PLATFORM VOOR PROFESSIONALS IN BRANDPREVENTIE
NEGENDE JAARGANG NUMMER 2, APRIL 2016
THEMA
BLUSMIDDELEN/AUTOMATISCHE BLUSINSTALLATIES www.brandveilig.com
WATERMISTSYSTEEM HOTEL W OPERATIONEEL
KEUZE VOOR SPRINKLERINSTALLATIE LIGT VOOR DE HAND
TEVEEL BRANDEN IN MONUMENTALE BOERDERIJEN
Nederlands Warmtepomp Congres 2016 7 JUNI 2016 HOTEL VAN DER VALK VEENENDAAL
Tijdens het Nederlands Warmtepomp Congres 2016 staan kansen, mogelijkheden en uitdagingen rond de toepassing van warmtepompen centraal. In verschillende workshops worden onderwerpen uitgediept aan de hand van praktijkvoorbeelden.
NIEUW: Nederlandse Warmtepomp Awards dé duurzaamheidsprijs voor architecten Van architecten wordt steeds meer verlangd dat ze proactief meedenken over manieren om een pand zo duurzaam mogelijk te maken. Om te stimuleren dat de warmtepomp daarbij een prominente rol speelt, zijn de Warmtepomp Awards in het leven geroepen. Deze awards zijn een unieke erkenning voor architecten die een duurzaam woningontwerp hebben gemaakt waarin een warmtepomp centraal staat. Tijdens het Warmtepomp Congres 2016 worden de winnaars van deze duurzaamheidsprijs bekendgemaakt én worden de awards uitgereikt. Stuur uw case in op nederlandswarmtepompcongres.nl
Programma • Keynotes van spraakmakende experts • 9 Workshops over uiteenlopende onderwerpen, zoals ‘BENG: de nieuwe energieprestatie’, ‘Financiering van duurzame Installatieconcepten’, ‘Warmtepompmarkt en ambities’ en ‘Het duurzaamheidsbelang van integraal bouwen’ • Incl. praktijkvoorbeelden van de toepassing van warmtepompen • Reguliere prijs: € 249,• Abonnees van Vakblad Warmtepompen krijgen € 100,korting en betalen slechts € 149,• Leden/begunstigers van het NPW ontvangen een persoonlijke uitnodiging. Bekijk het complete programma op:
www.nederlandswarmtepompcongres.nl Organisatie:
Hoofdsponsor:
Inhoud
8
Thema Blusmiddelen/ Automatische blusinstallaties 8 | Innovatief watermistsysteem in hotel W Amsterdam 12 | Keuze sprinklers en integrale benadering brandveiligheid
12
15
22
15 | Wie onderhoudt de blussers en haspels?
Verder in dit nummer 6
NIEUWS
11
COLUMN RENÉ HAGEN
18
UIT HET BRANDLAB
22
AMSTERDAM CS KRIJGT STEMPEL BRANDVEILIG
25
COLUMN JORIC WITLOX
26
MONUMENTALE BOERDERIJEN GAAN IN ROOK OP
28
‘TEKST-NAAR-SPRAAK’ HELPT BRANDWEER
31
SCHADEPRAKTIJK
32
PRAKTIJK
34
BEDRIJVENINDEX nummer 2
april 2016
3
# " " $ " ! " !# # ! # ! " !# # " " ! !# ! # " !# ! ! !#
! " !#
"
Colofon
Wisseling van de wacht Brandveilig.com is een uitgave van Vakmedianet Hoofdredacteur Marcel van Duijn, marcelvanduijn@vakmedianet.nl Eindredacteur Christine Linneweever Medewerkers aan deze uitgave René Hagen, Rob Jastrzebski, John van Lierop, Peter Passenier, Leo Porrio, Bas Roestenberg, Betty Rombout en Joric Witlox Redactieraad De redactieraad adviseert de redactie van Brandveilig.com. De uitingen geven echter niet per se de mening weer van de leden.
Coen van Beek, Eric Bosscher, Maarten de Groot, Dingeman de Jong, Micha de Jong, Johan Koudijs, Leo Oosterveen, en Joric Witlox Uitgever Frederique Zeemans Accountmanager Marion Smits, marionsmits@vakmedianet.nl tel. : 06-528 67 200 Vormgeving & opmaak colorscan, www.colorscan.nl Druk Ten Brink, Meppel Adres Vakmedianet, Postbus 448, 2400 AK Alphen aan den Rijn Tel.: 088-5840918 www.brandveilig.com, info@brandveilig.com Abonnementenadministratie klantenservice@vakmedianet.nl, tel.: 088-5840888 Abonnementen Brandveilig.com verschijnt 6 keer per jaar. Abonnement: Nederland € 141,00, verzending buitenland € 29,50 (EU) en € 41,50 (niet-EU-landen); prijzen zijn exclusief btw. Op alle uitgaven van Vakmedianet zijn de Algemene Voorwaarden van toepassing. Deze zijn te vinden op www.vakmedianet.nl. Doelgroep Professionals op het gebied van brandveiligheid, zoals architecten, ingenieurs, aannemers, preventisten, brandweer, adviseurs, installateurs, leveranciers en beslissers op het gebied van facilitair management in bedrijf en gebouw. Oplage Door onafhankelijk accountant gecontroleerde oplage. Zie voor accountantsverklaring van Grant Thornton www.vakmedianet.nl Partners Hoefnagels, Stöbich, Trigion Brand en Beveiligingstechniek Copyright Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. © Vakmedianet 2016 Publicatievoorwaarden Op iedere inzending van een bijdrage of informatie zijn de standaardpublicatievoorwaarden van Vakmedianet van toepassing. Deze zijn te vinden op www.vakmedianet.nl. Disclaimer Alle in deze uitgave opgenomen informatie is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. De juistheid en volledigheid kunnen echter niet worden gegarandeerd. Vakmedianet en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade die het directe of indirecte gevolg is van het gebruik van de opgenomen informatie. ISSN 1876-5750
Sinds 1 maart volg ik Arjen de Kort op als hoofdredacteur van uw site, nieuwsbrief en het vakblad Brandveilig. com. De interessante wereld van brandpreventie is mij niet geheel vreemd. Door eerdere journalistieke werkzaamheden Marcel van Duijn Hoofdredacteur Brandveilig.com voor vaktijdschriften als 'de marcelvanduijn@vakmedianet.nl BouwAdviseur' en 'COBOUW', kwam ik niet alleen in aanraking met architecten en installateurs, maar ook met ingenieursbureaus en producenten van sprinklers, isolatiematerialen, haspels en wat dies meer zij. Op basis van het programma van eisen is het bij uitstek noodzakelijk dat de architect in een pril stadium rekening houdt met brandpreventie. De bouw werkt met normen en cerWLÀFHULQJSURFHGXUHV GLH VWHOVHOPDWLJ ZRUGHQ ELMJHsteld. Alleen zo kan worden voldaan aan accreditatie en kwaliteitseisen voor onder andere brandsystemen en diensten. Maar het gaat te ver om te zeggen dat daarmee alle gebouwen nu brandveilig zijn. Nu ik met mijn neus in uw branche zit, verbaast het mij dat er sowieso nog branden in gebouwen ontstaan die niet snel genoeg worden opgemerkt en bovendien soms moeilijk te blussen zijn. Het thema van deze uitgave ‘Blusmiddelen en automatische blusinstallaties’ is dan ook mijns inziens treffend gekozen. Vele productinnovaties komen voort uit de toeleverende industrie. Daarbij zitten ook de TU’s niet stil. Zo meldde NU.nl over een drone die de brandveiligheid binnenshuis verbetert. Studenten van de TU Eindhoven werken sinds eind 2015 samen in een project met de Brandweer Brabant-Zuidoost. De drone heet Blue Jay en detecteert als vliegende gaai hitte en brand en alarmeert bewoners en eventueel ook de brandweer. De drone kan zelfs een beginnende brand blussen met een blusstaaf. Het behoeft nauwelijks of geen betoog: dergelijke vernieuwingen maken het verschil, soms tussen leven en dood. Arjen heeft mij voor zijn vertrek wegwijs gemaakt in de wereld van brandpreventie. Zo heb ik gesproken met architecten, bouwkundige ingenieurs, branddeskundigen en vertegenwoordigers van brancheorganisaties. Ik sta open voor uw redactionele suggesties om de continuïteit te waarborgen en daar waar nodig te verbeteren.
Bent u al bekend met de interessante advertentiemogelijkheden op onze site Brandveilig.com en wekelijkse nieuwsbrief? Bel voor meer informatie: Marion Smits, marionsmits@vakmedianet.nl, telefoon: 06 52 867200.
nummer 2
april 2016
5
NIEUWS
Trigion en Gom PSO-gecertificeerd
AGENDA Meer informatie over alle activiteiten: www.brandveilig.com
23 T/M 27 MEI 2016
SPRINKLER SEMINAR ROTTERDAM
WWW.NFPA.EU/SEMINAR 2 T/M 4 JUNI 2016
EXPO RAMPENBESTRIJDING, INCIDENTMANAGEMENT EN CRISISBEHEERSING ENSCHEDE
WWW.EXPORIC.NL 2 JUNI 2016
CONGRES BRANDBEVEILIGINGSSYSTEMEN ZEIST
De Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) is het keurmerk voor organisaties die werkgelegenheid bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De PSO is een (h)erkenning voor organisaties die socialer dan gemiddeld ondernemen. Meedoen biedt voordelen voor iedereen.
de methode heeft ontwikkeld. Zelf werd de organisatie eind 2012 al gecertificeerd. Zustermaatschappij Gom volgde eind 2015 en beide kregen in maart het certificaat uitgereikt met een geldigheid van twee jaar. Waarom de Prestatieladder Socialer Ondernemen? Trigion en Gom vinden sociaal ondernemen niet meer dan normaal: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken mee op de werkvloer. De PSO is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een landelijke norm voor socialer ondernemen.
FireSafe B.V. Compressed Air Foam
WWW.VDS.DE 7 JUNI 2016
NATIONALE KENNISDAG BRANDPREVENTIE ECHTELD
WWW.KENNISDAG.NET 14 T/M 23 JUNI 2016
CURSUS BRANDVEILIGHEID VAN GEBOUWEN HARDERWIJK WWW.SBO.NL/BRANDVEILIGHEID
ADVERTEERDERSINDEX Brandpreventie Academy
bijsluiter
Dictator Productie
14
Saval Brandbeveiliging
4
Tremco illbruck Productie
17
Trigion Brand en Beveiligingstechniek
36
Zuid Nederlandse Buizen
21
6
Onlangs ontvingen Trigion Beveiliging en Gom Schoonhouden van PSO Nederland het PSO-keurmerk, behorend bij trede 1 van de Prestatieladder Socialer Ondernemen. Het PSO-keurmerk maakt zichtbaar dat beide organisaties, onderdeel van de Facilicom Services Group, niet alleen in hun werk mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie ondersteunen, maar hen ook in de eigen bedrijfsvoering een plek bieden. Samen met TNO, stichting PSO Nederland en Start Foundation was Trigion één van de toonaangevende bedrijven die
nummer 2
april 2016
FireSafe B.V. is januari 2016 gestart als dealer voor België en Nederland van OneSeven of Germany GmbH voor stationaire Compressed Air Foam (CAF) blusschuimsystemen. Mobiele CAF-systemen zijn al sinds jaar en dag bij brandweerkorpsen in gebruik op hun voertuigen. CAF-blusschuim is efficiënt door een verhouding water tot persKlassiek zwaar lucht van 1 : 5,5 en één aandeel schuim biologisch afbreekbaar schuimvormend middel van < 1 procent. Compressed Air Foam Door het persluchtaandeel heeft het schuim een regelmatige honingraat structuur. Dit zorgt voor uitstekende blussende en isolerende eigenschappen. Een CAFSchuimfilm schuimlaag wordt niet hoger dan vijf tot zeven centimeter en is daardoor altijd veilig bij gebruik voor personen en goederen. Milieuvriendelijker door tot 85 procent minder watergebruik. Geschikt als vervanger van bestaande blusschuimsystemen. Als een aanvulling voor het beveiligen van laad- en losstations en tankdepots (PGS15 regelgeving). Of voor het beveiligen van recyclingopslag tot en met brandrisico’s in tunnels.
NIEUWS
NEN 6068 branddoorslag en brand gepubliceerd Bij het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) is voor de bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten NEN 6068 gepubliceerd. Deze norm is in het Bouwbesluit aangewezen om de uitbreiding van brand in gebouwen te beperken. Belangrijkste wijzigingen in NEN 6068 zijn: Een methode voor de berekening van brandoverslag via dakopeningen, dakramen en dakkapellen is toegevoegd en daarmee vallen â&#x20AC;&#x2DC;achteroverâ&#x20AC;&#x2122; hellende gevels binnen het toepassingsgebied van de norm. Deze berekening resulteert voor de meeste situaties in kortere benodigde 'veilige' afstanden tot andere dak- en gevelopeningen dan de bestaande vuistregel. Bij het opnieuw doorrekenen van bestaande situaties kan het daarom voorkomen dat er minder voorzieningen nodig zijn dan in het verleden zijn getroffen. Brandcompartimenten met een totale oppervlakte aan gevelopeningen van meer dan 50 procent van de vloeroppervlakte behoren nu tot het toepassingsgebied van de norm. Gevelopeningen met een hoogte/breedte-verhouding groter dan vier behoren nu tot het toepassingsgebied van de norm. Voor bestellingen en informatie: ga naar de Normshop op www.nen.nl of neem contact op met NEN Klantenservice, telefoon (015) 2 690 391 of e-mail bestel@nen.nl. Voor informatie over norm(en) of over het normalisatieproces: Marc Mergeay, Consultant Bouw & Installaties, telefoon (015) 2 690 367 of e-mail bouwveiligheid@nen.nl.
Metamorfose Nationaal Brandweermuseum Onlangs is het Nationaal Brandweermuseum in Hellevoetsluis weer geopend voor het publiek. Vrijwilligers van het Nationaal Brandweermuseum kijken terug op een arbeidzame winterperiode. Dat zij niet stil gezeten hebben is vooral te zien aan de volledig verbouwde benedenverdieping, de nieuwe entree, de aangebrachte LEDverlichting en de gewisselde tentoonstellingen. Veel aandacht is besteed aan de herschikking van voertuigen. In de ontstane nieuwe ruimte in de benedenverdiepings is nu een ruime balie, de museumwinkel en een koffiehoek gesitueerd. Naast de ingang bevinden zich de kantoren waar de collectie wordt gearchiveerd, reserveringen worden gedaan voor de arrangementen en waar de directeur zijn plek heeft. De leeggekomen kantoren (boven) zijn verhuurd aan Op Voorne Putten, het voormalige VVV. Alle materialen op de benedenverdieping zijn op chronologische volgorde opgesteld,
gerangschrikt van primitieve handpomp tot gemotoriseerde moderne voertuigen. Via een wandeling langs de voertuigen volgt de bezoeker de geschiedenis van brandbestrijding door de jaren heen. Op het plein in het midden is ruimte voor grote groepen en bij voorbeeld de zomeravondconcerten die elk jaar plaats vinden bij het brandweermuseum. Zoals elk jaar heeft het brandweermuseum wisselende tentoonstellingen. â&#x20AC;&#x2DC;Adembescherming door de jaren heen' is gebleven. Nieuw is de tentoonstelling op de eerste verdieping over de Gezamenlijke Brandweer (GB). Deze organisatie verzorgt de brandbestrijding en hulpverlening in het havengebied en heeft daarbij de verplichting tot het in stand houden van een bedrijfsbrandweer overgenomen van de bedrijven die aangesloten zijn. Voor meer informatie www.nationaalbrandweermuseum.nl.
Overeenkomst Hertek en Atus getekend Onlangs is de nieuwe samenwerkingsovereenkomst getekend tussen Atus en Hertek. Met deze ondertekening is Hertek Premium Partner van Atus producten in Nederland. Beide organisaties bundelen hun expertise, kennis en middelen om actiever de ontruimings- en persoonsbeveiligingsmarkt te bewerken in branches als de zorg, industrie en retail. Marcel Hermkens (directeur Hertek B.V.) en Karel Mulder (Atus B.V.) hebben met het on- dertekenen van de overeenkomst een stap gezet in een nauwere samenwerking. Deze samenwerking sluit goed aan bij de groeiambities die Hertek heeft voor haar zorg- en communicatietak. Met de aanvulling van de Atus producten biedt Hertek haar klanten een kwalitatief hoogstaande totaaloplossing op gebied van persoonsbeveiliging. Beide bedrijven vullen elkaar goed aan. Hertek B.V. biedt veiligheid en bescherming aan mensen, bedrijven en bezittingen en voorkomt dat zij in gevaar komen. Hiervoor levert zij onder meer brandmeldsystemen, blussing, noodverlichting, zorgsystemen, communicatiesystemen en op maat gesneden totaaloplossingen. Hertek is blij met de ontwikkeling van de nieuwe Atus IP-zender, die rechtstreeks kan worden geĂŻntegreerd in het Sonevo verpleegoproepsysteem en daarom een grote rol zal gaan spelen in de Hertekâ&#x20AC;&#x2122;s productrange van veiligheidsoplossingen. Atus ontwikkelt persoonsbeveiligingssystemen voor een spectrum van sectoren zoals justitie, gezondheidszorg, industrie en de utiliteitsmarkt. Hiermee realiseren de partners van Atus oplossingen waarmee personeel, in potentieel gevaarlijke situaties, collegae kan alarmeren om crisissituaties te voorkomen. nummer 2
april 2016
7
Blusmiddelen/automatische blusinstallaties
Betty Rombout
DPA Cauberg-Huygen intensief betrokken bij schetsontwerp:
Innovatief watermistsysteem in hotel W Amsterdam
8
nummer 2
april 2016
Blusmiddelen/automatische blusinstallaties
H
et eerste W Hotel ging open in 1998 in New York, tien jaar later zette de hippe hotelketen voet aan wal in Europa. De kamers, cocktailbars en restaurants trekken een glamoureuze clientèle uit de wereld van design, kunst en mode. Op 9 oktober opende W Amsterdam, gevestigd in twee gebouwen: het voormalige Rijkskantoorgebouw voor Geld- en Telefoonbedrijf achter de Dam en gelegen boven de Albert Heijn Ên het voormalige Kas Bankgebouw.
Massa De hotelketen en de eigenaar van het gebouw overwogen om ten behoeve van de brandveiligheid een sprinklersysteem in het hoteldeel toe te passen. Er moest echter rekening gehouden worden met de beperkte ruimte voor een waterreservoir en de ontwerpbeperking dat geen massa aan het gebouw mocht worden toegevoegd. Hugo Verboven, senior adviseur bouwfysica, akoestiek en brandveiligheid bij DPA Cauberg-Huygen: â&#x20AC;&#x153;De staat van de fundering waar het hotel op staat, is niet geheel bekend. Wel weten we dat de afgelopen jaren het gebouw niet echt verzakt is. Dus was de stelling van de constructeur het gebouw niet zwaarder te maken, dan dat het is. Een sprinklersysteem ten behoeve van brandveiligheid vereist een groot waterreservoir. De massa van dit reservoir konden we niet kwijt en er was ook geen ruimte voor.â&#x20AC;? Op advies van DPA Cauberg-Huygen viel de keuze daarom op een watermistsysteem. Een systeem dat bestaat uit een netwerk van dunne, hoogwaardige leidingen die via de watermistkoppen minieme druppeltjes water de ruimte in spuiten, waardoor er watermist ontstaat. Verboven: â&#x20AC;&#x153;Omdat er veel minder water nodig is dan bij bijvoorbeeld een sprinklerinstallatie, is het mogelijk een veel kleiner waterreservoir te gebruiken. Ruimte die goed te gebruiken was voor het inpassen van het verdere programma ĂŠn een gewicht dat minder conďŹ&#x201A;icteerde met het minimaliseren van de belasting van de constructie.â&#x20AC;?
Voordelen Ten opzichte van conventionele blussystemen heeft watermist meer voordelen. Verboven: â&#x20AC;&#x153;Treedt er bijvoorbeeld een brand op in een van de hotelkamers, dan is de waterschade met een watermistsysteem een fractie van die van een sprinklersysteem. Er komt immers veel minder water
uit. De waterschade beperkt zich hoogstwaarschijnlijk tot genoemde hotelkamer. Tevens bereiken de kleine druppeltjes de brandhaard beter en ontstaat er een hoog koeleffect. De brandbestrijding verloopt daarmee bijzonder efďŹ ciĂŤnt. Bijkomend voordeel van het hoog koeleffect is, dat mensen meer tijd hebben om een veilig heenkomen te zoeken bij brand. En wellicht voelt het in werking treden van een watermistsysteem ook minder spannend aan voor de aanwezigen, wat een rustige ontruiming zou kunnen bevorderen. Daarbij slaan rook- en roetdeeltjes direct neer, zodat de kans op schadelijke inademing hiervan kleiner is.â&#x20AC;? Een ander voordeel van een watermistsysteem is, dat op basis van een gelijkblijvend veiligheidsniveau het aantal brandscheidingen en daarmee ongewenste aanpassin-
gen aan het monument konden worden voorkomen. Ook waren er nagenoeg geen brandkleppen in het ventilatiesysteem nodig en werd brandwerende beglazing in de twee patioâ&#x20AC;&#x2122;s achterwege gelaten. Verboven verduidelijkt: â&#x20AC;&#x153;In het Bouwbesluit staan de prestatie-eisen van een brandveiligheidsysteem genoemd. Wordt gekozen voor een oplossing op basis van gelijkwaardigheid, in dit geval een watermistsysteem, dan kan van die eisen afgeweken worden. Watermist geeft, zoals gezegd, een verkleining van de kans op het uit de hand lopen van de brand. De temperatuur blijft lager en er is minder rookontwikkeling. Dat biedt de mogelijkheid te kiezen voor een lagere kwaliteit brandscheiding van de deuren en minder kleppen in het ventilatiesysteem. Zonder dat dit ten koste gaat van het brandveiligheidsniveau.â&#x20AC;? Bij de hotelka-
nummer 2
april 2016
9
Blusmiddelen/automatische blusinstallaties
mers is vooral de aandacht uitgegaan naar het voorkomen van verspreiding van rook, omdat vooral hierdoor slachtoffers kunnen vallen. Brandwerende beglazing in de twee patioâ&#x20AC;&#x2122;s kon ook achterwege worden gelaten, omdat branduitbreiding via de gevels bij toepassing van een watermistsysteem eigenlijk uitgesloten is.
Kosten Een watermistsysteem lijkt ideaal boven een sprinklerinstallatie. Waarom wordt er dan niet altijd gebruik van gemaakt? Verboven: â&#x20AC;&#x153;Het is nog een redelijk nieuw systeem. De markt is wat afwachtend. Hierbij spelen de kosten van een watermistsysteem natuurlijk een rol. Voor elk project maken we de meest passende keuze. Meegenomen worden: de beschikbare ruimte, de hogere kwaliteit van het leidingsysteem en het verminderde benodigde onderhoud, de omvang van de waterschade en omstandigheden bij het inwerkingtreden voor de aanwezigen. Een watermistsysteem is niet per deďŹ nitie duurder. Wat ook meespeelt, is dat het watermistsysteem strikt genomen
nog buiten de sprinklerregelgeving valt. Normen en regels voor sprinklers zijn eigenlijk niet van toepassing op watermist, waardoor de kwaliteit en gelijkwaardigheid van een watermistsysteem nader moet worden aangetoond op basis van vele be-
â&#x20AC;&#x153;Daarbij hebben we op de verdiepingen met extra brandscheidingen veilige bufferruimten gerealiseerd. Zo kunnen met de twee bestaande trappenhuizen van beperkte afmetingen toch veel mensen worden toegestaan in de bar, het restaurant op de
â&#x20AC;&#x2DC;Markt is wat afwachtendâ&#x20AC;&#x2122; proevingen. Nog niet voor alle situaties zijn deze onderzoeken door de betreffende leveranciers al gedaan. Daarnaast is voor sommige ruimtes watermist niet of minder geschikt. Denk aan ruimtes met een hoog plafond.â&#x20AC;?
Bufferruimten Om geen extra uitgangen op de begane grond te hoeven maken, is ervoor gekozen om de vluchtwegen gedeeltelijk via het souterrain te laten lopen. Hier zijn ook â&#x20AC;&#x2DC;back-of-houseâ&#x20AC;&#x2122; ruimten ondergebracht.
dakverdieping en de multifunctionele ruimte op de eerste verdiepingâ&#x20AC;?, aldus Verboven.
Karakter De ramen in de gevel moesten op een paar plekken brandwerend uitgevoerd worden zonder het monumentale karakter van de gevel aan te tasten. Verboven: â&#x20AC;&#x153;Om het â&#x20AC;&#x2DC;slankeâ&#x20AC;&#x2122; karakter te behouden, is de keuze uiteindelijke gevallen op dunne metalen puien achter de bestaande houten puien. Houten puien kunnen brandwerend zijn, maar dat had in deze situatie tot opdikken van de bestaande puien geleid, wat vanwege het monumentale karakter niet mogelijk was.â&#x20AC;?
Ontruimingsplan Omdat DPA Cauberg-Huygen tot en met de uitvoeringsfase bij het project betrokken was heeft de organisatie voor de ingebruikname en de beheersfase het ontruimingsplan opgesteld en de aanvraag voor de gebruiksvergunning mede begeleid. â&#x20AC;&#x153;We weten precies welke brandveiligheidsvoorzieningen zijn getroffen en welke gedachten hierbij een rol hebben gespeeldâ&#x20AC;?, zegt Verboven. Er is veel gebeurd in vier jaar tijd om W Amsterdam tot een luxe, vijfsterrenhotel om te toveren voor de gasten. Maar wat is luxe waard als de brandveiligheid van het gebouw niet gewaarborgd is? Verboven: â&#x20AC;&#x153;Leuk om te vermelden is, dat ook de gemeente Amsterdam het hotel als een van de veiligste gebruiksinrichtingen van Amsterdam beschouwt.â&#x20AC;?
10
nummer 2
april 2016
Voor meer informatie: www.wamsterdam.nl www.dpa.nl/engineeringconsultancy Betty Rombout is freelance journalist.
Column
René Hagen
Historie brandpreventie Onlangs is regionaal brandweercommandant Koos Scherjon met pensioen gegaan. Koos Scherjon is een icoon op het terrein van brandpreventie. Door zijn inzet is brandpreventie een volwaardig onderdeel geworden van de strategische aandachtgebieden van de brandweer. Tijdens zijn afscheid heb ik een historisch overzicht gegeven van het vakgebied brandpreventie. Hieronder vat ik die historie samen, waarbij duidelijk wordt dat kennis en ervaring uit het ene decennium in het volgende decennium amper wordt doorontwikkeld en dat er op het gebied van samenhang nog veel te verbeteren is.
René Hagen, Lector Brandpreventie bij de Brandweeracademie van het IFV
De echte geschiedenis van brandpreventie begint in de jaren veertig van de vorige eeuw. Er is dan voor het eerst sprake van een kwaliteitsslag, met als voorlopig sluitstuk de eerste Brandweerwet in 1952. In de jaren vijftig en zestig volgt de verdere uitbouw van gedecentraliseerde regels. Brandweer of bouw- en woningtoezicht bepalen welke eisen er gesteld worden aan brandveiligheid. Omdat dit leidt tot grote verschillen tussen gemeenten, wordt in de jaren zeventig gewerkt aan meer uniformiteit van de brandveiligheidseisen. Er wordt voornamelijk gebruik gemaakt van NEN-normen en pseudo-regelingen die worden opgesteld door de samenwerkende grote brandweerkorpsen. Door deze ontwikkeling zijn er eind jaren zeventig redelijk goede brandveiligheidsregels, maar de uitvoering ervan kent nog veel verbeterpunten. De jaren tachtig worden dan ook benut om de uitvoering van de brandveiligheidsregels te stimuleren. Daarvoor zet de rijksoverheid twee instrumenten in: de brandbeveiligingsverordening (met daarin als belangrijkste instrument het gebruiksvergunningenstelsel) en het Preventie-activiteitenplan. In de jaren negentig ligt de focus echter op het verankeren van de brandpreventieregels in landelijk geldende regelgeving. De herziene Woningwet van 1991 zorgt voor de komst van het Bouwbesluit, de tot dan toe grootste impuls voor de brandveiligheid. Op 1 januari 2001 krijgt Nederland te maken met de cafébrand in Volendam. De commissie-Alders geeft aan dat de brandpreventieregels en het handhavinginstrumentarium afdoende zijn, maar dat de uitvoering, controle en handhaving van de brandveiligheid over het algemeen slecht geregeld zijn. Helaas ebt na dit incident de aandacht voor brandveiligheid snel weg. Als gevolg van de brand in De Punt op 9 mei 2008 wordt in het huidige decennium geprobeerd om de relatie tussen preventie en repressie te verbeteren, met als doel het vergroten van de veiligheid van de gebruikers én de brandweer. Er zijn de afgelopen 75 jaar veel goede impulsen en benaderingswijzen geweest om de brandveiligheid te optimaliseren. Ieder decennium blijkt echter een eigen focus op brandveiligheid te hebben, waarbij geen of nauwelijks ruimte is voor het doorontwikkelen van de focus uit het verleden. Verder is van samenhang tussen verschillende actoren op het gebied van brandveiligheid geen sprake. Zeker het ontbreken van samenhang tussen brandpreventieve maatregelen en repressief optreden, is een belangrijke. Met de publicaties Brandpreventie voor repressief leidinggevenden en binnenkort Brandbestrijding voor brandpreventiemedewerkers wil de Brandweeracademie deze samenhang bevorderen.
nummer 2
april 2016
11
Thema Blusmiddelen/ automatische blusinstallaties
John van Lierop
Vraag en antwoord:
Keuze sprinklers en integrale benadering brandveiligheid Brandveiligheid krijgt steeds meer de aandacht die het verdient. Maar in de praktijk leidt die aandacht nog niet altijd tot de (juiste) keuzes uit de mogelijke brandveiligheidsmaatregelen. Een visie in negen vragen en antwoorden.
N
a een brand hebben veel organisaties een probleem. Dat kan voorkomen worden door een integrale risicobenadering te hanteren, waarbinnen samenhangende keuzes worden gemaakt voor het gewenste veiligheidsniveau. Daarbij dient de inzet van een sprinklerinstallatie te worden overwogen, omdat een brand dan geen kans krijgt zich te ontwikkelen.
Welk brandveiligheidsniveau geeft de wet- en regelgeving? De gemiddelde Nederlander denkt dat het voldoen aan de wet- en regelgeving brandveiligheid oplevert. Dat is een misverstand, zeker wanneer het om bestaande bouw gaat. Het Bouwbesluit beperkt zich tot vluchtveiligheid en bescherming van buurpercelen. Het Bouwbesluit regelt niets voor de bescherming van gebouwen en bedrijfscontinuïteit. Dat vindt de overheid een private aangelegenheid. Het is vreemd dat er geen eisen worden gesteld aan de bedrijfscontinuïteit zoals bij onze ziekenhuizen die toch van evident maatschappelijk belang zijn.
Hoe vertaalt dit zich naar de praktijk?
Sprinklers bieden opdrachtgevers meer ontwerp- en keuzevrijheid.
12
nummer 2
april 2016
In de praktijk blijkt vaak dat artikelsgewijs en ‘verzuild’ invulling wordt gegeven aan de eisen in het Bouwbesluit. Het resultaat is vaak een niet-robuuste oplossing, waarbinnen het minste of geringste falen van een van de ‘onderdelen’ kan leiden tot een onveilige situatie. Onbewuste of onduide-
Thema: Blusmiddelen/automatische blusinstallaties
Iedere organisatie heeft te maken met eigen specifieke risico’s en brandscenario’s. lijke keuzes voor brandveiligheidsmaatregelen en het streven om slechts te voldoen aan de minimale wettelijke eisen zijn vaak de oorzaak van brandveiligheidsproblemen.
Wat zijn de recente ontwikkelingen op het gebied van brandveiligheidsmaatregelen? Vanuit het Bouwbesluit 2012 is het mogelijk te kiezen voor een andere mix van bouwkundige, installatietechnische en organisatorische maatregelen (BIO-maatregelen) om het gewenste veiligheidsniveau te bereiken. Zo kan met de keuze voor een automatisch blussysteem, de draagconstructie lichter en een brandcompartiment vergroot worden, zodat een flexibeler en open gebouw te realiseren is. In de praktijk wordt steeds vaker gebruik gemaakt van deze mogelijkheid om brandveiligheid op andere manieren vorm te geven.
Hoe kan een organisatie een eigen visie ontwikkelen op brandveiligheid? Een opdrachtgever dient zelf te bepalen welke gevolgen van een brand acceptabel zijn en welke niet. Denk daarbij aan (in)directe schade, bedrijfscontinuïteit, aansprakelijkheid en, hoe macaber ook, het aantal slachtoffers. Het vastleggen van de keuzes in een brandveiligheidsvisie getuigt van daadkracht en verantwoord ondernemen of besturen.
Hoe vertaal je visie naar concrete maatregelen? Iedere organisatie is anders en heeft te maken met eigen specifieke risico’s en mogelijke brandscenario’s. Opdrachtgevers kiezen bij (ver)bouw steeds vaker voor contractvormen waarin integraal ontwerpen en gebruik maken van elkaars kennis wordt bevorderd. Het model Integrale Brandveiligheid Bouwwerken (IBB) kan een geschikt samenwerkingsmodel zijn, waarbinnen deskundigen van de brandweer, architecten, adviesbureaus, verzekeraars en installateurs samenwerken aan het brandveiligheidsvraagstuk en concrete maatregelen. Voorwaarde voor een succesvolle samenwerking is dat betrokkenen integraal kunnen denken en de maatgevende scenario’s kunnen identificeren. Kennis over de ‘gereedschapskist’ met BIO-maatregelen is ook essentieel om de meest economische mix van bouwkundige, installatietechnische en organisatorische maatregelen te kiezen.
Hoe stimuleert de overheid een integrale risicobenadering? Door bijvoorbeeld niet alle eisen in het Bouwbesluit te specificeren. Zo moeten voldoende personen aanwezig zijn om de ontruiming bij brand voldoende snel te laten verlopen. Hoe aan deze functionele eis moet worden voldaan staat de verantwoor-
delijke vrij. Het Bouwbesluit benadrukt dat met technische maatregelen, zoals sprinklers, het aantal personen dat nodig is voor hulpverlening kan worden beperkt. Ook ondersteunt de overheid onderwijs- en onderzoeksprojecten voor bredere toepassing van Fire Safety Engineering en stimuleert ze de ontwikkeling van normen op basis van een risicobenadering.
Wat zijn de voordelen van een sprinklersysteem bij een integrale benadering van brandveiligheid? Met een sprinkler- of watermistsysteem kan een brand zich niet ontwikkelen. Dit biedt in de basis een hoog veiligheidsniveau. Een beginnende brand wordt geheel automatisch, zonder tussenkomst van mensen, bestreden. Alleen de sprinklerkoppen vlak bij het vuur worden geactiveerd. Uit de statistieken blijkt dat een brand meestal door één sprinklerkop onder controle wordt gehouden en vaak zelfs geheel wordt geblust. Daardoor hoeft er slechts gedeeltelijk ontruimd te worden en kan de BHV veilig optreden. Ook wordt een veilige toegang voor de brandweer gegarandeerd. In de meeste gevallen is de brand al gedoofd wanneer de brandweer arriveert. Sprinklers zijn een gelijkwaardig alternatief voor bijvoorbeeld grotere brandcompartimenten, een verlichting van de draagconstructie en verlenging en beveiliging van
nummer 2
april 2016
13
Thema Blusmiddelen/ automatische blusinstallaties
vluchtwegen. Maar sprinklers bieden opdrachtgevers meer ontwerp- en keuzevrijheid en dus meer flexibiliteit bij bouwen. Sprinklers beperken investeringen in bouw-
We zien vaak opportunistisch gedrag, zoals het negeren van de kans op een brand en de overschatting van de BHV-organisatie. Brandveiligheid wordt dan als kostenpost
‘Bouwbesluit regelt niets voor bescherming gebouwen en bedrijfscontinuïteit’ kundige compartimenten en de instandhouding daarvan. De BHV-organisatie kan risicogericht en goedkoper.
Hoe zit het met de kosten-batenanalyse van een sprinklersysteem? Een sprinklerinstallatie dient integraal met de andere maatregelen te worden bezien.
beschouwd en niet als investering in bijvoorbeeld continuïteit en zorgplicht. Met sprinklers is de financiële (gevolg)schade bij brand zeer beperkt en wordt imagoschade vermeden. Zeker wanneer al deze aspecten zoals continuïteit en schadebeperking meegewogen worden, is de investering in sprinklers een verantwoord besluit.
Wat is de rol van de branchevereniging bij een integrale benadering van brandveiligheid? De brancheverenging meent dat de eigenaar of gebruiker van een gebouw zelf moet bepalen welke gevolgen van een brand acceptabel zijn. VEBON-NOVB stimuleert de integrale risicobenadering en reikt kennis aan over de mogelijke brandveiligheidsmaatregelen, zodat de verantwoordelijken de juiste, samenhangende keuzes kunnen maken om het door hen gewenste veiligheidsniveau te bereiken. In een aantal publicaties zoals de Position Papers over parkeergarages, de zorg en de woonomgeving wordt nader ingegaan op de specifieke vraagstukken en oplossingen. Daarbij staan op sprinkler.nl uitgewerkte cases en referenties. John van Lierop werkt voor het European Fire Sprinkler Network (EFSN) en VEBONNOVB (john@eurosprinkler.org)
Brandveiligheid voor deuren Elektromagneten, Rook- en warmtemelders
DICTATOR vastzetinrichtingen 3
Voor branddeuren waarvan de brandweer eist dat deze zelfsluitend moeten zijn, maar waar dit in de praktijk niet altijd wenselijk is.
3 3 3 3
Kan als stand-alone worden uitgevoerd of aangesloten op de brandmeldcentrale Alle componenten zijn getest en voldoen aan alle hiervoor geldende normen Compleet programma elektromagneten voor vloer-, wand of plafondmontage Voor dubbelvleugelige deuren zijn er de SR 90 en SR 2000 sluitvolgorderegelaars
Bent u geïnteresseerd en wilt u meer informatie over deze of andere DICTATOR oplossingen? Kijk dan op onze website of vraag onze expert Marcel Reijntjens om een bezoek bij u ter plaatse in te plannen.
14
nummer 2
april 2016
Thema blusmiddelen/automatische blusinstallaties
Peter Passenier
Wie onderhoudt de blussers en haspels? Hoe pak je de brandpreventie aan in een zorgorganisatie met 550 cliĂŤnten met een verstandelijke beperking? Bij Severinus stellen ze hoge eisen aan de brandwerendheid van materialen en aan de onderhoudsbedrijven voor brandbeveiligingsvoorzieningen. Die moeten alle zijn gecertiďŹ ceerd.
nummer 2
april 2016
15
Thema blusmiddelen/automatische blusinstallaties
V
orig jaar kreeg zorgorganisatie Severinus in Veldhoven te maken met drie branden. Dit stemde tot nadenken, vooral omdat twee ervan werden veroorzaakt door de cliënten. “Eénmaal doordat een bewoner een sok weggooide die terechtkwam in een open lampenkap”, vertelt veiligheidskundige Riny van de Pol. “Omdat de gloeilamp daarin kokend heet was, begon de zaak te schroeien. Dit was een ongelukje, maar in een ander geval was er sprake van opzettelijke brandstichting.”
Zelfredzaam Brandpreventie staat bij Severinus hoog op de agenda. Deze zorgorganisatie herbergt zo’n 550 cliënten die kampen met een verstandelijke beperking. Eén ding hebben die allemaal gemeen: als er brand ontstaat, zijn ze niet zelfredzaam. Of zoals Van de Pol het formuleert: “Wij mogen er nooit vanuit gaan dat ze bij een incident in staat zijn om zelfstandig het pand te verlaten.” Logisch dus dat de organisatie voortdurend maatregelen neemt om de veiligheid te vergroten. Dat begint met het inventariseren van alle incidenten. “Wij hebben een incidentencommissie die maandelijks bijeenkomt”, zegt Van de Pol. “Als het gaat om een incident met een grote impact, nemen we onmiddellijk maatregelen. Zo is het model van de lampenkappen aangepast, zodat er niets meer in kan vallen.” Maar Van de Pol beseft dat zulke incidenten niet voor
honderd procent zijn te voorkomen. Daarom heeft Severinus het veiligheidsniveau opgeschroefd tot boven het wettelijk minimum.
Bouwbesluit “Het Bouwbesluit 2013 stelt met name eisen aan de brandwerendheid van gordijnen en vloerbedekking, want daarbij gaat het om grote oppervlakten. Wij vinden dat niet genoeg: bij ons gelden dezelfde regels ook voor dekbedden en matrassen.” Een hoog veiligheidsniveau betekent ook een goed onderhoud van de brandveiligheidsvoorzieningen. Severinus stelt hoge eisen aan bedrijven die dat onderhoud uitvoeren. Die moeten onder andere voor die werkzaamheden zijn gecertificeerd. “Onze organisatie heeft verstand van zorg”, zegt Van de Pol. “En niet van blusmiddelen. En omdat de zelfredzaamheid van onze cliënten zo laag is, stellen we daar hoge eisen aan. Dus willen wij er absoluut zeker van zijn dat zo’n onderhoudsbedrijf voldoende kennis in huis heeft. Vergelijk het met een sollicitatiegesprek. De ene kandidaat kan een uur lang roepen dat hij de kennis en vaardigheden heeft verworven, maar de volgende beschikt óók over relevante diploma’s. Welke neem je dan aan?” Bovendien ziet Van de Pol in de praktijk dat niet-gecertificeerde of niet-VCA-plichtige bedrijven zich minder bewust zijn van hun verplichtingen. “Wij kennen een voorval
met een glazenwassersbedrijf, waarbij een medewerker van zijn ladder is gevallen. De oorzaak: de werkgever zag er niet op toe dat de wettelijke bepalingen werden nageleefd. Bij een gecertificeerd bedrijf zie je dat veel minder vaak. Daar zitten die NEN-normen en die VCA-regels er bij iedereen ingeramd. Daar nemen ze veiligheid serieus.”
