Warmtepompen editie 5 2013

Page 1

WP pompen

warmte

JAARGANG 5 – NUMMER 5 – september 2013 - prijs e 17,50

Duurzame klimaatoplossingen

Groene renovatie: medicijn tegen leegstand?

F-Gassen

de stand van zaken Terras aan de Maas

Duurzaam wonen in Spijkenisse Interview:

Eneco over warmte en koude

Uitnodiging voor een Blind Date sla om en lees waar en wanneer


Ze is betrouwbaar, zuinig, vermogend, makkelijk in de omgang en geeft warmte zoveel als nodig is Ze is anders dan al die anderen, combineert alle eigenschappen waarvan u altijd hebt gedroomd 茅n... wil snel kennismaken

Uitnodiging voor een Blind Date

DAI50012_adv_A4_spread_beurs2.indd 1-2

Installatie Vakbeurs Hardenberg, stand 154, 10-12 september Energie 2013, stand 1.E086, 24-26 september O贸k in onze stand: de nieuwste oplossingen voor koelen en verwarmen van ruimten, ventileren, warmtapwaterbereiding en koelen en vriezen van producten.


WIN EEN DINER VOOR 2

Kijk vast of het klikt op daikinblinddate.nl Waar moet uw ideale verwarmingsoplossing u mee verrassen? Warmte, zoveel u maar wilt? Of heeft u ook nog andere verwachtingen? Bereid u voor op uw Blind Date op daikinblinddate.nl, kruis daar uw 3 belangrijkste wensen aan en maak kans op een diner voor twee.

Daikin maakt het u steeds comfortabeler. 16-08-13 15:56


Colofon

Zegeningen

Uit voorlopige cijfers in het Statistics 2013-rapport van de EHPA blijkt dat in Nederland vorig jaar 320 warmtepompen minder zijn verkocht dan in 2011. Althans: als omkeerbare airco’s niet worden meegerekend, want daar is statistische onduidelijkheid over. In de volgende editie van Warmtepompen zullen we, voor zover mogelijk, de definitieve cijfers bespreken, maar voorlopig lijkt het erop dat Nederland het in Europees verband niet eens zo heel slecht doet. Gemiddeld genomen is de warmtepompverkoop in Europa met 5 procent afgenomen. Reden voor paniek? De EHPA luidt een klein noodklokje; de cijfers tonen aan dat de warmtepompindustrie meer steun van Europa en de Europese lidstaten nodig heeft. Met een schuine blik op de F-gassendiscussie is die kritische insteek begrijpelijk en volkomen terecht. Maar kwantitatieve cijfers zeggen nu ook weer niet alles. Natuurlijk: hoe meer warmtepompen er worden opgesteld, hoe meer consumenten en bedrijven kennelijk vertrouwen in de techniek hebben en erin durven te investeren. Het beoogde doel van de Nederlandse warmtepompindustrie - 500.000 geïnstalleerde warmtepompen in 2020 - is in dat opzicht hoffelijk en nastrevenswaardig. Met een afname van minimaal 320 stuks komt dat doel in ieder geval niet dichterbij. Je kunt er ook op een iets andere manier naar kijken, en de focus verleggen van ‘aantal geïnstalleerde systemen’ naar ‘hoeveelheid opgesteld vermogen’. Zolang die ellendige bouwcrisis voortduurt en het consumentenvertrouwen diep in het rood staat, zal het lastig blijven om groei in aantallen te bewerkstellingen. Allerlei partijen in de industrie zetten hun beste beentje voor, maar tenzij Mark Rutte binnenkort met een warmtepomp-oekaze komt, houden de marktomstandigheden een wijdverbreide uitrol van de warmtepomp tegen. Totdat de economie weer wat aantrekt - en het EnergieAkkoord zijn definitieve uitwerking heeft gekregen - moeten we onze zegeningen tellen. Nederland zit in de Europese subtop als het gaat om grondgebonden systemen. Bijna 6.000 van de in 2012 in Nederland geïnstalleerde warmtepompen zijn aangesloten op een open of gesloten bodembron. Het totaal aantal nieuwe installaties mag wat zijn afgenomen, dat zal waarschijnlijk niet gelden voor de hoeveelheid geïnstalleerd vermogen. Dat laatste is een schrale troost voor leveranciers en installateurs; hun jaaromzet is helaas niet direct gerelateerd aan het aantal megawatts dat aan duurzame warmte en koude wordt afgezet. Het betekent echter wel dat warmtepomptechnologie een steeds belangrijkere rol speelt als het om duurzaamheid in de bebouwde omgeving gaat. Rest mij tot slot nog u voor te stellen aan Geert van den Bosch, die per 1 augustus door Vakmedianet is aangetrokken als uitgever en die functie ook voor deze titel bekleedt. Samen met de redactie zal Geert zich inspannen om het blad, de website en de nieuwsbrief van Warmtepompen waar mogelijk verder te verbeteren. Veel leesplezier!

Bas Roestenberg Hoofdredacteur Warmtepompen

4 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

Warmtepompen is hét business magazine over het duurzaam verwarmen en koelen van commercieel en maatschappelijk vastgoed en woningen. Warmtepompen verschijnt zes maal per jaar. Toezending geschiedt op abonnementbasis en via controlled circulation. Hoofdredacteur Bas Roestenberg, basroestenberg@vakmedianet.nl Tel: 06-26865263 Eindredacteur Annet van den Berg, Monique van der Woude Redactieraad Willem Hooijkaas (voorzitter Platform warmtepompen/secretaris BodemenergieNL), Onno Kleefkens (Agentschap NL) en Karin van der Maarel-Sonneveld (NVKL) Algemeen directeur Vakmedianet Ruud Bakker, ruudbakker@vakmedianet.nl Uitgever Geert van den Bosch, geertvandenbosch@vakmedianet.nl Accountdirector Gejo Flierman, gejoflierman@vakmedianet.nl Tel: 06-53227316 Traffic Pauline Ellerbrak en Leonie Kosterink binnendienst@vakmedianet.nl Vormgeving Ron Rossen, Media Services Uitgeest Druk Ten Brink, Meppel Adres Vakmedianet Postbus 448 2400 AK Alphen aan den Rijn Tel: 088-5840800 www.vakmedianet.nl Abonnementen Jaarabonnement Nederland € 97.50 (excl. btw), buitenland € 120.00. Abonnementen worden automatisch verlengd, tenzij twee maanden voor vervaldatum schriftelijk is opgezegd. Los nummer € 17.50 (excl. btw). E-mail klantenservice@vakmedianet.nl, Tel: 088-5840888. Bankrelatie ING bank 65.23.73.763 Copyright Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Copyright: ©2013 Disclaimer Alle in Warmtepompen opgenomen informatie is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. De juistheid en volledigheid kunnen echter niet worden gegarandeerd. Vakmedianet en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade die het directe of indirecte gevolg is van het gebruik van de opgenomen informatie. ISSN 2214-7349


WP

JAARGANG 5 – NUMMER 5 – september 2013 - prijs e 17,50

Inhoud

12

F-gassenverordening: Stand van zaken In de vorige editie van Warmtepompen werd aandacht besteed aan plannen voor de aanscherping van de F-gassenverordening. Pieter-Jan Cluyse is als dossier-expert binnen de EHPA nauw betrokken bij dit onderwerp. Hij geeft uitleg over de politieke ontwikkelingen en de mogelijke gevolgen ervan.

Verder in dit nummer:

16 DHPA-drieluik deel 1: Warmtepompen en economie 24 Duurzame renovatie Drie voorbeeldprojecten 32 Interview: Eneco Warmte & Koude 36 Factsheet ‘Wko 3x beter’ 38 Accreditatie Opleidingen PTC+

20

Leegstand: Duurzaamheid als medicijn? Terwijl de woningmarkt langzaam wat lijkt te stabiliseren, heeft de kantorencrisis zijn dieptepunt nog lang niet bereikt. Kan verduurzaming een rol spelen bij het tegengaan van leegstand? En hoe kunnen technieken zoals wko daar een bijdrage aan leveren?

Rubrieken:

28

Terras aan de Maas: Duurzaam wonen Dat de woningbouw het zwaar te verduren heeft, wil niet zeggen dat er helemaal niets gebeurt. In Spijkenisse is eerder dit jaar ‘Terras aan de Maas’ opgeleverd, een woontoren die middels een wko van verwarming en warmtapwater wordt voorzien.

4 Colofon 6 Nieuws 40 Kennis 44 Productnieuws 46 Gastcolumn

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 5


nieuws

Unica Ecopower brengt besparingsopties in beeld Volgens Unica blijkt uit onderzoek dat in meer dan 70 procent van de gebouwen de klimaatinstallatie niet naar behoren werkt, waardoor onnodig veel energie wordt verbruikt. Bovendien zou 90 procent van de niet goed functionerende installaties problemen met het binnenklimaat en verblijfscomfort te veroorzaken. Door veranderingen van organisatie, bezetting of bedrijfstijden worden gebouwen in toenemende mate dynamisch en flexibel gebruikt. Veelal worden installaties bij oplevering echter eenmalig ingeregeld en niet meer aangepast, waardoor veel klachten en een onnodig hoge energierekening ontstaan. Daarnaast veroorzaakt (gedeeltelijke) leegstand steeds vaker inefficiënt draaiende installaties. Panden die geheel of gedeeltelijk leegstaan worden vaak nog op dezelfde wijze aangestuurd als bij volledige bezetting. Energieprofielen Het gebruik van energieprofielen van Unica geeft de mogelijkheid om binnen een dag nauwkeurig inzicht te krijgen in de energieprestaties van de installaties. Jan-Maarten Elias, directeur van Unica Ecopower: “Meer dan de helft van de gebouwen in ons land wordt niet of nauwelijks gemonitord op het gebied van energie-efficiency. Opvallend is ook het grote aantal installaties in gebouwen dat zomers en ’s winters met identieke instellingen draait, waardoor op grote schaal energie wordt verspild. Op landelijke schaal loopt dit bedrag jaarlijks in de tientallen miljoenen euro’s.

Met de toepassing van de energieprofielen zijn binnen één dag vrijwel alle inefficiënties eenvoudig op te sporen.” Werkwijze De doeltreffende en eenvoudige werkwijze maakt het mogelijk de energie-efficiency en de werking van de installaties in zeer korte tijd in kaart te brengen, middels het analyseren van de energieprofielen. Door het werkelijke energiegebruik te vergelijken met het energiegebruik dat te verwachten is op basis van het gebouw, het gebruik, het type installaties en een correctie voor weersinvloeden kan de controleslag snel en efficiënt plaatsvinden. De kosten van de toetsing zijn ca. € 1.750,(afhankelijk van het gebouw). Unica adviseert om jaarlijks een controle uit te voeren op de belangrijkste parameters, om zo een meer structurele beoordeling van de performance van de installaties te krijgen. De rapportage kan bovendien worden gebruikt worden in

de GRI-rapportages (Global Reporting Initiative) die steeds meer bedrijven in hun duurzaamheidsverslag toepassen. Unica heeft deze voor haar eigen vastgoed ook toegepast en verwerkt in haar eigen GRI-rapport. Unica Ecopower gebruikt de energieprofielen voor zowel oudere gebouwen met een G-label als nieuwe gebouwen met een A-label, en onafhankelijk van de aard van de energieopwekking. Het bedrijf verwacht met de toepassing aanzienlijke energiebesparingen te kunnen realiseren. Ook bij gebouwen met wko levert het toepassen van de energieprofielen snel inzicht op. Desgewenst kan Unica Ecopower vanuit zijn kennis rond beheer, exploitatie en optimalisatie na de diagnose verbeteringen uitvoeren en monitoren. Dit kan leiden tot beter werkende installaties met lagere onderhoudskosten, energiebesparing en lagere energiekosten, meer comfort en minder klachten.

Vitens overweegt verkoop wko De Teuge Waterbedrijf Vitens, eigenaar van het collectieve bodembronsysteem in de Zutphense wijk De Teuge, heeft aangegeven te overwegen de exploitatie van het systeem te verkopen zodra de al jaren durende problemen die ermee spelen zijn opgelost. Vitens denkt dat de wko van De Teuge “beter te beheren en te onderhouden” zal zijn als hij wordt ondergebracht bij een marktpartij die gespecialiseerd is in de ex-

ploitatie van dergelijke systemen. De bewoners van de wijk zien overigens helemaal niets in dat plan en willen van de wko af. Bij de laatste ledenvergadering van de bewonersvereniging lieten de 95 aanwezige huishoudens unaniem weten dat ze herstel van het collectieve systeem door Vitens geen optie meer vinden. De wko van De Teuge is al jaren onderwerp van discussie; door technische

6 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

fouten kampen bewoners met torenhoge energielasten en koude woningen. Op dit moment is de wijk tijdelijk aangesloten op een olieketel, in afwachting van een definitieve oplossing.


WKO Garant blaast wkoinstallaties nieuw leven in Met WKO Garant, een nieuwe dienst van Wolter & Dros voor eigenaren of beheerders van gebouwen met een wko-installatie, optimaliseert de technisch dienstverlener wko-installaties en wordt een resultaatsgarantie afgegeven. De dienst is bedoeld voor eigenaren en beheerders van gebouwen met een wko-installatie die niet optimaal functioneert. WKO Garant omvat drie stappen. Eerst wordt een quick scan gemaakt, vervolgens de Energy Performance Monitor (EPM) geïmplementeerd en daarna start de fase van proactief beheer. Na uitgebreide analyse van de installatie wordt de voorziening aan de EPM gekoppeld en gemonitord. De prestaties van de installatie worden vergeleken met een benchmark. Optimalisaties of verbeteracties die nodig zijn om tot de gewenste resultaten te komen worden vastgelegd en in overleg met de klant uitgevoerd. Vervolgens voert Wolter & Dros minimaal vijf jaar lang proactief het beheer over de wko-installatie.

Samsung Electronics is wereldwijd marktleider op vele gebieden, variërend van monitoren en TV’s tot mobiele telefoons en geheugenchips. Via innovatieve en betrouwbare producten laat Samsung de wereld kennis maken met fantastisch nieuwe mogelijkheden. Zo ook op het gebied van klimaatbeheersing.

DE NIEUWE DVM S de beste verwarmingsprestaties! Bek DVM ijk deze S de In zelf tijde stalla ns beur t s Ha ie Vakrden op s tand berg 223

Garantie Voor aanvang van de overeenkomst wordt het verwachte resultaat met de klant afgestemd. Het betreft concrete resultaten, zoals een besparing op de energiekosten, reductie van de CO2-uitstoot en/of het voldoen aan de vergunningseisen. Om de daad bij het woord te voegen, werkt Wolter & Dros volgens het ‘no cure less pay’-principe. Worden de resultaten niet volledig behaald, dan betaalt de klant naar verhouding minder. Energy Performance Monitor Een belangrijk onderdeel van WKO Garant is de Energy Performance Monitor (EPM). Deze exclusieve internetapplicatie geeft in één oogopslag een compleet overzicht van de duurzame, financiële en technische prestaties van energievoorzieningen. De EPM toont in één overzicht aan of aan de vergunningscriteria van de provincie wordt voldaan, wat de besparing is qua energiekosten, wat de behaalde CO2-reductie is en wat het energieverbruik van het gebouw is. Bij elke waarde is een norm gesteld, zodat direct is af te lezen of de beoogde resultaten behaald worden.

De nieuwe DVM S van Samsung is uniek! Met zijn verbazingwekkend hoge rendementen en de beste verwarmingsprestaties in de markt zorgt het innovatieve warmtepompsysteem, zelfs bij extreem lage buitentemperaturen, voor een comfortabel binnenklimaat. De duurzame lucht-lucht/water warmtepomp maakt gebruik van warmte uitwisseling en is hiermee dé energie efficiënte totaaloplossing voor verwarmen en koelen tijdens alle jaargetijden.

Naast leverancier van kwalitatief hoogwaardige Samsung klimaatbeheersingssystemen is Ambrava een volwaardig partner, die continue toegevoegde waarde levert bij haar product. Zij ondersteunt u met haar kennis en kunde, producttrainingen en een ruime voorraad goederen. Vandaag besteld, morgen geleverd!

www.samsung-klimaat.nl


Nieuws

Eneco exploiteert wko voor kantoor Deloitte en AKD Eneco neemt op eigen risico gedurende vijftien jaar de exploitatie van de wko van het in aanbouw zijnde nieuwe kantoor van Deloitte en AKD op zich. Met The Edge, de naam van het kantoor aan de Amsterdamse Zuidas, zoeken ontwikkelaar OVG Real Estate en bouwer G&S Bouw de grenzen van duurzaam bouwen op. Die inspanningen zijn beloond met BREEAM-NL Outstanding: het hoogst haalbare duurzaamheidscertificaat. De combinatie van zonnepanelen met een wko levert een maximaal duurzame klimaatbeheersing op en past dus perfect bij de wens

W

K

Energiecentrale Elektriciteitsmeter

Zonnecellen Op het dak van het gebouw worden bijna zevenhonderd zonnepanelen geïnstalleerd die voldoende energie opwekken om de warmtepomp van de wko jaarrond in bedrijf te houden. Daarnaast is er een aansluiting op de standsverwarming. De combinatie van wko, stadsverwarming en zonnepanelen heeft mede bijgedragen aan het verkrijgen van de BREEAM-NL Outstanding. Volgens Eneco is er een min of meer zelfvoorzienend systeem ontstaan. “De EPC-waarde van het pand is 45 procent beter dan wat vereist is in het Bouwbesluit”, aldus een woordvoerder. technische gegevens • De wko bestaat uit 1 doublet (1 warme en 1 koude bron) op een diepte van 150 meter. • De totale doorvoercapaciteit is 160 m3 water per uur. • De aansluiting op de stadsverwarming heeft een vermogen van 600 kW. • Het opgesteld verwarmingsvermogen (warmtepomp 1.460 kW + stadsverwarming 600 kW) bedraagt 2.060 kW. Het maximaal gevraagde warmtevermogen bedraagt 1.800 kW. • Het opgesteld koudevermogen bedraagt circa 2.500 kW. Het maximaal gevraagd koudevermogen bedraagt 2.500 kW. • Oplevering vindt plaats in de herfst van 2014.

Koudemeter Warmtemeter

een zo duurzaam mogelijk gebouw te realiseren. Het glazen atrium van The Edge is de ‘long’ van het gebouw van in totaal vijftien vloeren. Het zorgt voor de ventilatie van de werkplekken en ruime daglichttoetreding, maar is ook een leverancier van warmte. Deze warmte wordt door Eneco opgeslagen in de wko, zodat hij in de winter kan worden gebruikt voor verwarming. Het grootste gedeelte van de jaarlijkse warmtebehoefte en de volledige koudebehoefte van het kantoorpand wordt uiteindelijk geleverd door de warmte-koudeopslag.

