4 minute read
Visie
from ZuivelZicht 10 2020
by BDUmedia
Dineren op bij melkveehouder op het erf Tafelgenoten helpen bedrijf verder te verduurzamen
Met speciale diners op het eigen erf bespreken melkveehouders hun ambities om hun bedrijf verder te verduurzamen. De dilemma’s komen ook op tafel.
Tekst: René van Buitenen
Melkveehouder Jeroen Briene uit Notter ontving vorige maand elf gasten voor een diner op zijn bedrijf. Te gast waren onder anderen vertegenwoordigers van de gemeente, het waterschap, de provincie en collega boeren. Jeroens ambitie om voldoende grond te houden om biologisch te kunnen boeren, stond tijdens het diner centraal. De tafelgenoten gingen met elkaar in gesprek over kansen en oplossingen voor het bedrijf. Het diner was er een in de reeks van zogenoemde ‘Doemee Dialoog Diners’. Die maken deel uit van de campagne ‘European dairy on track’ waarin de Europese zuivelsector laat zien hoe zij de verduurzaming aanpakt. De campagne loopt ook in Frankrijk, België, Ierland, Noord-Ierland en Denemarken en is medegefinancierd door de Europese Commissie. In Nederland is het zuivelorganisatie NZO die met diners op melkveebedrijven laat zien hoe melkveehouders resultaten boeken op thema’s als klimaat, grondgebondenheid, biodiversiteit en kringlooplandbouw.
Verkoop aan huis De familie Briene heeft een bedrijf met dertig melkkoeien plus jongvee en leghennen (biologische en scharrel). Via huisverkoop verkopen ze eigen producten rechtstreeks aan de consument. “Vandaag hebben we al meer dan tweehonderd klanten op bezoek gehad”, vertelde vader Johan de gasten. Zoon Jeroen (24) wil het familiebedrijf nog zeker veertig jaar voortzetten. Om dit te kunnen verwezenlijken, boert hij biologisch en levert hij een deel van zijn producten rechtstreeks aan de consument. Om biologisch te kunnen boeren heeft Jeroen meer grond nodig, grond die hij langjarig kan gebruiken. Voor zijn biologisch bedrijf is dat cruciaal.
Boeren zonder bank Jeroen stelde zijn tafelgenoten de vraag: “Hoe krijg ik meer grond zonder mij diep in de schulden te moeten steken? Boeren met grond, maar zonder bank, om op die manier meer zekerheid in mijn bedrijf te verkrijgen?” De aanwezigen bespraken de kansen en de blokkades die zij zagen. Ook keken ze naar de mogelijkheden die de vraag hun eigen organisatie bood. Om nog duurzamer te boeren en toekomstbestendig te blijven, is het van groot belang dat boeren voldoende grond hebben, en die grond ook langdurig kunnen gebruiken. Kortlopende pachtcontracten bieden – zeker voor het biologische bedrijf – eigenlijk te weinig zekerheid. Na twee jaar kan de grond pas echt als biologisch worden benut. En dan begint het eigenlijk pas. Duurzaam grondbeheer en het versterken van de biodiversiteit in de regio vraagt een aanpak van meerdere jaren.
Vertrouwen Meerjarig gebruik van grond vraagt bovenal om vertrouwen. Vertrouwen tussen de boer en de grondeigenaar en de omliggende stakeholders als waterschap, gemeente en provincie. Dat vertrouwen ontstaat als je op de grond verschillende belangen kunt samen brengen. Hoe kunnen de natuurdoelen van de gemeente en de behoefte aan waterberging van het Waterschap worden gecombineerd met het doel van duurzaam grondgebruik van Jeroen Briene? “Kan ik als boer meer bijdragen aan biodiversiteit en kunnen we daarover dan concrete afspraken maken?” vroeg Jeroen. Het eerste aanbod dat hij kreeg was helder: “Als je daar een goed onderbouwd plan voor hebt, dan ga ik voor je op zoek naar particuliere investeerders die deze gronden kunnen helpen aankopen.”
Samenwerken De vraag van Jeroen is een vraag die speelt op meer bedrijven. Een colle-
VISIE
Dineren op het erf van Jeroen Briene in Notter. (Foto: Ruud Ploeg)
ga-veehouder stelde tijdens het diner meteen voor om als jonge bioboeren samen te werken en kennis uit te wisselen. Naast dit initiatief kreeg Briene ook het aanbod om aan te sluiten bij een lopend project voor jonge boeren om elkaar te helpen bij het maken van een plan van aanpak voor de toekomst van hun bedrijf. Gemeente en provincie spraken de ambitie uit om het vraagstuk op te pakken als pilot voor een vergelijkbare aanpak voor andere melkveehouders. Kortom, de conclusie bij het toetje luidde: als we belangen van meer partijen verbinden, kunnen we echt invulling geven aan langdurig duurzaam grondgebruik.
Eten en gezondheid Op het melkveebedrijf Erf-1 van Irene Prinsen-Bruins in Kampen werd eerder vorige maand ook een ‘Doemee Dialoog Diner’ gehouden. Daar bogen diëtisten, coaches, hoogleraren, een kunstenares en ondernemers zich over de vraag hoe je een duurzaam melkveebedrijf en bewustwording over eten en gezondheid, kunt koppelen in één bedrijf. Want het is de ambitie van Irene, die ook diëtiste is, om van haar huidige boerenerf een Agro, Food en Health centrum te maken. De disgenoten waren helder: Erf-1 biedt een prachtige plek voor bewustwording. Het bedrijf nodigt uit om meer bewust te kijken naar de herkomst van je eten, en laat zien hoe gezonde bodem, gezonde koeien én gezond en duurzaam voedsel met elkaar verbonden zijn. Een nieuw bedrijfsconcept moet daarop aansluiten én moet voortborduren op de actualiteit en de behoeften van de maatschappij. Ook de aanwezige onderzoekers van Wageningen UR wilden mee zoeken hoe gezondheid en bewustwording op het bedrijf concreet kan worden gemaakt.
Rendement Het is de uitdaging om maatschappelijke behoefte om te zetten in financieel rendement voor de melkveehouder. Daarvoor kwamen enkele voorwaarden op tafel. Zo moet rekening worden houden met gezondheidslabelsystemen en regel- geving. En moet er gezocht worden naar klanten die de missie van het melkveebedrijf onderschrijven. Zorgverzekeraars en zorgverleners zouden een rol kunnen spelen. Ook werd gesproken over de mogelijkheid van Erf-1 als proeftuin voor duurzame agrodiëtiek, waarin ook onderzoeksinstituten participeren. Na afloop van het diner maakten de deelnemers concrete afspraken met elkaar en namen zij nieuwe inzichten mee die ze ook in hun eigen bedrijf kunnen toepassen.