Brandveilig.com 5 2016

Page 1

PLATFORM VOOR PROFESSIONALS IN BRANDPREVENTIE

NEGENDE JAARGANG, NR. 5, OKTOBER 2016

THEMA

ROOK- EN WARMTEAFVOER/ BRANDMELDINSTALLATIE WWW.BRANDVEILIG.COM

REINIER DE GRAAF OPENT EIGEN TRAININGSCENTRUM

HOE VOORKOM JE BRAND IN EEN MUSEUM?

TERUGBLIK OP EVENT BRANDVEILIGHEID IN WONINGEN


Al 26 jaar beter opgeleid aan het werk! Wij zoeken docenten brandveiligheid

DOCENT WORDEN BIJ SOBA? SOBA Security Opleidingen is al 26 jaar een toonaangevend opleidingsinstituut. Wij verzorgen cursussen op het gebied van inbraakbeveiliging, brandveiligheid en persoonlijke veiligheid. Door de inzet van onze professionele docenten en uitstekend lesmateriaal hebben wij een goede reputatie opgebouwd. Wegens een sterk aantrekkende vraag naar onze opleidingen zijn wij op zoek naar een DOCENT BRANDVEILIGHEID. Breng jouw kennis en ervaring over op de nieuwe generatie monteurs, beheerders, projecteringsdeskundigen en managers. Functieomschrijving: Het verzorgen van de cursussen Installatie-, Onderhouds- of Projecteringsdeskundige Brandmeldinstallaties op diverse locaties in Nederland. Een aantal malen per jaar kan dit 1 of 2 avonden in de week zijn. Eisen: t +F CFTDIJLU PWFS BBOUPPOCBSF FSWBSJOH JO IFU WBLHFCJFE t +F CFTDIJLU PWFS HPFEF TPDJBMF FO DPNNVOJ catieve vaardigheden. t +F ESBBHU EF JOGPSNBUJF PQ FFO QBTTJFWPMMF wijze over. t +F CFOU JO IFU CF[JU WBO FFO EJQMPNB 0%# FO PG 1%# t +F IFCU BBOUPPOCBSF FSWBSJOH NFU EPDFSFO Wij bieden: &FO VJUEBHFOEF FO BGXJTTFMFOEF CBBO JO FFO HF[POEF HSPFJFOEF POEFSOFNJOH )JFSCJK IPPSU een passend salaris en een informele werksfeer. Er is voldoende ruimte tot zelfontplooiing. Een fulltime aanstelling hoort tot de mogelijkheden. Reageren: .BJM KF TPMMJDJUBUJFCSJFG OBBS JOGP!TPCB OM PG QFS post naar: SOBA Security Opleidingen BV Rijnzathe 7 A2 17 %F .FFSO Voor meer informatie kun je contact opnemen met Armand van Bercheycke: 030 - 666 777 3. Een screeningsprocedure maakt onderdeel uit van de selectieprocedure.


Inhoud

8

Thema Rook- en Warmteafvoerinstallatie/ Brandmeldinstallaties 8 | Eigen trainingscentrum voor Reinier de Graaf Gasthuis

14

14 | Zorgen rookbeheersingsinstallaties voor meer veiligheid? 22 | Hoe voorkom je brand in een museum?

22

32

VERDER IN DEZE UITGAVE: 6

NIEUWS

13

COLUMN RICARDO WEEVER

16

UIT HET BRANDLAB

21

CIJFERS OORZAAK BRANDSCHADE BELANGRIJK

26

WEBBASED BEREKENINGEN BRANDOVERSLAG

29

SCHADEPRAKTIJK

32

EVENT ‘BRANDVEILIG LEVEN INNOVATIE’

36

BRANDVEILIG LEVEN MET PRECISIE PROMOTEN

38

BEDRIJVENINDEX nummer 05 oktober 2016

3


Zekerheid in brandwerend afdichten • Compleet pakket voor bouwkundige compartimentering • Eenvoudig aan te brengen • GeclassiďŹ ceerd volgens EN 13501-2 • Advies, trainingen en projectbegeleiding

www.nulliďŹ re.nl

Brandveiligheid voor deuren

Veilig, betrouwbaar en barrièrevrij


COLOFON

Brandveilig.com is een uitgave van Vakmedianet Hoofdredacteur Marcel van Duijn marcelvanduijn@vakmedianet.nl Eindredacteur Henk Hogewoning henkhogewoning@vakmedianet.nl Medewerkers aan deze uitgave Ricardo Weever, Rob Jastrzebski, Peter Passenier, Leo Porrio, Klarinda de Rijke, Iris Tiessens, Jan Linssen, Lynsey Dubbeld, Betty Rombout, Peter Reijman, Micha de Jong en Rudolf van Mierlo Redactieraad Coen van Beek, Eric Bosscher, Maarten de Groot, Dingeman de Jong, Micha de Jong, Johan Koudijs, Leo Oosterveen en Joric Witlox Uitgever Frederique Zeemans frederiquezeemans@vakmedianet.nl Accountmanager Marion Smits, marionsmits@vakmedianet.nl tel. : 06-52 86 72 00 Vormgeving & opmaak colorscan, www.colorscan.nl Druk Ten Brink, Meppel Adres Vakmedianet, Postbus 448, 2400 AK Alphen aan den Rijn Tel.: 088-584 09 18 www.brandveilig.com, info@brandveilig.com Abonnementenadministratie klantenservice@vakmedianet.nl, tel.: 088-584 08 88 Abonnementen Het Magazine BrandVeilig.com verschijnt 6 keer per jaar. Abonnement: Nederland 141,00 euro, verzending buitenland, 29,50 euro (EU) en 41,50 euro (niet-EU-landen); exclusief btw. Op alle uitgaven van Vakmedianet zijn de Algemene Voorwaarden van toepassing. Deze zijn te vinden op www.vakmedianet.nl. Doelgroep Professionals op het gebied van brandveiligheid, zoals architecten, ingenieurs, aannemers, preventisten, brandweer, adviseurs, installateurs, leveranciers en beslissers op het gebied van facilitair management in bedrijf en gebouw. Oplage Door onafhankelijk accountant gecontroleerde oplage. Zie voor accountantsverklaring van Grant Thornton www.vakmedianet.nl. Partner Trigion Brand en Beveiligingstechniek Copyright Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. © Vakmedianet 2016 Publicatievoorwaarden Op iedere inzending van een bijdrage of informatie zijn de standaardpublicatievoorwaarden van Vakmedianet van toepassing. Die staan op www.vakmedianet.nl. Disclaimer Alle in deze uitgave opgenomen informatie is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. De juistheid en volledigheid kunnen echter niet worden gegarandeerd. Vakmedianet en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade die het directe of indirecte gevolg is van het gebruik van de opgenomen informatie. ISSN 1876-5750

Directe alarmering Het is een gegeven dat een beginnende brand in een (kantoor) gebouw of woning binnen luttele minuten kan uitmonden in een grote uitslaande brand. De Marcel van Duijn rook die daarbij ontstaat is Hoofdredacteur Brandveilig.com heet, belemmert het zicht en marcelvanduijn@vakmedianet.nl verstikt. Als professional in de brandpreventie weet u dat uitgekiende brandmeldinstallaties en vluchtwegen bepalend zijn voor het overleven van een dergelijke calamiteit. De ‘intelligente’ automatische brandmeldinstallatie (bmi) bestaat uit meerdere onderdelen zoals rookmelders, blusmiddelen (bijvoorbeeld sprinklers) en systemen die de verspreiding van vuur en rook (rook- en warmteafvoerinstallatie, rwa) beperken of helpen te voorkomen. Tot mijn verbazing blijkt in de praktijk dat rookmelders mensen doorgaans genoeg tijd verschaffen om zichzelf in veiligheid te brengen. Gelukkig maar, want dat heb ik mij nooit gerealiseerd. Niet alleen overdag maar ook wanneer die afgaat in de nacht. Of je nou thuis bent, in een hotel of zorginstelling. Het is bovendien een angstaanjagend fenomeen dat het reukvermogen is uitgeschakeld. Bijkomend probleem is dat de vrijkomende koolmonoxide ervoor zorgt dat mensen dieper slapen. De waarde van de rookmelder heeft zich bewezen. Het is een geweldige vondst die al veel levens heeft gered. Rook- en warmteafvoerinstallaties hebben gelukkig ook in veel situaties kunnen voorkomen dat er slachtoffers vallen. Want een rwa creëert een rookvrije zone. Daardoor kunnen mensen vluchten en is de weg vrij voor de brandweer. Met verdergaande digitalisering en innovatieve technieken worden rwa’s en bmi’s efficiënter. Bij de juiste brandpreventieve maatregelen (zie ook het artikel 'Brandweer kan het zeker niet alleen', www.loketbrandveiligleven.nl, pagina 32) zal ook schade aan het gebouw, productiemiddelen en goederen beperkt blijven. We vinden het inmiddels vanzelfsprekend dat ieder gebouw beschikt over een bmi die brand detecteert. Met als gevolg dat velen na het horen van schrille geluidssignalen – met behulp van BHV’ers – het gebouw zo snel mogelijk kunnen verlaten. Interessanter wordt het mijns inziens als de installatie een directe alarmmelding doorgeeft aan een externe meldkamer of brandweer. Die alarmering zorgt ervoor dat de brandweer mogelijk rwa-systemen op afstand in werking kan stellen en sneller ter plaatse is. Directe melding en verbinding met een meldkamer of brandweer zou eigenlijk via regelgeving in alle (kantoor)gebouwen en woningen moeten worden toegepast om branden eerder te detecteren en te bestrijden. Als je daar ook nog sprinklers aan zou kunnen toevoegen, wat natuurlijk wel een behoorlijke investering met zich meebrengt, dan zou je de risico’s van een grote uitslaande brand toch kunnen beperken. nummer 05 oktober 2016

5


NIEUWS

Meer dan 40.000 bezoekers Security Essen

AGENDA

Tijdens de internationale beurs Security Essen die van 27 tot en met 30 september jongstleden in Duitsland werd gehouden, exposeerden 1.040 bedrijven afkomstig uit 45 landen. Zij presenteerden aan meer dan 40.000 beursbezoekers hun noviteiten en diensten op het gebied van brandveiligheid en civiele veiligheid. "Wij kijken terug op een geslaagde beurs. Security Essen geeft als wereldbeurs van de civiele veiligheid antwoorden op actuele uitdagingen van economie en maatschappij", aldus de beursorganisatie. De beurs was gelardeerd met lezingen en demonstraties zoals spectaculaire ontploffingen en aanvallen op kogelvrij glas.

Zie website voor meer informatie over alle activiteiten: www.brandveilig.com/agenda

2 NOVEMBER 2016

FSS CONGRES 2016 ARNHEM

WWW.IFV.NL

16 EN 17 NOVEMBER 2016

NATIONALE KENNISDAG BRANDPREVENTIE ECHTELD

WWW.KENNISDAG.NET

Security Innovation Award Op de eerste dag had de uitreiking plaats van de Security Innovation Award. Het was de vijfde keer dat deze prijs werd uitgereikt voor prestaties in de categorieĂŤn technologie & producten, diensten en brandbeveili-

ging. De winnaars zijn: Technology & products category Goud: Sälzer GmbH, Marburg, Duitsland. Zilver: KiwiSecurity Software GmbH, Vienna, Oostenrijk. Brons: Raytec Ltd., Ashington, Northumberland, Engeland. Services category Goud: Lock Your World GmbH & Co. KG, Bad Orb, Duitsland. Zilver: it kompetenz GmbH, Hamburg, Duitsland. Fire protection category Goud: JOB GmbH, Ahrensburg, Duitsland. Zilver: KEVOXŽ, Bochum, Duitsland. Brons: Siemens AG, Frankfurt am Main, Duitsland. Voor meer informatie: www.messe-essen.de.

25 JANUARI 2017

VAKBEURS FACILITAIR 2017 UTRECHT

WWW.VAKBEURSFACILITAIR.NL

ADVERTEERDERSINDEX Dictator Productie

" " "$ & "( $$ " & # ## %" $' ## $ $ # " & ! $ $ " " $ ## $ ! $ & & " ## % # %#$" & " % "$ " $ %" ## ##

4

Fire Technology

12

HoLaPress Communicatie

35

Saval Brandbeveiliging

25

Soba Security Opleidingen

2

Tremco illbruck Productie

4

Trigion Brand en Beveiligingstechniek

6

40

BAM bouwt brandweerkazerne in Leverkusen BAM Deutschland AG (Duitse werkmaatschappij van Koninklijke BAM Groep nv, gespecialiseerd in utiliteitsbouwprojecten) heeft de opdracht verworven voor de bouw van een brandweerkazerne in Leverkusen (ten noorden van Keulen). De bouwsom bedraagt â‚Ź 40 miljoen. Het betreft een pps-project in opdracht van Madora GmbH & Co KG, waarbij de financiering is gedaan door LHI Leasing GmbH. BAM Immobilien-Dienstleistungen GmbH is voor een periode van 25 jaar verantwoordelijk voor het onderhoud en de exploitatie van de brandweer- en ambulancepost. Het complex is ontworpen door het architectenbureau Gatermann + Schossig. De nieuwbouw is ruim 15.000 vierkante meter groot en biedt onderdak aan vijftig brandweerwagens. De kazerne heeft kantoor- en verblijfsruimten voor de 130 medewerkers, een meldkamer, trainings- en fitnessruimten en een werkplaats. BAM Deutschland zal de kazerne eind 2018 opleveren.

nummer 05 oktober 2016


NIEUWS

Onrust over nieuwe Europese normen Op 1 november aanstaande wordt de Europese norm voor brand- en rookwerende deur- en raamconstructies, de EN 16034, van kracht. Wel duurt het nog tot 2019 voordat navolging van de nieuwe Europese productnorm verplicht is. Voor fabrikanten verandert er nogal wat. Tot nu konden ze aan de brandwerendheidseisen voldoen met testrapporten waarin de resultaten van proeven zijn opgenomen en de voorwaarden voor toepassing van het product zijn vastgelegd. Oude tests die niet volgens de Europese norm zijn uitgevoerd zijn nu onbruikbaar. "Dit zorgt voor behoorlijk wat onrust", aldus Jacques Mertens, lid van de NEN-commissie Brandproeven. Gerrit Buitenhuis, ook lid van de NEN-commissie vult aan: "We krijgen berichten dat onze leden tot tientallen aanvullende tests moeten uitvoeren: een enorme kostenpost."

Preficon Europe Fipro Europe heeft een nieuwe naam: Preficon Europe. Onder deze naam is nieuw brandwerend plaatmateriaal op de markt gebracht. Tegelijkertijd is een nieuwe website gelanceerd, waarop een zogeheten productselector staat, waarmee klanten een geschikt product kunnen kiezen. Meer informatie: www.preficon.com.

Certificaat Systemair De onafhankelijke certificeringsinstelling Kiwa NCP heeft vastgesteld dat fabrikant Systemair voldoet aan de kwaliteitseisen voor het leveren en onderhouden van rookbeheersingssystemen, zoals gesteld in de beoordelingsrichtlijn BRL-K21025. Met behulp van deze systemen worden vluchtroutes zo lang mogelijk vrijgehouden van rook en hitte, waardoor mensen langer de mogelijkheid hebben om een veilig heenkomen te zoeken. Tevens biedt het de brandweer de gelegenheid om de brand beter te bestrijden.

Vetrotech Saint-Gobain introduceert brandwerend veiligheidsglas in groot formaat

Vetrotech Saint-Gobain, specialist in oplossingen voor brandwerend glas, introduceert Contraflam® Mega voor interieurtoepassingen. Contraflam® Mega komt tegemoet aan de vraag van architecten naar nog grotere glasoverspanningen tussen vloer en plafond, zonder tussenstijlen of kozijnen. Ontwerpvrijheid Anita Eckardt, directeur Sales Europe over de introductie: "Met een maximale breedte van 2.300 mm en 4.600 mm hoog, biedt Contraflam® Mega het grootste temperatuurisolerende en brandwerende veiligheidsglas dat momenteel op de Europese markt verkrijgbaar is. Het veiligheidsglas leent zich bij uitstek voor atriums, hallen en trappenhuizen en biedt architecten meer ontwerpvrijheid en een breed scala aan multifunctionele opties, zoals geluidsreductie en zeefdruk. Dit resulteert in uitgekiende ontwerpen met het juiste niveau van brandveiligheid. Het gebruik van het veiligheidsglas binnen de gevelprofielen

van Jansen VISS heeft geleid tot een elegante systeemoplossing met dunne profielen. Dit zorgt voor een verbeterde visuele transparantie en meer lichtinval. Deze oplossing sluit goed aan op nieuwe bouwtrends, waarbij gebouwen worden voorzien van glaspanelen met een grotere omvang. Contraflam® Mega is geselecteerd voor de bouw van kantoren van Forbury Place in het Britse Reading. De eerste glaspanelen zijn inmiddels in het hoofdatrium geïnstalleerd. Dankzij de samenwerking met metaalbewerkingsspecialist Arkoni kan Vetrotech met deze oplossing tegemoet komen aan de vraag van architecten naar een hedendaagse kantoorruimte met meer lichtinval." De introductie van Contraflam® Mega volgt na succesvolle testen bij Efectis. De oplossing behaalde een EI 30-classificatie als component van het brandwerende gevelsysteem van Jansen VISS. De tweezijdige brandbestendigheid werd aangetoond op basis van twee testen van dertig minuten.

Brandweer krijgt vijf eliteteams De brandweer heeft vijf eliteteams opgericht die bij gecompliceerde branden en grote incidenten uitrukken, zoals explosies en ingestorte panden. De 'gewone' brandweer kampt vaak met een gebrek aan kennis en ervaring op dit gebied. STH-teams Dagblad De Stentor schrijft dat de 25 veiligheidsregio’s in Nederland nu nog zelf verantwoordelijk zijn voor de aanpak van grote incidenten, maar dat de kennis hier-

voor regelmatig ontbreekt. Daarom zijn er honderdveertig specialisten opgeleid, die over de vijf eliteteams zijn verdeeld. Deze zogeheten STH-teams (Specialisme Technische Hulpverlening) worden ingezet bij grote incidenten met veel slachtoffers en zijn 24 uur per dag inzetbaar. De teams zijn uitgerust met de modernste apparatuur en zijn gestationeerd in Drachten, Zwolle, Alphen aan den Rijn, Beusichem en Tilburg.

nummer 05 oktober 2016

7


ROOK- EN WARMTEAFVOERINSTALLATIE/BRANDMELDINSTALLATIE

Klarinda de Rijke Beeld: Reinier de Graaf en Klarinda de Rijke

Reinier de Graaf Gasthuis opent eigen trainingscentrum brandveiligheid Het Reinier de Graaf Gasthuis betrok in 2015 een nieuw gebouw in Delft. Een mooi moment voor een geheel eigen trainingscentrum brandveiligheid, dacht de interne hulpverlening. Onlangs was het moment daar. Het gewenste centrum is geopend en oogst waardering. Het ziekenhuis heeft de brandveiligheid organisatorisch zorgvuldig georganiseerd.

V

oor Kevin van Doesburg, medewerker interne hulpverlening en brandveiligheid, staan zes collega’s in rode brandwerende labjassen. “Even een opwarmertje�, zegt hij terwijl hij in zijn handen wrijft. “Wat betekent de no playprocedure?� Hij legt het uit. Na een serie vragen loopt hij naar de trainingslocatie met containers waar het ‘echte’ werk plaatsvindt.

Pop Container 1 is ingericht als een eenpersoonskamer in het ziekenhuis. Er staat een ziekenhuisbed met een pop. In container 2 is een kantoorruimte nagemaakt met een bureau, een pc en een vuilnisbak. Aan de muur hangt een medisch gassenpaneel en aan het plafond een watermistinstallatie.

training. Met een druk op de afstandsbediening vliegt de vuilnisbak in de brand. Uur u. “Nu ervaar ik echt waarom we bij brandblussen laag moeten blijven�, vertelt Ingrid van Elswijk, analist op het lab, als iedereen weer buiten staat. “Warmte gaat omhoog en zo wordt het ontzettend warm.� Haar collega Jolanda ’t Hart, hoofd van diverse poliklinieken, beaamt dat. “Deze trainingslocatie is heel realistisch. We oefenen in een situatie die vergelijkbaar is met de werkvloer.�

State-of-the-art In augustus 2015 nam Reinier de Graaf het nieuwe ziekenhuis in gebruik. Waar voorheen de brandveiligheidstrainingen buiten op de parkeerplaatsen en in een oude

“Nu weet ik waarom we bij brandblussen laag moeten blijven� Als iedereen binnen is, legt Van Doesburg uit hoe de noodknop werkt. Hij drukt op de knop. De ventilatie gaat aan, de noodverlichting gaat branden en de gaskleppen worden ontsloten. Nadat hij alles heeft uitgelegd, begint Van Doesburg met de ‘echte’

8

woontoren werden gegeven, wilde het ziekenhuis nu een professioneel trainingscentrum. Dat is werkelijkheid geworden. Naast stafkantoor de Gravin staat nu een state-ofthe-art oefenlocatie bestaande uit drie grijze containers. Kevin van Doesburg en Paul

nummer 05 oktober 2016


ROOK- EN WARMTEAFVOERINSTALLATIE/BRANDMELDINSTALLATIE

van den Brande, coördinator interne hulpverlening en brandveiligheid, zijn trots. “We willen hier jaarlijks 2000 medewerkers trainen.” Veiligheid is namelijk naast kwaliteit, gastvrijheid en doelmatigheid een speerpunt van Reinier de Graaf. “Veiligheid en brandveiligheid waarborgen de kwaliteit en continuïteit van bedrijfskritische processen; de

7-STAPPENPLAN WAT TE DOEN BIJ BRAND

zorg op maat voor onze patiënt. Maar om voor die veiligheid te zorgen, is het belangrijk dat je continu bewustzijn en bekwaamheid van medewerkers traint”, vertelt Van den Brande. Elk jaar moet iedere medewerker de theoretische en praktische training volgen en het bijbehorende certificaat halen. Natuurlijk zeggen verpleegkundigen of andere medewerkers weleens: ‘Moet ik alweer een training volgen’? “Maar als ze de training hebben afgerond, vinden ze het toch weer leerzaam”, vertelt Van den Brande.

Zorgplicht 1. Druk op de brandmelder 2. Bel het alarmnummer 3. Waarschuw collega’s 4. Evacueer afdelingen 5. Probeer de brand te blussen 6. Sluit ramen en deuren 7. Volg de instructies van de ontruimingscoördinator op

Naast dat het ziekenhuis veiligheid heel belangrijk vindt, valt interne hulpverlening ook onder de zorgplicht conform de Arbowet. Volgens die plicht moeten er altijd voldoende BHV’ers “of in ons geval interne hulpverleners (IHV’ers)” in huis zijn, vertelt de coördinator. Bij Reinier de Graaf zijn er 70 mensen die de rol van IHV’er vervullen. “Verder is iedere medewerker, externe me-

dewerker en stagiair opgeleid als ontruimingsassistent. Alle gediplomeerden kunnen daarnaast nog fungeren als ontruimingscoördinator.” En wie op uitzendbasis werkt, leert wat hij moet doen bij brand op de verplichte introductiedag van het ziekenhuis. Iedereen heeft dus een taak en verantwoordelijkheid bij brand. Diegene die een brand

“Wij trainen jaarlijks 2000 medewerkers” ontdekt en gediplomeerd is, wordt standaard de ontruimingscoördinator. Hij trekt een rood hesje aan en is het aanspreekpunt voor de brandweer. Deze persoon zet vervolgens een 7-stappenplan in actie. De overige medewerkers op de afdeling vervullen

nummer 05 oktober 2016

9


ROOK- EN WARMTEAFVOERINSTALLATIE/BRANDMELDINSTALLATIE

de rol van ontruimingsassistent en ondersteunen de coördinator bij de ontruiming. Mocht de temperatuur door de brand oplopen, dan springt bij 57 graden de watermistinstallatie aan. Deze beperkt de brand en geeft de brandweer de tijd om uit te rukken. “Het liefst willen we de installatie niet ge-

INTERNE HULPVERLENING De organisatie voor interne hulpverlening bestaat uit de volgende functionarissen: - 1 coördinator interne hulpverlening en brandveiligheid - 35 ploegleiders - 70 IHV’ers - 1900 ontruimingscoördinatoren en 2000 ontruimingsassistentes

10

bruiken. Daarom leren we alle medewerkers hoe zij een brand klein kunnen houden met lichte blusmiddelen”, licht Van den Brande toe.

Borging “De kennisborging is erg belangrijk”, gaat hij verder. “Middels een prakijktraining, elearning, table-top en scenariotraining trainen we daarom de medewerkers en leggen we uit wat ze precies moeten doen.” Iedere oefening belicht een ander aspect van

halen. Daarna mogen ze pas deelnemen aan de praktijktraining. Als ze de toets na meerdere keren niet halen, begeleiden wij ze bij de training. We registreren ook iedereen in een leersysteem met behulp waarvan wij ook de certificering doen en waarmee we rapporteren aan het managementteam.” Thema’s als brandblussen, reanimeren, met de portofoon werken, chemische stoffen onschadelijk maken, het Ziekenhuis Rampen Opvang Plan (Zirop) kennen, het oplei-

“Bij brand mag de brandweer niet zomaar naar binnen lopen” brandveiligheid en ontruimen. Van den Brande: “Iedere medewerker moet voor minstens 90 procent de toets via e-learning

nummer 05 oktober 2016

den en oefenen van de OTO en samenwerken met externe diensten als de brandweer komen terug in de training. De e-learning-


ROOK- EN WARMTEAFVOERINSTALLATIE/BRANDMELDINSTALLATIE

module is speciaal afgestemd op de afdeling waar de medewerker werkt. “De OK is bijvoorbeeld net een dorp�, vertelt Van den Brande.

van de trainingslocatie (op 30 augustus 2016), werden er al ruim 500 medewerkers getraind.

Spannend Brandweer Vooral de samenwerking met de brandweer vinden we belangrijk, gaat de coĂśrdinator verder. “In het ziekenhuis kom je nucleaire, chemische en andere risicovolle stoffen tegen. Een brandweerman mag niet zomaar met een brandblusser of volle bepakking de MRI-ruimte binnenlopen. Hij komt dan in een enorm magnetisch veld terecht.â€? Daarom trainde het ziekenhuis ook de Brandweer Haaglanden en maakte zo de brandweer bewust van de speciďŹ eke risico’s van een ziekenhuis en hoe brandweerlieden zo veilig mogelijk speciale ruimtes mogen en kunnen betreden. De mannen werken hard. In de zes weken die vooraf gingen aan de ofďŹ ciĂŤle opening

“De training werkt, vertellen de collegae Van Elswijk en ’t Hart. “Ik ben me bewust van veilige en onveilige situaties. Op de po-

liklinieken wisselt het aantal patiĂŤnten per kwartier. Onbewust houd ik situaties en gangen in de gatenâ€?, vertelt ’t Hart. Van Elswijk: “Natuurlijk is het spannend als er brand uitbreekt, maar we hebben dit al een paar keer geoefend. Ik weet wat ik moet doen en dat geeft rust. Ja, het geeft mij zelfvertrouwen.â€?

DE BIO-MAATREGELEN OP EEN RIJ BOUWKUNDIG: brandcompartimenten, liften, deuren, alles zoals in het Bouwbesluit staat aangegeven en wat onder de zorgplicht van het ziekenhuis valt. INSTALLATIETECHNISCH: watermistinstallatie door het hele ziekenhuis. Deze installatie gebruikt minder water dan een sprinklerinstallatie. Hierdoor is er ook minder waterschade, waardoor de bedrijfsvoering weer snel op gang is. Ook heeft het ziekenhuis een BMI, een Persoon Zoek Informatiesysteem (PZI), een vluchtplan en andere verplichtingen. ORGANISATORISCH: interne noodhulporganisatie waarbij de training in eigen beheer wordt gedaan.

nummer 05 oktober 2016

11



Column

Ricardo Weever

Brandweeracademie neemt voortouw in kennisdeling In tegenstelling tot vele andere wetenschappelijke vakgebieden, beschikt de brandweer op het gebied van onderzoek niet echt over een internationaal netwerk. Zoals u heeft kunnen lezen in mijn lectorale rede, is het oprichten daarvan één van mijn doelstellingen met het lectoraat. We hebben een goede start gemaakt met het Fire Safety & Science-congres. Steeds meer internationale sprekers en deelnemers melden zich hiervoor aan. Daarbij is de Brandweeracademie voorzitter en voortrekker binnen de EFSCA, dat zich ontwikkelt tot een internationaal netwerk voor kennisontwikkeling en informatie-uitwisseling. Maar we willen dat verder uitbouwen.

Ricardo Weever is lector Brandweerkunde Brandweeracademie

De Brandweeracademie is niet het enige kennisinstituut in de wereld dat onderzoek doet naar branden. Toch is er momenteel onvoldoende beeld waar welke onderzoeken worden uitgevoerd, welke methoden daarvoor worden gebruikt en wat de resultaten en conclusies zijn. Het is in ieder geval duidelijk, zo bleek ook tijdens de vier presentaties over recent onderzoek van de Brandweeracademie op het internationale congres Interflam 2016, dat de Brandweeracademie in Europa uniek is in het uitvoeren van praktijkgericht participerend onderzoek. Daarmee bedoelen we onderzoek waar het veld intensief bij betrokken is en dat leidt tot bruikbare resultaten voor de praktijk. Het uitvoeren van praktijkgericht participerend onderzoek is een belevenis die het leren in de frontlinie versterkt. Hoewel er dus hard gewerkt wordt aan het verspreiden van de beschikbare kennis, is er nog geen sprake van een wetenschappelijk discours. Het ontbreekt aan een groep wetenschappers die met elkaar de resultaten van onderzoeken bediscussiëren, verifiëren en falsifiëren (onder ander door onderzoeken te herhalen). Er zijn verschillende redenen waarom dit niet het geval is. Veel publicaties zijn niet in het Engels gepubliceerd en daardoor moeilijk toegankelijk. Ook is er weinig verbinding in de doelstellingen van onderzoek, zodat er weinig wordt samengewerkt. De Brandweeracademie heeft het initiatief genomen om door middel van een uitwisseling van experts verschillende landen in Europa bij elkaar te brengen. Daar doen nu aan mee: Finland, Zweden, Denemarken, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Catalonië, Wit-Rusland en Oekraïne. Het doel is drieledig: het starten van een netwerk van onderzoekers die praktijkgericht onderzoek uitvoeren, het zoeken naar samenwerking en het delen van kennis over enerzijds de opzet van de onderzoeken en anderzijds de resultaten. Dit is een eerste stap op weg naar de vorming van een internationaal onderzoeksnetwerk. Uiteindelijk moet deze kennisuitwisseling leiden tot een groter netwerk van kennisdeling en kennisontwikkeling én gezamenlijke onderzoeksvoorstellen voor Europese onderzoeksprojecten, die ingediend kunnen worden voor de Horizon 2020-agenda. In de eerste week van november bruist Arnhem van de internationale gasten. Gelijktijdig met het FSS-congres heeft de uitwisseling van experts plaats. Oefen alvast uw talen en zorg dat u erbij bent!

nummer 05 oktober 2016

13


ROOK- EN WARMTEAFVOER/BRANDMELDINSTALLATIES

Peter Passenier

Nieuwe inspectieronden komen maar langzaam op gang

Zorgen rookbeheersingsinstallaties voor meer veiligheid? Niet altijd sluit een rookbeheersingsinstallatie goed aan bij het scenario voor brand in een gebouw. Derhalve gelden er sinds 1 januari 2015 nieuwe inspectieschema’s. Maar maken deze schema’s de situatie werkelijk veiliger?

E

en magazijn op een bedrijventerrein wisselt van eigenaar. Eerst zat er een staalverwerkingsbedrijf, nu komt er een bouwmarkt. Bovendien stapelt die zijn spullen op tot aan het plafond. Geen probleem zou je zeggen want het gebouw beschikt over een deugdelijke rookbeheersingsinstallatie. Dus lijkt de brandveiligheid gewaarborgd. Toch is dat niet per se het geval, meent Bram Kersten, adviseur brandveiligheid bij LBP|SIGHT. “Het meest essentiële bij een rookbeheersingsinstallatie is het brandscenario. Dat scenario is afhankelijk van het gebruik, en het gebruik is hier gewijzigd. Dat betekent dat de brand na 20 minuten hoogstwaarschijnlijk groter is dan de 25 vierkante meter waar in het scenario

vanuit wordt gegaan. Bovendien loopt de temperatuur in die tijd veel hoger op dan verwacht en wordt de rookvrije hoogte te laag. Daardoor kan de brandweer niet op tijd naar binnen.”

CCV-inspectieschema Volgens Kersten komt bovenstaande situatie regelmatig voor. Een deel van het probleem zit hem in de timing. “In het verleden werd zo’n installatie vaak aangelegd in een leeg gebouw, zonder dat duidelijk was wie dat zou gaan huren. En als er dan een huurder was gevonden, keek niemand meer naar de uitgangspunten achter de rookbeheersingsinstallatie. En dus werd die installatie ook niet aangepast, of er nu stenen beelden werden opgeslagen of matrassen.”

CCV Het CCV beheert certificerings- en inspectieschema’s voor brandveiligheid. Certificaten voor de levering of het onderhoud van een installatie bieden opdrachtgevers zekerheid over de kwaliteit. Inspectiecertificaten geven aan dat de brandbeveiliging doeltreffend is. Een geruststelling voor gebouwgebruikers die geen specialist in brandbeveiliging zijn terwijl ze er wel de verantwoordelijkheid voor dragen. In dit artikel komt die verantwoordelijkheid nadrukkelijk aan de orde. Opdrachtgevers moeten veel keuzes maken. Onder meer over type brandbeveiliging, levering, onderhoud en inspectie. CCV-schema’s ondersteunen hierbij. Ze worden uitgevoerd door onafhankelijke certificerings- en inspectie-instellingen. Een belangrijke waarborg voor betrouwbare kwaliteit. Op ccv.nl/certificatie-inspectie vindt u meer informatie over rookbeheersingsinstallaties.

14

nummer 05 oktober 2016

Maar dat is niet de enige oorzaak. Een deel van het probleem is ook te herleiden naar de inspectie, vindt Maarten Gies, senior adviseur brandveiligheid bij DGMR Bouw B.V. “Tot voor kort keken de inspecteurs alleen of de installatie voldeed aan de technische uitgangspunten. Bijvoorbeeld of het aantal rookluiken in overeenstemming was met de norm, en of de installatie functioneerde als je op de knop drukte. Maar nogmaals: die installatie werd niet getoetst aan het gebruik, en ook werd niet gekeken of de gebruiker zijn doel ermee realiseerde.” Althans niet tot 1 januari 2015. Want vanaf die datum maken de inspecteurs gebruik van het nieuwe CCV-inspectieschema. En daarin staat dat doel volgens Gies wél centraal. “De inspecteurs zullen nu controleren of de installatie doeltreffend is, of hij voldoet aan de uitgangspunten, en of de brandweer na twintig minuten werkelijk naar binnen kan. Zo niet, dan kunnen ze niet anders dan concluderen dat het gebruik niet overeenkomt met het ontwerp.” Probleem opgelost dus? Gies is niet overtuigd. “Die nieuwe inspectieronden komen maar langzaam op gang, en de overheid ziet er ook niet streng op toe. Het zal dus een tijdje duren voor alle gebouwen zijn gecontroleerd. En als dat eenmaal is gebeurd, ontstaat er een nog groter probleem. De inspecteurs zullen te maken krij-


ROOK-EN WARMTEAFVOER/BRANDMELDINSTALLATIES

GELIJKWAARDIGHEID Een gebouweigenaar die bij de aanleg van zijn rookbeheersingsinstallatie niet heeft gekeken naar het brandscenario dat hoort bij het gebruik, is in overtreding. En dat weegt des te zwaarder omdat zo’n rookbeheersingsinstallatie is gebaseerd op gelijkwaardigheid. “Je installeert hem in je gebouw als dat niet valt onder de basisregels van het Bouwbesluitâ€?, vertelt Kersten. “Bijvoorbeeld als in je magazijn een compartimentering van 1000 m² of 2000 m² onmogelijk is. Dan wijk je uit naar 4000 m², en jouw rookbeheersingsinstallatie zorgt er dan voor dat je gebouw net zo veilig is als wanneer je had voldaan aan de norm. Maar zonder een reĂŤel brandscenario.â€?

gen met veel oud zeer: veel gebouwen die niet aan de norm voldoen.�

Afbrandscenario Volgens Kersten ligt de oplossing hiervoor niet voor de hand. Want wat moet een gebouweigenaar doen als het gebruik van zijn gebouw niet aansluit op de uitgangspunten van zijn rookbeheersingsinstallatie? “Je kunt natuurlijk proberen om die installatie aan te passen, maar vaak is dat lastig. Er is bijvoorbeeld geen plaats voor extra rookluiken. Een andere optie is om de hoeveelheid opgeslagen materiaal terug te brengen, maar dat leidt natuurlijk tot ďŹ nanciĂŤle schade. Vaak blijft er dan maar een mogelijkheid over: dat je accepteert dat de boel afbrandt.â€? Dat laatste lijkt radicaal, maar volgens Kersten is het in veel situaties heel reĂŤel. “Natuurlijk, in een woonwijk is het niet aan de orde. Maar als je je opslagruimte heb geplaatst midden in een weiland, zal het de overheid in de meeste gevallen niet zo veel kunnen schelen. Dan is er meestal geen sprake van een veiligheidsrisico, maar alleen van een ondernemingsrisico – mits je er natuurlijk wel voor zorgt dat er geen slachtoffers vallen. Zo’n afbrandscenario is zelfs denkbaar op een bedrijventerrein. Als je maar zorgt voor voldoende afstand tussen de gebouwen of voor een brandwerende gevel. Voor een goede oplossing moet je steeds kijken naar de speciďŹ eke omstandigheden; het is maatwerk.â€?

“Soms zijn opvattingen over installaties wel zwart-witâ€? Een exibele benadering. Daarvoor pleit Gies. “Soms vind ik opvattingen over rookbeheersingsinstallaties wel erg zwart-wit: zo’n installatie voldoet of hij voldoet niet. Vaak wordt er dan uitgegaan van het ergste scenario – en volgens mij te snel. Niet elke brand woedt volgens het worst case-scenario en juist bij een kleinere brand kan een rookbeheersingsinstallatie wel degelijk een voordeel bieden. Het is jammer als zo’n installatie wordt afgekeurd en buiten wer-

king wordt gesteld, terwijl hij in veel situaties wel degelijk nuttig is.â€? Nuttig om verschillende redenen. “Ten eerste is zo’n installatie vaak wel degelijk geschikt voor kleinere brandjesâ€?, meent Gies. “En belangrijker nog: de installatie kan wellicht voorkomen dat zo’n kleinere brand escaleert. Ik zou er dus altijd voor kiezen om hem te laten zitten. Nee, dan krijg je geen certiďŹ caat en je accepteert gewoon dat je gebouw bij een grotere brand compleet afbrandt.â€?

SPRINKLERS Voor een andere brandveiligheidvoorziening gelden veel striktere voorschriften, namelijk voor sprinklers. “Hier is goed bekend welk gebruik hoort bij welke installatie�, zegt Gies. “De normen zijn duidelijker. Je vindt lange lijsten: als je die en die materialen heb opgeslagen, ingepakt in karton of kunststof, moet je kiezen voor die en die sprinklerklasse. Alles wat mensen nodig hebben, is een goede cursus. Dan weten ze hoe ze aan de regels moeten voldoen. Bij rookbeheersing zijn die normen veel minder uitgebreid. Je kunt daar niet terugvallen op een tabel, en er is een vrij beperkt onderscheid tussen de verschillende verpakkingsmaterialen.�

nummer 05 oktober 2016

15


UIT HET BRANDLAB

Brandtest in Louis-Hippolyte Lafontaine-brug-tunnel, Montreal

Succes voor Mobifire: nu ook in Canada actief Voor nieuwe constructies bestaan al geruime tijd uitgebreide brandtestmethodes, maar voor bestaande constructies waren er nog geen betrouwbare en kosteneffectieve methodes om de brandwerendheid te testen. Dit betekent dat het voor deze constructies onduidelijk was of ze voldeden aan het benodigde brandveiligheidsniveau. In 2010 begon Efectis daarom aan de constructie van een mobiele oven en het Mobifire-concept onder de projectnaam ‘Thunderbird’.

16

nummer 05 oktober 2016


UIT HET BRANDLAB

I

n de zomer van 2011 vond in Venray voor het eerst een test met een mobiele brandwerendheidsoven plaats. Het betrof een test in een historisch gebouw waar een grote renovatie moest plaatsvinden. Dit werd gevolgd door een test in een tunnel in Den Haag waarbij het gedrag van het beton onderzocht werd. Al snel werd duidelijk dat de tests een succes waren, waarna meteen in het eerste jaar zes grote projecten werden opgestart in vier verschillende landen. Een daarvan was in de Verenigde Staten.

Beide tests waren succesvol en leverden de gewenste informatie op over de brandwerendheid van de bestaande tunnelmuren. Op basis van deze resultaten kunnen de Canadese autoriteiten de maatregelen

nemen die nodig zijn om de veiligheid in de tunnel te kunnen garanderen.

Peter Reijman en Micha de Jong

Drie soorten Inmiddels zijn er al drie versies van de MobiďŹ re in omloop, die alle als kenmerk hebben dat ze ongeveer een vierkante meter groot zijn, eenvoudig zijn te transporteren en op locatie kunnen worden gebruikt. De oven kan zowel horizontaal als verticaal gebruikt worden en diverse brandcurves realiseren. De MobiďŹ re kan zelfs de RWS-brandcurve met een maximale temperatuur van 1350 graden Celsius uitvoeren! Sinds de eerste test is er wereldwijd belangstelling voor de mobiele oven van Efectis. De nadruk ligt daarbij op het bepalen van het risico op betonafspatting in oudere tunnels. Begin dit jaar heeft dit tot een mooi nieuw project geleid in een land waar Efectis Nederland nog niet eerder actief was: Canada.

Canada De brandtest vond plaats in de Louis-Hippolyte Lafontaine-brug-tunnel in Montreal, Canada. Efectis verscheepte een mobiele oven naar Canada en voerde om de brandwerendheid van de betonnen constructie te bepalen, verschillende tests op de tunnelmuren uit. Tijdens de tests was de tunnel gesloten voor verkeer en werd in de tunnel een grote wagen met uitrusting neergezet. Er waren twee testlocaties. Op deze locaties tilde een vorkheftruck de oven omhoog en zette deze tegen de tunnelwand. Uit veiligheidsoverwegingen was de lokale brandweer aanwezig. Om het gedrag van de betonnen muur goed te kunnen beoordelen, werd als extra functionaliteit een hittebestendige camera in de oven geplaatst. Zo kon behalve de temperatuur van het beton ook de manier waarop de brand zich ontwikkelde, worden gevolgd. De tests eindigden voordat substantiĂŤle schade kon ontstaan.

nummer 05 oktober 2016

17


UIT HET BRANDLAB

Vreemde eend in de bijt:

Efectis onderzoekt effect vreugdevuren Scheveningen Naast de standaardonderzoeken doet Efectis ook minder voor de hand liggende onderzoeken. Zo bracht Efectis de risico’s in kaart van de vreugdevuren in Scheveningen en Duindorp tijdens de jaarwisseling van 2015-2016.

T

ijdens de nieuwjaarsviering worden op het strand van Scheveningen en Duindorp jaarlijks vreugdevuren ontstoken. Hierbij gaat het niet om kleine kampvuurtjes, maar om vuren die groot genoeg zijn om het Guinness Book of Records te halen. In opdracht van de gemeente Den Haag stelde Efectis een advies op voor de veiligheid van de toeschouwers en de medewerkers van hulpdiensten en de gemeente. Ook het gevaar dat de vreugdevuren kunnen opleveren voor de omringende gebouwen en de beplanting, werd in kaart gebracht.

Pallets De onderzochte vreugdevuren bestaan uit gestapelde pallets op het zandstrand met

18

een grondoppervlak van 15 bij 15 meter en een hoogte van 20 meter. In totaal gaat het om ongeveer 25.000 pallets, die zijn gestapeld in (steens) verband.

brand en een groter risico leiden. Ook de bijna parallel aan de kust staande wind heeft het risico beperkt. Maar wat als dit niet het geval zou zijn?

Risico’s

Instortingsgevaar

Het risico bij dit soort vuren is tweeledig. De brandende stapels kunnen instorten en de warmte- en rookproductie is groot. Dat grote stapels grote vlammen produceren, ligt voor de hand, maar ook de manier waarop de brand in de stapel zich ontwikkelt, is van invloed op de veiligheid. Tijdens de afgelopen jaarwisselingen hebben de stapels niet ĂŠĂŠn keer volledig in brand gestaan, waardoor de gevolgen voor de omgeving beperkt bleven. Een andere wijze van ontsteken kan echter tot een heftiger

Een brandstapel kan snel instorten. Het publiek moet alleen al daarom permanent op veilige afstand blijven. Die afstand is anderhalf tot twee maal de stapelhoogte. Een kortere afstand kan leiden tot acuut gevaar.

nummer 05 oktober 2016

Warmtestraling Een brandende houtstapel van de eerder genoemde afmetingen kan vlammen produceren tot een hoogte boven de stapel van ongeveer twee maal (ruwe schatting) de stapelhoogte zelf. Bij wind worden de


UIT HET BRANDLAB

UIT HET BRANDLAB In elke uitgave van Brandveilig.com verzorgt Efectis enkele pagina’s. Met meer dan tweehonderd medewerkers is Efectis de grootste organisatie die is gericht op brandveiligheid in Europa. De Efectis groep heeft vestigingen in Nederland (Bleiswijk), Frankrijk (Parijs, Metz, Lyon, Montpellier en Bordeaux), Spanje (Madrid) en Turkije (Istanbul) en beschikt naast deskundig personeel over een uniek en breed scala aan beproevingsfaciliteiten en moderne computersimulatiemiddelen. Verder onderhoudt Efectis actief relaties met de brandweer en toezichthouders en ook met kennisinstellingen, zoals universiteiten en onderzoeksinstanties. Hierdoor is Efectis in staat voor haar brede klantenkring altijd snel een pasklaar antwoord of oplossing te genereren. Meer informatie: www.efectis.nl

vlammen afgebogen en die veroorzaken extra warmtestraling aan de benedenwindse kant van de brand. Op basis van de warmtestraling van de brand is, uitgaande van de minst gunstige weersomstandigheden, de aanbevolen afstand tussen het vuur en de hekken bepaald op 90 meter. De warmtestraling is daar maximaal anderhalf maal die van de zon op een zomerse dag. Een iets kleinere afstand vanwege de warmtestraling of rook hoeft overigens niet acuut gevaar op te leveren. De meeste omstanders zullen (langzamerhand) op een grotere afstand gaan staan als de hitte toeneemt of langere tijd aanhoudt.

Rookverspreiding De kans op overslaan van de brand naar de omliggende gebouwen door warmtestraling of overvliegend vuur blijkt bij de onderzochte vuren verwaarloosbaar, ervan uitgaand dat geen van de nabije daken brandgevaarlijk is.

De kans op uitbreiding van de brand naar de beplanting blijkt klein. Een grote compacte brand zoals bij de vreugdevuren, verwarmt de omgeving zodanig dat warmte en rook gemakkelijk opstijgen. Op de grond is er weinig last van de rook. De manier waarop de rook zich verspreidt, is niet nauwkeurig te berekenen, alleen ruw in te schatten. De weg die de rookpluim aflegt bij wind van zee zorgt ervoor dat bijna alle rook van de brand over de bebouwing heen gaat.

Bebouwing De kans op hinder voor omwonenden is bij wind van zee vooral aan het begin en het einde van de brand groot, omdat dan het vermogen en dus de opstijgende kracht beperkt is. Dit geldt met name voor bewoners van de bebouwing bij het Noordervuur (aan de Strandweg). De hinder voor de bebouwing aan de kust, is sterk te beperken door het sluiten van ramen en deuren,

ervan uitgaande dat de gebouwen goed geïsoleerd zijn. De achterliggende bebouwing op grote afstand van de brand kan ook hinder ondervinden van de vreugdevuren doordat de rook zich vermengt met luchtwervelingen boven de gebouwen (zie afbeelding hierboven).

Toekomst De vreugdevuren zullen in de toekomst naar verwachting steeds groter worden. Dat kan grotere risico’s met zich mee brengen. Efectis voert daarom momenteel een tweede studie uit.

Rudolf van Mierlo

nummer 05 oktober 2016

19


UIT HET BRANDLAB

Stand van zaken: ontwikkeling normen brandveiligheid in gebouwen De Europese Unie maakt afspraken over de normen op het gebied van brandveiligheid in gebouwen. Dit gebeurt in de technische commissie CEN/TC127. Namens ons land is dr. ir. Gert van den Berg van Efectis Nederland lid van deze commissie. Om de markt op de hoogte te houden van de ontwikkeling van deze normen in Europa, publiceert Efectis Nederland vanaf nu in Brandveilig.com twee keer per jaar een overzicht van het werkprogramma van CEN/TC127. NORMEN IN FASES Bij de ontwikkeling van een norm worden drie fases onderscheiden: 1. Voorbereiden: technisch-inhoudelijk voorwerk door vakspecialisten in de Task Group (TG). 2. Enquiry: klaarmaken van het (concept-) normblad en aanbieden van dat normblad aan de EU-lidstaten die hierop commentaar kunnen geven, dat vervolgens door de Task Group wordt verwerkt. 3. Formal Vote: klaarmaken van het aangepaste normblad en aanbieden van dat normblad aan de EU-lidstaten, waarna deze mogen stemmen (Yes, No of Abstain). Beperkt commentaar mag nog worden gegeven, maar niet meer op technisch-inhoudelijk gebied. Dit commentaar wordt verwerkt door de Task Group die vervolgens de deďŹ nitieve tekst vaststelt. Elk van deze fases duurt ongeveer een jaar. Wel kan de procedure versneld worden afgehandeld, dan spreekt men van een Unique Acceptance Procedure (UAP). De totale procedure duurt dan ongeveer anderhalf jaar.

OVERZICHT WERKZAAMHEDEN De planning van de voornaamste werkzaamheden in de technische commissie CEN/TC127 staat in de tabel hiernaast.

20

EN-normblad

Status van werkzaamheden

Verwacht jaar van publicatie

Revisie van EN 1363-1 (general requirements)

Voorbereiden in TG

2018 (UAPprocedure)

Revisie van EN 1364-2 (non-loadbearing ceilings)

Formal Vote

2017

EN 1364-5 (air transfer grilles)

Formal Vote

2017

EN 1364-6 (cavity barriers)

Enquiry

2017

Revisie van EN 13381-7 (timber members)

Formal Vote

2017

EN 13381-10 (solid tension bars)

Enquiry

2017

EN 15254-3 (EXAP lightweight partition)

Voorbereiden in TG

2018

Revisie van EN 15254-5 (EXAP sandwich panel walls)

Enquiry

2017

Revisie van EN 15254-7 (EXAP sandwich panel ceilings)

Voorbereiden in TG

2018

Revisie van EN 1366-3 (penetration seals)

Enquiry

2017

Revisie van EN 1366-4 (linear joint seals)

Voorbereiden in TG

2018

Revisie van EN 1366-5 (service ducts and shafts)

Werkzaamheden nog opstarten

2019

Revisie van EN 1366-8 (smoke extraction ducts)

Werkzaamheden nog opstarten

2019

Revisie van EN 1366-10 (smoke control dampers)

Formal Vote

2017

EN 1366-11 (protective systems essential services)

Formal Vote

2017

EN 1366-13 (1-, 2- and 3-sided ducts)

Werkzaamheden nog opstarten

2019

Revisie van EN 15882-1 (EXAP ducts)

Formal Vote

2017

Revisie van EN 15882-3 (EXAP penetration seals)

Werkzaamheden nog opstarten

2019

Revisie van EN 15269-1 (EXAP Doors, general requirements)

Werkzaamheden nog opstarten

2019

Revisie van EN 15269-2 (EXAP steel hinged doors)

Werkzaamheden nog opstarten

2019

Revisie van EN 15269-3 (EXAP timber hinged doors)

Werkzaamheden nog opstarten

2019

Revisie van EN 15269-5 (EXAP metal framed, hinged doors)

Werkzaamheden nog opstarten

2019

EN 15269-6 (EXAP sliding timber doors)

Formal Vote

2017

EN 15269-11 (EXAP operable fabric curtains)

Voorbereiden in TG

2019

Revisie van EN 1634-1 (Doors)

Enquiry

2018

EN 16733 (continuous smouldering)

Gepubliceerd

2016

Revisie van CEN / TS 16459 (EXAP for roofs / covering)

Voorbereiden in TG

2019

Revisie van EN 13501-1 (classification reaction-to-fire)

Voorbereiden in TG

2019

Revisie van EN 13501-2 (classification fire resistance)

Gepubliceerd

2016

Revisie van EN 13501-3 (classification ducts and dampers)

Voorbereiden in TG

2018

Revisie van EN 13501-4 (classification smoke control systems)

Gepubliceerd

2016

Revisie van EN 13501-5 (classification external fire on roofs)

Gepubliceerd

2016

nummer 05 oktober 2016


RAPPORT

Leo Porrio

Wachten op gestructureerde aanpak

Cijfers oorzaak brandschade belangrijke bron statistiek Sinds 1933 stelde het CBS jaarlijks de zogeheten Brandweerstatistiek op. Op basis van cijfers verschaft door gemeentelijke en regionale brandweerkorpsen, werden branden ingedeeld in: buitenbranden, binnenbranden, brand in woningen, brand in industrie, landbouw of veeteelt, gezondheidszorg en locaties waar bijeenkomsten werden gehouden. Omdat de resultaten niet bevredigend waren, stelde Berenschot in 2012 een onderzoekscommissie in om de behoeften te onderzoeken. De conclusies zijn opgenomen in het rapport ‘Inventarisatie informatiebehoefte Brandweerstatistiek’.

H

et resultaat van het Berenschot-onderzoek was dat de Brandweerstatistiek in 2013 voor het laatst verscheen. Men zou overgaan op een andere manier van rapporteren, met name gebaseerd op gegevens afkomstig van de meldkamers. Maar de data die de brandweerkorpsen leverden, waren vaak onzorgvuldig en onvolledig. Bovendien waren de rapporten als gevolg van een moeizaam verwerkingsproces aan de late kant. Het resultaat nu is een minder specifieke opgave per kwartaal op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Uitgediept Een andere belangrijke bron van informatie sinds februari 1982 zijn de Brandbrieven van het Verbond van Verzekeraars. In de 28 jaar van het bestaan zijn veel schades de revue gepasseerd met toelichting en vaak met mogelijke schadeoorzaken. Veel onderwerpen kregen aandacht en preventieonderwerpen werden deskundig uitgediept. In 2011 is dit werk in handen gegeven van het NIVRE (Nederlands Instituut van Register Experts). Om een gedegen statistiek op te bouwen per jaar, is het van het grootste belang betrouwbare cijfers te verzamelen. Maar sinds het NIVRE de publicatie doet zijn de schade-

oorzaken verdwenen. Dit is op zich begrijpelijk, want de oorzaak is niet altijd bekend en het kost veel moeite deze boven water te krijgen. Sinds het vierde kwartaal van 2014 is er voor een andere publicatievorm gekozen.

een belangrijke informatiebron. Beleid ontwikkelen op schadepreventiegebied begint immers met het verzamelen van grote schades. Actualiteit is hierbij ook van belang. Die Brandbrieven waren nog niet zo slecht. Misschien moeten we de klok gewoon terugdraaien.

Schadecodes Helaas is het er allemaal niet duidelijker op geworden en actueler is het evenmin. In september 2016 was het vierde kwartaal 2015 nog niet gepubliceerd, waardoor een totaaloverzicht over 2015 niet beschikbaar is. Branden en plaats worden vaag omschreven, terwijl de schadebedragen moeilijk toe te wijzen zijn aan een specifiek schadegeval. In een publicatie in ‘de Beursbengel’ in 2014 roept het Verbond van Verzekeraars de verzekeraars op hun schadecijfers op een gestructureerde manier aan te leveren aan het CVS (Centrum voor Verzekeringsstatistiek). De introductie van schadecodes voor zowel particuliere als zakelijke panden, zorgde er voor dat mogelijke schadeoorzaken konden worden gepubliceerd. Het wachten is op een gedegen publicatie. Schadecijfers met mogelijke schadeoorzaak zijn

nummer 05 oktober 2016

21


ROOK- EN WARMTEAFVOERINSTALLATIE/BRANDMELDINSTALLATIE

Betty Rombout

Meeste branden musea door kortsluiting of brandstichting

Optimaliseer (brand)zorg voor museumcollecties Brand in een museum. Het is de grote angst van elke museumdirecteur. Stel dat er iets gebeurt met de schilderijen van alom bekende schilders of met het – in veel gevallen – historische gebouw zelf? Voorkomen is uiteraard beter dan genezen. Het is van eminent belang dat een museum er alles aan doet om de risico’s op brand tot een minimum te beperken.

G

elukkig horen we niet al te vaak over een brand in een museum. En daar moeten we ook niet aan denken. Een onderzoek uit de VS (zie kader op pagina 24) laat zien dat de meeste branden in musea ontstaan in de elektrische bekabeling of door brandstichting, gevolgd door brand in andere apparatuur, door open vuur of lassen, in verwarmingstoestellen, door roken, in kookapparatuur, door blootstelling aan naburig vuur, als gevolg van natuurlijke oorzaken, in de airconditioning, door warmte, vlammen en vonken of door spelende kinderen. De mogelijke oorzaken van brand zijn dus talrijk.

aanwezige personen, de beheersbaarheid van de brand en de beperking van schade aan derden. Het accepteert voor bestaande gebouwen een compartiment tot 2000 vierkante meter. Alles daarin mag afbranden. Verder dient de brandweer binnen 20 minuten aanwezig te zijn in geval van brand. Kan de brandweer er om welke reden dan ook niet eerder zijn, dan is het museum meer dan 2000 vierkante meter kwijt. In extreme situaties lopen ook de bovenliggende, onderliggende en de naastliggende ruimtes schade op. Een brand kan dan leiden tot schade in een oppervlakte van zo’n 10.000 m2 of nog meer als het echt

Bouwbesluit Björn Peters is senior adviseur brandveiligheid en bouwtechnologie bij advies- en ingenieursbureau DGMR. DGMR is al menig keer betrokken geweest bij het ontwikkelen van een brandveiligheidsconcept voor musea. “Het is onze rol de brandveiligheidsmaatregelen en brandmeldinstallaties zo subtiel mogelijk te integreren in het dikwijls historische interieur.” Heeft een museum aan DGMR gevraagd een concept voor brandveiligheid te ontwikkelen dan is de eerste vraag van Peters: ‘Wat zijn de wensen?’ “Daarbij maak ik duidelijk dat er meer nodig is dan alleen het volgen van het Bouwbesluit om het gebouw en de collectie optimaal te beschermen tegen brand. Het Bouwbesluit is gericht op het veilig wegkomen van

22

nummer 05 oktober 2016

uit de hand loopt. Dat willen we niet in een museum.”

Veel partijen Peters vervolgt: “De discussies rondom brandveiligheid in musea zijn vaak van lange duur. Het is noodzakelijk de wensen van partijen te vertalen naar de technische impact voor het ontwerp. En dit vervolgens te plaatsen in hun belevingswereld. Daarbij moeten alle wensen en belangen in kaart gebracht worden, want elke partij heeft zo zijn eigen ideeën over brandveiligheid. De eigenaar van het gebouw wil bijvoorbeeld een veilig gebouw met daarbij extra maat-


regelen ter bescherming van het gebouw en de collectie, maar heeft vaak niet het budget om elk afzonderlijk kunstobject te beveiligen tegen brand. Voor het museum zelf is schade aan objecten ondenkbaar. Maar we kunnen een museum niet zo inrichten dat elk object afzonderlijk beschermd is tegen brand.”

Gemene deler Om er met z’n allen uit te komen, gooit DGMR het in veel gevallen over een andere boeg. Björn Peters: “Dan kijken we samen met het museum naar hoe andere musea in zowel Nederland als in het buitenland de brandveiligheid geregeld hebben. Wat is hun beveiligingsniveau en wat zijn de voorzieningen in geval van een eventuele brand? Voorzieningen die zich inmiddels bewezen hebben. Aan de hand van een dergelijk onderzoek beschrijven we vaak een aantal niveaus van brandveiligheid. Het Bouwbesluit is dan de basis met aanvullend de maatregelen die een museum zelf al heeft getroffen in de vorm van bestaande protocollen en brandveiligheidsmaatregelen. Dat basisniveau breiden we uit met praktisch haalbare maatregelen op twee niveaus.” Peters: “Bij het vaststellen van die maatregelen wordt gekeken naar de impact die een voorziening op de te verwachten schade heeft. Het moge duidelijk zijn dat het voorkomen van brand de minste schade geeft. Verder geldt dat een eigen blussysteem sneller is dan wachten op de brandweer. Maar de schade kan ook op andere manieren worden beperkt. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat een brand zich niet zomaar kan uitbreiden of door de brandcompartimenten zodanig te kiezen dat de omvang van de schade beperkt blijft.” Het werken met verschillende concepten

maakt het gemakkelijker voor een museum om het geschikte beveiligingsniveau te kiezen. We zien dat afhankelijk van het museum en de aanwezige collectie, de focus op een bepaalt deelaspect ligt. Voor het ene museum is het beperken van de schade tot een klein gebied belangrijk, voor een ander

stallatie van een sprinklerinstallatie. Het doemscenario waarbij alle sprinklerkoppen in een compartiment bij brand worden geactiveerd, zoals we dat wel eens in films zien, treedt in de praktijk immers niet op. Bij een brand wordt slechts één of een beperkt aantal sprinklerkoppen geactiveerd

“Voor een museum is schade aan objecten onacceptabel” juist het ontstaan van bepaalde rookgassen die schadelijk zijn voor de geëxposeerde kunst of juist het voorkomen van brand door meer toezicht.

BIO-model De brandveiligheidsconcepten voor musea zijn gebaseerd op het zogeheten BIO-model: maatregelen op bouwkundig gebied (brandscheidingen, loopafstanden, materiaalgebruik en detaillering), op installatietechnisch gebied (BMI, OAI, onderdrukking, sprinklerinstallatie en faciliteren vluchtmogelijkheden zoals RWA en noodverlichting) en op organisatorisch gebied (ontruimingsorganisatie voor zowel de bezoekers als de kunst, onderhoud en reguliere schoonmaak van het gebouw en de installaties, beheer van brandgevaarlijke goederen, toezicht op de werking van bouwkundige en installatietechnische voorzieningen). De organisatorische maatregelen zijn dikwijls vrij snel op orde, vertelt Peters. Dit omdat musea deze vaak al vanuit de historie geregeld hebben. Maar bouwkundig en installatietechnisch kan er nog wel het een en ander veranderd of aangepast worden, afhankelijk van de wensen van de partijen en de status en indeling van het gebouw. “Steeds vaker wordt er gekozen voor de in-

en blijft de brand- en waterschade beperkt tot één of enkele objecten.” Eén van de maatregelen is kijken naar de indeling van het gebouw in zalen. Peters: “Voeren we die zalen elk als eigen compartiment uit, dan beperken we eventuele schade tot alleen die zaal. Meestal leidt dat tot kleinere compartimenten dan de in het Bouwbesluit toegestane 2000 m2 voor bestaande bouw of 1000 vierkante meter voor nieuwbouw.”

Speciale deuren Björn Peters vervolgt: “Om tot een nog hogere graad van brandveiligheid te komen, kunnen we gebruik maken van speciale deuren tussen de compartimenten. Normaliter gaan we uit van de EW-standaard (red.: warmtestralingflux op 1 meter af-

HANDREIKINGEN Bent u architect, adviseur brandveiligheid of securitymanager in een historisch pand met waardevolle kunst en heeft u interesse in hoe u de brandveiligheid op topniveau kan brengen? Dan zal de casuïstiek in dit artikel u zeker handreikingen geven.

nummer 05 oktober 2016

23


ROOK- EN WARMTEAFVOERINSTALLATIE/BRANDMELDINSTALLATIE

stand >15 kW/m2). In het geval van speciale deuren praten we over EI (red.: gemiddelde temperatuurverhoging oppervlak >140 graden Celsius en locale temperatuurverhoging oppervlak <180 graden Celsius). Bij EI houdt de deur niet alleen brand en straling tegen, maar isoleert deze de brand ook. Aan de kant waar het niet brandt, blijft de stijging van de temperatuur beperkt. Mocht er iets tegen zo’n deur aan staan, dan kan dat niet spontaan ontbranden. De deuren geven extra zekerheid in geval van brand. Ook kunnen we aanvullende eisen stellen aan de rookdichtheid van deuren.�

Overdruk “Naast zalen hebben musea ook andere ruimtes, zoals een winkel, vergaderzalen, een restaurant, een garderobe, kantoren en de noodzakelijke technische ruimtenâ€?, vertelt Peters. “Om het risico te beperken, is het beter om deze verschillende ruimtes, met vaak een verhoogd brandrisico, niet in dezelfde brandcompartimenten onder te brengen als de kunst. Zo voorkomen we bij een brand in die ruimtes uitbreiding naar de museumzalen. Afhankelijk van de situatie in het museum, is het mogelijk de zalen op overdruk te zetten ten opzichte van de andere ruimtes in het gebouw. Mocht er in een andere ruimte brand uitbreken, dan is verspreiding van de rook via kieren niet mogelijk, omdat de rook door de overdruk wordt tegengehouden.â€? Ook het gebruik van een RWA-systeem kan positief werken, vernemen we van BjĂśrn Peters. “Als de rook via het RWA-sys-

!

teem wordt afgevoerd, kan deze de kunst in een naastgelegen compartiment niet aantasten. Idealiter zouden we rook ook willen afvoeren in de ruimten waar kunst aanwezig is. Vaak is dat echter technisch niet haalbaar. Als we de compartimenten maar klein genoeg maken, is dat ook niet per se nodig. Breekt er brand uit dan gaat in het ergste geval alleen de kunst in die ruimte verloren.�

Evacueren “Dit alles staat los van de organisatorische maatregelen. Breekt er brand uit dan zijn er bijvoorbeeld altijd suppoosten en conservatoren. Zij hebben de taak de mensen die zich in de ruimte bevinden, naar buiten te

OORZAKEN BRAND IN MUSEA Gemiddelde jaarlijkse waarde voor de VS, 1980-1997; uit NFPA 909 Oorzaak branden

Aantal

Percentage

Elektrische bekabeling

22

24,5%

Brandstichting

17

18,6%

begeleiden en de kunst uit dat compartiment (als de situatie dat toelaat) en de naastgelegen compartimenten te evacueren�, aldus Peters.

Aspiratiesysteem Het is onmogelijk om in een artikel als dit alle BIO-maatregelen te noemen. De belangrijkste zijn de revue gepasseerd. Toch wil BjĂśrn Peters graag nog een speciďŹ eke maatregel noemen: een brandmeldsysteem uitgevoerd als aspiratiesysteem. “Een dergelijk systeem neemt luchtmonsters in een te beveiligen ruimte. Het detecteert zeer kleine onzichtbare rookdeeltjes die tijdens de smeulfase van een beginnende brand vrijkomen. Bij brand is men er dus snel bij. De keuze voor een aspiratiesysteem is ook om esthetische redenen gunstig. De bezoeker ziet geen rookmelders aan het plafond hangen. Kijkt hij goed, dan ontwaart hij slechts kleine ronde plaatjes met een gaatje erin, de zuigmondjes van het systeem.â€?

Andere apparatuur

10

10,9%

Dynamisch

Open vuur, lassen

8

9,1%

Verwarmingstoestellen

7

8,0%

Roken

7

7,5%

Kookapparatuur

6

7,2%

Blootstelling aan naburig vuur

4

4,4%

Museumbezoekers bekijken op hun gemak prachtige kunstcollecties zonder te weten dat al die pracht en praal beschermd wordt door een vernuftig brandveiligheidsconcept – en zo hoort het ook. Een concept dat bovendien dynamisch is en blijft. Dat is belangrijk. BjĂśrn Peters afsluitend: “Blijken bijvoorbeeld bepaalde museumzalen drukker bezocht te worden dan van tevoren gedacht, dan is het zaak het brandveiligheids plan hierop aan te passen.â€?

Natuurlijke oorzaken

4

4,0%

Airconditioning

3

3,6%

Andere warmte, vlammen en vonken

1

1,4%

Spelende kinderen

1

0,8%

24

nummer 05 oktober 2016


# " " $ " ! " !# # ! # ! " !# # " " ! !# ! # " !# ! ! !#

! " !#

"


NORMEN

Emiel van Rossum

Webbased berekeningen voor brandoverslag in opeenvolgende stappen Tussen twee brandcompartimenten wordt volgens het bouwbesluit een minimaal aantal minuten WBDBO vereist. Simpel gezegd: het aantal minuten dat een brand er minimaal over doet om naar een volgend brandcompartiment over te slaan. Dit traject is, afhankelijk van de situatie, een doorslagtraject of een overslagtraject. Voor de doorslagtrajecten zijn er verschillende testnormen, die vanuit de NEN 6069 worden aangestuurd, waarmee de constructies getest kunnen worden. Voor de overslagtrajecten is een aantal formules opgenomen in de NEN 6068.

I

n de NEN 6068 worden verschillende berekeningsmethodieken toegelicht. Welke methode gebruikt moet worden, is afhankelijk van het type overslagtraject. Zo zijn er bijvoorbeeld trajecten vanuit een brandruimte met verschillende openingen naar een bovengelegen compartiment. In zo’n geval moet een berekening gemaakt worden in meerdere stappen. De eerste stap is erop gericht om de brand in de ruimte te modelleren, de tweede stap om de vlammen buiten te modelleren. Vervolgens wordt de stralingsux berekend op het bovengelegen raam.

Software Een andere vorm van overslagtraject is een situatie van een gebouw met een geheel niet-brandwerende buitenwand naar een ander gebouw. Het oppervlak van het eerste gebouw wordt in zijn geheel als stralend vlak gezien. In dit geval is een relatief korte formule voldoende om het traject te berekenen. Hier hoeft slechts berekend te worden hoeveel straling er na een bepaalde afstand overblijft van een stralend vlak. Er zijn in Nederland twee bekende programma’s die al deze overslagtrajecten kunnen berekenen: BRANDO 2 en Pintegraal. Dit zijn betaalde softwareprogram-

26

ma’s. Deze programma’s hebben een uitgebreide graďŹ sche interface waarmee de situaties kunnen worden gemodelleerd. Zeker voor de complexere berekeningen is een graďŹ sche interface handig, want er zijn veel variabelen om de gehele geometrie van de

gramma voor aan willen schaffen. Een eerste selectie levert een aantal interessante berekeningen op. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt dat ze niet allemaal uit de NEN 6068 komen en ze ook niet allemaal ‘ofďŹ cieel’ zijn. Bij de berekening zelf

“Er zijn de nodige uitdagingen in dit trajectâ€? brandruimte inclusief de openingen in te voeren. De eenvoudige berekeningen zijn in principe te maken zonder graďŹ sche interface.

Plan De eenvoudige berekeningen die mogelijk zijn zonder graďŹ sche interface, bieden interessante kansen. Deze berekeningen zijn redelijk overzichtelijk en zonder complex programmeerwerk te automatiseren. Hier hoeft geen graďŹ sche interface te worden gemaakt; een numerieke invoer volstaat. Er is een plan gemaakt om deze berekeningen online te automatiseren. Dit is handig voor mensen die soms een simpele berekening moeten uitvoeren en die hier geen pro-

nummer 05 oktober 2016

staat een toelichting vermeld. Het gaat om de volgende berekeningen: t t t t

4USBMJOHTCFSFLFOJOH /&/ /BBTU FMLBBS HFMFHFO EBLSBNFO %BLMJDIU OBBS PQHBBOE SBBN 4USBMJOHTCFSFLFOJOH JOEVTUSJF functie

Stralingsberekening NEN 6060 Niet alle berekeningen komen uit de NEN 6068. Om de straling van een NEN 6060compartiment te berekenen, wordt een berekening uit de NEN 6060 gebruikt. In veel opzichten lijkt deze op de stralingsberekening van de industriefunctie, maar deze is iets uitgebreider en heeft ook meer varia-


NORMEN

online berekeningen. Met deze berekening is dus de ‘veilige’ afstand te berekenen tussen een dakraam van een uitbouw tot het aangrenzende opgaande raam.

Naast elkaar liggende dakramen Deze berekening is officieus en komt uit een publicatie van SBR. Dit is een berekening om de veilige afstand tussen twee naast elkaar liggende dakramen te berekenen. Deze berekening is gebaseerd op de voorgaande, maar de vermenigvuldigingsfactor is een stuk kleiner gemaakt. Bij twee naast elkaar gelegen dakramen is het veel onwaarschijnlijker dat de brand overslaat dan bij een opgaand raam.

Stralingsberekening industriefunctie Als laatste hebben we de eenvoudige berekening van de warmtestralingsflux bij brandcompartimenten met industriefunctie uit de NEN 6068 opgenomen. Dit is een stralingsberekening die lijkt op de NEN 6060-berekening, alleen dan voor het standaard bouwbesluit compartimenten (industriefunctie).

Techniek

belen. Hiermee kan berekend worden hoeveel straling er op een bepaalde afstand overblijft als een NEN 6060-compartiment afbrandt.

‘Veilige’ afstand ‘Daklicht naar opgaand raam’ is een spannende situatie. Ten tijde van het schrijven van dit artikel is de NEN 6068 2008+C1 2011

nog gehanteerd. Hierin staat in paragraaf 6.6.1 de berekening voor de horizontale afstand tussen dakopeningen en openingen in opgaande gevels. In de NEN 6068:2016 is deze niet terug te vinden. Alleen de variabele die bij de berekening hoort, is er te vinden. Het is jammer dat deze situatie in de nieuwe norm niet meer voorkomt, maar desondanks nemen we dit toch mee in de

De website brandoverslag.nu is gebaseerd op het veelgebruikte contentmanagementsysteem van Wordpress. Dit systeem heeft het voordeel dat er veel plug-ins verkrijgbaar zijn. Er is op de website een plug-in geïnstalleerd, waarmee je online berekeningen kunt maken. In het administratiepaneel van de website kan de formule voorgeprogrammeerd worden, zodat aan de voorkant van de website de aangegeven variabelen ingevoerd kunnen worden om de berekening te maken. Naast de berekening zelf is een uitleg van belang, waarbij men in sommige gevallen ook de formule wil opnemen. In de standaard tekstmogelijkheden van de website is het niet mogelijk om dit op een nette en consistente manier te doen. Een screenshot met formules en het embedden ervan als een plaatje is geen nette optie. Een alternatief is het gebruik van de opmaaktaal TeX met het bijbehorende pakket LaTeX. Kort gezegd is dit een wetenschappelijke opmaaktaal voor documenten met complexe formules. Het grote voordeel van deze taal is de voorspelbaarheid van de weergave en de uniformiteit. Omdat deze taal zeker in de ICT-wereld op hoger niveau wat meer

nummer 05 oktober 2016

27


NORMEN

gemeengoed is, is hier uiteraard ook weer een Wordpress-plug-in voor te vinden. Het is even vogelen, maar dan heb je ook echt wat. De notatie van een formule is bijvoorbeeld:

Straling = \frac{4}{2\pi}*\left(\frac{h\frac{1} {2}}{b\frac{1}{2}}*A*arctan A+\frac{b\frac{1} {2}}{h\frac{1}{2}}*B*arctan B\right)*45$ Vervolgens komt het er dan uit te zien zoals hier weergegeven:

Dit ziet er wellicht ingewikkeld uit, maar als je er in duikt, valt dit best mee. Verder is het belangrijk om ook achter de schermen zaken grondig, netjes en degelijk op te zetten.

Uitdagingen Er zijn uiteraard de nodige uitdagingen in dit project. Een voorbeeld: de berekeningsplug-in komt uit de Verenigde Staten en daar gebruikt men de punten en komma’s net iets anders dan hier. Wordpress heeft wel een Nederlandse vertaling en de Nederlandse vertalingsbestanden zorgen dat op veel plaatsen de decimale scheidingstekens op onze wijze worden weergegeven. De plug-in is hier echter niet op berekend, waarschijnlijk omdat deze slechts kleinschalig en vooral in de Verenigde Staten wordt toegepast.

Door middel van trial en error hebben wij het voor elkaar gekregen dat zowel de invoer als de uitvoer met een komma als decimaal scheidingsteken toegepast kon worden.

“Website brandoverslag.nu is gebaseerd op Wordpress, het contentmanagementsysteem”

STATUS Op het moment van schrijven is de website nog ‘under construction’, hoewel de berekeningsfunctie wel gewoon werkt. Het grootste werk zit hem in het finetunen van de pagina’s van de website, met uitleg en achtergrondinformatie. Het schrijven van dit artikel is een mooie stok achter de deur.

FEEDBACK Emiel van Rossum nodigt de lezer van harte uit om een kijkje te nemen op de site www.brandoverslag.nu, ervan uitgaande dat de pagina’s klaar zijn als deze editie van Brandveilig.com op de deurmat valt. Van Rossum ontvangt graag feedback van mensen die de berekeningen getest hebben op emiel@acdmail.nl.

28

Men vond het blijkbaar bijzonder belangrijk aan te sluiten bij de literatuur waaraan de formule is ontleend. Maar dit zorgt voor onduidelijkheid, waardoor dit geen handige keuze is. Tenslotte is het jammer dat de be-

Een andere uitdaging is de verwarrende notatie van een variabele in de berekening van de stralingsberekening industriefunctie:

rekening ‘Daklicht naar opgaand raam’ niet meer in de laatste norm is vermeld. Temeer omdat er uiteindelijk twee berekeningen op zijn gebaseerd.

h1/2 = is een kwart van de hoogte van de beschouwde gevel, in vierkante meters.

Emiel van Rossum heeft in de normcommissie vernomen dat de berekening ‘Daklicht naar opgaand raam’ is komen te vervallen na het opnemen hiervan in de complexe berekeningen. Voor ‘the time being’ heeft hij besloten de berekeningen te handhaven (red.).

Je zou in eerste instantie denken dat dit een foutje in de NEN is. Maar dit is blijkbaar een bewuste keuze geweest. Op de volgende pagina staat de volgende opmerking: “Het stralende vlak omvat de onderste helft van de gevel. De formulering in termen van h1/2 (die in de formule gelijk is aan een kwart van de gevelhoogte) is gehandhaafd om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de notatie in de literatuur waaraan de formule is ontleend.”

nummer 05 oktober 2016

Auteur Emiel van Rossum is directeur en docent bij Brandpreventie Academy. Hij gebruikt zijn ervaringen uit de praktijk om als docent praktijkgericht les te geven. Meer informatie: www.brandpreventie. academy.


SCHADEPRAKTIJK

Jan Linssen

Onderzoek en reconstructie van een woningbrand

Ondeugdelijk plafond of niet? Op verzoek van de eigenaar heeft Nieman Raadgevende Ingenieurs een onderzoek laten instellen naar een uitgebroken brand in een woning. De woning maakt deel uit van een complex met rijtjeswoningen die in 2010 zijn opgeleverd. Doel van het onderzoek was om vast te stellen of de gevolgen van de brand te wijten zijn aan de bouwkundige en installatietechnische staat van de woning. De uitkomst van het onderzoek zou aanleiding kunnen zijn om aanvullende preventieve maatregelen te nemen in de woningen. Een reconstructie.

nummer 05 oktober 2016

29


SCHADEPRAKTIJK

Door oververhitting van een pan met olie ontstond brand in een woning. De bewoner was in slaap gevallen maar werd op enig moment wakker, zette de brandende pan buiten neer en alarmeerde de brandweer. De bewoner kon zichzelf tijdig in veiligheid brengen. Kort na aankomst van de politie en de brandweer was er een korte maar hevige brand, die tot een aanzienlijke schade in de woning leidde.

Ventilatie De woning is voorzien van een gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning. Op de begane grond en de eerste verdieping is een verlaagd plafond van kartonnen honingraatpanelen aanwezig. De vraag was welke invloed de plafonds en de ventilatie op het verloop van de brand hebben gehad. Het plafond moet ter beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie voldoen aan brandveiligheidseisen. Voor bestaande bouw moet worden voldaan aan klasse 4 conform de NEN 6065 en een rookdichtheid van ten hoogste 10 m-1 volgens de NEN 6066 ( BB art. 2.76 lid 1). Het was onbekend of het aanwezige plafond aan die eis voldeed.

Woningkenmerken De woning is een prefab-woning met betonnen wanden en vloeren en een geïsoleerd pannendak. De gevels zijn eveneens prefab. Er is een verlaagd fijnmazig kartonnen honingraatplafond aanwezig met een dikte van circa 4 cm en een gewicht van 3,7 kg/m2. De plaat is voorzien van vinylbehang met een papieren rug (Durafort). Gebleken is dat het om zogenaamde Reboard-panelen gaat. De woning heeft een open trap vanuit de woonkamer naar de eerste en tweede verdieping. De open keuken bevindt zich aan de voorzijde van de woning. De

woonkamer is aan de achterzijde.

Ventilatie De woning is voorzien van gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning. Frisse lucht wordt aangezogen via een kanaal van kunststof schuim vanaf de voorgevel. De frisse lucht wordt voorverwarmd in de

“Tijdens bouw heeft bevoegd gezag plafonds goedgekeurd” WTW-unit. De frisse lucht wordt vervolgens door een flexibele buis vanaf de WTW-unit naar een metalen kanaal gevoerd en ingeblazen boven het verlaagde plafond, waarna de lucht via een spleet van circa 1,5 centimeter tussen plafond en

CONCLUSIES ONDERZOEK Het onderzoek, uitgevoerd door Efectis, heeft de volgende conclusies opgeleverd: 1. Het bevoegd gezag heeft bij de beoordeling van de (ongebruikelijke) plafonds in de bouwfase geen rekening gehouden met de toepassingsvoorwaarden in het testrapport van Durafort. 2. De WTW-unit is door spanningsuitval gestopt. Hierdoor is er nauwelijks rook en hitte via de ventilatie verspreid. 3. Op grond van de resultaten van het onderzoek heeft de eigenaar besloten om de bestaande plafonds in alle woningen te vervangen.

30

gevels naar de diverse verblijfsruimten stroomt. De lucht wordt afgezogen via een motorloze afzuigkap en via afzuigroosters in keuken, toilet en badkamer. De afgezogen lucht wordt via de WTW-unit afgevoerd door een kanaal van kunststof schuim naar het dak. Op de eerste verdieping loopt dat kanaal door een schacht. Op

nummer 05 oktober 2016

de tweede verdieping is het kanaal niet opgenomen in een schacht. Daar bevindt het kanaal zich in de ruimte naast de trap. Tijdens de bouw heeft het bevoegd gezag de toepassing van de Reboard-plafonds goedgekeurd op basis van een testrapport van de Durafort-toplaag zonder rekening te houden met de toepassingsvoorwaarden uit het testrapport. De test gold namelijk alleen bij toepassing van het Durafort op een ondergrond met een volumieke massa van meer dan 870 kg/m2 en een dikte van minimaal 11 mm.

Schade De brandschade op de begane grond is groot, op de eerste verdieping beperkt en op de tweede verdieping zeer beperkt. Het


SCHADEPRAKTIJK

keukenkastje boven de afzuigkap is uitgebrand. In de WTW-unit is een deel van de filter tussen de retourlucht en de afvoer verbrand. Ook de schuimkern in de unit is op die plaats enigszins ingebrand.

Luchtstromen De luchtstromen in de unit zijn echter nog volledig van elkaar gescheiden. De WTWunit is door spanningsuitval gestopt. Het afvoerkanaal op de tweede verdieping en het bovenste deel daarvan in de schacht op de eerste verdieping is weggebrand en gesmolten. De vervorming van het resterende deel van het kanaal liet zien dat de verbranding van binnenuit moet hebben plaatsgevonden. Vetafzetting, die in de loop der jaren aan de binnenzijde van het kanaal is ontstaan, kan hierbij een rol hebben gespeeld. Op de begane grond is het hele verlaagde plafond naar beneden gekomen. Op de eerste verdieping is dat slechts voor een deel het geval. De plafondplaten op de begane grond zijn deels verbrand.

Explosie De brand is ontstaan door oververhitting van een pan met olie. Politie en brandweer waren circa vier minuten na de melding ter plaatse. Kort na aankomst van de hulpdiensten heeft er een rookgasexplosie plaatsgevonden op de begane grond en op de eerste verdieping. Hierdoor is vooral op de begane grond een felle woningbrand ontstaan. Aanvankelijk dacht men dat er rookgassen boven de plafonds tot ontbranding waren gekomen waardoor de plafonds naar beneden zijn gekomen. Door het ontbreken van roet of vlamsporen aan de bovenzijde van de plafonds kan dat niet het geval zijn geweest. Omdat het bluswerk direct na de rookgasexplosie startte, was de brand snel onder controle.

Brandtest In opdracht van de eigenaar van de woning heeft er een oriënterende brandtest (NEN-EN 13501-1) plaatsgevonden van de plafondpanelen in de woning. Bij de test is na korte tijd een vermogenspiek van 400 kW gemeten. De testnorm geeft in zo’n geval aan dat de test moet worden afgebroken. De plafonds konden om die reden dan ook niet geclassificeerd worden. De plafonds voldoen derhalve niet aantoonbaar aan de geldende eisen.

nummer 05 oktober 2016

31


EVENT

Rob Jastrzebski

Terugblik op event brandveiligheid woningen

Brandweer kan het zeker niet alleen Overheid en bedrijfsleven moeten nog intensiever samenwerken om de brandveiligheid in de woonomgeving structureel te verbeteren. Het onlangs gehouden ‘Brandveilig Leven Innovatie Event’ in Hilversum was in dit opzicht een goed begin. Brandweerspecialisten, brandveiligheidsbedrijven en zorgorganisaties ontmoetten elkaar in een interactieve praktijksetting, met een symposium, een kennismarkt en praktijkdemonstraties van innovatieve brandveiligheidsoplossingen en blusmethoden. Sinds 15 september is er ook een digitaal loket brandveilig leven online, waar partijen ideeĂŤn en oplossingen voor een brandveilige woonomgeving kunnen delen.

D

e centrale boodschap van het innovatie-event op het Hilversumse brandweertrainingscentrum Crailo: de brandweer kan het niet alleen. Voorzitter Stephan Wevers van Brandweer Nederland deed een dringend appèl op alle organisaties die actief zijn in het netwerk van zorg, wonen en brandveiligheid: “Zoek de samenwerking om een betere basis te leggen voor de introductie van innovatieve brandveiligheidsoplossingen voor de woningmarkt. We moeten ruimte geven aan professionals van onze maatschappelijke partners en aan productontwikkelaars in het bedrijfsleven. Als brandweer moeten we dit proces stimuleren en faciliteren. De 25 regionale brandweerkorpsen moeten hierin leiderschap tonen door actief verbinding te leggen met hun netwerkpartners en samen brandveiligheidsprojecten van de grond te tillen. Die initiatieven mogen niet blijven hangen in het stadium van plannen. Zet beleidsintenties om in concrete daden!â€?

Woningbranden Dezelfde oproep deed dagvoorzitter Elie van Strien, voormalig commandant van Brandweer Amsterdam-Amstelland. In de dagelijkse praktijk zag hij ettelijke voorbeelden van fatale woningbranden, waarbij bewoners onvoldoende tijd hadden om te

32

nummer 05 oktober 2016


EVENT

vluchten. Hij constateert dat de gemiddelde burger de effecten van brand in de woning schromelijk onderschat, terwijl veel mensen tegelijk een te optimistisch beeld hebben van hun handelingsperspectief als eenmaal brand is ontstaan. Slachtoffers worden vaak verrast door de snelle brandontwikkeling, in het bijzonder de snelle verspreiding van giftige rook in het hedendaagse woninginterieur.

Urgentie De grootste uitdaging rond brandveilig wonen en leven is niet de bescherming van de gemiddelde burger, maar de minder zelfredzame oudere, die als gevolg van het veranderende zorgstelsel langer zelfstandig blijft wonen. Het feit dat juist in die doelgroep relatief veel brandslachtoffers vallen, laat volgens Van Strien de urgentie zien voor alle maatschappelijke geledingen om creatieve en innovatieve oplossingen voor veilig wonen te bedenken. Dat de focus op senioren ligt, verklaarde ook de aanwezigheid van zorgorganisaties en ouderenbond ANBO tijdens het innovatie-event. En brandveilig leven is ook een bestuurlijke opgave, want de gemeente, als uitvoerder van de WMO, moet de regie nemen. Burgemeester Pieter Broertjes van Hilversum zag zelf van dichtbij schrijnende voorbeelden

Veiligheidsbewustzijn In Hilversum heeft ‘Hilverzorg’ het brandveiligheidsvraagstuk actief opgepakt. Directeur Ben Hamer vertelt hoe zijn organisatie concreet invulling geeft aan het verbeteren van de brandveiligheid voor zijn circa duizend cliĂŤnten, waarvan er zo’n vierhonderd

“Zet beleidsintenties om in concrete dadenâ€? van de kwetsbaarheid van senioren bij brand. In 2015 kwamen bij twee woningbranden in de regio Gooi- en Vechtstreek twee ouderen van 90 en 82 jaar om het leven. Ook Broertjes benadrukt het belang van krachtenbundeling, waarbij de gemeente, zorginstellingen, woningcorporaties, verzekeraars en bedrijfsleven samen optrekken. Broertjes activeerde met een druk op de knop het digitale platform www.loketbrandveiligleven.nl, waar organisaties projecten op het gebied van brandveilig leven kunnen delen. Zo kunnen partijen leren van elkaars initiatieven. Het loket is een initiatief van Brandweer Nederland, in het leven geroepen omdat veel goed ideeĂŤn voor brandveiligheid te weinig worden gedeeld.

zelfstandig wonen. “De keuze die wij hebben gemaakt is niet alleen zorg te leveren, maar ook te investeren in sociale controle via buurtnetwerken. We willen de veerkracht van ouderen in zelfstandige woonsituaties vergroten door lokale zorgnetwerkjes te vormen waar mensen op elkaar letten. Ook voeren we een actief bewustwordingsbeleid. Ons streven is om daar al mee te beginnen in de fase waarin ouderen nog redelijk vitaal en zelfredzaam zijn. Dan kunnen bewoners tijdig maatregelen nemen en investeren in branddetectie en brandveilige materialen en apparatuur.� Er is volgens Hamer een groeiende nieuwe generatie ouderen, die beter bereikbaar is voor brandveiligheidscampagnes, omdat zij, in tegenstelling tot vroegere generaties,

beter thuis zijn op het internet en de sociale media. “Omdat deze generatie mensen er zelf bewust voor kiest om langer zelfstandig te blijven wonen, zullen zij ook een grotere veranderingsbereidheid hebben ten aanzien van brandveilig gedrag en technische oplossingen. De techniek is overigens niet het ei van Columbus, maar een van de oplossingsrichtingen. Als het gaat om snelle detectie en alarmering bij brand en noodsituaties, kunnen zelfstandig wonende ouderen weliswaar niet terugvallen op een brandmeldinstallatie met doormelding en snelle respons van een bedrijfshulpverleningsorganisaties, de hedendaagse techniek biedt wel mogelijkheden. Slimme rookmelders kunnen bijvoorbeeld worden gekoppeld aan communicatietechniek die door woningcorporaties en telecomproviders al in de woningen zijn gebracht, zoals wiďŹ -netwerken.â€?

Sprekende rookmelder Op de kennis- en informatiemarkt bleek welke mogelijkheden de techniek biedt om branden sneller te detecteren en speciďŹ eke kwetsbare doelgroepen gerichter te alarmeren. Zo ontwikkelde de Veiligheidsregio Drenthe samen met Sprue Safety products een ‘sprekende rookmelder’. Een brand snel signaleren is ĂŠĂŠn ding, maar hoe kun je bewoners aanzetten tot ontruimen? Met name mensen met cognitieve beperkingen,

nummer 05 oktober 2016

33


EVENT

zoals demente ouderen, hebben vaak een extra prikkel nodig, omdat alleen een alarmsignaal hen niet aanzet tot actie. Het idee om een ‘bekende stem’ uit de sociale omgeving of mantelzorg een boodschap te laten inspreken die bij alarm uit de rookmelder of een secundair ontvangertje op het lichaam klinkt, is uitgewerkt op basis van de FireAngel-rookmelder. De boodschappen kunnen simpel via een app worden ingesproken door bijvoorbeeld een vertrouwd familielid.

Workshop Trigion Ook investeren in veiligheidsbewustzijn wordt door de markt opgepakt. Trigion heeft in samenwerking met Woonzorg Nederland een workshop voor senioren ontwikkeld. Speciaal geÍnt op bewoners van de 160 complexen van Woonzorg die voorheen een zorgbestemming hadden en die worden omgebouwd tot zelfstandige woonappartementen. Wat moeten de bewoners weten over de veranderende risico’s op brandveiligheidsgebied en over mogelijkheden om hun woning brandveiliger te maken? In samenwerking met de Brandwondenstichting krijgen alle bewoners een rookmelder en via een ronde door hun huis en de gangen worden zij gewezen op mogelijkheden voor reductie van het risico en het belang van vrije vluchtwegen.

Watermist Hoe belangrijk snelle alarmering via rookdetectie ook is, als mensen vervolgens niet kunnen vluchten en mantelzorgers niet op tijd kunnen reageren, is een automatisch blussysteem een volgende effectieve ‘line of defence’. Nog geen gemeengoed in de Nederlandse woningmarkt, maar blussystemen voor woningen zijn wel duidelijk in opkomst. Tussen alarmering en de inzet van de brandweer biedt de brandveiligheidsbranche inmiddels verschillende oplossingen om beginnende branden daadwerkelijk in de kiem te smoren. Zoals de woningsprinkler, de waterleidingsprinkler en een innovatief mobiel watermistsysteem. Tijdens het innovatie-event werden woningbranden in compleet ingerichte gebouwen gesimuleerd. De deelnemers aan de innovatiedag konden zo met eigen ogen het verschil aanschouwen tussen de ontwikkelingssnelheid van een woningbrand zonder snelle blusrespons en brand in een

34

woning beveiligd met sprinkler of watermist. Wie nog twijfelde over nut en meerwaarde van de woningsprinkler: zien is geloven, de beginnende brand werd binnen een minuut in de kiem gesmoord. Hetzelfde gebeurde met de mobiele watermistunit van Q-Fog, die door zijn compacte vorm eenvoudig en snel in woningen met kwetsbare bewoners is te installeren. Doel van dit apparaat is de overlevingscondities

nummer 05 oktober 2016

in een brandende ruimte te verbeteren door de brandontwikkeling te vertragen, maar in de meeste gevallen blust de unit de brandhaard ook daadwerkelijk. In ScandinaviÍ zijn inmiddels al zo’n 1500 van deze units geïnstalleerd en hebben ze al aantoonbaar levens gered. In Nederland zijn tot dusver vijf systemen geïnstalleerd en veel woonzorginstanties tonen interesse voor een mistblusunit.


WWW.DAGVANDEWERKPLEK.NL

WWW.VAKBEURSFACILITAIR.NL

DAG VAN DE (VEILIGE) WERKPLEK WOENSDAG 25 JANUARI 2017

G R AT I S ENTREE

In samenwerking met:

www.bbn.nu

www.vebon-novb.nl

www.bvibv.nl

www.marqproducts.nl

ORGANISATIE IN HANDEN VAN STICHTING DAG VAN DE WERKPLEK

19E EDITIE 25, 26 EN 27 JANUARI 2017

•

JAARBEURS UTRECHT


OPINIE

Lynsey Dubbeld Beeld: Liesbeth Dingemans Publicatie Wetenschappelijke Raad Brandweer

Brandveilig leven met precisie promoten De Nederlandse brandweer richt zich al jarenlang op het bevorderen van brandveilig leven. Maar is dat eigenlijk wel effectief? In een onlangs verschenen publicatie zet de Wetenschappelijke Raad Brandweer de kennis op een rij. Marnix Eysink Smeets vertelt over de belangrijkste inzichten.

B

urgers, bedrijven en instellingen stimuleren om meer rekening te houden met de risico’s van brand in de eigen woon- en werkomgeving. Dat is sinds 2010 een van de speerpunten van de Nederlandse brandweer. Onder de noemer brandveilig leven zijn in alle brandweerregio’s talloze initiatieven gestart. Van voorlichtingscampagnes tot woningchecks.

Risicobewustzijn Een brandveilige levensstijl vraagt om risicobewustzijn én gedragsverandering. In de bundel ‘Gedragsverandering voor brandveilig leven. Inzichten en aanbevelingen’ geeft de Wetenschappelijke Raad Brandweer een

ook: de doenerscultuur is precies wat ik als burger van de brandweer verwacht. Maar de brandweer doet er wel goed aan om op strategisch niveau – in de beleidsvoorbereiding – meer onderzoeksinzichten toe te passen.”

Evaluaties Renske Postma en Krista Schram constateren in hun bijdrage aan de bundel dat er nauwelijks goede evaluaties zijn van activiteiten die in het kader van brandveilig leven zijn uitgevoerd. Woningchecks, voorlichtingsbijeenkomsten en brandveiligheidslessen komen veelvuldig voor. Uit het beperkte aantal onderzoeken naar de effecten van

“Brandveilig leven is voor de brandweer hoofdthema” overzicht van de laatste wetenschappelijke inzichten in de manier waarop deze gedragsverandering in geval van een woningbrand, is te realiseren. “Het is een belangrijke taak van de Wetenschappelijke Raad Brandweer om het gebruik van onderzoek naar een hoger plan te tillen”, zegt Marnix Eysink Smeets, lector aan de Hogeschool Inholland en voorzitter en onderzoeksleider van de Stichting Landelijke Expertisegroep Veiligheidspercepties. Als lid van de Wetenschappelijke Raad Brandweer leverde hij een bijdrage aan de bundel. “Er is bij de brandweer geen onderzoekscultuur. Dat is in zekere zin maar goed

36

dit soort activiteiten blijkt dat de kennis over brandveiligheid hierdoor inderdaad kortstondig kan toenemen. Maar de vraag of het leereffect blijvend is en daadwerkelijk resulteert in brandveilig gedrag, is nog niet wetenschappelijk onderbouwd te beantwoorden.

Kanttekeningen Volgens Smeets zijn er ook nog andere kanttekeningen te plaatsen bij de focus op brandveilig leven. “De gedachte achter het bevorderen van brandveilig leven is dat burgers op de hoogte worden gebracht van risico’s, zodat ze preventieve maatregelen

nummer 05 oktober 2016

nemen. Maar we weten uit onderzoek op andere veiligheidsterreinen dat risicobewustzijn niet automatisch leidt tot gedragsverandering. Bovendien valt er nogal wat af te dingen op de preventieve maatregelen die worden gepromoot. Zo blijkt dat aan de hedendaagse rookmelders nog wel het een en ander verbeterd moet worden om ze echt effectief te laten zijn. Om het risico op brand daadwerkelijk te beperken, zijn vaak ook andere maatregelen nodig.” Een schrale troost voor de Nederlandse brandveiligheidszorg: ook in andere landen zijn nauwelijks betrouwbare onderzoeken uitgevoerd naar de effectiviteit van activiteiten om brandveilig gedrag te stimuleren. Nancy Oberijé onderscheidt in haar analyse van internationale literatuur drie typen maatregelen die mogelijk positieve effecten kunnen hebben: voorlichting op scholen, woningbezoeken waarbij een rookmelder wordt gemonteerd en trainingen in een veiligheidsdorp.

Gedragsverandering In het slothoofdstuk van de essaybundel concludeert de Wetenschappelijke Raad Brandweer dat voor brandveilig leven een gedragsverandering vereist is bij de burger – maar vooral ook binnen de brandweer. Zo zou de Nederlandse brandweer de informatiehuishouding niet op orde hebben. En daardoor is onvoldoende bekend welke groepen het meest kwetsbaar zijn op brandveiligheidsgebied. Daarnaast worden de aannamen die aan het beleid ten grondslag liggen nog niet voldoende door weten-


OPINIE

schappelijke inzichten onderbouwd. Bovendien ontbreekt een cultuur van systematisch lerend werken, aldus Smeets en zijn mede-auteurs. Conclusies om wel even van te schrikken? “Als Raad hebben we geprobeerd om onze aanbevelingen zo op te schrijven dat betrokkenen erover gaan nadenken. Brandweermensen zijn vaak met hart en ziel met hun werk bezig. Als relatieve buitenstaanders zoals ik dan zeggen dat je bij die inspanningen forse kanttekeningen kunt plaatsen dan wordt dat niet altijd geaccepteerd. Maar wij zijn er als Raad niet voor om juichend aan de zijlijn te staan. We zullen eerder zeggen: een mooie richting, maar er is nog wat aanscherping nodig.�

Precisie “Brandveilig leven is voor de Nederlandse brandweer een hoofdthema. Er wordt van alles op dit terrein gedaan en er zijn hoge verwachtingen van de effecten. Als Raad hebben we heel systematisch gekeken naar wat er eigenlijk klopt van alle aannames: kan je die wel onderbouwen met wetenschappelijk onderzoek?� Die analyse nuanceert het nut van initiatieven op het gebied van brandveilig leven, benadrukt Eysink Smeets. “Het blijkt bijvoorbeeld niet zo zin-

nig om iedereen te benaderen om brandveiliger te gaan leven, want maar bij een kleine groep is echt effect te behalen. Brandveilig leven met precisie promoten, daar gaat het dus om.â€? Daarvoor is het noodzakelijk dat de brandweer de informatiepositie (‘business intelligence’) op orde brengt, aldus ‘Gedragsverandering voor brandveilig leven. Inzichten en aanbevelingen’. Er is bijvoorbeeld niet met zekerheid vast te stellen of het aantal woningbranden toeneemt, omdat de gegevens daarover niet betrouwbaar zijn. “Het gaat er niet om dat de brandweer opeens volledig verandert; er kunnen al goede stappen worden gezet door de bedrijfsadministratie te verbeterenâ€?, zegt Smeets over zijn verwachtingen van de reacties op de essaybundel. “Ook van een meer beleidsmatige aanpak van onderzoek naar de risico’s op brand kan de brandweer baat hebben. Daardoor kan onder andere de keuze worden gemaakt om bepaalde initiatieven te beperken tot speciďŹ eke doelgroepen.â€?

Winst Smeets waarschuwt in ieder geval voor grootschalige campagnes richting een breed publiek. “De burger wordt uit steeds meer hoeken benaderd over allerlei veilig-

heidsrisico’s. Het ligt voor de hand dat partijen in de veiligheidszorg niet steeds vanuit de eigen koker opereren, maar gezamenlijk optreden. Anders geven we – hoe onbedoeld ook – burgers het gevoel dat achter elke schaduw een gevaar schuilgaat.� Tegelijkertijd kan de brandweer winst boeken door onterechte angsten, zoals over het gevaar van asbestdaken, te bezweren.

Neveneffecten Zijn de kennisinzichten van de Wetenschappelijke Raad Brandweer ook toepasbaar op bedrijven? De denkrichting is zeker toepasbaar, denkt Smeets. “Er is niks mis met preventie zo lang je niet doorslaat. Dus deďŹ nieer eerst hotspots, want juist op plekken met hoge risico’s moet je actie ondernemen. Kijk vervolgens hoe de risico’s en doelgroepen precies in elkaar steken. Een gedegen probleemanalyse en inzicht in de psychologie van gebruikers zijn essentieel om de juiste activiteiten te bepalen.â€? Ook hierbij waarschuwt Smeets voor onbedoelde neveneffecten. “Door rookmelders en brandwerende materialen toe te passen in de bouw, hoeven gebruikers niet onnodig te worden belast met gedragsverandering. Dat geldt voor sociale woningbouw, maar net zo goed voor bedrijventerreinen.â€?

nummer 05 oktober 2016

37


Brandveilig.com bedrijvenindex ADVIESBUREAUS

AFVALBAKKEN

Altavilla Brandveiligheid www.altavilla.nl

EHCM www.ehcm.nl

AMMA de Bruin www.ammadebruin.nl

ASPIRATIESYSTEMEN

Briks Advies www.briksadvies.nl

AerOcheck www.aerocheck.eu

DGMR www.dgmr.nl/brandveiligheid

BHV

DVTadvies www.DVTadvies.nl

Saval Brandbeveiliging www.saval.nl

Dijkoraad Viavesta www.brandweerondersteuning.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

Floriaan www.floriaan.nl

BINNENDEUREN

INNAX gebouwmanagement www.innax.nl

Berkvens www.berkvens.nl

Nieman Raadgevende Ingenieurs www.nieman.nl

REINÆRDT Deuren www.reinaerdt.nl

Obex www.obex.nl

Theuma DoorSystems www.theuma.nl

Peutz www.peutz.nl

BLUSGASINSTALLATIES

RPS Advies- en ingenieursbureau www.rps.nl

Chubb Fire & Security www.chubbfs.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

Hi-Safe Systems www.hisafe.nl

AED

SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

AFDICHTINGEN

Wagner www.wagner-nl.com

BBWest www.bbwest.nl

BLUSMIDDELEN

DMS Brandwerende Systemen www.brandwerendeconstructies.nl

Chubb Fire & Security www.chubbfs.nl

Fire Proof www.fireproof.nl

Nu-Swift Brandbeveiliging www.nu-swift.nl

IBMO www.ibmo.eu

Saval Brandbeveiliging www.saval.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

Walraven www.walraven.com

Unica Automatic Sprinkler www.unica.nl

AFSLUITERS

BOUWMATERIALEN

BERMAD Fire Protection www.bermad.nl

Draka Kabel www.draka.nl Promat www.promat.nl

38

nummer 05 oktober 2016

Reppel www.reppel.nl Walraven www.walraven.com

BOUWPLANTOETSING Briks Advies www.briksadvies.nl

BRAND/GASDETECTIE Chubb Fire & Security www.chubbfs.nl Hefas Branddetectie www.hefas.nl Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

BRANDBEVEILIGING Hefas Branddetectie www.hefas.nl Saval Brandbeveiliging www.saval.nl SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com Smeba Brandbeveiliging www.smeba.nl Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

BRANDSLANGHASPELS Chubb Fire & Security www.chubbfs.nl Saval Brandbeveiliging www.saval.nl Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

BRANDTESTEN Efectis (voormalig TNO) www.efectis.com/nl

BRANDTESTEN Peutz www.peutz.nl

BRANDVERTRAGING Finivlam www.finivlam.nl

BRANDWERENDE COATINGS DMS Brandwerende Systemen www.brandwerendeconstructies.nl Fire Proof www.fireproof.nl

BRANDWERENDE DEUREN

BRANDKLEPPEN

Brandwerende Deuren en Constructiefabriek Enschede www.bdc-enschede.nl

BBWest www.bbwest.nl

Hoefnagels Branddeuren www.hoefnagels.com

FSS International www.fssinternational.nl

REINÆRDT Deuren www.reinaerdt.nl

Systemair www.systemair.nl

Stöbich Fire Protection www.stoebichfireprotection.nl

BRANDMELDINSTALLATIES

Theuma DoorSystems www.theuma.nl

BD Service Nederland www.bdservice.nl

CFD

Hefas Branddetectie www.hefas.nl

Colt International www.coltinfo.nl

Hertek www.hertek.eu

Efectis (voormalig TNO) www.efectis.com/nl

SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com

Exiss www.exiss.eu

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

Peutz www.peutz.nl

Unica Automatic Sprinkler www.unica.nl


Brandveilig.com bedrijvenindex DEURENINDUSTRIE

LUIKEN

SPRINKLERS

Brandwerende Deuren en Constructiefabriek Enschede www.bdc-enschede.nl

Gorter Luiken www.dakluiken.nl

Chubb Fire & Security www.chubbfs.nl

REINÆRDT Deuren www.reinaerdt.nl

NOODVERLICHTING

SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com

Chubb Fire & Security www.chubbfs.nl

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

Hertek www.hertek.eu

Unica Automatic Sprinkler www.unica.nl

Nu-Swift Brandbeveiliging www.nu-swift.nl

Van Walraven www.vanwalraven.com

Saval Brandbeveiliging www.saval.nl

TRAINING/OPLEIDING

Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

Brandpreventie Academy www.brandpreventie.academy

DROGE BLUSLEIDINGEN Saval Brandbeveiliging www.saval.nl Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl Van Walraven www.vanwalraven.com

GLAS AGC Flat Glass Nederland www.yourpyrobel.com

PARKEERGARAGEVENTILATIE

INSPECTIEBUREAUS

Colt International www.coltinfo.nl

Brand Veiligheid Inspecties BVI www.bvibv.nl

Systemair www.systemair.nl

Bureau Veritas www.bureauveritas.nl

ROOK- EN WARMTEAFVOER

Dijkoraad Viavesta www.brandweerondersteuning.nl

Brakel Atmos www.brakelatmos.com

R2B Inspecties www.r2b.nl

Colt International www.coltinfo.nl

INFRA

Klimakon Systems B.V. www.klimakon.nl

Colt International www.coltinfo.nl

ROOKMELDERS

ISOLATIEMATERIAAL

First Alert – Sprue Safety www.firstalert.nl

Unilin Insulation www.unilininsulation.com

KABELS Cable Masters www.cablemasters.nl Draka Kabel www.draka.nl Eldra www.eldra.nl Nexans Nederland www.nexans.nl

LADDERS Gorter Luiken www.dakluiken.nl

Chubb Fire & Security www.chubbfs.nl Trigion Brand en Beveiligingstechniek www.trigion.nl

VLUCHTLUIKEN Gorter Luiken www.dakluiken.nl

VUURLASTBEREKENING Floriaan www.floriaan.nl

WATERMIST Fire Technology www.firetechnology.nl SK FireSafety Group www.skfiresafetygroup.com Technoship www.ultrafog.com

ROOKSCHERMEN

Unica Automatic Sprinkler www.unica.nl

Brakel Atmos www.brakelatmos.com Colt International www.coltinfo.nl Hoefnagels Brand- en Bedrijfsdeuren www.hoefnagels.com Stöbich Fire Protection www.stoebichfireprotection.nl

ROOSTERS

Ook vermelding in de-

FSS International www.fssinternational.nl

Brandveilig.com bedrijvenindex? Mail accountmanager Marion Smits: marionsmits@vakmedianet.nl

nummer 05 oktober 2016

39


Brand en Beveiligingstechniek Brandpreventie Installaties

Beveiligingstechniek Installaties

Bouwkundige Brandveiligheid

Brandveiligheid - REOB

Safety Opleidingen

Trigion Brand en Beveiligingstechniek | Houttuinlaan 18 | 3447 GM Woerden | tel. 088 298 65 65 info@trigionbbt.nl | www.trigion.nl | Onderdeel van Facilicom

Trigion. Toonaangevend in veiligheid


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.