E

Warmtenet

WKO

Hydreco: “juli topmaand CO²-reductie” Volgens Nard Hoefnagels, Teamleider Exploitatie bij wko-beheerder en -exploitant Hydreco, was juli “een topmaand voor wko’s”. Voor twintig klanten realiseerde het bedrijf in die maand een totale CO²-reductie van 497 ton. De hoge temperaturen in juli zorgden voor een grote vraag naar koeling. Juist bij een grote koudevraag levert een wko-systeem veel energiewinst op. Traditionele energiebronnen zoals koelmachines en airco’s verbruiken veel elektriciteit. Wanneer de koude kan worden geleverd door een wko-systeem, levert dat dus veel milieuwinst op. Het is daarbij wel van belang dat

wko-systemen optimaal worden ingezet, zodat zoveel mogelijk koude uit het systeem wordt gehaald en er zo min mogelijk additioneel hoeft te worden opgewekt. “Als beheerder en exploitant houden we in de gaten of dit ook gebeurt”, licht Nard Hoefnagels toe. “We monitoren doorlopend hoeveel koude of warmte de wko-bronnen leveren en zien direct of daar nog rek in zit. Als blijkt dat de koudevraag van een gebouw slechts voor 60 procent wordt gedekt door de wko en voor het overige deel wordt door dure en milieuonvriendelijke koelinstallaties, wijzen we onze klanten daarop. Een aanpas-

8 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

sing in het gebouwzijdige klimaatsysteem kan ervoor zorgen dat er beter wordt geprofiteerd van de duurzame koude uit de ondergrond. Dat leidt tot fraaie rendementen, zowel in financieel als in milieutechnisch opzicht.” Sinds de oprichting van Hydreco in 2009 heeft het bedrijf naar eigen zeggen al meer dan 10.000 ton CO2 bespaard middels wko’s.


Tijdens het warme zomerweer maken miljoenen mensen gebruik van een uitvinding die 111 jaar geleden werd gedaan door dr. Willis H. Carrier, oprichter van Carrier, wereldleider in high-tech verwarmings-, airconditioning- en koeloplossingen.

nieuwe technieken en milieuverantwoorde oplossingen om over de hele wereld comfortabele, gezonde en productieve ruimtes te scheppen. Op 17 juli 1902 ontwikkelde dr. Carrier

De moderne airconditioning werd uitgevonden in 1902 als een industriële oplossing die sindsdien talloze industrieën heeft geholpen om tot bloei te komen en die een impuls heeft gegeven aan de eisen die in de wereld van vandaag worden gesteld, onder andere door koeling en productiviteit mogelijk te maken voor ziekenhuizen, scholen, kantoorgebouwen en woningen. “Innovatie is een essentieel onderdeel van Carriers traditie en haar toekomst”, aldus Geraud Darnis, president & CEO, UTC Climate, Controls & Security. De uitvinding van Willis Carrier heeft de wereld voor altijd veranderd en diezelfde vindingrijkheid is terug te vinden bij Carriers team van onderzoekers en technici, dat voortdurend werkt aan

een ontwerp om de luchtvochtigheid bij Sackett & Wilhelms Lithography and Printing Company in Brooklyn, N.Y., onder controle te brengen, zodat de afmetingen van het papier tijdens het afdrukken constant konden worden gehouden. De filmindustrie was één van de eerste sectoren die gebruik maakte van de innovatie om het vochtgehalte te stabiliseren, waardoor de productie van films verbeterde omdat het ontstaan van de voor klassieke films kenmerkende witte stipjes op het filmmateriaal werden voorkomen. De filmindustrie werd in 1925 voor altijd veranderd toen Carrier koeling installeerde in het Rivoli Theater in New York, waardoor dit een plaats werd waar het publiek aan de zomerhitte kon ontkomen. Dit leidde tot een grote stijging in de kaartjesverkoop gedurende het traditioneel zwakke zomerseizoen. Zo ontstond de “zomerblockbuster”. In 1926 introduceerde Carrier de eerste airconditioner voor thuisgebruik en sindsdien heeft het gebruik van airconditioning zich wijd verbreid.

Smart manager •

• • • • •

Online instellen binnendelen

Dagoverzicht energieverbruik

nieuws

Carrier viert 111-jarig bestaan moderne airco


nieuws

´Best Practice Guide´ warmtepompen uitgebracht De European Heat Pump Association heeft in samenwerking met onderzoeksbureau Delta Energy & Environment de ‘European Heat Pump Best Practice Guide’ uitgebracht. In deze brochure zijn vijf ‘leidende principes’ uitgewerkt die ten grondslag liggen aan een succesvolle ontwikkeling van de warmtepompmarkt.

lager elektriciteitstarief door te voeren voor warmtepompbezitters. “Deze gids helpt tal van partijen - van overheden en beleidsmakers tot energiebedrijven en fabrikanten – om het groeipotentieel van de warmtepompmarkt te verwezenlijken”, aldus Lukas Bergmann van Delta-Energy & Environment. “Hij geeft de lezer inzicht in een

paar eenvoudige principes die kunnen helpen om de warmtepomp in zijn of haar land met succes op de kaart te zetten.” De European Heat Pump Best Practice Guide kan online worden gedownload of online worden gelezen op de website http://tinyurl.com/ker7rds.

Op zich klinken principes als ‘Waarborg kwaliteit in de gehele sector’ en ‘Creëer bewustzijn door promotie en marketing’ als open deuren, maar de manier waarop ze in deze fraaie brochure zijn uitgewerkt zorgt voor interessant en inspirerend leesvoer. Ieder principe wordt geïllustreerd met drie of vier ‘best practices’ uit verschillende landen, die interessante en originele invalshoeken opleveren. Zo heeft de koepelorganisatie voor de Zweedse warmtepompindustrie een onafhankelijke klachtenlijn opgezet voor consumenten die problemen ondervinden met hun warmtepompinstallatie, en blijkt 80 procent van de ongeveer 900 lokale netwerkbeheerders in Zwitserland een apart, veel

Europese warmtepompverkoop zakt terug Uit de data in het ‘European heat pump market and statistics report 2013’ dat de European Heat Pump Association (EHPA) binnenkort vrijgeeft, blijkt dat in 2012 ongeveer 5 procent minder warmtepompen in Europa zijn verkocht dan in het jaar ervoor.

“Tussen 2005 en 2012 zijn in Europa 5,4 miljoen warmtepompen geïnstalleerd”, aldus Thomas Nowak, secretaris-generaal van de EHPA. “Daarmee is een CO2-reductie gerealiseerd van 8,74 megaton en een energiebesparing van 52,46 TWh. De hoeveelheid

duurzame stroom die door Europese warmtepompen in deze periode is gebruikt, bedraagt 6,16 TWh. Dat zijn mooie cijfers, maar de teruglopende verkoop van warmtepompen toont aan dat we meer steun moeten krijgen van de EU en de Europese lidstaten.” Nederland De verkoop van warmtepompen in Nederland lijkt op het eerste oog iets minder teruggelopen dan gemiddeld in Europa. Vorig kalenderjaar zijn er 320 systemen minder verkocht dan in 2011, een afname met 3,4 procent. In totaal werden in Nederland in 2012 om precies te zijn 9010 warmtepompen verkocht, waaronder 3936 brine/water-, 1324 water/water- en 2954 lucht/ water-systemen. De resterende 270 systemen betreffen warmtepompboilers. In het – voorlopige - overzicht van de Nederlandse situatie zijn omkeerbare airco’s niet uitgewerkt. Binnenkort komt het definitieve rapport uit. In de volgende editie van Warmtepompen komen we er uiteraard op terug.

10 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL


Intentieovereenkomst voor energiebesparingsfonds woningeigenaren Minister Stef Blok van Wonen & Rijksdienst en Rien Nagel, directeur Particulieren Rabobank Nederland, hebben een intentieovereenkomst getekend met als doel een revolverend fonds voor energiebesparing voor woningbezitters te realiseren. Na een eerste inleg van het kabinet is de Rabobank onder voorwaarden bereid voor maximaal 150 miljoen euro mee te doen. Minister Blok heeft andere banken en private investeerders uitgenodigd om met een bieding te komen. Het fonds vult zichzelf uiteindelijk weer met de betalingen van rente en aflossingen. 600 miljoen De belangstelling voor verduurzaming van de eigen woning groeit, maar de benodigde investeringen vormen een drempel om energiebesparingsmaatregelen te treffen. Doel van het fonds is om met gunstige leningen huiseigenaren te helpen investeren in maatregelen om hun energieverbruik terug te dringen. Dat is goed voor het klimaat, voor de waarde van de woning en de werkgelegenheid in de bouw- en installatiesector. De komende maanden wordt de opzet van het fonds met de

Rabobank verder uitgewerkt. “Voor eigenaren van woningen is het fonds een kans om te investeren in energiebesparende maatregelen. Nog voor het eind van dit jaar kunnen zij een beroep doen op het fonds voor een goedkope lening om hun huis energiezuiniger te maken”, aldus minister Blok. Het is de bedoeling dat er uiteindelijk 600 miljoen euro beschikbaar komt voor het fonds.

woning energiezuiniger te maken. Deze lening voor energiebesparing met een rente tot 3 procent onder de marktrente en een langere looptijd maakt dat een particuliere woningbezitter zonder verhoging van de totale maandlasten zijn energieverbruik aanzienlijk kan verlagen”, aldus Rien Nagel, directeur Particulieren van Rabobank Nederland. Het is de bedoeling dat eigen woningbezitters vanaf eind dit jaar een goedkope lening kunnen krijgen voor bepaalde energiebesparende verbouwingen aan hun huis, waaronder ook de installatie van een warmtepomp valt.

Rabobank is onder voorwaarden bereid om een bijdrage van 150 miljoen euro te leveren. Daarvoor is wel nodig dat het rijk zeker stelt dat de regeling door de EU wordt geaccepteerd. In een ‘open tender’ zullen overheid en deelnemende banken het eens moeten worden over de voorwaarden voor co-financiering. Zodra de gunstige consumptieve lening er daadwerkelijk is, wil Rabobank haar klanten zeker gaan wijzen op de mogelijkheden die het fonds biedt. “Met regelmaat vragen klanten bij onze lokale banken naar de mogelijkheden om hen financieel te helpen hun bestaande Foto: Inge van Mill

Hydrotop-warmtepomp genomineerd voor innovatieprijs De Spirit of Innovation Award, de prijs voor de meest energiebesparende innovatie van exposanten van vakbeurs Energie 2013, kent dit jaar drie genomineerde producten. De genomineerden zijn de ThermoShield, een energiebesparende duurzame buitenverf; de dakinbouw-warmtepomp Hydrotop; en de SmartLED, een combinatie van kosteloos daglicht en ultrazuinige leds. De Hydroptop-lucht/water-warmtepomp, waar in de vorige editie van Warmtepompen al aandacht aan werd besteed, is op zich niet nieuw. Dat geldt wel voor het feit dat hij min of meer onzichtbaar in het dak kan worden weggewerkt en vrijwel geluidsarm werkt. De unit is stekkerklaar en kan

eenvoudig worden gemonteerd in het dak. Doordat de ventilatielucht uit de woning door de warmtepomp wordt hergebruikt, wordt het energetisch rendement van de totale klimaatinstallatie groter. Bovendien kunnen er acht pv-panelen om de warmtepomp heen worden geplaatst, zodat het apparaat onderdeel van een totaalconcept met rendementsverhoging wordt. “Het product is voor de juryleden niet onbekend. De positie waarop deze warmtepomp kan worden geplaatst echter wel. Een mooie innovatie van een bekend product, en ook het totaalconcept met pv-panelen spreekt de jury aan”, aldus luidt het juryrapport waarin de genomineerden voor de Spirit of Innovation Award worden

toegelicht. De vakjury, bestaande uit Kornelis Blok, hoogleraar hernieuwbare energie aan de Universiteit Utrecht, Robin Koek, eigenaar van One2Green, en Rob Smit, hebben 26 inzendingen beoordeeld. Hierbij is gelet op het innovatieve vermogen, potentie van energiebesparing, mate van voorbeeldfunctie voor anderen en de marketingwaarde. De uitreiking van de Spirit of Innovation Award 2013 vindt plaats op de eerste beursdag van vakbeurs Energie 2013, op dinsdag 24 september om 11.00 uur in het Energie Theater, hal 1. Energie vindt plaats van 24 tot en met 26 september in de Brabanthallen in ’s-Hertogenbosch.

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 11


F-gassenverordening: Actuele stand van zaken

In de vorige editie van Warmtepompen werd ruimschoots aandacht besteed aan plannen voor de aanscherping van de F-gassenverordening. Pieter-Jan Cluyse is als dossier-expert binnen de EHPA nauw betrokken bij dit onderwerp. Hij geeft uitleg over de politieke ontwikkelingen en de mogelijke gevolgen ervan voor de warmtepompindustrie. Auteur: Bas Roestenberg Wat is de actuele stand van zaken in de besluitvormingsprocedure rond het F-gassenvoorstel? “Sinds de stemming in de Envi-commissie van het Europees Parlement ligt het dossier grotendeels in handen van de lidstaten. Onder leiding van het Litouwse voorzitterschap vonden in juli vier zogenoemde Raadswerkgroepen-vergaderingen plaats. Daarin zitten de vertegenwoordigers van de verschillende lidstaten. Dat kunnen ambtenaren uit de Permanente Vertegenwoordiging in

Brussel zijn of nationale experts uit de ministeries van de respectievelijke landen. Ondanks dat het heel waarschijnlijk is dat er al akkoorden zijn gesloten over minder controversiële onderdelen, heeft de Raad van Ministers nog geen formeel standpunt ingenomen. Daarom zullen er in september nog meer vergaderingen volgen.” Wat zijn daarna de volgende stappen? “Hierna worden het Europees Parlement en de Europese Commissie bij

12 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

de besluitvorming betrokken, via zogenoemde ‘triloog’-onderhandelingen. Daarbij gaan het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Raad van Ministers in gesprek met elkaar om tot een compromis te komen. De Nederlands Europarlementariër Bas Eickhout is rapporteur voor dit dossier en heeft het mandaat om voor het Europees Parlement te onderhandelen. De Commissie wordt daarbij vertegenwoordigd door het Directoraat-Generaal Klimaat, en de Raad van Ministers door zijn voor-


zitter. Normaal worden trilogen gezien als een laatste poging om tot een compromis te komen. In dit geval is ervoor gekozen om al na de eerste lezing alle partijen rond de tafel te laten zitten, om het proces te vergemakkelijken en te versnellen.” Hoelang duurt het nog voordat er een finaal besluit wordt genomen? Wanneer gaat de nieuwe F-gassenverordening daadwerkelijk van kracht? “De trilogen die ik noemde zullen vermoedelijk rond begin oktober starten. Die gesprekken kunnen aardig wat tijd in beslag nemen, omdat het dossier punten bevat die tot veel discussie kunnen leiden. Zoals het er nu naar uitziet, zal de plenaire stemming begin 2014 plaatsvinden. Dat zou in januari kunnen zijn, maar de ervaring leert dat de datum gemakkelijk naar een later moment kan worden geschoven. Men zal er echter alles aan doen om het dossier voor de volgende Parlementsverkiezingen, die in mei 2014 plaatsvinden, te hebben afgehandeld. Als men tijdens de trilogen tot een compromis komt, zal het dossier na de plenaire stemming in het Europees Parlement terug worden gestuurd naar de Raad van Ministers, die het voorstel ook nog moet goedkeuren - al zal dat niet meer dan een formaliteit zijn. Als dat allemaal achter de rug is, zal het besluit officieel worden gepubliceerd en de verordening van kracht gaan.”

Welke mogelijkheden heeft de EHPA om zijn zienswijze onder de aandacht van de Europese politici te brengen? “Ter verduidelijking, er zijn tal van sectoren die te maken hebben met het F-gassendossier. Het gaat niet alleen om de koel- en klimaatsector, maar bijvoorbeeld ook om autofabrikanten en beheerders van hoogspanningsnetwerken. Al deze partijen hebben hun kritische opmerkingen en willen worden gehoord door de beleidsmakers. Dat

maakt het er voor ons niet gemakkelijker op om de aandacht te trekken, ook omdat we nog altijd een kleine organisatie zijn die over weinig middelen beschikt. Maar omdat dit dossier een enorme impact heeft op de warmtepompindustrie, hebben we als EHPA uiteraard vanaf het begin contact onderhouden met de betrokken personen in de verschillende Europese instellingen. Met een aantal ervan hebben we overleg gevoerd om onze kritiekpunten kenbaar te maken. Daarnaast hebben we op verschillende momenten een position paper naar de beleidsmakers gestuurd om onze standpunten te verduidelijken. Bovendien hebben we op regelmatige basis overleg met andere vertegenwoordigers van de klimaatindustrie, zodat we gezamenlijk actie kunnen ondernemen. We heb-

Samenvatting van het voorafgaande Gefluorideerde koolwaterstofgassen (HFK’s) worden op grote schaal toegepast als koudemiddel in warmtepompen en andere systemen. Naast tal van positieve eigenschappen hebben ze één groot nadeel: het zijn sterke broeikasgassen. Als een installatie F-gas lekt, kan dat dus bijdragen aan een versterking van het broeikaseffect. In 2006 was dit gegeven reden voor de Europese Unie om een F-gassenverordening in het leven te roepen. Eind vorig jaar stelde de Europese Commissie een wetsvoorstel op om die verordening aan te scherpen. Het voorstel van de Commissie ging sommige Europese politici, waaronder met name Bas Eickhout van de Groene Fractie, lang niet ver genoeg. Als rapporteur leidt hij de milieucommissie (ook wel ‘Envi-commissie’ genoemd) binnen het Europees Parlement. Zijn commissie heeft het voorstel van de Commissie uitgewerkt en daarbij fors aangescherpt. Op 19 juni is het aangepaste voorstel aangenomen door de Envi-commissie, zodat het nu de basis voor verdere onderhandelingen vormt. Het lijkt vooral een politieke kwestie, maar voor leveranciers, distributeurs, installateurs en eindgebruikers van warmtepompen kan hij verstrekkende gevolgen hebben. Het gaat daarbij met name om twee mogelijke ‘bans’: vanaf 2020 zouden omkeerbare warmtepompen die gebruikmaken van F-gas kunnen worden verboden, en er ligt een voorstel om de invoer van met F-gas ‘voorgevulde’ systemen te verbieden.

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 13

Dossier

Pieter-Jan Cluyse: “We hopen dat de Europese lidstaten de warmtepomptechnologie niet de rug toekeren”


Foto: Glen Dimplex/BWP

Viessmann Vitocal 300-G. Deze warmtepomp gebruikt het F-gas R410A als koudemiddel.

ben geprobeerd ons zo goed mogelijk hoorbaar te maken, in samenwerking met onze leden.”

ganisaties die voor een erg ambitieus document ijveren. Het is een complex dossier waarbij veel belangen een rol spelen.”

Wordt er naar de EHPA geluisterd? Wordt jullie kritiek serieus genomen door Europese beleidsmakers? “Er wordt zeker naar ons geluisterd, en ik vermoed dat er ook echt over onze standpunten wordt nagedacht. Maar als ik naar het resultaat van de stemming in de Envi-commissie kijk, moet ik toch vaststellen dat dit voor ons een teleurstellend resultaat was. Daar zijn verschillende redenen voor te bedenken. Zo geeft een groen parlementslid – Bas Eickhout – leiding aan het dossier, en omdat men weet dat de positie in de Raad wordt afgezwakt is op voorhand een progressiever standpunt ingenomen. Bovendien is er ook een sterke lobby van grote milieu- en klimaator-

Bas Eickhout, Europarlementslid Groene Fractie en rapporteur F-gassendossier.

Op welke onderdelen van het wijzigingsvoorstel is de EHPA het meest kritisch? “De vanuit het Europees Parlement voorgestelde ban vanaf 2020 op stationaire airconditioninginstallaties die F-gassen als koudemiddel gebruiken, zoals die nu in Annex III van het EP-rapport staat, is wat ons betreft onacceptabel. Zoals het er nu op lijkt, valt daar namelijk ook een groot aantal warmtepompen onder. Dat in het voorstel een incorrecte definitie van warmtepompen wordt gehanteerd, maakt het er allemaal niet duidelijker op. Het Parlement onderscheidt warmtepompen van airconditioners, door warmtepompen te omschrijven als apparaten die louter warmte produceren. Dat betekent dat alleen de ‘omkeerbare’ warmtepompen die ook kunnen koelen formeel onder de ban zullen vallen. Los van deze hele discussie wordt met deze definitie sowieso een verkeerde weg ingeslagen; de scheidslijn tussen airconditioningsystemen - primair gericht op koeling - en warmtepompen - primair gericht op verwarming - wordt steeds kleiner en is op termijn wellicht helemaal niet meer relevant. De definitie in het laatste rapport van de Raad van Ministers ziet er al wat beter uit op dit punt, al lijkt het ons het meest logisch om uit te gaan van wat in

14 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

de ‘Energy Performance of Buildings Directive’ staat. In deze officiële Europese richtlijn wordt een definitie gehanteerd die ook omkeerbare warmtepompsystemen omvat.” Wat zouden de gevolgen voor de warmtepompindustrie zijn als deze ban uiteindelijk doorgang vindt? “Zo’n ban zou een enorme klap voor de industrie betekenen. Er zijn eenvoudigweg niet genoeg alternatieve koudemiddelen beschikbaar om de vraag in deze groeimarkt te dekken, en dat zal in 2020 niet anders zijn. Bovendien zou zo’n transitie een enorme kostenpost voor warmtepompfabrikanten opleveren. De warmtepompindustrie kampt al met de gevolgen van de economische crisis, en zal in nog lastiger vaarwater terechtkomen als deze plannen doorgang vinden. De veel hogere productiekosten zullen worden doorgerekend naar de potentiële eindgebruiker, die als gevolg daarvan veel eerder voor een goedkope gasketel gaat kiezen. Afgezet tegen de Europese klimaat- en energiedoelstellingen voor 2020 wordt in Europa aan wetgeving gewerkt die een averechts effect zal hebben. Een ban op F-gasgevulde stationaire airco’s en omkeerbare warmtepompen zou ook de Ecodesign-richtlijnen voor verwarmingssystemen en warmwatersystemen voor een deel teniet doen. Warmtepompen blijken keer op keer uitmuntend te presteren als het om energie-efficiëntie gaat. Met een ban op het gebruik van F-gas-


Betekent dit dat koste wat het kost moet worden vastgehouden aan het gebruik van F-gassen? “Nee, dat niet. Het moge ook duidelijk zijn dat de industrie bereid is om mee te werken aan een phase-down van het gebruik van F-gassen en waar mogelijk de overstap wil maken naar natuurlijke koudemiddelen. In het verleden is meerdere malen aangetoond dat daar actief aan wordt meegewerkt. Als koepelorganisatie voor de Europese warmtepompindustrie geven wij directe steun aan projecten als GreenHP en NxtHPG, die als doel hebben om meer warmtepompen op de markt te brengen die met natuurlijke koudemiddelen werken. Het kost echter veel geld en tijd om het gebruik van F-gassen af te bouwen; die tijd moet de industrie worden gegeven en daar is in de huidige Europese voorstellen weinig sprake van.” Tijdens het laatste EHPA Forum vond een fel debat plaats over de zogenoemde ‘pre-charge ban’. Thomas Nowak, jullie secretaris-generaal, noemde het “een volstrekt onzinnig idee”. Wat is jullie belangrijkste kritiek? “We maken ons ernstige zorgen over het voorstel om een Europees verbod in te stellen op de invoer van met F-gassen voorgevulde systemen. Producenten voeren lektesten uit in een afgesloten deel van hun fabriek, waarbij ze apparatuur met koudemiddel vullen om die nauwkeurig te controleren op eventuele lekkages. Door de pre-charge ban zou een stap aan het productieproces worden toegevoegd waarbij het koudemiddel na de lektest weer uit de systemen moet worden verwijderd. Dat is een extra handeling die de kans op emissie vergroot. Vervolgens zou een leeg systeem ter plaatse bij de eindgebruiker weer van koudemiddel moeten worden

voorzien door een installateur - en dat maakt de kans op extra emissies zelfs nog veel groter. Door klimatologische en andere omstandigheden is het voor een installateur veel moeilijker om hier goed mee om te gaan dan voor een productiefaciliteit waarin koudemiddel tot op de milliliter nauwkeurig kan worden toegevoegd. Bovendien leidt ook dit weer tot extra kosten voor producenten. Een fabrikant die ook warmtepompen buiten de EU exporteert, zal bijvoorbeeld twee verschillende productielijnen moeten aanleggen. Je kunt zelf wel bedenken aan wie die kosten wor-

en zullen bereid zijn om alle F-gassendata aan de bevoegde instanties over te dragen. Zij houden die gegevens nu immers toch al bij in hun database.” Wat zou het gevolg voor marktpartijen in de sector zijn als de voorstellen zoals ze er nu liggen toch worden omgezet in wetgeving? “Zoals gezegd zou een verbod op het gebruik van F-gassen in warmtepompen een zware dreun voor de industrie betekenen. Producenten zouden op heel korte termijn hun complete productieproces moeten aanpassen; het gebruik van

Hitachi VRF-systeem den doorberekend.” Hoe groot is de kans dat alsnog wordt afgezien van de pre-charge ban? “Die kans lijkt reëel. Vanuit verschillende hoeken wordt er veel kritiek op dit voorstel geuit. Vanwege de complexiteit van dit onderwerp heeft het Parlement het initiatief overgelaten aan de Raad van Ministers. Verschillende deelstaten hebben inmiddels alternatieve voorstellen gedaan die nu in Brussel worden besproken. Eén van die voorstellen omvat een systeem waarbij koudemiddel gedurende de hele levenscyclus wordt gevolgd, en dat zou dan ook van toepassing zijn op de voorgevulde systemen. Die voorgevulde systemen vallen dan uiteraard wel weer onder de ‘phase-down’ van F-gassen, maar het terugdringen van het gebruik van F-gassen juichen we toe, mits het op een constructieve manier gebeurt. De warmtepompproducenten hebben zich in ieder geval positief uitgesproken over dit voorstel

andere koudemiddelen brengt ook met zich mee dat verschillende systeemonderdelen, zoals compressoren, moeten worden aangepast. Bovendien zal veel meer gebruik moeten worden gemaakt van propaan en ammonia als koudemiddel, en met name in een woonomgeving brengt dat veiligheidsrisico’s rond brand en vergiftiging met zich mee. Een ander alternatief koudemiddel is CO2, maar het gebruik daarvan zorgt voor een lagere energie-efficiëntie, zo blijkt uit praktijkonderzoek van verschillende fabrikanten. Ze zullen de veiligheid en efficiëntie van systemen dus niet meer volledig kunnen garanderen, wat nu wel het geval is. Alles bij elkaar zal het tot enorme kosten- en dus prijsstijgingen leiden, waarbij met name midden- en kleinbedrijven hard worden getroffen. Een verbod op het gebruik van voorgevulde systemen zal er bovendien toe leiden dat producenten uitwijken naar landen buiten de EU.” WP

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 15

Dossier

sen worden zowel de industrie als de eindgebruiker bestraft voor hun keuze voor duurzame technologie. De recente Ecofys-studie, uitgevoerd op verzoek van de EHPA, toont aan dat elke ton CO2-equivalent aan HFC’s gebruikt in warmtepompen, 4 ton CO2-equivalent aan totale emissie uitspaart. Ter vergelijking: een systeem op basis van fossiele brandstoffen leidt tot een verdubbeling van het equivalent aan CO2-emissie. We hopen dan ook dat de Europese lidstaten de warmtepomptechnologie niet de rug toekeren.”


Deel I: Primair energiegebruik in woningen

‘Warmtepompen en

economie’

In de positioning paper ‘Warmtepompen en economie’, samengesteld in opdracht van AgentschapNL, wordt het economisch perspectief van warmtepompen belicht. In de komende drie edities van business magazine Warmtepompen wordt steeds één hoofdstuk uit deze paper samengevat. Het eerste hoofdstuk gaat in op primair energiegebruik in Nederlandse woningen. In het eerste deel van dit drieluik wordt aangegeven welke bijdrage de ambitieuze doelstelling van de warmtepompindustrie – 500.000 warmtepompinstallaties in 2020 – levert aan het realiseren van een aandeel van 16 procent hernieuwbare energie in het finale energiegebruik. Daarbij wordt de blik gericht op die onderdelen van de woningbouw waarbij deze bijdrage het beste kan worden gerealiseerd. In het tweede deel komen de diverse beleidsinstrumenten waarmee de overheid de toepassing van warmtepompen (budgetneutraal) stimuleert aan bod. In het derde deel wordt ingegaan op de neveneffecten van de toepassing van grote aantallen warmtepompen.

In het regeerakkoord van eind 2012 is vastgelegd dat het aandeel duurzame energie in Nederland in 2020 16 procent van het finale energiegebruik moet zijn. Om duidelijkheid en inzicht te krijgen in hoe de inzet van warmtepompen in de woningbouw hieraan kan bijdragen, zetten we uiteen hoe het totale energiegebruik zich verhoudt tot de inzet van verschillende vormen van duurzame energievoorziening. Eind dit jaar telt Nederland naar verwachting 80.000 warmtepompen. Als het aan de Nederlandse warmtepompindustrie ligt, moet dat aantal in 2020 zijn gegroeid tot 500.000. In dit eerste deel van dit drieluik zal onder andere worden ingegaan op de bijdrage die deze 500.000 systemen in 2020 zullen leveren aan de doelstelling om 16 procent van het totale energiegebruik duurzaam op te wekken.

16 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

Figuur 1: Het Nederlandse energiegebruik in 2011, verdeeld in vier sectoren en weergegeven in petajoule (PJ). Het energiegebruik van particuliere huishoudens beslaat ongeveer 15 procent van het totaal. (bron: CBS)


Figuur 2: Verreweg het grootste deel van het energiegebruik door huishoudens betreft aardgasgebruik, hoofdzakelijk voor ruimteverwarming. De potentie voor de inzet van duurzame energie in de woningbouw is daarmee evident. (bron: CBS) In 2010 besloeg het aandeel duurzame energie in het totale energiegebruik in Nederland 3,7 procent. De verschillende duurzame opwekkingstechnologieën kunnen worden ingedeeld in vier toepassingscategorieën: warmwaterproductie, biobrandstoffen, elektriciteitsproductie en warmteproductie. In figuur 3 is te zien hoe deze energietoepassingen zich ontwikkelen tot 2020 bij vastgesteld en bij voorgenomen beleid. Onder ‘2020 voorgenomen beleid’ wordt het beleid verstaan zoals dat in het regeerakkoord van 2011 is aangekondigd. Voor biobrandstoffen wordt een sterke toename voorzien en met betrekking tot duurzame warmte wordt rekening gehouden met een verdubbe-

Bestaande woningen in Nederland De huidige Nederlandse woningvoorraad kan worden opgedeeld in vrijstaande woningen, twee-onder-een-kap- en hoekwoningen, tussenwoningen en meergezinswoningen. De meeste hoekwoningen zijn praktisch gezien vergelijkbaar met de helft van een twee-onder-een-kapwoning, daarom worden ze in dit artikel ook als zodanig behandeld. 1. Vrijstaande woningen Vrijstaande woningen vormen ongeveer 15 procent van het Nederlandse woningbestand. Van deze woningen is ongeveer 40 procent gebouwd vóór 1964. Deze oudere woningen hebben van oorsprong houten vloeren, geen isolatie en

3. Tussenwoningen Ongeveer 30 procent van het woningbestand bestaat uit tussenwoningen of ‘rijtjeshuizen’. Ongeveer 40 procent daarvan is gebouwd vóór 1964. Deze woningen zijn energetisch gezien een belangrijk aandachtsgebied; de meeste oudere woningen hebben een energieprestatie op labelniveau F of G. 4. Meergezinswoningen Bijna 30 procent van alle woningen in Nederland valt in de categorieën maisonnette, galerij-, portiek- of flatwoning. Samen vormen ze de groep van ongeveer 2,1 miljoen meergezinswoningen, waarvan er om en nabij de 700.000 dateren van vóór 1964. Deze woningen hebben doorgaans een energetisch profiel dat overeenkomt met energielabel E of F. Ontwikkeling van de woningvoorraad Door de economische ontwikkelingen heeft de woningbouw een andere dynamiek gekregen. Lag het aantal nieuw gebouwde woningen in 2009 nog rond

250 200 150

vaak ook geen spouwmuren. Ze zouden in de meeste gevallen in aanmerking komen voor energielabel F of G.

100 50 0

Figuur 3: Duurzaam opgewekte energie naar toepassing, in petajoule (PJ). (bron: CBS)

2. Twee-onder-een-kap/ hoekwoningen Dit woningtype vormt met 1,7 miljoen stuks ongeveer 23 procent van het totale woningbestand. Ongeveer 285.000 woningen zijn van vóór 1964 en deze woningen zijn in veel gevallen matig geïsoleerd. Energetisch valt in deze woningen vaak veel te verbeteren. De meeste zouden in aanmerking komen voor energielabel F.

de 80.000, in de jaren erna daalde dit aantal drastisch. De verwachting is dat in de periode tussen 2013 en 2020 maximaal 40.000 tot 50.000 woningen per jaar worden opgeleverd. Na aftrek van de sloop van 8.000 tot 12.000 woningen per jaar blijft er een netto jaartoename over van 28.000 tot 42.000 woningen. Energielabel In de labelsystematiek worden woningen op basis van de energie-index ingedeeld in klassen A tot en met G. In een woning met energielabel G zijn nog veel energiebesparende maatregelen moge-

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 17

Achtergrond

ling. Bij ‘2020 vastgesteld beleid’ komt het aandeel duurzaam opgewekte energie overeen met 8,5 procent en bij het voorgenomen beleid met 10,9 procent van het totale gebruik. Dit betekent dat additionele maatregelen noodzakelijk zijn om een aandeel van 16 procent duurzaam in 2020 te realiseren.


Achtergrond

hebben de bewoners van deze woningen doorgaans een gemiddeld tot hoger inkomen, wat een investering in een warmtepomp meer waarschijnlijk en haalbaar maakt. De voorziene groei in warmtepompen in de bestaande bouw (figuur 6) geeft een compleet ander beeld dan de huidige situatie waarin grondgebonden systemen domineren. In de bestaande bouw zullen vooral hybride en lucht/ water-warmtepompen worden aangetroffen. Volledig elektrische lucht/ water-warmtepompen, zonder de combinatie met een cv-ketel, zullen veelal worden toegepast in goed geïsoleerde woningen met een laagtemperatuurverwarmingssysteem. Aangenomen wordt dat het op grote schaal boren van bronnen in de bestaande bouw technisch niet haalbaar is. Daarnaast zijn de rendementen van lucht/water-warmtepompen de laatste jaren met tientallen procenten verbeterd, onder meer dankzij ontwikkelingen op het gebied van compressoren. Energetisch gezien zijn lucht/water-warmtepompen een volwaardig alternatief voor de grondgebonden uitvoeringen. Hybride warmtepompen hebben als voordeel dat ze gebruikmaken van de sterke punten van twee technieken; de cv-ketel levert warmtapwater en waar nodig piekvermogen in de winter, terwijl het warmtepompdeel nagenoeg de gehele warmtevraag voor ruimteverwarming levert met een hoog rendement. Om de volgende redenen wordt een grote groei in de toepassing van hybride warmtepompen verwacht: • Doordat de warmtepomp al gedurende de economische levensduur

Figuur 4: Gemiddelde energielabels per woningtype en bouwperiode. (bron: AgentschapNL) lijk. Valt de woning in klasse A, dan zijn de meest rendabele energiebesparende maatregelen getroffen. Een woning met label A++ geldt als zeer zuinig. De energiezuinigheid van woningen van hetzelfde woningtype is aan de hand van de labels dus redelijk te vergelijken. Woningen die verschillen in aard en omvang zijn aan de hand van de labelsystematiek niet direct vergelijkbaar. Zo hebben meergezinswoningen niet altijd een gunstig energielabel, ondanks het gegeven dat het absolute energiegebruik doorgaans lager is dan dat van eengezinswoningen. AgentschapNL heeft medio 2010 een inventarisatie gemaakt van de gemiddelde energie-index per woningtype en per bouwperiode. In figuur 4 is te zien dat de woningen van vóór 1991 – ongeacht het type - een aanzienlijk potentieel voor energiebesparing hebben, hoewel dit potentieel bij de oudere objecten niet altijd even eenvoudig realiseerbaar is.

Warmtepompen in de bestaande woningbouw In figuur 5 is te zien hoe de 500.000 warmtepompen in 2020 naar verwachting verdeeld zullen zijn over de woningtypen. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen de al geïnstalleerde voorraad warmtepompen, warmtepompen die tussen nu en 2020 worden geplaatst in nieuwbouwwoningen en warmtepompen die in dezelfde periode in de bestaande bouw worden geïnstalleerd. Substantiële groei in deze laatste categorie is alleen mogelijk als er beleidsmaatregelen worden genomen om de keuze voor een warmtepomp te stimuleren. In het volgende deel van dit drieluik komt dit onderwerp aan de orde. Aangenomen wordt dat het potentieel voor warmtepompen bij vrijstaande en twee-onder-een-kap- en hoekwoningen in de bestaande bouw het grootst is. Deze woningen hebben de hoogste energievraag en de meeste ruimte voor plaatsing van een warmtepomp. Ook

200

150

100

50

0

0

Figuur 5: Aantallen warmtepompen in 2020 per woningtype. (bron: DHPA/BDH) 18 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

20

40

60

80

100

Figuur 6: Verwachte aantallen warmtepompen in de bestaande bouw (20132020) per woningtype en per warmtepomptype. (bron: DHPA / BDH)


van een cv-ketel kan worden bijgeschakeld, is iedere gasgestookte cv-installatie een potentieel onderdeel van een hybride configuratie. De hybride configuratie is voor de gemiddelde installateur relatief eenvoudig te monteren. Hybride warmtepompen hebben een cv-ketelgedeelte dat de pieken in de warmtevraag kan dekken. Door de mogelijkheid te wisselen van energiedrager bieden deze systemen interessante schakelopties in smart grids. Hybride warmtepompen vragen relatief weinig extra ruimte naast de cv-ketel.

In figuur 7 is zichtbaar dat in de nieuwbouw de komende jaren naar verwachting vooral grondgebonden warmtepompen zullen worden toegepast. Als men in de nieuwbouw met een blanco blad aan een ontwerp kan beginnen, zijn grondgebonden systemen de eerste keus. Voordelen van deze systemen zijn het relatief hoge rendement en de mogelijkheid om met dezelfde installatie de woning ook te koelen. Omdat de warmtepomp en de woning als één geheel zijn ontworpen, wordt koeling vaak meteen meegenomen in het ontwerp. Gelet op het woningtype zal naar verwachting het grootste deel van de groei tot 2020 moeten worden gerealiseerd in vrijstaande woningen, twee-onder-een-kapwoningen en de grotere hoek- en tussenwoningen. In deze categorieën is de energievraag voor ruimteverwarming per woning het hoogst. Daardoor is in absolute zin het besparingspotentieel het grootst.

0

5

10

15

20

25

Figuur 9 maakt inzichtelijk hoe de energievraag van de bestaande bouw zich verhoudt tot die van de nieuwbouw, gedifferentieerd per woningtype. Duidelijk is dat er in verhouding tot de bestaande bouw in de energievraag van de nieuwbouw geen grote reductiestappen meer te maken zijn. De komende decennia ligt de opdracht dan ook vooral in de verduurzaming van de vraag naar ruimteverwarming en warm tapwater in de bestaande bouw. Hier ligt een enorm onontgonnen besparings- en verduurzamingspotentieel. In figuur 9 is ook per woningtype en per bouwperiode de warmtevraag in 2020 weergegeven in PJ. Onderaan is per woning het verwachte gebruik van her- Figuur 9: Warmtevraag per woningtype in 2012 nieuwbare energie aangege- 2020 in PJ. (Bron: Liander, BDH) ven. Dit moet gezien worden als ken). De warmtepompen in tot 2020 te een schatting van het technisch potentieel aan vermeden fossiel ener- realiseren nieuwbouw dragen hier 3,01 giegebruik (door vervanging door her- PJ aan bij en de warmtepompen die nieuwbare energie) van de gerealiseerde tot 2020 in al bestaande bouw worden voorraad warmtepompen in de bestaan- geplaatst 8,84 PJ. Samen zetten ze tot het jaar 2020 dus 14,6 PJ aan hernieuwde bouw en de nieuwbouw. bare energie in voor ruimteverwarming en warmtapwater, op een totale woningSamenvattend De 500.000 warmtepompen die volgens energievraag van 318 PJ. WP de doelstelling van de warmtepompindustrie in 2020 moeten zijn geïnstalleerd De positioning paper ‘Warmtepomin de woningbouw zorgen op een totaal pen en economie’ is in opdracht van van 7,24 miljoen woningen voor een peAgentschapNL samengesteld door netratiegraad van 6,7 procent. De al geBusiness Development Holland b.v. realiseerde warmtepompsystemen zijn te Harderwijk, in nauwe samenwergoed voor een besparing van 2,78 PJ king met de Dutch Heat Pump Assoaan fossiele energie (door in plaats daarciation (DHPA). van hernieuwbare energie te gebrui-

30

35

40

Figuur 7: Verwachte aantallen warmtepompen in de nieuwbouw (2013-2020) per woningtype en per warmtepomptype. (bron: DHPA / BDH)

0

50

100

150

200

Figuur 8: Gerealiseerde aantallen en verwachte aantallen (in bestaande bouw en nieuwbouw, tussen 2013 en 2020) bij elkaar opgeteld. WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 19


Leegstand in kantorenland:

Duurzaamheid als oplossing? Terwijl de woningmarkt langzaam wat lijkt te stabiliseren, heeft de kantorencrisis zijn dieptepunt nog lang niet bereikt. Kan verduurzaming een rol spelen bij het tegengaan van leegstand? Kunnen technieken zoals wko er een bijdrage aan leveren, of zijn de investeringskosten te hoog? Auteur: Bas Roestenberg

In het laatste kwartaaloverzicht van Dynamis, een samenwerkingsverband van twaalf regionale makelaars, blijkt dat de kantorenmarkt nog altijd wordt gekenmerkt door een stijgend aanbod en een dalend ‘opnamevolume’. De oppervlak-

te aan ongebruikte kantoorruimte groeit dus nog steeds. Erger nog: als we een recent rapport van AOS Studley mogen geloven, is de werkelijke leegstand veel groter dan nu eigenlijk wordt aangenomen. Officieel staat in Nederland ruim 7

20 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg, maar volgens AOS Studley is daar het ‘spookgebruik’ van kantoren niet bij betrokken. Het adviesbureau heeft doorberekend dat meer dan 6 miljoen vierkante meter kantoorruimte welis-


d

Mark Plaisier: “Verduurzaming is ‘slechts’ een automatisch bijproduct van renovatie” waar wordt verhuurd, maar functioneel leeg staat. Het gaat daarbij om ruimte waar bedrijven na inkrimping van hun bedrijfsactiviteiten aan vast blijven zitten door een langlopend huurcontract. De komende jaren zal deze ruimte niet alleen effectief, maar ook ‘officieel’ leeg komen te staan. Samen met de bestaande ‘officiële’ leegstand van 7,1 miljoen vierkante meter aan onverkochte en onverhuurde oppervlakte staat in Nederland dus meer dan 13 miljoen vierkante meter kantoorruimte effectief leeg. Terwijl een leegstand van 5 procent als indicator voor een gezonde markt wordt gezien, zou inmiddels 27 procent van de totale Nederlandse kantooroppervlakte leeg staan. Voor de beeldvorming: dit staat gelijk aan ruim 1850 voetbalvelden. Verduurzaming Over de oorzaken van die immense leegstand zijn de meningen verdeeld. Het is aantrekkelijk om op de economische crisis te wijzen; bedrijven vallen om of moeten inkrimpen, waardoor de marktvraag eenvoudigweg daalt. Het zojuist aangehaalde onderzoek van AOS Studley lijkt dat beeld te bevestigen, maar experts betwisten dat de crisis als ‘trigger’ voor leegstand fungeert. Leonie Janssen-Jansen, universitair hoofd-

docent planologie, stelde onlangs in NRC Handelsblad dat de vastgoedmarkt al ver doordat de huidige economische crisis uitbrak tekenen van verzadiging vertoonde. ‘Markt- en overheidsfalen’ zorgden volgens haar al veel eerder voor een overaanbod, een situatie die in de huidige economische crisis alleen maar wordt verergerd. Dat de bestaande kantoorvoorraad deels uit energieverslindende gebouwen bestaat, speelt volgens verschillende deskundigen die we hebben gesproken geen rol van betekenis bij het ontstaan of de ernst van de huidige kantorencrisis. “Een gebrek aan duurzaamheid is zeker geen primaire oorzaak voor leegstand in kantoren”, beaamt Mark Plaisier. Hij is directeur van GreenStep, een bedrijf dat is gespecialiseerd in advies en uitvoering van renovaties in commercieel vastgoed. “Van veel groter belang is dat de huidige kantorenvoorraad niet aansluit op de marktvraag. Veel bestaande kantoren staan op slechte locaties waar in deze tijd met veel keuze geen behoefte aan is, ook niet voor lage huurprijzen. Verder is er vandaag de dag in verband met de verschuiving naar nieuwe werkvormen meer behoefte aan grotere vloeroppervlakten, vaak in de vorm van kantoortuinen. Veel bestaande kantoren voldoen niet aan die vraag. Daar komt bij dat

Investeerders Anderen stellen dat duurzaamheid wel als uitgangspunt kan dienen bij het tegengaan van leegstand. Ruim drie jaar geleden stelde DTZ Zadelhoff in ‘Het aanbod veroudert’ al dat leegstaande kantoorpanden, mits op een goede locatie gevestigd, een nieuwe kans kunnen krijgen als er wordt geïnvesteerd in duurzaamheid. “Het leegstandsrisico van een duurzaam gebouw zal minder groot zijn”, schreven de opstellers van dit rapport. Bovendien “zien beleggers op grond van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid de noodzaak tot het verduurzamen van de eigen portefeuilles” en kan verduurzaming leiden tot “een verlaging van de servicekosten voor de gebruiker”. Claudia Bouwens, programmabegeleider Energie & Duurzaamheid bij NEPROM - de Nederlandse vereniging van projectontwikkeling-maatschappijen - bevestigt dat investeerders tegenwoordig sterk zijn doordrongen van het belang van duurzaamheid: “Er wordt momenteel nauwelijks nog nieuwbouw gerealiseerd. Voor zover er al wordt gebouwd, speelt duurzaamheid daarbij een centrale rol. In plaats van op nieuwbouwprojecten worden de pijlen nu meer gericht op de herontwikkeling van leegstaande kanto-

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 21

Thema

veel leegstaande panden zijn verouderd en een onaantrekkelijke uitstraling hebben. Dat kan worden aangepakt door te renoveren, en pas als een besluit daartoe is genomen, komt duurzaamheid om de hoek kijken.”


Thema ren die een nieuwe functie krijgen. Ze worden herbestemd tot bijvoorbeeld woningen, hotels of bedrijfsverzamelgebouwen voor kleine ondernemers. Zeker als de herbestemming van een kantoorpand in de utiliteit wordt gezocht, zetten beleggers daarbij in op duurzaamheid. Het is in marketingtechnisch opzicht prettig om groen vastgoed in je portefeuille te hebben, maar los daarvan zijn zulke gebouwen aantrekkelijker voor eindgebruikers. Zij profiteren immers in financieel opzicht van het lagere energiegebruik van een duurzaam gerenoveerd pand.” Duurzaamheid als bijproduct Mark Plaisier van GreenStep beschouwt verduurzaming echter als ‘niet meer’ dan een automatisch bijproduct van renovatie: “De hedendaagse standaard voor gebouwen is een stuk duurzamer dan die van jaren geleden. Op het moment dat je een kantoorgebouw renoveert, wordt het dus sowieso verduurzaamd. Dat geldt net zo goed als je een auto van dertig jaar oud renoveert naar de huidige standaard.” Gebouweigenaren lijken vaak andersom te redeneren, waardoor ze nogal kunnen schrikken van de prijs die ‘het duurzaam renoveren’ van hun pand met zich meebrengt. Plaisier: “Het lijkt dan alsof de ‘vergroening’ van hun kantoor een akelig hoog bedrag per vierkante meter kost. Hierbij gaat men er echter aan voorbij dat een flink deel van de kosten niet opgaat aan vergroening, maar aan het upgraden van het kantoor naar de huidige standaard en regelgeving. Eventuele extra maatregelen, zoals bijvoorbeeld led-verlichting of de aansluiting op een wko, komen daar dan nog bovenop.”

Toch zou je kunnen denken dat het installeren van warmtepompen of pv-panelen ook een intrinsiek motief heeft; een lagere energiegebruik maakt een pand immers aantrekkelijker. Volgens Plaisier is een lagere energierekening echter geen drijfveer voor het plegen van groene investeringen in bestaand vastgoed. “Bij nieuwbouw is het zeker een criterium dat meespeelt. Maar bij bestaande kantoren ligt de horizon van de terugverdientijd voor omvangrijke ‘groene’ ingrepen vaak veel verder weg, zeker als je uitgaat van de huidige energieprijzen. Wanneer je een wko aan wilt leggen om je bestaande kantoor te verwarmen en te koelen, ben je in de regel nog niet klaar. Bij een bestaand gebouw schakel je dan bijna altijd over van hoognaar laagtemperatuurverwarming; dat betekent dat de isolatiewaarde van de schil moet worden verhoogd om koudeklachten te voorkomen, vaak moet er ander glas worden geplaatst en je zult moeten investeren in het afgiftesysteem en de na-isolatie van de gevel. Dat levert een forse kostenpost op, en die verdien je niet alleen terug via de energierekening.” Er zijn echter nog verschillende andere factoren die een vastgoedeigenaar mee moet wegen, en die kunnen er alsnog voor zorgen dat hij zijn pand verduurzaamt, stelt Plaisier: “Duurzame renovatie leidt bijvoorbeeld tot meer comfort en een betere uitstraling, wat de arbeidsproductiviteit van gebruikers ten goede komt. Een belangrijk punt is dat daarmee de verhuurbaarheid en dus de marktwaarde van een pand wordt vergroot.”

om een nieuw kantoorpand met een groen energielabel te betrekken dan een bestaand pand te renoveren, ligt het maar net aan de situatie hoeveel ‘milieuwinst’ daarmee kan worden geboekt, aldus Plaisier. “Als een nieuw kantoorgebouw een BREEAM Outstanding-label krijgt is dat natuurlijk prachtig. Maar bij dat label is natuurlijk niet meegewogen of het bedrijf dat in dat pand trekt niet een oud kansloos kantoor achterlaat dat leeg blijft staan, of dat het een ander bestaand leegstaand kantoor na renovatie had kunnen betrekken. Ook een leeg kantoorpand zorgt voor CO2-uitstoot, zonder dat dit een functioneel doel heeft, en los daarvan is het creëren van leegstand maatschappelijk ongewenst. Een belangrijke verandering waarover in dat kader nog steeds wordt gesproken is het sloopfonds waarmee vierkante meters kantoor uit de markt worden gehaald. Wellicht wordt sloop ook verplicht voor wie een nieuw pand wil bouwen. Bij GreenStep trekken we het begrip ‘duurzaamheid’ dan ook wat breder: het gaat niet alleen om het milieu, maar ook om maatschappelijke verantwoordelijkheid.” WP

Herverkaveling

Bouwbedrijf Heijmans en het Kadaster hebben een intentieovereenkomst getekend om ruilverkaveling in te zetten als middel om de kantorenleegstand in Nederland terug te dringen. In dat kader wordt het door Heijmans ontwikkelde herverkavelingsinstrument RealExchange getest en verbeterd. RealExchange combineert huurders in leegstaande kantoren en maakt verschuivingen mogelijk die ruimte vrijmaken om kantoren te herontwikkelen en/of te slopen. Het Kadaster zet zijn expertise en marktkennis in om de doorontwikkeling van dit concept te ondersteunen. De twee bedrijven werken nu aan verschillende pilotprojecten voor de toepassing van Heijmans RealExchange. De eerste pilot wordt momenteel doorlopen op Brainpark in Rotterdam; andere locaties zitten in de verkenningsfase.

F-g nie

I

Nieuwbouw Hoewel het op voorhand duurzamer lijkt

22 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

006-01


Itho Daalderop HP (Cool) Cube hybride lucht/water warmtepomp Te bedienen via één centrale regelunit

Mogelijkheid tot koelen

F-gassen regeling niet van toepassing

Installatie- en onderhoudsgemak

Tapklasse CW5

Eenvoudig aan elkaar te koppelen én te bedienen via één centrale regelunit. Door flexible ophanging kan gekozen worden voor de meest optimale plaatsing van de luchtkanalen. Met de HP (Cool) Cube kan op energiezuinige wijze word www

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 23

006-013 Nieuws.indd 9

28-03-2013 12:51:48


Regiokantoor Unica: Duurzame renovatie voorbeeldproject I

renovatie en wko

Als installatiebedrijf met een staat van dienst op wko-gebied heeft Unica natuurlijk een enorm voordeel ten opzichte van andere gebouweigenaren die duurzame renovatie van hun kantoor overwegen. Unica heeft zelf alle kennis in huis die nodig is om het installatietechnisch gedeelte van zo’n project op te pakken. Bovendien is het samen met bouwbedrijf Dura Vermeer eigenaar van GreenStep, dat is gespecialiseerd in procesbegeleiding bij duurzame renovaties. De keuze voor de uitvoering van het project was dan ook gemakkelijk gemaakt: GreenStep deed de begeleiding, Dura Vermeer heeft de buitenschil van het pand onder handen genomen en Unica zorgde zelf voor het installatietechnische gedeelte en de wko. De technische uitdagingen die bij een project als dit horen, vormden dan ook geen enkel probleem. Een stuk lastiger bleek het om voor een integrale aanpak te kiezen, vertelt Jan-Maarten Elias, directeur van Unica Ecopower. “Het is ongelooflijk be-

langrijk om bij zo’n omvangrijke operatie in gezamenlijkheid aan de slag te gaan, alle neuzen in dezelfde richting te houden en ervoor te zorgen dat iedereen er met passie aan blijft werken. Dat is een uitdaging op zich, waar we uiteindelijk prima in zijn geslaagd. Uiteraard hielp het daarbij in dit geval wel mee dat we aan ons eigen pand werkten. De meeste mensen die aan deze renovatie hebben meegewerkt, plukken daar nu de vruchten van, in de vorm van een erg prettige en comfortabele werkplek.” Monobron Nu lijkt de installatie van een wko bij een nieuwbouwpand een wat eenvoudiger opgave dan bij een renovatieproject. Bij nieuwbouw is bijvoorbeeld veel beter door te berekenen welke invloed de gebouwschil heeft op de warmte- en koudevraag. Elias beaamt dat op zich. “Toch viel dat bij dit pand mee. We hebben onderzocht welke elementen konden worden behouden en wat er moest

24 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

Toen Unica ongeveer vijf jaar geleden zijn regiokantoor in Amsterdam wilde verhuizen naar een bestaand pand, overwoog het bedrijf in eerste instantie om dit gebouw te slopen en te vervangen door nieuwbouw. Toch is daar vanaf gezien: het gebouw werd gerenoveerd en onder andere voorzien van een wko.

worden weggesloopt. Waar mogelijk hebben we bestaande onderdelen hergebruikt, zoals de kozijnen, een deel van het trappenhuis en bepaalde elementen van de klimaatinstallatie. De rest is weggestript en vervangen; zo zijn er bijvoorbeeld nieuwe gevelpanelen en HR++ glas aangebracht. Tot slot is de nieuwe warmte- en koudevraag in kaart gebracht. Op basis daarvan is bepaald welk vermogen de wko zou moeten leveren. Omdat het een relatief klein gebouw is, konden we voldoen met een monobron, die op 110 meter diepte is aangelegd. Die bron is aangesloten op een Carrier-warmtepomp die voor verwarming van het binnenklimaat zorgt.” Unica Ecopower monitort het pand met zijn eigen energiemanagement-systeem. Dankzij de getroffen maatregelen gebruikt het pand, dat inmiddels ruim een jaar geleden werd opgeleverd, ruim 50 procent minder energie dan voor de renovatie. Hierdoor bespaart Unica jaarlijks meer dan 20.000 euro op energiekosten. WP


Provinciegebouw Noord-Holland:

70 procent energiebesparing

Eerder dit jaar heeft Johan Remkes, Commissaris van de Koningin het gerenoveerde provinciekantoor in ‘zijn’ Noord-Holland geopend. Bij de opening sprak hij over “het meest duurzaam gerenoveerde gebouw van Nederland”.

Remkes verwees bij de opening naar de enorme kantorenleegstand in Nederland: “Er staat bijna 8 miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg, dat zijn vierhonderd van dit soort gebouwen.” Een goed plan dus om dit pand, dat uit midden jaren 80 van de vorige eeuw stamt, te renoveren in plaats van te kiezen voor sloop en nieuwbouw. Architectenbureau Kraaijvanger tekende het ontwerp van het renovatiepand, waarna Heijmans Utiliteit het project als aannemer heeft uitgevoerd. Daarbij is met name in energetisch opzicht een enorme slag gemaakt: het pand is van label G naar label A++ gegaan; een stap die in Nederland nooit eerder is vertoond. Om dit te bereiken, is een hele reeks aan maatregelen getroffen. Zo is er een nieuwe gevel met een hoge isolatiegraad geplaatst, het gebouw is voorzien van led-verlichting, de ruimten worden verwarmd en gekoeld middels vloerverwarming, betonkernactivering en een klimaatplafond, en de klimaatinstallatie wordt gevoed vanuit een wko. In het kader daarvan is vo-

rig jaar september een aantal 180 meter diepe putten rond het gebouw geboord. Resultaat Zoals gezegd heeft het pand een energiestap - of liever gezegd ‘energiesprong’ - gemaakt van label G naar A++. Het energiegebruik van het pand is dusdanig verminderd dat de gerelateerde CO2-emissie met ruim 70 procent is gedaald ten opzichte van de situatie van vóór de renovatie - waarbij moet worden bedacht dat in die periode aanzienlijk meer mensen in het pand werkten. De

EPC-waarde (Energie Prestatie Coëfficiënt) is gedaald van 1,7 naar 0,5. Ter vergelijking: de wettelijk EPC-norm voor nieuwbouw bedraagt op dit moment 1,1. Tijdens de opening stelde Johan Remkes dat het succes van dit renovatieproject enerzijds is te danken aan ‘marktomstandigheden’, maar dat het ook een “verdienste van alle betrokken” is. Hij roemde daarbij het uitgebreide communicatietraject met de gebruikers en omwonenden, en de goede samenwerking binnen het ontwerp- en bouwteam. WP

Het provinciekantoor Noord-Holland is een van de NESK-voorbeeldprojecten. NESK staat voor Naar Energieneutrale Scholen en Kantoren. De projecten die als voorbeeld zijn aangewezen, onderscheiden zich door hun verregaande energiezuinigheid en duurzaamheid, en door organisatorische innovaties in de bouwkolom die bij de projecten betrokken is. Het toekennen van de NESK-status heeft overigens niet alleen symbolische waarde. In 2020 moet alle nieuwbouw in Nederland bijna-energieneutraal zijn, zo is vastgelegd in de herziening van de Europese richtlijn voor energiebesparing in gebouwen. Installateurs, projectontwikkelaars, aannemers en andere bij de bouw betrokken partijen doen in de NESK-projecten ervaring op om dit niveau te bereiken. Via publicaties over deze voorbeelden wordt hun kennis en ervaring gedeeld. WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 25

Thema

Duurzame renovatie voorbeeldproject II


Thema

Joulz Rotterdam: Duurzame renovatie voorbeeldproject III

duurzame herontwikkeling in Rotterdam Twee maanden geleden nam Joulz, ontwikkelaar en leverancier van energie-infrastructuren, zijn nieuwe hoofdkantoor aan het Willemsplein in hartje Rotterdam in gebruik. ‘Nieuw’ is dit geval een rekbaar begrip: het ‘nieuwe’ pand is 100 jaar oud, maar volledig herontwikkeld.

Al in juni 2011 werd het huurcontract voor dit pand getekend met projectontwikkelaar LSI. Vereiste vanuit Joulz was dat het pand duurzaam zou worden herontwikkeld en minimaal het duurzaamheidslabel ‘BREEAM Very Good-NL’ zou krijgen. Bart Kortekaas, manager Vastgoed bij Joulz: “Vanuit onze duurzame ambities wilden we absoluut geen nieuw gebouw, maar een bestaand pand betrekken. De keuze viel daarom op dit pand aan het Willemsplein. Het is een voormalig opslaggebouw dat op de nominatie stond voor sloop. We hebben het via herontwikkeling eigenlijk van zijn ondergang gered.” Het Nieuwe Werken Het pand is volledig ingericht voor het zogenaamde ‘Nieuwe Werken’. Dit betekent dat het pand geen vaste werkplekken meer kent, maar verschillende typen werkplekken die bij de aard van het werk passen: van flex- en overlegplekken in open ruimtes tot meer afgelegen ruimtes waar je je goed op een klus kunt concentreren. De inspirerende inrichting en het open karakter van het pand leverde

in de eerste week veel tevreden reacties van medewerkers op, en het leidt tot kostenbesparing, want er kon flink op vierkante meters worden bespaard. Er zijn 250 werkplekken voor 375 medewerkers. “Dat werkt prima.”, aldus Kortekaas. “We hebben onderzoek gedaan naar de werkelijke bezettingsgraad van de ‘oude’ persoonsgebonden werkplekken. Daaruit bleek dat we gemakkelijk met minder werkplekken uit de voeten konden.” Duurzaamheid Zoals gezegd kwam bij de besluitvorming rond het nieuwe pand ook ‘duurzaamheid’ aan de orde. Kortekaas: “Het streven was en is dat dit pand voldoet aan de criteria van het zogenoemde ‘BREEAM Very Good NL’-duurzaamheidslabel. Je moet er echter continu aan werken om het label te behouden. Daar worden we ook op geaudit. Je moet niet alleen roepen dat je duurzaam bent, maar er ook naar handelen. Zo stimuleren we het gebruik van openbaar vervoer, het scheiden van afval, het pand heeft daglichtsensoren en aanwezigheidsdetectie om de verlichting aan te sturen en er is een

26 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

energiezuinige klimaatinstallatie aangelegd.” Met betrekking tot dat laatste onderdeel is in samenwerking met Eneco een wko aangelegd. Net als op veel andere plekken in Rotterdam heeft Eneco een wko-installatie met een aansluiting op het warmtenet ontworpen en gerealiseerd. De lokale opwekking en opslag van warmte en koude zorgt voor minder energieverlies, meer leveringszekerheid en het is uiteraard een duurzame voorziening. De warmtepomp in het gebouw is aangesloten door Energie Totaal Projecten. Hij heeft een warmtevermogen van 365 kW en wordt gevoed door een wko die op een diepte van 260 meter ligt. “Omdat we vanaf de programmafase in gezamenlijkheid zijn opgetrokken, is het ontwerp ‘custom made’ voor het pand. Door de combinatie van wko en aansluiting op het warmtenet, dat wordt gevoed met restwarmte vanuit de industrie, worden de wensen van LSI als pandeigenaar en Joulz als huurder met betrekking tot duurzaamheid en CO2-besparing gerealiseerd”, aldus Léon Stute van Eneco. WP


MOOI VAN BUITEN, SLIM VAN BINNEN De NIBE F1345 solo water/water warmtepomp heeft een elegant en tijdloos design van buiten en een doordachte modulaire opbouw van binnen. Dat betekent dat elk onderdeel – van een simpel kabeltje tot een compressormodule – in een handomdraai kan worden aangesloten of vervangen. Controle en bediening van de warmtepomp is eenvoudig dankzij een kleurendisplay met een helder intuïtief menu in de taal van uw keuze. De F1345 is ontworpen voor grotere woningen en utiliteitsgebouwen en is krachtiger en flexibeler dan ooit. U heeft keuze uit vier types met vermogens van 24, 30, 40 en 60 kW. Daarnaast biedt de F1345 diverse aansluitmogelijkheden en accessoires, onder meer voor warmtapwaterbereiding, monitoring, afstandsbediening via GSM en (passieve) koeling.

NIBE™ F1345 SOLO WATER/WATER WARMTEPOMP – Leverbaar in de volgende capaciteiten: 24, 30, 40 en 60 kW. – Perfecte kostenefficiënte oplossing voor het verwarmen en koelen van grotere woningen en utiliteitsgebouwen. – Tot negen warmtepompen in cascade op te stellen voor een maximaal vermogen van 720 kW (bijvoorbeeld bij open bron). – Geïntegreerde internet communicatiemodule voor beheer op afstand: NIBE UplinkTM. – Gelijktijdige levering van warmtapwater en ruimteverwarming of passieve koeling mogelijk. – Groot helder meertalig kleurendisplay voor eenvoudige bediening of informatievoorziening.

– Twee scroll compressoren werken individueel of samen en schakelen indien nodig in. – Minder dan 3 kg koudemiddel per compressor: geen verplichte jaarlijkse inspecties. – Laag geluidsniveau. – Eenvoudige installatie. – Opstartinstructies via het display. – Ingebouwde energiezuinige bron- en circulatiepompen worden aangestuurd via het display. – Eigen bronpomp per compressormodule bij 24 en 30 kW uitvoeringen.

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 27


Foto: Robert Peek Fotografie te Rotterdam

Maas

Duurzame woontoren met technische uitdagingen

Terras aan de

Dat de woningbouw het zwaar te verduren heeft, wil niet zeggen dat er helemaal niets meer gebeurt. In Spijkenisse is eerder dit jaar ‘Terras aan de Maas’ opgeleverd, een woontoren die middels een wko van verwarming en warmtapwater wordt voorzien. Behalve de economische crisis kwam bij het project ook een aantal uitdagingen van technische aard om de hoek kijken. Auteur: Bas Roestenberg 28 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL


Project Het project Terras aan de Maas bestaat vooralsnog uit één woontoren van 28 verdiepingen, waarin ruim 200 woningen en een aantal openbare ruimtes zijn gerealiseerd. Het woord ‘vooralsnog’ verwijst daarbij naar het feit dat het projectontwerp twee woontorens telt, maar de bouw van toren nummer twee voorlopig nog niet is gestart. De bouw van die tweede toren is echter van groot belang voor het klimaatsysteem van het complex, omdat het bodembronsysteem er al op is uitgelegd. Onder de bestaande toren is een open wko aangelegd waar ook de tweede toren op moet worden aangesloten. In dat kader is de installatieruimte onder de bestaande toren ‘slechts’ voorbereid op de bijplaatsing van extra warmtepompen, maar de dimensionering van de bronnen is uiteraard al afgestemd op de toekomstige uitbreiding van het gebouwencomplex. “Voor de dimensionering van bronnen gaan we altijd, en dus ook bij dit project, uit van het verdamperdebiet van de geïnstalleerde warmtepompen bij volvermogen”, legt Simon Verveer uit. Hij is projectleider bij Stewitech Duurzaam, dat de technische installaties en het bronsysteem van Terras aan de Maas heeft gerealiseerd, nadat Huygen Installatie Adviseurs er het bestek voor had gemaakt. “Bij dit project hebben we vier doubletten van 50 m³/h gerealiseerd, waarvan één doublet nog niet in gebruik is. De filterbuizen zijn op een diepte tussen de 130 en 200 meter diepte geplaatst; op deze locatie vind je op die diepte een zandparket dat er uitermate geschikt voor is.” Om het hele project

inclusief de nog te realiseren toren van verwarming en warmtapwater te voorzien zijn in totaal elf warmtepompen van Alpha-Innotec ingetekend: zeven stuks met een vermogen van elk 114 kilowatt voor warmtapwater, en vier laagtemperatuurwarmtepompen met een vermogen van 205 kilowatt per stuk voor cv-water ten behoeve van de vloerverwarming. Daarvan zijn vier 114kilowatten twee 205kilowatt-warmtepompen geïnstalleerd; de overige vijf worden aan het systeem toegevoegd zodra de tweede toren wordt gebouwd. Overcapaciteit Het feit dat het bronsysteem is uitgelegd voor twee torens terwijl er vooralsnog maar één is gerealiseerd, betekent natuurlijk dat er nu overcapaciteit is. “Voor de bereiding van warmtapwater is

al een volledige buffer voor twee aparatementencomplexen aangelegd, omdat die achteraf niet meer kan worden opgeschaald. Dat zorgt er inderdaad voor dat we nu overcapaciteit hebben, maar we hoeven natuurlijk niet meer bronnen in te zetten dan strikt noodzakelijk”, vertelt Verveer. Hoewel onvermijdbaar, brengt deze werkwijze een klein risico met zich mee. Het is immers niet volledig uit te sluiten dat de bouw van het tweede pand uitstel of zelfs afstel krijgt. “Mocht dat onverhoopt gebeuren, dan zal dat betekenen dat er teveel geld is geïnvesteerd in de dimensionering van de warmtapwaterbuffer en de bronnen. De installatie draait nu prima, maar voor de vraag van één toren wordt in principe een te grote warmtebuffer opgebouwd. Als de plannen voor de tweede woontoren worden afgeblazen, zal er blijvend teveel energie in het systeem worden gestopt.” De aanleg van de bron vormde overigens niet de grootste uitdaging. Volgens Verveer zorgde met name de hoogte van het gebouw - die 90 meter bedraagt - voor hoofdbrekens: “De hoogte vergde aanpassingen in de installatie, met name om de levering van hoogtemperatuurwater te kunnen garanderen. Ook de de bovenste verdiepingen moeten warmtapwater krijgen met een voldoende hoge temperatuur, en dat wilden we verwezenlijken zonder dat het ten koste zou gaan van de COP van de warmtepompen. Binnen het bouwteam hebben we samen met Nathan en Huygen Installatie Adviseurs gezocht naar mogelijkhe-

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 29


Project den om een zo laag mogelijke uitkoeling van de HTCV (hoogtemperatuur-cv) aanvoerleiding te garanderen. Er is voor gekozen om de leiding te voorzien van hoogwaardige isolatie en een by-passleiding aan te leggen. Door het distributiewater via een in-linesysteem op temperatuur te houden, hoeft het niet voortdurend te worden rondgepompt.” Om de Delta Amstel Eco-units - de warmwaterdistributie-units van Nathan die in de woningen zijn geïnstalleerd - te voorzien van water met een voldoende hoge temperatuur, bleek de inzet van extra gasketels onontkombaar. Verveer: “Wettelijk is vastgelegd dat warmtapwater een minimumtemperatuur van 55 graden Celsius moet hebben. Om deze temperatuur op het tappunt te kunnen garanderen, moeten de Delta Amstel Eco-units worden gevoed met circulatiewater dat een temperatuur heeft van 68 graden. Als er geen warmtapwater wordt afgenomen in de bovenste woningen, is er op die hoogte in de toren een temperatuurverlies van 4 graden. Daarom hebben we de aanvoertemperatuur ingesteld op 72 graden Celsius. De opgestelde warmtepompen zouden dat op zich aan moeten kunnen als ze constant op vol vermogen draaien, maar dat is niet wenselijk. Daarom moet er nog 4 graden worden overbrugd, zodat ze het criculatiewater ‘slechts’ tot 68 graden hoeven te verwarmen. Om dat te bereiken, springen twee gasketels bij, met een vermogen van 45 kilowatt. Zo worden de Eco-units in de toren dus gevoed met 68 graden Celsius. Bij de overdracht van deze warmte aan het tapwater koelen ze het circulatiewater

uit naar 23 graden. De warmtepompen verwarmen het daarna stapsgewijs weer op, in de in het systeem opgenomen buffervaten.” Aangepaste distributie-unit De Delta Amstel Eco-units waar Verveer over sprak, zijn speciaal voor dit project aangepast, zodat het energieverlies bij het transport naar de bovenste verdieping wordt beperkt. In dat kader vroeg Stewitech aan Nathan, het bedrijf dat ook de warmtepompen voor Terras aan de Maas heeft geleverd, of de bestaande Delta Amstel Eco-unit kon worden uitgebreid. Erwin Janssen, product manager bij Nathan: “Stewitech vroeg eigenlijk om een oplossing waarmee thermische vervuiling op de retourstrang wordt voorkomen. Door een PM-regelaar toe te voegen, wordt de flow over het primaire systeem afgesloten zodra er geen vraag naar warmtapwater meer is. Zoals Simon Verveer net vertelde, is er daardoor geen continue circulatie over de aanvoer- en retourleiding; in plaats daarvan wordt de aanvoer via een in-linesysteem op de juiste temperatuur gehouden. Dat laatste is een noodzakelijke aanvulling om te voldoen aan de wettelijke eis met betrekking tot de tijd die het mag duren voordat er water op voldoende temperatuur uit de kraan komt.” Behalve de toevoeging van een PM-regelaar, waarvoor Nathan nauw heeft samengewerkt met het Duitse Delta Systemtechnik GmbH, zijn er ook nog andere aanpassingen doorgevoerd, vertelt Janssen. “Er is een wisselaar ingebouwd met een lagere hydraulische weerstand, en de koudwaterleiding is

30 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

verplaatst. Uit tests met het prototype van de Delta Amstel Eco 2.0-unit bleek dat zijn weerstand maar één derde was van die van het oorspronkelijke toestel. Dat zorgt dus voor extra energiebesparing, want de pomp heeft minder vermogen nodig om het tapwater op de uiteindelijke plek van bestemming te krijgen. Terras aan de Maas is het allereerste project waarbij de 2.0-versie van de Delta Amstel Eco-unit is toegepast. Het is interessant om te zien wat de gebruikersinvloed is op de prestaties van het systeem. Stewitech ziet precies wat er gebeurt in de primaire installatie en houdt voortdurend de temperatuur, de flow en andere parameters in de gaten. Wij zijn tot nu toe heel tevreden over de resultaten.” Simon Verveer van Stewitech, dat het hele systeem in de toren nauwkeurig monitort, knikt instemmend. “Er zijn nog geen storingen geweest en de installatie werkt volledig naar behoren”, vertelt hij. “Als er geen warmtapwatervraag is, meten we op het hoogtemperatuursysteem een maximaal leidingverlies van slechts 20 kilowatt.” Gezien het opgestelde warmtepompvermogen en het feit dat dit systeem 212 woningen van warmte en tapwater voorziet, is een dergelijk verlies klein. Verveer: “In de situatie waarin warmtapwater wordt gebruikt, wordt dat verlies bovendien zelfs meer dan gehalveerd. Dat zijn uitstekende resultaten, voor een installatie van deze omvang. Uit de monitoring is inmiddels gebleken dat de laagtermperatuur-warmtepompen een COP van gemiddeld 5,3 halen, en de hoogtem-


peratuurwarmtepompen een COP van gemiddeld 4,0. Ook daar zijn we uiteraard heel tevreden over.” Ontgassing Naast de zes Alpha-Innotec-warmtepompen, enkele enorme buffervaten en het nodige leidingwerk, huisvest de installatieruimte onder de woontoren ook een AIR-SEP. Dit apparaat zorgt er in hoofdzaak voor dat het water dat in het systeem circuleert wordt ontgast. “Door de temperatuurschommelingen en beluchting ontstaat er gasvorming in het cv-water”, aldus Mario van Gorsel, directeur van Korex - het bedrijf dat de AIR-SEP levert. “Als water onder druk staat, heeft het de eigenschap om zouten en gassen, zoals bijvoorbeeld waterstof, kooldioxide en zuurstof op te nemen. Door de druk ervan te verlagen, wordt het verzadigingspunt verlaagd en worden die gassen ontbonden. Om het heel eenvoudig te maken kun je denken aan wat er gebeurt als je een frisdrankfles voor het eerst openmaakt. De druk gaat van de fles, waardoor het koolzuur uit de vloeistof kan ontsnappen. De AIRSEP maakt gebruik van hetzelfde principe.” De AIR-SEP bestaat uit een vierkant stortvat met een instroomventiel, ontgassingsventiel en drukbehoudpomp die ervoor zorgt dat het water uiteindelijk zonder drukverlies in het leidingsysteem wordt teruggevoerd. Via het instroomventiel wordt steeds een bescheiden deel van het circulatiewater in het vat - in dit project met een inhoud van 200 liter - gestort, waarna de druk ervan wordt verlaagd tot atmosferisch niveau. De door het water opgenomen gassen en zouten komen daardoor vrij om te worden afgevoerd, waarna het water weer onder de oorspronkelijke druk wordt gebracht en in het systeem terugkeert. Door dit proces wordt het distributiewater adiabatisch ontgast en het volledige systeem ontlucht. In de enorme installatieruimte onder de woontoren valt de AIR-SEP bijna in het niet als je het apparaat vergelijkt met de enorme buffervaten en de batterij warmtepompen. Toch zorgt dit onderdeel van de installatie voor een aanzienlijke rendementsverbetering en verlaging van de onderhoudskosten, vertelt Van Gorsel. “Hele kleine gasbelletjes zorgen ervoor dat de vloeistof in de leidingen een soort milkshake wordt die schurend

werkt, waardoor kleine metaaldeeltjes uit het leidingwerk loskomen en voor vervuiling en dichtslibbing zorgen. Door het water te ontgassen, wordt dit voorkomen. Daarnaast zorgt de AIR-SEP voor een drukafhankelijke zuurstof-onderverzadiging in het water, waardoor er geen zuurstof meer wordt afgegeven aan de leidingwanden in het systeem. Het gevolg hiervan is dat de bekende bruine roestvorming - hematiet - wordt omgezet in zwarte roestvorming - magnetiet. Magnetiet is een hoogwaardig mineraal, wat wil zeggen dat het niet verder meer kan worden omgezet. De aanwezigheid van deze stof is een indicatie dat het leidingsysteem wordt beschermd tegen

voordeel is dat het veel minder tijd kost om een installatie inclusief afgiftesysteem in gebruik te nemen. Normaal gesproken kost het bijvoorbeeld maanden om de vloerverwarming in zo’n groot project als dit gasvrij te krijgen. Bij Terras aan de Maas zorgt het water dat erin gaat er zelf al voor dat het afgiftesysteem wordt ontlucht.” Om het resultaat van het hele proces te laten zien, schroeft Van Gorsel de voorplaat van de AIR-SEP los, zodat er een kijkgat zichtbaar wordt. In plaats van de gele milkshake-achtige vorm die distributiewater van warmtepompsystemen soms aanneemt, ziet het water dat vanuit de AIR-SEP in het retoursysteem

corrosie. Een interessante eigenschap van magnetiet is bovendien dat het hooggeleidend is. Daardoor zorgt het voor een betere warmteafgifte, zodat het systeem een hoger rendement haalt. Monitoring heeft uitgewezen dat het bij Terras aan de Maas om een verbetering van tussen de 12 en 17 procent gaat.”

wordt teruggebracht er kraakhelder en bijna drinkbaar uit. “Dat laatste zou ik nu ook weer niet uitproberen”, lacht Van Gorsel. “Maar het verschil is evident, dat mag duidelijk zijn.” Alom tevredenheid dus, bij de bij dit interessante project betrokken partijen. Blijft er slechts één vraag over: hoe zeker is het dat die tweede toren er komt? Met het oog op de woningmarkt heeft de projectontwikkelaar ervoor gekozen pas met de bouw daarvan te starten als er voldoende woningen zijn verkocht. Een begrijpelijke keuze, maar ook een riskante, omdat het afblazen van dat deel van het project zou betekenen dat Terras aan de Maas een bronsysteem met een blijvende overcapaciteit heeft. Volgens de betrokkenen zal het zover niet komen; ze zijn er allen “vrijwel zeker van” dat ook toren twee nog zal worden gerealiseerd. De vraag lijkt niet ‘of’, maar eerder ‘wanneer’ dat gaat gebeuren. WP

Onderhoudskosten Volgens Van Gorsel verdient de installatie van de AIR-SEP zichzelf binnen een paar jaar terug: “Ten eerste zijn door de toepassing van een AIR-SEP geen luchtafscheiders en drukvaten meer nodig, wat een besparing in de installatiekosten oplevert. Veel belangrijker is echter dat de onderhoudskosten omlaag gaan. De installatie hoeft veel minder vaak te worden doorgespoeld, door het tegengaan van corrosie is de slijtagegraad van installatieonderdelen veel lager en worden de exploitatiekosten van het systeem dus omlaag gebracht. Een ander

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 31


Wietze Fabriek, directeur verkoop en marketing bij Eneco Warmte & Koude

‘We zetten vooral in op

lokaal en duurzaam’ Tegen de achtergrond van het aanstaande EnergieAkkoord laait de discussie op over de verduurzaming van de Nederlandse energiemix. Eneco Warmte & Koude zet in dat kader vooral in op lokale, duurzame initiatieven. “Vooralsnog ontkomen we er niet aan om ook te investeren in centrale fossiele opwekking, waarbij Eneco duidelijk kiest voor gas”, aldus Wietze Fabriek. “Maar we zijn continu op zoek naar duurzamere warmte- en koude-oplossingen.” Auteur: Bas Roestenberg 32 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL


de

Bij de Leiding over Noord wordt warmte uit de afvalverwerkingscentrale AVR Rozenburg gebruikt voor een warmtenet in de regio Rotterdam. Alle grote energiebedrijven benadrukken tegenwoordig het belang van duurzaamheid. Op welke manier onderscheidt Eneco zich op dit onderwerp? “Eneco kiest ervoor om in lokale energie initiatieven te investeren. We wekken samen met klanten en stakeholders duurzame energie op, dus met zo min mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen. Een mooi voorbeeld daarvan is het project Duinvogel. Dat betreft een windmolen bij Scheveningen-Haven die enkele jaren geleden buiten gebruik is geraakt. Eneco heeft samen met de bewoners van een naastgelegen woonwijk een constructie bedacht waarbij die bewoners financieel konden participeren in de renovatie van de molen. Inmiddels is hij alweer enkele jaren volop in bedrijf en wekt hij groene stroom op.“ Toch investeert Eneco ook nog steeds in fossiele energieopwekking. Zo werd vorig jaar nog een nieuwe gascentrale geopend op de Maasvlakte. “In de energiewereld heb je bij grote investeringen te maken met een afschrijftermijn van dertig tot veertig jaar; het zou de doodsteek voor je bedrijf betekenen als je ineens stopt met alle investeringen in fossiele opwekking. We werken daarom aan een transitie, maar bij al onze investeringen staat het begrip duurzaamheid centraal. Het is bijvoorbeeld ondenkbaar dat we geld steken in kolen- of kernenergie. Samen met Dong hebben we in 2012 de gas-

centrale Enecogen in bedrijf genomen, waarvan wij al zo’n vijf jaar eerder de ontwikkeling waren gestart. Belangrijkste reden daarvoor is dat gas als energiedrager onontbeerlijk is, zolang elektriciteit niet op grote schaal kan worden opgeslagen. Als onze windmolenparken op een dag te weinig energie opwekken, moeten we een middel hebben om aan het gevraagde vermogen te kunnen komen. Een gascentrale – en zeker de geavanceerde Enecogen-centrale – is in dat kader het meest klimaatvriendelijke alternatief.” Toch blijft ook gas een fossiele brandstof die uiteindelijk niet CO2-neutraal is. Bovendien zal de voorraad ervan ooit opraken. “Dat klopt, maar vooralsnog kom je er niet onderuit om ook in centrale energieopwekking te investeren en in dat kader is gas nog altijd de meest schone brandstof. De energievraag kent enorme pieken en dalen; ’s morgens vroeg en ’s avonds rond etenstijd is de elektriciteitsbehoefte veel groter dan het daggemiddelde. Het is nu technisch en financieel nog niet haalbaar om op grote schaal energie op te slaan. Om op alle momenten van de dag aan de vraag te kunnen voldoen is dus extra capaciteit nodig. Als die vraag kan worden afgevlakt, wordt het veel gemakkelijker om het energieaanbod volledig te verduurzamen. Los daarvan moet je bedenken dat iedere gascentrale die nu wordt ontwikkeld, geen kolencentrale is. Binnen

Voor de opslag van energie en de opvang van pieken en dalen wordt veel verwacht van zogenoemde smart grids, waar ook warmtepompen een rol in kunnen spelen. Investeert Eneco in die technologie? “Onze netbeheerder Stedin doet hier veel onderzoek naar. In tegenstelling tot gasketels doen warmtepompen een flink beroep op de capaciteit van het elektriciteitsnet, maar als je daarbij voor groene stroom kiest, vormen ze een interessante duurzame oplossing. Warmtepompen kunnen inderdaad een bijdrage leveren aan het opvangen van pieken in de energievraag doordat je ze tijdelijk kunt uitschakelen, maar daarbij moet wel goed naar de behoeften van bewoners worden gekeken. Wat mij betreft staat het wooncomfort voorop; dat mag dus niet worden aangetast. En daarnaast moet het de keuze van

Open huis

De onduidelijkheden rond wko’s vormden aanleiding voor Eneco om een campagne te starten. Onder de noemer ‘De feiten onder ogen’ gaat Eneco concreet in op de feiten en fabels rond. Ook krijgen betrokkenen de kans om zich uitgebreid te laten informeren over de mogelijkheden van wko. Op donderdag 31 oktober houdt Eneco een Open huis. Geïnteresseerden kunnen die dag vrijblijvend langskomen om vragen te stellen aan wko-experts, maar ook om de wko-installatie van het hoofdkantoor van Eneco zelf van dichtbij te bekijken. Wie die dag een persoonlijk gesprek wil aangaan met een van de experts, kan zich hiervoor aanmelden via internet. Meer informatie staat op www.eneco.nl/wko.

In 2012 betrok Eneco een nieuw hoofdkantoor in Rotterdam, dat wordt gekoeld en verwarmd middels Wko en stadsverwarming.

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 33

interview Interview

de grenzen van wat op dit moment mogelijk is, levert een moderne gascentrale dus winst op voor het milieu.”


Het nieuw te bouwen Internationaal Strafhof in Den Haag wordt door Eneco voorzien van een van de grootste wko’s van Nederland.

bewoners zijn om mee te werken aan zo’n systeem. Het is bijzonder onwenselijk als de overheid bepaalt wanneer klimaatinstallaties van woningen aan of uit worden gezet. Er moet dus in samenspraak met bewoners worden gekeken hoe het voor hen aantrekkelijk is om bepaalde installaties uit te schakelen en dat maakt het verhaal rond smart grids ingewikkeld. Er komen aspecten bij kijken als teruglevering, fluctuaties in de

energieprijs en de vraag wie er precies energie koopt en verkoopt. Ik verwacht overigens nog wel grote ontwikkelingen waarbij met name internet en apps een rol spelen. Een voorbeeld daarvan is de Toon, onze intelligente thermostaat. Die is nu vooral bedoeld om mensen te helpen bij het besparen van energie, maar hij kan ook worden ingezet om nieuwe diensten aan te bieden. Het systeem is aan een app gekoppeld, waarmee je bijvoorbeeld op afstand kunt controleren of je verwarming per ongeluk nog aanstaat. Zo kan het systeem in de toekomst wellicht ook worden ingezet om de teruglevering van energie aan te sturen of om op een andere manier je energiekosten af te rekenen. Op die manier kan een dergelijk app-systeem een prominente rol spelen bij het aansturen van een smart grid. Maar dat is nu nog toekomstmuziek; voor de korte termijn moeten we hier heel voorzichtig mee omgaan. Om terug te komen op de rol die een warmtepomp binnen een smart grid kan spelen: als je daar zonder goede samenspraak met eindgebruikers mee aan de slag gaat, kan dat helemaal verkeerd uitpakken en uiteindelijk ook het imago van de warmtepomp beschadigen.” De overheid werkt aan beleid voor het verduurzamen van de energiemix, maar subsidieert tegelijkertijd het gebruik van fossiele brandstoffen. Is dat niet vreemd? “Als Eneco zouden we het goed vinden als alle subsidies worden afgeschaft; zo-

34 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

wel op duurzame energie als op fossiele energie. Zo creëer je een level playing field waarin de meest rendabele opwekkingstechniek uiteindelijk de overhand krijgt. Als je alle financiële voordelen doorberekent, zie je dat de fossiele opwekking van energie nog steeds sterk wordt bevoordeeld ten opzichte van duurzame energieopwekking. Volgens ons leidt dit tot ernstige vertraging bij de verdere uitrol van duurzame energieprojecten en dat is uiteraard niet wenselijk. Het afschaffen van alle subsidies zal hoogstwaarschijnlijk tot een prijsverhoging leiden en wie daarvoor op moet draaien is een vraag voor de politiek. Maar als we afhankelijk blijven van fossiele brandstoffen terwijl de voorraad ervan alleen maar kleiner wordt, zal dat voor consumenten uiteindelijk altijd tot een hogere prijs leiden dan als ze lokaal, dicht bij huis participeren in een duurzaam opwekkingsproject. Ook dat is voor ons een reden om zulke projecten op te zetten.“ Een van de manieren waarop Eneco inzet op duurzaamheid is met de inzet van warmtenetten. Critici stellen dat dit leidt tot ondoorzichtige energiebeprijzing en wijzen op het NMDA-principe: woningen zijn energiezuiniger, mensen kunnen via zonneboilers en warmtepompen beter zelf voor hun duurzame warmte zorgen en zouden daardoor te veel betalen voor warmtenetwarmte. “Een onafhankelijke partij toetst of wij ten opzichte van de gastarieven een cor-


Eneco investeert op grote schaal in de exploitatie van wko’s. Maakt de bouwcrisis het niet heel lastig om nieuwe projecten te realiseren? “We exploiteren al heel lang wko’s en hebben ook veel ervaring met koude bronnen in combinatie met stadverwarming. Ik denk dat wij tot de beste ervaringsdeskundigen horen als het gaat om de vraag hoe je met bronnen en warmtepompsystemen om moet gaan; niet alleen om ze zo rendabel mogelijk te maken maar ook om ze zo lang mogelijk probleemloos in bedrijf te houden. Onze collega’s van Eneco Installatiebedrijven zijn deskundig als het om kleine wko’s en kleinschalige projecten met lucht/water-warmtepompen gaat en onze expertise ligt echt bij de grote systemen. In het verleden hebben we geïnvesteerd in grootschalige wko-systemen voor hele woonwijken, maar de bouwcrisis zorgt ervoor dat de woningbouw nagenoeg stil ligt. We zijn nu vooral actief met het ontwikkelen van grote wko’s voor de utiliteit. Het gaat daarbij overigens vaak om complexen met een gecombineerde gebruikersfunctie; er zit kantoorruimte in, maar ook retail, woningen en leisure. Sommige deskundigen denken dat de woning- en kantorenmarkt zich zal herstellen tot het punt van een aantal jaren geleden, toen je nog een pand kon realiseren met de wetenschap dat je het hoe dan ook wel zou verkopen. Die mening deel ik niet; er komt een nieuwe manier van projectontwikkeling waarbij een passend antwoord moet worden gegeven op de energiebehoefte van de eindgebruiker, en dat vergt veel meer flexi-

biliteit en creativiteit van aanbieders. Gebouwen hadden vroeger één functie; dat was gemakkelijk bij het bepalen van energietarieven en ook de comfortbehoefte was eenduidig. Tegenwoordig krijg je, zoals ik al aangaf, steeds meer gebouwen waarin verschillende gebruikersgroepen zitten; allemaal met hun eigen warmte- en koudebehoefte en specifiek gebruikersgedrag. Er is nog altijd maar één gebouw, maar er zitten meerdere systemen in. Dat betekent dat er ingewikkelde afspraken en berekeningen aan te pas komen over de verschillende warmte- en koudevragen van gebruikersgroepen. Dat maakt zulke projecten behoorlijk complex en dat past ons goed.” Hoe borg je de kwaliteit van zulke wko’s? In het vorige nummer van Warmtepompen stelden verschillende marktpartijen dat er nogal wat wordt aangerommeld in de wko-markt. “De wko-markt is versnipperd. Er zijn de laatste jaren veel partijen in deze markt gestapt zonder voldoende kennis van zaken of zonder te investeren in die kennis. Wij zijn al meer dan vijftien jaar actief met de ontwikkeling van wko’s. In eerste instantie ging het om een beperkte bedrijfsactiviteit, maar wko’s vormen inmiddels een hoofdzaak voor ons. We hebben daardoor specialisten in huis op het gebied van engineering, monitoring en optimalisatie en de systemen waar zij mee werken worden steeds verder verbeterd. De negatieve verhalen die je over wko’s hoort, gaan meestal over stand-alonesystemen waar na de installatie niet meer in is geïnvesteerd en gefinetuned. wko’s zijn eigenlijk kleine energiecentrales die je moet onderhouden en blijven optimaliseren. Daarom zijn ze pas echt interessant als je er heel veel exploiteert, zodat je de ervaringen die je steeds weer opdoet kunt gebruiken om volgende systemen te optimalise-

ren. We worden in dat kader regelmatig ingeschakeld door marktpartijen die ooit een enkele wko hebben aangelegd omdat het interessant leek, maar er nu achter komen dat ze de expertise missen om hem rendabel te houden.” Toch gaan er genoeg spookverhalen rond over rendementsproblemen en komen er regelmatig verhalen in het nieuws over klagende bewoners. “Onze wko’s zijn gewoon rendabel, zowel energetisch als financieel. Je behaalt er geen hoge rendementen mee; dat kan ook helemaal niet. Maar als je er op de juiste manier in investeert en ervoor zorgt dat je kennis van zaken hebt en weet hoe je een wko moet monitoren, kan de total cost of ownership van zo’n systeem flink omlaag zodat het financiële rendement omhoog gaat. De negatieve verhalen dat wko-systemen en warmtepompen hun rendement niet halen, laat ik rustig aan me voorbij gaan. Bij Eneco leveren we het bewijs dat de achterliggende technologie prima valt te exploiteren, zolang er maar met vakkennis aan wordt gewerkt. Als wko’s en warmtepompen niet voldoende zouden opleveren, zowel qua rendement als klanttevredenheid, zouden we allang zijn gestopt. We zijn ook heel helder naar de eindgebruikers en lichten ze eerlijk voor. Als het verbruik van een bewoner in een wko-project hoger is dan gemiddeld, onderzoeken we wat er aan de hand is. Er kan iets in het systeem aan de hand zijn dat moet worden hersteld, maar het gebeurt ook regelmatig dat iemand een afwijkend gebruikspatroon heeft. Als iemand voortdurend aan de thermostaat blijft draaien, is het uiteindelijk niet onze verantwoordelijkheid als dat tot een hoge energierekening leidt, maar we geven mensen wel voorlichting over hoe ze met hun klimaatsysteem moeten omgaan.“ WP

Over Eneco

De Eneco Groep (www.eneco.nl) richt zich op productie, transport, handel en levering van energie (elektriciteit, gas, warmte en koude). De Eneco Groep bestaat uit de bedrijven Stedin (netbeheer), Joulz (infrastructuren) en Eneco (duurzaam leveren, duurzaam opwekken en duurzame oplossingen). De Eneco Groep investeert in duurzame energiebronnen, energieoplossingen en infrastructuur, met als doel energie ook op langere termijn schoon, leverbaar en betaalbaar te houden. Bij de Eneco groep werken circa zevenduizend mensen, van wie enkele honderden buiten Nederland. WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 35

interview Interview

recte prijs voor warmtelevering uit een warmtenet berekenen en onze tarieven worden daarbij gewoon goedgekeurd. Daarnaast proberen we onze klanten zo goed mogelijk uit te leggen hoe warmtelevering plaatsvindt en hoe de beprijzing is opgebouwd. Zo werken we momenteel aan verschillende warmtenetprojecten die én duurzaam én financieel interessant zijn. Een bekend voorbeeld is de Leiding over Noord, waarbij warmte uit de afvalverwerkingscentrale AVR Rozenburg wordt gebruikt voor een warmtenet in de regio Rotterdam. Het warmtenet van Utrecht wordt verduurzaamd door het ook met biomassa te voeden en in Den Haag bekijken we momenteel of we zowel biomassa als geothermie kunnen gebruiken om ons warmtenetwerk te voeden.”


‘Wko 3x beter’ Lente-akkoord publiceert aanbevelingen open bodemsystemen

“Wko is anders dan een ‘gewoon’ klimaatsysteem”. Met die introductie maakt de factsheet ‘Wko 3x beter’ feilloos duidelijk wat de grootste valkuil is bij de exploitatie van een warmte/koude-systeem. In de sheet worden in drie stappen ‘do’s and don’ts’ uitgewerkt waarmee problemen rond wko’s kunnen worden voorkomen: beter bedenken, beter bouwen en beter beheren ‘Wko 3x beter’ is in opdracht van het Lente-akkoord geschreven door Henk Bouwmeester, die daarbij gebruik heeft gemaakt van de input van verschillende deskundigen. In de sheet staan open bronsystemen centraal. Over gesloten systemen heeft het Lente-akkoord al eerder publicaties verzorgd, maar los daarvan zorgen met name ‘mislukte’ open bronsystemen de laatste jaren voor negatieve publiciteit. Daar plaatst Henk Bouwmeester als opsteller van de factsheet tegenover dat Nederland ook veel geslaagde projecten kent, zowel in de woningbouw als de utiliteit. Zo is

bijvoorbeeld nauwelijks bekend dat de grootste wko ter wereld in Nederlandse bodem is te vinden. Het systeem van de Technische Universiteit in Eindhoven telt 32 bronnen waarmee per uur 2000 ton grondwater kan worden verpompt. “Het systeem is al sinds 2001 naar volle tevredenheid in bedrijf. Ook nieuwe universiteitsgebouwen worden erop aangesloten. In de eindsituatie kan het systeem 3.000 ton grondwater per uur verpompen”, aldus Bouwmeester. Om de media-aandacht voor ‘mislukte’ wko-projecten te relativeren, besteedt

36 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

Bouwmeester ook aandacht aan het populaire verhaal dat 70 procent van de wko’s niet goed zou functioneren. Die veelvuldig gekopieerde aanname is gebaseerd op uitspraken van ingenieursbureau DWA, dat elf jaar geleden in een SenterNovem-rapport meldde dat in 70 procent van de onderzochte wko-projecten de energiebalans “(in meer of mindere mate) naar de warme kant” neigt. Volgens Bouwmeester is de manier waarop dat percentage al jaren wordt gebruikt om de foutgevoeligheid van wko’s aan te tonen “een mooi voorbeeld van hoe getallen een eigen leven


Achtergrond

kunnen gaan leiden.” Dat wil uiteraard niet zeggen dat wko’s altijd optimaal functioneren. Uit recent onderzoek van Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs blijkt dat het beloofde rendement lang niet bij alle systemen wordt behaald. In ‘Wko 3x beter’ wordt het een “opdracht aan de sector” genoemd om de kwaliteit van systemen, uitvoering en beheer te verbeteren. Dit wordt vervolgens aan de hand van drie punten verder uitgewerkt. 1. Beter bedenken Bij dit verbeterpunt staan volgens Bouwmeester het belang van een integrale aanpak en communicatie centraal: “Om een wko-systeem met succes in een gebouw te integreren, moet daarover aan het begin van het proces een besluit worden genomen. Het kan vervolgens integraal in alle processtappen worden meegenomen.” Daarbij is overleg en kennisdeling nodig tussen alle betrokken partijen, en van daaruit de flexibiliteit om in te spelen op onvoorziene omstandigheden. Hoe functioneert een collectief systeem bijvoorbeeld als de helft van de huizen in de betreffende wijk nog niet zijn opgeleverd? Een ander aspect dat in dit kader wordt genoemd, is ‘optimaliseren door afstemming’. Door goede ruimtelijke inplanning en warmtevragers en warmtebieders (bijvoorbeeld woningen en een winkelcentrum) aan elkaar te koppelen, kan het rendement van een wko worden verhoogd. Een van de ‘do’s’ die in de sheet wordt genoemd, betreft de aanbeveling dat moet worden uitgegaan van een goed energieconcept waarbij wordt bepaald of de toepassing van wko wel in dat concept past: “Het energieconcept werkt vervolgens door in alle keuzes die bij de ontwikkeling, realisatie en exploitatie moeten worden gemaakt”. 2. Beter bouwen “Alle componenten van een wko-systeem hangen als de schakels van een ketting met elkaar samen. Die ketting is zo sterk als de zwakste schakel”, stelt Bouwmeester onder het kopje van het tweede verbeterpunt dat in de sheet aan de orde komt. Om betere wko’s te leveren, moet de uitvoeringskwaliteit van alle onderdelen nauwkeurig overeenstemmen met de specificaties die bij de start van het project zijn afgesproken. In dat kader is het bijvoorbeeld van

belang om goed bodemonderzoek te doen en te waarborgen dat het ondergrondse en bovengrondse deel van de installatie in alle opzichten perfect op elkaar aansluiten. Daarbij is het niet alleen wettelijk verplicht, maar ook cruciaal met betrekking tot de afleverkwaliteit dat met erkende, gecertificeerde bedrijven wordt gewerkt en dat er centrale regie over het project wordt gevoerd. “Laat één partij de bron, de warmtepomp en de thermische kwaliteit van het gebouw controleren”, aldus een van de ‘do’s’ in de factsheet. De bijbehorende ‘don’t’ laat zich raden: “Het is beter om partijen te selecteren op de laagste prijs”. 3. Beter beheren Bij de exploitatie van een wko komt veel meer kijken dan bij een ‘gewoon klimaatsysteem’. In ‘Wko 3x beter’ wordt in dat kader gewezen op de instandhouding van de bodembronnen, de bediening en het onderhoud van de warmtepomp en bijbehorende installaties en de regeling van het gebouwgebonden klimaatsysteem. “Door dat alles integraal te managen, kan het hoogste rendement worden gerealiseerd”, stelt Bouwmeester. In dat kader speelt de verantwoordelijkheid van de leverancier

van een wko een belangrijke rol. Bouwmeester maakt onderscheid tussen de technische en de functionele oplevering van het systeem: de technische oplevering vindt plaats “bij de sleuteloverdracht”, terwijl van een functionele oplevering pas na een paar jaar sprake is. Die tijd heeft het bronsysteem nodig om in balans te komen en gedurende die tijd kan er veel bijregelwerk nodig zijn. Het is raadzaam om de leverancier gedurende deze periode verantwoordelijk te maken voor de prestaties van het systeem, aldus een van de ‘do’s’ bij dit punt. Als belangrijke aanvulling wordt daarbij gemeld dat installatiebeheer niet alleen moet worden gericht op probleemloos functioneren, maar dat ook een “hoog systeemrendement” moet worden behaald. Factsheet Wko 3X beter, augustus 2013. Door Henk Bouwmeester in opdracht van het Lente-akkoord. De volledige factsheet ‘Wko 3x beter’ kan worden gedownload op de website van het Lente-akkoord: www.lente-akkoord.nl WP

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 37


“Bij ons bestaat een training voor 20 procent uit theorie en voor 80 procent uit praktijk”

Warmtepomptrainingen PTC+

krijgen accreditatie Op de website QBISnl kan eenieder nagaan of een installateur vakbekwaam is en over de benodigde papieren beschikt. Ook de warmtepomptrainingen van PTC+, die in september van start gaan, zijn onlangs geaccrediteerd en opgenomen in de QBIS-database. Auteur: Bas Roestenberg Wie opdracht geeft voor de aanleg van een warmtepompsysteem moet kunnen vertrouwen op de vakbekwaamheid van de ingehuurde installateur. Vanuit die gedachte is QBISnl opgezet; een kwaliteitsregister voor de bouw- & installatiesector. Op de website www.qbisnl.nl kan iedereen opzoeken of een bepaalde installateur aan alle opleidingseisen voldoet. In de database ervan zijn alle geaccrediteerde professionals en

organisaties opgenomen die werken volgens de Europese RES-richtlijn (Renewable Energy Sources) of de EPBD (Energy Performance Buildings Directive). Ook de warmtepomptrainingen van PTC+ zijn sinds kort geaccrediteerd en in QBISnl opgenomen. “We gaven al veel langer praktijkopleidingen in de koel- en koudetechniek, en ook voor warmtepompinstallateurs”, vertelt Roelof Robbertsen, teamleider en trainer

38 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

bij PTC+. “Het is goed nieuws dat er nu een accreditatiesysteem voor dergelijke opleidingen is en dat opdrachtgevers en installatiebedrijven in QBISnl kunnen nagaan of een technicus wel aan de opleidingseisen voldoet. Daarbij is het uiteraard ook belangrijk dat een installatiebedrijf kan zien welk geaccrediteerd opleidingscentrum zijn monteur deze kennis bij kan brengen. Dat verkleint de kans dat er installaties met problemen


kennis worden afgeleverd; iedereen kent immers de voorbeelden waarbij grote fouten zijn gemaakt.”

handen kunnen houden, zodat hij of zij een beeld krijgt bij wat er is geleerd uit de theorieboeken.

‘Learning by Doing’ Bij PTC+ worden zeven geaccrediteerde warmtepomptrainingen verzorgd, die bijvoorbeeld opleiden tot basismonteur warmtepompen, aspirant-ontwerper warmtepompen of ontwerper warmtepompen utiliteit. Volgens Robbertsen onderscheidt het opleidingsinstituut zich door de nadruk die op praktijktrainingen wordt gelegd. “Er zijn warmtepompopleidingen die zich voor 100 procent op de theorie richten en geen praktijkonderwijs omvatten. Bij ons bestaat een training voor 20 procent uit theorie en voor 80 procent uit praktijk. Cursisten krijgen ’s morgens tot de koffie theorieles, maar gaan daarna meteen met een installatie aan de slag. Die praktijkcomponent is van wezenlijk belang; de mensen die wij opleiden staan straks immers ook op locatie aan een warmtepomp te sleutelen. Onze trainers komen allemaal uit de koeltechnische wereld. Ze hebben 15 tot 30 jaar ervaring als installatietechnicus in verschillende soorten koeltechniek, service en onderhoud, en hebben allemaal als storingsmonteur gewerkt. Ze kunnen dus veel praktijkkennis overdragen. We hanteren niet voor niets het credo ‘Learning by Doing’ en de resultaten tonen aan dat onze aanpak succesvol is. Veel technici zijn er bovendien de mensen niet naar om uit boeken te moeten leren. Ze hebben er veel meer plezier in om aan een systeem te sleutelen; daarmee wordt het leren van vaardigheden ook meteen een stuk leuker. Een technicus moet aan een warmtepomp kunnen voelen en opengewerkte componenten in zijn

Volgens Robbertsen wordt het belang van voldoende praktijkkennis vaak onderschat: “Je komt nog steeds situaties tegen waarbij een pomp op een bepaalde locatie wordt afgeleverd, waarna mensen denken dat het een kwestie is van aansluiten en de stekker in het stopcontact steken. In grote lijnen staat het zo immers in de boeken: het bodemsysteem levert een bepaald vermogen dat is uitgerekend, en een afgiftesysteem functioneert meestal ook wel, al is het niet altijd feilloos. De crux zit hem in het inregelen van de warmtepomp die je ertussen zet, en dat is toch echt praktijkwerk. Als een monteur niet goed weet wat hij precies moet doormeten en berekenen en ook geen praktijkervaring heeft met inregelwerk, welke parameters gaat hij dan instellen? Op zulke momenten gaat het dus mis met het klimaatsysteem. Verder is het ook heel belangrijk dat een technicus contact houdt met zijn klant en bijvoorbeeld na een maand de in bedrijf zijnde warmtepomp nog eens doormeet om te beoordelen of hij nog steeds naar behoren werkt.” Service en onderhoud Een andere reden waarom praktijkgerichtheid van belang is, is volgens Robbertsen dat installateurs meer de breedte zoeken bij het aanbieden van hun diensten. “Installateurs moeten een compleet pakket kunnen aanbieden en zich niet beperken tot het aansluiten van een systeem. Ik had het al over het belang van goede inregeling, maar daarnaast moeten ze zich ook bekwamen in onderhoud en service. Niet alleen

omdat het voor een klant prettig is als hij één aanspreekpunt voor alle diensten heeft, maar ook omdat hij geld kan verdienen met onderhoud en service. Bij de CV-ketels is dat al jaren bekend, maar het geldt evengoed voor warmtepompinstallateurs.” Robbertsen geeft trainingen aan technici uit alle leeftijdsgroepen: “Er zitten oudere technici tussen die al jarenlang ervaring hebben met gasketels en zich nu specialiseren in warmtepompen, maar we krijgen gelukkig ook aanmeldingen van jonge mensen die aan het begin van een technische carrière staan. Om meer jongeren te enthousiasmeren voor koelen aircotechniek werken we samen met de NVKL, GO opleidingen, Airco-Kenniscentrum, VMBO-docenten en verschillende koeltechnische bedrijven. Het zou mooi zijn als er ook een toestroom van jongeren komt die zich willen specialiseren in warmtepomptechniek. Goede installatietechnici hebben een goed carrière- perspectief, en dankzij geaccrediteerde opleidingen zorgen zij ervoor dat de kwaliteit van warmtepompinstallaties wordt gewaarborgd. Het mes snijdt aan twee kanten.” WP

PTC+

PTC+ is gevestigd in Ede en organiseert onder andere ontwikkeltrajecten, trainingen, bedrijfsopleidingsplannen en praktijkassessments. Het bedrijf hanteert als motto ‘Vandaag geleerd, morgen toegepast’. Deelnemers aan trainingen gaan in dat kader aan de slag met echte installaties en worden ook bij ‘real life’ bedrijven opgeleid.

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 39


Agenda 10 t/m 12 september Installatie Vakbeurs Locatie: Hardenberg. Informatie: www.evenementenhal.nl/hardenberg 11 september Warmtepompsymposium Locatie: Leuven (België). Informatie: www.ode.be 12 september Green Deal Informatiebijeenkomst Locatie: Den Haag. Informatie: www.rijksoverheid.nl/greendeal 16 t/m 20 september Dutch Green Building Week Locatie: diverse locaties in Nederland. Informatie: www.dgbw.nl 24 t/m 26 september Vakbeurs Energie 2013 Locatie: Den Bosch. Informatie: www.energievakbeurs.nl 26 t/m 29 september Renexpo Locatie: Augsburg (Duitsland). Informatie: www.renexpo.de 3 oktober European Smart Grid Conference 2013 Locatie: Brussel. Informatie: www.smartgrid2013.eu 15 t/m 16 oktober European Heat Pump Summit 2013 – powered by Chillventa Locatie: Nürnberg. Informatie: www.hp-summit.de 29 oktober Cursus: Succesvol toepassen van warmtepompen Locatie: Utrecht. Informatie: http://tinyurl.com/dxjdetn 21 november Nationaal Sustainability Congres 2013 Locatie: Rotterdam. Informatie: www.sustainability-congres.nl 28 november European Renewable Energy Policy Conference Locatie: Brussel. Informatie: www.erec.org 3 t/m 7 februari 2014 VSK 2014 installatiebeurs Locatie: Utrecht. Informatie: www.vsk.nl 12 t/m 16 mei 2014 Warmtepompcongres International Energy Agency Locatie: Montreal, Canada. Informatie: www.iea-hpc2014.org

Bron: VNU Exhibitions Europe 40 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

Voorzitter Bouwend Nederland gaat in op Nationaal Energieakkoord Voorzitter Maxime Verhagen van Bouwend Nederland neemt op dinsdag 24 september deel aan een paneldiscussie tijdens de vakbeurs Energie. Hierbij gaat hij in op enkele punten uit het Nationale Energieakkoord. De andere deelnemers aan de paneldiscussie zijn Sytze van der Heijst, directeur van Gazprom, Arthur Vermeulen, directeur van Raedthuys Groep, Riksta Zwart, directeur SamenEnergie en John Lens, directeur van TVVL. Energie 2013 vindt plaats van 24 tot en met 26 september in de Brabanthallen in ’s-Hertogenbosch. De beurs is in Nederland de grootste vakbeurs op het gebied van energie en er wordt veel aandacht besteed aan energiebesparing, zonne-energie en passief bouwen. Nederland wil goedkope kolencentrales sluiten en extra investeren in windmolens. Het Nationale Energieakkoord zorgt ervoor dat de energierekening de komende jaren stijgt. Dat betekent dat energiebesparing en duurzame innovatie belangrijker worden. Deze aspecten komen ook terug in het openingsdebat van de beurs: onderwerpen als energiebesparing, duurzame energie bij industrie en gebouwde omgeving, Europese regels voor duurzame energie en energie en CO2-besparing komen hierbij aan de orde. Het publiek is uitgenodigd om mee te debatteren. Aansluitend op het debat vindt de uitreiking plaats van de Spirit of Innovation Award 2013. Deze award gaat naar de beursexposant die vooraf het meest innovatieve, energiebesparende idee of product heeft ingestuurd.


De subsidieregeling voor energieprojecten binnen de Topsector Energie is onlangs gepubliceerd in de Staatscourant. De minister van Economische Zaken heeft ruim 53 miljoen euro toegekend voor de tenders in deze regeling. Voor de regeling komen projecten in aanmerking die binnen de visie en programmalijnen van de innovatiecontracten van de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) passen. De subsidieregeling bestaat uit dertien tenders voor programmalijnen van (combinaties van) de TKI’s voor bio-energie, zonne-energie, energiebesparing in de gebouwde omgeving, gas en STEM, het sociale innovatieprogramma van de Topsector Energie. De regeling wordt uitgevoerd door Agentschap NL. Daarnaast is er een aanpassing en nieuwe openstelling van de bestaande subsidieregeling voor

smart grids. Ook is een kleine wijziging aangebracht in de bestaande subsidieregeling voor wind op zee. Beoordeling projecten Een van de voorwaarden voor een subsidieaanvraag is dat de aanvrager een in Nederland gevestigde deelnemer is die werkt binnen een samenwerkingsverband. De samenstelling van een samenwerkingsverband en ook de inhoud en doelstellingen van de programmalijnen verschillen per tender. Projecten worden met rangschikkingscriteria beoordeeld op kwaliteit. Dit betekent dat wordt gekeken naar welke projecten het meest bijdragen aan de doelstellingen van het programma. Per type project is een subsidieplafond en een openstellingsperiode vastgesteld. Meer informatie: www.agentschapnl.nl/onderwerp/topsector-energie

ISSO-publicatie 98: Lucht/waterwarmtepompen in woningen ISSO-publicatie 98 is onlangs uitgebracht. Deze publicatie gaat in op het installatie-ontwerp, de uitvoering en het beheer van lucht/water-warmtepompen voor ruimteverwarming, ruimtekoeling en warmtapwaterbereiding in woningen. Het toepassingsgebied van publicatie 98 betreft individuele elektrisch aangedreven lucht/water-warmtepompen voor de woningbouw. De bron van deze systemen is lucht, terwijl het afgiftemedium water is. In de publicatie wordt overigens niet direct ingegaan op het ontwerp van het afgiftesysteem; dat onderdeel van de totale installatie wordt als vaststaand gegeven beschouwd. Wel wordt nader ingegaan op alle randvoorwaarden met betrekking tot de afgiftesystemen. Doelstelling Met de publicatie beoogt ISSO een handleiding te bieden voor de installatieontwerper, zodat hij of zij kan bepalen of de toepassing van een lucht-water-

warmtepomp interessant is. Tegelijkertijd geeft hij de installatieontwerper een richtlijn in het ontwerptraject (dimensioneren en ontwerpen van het warmtepompsysteem) als de keuze voor een lucht/waterwarmtepomp eenmaal is gemaakt. Tot slot gaat publicatie 98 in op de uitvoering, oplevering en het beheer en de monitoring van de installaties. Het toepassingsgebied van deze ISSO-publicatie beslaat bestaande woningen en nieuwbouwwoningen (zowel grondgebonden woningen als meergezinswoningen), individuele lucht/water-warmtepompinstallaties, elektrisch gedreven warmtepompen, verwarmen, koelen, warmtapwater, en laagtemperatuurverwarming (ltv) en hoogtemperatuurverwarming (htv), met de hierbij mogelijke afgiftesystemen. Warmtepompboilers worden omschreven in ISSO-publicatie 72 en worden niet als zodanig in deze ISSO-publicatie behandeld. ISSO-publicatie 98 kan voor 75 euro (exclusief btw) worden besteld bij ISSO: www.isso.nl (Producten en Winkel)

Duurzame energiesector steunt hoofdlijnen Nationaal Energie Akkoord

Met het ‘Energie-akkoord op hoofdlijnen’ worden 15.000 directe en indirecte banen geschapen, krijgt de economie een impuls van tientallen miljarden en gaat Nederland een bescheiden rol spelen bij het oplossen van het klimaatprobleem. Onlangs werd een akkoord op hoofdlijnen bereikt tussen de overheid, milieubeweging, vakbeweging, VNO-NCW, De Groene Zaak en de Duurzame Energie Koepel. Daarmee is de basis gelegd voor een nieuwe fase voor groene groei en een structurele overgang naar een duurzame energievoorziening. De Duurzame Energie Koepel, namens de duurzame energiesector deelnemer aan de onderhandelingen over het akkoord, stelt ‘tevreden te zijn’, al moeten de details ervan nog worden uitgewerkt. Met meer dan 40 partijen is onderhandeld om een impuls te geven aan energiebesparing en de komende jaren het aandeel hernieuwbare energie in Nederland te verviervoudigen, zoals aangegeven in het regeerakkoord. De wijze waarop die groei zal worden gerealiseerd is nu vastgelegd op hoofdlijnen. Voor hernieuwbare energie zal op alle technologieën worden ingezet. Zo zal in de komende 10 jaar voor 4.500 MW aan windparken op zee worden gebouwd, voor 6 tot 7.000 MW aan windparken op land, zal er een ruime verdubbeling gaan optreden voor bio-energie en benutting van duurzame warmte en koude, en zullen naar verwachting tussen de 1 en 2 miljoen huishoudens zonne-energie en warmtepompen gaan toepassen. “De uitdaging is enorm, dit akkoord biedt onze hernieuwbare energiesector na 15 jaar zwalkend beleid weer nieuwe kansen en ruimte voor groene groei”, aldus Teun Bokhoven, voorzitter van de Duurzame Energie Koepel. “Helaas zijn er nog veel onduidelijkheden over de precieze uitwerking en zal er nog op veel details verder moeten worden onderhandeld, maar de kern van dit akkoord is een kentering.”

