3 minute read
COLUMN REINILDIS
Reinildis van Ditzhuyzen
is historica, publiciste en etiquettedeskundige. Ze herschreef Amy Groskamp-ten Haves standaardwerk ‘Hoe hoort het eigenlijk?’ waarvan onlangs de 42ste druk verscheen.
Advertisement
Wie was Amy Groskamp?
In Hollands Glorie nr. 3 van vorig jaar schreef ik dat ik helemaal geen zin had om het etiquetteboek van Amy Groskamp-ten Have te actualiseren. Ik vond het een dom en tuttig onderwerp, beneden mijn waardigheid, en sloeg het voorstel van mijn uitgever af. Hij bleef echter aandringen en uiteindelijk deed ik het toch. Of liever: ik herschreef het, want ik wilde een andere indeling. Maar vooral ook was ik benieuwd naar Amy Groskamp zelf: wat was zij voor iemand? Ikzelf was ervan overtuigd dat zij nogal tuttig moest zijn. Want waarom zou zij anders over etiquette hebben willen schrijven? Zij was vast en zeker een keurige, stijve mevrouw, daar was ik van overtuigd. Ik dook dus in haar leven en merkte algauw dat ik het helemaal mis had. Groskamp bleek beslist geen doorsnee vrouw te zijn geweest, en al helemaal geen stijve tut. Integendeel, ze was een sprankelende, originele en enthousiaste vrouw, die in ons hele land optrad met een ‘etiquettevoorstelling’. Daarin deed ze voor hoe je iets wel of niet hoorde te doen, waarbij ze haar publiek erbij betrok door te vragen: “Hoort het zus? Hoort het zo?” Tegelijk echter las ik ook over de ‘ongemanierdheid’ van de etiquettekoningin: ze zou voordringen, op haar strepen staan, en zo meer. Na verloop van tijd begon mijn beeld van haar echter te kantelen. Die verhalen over de slechte manieren van de etiquettekoningin – klopten zij eigenlijk wel? Het waren mijn eigen ervaringen als schrijfster van ‘Hoe hoort het eigenlijk?’ die mij deden twijfelen over het zogenaamde niet erg keurige gedrag van Groskamp. Want net als zij word ook ik geregeld gevraagd om etiquettelezingen te geven of op radio en tv hierover te vertellen. Het gevolg is, dat ik net als Amy Groskamp op straat en elders herkend word. Maar, en daar komt het: ik – en dus zij destijds ook – word met argusogen bekeken: Gedraag ik me wel volgens de regels van mijn boek? Zo nee, dan word ik meteen tot de orde geroepen. Een paar voorbeelden: Ik sta bij de bakker in een fl inke rij. Denkend dat ik aan de beurt ben, zeg ik welk brood ik wil hebben. Maar dan roept iemand achter mij luid en duidelijk: “Mevrouw Van Ditzhuyzen, ik dacht dat u wist hoe het hoorde! U was niet aan de beurt, ik ben vóór u!”... Ik verontschuldig mij, doe het immers niet met opzet. Voorbeeld 2: Ik zit in een volle trein en wil uitstappen. Mijn jas ligt op het bagagerek boven de man tegenover mij. Ik ga op mijn tenen staan en pak de jas, maar deze glipt uit mijn handen. Pats, bovenop de man. Voor ik iets kan zeggen klinkt het: “Mevrouw Van Ditzhuyzen, dat had ik niet van u verwacht!” Voorbeeld 3: Ik fi ets door het rode licht, en ja, dat is natuurlijk helemaal verkeerd. Ik word meteen gecorrigeerd door een medefi etser: “Zo hoort het niet Mevrouw Van Ditzhuyzen. Dat moet u toch weten!” Door deze ervaringen begrijp ik dat Amy Groskamp ook zo streng beoordeeld werd en dat er daarom wel beweerd werd, dat zij zich niet aan haar eigen regels hield. Want met het kleinste vergrijp tegen de etiquette werd zij – en word ik nu ook – om de oren geslagen. �