VOERWIJZER
Aan de hand van praktijkcases schrijven verschillende voeradviseurs van Aveve (B.) en Agrifirm (Nld.) over rantsoenberekeningen in de vleesveehouderij. Deze editie beschrijft Anne Vandelannoote van Aveve de gebruiksvorm van granen in rantsoenen.
Pletten of malen
van granen in rantsoenen A
kkerbouwgewassen leveren energetische voeders die voor de groei van vleesvee interessant zijn. Onder de klassieke granen worden gerst en tarwe veel gebruikt en voor spelt is al een aantal jaren stijgende interesse. Bij het gebruik van graangewassen moet er gericht over nagedacht worden in welke vorm deze producten in het rantsoen terechtkomen. Granen hebben immers een zaadhuid. Ze kunnen daardoor niet onbewerkt gevoerd worden aan het vee, omdat ze anders te veel onverteerd het dier verlaten via de mest. Er zijn diverse bewerkingsmethodes die allemaal een
26
verschillend effect hebben op de verteerbaarheid en verteringssnelheid. Zo wordt de vertering telkens beter wanneer we in volgorde gaan van granen in gebroken, geplette, gemalen tot gevlokte vorm. Bij de gebroken versie is er nog risico op onvolledige vertering, zeker bij een groot gebruik ervan in het rantsoen. Bij geplet en gemalen graan verloopt de vertering al efficiënter, de vrijstelling van het zetmeel verloopt hierbij snel. Dit kan voor een piek zorgen in de vetzuren die bij de vertering ontstaan. Bij de gevlokte versie, waarbij de granen als het ware gekookt worden, zorgt dit voor een uiterst goede en
veeteeltvlees AUGUSTUS 2021
VV08-Voerwijzer.indd 26
17-08-21 09:19