2 minute read
Hoofdstuk 2 Historische schets
C. Regels van dwingend recht
▪ Regels van dwingend recht (imperatief recht) zijn gemaakt ter bescherming van zwakkere partijen (private belangen), dus niet ter bescherming van de hele samenleving of het algemeen belang. voorbeeld - de opzegtermijnen voor werknemers - opzegtermijnen voor gehuurde woningen is vastgelegd - ouders kunnen hun kinderen niet onterven
▪ Contracten die hiermee strijdig zijn, kunnen aangevochten worden voor de rechtbank.
4.2. De aanvullende rechtsregels
▪ Aanvullend recht (suppletief recht) is er om de burgers te helpen. Er is geen verplichting om deze regels te volgen, maar geven wel een richtlijn indien er over een bepaald punt niets in een contract is voorzien. (meestal privaatrecht)
voorbeeld In het Burgerlijk Wetboek is voorzien dat de verkoper de kosten van de levering draagt (bijv. transportkosten). Indien bij een koopcontract niks is voorzien, dan zal de verkoper deze transportkosten effectief zelf betalen. Men kan contractueel evenwel bepalen dat de koper deze kosten zal dragen.
12
Juridische context van de vastgoedmarkt - PB Vastgoed 1 - 2021-2022
Hoofdstuk 2
HISTORISCHE SCHETS
België werd in 1830 onafhankelijk; de onafhankelijkheid werd uitgeroepen door het Nationaal Congres. Dit Nationaal Congres stelt ook een grondwet op die de fundamentele vrijheden, het beginsel van de scheiding der machten, de representatieve instellingen en de rechtsstaat bevestigt. Het Nationaal Congres kiest voor een grondwettelijke monarchie en voert een unitaire parlementaire staat in. 140 jaar lang blijft België een unitaire staat met drie gezagsniveaus: de centrale staat, de provincies en de gemeenten.
1. RECHTSSTAAT
België is in de eerste plaats een rechtsstaat: - elke handeling die de overheid stelt, moet een basis vinden in een wet; - de overheid moet daarbij bepaalde onvervreemdbare en onaantastbare rechten van de burgers respecteren;
2. DEMOCRATIE
In België huldigt men het principe van de democratie: het beleid wordt (al dan niet rechtstreeks) door de burgers bepaald.
3. MONARCHIE
Binnen een parlementaire monarchie is de Koning het staatshoofd. In België wordt een nieuwe koning aangewezen door erfopvolging. Hij legt wel als Koning een grondwettelijke eed af voor het federale parlement.
Kenmerkend voor zijn positie zijn: - de Koning is onschendbaar en onverantwoordelijk (hij kan nl. niet ter verantwoording geroepen worden door een rechtbank of het parlement); - de Koning is onbekwaam om alleen te handelen (elke handeling of akte van de Koning moet mee ondertekend worden door een minister die hiervoor de verantwoordelijkheid draagt); - de Koning heeft geen persoonlijke macht (op politiek vlak althans).
13
Juridische context van de vastgoedmarkt - PB Vastgoed 1 - 2021-2022