Contactpersoon VERPLICHT ONDERHOUD EN HET BELANG VAN EEN GECERTIFICEERD ONDERHOUDSBEDRIJF Blusmiddelen is het verzamelbegrip voor draagbare en verrijdbare blustoestellen, brandslanghaspels en brandslangsystemen met plat-oprolbare slang en droge blusleidingen. Een gebouwgebruiker zoals een zorginstelling, kan voor het onderhoud van blusmiddelen een bedrijf inschakelen dat is gecertificeerd volgens het CCVschema Onderhoud Kleine Blusmiddelen (REOB). Certificering staat voor kwaliteit Onderhoud, is specialistisch werk en vraagt om deskundigheid en geschikt gereedschap. Een gecertificeerd onderhoudsbedrijf onderscheidt zich door aantoonbaar vakmanschap. Het heeft alle benodigde kwalificaties om het onderhoud op de juiste manier uit te voeren. Gecertificeerd onderhoud geeft de klant dus zekerheid. Heeft uw bedrijf de deskundigheid in huis om aan de certificeringseisen te voldoen? Maak uw unieke waarde dan nu zichtbaar voor uw klanten en kies voor certificering!. Op veiligondernemenbeginthier.nl/brand ziet u een filmpje over de toegevoegde waarde van certificering voor uw klanten. Veel gestelde vragen over onderhoud van blusmiddelen staan op http://www.hetccv.nl/certificatie-en-inspectie/Kleine+Blusmiddelen/veelgestelde-vragen. Een gecertificeerd onderhoudsbedrijf is te vinden op http://www.preventiecertificaat.nl.
Certificering is niet het enige criterium. Bij de keuze van een onderhoudsbedrijf hecht Van de Pol ook veel waarde aan de relatie met een vast contactpersoon. “Onze situatie, met onze cliënten, vereist een speciale aanpak. Een vast contactpersoon leert die situatie goed kennen. Hij weet ook wie hij moet bellen als er iets niet in orde is. Stel je voor dat het brandmeldsysteem een storing vertoont en dat het brandmeldonderhoudsbedrijf dit niet onmiddellijk kan repareren. Dan moet niet alleen onze BHV-organisatie daarvan op de hoogte worden gesteld, maar ook de meldkamer van de brandweer – want daar staat onze brandmeldinstallatie naar doorgeschakeld. Een vaste contactpersoon weet dat. Die kan ons op dit punt ontzorgen.”
Inspectie Ontzorgen, er is nog een partij die daaraan
16
nummer 2
april 2016
Thema blusmiddelen/automatische blusinstallaties
meewerkt: de inspectie-instelling die controleert op het Bouwbesluit. Inspecties zijn redelijk frequent bij Severinus: op jaarbasis gaat het om zo’n tien controles, verspreid over zestig locaties. Voor andere werkgevers vormt dat wellicht een bron van stress, maar Severinus is er blij mee. Sterker nog: de organisatie wil niet zonder.
Tot slot een onderwerp dat al een paar keer ter sprake kwam: het Bouwbesluit. Want Van de Pol bekijkt dit met gemengde gevoelens. “Aan de ene kant zie je dat het steeds strenger wordt”, zegt hij. “Vergelijk de versie van 2012 met die uit 2003 en je ziet dat
‘Certificering is echt niet het enige criterium’
Scherp “We hadden mee kunnen doen met het brandweerproject ‘Geen nood bij brand’”, vertelt Van de Pol. “Daarbij laat de brandweer het controleren van de brandveiligheid onder voorwaarden over aan de zorgorganisaties zelf. Maar wij willen dat niet. Nogmaals, wij zijn goed in zorg bieden en we willen niet meer kennis hebben dan de Veiligheidsregio. De inspecteurs kennen de recente wetgeving en kunnen ons vertellen hoe we ons daaraan moeten houden. Dat houdt ons scherp.”
Aan de andere kant vindt Van de Pol het Bouwbesluit niet streng genoeg. “Als het gaat om brandvertragende materialen, kan de wetgeving wel wat worden aangescherpt. Want waarom geldt die eis voor brandwerendheid niet voor matrassen of
de eisen aanmerkelijk zijn aangescherpt. Zo moeten woonhuizen die zorg bieden, nu beschikken over goede compartimentering. Vóór 2012 was dat nergens beschreven. Logisch dus dat nog niet al onze locaties hieraan voldoen. Om dat allemaal aan te passen, is flink duur, maar we vinden zeker dat het nodig is.”
dekbedden? En waarom ook niet voor meubelen? Als je in Engeland een IKEA-bankstel koopt, moet dat brandvertragend zijn; dat is in de wet geregeld. In Nederland geldt die verplichting niet. Daar lopen we op dit aspect flink achter.” Peter Passenier is freelance journalist
Brandwerend Schuim
Vlietskade 1032
4241 WC Arkel
T 0183 56 80 19
www.nullifire.nl
nummer 2
april 2016
17
Uit het brandlab
Testen van blusschuim Efectis test niet alleen bouwmaterialen en -constructies, maar steeds vaker ook blussystemen en blusmiddelen. Zo wordt regelmatig een test uitgevoerd met blusschuim. Door René de Feijter
N
iet alle branden kunnen worden geblust met water. Daarom is er onder andere een schuimvormend middel ontwikkeld, dat (vermengd met water en lucht) ervoor zorgt dat een brandende (vloei)stof wordt afgedekt en de verbranding stopt. Wanneer een nieuw schuimvormend middel is ontwikkeld, moet dit getest worden om vast te stellen welke blussende eigenschappen het schuim heeft. Het blijft echter niet bij één test. Schuimvormend middel dat zich in een installatie bevindt, zal verouderen, waardoor de blussende werking van het schuim vermindert. Het is dan ook van groot belang om de kwaliteit van het schuim te monitoren door dit jaarlijks te laten testen.
NEN-EN 1568 Wanneer blijkt dat het schuim niet meer kan doen waar het voor het is ontworpen (snel een brand blussen), moet het tijdig
18
nummer 2
april 2016
worden vervangen. Een schuimblusinstallatie met niet-werkend schuim is immers weinig zinvol.
Drainagetijd De blussende eigenschappen en andere kwaliteitsbepalende kenmerken van het schuim worden vastgesteld aan de hand de NEN-EN 1568. Deze norm heeft vier delen, waarvan de delen één en twee zijn bedoeld voor het beoordelen van de kwaliteit van middelschuim en lichtschuim voor toepassing op vloeistoffen die niet met water mengbaar zijn. De delen drie en vier zijn bedoeld voor het beoordelen van de kwaliteit van zwaarschuim op vloeistoffen die wel en vloeistoffen die niet met water mengbaar zijn. Efectis voert de brandtesten zoals beschreven in NEN-EN 1568 delen drie en vier uit en bepaalt de verschuiming en de drainagetijd van het schuim. Dezelfde test kan ook worden uitgevoerd om
goedkeuring te krijgen voor toepassing van het schuim op luchtvaartterreinen en helikopterplatforms. In verband met de omvang worden de testen uitgevoerd buiten het laboratorium van Efectis, op het terrein van een klant of op het terrein van een brandweertrainingscentrum. Efectis voert de testen uit op branden met een diameter van 1,48 en 2,4 meter, waarbij Heptaan, Aceton en isopropylalcohol als brandstoffen worden gebruikt. Het schuim wordt opgebracht met een in de norm beschreven nozzle met een opening van 16,4 mm bij een druk van 6,3 bar.Tijdens de test beoordeelt Efectis hoe snel de brand wordt geblust. Na het blussen wordt een burn-backtest gedaan om te kijken of er herontstekig kan ontstaan door aantasting van de schuimlaag.
Voor meer informatie over testen van blusmiddelen: www.nederland@efectis.com
Uit het brandlab
UIT HET BRANDLAB In elke uitgave van Brandveilig.com verzorgt Efectis enkele paginaâ&#x20AC;&#x2122;s. Met meer dan tweehonderd medewerkers is Efectis de grootste organisatie die is gericht op brandveiligheid in Europa. De Efectis groep heeft vestigingen in Nederland (Bleiswijk), Frankrijk (Parijs, Metz, Lyon, Montpellier en Bordeaux), Spanje (Madrid) en Turkije (Istanbul) en beschikt naast deskundig personeel over een uniek en breed scala aan beproevingsfaciliteiten en moderne computersimulatiemiddelen. Verder onderhoudt Efectis actief relaties met de brandweer en toezichthouders en ook met kennisinstellingen, zoals universiteiten en onderzoeksinstanties. Hierdoor is Efectis in staat voor haar brede klantenkring altijd snel een pasklaar antwoord of oplossing te genereren. Meer informatie: www.efectis.nl
nummer 2
april 2016
19
Uit het brandlab
Lithium-ion branden in vliegtuigen Op de markt komen meer en meer producten die voorzien zijn van batterijen. Denk hierbij niet alleen aan laptops, tablets en mobiele telefoons, maar ook aan vervoersmiddelen, zoals fietsen, auto’s en scooters. Batterijen worden gezien als sustainable technologie, maar hoe veilig is deze technologie eigenlijk? Door Jos Bienefelt
D
e incidenten met batterijen, en in het bijzonder lithiumhoudende batterijen, lopen uiteen van kleine branden tot situaties die levens eisen. Zo zijn er voorbeelden van laptops die spontaan ontbranden en uit elkaar knallen, een geval waarbij een populaire elektrische auto een rondvliegend obstakel op de weg raakt waarna het batterijpakket in brand raakt, en vliegtuigen die door een batterijbrand neerstorten. Vooral over die laatste gevallen maakt men zich de laatste tijd ernstige zorgen.
Waarschuwingen Een voorbeeld is UPS Airlines Flight 6. Een vrachtvliegtuig stortte neer, wat de levens eiste van de twee piloten en waarvan de oorzaak kon worden teruggevoerd tot een batterijbrand. Ook wordt er beweerd dat een mogelijke oorzaak van het neerstorten van Malaysia Airlines vlucht MH370 een batterijbrand is. Het is namelijk bekend dat het vliegtuig een grote vracht aan lithiumion batterijen aan boord had. Grote vliegtuigfabrikanten zoals Boeing hebben inmiddels waarschuwingen afgegeven voor de gevaren van het vervoer van lithium-ion batterijen door de lucht. Ook de FAA (Fede-
20
nummer 2
april 2016
ral Aviation Administration) heeft onderzoeken gestart naar batterijbranden in vliegtuigen. Om branden te beheersen, ontwikkelt het van oorsprong Nederlandse bedrijf Trip & Co speciale hoezen om, in dit geval, de luchtvracht te beschermen. Dit is een cover gemaakt van brandwerend materiaal dat als doel heeft de piloot meer tijd te geven om het vliegtuig te laten landen of een mogelijke brand te smoren. Door het smoren van de brand kan deze niet snel in omvang toenemen en uitbreiden. In het ideale geval kan de fire containment cover de brand beheersen tot zes uur na het ontstaan ervan. Voor het testen van fire containment covers bestaan verschillende testnormen. Echter, deze testnormen gaan uit van een gesmoorde papierbrand en niet van een batterijbrand. Om deze reden heeft Trip & Co aan Efectis Nederland gevraagd een testprotocol te schrijven waarbij de fire containment cover wordt blootgesteld aan een brandlast met lithium-ion cellen. Na het schrijven van het protocol, en goedkeuring van de klant van Trip & Co, heeft Efectis de brandproef uitgevoerd.
Brandlast Op de foto is de testopstelling zichtbaar.
Het grijze doek is de fire containment cover, die zelf weer omgeven is door een net. De brandlast bestond uit een aluminium vliegtuigpallet met daarop 105 kartonnen dozen gevuld met papiersnippers. Verspreid over de dozen bevonden zich 1.500 lithium-ion cellen. Het vuur werd gestart door de lithium-ion cellen in ‘thermal runaway’ te brengen met een verwarmingselement. Zoals ís te zien ontstaat er na de start van de proef een behoorlijke rookontwikkeling door het uitgassen van de batterijen en de gesmoorde papierbrand. Maar er zijn geen uitslaande vlammen of hoge temperaturen buiten de cover.
Maatregelenpakket Fire containment-covers die bestand zijn tegen een batterijbrand, zijn dus geschikt om onbeheersbare branden in vliegtuigen te voorkomen. Een maatregelenpakket waarbij van deze covers gebruik wordt gemaakt, zal het vervoer van batterijen door de lucht zeker veiliger maken. Daarbij kunnen maatschappijen ook andere maatregelen treffen, zoals een rookdichte scheiding tussen de cockpit en vracht.
Trip & Co, opgericht in 1890, is een productiebedrijf dat onder andere tie down straps, isolatiehoezen en fire containment hoezen maakt voor de cargo industrie. De air cargo producten die Trip & Co maakt worden geproduceerd bij Schiphol en wereldwijd geleverd. Voor meer info: www.trip-co.com.
Advertorial
Stalen buizen met gegarandeerde lange levensduur Deze nieuwste innovatie op het gebied van bescherming van uw installatie heet Modinac coating. Bam Bouw en Techniek heeft deze coating toegepast op hun prestige project bij Brightlands Chemelot Campus ten behoeve van het Center Court aldaar. De strikte regelgeving en de betrouwbaarheid hebben BAM doen besluiten voor dit unieke product te kiezen.
Center Court moet gaan fungeren als hét landmark, hét kloppend hart van de Chemelot Campus; ontmoetingsplek, inspiratieruimte en uitgebreide sport- en bewegingsfaciliteiten. Het Center Court gaat straks onderdak bieden aan Chemelot Innovation and Learning Labs (CHILL), het Maastricht Science Programme (Universiteit Maastricht) en het DSM Innovation Center. Ook de Service Boulevard wordt er ondergebracht. Het Center Court krijgt daarnaast uitgebreide conferentiemogelijkheden. Hier wordt dus hard gewerkt aan de realisatie van dé community bij uitstek die Chemelot Campus voor ogen heeft, van cruciaal belang voor de toekomstige ontwikkelingen van Chemelot Campus. De opdracht is integraal opgedragen aan BAM Bouw en Techniek zodat de verschillende disciplines (bouwkundig, werktuigbouwkundig, brandveiligheid en elektrotechniek etc.) optimaal op elkaar aansluiten. Zeer wenselijk vanwege de korte doorlooptijd van de realisatiewerkzaamheden. Tevens noodzaakt de heersende strikte regelgeving op Chemelot dat één
uitvoerende partij een actueel en compleet overzicht heeft over alle werkzaamheden. De korte doorlooptijd zowel als de strikte regelgeving die geldt op heel Chemelot, maar vooral ook de eis om een brandveiligheidsinstallatie te hebben welke bestand is tegen de invloeden van inwendige corrosie, hebben ertoe bijgedragen dat voor de droge sprinklerinstallatie in de parkeergarage en boven de laboratoria van het Center Court is gekozen voor het product C-Pipes. Dit wil zeggen dat de buizen die gebruikt worden voor de sprinklerinstallatie na gelaste prefabricage zijn voorzien van een unieke, revolutionaire beschermlaag. De Modinac-coating. Deze innovatieve coating garandeert een langere levensduur van stalen buizen vanwege de antibacteriële werking die de coating heeft op de vloeistoffen in de buis, hetgeen bacterie-, vuil- en corrosieaanslag voorkomt. Het werkende bestanddeel van Modinac zal zich bij het vullen van de leidingen met water ook afzetten op de appendages en de verbindingen en ook daar een aanvullende bescherming bieden. Deze garantie op een verlengde levensduur van de sprinklerinstallatie ontzorgt de opdrachtgever en de installateur minimaal 10 jaar van de negatieve gevolgen van inwendige corrosie en biedt hiermee een stuk zekerheid voor de bedrijfsvaardigheid en de duurzaamheid van de brandbeveiligingsinstallatie.
1.
2.
Bescherming van
Bescherming van
de buis zelf
de inhoud van de buis
Modinac vormt een
Modinac heeft een
duurzame en slijtvaste
zuiverende werking op de
anti corrosielaag die de
vloeistoffen in de buis die
buis beschermt en een
permanent of tijdelijk
verlengde levensduur
aanwezig zijn. Op een
garandeert.
actieve en milieuvriendelijke
1
manier voorkomt Modinac bacteriegroei en vuilaanslag.
2
Voor meer informatie kunt u zich wenden tot Zuid Nederlandse Buizen B.V. te Maastricht. info@znbmaastricht.nl of info@c-pipes.com. Tel (0031) (0)43-4504504
nummer 2
april 2016
21
Brandpreventie
Rob Jastrzebski
Amsterdam Centraal krijgt stempel brandveilig:
â&#x20AC;&#x2DC;Stakeholders op ĂŠĂŠn lijn krijgen was dĂŠ uitdagingâ&#x20AC;&#x2122; Het Station Amsterdam Centraal heeft van de gemeente het stempel â&#x20AC;&#x2DC;brandveiligâ&#x20AC;&#x2122; gekregen. De overdracht van het brandbeveiligingsconcept aan de beheerders van het hoofdstedelijk OV-knooppunt ging niet over ĂŠĂŠn nacht ijs, want door het grote aantal verbouwingsprojecten in de afgelopen jaren was het op ĂŠĂŠn lijn krijgen van alle betrokken partijen een tamelijk complexe opgave. Een speciaal voor dit doel opgetuigd project smeedde alle deelplannen aan elkaar.
22
nummer 2
april 2016
Brandpreventie
A
msterdam Centraal is nooit af. Al sinds mensenheugenis wordt er aan het 126 jaar oude station gebouwd en verbouwd. De afgelopen jaren is het markante stationsgebouw van Pierre Cuypers ingrijpend uitgebreid met een nieuwe hoofdentree en stationshal aan de IJzijde. Verder zijn een reizigerstunnel gerenoveerd en een openbare passage (IJ-passage) met winkels gebouwd. En last but not least zijn, ook aan de IJzijde, een nieuw busstation en een toegang tot het nieuwe ondergrondse metrostation voor de Noord-Zuidlijn gerealiseerd. In totaal is het station in circa tien jaar tijd met zoâ&#x20AC;&#x2122;n 20.000 vierkante meter uitgebreid. Heel veel bouwkundige ontwikkelingen rond een station, dat niet alleen voor de hoofdstad maar voor heel Nederland en zelfs internationaal een vitaal openbaar vervoersknooppunt is. Dagelijks passeren ruim 250.000 OV-reizigers Amsterdam Centraal. Een brandveiligheidsconcept voor zoâ&#x20AC;&#x2122;n vitaal en complex bouwwerk moet van topniveau zijn. Daar hebben de stationsbeheerders samen met adviesbureau Royal Haskoning DHV voor gezorgd.
Gebruiksmelding Het project â&#x20AC;&#x2DC;Gebruiksmelding Amsterdam Centraalâ&#x20AC;&#x2122; heeft een jarenlange voorgeschiedenis. In 2010 gingen ProRail en NS Stations samen met de brandweer en Royal Haskoning DHV om de tafel om tot ĂŠĂŠn overkoepelende brandveiligheidsvisie voor
al die verschillende deelprojecten onder ĂŠĂŠn normenkader voor brandveiligheid konden brengen. Dankzij intensieve samenwerking tussen alle stakeholders zijn we erin geslaagd een samenhangend brandbeveiligingsconcept voor het hele stationsgebouw te realiseren.â&#x20AC;? In 2012 werden drie uitgangspuntendocumenten vastgesteld voor respectievelijk de brandmeldinstallatie, de ontruimingsinstallatie en de sprinklerinstallatie. Ron de Vries: â&#x20AC;&#x153;Alle aannemers, ontwerpers en installateurs die in Amsterdam Centraal aan de slag wilden, dienden zich te houden aan die kaders, zodat een uniform brandvei-
â&#x20AC;&#x2DC;Ontruimingsinstallatie was technisch ingewikkeld projectâ&#x20AC;&#x2122; het totale stationsgebouw te komen. â&#x20AC;&#x153;Dat was nodigâ&#x20AC;?, stelt Ron de Vries, adviseur brandveiligheid gebouwen bij Royal Haskoning DHV, â&#x20AC;&#x153;omdat er gelijktijdig heel veel bouw- en verbouwprojecten liepen, die werden uitgevoerd door verschillende architectaannemercombinaties. Al die partijen waren met de beste intenties bezig met brandveiligheid binnen hun eigen deelproject, maar samenhang ontbrak. Nieuwe stip op de horizon was om uiterlijk in 2015 een goedgekeurd brandbeveiligingsconcept aan de stationsbeheerders te kunnen overdragen. Inclusief een door het bevoegd gezag geaccepteerde gebruiksmelding conform het Bouwbesluit. Dat was alleen mogelijk als we
ligheidsniveau in het hele station kon worden gewaarborgd en alle installatietechniek onder ĂŠĂŠn CCV-inspectiecertiďŹ caat kon worden gebracht.â&#x20AC;?
Complex Op basis van de centrale kaders voor brandveiligheid werd onder andere de brandmeldinstallatie van het station integraal vernieuwd. ITL bouwde een compleet nieuwe netwerkinfrastructuur en Siemens leverde de brandmeldcentrale en de detectietechniek. Gekozen werd voor multicriteria-melders met ASA-technologie. Met die instelbare sensoren kunnen ongewenste meldingen als gevolg van omgevingsinvloe-
den (horeca/keukens) worden voorkomen. Ook werd een nieuwe ontruimingsalarminstallatie type A (ontruiming door gesproken woord) gerealiseerd. â&#x20AC;&#x153;Die ontruimingsinstallatie was technisch een ingewikkeld projectâ&#x20AC;?, verklaart Marcel Sleegers, projectmanager Gebruiksmelding bij NS Stations. â&#x20AC;&#x153;We wilden de hoeveelheid technische systemen beperken, dus lag het voor de hand de ontruimingsalarminstallatie te combineren met de omroepinstallatie voor de reizigersinformatie. Dat was lastig, want de omroepinstallatie is in beheer bij ProRail, terwijl NS Stations verantwoordelijk is voor ontruiming. Een andere lastige factor was dat de ontruimingsalarminstallatie ook in de winkels in de openbare passages moet functioneren. Door Hacousto is een â&#x20AC;&#x2DC;winkelboxâ&#x20AC;&#x2122; ontwikkeld die reizigersinfo of muziek in de winkel laat horen en bij brand wordt overruled door het ontruimingsalarm. Het vergde nogal wat technisch inregelwerk om de functionele combinatie van reizigersinformatie en ontruimingsalarm in ĂŠĂŠn installatie voor elkaar te krijgen.â&#x20AC;? Ook het bouwkundige hoofdstuk van het brandbeveiligingsconcept leverde de nodige uitdagingen op. Reden was het monumentale karakter van het stationsgebouw, dat een icoon is voor de stad. Ron de Vries licht toe: â&#x20AC;&#x153;Het Bureau Monumenten & Archeologie Amsterdam hanteert andere afwegingskaders dan de brandweer en brandveiligheidsadviseurs en kijkt naar esthetische aspecten in relatie tot de oorspronkelijke architectuur. Zo mochten bijvoorbeeld in de monumentale stationshal geen standaard
nummer 2
april 2016
23
Brandpreventie
rookmelders aan de stenen plafonds worden bevestigd. Daarom hebben we daar voor lineaire rookdetectie met laser gekozen.â&#x20AC;? Ook qua brandcompartimentering waren bepaalde voorzieningen lastig te realiseren. Zoals de voorgeschreven zelfsluitende deuren van het personeelsrestaurant. De deuren maken deel uit van het monumentale interieur en konden niet worden vervangen door moderne bij brandalarm zelfsluitende deuren. Een ingenieus kettingmechaniek dat in de deurposten en de deuren is aangebracht, heeft deze historische deuren alsnog zelfsluitend gemaakt. Een zelfde soort situatie deed zich voor bij een vluchttrappenhuis in de oostelijke vleugel van het stationsgebouw, waar door de brandweer een 60 minuten brandwerende scheiding werd geĂŤist. Die scheiding met zelfsluitende branddeur kwam er. Maar geheel in de oorspronkelijke historische uitstraling van het interieur, inclusief het glaswerk in de deuren. Daar was volgens Marcel Sleegers ook een kunstgreep voor nodig: â&#x20AC;&#x153;Want brandwerend glas is niet in de historische matte variant verkrijgbaar, dus is het geleverde glas met een speciale folie beplakt, zodat het niet afwijkt van de overige monumentale beglazing in die ruimte. Ook hier is het veiligheidsbelang gediend zonder het historisch ontwerp van het gebouw geweld aan te doen.â&#x20AC;?Het architectonisch karakter van het stationsgebouw draagt volgens Sleegers bij aan een hoger veiligheidsniveau dan het Bouwbesluit eist. Hij wijst erop dat
de sprinklerinstallatie in het monumentale gebouw er niet is gekomen omdat het moest van de wet, maar vanuit het oogpunt van behoud van dit cultureel erfgoed. Ook de invloed van de verzekeraar speelt een rol. Sleegers: â&#x20AC;&#x153;Die wil waarborgen voor optimale brandveiligheid en snelle brandbeheersing om de schadelast als gevolg van brand zoveel mogelijk te beperken. Uiteraard is dat ook in het belang van de spoorpartijen. Een onbeheersbare brand in Amsterdam Centraal zou immense gevolgen hebben voor de mobiliteit in de hoofdstad en ver daarbuiten. Langdurige uitval van dit cruciale
knooppunt van reizigersstromen kunnen we ons niet permitteren.â&#x20AC;?
Puzzelstukjes Gelet op het brandveiligheidsniveau dat onder de vlag van het project gebruiksmelding tot stand is gekomen, is zoâ&#x20AC;&#x2122;n schadescenario onwaarschijnlijk. De Vries en Sleegers kijken tevreden terug op een intensief maar succesvol project, waarbij technische en bouwkundige puzzelstukjes tot ĂŠĂŠn samenhangend concept zijn gesmeed. De Vries: â&#x20AC;&#x153;Het was een mooi project, uniek in omvang en complexiteit en met bijzondere uitdagingen voor techniek en behoud van monumentale waarde. Zo zijn sprinklerleidingen en brandscheidingen in het stationsgebouw kunstig gecamouďŹ&#x201A;eerd en zijn de functionaliteiten van reizigersinformatie en ontruimingsalarm in ĂŠĂŠn systeem gecombineerd. Een laatste innovatieve schakel in het concept vormen de digitale brandmeldpanelen voor het uitlezen van de brandmeldinstallatie door de brandweer. Die zijn op drie plaatsen bij brandweeropstelplaatsen beschikbaar; twee aan de IJzijde en ĂŠĂŠn aan de stadskant. Via touchscreens kan de brandweer snel via menuâ&#x20AC;&#x2122;s door alle deelplattegronden van het stationscomplex bladeren om de melding te lokaliseren. Maar het preventieniveau in Amsterdam Centraal is nu zodanig dat beginnende branden geen kans krijgen.â&#x20AC;? Rob Jastrzebski is freelance journalist
24
nummer 2
april 2016
Column
Joric Witlox
Voorkom uitruil veiligheid Brandveiligheid is bouwkundig én installatietechnisch én organisatorisch. Bent u wel eens geconfronteerd met de wat ik maar zal noemen ‘de uitruil illusie’? U wilt toch ook geen auto waarbij de veiligheid van de airbag is uitgeruild voor de veiligheid van de kreukelzone? Uitruil van veiligheden bij een auto is niet voorstelbaar, want de klanten pikken het niet! Zo anders is het in de bouw waar op allerlei manieren gedacht wordt dat veiligheden zomaar uit te ruilen zijn. Een sprinkler die de brand moet beheersen kun je niet volledig vervangen door een compartimentering. Een bescherming van het beton of staal of hout tegen inbranden, verzwakking door opwarming danwel afspatten, kun je niet vervangen door een sprinkler. Welke bewoner/gebruiker/eigenaar wil nu de veiligheid die met een geaccrediteerde brandtest geteste constructie opofferen voor een reeks aannames; voor schijnveiligheid? Straks zit de gebouweigenaar/ beheerder met de onveilige situatie.
Joric Witlox is voorzitter van vereniging Brandveilig Bouwen Nederland (BBN).
Burgers in Nederland hebben veelal het idee dat alles heel goed geregeld is en dat de veiligheid iets is wat daar wel in zal zitten. De wetgever zit juist sterk op het spoor om die verantwoordelijkheid helemaal bij de gebouwbeheerder/eigenaar en ook gebruiker neer te leggen. Minimale brandveiligheidseisen zijn in Nederland uitgekleed tot een minimum. Om een voorbeeld te noemen; Duitsland heeft 90 minuten als tijd die een gebouw in ieder geval moet blijven staan. In Nederland is dat 60 minuten. Dat wetende moet je dus als verantwoordelijke, voor een gebouw en de mensen erin, duidelijke brandveiligheidsprestatie-eisen nemen. Die zijn veelal hoger dan de eisen uit het bouwbesluit. Je kunt het niet overlaten aan adviseurs zonder wat ik zal noemen ‘skin in the game’. Een te laag brandveiligheidsniveau is niet hun probleem, maar uw probleem, gebouweigenaar, beheerder en gebruiker! Je zou het belang van brandveiligheid ook meer strategisch in je organisatie kunnen inbedden. Dat kan zover gaan als een jaarlijkse decharge vragen aan de raad van bestuur of directie voor het brandveiligheidsbeleid. En als gebruiker heb je altijd de keuze om brandonveilige gebouwen te mijden. Een belangrijke les die gebouweigenaren en beheerders kunnen trekken is dat brandveiligheid iets is waar je zelf in je organisatie zeker basiskennis van zou moeten opbouwen. 9 Juni, 21 september en 20 oktober zijn weer de trainingsdagen 'EBC Essentiel Bouwkundige Controlepunten'. Een ieder kan zich hiervoor inschrijven. Het Reinier de Graaf Ziekenhuis vind ik een mooi voorbeeld van hoe het wel kan. Brandveiligheidsmaatregelen als compartimentering, watermist en BHV worden effectief gecombineerd, zodat voldoende geborgd wordt dat patiënten en medewerkers bij een brand in veiligheid kunnen worden gebracht. Hebt u wel eens gekeken in het gebouw waar u kwam, of u op dezelfde verdieping in een ander compartiment terecht kon? Ik geef toe, het is normaliter niet iets waar je op zou letten. Toch past het mondiger klanten en gebruikers van gebouwen om ook op te komen voor en vragen te stellen over de veiligheid. Staat buiten kijf dat een directie en ondernemingsraad hier in ieder geval kritisch op zouden moeten zijn. Je medewerkers laten werken in een brandveilig gebouw is, naast wettelijk verplicht vanuit de woningwet ook nog een kwestie van goed ondernemerschap. Verschillende gebouweigenaren zullen aanstaande 10 november ook aan het woord komen over hun visie en wensen op het gebied van bouwkundige brandveiligheid tijdens de BBN studiedag. Want het mag duidelijk zijn: brandveilig bouwen loont!
nummer 2
april 2016
25
Brandpreventie
Betty Rombout
Teveel Rijksmonumentale boerderijen gaan in rook op Nederland kent 6.400 rijksmonumentale boerderijen. In de periode 2008â&#x20AC;&#x201C;2014 constateerde de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 56 branden in deze monumenten. Dat is gemiddeld elke anderhalve maand ĂŠĂŠn brand. Wat zijn de oorzaken en welke maatregelen kunnen we treffen?
D
e Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed kent een speciale afdeling gericht op de (brand)veiligheid van cultureel erfgoed. Ben Kooij, bouwhistoricus en werkzaam bij de Rijksdienst: â&#x20AC;&#x153;Deze Afdeling Veilig Erfgoed geeft voorlichting en doet onderzoek naar incidenten. Om te zien wat er precies speelt, worden de incidenten geregistreerd in een database. Regelmatig is er overleg met Brandweer Nederland en de regionale brandweer.â&#x20AC;? Gevraagd hoe het beste om te gaan met branden bij monumenten, is Kooij duidelijk: â&#x20AC;&#x153;Bij een eventuele brand in het Rijksmuseum kun je niet zomaar de spuit erop zetten. Het pand herbergt een enorme
waarde aan kunst. Bestrijding van brand moet uitermate voorzichtig en met beleid gebeuren. Uiteraard proberen we door preventieve maatregelen de risicoâ&#x20AC;&#x2122;s zoveel mogelijk te beperken en tijdig brand te signaleren.â&#x20AC;?
Onwetendheid Wat zijn nu de risicoâ&#x20AC;&#x2122;s op brand bij rijksmonumentale boerderijen, zeven procent van alle historische boerderijen in Nederland? En welke maatregelen moeten er worden genomen? Zoals bekend, stelt de overheid eisen aan de brandveiligheid van gebouwen. Echter, er zijn geen speciale eisen voor monumenten. Bij een verbouwing van een
rijksmonumentale boerderij gelden de regels voor bestaande bouw uit het Bouwbesluit 2012. De regelgeving geeft het minimale niveau van brandveiligheid aan. Veelal is bij rijksmonumentale boerderijen in combinatie met brandveiligheid de onwetendheid het probleem, zegt Kooij. â&#x20AC;&#x153;Mensen trekken weg van het platteland. Boerderijen komen leeg te staan of krijgen een andere functie. Dat heeft invloed op de brandveiligheid. De boer kende de boerderij. De nieuwe eigenaar (nog) niet. Hij is soms onwetend van de risicoâ&#x20AC;&#x2122;s van brand. Gooit bijvoorbeeld een hoop hout in de kachel voor een warm vuurtje, zonder rekening te houden met het feit dat het schoorsteenkanaal tientallen jaren niet gebruikt en geveegd is. Gevolg? Er kan zomaar een brand ontstaan. En wat als een boerderij een Bed & Breakfast wordt? Meer mensen betekent meer risico op brand. Denk aan kinderen die op het open erf met vuur spelen. Er moet geen dieseltank in de buurt staan.â&#x20AC;?
Schoorsteenkanaal
$ ! ! ! # ! " !" " !
26
nummer 2
april 2016
Een groot deel van de branden in rijksmonumentale boerderijen ontstaan in het eerder genoemd schoorsteenkanaal. De constructie van een schoorsteen dient onbrandbaar en rookdicht te zijn. Bij een open haard is een goed functionerende klep van belang; een die direct kan worden gesloten bij een schoorsteenbrand. Kooij: â&#x20AC;&#x153;Voor een goede trek mag het kanaal geen grotere knik dan 30 graden maken. Dit om brandgevaarlijk vuil in de knik te voorkomen. Een vonkenvanger boven op de
Brandpreventie
schoorsteen verhindert dat er vonken op het (rieten!) dak terecht komen en dat vogels zich niet in het rookkanaal nestelen.â&#x20AC;? Bij rijksmonumentale boerderijen komt brandstichting helaas vaak voor. Met de laag doorlopende rieten daken en het vele hout zijn de boerderijen eenvoudig in brand te steken. Bovendien liggen ze meestal in afgelegen gebieden.
Signalering Kooij over het rieten dak: â&#x20AC;&#x153;Dat is, zoals we weten, uitermate brandgevoelig. Zoâ&#x20AC;&#x2122;n dak
RIJKSDIENST VOOR HET CULTUREEL ERFGOED De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is een onderdeel van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De dienst adviseert en inspireert bij het behoud, de duurzame ontwikkeling en de toegankelijkheid van het meest waardevolle erfgoed van Nederland. Op het gebied van monumentenzorg, archeologie, historisch landschap en museale collecties voert de Rijksdienst de wet- en regelgeving uit. * www.cultureererfgoed.nl * Brochure â&#x20AC;&#x2DC;Brandpreventie voor historische boerderijen (2015): http:// cultureelerfgoed.nl/publicaties/ brandpreventie-voor-historischeboerderijen
vastgeschroefd op brandveilige platen vermindert het risico op brand. Nadeel is dat het riet minder goed droogt, waardoor het minder lang mee gaat. En breekt er toch brand uit, dan merkt de eigenaar door die platen de brand minder snel op. Een andere of aanvullende oplossing is het aanbrengen van signalering in het rieten dak. Hiervoor bestaan verschillende systemen, zoals een detectielint in een rietpakket. Breekt er brand uit, dan reageert dit op de snelle stijging van de temperatuur. Ook kan een aspiratiedetectiesysteem in het rietpakket worden aangebracht. Het systeem zuigt via dunnen pvc-buizen lucht aan en neemt zo continu monsters uit het rietdek. Het reageert op kleine rookdeeltjes die tijdens een beginnende brand vrijkomen. Verder zijn er systemen die na het signaleren de brand ook automatisch bestrijden, bijvoorbeeld met sprinklers.â&#x20AC;?
Defect Kooij vervolgt: â&#x20AC;&#x153;Blikseminslag is eveneens een risico. Iets wat op het open platteland vaker gebeurt dan in een stad. Door het plaatsen van hoge bomen bij de boerderij, is brand door bliksem enigszins te voorkomen. Of wat te denken van een bliksemafleider op het dak? Het installeren ervan is overigens bij monumentale panden niet verplicht. Een bliksemaďŹ&#x201A;eider speelt wel een rol bij de subsidie-aanvraag voor een verbouwing.â&#x20AC;? De belangrijkste oorzaak van brand ligt bij defecte elektrische apparatuur en gasapparaten. Het mag duidelijk zijn, het schoon-
houden en onderhouden van deze apparatuur is van uitermate belang. Het is raadzaam de boerderij in te delen in compartimenten. Een brandmuur houdt de brand een tijdje tegen. Volgens het Bouwbesluit is de opdeling in compartimenten voor een groot gebouw verplicht. Een historische boerderij echter, is volgens de toen geldende regels, normen en eisen gebouwd. Het kan zo maar zijn dat er in 100 jaar niets aan veranderd is. We spreken dan over het rechtens verkregen niveau. De eigenaar kan niet gedwongen worden tot aanpassingen. Pas als hij wil verbouwen, dan moet hij aan de huidige eisen voldoen. â&#x20AC;&#x153;Dat neemt niet weg dat de eigenaar uit eigen beweging brandveilige voorzieningen kan uitvoeren, zoals het aanbrengen van automatische brandmelders in de belangrijkste verblijfs- en werkruimtenâ&#x20AC;?, aldus Kooij.
Verzekering Verzekeraars stellen weinig of geen eisen, vertelt Kooij. â&#x20AC;&#x153;Ze beoordelen een boerderij naar herbouwwaarde, bedrijfsrisicoâ&#x20AC;&#x2122;s en brandgevoeligheid. Daarom is het belangrijk te controleren of de herbouwwaarde van het pand is vastgesteld en of in de polis vermeld staat dat het een rijksmonument betreft. Een fotoserie van de binnen- en buitenkant van de boerderij voor de brand â&#x20AC;&#x201C; met fotoâ&#x20AC;&#x2122;s van de genomen voorzorgsmaatregelen ĂŠn documenten - helpt om de schade met de maatschappij goed af te handelen.â&#x20AC;?
Relevant Is brandveiligheid van rijksmonumentale boerderijen een brandende kwestie? We praten immers over slechts zeven procent van alle historische boerderijen in Nederland. â&#x20AC;&#x2DC;Jaâ&#x20AC;&#x2122;, zegt de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Historische boerderijen zijn niet alleen een tegenwicht tegen de groeiende verstedelijking, de oprukkende bedrijventerreinen en de sterk veranderende maatschappij, maar ook voor de generaties na ons, zodat zij, net als wij, ervan kunnen blijven genieten. Daarbij blijven historische boerderijen economisch relevant als productiebedrijven van ons voedsel. Door brand kunnen ze verloren gaan. Het veilig in stand houden van cultuurhistorisch waardevolle boerderijen is hiermee in ieders belang. Betty Rombout is freelance journalist
nummer 2
april 2016
27
Brandpreventie
Bas Roestenberg
C2000 en Femke zorgen voor cruciale tijdbesparing bij alarmering
‘Tekst-naar-spraak’ helpt brandweer Voor hulpdiensten is iedere seconde tijdwinst cruciaal. Systeemintegrator Voorhout Data Connection ontwikkelde derhalve een innovatief systeem waarmee de brandweer veel sneller op alarmoproepen kan reageren. Centraal staat Femke: een slim ‘Tekst-naar-spraak-systeem’ dat informatie uit alarmeringen herkent en omroept.
kwam. Er bleek relatief veel tijd te zitten tussen het moment waarop de meldkamer via P2000 een alarmering uitstuurt en het moment waarop die melding op onze pagers stond. Ik heb vervolgens contact gezocht met een brandweerregio in de buurt die met het systeem van Voorhout Data Connection werkt. Zij gaven een demo van dat systeem en op basis daarvan besloten we ermee te gaan werken.”
C2000
I
n Hilversum, onderdeel van de veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek, staat één van de inmiddels 26 kazernes die met systeem van Voorhout Data Connection werken.
Uitrukdienst Voorheen werd de uitrukdienst van de kazerne gealarmeerd via het P2000-netwerk. Alarmteksten kwamen binnen in een P2000-box en als die bepaalde cap-codes detecteerde ging het alarm af. De mannen
28
nummer 2
april 2016
en vrouwen van de uitrukdienst konden vervolgens op hun pager lezen welke actie ze moesten ondernemen. “Op deze post geldt de afspraak dat we binnen anderhalve minuut nadat de centrale meldkamer een alarmering uitstuurt, moeten zijn uitgerukt”, vertelt Mark Twist, brandwacht in de Hilversumse kazerne.
Demo “Die doelstelling werd niet altijd gehaald en we hebben onderzocht waar dat door
Het nieuwe systeem boekt op twee manieren snelheidswinst: het maakt gebruik van een ander netwerk, en meldingen worden voortaan ‘voorgelezen’ door het tekst-naarspraak-systeem Femke. Om met het eerste te beginnen: in de PBox, die de oude P2000box heeft vervangen, komen SDS-berichten vanuit het C2000-netwerk binnen. Dit gesloten netwerk wordt minder belast dan P2000 en kent daardoor minder vertraging. Jan Vergeer, systeemontwikkelaar bij Voorhout Data Connection: “SDS-berichten via C2000 komen gemiddeld tien tot twintig seconden sneller binnen dan P2000-tekstberichten. Die winst lijkt misschien beperkt, maar hij is significant als je, zoals de kazerne in Hilversum, de doelstelling hebt om binnen anderhalve minuut na alarmering op de weg te zitten.” Die tijdwinst kan in een concreet noodgeval belangrijk zijn, maar het heeft ook een ander voordeel, vult Mark Twisk aan: “De basisregel is dat het gebied waarbinnen een kazerne uitrukt is
Brandpreventie
gebaseerd op hoe snel de uitrukdienst ergens kan zijn. Als je sneller de kazerne verlaat, kan het gebied dat je bestrijkt dus worden vergroot.”
Back-up Dat er snelheidswinst wordt geboekt dankzij C2000 betekent overigens niet dat P2000 geen functie meer heeft. Vanuit het GMS worden meldingen zowel over P2000 als C2000 uitgestuurd en daarbij wordt de eerste melding die binnenkomt opgepakt. Als dat een C2000-bericht is en twintig seconden later komt vanuit P2000 dezelfde melding binnen, herkent het systeem de doublure en negeert hem. Jan Vergeer: “Het kan weleens voorkomen dat een C2000-bericht niet binnenkomt, maar dan volgt twintig seconden later alsnog de
Behalve dat meldingen binnenkomen via C2000, heeft Voorhout Data Connection het zelf ontwikkelde tekst-naar-spraak-systeem Femke aan de PBox gekoppeld. Hierdoor worden alarmmeldingen automatisch omgezet naar spraak zodat de brandweerlieden via het omroepsysteem horen dat – en hoe – ze moeten uitrukken. Dat scheelt kostbare seconden omdat het overbodig is om eerst op de pager of lichtkrant een melding uit te lezen en te interpreteren.
Femke Standaard roept Femke de volledige tekst om, zoals die vanuit het GMS binnenkomt. De lokale beheerder van het systeem kan dit echter configureren. De gesproken tekst aanpassen, sorteren of de volgorde ervan omzetten is mogelijk door vanaf een laptop
‘Als je sneller de kazerne verlaat, kan het gebied dat je bestrijkt worden vergroot’ P2000-melding. Dat biedt extra veiligheid; de kans dat zowel C2000 als P2000 tegelijk falen is namelijk erg klein. Overigens is er ook nog een optie om problemen uit te sluiten voor het bijna theoretische geval dat beide netwerken storing hebben. Inmiddels zijn we in staat ons systeem te koppelen aan een Replica-server. Dat is een soort mirror-database van het GMS. Mochten zowel C2000- als P2000-meldingen niet doorkomen, dan is dat dus nog een extra back-up.”
in te loggen op de PBox. “We hebben onlangs een grote update in het systeem doorgevoerd”, legt brandweerman Mark Twisk uit. “Er is nu een lijst met tekstvervangende regels, zodat we precies aan kunnen geven wat Femke wel of niet moet uitspreken, en of bepaalde woorden uit de originele alarmmelding worden vervangen”. Voordat de brandweer in Hilversum het systeem configureerde, onderzocht Twisk met zijn team aan welke gesproken informatie er behoefte is. “Daarbij bleek bij-
voorbeeld dat het niet zinvol is als het adres waar een calamiteit plaatsvindt wordt uitgesproken. Die locatiegegevens worden namelijk al getoond op de lichtkrant in de kazerne, en als je uitrukt lees je hem onderweg op je pager of in het MDT-systeem. Op die schermen wordt de volledige alarmtekst getoond zoals de alarmcentrale hem uitzendt. We hebben in Femke dus aangegeven dat ze de adresregels uit de melding niet meer voorleest. In het systeem staat nu een door onszelf samengestelde lijst met termen die worden uitgesproken als ze in een alarmering voorkomen. Het resultaat is dat we na een attentiesignaal alleen nog de prioriteit van de melding horen, welke auto of auto’s moeten uitrukken, en de incidentklasse.” Een melding klinkt dan bijvoorbeeld als ‘Prio1 voor 2151 OMSalarm’. Wat betekent: prioriteit 1 - de hoogwerker moet worden ingezet (autonummer 2151) voor een melding vanuit het Openbaar Meldsysteem (OMS). Daarbij is ook de uitspraak geconfigureerd, zodat Femke ‘OMS’ als afkorting uitspreekt en niet als drieletterig woord. Overigens kan de hele tekstbibliotheek worden gekopieerd: kazernes die overstappen op het systeem hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden, maar kunnen een bestand met aanpassingen van hun collega’s importeren.
Geluiden Volgens Jan Vergeer hebben interne beheerders alle vrijheid om dit soort zaken aan te passen: “Het systeem is heel flexibel ingericht. Wij geven uiteraard support en staan open voor systeemverbeteringen, maar verder kan de brandweer zelf instellen op welke manier Femke alarmeert. Zo
nummer 2
april 2016
29
Brandpreventie
zijn er regio’s die per type calamiteit een audiotoon instellen, zodat de uitrukdienst aan het attentiesignaal bijvoorbeeld hoort dat het duikerspak moet worden aangetrokken. Bij het korps in Hilversum krijgen meldingen voor het First Responder-team, dat met een AED uitrukt in geval van een hartstilstand, automatisch een sterk afwijkend attentiegeluid. De First Responderdienst hoeft in principe niet eens meer naar de tekst erna te luisteren, wat in dit geval zeer kostbare seconden tijdwinst geeft.” In het systeem is een aantal standaardstemmen opgenomen waar de beheerder zelf uit kan kiezen - in Hilversum worden de meldingen door een vrouwenstem omgeroepen. Maar er worden zo nu en dan ook nieuwe stemmen toegevoegd; zo kreeg Jan Vergeer ooit van een Amsterdamse kazerne de vraag of er geen Mokums dialect kan worden toegevoegd. Die is er nog niet, maar zodra dat wel het geval is, is die regio de eerste die het hoort. En behalve teksten, geluiden en stemmen is er ook nog de optie om aan bepaalde omroepberichten een timer te koppelen. Zo wordt de nachtdienst in Hilversum dagelijks om zeven uur gewekt met de vriendelijke doch dringende mededeling dat het tijd is om op te staan. Als diezelfde nachtdienst een ‘echt’ alarm krijgt, wordt dat automatisch met een lager volume uitgesproken dan overdag bij veel omgevingsgeluid. Behalve met Femke kan
de PBox ook met andere systemen worden gekoppeld, om nog meer tijdwinst te boeken. In sommige kazernes werkt de PBox bijvoorbeeld samen met het gebouwbeheersysteem: als daar ‘s nachts een melding komt, gaat automatisch het licht in een deel van de kazerne aan. Het koppelen van de verlichting is relatief gemakkelijk te regelen, door een van de tien relais in de PBox te activeren. “Maar ook complexe koppelingen waarbij meer communicatie moet plaatshebben, zijn mogelijk”, legt Jan Vergeer uit. “We kunnen koppelingen maken op basis van IP, het RS485-protocol, RS232, FTP-protocollen voor filesharing: alles waar een GBS om vraagt, is mogelijk met dit systeem.”
Routing In de kazerne in Hilversum wordt nu onderzocht of er een interne routing aan het systeem kan worden gekoppeld, vertelt Mark Twisk: “We hebben in de kazerne veel deuren met toegangscontrole. We bekijken of het verstandig is om in te stellen dat bij een alarm alle deuren op de route naar de auto’s automatisch van slot gaan. Een andere optie is misschien om de roldeur automatisch te laten openen. Door Femke wordt al omgeroepen welke auto moet uitrukken; als daarbij automatisch de juiste roldeur wordt geopend, scheelt dat weer een paar
seconden”. Op dezelfde manier wordt het systeem bij andere kazernes gekoppeld aan de Verkeersregelinstallatie voor op straat. Bij een uitruk springt het verkeerslicht voor het verkeer op rood en krijgt de uitrit voor de brandweerauto’s direct groen.
Doorontwikkeling Het systeem van Data Voorhout Connection is nog lang niet uitontwikkeld, stelt Jan Vergeer. “We zijn daarom erg blij met feedback uit het veld. We werken bijvoorbeeld aan de toevoeging van nog meer nieuwe koppelingen aan het systeem, zoals de grote lcdschermen die in sommige kazernes hangen. Via een netwerkinterface kunnen alarmeringen daar ook op verschijnen, en kunnen er andere relevante zaken aan worden toegevoegd, zoals het weerbericht en de aanrijroute.” Een andere doorontwikkeling betreft de koppeling aan de statusbox. Via een statusbox kan de brandweer-uitrukdienst vanuit haar auto snel aangeven wat de status van een actie is: ‘status 1’ betekent dan bijvoorbeeld dat ze de kazerne uitrijden, ‘status 2’ dat ze aankomen bij het incident, enzovoort. Vergeer: “Dat kan ook via de kleine knopjes op de mobilofoon zelf, maar de statusbox heeft een groter scherm met voorgedefinieerde knoppen, die als een soort shortcut fungeren. Met één druk op een knop geef je je status door of vraag je een gesprek met de centrale aan. Door dit te combineren met de PBox kan bijvoorbeeld vanuit het voertuig, middels de statusbox, de roldeur van de kazerne worden geopend. Veel van dit soort extra modules ontwikkelen we nu op basis van vragen en adviezen van huidige gebruikers.” Bas Roestenberg is freelance journalist
30
nummer 2
april 2016
schadepraktijk Leo Porrio
Effectief blussen van bakdampafzuiginstallaties In professionele keukens wordt dagelijks gekookt en gebakken. De dampen die hierbij ontstaan worden via het afzuigsysteem naar buiten afgevoerd. Filters zorgen ervoor dat de vetdelen neerslaan op de filteroppervlakken en regelmatige reiniging zorgt dat het systeem blijft werken. Bij uitstek zorgt frituren voor een zware belasting van het afzuigsysteem.
I
n de afvoerpijpen na het filter slaat ook vette damp neer, die zorgt voor een vetlaagje dat groeit met de tijd. Deze laag is brandbaar en dient periodiek verwijderd te worden. De periode wordt bepaald aan de hand van de intensiteit van het gebruik. Als maat voor reiniging wordt in het algemeen een grens van 0,5 mm vetlaagdikte gehanteerd. Wordt deze grens overschreden, dan is reiniging noodzakelijk. Reinigen is geen klusje om zelf uit te voeren, hier is werk aan de winkel voor professionele bedrijven in bezit van speciale apparatuur. Als het systeem goed bereikbaar is en voorzien van de nodige inspectieluiken kan dat ook, maar dat is niet altijd het geval. Met een camera kunnen ook moeilijk bereikbare plekken worden geinspecteerd. Vooral lange kanalen op moeilijk bereikbare plaatsen met doorvoeringen door verdiepingsvloeren en wanden zijn zeer moeilijk zo niet onmogelijk schoon te maken. Afbreken en vervangen door nieuwbouw is dan de enige goede oplossing. Voorschriften op dit gebied komen veelal van verzekeraars. De leveranciers en fabrikanten van professionele keukenapparatuur bieden doorgaans jaarcontracten aan voor het noodzakelijke onderhoud.
Snackbar Als de kanalen door bovenliggende verdiepingen gaan of door andere belendende bedrijven kan bij brand in het vervuilde afvoerkanaal de schade fors oplopen. Voorbeelden hiervan hebben zich voorgedaan in Amsterdam. In één geval ging het om een snackbar op de begane grond, het afvoerkanaal van de bakinstallatie voerde door een bovenliggend hotel. De brand in het afvoerkanaal leidde tot een aanzienlijke schade en lange bedrijfsstilstand van beide bedrij-
ven. In een tweede geval ging het om een technisch gebrek van de gasgestookte frituurinstallatie van een restaurantkeuken op de begane grond. Het bedienend personeel was aanwezig en trachtte de brand te blussen met een draagbaar blusmiddel. Het blussen van de frituurinstallatie was gelukt, echter de brand was helaas al het afvoerkanaal ingeschoten met grote gevolgen. Het volledige afvoerkanaal moest gesloopt worden. Bovenliggende verdiepingen werden ook gebruikt door andere horecabedrijven, de ellende laat zich raden, ook hier was sprake van een grote schade en lange bedrijfsstilstand.
