Kijk snel op pagina 64!
JAN / FEB 2018
januari/februari - Afgiftekantoor Antwerpen X - P309297 - 5 x per jaar in maart, juni, september, november en januari
jouw werk in ons nieuwe logo?
BEELD
 
EXPRESS Tijdschrift van het Centrum voor Beeldexpressie vzw
BEELD EXPRESS 5/2017
(oplage 5.000 ex.) nummer 5, jaargang 47, januari/februari 2018
WIE contacteren WAARVOOR in het Centrum voor Beeldexpressie?
Verschijnt 5 x per jaar in maart, juni, september, november en januari. Centrum voor Beeldexpressie, CvB vzw, erkend door de PSA, FIAP en UNICA Voorzitter en verantwoordelijk uitgever: F. Van Vlaenderen, Rijsenbergstraat 130, 9000 Gent Tel. 09/220 29 15 e-mail: voorzitter@beeldexpressie.be Hoofdredacteur - redactieadres: Joke Embrechts / Mats Pylyser Vorstermanstraat 7 bus 1.5, 2000 Antwerpen Tel.: 03/289 12 03 e-mail: hoofdredacteur@beeldexpressie.be Overige redacteurs: B. Alfaro Decreton, J. Embrechts, I. Ettarrahi, T. Nuytemans, M. Pylyser, J. Seykens, M. Thysens, J. Van der Velde, J. van Kempen, W. Van Springel, A. Voorn, M. Wijnants, J. Wouters Inlichtingen, adreswijzigingen, publicitaire inlassingen, ...: Vorstermanstraat 7 bus 1.5, 2000 Antwerpen Tel.: 03/289 12 01 e-mail: sec@beeldexpressie.be Meer informatie op onze website: www.beeldexpressie.be Alle artikels worden gepubliceerd onder de verantwoordelijkheid van de auteurs en dienen naar de hoofdredacteur gestuurd te worden. De niet gepubliceerde artikels worden tenzij anders afgesproken - niet teruggestuurd. Niets uit dit nummer mag gedeeltelijk of in zijn geheel overgenomen worden zonder uitdrukkelijke toestemming.
KIJKEN & BEZOEKEN 02 Heleen Peeters. ‘The Horse is the Wings of its People’ 08 UIT met leden & aangesloten groepen 08 UIT in Vlaanderen en over de grens 09 UIT met het Centrum voor Beeldexpressie 10 ‘Rabot’. Christina Vandekerckhove 18 Jesper Just. Films om in rond te lopen 23 Nerdlab: meer dan enkel een fablab 26 Filmgala 2017. De winnaars in de kijker 31 Biennale de l’Image Possible 32 Robert Doisneau 37 MORE = MORE 39 Andrea Stultiens. Ebifananyi 44 De performance van beeldmaker. Dirk Braeckman 51 Abbas Kiarostami. Tussen realiteit en poëzie 54 Romain Mader. The Following is a True Story 60 Resurrection. De eigenzinnige debuutfilm van Kristof Hoornaert
Directeur:
Voorzitter:
---------------------------------------------Verantwoordelijke communicatie en hoofdredactie Beeld Express:
----------------------------------------------
Karel Geukens Tel. 03/289 12 01 e-mail: karel.geukens@beeldexpressie.be Joke Embrechts Tel. 03/289 12 03 e-mail: com@beeldexpressie.be
Secretaris:
Wouter Van Springel Tel. 03/289 12 05 e-mail: vorming@beeldexpressie.be
----------------------------------------------
---------------------------------------------Verantwoordelijke vorming: ---------------------------------------------Verantwoordelijke evenementen: Margot Thysens Tel. 03/289 12 04 e-mail: margot@beeldexpressie.be
---------------------------------------------Verantwoordelijke projecten: Mats Pylyser
Tel. 03 289 12 06 e-mail: mats@beeldexpressie.be
---------------------------------------------Grafisch vormgeefster: Kim Peeters Tel. 03/289 12 02 e-mail: graficus@beeldexpressie.be
p. 18
---------------------------------------------Algemene inlichtingen, meldingen kwaliteitsbegeleidingen, registratie en verzekering B.A. voor groepen, aanvragen legitimatiekaart, cue-sheets SABAM, ontlening materiaal, financieel beheer:
Lay-out en prepress: K. Peeters
Sandra Gillis Tel. 03/289 12 00 e-mail: info@beeldexpressie.be
Foto cover: © Heleen Peeters ‘The Horse is the Wings of its People’ (p. 2)
----------------------------------------------
h © Jesper Just / A voyage in dwelling, 2008
Freddy Van Vlaenderen Rijsenbergstraat 130, 9000 Gent Tel. + Fax 09/220 29 15 e-mail: voorzitter@beeldexpressie.be
Adres:
Centrum voor Beeldexpressie Vorstermanstraat 7- bus 1.5 2000 Antwerpen
IBAN: BE81 414 4199991 24 BIC: KREDBEBB
Openingsuren: van maandag tot donderdag, 9 u. - 17 u., en op vrijdag, 9 u. - 16 u.
----------------------------------------------
Jan Coddé Van Praetlei 99, 2170 Merksem Tel. 03 644 47 02 e-mail: Jan@JanFoto.be
Commissaris CvB-fotowedstrijden:
Freddy Van Gilbergen Smisveldstraat 33, 3370 Boutersem Tel. 016/73 57 76 e-mail: wedstrijd@beeldexpressie.be
----------------------------------------------
VRAGEN / Contact
BEELD EXPRESS
DOEN 64 Vereeuwig je werk in ons nieuwe logo
IN HUIS HALEN 16 boek: The Island of the Colorblind. Een droomwereld vol kleurrijke mogelijkheden
VRAGEN 65 WIE contacteren WAARVOOR in het Centrum voor Beeldexpressie p. 37
h © Athos Burez
“Soms loont het om maar half van recente ontwikkelingen op de hoogte te zijn. Dan kan een tijdschrift als Beeld Express, van en over film- en fotokunst, als rode robijn uit de blauwe hemel in je huiskamer neerdwarrelen.” Met deze woorden opende onze voorzitter Freddy Van Vlaenderen in 2003 het eerste nummer van Beeld Express. 15 jaar en 75 nummers later ligt nu het laatste nummer van Beeld Express voor ons. We mogen daar zelfs even nostalgisch over worden. Maar niet te lang. Zowel Beeld Express als onze organisatie zijn in die 15 jaar grondig veranderd. Die lijn trekken we nu door naar de lancering van een nieuw Centrum voor Beeldexpressie dat we op 1 maart boven de doopvont houden en naar een splinternieuw fotografiemagazine dat vanaf juni zal verschijnen. Filmmakers en mediakunstenaars inspireren we voortaan online, in een digitale omgeving waar bewegend beeld beter tot zijn recht komt. Nieuwe plaatsen dus, voor nieuwe ontmoetingen, nieuwe prikkels en nieuwe inzichten. Vanaf 2018 verwelkomen we jullie daar met open armen, met onze zakken vol nieuwe robijnen, die harder zullen blinken dan ooit. Prettige feesten! Mats Pylyser hoofdredacteur ad interim
KIJKEN / Project
2
Heleen Peeters ‘The Horse is the Wings of its People’ TEKST: Jozefien Wouters / foto's: Heleen Peeters
Al op jonge leeftijd nam Heleen Peeters een besluit: ze zou fotografe worden. De uitzondering in een familie van paardenvleeshandelaars. Maar die familiegeschiedenis sijpelt nu alsnog in haar fotografie door. In april 2017 pitchte ze haar project ‘The Horse is the Wings of its People’ tijdens De Donkere Kamer. Intussen onderzocht ze in verschillende landen de complexe relatie tussen mens en paard.
“We all love animals. Why do we call some ‘pets’ and others ‘dinner’?”, vroeg k.d. lang, de Canadese songwriter en overtuigd vegetariër, zich af. Ook fotografe Heleen Peeters buigt zich over die vraag in haar nieuwste project met als werktitel ‘The Horse is the Wings of its People’, naar een Kirgizisch spreekwoord. Dat Peeters zich daarbij richt op één specifieke diersoort is niet toevallig. Haar familie runt al decennia lang een succesvol paardenvleesbedrijf. “Ik ben de enige van mijn familie die niet actief is in de paardenvleesindustrie”, knikt de fotografe uit Melsbroek. “Mijn grootvader startte in 1948 een kleinschalig bedrijfje dat uitgroeide tot een internationaal succes, met fabrieken en slachthuizen over de hele wereld.” Intussen staat de derde generatie aan het roer, al lijken de gouden dagen voorgoed voorbij. “Mijn vader en oom gaven het bedrijf met gemengde gevoelens over aan hun kinderen. Enerzijds zijn ze ongelofelijk trots dat ze in hun voetsporen treden, anderzijds wordt er steeds minder paardenvlees gegeten. Het is een sector die stilaan lijkt te verdwijnen. Vandaar dit project: ik wil de wereld die ik zo goed ken vastleggen voor het te laat is.” Dat doet ze aan de hand van eigen beelden, maar ook van bestaand bronmateriaal. “Op die manier probeer ik een zo breed mogelijk perspectief te tonen. Historische foto’s, klassieke schilderijen en hedendaagse elementen zoals sociale media komen daarbij goed van pas.”
Paardenparadox Pas toen Peeters naar het buitenland trok, besefte ze dat het eten van paardenvlees geen vanzelfsprekendheid is. “Voor mij was dat de normaalste zaak van de wereld, ik stond er niet bij stil. Maar toen ik voor een jaar naar Zuid-Afrika verhuisde en daarna fotografie ging studeren in Engeland, merkte ik dat paardenvlees lang niet overal op het menu staat. Ook in Nederland, waar ik nu woon, eet met name de oudere generatie het nog af en toe op de boterham.” In zowat heel Europa neemt de consumptie van paardenvlees de laatste jaren af. Een vreemde paradox als je weet dat er wel steeds meer paarden worden gefokt. “Dat we minder vlees eten is op zich positief ”, benadrukt Peeters. “Maar het taboe rond paardenvlees is onterecht. Paarden zijn steeds meer een huisdier geworden, maar vleeseters die zich bekommeren om dierenwelzijn zijn vaak beter af met een paard. Rundsvlees wordt minder mals naargelang de leeftijd van het dier, waardoor het meestal op jonge leeftijd wordt geslacht. Bij paarden geldt het omgekeerde: hoe ouder het dier, hoe malser het vlees. Paarden enkel en alleen fokken voor consumptie is dus weinig winstgevend. De meeste paarden hebben al een heel leven achter de rug vooraleer ze op je bord belanden.”
Rare Belgen Het eten van paardenvlees is heel cultuurgebonden. Dat ze voor dit project buiten de landsgrenzen zou treden, sprak dan ook voor zich. “De mens heeft een bijzondere band met het paard”, aldus Peeters. “Maar die verschilt sterk van cultuur tot cultuur. Mijn eerste reis voor dit project, een dik jaar geleden, was naar Kirgizië in Centraal-Azië. Daar is paardenvlees net enorm populair en duurder dan rundsvlees. De inwoners eten het enkel op speciale gelegenheden: geboortes, trouwfeesten
êêê
3
KIJKEN / Project 4
5
êêê
KIJKEN / Project 6
7
en begrafenissen.” Het Europese paardenvleesschandaal van enkele jaren geleden, waarbij goedkoper paardenvlees als rundsvlees werd verkocht, vonden de Kirgiezen bijna lachwekkend. “En jullie klagen? Wij zouden net blij zijn!”, kreeg Peeters er te horen. De fotografe volgde er een paardenherder op zijn terugtocht van de steppe naar het dorp. “Eén van de indrukwekkendste momenten”, verzekert Peeters. “De herders leven daar als echte nomaden. In de zomer trekken ze met al hun dieren de bergen in. Daar zetten ze hun joert neer, om pas aan het begin van de winter terug naar beneden te gaan. Een tocht van drie dagen, met enkel het gezelschap van twee honden en wel 120 paarden. En dat bij min twintig graden.”
Argentijnse cowboys Met de camera als ideale reispartner trekt Peeters naar beenhouwers, fabrieken, slachthuizen en paardenvrienden in België, Frankrijk, Italië, Uruguay en Kirgizië. De voorbije zes weken bracht ze door in Argentinië, een van de grootste exportlanden van paardenvlees. “Het meeste paardenvlees dat je in België vindt, komt uit Argentinië. Het gekke is: Argentijnen eten zelf geen paardenvlees. Het land is vooral gekend voor zijn rundsvlees, een boerderij met 2.000 koeien is daar heel normaal. Die dieren worden te paard onder controle gehouden door gaucho’s, de lokale cowboys zeg maar. Wanneer er te veel paarden zijn of zo’n dier is te wild om op te rijden, moeten ze naar het slachthuis. Paardenvlees is er dus eerder een soort bijproduct.”
Uitgehongerde tekenfilmfiguurtjes ‘The Horse is the Wings of its People’ is voor Heleen Peeters een persoonlijk, langdurig project dat ze graag in een boek en tentoonstelling wil gieten. Wanneer dat zal gebeuren is nog onzeker, maar in 2018 wil ze eerst nog naar de Verenigde Staten. “Een land met een ongelofelijk complexe houding tegenover paarden”, vertelt Peeters. “Het paard heeft er een dierbare, haast heroïsche status. We (westerlingen, n.v.d.r.) kennen het dier van tekenfilms of uit de beeldende kunst, als eeuwige vriend van de mens. Voor Amerikanen is het eten van paardenvlees dan ook not done.” Daarom werd het vlees geëxporteerd naar Europa. Tot vijftien jaar geleden, toen activisten en burgers de straat opkwamen om hun vierbenige vrienden te verdedigen. En zo geschiedde, er kwam een verbod op het slachten van paarden voor menselijke consumptie. “Alleen, een deel van die activisten komt nu op die beslissing terug”, weet Peeters. “Door slachthuizen te sluiten, zijn er nu veel te veel paarden. Veel van hen worden verwaarloosd en verhongeren, of moeten een lange reis naar Canada of Mexico ondergaan om daar te worden geslacht.” Of Peeters met haar project kritiek wil geven op de (paarden)vleesindustrie? “Daar wil ik me niet over uitspreken”, twijfelt ze. “Zelf kan ik ook genieten van een stukje paardenvlees. Na een bezoekje aan mijn familie in België neem ik dan ook vaak een voorraad biefstuk of paardenrookvlees mee. De psychologie achter vlees eten is complex. Het project toont mijn waarnemingen en is een lopend onderzoek naar hoe de paardenvleesindustrie en de vleesconsument in elkaar zitten. Ik hoop dat mijn foto's mensen doen nadenken.” •
KIJKEN & BEZOEKEN / Agenda
8
UIT met leden & aangesloten groepen TEKST: JOKE EMBRECHTs / Foto: JOHAN VAN CUTSEM
In de kalender op www.beeldexpressie.be verzamelen we het aanbod van fototentoonstellingen, filmprojecties en -festivals, workshops en lezingen. Je kan er ook zelf je aanbod invoeren. Fotoclub Obscura JAN CC ‘t Zonneputteke, Zoersel Fotosalon tot 21 januari (gratis) --------------------------------------------- Fotoclub FEGO JAN Vleeshuis, Lier Foto-expo tot 28 januari (gratis) --------------------------------------------- Fauna Flora Fotoclub Schoten JAN Kasteel, Schoten Foto- en digisalon tot 28 januari (gratis) --------------------------------------------- BLACKBOX - Paul Baelemans FEB DOKA, Antwerpen Foto-expo tot 6 mei (gratis) --------------------------------------------- feb Amfograf Itegem Parochiezaal, Itegem Fotosalon tot 18 februari (gratis) ----------------------------------------------
19 20 27 7
17
UIT in Vlaanderen En over de grens: LARA GASPAROTTO - COME DAWN TO US JAN Botanique, Brussel Foto-expo tot 14 januari (gratis) --------------------------------------------- JAN UKIUMI - JOHAN VAN CUTSEM Fotogalerie ‘t Oogenblik, Leuven Foto-expo tot 18 januari (gratis) --------------------------------------------- Charlie De Keersmaecker - Young Americans JAN Ingrid Deuss Gallery, Antwerpen Foto-expo tot 27 januari (gratis) --------------------------------------------- JAN SARAH VAN MARCKE - TUSSEN MUREN Cultuurcentrum, Hasselt Expo tot 28 januari (gratis) --------------------------------------------- JOEL MEYEROWITZ - Where i find myself JAN Botanique, Brussel Foto-expo tot 28 januari (€ 5,5) --------------------------------------------- JAN Niels Donckers De Garage, Mechelen Foto-expo tot 4 maart (gratis) --------------------------------------------- JAN Hong Sang-soo - Artist in Focus Cinematek, Brussel Filmvertoningen tot 20 januari --------------------------------------------- JAN International Film Festival Rotterdam Karel Doormanstraat, Rotterdam Filmfestival tot 4 februari --------------------------------------------- Photo Friction JAN Cultuurcentrum, Mechelen Foto-expo tot 15 april (€ 5) --------------------------------------------- FEB Ontmoetingsdag fotografie Cultuurcentrum, Mechelen Ontmoetingsdag met feedbackmoment (€ 18) ----------------------------------------------
1 1 1 1 1 1 1
24 27 4
Meer info via de kalender op www.beeldexpressie.be.
9
Tik, jij bent
Zo gaat het er aan toe bij ons in de DADDY KATE FAMILY. Zes expertisedomeinen rond print en communicatie, waar collega’s elkaar voortdurend aanporren en interactief samenwerken. Dat moet ook, in de omnichannel wereld van vandaag. Want uw doelgroepen zijn overal. En wij brengen u er naar toe. Via print, een website, een communicatiestrategie op maat, of nog wat anders. Zelfs geautomatiseerd.
Nu is het aan u. Tik. www.daddykatefamily.be
UIT met het
Centrum voor Beeldexpressie TEKST: Margot Thysens, Mats Pylyser, Wouter Van SpringeL
PHOTO VIEW JAN CC De Ververij, Ronse Foto-expo tot 14 januari (gratis) ---------------------------------------------- POSSIBLE BEGINNINGS JAN Sint-Jan-Baptistkerk, Berendrecht Tentoonstelling fotografie tot 28 januari (gratis) ---------------------------------------------- FEB ARENA OOST-VLAANDEREN Atheneum, Merelbeke Feedbackmoment voor fotografen (gratis) --------------------------------------------- MORE IS MORE MRT Tentoonstellingszaal Zwijgershoek, Sint-Niklaas Tentoonstelling fotografie & multimedia tot 8 april -----------------------------------------------
1
18 25 2
TOT 4.03 / DE GARAGE
NIELS DONCKERS Selected Works 1992-2017
27.01 – 15.04 / CCM
PHOTO FRICTION
met: Koen Broos, Katrien De Blauwer, Filip Dujardin, Tine Guns, Pieter Huybrechts, Charlotte Lybeer, Ives Maes, Michèle Matyn, Jo Op de Beeck, Max Pinckers, Veronika Pot, Nicolas Provost, Bruno V. Roels, Arno Roncada en Lieven Segers
ZONDAG 4.02 / CCM
ONTMOETINGSDAG FOTOGRAFIE
Self Publishing Fair / Koffietafelgesprekken Artist Talks DO– ZO, 13:00– 18:00 ONDER DEN TOREN 12A , MECH ELEN C U LTU U R C E N TR U M M EC H ELEN . BE
KIJKEN & BEZOEKEN / Film
10
‘RABOT’ CHRISTINA VANDEKERCKHOVE TEKST: Bo Alfaro Decreton / Stills uit ‘Rabot’
In haar eerste documentaire langspeelfilm 'Rabot' rijgt Christina Vandekerckhove de levens van de bewoners van drie woontorens, in de gelijknamige wijk aan DE rand van Gent, aaneen tot een intrigerendE mozaïek. 40 jaar lang tekenden deze sociale woonblokken mee de Gentse horizon, maar nu moeten de torens plaats ruimen voor een nieuw sociaal woonproject. êêê
11
KIJKEN & BEZOEKEN / Film
12
Voor de eerste inwoners belichaamden de woontorens prestige, zij die er decennia later kwamen wonen vonden er een thuishaven in tijden van socio-economische tot zelfs gerechtelijke onrust. De Gentse regisseur geeft een inkijk in de maanden voor alle woonblokken tegen de vlakte gaan. Ze baant de toeschouwer een weg in dat dorp in de hoogte waar de bewoners dikwijls verschillen qua sociale achtergrond en levensvisies, maar even vaak dezelfde verlangens delen zoals die naar liefde, begrip en een uitweg voor de eenzaamheid.
(ONOP)GEDRONGEN LEVEN “Er zit voor mij een schoonheid in die lege kamers: er schuilt enorm veel leven in zonder dat het je opgedrongen wordt,” vertelt Vandekerckhove. ‘Rabot’ is zoals het leven zelf: mensen komen en gaan, van sommigen leren we vluchtig enkele details kennen, van anderen krijgen we een scherper beeld. Sommigen onder hen keren terug, anderen tuimelen meteen weer in de achtergrond. Hoe kort of hoe lang de ontmoetingen ook zijn, één ding staat vast: ze zinderen keer op keer na. De keuze van Vandekerckhove om het verhaal niet vast te pinnen aan één personage, is te herleiden tot het feit dat ze de hoofdrol al van meet af aan weggelegd had voor een figuur van een compleet andere aard: het gebouw zelf. Het uitgangspunt van de regisseur is dan ook onverdund artistiek: “Het verhaal is vertrokken vanuit de betonstructuur van het gebouw, die vakjes, die leegte. Pas daarna keert het terug naar de mensen.” Vergis je niet, ‘Rabot’ is geen architecturale studie, maar een diepmenselijke documentaire waar veel research aan de basis van ligt. Twee jaar lang wijdde de regisseur zich toe aan onderzoek voor de film, zeer lang in verhouding met de 24 draaidagen die de film telde. Eenieder die ‘Rabot’ bekijken zal, moet het Vandekerckhove nageven: ze is een geboren observator en dat is voelbaar in elke vezel van de film. ‘Rabot’ is niet louter het product van toeval, wat kwatongen
wel eens durven te beweren over het genre van de documentaire: “Je moet het geluk soms een beetje forceren,” reageert ze stellig, wetende dat ze stoelt op de uitgebreide kennis van haar onderzoek en de sterke banden, die ze zelfs nu nog vaak met de bewoners onderhoudt.
SPIEGEL VOOR DE TOESCHOUWER In de woontorens heerst er, door de gelaten situatie waarin het gebouw verkeert, een 'ieder voor zich'mentaliteit. Niet zelden wordt het publiek geconfronteerd met denigrerende, racistische uitspraken door de bewoners onderling. Vandekerckhove mijdt het aannemen van een superieure, moraliserende stem. Integendeel, de regisseur dient het beeld en de kijker door als een woordeloze bemiddelaar op te treden. Dat houdt in dat ze zichzelf, als emotioneel wezen, zoveel mogelijk uit de film filtert. Zo geeft ze de toeschouwer ademruimte en laat elke emotie organisch in hem of haar ontstaan. “De fysieke en emotionele aanwezigheid van een maker voelen in een documentaire, vind ik de horror,” zegt Vandekerckhove. “Ik wil de kijker als maker geen emoties opleggen: hij moet die zelf invullen. Ik wil hem een spiegel voorhouden, want hoe je naar 'Rabot' kijkt, zegt vooral iets over jezelf.” Dat 'Rabot' op de afgelopen editie van het Film Fest Gent de Port of Ghent Publieksprijs wegkaapte, is voor een documentaire eerder ongewoon, maar mag, net door de actieve rol die de toeschouwer toegewezen krijgt, zeker niet verwonderen. Op de vraag hoe die neutraliteit zich verhoudt tot een zekere vorm van apathie, verwijst Vandekerckhove naar haar keuze om verschillende verhalen naast elkaar te plaatsen: “Soms zei ik iemand na het draaien wel mijn mening, maar tijdens het draaien probeerde ik zijn of haar standpunt telkens vanuit het verhaal van die persoon te begrijpen. Deze film leerde me als maker namelijk dat in elk verhaal een waarheid schuilt. Daarbij geldt het beeld als een forum, waar elk van de betrokkenen weerwoord kan geven.” êêê
13
KIJKEN & BEZOEKEN / Film
14
De neutraliteit die 'Rabot’ uitwaaiert, zit ook geworteld in de cameravoering die uiterst statisch en gestileerd is. Meer nog, de sterkte van de cinematografie schuilt in een paradox: Vandekerckhove genereert een claustrofobisch effect door heel open, met veel wijde shots, in de appartementen te filmen. Enkel in het begin en op het einde van de film is er sprake van beweging, dit om een louterende boodschap te implementeren. “Beweging is emotie. Door mijn keuze voor strakheid is de film meer registrerend.” 'Rabot' is neutraal voor zover een film neutraal kán zijn. Het is nog steeds het resultaat van een scenario en montagewerk en die zijn, benadrukt de regisseur, haar stem. Ook de muziek, die op conto staat van haar partner Stijn Ylode De Gezelle en de band Madensuyu, de geluidsband en de colorgrading, dragen haar stempel: “Ik had kunnen kiezen voor grauwheid in de beelden, maar dat zou een cliché op een cliché zijn. Net door het omgekeerde te doen, door ze te satureren, komen ze des te harder aan.”
DE SCHOONHEID VAN IRONIE Vastleggen wordt per definitie gekoppeld aan het willen herinneren, vereeuwigen. In dat opzicht schuilt er wat ironie in 'Rabot’, net omdat de appartementen voornamelijk weg gewenst worden, grotendeels door de bewoners zelf. Het neerhalen van de woonblokken
WIN !
brengt naast een fundamentele verandering in de levens van die bewoners, er ook één in het Gentse panorama teweeg. Toch mag de film, net omwille van diens universaliteit, niet onlosmakelijk met de stad verbonden worden volgens de regisseur: “Het gaat niet om de blokken te filmen als souvenir, voor mij kunnen ze om het even waar staan.” Wil men de stad alsnog een plaats geven in de film, dan is dat volgens Vandekerckhove idealiter gekoppeld aan de gedachte dat “er hier, in onze dichte omgeving, ook plekken zijn die vaak vergeten worden en de nodige aandacht verdienen. Want soms zoeken we verhalen te ver omdat we ze niet in de nabijheid wíllen zien.” Het antwoord op de moeilijke vraag naar de manier waarop men deze situatie had kunnen vermijden, schuilt volgens Vandekerckhove in een combinatie van factoren: “Er is een dominosteen gevallen en men is gefaald om die verloedering tegen te gaan. Dit woonproject is zo duidelijk mislukt.” Het meest kan ze zich vinden in de analyse die één van de bewoonsters in de film maakt: “Iedereen is zijn deur beginnen toedoen en zo was het gedaan.” De daaruit voortvloeiende gelatenheid en toren van Babel-situaties vormen de kern die ‘Rabot’ zo treffend weet te vatten. Noem het ironie - wier schoonheid niet te onderschatten is - dat die zich pas aan het grote publiek toont wanneer Vandekerckhove besloot om er één voor één de deuren te openen die voor eeuwig gesloten leken. •
Beeld Express geeft 5 duotickets van ‘Rabot’ weg. Mail voor 12 januari 2018 naar com@beeldexpressie.be en maak kans om te winnen. Vermeld in je mail zeker je naam, lidnummer en adresgegevens. Je kan maar deelnemen aan 1 wedstrijd uit dit nummer. Veel succes! •
‘Rabot’ loopt vanaf 17 januari in de zalen.
15
IN HUIS HALEN / Boek
16
THE ISLAND OF THE COLORBLIND Een droomwereld vol kleurrijke mogelijkheden TEKST: Ikram Ettarrahi / FOTO's: Sanne De Wilde
EEN EILAND VOL GROENE VEGETATIE OMRINGD DOOR EEN AZUURBLAUWE OCEAAN; HET LIJKT WEL EEN PARADIJS VAN KLEUR. VOOR WIE GEEN KLEUR KAN ZIEN IS ‘KLEUR’ ECHTER NIET MEER DAN EEN WOORD. IN HET BOEK ‘THE ISLAND OF THE COLORBLIND’, NODIGT FOTOGRAFE SANNE DE WILDE ONS UIT OM OP ALLERLEI NIEUWE MANIEREN NAAR KLEUR TE KIJKEN. Sanne De Wilde is een Vlaamse fotografe, die woont en werkt in Amsterdam. Na een radio-uitzending waarin ze sprak over haar fascinatie voor zeldzame genetische eigenschappen, contacteerde een jonge Belg met achromatopsie, of totale kleurblindheid, haar met het mythische verhaal over het eiland Pingelap. Na haar projecten ‘The Dwarf Empire’ (over dwerggroei) en ‘Snow White’ (over albinisme), trok De Wilde op tocht naar Pingelap en Pohnpei, twee eilanden in Micronesië waarin een uitzonderlijk hoog percentage van de bevolking lijdt aan achromatopsie. Aan het einde van de achttiende eeuw was de koning van Pingelap een van de weinige overlevenden van een allesverwoestende tyfoon die door het eiland raasde. Volgens de verhalen zou de koning ’s nachts beter gezien hebben dan overdag, waaruit blijkt dat hij zelf drager was van het achromatopsie-gen. De koning kreeg vele kinderen en in een kleine, geïsoleerde gemeenschap als Pingelap, is er weinig genetisch materiaal dat ingevoerd kon worden. Zo kon dit zeldzame fenomeen zich verder verspreiden onder de nieuwe generaties. Neuroloog en schrijver Oliver Sacks voerde al uitgebreid onderzoek naar dit eiland. Veel eilandbewoners in Pingelap leven in een zwart-witfilm. De Wilde stelt drie reeksen voor in ‘The Island of the Colorblind’. Ze maakte daarvoor gebruik van zwart-witfotografie en infraroodfotografie. De camera waarmee ze de infraroodbeelden maakte, had ze eerder nooit getest. Zo liet ze alle controle over de kleuren varen. Voor de derde reeks liet De Wilde een groep Nederlanders met achromatopsie haar zwart-witfoto’s beschilderen, zonder dat ze wisten welke kleuren ze daarvoor gebruikten. Ze wil hiermee een metaforische wereld in beeld brengen, door ons uit te nodigen om te kijken door de ogen van iemand voor wie kleur geen betekenis heeft. Zo schept ze een symbolisch beeld van hoe de wereld eruit ziet voor iemand die kleurenblind is. In het boek ‘The Island of the Colorblind’ zet De Wilde alle vanzelfsprekendheden rond kleur op losse schroeven en laat ze je kennis maken met de verrassende en bizarre wereld van mensen met achromatopsie, een droomwereld vol kleurrijke mogelijkheden. •
‘The Island of the Colorblind’, Sanne De Wilde, Uitgeverij Hannibal, 176 p., 28 x 22,5 cm, softcover, isbn: 978 94 9267 •
17
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
18
JESPER JUST FILMS OM IN ROND TE LOPEN TEKST: Tom Nuytemans / STills & foto's: Jesper just
Waar kijk ik naar? Dat is de vraag die veel mensen zich stellen als ze de kortfilms van Jesper Just metershoog voor zich geprojecteerd zien. En dat is nou precies wat de Deen wil. Naar een verhaal is het soms vruchteloos zoeken, beeld is voor Just veel belangrijker. En in dat beeld speelt architectuur vaak een grote rol. Een tentoonstelling van zijn grote filminstallaties loopt momenteel in het Amsterdamse filmmuseum EYE. De kortfilms van Jesper Just nemen altijd veel plaats in beslag. Letterlijk. De Deense kunstenaar zoekt steeds naar manieren om film tot een ruimtelijke installatie te maken en kiest daarbij vaak voor presentaties op verschillende meterslange schermen, waar de bezoeker tussendoor kan bewegen. De man is ook niet bang om de museumruimte naar zijn hand te zetten, bijvoorbeeld door muurtjes bij te plaatsen. Geluid- en lichtinstallaties maken het plaatje compleet.
BEVREEMDEND Just noemt zijn films geen kortfilms, maar commentaren op de mainstream cinema. Om dat te doen, gebruikt hij vaak de filmtaal uit grote Hollywoodproducties, met vloeiende camerabewegingen, precieze kadrering en een goed doordacht gebruik van licht en donker. Beeld is erg belangrijk voor Just, die zichzelf een visueel artiest noemt. Het verhaal is dan ook ondergeschikt en vaak zelfs afwezig in zijn kortfilms, die bijna altijd zonder dialoog zijn. De kijker heeft niet het gevoel dat er een begin of een einde is, maar dat hij slechts naar één trage scène uit een langere film kijkt.
êêê
19
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
20
Elk project begint voor Just met enkele elementen die hij samenbrengt, en eindigt in de laatste week met alles wat overbodig is weg te gooien, zodat enkel de essentie overblijft van wat hij probeert te zeggen. De scènes in zijn films zijn steeds bevreemdend, de situaties ongemakkelijk, de personages onbekend, geluid en de muziek starten en stoppen onverwachts. Just is dan ook pas tevreden als het publiek niet weet wat er aan de hand is: “Ik wil cinemataal gebruiken en in andere richtingen sturen dan je zou verwachten. Hopelijk vraag je jezelf af wat je echt aan het bekijken bent.” Just onderzoekt in zijn films gender, verlangen, relaties en identiteit, speelt met karakters en zet graag clichés op z’n kop. Bijvoorbeeld in ‘Sirens of Chrome’ (2010) laat hij vier zwarte vrouwen in een auto door verlaten wijken van Detroit rijden, een vervallen stad bekend om z’n auto-industrie. Maar dan verlaat Just de platgetreden paden en de personages gedragen zich helemaal anders dan de Hollywoodclichés over zwarte vrouwen ons willen vertellen. Voor zijn producties maakt Just vaak gebruik van getrainde acteurs en een professionele crew. Maar kostuums voor de cast of rekwisieten om de set aan te kleden worden niet gebruikt. De acteurs dragen hun eigen kleren en de ruimtes worden gebruikt zoals ze zijn. De Deen wil het zo puur mogelijk. êêê
© Jesper Just / Intercourses, 2013
21
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
22
ARCHITECTUUR Just is ook gefascineerd door de manier waarop architectuur ons gedrag stuurt. Architectuur speelt vaak een even grote rol als de personages, of zelfs een nog grotere. In ‘Llano’ (2012) wou de filmmaker oorspronkelijk zelfs geen enkele acteur in het verhaal. De focus zou volledig liggen op de restanten van een utopische gemeenschap in de woestijn van Californië, die begin vorige eeuw slechts kort bestond omwille van watertekort. Just wisselt daarbij beelden van de ruïnes af met shots van waterpijpen in Los Angeles, een veel te dorstige stad in een woestijnachtig klimaat. In recenter werk bezocht de kunstenaar het One World Trade Center in New York, waar een meisje met een steentje op de glazen gevel tikt (‘Servitudes’, 2015), of laat hij Sonic Youth-bassiste Kim Gordon langs de grensmuur tussen Mexico en Californië lopen (‘Interpassivities’, 2017).
Jesper Just studeerde in 2003 af aan de Koninklijke Deense Kunstacademie maar leeft vandaag voornamelijk in New York. Hij maakt al films sinds 2000. Zijn installaties en live performances reisden reeds de hele wereld rond, van de Biënnale van Venetië over Palais de Tokyo in Parijs tot op Times Square in New York. Tien jaar geleden was hij ook al eens te gast in het SMAK in Gent en voorbije zomer had de artiest een presentatie in kunstinstelling West in Den Haag. Daar toonde hij films waarin meisjes en vrouwen de strijd aangaan met (masculiene) symbolen van macht. Zowel op het plein voor het museum als in de zalen zelf had de kunstenaar ruwe muurtjes gebouwd van betonblokken. Buiten werden ’s avonds films van hem vertoond op de witte muren. Het is juist met die mix van architectonische ingrepen, weldoordacht gebruik van geluid en grote bewegende beelden dat Just een audiovisuele totaalervaring creëert. Daarin neemt hij de bezoekers haast fysiek op in de installatie. Het maakt de relatie tussen de film en de kijker alleen maar sterker. •
f © Jesper Just / This Nameless Spectacle, 2011 i © Jesper Just / Just Servitudes, 2015, Times Square
De expo Jesper Just loopt nog tot 11 maart in het EYE filmmuseum (IJpromenade 1) in Amsterdam, dagelijks, 10 u. - 19 u. Alle info ook op www.eyefilm.nl.
Nerdlab Meer dan enkel een fablab TEKST: Britt Kerremans / foto's: Michiel Devijver
Nerdlab startte zeven jaar geleden zijn fablab op de zolder van één van de leden. Intussen zijn ze uitgegroeid tot een organisatie met ongeveer 50 leden en twee vaste medewerkers in dienst. Ze zetten het hele jaar door heel wat activiteiten op poten, waaronder de grootste BYOB van Vlaanderen. Lang niet meer zo underground als een zolderkamertje dus. Wij gingen een kijkje nemen. Volgens de overlevering kreeg MIT-professor Dr. Neil Gershenfeld in 1998 het idee voor zijn cursus ‘How to make almost anyting’ simpelweg doordat zijn eigen grasmachine stuk was. Door verscheidene dure industriële machines beschikbaar te stellen, trok de professor al snel een breder publiek aan dan hij zelf had voorzien. Niet enkel technische studenten toonden interesse voor deze cursus, maar ook kunstenaars, architecten, ontwerpers en heel wat studenten uit niet-technische
richtingen kwamen er op af. Hieruit ontstond het eerste fabrication laboratory, fablab in de volksmond; een werkplaats met vrij te gebruiken apparatuur, zoals 3D-printers en lasercutters, waar mensen met elektronica alles in mekaar kunnen komen steken wat ze maar kunnen bedenken, van machines tot robotjes. Belangrijk aan de geest van de fablabs, is dat alle kennis gedeeld wordt en je zo ook geen patenten kan nemen op je uitvindingen. Het fenomeen van de fablabs waaide ook over naar België. Er zijn er intussen een twintigtal in ons land, soms verbonden aan universiteiten die hun apparatuur ter beschikking stellen, maar vaak ook niet. Nerdlab draagt officieel nog niet de titel van fablab; er zijn namelijk heel wat voorwaarden waaraan je volgens het fablab-charter moet voldoen en er komt het nodige papierwerk bij kijken. Verder zet nerdlab nog verschillende andere activiteiten op poten. Naast hun twee vaste medewerkers kunnen ze hiervoor beroep doen op heel wat vrijwilligers. êêê
KIJKEN & BEZOEKEN /Lichtfestival
23
KIJKEN & BEZOEKEN /Lichtfestival
24
Workshops onder stoom Eén van deze activiteiten is de workshopreeks ‘Stoom’. Hiermee mikken ze op jongeren tussen de 16 en 25 jaar. Op een laagdrempelige manier kunnen de jongeren tijdens deze workshops het grensgebied tussen kunst en technologie aftasten en nieuwe dingen uitproberen. Het stimuleren van creativiteit en het samenwerken rond één onderwerp is de belangrijkste doelstelling. Af en toe eens op je bek gaan, is met deze instelling dan ook geen enkel probleem. Tijdens de workshops zijn de jongeren vooral bezig met projecties en videomapping. Videomapping is het projecteren van op maat gemaakte beelden mappers spreken vaak van visuals - op voorwerpen, gebouwen of wat dan ook, om deze zo tot leven te wekken of een extra dimensie te geven. Bij grote evenementen organiseren steden soms indrukwekkende videomappings op grote monumenten, maar je kan evengoed op kleine schaal werken en bijvoorbeeld een storm laten losbarsten op je theekopje. Een ander project was ‘Maak de stad’. Nerdlab ging hier in verschillende filialen van de wijkbib van Gent aan de slag met kinderen tussen de 8 en 14 jaar. Samen ontworpen ze een hele stad, sneden met lasercutters gebouwen uit en maakten robotjes die in de stad konden rondlopen. Als kers op de taart voegden ze zelfs street art toe aan hun miniatuurstad.
BYOB BYOB staat voor Bring Your Own Beamer en is een concept bedacht door de Nederlandse kunstenaar Rafaël Rozendaal. Het is een soort open, tijdelijke tentoonstelling waarin alle vormen van mediakunst aan bod kunnen komen en waar iedereen die wil zijn of haar werk kan komen tonen. De tentoonstelling wordt dus niet gecureerd en er wordt vooraf geen selectie gemaakt; iedereen is vrij er zijn eigen ding te komen doen. Nerdlab bood eind oktober maar liefst 100 mediakunstenaars de kans hun werk aan het brede publiek te tonen in NEST, de oude stadsbibliotheek van Gent. Elk hoekje of plekje van de bibliotheek kon benut worden, van de gangen, de plafonds tot zelfs de witte muur aan de overkant van de straat. Deze derde editie van hun BYOB werd zo opnieuw een schot in de roos. •
Nerdlab organiseerde tijdens de BYOB ook een videomappingwedstrijd. Ze ontworpen hiervoor een reusachtige boom waarop de kunstenaars hun visuals konden projecten. Gewapend met een stevige beamer en een strenge jury werd het sterkste werk uitgekozen. Adriaan Debergh kwam met zijn ‘Arbre Magique’ als winnaar uit de bus. Debergh krijgt zo de kans om zijn werk te tonen tijdens het Lichtfestival dat vanaf 31 januari Gent voor vijf dagen inpalmt. Tijdens de vorige editie lokte het Lichtfestival maar liefst 640.000 bezoekers. •
25
Meer info over nerdlab en hun activiteiten vind je op www.nerdlab.be. Voor info over ‘Stoom’ kan je terecht op http://stoom.nerdlab.be. Het Lichtfestival loopt van 31 januari tot en met 5 februari langs een 7 km lang parcours in de Gentse binnenstad.
