SECURITY_2011_11

Page 1

nummer 11, november 2011

ONAFHANKELIJK VAKBLAD VOOR PROFESSIONELE BEVEILIGING

www.securitymanagement.nl

SECURITY Management

THEMA: BEVEILIGING & RECHERCHE

Rondetafeldiscussie over toegevoegde waarde beveiliging

‘Twee uur met de Raad van Bestuur’

nummer 11, november 2011

Particuliere recherche: alle trends op een rij gezet

Overheid reikt veiligheidsbranche de hand

Hoogleraar Sabine Roeser: ‘Veiligheid is voelbaar’


The power to see more at street level When every detail matters, you can rely on Sony to give you unsurpassed images. Right now, Sony’s six new Rapid Dome and PTZ cameras are streets ahead, with the SNC-ER550 achieving 28x zoom at HD resolution and the SNC-EP580 achieving 20x zoom in Full HD. This can make all the difference to city surveillance or transportation customers. Whether you’re zooming in on a face, a number plate or an abandoned package, you won’t miss any crucial details. With leading zoom ratios for HD and Full HD, plus a choice of PTZ or Rapid Dome, Sony’s cameras let you balance the needs and budget of a wide range of customers.

To find out more, visit: pro.sony.eu/ptzcamera

Sony and ‘make.believe’ are registered trademarks of Sony Corporation.


Onafhankelijk vakblad voor professionele beveiliging Security Management, onafhankelijk vakblad voor professionele beveiliging, is een uitgave van Kluwer BV. Kluwer legt de gegevens van abonnees vast voor de uitvoering van de (abonnements-)overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen. Hoofdredacteur Arjen de Kort (adekort@kluwer.nl) Eindredactie Ineke de Graaff Redactieadres Postbus 4 2400 MA Alphen aan den Rijn Telefoon (0172) 46 64 88 Fax (0172) 42 28 04 Uitgever Fréderique Zeemans Marketing Judith Verkerk E-mail: jverkerk@kluwer.nl Advertentieverkoop Liesbeth van den Hoek/Arjen Tuitert Telefoon (0172) 46 64 71 / 46 64 42 E-mail: lvdhoek@kluwer.nl, atuitert@kluwer.nl Abonnementen Vragen over abonnementen kunt u richten aan de Klantenservice, ☎ (0570) 67 33 58, www.kluwer.nl/klantenservice De abonnementsprijs is € 125,- exclusief btw, per jaar. Studenten betalen € 49,- inclusief btw. Prijzen zijn inclusief verzend- en administratiekosten. Losse verkoopprijs € 16,00 per nummer, exclusief btw. Een abonnement kan op elk moment ingaan. Op elk 2e en volgende abonnement krijgt u 25% korting. U ontvangt 10 nummers per jaar. Opzeggen kan schriftelijk tot 3 maanden voor de nieuwe jaargang bij Kluwer bv, Postbus 878, 7400 AW Deventer. Adreswijzigingen (met de oude adresgegevens) doorgeven aan Kluwer bv, afd. Relatiebeheer, Postbus 23, 7400 GA Deventer. Abonnementen in België Wolters Kluwer Belgium (WKB) Motstraat 30, B- 2800 Mechelen Telefoon: 0800-30143 Fax: 0800-17529 E-mail: info@kluwer.be U vindt de algemene voorwaarden van WKB op www.kluwer.be Auteursrecht voorbehouden Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd. Op iedere inzending van een bijdrage of informatie zijn de Standaardpublicatievoorwaarden van Wolters Kluwer Nederland BV van toepassing, gedeponeerd ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam, onder nummer 217/1999; een kopie kan kosteloos bij de uitgever worden opgevraagd. Op alle uitgaven van Kluwer zijn de algemene leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze kunt u lezen op www.kluwer.nl of opvragen via ☎ (0570) 67 33 58. Partners Axis Communications, EuroPAC Alarmcentrale, G4S Beveiliging bv, Insasco, Securitas, Trigion Opmaak en DTP colorscan bv, Voorhout - www.colorscan.nl

Multiservices

co lum n

Het leven van een hoofdredacteur gaat niet altijd over rozen. Ter illustratie van deze verzuchting het volgende voorbeeld. Het ene moment zit je te praten met de directie van ISS Security Services over haar ambitieuze plannen voor de Nederlandse beveiligingsmarkt en heb je een interessant interview voor dit themanummer beveiliging & recherche geschreven. Het volgende moment volgt het nieuws dat beveiligingsbedrijf G4S facilitair dienstverlener ISS overneemt en kan je artikel de prullenbak in. Door deze overname ontstaat een wereldomvattend megaconcern (130 landen, 1 miljoen werknemers, omzet 18,1 miljard euro) dat geïntegreerde diensten op het gebied van beveiliging, schoonmaak en catering aanbiedt. Voor de Nederlandse beveiligingsmarkt betekent het dat de nummer 2 (G4S) en de nummer 4 (ISS Security Services) uit de traditionele top 10 van PBO’s zullen worden samengevoegd, waardoor deze verder wordt uitgedund. Recentelijk verdwenen door overnames immers ook al ANVD en CSU Security Services. De overname van ISS door G4S past in de al een aantal jaren in de facilitaire markt zichtbare multiservices trend. Aanbiedende bedrijven integreren daarbij meerdere (facilitaire) diensten, omdat hun (grote) opdrachtgevers met zo min mogelijk dienstverleners te maken willen hebben. Ook Nederlandse (beveiligings)bedrijven spelen hierop in: Trigion als onderdeel van Facilicom, Securitas dat met Asito en Albron samenwerkt in Facility Services Network, en MPL Beveiligingsdiensten dat met SAB en Hectas de combinatie FM at Work Multiservices vormt. En nu kan dus ook G4S verder als multiservices aanbieder. Deze trend kwam ook ter sprake tijdens de rondetafeldiscussie die Security Management organiseerde met zes beveiligingsaanbieders en waarvan u het verslag in dit nummer kunt lezen. Graag deel ik hier alvast een conclusie met u: integraliteit heeft de toekomst. De deelnemers stelden vast dat om de eigenheid van security daarin te bewaren, dit consequenties heeft voor alle betrokkenen. Allereerst voor afnemers van securitydiensten, waarvan raden van bestuur vaak onvoldoende beseffen dat security een vitale bijdrage levert aan de bedrijfsprocessen. Daarom zou security veel meer dan nu het geval is een directieonderwerp moeten zijn. Securityaanbieders zouden een belangrijke rol moeten spelen en als extern adviseur de security manager van hun klant moeten ondersteunen bij zijn gang naar de directie. Of zoals een van de deelnemers het verwoordde: ‘Geef mij twee uur met de raad van bestuur.’ En wat betekent dit voor de security manager? Die zou zich volgens de deelnemers tot business continuity manager moeten ontwikkelen.

Basisvormgeving Verheul Media Supporters, Alphen aan den Rijn Druk: TenBrink, Meppel

Arjen de Kort Hoofdredacteur Security Management, adekort@kluwer.nl

ISSN 1386-0941

www.securitymanagement.nl

Security Management Groep Meer Security Management? Volg ons ook op Twitter: www.twitter.com/@Security_Mgt Security Management nummer 11 november 2011

3


Onafhankelijk vakblad voor professionele beveiliging

t hema | beveiliging & recherche

10 ‘Twee uur met de Raad van Bestuur'

Wat is de toegevoegde waarde van beveiliging? Op initiatief van Security Management discussieerden vertegenwoordigers van zes toonaangevende securityaanbieders over deze vraag en over actuele ontwikkelingen in de sector. De discussie stond onder leiding van Hans Volbeda, onafhankelijk securityadviseur bij VSS Consultancy.

t hema | beveiliging & recherche

14 Trends in particuliere recherche Particuliere recherche verandert. Meerdere trends springen in het oog als wij de bewegingen bezien die enkele jaren geleden in gang zijn gezet. Professionalisering en digitalisering zijn de meest in het oog springende. Maar er zijn ook andere onderstromingen gaande. In dit artikel worden ze op een rij gezet.

30 Hoogleraar Sabine Roeser: ‘Veiligheid is voelbaar’

Waarom gaan werknemers laks om met de veiligheidsvoorschriften? En waarom hebben veiligheidsfunctionarissen alleen oog voor hun eigen vakgebied? Filosoof en ethicus Sabine Roeser ziet één en dezelfde oorzaak: een gebrek aan emoties. Waarom angst een goede raadgever is, en waarom securityfilms het beste één ongeval, één slachtoffer, één diefstal kunnen opvoeren.

4

Security Management nummer 11 november 2011


t hema | beveiliging & recherche

18 Overheid reikt veiligheidsbranche de hand

Het kabinet stimuleert de samenwerking tussen publieke veiligheidsorganisaties en de private veiligheidsbranche. Echter, in de praktijk blijken er nog tal van barrières te moeten worden genomen. Is de veiligheidsbranche hiertoe in staat?

21 Kwaliteitscriteria onderzoeksresultaten Onderzoek doen is één. De uitkomsten van onderzoek op correcte en zorgvuldige wijze in een schriftelijke rapportage verwerken, is twee. Aan welke eisen moet een objectieve en kwalitatief goede rapportage voldoen?

24 Van aanname naar bewijs Als bedrijven te maken krijgen met frauderende medewerkers is een feitenonderzoek de oplossing om vermoedens hard te maken. Rob de Goede en Amos Kroll vertellen hoe cliënt, advocaat en onderzoeker hierbij samenwerken.

28 Social media als recherchetool Social media bieden een schat aan informatie. Een Amerikaanse criminaliteitsonderzoeker noemde het gebruik van social media binnen een opsporingsonderzoek vandaag de dag zelfs de belangrijkste recherchetool na DNA.

32 Security manager als dynamische schakel De security manager neemt een belangrijke positie in als het gaat om veiligheidsbeslissingen. Als basis voor deze beslissingen zweeft hij met zijn hoofd in de wereld van de wetenschappelijke inzichten, maar tegelijkertijd staat hij met zijn voeten in de praktijk van zijn organisatie. Hoe kan hij hiermee omgaan?

35 ‘Less is more’

En verder 3

colofon

3

column

6

nieuws

49

recherche

51

recht

52

contacten en contracten

54

column Colin T.

Duurzaamheid staat bij steeds meer bedrijven op de agenda. Maar wat is duurzaamheid? En bestaat er ook al zoiets als duurzame security? Deze vragen stonden centraal tijdens het Security en Riskmanagement Event 2011.

38 Schoolveiligheid: een kwestie van organiseren Uit recent onderzoek komt een aantal zorgelijke ontwikkelingen op het gebied van schoolveiligheid naar voren. Opvallende conclusie: structureel inbedden van veiligheidsbeleid in de schoolorganisatie staat nog steeds in de kinderschoenen.

42 Imagoschade? Maak van integriteit een USP! Oneigenlijk gebruik van (bedrijfs)kritische informatie leidt tot imagoschade. Er lijkt meer voor nodig dan alleen een hard- en/of softwarematige oplossing om dit te voorkomen. Hoe kan van integriteit een USP worden gemaakt?

45 Innovatiekansen voor security Er zijn verschillende Europese stimuleringsprogramma’s als het gaat om security. Daarnaast ontwikkelt de Europese Commissie een security industry policy en staat standaardisatie van veiligheid op de agenda. Een overzicht.

47 Is ‘tone at the top’ voldoende? Gastcolumn door Marcel Boekhorst

Extra: Focus op Facility (32 pagina’s in het hart van dit nummer)

Coverfoto: Eduard van der Worp

Security Management nummer 11 november 2011

5


nieuws

Winkeliers lopen ruim 1 miljard euro mis

Project helpt hulpverleners na geweld De regiopolitie Gelderland-Midden, de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VVGM) en beveiligingsbedrijf Trigion gaan samen de gevolgen van geweld en agressie tegen hun medewerkers aanpakken.

Nederlandse winkeliers zijn het afgelopen jaar 1,26 miljard euro aan omzet misgelopen als gevolg van diefstal, door onbekenden of het eigen personeel, en door fouten. Dat blijkt uit de Global Retail Theft Barometer op basis van onderzoek in 43 landen. Het schadebedrag voor Nederlandse ondernemers kwam 6,6 procent hoger uit dan het jaar ervoor. Winkeldieven zorgden in Nederland voor een schadepost van 633 miljoen euro, het personeel drukte spullen ter waarde van 370 miljoen euro

achterover, en de ondernemer liep nog eens 258 miljoen euro mis door fouten. Een Europese winkeldief gaat met gemiddeld 93 euro aan spullen aan de haal, bij de winkelmedewerkers gaat het om een bedrag van 1.381 euro. ‘Dat komt doordat bij interne fraude vaak over een langere periode wordt gestolen’, aldus de onderzoekers. Winkeldieven hebben wereldwijd een voorkeur voor scheermesjes en dure cosmetica. Maar ook merkkleding, elektronica en games, parfum, alcohol, zonnebrillen en luxe etenswaar worden veel gestolen.

Met de overname haalt beveiliger G4S geïntegreerde diensten op het gebied van schoonmaak, catering, bewaking, support en technisch onderhoud van gebouwen en installaties in huis. Het samengevoegde bedrijf zal aan ruim 1 miljoen mensen in 130 landen werk bieden. De omzet van de twee bedrijven samen bedroeg vorig jaar ruim 18,1 miljard euro. De overname moet

6

Bezoek de Security Management dossiers Op www.securitymanagement.nl staan drie dossiers met informatie – nieuws, achtergrondartikelen, columns - over brandveiligheid, cctv en toegangscontrole. Neem eens een kijkje, alle informatie is gratis toegankelijk!

G4S neemt ISS over Beveiligingsbedrijf G4S neemt facilitair dienstverlener ISS over. Met de overname is ongeveer 6 miljard euro (8,2 miljard dollar) gemoeid. De helft van het bedrag zullen de Britten contant overmaken. Voor de overige 3 miljard euro worden aandelen gebruikt.

De drie partijen hebben Europese subsidie gekregen voor het project OPPAS (Ontketende Procesgerichte en Proactieve Samenwerking). De partijen vertegenwoordigen samen politie, brandweer, ambulance, arrestantenverzorgers, toezichthouders bij justitie en asielzoekerscentra en beveiligers van evenementen. Vrijwel iedereen krijgt elk jaar zeker eenmaal per jaar te maken met verbaal of fysiek geweld. Volgens de politie is door de zware belasting het ziekteverzuim in de afgelopen drie jaar fors gestegen. OPPAS moet de werknemers weerbaarder maken tegen geweld en werkgevers helpen bij betere begeleiding en nazorg.

nog wel worden goedgekeurd door de Europese autoriteiten. Voor de Nederlandse beveiligingsmarkt betekent het dat de nummer 2 (G4S) de nummer 4 (ISS security services) overneemt. G4S realiseerde in 2010 met ruim 5.500 medewerkers een omzet van 308 miljoen euro; ISS security services had een omzet van 52 miljoen euro en ruim 1.100 medewerkers in dienst (Bron: omzetoverzicht 2010, Security Management 2011, nummer 7/8).

Security Management nummer 11 november 2011


nieuws

Nieuwe naam VPB: De Nederlandse Veiligheidsbranche Per 1 oktober is De Nederlandse Veiligheidsbranche (NVB) de nieuwe naam van de Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties (VPB). De nieuwe naam geeft de bredere ambitie van de vereniging weer ‘en doet recht aan de veelzijdige dienstverlening van onze leden: het bieden van integrale veilig-

heidsoplossingen, fraudeonderzoek, geld- en waardelogistiek’. Tegelijk met de nieuwe naam heeft de vereniging ook een nieuwe website gelanceerd: www.veiligheidsbranche.nl

Veel agenten schuwen geweld Start campagne ‘Pak de overvaller. Pak je mobiel’ In het kader van de Week van de Veiligheid is het startschot gegeven voor de overheidscampagne ‘Pak de overvaller. Pak je mobiel’. Zodra er een overval plaatsvindt of het vermoeden bestaat dat er iets gaat plaatsvinden, worden burgers gestimuleerd om foto’s of een filmpje te maken van de situatie. Via de website www.nationale-recherche.nl kan het beeldmateriaal worden geüpload. Tegelijk met deze campagne is ook het Donkere Dagen Offensief weer van start gegaan, waarmee door extra inzet van politie en gemeenten moet worden voorkomen dat het aantal overvallen in de donkere maanden (oktober tot en met maart) toeneemt. Kijk voor meer campagne-informatie op http://www.nederlandveilig.nl/pak deovervaller/?&ecmp=adwords_%2Bov erval_b

Een kwart van de politieagenten grijpt niet in bij risicovolle situaties. Ze zijn te slecht getraind, bang voor grof geweld of er is te weinig ondersteuning ter plaatse. Dat blijkt uit een onderzoek van de Nederlandse Politieacademie. Ruim 4.400 agenten werd gevraagd naar hun ervaringen. Uit het onderzoek blijkt ook dat agenten geweld uit de weg gaan omdat ze te weinig rugdekking van hun chefs krijgen. ‘Politieagenten voelen zich niet te allen tijde gesteund door de leiding van de politie, het gezag en de politiek’, aldus Han Busker, voorzitter van de Nederlandse Politiebond (NPB). Volgens de NPB moeten er onder andere meer schiettrainingen komen en moet er meer worden getraind op aanhoudingen. In juni kwam uit een onderzoek in opdracht van de Raad van Korpschefs het gebrek aan weerbaarheid bij de politie in Nederland ook al naar boven. Politiemensen krijgen vaak geestelijke en/

of lichamelijke problemen door het zware werk dat ze moeten doen. Een woordvoerder van minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie stelde dat sinds juni actie wordt ondernomen om de fysieke en mentale weerbaarheid van agenten te vergroten, onder meer door extra training.

Reders boos op kabinet om besluit beveiligers De Nederlandse reders zijn boos omdat zij van het kabinet voorlopig geen particuliere beveiligers mogen inschakelen om hun schepen te beschermen tegen piraten. Het kabinet miskent daarmee de urgentie van beveiliging, stelt de brancheorganisatie KNVR. Defensie zal volgend jaar wel meer militaire beveiligingsteams inzetten. Pas als deze uitbreiding niet toereikend is, zal het kabinet een besluit nemen over de inzet van reservisten en particuliere

beveiligers. Ondertussen wordt al wel de haalbaarheid hiervan uitgewerkt en wordt onderzocht onder welke voorwaarden dat dan kan gebeuren. De krijgsmacht kan volgend jaar vijftig teams met mariniers aan boord van kwetsbare handelsschepen plaatsen om piraten af te schrikken of te verjagen. In de begroting van Defensie voor 2012 werd er nog van uitgegaan dat zo’n team twintig keer zou worden ingezet. Een commissie onder voorzitterschap van oud-OM-topman Joan de Wijkerslooth stelde eerder dit jaar dat Defensie

meer bescherming moet gaan bieden aan koopvaardijschepen tegen piraten. De commissie adviseerde daarbij medewerkers van particuliere bedrijven in te huren en die dan tijdelijk de status van militair te geven. Maar zover wil het kabinet dus nog niet gaan. De reders zijn teleurgesteld en stellen dat er nog steeds te weinig militairen beschikbaar zijn om bescherming te bieden aan alle schepen waarvoor dat nodig is. Ook stellen zij dat zij met particuliere beveiligers goedkoper uit zijn dan met militaire bescherming.

Security Management nummer 11 november 2011

7


nieuws

Meer geld voor winkelveiligheid Winkeliers geven steeds meer geld uit aan preventie tegen winkelcriminaliteit. Samen besteedden ze daaraan vorig jaar 290 miljoen euro. Dit jaar stijgt dat bedrag met ongeveer 5 procent. Doel is de winkelveiligheid te vergroten.

land op basis van politieregistratie heeft uitgewezen dat een op de dertig winkeldieven agressief en gewelddadig

wordt bij zijn aanhouding. Van die gewelddadige dieven is 12 procent minderjarig.

De winkeliers willen de komende jaren steeds meer medewerkers trainen hoe ze moeten omgaan met agressie. Dat gebeurt de komende jaren in samenwerking met de Regionale Opleidingen Centra (ROCs). Onderzoek door Detailhandel Neder-

Minder agressie tegen werknemers met publieke taak Werknemers in beroepsgroepen als ambulancezorg, onderwijs en belastingdienst hebben minder te maken met agressie en geweld. Het percentage slachtoffers onder deze en andere werknemers met een publieke taak is gedaald van 66 procent in 2007 tot 59 procent in 2011. Dit blijkt uit het rapport ‘Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak’. Het is de derde meting in het kader van het Programma Veilige Publieke Taak (VPT). Uit het rapport blijkt verder dat de daling zeven van de vijftien onderzochte beroepsgroepen

betrof, zoals de belastingdienst (-20%), het voortgezet onderwijs (-14%), het primair onderwijs (-12%), de ambulancezorg (-10%) en de NS (-5%). In één beroepsgroep nam het aantal gevallen toe tussen 2007 en 2011: de sociale diensten (+8%). Treinpersoneel krijgt het vaakst te maken met agressie en geweld. Ook mensen die in gevangenissen werken en gerechtsdeurwaarders zijn vaak slachtoffer van agressief gedrag. Onder alle onderzochte beroepsgroepen komt verbale agressie het vaakst voor: 57 procent van de gevallen in 2011. Daarna volgen fysieke agressie (20%), intimi-

datie (19%), discriminatie (12%) of seksuele intimidatie (7%). Het in het Programma VPT genoemde streefcijfer van gemiddeld 51 procent in 2011 is nog niet gehaald. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat niet alle werkgevers in de verschillende sectoren even ver zijn met het invoeren van maatregelen die agressie en geweld moeten beteugelen. Het VPT-programma dat tot 2015 is verlengd, wordt dan ook verder aangescherpt. Werkgevers worden aangespoord om de schade vaker op de daders te verhalen en slachtoffers worden gestimuleerd om incidenten te melden en aangifte te doen.

