11 minute read
WANDELEN LANGS GELDERSE KASTELEN
Cannenburch Rosendael
Advertisement
Dwalen langs Gelderse kastelen
Gelderland is een echte kastelenprovincie. Ter voorbereiding op de nieuwe wandelgids ‘De mooiste kasteelwandelingen in Gelderland’ gingen Wim Huijser en routemaker Rob Wolfs op pad langs vier kastelen die zijn opengesteld voor het publiek. Een wandelverslag over roemruchte bewoners, herstel van verdwenen rozentuinen en het wonderbaarlijk goed bewaard gebleven kasteel uit de tv-serie ‘Floris’.
Tekst Wim Huijser fotografie Rob Wolfs, Wim Huijser, Geldersch Landschap & Kasteelen
Het boek ‘Kastelen in Gelderland’ vermeldt maar liefst 390 verschillende bestaande en voormalige Gelderse kastelen. Niet alleen in het Gelderse rivierengebied, maar ook in de
Achterhoek en op de Veluwe. Veel burchten en versterkte huizen werden gesticht langs beken en rivieren. Een flink aantal daarvan werd gebruikt als uitvalsbasis voor jachtpartijen.
Aan de meeste kastelen in Gelderland zijn verhalen verbonden van bijzondere bewoners. Zo verbleven de graven en hertogen van Gelre maar al te graag op kastelen als Ammersoyen, Rosendael en Doorwerth.
Gelre was in de Middeleeuwen dan ook een belangrijke macht. De hertog had niet één vast domicilie, maar trok rond door zijn gebied en had op tal van plekken zijn kastelen waar hij wisselend verbleef. Veel kastelen uit die tijd zijn bewaard gebleven en in bezit van
Stichting Geldersch Landschap & Kasteelen (GLK), waaronder Kasteel Cannenburch bij Vaassen en kasteel
Hernen in het Rivierengebied. >
Roemrucht is de naam van de middeleeuwse veldheer Maarten van Rossum. Zijn naam is nadrukkelijk verbonden met kasteel Cannenburch in het Veluwse Vaassen. Hoewel het al dateert uit 1365, kocht Van Rossum het kasteel pas twee eeuwen later. Het was toen niet meer dan een ruïne, waarop hij het huidige kasteel liet bouwen. Ondanks het uiterlijk – compleet met hoektorens, gracht en ophaalbrug – waren de muren van het kasteel veel te dun en de ramen te groot om het goed te kunnen verdedigen. Maar dat was ook niet de bedoeling. De inmiddels bejaarde legeraanvoerder wilde Cannenburch alleen als jachtslot gebruiken. Pas na de dood van Maarten van Rossum lieten zijn erfgenamen, de familie Van Isendoorn, de bouw afmaken. Met het overlijden van de laatste weduwe Van Isendoorn in 1881 raakte het grondbezit van de familie verspreid en takelde het landgoed af. Sindsdien is het kasteel een aantal malen verkocht, tot het in 1951 in bezit kwam van GLK. Daarmee werd Cannenburch het eerste kasteel dat door de stichting werd opengesteld voor publiek en ingericht als museum.
PARKBOS EN SPRENGEN
Om kasteel Cannenburch ligt een oud parkbos met weilanden en vijvers. De overgang van de droge Veluwe naar de lagere gronden bood voor een kasteel een ideale locatie. Ook de natuurlijke beken en met de hand gegraven sprengen in de omgeving hebben bijgedragen aan de bloeiperiode van Cannenburch. Hierdoor kon een fl ink aantal watermolens functioneren. De vijvers bij het kasteel dienden daarbij als stuwvijvers. Van deze watermolens is er slechts één bewaard gebleven. Aan de randen van de Veluwe stromen talloze sprengen en beken. In de loop van de vorige eeuw hebben de meeste daarvan hun economisch nut verloren waardoor ze verwaarloosd raakten. Tussen 1600 en 1800 betekende het stromende water echter een goudmijntje voor de inwoners van Vaassen. Watermolens zorgden ervoor dat het water kon worden gebruikt om te malen, pletten, snijden, hameren en te wassen. Nog tot op de dag van vandaag werken in Vaassen veel mensen in wasserijen. We wandelen in westelijke richting via de lange Emmalaan in de richting van het oude buurtschap Niersen, midden in de Veluwse bossen, een gebied waarin ook veel grafheuvels te vinden zijn. Niet zo vreemd, want de omgeving wordt waarschijnlijk al circa 6000 jaar bewoond.
• Maarten van Rossumplein 4, Vaassen
cannenburch.glk.nl
>
Tussen 1600 en 1800 betekende het stromende water een goudmijntje voor de inwoners van Vaassen. Nog tot op de dag van vandaag werken veel mensen in wasserijen
Tussen de hooggelegen Veluwe en het laaggelegen IJsseldal ligt kasteel Rosendael in het dorpje Rozendaal. De burcht die de graven van Gelre in de Middeleeuwen in een dal lieten bouwen werd ter verdediging omringd door water. Daarvan is alleen de grote ronde toren (donjon) bewaard gebleven. Het is de dikste kasteeltoren in Nederland. In 1616 werd hier een nieuw huis bijgebouwd en een halve eeuw later een tuin aangelegd met watervallen, grotten, vijvers en fonteinen. Daartussen stonden beeldhouwwerken, tuinvazen en fi guren die geknipt waren van buxus. Nog weer later werd het park verfraaid met de schelpengalerij, de theekoepel en de bedriegertjes. Toen het park in 1837 in landschapsstijl werd heringericht, kreeg het een natuurlijker aanzicht met slingerende paden en bijzondere boomsoorten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leed het kasteel ernstige schade. De oranjerie werd pas in 1990 weer opgebouwd. Het is de grootste nog functionerende oranjerie in ons land en dient nog altijd als winterberging voor kuipplanten. De laatste heer van Rosendael, baron van Pallandt, overleed in 1977. Het was zijn wens het huis en het park als één geheel te bewaren. Zijn bezit werd daarom overgedragen aan GLK, die het kasteel in de jaren tachtig liet restaureren in de stijl van de periode 1900-1940. Sindsdien kunnen kasteel en park weer bezocht worden. Pas in de jaren zeventig werd begonnen met het herstel van de schelpengalerij. De bedriegertjes en het schelpengrotje volgden in de jaren negentig. De verdwenen rozentuin, die uit 1905 stamde, werd ook opnieuw aangelegd en ook de waterlopen in het park en de boomgaard zijn hersteld. De restauratie van het interieur van de theekoepel vormde het sluitstuk van het herstelprogramma.
BEGRAAFPLAATS ROSENDAEL
We wandelen langs de begraafplaats het bos in. De bewoners van kasteel Rosendael en van de Heerlijkheid Rozendaal werden na hun dood begraven in en rond het kerkje ‘de Oude Jan’ in Velp. Het gewone volk kwam op het kerkhofje te liggen. De vroege dood van een of meer kinderen van het echtpaar Torck-Huyssen van Kattendijke leidde ertoe dat in 1840 een grafkelder werd gebouwd in het bos ten noordwesten van het kasteel. Rondom deze grafkelder liet de baron een stukje grond omheinen, zodat hier in het vervolg ook de overige Rozendalers konden worden begraven. Hun aanvankelijke bezwaar om zomaar in het ‘Boers buschke’ te worden begraven veranderde toen kort daarna achtereenvolgens de baron en de barones in dezelfde grafkelder kwamen te liggen.