KIJKEN / Films
Filmgala 2017 26
De winnaars in de kijker TEKST: Mats Pylyser / STILLS uit ‘ZEER’, ‘Maidan’ & ‘Splash’
Het Filmgala biedt jaarlijks een platform aan de beste films van nietprofessionele filmmakers in Vlaanderen en plaatst de cineasten in de schijnwerpers. De editie van 2017 ging op 10 december door in cultuurcentrum Zwaneberg in Heist-op-den-berg. Jan Verheyen nam er de presentatie voor zijn rekening. Na een eerste interne schifting in de 82 inzendingen voor Filmgala 2017, bogen juryleden Lou Berghmans, Marc De Wolf en Hay Joosten zich over de geselecteerde films. Zij legden het uiteindelijke programma van het Filmgala vast en kozen de winnaars. Berghmans is één van Vlaanderens meest gerenommeerde cinematografen, met films en series als ‘De Hel van Tanger’, ‘Marina’ en ‘Van Vlees en Bloed’ op zijn c.v. De Wolf werkt al jaren voor de VRT, onder meer als regisseur van ‘Vlaanderen Vakantieland’ en andere reportages. Nederlander Joosten verdiende dan weer zijn strepen als film- en fotografiedocent en is geaccordeerd jurylid bij Nova, de Nederlandse organisatie voor amateurcineasten. De prijs voor beste fictiefilm ging naar ‘Zeer’ van Peter Miseur en Peter Smolders, die voor beste non-fictie naar ‘Maidan’ van Ronny Claus. Verder kreeg Werner Haegeman een speciale prijs voor het camerawerk van zijn experimentele kortfilm ‘Splash’. Beeld Express sprak met de winnaars.
De winnende films van deze cineasten zijn voor onze lezers bovendien heel de maand januari te bekijken op onze youtubepagina met dit paswoord: Filmgala_2017 De link vind je op de homepage van onze website.
‘Zeer’ (Peter Miseur en Peter Smolders) Winnaar beste fictie Voor de prijs voor beste fictie viel de keuze op ‘Zeer’ van Peter Miseur en Peter Smolders. ‘Zeer’ is een psychologisch drama dat het verhaal vertelt van een dochter die haar afwezige vader opspoort en hem confronteert met het verleden. ‘Zeer’ is een samenwerkingsverband tussen Miseur en Smolders. Miseur is in het duo de man met de filmachtergrond, Smolders is vooral in het theater actief. Deze laatste nam ook de rol van de vader voor zijn rekening. “We hadden in het verleden al een aantal trailers gemaakt voor theaterstukken die hij regisseerde,” vertelt Miseur. “Vandaar is ook het idee gegroeid om samen eens een film te maken. We zijn dan scenario’s beginnen zoeken, maar die waren niet goed of te moeilijk, en uiteindelijk zijn we dan zelf beginnen brainstormen. Vanuit het theater heeft Peter (Smolders n.v.d.r.) veel ervaring met het schrijven van dialogen. Ik heb de meer technische en filmische zaken op mij genomen, zoals de camera, montage en geluid. De regie op set namen we allebei voor onze rekening, we zijn daarin erg complementair. Ik heb wel erg tegen de deadline moeten werken om de film af te krijgen, dus ik ben nog niet helemaal tevreden van de film. De klankband en de kleuren ga ik zeker nog herwerken.”
27
Opmerkelijk aan ‘Zeer’ is dat de film meteen begint met het eindbeeld van de film. “Ik had op een zekere nacht een droom - raar maar waar (lacht) - van het openingsshot in de film: een piëta, zoals de beroemde piëta van Michelangelo in de Sint-Pietersbasiliek in Rome. (Een piëta is de klassieke voorstelling van Maria met de dode Christus op haar schoot. n.v.d.r.) Vanuit dat ene beeld zijn we dan beginnen brainstormen: hoe kan zich dat verhaal ontwikkelen, wat is daaraan voorafgegaan? We zijn dan dialogen beginnen uitschrijven, dingen gaan uitproberen, kijken of het filmisch haalbaar is - ik speel dan altijd een beetje de advocaat van de duivel die dingen in vraag stelt, of het realistisch is en authentiek. In de film zitten ook nog andere christelijke elementen. In het begin loopt de dochter over een kerkplein, langs een kruis, om toch de enge gemeenschap te kaderen waar ze in wonen, het christelijke juk dat er voor zorgt dat dingen er niet altijd gezegd en beleefd kunnen worden.”
êêê
KIJKEN / Films
28
‘Maidan’ (Ronny Claus) Winnaar beste documentaire In de documentaire ‘Maidan’ richt Ronny Claus zijn camera op de nasleep van het conflict dat in de winter van 2013-2014 uitbrak tussen de Europees gezinde West-Oekraïners en de Russisch gezinde Oost-Oekraïners. Toneel van de protesten tegen de pro-Russische president Janoekovytsj en de bloederige repressie ervan, was het Onafhankelijkheidsplein in Kiev. ‘Maidan’ betekent overigens ‘plein’ in het Oekraïens. ‘Maidan’ speelt sterk in op de grote contrasten in het land. De beelden van de soms schrijnende leefomstandigheden van de minder fortuinlijke Oekraïners en de binnenlandse vluchtelingen steken pijnlijk af tegen de decadente grandeur van Janoekovytsj’ privé-domein, gebouwd overigens met geld dat hij verduisterde uit het budget voor het EK voetbal van 2012. Het was niet de eerste keer dat Ronny Claus in Oekraïne ging filmen. Doorheen de jaren ontwikkelde hij zelfs een speciale band met het land. “Ik heb eerder al een film gedraaid over de Oranjerevolutie (2004 n.v.d.r.) in Oekraïne en maakte er ook verschillende korte documentaires voor humanitaire organisaties, zoals Caritas of Wereldmissiehulp,” vertelt Claus. “Die documentaires gebruiken zij dan om hier in het Westen geld in te zamelen voor hun werking. Via hen had ik nu de mogelijkheden om op bepaalde plaatsen te gaan filmen waar je - zeker als amateur - anders nooit binnen geraakt. Wat me zo aanspreekt aan Oekraïne zijn de mensen en de gastvrijheid, al typeert die eigenlijk heel Oost-Europa. We logeren er altijd bij mensen thuis. Hoe minder de mensen er hebben, hoe meer ze willen geven. Met de film wil ik mensen wat inzicht geven in de gebeurtenissen in Oekraïne en aangeven dat al die zaken daar op amper 2.000 kilometer van België gebeuren. Dat is echt niet zo ver van ons bed.”
Een uitgebreide voorbereiding en planning opmaken zijn uiterst belangrijk, zeker als je in het buitenland draait. In een land als Oekraïne is dat echter alles behalve vanzelfsprekend. “Je zet de grote lijnen wel uit, maar in de praktijk kan je daar vaak niet aan vasthouden. Het is bovendien een erg corrupt land, waar je vaak met steekpenningen moet werken. Soms lukt dat, soms niet. Het was ook de bedoeling om een Russische soldaat te volgen, een scherpschutter, die gevlucht was naar West-Oekraïne. De man is eveneens een priester en heeft acht kinderen. Meermaals per jaar rijdt hij met zijn Lada naar OostOekraïne om daar humanitaire hulpmiddelen te gaan afleveren in het oorlogsgebied. We hadden afspraken gemaakt om met hem mee te reizen, maar toen we aankwamen was hij aan het front.” Opmerkelijk zijn ook de persbeelden die Claus gebruikt, op het einde van de film. Via After Effects wekt hij stilstaande beelden frame voor frame tot leven en voegt er zo een extra dimensie aan toe. “Ik ben niet zo’n krak in After Effects. Om een animatie van een drietal seconden te maken van één beeld, ben ik daar wel een hele dag mee bezig. (lacht) Het blijft tenslotte film. Anders kan ik er evengoed een diamontage van maken.”
êêê
29
KIJKEN / Films
30
‘Splash’ (Werner Haegeman) Beste cinematografie Boechoutenaar Werner Haegeman is de enige cineast die op het Filmgala met twee films in de selectie zat. ‘Pervers’ is een mozaïekfilm die verschillende verhaallijnen verweeft rond een match van de rode duivels. ‘Splash’, waarmee hij de prijs voor beste cinematografie won, is dan weer een experimenteel filmgedicht. De jury prees vooral het gedurfde karakter van deze laatste film. Met water, of het gebrek eraan, als leidraad neemt Werner Haegeman de kijker in ‘Splash’ mee naar plekken over de hele wereld, van Cambodja en Marokko tot ons eigenste België. Niet dat de concrete bestemmingen er echt toe doen; het zijn vooral symbolische plekken.
Kolkende bergriviertjes en druipende ijspegels gaan naadloos over in zwembaden, tropische stranden en dorre woestijnlandschappen. Als geheel geeft de film zeker een waarschuwende boodschap mee, die de directe impact van de mens toont wanneer de camera over het met afval bestrooide, parelwitte strand glijdt. Je kan bovendien niet naar de film kijken zonder dat de opwarming van de aarde door je hoofd schiet. De prijs voor beste cinematografie krijg je echter niet voor je boodschap, wel voor je camerawerk. Dat blinkt in ‘Splash’ bovenal uit door haar bevreemdende karakter. Haegeman brengt zijn GoPro-camera zo dicht op zijn onderwerpen dat de werkelijkheid compleet vertekend wordt door de extreme breedhoeklens. De camera doet dingen die je niet voor mogelijk acht en sleurt je mee onderwater, kruipt door gaatjes om er vervolgens in een ander werelddeel weer uit te komen. Het is deze visuele trip die de kracht vormt van ‘Splash’. •
Biennale de l’Image Possible TEKST: Mats Pylyser / FOTO: Viviane Sassen
BIP, kort voor Biennale de l’Image Possible, brengt een frisse combinatie van fotografie, videokunst en visuele kunstinstallaties naar Luik. Het tweejaarlijkse festival is intussen al aan haar 11de editie toe. Het BIP wil met zijn artistieke selectie vraagtekens plaatsen bij de betekenis van het beeld in onze wereld en bij de relaties die we ermee onderhouden. Voor sommige hedendaagse kunstenaars zijn de rampen van gisteren en van morgen een onuitputtelijke inspiratiebron. In één en dezelfde beweging maken zij kapot en bouwen ze weer op. Zonder in naïviteit te vervallen herinterpreteren ze de erfenis van het verleden en bouwen aan een toekomst die vandaag niet hoeft te weten hoe morgen eruit zal zien. Of, om Nietzsche er bij te halen, een oproep om ons lot te aanvaarden in goede en slechte tijden. Zijn oproep kunnen we ook opvatten als een uitnodiging om sympathie met elkaar te delen. Inhoudelijk mikt het BIP vol op fotografen die nieuwe insteken zoeken en kunstenaars die de grenzen van hun medium aftasten. Het programma van de 11de editie zal dit jaar opnieuw goed gevuld zijn met workshops, rondleidingen, lezingen en feestjes, telkens gericht op het brede publiek. En op Nietzsche natuurlijk. •
g Viviane Sassen © Courtesy of Stevenson Cape Town and Johannesburg / d n a 2007
De Biennale de l’Image Possible loopt van 17 februari tot 1 april in La Boverie (Parc de la Boverie) en op verschillende andere plaatsen in Luik. Meer info op www.bip-liege.org.
KIJKEN & BEZOEKEN / Festival
31
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
32
Robert Doisneau
Retrospectieve in het Museum van Elsene TEKST: Jorik Seykens / Foto’s: Robert Doisneau
Het Museum van Elsene biedt een overzichtstentoonstelling van het werk van de beroemde Franse fotograaf Robert Doisneau. Zijn iconische beelden ‘Le baiser de l’hôtel de ville’ en ‘L’enfer’ staan intussen op ons netvlies gebrand, maar de tentoonstelling besteedt ook aandacht aan minder bekende reeksen van zijn in opdracht gemaakte foto’s. In totaal worden in Elsene een 170 vintage foto’s getoond. Robert Doisneau, in 1912 geboren in Gentilly, werkte aanvankelijk als lithograaf. In 1934 werd hij beroepsfotograaf en in 1939 ging hij als freelance fotojournalist aan de slag. Doisneau begon echt naam te maken, toen hij aan het einde van de jaren ’40 voor magazines als ‘Vogue’ en ‘Life’ begon te werken. In 1950 maakte hij voor dat laatste blad zijn iconische foto ‘Le baiser de l’ Hôtel de ville’. Na zijn dood in 1994 richtten zijn twee dochters - Annette Doisneau en Francine Deroudille - Het Atelier Robert Doisneau op, met als doel de bewaring en verdere bekendmaking van zijn werk. De afdrukken van de tentoonstelling komen uit de verzameling van dat atelier. De gestructureerde tentoonstelling in Elsene biedt de kijker een overzicht van Doisneaus carrière. Als bezoeker krijg je onmiddellijk een duidelijk overzicht van de ruimte. De tentoonstelling is gespreid over twee verdiepingen en wordt, aan de inkom, geïntroduceerd door een film. In de opbouw van de expo kan je drie centrale thema’s onderscheiden: ‘De poëzie van het alledaagse’, ‘Palm Springs 1960’ en ‘Kunstenaarsateliers’.
De poëzie van het alledaagse Robert Doisneau is het bekendst vanwege zijn straatfotografie. Hij was in de eerste plaats een geduldige voorbijganger en dat bewijst zijn reeks ‘De poëzie van het alledaagse’ dubbel en dik. Het geduld druipt bijna van de beelden af. Het overzicht bevat tachtig foto’s die hij maakte tussen 1929 en de jaren ‘70. Doisneau was als een ‘beeldenvisser’ die wachtte tot er zich een klein verhaal afspeelde. Zelf verwoordde hij zijn visie op fotografie als volgt: “De fotografie trekt de haastige, strak voor zich uitkijkende voorbijganger aan zijn mouw en vestigt zijn aandacht op het eeuwige, gratis straattoneel.”
êêê
33
h © Robert Doisneau / Le baiser de L’hôtel de ville, 1950
f © Robert Doisneau / Les Frères, Rue du docteur Lecène, Parijs, 1934
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
34
Doisneau verklaarde dat de ene gebeurtenis in zijn leven altijd spontaan tot de andere heeft geleid; de kunstenaar leefde zonder een vooropgezet plan. Hij fotografeerde de onschuld en de schoonheid van het dagelijkse leven in Parijs: spelende kinderen, een dansend koppel of verkopers op de markt. Sommige beelden zijn wellicht in scène gezet, maar dat moet je door de vingers zien. De periode waarin de beelden gemaakt werden, wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door tumult en miserie, maar Doisneau toont de gelukzalige momenten. Hij wilde een wereld laten zien waarin hij zich goed zou hebben gevoeld en zijn foto’s vormden als het ware een bewijs dat die wereld werkelijk kon bestaan. De symbolische kus, ‘Le baiser de L’hôtel de ville’, benadrukt niet alleen dat Parijs een stad van romantiek en vrijheid was, ook Doisneaus voorliefde voor nostalgie en tederheid is voelbaar aanwezig in het beeld. “Suggereren is creëren, beschrijven is stukmaken.”
Een andere kant van Doisneau De tentoonstelling in Elsene toont ook werk dat je niet spontaan met Doisneau zou associëren. Zo is er de wat vergeten reportagereeks ‘Palm Springs 1960’. De reeks confronteert de toeschouwer met een geïnteresseerde kijk op het leven van een aantal welvarende gepensioneerden. Robert Doisneau maakte, op vraag van het Amerikaanse magazine ‘Fortune’, op geheel zijn eigen manier een reportage over de aanleg van golfterreinen in de dorre woestijnomgeving rond de mondaine stad. Doisneau beperkte zich echter niet tot enkel de golfterreinen: de moderne architectuur en de mensen die aan het zwembad lagen, trokken ook zijn aandacht. “Fotograferen is een betoverend moment vastleggen,” zei Doisneau en hij deed dat in prachtige pastelkleuren, voor het eerst gebruik makend van kleurenfilms voor dergelijk esthetisch project. Om beurten gebruikte hij een Rolleiflex, een Leica en een Hasselblad. De beelden ogen zeer artificieel: de blauwe kleur van het water is zo doordringend en intens dat je haast zou vergeten dat het om een transparante vloeistof gaat, en de geportretteerde mensen lijken zodanig gelukkig dat het niet anders dan schijn kan zijn. Ook al is het gras misschien niet groener aan de overkant, de extravagante esthetiek van deze beelden is onnavolgbaar.
êêê
h © Robert Doisneau / Fourrure Party, 1960
35
h © Robert Doisneau / Les cygnes gonflables, Palm Springs, 1960
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
36
Kunstenaarsportretten Een tweede minder bekende kant die je van Doisneau in Elsene te zien krijgt, zijn de portretten die hij in de periode 1937 tot 1991 maakte van talloze grote kunstenaars. Onder meer Picasso, Braque, Giacometti, Brancusi en Cézanne passeren in deze reeks de revue. Uit de manier waarop zij hém moesten overtuigen, blijkt niet alleen Doisneaus respect voor deze kunstenaars, maar ook hun respect voor hem. “Nooit zou ik het hebben gewaagd mensen in beslag te nemen die hun tijd zo goed wisten te gebruiken,” zei Doisneau. “De tijd van grootmeesters wier namen de titels vormen van hoofdstukken uit de kunstgeschiedenis, en die zich in mijn verbeelding alleen verplaatsen met een aureool van neon om hun hoofd. Toch hebben sommigen van hen me bij de schouders hun atelier binnen gesleurd.” Eenmaal binnen benaderde Doisneau hen niet anders dan de man in de straat: in zijn foto’s lijken beroemdheden even benaderbaar als om het even wie. Het is verleidelijk om in het beeld te stappen en met Picasso aan tafel te gaan zitten, dat moet Doisneau ook hebben gedacht. Robert Doisneau is ongeëvenaard in het creëren van esthetische beelden en met deze tentoonstelling wordt duidelijk dat de vangst van deze zelfverklaarde ‘beeldenvisser’ uitzonderlijk was. Dat de toeschouwer bovendien de kans krijgt kennis te maken met Doisneaus minder bekende werk, is een zéér grote troef. Het is trouwens de eerste keer dat de retrospectieve in België te zien is. Deze zal voorlopig één van de laatste tentoonstellingen in het Museum van Elsene zijn, want vanaf maart gaan er uitbreidingswerken van start. •
h © Robert Doisneau / Les pains de Picasso, Vallauris, 1952
WIN !
Beeld Express geeft 5 duotickets voor de expo ‘Robert Doisneau’ weg. Mail voor 12 januari 2018 naar com@beeldexpressie.be en maak kans om te winnen. Vermeld in je mail zeker je naam, lidnummer en adresgegevens. Je kan maar deelnemen aan 1 wedstrijd uit dit nummer. Veel succes! •
De retrospectieve Robert Doisneau loopt nog tot 4 februari in het Museum van Elsene (Jean Van Volsemstraat 71) in Brussel.
MORE =
MORE
TEKST: Margot Thysens / Foto's : Tom Van der Borght (boven), Athos Burez (onder)
Van 2 maart tot en met 8 april “If less is more, then think of what more [is] more would be”. Met deze quote van de serie Frasier als vertrekpunt, starten we op 1 maart een nieuwe expo in Sint-Niklaas. Fotografen, mediakunstenaars en filmmakers, kortom beeldmakers van over heel Vlaanderen geven in deze tentoonstelling hun invulling rond het thema ‘More is More’. Modeontwerper Tom Van der Borght neemt de rol op van curator, en maakt samen met fotograaf Athos Burez een selectie om te inspireren. Benieuwd naar het resultaat? Wees er als eerste bij op de opening op donderdag 1 maart 2018! •
“If less is more, then think of what more [is] more would be.”
De tentoonstelling opent op donderdag 1 maart en loopt daarna van 2 maart t.e.m. 8 april in tentoonstellingszaal Zwijgershoek (Zwijgershoek 14) in Sint-Niklaas.
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
Expo
37
38
Andrea Stultiens Ebifananyi TEKST: Mats Pylyser / foto's: Andrea Stultiens
In het FOMU in Antwerpen loopt nog tot 18 februari de tentoonstelling ‘Ebifananyi’ van de Nederlandse Andrea Stultiens. ‘Ebifananyi’ is het voorlopige resultaat van een langdurig project, waarin Stultiens beeldmateriaal verzamelde uit de Oegandese geschiedenis en het een tweede leven gaf. Net als Ai Weiwei die twee verdiepingen lager in het FOMU exposeert, gelooft Stultiens in een veelheid van beelden om haar boodschap te brengen. Haar verhaal mag dan minder groots zijn dan dat van Ai, qua gelaagdheid doet ze er zeker niet voor onder. h © HIPUganda / Stilleven in een van Ham Mukasa’s voormalige huizen. Uit Ebifananyi 4.
êêê
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
39
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
40
Oeganda ligt in Afrika. Liefhebbers van hoofdsteden kunnen daar misschien aan toevoegen dat Kampala de hoofdstad is van deze voormalige Britse kolonie. De naam Idi Amin, de dictator die in de jaren ’70 in Oeganda een schrikbewind voerde, doet bij sommigen mogelijk ook nog een belletje rinkelen, maar daar stopt onze kennis over Oeganda wel. Fotografe en curatrice Andrea Stultiens raakte door het land geïntrigeerd toen ze er op reis was. Getriggerd door alles wat ze niet meteen snapte aan Oeganda, keerde ze voor een langere tijd terug om het land en zijn gewoontes beter te doorgronden. “Deels is het toeval dat het project over Oeganda gaat”, vertelt Stultiens, “omdat ik destijds net in dit land op bezoek was. Desondanks gaat ‘Ebifananyi’ wel degelijk heel specifiek over Oeganda en de Oegandese eigenheden en geschiedenis, met onder meer Idi Amin. Niet over Afrika als geheel. Ik heb de laatste jaren verschillende aanvragen gekregen vanuit andere landen om ook daar dergelijke projecten op te zetten, maar ik wil mijn focus niet verliezen, en die ligt op Oeganda.” Samen met de Oegandese kunstenaar R. Canon Griffin richtte Stultiens in 2011 het platform ‘History in Progress Uganda’ op. De twee dompelen zich al zes jaar lang onder in de geschiedenis en vooral de beeldcultuur van het land door oude Oegandese fotocollecties te verzamelen, te digitaliseren en te ontsluiten. Met de tentoonstelling ‘Ebifananyi’ zet Stultiens nog een stapje verder en gaat ze als curatrice verder met dit beeldmateriaal aan de slag.
Een blik van binnenuit Het Oegandees heeft, opmerkelijk genoeg, geen woord voor fotografie. Het woord ‘ebifananyi’ betekent letterlijk ‘lijken op’ en wordt gebruikt om naar alle soorten beelden te verwijzen; foto’s dus, maar even goed schilderijen of tekeningen. Stultiens gaat in ‘Ebifananyi’ even breed. De tentoonstelling is opgebouwd in drie lagen. Er is eerst en vooral het bronmateriaal zelf, fotografisch materiaal dat in zijn oorspronkelijke vorm gepresenteerd wordt, van muren met honderden kleine portretfoto’s tot diapresentaties. Daarnaast vroeg Stultiens aan hedendaagse Oegandese kunstenaars om hun interpretatie te geven van deze beelden. De resultaten hiervan variëren van film tot tekeningen en beelden. Op de wanden boven de expo is tot slot een fries met grote beelden te zien, die het tot stand komen van het project documenteren.
êêê
h © HIPUganda / De Koning (Kabaka Muteesa) gepuzzeld. Uit Ebifananyi 8
41
h © HIPUganda / Uit Ebifananyi 3
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
42
‘Meerstemmigheid’ is een woord dat centraal staat in ‘Ebifananyi’. De beelden die wij vroeger in het Westen van Oeganda te zien kregen, waren doorgaans gemaakt door kolonialen, missionarissen en westerse fotografen die met een westerse bril naar dit Oost-Afrikaanse land keken. Ook de blik van de Oegandezen zelf raakte verkleurd door deze beelden. Stultiens onderzoekt met dit project hoe de Oegandezen naar zichzelf keken en kijken. Ze wil nieuwe stemmen aan het woord laten.
Acht publicaties, acht verhalen Aan ‘Ebifananyi’ zijn voorlopig acht publicaties verbonden. Voorlopig, omdat het project nog lang niet afgelopen is. Deze expo is dus allesbehalve een eindpunt. Elk van deze publicaties gaat dieper in op het beeldmateriaal van één fotograaf of één archief. De tentoonstelling is eveneens opgedeeld in acht delen. Een interessant voorbeeld dat Stultiens werkwijze goed aantoont, zijn de foto’s uit het archief van het Uganda Cancer Institute. Dr. Denis Burkitt documenteerde er jarenlang zijn observaties van gezwellen met foto’s. Vanwege het expliciete en erg persoonlijke karakter van de beelden, vroeg Stultiens aan een medisch illustrator om de beelden te abstraheren en ze zo los te maken van het individu. In de expo zijn het deze tekeningen die getoond worden, niet de foto’s. Verder zijn in het FOMU collecties van enkele Oegandese studiofotografen te zien. Vaak waren dit mensen die als bijverdienste een fotostudio hadden geopend en portretten maakten van mensen uit de buurt. Van Musa Katuramu worden er honderden kleine prints getoond, stuk voor stuk portretten van mensen die zichzelf op hun opperbest willen laten vereeuwigen en waar je uren naar zou kunnen kijken. Ook de kleurendia’s van Kampala die Martin Wangutusi Wambwa, een Oegandese ingenieur en stadsplanner, in de jaren ’60 maakte, zijn een uniek tijdsdocument van de stad. Een belangrijk element in de tentoonstelling, is het verhaal achter de foto van de 19de eeuwse koning Muteesa, gemaakt door Henry Morton Stanley. Stanley liet de foto als een gravure opnemen in het
boek over zijn reis en het beeld is daardoor vooral op deze manier bekend. Waar op de meeste afbeeldingen uit die tijd de gelaatstrekken van Afrikanen ruwer en primitiever worden voorgesteld dan ze in werkelijkheid waren, liet Stanley in deze gravure de koning en zijn onderdanen net als erg westers portretteren. Zo wilde hij benadrukken dat Muteesa in zijn ogen een ‘verlichte’ vorst was. De originele foto, die bewaard wordt in het Koninklijk Museum voor MiddenAfrika, is in Oeganda zelfs nauwelijks bekend. Ook hier vroeg Stultiens hedendaagse kunstenaars hun interpretatie te maken van dit beeld. Het origineel mocht van het museum jammer genoeg niet uitgeleend worden.
Nuance als moeder van de porseleinwinkel
Stultiens wil met de tentoonstelling geen boude statements maken over Afrika en de koloniale geschiedenis. In de eerste plaats wil ze de bezoeker tonen hoe divers dit verhaal is. “Het is belangrijk te onderkennen dat je niet alles kan weten,” aldus Stultiens. “Dat is ook niet erg, zolang we maar niet pretenderen alles te weten over Afrika. Het is telkens een facet van iets, ook deze tentoonstelling. Ik wil dan ook geen afbreuk doen van het werk van, bijvoorbeeld, antropologen. Wat zij vertellen is eveneens een facet van het hele verhaal. De belangrijkste boodschap van deze tentoonstelling is zo misschien wel om oordelen uit te stellen.” Stultiens maakt er ook een punt van om te spreken over gelijkenissen en variaties, en niet over verschillen. “Verschillen is een term die zaken scheidt en mensen verdeelt.” Het is deze genuanceerde, gelaagde aanpak die de kracht vormt van dit project. Tegenwoordig gaan wel meer fotografen aan de slag met archiefbeelden en integreren die in hun verhaal, maar Stultiens laat in de eerste plaats het materiaal zelf spreken. Het is deze persoonlijke ontdekkingstocht tussen bronmateriaal en bewerkingen, die ‘Ebifananyi’ voor de bezoeker zo rijk maakt, zowel op historisch als artistiek vlak. •
De tentoonstelling ‘Ebifananyi’ van Andrea Stultiens loopt nog tot 18 februari 2018 in het FOMU (Waalsekaai 47) in Antwerpen. Meer info via www. fomu.be. Het archiefmateriaal van History in Progress Uganda kan je bekijken op www.hipuganda.org.
43
© HIPUganda / Elly Rwakoma en zijn Russische film camera. Uit Ebifananyi 3, All the Tricks
© HIPUganda / Een van Deo Kyakulagira’s camera’s in het huis van zijn weduwe. Uit Ebifananyi 1
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
44
De performance van beeldmaker
Dirk Braeckman TEKST: Alba Voorn / foto's: DIRK BRAECKMAN
DIRK BRAECKMAN MOCHT DIT JAAR ONS LAND VERTEGENWOORDIGEN OP DE BIËNNALE VAN VENETIË. MET EEN GROOTSE DUBBELTENTOONSTELLING KOMT ZIJN WERK NU TERUG NAAR BELGIË. IN BOZAR KAN HET BELGISCHE PUBLIEK DE WERKEN UIT VENETIË BEWONDEREN, M-MUSEUM STELT DAN WEER ANDER WERK TENTOON DAT NIET OP DE BIËNNALE TE ZIEN WAS. DIT VRAAGT OM EEN KENNISMAKING WAARVAN DE CONCLUSIE LUIDT DAT DE ÉCHTE KENNISMAKING ENKEL IN REAL LIFE KAN. WANT OP HET KRUISPUNT VAN FOTOGRAFIE EN BEELDENDE KUNST MANIFESTEERT ZICH DE ESSENTIE VAN BRAECKMANS WERK: DE ERVARING VAN HET FYSIEKE. Reeds vroeg oefenen de kunsten een sterke aantrekkingskracht op Dirk Braeckman (Eeklo, °1958) uit. Vanuit een rebellie tegen zijn ouders, begeeft hij zich steeds vaker in kunstenaarskringen. Hieruit vloeit de keuze voort om schilderkunst te gaan studeren aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent. Op aanraden van een vriend besluit hij zich eerst in de fotografie te verdiepen, zoals de toentertijd opkomende schilder Gerhard Richter deed. Een camera had hij nooit eerder vast. Op school leerde Braeckman de analoge technieken die nog altijd zijn werkwijze domineren.
De donkere kamer als proefcentrum Wars van instructies en handleidingen, gaf Braeckman de voorkeur aan het experiment. “You can see in the light of the darkroom!” verkondigde hij zelf tijdens een artist talk op Art Brussels, in het kader van de Biënnale. Als een hemelpoort die openging, kwam hij tot inzicht. De magie van de donkere kamer is dan ook een spil in het ontwikkelingsproces van zijn beelden. Het is daar dat het negatief zich tot beeld ontpopt onder invloed van ontwikkelingstechnieken. Via experimentele toevalligheden - inmiddels geëvoceerde toevalligheden - onderzoekt Braeckman het medium van de fotografie.
êêê
45
h B.P.-T.R.-11, 2011 180 x 120 cm, gelatin silver print © Dirk Braeckman / Courtesy of Zeno X Gallery, Antwerp f B.O.-D.F.-17, 2017 180 x 120 cm, gelatin silver print © Dirk Braeckman / Courtesy of Zeno X Gallery, Antwerp
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo 46
47
h Z.Z.-T.T.-17 #2, 2017 180 x 120 cm, gelatin silver print © Dirk Braeckman / Courtesy of Zeno X Gallery, Antwerp f T.A.-A.N.-96, 1996 120 x 180 cm, gelatin silver print © Dirk Braeckman / Courtesy of Zeno X Gallery, Antwerp
êêê
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
48
Braeckman tast in zijn werk de grenzen van het medium fotografie af. Letterlijk en figuurlijk. Zo krijgt het kader van het beeld een hernieuwde aandacht. Het frame bepaalt de compositie. Wat gebeurt er aan de randen? Via lege of wazige centra, leidt hij de blik van de toeschouwer naar de rand. Obstakels als gordijnen, deuren, schermen, haren, lichaamsdelen en wazen verhinderen een rechtlijnig perspectief. Kleine lege ruimtes, zonder blik op de buitenwereld, tonen een anonimiteit waarin de kiem ligt voor een persoonlijke interpretatie. Hij geeft nauwelijks informatie mee; geen titel, plaats of tijdstip. Zo tracht Braeckman de dialoog met het werk open te houden: “De datum is pas van wanneer ik de foto ontwikkel in mijn darkroom, daar komt het beeld pas tot stand.” Niettemin is het resultaat een samenwerking tussen de registratie van de camera en de manipulatie van de foto achteraf. Tussen beide momenten zit soms een lange periode. Om los te komen van de emotie die de foto overheerst bij het fotograferen zelf, bewaart hij de negatieven in zijn archief. “Soms liggen negatieven jaren in mijn archief ” vertelt de fotograaf zelf, “en dan jaren later weet ik welke keuze ik moet maken bij dat ene negatief dat los staat van de emotie van het shoot-moment.” Die afstand zoekt hij ook op wanneer hij bestaande (eigen) beelden reproduceert. Zo zijn beelden van foto’s geen unicum in zijn oeuvre. Pas wanneer Braeckman zich terugtrekt in zijn geliefde atelier, de donkere kamer, kan hij werken met de foto. De nadruk ligt steeds meer op het actieve bewerken, het omvormen van een foto in een beeld. Hij ziet dit zelf dan ook eerder als een performance, een fysieke ontplooiing van het werk. Dat uit zich in het formaat, de papiersoort, de over- of onderbelichting, de typische grijstinten, de textuur, de tactiliteit van zijn resultaat. Braeckman nodigt de toeschouwer uit het werk in die totaliteit te ervaren door het ‘naakt’ te tonen: “Als ze tentoongesteld worden, hebben ze een bepaalde ruimtelijkheid nodig, iets fysieks. Daarom toon ik ze niet achter glas.” De werken van Braeckman spelen met tonen en verhullen, reflecties en schaduwen waarmee de suggestie tot leven komt. Waar in zijn eerdere werk nog de registratie van een situatie aanwezig was, is dit idee van realistische documentatie steeds verder weggedreven. De focus komt in de afgelopen dertig jaar steeds meer te liggen op de ervaring van het beeld. Braeckman ziet zelf ook dat deze evolutie zich met kinderpasjes voortzet. Toch geeft hij duidelijk aan dat de verandering geen illusie is. Niet alleen in het werk, maar vooral ook in zijn werkwijze ervaart hij iets nieuws: meer plezier.
Naar Venetië en terug Ook op de Biënnale bleef Braeckman trouw aan zijn doel de fysieke dialoog tussen werk en toeschouwer te bevorderen. Samen met curator Eva Wittocx, met wie hij al vaker samenwerkte, gaf hij vorm aan het Belgische paviljoen voor de 57ste editie. Eerder waren er al solotentoonstellingen van Braeckman te zien in onder andere LE BAL (Parijs), Fotohof (Salzburg), De Appel (Amsterdam) en S.M.A.K. (Gent), maar met de tentoonstelling op de Biënnale begaf Braeckman zich nu echt op het wereldtoneel. Trouw aan zichzelf koos hij niet voor spektakel, maar toonde de werken zodanig dat ze openstaan voor de kijker om zijn verhaal erin te ontdekken. De combinatie van recente beelden met enkele vroegere werken gaf de gestage evolutie in zijn beeldtaal gestalte: de groei naar het fysieke. Op die manier wordt het publiek niet in het diepe geworpen, maar krijgt de bezoeker een breder beeld van wie Braeckman is als fotograaf, als kunstenaar, als beeldmaker. Na het succes in Venetië, keert Braeckmans werk terug naar België waar het gelijktijdig in Bozar en het M-Museum te zien is. De terugkeertentoonstelling in Brussel richt zich op de werken die Braeckman in het paviljoen toonde. In het Leuvense M-Museum ligt de focus op andere beelden van de kunstenaar. Op deze manier kan het publiek enerzijds de veelbesproken Venetiaanse tentoonstelling zelf ervaren en anderzijds kennismaken met nieuw werk. De werken van Dirk Braeckman hebben veel te bieden. Niettemin vraagt een dialoog om een wederzijdse openheid. Hij vraagt de toeschouwer moeite te doen om de beelden te interpreten, maar eens die stap is gezet, lonen de werken. Enerzijds domineert de openheid van het beeld, anderzijds begeleidt Braeckman de kijker op subtiele wijze richting de marge. Hij flitst, reflecteert en suggereert zonder een situatie vast te stellen als een eenduidige registratie. De kunstenaar van Belgische bodem heeft Venetië veel te bieden, heeft ons veel te bieden, en straalt dat uit bij de officiële opening van het paviljoen: “Ik ben aan het genieten, en ik geniet niet rap.” •
49
h L.V.-V.L.-(3)-2016, 2016 180 x 120 cm, gelatin silver print © Dirk Braeckman / Courtesy of Zeno X Gallery, Antwerp
h P.K.-S.J.-16#1, 2016 180 x 120 cm, gelatin silver print © Dirk Braeckman / Courtesy of Zeno X Gallery, Antwerp
Dirk Braeckmans werk zal vanaf 1 februari 2018 te zien zijn in BOZAR (Ravensteinstraat 23) in Brussel en vanaf 2 februari in M-Museum (Leopold Vanderkelenstraat 28) in Leuven. Beide expo’s lopen tot en met 29 april.
KIJKEN & BEZOEKEN / Filmcyclus 50
51
Abbas Kiarostami Tussen realiteit en poëzie TEKST: Jimmy Van der Velde / Foto's: Abbas Kiarostami
Op 4 juli 2016 werd de internationale filmwereld opgeschrikt door een heuse schokgolf. De oorzaak? Het overlijden van de Iraanse topcineast Abbas Kiarostami (76). De filmmaker met de eeuwige zonnebril had met zijn eigenzinnig en poëtisch oeuvre gedurende vijf decennia vastberaden zijn plaats aan het filmfirmament veroverd en zich geprofileerd als vaandeldrager van de Iraanse cinema. Redenen genoeg dus om zijn werk te ontdekken tijdens een omvangrijke retrospectieve in de Brusselse Cinematek. Tijdens de jaren zestig waaide er een nieuwe wind door de Iraanse cinema. Onder invloed van de Europese film, maatschappelijke veranderingen en nieuwe politieke en intellectuele ideeën onderging de lokale film een opvallende evolutie. Er werden plots films ingeblikt die uit de band sprongen door een realistische docu-stijl, een poëtisch narratief en een focus op de gewone Iraniër. Die films kwamen van de hand van kersverse talenten die zich met hun werk afzetten tegen de toen populaire Filmfarsi, producties van lage kwaliteit die Bollywood kopieerden. Eén van die talenten was Abbas Kiarostami, een jonge creatieve duizendpoot die de Iraanse cinema voor eens en altijd op de kaart zette.
Van reclame naar cinema Kiarostami was niet iemand die onmiddellijk mee surfte op de kersverse cinemagolf. Hij begon zijn carrière namelijk niet achter de camera, maar wel als schilder- en grafisch ontwerp-alumni in de reclamewereld. Zijn eerste kennismaking met de zevende kunst kwam er toen hij filmposters ontwierp en reclamefilmpjes regisseerde. Het was toen dat de filmmaker in spe ontdekte dat cinema hem intrigeerde. Gevolg: in 1969 richtte hij een filmdepartement op aan het Instituut voor Intellectuele Ontwikkeling van Kinderen en Jongvolwassenen. De eerste film die het instituut produceerde was ook Kiarostami’s eerste narratieve filmuitstapje: ‘Bread and Alley’ (1970), een kortfilm waarin een angstaanjagende hond een kind de stuipen op het lijf jaagt. De handtekening van de Iraniër was toen al overduidelijk aanwezig. Net als zijn latere films doet hij in ‘Bread and Alley’ een beroep op een kindacteur en knipoogt hij met het grauwe straatdecor lustig naar het Europese neorealisme. Er volgden nog kortfilms, tot hij in 1977 met ‘Report’ eindelijk een eerste langspeler uit zijn camera toverde.
f © Abbas Kiarostami / Stills uit ‘Namay-e nazdik’
êêê
KIJKEN & BEZOEKEN / Filmcyclus
52
Toeschouwer als betrokkene
Achter het stuur en over de grens
Maar Kiarostami kwam als filmartiest pas echt tot volle bloei na de Iraanse Revolutie in 1978. Een opvallende mix van een realistische modus operandi met een poëtische, filosofische vertelstijl kwam steeds meer naar voor als zijn voornaamste handelsmerk. Het werd ook duidelijk dat zijn filmoog een voorkeur had voor het Iraanse platteland en zijn inwoners. Een mooi voorbeeld waarin die elementen tot hun recht komen is Kiarostami’s Koker-trilogie, die bestaat uit ‘Where is the Friend’s Home’ (1987), ‘And Life Goes On’ (1992) en ‘Through the Olive Trees’ (1994). Die drie films, waarin het leven en lijden in het Iraanse gehucht Koker centraal staan, zijn met elkaar verbonden via thema’s als dood, leven en verandering. Ze leverden de Iraniër zijn eerste internationale lofbetuigingen op.
Politiek is het werk van de Iraanse filmmaestro nooit echt geweest. Tot hij in 2002 ‘Ten’ op de wereld afvuurde. Via een vrouw die met haar auto door Teheran rijdt en gesprekken voert met passagiers legt de filmmaker heel wat pittige waarheden bloot over de rol van de vrouw in de Iraanse samenleving. Interessant is het belang van het voertuig in de film. Kiarostami gebruikt het als een veilige ruimte waarin mensen kunnen handelen en praten op een manier die daarbuiten niet is toegestaan. Hij maakt van de auto een microkosmos, iets dat doorheen zijn oeuvre terugkeert. Na nog enkele Iraanse filmavonturen trok de cineast in 2010 naar het buitenland. ‘Copie conforme’ was zijn eerste internationale filmuitstapje, met niemand minder dan Juliette Binoche in de hoofdrol. Gelukkig betekende dat niet dat hij zijn tegendraadse stijl liet varen. Integendeel. Ook deze film daagt de kijker uit met een aparte vertelstructuur en interpreteerbare elementen.
De echte doorbraak op het internationale filmpodium kwam er in 1990 met het eigenzinnige, experimentele meesterwerk ‘Close-Up’. Hij richtte in de film zijn camera op Hossain Sabzian, een man die voor de rechter moet verschijnen omdat hij zichzelf heeft voorgedaan als de Iraanse regisseur Mohsen Makhmalbaf. Bijna iedereen in de op feiten gebaseerde film speelt zichzelf, wat voor een merkwaardige fusie van fictie en documentaire zorgt. Tot op vandaag voelt Kiarostami’s narratieve experiment in ‘Close-Up’ verfrissend, ambitieus en gedurfd aan. Hij zou het later in zijn werk, waaronder in Gouden Palm-winnaar ‘Taste of Cherry’ (1997), nog toepassen. Zijn opzet? De kijker actief betrekken bij de gebeurtenissen op het doek. Door de grens tussen wat echt en niet echt is te vervagen, creëert hij een afstand tussen film en publiek. Zo zet hij de kijker aan om een eigen invulling te geven aan wat er zich afspeelt. Die afstand bereikt hij niet enkel via een eigenzinnige vertelaanpak, maar ook met een observerende cameralens. Gesprekken spelen zich vaak op een afstand of buiten het frame af. Sommige personages verschijnen zelfs nooit, zoals in ‘The Wind Will Carry Us’. Je zou kunnen zeggen dat Kiarostami onvolledige films aflevert die een beroep doen op het inlevingsvermogen van de toeschouwer om ontbrekende puzzelstukken in te vullen.
Twee jaar later draaide hij in Japan nog ‘Like Someone in Love’, wat onmiddellijk zijn laatste volwaardige fictiefilm werd. Met zijn dood ten gevolge van kanker verloor het filmlandschap een monument. Kiarostami behoorde terecht tot de meest bejubelde regisseurs van zijn generatie en was een graag geziene gast op festivals. Hij behandelde cinema als een kneedbaar medium dat hij met bewonderenswaardig gemak naar zijn hand kon zetten. Om met de woorden van Martin Scorsese te eindigen: “Hij had een bijzondere blik op de wereld en was werkelijk één van onze allergrootste artiesten.” •
De Abbas Kiarostami-cyclus loopt tot en met 17 februari in Cinematek (Baron Hortastraat 9) in Brussel. Meer info op www.cinematek.be
53
© Abbas Kiarostami / Stills uit ‘Zir e darakhtan é zeyton’
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
54
Romain Mader The Following is a True Story TEKST: Jacomijn van Kempen / Foto’s: Romain Mader
De Zwitserse fotograaf Romain Mader is de winnaar van de elfde editie van de Foam Paul Huf Award. Maders humoristische werk sluit qua thematiek naadloos aan op verschillende hedendaagse trends en actuele maatschappelijke kwesties. De invloed van sociale media, de rol van gender, liefde en romantiek, en de grens tussen realiteit en fictie: in de gelaagde foto’s van Mader passeert het allemaal de revue. ‘The Following is a True Story’ is Maders eerste buitenlandse solotentoonstelling. Het werk van Mader was eerder te zien in diverse solotentoonstellingen in zijn thuisland Zwitserland en in verschillende internationale groepstentoonstellingen. Zo maakten zijn foto’s deel uit van de expositie ‘Performing for the Camera’ in Tate Modern in Londen. Dit betekende Maders internationale doorbraak. Sinds 17 november wijdt het Amsterdamse fotomuseum Foam met ‘The Following is a true story’ nu een solotentoonstelling aan de jonge kunstenaar. ‘The Following is a True Story’: de benadrukking van de waarheidsgetrouwheid van het verhaal wekt als vanzelf achterdocht. Is het verhaal dat de Zwitserse fotograaf Romain Mader vertelt een waargebeurd verhaal? Dat het antwoord op deze vraag “nee” is, is minder relevant dan de vraag achter de vraag: hoeveel waarde heeft het waarheidsgehalte van een foto vandaag de dag? In een tijd waarin nieuws en fake news in toenemende mate met elkaar worden vermengd en menigeen zijn leven via social media zo ideaal mogelijk in beeld probeert te brengen, legt Mader deze vraag voor aan de bezoekers van het Foam.
Ironische zelfportretten Romain Mader lijkt met zijn foto’s perfect te integreren in de huidige tijd, waarin selfies maken en delen voor velen een dagelijkse vanzelfsprekendheid is. Mader stelt zichzelf als onderwerp centraal in veel van zijn foto’s. Daarbij deinst hij er niet voor terug om zichzelf te portretteren in ongemakkelijke situaties. Zo fotografeert hij zichzelf in ‘Moi Avec Des Filles’ poserend met de vrouwelijke hostesses in een
autosalon. Mader probeert de indruk te wekken dat hij succes heeft bij de vrouwen; een ironische poging die weinig kans van slagen heeft. Maders zelfportretten bevatten zelfspot, maar zijn ook ironisch over de wijze waarop fotografie in de sociale media veelvuldig gebruikt wordt. In een tijd van bloggers, vloggers en social media-influencers die hun leven documenteren en delen, besluit ook Mader een verhaal vast te leggen en te delen.
Een verhaal over eenzaamheid en liefde Romain Mader maakt de toeschouwer deelgenoot van zijn zoektocht naar de liefde. Hij startte met ‘Moi Avec Des Filles’, waarna de serie ‘Des Nouveaux Amies’ volgde. Het ongemak dat van zijn foto’s met de hostesses van het autosalon afstraalt, ontbreekt ook in deze serie niet. Mader poseert in ‘Des Nouveaux Amies’ met willekeurige mensen op het strand, in een geforceerde poging vrienden te maken. Hij dringt binnen in de persoonlijke cirkel van vreemden en probeert hun gedrag te imiteren. De foto’s doen ongemakkelijk aan, maar roepen tegelijkertijd vragen op over hoe mensen met elkaar omgaan in relationele
êêê
55
h © Romain Mader / 115, Uit de serie ‘Ekaterina’
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
56
h © Romain Mader / Uit de serie ‘The Girlfriend Experience’
sfeer en wat men moet doen om aansluiting te vinden bij een groep. Romain Mader besluit in het vervolg van zijn zoektocht naar liefde de hulp van een professionele verleidingscoach in te schakelen, wat hij documenteerde in ‘The Girlfriend Experience’. Hoewel hier een korte relatie uit ontstaat, wil hij op zoek naar een vrouw om mee te trouwen. In ‘Ekaterina’, zijn meest recente reeks, laat hij zien hoe hij afreist naar Ekaterina, een stad in Oekraïne waar enkel vrouwen wonen die de naam Ekaterina dragen. De vrouwen wachten op een potentiële man; zij leren in de stad zorgen voor zichzelf en voor hun toekomstige echtgenoot. Mader vindt de vrouw van zijn dromen en vraagt zijn Ekaterina ten huwelijk aan de voet van de Matterhorn. Hoewel het plan van het pasgetrouwde stel oorspronkelijk bestaat uit het maken van een huwelijksreis en een verblijf in een romantische suite, gaat Mader met zijn bruid drie maanden door Griekenland reizen. Het land, waarin de sporen van de economische crisis duidelijk te zien zijn, vormt een weinig romantisch decor voor de huwelijksreis. Het lijkt een commentaar te zijn op de tendens om het dagelijks leven in de meest mooie vorm tentoon te spreiden; het streven naar een ‘picture-perfect’ leven; een instagramfeed met enkel mooie beelden. De Zwitserse kunstenaar positioneert zichzelf in tegenstelling tot deze trend in zijn werk als een eenzame jongeman, hopeloos op zoek naar liefde en romantiek.
Subtiele maatschappijkritiek Voor het maken van zijn werk is Romain Mader meerdere malen naar Oekraïne afgereisd. Hij ontmoette er onder andere activistes van de Oekraïense feministische protestgroep Femen. Enkele van hen figureren in zijn fotoserie, waarin de positie van vrouwen en aannames over gender in de huidige maatschappij belangrijke thema’s zijn. In zijn verhaal over Ekaterina beschrijft hij hoe de vrouwen in de stad wachten op een man; ze proberen te voldoen aan een bepaald schoonheidsideaal om meer in de smaak te vallen bij de geïnteresseerde mannen. De mannen die Ekaterina bezoeken hoeven alleen maar een lijst in te vullen met voorkeuren, en krijgen vervolgens vrouwen voorgesteld die aan deze eisen voldoen. Op subtiele wijze stelt hij de positionering van vrouwen en schoonheidsidealen in de media aan de kaak en stipt hij onderwerpen aan als sekstoerisme en het fenomeen van postorderbruiden. Door als blanke, mannelijke westerling in Oekraïne op zoek te gaan naar de perfecte vrouw, plaatst hij vraagtekens bij vooroordelen en aannames over rolverdelingen en gedragspatronen op basis van gender. êêê
57
f © Romain Mader / 7, Uit de serie ‘De Nouveaux Amis’ i © Romain Mader / 1, Uit de serie ‘Moi avec des Filles’
KIJKEN & BEZOEKEN / Expo
58
Tussen feit en fictie Dat ‘The Following is a True Story’ geen waargebeurd verhaal vertelt, is duidelijk. Ekaterina is een fantasiestad en Maders zorgvuldig gedocumenteerde zoektocht is niet wat het pretendeert te zijn. Het is weliswaar niet de zoektocht naar liefde die Mader heeft afgelegd, maar wel een zoektocht naar verschillende aspecten van liefde, romantiek, relaties en gedragspatronen. Tegelijkertijd vormt het een zoektocht naar de relevantie van waarheid. In een tijd waarin sociale media een perfecte wereld lijken te weerspiegelen, komt Mader met een verhaal over eenzaamheid, ongemak en desillusie. Door zijn fictieve verhaal het predicaat ‘waargebeurd’ mee te geven, stelt Mader zichzelf
g © Romain Mader / 3, Uit de serie ‘Honeymoon’
en de beschouwer de vraag wat de relevantie van de waarheid van een foto nog is. Geïdealiseerde gebruikersprofielen op sociale media vertellen immers eveneens een verhaal dat niet de volledige waarheid omvat. De titel van de expositie vormt een subtiele waarschuwing: een foto geeft niet altijd de realiteit weer, nieuwsberichten zijn niet altijd op waarheid gebaseerd en vooroordelen en aannames zijn geen betrouwbare leidraden. Mader doet met de tentoonstelling in Foam op humoristische, luchtige wijze een beroep op de alertheid van de beschouwer. •
59
h © Romain Mader / 69, Uit de serie ‘Ekaterina’
WIN !
Beeld Express geeft 3 duotickets van de expo ‘The Following is a True Story’ weg. Mail voor 12 januari 2018 naar com@beeldexpressie.be en maak kans om te winnen. Vermeld in je mail zeker je naam, lidnummer en adresgegevens. Je kan maar deelnemen aan 1 wedstrijd uit dit nummer. Veel succes! •
‘The Following is a True Story’ van Romain Mader is tot 7 februari te zien in het Foam (Keizersgracht 609) in Amsterdam. Alle info op www.foam.org.
KIJKEN & BEZOEKEN / Film
60
RESURRECTION
De eigenzinnige debuutfilm van Kristof Hoornaert TEKST: Myrthe Wijnants / Stills uit ‘RESURRECTION’
Een oude kluizenaar die zich jarenlang heeft afgezonderd van de beschaving neemt uit medelijden een jongeman in huis die hij halfnaakt heeft aangetroffen in de natuur. Ondanks het stilzwijgen van de jongen, groeit er een band tussen de twee. Wanneer op een dag de politie aanklopt, verneemt de oude man dat zijn nieuwe huisgenoot een moord op zijn geweten heeft. Dat plaatst hem voor een hartverscheurende keuze: wat doet hij met de moordenaar in zijn huis? Stadsgeluiden weerklinken. Een wijd zwart-witbeeld toont twee wolkenkrabbers, afgetekend tegen een open lucht. De camera pant naar beneden. Terwijl op de achtergrond de stadsgeluiden meer en meer opgaan in een anoniem, diep dreigend gegons, aanschouwen we een ravage, achtergelaten door een aanslag die net buiten beeld gebeurd is. Wanneer we net de tijd hebben gekregen om dit alles in ons op te nemen, knipt de film abrupt weg. In de plaats komt een felle, heldere natuur, met op de achtergrond het luide gefluit van vogeltjes. De eerste vijf minuten van ‘Resurrection’ tonen meteen wat je mag verwachten: een sterk contemplatieve film, opvallend door zijn precieze kadrering, trage tempo en diepe thematiek.
Eigenzinnigheid als sleutel tot succes Kristof Hoornaert is als regisseur een echte autodidact. Uit passie voor film begon hij aan een opleiding Audiovisuele Kunsten in Brussel en Gent. Na een jaar filmschool werd het hem echter duidelijk dat dit niet was waar hij naar zocht. “De cinema waar ik in geïnteresseerd ben, heeft veel minder te maken met de klassieke manier van filmmaken die je leert op de filmschool. Hierdoor voelde ik mij daar dan ook minder thuis.” Die conclusie hield Hoornaert echter niet tegen. Hij begon op eigen houtje ideeën uit te werken en te schrijven, en regisseerde zo met ‘Kain’, ‘The Fall’, en ‘Empire’ drie bekroonde kortfilms. Dat Hoornaert een heel duidelijk idee heeft van de cinema die hij wel wil maken, zie je meteen aan de stijl van ‘Resurrection’. Deze eigenzinnigheid vormt hem als regisseur. Zowel het tempo, de beelden als de manier waarop deze interageren met het geluid, tonen aan dat elk element wel doordacht is. Het allereerste dat opvalt is het weloverwogen camerawerk. Hoornaert houdt zijn beelden namelijk extreem lang aan. Vaak wordt een groot deel van de actie of dialoog buiten beeld gevoerd en blijft de camera tijdens die dialogen enkel op het hoofdpersonage gericht. Zo zien we niet het gesprek, maar wel de impact ervan. Een erg bewuste keuze van Hoornaert. “Ik toon het personage, omdat ik wil zien wat er in zijn hoofd omgaat. Dat heeft met emotie te maken; ik wou geen actie-reactie montage. De montage staat los van het narratieve en heeft hier vooral te maken met het meditatieve, het kijken, denken en voelen. Het is een mentale ervaring, een meditatieve, beeldende trip waar er tijd en ruimte is voor de kijker om er zelf in te investeren en de beelden te interpreteren.”
êêê
61
KIJKEN & BEZOEKEN / Film
62
Een film van contrasten
Film als parabel
‘Resurrection’ is een film die drijft op inherente tegenstellingen. Om te beginnen is er het contrast tussen de twee hoofdpersonages. De oude man staat, als een bijna overdreven emotie-gedreven persoon, lijnrecht tegenover de jongeman, die voornamelijk instinctief handelt. Doorheen de film leren ze van elkaar, hun band groeit en uiteindelijk vindt er een catharsis plaats. Johan Leysen en Gilles De Schrijver zijn indrukwekkend als respectievelijk de kluizenaar en de jonge moordenaar. Ze lijken voor deze rollen gemaakt en weten elke emotie meesterlijk weer te geven met hun gezichtsexpressie en lichaamstaal.
Thematisch gaat de film voornamelijk over de menselijke conditie en de wreedheid in de wereld. ‘Resurrection’ heeft iets weg van een parabel. Het hoofdpersonage kan dan ook gezien worden als een soort Christus-figuur; iemand die de pijn in de wereld ziet en hiernaar handelt. Aanvankelijk doet hij dit door zich terug te trekken uit de beschaving. Wanneer hij echter in het bos de jongeman vindt, wordt er voor hem een proces van verwerking in gang gezet. “Er is een tragiek aan verbonden, maar het is ook een expressie van liefde naar de medemens toe. Zijn acties willen ook zeggen dat hij zich uiteindelijk kan verzoenen, niet enkel met de moordenaar, maar ook met de mensheid.”
Een ander contrast is dat tussen de middenbeuk van de film, en het begin en het einde. We beginnen in een grauwe stadsomgeving, maar schakelen al snel over naar een serene, natuurlijke setting. Hier speelt het verhaal zich verder volledig af, om enkel op het einde terug te keren naar een stedelijke omgeving. De enige momenten waarop we die stedelijkheid terugzien, is wanneer de politie komt opdagen, op zoek naar de moordenaar. Dit zijn opvallend genoeg ook haast de enige momenten met echte dialoog in de film, het gros ervan uit de mond van de agenten. Uit het hoofdpersonage komen op deze momenten, in confrontatie met de maatschappij, enkel weinigzeggende stopwoordjes. Zijn afkeer voor de samenleving is dan ook een belangrijk thema in de film. Daarnaast valt ook het contrast in de audio op. Zo worden de natuurgeluiden, afhankelijk van de onderliggende sfeer van het beeld, opvallend luider of zachter. Enkele keren wordt dit scherp doorbroken door een radio die speelt. Door de verdere afwezigheid van onnatuurlijke geluiden, lijkt dit des te onwezenlijker. “De film is niet realistisch. Het is een vervorming van de werkelijkheid, zoals schilderkunst dat is en zoals muziek ook bepaalde thema's kan uitdrukken. Door de werkelijkheid zo te vervormen kan je beter iets vertellen over de menselijke conditie. Vooral naar het einde toe kom je in een soort magisch-realistische sfeer terecht die niets meer te maken heeft met de werkelijkheid; het draait dan om de poëtische expressie van het thema.”
In essentie is ‘Resurrection’ een poëtisch audiovisueel kunstwerk. De film spreekt je op een emotioneel niveau aan; je herkent jezelf in hun menselijkheid en voelt met hen mee. Verder stelt de film een aantal prangende vragen over onze maatschappij, over het menselijk handelen en de menselijke natuur. Hoe moeten wij als mens omgaan met de slechte dingen om ons heen? Op zijn eigen manier biedt de film zelfs een antwoord. Of dit het juiste is moet je voor jezelf beslissen. •
63
‘Resurrection’ loopt vanaf 10 januari in de zalen. Verdere info via www.kristofhoornaert.com.
VRAGEN & DOEN / Info & wedstrijd
64
Vereeuwig je werk in ons nieuwe logo TEKST: Mats Pylyser
Vanaf 1 januari 2018 zet het Centrum voor Beeldexpressie de langverwachte stap van ledenorganisatie naar een open steunpunt. Op deze manier willen we onze werking verder verbreden en drempels verlagen, om zo uit te groeien tot een sterk steunpunt voor alle filmmakers, fotografen en mediakunstenaars in Vlaanderen. Bij een nieuwe organisatie hoort een nieuwe naam. Bij een nieuwe naam hoort een nieuw logo. Als steunpunt voor beeldmakers gaan wij nog een stapje verder: wij zouden ons nieuwe logo graag vormgeven met werk van beeldmakers. Hoe exact? Dat is nog een verrassing, maar uiteraard met veel respect. En wie weet maak jij straks naam met onze nieuwe naam, we zijn tenslotte een steunpunt voor beeldmakers. Dus stuur ons jouw beste beeld door, dat kan uiteraard zowel een foto als een stukje film zijn, en wordt vereeuwigd in ons logo. Post je foto of filmclip op instagram of facebook met #mijnbeeldjullielogo en mail je beeld in hoge resolutie naar logo@beeldexpressie.be. Het resultaat stellen we je graag voor op 1 maart 2018 tijdens het lanceringsevent. Naast onze nieuwe naam en logo ontdek je er meteen ook het eerste geesteskind van onze nieuwe organisatie en curator Tom Van der Borght: ‘More is more’. Een tentoonstelling waar we van overdaad een deugd maken en we resoluut voor méér gaan.
Lancering van het nieuwe steunpunt voor beeldmakers: 1 maart 2018 om 20 u. in tentoonstellingszaal Zwijgershoek (Zwijgershoek 14) in SintNiklaas. ‘More is more’: vernissage 1 maart om 20 u. De tentoonstelling loopt tot 8 april.
De overstap van ledenorganisatie naar steunpunt brengt uiteraard ook enkele veranderingen met zich mee. Wat verandert er nu concreet voor jou? We zetten het nog even op een rijtje. Centrum voor Beeldexpressie wil vanaf 2018 iedereen op maat kunnen bedienen van wat jij nodig hebt om jouw passie uit te oefenen. De bundel aan voordelen van het lidmaatschap verdwijnt. Onze brede waaier aan wedstrijden, toonkansen en vormingen wordt verder uitgebouwd en uit dit aanbod kies jij wat jou interesseert. Het verhaal van Beeld Express eindigt, maar vanaf 1 juni komen we met een geheel nieuw fotografiemagazine vol frisse inzichten, verdiepende informatie en unieke toonkansen. In elk nummer zal een andere fotograaf als hoofdredacteur en curator optreden. Filmmakers en mediakunstenaars komen voortaan online aan hun trekken, met artikels en interviews op hun maat. Daarnaast zal je vanaf 2018 gratis kunnen deelnemen aan al onze wedstrijden. De deelnameprijs voor vormingen en projecten verschilt per initiatief. Wie onbeperkt gebruik wil maken van de librarymuziek van SABAM, betaalt voortaan € 35. Per publieke vertoning betaal je € 8. Groepen betalen voortaan een vast bedrag van € 60. Daarvoor krijg je een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid, rechtsbijstand en lichamelijke ongevallen, voor je club en voor alle opgegeven leden. Verder hebben groepen nog steeds recht op een kwaliteitsbegeleiding en kunnen ze een mentorship aanvragen.
(oplage 5.000 ex.) nummer 5, jaargang 47, januari/februari 2018
WIE contacteren WAARVOOR in het Centrum voor Beeldexpressie?
Verschijnt 5 x per jaar in maart, juni, september, november en januari. Centrum voor Beeldexpressie, CvB vzw, erkend door de PSA, FIAP en UNICA Voorzitter en verantwoordelijk uitgever: F. Van Vlaenderen, Rijsenbergstraat 130, 9000 Gent Tel. 09/220 29 15 e-mail: voorzitter@beeldexpressie.be Hoofdredacteur - redactieadres: Joke Embrechts / Mats Pylyser Vorstermanstraat 7 bus 1.5, 2000 Antwerpen Tel.: 03/289 12 03 e-mail: hoofdredacteur@beeldexpressie.be Overige redacteurs: B. Alfaro Decreton, J. Embrechts, I. Ettarrahi, T. Nuytemans, M. Pylyser, J. Seykens, M. Thysens, J. Van der Velde, J. van Kempen, W. Van Springel, A. Voorn, M. Wijnants, J. Wouters Inlichtingen, adreswijzigingen, publicitaire inlassingen, ...: Vorstermanstraat 7 bus 1.5, 2000 Antwerpen Tel.: 03/289 12 01 e-mail: sec@beeldexpressie.be Meer informatie op onze website: www.beeldexpressie.be Alle artikels worden gepubliceerd onder de verantwoordelijkheid van de auteurs en dienen naar de hoofdredacteur gestuurd te worden. De niet gepubliceerde artikels worden tenzij anders afgesproken - niet teruggestuurd. Niets uit dit nummer mag gedeeltelijk of in zijn geheel overgenomen worden zonder uitdrukkelijke toestemming.
KIJKEN & BEZOEKEN 02 Heleen Peeters. ‘The Horse is the Wings of its People’ 08 UIT met leden & aangesloten groepen 08 UIT in Vlaanderen en over de grens 09 UIT met het Centrum voor Beeldexpressie 10 ‘Rabot’. Christina Vandekerckhove 18 Jesper Just. Films om in rond te lopen 23 Nerdlab: meer dan enkel een fablab 26 Filmgala 2017. De winnaars in de kijker 31 Biennale de l’Image Possible 32 Robert Doisneau 37 MORE = MORE 39 Andrea Stultiens. Ebifananyi 44 De performance van beeldmaker. Dirk Braeckman 51 Abbas Kiarostami. Tussen realiteit en poëzie 54 Romain Mader. The Following is a True Story 60 Resurrection. De eigenzinnige debuutfilm van Kristof Hoornaert
Directeur:
Voorzitter:
---------------------------------------------Verantwoordelijke communicatie en hoofdredactie Beeld Express:
----------------------------------------------
Karel Geukens Tel. 03/289 12 01 e-mail: karel.geukens@beeldexpressie.be Joke Embrechts Tel. 03/289 12 03 e-mail: com@beeldexpressie.be
Secretaris:
Wouter Van Springel Tel. 03/289 12 05 e-mail: vorming@beeldexpressie.be
----------------------------------------------
---------------------------------------------Verantwoordelijke vorming: ---------------------------------------------Verantwoordelijke evenementen: Margot Thysens Tel. 03/289 12 04 e-mail: margot@beeldexpressie.be
---------------------------------------------Verantwoordelijke projecten: Mats Pylyser
Tel. 03 289 12 06 e-mail: mats@beeldexpressie.be
---------------------------------------------Grafisch vormgeefster: Kim Peeters Tel. 03/289 12 02 e-mail: graficus@beeldexpressie.be
p. 18
---------------------------------------------Algemene inlichtingen, meldingen kwaliteitsbegeleidingen, registratie en verzekering B.A. voor groepen, aanvragen legitimatiekaart, cue-sheets SABAM, ontlening materiaal, financieel beheer:
Lay-out en prepress: K. Peeters
Sandra Gillis Tel. 03/289 12 00 e-mail: info@beeldexpressie.be
Foto cover: © Heleen Peeters ‘The Horse is the Wings of its People’ (p. 2)
----------------------------------------------
h © Jesper Just / A voyage in dwelling, 2008
Freddy Van Vlaenderen Rijsenbergstraat 130, 9000 Gent Tel. + Fax 09/220 29 15 e-mail: voorzitter@beeldexpressie.be
Adres:
Centrum voor Beeldexpressie Vorstermanstraat 7- bus 1.5 2000 Antwerpen
IBAN: BE81 414 4199991 24 BIC: KREDBEBB
Openingsuren: van maandag tot donderdag, 9 u. - 17 u., en op vrijdag, 9 u. - 16 u.
----------------------------------------------
Jan Coddé Van Praetlei 99, 2170 Merksem Tel. 03 644 47 02 e-mail: Jan@JanFoto.be
Commissaris CvB-fotowedstrijden:
Freddy Van Gilbergen Smisveldstraat 33, 3370 Boutersem Tel. 016/73 57 76 e-mail: wedstrijd@beeldexpressie.be
----------------------------------------------
VRAGEN / Contact
BEELD EXPRESS
Kijk snel op pagina 64!
JAN / FEB 2018
januari/februari - Afgiftekantoor Antwerpen X - P309297 - 5 x per jaar in maart, juni, september, november en januari
jouw werk in ons nieuwe logo?
BEELD
 
EXPRESS Tijdschrift van het Centrum voor Beeldexpressie vzw
BEELD EXPRESS 5/2017