NOSTALGIE
Kleine Frans kreeg het besturen met de paplepel ingegoten. Op de achtergrond Villa Margarethe, genoemd naar de echtgenote van Wilhelm Tappenbeck, eigenaar van Huis ter Duin.
Engeland. Er werden demonstraties met vliegtuigen en parachutisten gegeven en men kon er tegen betaling rondvluchtjes maken. Zo vertoonde stuntman Fritz Schindler er in 1920 acrobatische toeren aan een rekstok onder aan zijn vliegtuig. Het publiek was verrukt! De Daedalus van Alphonse crashte in april 1921 op het vliegveld, toen het was uitgeleend aan Georg Straszer. De piloot zelf, zijn monteur en een passagier bleven ongedeerd, maar het vliegtuig kon worden afgeschreven. Ook bleek Molenheide ondanks alle attracties al na drie jaar niet rendabel en werd eind november 1922 failliet verklaard. AARLE-RIXTEL EN HAAR BEVOLKING Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij, zo ook over Aarle-Rixtel. Uit zijn vroege verslagen, tussen 1897 en 1913, kom je veel te weten over de oer-katholieke bevolking van het plaatsje en over de klein-dorpse sfeer. In eerste instantie komt vooral de armoede onder bur-
gers en kleine boeren naar voren, zij zoeken voornamelijk hun heil in de aanbidding van heiligenbeelden. In de plaatselijke kapel staat zo’n miraculeus beeld dat ook door veel mensen van buiten de gemeente wordt vereerd. ‘Helaas,’ zo schrijft de commissaris, ‘komt er zondags ook veel jong volk van heinde en verre, zogenaamd voor de kapel, maar in werkelijkheid om zich te amuseeren en onderweg te vrijen.’ Hij heeft nog meer bedenkingen: ‘Huwelijken komen bijna uitsluitend onder den minderen stand voor; men trouwt maar raak. Boeren blijven veelal ongehuwd, en wonen samen met zusters en broers.’ En dan de plaatselijke veldwachter! De burgemeester vroeg de commissaris om ‘bromsnor’ op het matje te roepen en met ontslag te dreigen als deze niet stopte met het verzaken van zijn plicht. De man nam borrels als steekpenningen aan, was lui en hing voortdurend in herbergen. Verder waren er nog lastige bejaarden: een ‘liefdegesticht voor 30 oude menschen’ was gehuisvest in een mooi kasteel, maar de armen wilden er niet heen ‘want de mannen kregen er geen borrel en de vrouwen geen koffie’. WELVAART Maar dan! In zijn verslag van maart 1913 meldt de commissaris een toenemende welvaart onder en dankzij de nieuwe burgemeester: Alphonse Emile Albers-Pistorius! Aarle-Rixtel had geen last meer van vervelende venters dankzij een nieuw vergunningenstelsel. De waterleiding werd verbeterd. Er was een stroohulzenfabriek en hooiperserij gekomen, waar zo’n 120 mensen werkten, en een kunstmolensteenfabriek, een klokkengieterij en een torenuurwerkfabriek. Bovendien trok het miraculeuze beeld van de Heilige Maagd meer bezoekers dan ooit naar Aarle: toen de directeur van een fabriek in Helmond ziek was, kwam het gehele fabriekspersoneel bidden, ruim 600 man.
HUN ZOON ALPHONSE WAS DUS EEN KLEIN BEETJE VAN ADEL EN EEN KLEIN BEETJE VAN BOTER
En dat is lang nog niet alles, want in zijn verslag van 1918 wordt de commissaris bijna lyrisch. Pistorius had hem in zijn bolide meegenomen naar de broekweiden die hij had laten scheuren en had laten inzaaien met haver. Met ‘43 beesten’ had hij de graslanden tot ontginning gebracht. Gronden werden gepacht door de Rotterdamse Sleepersvereniging, de gemeente deed al het werk en leverde de haver tot in het schip. De exploitatie van de 97 hectare in Aarle leverde 250 gulden per hectare zuivere winst op, ‘meer dan schitterend’, schrijft de commissaris. Ook leuk: ‘Het schijnt dat de hooge belastingen de rijke menschen Helmond uitjagen; binnenkort zal de heer Matthijssen (fabrikant) zich van daar naar Aarle verplaatsen. Het gemeentebestuur is daar zeer mee ingenomen en geeft hem alle mogelijke faciliteiten.’ RECHTEN STUDEREN Nog even terug naar Alphonse. Die kreeg per 5 januari 1924 eervol ontslag als burgemeester van Aarle-Rixtel en verhuisde later dat jaar met zijn gezin naar Nijmegen. Hier was hij geruime tijd commissaris van dagblad en drukkerij De Tijd. Hij besloot rechten te gaan studeren, werd in 1925 toegelaten aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en deed in 1931 doctoraal examen. Hij was vervolgens werkzaam als procureur in Nijmegen. Hij overleed in 1944, op 65-jarige leeftijd. En dat was het verhaal achter zo maar een paar foto’s, genomen in het Noordwijk van 1915.