Blusnozzles Op advies van de verzekeraar is na het herstel een zogenaamde keukenblusinstallatie aangebracht. Een dergelijke installatie blust handmatig of automatisch in geval van een brand. Zowel het kookdeel als de dampafvoer worden voorzien van blusnozzles. Het te gebruiken blusmedium is
een zeepachtige substantie, die na het blussen eenvoudig te verwijderen is. Het Nederlandse Verbond Reinigingsspecialisten Luchtbehandelingssystemen (NVRL www.vla.nu) heeft een keurmerkregeling in het leven geroepen voor de reiniging van bakdampvoerinstallaties. Als functionele eis wordt de volgende tekst gebruikt: beoogd wordt om de reinheid van het afvoersysteem te bewerkstelligen opdat de kans op brand en branduitbreiding alsmede uit het systeem lekkend vet zo klein mogelijk is. De NVRL hanteert in zijn keurmerkregeling ook de maat van de vetlaagafzetting van een halve millimeter als maximum. Na reiniging volgt een monstername op diverse plaatsen in het systeem. Tot slot bestaat ook de mogelijkheid het afvoersysteem te voorzien van een onbrandbare sealing/coating op waterbasis, reinigen van het systeem wordt daarna veel eenvoudiger. Leo Porrio is risk control consultqnt
nummer 2
april 2016
31
Praktijk
Emiel van Rossum
Loods met grote vuurlast Bouwregelgeving is een compromis tussen veiligheid en regeldruk. Daarbij is het een confectie-oplossing die soms wel op gebouwen toegepast wordt, waar een maatoplossing wellicht niet verkeerd zou zijn. De grenswaarden zijn voor alle gebouwen met dezelfde gebruiksfunctie gelijk. Door deze arbitraire manier van beoordelen, kunnen eisen soms best uit verhouding raken met de risicoâ&#x20AC;&#x2122;s.
32
nummer 2
april 2016
Praktijk
W
e hebben in het navolgend project te maken met een opslagloods in Brabant van circa 2.000 vierkante meter, die gebruikt wordt voor de opslag van houten planken.
Achtergrond Een brandcompartiment is de oppervlakte van een bouwwerk dat als maximaal uitbreidingsgebied voor een brand geldt. De doelstelling hiervan is om de brand beheersbaar te houden. In de bouwbesluitafdeling 2.10 is voor de industriefunctie de maximale grootte van het brandcompartiment gesteld op 2.500 vierkante meter en de minimale WBDBO op 60 minuten. Dit is in basis onafhankelijk van wat er zich in het gebouw bevindt. Dit is een prestatie-eis uit het bouwbesluit. De prestatie-eisen in het bouwbesluit zeggen niets over de hoeveel-
maar geldt ook als vangnet als de prestatieeis zijn doelstelling niet haalt. Om te kijken of de prestatie-eis zijn doelstelling haalt, moeten we hiervan de achtergrond weten. Vroeger lag de achtergrond van de regels uit het bouwbesluit vast in de brandbeveiligingsconcepten. Deze zijn in 2013 vervangen door Basis voor brandveiligheid van het IFV. Hierin staan nog steeds de achtergronden, waar de regels uit het bouwbesluit op zijn gebaseerd.
Relatie Een citaat uit Basis voor brandveiligheid zegt: “De weerstand tegen brand, uitgedrukt in minuten, heeft een directe relatie met de vuurbelasting van een gebouw. De vuurbelasting op haar beurt heeft een directe relatie met de brandduur. Een vuurbelasting van 60 kg vurenhout/m2 heeft
‘Grenswaarden zijn afgestemd op gemiddelden’ heid variabele vuurbelasting in het brandcompartiment in relatie tot de grootte of de WBDBO.
Functioneel Naast de prestatie-eisen die in afdeling 2.10 van het bouwbesluit staan, worden er ook functionele eisen gegeven. De functionele eis van afdeling 2.10 is als volgt: Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat de kans op een snelle uitbreiding van brand voldoende wordt beperkt. Deze voorgaande functionele eis geeft de doelstelling aan van die afdeling. Hiermee wordt het mogelijk gemaakt om van de prestatie-eis af te wijken,
een brandduur van ongeveer 60 minuten (1 kg vurenhout/m2 ≈ 1 minuut). De in het Bouwbesluit gegeven grenswaarden voor de brandwerendheid van constructies zijn maximaal 60 minuten. Bij het bepalen van de grenswaarde is rekening gehouden met de som van de permanente en variabele vuurbelasting. Met andere woorden: in het Bouwbesluit is impliciet rekening gehouden met gemiddelde waarden van de vuurbelasting van en in gebouwen. De grenswaarden zijn afgestemd op gemiddelden. De variabele vuurbelasting is erin verdisconteerd.” Hierin wordt dus aangegeven, dat hoewel in het
bouwbesluit niets over de vuurbelasting staat in relatie tot het brandcompartiment, dat het in de achtergrond wel degelijk een relatie heeft.
Vuurbelasting De gemeente komt de eerder genoemde opslagloods tegen, die tot de nok toe gevuld is met houten planken. Het gevoel zegt, dat deze situatie niet veilig is. Er ligt een gigantische vuurbelasting, die in potentie een brand zou kunnen veroorzaken die niet meer beheersbaar is. Er wordt ingeschat dat de vuurbelasting tegen de 100 kg vurenhout/m2 is. Toch weet de gemeente niet hoe ze hier mee om moet gaan, omdat het netjes aan de prestatie-eisen uit het bouwbesluit voldoet.
Overwegingen Hoewel het aan de prestatie-eisen uit het bouwbesluit voldoet, voldoet het zeker niet aan de doelstelling van deze eisen. De eisen zijn namelijk gebaseerd op een maximale vuurbelasting van 60 kg vurenhout/m2. Daarbij moet een gebouw, naast dat deze aan de prestatie-eis moet voldoen, ook altijd nog aan de functionele eis voldoen. En die functionele eis geeft aan dat de kans op een snelle branduitbreiding voldoende moet worden beperkt. Hier wordt in dit geval niet aan voldaan, omdat de WBDBO van de buitenschil niet in verhouding staat met de vuurbelasting die aanwezig is. Uiteindelijk is er voor gekozen om afdeling 2.10 van het bouwbesluit naast ons neer te leggen en door middel van een berekening van de vuurbelasting te bepalen welke maatregelen benodigd zijn om een beheersbare situatie te creëren. Hierbij is met een schuin oog gekeken naar de methodiek van de NEN 6060.
PRAKTIJK Brandveilig bouwen is een zaak van details. Maar juist die details kunnen grote investeringen in veiligheid teniet doen. In de dagelijkse praktijk stuit Emiel van Rossum regelmatig op dat soort details. Hij adviseert opdrachtgevers hoe zij vervolgens toch tot een brandveilige oplossing kunnen komen. In deze rubriek deelt hij zijn ervaringen met de lezers van Brandveilig. com. Emiel van Rossum is docent brandpreventie bij Brandpreventie Academy. Hij gebruikt zijn ervaringen uit de praktijk om als docent praktijkgericht les te geven. Meer informatie: www.brandpreventie.academy Emiel van Rossum is brandpreventie-adviseur en daarnaast docent bij Brandpreventie Academy. Hij gebruikt zijn ervaringen uit de praktijk om als docent praktijkgericht les te geven. Kijk voor meer info op www.bp-ac.nl.
nummer 2
april 2016
33
Brandveilig.com bedrijvenindex ADVIESBUREAUS
BHV
BRAND/GASDETECTIE
VERVOLG BRANDTESTEN
AMMA de Bruin www.ammadebruin.nl
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl
Chubb Fire & Security www.chubbfs.nl
BRANDVERTRAGING
Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl
BINNENDEUREN
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl
Saval Brandbeveiliging www.saval.nl
Altavilla Brandveiligheid www.altavilla.nl
Berkvens www.berkvens.nl
Birks Advies www.briksadvies.nl
REINÆRDT Deuren www.reinaerdt.nl
DGMR dgmr.nl/brandveiligheid
Theuma DoorSystems www.theuma.nl
DVTadvies www.DVTadvies.nl
BLUSGASINSTALLATIES
Dijkoraad Viavesta www.brandweerondersteuning.nl Floriaan www.floriaan.nl INNAX gebouwmanagement www.innax.nl Nieman Raadgevende Ingenieurs www.nieman.nl Obex www.obex.nl
Hefas Branddetectie www.hefas.nl
Hugen Brandbeveiliging en Adviesbureau www.hugen.com Saval Brandbeveiliging www.saval.nl
Chubb Fire & Security www.chubbfs.nl
SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com
Hi-Safe Systems www.hisafe.nl
Smeba Brandbeveiliging www.smeba.nl
SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl
BRANDKLEPPEN
BLUSMIDDELEN
RPS Advies- en ingenieursbureau www.rps.nl
BRANDBEVEILIGING
Breman Brandbeveiliging www.bremanbrandbeveiliging.nl
Wagner www.wagner-nl.com
Peutz www.peutz.nl
Breman Brandbeveiliging www.bremanbrandbeveiliging.nl
BBWest www.bbwest.nl
FSS International www.firestopsystems.nl
Peutz www.peutz.nl
Finivlam www.finivlam.nl
Fireprevention.NL www.fireprevention.nl
BRANDWERENDE COATINGS DMS Brandwerende Systemen www.brandwerendeconstructies.nl Fire Proof www.fireproof.nl
BRANDWERENDE DEUREN Alprokon Aluminium www.alprokon.com
Brandwerende Deuren en Constructiefabriek Enschede www.bdc-enschede.nl Hoefnagels Branddeuren www.hoefnagels.com REINÆRDT Deuren www.reinaerdt.nl Sapa Building System www.sapabuildingsystem.nl Stöbich Fire Protection www.stoebichfireprotection.nl
Chubb Fire & Security www.chubbfs.nl
Systemair www.systemair.nl
Hugen Brandbeveiliging en Adviesbureau www.hugen.com
BRANDMELDINSTALLATIES
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl
Nu-Swift Brandbeveiliging www.nu-swift.nl
Hefas Branddetectie www.hefas.nl
AFDICHTINGEN
Saval Brandbeveiliging www.saval.nl
Hertek www.hertek.eu
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl
Protec Brandbeveiliging www.protecbrandbeveiliging.nl
Unica Automatic Sprinkler www.unica.nl
SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com
BOUWMATERIALEN
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl
Brandwerende Deuren en Constructiefabriek Enschede www.bdc-enschede.nl
Unica Automatic Sprinkler www.unica.nl
REINÆRDT Deuren www.reinaerdt.nl
BRANDSLANGHASPELS
DEURVERGRENDELINGEN
DROGE BLUSLEIDINGEN
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl
AED
BBWest www.bbwest.nl
DMS Brandwerende Systemen www.brandwerendeconstructies.nl Fire Proof www.fireproof.nl IBMO www.ibmo.eu
Draka Kabel www.draka.nl
BD Service Nederland www.bdservice.nl
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl
Promat www.promat.nl
Walraven www.walraven.com
Reppel www.reppel.nl
AFSLUITERS
Walraven www.walraven.com
Saval Brandbeveiliging www.saval.nl
BOUWPLANTOETSING
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl
BERMAD Fire Protection www.bermad.nl
AFVALBAKKEN EHCM www.ehcm.nl
ASPIRATIESYSTEMEN
Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl Birks Advies www.briksadvies.nl
AerOcheck www.aerocheck.eu
34
nummer 2
april 2016
Chubb Fire & Security www.chubbfs.nl
BRANDTESTEN
Efectis (voormalig TNO) www.efectis.com/nl
Theuma DoorSystems www.theuma.nl
CFD
Colt International www.coltinfo.nl Efectis (voormalig TNO) www.efectis.com/nl Exiss www.exiss.eu Peutz www.peutz.nl
DEUREN INDUSTRIE
Alprokon Aluminium www.alprokon.com
Saval Brandbeveiliging www.saval.nl
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl Van Walraven www.vanwalraven.com
Brandveilig.com bedrijvenindex GLAS
ROOKMELDERS
Vetrotech Saint-Gobain Benelux www.vetotech.nl
ROOKSCHERMEN
AGC Flat Glass Nederland www.yourpyrobel.com
INSPECTIEBUREAUS
First Alert – Sprue Safety www.firstalert.nl Brakel Atmos www.brakelatmos.com
Brand Veiligheid Inspecties BVI www.bvibv.nl
Colt International www.coltinfo.nl
Bureau Veritas www.bureauveritas.nl
Hoefnagels Brand- en Bedrijfsdeuren www.hoefnagels.com
Dijkoraad Viavesta www.brandweerondersteuning.nl
Stöbich Fire Protection www.stoebichfireprotection.nl
R2B Inspecties www.r2b.nl
ROOSTERS
INFRA
FSS International www.firestopsystems.nl
Colt International www.coltinfo.nl
Klimakon Systems B.V. www.klimakon.nl
ISOLATIEMATERIAAL
SPRINKLERS
KABELS
Chubb Fire & Security www.chubbfs.nl
Unilin Insulation www.unilininsulation.com Cable Masters www.cablemasters.nl Draka Kabel www.draka.nl Eldra www.eldra.nl Nexans Nederland www.nexans.nl
LADDERS
Gorter Luiken www.dakluiken.nl
LUIKEN
Gorter Luiken www.dakluiken.nl
NOODVERLICHTING
Breman Brandbeveiliging www.bremanbrandbeveiliging.nl
SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl Unica Automatic Sprinkler www.unica.nl Van Walraven www.vanwalraven.com
TRAINING/OPLEIDING
Brandpreventie Academy www.brandpreventie.academy Chubb Fire & Security www.chubbfs.nl
Chubb Fire & Security www.chubbfs.nl
Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl
Hertek www.hertek.eu
VLUCHTLUIKEN
Nu-Swift Brandbeveiliging www.nu-swift.nl Saval Brandbeveiliging www.saval.nl Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl
PARKEERGARAGE-VENTILATIE Colt International www.coltinfo.nl
Systemair www.systemair.nl
ROOK- EN WARMTEAFVOER Brakel Atmos www.brakelatmos.com
Gorter Luiken www.dakluiken.nl
VUURLASTBEREKENING Bartels Ingenieursbureau www.bartels.nl Floriaan www.floriaan.nl
WATERMIST
Fire Technology www.firetechnology.nl SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com
Ook in de bedrijvenindex? Bel of mail accountmanager
Technoship www.ultrafog.com
Marion Smits: marionsmits@vakmedianet.nl
Unica Automatic Sprinkler www.unica.nl
tel. 06-52867200
Colt International www.coltinfo.nl
nummer 2
april 2016
35
Trigion Brand en Beveiligingstechniek | Houttuinlaan 18 | 3447 GM Woerden | tel. (0348) 40 55 00 | fax (0348) 40 55 99 info@trigionbbt.nl | www.trigion.nl | Onderdeel van Facilicom
Trigion. Toonaangevend in veiligheid