8 minute read

aan de slag met BigMile. IM Efficiency voorziet Emonsopleggers van solarpanelen

DUURZAAMHEID

IM EFFICIENCY BEDEKT EMONS-OPLEGGERS MET SOLARPANELEN

ZONNEPARK OP WIELEN

Diverse trailers van Emons rijden sinds kort met een zonnepanelensysteem van start-up IM Efficiency op het dak. Daarmee voorkomt de ondernemer dat de vrachtwagenmotor moet draaien puur om stroom te leveren. Goed voor het milieu en goed voor de exploitatiekosten.

Bij moderne vrachtauto’s is de elektrische energievoorziening een achtergebleven kindje, meent Roger Reiniers, directeur Research and Development bij Emons Transport in Milsbeek. “Motoren worden steeds schoner en zuiniger, maar fabrikanten lijken weinig rekening te houden met het toegenomen stroomverbruik in de cabine.” Zo lang de vrachtwagen rijdt, is dat voor de stroomvoorziening geen probleem. Wel kost het meer brandstof en dat leidt tot meer uitstoot. Het grotere stroomverbruik leidt tot een ander soort hinder wanneer de truck stilstaat. In het internationale transport zijn dat meer uren per week dan de rijuren. De chauffeur overnacht in de cabine, hij gebruikt zijn laptop, een magnetron en misschien een standairco. “De standaardaccu’s zijn dan snel leeg”, zo is de ervaring van Reiniers. “Een

1

chauffeur die goed let op zijn energieverbruik, zal op tijd de motor starten om de accu bij te laden en om geen startproblemen te krijgen. Maar een 500 pk-motor laten draaien om een accu op te laden is geen efficiënte en milieuvriendelijke oplossing.” Daarvoor vonden IM Efficiency en Emons een veel betere oplossing.

MILIEUWINST

Enkele jaren geleden klopte IM Efficiency aan bij Emons en bood aan het brandstofverbruik van het bedrijf te verlagen door de installatie van solarpanelen op de trailers. IM Efficiency werd vier jaar geleden opgericht en houdt zich bezig met de ontwikkeling van mogelijkheden van solarenergie. Er kwam een eerste prototype in 2016 en met een ingrijpende optimalisatie Door René Welmers van de sturing van de elektriciteit is de techniek nu zo ver geoptimaliseerd dat aanzienlijke besparingen bereikt worden. “IM Efficiency beloofde ons een aanzienlijke brandstofbesparing en verduurzaming. Over welke generatie motor je het ook hebt, Euro 3, 4, 5 of 6, alle onnodige draaiuren geven onnodige uitstoot. En bij ons heb je het niet alleen over energievoorziening in de cabine”, benadrukt Reiniers. “Wij rijden met dubbeldeksopleggers en glastrailers die met hydraulische systemen met elektrische aandrijving werken. Ook daarvoor biedt solarenergie veel voordeel.”

REKENSOM

Zitten er geen nadelen aan de opbouw van de panelen op het dek van een oplegger wat betreft de maximale hoogte? Reiniers veegt dat bezwaar van tafel: “Denk niet aan de zonnepanelen zoals die op het dak van huizen worden geïnstalleerd. Wij hebben het over een folie van hooguit enkele millimeters dik. Ook over het gewicht ervan hoef je je geen zorgen te maken, de folie is erg licht. De kosten zouden een probleem kunnen zijn, maar bedenk wel dat de terugverdientijd steeds korter wordt doordat de solarfolie steeds efficiënter wordt. Voor ons klopt de rekensom al op dit moment.” Behalve de solarfolie worden ook de accu’s steeds efficiënter. Daarvoor gebruikt IM Efficiency natuurlijk li-ionbatterijsystemen. “Nu zijn wij nog niet zo ver, maar je kunt je voorstellen dat wij op korte termijn met deze solarpanelen energie kunnen gaan leveren aan het net. Als de trailer in het weekeinde ergens stilstaat, moet dat mogelijk zijn. Dan worden onze trailers zonneparken op wielen.”

1. “Een 500 pk-motor laten draaien om een accu op te laden is geen efficiënte en milieuvriendelijke oplossing.”

AANDOCKEN Door Annelies van Stijn

Transport & Logistiek dockt aan bij:

Wie : Henk van der Wal Bedrijf : Van der Wal, Utrecht Functie : ceo

‘MIJN LIEFDE LIGT BIJ DE PUZZEL

In deze serie dockt Transport & Logistiek aan bij een ondernemer in de transport- en logistieksector. Hem of haar wordt gevraagd naar zijn drijfveren. Deze keer Henk van der Wal. “Verladers moeten zich bewust zijn van de impact van hun logistiek op het milieu.”

HOE BENT U IN DE SECTOR TERECHTGEKOMEN EN WAT VINDT U DAAR LEUK EN UITDAGEND AAN?

“Ik ben met dit bedrijf opgegroeid. Mijn opa is Van der Wal Transport gestart in 1924 en vervolgens hebben mijn vader en twee ooms het voortgezet. Wij woonden indertijd boven de zaak. (grinnikend) Ik heb zodoende de eerste tien jaar van mijn leven meer roet en fijnstof binnen gekregen dan in de rest van mijn leven. Als kind deed ik in vakanties voor het bedrijf allerlei klusjes, van ontroesten van chassis van opleggers tot het sorteren van vrachtbrieven. Tijdens mijn studie klinische psychologie heb ik tijdens vakanties veel op de vrachtwagen gereden om mijn studie te betalen. Dat was hartstikke leuk en ik heb daardoor veel van Europa en zelfs het Midden-Oosten gezien. Jammer genoeg was Oost-Europa in die tijd nog erg gesloten. Na mijn afstuderen wist ik eigenlijk niet goed wat ik wilde. Ik ben toen weer op de vrachtwagen gaan rijden. Echter, toen mijn vader ziek werd en ik de planning ging doen, was ik verkocht. Ik ben toen volledig verslaafd geraakt aan planning. Die permanente puzzel, het omgaan met mensen, rekenen, zakelijk zijn, lol hebben, spanning, stress. Het leuke is dat als het je eigen bedrijf is je de grenzen kunt opzoeken van wat je leuk vindt, zoals exceptioneel transport en transporten naar Oost-Europa. Ik heb mijn eigen droom steeds kunnen definiëren en dat is het leukste cadeau dat ik heb gehad. Ik zie dit bedrijf als een permanente puzzel. Dat opzoeken van grenzen leidde soms tot wat chaos, maar ook tot ontwikkelingen. Uiteindelijk is dat goed geweest voor het bedrijf, als je ziet waar we nu staan met vestigingen in heel Europa, Rusland, Kazachstan en Azerbeidzjan.”

WELKE ONTWIKKELINGEN VINDT U BELANGRIJK?

“Zoals gezegd ligt mijn voorliefde voor dit vak bij de puzzel, maar ook bij duurzaamheid. Dat is al 35 jaar zo. Ik heb allerlei wegen bewandeld in de veronderstelling het transport socialer en duurzamer te maken. Transport is daarvoor een lastige tak van sport, want de sector loopt niet altijd over van professionaliteit en niet iedereen neemt altijd zijn of haar verantwoordelijkheid. Een voorbeeld daarvan is de verdeel- en heerspolitiek van vervoerders en verladers. Gelukkig is er de afgelopen jaren al veel verbeterd. Maar we zijn er nog niet. Veel mensen vinden dat er wat moet veranderen, maar bewegen niet als de kosten voor de baten uitgaan. Mooi om nog even goedkopere Euro 5-auto’s aan te schaffen net voor de Euro 6 uitkomt. Maar vanuit milieuoogpunt moet je dan de ogen uit je kop schamen. Op dat moment moet je immers gewoon gaan voor Euro 6. Het afgelopen jaar was leuk. Het begint spannend te worden met de Urgendauitspraak, de uitspraak van de Raad van State over stikstof en de impact die dat heeft op de manier waarop mensen naar milieu en duurzaamheid kijken. Ik hoop dat dat ook bij onze klanten de ogen opent en ze bereid zijn om het laaghangend fruit te plukken. Verladers moeten zich bewust zijn van de impact van hun logistiek op het milieu en hoe die impact te verkleinen. Spreek met je vervoerders af om het gebruik van Euro 5-auto’s af te bouwen naar nul binnen een paar jaar. Kijk samen waar en waarom er lege kilometers gemaakt worden en

EN DUURZAAMHEID’

probeer dat aantal gezamenlijk te verlagen. Verder moet er beter worden gekeken waar productielocaties en dc’s worden neergezet. Ook moeten er meer lzv’s worden ingezet, dat levert een CO 2 -besparing op van 35 procent. Vervoerders en verladers moeten het gesprek aangaan om tot oplossingen te komen. Geen van beide kan dat alleen. Ik zeg dan: neem je verantwoordelijkheid. Het

is veel leuker om voor de troepen uit te lopen dan met een stok een richting ingeslagen te worden.”

WAT ZOU U WILLEN VERANDEREN IN/ AAN DE SECTOR EN WAAROM?

“Naast verladers en vervoerders moeten ook vrachtwagenfabrikanten stappen maken. We zijn eind 2018 gestart met Clean Road Transport, omdat we willen dat de vrachtwagenfabrikanten ophouden zich te verzetten tegen de nieuwe norm die de Europese Commissie heeft vastgelegd voor de uitstoot van vrachtwagens. Brussel stelt dat deze 15 procent minder moet zijn vanaf 2025 en 30 procent minder vanaf 2030. We sloegen aan, omdat de vrachtwagenfabrikanten daarop in onze naam dingen gingen beweren die niet kloppen, zoals: de markt is er niet rijp voor, vervoerders willen er niet voor betalen en het leeft niet. Ik ben woedend geworden. We willen heel graag emissievrij transport, maar we zijn afhankelijk van het aanbod van goede en betaalbare nulemissievoertuigen. Het probleem is dat vrachtwagenfabrikanten de prijzen van nulemissievoertuigen kunstmatig hooghouden, omdat ze bang zijn voor hun rendementen. Ze moeten over de eigen schaduw heenstappen en produceren tegen goede prijzen. En ik snap hun probleem van een geavanceerd productieapparaat dat heel veel geld heeft gekost en dat goede diesels kan maken. Maar er moet een shift komen en dat is een kwestie van moed. Er zit nu iets beweging in en ik verwacht dat er in de tweede helft 2020/eerste helft 2021 iets gaat gebeuren. Fabrikanten weten dat ze de move moeten maken en een aantal kan dat ook. De vraag is hoe hard ze geslagen moeten worden. Zeker als uitstoot van stikstof, fijnstof en CO 2 verder aan banden wordt gelegd. Moeten wij echt op rijverboden op trajecten wachten of pakken we door nu het kan...?”

‘VRACHTWAGENFABRIKANTEN WETEN DAT ZE DE MOVE MOETEN MAKEN. EEN AANTAL KAN DAT OOK’

WAT IS VOOR U EEN HOBBY OF LEUKE BEZIGHEID BUITEN HET WERK?

“Squashen mag ik graag doen, maar mijn grootste hobby is toch echt mijn werk en dan vooral het bedenken en puzzelen hoe zaken anders en beter kunnen. Duurzaamheid is daarbij, zoals al naar voren is gekomen, al jaren een van mijn belangrijkste drijfveren.”

This article is from: