1933 - 1955
WOLFFCOLLECTIE
OPENBAAR
EEN DOOS MET SCHRIFTEN...
SHOW REPORT HAHNWEIDE
LuchtvaartVerleden Tijdschrift Uitgave van DDA Classic Airlines WWW.DUTCHDAKOTA.NL DECEMBER 2016 JAARGANG 7 • NUMMER 6
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 1
04-12-16 19:22
Introductie VAN DE VOORZITTER
Beste DD A-Vrienden,
COLOFON
Schreven wij de vorige keer in Logboek dat de verhuizing van Schiphol naar Lelystad gaande was, thans is die klus geheel achter de rug met inzet van vele vrijwilligers en de hulp van onze sponsor Sodexo. De inrichting en opstelling van alle functies en onderdelen zijn nagenoeg voltooid. Het gevoel van een nieuw thuis went al aardig.
OVER DDA CLASSIC AIRLINES De DDA stelt zich ten doel de historische luchtvaart toegankelijk te maken voor een breed publiek.
De werkzaamheden van de E-inspectie van de PBA werden in oktober direct opgepakt. Dit is de meest grondige inspectie die eens in de zes jaar wordt uitgevoerd en duurt tot medio maart volgend jaar. Het project gewichtsbesparing wordt tijdens de inspectie verder gestalte gegeven. Met nieuwe en lichtere stoelen en een nieuwe, veel lichtere vloer kunnen er meer stoelen worden geplaatst zonder dat het startgewicht verandert. Dit kan het verdienvermogen van onze kist aanzienlijk verbeteren en kunnen er meer passagiers ervaren wat het is om een onvergetelijk vlucht in de Koninklijke “Prinses Amalia“ te maken. Dat willen we in 2017 graag op orde hebben.
BESTUUR Feije Jaski (Voorzitter) Hidde Teppema (Secretaris) Ad Röling (Penningmeester) Vacature (Technische Zaken) Lex van Houtert (Operationele Zaken)
Alhoewel DDA in 2016 maar een kort seizoen hee�t gehad, van eind mei tot eind september, en aannemende dat er tijdens de E-inspectie geen verrassingen komen, komt de projectie van de financiën over 2016 neer op een break-even resultaat. Belangrijke elementen daarbij zijn dat KLM ons nog tot 1 oktober hee�t geholpen met onderdak en dat de Schiphol Group (na 19 september moeten we zeggen de Koninklijke Schiphol Groep) en de LVNL (Lucht Verkeersleiding Nederland) ons in 2016 wederom �link hebben gesteund. Zonder die steun was een financieel gezonde operatie in 2016 niet mogelijk geweest. Maar laten we niet vergeten dat de solide basis van de 1.400 DDA Vrienden belangrijk zijn om de doelstelling van onze stichting te realiseren. Aan het einde van het jaar past een woord van dank voor deze partijen, die de bijna 1.000 passagiers die we hebben mogen vliegen, erg blij maakten. Om in 2017 weer een ‘normaal’ programma te kunnen vliegen met uitstapjes naar Duitsland hebben we een aantal maatregelen moeten tre�fen die ons zeer aan het hart gaan. Tot onze grote spijt hebben we moeten besluiten om na de winter van 2016/17 afscheid te nemen van onze o�fice manager Anneke van den Berg. Dat is een drastische maatregel, die geheel los staat van de meer dan voortre�felijke manier waarop zij gedurende meer dan 30 jaren de DDA hee�t gediend, maar alles te maken hee�t met de financiële mogelijkheden van onze Stichting voor 2017 en de jaren erna. Er zal tijd genoeg zijn om Anneke uit te zwaaien, maar op deze plek hoort een heel overtuigend en ondubbelzinnig: “Ann, dank voor je inzet, je wijsheid en de manier waarop je de DDA hebt gesteund. Wij verliezen jouw aanwezigheid op kantoor maar hopelijk verliezen we je niet uit het oog.” Met vriendelijke groet,
ERELID Dr. J.M. Schröder
RAAD VAN ADVIES Mr. A.J.F.M. Rutten Voormalig Executive Vice President & COO Schiphol Group Dr. P. Riemens Voormalig CEO/Bestuursvoorzitter LVNL A.C. Groeneveld Voorzitter Dutch Aviation Group Lt.-generaal b.d. A. Schnitger Voormalig Commandant Luchtstrijdkrachten Erik Lagerweij Directeur Lelystad Airport LOGBOEK is een uitgave van DDA Classic Airlines en verschijnt minimaal zes keer per jaar. ISSN 2210-819X SECRETARIAAT EN POSTADRES DDA Classic Airlines Emoeweg 26-A 8218 PC Lelystad Airport (06 2392 1818 van ma t/m do) info@ddagroup.nl www.dutchdakota.nl REDACTIE Jan Algera, Paul van den Berg, Paul van der Horst, Mariette Kuntze-Gersie, Coert Munk, Huib de Vries, Jan Willem de Wijn BLADMANAGER Anneke van den Berg avdberg@ddagroup.nl VORMGEVING René Jacobs
Feije Jaski, Voorzitter DDA Classic Airlines
Ik wens alle Vrienden van DDA een gezellige Kerst en een goed en gezond 2017
DRUK Editoo B.V., Arnhem LOSSE VERKOOP Prijs per uitgave € 4,95 ALGEMEEN Fotomateriaal komt uit archief DDA, tenzij anders vermeld. REACTIES Reacties van lezers zijn welkom. Stuur uw bericht aan de redactie, onder vermelding van 'Logboek'. De redactie hee�t het recht om (te lange) bijdragen in te korten of niet te plaatsen.
(Paul van den Berg)
2
AUTEURSRECHTEN Niets van deze uitgave mag worden gebruikt, verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, plaatsing op het internet of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schri�telijke toestemming van de auteur en de uitgever. No part of this publication may be used or reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm, internet websites or any other means without written permission of both the author and the publisher.
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 2
04-12-16 19:22
Inhoudsopgave
2 4
7
14
26
Voorwoord/Colofon Luchtvaartnieuws
De eerste turboprop, Eerste vlucht laatste DC-3, 100 jaar V.1, 80 jaar G.1, Nooit armetieriger gebouwd, Koolhoven vocht tegen Rusland, Margarine naar de Wadden, Nog even: Mossie one more time, Staartje Piper Super Cubs, Promotor in de herhaling, Foutje, De gang van een jaar, Kennis moet je delen, Boekrecensie, “Fiets van Messel Award” voor de Fokker Four TD
10
DDA Nieuws
12
Feit & Verhaal
14
Mens & Fotocollectie
16
Show Report
18
DakoTaal
21
DDZ Heden
22
Persoonlijk
24
Vervlogen Vliegvelden
26
Feit & Verhaal
29
Annvertorial
30
Tikkeltje Technisch
E-inspectie op schema, Nu ook Duitse Facebook pagina, Nieuw kantoor op Lelystad, Productietijd Logboek, De Deense zusterclub jubileert!, Boekbespreking
Kerst: tussen feit en fictie
De Wolff-collectie geopenbaard
Hahnweide: Onderons(je) van Oldtimers
Het sprookje is uit...
Goodbye Doornroosje
Een doos vol schriften en “Wat vliegt daar?”
De cirkels van Jannink
Van Van Lear Black tot Van Leer
Afscheid van Anneke van den Berg
Het electrische systeem
Cover
Avondopname PH-PBA ‘Prinses Amalia’ (Paul van den Berg) DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 3
3
04-12-16 19:22
Luchtvaartnieuws
De eerste turboprop
De eerste turbopropmotoren werden in 1949 tijdens testvluchten uitgetest op militaire Dakota's. Dat was vooruitlopend op de eerste vlucht van het prototype van de Vickers Viscount in juli 1950. Maar voordat de a�leveringen van bestelde Viscounts begonnen, wilde British European Airlines ervaring opdoen met deze hele nieuwe vorm van voortstuwing. Dus werden twee vracht Dakota's van de maatschappij uitgerust met Rolls Royce Darts. Tussen augustus 1951 en december 1952 vloog Dakota G-ALXN diensten van Northolt naar een beperkt aantal Europese luchthavens. Daar behoorde Schiphol niet bij, maar toch bestaat er een foto van een bezoekje van de XN aan Amsterdam. Passagiers konden tijdens de proefvluchten niet worden meegenomen, omdat de Dakota geen drukcabine had. En om zo e�ficiënt mogelijk te vliegen, moest toch op grote hoogte worden gevlogen. Na 1952 kreeg het toestel weer z'n vertrouwde Pratt & Whitney-zuigermotoren terug. In de kleuren van Channel Airways werd deze machine in 1964 gesloopt te Southend. Het eerste turbopropvliegtuig dat in passagierslijndienst Schiphol aandeed, was een Vickers Viscount van BEA op 15 februari 1957. KLM bestelde negen Viscounts waarvan de eerste op 6 juni 1957 arriveerde. Volgend jaar dus zestig jaar geleden. (JW) Dart Dakota G-ALXN op Schiphol, begin jaren 50 (coll. DDA)
Eerste vlucht laatste DC-3
Het is bijna zeventig jaar geleden dat de laatste Douglas DC-3C de fabriek in Santa Monica werd uitgerold. De OO-AWH (constructienummer 43154/12276) maakte op 21 maart 1947 zijn eerste vlucht en werd vervolgens meteen overgedragen aan de eigenaar SABENA. Veel plezier hee�t de Belgische maatschappij niet van deze machine gehad. Een jaar en acht dagen later verongelukte het vliegtuig op de Londense luchthaven Heathrow. Douglas hee�t daarna, in 1949 en 1950, nog wel bestaande toestellen omgebouwd tot civiele Super DC-3's. De laatste daarvan (N16012) werd in september 1950 afgeleverd aan het Amerikaanse Capital Airlines. Curieus genoeg werd dit toestel (als N156WC) in mei 1974 voorzien van Rolls Royce Dart-turbinemotoren. De allerlaatste afstammelingen van de DC-3 waren militaire R4D-8's of C-117D's, ook Super Dakota's. Daarvan werden er tussen 1951 en 1953 honderd omgebouwd voor de US Navy. De laatste werd op 19 augustus 1953 afgeleverd als 17103. (JW) De laatst gebouwde DC-3 OO-AWH rechts (Douglas/Chronicle of Aviation)
4
De laatste Super DC-3 kreeg turboprops (Howard Chaloner/Airliners.net)
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 4
04-12-16 19:23
100 jaar V.1
Luchtvaartnieuws
Het is 31 maart 1917 als luitenant-vlieger Van Heijst het door Spijker gebouwde V.1-vliegtuig voor het eerst in de lucht beproe�t. Spijker is dan een handelsmerk binnen de Amsterdamse Industriële Maatschappij Trompenburg aan de Amsteldijk. Die maatschappij is vernoemd naar het inmiddels afgebroken landgoed, vernoemd naar zeeheld en eigenaar Cornelis Tromp. Met de komst van Henri Wijnmalen in de directie wordt de naam veranderd in NV Nederlandse Automobiel- en Vliegtuigenfabriek Trompenburg. Nederland neemt tijdens de Eerste Wereldoorlog een breed scala van uiteenlopende vliegtuigtypen in de sterkte van de Luchtvaartafdeling op. Zoekend naar een eigen Nederlands fabricaat, krijgt Trompenburg in 1916 opdracht om een eigen jachtvliegtuig te ontwikkelen. Die opdracht wordt binnen het bedrijf uitgevoerd door de Fransman Vannehard en de Nederlandse ingenieur Albert Gilles von Baumhauer. Het wordt geen succes, met name vanwege het geringe (85 pk) motorvermogen. Maar ook als er een zwaardere (130 pk) motor in wordt aangebracht, vallen de prestaties tegen. Het blij�t bij een V.1. (JW) De enige Spyker V.1 op Soesterberg in 1917 (coll. NIMH)
80 jaar G.1 Hoewel de Fokker G.1-jachtkruiser al tachtig jaar geleden, in november 1936, werd gepresenteerd op de Luchtvaartsalon van Parijs, zou de eerste vlucht pas plaatsvinden op 16 maart 1937. Dat gebeurde niet vanaf Schiphol, maar vanaf het Eindhovense vliegveld Welschap. Niet zo gek, want een jaar eerder had de Fokker D.21-jager hier ook al zijn luchtdoop ondergaan en een jaar later koos de Koolhoven FK55 er voor het eerst (en laatst) het luchtruim. De G.1 kreeg, vanwege standaardisatie, twee Bristol Mercury-motoren van 830 paardenkrachten, omdat de D.21 ook met een soortgelijk type motor vloog. Vanwege de enorme vuurkracht van de acht zware mitrailleurs in de neus werd het toestel ook wel ‘De Maaier’ genoemd. De Luchtvaartafdeling bestelde 36 stuks van deze driepersoons G.1A strategische verkenner. Op 10 mei 1940, de dag van de Duitse inval in Nederland, waren slechts 23 van deze jachtkruisers operationeel op de vliegvelden Bergen en Waalhaven. Daarvan steeg er slechts eentje op van Bergen dat zwaar onder vuur lag. Acht (van JAchtVliegAfdeling 3) wisten van Waalhaven op te stijgen en in de lucht dertien toestellen van de Lu�twa�fe neer te schieten. De Duitsers namen de overgebleven G.1's op in de Lu�twa�fe. Na de oorlog was er geen G.1 meer over. (JW)
Fokker G.1A met gedeeltelijke registratie (Fokker)
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 5
5
04-12-16 19:23
Luchtvaartnieuws
Nooit armetieriger gebouwd
Op 16 mei 1946 maakte de DIFOGA 421 z'n eerste vlucht. Een uniek vliegtuig, omdat het tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland werd gebouwd. En niet in het geheim, zoals wel eens is gesuggereerd, maar gewoon volgens de geldende regels. Het ontwerpen en bouwen gebeurde door vier oud-werknemers van Koolhoven: Broese van Groenau, Jansen, Koekebakker en Weyer. De bouw van hun eerste vliegtuig vond in 1942 (42-1) onder meer plaats in een schuur en in Frits Diepen's Ford Garage (DIFOGA) in Bergen op Zoom. Het toestel kreeg dan ook een Ford Mercury-motor van 95 pk. In dat jaar voerde het NLR windtunnelproeven uit met een model van het tweepersoonsvliegtuig met een duwschroef. Toen die proeven een positief resultaat opleverden, werd in november 1942 door de NV Automobiel Maatschappij DIFOGA een Bewijs van Luchtwaardigheid aangevraagd. Een maand later kwam het antwoord van o�ficiële zijde: “in verband met de thans heersende omstandigheden” kan de aanvraag niet in behandeling worden genomen. Intussen werd wel doorgesleuteld aan het vliegtuig, gebruikmakend van bijvoorbeeld onderdelen van