie veelal gekleurd wordt weergegeven. Voor een genuanceerde discussie is kennis nodig. Die proberen we met dit boek te ontsluiten.”

Na het klaverjassen even kickboksen? Het kan zijn dat er in sommige verzorginghuis in de nabije toekomst af en toe een partijtje kickboksen plaatsvindt. Want ‘kickboksen voor ouderen’ is de opvallende winnaar geworden van de ideeënwedstrijd voor Zuid-Hollandse zorgstudenten, meldt Omroep West. Het winnende idee is afkomstig van de Leidse studente Lilian Djarkasi (24). Zij doet zelf aan kickboksen en neemt het graag op tegen ouderen in een verzorgingshuis. “Het kickboksen moet je natuurlijk wel afstemmen op hun conditie”, zegt Djarkasi tegen Omroep West. “En veiligheid staat voorop, dus we moeten extra valmatten en bescherming gebruiken.” Ook de 83-jarige Harry Swart staat pal achter het initiatief. Volgens hem moeten ouderen meer in beweging komen. “Ouderen kunnen elke sport aan. Met een brok vertrouwen en goede begeleiding kom je een heel eind.” Voor de ideeënwedstrijd leverden ruim honderd studenten initiatieven aan om de ouderenzorg te verbeteren.

8


Nr. 12 - 2014

mijn 5 gouden gastvrijheidsregels Wil van Gool is manager Hoteldiensten bij woonzorgcentrum De Heikant van De Wever. Ook bewoners uit de wijk kunnen hier gebruikmaken van de zorg, behandelingen en diensten. Tekst Aline de Bruin

1

l o o G n Wil va

Denk na over gedragsregels, maar noem ze vooral niet zo

“We hebben met z’n allen een aantal regels opgesteld onder de naam ‘Heikant Hartveroverend’. Dat klinkt leuker dan gedragsregels. Dat woord heeft iets controlerends in zich. De lijst hangt overal en draait om samenwerken in verbondenheid. Er staan zaken op als: collegiaal zijn, oog hebben voor de bewoners, niet over elkaar praten, enzovoort. Misschien vanzelfsprekende dingen, maar door ze te formuleren, word je er toch weer extra bewust van.”

3

Een leuke presentatie van het eten en drinken is belangrijk. Ook een beetje afwisseling kan geen kwaad

“De kwaliteit van het eten moet natuurlijk goed zijn, maar ook de keuzemogelijkheden en variatie zijn belangrijk voor de bewoners en de gasten. Wij doen altijd mee aan initiatieven als De Week van de Smaak en koken bijvoorbeeld een week lang met vergeten groenten. Dan komt er weer eens wat anders op tafel.”

5

2

Bewoners moeten zich welkom voelen en dat geldt ook voor de familie van bewoners

“Laat merken dat je ze kent. Dat hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn. Als de familie er is, zeg je gewoon: ‘Wat leuk dat jullie met het gezin hier zijn’.”

4

Maak het gezellig

“We hebben een prachtig restaurant met 140 zitplaatsen, maar zeer binnenkort openen we ook een bruin café met een kleine kaart waar ’s middags en ’s avonds gegeten kan worden. Gewoon, voor de gezelligheid.”

Bewoners zitten vaak op een vaste plek aan tafel. Prima, maar let wel op of ze die plek nog steeds fijn vinden “Bewoners zitten bij het eten vaak op dezelfde plek. Als medewerkers zijn we daaraan gewend geraakt. Maar het gebeurt ook weleens dat een bewoner het niet prettig vindt als haar buurvrouw alleen maar over haar zere knie praat. Wij moeten dat in de gaten houden en ons afvragen of ze niet liever ergens anders wil zitten. Het draait allemaal om de wensen van de bewoners.”

9


Nr. 12 - 2014

gastvrijheid volgens


Nr. 12 - 2014

Econoom Jos Burgers schrijft boeken over het verbeteren van klantgerichtheid en inspireert mensen die een opleidingstraject ingaan om anders te kijken naar hun werk. ‘Gastvrij zijn is eigenbelang.’

‘Klantvriendelijk zijn is niet genoeg’ Tekst Carolien Meijer Fotografie Jasker Kamp

Waar kent de zorg u van? “Ik geef presentaties aan zorginstellingen en andere bedrijven. Dat gebeurt met een grote regelmaat, zo’n 180 keer per jaar. Ik sta dus nog weleens voor een zaal. Mijn achtergrond: ik heb bedrijfseconomie gestudeerd in Tilburg, specialisatie marketingmanagement. Verder ben ik tien jaar docent geweest op Fontys Hogescholen in Eindhoven en schrijf ik managementboeken over het verbeteren van klantgerichtheid.”

Geeft u ook trainingen? “Nee, maar vaak ben ik wel bij de kick off van een trainingstraject. Het idee is dat de medewerkers na mijn presentatie energie krijgen om de opleiding te gaan volgen. Ik ben er dus voor de juiste mindset. Zo heb ik bij Savant in Helmond een presentatie gehouden voor de medewerkers facilitair bij de start van een cursus rond gastvrijheid. Ik hou ze de vraag voor waarom ze eigenlijk gastvrij zouden willen zijn.”

11


Nr. 12 - 2014

‘Het allermoeilijkste bij gastvrijheid is dat je niet moet doen wat je zelf ook zou willen, maar dat je doet wat de ander wil’

12

En waarom zouden ze gastvrij willen zijn? “In trainingen wordt vaak een belangrijke fase overgeslagen. Een trainingsbureau leert hoe je gastvrij moet zijn, maar je moet beginnen met het willen. Eerst willen, dan kunnen. Mijn punt: gastvrij zijn moet je niet doen voor de bewoner maar vooral voor jezelf. Het brengt je heel veel en dat geeft de motivatie.”.

moet doen wat je zelf ook zou willen maar dat je doet wat de ander wil. Je voldoende verplaatsen in de ander is heel lastig. Het is topsport, want je hebt het al zo druk en er zijn al die procedures. Maar heb je zelf weleens op zo’n kamertje in een verpleeghuis opgesloten gezeten of op een po gemoeten in een ziekenhuisbed? Je moet dus weten wat je klanten echt willen door je in ze te verplaatsen.”

Wat brengt het de medewerker dan? “Fijn werk. Zo kijken zorgmedewerkers niet vaak naar gastvrijheid. Als je gastvrij bent, krijg je heel veel terug. Zoals begrip als iets niet kan. Bewoners en familieleden accepteren ook eerder dat je fouten maakt. Je hebt het zelf in de hand of je bewoners of patiënten vriendelijk zijn of niet. Door gastvrije zorg te bieden, bouw je een fantastische relatie op met je klanten en krijg je veel meer plezier in je werk. Dan is het ook gemakkelijker om je te verplaatsen in de bewoner.” Het gaat erom dat je je kunt verplaatsen? “Ja. Het allermoeilijkste bij gastvrijheid is dat je niet

Hoe leer je dat? “Je kunt thuis oefenen. Mijn boek De Wet van Snuf gaat over het wederkerigheidsprincipe. Snuf is onze hond, ik gebruik hem als metafoor. Snuf is altijd vrolijk en blij als je thuiskomt. Snuf wordt ook het meeste geknuffeld. Waarom? Wat je geeft, krijg je terug. Als je begrip toont, is de kans groot dat je begrip terugkrijgt. Als er iets fout gaat, bereik je meer door blij te zijn met een verbetermogelijkheid dan door in de verdediging te schieten. Je moet als zorginstelling dat begrip verdienen, krediet opbouwen. Grote kans dat de klant dan ook gemakkelijker allerlei huisregels accepteert.”


Nr. 12 - 2014

Waar lopen zorginstellingen tegenaan? “Tegen de combinatie van procedures en tijdsdruk. Klantvriendelijkheid is niet genoeg. Het gaat om klantgericht zijn, echt helpen. Als je voldoet aan verwachtingen, gebeurt er nog vrij weinig. Het gaat erom de verwachtingen te overtreffen. Doe een keer per dag iets uitzonderlijks. Geef een verdrietig familielid een maaltijd. Schep je een precedent met deze uitzondering op de procedures? Toch doen. Want bijzondere ervaringen, die vergeten mensen niet. Mensen onthouden twee dingen: de pieken, zowel positief als negatief, en de allerlaatste ervaring. Medewerkers zijn bang om een uitzondering op de regels te maken, terwijl dat nou juist echt gastvrij gedrag is.” Ligt hier een taak voor het management? “Ja. En hier gaat het vaak fout. Het management moet veel meer stimuleren dat medewerkers initiatief nemen. Mijn advies: hou op met vragen beantwoorden. Laat ze zelf met een idee komen. Geef ze de kans om dat te leren. Daag medewerkers uit om zelf met voorstellen te komen. Geef de werkvloer bevoegdheden, zoals een budget om een bos bloemen te kopen of voor iemand een taxi te bellen als dat bij uitzondering nodig is. Als het management achter dit gastvrije gedrag staat, werkt het goed.”

Welke verbeterkansen hebben zorginstellingen? “Klantenbinding gaat om strategie, om keuzes maken, niet om een hoog promotiebudget. Mensen moeten snappen waarom ze bij jouw zorginstelling op het goede adres zijn. Bouw dus naam op met gastvrije zorg door te denken in mogelijkheden. Neem je voor om nooit meer ‘nee’ te zeggen maar altijd samen te kijken wat er wel kan. En zoek altijd naar de vraag achter de vraag. Wat zit erachter? Verschuil je niet achter tevredenheidsonderzoeken. Je hoeft niet aan honderden mensen hun mening te vragen, want het levert altijd een gemiddeld inzicht op, een 7 plus. Spreek een paar mensen aan, dan hoor je de afwijkende geluiden waar je wat mee kunt. Een-op-eengesprekken hebben veel meer impact.” GZ

CV Jos Burgers Geboren: 17 oktober 1951 Geboorteplaats: Tilburg Opleiding: Universiteit van Tilburg Huidige functies: spreker/auteur Hobby’s: mijn werk

13


BEDRIJFSPRESENTATIE

Zuivelhoeve zuivel, onmeunig lekker Kwaliteit komt altijd bovendrijven. Het is de gedachte achter alles dat Zuivelhoeve ontwikkelt en levert. Authentieke en (h)eerlijke zuivelproducten gemaakt van verse melk, die door boeren uit de omgeving is geleverd. Yoghurt, vla, pap, kwark en bavaroise van Zuivelhoeve zijn verser dan vers. “Het feit dat de melk uit de directe omgeving komt, uit Twente, betekent niet alleen dat de lijnen kort zijn en wij daardoor een ultravers product leveren, maar dat wij zodoende ook controle op het proces houden. Wij weten precies waar de melk vandaan komt”, vertelt productmanager Berthe Wessels van Zuivelhoeve. Daarbij heeft de verse melk nog een belangrijk voordeel ten opzichte van bijvoorbeeld

melkpoeders: het zorgt voor een product met een perfecte, ietwat dikke structuur. “Ideaal voor mensen met slikproblemen”, verklaart Wessels.

DICHT BIJ DE LEEST Het assortiment van Zuivelhoeve voor de institutionele markt is breed; het bestaat uit zo’n honderd verschillende items. “Breed, maar we blijven dicht bij onze leest. Zuivelhoeve maakt geen rare bokkensprongen. Boerenzuivel op basis van

verse melk is de kern”, zegt Wessels. Naast portieverpakkingen zijn er ook grootverpakkingen leverbaar en is er een serviceassortiment bestaande uit onder meer stoofappeltjes en stoofpeertjes. Onderdeel van dit serviceassortiment zijn ook de energie- en eiwitverrijkte pappen. Deze zijn volgens Wessels uitermate geschikt voor bewoners en patiënten die kampen met ondervoeding of herstellen van een ziekte of operatie. “Deze varianten bevatten naast extra energie en eiwit ook een

DIT VERHAAL IS TOT STAND GEKOMEN IN SAMENWERKING MET ZUIVELHOEVE 14


BEDRIJFSPRESENTATIE

aantal belangrijke vitamines en mineralen. En met een gemiddelde voedingswaarde van 199 kcal en 9,9 gram eiwit voldoen ze aan de eisen voor tussendoortjes van de SNAQ-methode.” Ook biedt Zuivelhoeve ongezoete en verrijkte pappen aan, die worden afgevuld in een cup van 150 gram en in een verpakking van 250 gram. “Deze pappen zijn uitermate geschikt als vervanger van de broodmaaltijd bij bijvoorbeeld slikproblemen”, weet Wessels. Zij ziet in de institutionele markt een toenemende vraag naar andere portiegroottes. “De algehele trend naar meer kleinere huishoudens is ook in de zorgmarkt zichtbaar, onder meer door de opkomst van kleinschalige wooncomplexen. Mensen eten niet meer in groepen van twaalf personen. Vaak zijn het nog maar zes à zeven personen die aanschuiven.” Voor Zuivelhoeve reden om onder meer na te denken over andere verpakkingen.

ONDERSTEUNING Zuivelhoeve denkt mee met bewoners en patiënten. Het kiest daarom ook voor verpakkingen die het bereiden van de producten makkelijker maken. Wessels: “Dit geldt bijvoorbeeld voor de pappen die wij aanbieden. Deze zijn vanzelfsprekend gemaakt van verse melk van de eigen boeren uit Twekkelo. Heerlijk van smaak en verkrijgbaar in vijf populaire, herkenbare smaken die veelal warm worden gegeten. Daarom zijn ze voorzien van een seal die het opwarmen in de magnetron heel eenvoudig maakt. Een paar gaatjes in

de seal en het kan in de magnetron. Lekker eenvoudig”, legt de productmanager uit. Maar bij alleen het aanbieden van een toegespitst assortiment stopt het niet voor Zuivelhoeve. De zuivelspecialist uit

fieke acties en promoties initiëren. “Wij merken dat hier behoefte aan is. Het toetje is immers al sinds jaar en dag een belangrijk onderdeel van de maaltijd in zorginstellingen. Het maakt het compleet.

‘De algehele trend naar meer kleinere huishoudens is ook in de zorgmarkt zichtbaar’ Twekkelo ondersteunt afnemers in volle mate. Zo vinden instellingen en cateraars, zonder in te hoeven loggen alle productspecificaties op de website van Zuivelhoeve. Ook is er een folder beschikbaar met alle informatie over diëtiek die cateraars moeten weten. Wessels: “En zijn er vragen? Dan zijn onze accountmanagers beschikbaar, altijd en overal.”

TOETJE Samen met die accountmanagers kunnen zorginstellingen en cateraars bovendien het assortiment samenstellen en speci-

Zonder een toetje wordt de maaltijd door bewoners en patiënten al snel minder goed ervaren”, benadrukt Wessels. Daarbij merkt zij op dat de belangstelling voor verse, kwalitatief goede zuivelproducten groot is. “Zorginstellingen hebben gastvrijheid tegenwoordig hoog op de agenda staan. Zij willen hun bewoners en patiënten het beste bieden; een goed assortiment bestaande uit producten die gezond en verantwoord zijn, maar bovenal heerlijk smaken.” Om aan die wens te voldoen, produceert en levert Zuivelhoeve dagelijks de beste yoghurt-, vla-, pap-, kwark- en bavaroiseproducten, maar verrast het zo nu en dan ook. Met specials tijdens de feestdagen bijvoorbeeld. “In het voorjaar van 2015 presenteren we net als met de Kerst weer een luxe assortiment bavaroisetoetjes. Dat zijn toch momenten waarop zorginstellingen hun bewoners en patiënten wat extra willen bieden. En dat kan. Met Zuivelhoeve.” Ook is het reguliere assortiment continu in ontwikkeling. Zo vernieuwt Zuivelhoeve in het eerste kwartaal van 2015 de lijn bavaroisetoetjes. “Veel kan ik er nog niet over zeggen, maar het wordt meer van deze tijd. Zonder het klassieke toefje slagroom en natuurlijk als altijd onmeunig lekker.”

15


Nr. 12 - 2014

nieks aantekeningen

Foei! “Niek, we hebben een probleem”, luidt de openingszin van mijn opdrachtgever. Het is twee dagen voor een belangrijk congres waar ik mag spreken. “Het podium is niet rolstoeltoegankelijk”, vertelt hij met het schaamrood op zijn kaken. Ik ben er eigenlijk nauwelijks mee bezig. Rollen, transfers maken, katheteriseren; het gaat allemaal volledig op de automatische piloot. Ik schrik dan ook regelmatig als iemand mij eraan helpt te herinneren dat ik in een rolstoel zit. Op een of andere manier is de wereld niet gemaakt voor de rollenden. Niet dat ik dat erg vind; ik vergeet ook altijd standaard mijn klanten te vertellen dat het bij mij op rolletjes loopt. Bij aankomst geniet ik dan met volle teugen van de creatieve oplossingen die worden geboden om mij gastvrij te ontvangen. Zo ben ik in een veel te kleine goederenlift gepropt, hebben vier dames mij 34 traptreden opgetild – wat overigens een prestatie is met mijn 95 kilogram – en zijn zelfs hellingen van meer dan 30 procent overwonnen. Ik dacht ook dat ik het meeste wel had ondervonden, tot de gebeurtenissen van de afgelopen weken. Ik werd als dagvoorzitter uitgenodigd bij het nieuwe Meander Medisch Centrum in Amersfoort. “Gaaf!”, was mijn eerste reactie. Echter, in dit prachtig ontworpen nieuwe gebouw zijn ze vergeten het auditorium rolstoeltoegankelijk te maken. Kan gebeuren, dacht ik toen nog. Afgelopen week mocht ik spreken op een symposium in het UMC Utrecht. En jawel hoor, ook hier had een waarschijnlijk ietwat overbetaalde architect een meer dan geweldig mooi ontworpen zaal uit zijn stift laten vloeien. Alleen, u raadt het waarschijnlijk al, was ook deze niet rolstoeltoegankelijk. Ik reageerde nonchalant: “Ach, maakt niet uit, daar vinden wij wel een oplossing voor”, hoorde ik mijzelf zeggen. Toch knapte er op dat moment iets, het begon te knagen. Sterker nog, ik werd er verdrietig van. Wat dacht die architect toen hij lekker aan het tekenen was? Rolstoelers, gehandicapten, minderbedeelden, of hoe je mijn soort ook noemen wilt, spreken niet op podia? Ze kunnen toch ook getild worden? Of dacht-ie helemaal niet na? Was-ie gewoon lekker zijn ‘ding’ aan het doen? Nog beschamender: dé projectgroep, dé stuurgroep en hét overkoepelende managementteam (heel gebruikelijk in de zorg dat ook zij er een plasje over doen) hebben ook over dit geniale gepruts heen gekeken. En lieve mensen, we praten hier niet over de KPN, de Rabobank of een Unilever. Nee, we praten hier over ziekenhuizen! Ik kan het mis hebben, maar daar is de mens in rolstoel toch zeker geen dwaalgast? En het gaat hier niet over oude gebouwen die beperkt worden in hun gastvrij-zijn door bouwtechnische handicaps. Ik zeg het u: spiksplinternieuwe zalen in ZIEKENHUIZEN. Voor de goede orde: de mensen bij het Meander losten het geweldig op. Ze schaften een lift aan om mij op het podium te krijgen. In het UMC Utrecht bleef ik stoïcijns achter in de zaal zitten. Meer dan de helft van de toehoorders kon mij niet zien, maar iedereen voelde de schaamte. Door dit soort rariteiten voel ik mij gehandicapt. En nog even ter verduidelijking: ik heb écht een hekel aan dat woord ‘gehandicapt’. Ik wil helemaal niet die zeurende gehandicapte zijn die vindt dat alles voor hem geregeld moet worden. Maar hier is gepaste schaamte van architect, stuurgroep en managementteam op zijn plaats. Foei!

Niek van den Adel werkt als gastvrijheidstrainer, spreker en inspirator bij TrainMark in Alkmaar. Daarnaast schrijft hij regelmatig blogs op Niekvandenadel.nl. In 2010 ging Niek onderuit met zijn motor en belandde hij in een rolstoel. Sinds vorig jaar werkt hij weer fulltime. Voor zijn trainingen en inspiratiesessies maakt hij vaak gebruik van zijn eigen ervaringen gedurende zijn revalidatieproces. Reageren op de aantekeningen van Niek? n.vandenadel@trainmark.nl

16


Nr. 12 - 2014

OP NAAR DE STERREN

’T WARANT

p.18

p.22

p.23

‘Goed luisteren, daar draait het om’

Met andere ogen kijken naar de GGZ

‘Er kan nog wel een schepje bovenop’

Gastvrijheidszorg met Sterren wordt mede mogelijk gemaakt door:

17


Nr. 12 - 2014

‘Goed luisteren, daar draait het om’ Voor de eerste keer meedoen en meteen winnen. Het overkwam ’t Warant in Helmond. ‘Gastvrijheid zit in de attitude van onze medewerkers. Wij hebben er veel tijd in gestoken en dat blijven we doen.’ Tekst Carolien Meijer

18


Nr. 12 - 2014

op naar de sterren

Een helende omgeving; dat staat het management van ’t Warant in Helmond – onderdeel van GGZ Oost Brabant – voor ogen als de GGZ-instelling voor kortdurende zorg in 2006 op het terrein van het Elkerliek Ziekenhuis de deuren opent. Er wordt een interieurarchitect ingeschakeld om feeling te krijgen voor de juiste inrichting en kleuren, vertelt Harrie van den Bergh, manager Facility Services. “De keuze voor een rustgevende, vriendelijke uitstraling is eigenlijk een beetje onbewust gemaakt”, zegt Van den Bergh. “De kliniek moet een plaats zijn waar de cliënt tot rust komt, maar ook wordt aangespoord om actief mee te doen en contacten te leggen.” De laatste drie jaar – en inmiddels geborgd in het meerjarenbeleid – heeft ’t Warant zich verder verdiept in gastvrijheid. Van den Bergh: “We werken vanuit onze op herstel gerichte zorgvisie. Van daaruit hebben we gekozen voor serviceconcepten waarbij onze leidraad is: we doen het voor en met de mensen. We werken vanuit onze clienten. Gastvrijheid betekent voor ons een warme, ontspannen sfeer creëren, veel keuzemogelijkheden bieden en aandacht hebben voor de wensen van onze cliënten. Goed luisteren, daar draait het om.”

Cultuurverandering Als in 2010 een nieuw management aantreedt, wordt er serieus werk gemaakt van de gewenste cultuurverandering. Van een gesloten organisatie moet het naar transparantie, met als kernwaarden betrokken, betrouwbaar en ambitieus. “Het nieuwe management vaart een andere koers”,

Belangrijk voor de cultuurverandering zijn enkele aanjagers die veel in gang zetten en een instemmende raad van bestuur. “Dat heb je echt nodig om gastvrijheid goed op te pakken”, vindt Van den Bergh. “En je moet er ook de nodige tijd voor hebben, vooral omdat je echt iedereen bij het beleid moet betrekken. Ook de familieleden en de familieraad moeten op de hoogte zijn. We doen dat door ze uit te nodigen voor themabijeenkomsten en open dagen.”

Attitude ’t Warant heeft het gastvrijheidsbeleid niet op papier gezet. Van den Bergh: “Nog niet, maar voor ons is een papieren beleid ook niet het allerbelangrijkste. Het gaat om de attitude van de medewerkers. Ze zijn vriendelijk en gastvrij, en weten hoe ze de clienten op een goede, correcte manier moeten bejegenen. Een gastvrije houding borgen we in trainingen en maken we onderdeel van het jaargesprek en in werkoverleggen. Op een gegeven moment ben je zover dat je wilt meten en meedoen aan Gastvrijheidszorg met Sterren. Je wilt weten waar je met je gastvrijheid staat. En als je dan wint, geeft dat een enorme boost. Dit hebben we toch maar mooi met elkaar gepresteerd.” Een specifiek gastvrijheidsbudget heeft ’t Warant ook niet. “Alle activiteiten die de gastvrijheid ten goede komen, worden uit de bestaande budgetten betaald”, zegt Van den Bergh. “Zo hebben we een opleidingspoot voor de trainingen die we onze medewerkers regelmatig geven. Voor (zorg) medewerkers is bijvoorbeeld de DDG-

‘We hebben niet het idee dat we er nu zijn. We blijven investeren’ vertelt Van den Bergh. “Alle medewerkers worden bij het beleid betrokken en de banden met de cliëntenraad worden aangehaald. Voor 2010 was er eigenlijk geen sprake van regelmatig overleg; dat gaat veranderen. Goede communicatie en de cliëntenraad bij alle wijzigingen en verbeteringen betrekken; dat zijn voorwaarden om aan gastvrijheid te werken.”

training (Dreigend Destructief Gedrag) van belang. Ze leren om te gaan met agressie bij cliënten. De restaurantmedewerkers worden met enige regelmaat getraind in gastvrij gedrag.”

Stimulans De prijs is voor ’t Warant een heel goede stimulans om verder te gaan met het ontwikkelen van gastvrijheid.

Van den Bergh: “We hebben niet het idee dat we er nu zijn. We blijven investeren. Uit de audit halen we concrete actiepunten waar we mee aan de slag gaan, zoals een beleidsplan voor gastvrijheid. Ook willen we de andere locaties van GGZ Oost Brabant verder helpen. ’t Warant geldt als voorbeeld.” Gastvrijheid is extra belangrijk nu de GGZ-sector voor ingrijpende bezuinigingen staat. Er zijn minder opnames door een verschuiving naar ambulante zorg. Dat merkt ook de Facilitaire Dienst, zegt Van de Bergh. “Als Facilitaire Dienst hebben we te maken met

’t Warant in het kort ’t Warant is een kliniek voor kortdurende zorg. Er zijn deeltijd- en ambulante behandelingen naast de specifieke klinische zorg. Veel cliënten wonen voornamelijk thuis of komen voor een poliklinisch bezoek aan de behandelaar. Ze komen dagelijks of wekelijks naar ’t Warant voor hun behandelprogramma. Er zijn veel mogelijkheden: van muzieken gesprekstherapie tot bewegen. “De cliënten gaan ’s avonds weer naar huis”, vertelt Van den Bergh. “Het creëren van een thuisgevoel is dan ook minder belangrijk dan bij klinieken voor langdurige zorg. Wel blijft voor ons belangrijk dat de gebouwen rust uitstralen en vriendelijk overkomen. Licht en uitnodigend.” Het restaurant van ’t Warant is voor veel cliënten de plek om te eten. Cliënten bestellen hun warme maaltijd een dag van tevoren van een keuzemenu. Over de maaltijden is iedereen goed te spreken. Ze komen van het Elkerliek Ziekenhuis, waar de GGZ-kliniek een dienstverleningscontract mee heeft afgesloten. Ook diensten als de was (het ziekenhuis heeft een eigen wasserij), technisch onderhoud, BHV, paramedische ondersteuning en transportdienst – met onder andere het golfkarretje van het Elkerliek Ziekenhuis – zitten in het pakket. De deeltijdcliënten koken één keer per week zelf, als onderdeel van het behandelprogramma.

19


Toon uw klanten dat u geeft om duurzaamheid

www.tork.nl / www.tork.be

Wonen net als thuis?

Wij coachen u bij een praktische boodschappenservice en lekker eten op tafel, binnen budget van Ăşw portemonnee.

Meer weten? Bel met Ivo Mulders. T: 073 631 2690 | I: www.vanhoeckel.nl | E: info@vanhoeckel.nl


Nr. 12 - 2014

‘Je wilt weten waar je met je gastvrijheid staat. En als je dan wint, geeft dat een enorme boost’

gebouwen of afdelingen die sluiten. We moeten keuzes maken. Daarbij is het uitgangspunt: we moeten besparen maar het mag niet ten koste gaan van de gastvrijheid.” Dus zoekt ’t Warant naar mogelijkheden om de service te verhogen en toch te bezuinigen. “We hebben daarin al grote stappen gezet. Zo voeren

we al een gezamenlijke inkoop en een magazijn met de Reinier van Arkel Groep, een GGZ-organisatie in Den Bosch. Deze samenwerking wordt mogelijk in 2015 omgezet in een gezamenlijk Facilitair Bedrijf. Verder krijgen we een facilitair adviseur die de verbetering van de gastvrijheid gaat ondersteunen.” GZ

Tips van ’t Warant t Doe alles samen met de cliëntenraad t Betrek je medewerkers overal bij t Zorg voor draagvlak bij het management

21


Nr. 12 - 2014

Met andere ogen kijken naar de GGZ In de GGZ is het altijd balanceren tussen veiligheid en gastvrijheid. Het vinden van een goede balans kan met een gerust hart aan ’t Warant worden overgelaten. Tekst Carolien Meijer

Henk Schreurs, directeur Kortdurende Zorg, noemt het ‘uniek wat we hier in Helmond hebben neergezet’. Op de intensieve afdeling, waar mensen worden opgenomen met complexe, acute problemen, kan de situatie snel onveilig worden. “Als dat dreigt, kun je mensen afzonderen in de separeer. Onze kliniek heeft voor een vriendelijkere weg gekozen. Het hele team is getraind om anders met spanningen om te gaan. Er is een methodiek bedacht waarmee heel snel spanningen kunnen worden gesignaleerd. Daardoor kan er vlug worden gehandeld zodat de mensen in de groep kunnen blijven. Het resultaat is dat we de afgelopen twee jaar de separeer maar één keer voor een paar uurtjes hebben moeten gebruiken.”

Gangmakers In ’t Warant is sprake van een stijlbreuk met het verleden. Schreurs: “In plaat van naar binnen gericht hande-

len, werken we nu veel meer vanuit interactie, vanuit het perspectief van de cliënt. Ervaringsdeskundigen adviseren ons mee in beleid. Vroeger had je de dokter en de patiënt. Gescheiden werelden waren dat. Nu kijken we met andere ogen.” De kliniek biedt menslievende zorg. Gastvrijheid, veiligheid en kwaliteit van zorg komen daarin bij elkaar, zegt Schreurs. Zijn locatie won er de Gastvrijheidszorg Award mee. Daarnaast

heid in ieder team aan de orde stellen. Het gaat daarbij niet alleen over de veiligheid van de patiënten en de medewerkers, maar ook over gebouwveiligheid en informatiebeveiliging. Door de bezuiningen die bij ’t Warant voor de deur staan – een beddenreductie van 25 procent – moet de locatie zorgvuldig omgaan met de beschikbare middelen. De gastvrijheid komt er niet door in het geding, zegt Schreurs. “Je kunt heel veel geld heb-

‘We werken nu veel meer vanuit het perspectief van de cliënt’ heeft GGZ Oost Brabant , waar ’t Warant onderdeel van is, in juni de IGZ ZorgVeiligPrijs gewonnen, de veiligheidsprijs van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De inspectie is vooral goed te spreken over de gangmakers: medewerkers die het onderwerp veilig-

ben en niet gastvrij zijn en omgekeerd. We hebben de noodzakelijke middelen om gastvrij te zijn en de zorg te bieden die onze cliënten nodig hebben. Er komen minder opnames, we gaan meer ambulante hulp bieden. Dat we in de thuissituatie veel langer en intensiever hulp bieden, is in feite ook een vorm van gastvrijheid.”

Klachtenbehandeling De toename van de werkdruk baart Schreurs wel zorgen. “Als er daardoor problemen ontstaan, lossen we dat op. Mensen stappen gemakkelijk op ons af als ze ontevreden zijn of een klacht hebben. We analyseren de klachten ook. Als een medewerker wat kort door de bocht is gegaan of een handeling heeft verkeerd uitgepakt, wordt dat meteen in het team besproken. Medewerkers moeten weten wat het effect is van hun handelen.” GZ 22


Nr. 12 - 2014

op naar de sterren

‘Er kan nog wel een schepje bovenop’ Herman Mulder is voorzitter van de cliëntenraad van ’t Warant, maar runt ook een cateringbedrijf. ‘De gemiddelde uitrusting van een behandelaar bestaat uit koffie, thee, een glaasje water en tissues. Laten we eens nadenken of hij ook sinaasappelen kan uitpersen.’ Tekst Carolien Meijer

“Gastvrijheid is mijn vak”, zegt Herman Mulder, inmiddels al tien jaar voorzitter van de cliëntenraad van GGZ Oost Brabant. Hij ziet het verschil tussen vroeger en nu. Toen bleven de mensen van de receptie gewoon doorwerken, nu zeggen ze de bezoeker vriendelijk gedag. De inrichting helpt ook mee. De bouw van de balie is bewust laag. Er wordt letterlijk niet op mensen neergekeken. “Je komt nu ergens binnen. Dat vinden we belangrijk.” De eerste doelstelling van deelname

den over het overleg dat we met het management hebben”, zegt Mulder. “We worden heel serieus genomen. En wensen worden gehonoreerd. We zijn blij dat besloten is het beleidsplan op papier te zetten. Het komt van pas als zaken minder goed lopen. Dan heb je iets om naar te verwijzen.”

Ontwikkeling Bij ’t Warant is cliëntenparticipatie een groot goed. “Dat is een mooie ontwikkeling die we verder willen uitbouwen”,

‘Nu zeggen de mensen van de receptie de bezoeker vriendelijk gedag’ aan Gastvrijheidszorg met Sterren is voor ’t Warant om verbeterpunten aangereikt te krijgen en daarmee aan de slag te gaan. Facilitair en zorg zitten regelmatig samen met de cliëntenraad om tafel. “We zijn heel tevre-

zegt Mulder. “Door mee te denken en mee te praten over hoe je de zorg beleeft, komen de wensen en behoeften van cliënten beter uit de verf.” De cliëntenraad adviseert om ervaringsdeskundigen in het kader van de

dagbesteding nog meer werkervaring te laten opdoen. “We zijn in discussie over het vergroten van hun aandeel bij het tuinonderhoud, het werken in het restaurant en de transportdiensten.” Een ander succes van de cliëntenraad is de informatievoorziening. Wil een cliënt een brochure, moet hij of zij daar om vragen. Dat kan schaamtegevoelens geven, zegt Mulder. Er is nu budget voor een openbare bibliotheek in een huiskamersetting waar mensen hun informatiemateriaal anoniemer kunnen halen.

Prettig Een zaak waar de cliëntenraad zich op dit moment hard voor maakt, is het informeren over wachttijden. “Het is logisch dat gesprekken uitlopen, want in de GGZ is het vaak hectisch. Dan is het prettig dat je in de wachtkamer weet wanneer je aan de beurt bent.” Mulder is te spreken over psychiaters die tegenwoordig bij een crisisopname een kopje koffie aanbieden of vragen of iemand al heeft gegeten in plaats van meteen beginnen met behandelen. “Een hele verbetering, maar er kan nog wel een schepje bovenop. Ik zeg weleens: de gemiddelde uitrusting van een behandelaar bestaat uit koffie, thee, een glaasje water en tissues. Maar laten we eens nadenken of hij niet ook wat sinaasappelen kan uitpersen. Niet letterlijk natuurlijk, het gaat om een beetje extra aandacht.” GZ 23


Nr. 12 - 2014

thema tussendoortjes

Het grote effect van kleine hapjes Tekst Carolien Meijer

Bij de aanpak van ondervoeding biedt Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede de patiënten doelgericht energie- en eiwitverrijkte tussendoortjes aan. ‘We redden het niet met de hoofdmaaltijden alleen bij de patiënten met ondervoeding.’

24


Nr. 12 - 2014

‘Ons advies aan patiënten uit de risicogroep is om minimaal zes keer per dag iets te eten’ Alle patiënten in Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede kunnen de hele dag door iets te eten of te drinken bestellen. Mensen die ziek zijn, hebben nu eenmaal niet altijd een grote eetlust en kunnen zo zelf het tijdstip bepalen waarop ze iets willen eten. Ook al biedt het maaltijdconcept At Your Request de mogelijkheid om van 7 uur ’s ochtends tot 7 uur ’s avonds te bestellen, in de praktijk volgen de meeste patiënten de geijkte patronen van ontbijt, lunch en avondmaaltijd. Voor de aanpak van ondervoeding is het goed om daarnaast tussendoortjes te eten. “Ons advies aan patiënten uit de risicogroep is om minimaal zes keer per dag iets te eten”, vertelt Nancy Janssen, diëtist in het ziekenhuis. “Naast de drie hoofdmaaltijden dus minstens drie tussendoortjes. Het zijn kleine porties zodat er nog ruimte overblijft voor de maaltijden. Die tussendoortjes zijn echt nodig. Mensen met ondervoeding krijgen dankzij die hapjes naast de drie hoofdmaaltijden voldoende eiwit binnen.”

Stimulans Het ziekenhuis stimuleert de patiënten om eiwitrijke gerechten te kiezen. Op de menukaart zijn ze te herkennen aan een duimpje. Daarnaast is er een tussendoortjeskaart waar patiënten met ondervoeding extraatjes uit kunnen kiezen. Het zijn kleine hapjes en sapjes met minstens 8 tot 10 gram eiwit. Eiwitrijke tussendoortjes zijn in groepen op te delen. Bekend zijn de medische drinkvoedingen, die als nadeel hebben dat ze buiten het eetpatroon vallen dat mensen gewend zijn. Die herkenbaarheid is er wel bij veel producten die van zichzelf eiwitrijk zijn, zoals blokjes kaas, een toastje met zalm of makreel, een rolletje rookvlees met een augurkje en een portie kwark. Daarnaast voegt de ziekenhuiskeuken aan standaardproducten als yoghurt extra eiwit toe. En tot slot zijn er verrijkte producten die worden aangeleverd door leveranciers die met het ziekenhuis samenwerken in het Cater with Careproject, een initiatief van de Alliantie Voeding Gelderse Vallei, het samenwerkingsverband van het ziekenhuis met Wageningen Universiteit. Het

25


BESTEL NU:

WERKEN

IEDEREEN WORDT ER BETER VAN Dit boek introduceert een vernieuwende methode die op een andere manier omgaat met ziek zijn en verzuim. Met teksten en cijfers laat Marleen Theunis zien dat het mogelijk is het verzuimpercentage terug te brengen naar 3% of minder.

Prijs € 39,95 (exclusief btw)


Nr. 12 - 2014

project, gestart in 2012 en lopend tot eind volgend jaar, wordt mede mogelijk gemaakt door de Provincie Gelderland en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Het doel van het project is wetenschappelijke kennis vertalen in lekkere en effectieve voeding. Het ziekenhuis, kennisinstituten en het bedrijfsleven werken samen aan het verbeteren van bestaande producten en het ontwikkelen van nieuwe en verrijkte producten. Janssen: “We gaan uit van het gewone eetpatroon. In een dagmenu moeten de productgroepen van de schijf van vijf zijn vertegenwoordigd, zoals aardappelen, groente, fruit, zuivel, vlees of vis, vetten en voldoende dranken.”

Ondervoeding Zo zijn de initiatiefnemers bij bedrijven terechtgekomen die zich wilden aansluiten bij Cater with Care, zoals ondernemers in broodtoepassingen en innovatieve verse sappen en soepen, een producent van aardappelpuree en sauzen en een bedrijf in kalfsvlees. Door samen te werken in een consortium kunnen ze wetenschappelijk onderbouwde eiwitrijke basisvoeding aanbieden ter voorkoming en bestrijding van ondervoeding. Inmiddels zijn er verschillende aangepaste producten geïntroduceerd, zoals brood dat is verrijkt met eiwit. Twee sneetjes van

dat brood bevatten 12 gram eiwit. Ook biedt het ziekenhuis verrijkt vruchtensap en verrijkte groentesoep aan. “Om een voorbeeld te geven: een normaal glas vruchtensap levert geen grammetje eiwit, terwijl de patiënt met een verrijkt sapje als tussendoortje 10 gram eiwit binnenkrijgt”, vertelt Janssen. “De behoefte aan extra eiwitten en energie is voor iedere patiënt verschillend. Er wordt een individueel behandelplan gemaakt. We hebben er patiënten bij die dagelijks 30 tot 50 gram extra eiwit nodig hebben. Dat is echt heel veel en dan zoek je als diëtist bij voorkeur naar producten die zoden aan de dijk zetten. Die verrijkte tussendoortjes met minimaal 10 gram eiwit zijn dan echt onmisbaar.” In oktober is de Cater with Care-effectstudie gestart waarbij patiënten zowel tijdens hun verblijf in het ziekenhuis als daarna thuis een eiwitverrijkt dagmenu krijgen. Janssen: “We hopen dat onze onderzoeken laten zien wat het belang is van zo’n dieet en wat we nog kunnen verbeteren.”. De strijd tegen ondervoeding ligt niet uitsluitend op het bord van de diëtisten en de voedingsassistenten, zegt Janssen. “Het onderwerp moet door het hele team worden gedragen. Ook een positieve insteek van de medewerkers en een uitnodigende presentatie van de maaltijden helpen mee.” GZ 27


Nr. 12 - 2014

thema tussendoortjes

Nooit meer een slappe kroket

Snackliefhebbers weten het maar al te goed: frituren is vaak niet mogelijk in een zorginstelling. Maar ovensnacks smaken niet hetzelfde en worden snel slap. Treur niet langer, want er is een nu een oplossing die op dit moment binnen de zorg wordt getest. Tekst Aline de Bruin

28

Bij bepaalde feestjes horen nu eenmaal lekkere snacks. Lunch in het ziekenhuis is voor sommigen niet hetzelfde zonder een broodje kroket. En een bewoner van een verzorgingsflat die een aantal kennissen uitnodigt, wil misschien bij de borrel bitterballen kunnen aanbieden. Vanwege veiligheidsvoorschriften is in de meeste zorginstellingen frituren geen optie of is er geen frituurpan aanwezig in de keukens, of dat nou een grote zorgkeuken of een keuken in een kleinschalige woongroep is. Wat er wel altijd aanwezig is? Een oven. Of een combi-steamer. Maar u denk vast: kroketten of bitterballen uit de oven smaken anders. Ze worden slap en krijgen niet zo’n krokante korst als in de frituurpan. Daar hebt u helemaal gelijk in. Maar Royaan, bekend van de Kwekkeboom- en Van Dobben-kroketten, denkt daar nu een oplossing voor te hebben. De snackproducent introduceert onder het bekende merk Kwekkeboom een nieuwe lijn met


Nr. 12 - 2014

‘Snacks dragen bij aan de gezelligheid en saamhorigheid. Een feestje in een verzorgingshuis is niet hetzelfde zonder een lekkere snack’

krokante ovensnacks en hapjes. Om te voorkomen dat de snacks slap worden in de oven, maakt het bedrijf gebruik van een nieuwe technologie: de zogeheten gepatenteerde Crisp Technology. Martijn de Bie, accountmanager Foodservice bij Royaan: “Het geheim zit hem in het paneermeel dat we gebruiken voor de producten. Dit zorgt ervoor dat de snacks heel krokant en mooi van kleur blijven. Bovendien zijn ze na de bereiding nog minimaal een uur goed te houden in warmhoudkasten. Dat betekent dat je grote hoeveelheden al eerder kunt bereiden.” De ovensnacks zijn sinds kort verkrijgbaar in de supermarkt, maar op de Horecava 2015 worden ze officieel geïntroduceerd aan de foodservicemarkt. De Bie ziet veel mogelijkheden in de markt, met name ook in de zorg. “Snacks dragen bij aan de gezelligheid en saamhorigheid. Een feestje in een verzorgingshuis is niet hetzelfde zonder een lekkere snack. En als zorgkok wil je bewoners om vier uur ’s middags bij de borrel een lekkere snack kunnen aanbieden. Dat kon tot voor kort vaak niet omdat het verboden was om te frituren of omdat er geen faciliteiten aanwezig waren. Nu doe je de kroketten gewoon in de oven.”

Traditionele snacks

Onder andere het VUmc en het Amphia Ziekenhuis gaan de ovensnacks binnenkort testen. “We staan er een beetje dubbel in”, zegt Bob Roelvink, meewerkend teamleidinggevende catering in het Amphia Ziekenhuis. “Er zijn mensen die zeggen: ‘Moet je dat nou wel doen, die vette hap in het ziekenhuis?’ Aan de andere kant is het ook de verantwoordelijkheid van de mensen zelf. Nou, als er straks een kroket bestaat die minder vet is en een krokante laag heeft, dan wil ik die wel aanbieden.”

Meer eiwitten In zorginstellingen worden de ovensnacks in ieder geval positief ontvangen, zegt De Bie. “Ik was laatst op een feestavond in een verzorgingshuis. Dan zie je hoe oudere mensen kunnen genieten van een kroketje of bitterballetje. De snacks verhogen de saamhorigheid en gezelligheid.” In de toekomst wil Kwekkeboom de productgroep ook uitbreiden met meer hapjes die passen in de zorg. “Denk bijvoorbeeld aan snacks met net wat meer eiwitten; goed tegen ondervoeding. Eén ding is zeker: we gaan in deze nieuwe categorie de grenzen opzoeken en iedereen verrassen met nieuwe alternatieven voor bestaande ovenhapjes.” GZ

Ook voor feestjes is de ovenbereiding handig. “Als je voor 50 tot 100 mensen snacks moet klaarmaken in twee kleine frituurtjes, ben je wel een tijdje bezig. In een combi-steamer of oven kun je in één keer voor zo een grote groep mensen snacks bereiden. ” Het assortiment van Kwekkeboom bestaat uit verschillende soorten snacks en hapjes. “Kroketten en bitterballen zijn de hardlopers, maar alles waar een krokante korst omheen zit, kunnen we aanbieden. Op dit moment hebben we buiten de hardlopers kiphapjes, kaashapjes en kiphapjes met saté, Italiaanse vulling en kerrie. Voor iedereen is er wat wils. Al zie je in de zorg wel dat er met name behoefte is aan de meer traditionele snacks. Een broodje kroket tussen de middag doet het altijd goed.”

29


‘Ik denk dat kleinschaligheid de mensen goed zou doen’ 30


Nr. 12 - 2014

als ik baas was...

Ronald Hooft Ontwerper

‘Geef architecten meer macht’ Wat zou jij doen als je de baas was van een ziekenhuis? Dat is de vraag waar deze rubriek om draait. We stellen ’m aan mensen die indirect of helemaal niet met de zorg bezig zijn. Waarom? Voor de frisse blik. Deze keer: Ronald Hooft, ontwerper, columnist voor Het Parool en mede-eigenaar van architectenbureau &Prast&Hooft in Amsterdam.

Tekst en fotografie Dennis van Asselt

“We hebben als architectenbureau getracht het interieur voor een zorgcentrum in Purmerend te ontwerpen. Maar we zijn er eigenlijk veel te laat bij gehaald. Nu vaart de stoomboot al en is het heel lastig om ’m weer bij te sturen. Je mag als architect de kleuren uitkiezen, maar daar zijn we natuurlijk niet alleen voor.”

Waar zou je als baas van het ziekenhuis dan wel een architect voor inhuren? “Een architect kijkt naar de eindgebruikers. Waarom komen die mensen in het gebouw, wat gaan ze precies doen en hoe doen ze dat? Je moet veel meer naar de functies kijken en naar welke materialen je daarvoor nodig hebt. Nu is het rammen, want het moet af. De projectmanager en de aannemers bepalen wat er kan binnen het budget, wat weer gebaseerd is op aannames over hoe ziekenhuizen gebouwd moeten worden. De architect moet veel meer macht krijgen. Maar dat is lastig, want dan moet iedereen gaan nadenken.”

Nadenken waarover? “Bijvoorbeeld over de plek waar mensen samenkomen om elkaar te troosten, een verjaardag te vieren of een kop koffie te drinken. Daar heb je een ander soort verlichting nodig dan in een wachtkamer waar mensen zitten te lezen. Maar meestal worden er alleen maar tl-bakken besteld, samen met zesduizend vierkante meter marmoleum voor de vloer. En alle muren krijgen wit glasvliesbehang. Waarom geen natuursteen of tegelwerk? Ik snap het wel hoor, het past binnen het budget en het voldoet aan de wetgeving. Maar het is zo liefdeloos. Een architect kan die aandacht wel geven, zelfs tot in de operatiekamer.”

Wat kan een architect in een OK doen dan? “Ik denk dat een architect binnen de grenzen van de medische eisen en regels qua vorm, materialen en details ingrepen kan doen die van invloed kunnen zijn. Dat zou ik een mooie opgave vinden. Ik zie in operatiekamers vaak kunststoffen die niet mooi oud worden. Je kunt ook bepaalde steen- en staalsoorten gebruiken die net zo goed te reinigen en te steriliseren zijn. Dan is het een kwestie van prioriteiten, financiële keuzes. De begininvestering is hoger maar je schrijft het over langere tijd af.”

Maar kun je als ziekenhuisdirecteur verkopen dat je in tijden van bezuinigingen met een architectenbureau werkt? “Architecten verdienen het geld heel snel terug door andere keuzes te maken maar ook door het bouwproces strak in de gaten te houden. Ik durf te stellen dat een architect uiteindelijk zelfs geld bespaart, ook als het over zorgkosten gaat. Ik hoef er geen onderzoeken voor te zien om te weten dat je sneller geneest als je je in een mooi vormgegeven omgeving bevindt. Het gaat om de focus en de keuzes die je in het begin maakt. Daarom moet de architect er ook vroeg bij betrokken worden, nog voor de contractering van de bouwers. ”

Ziet jouw ziekenhuis er eigenlijk wel uit als een traditioneel ziekenhuis? “Ik zou in ieder geval niet kiezen voor een groot ziekenhuis, zoals de AMC’s van deze wereld. Ik vind de menselijke maat erg belangrijk. Dus niet meer zo’n grote fabriek. Misschien zou ik de verschillende specialisaties in losse gebouwen huisvesten. Ik denk dat kleinschaligheid de mensen goed zou doen.” GZ 31


Nr. 12 - 2014

‘We dachten alleen nog maar aan geld, efficiëntie en snelheid. Maar de betrokkenheid van de kok en de patiënt bij het eten was ver te zoeken’

Kok Cees Neefjes in de keuken van het Westfriesgasthuis

32


Nr. 12 - 2014

nieuw maaltijdconcept

Van dichtbij, verantwoord en zonder e-nummers Tekst Klarinda de Rijke

De ideale maaltijd is e-nummervrij en bestaat uit Noord-Hollandse ingredienten die verantwoord zijn verhandeld, bedacht Nils van Mourik, manager Facilitair Bedrijf bij het Westfriesgasthuis tijdens een mijmermoment op de Afsluitdijk. Een nieuw maaltijdconcept was geboren.

“Kan de onderliggende reden zijn dat ik iedereen graag gelukkig zie?”, vraagt Nils van Mourik, manager Facilitair Bedrijf van het Westfriesgasthuis, zich hardop af. “We dachten alleen nog maar aan geld, efficiëntie en snelheid. Maar de betrokkenheid van de kok en de patiënt bij het eten was ver te zoeken. Daarbij zaten de kant-en-klaarmaaltijden vol conserveringsmiddelen en wisten we niet waar de ingredienten vandaan kwamen.” Dat moet anders, dacht Van Mourik toen hij na een lange werkdag over de Afsluitdijk reed. Hij bedacht dat de koks hun passie moesten hervinden en dat ze weer achter het fornuis moesten. Hij bedacht ook dat de patiënt verwend mag worden met een gezondere maaltijd. En hij bedacht dat het eten verantwoord moet zijn en dat het ziekenhuis als grootste werkgever in de regio meer betrokken moet zijn bij de streek.

‘Koks moeten achter het fornuis staan, in vlees prikken en door soep roeren. Dat is hun vak’

Topkok “Als een medewerker gelukkig is met zijn werk, straalt hij dat uit naar de patiënt”, vertelt Van Mourik. “Voorheen warmden de koks kant-en-klaarmaaltijden op, schoven die in de warmhoudwagen en afdelingsassistenten deelden de maaltijden uit. Maar koks moeten juist achter het fornuis staan, in vlees prikken en door soep roeren. Dat is hun vak, hun passie. Dat proeven de patiënten en daar gaat het om.”

Wie verwacht in een ziekenhuis zo’n gerecht voorgeschoteld te krijgen?

33


Nr. 12 - 2014

‘In de toekomst willen we onderzoeken wat dit eetconcept exact doet’

Blaauw dat het Westfriesgasthuis geen restaurant is. “Bacteriën terugdringen en voedselveiligheid gaan boven alles. Ook de meals & wheels-wagens vragen een andere aanpak”, vertelt hij. Groenten garen namelijk door in de warmhoudkar en het kookproces gaat een tikkeltje anders dan in een à la carte-restaurant. Nu serveert het Westfriesgasthuis iedere dag twee menu’s. Een wat gewaagder menu van Ron Blaauw en een wat traditioneler menu, samengesteld door de ziekenhuiskoks. Zo koken vraagt een andere denkwijze van de koks, stelt Mike Venekamp. Hij is directeur van Atlantis Handelshuis en levert de streekproducten aan het Westfriesgasthuis. Venekamp: “De inkoop van verse producten gaat heel anders dan voorheen. Toen ging het om afgepaste maaltijden, nu om volumes. Hoeveel, wanneer en hoe vaak moet de keuken dan voedsel bestellen? Dat afstemmen is een continu proces.” Nils van Mourik, manager Facilitair Bedrijf Westfriesgasthuis: ‘We dachten alleen nog maar aan geld, efficiëntie en snelheid.’

Dus koken de koks in het Westfriesgasthuis weer zelf onder toeziend oog van topkok Ron Blaauw. Hij stelde menu’s samen, met ingrediënten die voor het merendeel uit de regio Noord-Holland komen. “Omdat patiënten weten waar het eten vandaan komt, voelen zij zich meer verbonden met het eten”, verduidelijkt Van Mourik. Blaauw: “Denk aan witlof uit Nibbixwoud met vers gevangen kabeljauw uit de Noordzee en Opperdoesers. Met zo min mogelijk e-nummers en zoveel mogelijk allergieneutraal.”

Feestje Een maaltijd moet een feestje zijn voor de patiënt, vindt Blaauw. Hij leerde de koks en afdelingsassistenten de kneepjes van het horecavak. Hij leerde ze ook servicegericht te zijn. Andersom leerden de ziekenhuismedewerkers 34

Een hit Atlantis Handelshuis kwam in beeld bij het Westfriesgasthuis tijdens de voorfase van het concept. Toen het voedselconcept steeds meer vorm kreeg, wist Van Mourik niet welke partijen hij nodig had om het concept daadwerkelijk door te voeren. Dus klopte hij aan bij de belangenorganisatie voor telers en boeren in Noord-Holland: Greenport Noord-Holland Noord. “Nadat zij inzicht kregen in wat wij precies wilden, droegen ze Atlantis Handelshuis aan als voedselleverancier voor ons. Dat was een hit”, vertelt hij. Alle verschillende voedselleveranciers en schakels van het logistieke proces komen samen bij Atlantis Handelshuis en die verwerkt dat tot één levering met factuur voor het ziekenhuis. “Heel fijn”, vindt Van Mourik. “Ook het administratieve papierwerk verzorgen zij. En wanneer wij andere wensen hebben, denkt Atlantis actief met ons mee over de mogelijkheden.”


Nr. 12 - 2014

Topkok Ron Blaauw presenteert met trots de nieuwe gerechten van het Westfriesgasthuis.

Zo’n voedselconcept implementeren vraagt een goede samenwerking met de voedselleverancier, weet Van Mourik. Dus bood het Westfriesgasthuis diverse kaders waarbinnen Atlantis Handelshuis werkt: zo min mogelijk e-nummers in de producten, zoveel mogelijk voedsel uit Noord-Holland, het liefst teelt zonder pesticiden, ieder product moet traceerbaar zijn en het voedsel moet voldoen aan de Hygiënecode waarbij gewerkt wordt volgens de HACCP-normen. “We wilden bijvoorbeeld niet dat de koks de modder van de knolselderij moeten wassen”, vertelt Van Mourik. “Of dat ze tijd besteden aan wortels schoonraspen en snijden. Liever zien we die gesneden en vacuüm verpakt zodat de koks de wortels niet gelijk hoeven te verwerken”, verduidelijkt hij.

Gehaktbal De randvoorwaarden van die kaders ontdek je vanzelf, reageert Venekamp. “Vaak zijn dat puur praktische zaken.” Zo was de gehaktbal wel een dingetje, bekent hij. “We konden geen half-om-halfgehakt bieden vanwege de verschillende culturen in het ziekenhuis, bindmiddel bevat e-nummers en een rauw ei kan volgens de HACCP-normen niet. Resultaat is een droge gehaktbal”. Daar ligt dan ook de

grens. “Voedselveiligheid”, aldus Van Mourik. Maar het allerbelangrijkst: de voedselinkoop moest passen binnen het gestelde budget. “Die is hetzelfde als bij de kant-en-klaarmaaltijden”, stelt Van Mourik. Ter vergelijking pakt hij de benchmark van vorig jaar erbij: “De maaltijdkosten per patiënt staat op nummer twee in vergelijking met zeven andere ziekenhuizen.”

Aantoonbaar gelukkiger Gevoel is mooi, maar Van Mourik wil ook bewijs. “In de toekomst willen we onderzoeken wat dit eetconcept exact doet. Hippocrates zei al dat eten het genezingsproces ondersteunt. Welk effect heeft dit voedselconcept op het herstelproces? En wordt de cliënt er aantoonbaar gelukkiger van?” Bij de overgang naar een ander voedselconcept komt volgens Van Mourik geen blauwdrukdenken aan te pas. “Het is een organisch proces. Tijdens de invoering ervan kom je erachter waarom je dit nieuwe concept wil, wat het beste voor de patiënt is en wat de juiste voorwaarden zijn. Juist dáárom is het een succes of kan het een succes worden.” Dat iemand gelukkiger wordt door anders te eten, vindt Van Mourik te hoogdravend klinken. “Uiteindelijk is dit een creatief idee dat een succesvolle vorm kreeg, waarbij de patiënt voorop staat.” GZ 35


t p e c e dit r st ko o r u e 3,95 soon er per p


Nr. 12 - 2014

mijn zorgrecept Wat zijn de favoriete recepten van koks in de zorg? Dit keer vroegen we het aan Mark ten Tije, sous-chef bij kleinschalig verpleeghuis Hogewey in Weesp.

Hoofdgerecht (4 personen) Diamanthaasje op gekonfijte, zilte zuurkool

e j i T n e Mark t

met kastanjechampignons en stoofpeertjesjus Zuurkool Snijd in brunoise: 80 gram katenspek Doe de katenspek in een pan met: 500 gram zuurkool 1 eetlepel mosterd 200 ml droge witte wijn 50 gram roomboter Peper en zout Laat dit zachtjes stoven met een deksel op de pan. Giet het geheel daarna af en laat de zuurkool vervolgens nog even stomen zodat het wat droger wordt.

Stoofpeertjesjus Schil en verwijder de klokhuizen van: 3 stoofperen Snijd ze in kleine partjes en laat ze in een pan zachtjes garen met: 200 ml rode wijn 1 theelepel kaneel 2 eetlepels suiker 1 vanillestokje Pureer de gare partjes samen met het vocht en laat dit nog even tot sausdikte inkoken.

“Diamanthaas is bij velen niet of nauwelijks bekend. De smaak en structuur van het vlees doen niet veel onder voor de bekende tournedos van de ossenhaas. Met dit product is veel winst te behalen omdat je voor een relatief lage inkoopprijs toch een mooie maaltijd neer kunt zetten. Leuk en lekker koken hoeft niet altijd gepaard te gaan met een overkill aan dure en exclusieve ingrediënten. De bereidingswijze en de technieken zijn niet ingewikkeld en de onderdelen zijn makkelijk in bulk te bereiden. Samen met de zuurkool, paddenstoelen en de jus krijg je een echt ouderwetse lekkernij die je bijvoorbeeld goed kunt gebruiken in de wat luxere kerstmenu’s. Dit authentieke gerecht is echt iets voor de donkere dagen. Het zilte van de katenspek en het zuurtje in de kool zorgen samen met een warme, licht zoete saus voor een optimaal wintereffect dat uitnodigt om aan tafel te gaan.”

Diamanthaasjes en kastanjechampignons Kruid aan alle beide kanten met peper en zout: 4 diamanthaasjes van 160 gram Verhit wat margarine in een koekenpan en bak de haasjes in vijf tot zes minuten rosé. Haal de haasjes uit de pan en laat ze op een warme plek nog even rusten onder aluminiumfolie. Snijd in vieren: 250 gram kastanjechampignons Sauteer de champignons in de pan waarin ook de haasjes zijn gebakken.

Serveren Trancheer de diamanthaas in drie plakken en plaats deze in het midden van het bord, op een nestje van zuurkool. Plaats de champignons op het vlees en druppel de jus over het bord. Garneer het gerecht met een plakje uitgebakken katenspek, een takje peterselie en wat rodebietenscheuten.

Tip!

Blijf dicht bij je doelgroep en speel in op wensen van de gast. Zij bepalen je menukaart en het succes 37


Leven binnen eigen keuzes


Nr. 12 - 2014

zorgconcept

In Royal Rustique van Saffier De Residentiegroep wonen mensen met een zware zorgvraag in gewone huizen. Het uitgangspunt daarbij is: de mensen in de kwaliteit van hun leven te laten. Nu uniek. Straks de standaard? Tekst Betty Rombout Fotografie Arnaud Roelofsz, Saffier De Residentie

Hoe krijg ik alle oude zorginstellingen voor intramurale zorg in een ander concept? Dat is de vraag van Martin van Rijn, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Hij ging op bezoek bij Saffier De Residentiegroep, waar mogelijk het antwoord ligt. Van Rijn was gecharmeerd van het nieuwe zorgconcept in de vorm van Royal Rustique: 42 zelfstandige wooneenheden verdeeld over vier herenhuizen. Behandelruimtes zijn er niet, waardoor de huizen passen binnen de regels voor huursubsidie. Begeleiding en zorg worden daar waar nodig geleverd. De bewoners – ouderen met zwaar somatische aandoeningen, psychogeriatrische aandoeningen of niet-aangeboren hersenletsel en bewoners met een verstandelijke beperking – voeren zoveel mogelijk de eigen regie over hun leven.

Eigen regie “Onze grondgedachte is dat wonen, zorg en behandeling gescheiden activiteiten zijn”, vertelt Roland de Wolf, voorzitter Raad van Bestuur van Saffier De Residentiegroep. “Verblijf je ergens waar je feitelijk woont, dan is dat een woonsituatie en moet je gewoon huur betalen. Bij behandeling staat het gebouw - ziekenhuis, revalidatiecentrum - in het teken van het behandelen van de cliënt, die daarna weer naar huis gaat.” Uit deze gedachte van scheiden van wonen en zorg ontstond vijf jaar geleden het project Royal Rustique. De Wolf: “We vinden dat ook mensen met een zware zorgvraag zelfstandig moeten kunnen wonen. Is dit mogelijk gebleken? Wat hebben we de afgelopen jaren geleerd? Uitgangspunt is dat er in de huizen geen behandelruimtes zijn en dat de bewoners gebruik maken van de reguliere eerstelijnszorg, indien nodig. Het Volledig Pakket Thuis (VPT) geldt als intramurale zorg, waarbij de bewoners dezelfde zorg ontvangen als wanneer zij in een verpleeghuis wonen.” Echter, na een jaar bleek het concept niet helemaal te werken. “Medewerkers met een SPW (Sociaal Pedagogisch Werk)-achtergrond die ‘in charge’ waren in deze huizen, hebben geen verpleegkundig en medisch oog. Heeft de bewoner het warm, dan kan hij koorts hebben. Een raam open doen, helpt dan niet.” Daarom besloot De Wolf om de verpleegkundigen en verzorgenden werkzaam te laten zijn in deze huizen. “Het

gevolg was, dat binnen ‘no time’ de verpleging er een verpleeghuis van maakte. Ze zetten bijvoorbeeld de deuren tussen de herenhuizen open en richten verpleegposten in.”

Competentieprofiel Dat was niet de bedoeling. “Toen hebben we een competentieprofiel gemaakt waaraan een ieder die in deze huizen werkt, moet voldoen.” Zo kwam er een multidisciplinair team waarin de verschillende noodzakelijke kwaliteiten vertegenwoordigd zijn - van verpleegkundige tot schoonmaker - die zich allen bewust zijn van het feit dat de mensen er wonen en dat zij te gast zijn. “Een omgeving waarin de bewoners en/of hun familie de regie hebben over hun leven.” Dit onderscheidt Royal Rustique van een traditioneel verpleeghuis, waar bewoners volgens een vast dagritme leven. “Binnen het nieuwe zorgconcept leven de bewoners hun leven binnen hun keuzes. Het personeel staat dit toe,

Roland de Wolf, voorzitter raad van bestuur Saffier De Residentiegroep.

39


Nr. 12 - 2014

‘Moeten we alle risico’s uitbannen om maar zo oud mogelijk te worden? Nee’ maar is wel alert op bijvoorbeeld medische hulpvraag.” Volgens De Wolf is er niet alleen geleerd dat eigen regie belangrijk is voor de kwaliteit van leven, maar ook dat dit tegelijkertijd risico’s met zich mee brengt. “Wordt iemand zorgafhankelijk, dan zeggen we normaliter: ‘Kom maar bij ons wonen. Wij verzorgen je. We behoeden je er voor dat je niet meer valt’. Eigenlijk is verlengen van het leven het belangrijkste en daarna pas de kwaliteit van dat leven. Moeten we een dementerende vast zetten in een stoel met een tafeltje er voor om vallen te voorkomen? Nee. Laat hem lopen. Maar… dan valt hij! Inderdaad.” De vraag is volgens De Wolf: in welke situatie ervaart de cliënt meer kwaliteit van leven? “We moeten een omslag maken in ons denken. Leren dat het hebben van eigen regie niet altijd gelijk is aan onze gedachte wat goed voor hem is. Leren dat dit niet zonder risico’s is, maar wel de kwaliteit van het leven verbetert. Dus… moeten we alle risico’s uitbannen om maar zo oud mogelijk te worden? Nee. De eerste vraag moet zijn: hoe kan ik de kwaliteit van leven zo hoog mogelijk houden en welke risico’s ben ik bereid daarvoor te lopen? Zo oud mogelijk is dan niet interessant.”

kwaliteit van leven van de bewoners is verbeterd. TNO constateerde ook dat we de grootste moeite gehad hebben met het zorgdenken uit ons personeel te halen. Dat deze omslag lastig is, gaf ik al eerder aan.” Saffier De Residentiegroep is onlangs gestart met een vervolgonderzoek voor drie jaar, wederom in samenwerking met TNO. Het is de bedoeling dat een aantal andere woongroepen vanaf volgend voorjaar een omslag gaat maken naar het concept van Royal Rustique. De Wolf: “We zijn nu bezig met een nulmeting in samenwerking met CZ en VWS. Ons onderzoek richt zich op het aanbrengen van een scheiding tussen wonen, zorg en behandeling. Daarbij kijken wij ook hoe de aanwezige behandelruimtes in een verpleeghuis als eerstelijnspraktijk ingezet kunnen worden voor zowel de bewoners van het verpleeghuis - die verzelfstandigd gaan wonen - als voor de wijk. Daarmee gaan wij ook alle behandeling aan de verpleeghuisgeïndiceerden als eerstelijns behandeling geven. De een heeft meer behandeling nodig dan de ander. De behandelingen scharen onder de normale zorgverzekering in plaats van onder de WLZ, lijkt dan een logische keuze.” GZ

Vervolg Omdat Saffier De Residentiegroep het belangrijk vindt dat nieuwe zorgconcepten wetenschappelijk ondersteund worden, was TNO betrokken bij Royal Rustique. “TNO heeft drie jaar onderzoek gedaan. De organisatie heeft gekeken naar de kosten, de kwaliteit van leven en het personeel. We blijken goedkoper te zijn dan een regulier verpleeghuis. Personeel brengt in een regulier verpleeghuis 20 tot 30 procent meer kosten met zich mee dan in ons concept. De 40

Nog meer Royal Rustique Nieuwsgierig geworden? Op Youtube is een film te zien over Royal Rustique (zoekterm Royal Rustique). Op Saffierderesidentie.nl is ook informatie te lezen over dit concept.