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 41

Kennis

Nieuwe tenders TKI’s Topsector Energie geopend


product nieuws

Lodam Electronics presenteert ‘warmtepompregelaar’ Steeds meer huisinstallaties worden geïntegreerd in één netwerk en kunnen door middel van een enkele besturingsmodule worden geregeld. Lodam Electronics, een onderneming van de Bitzer Groep, heeft een nieuwe warm-

tepomp/ventilatieregelaar gepresenteerd die ook mogelijkheden voor bewaking en bediening op afstand biedt. Er wordt steeds meer in geïntegreerde systemen gedacht, waarbij warmtepompen, ventilatie, zonthermie en pv-panelen via een enkele besturingsmodule worden geregeld. Door middel van webserver-oplossingen kunnen deze systemen zelfs op afstand via internet worden gecontroleerd, bediend en onderhouden. Naast het verbinden van alle besturingsmodules in het kader van gebouwautomatisering, wordt ook communicatie met de smart grid steeds belangrijker. SG-Ready Lodam Electronics, gespecialiseerd in besturingselektronica voor koel-, airconditioning- en verwarmingssystemen, ondersteunt dit proces en maakt het voor systeemfabrikanten eenvoudiger hun producten in een enkel netwerk te integreren. “We maken de SG Rea-

Waterkotte EcoTouch Ai1: beschikbaar voor twee bronsystemen

De Duitse fabrikant Waterkotte introduceert de EcoTouch Ai1, een warmtepomp die geschikt is voor kleine tot middelgrote woningen. Het toestel is verkrijgbaar in twee uitvoeringen. De EcoTouch Ai1 Geo gebruikt de bodem als bron en de EcoTouch Ai1 Air de buitenlucht. De typeaanduiding Ai1 staat voor ‘All in one’ en verwijst naar het feit dat het toestel zowel kan verwarmen als koelen.

de Nederlandse markt. Volgens Techneco zijn ze een interessante optie voor zowel nieuwbouw als renovatieprojecten. De EcoTouch Ai1 Air is in combinatie met zijn buitenunit relatief eenvoudig in bestaande woningen in te passen. De toestellen in de range EcoTouch Ai1 Geo zijn verkrijgbaar in capaciteiten van 6 tot en met 18 kW, de EcoTouch Ai1 Air is er in capaciteiten van 4 tot en met 14 kW.

Techneco, distributeur van Waterkotte, biedt beide toestellen aan op

Kindvriendelijke buiten-unit Speciaal voor de nieuwe lucht/water-warmtepompcombinatie ontwikkelde Waterkotte een buitenunit met een beperkte elektriciteitsvraag, wat een aansluiting op het elektriciteitsnet vergemakkelijkt. In combinatie met de binnenunit ontstaat een zuinige installatie met lage operationele kosten. Voor de nieuw ontworpen buitenunit, die wat later op de markt komt, creëerde Waterkotte een design dat kindvriendelijk is en daardoor ongelukken

dy-certificering voor fabrikanten van warmtepompen gemakkelijker, omdat onze regelaar over alle vereiste functies beschikt en als plug-and-play oplossing kan worden toegepast,” aldus sales manager Carsten Pedersen. De nieuwe ventilatieregelaar kan worden gecombineerd met een warmtepomp, zonnepanelen en pv-panelen. Hij beschikt over een ingebouwde ethernetmodule met een geïntegreerde webserver voor externe communicatie. De webserver-oplossing zorgt er niet alleen voor dat de eindgebruiker het systeem op afstand via een computer of smartphone kan bereiken, maar ook dat fabrikanten van warmtepompen en ventilatiesystemen hun producten smart grid-compatibel kunnen maken.

voorkomt. Daarnaast kent de unit een laag geluidniveau en kan hij elk weertype doorstaan. Het ontwerp van de nieuwe binnenunit, die identiek is voor de Air- en Geo-uitvoering, werd eerder dit jaar beloond met een iF product design-award. Bijzonder is ook het touchscreen dat met behulp van de intuïtieve Easy-Con software zorgt voor een eenvoudige bediening van het systeem. Verder beschikt het toestel over een innovatieve trillingdemper die het geluid tot een minimum beperkt wanneer het toestel in bedrijf is. Met een COP-waarde tot 5,1 (W0/B35) behoren de Ai1-toestellen tot de meeste economisch presterende warmtepompen op de markt.

42 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

aug201


Expertisecentrum Koudetechniek

Dé praktijkopleider voor Warm & Koud 80% praktijk 20% theor ie

Schr ijf je

direct in!

Aanbod praktijktrainingen NIEUW • Warmtepompen van monteur tot

• NIEUW • • •

ontwerper Training F-gassen 1 t/m 4 Training F-gassen 1 (versneld traject) Elektrisch Schakelen Meten aan regelorganen & regelsystemen

• Veilig werken met Natuurlijke

Trainen bij PTC+ is altijd écht! PTC+ Zandlaan 29 6717 LN Ede

aug2013_PTC_adv_ISSO.indd 1

Koudemiddelen Bekijk onze trainingen op www.ptcplus.com, Expertisecentrum Koudetechniek of bel voor meer informatie 06 20 01 24 56. PTC+ is een door KBI geaccrediteerd trainingscentrum (www.qbisnl.nl)

07-08-13 15:02


product nieuws

Wolf Energiesystemen brengt ‘totaaloplossing’ op de markt Met de KG TOP-dakcentrale brengt Wolf Energiesystemen naar eigen zeggen een op maat gemaakte ‘totaaloplossing’ op de markt. De dakcentrale kan plaats bieden aan een luchtbehandelingskast, zonne-energiesysteem, koudetechniek, verwarmingsketels, , warmtepompen en regeltechniek. Alle toegepaste componenten, zoals de ketels, worden door Wolf zelf geproduceerd, waardoor deze ‘totaaloplossing’ door één partij wordt aangeboden. Alle leidingen en bekabeling in de dakcentrale worden daarbij door Wolf zelf verzorgd; indien gewenst kan dit op locatie worden uitgevoerd. Bij het ontwerp van de unit wordt in het bijzonder aandacht gegeven aan het

verlagen van het energiegebruik en aan een zo goed mogelijke bereikbaarheid van de componenten, wat belangrijk is voor servicedoeleinden. De regeling van de KG TOP is standaard voorzien van een display. Indien gewenst kan hij worden uitgevoerd worden met een 10,4 inch groot touchscreen of een communicatiemodule voor BACnet, ModBus of Lonworks. Als alternatief kan ook worden gekozen voor een

ethernetmodule (webserver), waarmee de unit via een pc lokaal of op afstand kan worden bediend.

Daikin introduceert eerste split-warmtepomp met koudemiddel R32 In het najaar van 2013 introduceert Daikin het eerste lucht/lucht-warmtepompsysteem met koudemiddel R32 in Europa. De vernieuwde Ururu Sarara, die eerder dit jaar de prestigieuze red dot award voor productdesign in de wacht sleepte, is zeer energiezuinig en heeft dankzij het gebruik van koudemiddel R32 een lagere impact op het milieu dan ooit tevoren. De Ururu Sarara kan niet alleen koelen en verwarmen, maar zorgt ook voor bevochtiging , ontvochtiging, luchtzuivering en ventilatie, en is daardoor een totaaloplossing voor het binnenklimaat in residentiële toepassingen. Dankzij het koudemiddel R32 behalen de systemen een SEER tot 9,54 (A+++) en een SCOP tot 5,9 (A+++). Hiermee mogen ze zich nu al de meest energie-

zuinige units in hun soort op de markt noemen. Optimaal comfort Vochtregeling is essentieel bij het creëren van een aangenaam binnenklimaat. De ontvochtigingsfunctie van de Ururu Sarara zorgt ervoor dat de vochtigheid wordt verlaagd, zonder de ruimtetemperatuur te beïnvloeden. Om een optimale luchtkwaliteit te garanderen, zijn alle units uitgerust met een luchtzuiveringsfilter dat microscopische stofdeeltjes absorbeert, geurtjes verwijdert en de kans op allergieën verkleint. Een automatische filterreiniging maakt het onderhoud een stuk eenvoudiger en verlaagt het energieverbruik met nog eens 25 procent. De 2-zone-bewegingssensor zorgt bovendien voor een optimale lucht-

44 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL

verdeling en richt de luchtstroom weg van aanwezigen, om elk gevoel van tocht te voorkomen. Wanneer geen aanwezigheid wordt gedetecteerd, wordt het systeem in de automatische energiespaarstand geschakeld. Het systeem is voorzien van een gebruiksvriendelijke draadloze bediening en kan optioneel worden aangesloten op een online besturingssysteem. Koudemiddel R32 Het gebruik van koudemiddel wordt geëvalueerd aan de hand van de volgende factoren: aardopwarmingsvermogen (GWP), energiezuinigheid en efficiënt gebruik van natuurlijke rijkdommen. R32 heeft een GWP van 675, wat maar liefst 68 procent lager is dan het GWP van 2088 van R410A. R32-producten behalen bovendien zowel in vollast als in deellast een hoger rendement. Daarnaast is R32 een enkelvoudig koudemiddel, waardoor het eenvoudiger te recyclen is. Door het toepassen van R32 als koudemiddel in de nieuwe Ururu Sarara kunnen gebruikers nu genieten van een ongeëvenaarde energiezuinigheid, uitstekende luchtkwaliteit en hoog comfort, terwijl hun warmtepompsysteem tegelijk een lagere milieu-impact heeft.


De afdeling Small Business van Western Airconditioning heeft een nieuwe lijn cassettemodellen geïntroduceerd die als afgiftesysteem voor single-split-, multi-split- en VRF-systemen kunnen dienen. De nieuwe lijn is voorzien van een ‘Roundflow 360’-uitblaasrooster. Dit uitblaasrooster zorgt voor een optimale luchtverdeling. De

cassettemodellen zijn eenvoudig te integreren in een systeemplafond. Standaard zijn ze uitgevoerd met een condensliftpomp voor een opvoerhoogte van 50 tot 75 cm (afhankelijk van het model). De cassettemodellen zijn geschikt voor zowel koelen als verwarmen en leverbaar in vermogens van 2,1 tot en met 5,3 kW (afmeting

60 x 60 cm) of 5,6 tot en met 14,1 kW (afmeting 84 x 84 cm).

EnviLine: eerste ‘stand alone’ warmtepomp van Nefit Nefit heeft zijn programma uitgebreid met de introductie van de ‘stand alone’ EnviLine split-warmtepomp. Tot 80 procent van de benodigde energie haalt de EnviLine uit de buitenlucht, wat op jaarbasis tot 40 procent energiebesparing oplevert. Met een COP-waarde van 4,37 zorgt de EnviLine voor een hoge EPC-reductie. De EnviLine is de eerste Nefit-warmtepomp die zonder hr-toestel werkt. Een gasaansluiting is dus niet nodig, zodat het systeem breed kan worden toegepast. All-electric en bivalent De EnviLine lucht/water-warmtepomp

bestaat uit een binnen- en een buitenunit die met elkaar zijn verbonden door een aanvoer- en een retourleiding voor het koudemiddel. De stille buitenunit is verkrijgbaar in verschillende vermogens. Zelfs bij -20 graden Celsius haalt de unit voldoende energie uit de buitenlucht om zonder bijverwarming voor een goed binnenklimaat te zorgen. De binnenunit is naar keuze beschikbaar met of zonder elektrische bijverwarmer. De EnviLine is hierdoor inzetbaar als stand-alone-toestel of voor bivalente toepassingen met een (al aanwezige) cv-ketel als bijverwarmer. De warmtepomp kan zijn werking ook omkeren. Het afgiftesysteem, bijvoorbeeld vloerverwarming, geeft dan koelte af, gelijkmatig en zonder tocht.

Zelfs bij hoge buitentemperaturen (tot ca. 37 graden Celsius) kan de EnviLine de binnentemperatuur terugkoelen tot aangename waarden. Lage kosten De EnviLine- warmtepomp zorgt niet alleen voor veel lagere energielasten, hij heeft ook relatief lage investeringsen gebruikskosten. Een grondbron is niet nodig en doorgaans zijn er geen of slechts weinig kosten voor andere bouwkundige voorzieningen. Verder kan de gebruiker besparen op de aanschaf van airconditioning en ook een gasaansluiting en de bijbehorende vaste leveringskosten kunnen worden uitgespaard.

WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL september 2013 WP 45

product nieuws

Wester Airconditioning introduceert ‘Roundflow 360’-cassette


gastcolumn

Geen tweede kans

‘Driemaal is scheepsrecht’. Een typisch Nederlandse uitdrukking uit een tijd waarin we zo af en toe proefondervindelijk bezig waren om tot de juiste resultaten te komen. Zoveel kansen krijg je vandaag de dag echter niet meer om iets goed te doen. Maar waarom doen we het vaak niet direct goed? Weten we niet beter, denken we vooraf niet voldoende na of zijn we vergeten onze kennis bij te spijkeren?

De afgelopen jaren verschenen er regelmatig berichten in de pers dat het met de inzet van duurzame energiesystemen niet altijd goed is gesteld en dat ze niet altijd leveren wat de klant mag verwachten. Naast de constatering dat media blijkbaar liever lijken te berichten over zaken die fout gaan dan de goede resultaten van duurzame energiesystemen te belichten, is elke niet goed werkende installatie er uiteraard een teveel. Zijn de missers die af en toe naar boven komen te voorkomen? Hoewel er door menselijk handelen altijd wel een keer iets fout gaat, durf ik te stellen dat het gros van de ‘missers’ in de installatiepraktijk voorkomen kunnen worden. De tijd dat je bij koudeklachten de verwarmingsinstallatie kon opschroeven door het ingestelde ketelvermogen aan te passen of een extra radiator bij te plaatsen ligt ver achter ons. We weten dat het dimensioneren van een duurzaam energiesysteem met componenten als een bodembron, warmtepomp en laagtemperatuur-afgiftesysteem om een serieuze ontwerpberekening vraagt, met de nodige aandacht voor de bijbehorende hydraulische schakeling en dito regeling. Ook weten we dat in de uitvoering het goedgekeurde ontwerp moet worden gevolgd en niet zomaar ongestraft het vermogen van de bron of warmtepomp kan worden gewijzigd. We weten het, maar handelen we er ook naar? Het gevaar dat duurzame systemen in het verdomhoekje belanden en er voor minder energiezuinige systemen wordt gekozen ‘omdat we daar zo vertrouwd mee zijn’ ligt op de loer. Het aantal duurzame systemen dat er de komende jaren bij zal moeten komen om enigermate aan onze energiedoelstelling te voldoen, maakt dat steeds meer bedrijven zich op duurzame technieken richten, met alle foutkansen van dien. Laten we het gebeuren dat fouten zich opstapelen en goede duurzame systemen in de prullenbak belanden? Of durven we branchebreed voor kwaliteit te kiezen en gaan we onszelf verplichten de benodigde kennis in huis te halen voordat we aan de klus beginnen? Er is in de afgelopen jaren, zeker op installatietechnisch niveau, voldoende vakkennis verzameld en in kaart gebracht. Zo beschikken we over een uitgebreide reeks ISSO-publicaties om in de verschillende fases van het duurzame installatiewerk de juiste aanpak te kiezen en goede resultaten te boeken. Ook beschikken we over de nodige leergangen met cursussen om de kennis voor eenieder op zijn eigen niveau bereikbaar en toepasbaar te maken. Dit alles om te zorgen dat wat we de klant beloven ook in de praktijk waar kunnen maken. Het zal mij in dat kader niet verbazen wanneer de mondige opdrachtgever, alvorens tot opdrachtverstrekking te komen, simpelweg van het bouw- en installatiebedrijf zal gaan eisen om zijn vakbekwaamheid maar even aan te tonen. De opdrachtgever zoekt geen tweede kans, hij wil het in één keer goed hebben. En terecht, zou ik zo zeggen. Ing. Willem F.G. Hooijkaas Directeur MarktMonitor B.V. en Voorzitter van het Nederlands Platform Warmtepompen

46 WP september 2013 WWW.VAKBLADWARMTEPOMPEN.NL


A . P S.13 01 _ S - C S V-I Q _ b a s i c . E N //

CSV

WORKS EFFICIENTLY. COOLS INTELLIG ENTLY.

Whether for air conditioning, heat pump applications or industrial and process refrigeration: what is needed is maximum efďŹ ciency with the utmost precision and reliability. This is exactly what the revolutionary new and intelligent CSV compact screw compressor achieves. With its fully integrated frequency inverter, it guarantees optimum control with simultaneous proactive application limit monitoring. It thereby sets new benchmarks in terms of part load efďŹ ciency. Learn more about our products at www.intelligent-compressors.com

A.PS.1301_S-CSV-IQ_basic.EN_CSVH_210x297+5.indd 1

21.11.12 14:41


De beste service met één druk op de knop.

LG introduceert de LG Service App. Volledig in Nederland ontwikkeld voor onze service professionals. Vanaf nu kunt u uw klanten nog makkelijker en sneller van dienst zijn.

bespaart u en uw klanten tijd en het biedt de zekerheid dat u met LG altijd

Met de LG Service App. Gemaakt voor én in samenwerking met

de juiste service kunt aanbieden. Maak er direct gebruik van. Installeer

Nederlandse service professionals. In een paar eenvoudige stappen

de app op uw android toestel of iPhone en vraag de activeringscode aan

heeft uw service medewerker een diagnose en oplossing in handen. Dat

bij de LG servicedienst: 020 - 456 32 82. It’s all possible.

www.lgklimaat.nl | 020 - 456 32 82

LG_77901 Advertentie APP Afnemers.indd 1

14-08-13 15:09


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.