2 minute read

2.2 De bijzondere bewijswaarde van de plaatsbeschrijving

Next Article
5.4 Het verslag

5.4 Het verslag

§3. De contractuele bepalingen welke in strijd zijn met §§1 en 2 zijn nietig. §4. Dit artikel is niet van toepassing op de pacht. »

De plaatsbeschrijving moet derhalve voldoen aan vier voorwaarden:  de plaatsbeschrijving moet worden opgemaakt ‘op tegenspraak’: Hiermee bedoelt men met inbreng en goedkeuring van beide partijen. Dit impliceert dat beide partijen bij het opmaken van de plaatsbeschrijving aanwezig moeten zijn (of minstens rechtsgeldig vertegenwoordigd moeten zijn). • de plaatsbeschrijving moet ‘omstandig’ zijn: Hiermee bedoelt men dat het goed voldoende gedetailleerd beschreven moet worden. Dit impliceert dat veralgemenende clausules (zoals bv. de mededeling “het goed bevindt zich in uitstekende staat” of de aanduiding “OK” bij de beschrijving van een gebouwelement) niet voldoen aan de vereisten van art. 1730 BW • d e plaatsbeschrijving moet worden opgemaakt ‘voor gezamenlijke rekening’: De huurder en de verhuurder moeten elk de helft van de kosten voor het opstellen van de plaatsbeschrijving betalen. Ook deze bepaling is dwingend van aard: een clausule in de huurovereenkomst die bepaalt dat de huurder de volledige kostprijs van de plaatsbeschrijving ten laste neemt, moet voor niet geschreven gehouden worden. • de plaatsbeschrijving moet ondertekend en gedateerd zijn. Wanneer de huurder of verhuurder weigert om een plaatsbeschrijving op te stellen, of indien beide partijen geen overeenstemming bereiken over de inhoud van het proces-verbaal, kan de partij die zich hierdoor benadeeld voelt zich richten tot de vrederechter om alsnog een plaatsbeschrijving te laten opstellen. 2.2 De bijzondere bewijswaarde van de plaatsbeschrijving

De verplichting om een plaatsbeschrijving op te stellen werd ingevoerd om de partijen te beschermen tegen eventuele geschillen in verband met materiële schade in het gehuurde goed op het einde of in de loop van de huurovereenkomst. Ze is dwingend van aard en van toepassing op alle huurstelsels (met uitzondering van de pacht). De verplichting om een plaatsbeschrijving op te stellen geldt ten aanzien van beide partijen, maar indien geen of geen omstandige plaatsbeschrijving opgemaakt wordt, wordt voornamelijk de verhuurder gesanctioneerd door het wettelijk vermoeden uit art. 1731 §1 BW: «Art. 1731 BW:

§1. Indien geen omstandige plaatsbeschrijving is opgemaakt, wordt vermoed dat de huurder het gehuurde goed ontvangen heeft in dezelfde staat als waarin het zich bevindt op het einde van de huurovereenkomst behoudens tegenbewijs, dat door alle middelen kan worden geleverd. §2. Indien tussen verhuurder en huurder een omstandige plaatsbeschrijving is opgemaakt moet de huurder het goed teruggeven zoals hij het, volgens die beschrijving, ontvangen heeft met uitzondering van hetgeen door ouderdom of overmacht is teniet gegaan of beschadigd. »

This article is from: