5 minute read

AMEN, IK ZEG JE… DS. DICK WESTERNENG

AMEN, IK ZEG JE…

Geloven leer je samen. Samen lees je de Bijbel en leef je daaruit. De ander helpt jou verder. Bij Lucas 23:43: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met Mij in het paradijs zijn’, denk ik aan ds. Cor van de Velde. Huisschilder uit ’s-Gravenpolder, later predikant. Op Goede Vrijdag 1997, verkondigde hij dit kruiswoord, vlak voor zijn sterven. Zijn preek is de basis voor mijn artikel.

De twee gekruisigde Zeloten horen hoe Jezus wordt bespot. ‘Bent U niet de Christus, de Zoon van God? Red dan uzelf eens! Dan zullen de volgelingen toestromen’. Ongetwijfeld weten ze wie Jezus is. Ze hopen dat zij van Hem kunnen profiteren. Ze spotten mee: ‘Red uzelf en ons!’ Eén misdadiger komt terug op deze lasterlijke taal. Hij bestraft de ander. Wij zijn meedogenloze verzetsstrijders, maar die man heeft niets onbehoorlijks gedaan. Dan gebeurt het wonder. In al zijn pijn en lijden blijkt Jezus een spiegel voor hem. Hij wist al dat hij een zondaar was, maar erkent dat nu ook. Jezus: God redt. Hem heeft hij nodig. Het belangrijkste is niet dat hij van het kruis komt. Opeens begrijpt hij dat de Messias Hem vergeving kan schenken voor een leven lang zonde. Dan kan hij niet meer zwijgen: ‘Jezus, denk aan mij wanneer U in uw Koninkrijk komt’. JEZUS HOREN In een uur naast Jezus heeft hij veel vertrouwen in Hem gekregen. Jezus kan hem redden, maar mag hij nog wel iets aan God vragen? Laat Jezus maar aan hem denken in zijn paradijs, zoals Hem goed lijkt. Een open vraag, een gebed om genade. Met zijn antwoord sluit Jezus het gebed af. ‘Ik verzeker je, vandaag nog zul je met Mij in het paradijs zijn’. Letterlijk: ‘Amen, Ik zeg je…’ Amen, het is waar en zeker. Gods liefde is groter dan wij ooit kunnen dromen. Misschien herkent u, dat u soms geen rust vindt na uw gebed en blijft piekeren, twijfelen. Prachtig als Jezus dan uw gebed afsluit: amen. Je mag het zeker weten, ondanks alles. Dat is Gods belofte voor jou. Die misdadiger was gelukkig, dat hij Gods Koninkrijk binnen mag gaan. Al hing hij aan het kruis, al verging hij van dorst en pijn, hij was gelukkiger dan ooit. Jezus deed zijn belofte tegen twaalf uur ‘s middags. Maar dan wordt de zon verduisterd, drie uur lang. Ook voor de moordenaar. Gods licht straalt in zijn leven, hij mag Gods kind zijn. Nu hoort hij Jezus roepen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ Jezus vecht tegen zijn eigen twijfel. Hij vecht om zijn geloof te behouden en gehoorzaam te blijven aan de opdracht van zijn hemelse Vader. Een kreet naar een donkere hemel: Vader, waar bent U? De moordenaar moet wel verschrikt denken: Jezus, de Messias, verlaten door God? Hoe moet het dan met hem? Als Degene die hem een heerlijke toekomst heeft beloofd, vecht met zijn geloof, wat hebben diens woorden dan voor waarde? ‘Vandaag nog zult je met Mij in het paradijs zijn’? Is dat geen grootspraak, godslastering? Kan Jezus wel spreken in naam van Israëls God?

VOLHARDEN Ook Jezus’ sterven heeft de gelovige Zeloot gezien. Vreemd! Jezus dronk wat zure wijn, schreeuwde: ‘Het is volbracht’, mompelde daarna nog iets en was er niet meer. De Zeloot moet nog verder. Straks slaan soldaten met knotsen zijn benen kapot. Een versnelde dood. Denkt u dat hij zijn geloof toen ervaren heeft? Het paradijs, Gods liefde, is hem beloofd, maar lijden, pijn en twijfel overheersen alles. Hij heeft één belofte van Jezus voor de resterende uren van zijn leven. Hij kan alleen volhardend geloven, zeker weten en vertrouwen. Tegen de godverlatenheid van Jezus in: God trekt zijn beloften niet in, maar is trouw tot in eeuwigheid. Het was veel moeilijker dan sommigen mij suggereerden. Niet even bidden tot Jezus, vlak voor het sterven, en dan de hemel binnenhuppelen. Met als hun verborgen boodschap: ik heb de tijd nog. Geloven in God, leven met Christus, kan altijd nog. Nee, uren duisternis, Jezus zien balanceren op de rand van de afgrond. De Zeloot moet geloven, tegen zijn gevoel in.

Het Lam Gods, Van Eijck (fragment).

LIEFDE EN LIJDEN Ook ons gebeuren dingen die in tegenspraak lijken met de beloften van God. Je begrijpt er niets van. Mensen van wie we afscheid moeten nemen, die zich eenzaam voelen na een leven lang samen. Jongeren die een ouder moeten missen. De wereld om ons heen, waar meisjes worden verkracht, honger wordt geleden, dictaturen zijn en mensenrechten worden geschonden. Dat is toch onverenigbaar met God, met zijn almacht, met zijn overwinning op de duivel? Het is de werkelijkheid in het leven van een gelovige. De belofte van God is er, staat op Schrift, maar opeens wordt het donker. Jezus heeft gezegd bij zijn hemelvaart: ‘Ik ben met u, alle dagen tot aan de voleinding der wereld’. Bekruipt u nooit de gedachte: ‘het staat er mooi, maar ik voel er niets van’? Het kan moeilijk zijn om ‘God is liefde’ met het wereldgebeuren en je eigen situatie te rijmen. Je zou willen ervaren dat het Evangelie waar is. Dat Gods verzoenende en overwinnende liefde je voortdurend draagt en zekerheid geeft. Ook vol vertrouwen, vrede en vreugde zijn, als moeilijkheden je bestormen. Lucas 23 leert ons anders. Geloven is niet vooral een gevoel in je hart, maar bovenal vasthoudend vertrouwen op Gods beloften, zeker weten tegen de stroom in. God houdt zijn woord, in Christus. Soms neemt Hij de oorzaak van de angst en de twijfel weg, maar vaak ook blijft het gewenste wonder uit. De gelovige moordenaar moest aan het kruis blijven hangen. Meer dan Jezus’ belofte kreeg hij niet. Ook wij zullen ons kruis vaak moeten blijven dragen. Dat is dood en eenzaamheid een plaats geven in onze relatie met God. Vast vertrouwen op Gods Woord, weten het Evangelie waar is. Het komt goed. We zijn steeds op weg naar Gods licht, de vreugde en het feest. Het komt goed, omdat het sinds Goede Vrijdag in Christus goed is.

This article is from: