2 minute read
COLUMN REINILDIS
Reinildis van Ditzhuyzen
is historica, publiciste en etiquettedeskundige. Ze herschreef Amy Groskamp-ten Haves standaardwerk ‘Hoe hoort het eigenlijk?’ waarvan de 42ste druk is verschenen.
Advertisement
Anoniem
Heeft u wel eens ruzie met de buren? Zo ja – hoe is die ontstaan? En vooral: hoe is deze afgelopen? Of ettert de ruzie voort? Ikzelf heb zoiets gelukkig nog nooit meegemaakt – op één merkwaardig incident na. Twee jaar geleden, kort nadat ik naar Zutphen was verhuisd, kwam mijn handige broer op zijn vrije zondagmiddag bij mij enkele schilderijen ophangen. Binnen een uur was het gepiept en we keken tevreden rond. De volgende dag vond ik in mijn brievenbus een brief zonder envelop en zonder aanhef. Hierin stond geschreven (ik citeer letterlijk):
“Tot op heden wenst u anoniem te blijven. Vandaar onze klachten ook anoniem. – De ontstane rommel in het gehele trappenhuis op te ruimen (door uw verhuizing 1,5 week geleden ontstaan) – Geluidsoverlast door boren op zondag.”
Afgezien van het feit dat de ‘rommel’ (twee dozen gedurende twee dagen van de verhuizing) bij mijn eigen voordeur stond, schrok ik. Het was een onaangenaam begin in dit acht-appartementenhuis. Tegelijkertijd dacht ik: zo hoort het dus niet. Want op een anonieme brief kun je niet reageren. Als iemand zich aan zijn buren ergert: ga erheen! Met een anonieme beschuldiging zet je de zaken op scherp en dit belast de toekomstige verhouding. En wat bedoelde de onbekende met zijn opmerking, dat ik ‘anoniem’ wens te blijven? Natuurlijk, ik was van plan na de verhuizingsperikelen kennis te maken met de buren. Een goed onderling contact is immers prettig en praktisch, want zoals bekend is een goede buur beter dan een verre vriend. “Had ik meteen de eerste dag bij iedereen moeten aanbellen?” peinsde ik. Had ik de bewoners moeten uitnodigen voor koffi e, thee of borrel? De moraal van dit verhaal: schrijf nooit anonieme brieven! Eerst en vooral omdat u de ander aanvalt zonder dat deze kan reageren of zich verdedigen. Nog altijd vraag ik me af: wie is die anonymus geweest? En vooral ook: waarom heeft hij/zij niet bij mij aangebeld? Ik had graag met hem/haar gesproken, zodat enig wederzijds begrip voor elkaar zou ontstaan. In mijn etiquettelezingen hamer ik er altijd op, dat het in de onderlinge omgang met elkaar om de juiste mentaliteit gaat, om een ‘positieve grondhouding’, om een oude uitspraak van premier Lubbers maar weer eens te citeren. Inderdaad, op zondagmiddag een uur boren kan storend zijn en daar had ik gewoon niet bij nagedacht. Hoe dom van mij! Maar minstens zo dom is de anonieme brief. Want er zijn al genoeg burenruzies in Nederland. Ik ken zelfs mensen die om die reden zijn verhuisd. Inmiddels heb ik met iedereen in dit huis een prettige verstandhouding. Maar wie die anonieme briefschrijver was? Ik weet het nog steeds niet. �