Dreiging uit buitenland blijf het grootst De belangrijkste terroristische dreiging tegen Nederland komt nog steeds uit het buitenland. Moslimextremisten buiten de landsgrenzen zien Nederland nog steeds als een legitiem doelwit, vooral vanwege de door hen gevoelde islambeledigingen in ons land. De afgelopen maanden zijn er op internationale jihadistische websites berichten verschenen, met oproepen tot geweld tegen Nederland of Nederlandse personen. Toch blijft het dreigingsniveau ‘beperkt’, staat in het nieuwe dreigingsbeeld dat minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

8

Security Management nummer 11 november 2011

Uit de nieuwe analyse blijkt dat de dreiging van moslimextremisten in Nederland nog steeds gering is. Moslimstrijders die in Nederland wonen, doen wel nog steeds pogingen om strijdgebieden in het buitenland te bereiken, zo blijkt uit het nieuwe dreigingsbeeld gemaakt door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTb), Erik Akerboom. De aanslagen in Noorwegen laten volgens de NCTb zien dat binnenlandse terroristische dreiging in westerse landen niet alleen wordt bepaald door een moslimextremistische achtergrond. Ook andere overtuigingen kunnen zich vertalen in terroristisch geweld, aldus Akerboom.


nieuws

Meer samenwerking tussen overheid en veiligheidsbranche De bewindslieden van het ministerie van Veiligheid en Justitie willen de samenwerking tussen politie, openbaar ministerie en de veiligheidsbranche verder uitbouwen. De huidige samenwerking tussen de overheid en de particuliere veiligheidsbranche werpt haar vruchten af en komt de veiligheid ten goede. Dat zei staatssecretaris Fred Teeven tijdens het seminar ‘publiek-private samenwerking in de opsporing’. Deze ontwikkeling sluit aan bij de kabinetsdoelstelling om meer in te zetten op publiek-private samenwerking. Particuliere onderzoeksbureaus worden regelmatig door het bedrijfsleven ingeschakeld. Informatie die door deze bureaus boven water komt kan, als deze informatie wordt gedeeld, ook van pas komen bij (het opstarten van) strafrechtelijk onderzoek. Zo noemde Teeven het voorbeeld van een particulier

bureau dat in opdracht van een bank onderzoek deed naar een verdachte internetoverboeking bij de verkoop van computers ter waarde van tienduizenden euro’s. Op basis van dit onderzoek werd aangifte gedaan bij de politie, wat uiteindelijk heeft geresulteerd in de aanhouding van de verdachten. De bewindslieden gaan bekijken of er meer (opsporings)informatie kan worden uitgewisseld tussen politie en particuliere beveiligingsbedrijven. Teeven wil dat bijvoorbeeld foto’s, kentekens en signalementen met betrouwbare beveiligingsbedrijven worden gedeeld. Hij vindt dat hiervoor de grenzen van de privacywetgeving en de Wet politiegegevens mogen worden opgezocht. Maar ook zal de particuliere branche moeten blijven aantonen dat ze professioneel is, kwaliteit levert en betrouwbaar is. Het keurmerk voor particuliere onderzoeksbureaus en de algemeen verbindend verklaarde privacygedragscode zijn daar-

Adverteerdersindex

Web als wapen tegen gewelddadig extremisme Europese landen moeten veel meer het internet gebruiken om zich te wapenen tegen gewelddadig extremisme. Er moet daarom een virtuele taskforce komen. Dat stelt de Europese politieorganisatie Europol in aanbevelingen aan de Europese Raad naar aanleiding van onderzoek naar de dubbele aanslag in Noorwegen in juli van dit jaar. De politieorganisatie zette onmiddellijk na de aanslagen vijftig antiterroris-

me-experts uit heel Europa op de zaak. Ook liet Europol weten met politiebazen van zeven Europese landen samen te werken in een speciaal netwerk om internationale dreigingen van rechtsextremisme in kaart te brengen. Daaruit volgt nu de aanbeveling dat er in Europees verband een taskforce en een platform moeten komen voor het monitoren en uitwisselen van informatie over de dreiging van individuen en groepen die in verband worden gebracht met gewelddadig extremisme.

Meer overvallen op juweliers Juweliers zijn de laatste jaren vaker het slachtoffer geworden van overvallers. Vorig jaar kwam dat 74 keer voor, in 2006 ging het nog om 41 overvallen. Dat blijkt uit cijfers die de minister van Veiligheid en Justitie naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Dit jaar staat de teller tot eind juli op 61 overvallen. Het aantal overvallen dat werd opgelost, was in 2009 gestegen tot bijna de helft, maar de laatste anderhalf jaar zakte het oplossingspercentage terug.

bij belangrijke stappen in de goede richting. De Raad van Korpschefs is blij met de steun van Teeven. Volgens korpschef Aalbersberg van de regio IJsselland wordt er nu al samengewerkt, maar zijn het vooral de beveiligers die informatie aan de politie verstrekken. Aalbersberg denkt niet dat zich veel problemen op het gebied van privacy zullen voordoen, zolang er voldoende toezicht is op de informatie-uitwisseling.

Axis Communications bv 20 Consolid 37 Delft Toptech 34 EuroPAC Alarmcentrale V.O.F. 17 G4S Beveiliging bv 22 Hoffmann Bedrijfsrecherche BV 26 Insasco bijsluiter ISS Facility Services 44 Safety-Lux Nederland bv 41 Securitas BV 56 Soba Security Opleidingen 48 Sony Benelux BV 2 Trigion 55 Focus op Facility 365 3M Security Systems Division AOG School of Management Axxerion Facility Services Bosch Security Systems CWS Nederland BV ISS Facility Services Kimberly-Clark MAS dienstverleners Miele Nederland NewFacts Nsecure Barendrecht Numatic International BV Spyke Security

Security Management nummer 11 november 2011

28 10 26 2 32 18 16 24 5 20 14 8 22 12

9


t hema | beveiliging & recherche

Ronde tafel over toegevoegde waarde beveiliging

‘Twee uur met de Raad van Bestuur’ Wat is de toegevoegde waarde van beveiliging? Op initiatief van Security Management discussieerden vertegenwoordigers van zes toonaangevende securityaanbieders over deze vraag en over actuele ontwikkelingen in de sector. De discussie stond onder leiding van Hans Volbeda, onafhankelijk securityadviseur bij VSS Consultancy. TOBIAS REIJNGOUD *

A

ls beveiligingsleverancier kun je niet bepalen of je in de ogen van de klant een kostenpost bent of daadwerkelijk toegevoegde waarde hebt. ‘De werkprocessen bij de klant zijn nu eenmaal grotendeels een black box.’ Dat is de prikkelende stelling waarmee discussievoorzitter Hans Volbeda het rondetafelgesprek aftrapt. Geert van de Laar kan zich in grote lijnen vinden in de stelling. Van de Laar is concerndirecteur bij Facilicom, waartoe ook beveiligingsbedrijf Trigion behoort. ‘Security is in de praktijk nog altijd sterk input gedreven. De klant geeft meestal exact aan welke techniek gewenst is en wat het aantal uren is dat aan manbeveiliging dient te worden ingezet. Hij vraagt een securityaanbieder zelden eerst eens een behoorlijke risico-

analyse te doen, en vervolgens op basis daarvan een concrete aanbieding te maken van techniek in combinatie met mensinzet. Het ontbreken van de kans om een goede risicoanalyse te maken bij de klant, betekent in de praktijk inderdaad dat je als aanbieder vaak niet goed weet waar de concrete risico’s zitten en wat de toegevoegde waarde is van security.’ Dat geldt volgens Van de Laar zeker in de beginfase van de relatie tussen afnemer en aanbieder. ‘Aan de andere kant merken wij bij Trigion wel dat als we eenmaal binnen zijn bij klanten en een bepaalde relatie hebben opgebouwd, er wél om risicoanalyses wordt gevraagd. Vaak overigens op ons eigen initiatief. Als we de resultaten van zo’n analyse

Rondetafelgesprek Op initiatief van Security Management discussieerden zes deskundigen over de vraag of security door de klant wordt gezien als kostenpost of als toegevoegde waarde. De discussie stond onder leiding van Hans Volbeda (VSS Consultancy). Deelnemers aan het gesprek waren Armand van Bercheycke (Safetech), Geert van de Laar (Facilicom), Edwin Roobol (Axis), John van Schaik (EuroPAC), Glenn Schoen (G4S) en Michel Smits (Securitas).

10

Security Management nummer 11 november 2011

eenmaal in handen hebben, kunnen we beter bepalen wat de toegevoegde waarde van security is voor de klant. Maar dat is dus vaak pas het geval als we al een tijdje voor een klant werken. De aanbieding bevat zelden een securityanalyse.’

Vitale werkprocessen Glenn Schoen, executive advisor bij G4S, is het met de analyse van Van de Laar eens. Schoen: ‘Veel klanten kunnen op dit vlak slimmer inzetten. Ze vragen vaak inderdaad om allerlei concrete diensten en technieken zoals camera’s, zonder eerst strategisch na te denken over risico’s. Wat zijn onze vitale werkprocessen, wat zijn de concrete dreigingen en welke risico’s vinden we al dan niet acceptabel? Dat soort vragen wordt nog te weinig gesteld. Daardoor is de kans groot dat een klant allerlei securitydiensten inkoopt die niet optimaal zijn afgestemd op het opvangen van de werkelijke risico’s.’ Dit speelt met name als het gaat om securityrisico’s die met informatie en ICT te maken hebben. Schoen: ‘Uit recent onderzoek blijkt dat ruim 80 procent van de bedrijven ICT als absoluut vitaal ziet voor hun organisatie en hun processen. Aan de andere kant staan bij diezelfde bedrijven de securityrisico’s rond informatietechnologie vaak niet


t hema | beveiliging & recherche

helder op het netvlies. Men wil bij wijze van spreken wel camera’s en slagbomen hebben, maar heeft ondertussen niet door dat via de bekabeling allerlei cruciale informatie ongezien het bedrijf verlaat. Het gaat erom goed door te hebben welke vitale processen worden bedreigd, op welke manier, en hoe daar effectief mee om te gaan.’ ‘Je ziet bij veel afnemers een forse scheiding tussen enerzijds de security of facility manager en anderzijds de ICT-afdeling’, vult Michel Smits aan. Smits is security project manager bij Securitas. ‘Ze praten te weinig met elkaar. Dat is vanuit beveiliging een fors probleem. Want de grootste beveiligingsvragen van de toekomst hebben juist te maken met ICT. Als ik als aanbieder bij een bedrijf binnenkom, probeer ik dan ook altijd de ICT-manager te betrekken bij de discussie over beveiliging. Maar dat is in de praktijk lang niet altijd gemakkelijk. Het zijn gescheiden werelden.’

Business continuity manager Het gaat niet alleen om een verdere samenwerking met ICT, constateren de deelnemers aan de discussie, maar ook met andere bedrijfsonderdelen zoals HRM. Security heeft immers ook te maken met het screenen van nieuwe medewerkers. Maar daar houdt het niet op. Zeker bij de overheid speelt de wens

deel, maar levert een vitale bijdrage aan de continuïteit van het bedrijf. De klassieke security manager zal zich wat betreft kennis en kunde de komende jaren dan ook veel breder gaan ontwikkelen.’ Integraliteit heeft de toekomst, concludeert Volbeda. Deze ontwikkeling stelt vanzelfsprekend eisen aan securityopleidingen. En op dat vlak is nog wel het een en ander te verbeteren, meent Armand van Bercheycke, senior consultant bij adviesbureau Safetech. ‘Als ik kijk naar de cursussen en opleidingen die nu worden aangeboden, zie ik nog veel te weinig integratie van beveiliging met onderwerpen zoals ICT en andere bedrijfsprocessen. Bovendien zijn de bestaande opleidingen vaak erg theoretisch en veel te weinig op toepassing gericht. Dat leidt ertoe dat opleidingen vaak achterlopen op ontwikkelingen in de praktijk. Mensen komen van de opleiding met veel technische bagage maar weten te weinig van de geïntegreerde, ingewikkelde securitypraktijk.’

Twee uur met raad van bestuur

‘Veel securityopleidingen zijn theoretisch en te weinig op toepassing gericht.’ (Armand van Bercheycke, Safetech)

Terug naar de afnemers van securitydiensten. De deelnemers aan de discussie zijn allemaal van mening dat de raden van bestuur van afnemers vaak onvoldoende beseffen dat security inderdaad een vitale bijdrage levert aan de bedrijfsprocessen. Van Bercheycke:

‘De security manager ontwikkelt zich in de toekomst tot business continuity manager’ om laagdrempelig en makkelijk toegankelijk te zijn voor de burger. Die open houding brengt vanzelfsprekend ook bepaalde veiligheidsrisico’s met zich mee. Bij de analyse daarvan horen de security manager en de aanbieder betrokken te zijn. De integratie van security met andere onderdelen van het bedrijf leidt ertoe dat de security manager zich ontwikkelt tot ‘business continuity manager’, stelt Van de Laar. Schoen vult daarop aan: ‘Security is geen los bedrijfsonder-

‘Die constatering heeft weer te maken met het belang van een goede, strategische risicoanalyse waar we de discussie mee begonnen. Op basis van zo’n analyse moet de raad van bestuur uiteindelijk besluiten nemen over de vraag waar men bepaalde risico’s wil lopen en waar niet. Security hoort een directieonderwerp te zijn. Helaas is het dat in veel gevallen niet, of in elk geval onvoldoende.’ Volgens Van Bercheycke kan de securityaanbieder op dit vlak een belangrijke rol spelen. ‘Het is van belang dat je als extern adviseur de security of

‘Beveiligingsbeambten zullen zich gaan ontwikkelen tot security host.’ (Geert van de Laar, Facilicom)

Security Management nummer 11 november 2011

» 11


t hema | beveiliging & recherche

facility manager van de klant ondersteunt bij zijn gang naar de directie.’ Daar is Schoen het mee eens. ‘Twee uur met de raad van bestuur: dat is mijn belangrijkste wens als het gaat om het verbeteren van de effectiviteit en de efficiency van security.’

Foto’s: Eduard van der Worp

‘Om kwalitatief hoogwaardig te kunnen adviseren, is het van belang om specifieke kennis in huis te halen.’ (Edwin Roobol, Axis)

fieke markten. Dat zet zoden aan de dijk: we zijn daardoor beter in staat om mee te denken met de klant, te adviseren en risicoanalyses uit te voeren.’

Toch zijn er ook goede voorbeelden van raden van bestuur die het strategisch belang van security wel degelijk op het netvlies hebben. ‘Wij hebben onlangs bij een full continu bedrijf de gehele security opgezet’, vertelt John van Schaik, operationeel manager bij EuroPAC. ‘Bij de analyse en de discussie over de invulling van de beveiliging waren alle relevante onderdelen van onze klant volledig betrokken: leden van de raad van bestuur, facility management, security management en ICT. Het was een ontzettend positief proces dat veel heeft opgeleverd op het gebied van security, zowel kwalitatief als wat betreft kostenefficiency.’

Ook een grote mate van versnippering aan de kant van de aanbieders is een van de problemen waarom security te weinig als integraal en strategisch onderwerp op de agenda staat bij de afnemers. Dat zegt Van Schaik. ‘Het is toch vaak zo dat er eerst een installateur langs is geweest bij de klant om camera’s en andere instrumenten neer te zetten. Vervolgens komt de afnemer bij een securitybedrijf met de vraag om die instrumenten te bedienen en om securitydiensten te leveren. Die werkwijze is fragmentarisch en leidt tot waar we het eerder over hadden: een sterke focus op techniek en instrumenten in plaats van op risicoanalyses en strategie. Ik denk dat wij als aanbieders nog wel wat kunnen verbeteren als het gaat om integrale aanbieding van security.’

Hoewel er dus goede voorbeelden zijn van bedrijven en raden van bestuur als het gaat om inzicht in het strategisch belang van beveiliging, is er op dit vlak nog een wereld te winnen. Daar zijn alle deelnemers aan de discussie het over eens. Maar de problematiek van de beperkte aandacht voor het strategisch belang is niet volledig te wijten aan onvoldoende alertheid bij de afnemer, zegt Edwin Roobol, algemeen directeur bij Axis Communications. ‘Wij als aanbieders horen ook de hand in eigen boezem te steken. Adequate advi-

Een belangrijke ontwikkeling binnen de securitywereld is het gegeven dat techniek steeds goedkoper wordt en manuren steeds duurder worden. Betekent die ontwikkeling op termijn het einde van de beveiligingsbeambte, zo vraagt discussievoorzitter Volbeda zich af. ‘In zekere zin wel’, meent Van de Laar. ‘Er blijven natuurlijk altijd beveiligingsbeambten nodig, maar hun takenpakket gaat veranderen. Zij zullen zich meer gaan ontwikkelen tot security host. Dat betekent dus een hoog-

Security host

‘Integraliteit heeft de toekomst’

‘Aanbieders kunnen nog wel wat verbeteren als het gaat om integrale aanbieding van security.’ (John van Schaik, EuroPAC)

12

sering over security stelt eisen aan het kennisniveau van de aanbieder. Je hebt als aanbieder alleen toegevoegde waarde als je specifieke securitykennis hebt die relevant is voor juist díe klant en juist díe sector. De beveiligingsvraagstukken bij een winkelketen zijn van een totaal andere orde dan die van Schiphol of NS. Om kwalitatief hoogwaardig te kunnen adviseren is het van belang om in dit verband specifieke kennis in huis te halen. Precies om die reden zet Axis de afgelopen jaren in op de eigen kennisontwikkeling van speci-

Security Management nummer 11 november 2011

waardiger takenpakket. Daarnaast zie je een sterke ontwikkeling op technisch vlak. Steeds meer klassieke beveiligingstaken worden overgenomen door slimme techniek. Maar de menselijke factor blijft dominant aanwezig.’ Daar is Roobol het mee eens. ‘Techniek kan zeker niet alle beveiligingstaken overnemen, zelfs als het gaat om de meer klassieke zaken. Beveiliging blijft uiteindelijk mensenwerk. Techniek is aanvullend. Als je bij wijze van spreken helemaal geen mensen meer


t hema | beveiliging & recherche

‘Techniek is cruciaal, maar mensen blijven onmisbaar.’ (Michel Smits, Securitas)

Hans Volbeda (VSS Consultancy) leidde de discussie.

bij een te beveiligen object hebt, kun je nooit reageren in het geval van een calamiteit. Techniek is toch vooral nuttig op het vlak van toezicht en preventie.’ Overigens stelt de snelle technische ontwikkeling securityaanbieders voor een uitdaging, meent Roobol. ‘Je zult als aanbieder constant moeten investeren in je eigen kennisontwikkeling op het vlak van de nieuwste technologie. Je kunt op dat gebied niet stilzitten.’ Volbeda vult aan: ‘De securitywereld houdt nog te veel vast aan de inzet van traditionele middelen zoals slagbomen en camera’s, terwijl (informatie)technologie veel meer kan worden gebruikt om fysieke elementen op afstand te beveiligen. Om de slag niet te missen, is op dit vlak echt een ontwikkeling nodig.’ In welke mate techniek een rol speelt bij de beveiliging, is voor een groot

deel afhankelijk van het risico dat een bedrijf wil lopen, meent Smits. ‘Daarmee zijn we weer terug bij waar we de discussie begonnen: het belang van een strategische risicoanalyse. In de praktijk merken we daarin wel een soort golfbeweging. In eerste instantie is de afnemer vanuit kostenoverwegingen geneigd om vooral veel techniek te vragen. Maar dat verandert meestal wanneer je een goede risicoanalyse doet. Na zo’n analyse wordt toch vaak de vraag bijgesteld, zeker als het gaat om het beveiligen van vitale objecten, processen en diensten. Dan blijkt het gewoon erg belangrijk om snel te kunnen reageren met mensen ter plaatse of dicht in de buurt. Met andere woorden: techniek is cruciaal, maar mensen blijven onmisbaar.’ ‹‹ * Tobias Reijngoud is freelance journalist

‘Securityrisico’s rond informatietechnologie staan vaak niet helder op het netvlies bij de afnemer.’ (Glenn Schoen, G4S)

Security Management nummer 11 november 2011

13


t hema | beveiliging & recherche

Trends in particuliere recherche Particuliere recherche verandert. Meerdere trends springen in het oog als wij de bewegingen bezien die enkele jaren geleden in gang zijn gezet. Professionalisering en digitalisering zijn de meest in het oog springende. Maar er zijn ook andere onderstromingen gaande. In dit artikel worden ze op een rij gezet. JOS MEEKEL *

E

en van de belangrijkste trends is dat de professionalisering van de particuliere recherche verder toeneemt; het is ook in de afgelopen vijf jaar steeds normaler geworden om particulier rechercheurs in te schakelen.

Professionalisering En omdat het werk steeds verder professionaliseert, wordt er ook meer van verwacht. Niet alleen door klanten maar ook door de overheid, de rechterlijke macht en burgers. Zelfregulatie De toenemende professionalisering heeft zelfregulatie en kwaliteitsbewaking als trend tot gevolg. Zo houden valide recherchebureaus zich niet alleen aan de geldende wet- en regelgeving, maar ook aan de richtlijnen in de in de afgelopen jaren ontwikkelde gedragscode van de brancheorganisatie NVB (sinds 1 oktober is NVB de nieuwe naam van de VPB). Recherchewerk moet zorgvuldig gebeuren en mag niet worden gekleurd door emoties. Proportionaliteit De rechterlijke macht stelt de zorgvuldigheid waarmee fraude is onderzocht de laatste jaren ook nadrukkelijker aan de orde. Er wordt meer belang gehecht aan de redelijkheid en billijkheid van de inzet van middelen, in verhouding tot het voorval en de potentiĂŤle daders. Van onderzoekers en leidinggevenden wordt verwacht dat zij hun acties goed

14

doordenken en van alle kanten bekijken. De onderzoeksmiddelen moeten proportioneel zijn; ze moeten in verhouding staan tot het feit. Uiteraard mogen onderzoekers en leidinggevenden geen misbruik maken van de situatie. Een werknemer die een diefstal bekent, mag tijdens een emotioneel gesprek daarover bijvoorbeeld niet een terugbetalingsregeling onder zijn neus geschoven krijgen. Dan heeft hij namelijk onvoldoende tijd om na te denken over de consequenties ervan. Overheden Een andere belangrijke tendens is dat recherchebureaus steeds meer voor overheden werken. Gemeenten, zorginstellingen en ziekenhuizen doen de afgelopen jaren vaker een beroep op hen. Politieorganisaties en toezichthouders eveneens. Zij hebben te kam-

den. Op ICT-gebied gebeurt dat al. De particuliere sector zal in de toekomst ook meer toezicht- en handhavingstaken uitvoeren. Die beweging is eveneens gaande.

Digitalisering De digitalisering van de werkomgeving heeft een aantal belangrijke trends in de particuliere recherche in gang gezet. Cybercrime Allereerst door de explosieve toename van cybercrime. Forensische specialisten ICT-security zien steeds vaker dat organisaties via internet geĂŻnfiltreerd worden. Omdat de ontwikkelingen zowel op het gebied van de software als hardware zeer snel gaan, zijn zij in een constante wedloop verwikkeld. Zij worden daarom regelmatig uitgenodigd om hun ervaringen en inzichten te delen

Bewijs dat op een onverantwoorde manier is verkregen, houdt niet lang stand in de rechtszaal pen met een tekort aan mankracht door inkrimping en daarnaast loopt veel van hun kennis en kunde weg naar het bedrijfsleven. Het beeld van particuliere interim-rechercheurs die door de politie worden ingeschakeld, is dichterbij dan we ooit konden vermoe-

Security Management nummer 11 november 2011

met toezichthouders en politieorganisaties, zoals Govcert en Interpol. Nog niet alle organisaties zijn ervan doordrongen hoe belangrijk het is om scherp te blijven op ICT-security, maar dit zal op korte termijn ongetwijfeld veranderen.


t hema | beveiliging & recherche

Interne fraude Een andere trend die de digitalisering in gang heeft gezet, is dat het plegen van interne fraude veel eenvoudiger is geworden. Zo zien wij regelmatig perfect vervalste facturen, maar ook het lekken van informatie en het wegsluizen van geld gaan veel simpeler en sneller dan vroeger. Dat de belemmeringen tot frauderen kleiner worden, zien wij terug in onze statistische onderzoeksgegevens. Wij vragen daders altijd waarom zij fraudeerden. Het aandeel van het antwoord ‘Het ging gemakkelijk’ steeg de afgelopen vijf jaar voortdurend naar nieuwe ‘records’.

HNW Het besef dat digitalisering ook nadelen met zich mee kan brengen, dringt bij een groeiend aantal klanten door. Dit resulteert er bijvoorbeeld in dat consultants vaker met organisaties meedenken over hoe zij Het Nieuwe Werken (HNW) doordacht kunnen faciliteren. Flexibel werken qua tijd en plaats biedt grote voordelen, maar alleen met goede randvoorwaarden en de juiste voorzieningen zoals een oerdegelijke ICT-security. Tegelijkertijd constateren wij in de repressieve onderzoekspraktijk nog vaak dat het midden- en kleinbedrijf de computeromgeving niet goed heeft ingericht. Er zijn dan bijvoorbeeld geen

autorisaties voor de toegang tot de financiële administratie, gevoelige product- en/of klantinformatie. Daarnaast zijn deze bedrijven vaak niet forensic ready; hun ICT-omgeving is niet ingesteld op mogelijk toekomstig digitaal fraudeonderzoek.

Beter geïnformeerd Een andere trend die de digitalisering bewerkstelligt, is dat zowel klanten als fraudeurs door inlichtingen op internet beter zijn geïnformeerd. Daders zijn nu beter op de hoogte van hun rechten en plichten. Ze eisen vaker dan voorheen dat de aanklacht op schrift wordt gesteld, meer daders zwijgen als ze ergens van worden beschuldigd en ze nemen sneller een advocaat in de arm. Bovendien zijn mensen mondiger geworden. Vroeger waren werknemers onder de indruk van hun leidinggevenden, nu is dat veel minder het geval. Informatie op internet heeft ook als gevolg dat sommige ondernemers denken dat ze interne fraude zelf kunnen oplossen. Als ze dan alsnog een particulier bureau inschakelen omdat het moeilijker is dan gedacht, zadelen ze de rechercheurs op met een grote achterstand. Onderzoekers doen constant fraudeonderzoek en zijn dus ervaringsdeskundigen. Bovendien weten ze aan welke wet- en regelgeving ze zich moeten houden. Bewijs dat op een onverantwoorde manier is verkregen, houdt niet lang stand in de rechtszaal. De manier waarop bewijsmateriaal wordt verkregen, is uiteraard ook voor digitaal onderzoek van cruciaal belang. Als leidinggevenden - al dan niet ingegeven door tv-series als CSI - een ICThobbyist uit hun kennissenkring vragen om te helpen bij interne fraude, dan is de kans groot dat bewijs op onrechtmatige of niet-objectieve wijze wordt verkregen. Het installeren van een key logger (een programma dat alle toetsaanslagen bijhoudt) mag bijvoorbeeld alleen onder bepaalde voorwaarden gebeuren. Forensisch onderzoek doen is een vak.

De digitalisering heeft ervoor gezorgd dat het plegen van interne fraude veel eenvoudiger is geworden. Het lekken van informatie en het wegsluizen van geld gaan veel simpeler en sneller dan vroeger.

De laatste trend die de digitale informatievoorziening teweeg heeft gebracht, is dat er meer diensten worden aangeboden om tegemoet te komen

Security Management nummer 11 november 2011

15

»


t hema | beveiliging & recherche

aan de hogere verwachtingen van klanten. Zo hadden organisaties behoefte aan financieel-administratief onderzoek, omdat de accountancy sterker aan voorschriften is gebonden. Als een accountant bijvoorbeeld een gespreksverslag maakt, kan er eindeloos over formuleringen worden gedelibereerd. Rechercheurs hebben veel ervaring met het voeren van confronterende gesprekken en de eerste verklaring die mensen geven blijft altijd staan, al dan niet aangevuld met een eenmalig commentaar erop. Bovendien zijn rechercheurs autonoom en hebben zij een andere relatie met de klant dan een accountant.

Verzakelijking Een trend in cultureel opzicht is de toename van de openheid en transparantie binnen organisaties. Mensen spreken elkaar makkelijker aan op hun verantwoordelijkheden. Aangewakkerd door de economische teruggang, is er een zekere verzakelijking gaande. Dat was al zo bij de commerciële bedrijven, maar de bestuurders, rechters en maatschappij als geheel zijn daarin meegegaan. De overheid wordt bijvoorbeeld steeds duidelijker richting ambtenaren die zich aan hun verplichtingen onttrekken. En de problemen worden door de transparantie ook steeds beter zichtbaar. Burgers zijn eveneens kritischer en eisen dat de overheid arbeidsconflicten met ambtenaren niet laat doorsudderen. Kosten-batenanalyse De toenemende verzakelijking is ook merkbaar aan de wijze waarop leidinggevenden met interne fraude omgaan. Zij willen van tevoren duidelijker weten wat ze aan het inschakelen van een recherchebureau overhouden. Er wordt bij interne fraude steeds vaker een kosten-batenanalyse gemaakt. Dan nemen leidinggevenden niet alleen de onderzoekskosten in beschouwing, maar ook de kosten die een rechtszaak met zich meebrengt. Die zetten ze bijvoorbeeld af tegen wat het kost om iemand in dienst te houden, of tegen de mogelijkheid dat diegene voor de onderzoekskosten opdraait. Overigens is daar inmiddels jurisprudentie over: onderzoekskosten mogen op daders worden verhaald. Een interne fraudeur aanpak-

16

ken is kortom niet altijd meer een principekwestie. Maar als leidinggevenden op deze manier tegenover fraude staan, vergeten ze soms dat ze het signaal afgeven dat interne fraude wordt toegestaan, mits de schade niet boven een bepaald bedrag uitkomt. Screening Dat Nederland verzakelijkt, is ook te merken aan de trend dat het laten doorlichten van (nieuwe) medewerkers breder wordt geaccepteerd. Klanten zijn meer geïnteresseerd in de preventieve werking die van screenen uitgaat en zijn ook bereid om daarin te investeren. Deze mentaliteitsverandering loopt in de pas met de toename van het aantal waarschuwingsregisters. Daarin mogen onder bepaalde voorwaarden de namen van fraudeurs worden opgenomen. Dat

vanuit een inventarisatie van álle risico’s wordt besloten wat de beste strategie is. En als organisaties wel op de hoogte zijn van wat er niet deugt, zien we regelmatig dat ze pappen en nathouden. Dit gebeurt als gevolg van de economische teruggang, maar nog vaker omdat organisaties intern niet de handen op elkaar kunnen krijgen. Ook is er vaak niet nagedacht over welke stappen er genomen moeten worden als er iets helemaal misgaat. Een andere trend op het gebied van de preventie is dat leidinggevenden nog steeds niet altijd het goede voorbeeld geven. Als leidinggevenden van banken bijvoorbeeld niet hun verantwoordelijkheid pakken, verandert de cultuur van de sector niet. Dat het voorbeeldgedrag bepalend is voor de mentaliteit

Er wordt bij interne fraude steeds vaker een kosten-batenanalyse gemaakt er ondanks deze registers een toename van het aantal screeningsopdrachten waarneembaar is, komt omdat klanten de registers in bepaalde opzichten beperkt vinden. Zo zijn deze alleen te raadplegen door leden en staan er uitsluitend namen in van fraudeurs waartegen aangifte is gedaan. En juist dat gebeurt lang niet altijd, omdat organisaties niet met interne fraude in de openbaarheid willen treden. Bovendien zijn ze bij aangifte de regie kwijt. Ze vragen zich dan bijvoorbeeld af wanneer hun van fraude verdachte medewerker van zijn bed wordt gelicht. Los daarvan heeft de politie met achterstanden te kampen; openbare orde krijgt uiteraard altijd prioriteit.

Reactief Het aantal screeningsopdrachten groeit, evenals de advisering voor de ICT-security. Maar als we naar preventie als geheel kijken, dan is het een trend dat organisaties reactief opereren: pas als er iets misgaat, wordt er naar de toekomst gekeken. Na de Moerdijkbrand investeerde bijvoorbeeld menige organisatie plotseling in brandpreventie. Die kokervisie leidt tot veel weggegooid geld, omdat er dan niet

Security Management nummer 11 november 2011

van medewerkers, is ook in andere sectoren nog niet altijd doorgedrongen, zo merken wij in onze repressieve onderzoekspraktijk.

Specialisaties In het algemeen worden er steeds hogere eisen aan particuliere recherchebureaus gesteld. Dit wordt veroorzaakt door de verzakelijking van de samenleving, de toenemende professionalisering van het werk, en de verbeterde informatievoorziening richting klanten en daders. De digitalisering werkt hierbij als vliegwiel; hierdoor veranderen fraudemethodes constant, nemen ze in aantal toe, worden de belemmeringen tot crimineel gedrag kleiner en stijgt de snelheid waarmee fraude wordt gepleegd. Dat ICT-security groeit, mag daarom geen verrassing heten. Door de hogere eisen die er aan het werk van recherchebureaus worden gesteld, zal het steeds uitdagender worden. Ook op andere terreinen dan de ICT verwachten wij die uitdagingen te beantwoorden met steeds specialistischer recherchewerk. ‹‹ * Jos Meekel is operationeel directeur van Hoffmann


BEWAKEN - CONTROLEREN - TRACEREN - OBSERVEREN

Sinds 2000 actief in de markt van Particuliere Alarmcentrales in Nederland en dankzij het feit dat wij ons slechts begeven op onze ALARMCENTRALE ACTIVITEITEN EN ONAFHANKELIJK KUNNEN OPEREREN MOGEN we vaststellen dat wij door het inslaan van deze weg de laatste jaren succesvol kunnen acteren. Onderscheidend vermogen ligt namelijk niet alleen in de prijs maar veel meer in de wijze waarop de diensten worden uitgevoerd. Zoals:

Kwalitatief juiste en vriendelijke dienstverlening

Geen stemcomputer met dwingend keuzemenu

Korte wachttijden voor klanten

Uitbellen met nummerherkenning (voor uw veiligheid)

6RIJE KEUZE VAN WACHTWOORD PASSWORD OF PINCODE

Geen onderdeel van een Multi National

Volledig onafhankelijk

5 KUNT BIJ %URO0!# !LARMCENTRALE TERECHT VOOR ALARMVERWERKING 6IDEO "EWAKING 4RACKING 4RACING EN UW TELEFONISCHE BEREIKBAARHEID buiten uw eigen kantoortijden. Graag zijn wij u van dienst gedurende 7 dagen per week 24 uur per dag.

WAAR MENSEN VOOR U (BE)WAKEN


t hema | beveiliging & recherche

Overheid reikt private veiligheidsbranche de hand

Neemt de sector de hand aan? Het kabinet stimuleert steeds nadrukkelijker de samenwerking tussen publieke veiligheidsorganisaties en de private veiligheidsbranche. Echter, in de praktijk blijken er nog tal van barrières te moeten worden genomen. Is de veiligheidsbranche hiertoe in staat? ARNT MEIN *

‘D

e samenwerking tussen politie, openbaar ministerie en de veiligheidsbranche moet verder worden uitgebouwd. De samenwerking komt de veiligheid ten goede’, aldus staatsecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie op een seminar over publiek-private samenwerking in de opsporing op 30 september 2011.

Gouden tijden Met deze uitspraak van de staatssecretaris lijken er wel gouden tijden aan te breken voor de particuliere beveiligings- en recherchebranche. Dit kan ook worden afgeleid uit een eerdere brief van de minister voor Veiligheid en Justitie.1 In die brief zet hij zijn visie uiteen over de inzet van toezichthouders en handhavers bij het bevorderen van de veiligheid en leefbaarheid in de openbare ruimte. Wat hem betreft zetten gemeenten meer toezichthouders en handhavers in. Wel moet daarvoor de kwaliteit van het toezicht en de handhaving worden verbeterd. De minister kondigt dan ook aan hiervoor de nodige voorwaarden te scheppen.

Samenwerking Verder ziet de minister een nauwe samenwerking voor zich tussen toezichthouders, handhavers, politie en particuliere beveiligers. ‘Zij werken schouder aan schouder’, zo staat er in de brief.

18

Hij gaat zelfs nog een stapje verder door het bedrijfsleven uit te dagen de eigen verantwoordelijkheid voor de veiligheid waar te maken door de eigen beveiligers ook in de (semi-)openbare ruimte rondom hun onderneming te laten opereren. Overigens wel in nauwe samenwerking met de politie.

Externe inzet blijft achter … Neemt de branche deze uitdaging aan? Het staat de gemeenten al sinds geruime tijd vrij, onder voorwaarden, particuliere beveiligers in te huren als toezichthouder of handhaver in de openbare ruimte. Uit recent onderzoek blijkt echter dat slechts circa 7 procent van de totale capaciteit voor toezicht en handhaving extern wordt ingehuurd.2

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) signaleert dat gemeenten er nog voor terugdeinzen om voor toezicht en handhaving een beroep te doen op de private sector.3 Zo vinden zij dat de aanstellingsprocedures te omslachtig zijn om met behulp van externe handhavers snel en flexibel te kunnen inspelen op acute veiligheidsproblemen. Ook willen gemeenten externe handhavers kunnen inhuren voor meer taken dan waarvoor dat nu is toegestaan: controle op de voorschriften uit de APV - kort gezegd de overlastbepalingen - en de parkeervoorschriften. Overigens wil een deel van de gemeenten om principiële redenen geen externe handhavers inhuren; zij beschou-

Gemeenten deinzen er nog voor terug om voor toezicht en handhaving een beroep te doen op de private sector Volgens de minister kan dit percentage wel groeien en zal hij dit bevorderen door eventuele knelpunten weg te nemen, bijvoorbeeld in de sfeer van samenwerking en informatie-uitwisseling. Wel houdt de minister vast aan hoge eisen wat betreft kwaliteit en betrouwbaarheid.

Security Management nummer 11 november 2011

wen dit (nog steeds) als een exclusieve overheidstaak. De minister en de VNG gaan na of het mogelijk is de aanstellingsprocedure te versnellen. De Nederlandse Veiligheidsbranche (NVB) verwonderde zich kennelijk ook over de achterblijvende inzet van exter-


t hema | beveiliging & recherche

Foto: Trigion

Aan een groot deel van de door de VNG gesignaleerde knelpunten kan de veiligheidsbranche niet zo veel doen. Wel kan ze de gemeenten een inhoudelijk aantrekkelijker aanbod doen. Daarvoor moet ze afzien van concurrentie alleen op prijs en zal ze verder moeten investeren in de kwaliteit van het personeel. Zo’n aanbod kan een advies inhouden over de probleemgerichte inzet van toezicht en handhaving. Dat wil zeggen een inzet op basis van een gemeenschappelijke analyse van de lokale overlastproblematiek. Het kan ook een voorstel omvatten voor het gezamenlijk opstellen van een protocol over informatie-uitwisseling en samenwerking met de politie. Dit als hulpmiddel om de samenwerking met de politie en de gemeente optimaal vorm en inhoud te geven. Verder valt te denken aan het formuleren en gebruiken van prestatieindicatoren, om het effect te meten van de inzet van (externe) toezichthouders en handhavers. Op basis hiervan kan de inzet zo nodig worden bijgestuurd.

Wat de minister van Veiligheid & Justitie betreft, zetten gemeenten meer toezichthouders en handhavers in bij het bevorderen van de veiligheid en leefbaarheid in de openbare ruimte. ne toezichthouders en handhavers. Om gemeenten over de streep te trekken heeft ze al enige tijd geleden een aantal studies laten uitvoeren, waarin de kosten en baten van de externe inzet van particuliere beveiligers worden uiteengezet (http://www.veiligheidsbranche. nl/Opstraat.html). Het heeft kennelijk nog niet mogen baten.

Een aantrekkelijker aanbod? Wat kan de veiligheidsbranche hieraan doen? Ik heb eens een balletje opgeworpen op Linked In, in de Security Management Groep. Daarop volgden twee typen reacties (waarvoor dank). Sommigen zagen goede kansen en mogelijkheden in de externe inhuur van

particuliere beveiliging, specifiek voor toezicht en handhaving in de openbare ruimte. Wel bepleitten zij als voorwaarde voor succes een informatiegestuurde inzet van de toezichthouders en handhavers, onder leiding van de politie. Het gebruik van vooraf overeengekomen prestatie-indicatoren kan hierbij helpen. Verder moet de branche goed opgeleide en getrainde particuliere beveiligers aanbieden, die zo nodig in koppels met de politie kunnen werken. Anderen daarentegen zagen niets in de inzet van particuliere beveiliging in de openbare ruimte. Dit is volgens hen een taak van de politie en moet ook zo blijven.

Kort samengevat, de gemeenten moeten in de ogen van de minister een kwaliteitssprong maken als het gaat om de inzet van toezicht en handhaving in de openbare ruimte. De branche kan hier bijspringen. ‹‹ * mr. Arnt Mein is onderzoeker op het gebied van veiligheid en rechtshandhaving (http://www.linkedin.com/in/ arntmein) Bronnen 1. Brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 24 maart 2011. Kamerstukken II, 10/11, 32 459, 7 2. Uit onderzoek van K+V Organisatieadvies in 2010 komt naar voren dat van de 228 gemeenten die desgevraagd aangaven gebruik te maken van toezichthouders, 46 procent die extern inhuurt. Van de 226 gemeenten die aangaven gebruik te maken te maken van handhavers, huurt 32 procent die extern in. 3. SBV – verkenning Toezicht en Handhaving. Eindrapport, 9 september 2011. Ministerie van Justitie en Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Security Management nummer 11 november 2011

19



t hema | beveiliging & recherche

Waaraan voldoet een goede rapportage?

Kwaliteitscriteria onderzoeksresultaten Onderzoek doen is één. De uitkomsten van onderzoek op correcte en zorgvuldige wijze in een schriftelijke rapportage verwerken, is twee. In dit artikel wordt aangegeven aan welke eisen een objectieve en kwalitatief goede rapportage (of: relaas van onderzoek) moet voldoen. Zowel qua vorm als qua inhoud. HELEEN SMITS *

D

e analyse van onderzoeksresultaten mag geen ondergeschoven kindje zijn. Temeer omdat de opdrachtgever enig handelingsperspectief verwacht als hij de resultaten van een rechercheonderzoek tot zich neemt. Bijvoorbeeld handvatten voor het in gang zetten van een ontslagprocedure of een duidelijk overzicht van vastgestelde feiten op basis waarvan aangifte bij de politie kan worden gedaan.

Bewust Het verzamelen van informatie is een van de kerntaken van (bedrijfs)rechercheurs, werkzaam in deze nog steeds groeiende particuliere sector. Terecht

sis van het verrichte onderzoek ingesteld kunnen worden. Particulier onderzoekers horen zich bewust te zijn van deze verantwoordelijkheid in de richting van de opdrachtgever. Maar zijn zij zich ook bewust van het belang van de vorm en inhoud van de rapportage zelf? Beseffen zij bij het opmaken van een rapportage dat de wijze waarop zij data analyseren en op schrift stellen, bepalend is voor het handelingsperspectief van de gebruiker? Kwaliteitscriteria voor onderzoeksresultaten hebben zowel betrekking op de wijze waarop het onderzoek zelf wordt verricht, als op het uiteindelijke resultaat van dat onderzoek in de vorm van een rapportage of relaas van onderzoek.

Het is van wezenlijk belang dat data correct, compleet en precies worden weergegeven gaat veel aandacht uit naar de wijze waarop data worden vergaard. De werkwijze van particuliere onderzoekers is immers aan strikte regels en voorschriften gebonden. Als tijdens een rechercheonderzoek deze randvoorwaarden met voeten worden getreden, kan dat grote gevolgen hebben voor mogelijke (juridische) procedures die op ba-

Omdat het hier niet om het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek gaat, beperkt dit artikel zich tot de kwaliteitseisen van de schriftelijke rapportage zelf. Echter, het eindresultaat in de vorm van een rapport kan nooit geheel los van onderzoeksmiddelen en -methodieken worden gezien. Van een aan alle kanten rammelend onderzoek kan

– volgens onderstaande criteria – geen kwalitatief goede analyse worden gemaakt.

Vorm Allereerst is het van wezenlijk belang dat data correct, compleet en precies worden weergegeven. Er mag geen ruimte zijn voor een andere interpretatie van de beschreven resultaten dan door de opsteller van het stuk bedoeld. Het zo min mogelijk gebruiken van bijwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en onbepaalde telwoorden is aan te raden. Zinsneden als ‘Object van onderzoek maakt vaak gebruik van ….’ en ‘Object van onderzoek heeft veel … ’ zijn voorbeelden van formuleringen die subjectief te noemen zijn. Want wat is vaak of veel? Door deze woorden weg te laten of te vervangen door concrete aantallen (‘Object van onderzoek heeft in drie weken tijd zes keer gebruikgemaakt van …’) wordt de zin omgevormd in een correcte en precieze vaststelling. Gebruik van (politie)jargon dient beperkt te worden. Niet iedere gebruiker begrijpt dergelijk jargon en bovendien is ambtelijk taalgebruik niet altijd prettig leesbaar. Een formulering als ‘De auto welke door mevrouw Y. werd opgegeven als gestolen’ verdient taalkundig niet de schoonheidsprijs. Het gebruik van de aanwijzende voornaamwoorden ‘die’ en ‘dat’ heeft de voorkeur bij het opstellen van rapportages.

Security Management nummer 11 november 2011

21

»


7IGYVMRK =SYV ;SVPH :SPK SRW SSO ST + 7C20 :IMPMKLIMH &IZIMPMKMRK

1IX ZIMPMKLIMH IR FIZIMPMKMRK LIIJX MIHIVIIR HMVIGX SJ MRHMVIGX HEKIPMNOW XI QEOIR 3J LIX RY KEEX SQ HI ZIMPMKLIMH ZER QIRWIR SJ HI FIZIMPMKMRK ZER KIFSY[IR KSIHIVIR SJ TVSGIWWIR IPOI WMXYEXMI ZVEEKX SQ IIR IMKIR EERTEO %PW LIX SQ FIZIMPMKIR IR ZIMPMKLIMH KEEX MW + 7 ZER EPPI QEVOXIR XLYMW + 7 EREP]WIIVX HI WMXYEXMI HIROX QII IR ZSSV^MIX Y ZER HI NYMWXI QIRWIR IR HI RMIY[WXI XIGLRMIOIR 2MIX XI ZIIP RMIX XI [IMRMK QEEV TVIGMIW [EX Y RSHMK LIIJX MR [ WMXYEXMI 'SQTPIIX FIXVSY[FEEV IR TVSJIWWMSRIIP :SSV QIIV MRJSVQEXMI [[[ K W RP WIGYVMX]

;MPX Y ST HI LSSKXI FPMNZIR ZER EPPI XVIRHW IR SRX[MOOIPMRKIR FMRRIR + 7# 7GER HER HI 56 GSHI IR WGLVMNJ Y MR ZSSV HI + 7 RMIY[WFVMIJ


t hema | beveiliging & recherche

Juridische termen hebben slechts een functie in een schriftelijke rapportage als deze in de juiste context worden gebruikt. Zorgvuldigheid is hierbij een must. Het kan geen kwaad om bij twijfel het Wetboek van Strafrecht te raadplegen. Met de gratis online versie van het Nederlands wetboek op de website www.wetboek-online.nl bij de hand, hoeft dit niet veel tijd te kosten. Ten slotte: het spreekt voor zich dat onjuiste spelling en slechte zinsbouw niet bijdragen aan de leesbaarheid en dus kwaliteit van onderzoeksresultaten. Dat geldt ook voor wollig taalgebruik, onnodig lange zinnen, en het opschrijven van informatie die geen andere functie heeft dan bladvulling.

Inhoud In een goede rapportage wordt ook vermeld wat niet bekend is. Dit vanwege het kwaliteitsargument van beperkende uitkomsten (vertekening, onzekerheid). Hiermee kan het – al dan niet bewust – trekken van gewenste conclusies, door onderzoeker of opdrachtgever, worden voorkomen. Met andere woorden: zijn er na onderzoek nog witte vlekken ten aanzien van het onderzoeksobject? Meld dat dan in de rapportage. Iets niet vinden of vaststellen, is ook een uitkomst.

feiten worden gepresenteerd. Immers, deze conclusie volgt logischerwijs uit de tekst die daaraan voorafgaat. Enige mate van herhaling bij het opstellen van de conclusie is allesbehalve storend. De opbouw/vorm van een rapportage is ondersteunend aan de inhoud. De boodschap moet duidelijk worden overgebracht. Ten slotte is het van belang dat de uitkomsten van een onderzoek relevant zijn voor de gebruiker, in de meeste gevallen de opdrachtgever. Als enig handelingsperspectief ontbreekt, heeft deze slechts een stapel papier in handen. Dat betekent overigens niet dat een

In een goede rapportage wordt ook vermeld wat niet bekend is Een goede schriftelijke analyse is plausibel en overtuigend. De kwaliteit van het onderzoek zelf (gebruikte bronnen en onderzoeksmethodieken) kan/mag niet ter discussie staan. Een vooraf opgesteld plan van aanpak waarin onderzoeksvragen zijn opgenomen, is onontbeerlijk. Op systematische wijze kan vervolgens de analyse worden opgesteld. Met aandacht voor de chronologie van gebeurtenissen en het duiden van de betekenis daarvan. Tijdens de belangrijke fase van het duiden van de onderzoeksgegevens, is het uiteraard van groot belang om onbevooroordeeld de uitkomsten op schrift te stellen. Zonder hints vooraf of voorbarige conclusies. In de uiteindelijke conclusie kunnen onmogelijk nieuwe

rapportage een bindend advies moet bevatten. Het gaat erom dat de klant er iets mee kán.

Tips » Maak als professioneel recherchebureau gebruik van sjablonen voor het opstellen van onderzoeksresultaten. Hoewel geen enkel onderzoek hetzelfde is, kent de vertaling ervan in de vorm van een (eind) rapportage wel degelijk vaste onderdelen. Denk hierbij aan: de aanleiding voor een onderzoek, de aanpak van het onderzoek, de resultaten van ingezette middelen (observatie, tracking & tracing e.d.), de opbrengst van interviews en de resultaten van digitaal on-

derzoek en openbronnenonderzoek. » Maak tussentijdse rapportages om te voorkomen dat er onder tijdsdruk concessies moeten worden gedaan aan het zorgvuldig en correct formuleren. Op het moment dat alle data beschikbaar zijn, kan uit de al opgestelde deelrapportages worden geput. Extra argument om tijdig en tussentijds onderzoeksresultaten vast te leggen, is dat de informatie voorhanden is als een ander de rapportage moet (af)maken. Bijvoorbeeld in het geval van ziekte van de oorspronkelijke opsteller of bij een lange looptijd van het onderzoek. » Pas collegiale toetsing toe bij het analyseren van de onderzoeksresultaten. Deel tussentijdse bevindingen en toets of de formulering van de conclusie(s) duidelijk en objectief is. Het liefst bij een collega die niet alle details van het onderzoek kent. » Verplaats je in de klant, de opdrachtgever. Als een collega moeite heeft om de inhoud van een rapportage snel te doorgronden, ga er dan van uit dat een opdrachtgever ook twee keer moet lezen voordat de strekking van de analyse duidelijk is. Dan is het tijd om aan de vorm én inhoud van de rapportage te werken. ‹‹ * Heleen Smits is particulier onderzoeker bij recherchebureau VMB security & solutions in Almere. Zij heeft jarenlange ervaring met het duiden van onderzoeksgegevens en heeft criteria waaraan analyses van inlichtingen- en veiligheidsdiensten moeten voldoen, helpen ontwikkelen.

Security Management nummer 11 november 2011

23


t hema | beveiliging & recherche

Samenwerking cliënt, advocaat en onderzoeker

Van aanname naar bewijs Soms zijn er momenten dat de euro’s op onverklaarbare wijze uit een bedrijf verdwijnen. De ene keer gaat het om een greep uit de kas, dan weer is er sprake van een ingenieuze fraude. Vaak bestaat er wel een vermoeden wie de dader is, maar dat is meestal onvoldoende om tot een zaak te komen. Een serieus feitenonderzoek is dan de oplossing. Maar hoe gaat dit in zijn werk? ARJEN DE KORT

‘B

edrijven hebben in toenemende mate een vertrouwensrelatie met een huisjurist om allerlei juridische zaken te beoordelen, variërend van een arbeidscontract tot een fraudeincident. Je ziet dan ook dat ze bij een incident regelmatig direct bij hun advocaat aankloppen.’ Aan het woord is Rob de Goede, directeur van Metis International Bedrijfsrecherche.

Scheidsvlak De Goede werkt al een aantal jaren samen met Amos Kroll, partner bij Wille Donker Advocaten. Kroll herkent zich in het geschetste beeld en heeft regelmatig te maken met cliënten die een probleem hebben met een stelende, frauderende of onterecht verzuimende medewerker. ‘Een cliënt heeft vaak een

vermoeden dat er iets mis is, en soms heeft hij ook al een idee welke medewerker de dader is. Hij vraagt mij dan wat we kunnen doen om tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst te komen. Het belangrijkste is dat we kunnen aantonen dat die medewerker daadwerkelijk bijvoorbeeld een greep in de kas heeft gedaan.’

Kroll adviseert zijn cliënten om in dergelijke gevallen een feitenonderzoek te laten doen door een recherchebureau. ‘Je opereert namelijk op het scheidsvlak

: Wille Donker Advocaten : 20 : Alphen aan den Rijn

Bureau

: Metis International Bedrijfsrecherche (onderdeel van Signum Interfocus Riskmanagement) Vestigingen : Alphen aan den Rijn + Hummelo Bedrijfsrechercheurs : 9

24

Driehoeksrelatie Rond een zaak is normaliter sprake van een driehoeksrelatie, bestaande uit

‘Het gaat erom dat een zaak hard kan worden gemaakt voor de rechter’

Kerngegevens Kantoor Advocaten Plaats

tussen aanname en bewijs. En daar ligt het verschil tussen een zaak wel of niet succesvol afronden. Daarom is het belangrijk om de feiten goed voor het voetlicht te brengen.’

Security Management nummer 11 november 2011

cliënt, advocaat en onderzoeker. Daarbij is de rolverdeling als volgt: de cliënt is zowel opdrachtgever van de advocaat als van het recherchebureau en geeft hen in de meeste gevallen toestemming om rechtstreeks met elkaar te communiceren. De Goede: ‘Op deze manier wordt de opdrachtgever uit de emotie weggehaald en kan er doelmatig worden geopereerd. Immers, hij voelt zich benadeeld en wil die verdachte medewerker het liefst direct ontslaan. Maar er moet eerst een dossier komen. De zaak moet worden gerationaliseerd en geobjectiveerd.’ Als advocaat en onderzoeker eenmaal met elkaar aan tafel zitten, schetst de


t hema | beveiliging & recherche

Rob de Goede (directeur Metis International Bedrijfsrecherche, links) en Amos Kroll (partner Wille Donker Advocaten) werken regelmatig nauw samen in onderzoeken naar stelende, frauderende en onterecht verzuimende werknemers. advocaat de casus. Kroll: ‘Ik weet wat het probleem is én ik weet wat we moeten aantonen om tot een succesvolle ontbinding van de arbeidsovereenkomst te komen. Het gaat erom dat een zaak hard kan worden gemaakt voor de rechter.’

Proportionaliteit Vervolgens maakt het recherchebureau een plan van aanpak, stelt het de onderzoeksopdracht op, en maakt het daarin de afweging welke onderzoeksmiddelen zullen worden ingezet. Proportionaliteit is daarbij het sleutelwoord: het middel moet immers in verhouding staan tot het vermoede vergrijp. Daarnaast is het van belang om van de opdrachtgever te vernemen wat hij heeft gedaan om het vergrijp te voorkomen. De Goede: ‘Een directeur die een zieke medewerker een periode wil laten observeren, moet goed uitleggen wat zijn motieven zijn om ons in te huren. Er kunnen bijvoorbeeld verkla-

ringen zijn binnengekomen dat men heeft gezien dat de werknemer ergens anders werkt. Dan is er inderdaad sprake van een gerechtvaardigd vermoeden. Maar zomaar een onderzoek, dat doen wij niet.’

Civiel recht Bovendien weet een advocaat heel goed wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn van een recherchebureau. ‘Daarbij moeten we ons ook realiseren dat we bij dit soort zaken te maken hebben met civiel recht’, stelt Kroll. ‘Voor zover een beroep wordt gedaan op onrechtmatig verkregen bewijs zie je dat een kantonrechter daar vaak pragmatisch mee omgaat. De formele bezwaren die in het strafrecht spelen, zijn in het civiel recht veel minder aan de orde. Dat betekent natuurlijk niet dat je de regels aan je laars kunt lappen – en dat willen wij ook niet - maar er wordt minder streng mee omgegaan. Ik maak regelmatig mee dat een kan-

tonrechter aan een medewerker vraagt of hij dat is die op de videobeelden te zien is. En ook al maakt deze medewerker dan – terecht of onterecht – bezwaar tegen de schending van zijn privacy door een verborgen camera, dan trekt een rechter toch vaak zijn eigen conclusie. Hij ziet zo’n medewerker immers letterlijk een greep in de kas doen en vindt dat vaak erger dan die camera.’

Onderzoek Zodra een onderzoek van start gaat, zijn er verschillende varianten mogelijk. Zo kan een onderzoek een intern karakter hebben – het onderzoek vindt alleen plaats binnen een bedrijf – of een extern karakter, waarbij er leveranciers en/of onderaannemers worden geïnterviewd. Maar er kan ook sprake zijn van een open of een gesloten onderzoek, waarbij er in het eerste geval intern wordt gecommuniceerd dat er een onderzoek

Security Management nummer 11 november 2011

25

»



t hema | beveiliging & recherche

Uitspraak rechter onvoorspelbaar Een luchtvaartmaatschappij heeft als beleid dat na landing van een machine alle goederen die dan nog aanwezig zijn, teruggaan in het entrepot of worden weggegooid. Het gaat meestal om diverse etenswaren. Dit is een streng en strikt beleid, waarover naar de medewerkers duidelijk is en wordt gecommuniceerd. Op een bepaald moment worden twee schoonmakers betrapt op het meenemen van geopende zakjes met nootjes. Zij worden op staande voet ontslagen. Vervolgens komt de zaak voor de kantonrechter. De rechter besluit het ontslag van één schoonmaker over te nemen. Deze verklaarde namelijk dat hij op de hoogte was van het beleid, maar dat hij het onzin vond dat hij niet een aangebroken zakje mocht meenemen. De rechter draait het ontslag van de andere schoonmaker echter terug. Ook hij verklaarde te weten dat er niets mocht worden meegenomen, maar hij betuigde spijt. Uit deze uitspraak blijkt dat de rechter bij zijn beslissing niet alleen kijkt naar de feiten, maar vaak ook zaken meeweegt als houding van de verdachte, persoonlijke omstandigheden, anciënniteit en dergelijke.

wordt uitgevoerd door een particulier onderzoeksbureau. Als het onderzoek een gesloten karakter kent, wordt er bijvoorbeeld een verborgen camera opgehangen of vindt er onderzoek in de administratie plaats. Vanuit tactisch oogpunt worden zo min mogelijk personen op de hoogte gesteld.

Confrontatie Een onderzoek wordt doorgaans afgesloten met een confrontatiegesprek tussen onderzoeker en verdachte medewerker. Tijdens dit gesprek dienen de onderzoekers zich aan een aantal spelregels te houden, die zijn vastgelegd in de Wet bescherming persoonsgegevens en de gedragscode van de NVB (sinds 1 oktober de nieuwe naam van de VPB). Deze bieden bovendien de garantie dat er een rapportage volgt die de toets der kritiek kan doorstaan. Nadat het confrontatiegesprek heeft plaatsgehad, kan het onderzoeksrapport aan de advocaat en de opdrachtgever worden overhandigd.

Dringende reden Het ideale onderzoek is dat waarin het vermoeden van de opdrachtgever wordt aangetoond. Maar een enkele keer verloopt het toch anders. De Goede: ‘Soms kun je het vermoeden gewoon niet aantonen. Het gebeurt echter ook wel dat het kan worden aangetoond, maar dat blijkt dat de opdrachtgever de problemen zelf in de hand heeft gewerkt doordat de interne procedures niet op orde waren. Dan

wordt het juridisch gezien een stuk lastiger om er een zaak van te maken.’ Kroll: ‘Als je iemand op staande voet wilt ontslaan, heb je namelijk een dringende reden nodig. Daarbij onderscheiden we enerzijds een objectief dringende reden, dat is bijvoorbeeld die al eerder genoemde greep in de kas. Anderzijds moet er ook sprake zijn van een subjectief dringende reden. Want op het moment dat iedereen in de organi-

zeggen dat een onderzoek zal mislukken als je er niet aan voldoet, maar wij hechten eraan dat deze methodiek wordt gevolgd.’

Aangifte Nadat de advocaat het eindrapport heeft ontvangen, gaat hij met de opdrachtgever in overleg over de afhandeling van de zaak. Dit proces kan volgens Kroll worden gekenschetst als een risico-inventarisatie. ‘Ik maak een afweging op basis van alle bekende feiten, waarbij de resultaten van het onderzoek heel belangrijk en vaak allesbepalend zijn. Als in het rapport een goed feitenrelaas staat, zal ik een opdrachtgever adviseren om door te pakken.’ Op basis van een onderzoeksrapport is meestal een goede inschatting te maken welke kant een zaak op zal gaan, stelt Kroll. Tegelijkertijd merkt hij op dat als er wordt besloten de gang naar de rechter te maken er toch altijd enige onzekerheid bestaat over de uitkomst. ‘In die afweging kan het dus ook zijn dat je naar een minnelijke oplossing zoekt met een vaststellingsovereenkomst en een vertrek met stille trom.’

‘Bij dit soort zaken hebben we te maken met civiel recht’ satie wel eens bedrijfsgoederen voor eigen gebruik mee naar huis neemt, is het wat lastig om die ene werknemer op staande voet te ontslaan en de anderen ongemoeid te laten. Dat valt moeilijk aan een rechter uit te leggen.’

Rapport Een gedegen en bruikbaar onderzoeksrapport moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Allereerst staat de aanleiding voor het onderzoek erin. Verder moet worden beschreven welke onderzoeksmiddelen zijn gebruikt en welke personen zijn geïnterviewd. Het rapport dient tevens te zijn voorzien van de benodigde relevante bijlagen, en van een chronologische weergave van de genomen stappen. De Goede: ‘De NVB-gedragscode voorziet in deze vormvereisten. Ik wil niet

Op de kanttekening dat dit betekent dat zo’n medewerker vervolgens dus zonder problemen bij de buurman aan de slag kan, reageert De Goede: ‘Wij wijzen een opdrachtgever altijd op het signaal dat hij afgeeft door bijvoorbeeld aangifte te doen bij de politie. Maar steeds vaker besluiten onze opdrachtgevers zaken civielrechtelijk af te doen, of kiezen ze voor een vertrek met stille trom van de medewerker.’ ‘Maar bedenk wel dat dit in de praktijk vaak een semi-stille trom is, want je kunt een vaststellingsovereenkomst sluiten waarin onder andere wordt vastgelegd dat er geen getuigschrift of positieve referentie zal worden gegeven. Op die mogelijkheid wijs ik mijn cliënten uiteraard’, sluit Kroll af. ‹‹

Security Management nummer 11 november 2011

27


t hema | beveiliging & recherche

Rechercheren met behulp van Twitter en Facebook

Social media als recherchetool De wereldwijde samenleving digitaliseert steeds meer. Een toenemend aantal mensen is actief op internet en maakt gebruik van social media die daardoor een schat aan informatie bieden. Informatie die zonder al te veel juridische obstakels te verkrijgen is. Een Amerikaanse criminaliteitsonderzoeker noemde recent het gebruik van social media binnen een opsporingsonderzoek vandaag de dag zelfs de belangrijkste recherchetool na DNA. WILFRED VAN ROIJ EN DICK KOSTER *

D

e trend waarom de ‘nieuwe’ social media steeds vaker worden gebruikt als tool in een rechercheonderzoek, is aan de hand van een aantal harde, wereldwijde cijfers eenvoudig te verklaren: » LinkedIn heeft meer dan 100 miljoen gebruikers. » Per minuut worden er 98.000 tweets geplaatst. » Facebook heeft meer dan 600 miljoen actieve gebruikers. » Per dag worden er meer dan 80.000 nieuwe You Tube filmpjes online geplaatst. » Er bestaan meer dan 200 miljoen individuele blogs. » Iedere minuut worden er ongeveer 700.000 zoekopdrachten op Google geplaatst. » Er zijn meer dan 60 miljoen Facebook status updates per dag.

Verifiëren In deze enorme hoeveelheid digitale informatie kan iedereen online onderzoek doen naar bijvoorbeeld foto’s van personen met wellicht gestolen goederen, of op You Tube zoeken naar allerlei soorten overtredingen of gedragingen. Een andere mogelijkheid is het zoeken naar de sociale leefomgeving van iemand en deze in kaart brengen.

28

Maar rechercheren op internet, en dus ook binnen social media, is meer dan een naam door Google halen. Zoeken naar bruikbare gegevens in openbare bronnen op internet en deze ook kundig verifiëren - met bronverificatie - is

een duidelijke verschuiving naar de ‘snellere’ social media zoals Twitter en Facebook. Het 24/7 volgen van personen en/of gedragingen op deze media geeft een veel nauwkeuriger en informatiever beeld van het te onderzoeken

Rechercheren op internet is meer dan een naam door Google halen een vak dat kennis en training vergt. Deze kennis kan worden aangeleerd, maar vereist ook heel veel uren praktijkwerk.

Trend: Twitter en Facebook Updates Social media worden door recherchebureaus steeds vaker gebruikt voor feitenonderzoek en het verzamelen van bewijzen. Berichten op Facebook of tweets op Twitter worden gebruikt om uit te vinden waar mensen zijn en aan welke activiteiten ze deelnemen. Het laatste jaar zien we een verschuiving in het rechercheren binnen social media. Waren in het verleden de traditionele (Nederlandse) netwerken als Hyves, Netlog en Partyflock een bron van informatie, vandaag de dag zien we

Security Management nummer 11 november 2011

subject en zijn omgeving. Dit Web 3.0-onderzoek beperkt zich ook niet meer tot het subject alleen. Juist door het in kaart brengen van de digitale sociale leefomgeving van het gekozen subject kan informatie worden gevonden die de persoon in kwestie zelf vermoedelijk nooit zou prijsgeven.

Online observatie Zo was bij een recent door ons verricht onderzoek naar verzuimfraude van een werknemer de oude arbeidsintensieve recherchetool van observatie dan ook helemaal niet noodzakelijk. Het online volgen van de sociale omgeving van de te onderzoeken persoon gaf genoeg aanwijzingen van bijklussen, familieuitstapjes en frequent casinobezoek. Aan de hand van deze bevindingen


t hema | beveiliging & recherche

werd gekozen voor korte en veel minder kostbare observatiemomenten om verder bewijs fysiek vast te leggen.

Privacy Uit een FBI-verslag van 2010 bleek dat rechercheurs en andere medewerkers van de overheid in Amerika undercover steeds vaker op weg zijn op de digitale snelweg. Burgerrechtenactivisten waarschuwden na het verschijnen van dit rapport tegen het bespioneren van burgers. In de Verenigde Staten blijkt deze manier van zoeken al onderdeel van het standaard repertoire te zijn, zo valt te lezen in een intern rapport van de FBI. Deze informatie kwam (online) boven water na een klacht van burgerrechtenorganisatie Electronic Frontier Foundation. Volgens het document blijken ambtenaren goed te weten hoe ze op internet informatie over verdachten kunnen verkrijgen: namelijk door het aanmaken van fake accounts en fake e-mailadressen. Volgens de FBI is er echter weinig aan de hand en beschrijft het document niet meer dan een strategie.

derland regelen. De belangrijkste betreft de Wet bescherming persoonsgegevens.

In Nederland is het recht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer een belangrijk goed, ook bij wat je doet op internet. Er bestaat in Nederland geen algemene wet voor privacy, maar er zijn diverse wetten die elk een bepaald aspect van de privacy in Ne-

Persoonsgegevens zijn alle - dus ook (online) - gegevens die herleidbaar zijn tot een bepaald individu. De jurisprudentie in Nederland is nogal onduidelijk over wanneer gewoon onderzoek in openbare bronnen eindigt en wanneer er sprake is van een informatieplicht

Turkije vindt militairen Israël via Facebook De Turkse geheime dienst heeft met behulp van Facebook een lijst opgesteld met 174 namen van Israëlische militairen die vorig jaar betrokken waren bij de aanval op het schip de Mavi Marmara, dat hulpgoederen voor de Gazastrook vervoerde. De geheime dienst zette vooral Facebook in. Eerst werden beelden van de Israëlische operatie seconde voor seconde geanalyseerd, waarna de zoektocht op de sociale netwerksite werd geopend. Videomateriaal werd vergeleken met foto’s, Facebook-teksten werden ontcijferd en vriendenlijsten geanalyseerd. Uiteindelijk werd bij 148 gezichten een naam gevonden. Daarnaast bevat de lijst vijf namen van hoge officieren. Bij beelden van twee bevelhebbers en tien soldaten kon geen naam worden gevonden. Bericht uit de Telegraaf van 27 september 2011 Het leger van Israël kent strenge regels met betrekking tot het gebruik van social media door militairen. De meest bruikbare informatie die werd gevonden, was dan ook niet afkomstig van eventuele profielpagina’s van de betrokken militairen, maar was te vinden op pagina’s van online vrienden.

zoals genoemd in artikel 33 van de Privacygedragscode voor particuliere onderzoeksbureaus. In de hiervoor beschreven casus van verzuimfraude is de betrokken persoon schriftelijk geïnformeerd over het online digitale onderzoek dat naar hem is verricht.

Zoeken binnen Twitter Zoals hiervoor beschreven wordt een dienst zoals Twitter, maar ook Facebook Updates, steeds belangrijker als recherchetool. Met 98.000 wereldwijde tweets per minuut en dus meer dan 140 miljoen Twitter-berichten per dag is het niet moeilijk voor te stellen dat het terugzoeken in oude tweets moeilijk, zeer tijdrovend en vaak ook onmogelijk is. Het is daarom van groot belang om bij grote onderzoeken of calamiteiten direct te beginnen met een online onderzoek naar en het monitoren van relevante Twitter-berichten. ‹‹ * Wilfred van Roij is directeur bij ComConnect Digitale Opsporing te Horst, Noord-Limburg. Dick Koster is directeur van het Politie Vormingscentrum (SPV). Zij verzorgen samen opleidingen, onder andere op het gebied van internet en digitaal rechercheren.

Security Management nummer 11 november 2011

29


risicomanagement

Veiligheid is voelbaar Waarom gaan werknemers laks om met de veiligheidsvoorschriften? En waarom hebben veiligheidsfunctionarissen alleen oog voor hun eigen vakgebied? Filosoof en ethicus Sabine Roeser ziet één en dezelfde oorzaak: een gebrek aan emoties. Waarom angst een goede raadgever is, en waarom veiligheidsfilms het best één slachtoffer kunnen opvoeren. PETER PASSENIER *

A

ls Sabine Roeser een veiligheidsfilm zou maken, zou ze geen enorme bedragen spenderen aan de cast. ‘Nee, ik laat dan geen grote aantallen werknemers zonder valbeveiliging op steigers klimmen. Ook laat ik ze niet massaal naar beneden vallen. En als het een securityfilm was, zou ik geen tientallen diefstallen in beeld brengen. Ik beperk me tot één ongeval, één diefstal, één slachtoffer.’ Roeser produceert geen veiligheidsfilms: zij is als hoogleraar politieke filosofie en ethiek verbonden aan de universiteiten van Twente en Delft. En dus is de bovenstaande keuze niet ingegeven door esthetische overwegingen, maar door wetenschappelijk onderzoek. ‘De Amerikaanse onderzoeker Paul Slovic heeft uitgezocht wanneer proefpersonen bereid zijn om geld te doneren aan een goed doel. Geven ze het meest als er duizenden mensen in nood zitten, of voelen ze meer mee met

Congres » Sabine Roeser is plenair spreker op het congres Veiligheid en Risico - Meer winst uit samenwerking. Haar presentatie is getiteld ‘Risico-emoties als beginpunt van discussie en samenwerken’. » Het congres vindt plaats op dinsdag 6 december, op de SS Rotterdam (Rotterdam). Meer informatie: www.inosar.nl/congres

30

afzonderlijke individuen? Het laatste, zo bleek. Sterker nog: bij twintig zielige kinderen gaven mensen minder dan bij tien, en bij vijf weer minder dan bij twee. Maar het best scoorde een enkel slachtoffer.’

Emoties oprekken Volgens Slovic toont dit experiment onze donkere kant, maar Roeser ziet het anders. ‘Ik denk dat het vooral iets zegt over ons onvermogen om abstracte informatie te verwerken. Bovendien is er ook een positieve kant: het laat zien hoe je de emoties van mensen kunt trainen. Verreweg de meesten van ons

sie op te rekken: “Misschien ben ik niet de volgende die valt, maar Piet.” Die emotie die daaruit voortvloeit, die compassie kan jou aanzetten om mee te werken aan de algemene veiligheid in het bedrijf.’

Angst Wat heeft die algemene veiligheid te maken met emoties? Roeser ziet een duidelijk verband. ‘Waarom zet een werknemer zijn helm niet op, waarom laten mensen het hek openstaan? Rationeel begrijpen ze wel dat ze een risico nemen, maar het is al zo lang achter elkaar goed gegaan dat ze daar niets

Een gevolg van emotieloos safety en security management is verkokering zijn in staat mee te voelen met dat ene slachtoffer. Daarmee scoren ze al veel beter dan sociopaten. Het gaat er nu alleen nog om die emoties als het ware op te rekken, zodat we ook empathie kunnen voelen voor 2, 20 of 200 slachtoffers.’ Goed, dit is nuttige informatie voor iedereen die wil werken aan zijn emoties. Maar wat heeft het te maken met veiligheid of beveiliging? ‘Ook de voorlichting daarover moet je concreet maken’, zegt Roeser. ‘Stel dat vorige week Henk van de ladder is gevallen. Dan kun jij denken: als ik mijn valbeveiliging niet gebruik, ben ik misschien de volgende. En ook hier valt die compas-

Security Management nummer 11 november 2011

meer bij voelen. Wat ontbreekt is de angst. Ja, ik denk dat angst een goede raadgever kan zijn - mits je er niet te veel van voelt. Aristoteles zei het al: het gaat om de goede emoties, in de juiste hoeveelheid, in de juiste situatie.’ Goede emoties, in de juiste hoeveelheid, in de juiste situatie. Voor de gemiddelde safety of security manager klinkt dat misschien een tikje vaag. En bovendien: moeten deze mensen zich wel door emoties laten meevoeren? ‘Daar heb je het al’, zegt Roeser. ‘Bij het woord emoties denken we vooral aan uitbarstingen van woede en jaloezie. Maar dan vergeten we juist de subtiele varianten: sympathie, compassie en inlevingsvermo-


risicomanagement

verschijnsel dat functionarissen zich alleen concentreren op hun eigen vakgebied. ‘Bij de analyse van grote incidenten zie je dat regelmatig terugkomen’, zegt Roeser. ‘Neem de ramp met de Herald of Free Enterprise, de veerboot die in 1987 is gezonken. Hier zag je dat alle veiligheidsmaatregelen bijna werden nageleefd - maar net niet helemaal. Als dan op een nacht een zware storm opsteekt en al het mogelijke misgaat, stort het hele bouwwerk in elkaar. Want één veiligheidsvoorziening die niet werkt, dat is nog wel op te vangen. Maar als ook alle back-ups

de functionarissen hun eigen rol kunnen overstijgen en zich in de ander kunnen verplaatsen, heeft het zin om aan tafel te gaan zitten en een oplossing te zoeken.’ Kan een werkgever dit proces op gang brengen? Of zijn emoties als empathie genetisch bepaald? Roeser denkt dat dit laatste wel meevalt. ‘Eenzelfde medewerker gedraagt zich in de ene omgeving socialer en openlijker dan in de andere. In sommige omgevingen zullen mensen elkaar automatisch wantrouwen - tot het tegendeel blijkt.

Veiligheidsfunctionarissen kunnen door middel van emoties dichter bij elkaar worden gebracht het begeven, kun je nergens meer op terugvallen.’

Volgens Sabine Roeser (hoogleraar politieke filosofie en ethiek) is het probleem dat mensen geen oog hebben voor het grote geheel. ‘Ze staren zich blind op hun eigen vakgebied en omdat dit is teruggebracht tot een setje procedures, kunnen ze er niets meer bij voelen. Daardoor worden ze steeds nonchalanter.’

gen. Die vormen de smeerolie voor onze maatschappij. Maar ik geef toe, het principe van Aristoteles is moeilijk toe te passen. Vandaar dat veel functionarissen de boel liever dichttimmeren met rationele procedures. Die werken wel, maar tot op zekere hoogte. Zonder emoties kom je niet verder.’ Een gevolg van emotieloos safety en security management is verkokering, het

Het probleem is volgens Roeser dat mensen geen oog meer hebben voor het grote geheel. ‘Ze staren zich blind op hun eigen vakgebied en omdat dit is teruggebracht tot een setje procedures, kunnen ze er niets meer bij voelen. Daardoor worden ze steeds nonchalanter.’

Gevangenis Maar het is mogelijk om veiligheidsfunctionarissen dichter bij elkaar te brengen. Door middel van emoties. ‘Dat zie je bijvoorbeeld in gevangenissen’, zegt Roeser. ‘Hier zal de security manager er in de eerste plaats voor zorgen dat de gevangenen niet ontsnappen. Maar een safety manager zal rekening houden met de mogelijkheid van brand - en dan moeten de gevangenen juist wél weg kunnen. Als beide kampen een stokstijve, procedurele houding aannemen, kom je er niet uit. De enige oplossing schuilt in emoties als inlevingsvermogen. Pas als bei-

Maar je kunt het natuurlijk ook omkeren: als je mensen vanaf het begin vertrouwen schenkt, zullen ze zich in de meeste gevallen ook verantwoordelijker gaan opstellen. Als je als leidinggevende mensen stimuleert, als je ze behandelt als mens, roep je vanzelf de juiste emoties op.’

Veiligheidsfilm Terug naar de veiligheidsfilm aan het begin. Stel dat Roeser er een zou moeten maken voor een gevangenis, hoe zou het script er dan precies uitzien? ‘Ik zou natuurlijk inspelen op de emoties, en dan vooral op de emoties van één persoon. Een gevangene bijvoorbeeld die bij een brand op gruwelijke wijze om het leven komt. Of juist een medegedetineerde die door een gebrekkige bewaking op straat belandt. Vanuit dat individuele geval zou ik proberen om de emoties van mensen op te rekken. Alleen zo zet je ze aan het denken - of liever gezegd: aan het voelen.’ ‹‹ * Peter Passenier is freelance journalist

Security Management nummer 11 november 2011

31


securit y

Security manager dyna tussen wetenschap en De security manager neemt een belangrijke positie in als het gaat om de veiligheidsbeslissingen in een organisatie. Als basis voor deze beslissingen kan worden verondersteld dat hij met zijn hoofd zweeft in de wereld van de wetenschappelijke inzichten en trends, maar tegelijkertijd met zijn voeten midden in de complexe praktijk van zijn organisatie staat. Hoe kan hij hiermee omgaan? EVELIEN VAN ZUIDAM *

W

etenschappelijke inzichten over veiligheid en criminaliteit geven ons meer inzicht in de effectiviteit van toekomstige of al genomen veiligheidsmaatregelen. Ook van de security manager wordt verwacht dat hij actief kennis vergaart over algemene maatschappelijke inzichten en trends. De security manager neemt namelijk een belangrijke positie

in als het gaat om de veiligheidsbeslissingen in een organisatie. Als basis voor deze beslissingen kan worden verondersteld dat hij met zijn hoofd zweeft in de wereld van de wetenschappelijke inzichten en trends, maar tegelijkertijd met zijn voeten midden in de complexe praktijk van zijn organisatie staat. Een lastige combinatie, omdat beide domeinen niet altijd op elkaar aansluiten.

Winkeldiefstal Een mooi voorbeeld is de huidige aanpak van winkeldiefstal. Een standvastig probleem waar de winkelier of security manager maar niet vanaf lijkt te komen. Onderzoek van Jetske Nederstigt (Gelegenheid alleen maakt nog geen dief, 2011) over winkeldiefstal verdiept zich onder andere in de manier waarop maatregelen tegen winkeldiefstal worden genomen door winkeliers. Haar onderzoek wijst uit dat beslissingen met betrekking tot het invoeren van veiligheidsmaatregelen veelal niet zijn ontstaan vanuit een wetenschappelijk perspectief. Dit betekent dat het vaak niet inzichtelijk is voor de betreffende winkeliers of de maatregel die hen geadviseerd wordt - door bijvoorbeeld brancheorganisaties - ook daadwerkelijk werkt in de omstandigheden waarin de winkel zich bevindt. Daarnaast is het ook niet duidelijk in hoeverre de maatregel het koopgedrag van de eerlijke klant in de weg staat of überhaupt beinvloedt. Het is tenslotte ook het economische plaatje dat de keuze voor een veiligheidsmaatregel bepaalt. Het gebrek aan inzicht is niet een probleem dat alleen de winkelier kenmerkt. Het is een algemene notie aan het wetenschapsgebruik op dit moment. De manier waarop kennis over winkeldiefstal wordt verzameld en geanalyseerd richt zich momenteel te vaak op afzonderlijke kenmerken. Dikwijls is het de beschrijvende informatie die niet tot één integrale benadering van het probleem komt. Juist belangrijke vraagstukken die nuttig zijn voor in de praktijk over ‘waarom juist deze dader, met dit product, in deze winkel een diefstal pleegt?’, komen dan op de achtergrond.

32

Security Management nummer 11 november 2011

Sociale wetenschap Kennis vanuit verschillende disciplines en perspectieven kan security managers helpen bij het nemen van complexe beslissingen over veiligheidsinterventies. Evidence-based (op objectieve kennis gebaseerd) te werk gaan, is zeer bruikbaar om na te gaan of bepaalde veiligheidsmaatregelen effectief kunnen zijn, zonder af te gaan op intuïtie of het eigen referentiekader. Met behulp van deze kennis en achtergrond kan een security manager boven zijn eigen praktijkbeeld uitstijgen en zijn veiligheidsthema’s in perspectief plaatsen. Want er zijn tal van vragen die zich heel goed lenen voor de sociale wetenschap. » Hoe weet een security manager of een beveiligingsbeambte bij de uitgang van de winkel voor het gewenste effect zorgt? » Welk effect heeft het plaatsen van diefstalgevoelige producten achter het glas op consumentengedrag? » En als het werkzaam is voor de ene locatie, geldt hetzelfde effect dan ook voor een andere locatie? Het benutten van deze wetenschap is dan ook noodzakelijk om beslissingen over veiligheidthema’s op te baseren.

Met het hoofd in de wetenschap Maar hoe kan kennis op een verantwoorde en constructieve manier wor-


securit y

mische schakel praktijk den gebruikt? Het verzamelen en analyseren van kennis is geen gemakkelijke opgave. Niet alleen eigen belevingsonderzoeken of klanttevredenheidsonderzoeken moeten beslissend zijn voor verdere veiligheidsmaatregelen. Zij moeten worden aangevuld met voornamelijk verdiepende en verbredende kennis over maatschappelijke veranderingen of verklarende processen rondom crimineel gedrag. Een lastige opgave, omdat de sociale wetenschap zo complex is. Een veiligheidsprobleem dat vandaag de dag nog wordt bestreden met een specifieke maatregel, kan binnen een maand om een andere aanpak vragen. Algemene inzichten maken immers deel uit van een dynamisch proces dat voortdurend moet worden geactualiseerd. Dit kost veel tijd. Bovendien zijn er nog vele andere excuses te bedenken om sociale wetenschap even opzij te schuiven. Deze kennis is tenslotte versnipperd, soms tegenstrijdig, moeilijk te interpreteren of toe te passen in andere situaties. Vooral wanneer het onderzoek zich niet heeft gericht op de bredere context, worden deze beperkingen vergroot. Security managers zullen zich daarom naast de vraag óf hun veiligheidsaanpak werkt, ook af moeten vragen waarom het pakket aan maatregelen tot een veiliger situatie heeft geleid. Om de sociale wetenschap te betrekken in hun veiligheidsaanpak zou men zichzelf eerst een aantal vragen moeten stellen: » Hoe ontwikkelt zich mijn bedrijfstak? » Welk veiligheidsissues spelen er? » Wat is de veroorzaker van het probleem? » In welke context speelde dit zich af? » En wat werkt voor wie onder welke omstandigheden?

De manier waarop kennis over winkeldiefstal wordt verzameld en geanalyseerd, richt zich op dit moment te vaak op afzonderlijke kenmerken.

Want juist de antwoorden op deze vragen achterhalen waarom de veiligheidsmaatregel zijn succes heeft behaald of mogelijk succes gaat hebben in de toekomst.

Met de voeten in de praktijk De security manager heeft naast het feit dat hij algemene wetenschappelijke inzichten kan gebruiken om zijn praktijk in context te plaatsen, ook een organisatie tot zijn beschikking om enkele veiligheidsmaatregelen toe te passen. Hij staat met zijn voeten midden in de praktijk, maar deze staan wel twee kanten op. Aan de ene kant zijn de algemene wetenschappe-

lijke inzichten ervoor om de dagelijkse praktijk inderdaad in perspectief te zien. Maar aan de andere kant beschikt hij zelf over de positie om maatregelen te toetsen op effectiviteit en zelf een bijdrage te leveren aan de algemene inzichten. Dit kan hij doen door zelf te meten, te observeren of te praten met klanten of medewerkers. Echter, vaak zie je dat er een pakket aan maatregelen wordt ingevoerd zonder te weten of ze ook daadwerkelijk effectief zijn voor de situatie waar de organisatie zich op dat moment in bevindt en om welke reden. De kunst is om een scala aan maatregelen te verengen en opbouwend in te voeren.

Security Management nummer 11 november 2011

33

»


securit y

Trial-and-error wordt het ook wel genoemd. Op deze manier wordt op een overzichtelijke manier op kleine ‘probleempunten’ gedrukt en kan gericht worden nagegaan wat de maatregel in de praktijk tot gevolg heeft. Zo kunnen kleine inspanningen eerder tot een groot effect leiden.

Met het hart bij de mensen Wetenschap en praktijk zijn twee verschillende domeinen, waartussen spanning aanwezig moet blijven. Dat de bei-

Omdat hij van beide domeinen kennis haalt en tevens komt brengen, is het des te meer van belang dat hij zich actief beweegt in zijn kennisnetwerk waarin beide domeinen zijn vertegenwoordigd. Een bekende uitspraak is daarom ook voor het netwerk van security managers van belang: ‘kennismanagement is zowel het managen van kennis als het managen van je kennissen’. Door wetenschap en praktijk te vertalen naar personen, is kennis niet alleen wat op papier geschreven is,

Security managers moeten zich ook afvragen waarom maatregelen tot een veiliger situatie hebben geleid de domeinen niet uit zichzelf bij elkaar komen, geeft aan dat een goede schakel erg belangrijk is. Het is daarom wel goed om te beseffen dat de security manager zich als invloedrijke schakel tussen deze twee domeinen bevindt.

maar voornamelijk hoe personen deze onderzoeksgegevens duiden en interpreteren. Ik merk, als criminologe, daarom een toenemende vraag vanuit private organisaties om deel te nemen aan de discussie rond hun specifieke

veiligheidsvraagstukken. Maar het hebben van een kennisnetwerk is niet voldoende. Het gaat tenslotte om veiligheid van mensen in en rond de organisatie. Om de metafoor van het hoofd en de voeten maar even rond te maken. Een goede security manager zit niet alleen met zijn hoofd in de wetenschap en staat niet alleen met zijn voeten in de dagelijkse praktijk, maar heeft daarnaast een goed hart voor de veiligheid van zijn mensen in de organisatie. Zo kan een security manager als dynamische schakel tussen algemene inzichten en ervaringen vanuit de praktijk, met een goed gevoel een vertaling geven naar verantwoorde beslissingen over de veiligheid in zijn organisatie. ‹‹ * Evelien van Zuidam Msc werkt als criminologe bij Maxxecure. Maxxecure is gespecialiseerd in gedrags- en beleidsmatige veiligheidsoplossingen die een bijdrage leveren aan de weerbaarheid in confrontaties met afwijkend en ongewenst gedrag (e.vanzuidam@maxxecure.nl).

(Advertentie)

Eerstvolgende instroommodule start 16 februari 2012

“Security manager met oog voor veiligheid” Master of Security Science & Management Wie al enige tijd werkzaam is op het gebied van Security, weet dat optimale beveiliging en veiligheid pas tot stand kunnen komen, wanneer zij op strategisch niveau goed worden gemanaged. Delft TopTech’s Master of Security Science & Management biedt een integrale benadering van security management. De opleiding combineert een wetenschappelijke benadering van het werkveld met security oplossingsconcepten en management. Hierdoor kunt u uw kennis op een hoger niveau brengen en uw carrièremogelijkheden vergroten. Voor meer informatie bel Marieke de Werker, 015 278 29 20 of kijk op www.delfttoptech.nl/security.


congres

SRM Event 2011 over duurzame security

‘Less is more’ Duurzaamheid staat bij steeds meer bedrijven op de agenda. Maar wat is duurzaamheid? En bestaat er ook al zoiets als duurzame security? Deze vragen stonden centraal tijdens het door Promundo samen met Universiteit Leiden georganiseerde Security en Riskmanagement Event 2011. ARJEN DE KORT

Z

o’n vijftig securityprofessionals hadden zich op 13 oktober verzameld in de Hortus Botanicus van de Universiteit Leiden om het tweede Security en Riskmanagement Event bij te wonen. Dit event is een initiatief van adviesbureau Promundo en de Universiteit Leiden. Het thema van de middag was ‘Duurzame security’.

Tempo

Foto’s: Jan van Twillert

Rob van Veen (Promundo) en André Morsman (hoofd beveiliging Universi-

teit Leiden) openden de middag met een videofilm, waarin zij hun ideeën over het thema hadden verbeeld. Vragen als ‘Verkopen we veiligheid of angst?’, ‘Is meer duurzaam?’, en ‘Leidt meer tot veiliger?’ werden geïllustreerd met beelden van ‘9/11’ en natuurrampen als gevolg van klimaatverandering (angst), afgewisseld met beelden van onder anderen Nelson Mandela en Mahatma Ghandi (respect). Een rondje door de zaal van middagvoorzitter Richard Engelfriet leerde dat de film vooral emoties opriep. Iets wat precies de bedoeling was, aldus Van Veen. Wat volgde was een programma be-

Verfrissender was de presentatie van Sander de Meester (directeur D&B The Facility Group) getiteld ‘Security reinvented’. Daarin ging hij in op twee bekende modellen van maatschappelijke ordening: het Angelsaksisch en het Rijnlands model. In het Angelsaksisch

De meeste aanwezigen hadden genoeg van meer techniek en meer maatregelen staande uit twee blokken, met elk een aantal korte presentaties die werden afgesloten met een discussie, waarin in hoog tempo verschillende aspecten van duurzaamheid en security werden gepresenteerd.

Rijnlands model

Sander de Meester (directeur D&B The Facility Group) presenteerde met het Rijnlands model een alternatief om security duurzamer te maken.

sumptie en de toenemende vraag naar grondstoffen, de dreiging van sociale onrust als gevolg van een scheve welvaartsverdeling, en de gevolgen van de klimaatverandering. Zijn weinig verrassende conclusie: duurzaamheid en veiligheid vragen om een andere cultuur en een nieuwe aanpak.

Vincent van Assem (ABN Amro) trapte af met een presentatie over duurzaamheid en hoe dit te borgen in de bedrijfsvoering. Daarin probeerde hij een antwoord te geven op de vraag wat duurzaamheid is en waarom het belangrijk is. Bij de beantwoording bleef hij vooral op het wat abstracte niveau van een groeiende wereldbevolking, de daarmee gepaard gaande stijgende con-

model wordt alle ruimte aan de krachten van de vrije markt gelaten en de overheid houdt zich zoveel mogelijk afzijdig. Het Rijnlands model daarentegen veronderstelt een overheid die zich actief bezighoudt met zaken als milieu, ruimtelijke ordening, onderwijs en sociale vraagstukken en gaat uit van een samenwerkingsbereidheid tussen overheid, werkgevers en werknemers. De Meester stelde dat het afgelopen decennium security vooral op het Angelsaksische model is gestoeld: korte termijn gericht, er is vooral geïnvesteerd in techniek, procedures, en de branche toonde zich weinig vernieuwend. Maar dit heeft niet tot meer veiligheid geleid en is bovendien weinig duurzaam. Zijn

Security Management nummer 11 november 2011

35

»


congres

alternatief om security duurzamer te maken is dan ook het Rijnlands model, dat meer op de lange termijn is gericht, waarbij de securitybranche meer zou moeten meedenken met de klant, minder op prijs zou moeten concurreren, waarde zou moeten toevoegen door innovaties, en de mens centraal zou moeten stellen. De aansluitende eerste rondetafeldiscussie ging in op de opgeworpen vragen of duurzaamheid & security inderdaad een andere kijk op security vraagt en er in andere oplossingen moet worden gedacht. Engelfriet betrok de zaal volop bij de discussie, waardoor er veel interessante ideeën aan de orde kwamen. Daaruit bleek dat de meeste aanwezigen wel enigszins genoeg hadden van meer techniek en meer maatregelen, en zich konden vinden in het gepresenteerde Rijnlands model. André Morsman vatte deze discussie kernachtig samen met zijn opmerking: ‘Less is more’.

Stap terug Het tweede blok bestond uit presentaties van René Polfliet (directeur Proseco/global security Heineken), Johan de Paauw (De Nederlandsche Bank) en Carel Stolker (oud-decaan van de Rechtenfaculteit Universiteit Leiden). Polfliet ging in op Brewing a Better Future, het duurzaamheidsprogramma

Middagvoorzitter Richard Engelfriet betrok de zaal volop bij de discussie, waardoor er veel interessante ideeën aan de orde kwamen.

te komen tot proactieve beveiliging. Randvoorwaarden hiervoor zijn commitment van de directie en de durf om verantwoordelijkheid te delegeren naar de beveiliger. Afsluitend hield professor Carel Stolker een luchtig betoog over duurzame security en aansprakelijkheid. Het is altijd verfrissend om een buitenstaander op genuanceerde wijze over security te ho-

Investeringen in het afgelopen decennium hebben niet tot meer veiligheid geleid van Heineken, en hoe security hierop is aangesloten. Dat was met name mogelijk op het onderdeel empowerment, waaronder medewerkersbetrokkenheid valt. Zaken als health & safety, werknemersrechten en integriteit gaven aanknopingspunten voor security. Zo kwamen er een code of business conduct, een klokkenluidersprocedure, en was er meer aandacht mogelijk voor security awareness. De Paauw schetste het nieuwe beveiligingsconcept - mensgerichte beveiliging - zoals dat een aantal jaren geleden door De Nederlandsche Bank is geïmplementeerd en dat als doel heeft

36

ren spreken. Stolker vormde hierop geen uitzondering. De oud-decaan hield een pleidooi voor een open, voor iedereen toegankelijke universiteit en bleek geen voorstander van uitgebreide securitymaatregelen zoals de toegangspoortjes die hij enkele jaren geleden noodzakelijkerwijs had moeten laten plaatsen. Hij zou hier het liefst weer vanaf willen, maar niemand durft die stap terug te doen, waarbij wordt geappelleerd aan het begrip aansprakelijkheid. ‘Maar is dat wel een argument?’, hield Stolker de zaal voor. Als jurist schetste hij de rechtspraktijk, waarbij volgens hem de rechter vooral gevoelig is voor het begrip ‘redelijk handelend’.

Security Management nummer 11 november 2011

Dat betekent dat in geval van beveiliging vooral moet kunnen worden aangetoond dat erover is nagedacht, dat er is geoefend en dergelijke. Kortom, dat er een bewuste afweging van risico’s is gemaakt. Ook daarvoor zal een rechter gevoelig blijken. Daarop vroeg hij de aanwezigen of zij inderdaad die stap terug zouden willen doen in techniek en maatregelen, en of ze dat voor de rechter zouden durven verdedigen. Dit leidde tot een boeiende tweede discussieronde, waaruit bleek dat een groot deel van de aanwezige securityprofessionals deze stap wel zou durven zetten. ‘Laten we teruggaan naar de vraag wat het probleem is en waarom een bepaalde maatregel is genomen. Misschien blijkt dan inderdaad wel dat het allemaal wat minder kan, en dan ben je ook aan het verduurzamen’, aldus een van de deelnemers.

Kunst van het afschaffen Engelfriet sloot de middag af met wat hij noemde ‘een Jerry Springer’ moment, waarbij het Morsman en Van Veen als organisatoren van de middag de kans gaf voor een ‘final thought’ over duurzame security. Van Veen varieerde hierbij met ‘de kunst van het afschaffen’ op het eerder door Morsman aangehaalde ‘less is more’, waarmee de middag perfect werd samengevat. ‹‹


Omar heeft een zesde zintuig. Omar Benali is beveiliger en wordt uitgezonden door Consolid. Hij heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel en een professionele instelling. Maar daarnaast heeft hij ook de gave om mensen in een oogopslag te kunnen peilen. En dat is een grote meerwaarde als je in de beveiliging werkt. We zijn bij Consolid dan ook heel blij met Omar en daarom doen we ons uiterste best om de perfecte werkomstandigheden voor hem te creĂŤren. Zo kan hij zelf aangeven bij welke projecten hij zich het prettigst voelt. Het zijn per slot van rekening mensen als Omar die van ons het grootste gespecialiseerde uitzend- en detacheringsbureau voor Vervoer en Veiligheid hebben gemaakt.

Met zekerheid. Consolid.

Het grootste gespecialiseerde uitzend- en detacheringsbureau voor Vervoer en Veiligheid

Omar Benali, beveiliger bij Consolid

www.consolid.nl


securit y

Schoolveiligheid: een k organiseren Uit recent onderzoek komt een aantal zorgelijke ontwikkelingen op het gebied van schoolveiligheid naar voren. Opvallende conclusie: het structureel inbedden van veiligheidsbeleid in de schoolorganisatie blijkt nog steeds in de kinderschoenen te staan. Sjoerd Boersma *

V

oordat ik een overzicht geef van de belangrijkste conclusies en van de manier waarop wij werken aan schoolveiligheid, vertel ik kort waarom dit onderzoek van belang is en op basis van welke visie wij werken aan meer veiligheid op school.

Visie In onze visie is iedere school zelf verantwoordelijk voor de veiligheid. Veiligheidsbeleid is volgens ons vooral een organisatorische opgave. Met de juiste cyclische aanpak, wat praktische ondersteuning en slimme software kan iedere school snel resultaten boeken.

Onderzoek Onze gebruikers registreren incidenten, ondervragen slachtoffers en daders over hun veiligheidsbeleving en leggen resultaten van veiligheidsschouwen vast. Met hun instemming onderzoeken wij deze volledig geanonimiseerde informatie ieder jaar op patronen, trends en ontwikkelingen. Dat doen we onder meer om goed inzichtelijk te krijgen welke typen incidenten zich in welke omvang voordoen. We weten echter dat er bij registratie sprake is van allerlei complicaties en afwijkingen. Zo worden incidenten die goed zichtbaar en makkelijk te duiden zijn, meer geregistreerd dan minder makkelijk te herkennen incidenten. Daarom zien we jaar na jaar fysiek geweld en diefstal hoog in de top-5. Pesten valt daarentegen altijd buiten de top-5, terwijl het bijna jaarlijks op nummer 1 in de vei-

38

ligheidsenquêtes staat. Ook als een school net begint met registreren of zich richt op een specifiek onderwerp, zien we dat de statistieken veranderen. In het najaar van 2007 zorgde de campagne Loop jij wapenvrij? voor een enorme toename van het aantal gere-

roepsgroepen: ambulance, belastingdienst, politie, primair en voortgezet onderwijs, treinpersoneel en ziekenhuizen. Dit is een zorgelijke ontwikkeling, omdat het onmogelijk is een goed werkend veiligheidsbeleid op maat te ontwikkelen en te monitoren als de orga-

Onduidelijkheid over de feiten maakt ieder begin van beleid onmogelijk gistreerde incidenten rondom wapenbezit. Na afloop van de campagne was alle aandacht hiervoor direct verdwenen. Hoewel tijdens de campagne duidelijk meer werd geregistreerd, werd er over het hele schooljaar niet of nauwelijks meer geregistreerd dan het jaar ervoor.

Schijn bedriegt We concluderen al jaren dat het aantal geregistreerde incidenten steeds verder terugloopt. Deze trend is niet alleen zichtbaar in het onderwijs. Ook uit een recent verschenen onderzoek voor het ministerie van Binnenlandse Zaken1 blijkt een verdere daling van incidentregistraties in verschillende beroepssectoren: ‘Vooral het laatste aspect (interne registratie van incidenten) vertoont een zorgelijke ontwikkeling: agressie en geweld worden nu minder vaak intern geregistreerd dan in 2007. Dat geldt voor de helft van de onderzochte be-

Security Management nummer 11 november 2011

nisatie geen zicht heeft op aard en omvang van agressie en geweld.’ Uit deze aanhoudende daling van het aantal geregistreerde incidenten is niet af te leiden dat het aantal incidenten zou afnemen. De daling maakt veeleer duidelijk dat veel scholen in vrijwel alle sectoren onvoldoende werk maken van schoolveiligheid. Zoals uit veel onderzoek bekend is, zijn jongeren in de schoolgaande leeftijd vaak betrokken bij incidenten. Uit onderzoek naar jeugdcriminaliteit van het CBS komt het volgende citaat: ‘In 2010 zegt ruim een derde van de 12- tot en met 17-jarigen (38%) in de voorafgaande 12 maanden minstens één van de 27 delicten te hebben gepleegd.’2

Ontkenning Wij krijgen regelmatig te horen dat deze aantallen incidenten ‘bij ons op school’ niet voorkomen. Het is echter


securit y

westie van van de feitelijke incidenten wordt geregistreerd. Hoewel we met dit soort vergelijkingen van verschillend onderzoek voorzichtig moeten omgaan, kwamen wij bij vergelijkingen van verschillende typen incidenten meermalen uit op ditzelfde percentage van 3 procent. Gezien de huidige ontwikkelingen van een afnemend aantal registraties, is dit percentage nog verder aan het zakken.

Perceptie en feiten

Met de methode Veilig Rond en In School (VRIS) starten scholen een cyclisch proces om de veiligheid rond en in de school te verbeteren.

een feit dat jongeren op deze leeftijd experimenteren, grenzen opzoeken en relatief vaak bij incidenten zijn betrokken. Bij 10– tot 13-jarigen liggen de percentages wat lager en bij 14– tot 17-jarigen wat hoger. Als school heb je rekening te houden met betrekkelijk grote hoeveelheden incidenten om de eenvoudige reden dat deze leeftijdsgroep op school aanwezig is. Als we de bijna 40 procent grofweg loslaten op een school van bijvoorbeeld 1.000 leerlingen, is een indicatief beeld van 400 incidenten te verwachten. Al zou slechts een kwart van de incidenten op en rond de school zelf plaatsvinden:

het zijn er vele malen meer dan wordt geregistreerd. Deze conclusie wordt nog eens versterkt door de volgende cijfers uit de VO monitor 2006: ‘Wat betreft feitelijk ervaren geweld voelen leerlingen zich relatief het meest slachtoffer van successievelijk verbaal geweld (15,7%), licht lichamelijk geweld (13,6%), en sociaal geweld (10,7%). Deze volgorde keert ook terug bij het dader zijn van geweld en getuige zijn van geweld.’ Als we deze cijfers van de VO-raad combineren met de geregistreerde incidenten, blijkt dat slechts 3 procent (!)

Deze situatie is om meerdere redenen zorgwekkend. Allereerst: zonder incidentregistratie krijg je geen goed veiligheidsbeleid van de grond. Uit de Monitor Sociale veiligheid in het onderwijs 2007 komt onder meer naar voren dat schoolleiding, leerkrachten en leerlingen dezelfde feiten sterk verschillend waarnemen en beoordelen. Leerlingen schatten bijvoorbeeld dat 22 procent van hen te maken heeft met pestgedrag, terwijl schoolleiders het houden op 0,9 procent. Dat is een factor 25 (!) verschil. Schattingen inzake wapenbezit, discriminatie en bedreigingen laten vergelijkbare verschillen zien. Daarom is het van groot belang incidenten te registreren, in combinatie met andere vormen van onderzoek zoals schouwregistraties en enquêtes. Onduidelijkheid over de feiten maakt ieder begin van beleid onmogelijk.

Imagoschade Een andere reden tot zorg komt voort uit de vraag waarom scholen minder incidenten registreren dan er plaatsvinden. Uit een onderzoek van EénVandaag in april 2011 onder 1.700 docenten bleek dat veel scholen niet in actie komen na verbaal of fysiek geweld. Terwijl de helft van de ondervraagde leerkrachten te maken heeft met verbaal geweld en 10 procent met fysiek geweld, onderneemt de schoolleiding in

Security Management nummer 11 november 2011

39

»


securit y

36 procent van de gevallen geen actie. De twee belangrijkste redenen zijn: vrees voor imagoschade en het ontbreken van duidelijke regels en protocollen. Het onderzoek bracht verscheidene schrijnende gevallen aan het licht. Naar aanleiding van het onderzoek bepleitte de Algemene Onderwijs Bond

weten ook al jaren dat de meeste incidenten zich juist dáár voordoen. VOraadsvoorzitter Sjoerd Slagter trok echter de conclusie dat de per 1 september 2012 verplichte incidentregistratie overbodig is. Nu zijn ook wij geen voorstander van de verplichting zoals de minister die

De schoolleiding doet in 36 procent van de gevallen niets, veelal uit vrees voor imagoschade systematische registratie, duidelijke protocollen en een vertrouwenspersoon voor leerkrachten: iemand met toegang tot inspectie en OM én de bevoegdheid sancties op te leggen.

Zand Binnen en buiten het onderwijs ontkent men de eigen onwetendheid op veel verschillende manieren. Onlangs publiceerde de Voortgezet Onderwijsraad de resultaten van een enquête onder ouders en leerlingen naar het veiligheidsgevoel. De scores waren vrij hoog. Dat strookt met onze eigen onderzoekservaring: we zien bijvoorbeeld al jaren dat leerlingen en personeel zich zeer veilig voelen in de klas. Maar we

voor ogen heeft. Maar anders dan Slagter vinden wij dat een eenduidige en specifieke incidentregistratie een onontbeerlijk onderdeel is van effectief veiligheidsbeleid. Incidentregistratie helpt je te ontdekken wat er aan de hand is. Enquêtes, schouwregistratie en incidentregistratie zijn drie noodzakelijke, elkaar aanvullende instrumenten om beleid te ontwikkelen en uit te voeren. Zonder adequaat veiligheidsonderzoek heb je geen goed beeld van de situatie en gedraag je je als een struisvogel met zijn kop in het zand. Overigens ontbrak het tot voor kort aan een gemeenschappelijke vorm van definiëren van incidenten in het onderwijs. Een goed uitgangspunt hier-

Pesten valt altijd buiten de top-5, terwijl het bijna jaarlijks op nummer 1 in de veiligheidsenquêtes staat.

40

Security Management nummer 11 november 2011

voor kan het ITS-rapport3 zijn, dat in het kader van de per 1 september 2012 verplichte incidentregistratie in opdracht van het ministerie van OCW is opgesteld. Het is echter noodzakelijk dit vocabulaire verder uit te bouwen voor de fysieke veiligheid.

Kinderschoenen In de praktijk zien we vaak dat het veiligheidsbeleid op school door iemand met persoonlijke motivatie op de agenda gezet wordt of dat de docent lichamelijke oefening de verantwoording krijgt, omdat hij of zij nog wat tijd over heeft. Het komt ook voor dat het veiligheidsbeleid plotseling aandacht krijgt nadat het flink is misgegaan. Uit onze jaaranalyses blijkt een rechtstreeks verband tussen het afnemen van het aantal registraties en het afnemen van het aantal mensen in de veiligheidsteams, die vaak ad hoc geformeerd zijn. Veiligheidsbeleid is echter een zaak die iedereen in school aangaat en waar continu aandacht aan besteed moet worden, niet alleen door de veiligheidscoördinator, de politie of de (ingehuurde) beveiligers én niet alleen als het misgaat. Het structureel inbedden van veiligheidsbeleid in de schoolorganisatie staat nog in de kinderschoenen.

VRIS De landelijke aanpak VRIS (Veilig Rond en In School) is het antwoord op de terechte vraag van veel scholen om professionalisering inzake schoolveiligheid. VRIS biedt onder meer handboeken voor het primair en voortgezet onderwijs, waarvan de basis in iedere onderwijsinstelling is toe te passen. De methode VRIS biedt heldere doelstellingen, praktische richtlijnen, flexibiliteit in maatregelen en een objectieve toetsing. Cruciaal is de keuze voor een cyclisch proces, gebaseerd op haalbare, door de school zelf bepaalde doelen. Iedere cyclus resulteert stapsgewijs in concrete verbeteringen en leidt tot een logisch vervolg. Stap 1: analyse Allereerst bepaalt de school doelen en partners zoals politie of Jeugdzorg. Door middel van een convenant of intentieverklaring ontstaat grip op verwachtingen en verplichtingen: men maakt afspraken over de financiering,


securit y

de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, de wijze van besluitvorming en evaluatie, de communicatie en de omgang met wijzigingen. Daarna volgt de analyse van de veiligheid in en om school. Men onderzoekt en registreert de feitelijke veiligheidsincidenten, de risico’s per ruimte en de veiligheidsbeleving. Daarbij kan men kiezen voor ondersteuning door een softwarematig veiligheidssysteem. Stap 2: prioritering Op basis van de eerder vastgestelde visie en doelstellingen integreert de school de analyse in een onderbouwd prioriteitenoverzicht. Het handboek VRIS biedt daarbij een praktisch format. Stap 3: plan van aanpak Het prioriteitenoverzicht is bepalend voor de doelen en maatregelen in het plan van aanpak. Dat plan is SMART: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Een voorbeeld: het aantal diefstallen in klaslo-

kalen moet binnen een jaar dalen met 60 procent. Het is onmogelijk alles ineens te doen en het is allerminst een schande dat een school zich beperkt tot een klein aantal allereerste prioriteiten. Integendeel: het is de beste manier om concreet vooruitgang te boeken.

Tips De methode VRIS biedt veel keuzevrijheid. Veel scholen worstelen langdurig met de vraag hoe te beginnen. In deze fase is papier geduldig. Drie tips uit de praktijk: 1. Houd het praktisch. Maak met het veiligheidsteam een eenvoudig beleidsplan. Zo’n plan met drie à vier doelstellingen past bijna altijd op 1 A4, is binnen een dag opgesteld en geeft de betrokken medewerkers inzicht in de impact van veiligheidsbeleid op het pedagogische proces. 2. Zet de eerste stap. Doe wat in het plan staat. Voer maatregelen uit, registreer gevolgen, analyseer ze en vertaal de beoordeling in nieuw beleid. Communiceer actief en breng de beleidscyclus snel op gang.

Iedere reis begint met de eerste stap. 3. Registreer de incidenten. Incidentregistratie is cruciaal voor de beoordeling van de maatregelen. Een laagdrempelig registratieproces is makkelijk en snel (maximaal 2 à 3 minuten) uit te voeren, bij voorkeur vanuit het leerlingvolgsysteem. ‚‚ * Sjoerd Boersma is directeur van IRIS Schoolveiligheid Bronnen 1. Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak. Onderzoek voor Veilige Publieke Taak 2007 – 2009 – 2011, DSP-groep 2. Jeugdcriminaliteit in de periode 1996 – 2010. Ontwikkelingen in zelfgerapporteerde daders, door de politie aangehouden verdachten en strafrechtelijke daders op basis van de Monitor Jeugdcriminaliteit 2010, Centraal Bureau voor de Statistiek 3. Definities van incidenten in het onderwijs, Advies. Prof. dr. T. Mooij en drs. W. de Wit. ITS, Radboud Universiteit Nijmegen, mei 2009

!

'9%. "

over

(Advertentie)

Het Nieuwe Werken

8#.+5'+5 -'05 ''0 #.5'30#5+'(

‡ 2'3('%5 .+%*5$''.& &3+' 45#0&'0 4531$' ‡ .+%*512$'0)45 .6/'0 %#0&.'218'3 ‡ .'7'04&663 663 ‡ '0 0#5663.+,- 10;' 7'353168&' 4'37+%' '0 )#3#05+'

+0(1 4#('5: .69 0.

!# $ !

" " " % " & # " " ' " ! $ ! # " ! ! $

" ### " !# #


informatiebeveiliging

Imagoschade? Maak van Oneigenlijk gebruik van (bedrijfs)kritische informatie leidt tot significante imagoschade. Er lijkt meer voor nodig dan alleen een hard- en/of softwarematige oplossing om dit te voorkomen. In dit artikel wordt een proces geschetst waardoor van integriteit een USP (Unique Selling Point) kan worden gemaakt. PAUL VELDHUIZEN *

D

e inburgering van het internet en de opkomst van de social media hebben er de laatste jaren voor gezorgd dat wij allen op een andere manier met elkaar zijn gaan communiceren. ‘Het Nieuwe Communiceren’ noem ik het gemakshalve maar. De snelheid waarmee wij boodschappen versturen, het bereik van onze berichten, de toegankelijkheid van alle bronnen. Alles is door ‘Het Nieuwe Communiceren’ toegenomen en draagt veelal positief bij aan onze kennisde-

Zonder dat wij het wisten, zijn we onbewust, onbekwaam geworden. Soms, op het wanhopige af, worden firewalls opgetrokken met het idee dat hoe zwaarder de beveiliging is, hoe veiliger dit is voor de organisatie. Maar een onjuiste securitybalans creeert juist risico’s. Medewerkers gaan bewust beveiligingsprotocollen omzeilen, omdat het te zware beleid de werkbaarheid van de processen in de weg staat. De factor mens blijkt hierin de zwakste schakel. Echter, diezelf-

Invoeren van een integriteitscode levert een positieve bijdrage aan de cultuurverandering ling. We leven in een echte kennismaatschappij waarmee kennis gerust tot de kapitaalgoederen van een onderneming gerekend mag worden.

Synergie Echter, de technologische ontwikkelingen nemen bijna exponentieel toe. Het tempo waarin nieuwe ontwikkelingen zich aandienen, is met de beste bedoelingen niet meer bij te houden. Het wordt daarmee steeds lastiger om onze positie in deze kennismaatschappij te bepalen. Immers, wat zich op internet afspeelt, is niet meer te stoppen en niet meer terug te draaien, en thans is niet te voorspellen waar het zal ‘eindigen’. Als we hier al geen grip meer op hebben, hoe is het dan gesteld met onze beveiliging? De techniek heeft ons immers ingehaald.

42

de mens zou toch ook de sterkste schakel kunnen zijn? Het is de synergie tussen Mens, Informatie en Veiligheid die organisaties weerbaarder maakt tegen imagoschade als gevolg van oneigenlijk gebruik van bedrijfskritische informatie.

Van expliciet naar impliciet Het vergroten van de weerbaarheid van een organisatie is een proces (zie ook het schema). Met alleen een bewustwordingstraining ben je er niet. Natuurlijk, het effect op korte termijn zal goed merkbaar zijn. Maar na verloop van tijd ebt het aangepaste gedrag weer weg en verzanden medewerkers in hun ‘oude doen’. Het is zaak dat er een verschuiving teweeg wordt gebracht van expliciet naar impliciet denken en doen. Iedereen doet

Security Management nummer 11 november 2011

thuis zijn deur op slot wanneer hij op vakantie gaat. Niemand steekt zijn portemonnee meer zichtbaar in zijn achterzak op een drukke markt. Maar als het de omgang met vertrouwelijke informatie betreft, is deze impliciete gedachtegang opeens niet meer aanwezig. De artikelen in de media spreken boekdelen.

Inventarisatie Slechts een cultuur- en gedragsverandering kan deze impliciete werkwijze tot stand brengen. Het proces dat daarvoor nodig is, begint met een nulmeting. De vraag ‘waar sta ik als organisatie in dit diffuse communicatielandschap?’ staat hierin centraal. Met behulp van een beleidsanalyse, waardebepaling, marktonderzoek, GAP-analyse, kwetsbaarheidsonderzoek, risicoanalyse, DMS-analyse en ICT-scan kan het uitgangspunt worden bepaald.

Beleid In de volgende fase dient er draagvlak te worden gecreëerd bij de directie, raad van bestuur en het management. De gehele exercitie is een top-down beweging, waarbij de top het goede voorbeeld zal moeten geven en de actie zal moeten initiëren. Naast het creëren van draagvlak kan in deze fase tevens beoordeeld worden of compliancy gestuurde tools moeten worden ingezet. Kan er gelijkertijd met de doorvoering van dit proces aan branchegerelateerde normen of standaarden worden voldaan? Het behalen van bijvoorbeeld een ISO 27002 normering mag geen doel op zich zijn, maar kan wel een wenselijke bijkomstigheid zijn.


informatiebeveiliging

integriteit een USP! een social mediabeleid opgesteld. Medewerkers moeten op de hoogte zijn van de waarden en normen gewenst vanuit de organisatie. En als we dan toch op een ongewenste manier op bijvoorbeeld Twitter worden genoemd, hoe gaan we daar dan mee om? Acteren we snel, langzaam of helemaal niet? En wat gaan we dan zeggen? Het is vandaag de dag van belang om daar scenario’s voor gereed te hebben.

Communicatie

Schema. Vergroten van de weerbaarheid van een organisatie is een proces.

Bewustwording Zodra in deze fase draagvlak is gecreeerd, kan de stap naar de fase van cultuurverandering worden gemaakt. Pas in deze fase wordt een focus gelegd op de bewustwording bij de medewerkers. Trainingen, workshops, lezingen en interne campagnes met bijvoorbeeld een mystery guest kunnen een positieve bijdrage leveren. Evenzo belangrijk is in deze fase het screenen van personeel op met name de vitale functies. Ook een integriteitscode mag niet ontbreken. Het invoeren van een integriteitscode waarbij de medewerker ervoor tekent dat hij deze gelezen heeft, begrepen heeft en zal toepassen, levert een positieve bijdrage aan de cultuurverandering.

Informatie Vervolgens is het gedrag aan de beurt. In deze fase vinden de bemoeienissen met de operationele informatie- en documentenstromen plaats. Opnieuw inventariseren. Welke informatiestromen en documentenstromen bewe-

gen zich binnen mijn organisatie? Wie is ‘eigenaar’ van de documenten en beheert deze afdoende? Wie is geautoriseerd? Is de informatie geclassificeerd? Zijn er waardepapieren binnen onze organisatie? Hoe is de authenticiteit van deze documenten gewaarborgd? Hoe verwerken wij geclassificeerde (vertrouwelijke) informatie? En ga zo maar door!

IT Uiteraard kan de IT hierin niet ontbreken. Echter, in dit proces richten we geen focus op technologische oplossingen maar op de factor mens. Hoe is het beleid opgesteld? Is er sprake van een transparant en toetsbaar beleid? Te vaak horen we dat ITmanagers alle kennis en dus ook macht in huis hebben. Hun meerdere is niet in staat te controleren op kwaliteit en betrouwbaarheid. Een vitale functie dus! Ook aandacht voor de social media mag hier niet ontbreken. Iedere zichzelf respecterende organisatie heeft

In de laatste fase van het proces dient met name de front office te worden ondersteund. Nu de organisatie een cultuur- en gedragsverandering heeft ondergaan en integriteit en betrouwbaarheid hoogstaande kernwaarden zijn, kan dit ook commercieel worden benut. Maak van integriteit een USP (Unique Selling Point)! Marketing, Verkoop, Klantenservice, iedereen in de front office dient hiervan op de hoogte te zijn en ernaar te werken.

Extra zintuig Met de implementatie van een proces zoals hiervoor beschreven, raken de waarden en normen, gewenst vanuit de organisatie, verankerd in de bedrijfsprocessen. Medewerkers creëren een extra zintuig waardoor ze gespitst zijn op de kansen en bedreigingen van ‘Het Nieuwe Communiceren’. En dat is precies wat we willen! Uiteraard blijft het noodzakelijk deze impliciete denk- en handelwijze aan te vullen met soft- en hardwarematige oplossingen, maar de factor mens is in deze getransformeerd van onbewust, onbekwaam naar bewust, bekwaam. Niet meer als zwakste schakel, maar als regisseur in het sterk veranderende landschap van communicatie. ‹‹ * Paul Veldhuizen, EDP, adjunct-directeur SecuredDocuments bv en oprichter van Tres Pretia pveldhuizen@secureddocuments.nl

Security Management nummer 11 november 2011

43


A World of Service

Veiligheid met een glimlach. ISS Security Services. Veiligheid is als gastvrijheid: voor een groot deel een kwestie van gevoel. Moderne beveiligers zorgen daarom niet alleen voor een veilige omgeving, hun bijdrage gaat verder dan dat. Zij dragen zorg voor gastvrijheid en een goede sfeer. Beveiligers met oog voor risico’s en gevaar, maar ook personen met hart voor de mensen in hun omgeving. De beveiligers zijn professionals die zich bewust zijn van de extra waarde die zij kunnen toevoegen: een plek waar medewerkers en gasten zich prettig voelen en met optimaal resultaat hun activiteiten kunnen uitvoeren.

Ons dienstenpakket bestaat niet alleen uit bedrijfsbeveiliging, maar ook uit objectbeveiliging, mobiele surveillance, meldkamersurveillance en winkelsurveillance. Wilt u weten wat ISS Security Services voor u kan betekenen? Bel dan 030 24 24 344 of ga naar www.isssecurity.nl.


securit y

Europa beweegt

Innovatiekansen voor security Er zijn verschillende Europese stimuleringsprogramma’s als het gaat om security. Daarnaast ontwikkelt de Europese Commissie een security industry policy en staat standaardisatie van veiligheid op de agenda. Een overzicht. HIN OEY *

S

timulering van security heeft in Europa niet alleen betrekking op het bekende 7de Kaderprogramma. Europa kent nog andere programma’s als ISEC en CIPS die zich richten op operationele toepassingen, maar die wel degelijk innovatief kunnen zijn. Deze maanden speelt ook de invulling van de nieuwe stimuleringsprogramma’s voor de periode 2014-2020. Ook is de Europese Commissie bezig met het ontwikkelen van een security in-

missie. In dit kader hebben we het dan over maatschappelijke veiligheid en niet over de veiligheid in de vorm van de Nederlandse (militaire) bijdrage aan de (NAVO) betrokkenheid bij internationale incidenten als bijvoorbeeld Afghanistan, piraterij of Libië. Als Europese stimuleringsprogramma’s ter sprake komen, valt op dat men dan vrijwel altijd alleen het Kaderprogramma voor ogen heeft. Het 7de Kaderprogramma (KP7) is het grote R&D-pro-

De Europese Commissie ontwikkelt een industriebeleid voor de veiligheidssector dustry policy en het invullen van standaardisatie op het gebied van veiligheid. De kansen zijn er, maar worden de Nederlandse prioriteiten, zowel vanuit de overheid, inclusief politie en brandweer, als vanuit het bedrijfsleven en kennisinstellingen wel voldoende opgepakt en ingebracht? De kansen van morgen worden immers vandaag bepaald!

R&D Als Europa ter sprake komt, gaat het vandaag de dag vooral over de Eurocrisis en de positie van de banken. Deze discussies hebben echter geen direct gevolg voor de meerjarige stimuleringsprogramma’s van de Europese Com-

gramma van de Europese Commissie. Alleen al voor het KP7-thema security is jaarlijks ongeveer 200 miljoen euro beschikbaar. Daarnaast passen in de andere KP7-thema’s vaak ook veiligheidsonderwerpen, zoals binnen het ICT-programma dat een budget kent van ruim 700 miljoen euro per jaar. Het Kaderprogramma is op dit moment ook actueel aangezien bedrijven en kennisinstellingen druk bezig zijn met het vormen van consortia om voor 23 november 2011 voorstellen in te dienen (voor het thema security). Op zich is dat niet verkeerd. Het KP7 is een groot programma met goede mogelijkheden voor R&D bij bedrijven en kennisinstituten (Nederland doet het

altijd goed in het KP7). Belangrijk is echter dat het KP7 een onderzoeksprogramma is en dat concrete toepassingen nog (ver) in de toekomst liggen. Voor het snel op de markt brengen van nieuwe producten en diensten is KP7 niet het juiste instrument. Ook voor eindgebruikers als met name politie of brandweer bieden KP7-projecten geen oplossingen voor de problemen of wensen van vandaag en morgen. Het Kaderprogramma is echter niet het enige Europese programma dat zich richt op veiligheid. Specifiek voor veiligheid is er bijvoorbeeld ook het programma ‘Security and safeguarding Liberties’ met een budget van ongeveer 100 miljoen euro per jaar. Deze programma’s zijn zowel sterk operationeel gericht als innovatief van karakter. Innovatie heeft dan de betekenis dat het gaat om nieuwe oplossingen die in een Europese context in de praktijk worden gebracht. Daarmee wordt ook het onderscheid gemaakt met het (veeljarige) ‘development’ uit R&D (dat in het KP thuishoort) en waarvoor operationele toepassingen juist in de toekomst liggen.

100% kans Dit ‘Security and safeguarding Liberties’ programma (en zo zijn er nog een aantal programma’s!) richt zich op een aantal specifieke thema’s. Voor het ISEC-deelprogramma betreft dit bijvoorbeeld onderwerpen als CBRN(e), radicalisering, mensenhandel, infor-

Security Management nummer 11 november 2011

45

»


securit y

matie-uitwisseling veiligheidsdiensten. Het CIPS-deelprogramma richt zich op aspecten die van belang zijn in het kader van rampen en crises, waaronder ook de kritische infrastructuur. Een bijzondere constatering is dat voor een aantal van die thema’s de jaarlijks geoormerkte budgetten niet opgaan. Dit betekent dus dat als voorstellen niet worden afgewezen op formele criteria en het minimumaantal punten halen, ze 100 procent kans hebben op 90 procent financiering! Voorwaar geen slecht vooruitzicht voor wat administratief werk. Bij het verschijnen van dit artikel zullen de sluitingsdata van 17 en 24 oktober waarschijnlijk al voorbij zijn. Niets let u echter om al voorbereidingen te treffen voor de volgende oproep in 2012. Hoewel de Europese Commissie er al een aantal jaren naar streeft om oproepen aan het begin van het kalenderjaar te doen, is dat de laatste jaren niet gelukt. Aangezien de programma’s voor de periode 2007-2013 op hun eind lopen, is het echter denkbaar dat de volgende oproepen al wel veel eerder in 2012 zullen plaatsvinden.

Meer beweging In het Europese is echter meer in beweging. De afgelopen maanden heeft er een brede consultatie plaatsgevonden over de invulling van de stimuleringsprogramma’s voor de nieuwe periode 2014-2020. Met betrekking tot innovatie is er in dat kader sprake van de nieuwe focus ‘Innovation Union’ met ‘Horizon 2020’ als slogan. Voor het nieuwe kaderprogramma is een van de belangrijkste voorstellen dat security geen zelfstandig thema meer zal zijn, maar onderdeel wordt van de ‘grote uitdaging’, zoals dat in het Europese jargon wordt aangeduid, ‘inclusive, digital and secure society’. De verwachting is dat de besluitvorming over de kaders en de budgetten de komende maanden afgerond gaat worden. Voor 2014 moeten er immers werkprogramma’s worden opgesteld en goedgekeurd en dat kan alleen als eerst de meerjarenprogramma’s zijn vastgesteld en de budgetten bekend zijn. Aangezien veiligheid nog steeds een belangrijk maatschappelijk issue is, ligt het voor de hand dat de budgetten van bij elkaar 300 miljoen euro per jaar eerder groter dan kleiner zullen worden.

46

Er zijn verschillende Europese stimuleringsprogramma’s als het gaat om security. Voor zowel vraag (politie/brandweer) als aanbod (kennisinstellingen en bedrijfsleven) is het verstandig om de komende maanden actief te zijn, want de komende periode kan men nog invloed hebben op de inrichting van deze programma’s. Hiervoor is het echter wel noodzakelijk dat inspanningen worden gecoördineerd; alleen opereren in het Europese is niet verstandig. Naar de toekomst betekent dat echter ook dat u vele jaren de tijd hebt om voorstellen voor te bereiden. Er is geen reden dat u zich moet laten ‘verrassen’ tot de jaarlijkse oproepen gepubliceerd worden. U hebt immers zelf meegeschreven!

Industriebeleid Een andere ontwikkeling is dat de Europese Commissie doende is om een industriebeleid voor de veiligheidssector te ontwikkelen. De belangrijkste overweging hierbij is dat men de positie van de Europese veiligheidssector wil versterken ten opzichte van Amerika en

Security Management nummer 11 november 2011

de opkomende industriële landen. In de eerste helft van 2011 is er een uitgebreide consultatie geweest. De resultaten zijn op 18 oktober in de vorm van een workshop gepresenteerd. Ook schenkt de Europese Commissie aandacht aan standaardisatie en is in de vorm van een zogenoemde Mandate aan de Europese standaardisatieorganisaties gevraagd te komen met een inventarisatie van de standaarden die er zijn op het gebied van veiligheid en op welke gebieden standaardisatie-initiatieven wenselijk zijn. ‹‹ * Hin Oey is innovatieadviseur bij het Agentschap NL. In het kader van zijn promotiestudie Innovatie & veiligheid brengt hij aspecten in kaart die daarbij van invloed zijn, waaronder Europese ontwikkelingen. Actuele ontwikkelingen en verwijzingen naar de verschillende programma’s en bijeenkomsten kunt u vinden op zijn website http://www.veiligheidinnovatief.nl of www.agentschapnl.nl


gastcolumn

Is ‘tone at the top’ voldoende? Integriteit is net zoiets als duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen, of een HR-paradepaardje als passiemanagement. Veel organisaties vinden dat ze er iets mee moeten, maar peinzen zich suf om aan dit soort prachtig gedachtegoed geloofwaardig en werkbaar uitvoering te geven. Want hoe ga je medewerkers die zelf aangeven ‘puur voor het salaris’ hun baan uit te oefenen, meenemen in een verhaal over de inzet van passie en talent op je werk? Of wat doe je wanneer je als directeur een prachtig duurzaamheidsbeleid hebt gepresenteerd bij de nieuwjaarsborrel, maar het niet over je hart kunt verkrijgen om die BMW 7-serie met 5 liter V8 in te ruilen voor een hybride Toyota Prius? Kortom, sommige zaken zijn nu eenmaal eenvoudiger gezegd dan gedaan. Zo ook integriteit. Sterker nog, integriteit dreigt in veel organisaties een boardroomonderwerp te blijven, omdat ze door haar abstractie van nature niet doorsijpelt in de gehele organisatie. En daarmee mist ze elke uitwerking. Dat de ‘tone at the top’ in bestuurskamers cruciaal is wanneer het gaat om integriteit binnen ondernemingen, lijdt geen enkele twijfel. Wat de baas vindt, zou immers moeten overslaan op de rest van de organisatie, goed voorbeeld of niet. Maar hoe moeten medewerkers op de werkvloer integer geïnspireerd raken door mensen die zij zelden tot nooit spreken? Laat staan er van gedachten mee wisselen over een toch vaak wat ongrijpbaar en abstract begrip als integriteit? Natuurlijk valt in het personeelsmagazine een bevlogen verhaal te lezen van de directeur (zelf geschreven of ingefluisterd) over corporate responsibility, maatschappelijk verantwoord ondernemen en hoe integriteit een belangrijk speerpunt is voor de invulling van het beleidsplan voor het komende jaar. Resultaten, winst en aandeelhouderswaarde zijn natuurlijk prachtig, aldus de directie, maar alleen als we onszelf binnen de organisatie recht in de ogen kunnen kijken. En vanzelfsprekend de maatschappij. Maar ook buiten

Rotterdam kent men de passage uit het Feyenoord-clublied: ‘Geen woorden maar daden’. Voorbeeldgedrag - goed of slecht - doet pas volgen als het wordt gezien. Concrete keuzes, beslissingen en daden. En zie daar het grote knelpunt, want zoals eerder gememoreerd zien medewerkers de organisatieleiding vaak niet of nauwelijks. Om over de afwegingen die zij in hun bestuurlijke beslissingen maken, nog maar te zwijgen. De medewerker op de werkvloer ziet slechts zijn collega’s, zijn direct leidinggevende, met wie hij in de dagelijkse praktijk keuzes maakt die zijn integriteit en/of de integriteit van de organisatie raken. Collega’s en leidinggevende dienen als voorbeeld, niet wat er allemaal in de bestuurskamer plaatsvindt. Eenzelfde principe geldt voor soldaten op het slagveld. Zij raken bevlogen en geïnspireerd door de woorden en daden van de generaal die aan hun zijde ten strijde trekt. Die ondanks zijn verwondingen en een overtalsituatie ‘leve het vaderland’ blijft roepen. De abstracte bespiegelingen en ingewikkelde plannen om het hele continent te veroveren van de defensiestaf, net buiten de vuurlinie, kan hen – als ze die al kennen – meestal wat minder bekoren. Als u dus als organisatie echt iets wilt met integriteit, volsta dan niet met wat tekst en taal over het onderwerp. Dat is zeker niet genoeg. Maar zorg dat het middenmanagement als ‘generaals van integriteit’ uw organisatie op sleeptouw neemt. Zij hebben namelijk de sleutel om woorden om te zetten in daden. Kortom: ‘tone at the bottom, tone in the middle & tone at the top’!

Voorbeeldgedrag - goed of slecht doet pas volgen als het wordt gezien

Marcel Boekhorst, algemeen directeur Signum Interfocus Riskmanagement Dit is de afsluitende gastcolumn van Marcel Boekhorst in een serie van drie. De eerste twee verschenen In Security Management 2011, nummer 7/8 en nummer 10.

Security Management nummer 11 november 2011

47


'( 9225'(/(1 9225 8 =,-1

%5($.,1* 1(:6 3RVW KER RSOHLGLQJ 6HFXULW\ 7HFKQLHN ELM 6RED 6HFXULW\ 2SOHLGLQJHQ %9 ,Q JRHG RYHUOHJ PHW GH +DDJVH +RJHVFKRRO LV EHVORWHQ RP GH RSOHLGLQJ 6HFXULW\ 7HFKQLHN LQ KHW YHUYROJ GRRU 6RED WH ODWHQ RUJDQLVHUHQ

6FKULMI X LQ YµµU

*D RS YRRU 06HF ]LH VHUQ QO

%HWHU RSJHOHLG DDQ KHW ZHUN ZZZ VRED QO

LINKPOWER PASSIE RESULTAAT EVENWICHT VISIE POWERED BY KLUWER

Economisch moeilijke tijden? Úw organisatie kan het aan.

WWW.LINKPOWER.NL

Linkpower, meetbaar beter! Teamcoaching en organisatieontwikkeling


recherche

Meld fraude anoniem Bij een groothandel was een werknemer onbedoeld getuige van het wegnemen van bedrijfseigendommen. De man stond toen voor een dilemma. Hij had wetenschap van diefstal op de werkvloer, maar hij had ook goed contact met de betrokken collega’s. De werknemer besloot een anonieme melding te doen op de website van een recherchebureau. RENÉ TERWEY *

B

ij een groothandel in koffie en thee was een werknemer onbedoeld getuige van het wegnemen van bedrijfseigendommen. Hij zag dat een aantal draadloze toetsenborden door collega’s in kasten werd gezet. Het betrof een deel van een partij kantoorspullen die was besteld en nog geïnstalleerd moest worden. Pas toen de facilitaire dienst van het bedrijf een mail rondstuurde met daarin de vraag waar de toetsenborden gebleven waren, besefte de medewerker dat zijn collega’s daar meer van wisten.

Anonieme melding De man was loyaal aan zijn werkgever en het feit dat hij mogelijk wetenschap had van diefstal op de werkvloer, knaagde aan hem. Echter, hij had goed contact met de betreffende collega’s en wilde zich niet mengen in de vermissing van de toetsenborden. Hij besloot een anonieme melding te doen en kwam na een kleine zoek-

in totaal zestien toetsenborden had inmiddels volop aandacht van zowel de Facilitaire Dienst als Personeelszaken van het bedrijf. De anonieme melding leidde tot een intern onderzoek, waarbij zo’n twintig medewerkers zouden worden geïnterviewd. De onderzoekers waren uiteraard niet bekend met de identiteit van de melder.

Strikte geheimhouding Bij het vijfde gesprek kregen de interviewers de indruk dat zij tegenover een werknemer zaten die meer wist van het verdwijnen van de nieuwe toetsenborden. Dit vermoeden klopte: ze spraken met degene die anoniem melding had gemaakt van de fraude. Nog steeds wilde deze persoon absoluut niet dat intern bekend zou worden dat hij getuige was geweest van het ontoelaatbare gedrag van zijn collega’s. Onder toezegging van strikte geheimhouding, deed de man vervolgens in detail zijn verhaal.

Niemand heeft ooit geweten wie de anonieme bron is geweest tocht terecht op de website van een recherchebureau dat mensen de mogelijkheid biedt om volledig anoniem fraude te melden. De directeur van het recherchebureau las de mail van de melder en nam contact op met de groothandel. Binnen een dag zat hij bij een van de managers aan tafel. De vermissing van de

Hij schetste de onderzoekers een duidelijk beeld van de situatie waarin de spullen waren ‘verdwenen’. Destijds waren, na ontvangst van de order bij de receptie, de spullen op een gang beland in afwachting van verdeling en installatie. In een periode van een dag of vijf verplaatsten twee personen de toetsenborden in verpakking en al

naar een andere plek binnen het bedrijf. Een handeling waar de melder ongewild getuige van was. Alle toetsenborden zouden mogelijk nog steeds in twee verschillende voorraadkasten in een magazijn staan. Ver uit het zicht van de Facilitaire Dienst die de producten besteld had. Nadat de interviewers nog een paar werknemers hadden gesproken, maakten zij een rondje over alle afdelingen en magazijnen. Hierbij hadden zij uiteraard nadrukkelijk oog voor een paar specifieke kasten die vrij toegankelijk en bovendien niet afgesloten waren. Al snel troffen zij alle zestien toetsenborden aan, rondom de locatie die de anonieme melder had aangegeven.

Koffiedik kijken De bedrijfseigendommen hadden het pand dus niet verlaten. Of dit wel had kunnen gebeuren, is koffiedik kijken. Feit is wel dat dankzij de anonieme melding tijdig en gericht onderzoek kon worden gedaan. Hierdoor zijn de vermiste toetsenborden boven water gekomen. Het management van het bedrijf heeft vervolgens de interne procedures aangescherpt. Niemand, behalve de twee interviewers van het recherchebureau, heeft ooit geweten wie de anonieme bron is geweest. ‹‹ * René Terwey is directeur van VMB security & solutions te Almere (www.vmbrecherche.nl)

Security Management nummer 11 november 2011

49


produc ten -/dienstenregister Beveiliging en toegangscontrole

Beveiliging en Toegangscontrole

CCTV

Handlampen

Toegangscontrolesystemen

Nedap N.V. Security Management Postbus 103 7140 AC Groenlo (T) 0544 471 666 (F) 0544 464 255 (I) www.nedap-securitymanagement.com

Deursloten

!

!

✠Graag ontvang ik meer informatie over de plaatsingsmogelijkheden in het Producten-/ dienstenregister van Security Management.

Organisatie Naam

M/V

Ingevulde coupon kunt u sturen naar:

Postbus Postcode Plaats

U kunt ook bellen: (0172) 46 64 71 of mailen: bumalphen@kluwer.nl

Tel. Email

50

Kluwer t.a.v. Liesbeth van den Hoek Postbus 4 2400 MA Alphen aan den Rijn

Security Management nummer 11 november 2011


Foto: G4S cash solutions

recht

Geldtransporteurs mogen stadshart in Een winkelcentrum is afgesloten voor verkeer. Twee geldtransporteurs vragen toestemming om het centrum in te kunnen rijden maar de gemeente weigert en verwijst naar de laad- en loshoven. De Raad van State oordeelt dat de belangen van de geldtransporteurs onvoldoende zijn meegewogen. ROB POORT *

H

et stadshart in Almere is een winkelgebied dat is gelegen op een gebogen maaiveld. De winkelstraten bevinden zich op een soort terp. Onderaan en om die terp zijn zes laad- en loshoven aangelegd om de winkels te bevoorraden. Via een stelsel van gangen, trappen en liften kan het hoger gelegen winkelgebied worden bereikt. Dat is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer door middel van vaste palen, omklapbare palen en dynamische palen die de grond in kunnen zakken (de fysieke belemmeringen).

Onveilig G4S en Brink’s voeren landelijk gelden waardetransporten uit. Daaronder vallen ook winkeliers uit het stadshart. Doordat de winkelstraten zijn afgesloten, kunnen zij deze klanten alleen via de laad- en loshoven bereiken. Die toegangen zijn volgens de transporteurs zeer onveilig. De afsluiting zou ook in

In februari 2009 weigert het college om de fysieke belemmeringen te verwijderen. Bezwaar haalt niets uit, maar beroep wordt in december 2010 door de rechtbank gehonoreerd. Die geeft opdracht de bezwaren van de geldtransporteurs opnieuw te bekijken. Daartegen tekent het college beroep aan bij de hoogste bestuursrechter, de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Vrijstellingsregeling De afdeling Bestuursrechtspraak begint met enkele wettelijke aspecten. In het kort komt het erop neer dat op grond van artikel 15, eerste lid, Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994) borden en andere verkeerstekens worden geplaatst op grond van een algemene maatregel van bestuur op basis van een verkeersbesluit. Op bepaalde wegen - zoals hier het geval - worden dergelijke besluiten genomen door burgemeester en wethouders. De minister van Infrastruc-

Het belang van de geldtransporteurs is het bereiken van hun klanten op een zo veilig mogelijke manier strijd zijn met een ministeriële regeling, waarin voor dergelijke bedrijven een algemene vrijstelling is opgenomen om verboden winkelgebieden in te rijden. G4S en Brink’s hebben het college van B&W verzocht toepassing te geven aan de regeling, zodat zij met hun transportvoertuigen het winkelgebied kunnen inrijden.

tuur en Milieu kan op grond van artikel 147 Wvw 1994 vrijstelling verlenen voor het gebruik van een weg ten behoeve van particuliere geldtransporteurs. Dat is beperkt tot gebieden waarvoor een verkeersbesluit is genomen met het oog op bescherming van het winkelende publiek. Volgens het college zou de regeling al-

leen vrijstelling geven voor tijdelijke opschorting tijdens zogenaamde venstertijden. In die periode kan de beperking tijdelijk worden opgeheven, zodat de winkels kunnen worden bevoorraad. Maar voor het stadshart gelden geen venstertijden en daarom is de vrijstelling niet van toepassing. Verder is er nog een discussie over de juridische status van het verzoek van de transporteurs. Volgens de afdeling Bestuursrechtspraak heeft de rechtbank terecht overwogen dat het verzoek is te zien als een verzoek tot het nemen van een verkeersbesluit. De rechtbank heeft, weliswaar op onjuiste gronden, terecht geoordeeld dat het bezwaar van de transporteurs door het college ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Het college is daarmee terecht opgedragen een nieuw besluit op het bezwaar te nemen, waarbij inhoudelijk op het bezwaar had moeten worden beslist.

Landelijk belang Gezien het belang dat landelijk aan een veilig geld- en waardetransport wordt toegekend, moet het college nader motiveren dat aan het belang van de geldtransporteurs om op een zo veilig mogelijke manier hun klanten te bereiken voldoende wordt tegemoetgekomen door het systeem van de laad- en loshoven. Het college wordt opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de vrijstellingsregeling. ‹‹ Raad van State, Afdeling Bestuursrechtspraak, 7 september 2011, LJN: BR6870 * mr. ing. R.O.B. Poort is jurist en veiligheidskundige (www.bureaupoort.nl)

Security Management nummer 11 november 2011

51


contacten en contracten

Mail uw informatie (met jpg-foto) voor deze rubriek naar adekort@kluwer.nl

Norbain distributeur Cameramanager.com

Sales manager bij Paraat

Rishi Lodia van Cameramanager.com (links) en Philip Cowles (Norbain) bij de ondertekening van het contract.

Luite Paardekoper is bij Paraat in Aalsmeer aangesteld als sales manager. Paardekoper is na de afronding van de Hoge Hotelschool in Den Haag werkzaam geweest als salesfunctionaris bij Tempo Team. Binnen Paraat is hij verantwoordelijk voor de afdeling sales & marketing. Paraat biedt totaaloplossingen op het gebied van veiligheid.

Norbain is officieel distributeur geworden van Cameramanager.com, het online camerasysteem dat werkt op een bestaande internetverbinding. Norbain

biedt de abonnementen van Cameramanager.com zowel los aan, als in combinatie met verschillende IP-camera’s.

Bijzonder hoogleraar Besturen van Veiligheid Per 1 september is Ira Helsloot benoemd als bijzonder hoogleraar Besturen van Veiligheid aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De leeropdracht richt zich op het onderzoek naar het besturen van veiligheid in bredere zin, dat wil zeggen op de wijze waarop het openbaar bestuur veiligheidsbeleid ontwikkelt, vast-

stelt en uitvoert. De leerstoel zal bijdragen aan een nieuw op te zetten masterspecialisatie en deeltijdmaster ‘besturen van veiligheid’ bij de afdeling Bestuurskunde van de faculteit Management Wetenschappen. De leerstoel wordt financieel mogelijk gemaakt door de Stichting Crisislab en Berenschot.

Samenwerking G4S en TNO Op 26 augustus tekenden G4S en TNO een samenwerkingsovereenkomst, waarin de intentie is vastgelegd om op niet-exclusieve basis informatie uit te wisselen over marktkansen en technologische ontwikkelingen.

G4S en TNO stellen met de ondertekening als doel gezamenlijke activiteiten te initiëren voor het ontwikkelen van innovatieve beveiligingsproducten en -oplossingen.

Afhankelijk van IP, financieringsvorm en exploitatie worden de ontwikkeltrajecten in een later stadium beschreven. De uitwerking van twee concrete ontwikkelingstrajecten is inmiddels gestart: Elektronisch toezicht en Tracking & Tracing in een gesloten omgeving. Beide partijen hebben de intentie om in de nabije toekomst samen te werken op het gebied van training & opleiding, cybersecurity en in EU-projecten.

Nederlof naar Bosch Per 12 september is André Nederlof MBA in dienst getreden als sales manager monitoring services bij Bosch Communication Center. Hij wordt verantwoordelijk voor de verdere uitrol van de kwalitatieve meldkameractiviteiten van Bosch in Nederland en het voldoen aan NEN 50518. Nederlof heeft ruim 25 jaar ervaring in de meldkamerbranche. Zo bekleedde hij de afgelopen jaren diverse functies bij Televista en Chubb Security, waar hij verantwoordelijk was voor alle meldkameractiviteiten. Daarnaast is hij ruim tien jaar actief als docent in diverse onderwijsinstellingen, waar hij bijdraagt aan de ontwikkeling van meldkamersystemen.

Muller lid Onderzoeksraad voor Veiligheid De ministerraad heeft er mee ingestemd om prof. mr. dr. E.R. (Erwin) Muller voor te dragen

52

voor benoeming tot lid van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Muller is tevens hoogleraar Veiligheid en Recht aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden. De benoe-

Security Management nummer 11 november 2011

ming is per 1 november 2011 ingegaan. De andere leden van de raad zijn mr. Tjibbe Joustra (voorzitter), prof. dr. ing. Ferdinand Mertens, dr. ir. Koos Visser en mr. Annie Brouwer-Korf.


contacten en contracten

100% elektrische geldwagen

Nieuwe directie COT

G4S en Mercedes-Benz hebben de eerste 100 procent elektrische geldwagen in Nederland geïntroduceerd.

Omdat zijn lidmaatschap van de Onderzoeksraad voor Veiligheid niet is te combineren met zijn functie als algemeen directeur van COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement, legt Erwin Muller per 1 december deze functie neer. De directie van het COT wordt vanaf die datum gevormd door Dora Horjus en Marco Zannoni. Beiden maken reeds deel uit van het directieteam.

Het is de eerste in serie geproduceerde Mercedes-Benz Vito E die als geldwagen wordt ingezet. Deze emissieloze geldwagen past binnen de duurzaamheidambities van G4S. De eerste Groene Geldwagen zal gaan rijden in Rotterdam. De wagen heeft een actieradius van ongeveer 80 kilometer. Bovendien stoot hij geen uitlaatgassen uit. Dit maakt de elektrische geldwagen uitermate geschikt om de binnenstad van Rotterdam te bedienen, waar winkels dicht bij elkaar liggen. Volgens Gert Askes, algemeen directeur van G4S Cash Solutions, zal niet alleen

de ondernemer, maar ook het winkelend publiek de Groene Geldwagen omarmen: ‘Veel geldwagens moeten uit veiligheidsoverwegingen hun motor laten draaien wanneer zij stilstaan. Een elektrische geldwagen kent dit probleem niet.’

Aras Security neemt SHJ Elektronik over Per 1 oktober heeft de Deense vestiging van Aras Security, gevestigd in Kopenhagen, het eveneens Deense bedrijf SHJ Elektronik overgenomen.

SHJ is de exclusieve distributeur van NOX Systems in Scandinavië. Met deze volledige overname haalt Aras niet alleen veel kennis in huis, maar

Avigilon ontwikkelt en fabriceert High Definition Surveillance systemen. Deze producten en oplossingen zijn al toegepast in duizenden projecten in meer

Sales manager Profi-Sec dan zestig landen. De Avigilon camerarange bestaat volledig uit hogeresolutiemodellen, waaronder modellen met jpeg2000 losless compressie (geen verlies bij comprimeren beelden), met een maximale resolutie van 16 megapixel en binnenkort zelfs een 29 megapixel camera.

TSC neemt WWS over The Security Company (TSC), marktleider op het gebied van crowd managementdiensten en evenementveiligheid, heeft per 1 oktober de orderportefeuille overgenomen van het in faillissement verkerende beveiligingsbedrijf World Wide Security (WWS). Hiermee heeft TSC bewerkstelligd dat de werkgelegenheid voor de beveili-

Evva Nederland heeft op 16 september haar 30-jarig bestaan gevierd. Tegelijkertijd werd stilgestaan bij het feit dat het bedrijf inmiddels tien jaar distributeur is voor de Nederlandse markt van Salto.

ook lopende projecten, een exclusief dealernetwerk en de exclusieve distributierechten van NOX in Scandinavië. Aras Security A/S Denemarken is een dochter van Aras Security Nederland en doet met deze overname een belangrijke investering in de verdere groei van de Aras groep.

Norbain leverancier Avigilon Norbain Benelux heeft Avigilon toegevoegd aan het productenpakket van IP video.

Evva Nederland 30 jaar

gingsmedewerkers van WWS zo veel als mogelijk behouden blijft en dat de continuïteit bij de relaties van WWS is gewaarborgd. WWS-directeur Peter Theunissen en het key management komen in dienst bij TSC, zodat opdrachtgevers van het voormalige WWS met hun eigen vertrouwenspersonen rond de tafel kunnen blijven zitten.

Profi-Sec Security uit Rosmalen heeft Boudewijn Coert aangetrokken als senior sales manager. Hij heeft vijftien jaar bij de gemeentepolitie gewerkt en is al twintig jaar actief in de beveiligingsbranche. Coert werkte onder meer als hoofd uitvoering van NL ’86, was oprichter van Proguard Beveiliging, districtsmanager bij Securicor, hoofd beveiliging bij ISA, en was recentelijk in dienst bij Capricorn in Zoetermeer.

Security Management nummer 11 november 2011

53


co lu m n

Vertrouwen

A

fwaardering, Eurocrisis, algehele economische malaise. We horen het analisten steeds weer herhalen: 'Het heeft te maken met vertrouwen'. Of in geval van het Europese monetaire stelsel, het steeds verder afbrokkelen hiervan. Net als geldt voor de op- en neerwaartse bewegingen in de financiële markten heeft security in mijn beleving alles te maken met vertrouwen. Sommigen van u zullen nu de wenkbrauwen ophalen en denken 'waar komt deze gast vandaan?!’ Nee, beste lezer, niet uit dat spreekwoordelijke ei. Noch ben ik blijven hangen in de hippiebeweging (muzikaal overigens wel, maar dat doet hier verder niet ter zake). Natuurlijk ken ik het klassieke beveiligingsadagium: vertrouwen is goed, wantrouwen is beter. Om de donkere kant van de werkelijkheid te kunnen zien en tegen te houden, is wantrouwen een kernkwaliteit. Je zou daarom evengoed kunnen betogen dat ons vakgebied bestaat bij de gratie van wantrouwen. Dat lijkt althans ook het dogma voor generaties van securityprofessionals wereldwijd. Nog wel eens verder gevoed door de marketing van de almaar uitdijende security-industrie. Toch leg ik in mijn benadering van security management steevast de nadruk op vertrouwen. Uiteindelijk zou dat in mijn beleving de resultante moeten zijn van onze inspanningen. De formule die ik hanteer, is simpel maar robuust: wantrouwen + security = vertrouwen. Als wij ons werk goed doen, realiseert beveiliging vertrouwen. Vertrouwen in de veiligheids- en integriteitsituatie en in een zo ongehinderd mogelijk verloop van de kernactiviteiten. Als security manager bouw je aan vertrouwen, want zonder vertrouwen ontbreekt het je aan legitimiteit. Ik ben daarom altijd bovenmatig geïnteresseerd geweest in de kosten-batenaspecten van beveiligingsvraagstukken. Welke investeringen in security zijn op basis van welke afwegingen noodzakelijk? Maar ook: wat weten we van de mate waarin de getroffen maatregelen hun doel daadwerkelijk bereiken en renderen? Natuurlijk weet ik ook dat deze vragen vaak lastig

te beantwoorden zijn. Maar dit is wat mij betreft geen reden om dergelijke vragen onbeantwoord te laten. Ik zou het in dat verband toejuichen als een business school hier meer diepgravend onderzoek naar zou doen. Meer (fundamenteel) inzicht in de balans tussen kosten en baten van investeringen in security zou de security manager ontzettend helpen. En zou tevens het vertrouwen in securitymaatregelen helpen verstevigen. Zolang er nog zo weinig bekend is over de rendabiliteit van beveiliging, fungeert transparantie als sleutelelement voor vertrouwen. Ik bedien mij daarom vooralsnog van het volgende recept: » security management is expliciet ondersteunend aan de algemene bedrijfsvisie en -doelstellingen; » alle beveiligingsinspanningen zijn gebaseerd op een securitystrategie; » deze beveiligingsinspanningen zijn doelgestuurd en resultaatgericht; » security management integreert het beste van aanverwante managementdisciplines als risico-, continuïteits- en crisismanagement; » maatregelen zijn het resultaat van weloverwogen keuzes, goed uitlegbaar én communiceerbaar; » er bestaat zicht op de effectiviteit, efficiëntie en rendabiliteit van de inspanningen; » en tot slot bevorderen we de aandacht voor security als kernwaarde binnen onze organisatiecultuur. Ik denk zo de psychologie achter het vertrouwen positief te kunnen beïnvloeden en afbrokkeling en malaise te voorkomen.

Colin T. is security manager bij een Nederlandse multinational. Aan de hand van de weerbarstige securitypraktijk van alledag geeft hij maandelijks zijn kijk op veiligheid.

Security Management nummer 11 november 2011

54


Hier worden de juiste beveiligingsmaatregelen getroffen Beveiligingsmaatregelen? Waar dan? Iedereen die wil kan de inhoud van deze container toch zo meenemen? Dat klopt. In zekere zin. Maar deze container is leeg. En een container zonder inhoud vormt geen risico en is niet aantrekkelijk voor criminelen. Waarom zou je er dan state of the art beveiligingsmaatregelen op loslaten? Die kun je beter inzetten bij objecten die daar wel om vragen. Trigion zoekt altijd naar de juiste balans tussen beveiligingsniveau en -risico. Trigion is het grootste beveiligingsbedrijf van Nederland. We kunnen bogen op een ervaring van 100 jaar. Zoeken proactief naar nieuwe oplossingen om mensen en eigendommen nog beter en efficiĂŤnter te beschermen. Onze opdrachtgevers waarderen dat. Dat blijkt niet alleen uit onze klanttevredenheidsonderzoeken maar ook uit onze langdurige contracten. Omdat we doen wat er van ons wordt verwacht. En eigenlijk altijd net iets meer dan dat. Wilt u weten wat Trigion voor uw organisatie kan betekenen? Kijk voor meer informatie op www.trigion.nl of bel (010) 298 11 33. Wij zijn u graag van dienst. Trigion. Toongevend in veiligheid

De juiste mensen op de juiste plek


A[dd_ib[_Z[h _d X[l[_b_]_d]

SECURITY Management

: WYj_[l[ X[l[_b_]_d]ifWhjd[h Edp[ fei_j_[ lWd a[dd_ib[_Z[h l[hjWWbj p_Y^ _d ^[j X[]h_`f[d lWd Z[ abWdj [d Z[ if[Y_ƀ[a[ X[^e[\j[d [d m[di[d$ C[j edp[ [nf[hj_i[ [d [hlWh_d] cWWaj I[Ykh_jWi fheWYj_[l[ [d _dZ_l_Zk[b[ X[l[_b_]_d]i # WdW boi[i$ Leeh abWdj[d p_`d m_` ef XWi_i lWd l[h jhekm[d [d a[dd_ik_jm_ii[b_d] Z WYj_[l[ X[l[_b_]_d]i fWhjd[h$ ?dl[ij[h[d _d c[di[d [d j[Y^d_[a ?d X[l[_b_]_d] _i Z[ YecX_dWj_[ lWd k_jij[a[dZ ef ][b[_Z[ c[di[d [d ^ee]mWWhZ_][ j[Y^debe]_[

Z[ [ii[dj_[$ :WWhec _dl[ij[[hj I[Ykh_jWi Yedj_dk _d efb[_Z_d] [d jhW_d_d] lWd c[Z[m[ha[hi ec ^kd a[dd_i kf#je#ZWj[ j[ ^ekZ[d$ :WWhdWWij X[iY^_aa[d m[ el[h Z[ d_[kmij[ j[Y^debe]_iY^[ efbeii_d][d$ Eea edp[ edW\^Wda[b_`a[ WbWhcY[djhWb[ I[Ykh_jWi 7b[hj I[hl_Y[i _i Yecfb[[j _d][h_Y^j leeh Wbb[ ]Wd]XWh[ j[Y^d_[a[d" mWWhedZ[h l_Z[eZ_[dij# l[hb[d_d]" ?F [d jhWYa_d] jhWY_d]$ 7bb[i _d dWkm[ iWc[d m[ha_d] c[j km b[l[hWdY_[h e\ _dijWbbWj[kh$ Pe X[fWb[d m[ Z[ ijWdZWWhZ[d _d Z[ X[l[_b_]_d]i# _dZkijh_[$

I[Ykh_jWi _i a[dd_ib[_Z[h ef ^[j ][X_[Z lWd X[l[_b_]_d]$ :eeh ^[j b[l[h[d lWd i[]c[dj][h_Y^j[ X[l[_b_]_d]iefbeii_d][d h[Wb_i[[hj I[Ykh_jWi ]he[_ [d m_dij][l[dZ^[_Z _d c[[h ZWd *+ bWdZ[d _d DeehZ#7c[h_aW" Pk_Z#7c[h_aW" ;khefW" ^[j C_ZZ[d#Eeij[d" 7p_ [d 7\h_aW$ ?d Wbb[ i[]c[dj[d cWa[d edp[ (.&$&&& c[Z[m[ha[hi ^[j l[hiY^_b$ LWd be]_ij_[a" ^Wl[di [d ef[dXWWh l[hle[h jej XWda[d" p_[a[d^k_p[d [d _dZkijh_ b[ Yecfb[n[d$ Edi Ze[b Wbi WYj_[l[ X[l[_b_]_d]ifWhjd[h0 (*%- [[d l[_b_][ m[ha# [d b[[\ec][l_d] leeh c[di[d [d eh]Wd_iWj_[i$

Winnaar Publieksprijs Oplossingen

nummer 11, november 2011

mmm$i[Ykh_jWi$db mmm$Wb[hj#i[hl_Y[i$db


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.