Nr. 12 - 2014

nieuwe producten

Blikvanger voor de keuken Homeij introduceert de Homeij Cooking Verde messenhouder in een frisse, groene uitvoering. Met de vier meest gebruikte messen in de keuken staat de set volgens de makers garant voor veel snijplezier. De inhoud bestaat uit een koksmes van 20 cm, een broodmes, een multikeukenmes met kartel en een officemes. De Homeij Cooking Verde messenhouder is vervaardigd van groene PP-kunststof (polypropyleen) met een uitneembare en wasbare borstel. De messen zijn vervaardigd van gelegeerd roestvrij staal met een voedselveilige antikleefcoating. Het ergonomisch vormgegeven heft is vervaardigd van componenten met een basis van sterk en hard PP, overtrokken met soft antislip-rubber. De messen zijn extra licht en belasten de pols niet. Op de Homeij Cooking Verde messenhouder zit standaard vijf jaar garantie. Meer info: (013) 523 83 10, in.home@homeij.nl en Homeij.nl.

Kwekkeboom introduceert de krokante zorgkroket Snackfabrikant Royaan introduceert onder het bekende merk Kwekkeboom een nieuwe lijn met krokante ovensnacks en hapjes. Om te voorkomen dat de snacks slap worden in de oven, maakt het bedrijf gebruik van een nieuwe technologie: de zogeheten gepatenteerde ‘Crisp Technology’. Martijn de Bie, accountmanager Foodservice bij Royaan: “Het geheim zit hem in het paneermeel dat we gebruiken voor de producten. Dit zorgt ervoor dat de snacks heel krokant en mooi van kleur blijven. Bovendien zijn ze na de bereiding nog minimaal een uur goed te houden in warmhoudkasten. Dat betekent dat je grote hoeveelheden al eerder kunt klaarmaken.” Een krokante snack uit de oven, dat is vooral voor de zorg een uitkomst. Want vanwege veiligheidsvoorschriften is frituren daar geen optie of is er geen frituurpan aanwezig in de keukens, of dat nou een grote zorgkeuken of een keuken in een kleinschalige woongroep is. De komende weken worden de ‘zorgkroketten’ onder meer getest door de keukens van het VUmc en het Amphia Ziekenhuis. Meer info: Royaan.nl/nl/nieuws

Eerste prijs voor Food Connect Op een sportieve manier samenwerken met normale omgangsvormen leidt tot meer werkplezier en minder stress. Tot die conclusie kwam ook de jury van het Ministerie van Sociale Zaken, die daarom aan Food Connect de vakjuryprijs toekende tijdens de Nationale Goede Praktijken Competitie 2014. Minister Lodewijk Asscher overhandigde persoonlijk de prijs aan directieleden Wim Swier en Benno Schildkamp. Hiermee vertegenwoordigt Food Connect, namens Nederland, de inzending voor de European Good Practice Awards dat in april 2015 in Letland plaatsvindt. De jury ziet in Food Connect, een landelijke aanbieder van verse maaltijden, een uitblinkend voorbeeld van een bedrijf dat mede door zijn platte organisatiestructuur het werkplezier van zijn medewerkers vergroot en onnodige stress voorkomt. Het grondbeginsel van het bedrijf is, naast het koken en bezorgen van lekker en gezond eten, dat medewerkers zich thuisvoelen en zichzelf kunnen zijn. Meer info: foodconnect.nl

41


Nr. 12 - 2014

AGENDA 12-15 januari 2015

Horecava

Hoofdredacteur Jasker Kamp jaskerkamp@vakmedianet.nl

RAI Amsterdam Horecava.nl

Eindredacteur Dennis van Asselt

29 januari 2015

Nationaal Conges Veilig Voedsel Orpheus Theater, Apeldoorn Veiligvoedsel.nl

Medewerkers aan dit nummer Niek van den Adel, Aline de Bruin, Carolien Meijer, Klarinda de Rijke, Arnaud Roelofsz, Betty Rombout Uitgever Ruud Bakker Accountmanager Saskia Bosker saskiabosker@vakmedianet.nl tel. 06-51681707

16 t/m 18 maart 2015

Horeca & Food Inspiratie Evenementenhal Venray

Vormgeving & opmaak Colorscan, www.colorscan.nl

Evenementenhal.nl

Druk Ten Brink, Meppel

18 t/m 20 maart 2015

Zorgtotaal

Adres Vakmedianet Postbus 448, 2400 AK Alphen aan den Rijn tel. 088-5840800 www.gastvrijezorg.nl redactie@vakmedianet.nl

Jaarbeurs Utrecht Zorgtotaal.nl

18 t/m 20 maart 2015

Vakbeurs Zorg & ICT

Abonnementenadministratie klantenservice@vakmedianet.nl tel 088-5840888

Jaarbeurs Utrecht Zorg-en-ict.nl

Abonnementen Gastvrije Zorg verschijnt 9 keer per jaar. Jaarabonnement: Nederland € 99,00 overige landen € 132,00, los nummer € 12,50; prijzen zijn exclusief btw. Op alle uitgaven van Vakmedianet zijn de Algemene Voorwaarden van toepassing. Die zijn te vinden op www.vakmedianet.nl.

7 april 2015

Congres Kleinschalig Zorgen ReeHorst, Ede

Doelgroep Directie & hospitalitymanagers, hoofden voeding & koks, hoofden inkoop & facilitair managers in zorginstellingen en ziekenhuizen.

Nursingcongressen.nl/kleinschaligzorgen

11 juni 2015

Nationaal Congres Gastvrijheidszorg met Sterren Locatie nader te bepalen Zorgmetsterren.nl

Copyright Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. © Vakmedianet 2014 Publicatievoorwaarden Op iedere inzending van een bijdrage of informatie zijn de standaardpublicatievoorwaarden van Vakmedianet van toepassing. Deze zijn te vinden op www.vakmedianet.nl.

Advertentie-index Bouter B.V. CuliCare Catering B.V. De Zuivelhoeve FrieslandCampina Dagvers Holland Techno Groep SCA Hygiene Products Zeist BV Unilever Food Solutions Van Hoeckel, partner in food care Zwanenberg Food Group

42

4 44 14-15 43 2 20 Bijsluiter 20 26

Disclaimer Alle in deze uitgave opgenomen informatie is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. De juistheid en volledigheid kunnen echter niet worden gegarandeerd. Vakmedianet en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade die het directe of indirecte gevolg is van het gebruik van de opgenomen informatie. ISSN 1876-617X


Frico kaas: traditioneel bereid, natuurlijk gerijpt, met zorg verpakt.

Frico kaas is met z’n ambachtelijke bereiding en natuurlijke rijping al meer dan 110 jaar van ongeëvenaarde kwaliteit. In puurheid, in echtheid, in smaak. En... in veelzijdigheid. Frico kaas is verkrijgbaar in groot- of kleinverpakking. Dus overal genieten van heerlijke, échte Nederlandse kaas. Meer weten? Kijk op www.frico.nl, www.goudaholland-kaas.nl of bel 033 713 33 33.

Zie je dit keurmerk, dan is het gegarandeerd Gouda Holland kaas gemaakt van Nederlandse melk afkomstig van Nederlandse koeien die grazen op Nederlandse grond. Ook is de kaas volgens een eeuwenoud recept bereid en geheel natuurlijk gerijpt. Frico is een merk van FrieslandCampina


CuliSteam is een innovatief hedendaags gastvrijheidsconcept dat uitermate geschikt is voor elk modern ziekenhuis en instellingen met short stay patiĂŤnten.

Ultraverse maaltijden

Gezond In het seizoen vers geteelde groenten, uitsluitend HMRVTZ[PN ]HU NLJLY[PĂ„JLLYKL SL]LYHUJPLYZ

Stoommaaltijden op ieder moment van de dag Keuze uit ruim 100 maaltijdvarianten.

Smaakvol Bereiding d.m.v. een speciale stoomtechniek en perfect gepresenteerd op een porseleinen bord.

Voedzaam Door toepassing van rauwe producten en korte bereidingstijd blijven de vitamines behouden.

Kies voor besparing op energie, ruimte, verspilling en kosten!

CuliCare Tel. 0527 - 635 900 www.culicare.nl

Van Hoeckel Tel. 073 -631 26 90 www.vanhoeckel.nl

Kwaliteitsmaaltijden en hoogwaardige gastvrijheidsconcepten voor de healthcare- en foodservicebranche


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.