8 minute read
hoogwaardig gecombineerd vervoer is een goede eindpuntorganisatie”, zeg Cees de Waard. Royal Swinkels Family Brewers doet al jaren aan intermodaal vervoer. De besparingen zijn fors
INTERMODAAL VERVOER Door Annelies van Stijn
SWINKELS FAMILY BREWERS BESPAART FORS MET INTERMODAAL VERVOER
Een hogere leverbetrouwbaarheid, een hogere payload en dus lagere kosten en niet te vergeten een fors lagere CO 2 -uitstoot. Dat is het gevolg van de keuze die Royal Swinkels Family Brewers, producent van onder meer Bavaria-bier, twaalf jaar geleden maakte voor intermodaal vervoer. De bierbrouwerij en haar klanten zijn er zeer tevreden mee.
1. Fred Hooft: “De levertijden per boot naar Spanje zijn veel betrouwbaarder dan over de weg, tot wel 98 procent.”
Royal Swinkels Family Brewers in Lieshout. Een plattegrondje met de daarop het terrein van de bierbrouwerij laat zien dat het bedrijf inmiddels meer ruimte beslaat dan het dorp Lieshout met zijn circa 4.300 inwoners. “Dit is voor ons dan ook sinds driehonderd jaar de hoofdvestiging van Brouwerij Bavaria”, vertelt Fred Hooft, manager international logistics bij Swinkels Family Brewers. “En naast de brouwerij hebben we hier ook het dc voor de horeca, het export-dc, ons sorteercentrum, een mouterij, evenals een waterzuiveringsinstallatie, omdat we grondwater en bronwater gebruiken bij de productie van bier en frisdrank.”
KONINKLIJK
Vorig jaar heeft de bierbrouwerij haar driehonderdjarig bestaan gevierd en sinds die tijd mag ze de titel koninklijk voeren. “Met inmiddels de zevende generatie Swinkels aan het roer, 23 familieleden werkzaam in het bedrijf, 1.800 medewerkers wereldwijd, 26 merken, een omzet van ruim € 713 miljoen, een jaarlijkse productie van 8 miljoen hectoliter bier en 856.000 liter frisdrank hebben we een bedrijf waar we trots op mogen zijn. Continuïteit is dus belangrijk. De stap naar intermodaal vervoer kun je dan ook in dat licht zien als het gaat om bijvoorbeeld efficiency, kostenbesparing en duurzaamheid.”
ALTERNATIEVEN
Swinkels Family Brewers is in de twaalf jaar dat Hooft nu voor het bedrijf werkt enorm gegroeid. “Van achthonderd medewerkers toen ik begon in 2008 tot de 1.800 medewerkers nu. Die groei is vooral
gekomen door vestigingen in andere landen en de verschillende overnames sinds 2015”, vertelt Hooft. “Zo zijn we in 2015 in Ethiopië een brouwerij gestart, puur en alleen voor de lokale markt in dat land. Vervolgens hebben we in 2016 de grote Belgische bierbrouwerij Palm overgenomen, waarvan ook Rodenbach deel uitmaakt. In 2018 hebben we distributeur van buitenlandse bieren Bier en Co overgenomen, evenals De Molen. Ook hebben we een samenwerkingsverband met de Koningshoeven, bekend van het trappistenbier La Trappe.” Het opzetten van vestigingen buiten Europa, alsmede het overnemen van brouwerijen voor speciaalbieren heeft volgens Hooft alles te maken met de vraag naar meer keuze en diversiteit. “De tijd van volle dienbladen met bier is voorbij. Mensen zijn veel meer bezig met een gezonde leefstijl en zoeken dus naar alternatieven. Dat zijn dan vaak de non-alcoholische varianten en de speciaalbiertjes. Wij willen die alternatieven kunnen aanbieden en dus hebben we ons portfolio fors uitgebreid.”
EX WORKS
Toen Hooft twaalf jaar geleden begon als manager international logistics was er bij Bavaria niet heel veel geregeld omtrent transport. “Vrijwel alles werd ex works geleverd en afnemers kwamen zelf met hun vrachtwagens de bestellingen vanuit heel Europa ophalen. Omdat Bavaria Lieshout alleen bereikbaar was via N-wegen en veel verladers zo vroeg mogelijk hun lading kwamen ophalen, betekende dat veel files en vaak lange wachttijden. Voor de brouwerij zelf was het lastig inschatten wanneer een bepaalde lading werd opgehaald. Vrachtwagens uit Spanje die eerst tomaten moesten lossen bij Jumbo in Veghel konden namelijk niet precies aangeven wanneer ze er zouden zijn. Inefficiency ten top en reden genoeg voor ons om hier een transportafdeling op te zetten en de mogelijkheden van intermodaal vervoer te bekijken.”
VOORDELEN
De bierbrouwer is in dat kader begonnen met een belangrijke klant in Sevilla. Hooft: > >
2. Hoewel Swinkels streeft naar zoveel mogelijk lading over water en spoor te vervoeren, zal er altijd een deel van de goederen over de weg blijven gaan.
“Tot dan toe was het met vrachtwagens lastig managen op dag-, laat staan uurniveau. Er gebeurt onderweg namelijk altijd wel iets. We zijn toen gaan kijken wanneer de lading bij de klant moest zijn en van daaraf gaan terugrekenen. De lading moest op donderdag om 13.00 uur bij de klant staan. Dat betekent dus maandagmiddag vanuit Brabant met de zending naar Rotterdam om daar ‘s avonds per shortsea te kunnen vertrekken naar Cadiz. Daar komt de lading dan op woensdag aan om op donderdag afgeleverd te kunnen worden bij de klant. Deze manier van werken heeft nogal wat voordelen. De levertijden zijn veel betrouwbaarder dan over de weg, tot wel 98 procent. Daarnaast ging de payload aanzienlijk omhoog. Met vrachtwagens, ofwel in dit geval met zware koelwagens, kon 22 ton mee aan lading mee. Over water of spoor is dat 26,2 ton voor Spanje, omdat er over de laatste 100 tot 150 kilometer door vrijstellingen met zwaarder beladen trucks mag worden gereden. Voor Italië is dat zelfs 27,5 ton. Dat scheelt enorm in de kosten. En dan hebben we het nog niet gehad over de vermindering van de CO 2 - uitstoot die oploopt tot 40 à 50 procent.”
MOGELIJKHEDEN
Omdat steeds meer partijen de voordelen van intermodaal vervoer zijn gaan zien en de te vervoeren volumes door de jaren alleen maar zijn toegenomen, zijn de mogelijkheden voor intermodaal transport toegenomen. “We kunnen nu ook varen op Bilbao en van daaruit treinen naar ZuidSpanje”, vertelt Hooft. “Ook kunnen we treinen vanuit Nederland of België. Dat geeft mogelijkheden en biedt escapes als dat nodig is. Juist vanwege die mogelijkheden
2
treinen we nu ook de zendingen naar overige landen in Europa.” Omdat er zoals gezegd vanuit Lieshout geen directe mogelijkheden zijn voor intermodaal vervoer heeft Hooft al vrij snel de samenwerking gezocht met GVT in Tilburg. “Dit ook, omdat we in Lieshout vanwege de groei onvoldoende opslagruimte hadden. Vanuit Lieshout rijden we nu vooral ‘s nachts met vrachtwagens de zendingen naar Tilburg die vanuit Rotterdam per deepsea, shortsea of trein naar de diverse bestemmingen gaan. Daar hebben we 5.000 m 2 opslagruimte. Vanaf de terminal van GVT gaan de containers dan met de barge en soms ook de trein naar Rotterdam. Voor zowel Versteynen als ons geldt het motto: zo weinig mogelijk over de weg vervoeren. Inmiddels gaat dan ook 95 procent van alles wat er vertrekt vanuit Tilburg over water of spoor.” Voor de zendingen naar de UK werkt Bavaria samen met Samskip. “Deze kleinere
stroom loopt via de barge terminal in Veghel, waarvoor we samenwerken met Mars en Heinz. Dit om grotere volumes te genereren.”
WENNEN
Hoewel bij Swinkels het streven is zoveel mogelijk lading over water en spoor te vervoeren, zal er, los van de korte trajecten van en naar de terminals, altijd een deel van de goederen over de weg blijven gaan. “We hebben het dan vooral over zogenoemde snelle leveringen die er binnen een paar dagen moeten zijn. Of lading die naar een bestemming moet, zoals bij een klant in België, waarvan we weten dat er alleen vanaf de zijkant kan worden gelost. Dan moet je met tautliners rijden. Je kunt containers moeilijk openzagen”, zegt Hooft grinnikend. “Al met al zijn we dus zeer positief over intermodaal vervoer. Natuurlijk hebben onze klanten er wel even aan moeten wennen. In het begin konden ze daarom kiezen en kostte het snellere wegvervoer iets meer. Nu bieden we dat niet eens meer aan voor de lange afstanden. Klanten weten inmiddels dat ze iets langer van tevoren hun bestellingen moeten doorgeven en dat werkt prima. Gewoon een kwestie van wennen.”
SCAN DE QR-CODE EN LEES NU OP TRANSPORTLOGISTIEK.NL LEES VERDER ONLINE!
MAN en Volkswagen gaan voor elektrisch MAN en Volkswagen gaan dit jaar vol voor elektrisch. Tijdens een bijeenkomst van importeur PON ontvouwden beide merken hun plannen. MAN heeft al een elektrische bestelwagen, maar zal ook zijn elektrische TGM-truck in productie nemen. Volkswagen gaat aan de slag met zijn ID-programma en werkt daarnaast aan de elektrificatie van de Caddy en T6.1, “De toekomst van Volkswagen is elektrische. Het doel is dat we in 2050 geen verbrandingsmotoren meer leveren. Om de elektrificatie te kunnen waarmaken, zijn intussen acht fabrieken gereedgemaakt voor de productie van e-voertuigen.”
Scan de QR-code en lees meer over de plannen van MAN en Volkswagen. ‘Intermodaal kan passen, is soms goedkoper’
“De economie groeit steeds door en daarom zullen alle transportmogelijkheden maximaal benut moeten worden. Wij verwachten dan ook dat zowel het vervoer per barge als over het spoor sterk zal groeien.” Dit zeggen Juliën de Jong en Alain von Harras. Zij zijn werkzaam bij DB Schenker Ocean Freight Netherlands in Rotterdam. “Als klassieke expediteur bieden wij onze klanten intermodaal transport aan, omdat dat goed kan passen binnen de supplychain van de betreffende verlader. Soms pakt intermodaal vervoer goedkoper uit en het is eigenlijk altijd beteris voor het milieu.”
Scan de QR-code en kijk of intermodaal vervoer een passende oplossing is.
Later dit jaar test met Super EcoCombi
Mocht de door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aangekondigde test succesvol verlopen, dan zal voor een periode van twee jaar op bepaalde routes voor transportbedrijven die zich hebben aangemeld voor het rijden met een Super EccCombi, een ontheffing gelden. Janko van der Baan, managing director bij Scania Nederland, juicht toe dat in Nederland een praktijkproef wordt gehouden met deze combinatie. In Zweden en Finland zijn er namelijk al miljoenen kilometers mee afgelegd. Bovendien is het CO 2 -voordeel van de Super EcoCombi nog groter dan dat van de lzv.