• Rosendael 1, Rozendaal
Rosendael.glk.nl
>
In de uiterwaarden van de Nederrijn, nabij het dorp Doorwerth, ligt Kasteel Doorwerth. We wandelen ernaartoe over de Fonteinallee, die zijn naam te danken heeft aan een fontein in vijver de Helle Colck. Deze wordt toegeschreven aan Mr. Blombe Vatenbender, die in 1794 het huis Duinoog liet bouwen op landgoed Duno. In de volksmond kreeg de oude weg van Doorwerth naar Oosterbeek al gauw de naam Fonteinallee en sinds 1928 heet hij ook offi cieel zo. De oorspronkelijk middeleeuwse burcht die we voor ons zien werd strategisch gebouwd op een oeverwal langs de rivier. Omgeven door drassig gebied was het kasteel goed verdedigbaar en kon in de gaten worden gehouden wie er langskwam over de rivier. Al in 1260 werd het kasteel voor het eerst beschreven. In dat jaar werd het nog houten kasteel dat gebouwd was in opdracht van heer Berend van Dorenweerd, belegerd door de troepen van de bisschop van Utrecht en in brand gestoken. Zijn opvolger Hendric van Dorenweerd liet op dezelfde plaats een stenen kasteel bouwen in de vorm van een rechthoekige woontoren. Hiervan resteert de huidige oostvleugel. In de loop van opvolgende generaties werd het kasteel verder uitgebreid en pas in de 17de eeuw bereikte het zijn grootste omvang.
VERVAL EN HERSTEL
In de loop der eeuwen bewoonden diverse adellijke families het slot of lieten het beheren door rentmeesters. Tot het in de 19de eeuw in handen kwam van een nieuwe eigenaar die het liet inrichten naar de laatste mode. Helaas raakte het daarna opnieuw in verval. Na noodzakelijke reparaties werd het kasteel in september 1944 door Duitse vernielzucht en geallieerde beschietingen voor een groot deel verwoest. Na de oorlog duurde het lang voor met een volgende restauratie werd begonnen. Daarbij werden de ridderzaal en de overige vertrekken in de oost- en noordvleugel zoveel mogelijk in middeleeuwse vorm hersteld en kwam ook het nodige archeologisch materiaal tevoorschijn. Pas in 1983 werd het herstel afgerond. Tegenwoordig is het weer een indrukwekkend kasteel op het snijvlak van Rijn en Veluwe. In de hoofdburcht van het kasteel zijn vier collecties samengebracht: de fraai ingerichte kasteelvertrekken, het Nederlands Jachtmuseum, de Nationale Bosbouwcollectie en Museum Veluwezoom. We klimmen de stuwwal op richting Duno. De ligging aan de Nederrijn, met spectaculaire uitzichten en ontspringende beken, maken het voormalige landgoed uniek in Nederland. Duno herbergt tal van cultuurhistorische relicten, waaronder de Hunneschans, een middeleeuwse ring-walburcht. Bijzonder is ook de hoeveelheid cementrustiek, die fraai geïntegreerd is in >
het heuvelachtige tuinlandschap. Ook het omliggende park is cultuurhistorisch van belang. Een stuk meer naar het oosten passeren we het grotendeels beboste landgoed De Westerbouwing, tussen de dorpen Heveadorp, Doorwerth en Oosterbeek. Het staat vooral bekend om het paviljoen dat een schitterend uitzicht biedt over de uiterwaarden en de Betuwe.
DUIZENDJARIGE DEN EN WODANSEIKEN
Achter Hotel Wolfheze ligt al zo’n vijftien jaar de ‘Duizendjarige Den’. De boom dateert echter van begin 17de eeuw, maar heeft sindsdien veel stormen weten te doorstaan. Desondanks viel hij in de nacht van 27 op 28 mei 2006 om vanwege een te zwak geworden wortelgestel. Evenals de ongeveer even oude Wodanseiken die we even verderop passeren aan de oever van de inmiddels drooggevallen Papiermolenbeek. In de 19de eeuw werden ze geschilderd door de landschapschilder Johannes Warnardus Bilders (1811-1890) die de bomen deze naam gaf.
• Fonteinallee 2b, Doorwerth
doorwerth.glk.nl
In 1260 werd het nog houten kasteel belegerd door de troepen van de bisschop van Utrecht en in brand gestoken
Doordat de eigenaren veel in het buitenland verbleven, investeerden ze minder in modernisering en behield het kasteel zijn karakter
Ten slotte maken we een wandeling in het Land van Maas en Waal rond de dorpen Leur en Hernen. Vertrekpunt is kasteel Hernen, dat alleen al bijzonder is omdat het vrijwel nooit is verwoest of belegerd. Dat het ook relatief weinig ingrijpende verbouwingen heeft ondergaan maakt het tot een goed bewaard gebleven middeleeuws kasteel dat veel mensen nog kennen uit de vermaarde tv-serie ‘Floris’ van eind jaren zestig. Men vermoedt dat de geschiedenis ergens rond 1360 begon, toen Alart van Driel opdracht gaf om een vierkante donjon te bouwen. Later werd tegen deze toren een dikke weermuur gebouwd, waardoor een rechthoekige binnenplaats ontstond met boven op de weermuren open gangen voorzien van werp- en schietgaten. Daarover werd in de 15de eeuw een dak gebouwd, wat het kasteel een uniek aanzicht geeft. Door vererving is Hernen eigendom geweest van diverse Zuid-Nederlandse families. Doordat de eigenaren vanaf de 18de eeuw veel in het buitenland verbleven, investeerde men minder in de modernisering en behield het zijn karakter. Tussen 1942 en 1957 werd het kasteel grondig gerestaureerd, waarna ook het Hernense Bos en het terrein achter het kasteel eigendom werd van GLK. Als we verder door Hernen wandelen, moeten we wel even stilstaan bij de neo-romaanse kerk, die als patroonheilige Sint Judocus heeft. Deze werd door de Cisterciënzers van Leur, waar Hernen een tijdlang onder viel, meegebracht uit Bourgondië. Sint Judocus is de beschermheilige van pelgrims, boeren, bakkers, zieken en fruit. Boeren zullen de heilige ongetwijfeld hebben aangeroepen als het fruit door vorst of de fruitvlieg werd aangetast. Het dorp Hernen ligt op een uitloper van een heuvelrug die gevormd werd door het stuifzandgebied tussen Heumen en Bergharen. In de laaggelegen broeklanden zijn nog oude stroomdalen herkenbaar, waarvan ook het Hernense Meer nog een zichtbaar overblijfsel is.
HEERLIJKHEID LEUR
Meer naar het zuidoosten wandelen we door de Heerlijkheid Leur. De geschiedenis daarvan gaat terug tot circa het jaar 1000, toen de eerste versterking werd gebouwd. In de vroege Middeleeuwen slaagden enkele adellijke grondbezitters erin om steeds meer politieke, economische en juridische macht te verwerven. Omdat zij zichzelf ‘heer’ noemden, heette hun gebied een ‘heerlijkheid’. De heer zelf woonde dikwijls in een kasteel, van waaruit hij zijn gebied bestuurde en beschermde. In 1798 werden deze heerlijke rechten afgeschaft.
• Dorpsstraat 40, Hernen
Hernen.glk.nl
>
Hernen Cannenburch
Roosendael
Doorwerth
� Eten & Drinken nabij de
Gelderse kastelen
• Bij Maarten in ‘t Koetshuis Maarten van Rossumplein 2, Vaassen
restaurantkoetshuis.nl
• Oranje-rie Rosendael Rosendael 1, Rozendaal
oranje-rie.net
• Kasteelcafé De Zalmen Fonteinallee 2 A, Doorwerth
dezalmen.nl
• Restaurant De Leurse Hof Leurseweg 4, Leur
deleursehof.nl
• ’De mooiste kasteelwandelingen in Gelderland’, een uitgave van Gegarandeerd Onregelmatig i.s.m. Stichting Geldersch Landschap & Kasteelen, verschijnt half september.