neergeschoten Duitse en Britse vliegtuigen. Zo was de schokbreker van het neuswiel van een Messerschmitt a�komstig. Zeventig jaar geleden was de machine klaar voor z'n eerste vlucht. Compleet met de registratie PH-NAG vloog Hein Bulten vanaf Woensdrecht. Op de neus stond de naam ‘Karel Broese van Groenau’, een herinnering aan een van de oorspronkelijke ontwerpers die tijdens de oorlog als Algemeen Handelsblad van 5 juni 1946 (Coll. Kon. Bibliotheek) Engelandvaarder was omgekomen. Het, overigens niet o�ficieel ingeschreven, kenteken PH-NAG staat al gauw voor: ‘Nooit Armetieriger Gebouwd’. Met Frits Diepen mee verhuist de DIFOGA 421 vanuit Brabant naar Ypenburg, Tijdens een vlucht vanaf Soesterberg ontstaat in augustus 1946 een technisch probleem aan de Ford-motor waardoor het vliegtuigje een noodlanding moet maken in Nederhorst den Berg. Aan boord bevindt zich (als vlieger?) Prins Bernhard. In afwachting van een nieuwe motor wordt het toestel gedemonteerd en opgeslagen op Ypenburg. Daar is het tenslotte ook gesloopt. (JW)
Koolhoven vocht tegen Rusland Koolhoven ontwierp de FK52 jachtverkenner als een opvolger voor de Fokker C.5. In februari 1937 (binnenkort tachtig jaar geleden) maakte het prototype z'n eerste vlucht. Dat zag er allemaal prima uit, maar in augustus van dat jaar verongelukte de FK52 op Soesterberg. De Luchtvaartafdeling ging niet in zee met de Rotterdamse vliegtuigbouwer. Maar dat belette Koolhoven niet om verbeterde prototypes te bouwen. Twee daarvan (PH-ASW en -ASX) traden in Finse militaire dienst. In november 1939 raakten Finland en Rusland in de Winteroorlog verwikkeld en beide Koolhovens namen deel aan de strijd. De voormalige PH-ASX overleefde (als KO-130) deze oorlog, maar werd tijdens de ‘vervolgoorlog’ van 1941 door Russisch luchtafweergeschut neergeschoten. De drie FK52's die op 10 mei 1940 nog in de fabriek op Waalhaven stonden, gingen bij het bombardement verloren. (JW)
De jachtverkenner Koolhoven FK52 op Soesterberg (Luchtvaartkennis)
6
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 6
04-12-16 19:23
Luchtvaartnieuws Het origineel van bijgaande a�beelding is a�komstig uit het KLM Fotohistorisch Archief dat beheerd wordt door het Maria Austria Instituut/MAI. Het KLM-archief omvat onder meer tienduizend originele glasnegatieven vanaf het beginjaar van de luchtvaartmaatschappij. Een unieke collectie. Naast het KLM- archief beheert het MAI vijfenzestig archieven van belangrijke Nederlandse fotografen. Het MAI is gevestigd in het Stadsarchief Amsterdam, www.maibeeldbank.nl
Margarine naar de Wadden Gooi- en Eemlander, 18 februari 1929 (coll. Kon. Bibliotheek)
Februari 1929: deze maand staat in ons land nog altijd te boek als een van de strengste winters aller tijden. Nadat er al op de 12de een Elfstedentocht was gereden, viel een Siberische koudegolf Nederland binnen. De Waddenzee vroor dicht en de aanhoudende strenge vorst zorgde ervoor dat de eilanden geïsoleerd raakten. Met al snel gebrek aan allerlei voedingsmiddelen als gevolg. Media meldden: schaarste aan brandsto�fen, ko�fie, thee en margarine. Die laatste oproep was niet aan dovemans oren gericht. De Rotterdamse margarinefabrikant NV Van den Bergh (tegenwoordig: Unilever), bekend van Blue Band, nam meteen contact op met de KLM en huurde een vliegtuig. Op zondag 17 februari 1929 steeg een Fokker F.7a van de KLM op van Schiphol met 720 kilo aan post en goederen: “hoofdzakelijk margarine”. Bestemmingen waren Terschelling en Schiermonnikoog. Volgens de boeken was dit de PH-ADO. Dat kenteken is niet leesbaar op de foto. Maar bij het negatief in het KLM-glasplatenarchief wordt vermeld dat het gaat om de F.7a PH-AET. Jammer dat er op de foto uitgerekend iemand voor de registratie staat. Bijzonderheid is dat op 28 februari 1929 het nationaliteitskenmerk van alle Nederlandse burgervliegtuigen veranderd moest zijn van H-N… in PH-… . Op de foto moet dus de verf van de registratie bij wijze van spreken nog nat zijn! Meer over een Fokker F.7a op Terschelling leest u op blz. 12-13.
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 7
7
04-12-16 19:23
Luchtvaartnieuws Actueel
Nog even...
Mossie one more time
Twee reacties en aanvullingen op het artikel over de Nederlandse Mosquito's uit het voorgaande nummer willen we u niet onthouden. Uit het archief van Leo Klerks (Traditiekamer Vliegbasis Gilze-Rijen) kwam bijgaande kleurenfoto van de TA122, gemaakt kort na aankomst in Salisbury Hall. Even wat kleur in de zwart-wit beelden uit het artikel. Foto rechts (archief Leo Klerks) Foto links (Coert Munk)
Een ander, maar triest Mosquito-feit is dat Wing Commander Guy Gibson, die de aanval op de Möhnedam leidde, op een latere vlucht met z'n Mosquito verongelukte in Steenbergen na door eigen vuur te zijn geraakt. Het wrak met de sto�felijke resten van beide inzittenden werd door de Duitse bezetter geborgen. Bij het later bouwrijp maken van het gebied werd een deel van het landingsgestel met velg en band nog geborgen. Dit staat als eerbetoon tentoongesteld bij de Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht op Vliegbasis Gilze-Rijen. (CM)
Staartje Piper Super Cubs
De voorheen Italiaanse Piper Super Cub PH-ZVB die op Teuge werd gerestaureerd, is inmiddels naar onze westerburen verkocht. Opvallend is dat deze Super Cub een deels ‘glazen cockpit’ hee�t. (CM)
Promotor in de herhaling
Nog wat nadere info over de Fokker F.25 Fokker promotor PH-NBA kwam van Ruud van der Goot, oud-Fokker medewerker (vanaf 1953) bij de afdeling ‘dynamisch onderzoek” (later ELAB): “In die tijd deden we onderzoek naar metaalmoeheid in constructies met behulp van rekstrookjes. Het F.25 probleem was de propelleras die regelmatig brak. De plaatsing van de motor was zodanig, dat de as verlengd was in combinatie met een ‘constant speed’ prop en een nogal vreemde rompvorm. Dit alles zorgde voor een hevige vibratie in de as, met breuk als resultaat. Er is van alles geprobeerd, niets hielp. Op één van de testvluchten met Burgerhout als piloot brak de as en werd een noodlanding gemaakt in een weiland bij (schilderij Piet Weij, coll. Meer-Historie) Hoevelaken. De landing verliep goed, met één probleem: er stond een paaltje in de weg en dat was het einde van de vleugel en de F.25. Het paaltje werd door de monteurs keurig uitgegraven en met een kaartje “met de groeten uit Hoevelaken” bij Burgerhout op z'n bureau gelegd. Helaas had hij een beperkt gevoel voor humor en gooide het geheel vanuit z'n kantoor de hangaar in. Dit was het definitieve einde van de F.25, kort daarna werd het restant tot aanmaakhout verwerkt”. (CM)
Foutje
In de erg fraaie animatie over 100 Jaar Schiphol… staan vooroorlogse KLM DC-3's al in het naoorlogse jasje met de ook van de DDA Dakota's zo bekende rood-wit-blauwe staart. Kijk maar eens goed, via de site van het Amsterdams Stadsarchief of https://www.youtube.com/watch?v=6Xvj_5JG1Oc . (CM)
De gang van een jaar
Nog een foutje: uitermate hardnekkig stond op een aantal a�leveringen van Logboek dit jaar dat het de zesde jaargang is. Echte lezers weten beter: het is de zevende! Foutje hersteld. (CM)
8
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 8
04-12-16 19:23
Luchtvaartnieuws Actueel
Kennis moet je delen De Vereniging Historische Zweefvliegtuigen hield medio oktober in samenwerking met het Service Center Terlet een cursus houtreparaties voor beginners. Twee dagen lang kregen dertig cursisten les in de reparaties van kleine schades aan triplexbeplating, houten vleugelribben en katoenen bekleding, onder leiding van zeven ervaren houttechnici van de VHZ. Het was voor het eerst in jaren dat de cursus weer gegeven werd. Gezien de opkomst ligt een herhaling in 2017 voor de hand. Ook een cursus voor gevorderden is in de maak. De VHZ gee�t de cursussen als onderdeel van een breder plan om de kennis van en vaardigheden met houten vliegtuigconstructies onder een breder en jonger publiek over te dragen. De VHZ beschouwt het overdragen van kennis en kunde als vitaal voor het voortbestaan van de grote hoeveelheid klassieke zweefvliegtuigen in Nederland. (tekst en foto's Eric Munk)
Boekrecensie
Onlangs verscheen een prachtig boek over de DC-2 en DC-3 in Finland. Nederland en de DDA hebben een bijzondere band met Finse Douglassen. De PH-DDA, DDA's eerste DC-3 werd in 1983 van de Finse Luchtmacht overgenomen. De DC-2 PH-AKH ‘Haan’ ging al in 1940 naar Finland en bestaat daar nog steeds. Het boek bevat een schat aan niet eerder gepubliceerde foto's van de beide toestellen in verschillende kleurenschema's. Maar uiteraard ontbreken de vele andere Finse DC-2's en DC-3's niet. Zowel de civiele als de luchtmachtperiodes komen aan bod. Een bijzonder fraai boek met meer dan 200 mooi gereproduceerde unieke foto's in kleur en zwart wit. Op de cover prijkt een mooie plaat van de DC-3 ‘Kuikka’, de latere PH-DDA. Toch ook een nadeel; het boek is volledig in het Fins geschreven. Wat ons betre�t maken de foto's dat meer dan goed. (PvdH)
”Fiets van Messel Award” voor de Fokker Four TD
Medio november werd in het Luchtvaart-Themapark Aviodrome in Lelystad de ‘Fiets van Messel’ Award 2016 uitgereikt aan de Technische Dienst van Fokker Four. KNVvL's Afdeling Historische Luchtvaart, waarin de vroegere Nationale Federatie Historische Luchtvaart (NFHL) is opgegaan, reikt de Fiets van Messel Award elke twee jaar uit aan een persoon of een organisatie die zich verdienstelijk hee�t gemaakt voor de historische luchtvaart. De TD van Fokker Four ontving de naar de bekende KLM-vlieger genoemde onderscheiding voor hun tomeloze inzet in het restaureren en in goede conditie houden van de vloot Fokker S.11 vliegtuigen waarmee het team al vanaf 1982 aan luchtvaartevenementen in binnen- en buitenland meedoet. (CM)
Het boek met de titel “Kolmosten siivillä DC-2- ja DC-3-Lentokoneet Suomessa” is verkrijgbaar bij de Luchtvaarthobbyshop in Aalsmeer voor € 42,41.
(Paul van der Horst)
Leentje Linders tussen de TD van Fokker Four. Zij maakte de gebruikelijke fraaie ets die als aandenken bij de erkenning hoort. (Paul van der Horst) DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 9
9
04-12-16 19:23
DDA Nieuws
(foto's Paul van den Berg, tenzij anders vermeld)
E-inspectie op schema Kort na aankomst van de PH-PBA op 25 september in de Cat-hangaar op Lelystad is de DDA-TD samen met onderhoudsbedrijf IAS voortvarend begonnen met de grote E-inspectie. Dit is de meest ingrijpende ‘onderhoudsbeurt’ die de DC-3 kent, waarbij er veel moet worden gedemonteerd voor de diverse inspecties. Vanwege dat tijdrovende demontagewerk is ten tijde van schrijven (eind oktober) aan de eigenlijke inspectiepunten nog nauwelijks begonnen. Tijdens deze E-check worden tevens een aantal gewichtsbesparende cabinemodificaties uitgevoerd waardoor er enkele passagiersstoelen toegevoegd kunnen worden. Maar daarover in een volgend nummer mogelijk meer. (PvdB)
Nu ook
Duitse Facebook
pagina
Naast de DDA website, hee�t de DDA al een aantal jaren een eigen Facebook pagina, maar die had u allang gevonden natuurlijk. Sinds oktober is er echter ook een Duitstalige FB-page in de lucht, beheerd door een zeer ”DC-3 enthousiaste” jongedame uit Műnster, die ook iets doet met marketing en media. Zoekt u maar op: www.facebook.com/ddaclassicairlinesde/?fref=ts. Goed initiatief, en hopelijk gaat het ons helpen ook de Duitse historische ‘vliegmarkt’ beter te bespelen. (PvdB)
Nieuw kantoor op Lelystad Sinds de verhuizing vanaf Schiphol naar Lelystad zitten het secretariaat, administratie, reserveringen en OCC weer bij elkaar.
Boven: ‘Gesettled! ‘ (John Sleumer) Links: Net na de verhuizing zijn Rob, Annie, Jo en Anneke bezig met de inrichting van het kantoor. (Menno de Boer)
Het is passen en meten, want de beschikbare kantoorruimte is aanzienlijk minder dan op Schiphol, maar door te �lexwerken lukt dit aardig. Zoals vanouds is het toch een gezellige boel, zo met z'n allen. (AvdB)
10
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 10
04-12-16 19:23
DDA Nieuws
Productietijd Zo in de loop van de laatste week van de even maanden valt traditioneel ‘Logboek’ op de mat bij DDA vrienden en relaties. Daaraan werken we met het hele productieteam, inclusief auteurs, redacteuren, vormgever en drukker. Het voorgaande nummer was ietsje verlaat, omdat de “in between jobs”-periode van onze vormgever was afgelopen! Gefeliciteerd René! (CM)
De Deense zusterclub jubileert! Ook in de Scandinavische landen startten verschillende clubs van liefhebbers in de periode dat de DDA ook op stoom was gekomen. Bevriende clubs in Zweden, Finland, Denemarken en Noorwegen, de DDA hee�t ze allemaal ontmoet. De Deense als jongste zusterclub vierde recent het 25-jarig bestaan in Roskilde met een Fly In. Dat feestje hebben we gemist… (CM via Henk Wadman)
Boekbespreking
All Along the Control Tower VOLUME TWO
All Along the Control Tower, Volume Two A photobook by Frans & Theo Barten © 2016 NARWAL, ‘s-Hertogenbosch http://www.narwal.eu € 37,50 incl p&p ISBN 978-90-817110-8-1
Ruim een jaar geleden bespraken we een nieuw boek, een boek met korte beschrijvingen / typeringen van verkeerstorens op voormalige Britse luchtmachtbases uit de Tweede Wereldoorlog. De verkoop van dat boek liep, vooral aan de andere kant van de Noordzee, zo goed dat de auteurs een tweede deel hebben samengesteld. Ook dit boek is weer gevuld met verstilde getuigen van de periode waarin jachtvliegtuigen en bommenwerpers hun missies startten, doorgaans onzeker of ze later die dag er weer zouden terugkeren. Eigenlijk zijn het allemaal landmarks geworden, die nu in een vaak veranderde omgeving herinneren aan ‘years gone by’. Net als het eerste deel is ook dit weer een aanrader, nu met 66, naar hun aard, bijna reliek te noemen objecten. Beide delen markeren 119 torens op voormalige Britse bases in Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland. (CM) (Links) RAF Davidstow Moor in Cornwall, England was in gebruik bij Coastal Command met onder andere Nederlands personeel. (Onder) De Watch Tower van RAF Errol in Fife, Schotland werd tot huis verbouwd. Het veld bestond vijf jaren…
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 11
11
04-12-16 19:23
Feit & Verhaal
Jan Willem de Wijn
Postvlucht
luwzijde van het witte duin.” Joustra hee�t de machine gehoord en schiet te hulp. Hij draait de zware ijzeren kurkentrekkers de grond in, waarmee het vliegtuig verankerd wordt en neemt de vliegenier mee naar zijn onderkomen. Zijn vrouw zet ko�fie en de twee dochtertjes van Joustra, die wakker zijn geworden, kijken van achter moeders rokken naar de vreemdeling. Voetje voor voetje lopen ze bedeesd op hem af. De vliegenier trekt ze, elk met een arm, op zijn knieën.
“Postvlieger Beekman trof het die dag niet (…) het weerbericht dat hij gelaten in de kniezak van zijn leren overall weggestoken had, was uitgesproken slecht.” Hij vliegt de lijndienst van de KLM van Malmö via Kopenhagen terug naar Schiphol. “Tot boven de drieduizend meter verborg de duisternis van de winteravond de stilte van de Kerstnacht, welke in al zijn vrede en klaarte uitgestrekt lag boven het witte wolkendek.” Beekman jaagt zijn vliegtuig op vij�honderd meter hoogte voort. Hij wil op tijd thuis zijn bij zijn vrouw en twee dochtertjes. In Kopenhagen hee�t hij, als kerstcadeau, twee grote poppen voor ze gekocht “met witte mut-
Kerstman
“Was hij niet de Kerstman, waar vader van verteld had, dat hij helemaal uit de hemel was gekomen om goed te zijn voor alle W.M.O.A. Beekman (Nederlandsche Luchtvarenden)
Kerst: tussen feit en fictie
sen en bonte schorten van het Deense land.” Het weer was slecht en werd steeds maar slechter. “Laag hingen de wolken van sneeuw over dreigende golven waar geen enkel teken van leven de vlieger uit de benauwende stilte van het alleen zijn verloste.”
Terschelling
“Maar ziet! Als door een onzichtbare hand wordt recht vooruit het grijs-witte gordijn van de sneeuwjacht uiteen gescheurd. Links dreigen de compacte sneeuwbuien boven het vasteland van Friesland. Maar in het bleke maanlicht ligt voor het razende vliegtuig de uitgestrektheid open van een grote witte strandvlakte: Schellingerland.” (een vroegere naam voor het eiland Terschelling, red). “De rode en groene navigatielichten hadden bij de landing niet alleen over de noordpunt van Schellingerland gezweefd, maar ook even ge�likkerd over de schamele woning van Renze Joustra, die in de schelpenvisserij de zorgen van het vasteland trachtte te vergeten. In die witte Kerstnacht lag het huisje als een donkere vlek tegen de
12
“We schrijven 24 december”, schrijft oud KLM-vlieger Willem van Veenendaal in zijn boek ‘Tussen hemel en aarde’. Hij verhaalt over een avontuur van zijn collega Wim Okke Beekman, zonder daarbij een jaartal te noemen. Het speelt zich af “al weer jaren geleden”. Dat moet zijn geweest voor 1934, want in december van dat jaar is Beekman in Irak verongelukt met de DC-2 ‘Uiver’. Een samenvatting van een verhaal tussen feit en fictie. Het had zomaar gekund… Het noordstrand van Terschelling rechtsboven en rechtsonder het vasteland van Friesland (Google Earth)
goede mensen en kinderen op aarde? De vlieger zag in de vrede van deze schamele woning, op dat uur de rauwe werkelijkheid van het leven verwijden en begreep diep in zijn hart het geluk dat uit de vermoeide ogen van de moeder tot hem uitstraalde. En toen hij plotseling de kleinen vertelde dat hij maar even weg zou gaan, maar vast en zeker terug zou komen en dat ze op hem mochten wachten, behoefden de vragende ogen van de moeder op dat ogenblik geen antwoord. In de sneeuw liep de vlieger in het geluk van de komende daad naar het vliegtuig dat daar ver bij de branding tot aan het aanbreken van een nieuwe dag zou moeten wachten. Op de terugweg blies de sneeuw hem in het gezicht, zette zich vast op de overall en liet hem nauwelijks voldoende zicht om weer de weg te vinden naar de vrede waar hij vandaan gekomen was. Maar toen de witte sneeuwman de deur haastig achter zich had dicht getrokken, toen de kleine armpjes zich verrukt uitstrekten naar de twee grote poppen, toen de moeder in een traan van al haar dankbaarheid en geluk sloot en vader Joustra met één blik heel veel zei, toen wist de vlieger dat
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 12
04-12-16 19:23
Feit & Verhaal zijn ziel zich in zijn hart had omgedraaid en dat het Kerstkindje hem de vrede gebracht had, welke niet de vrede der mensen is.”
naar het wonder van de vliegende mens. Even nog draaide de blauwe vogel laag over het duin en schroefde zich dan met de snelheid van een zwaluw op tot hoog in de pure vrieslucht, tot zij vaag als een vlek in het niet verdween…”
Naar huis
“Een nieuwe dag brak aan. De witte Kerstmis lag uitgestrekt over heel West-Europa. De wind was gaan liggen en alleen de witschuimende branding verried nog de woede van de elementen in de voorbije nacht. Toen de zon juist boven de kim rees en het vliegtuig steeds sneller en sneller over het sneeuwdek rende, de eigen schaduw als het ware najagend, stonden daar op het duin vier figuurtjes te kijken
“Vele jaren gingen voorbij”, zo schrij�t Willem van Veenendaal, “en nog vele malen vierde Beekman zijn Kerstmis niet thuis.” Beekman is dan ofwel in de Madeleine-kerk van Parijs of in het militaire kampement Don Muang van Bangkok. “Maar zo als die nacht op Schellingerland, bij het gezin van de schelpenvisser, was het Kerstkindje nooit meer tot hem gekomen…”. Wim Okke Beekman in 1927 geportretteerd door P.P. Koster (Kranige Corps Piloten der KLM)
Feit & Fictie
Willem van Veenendaal begint deze passage in zijn boek met de opmerking: “Nu komt een verhaal, een vertelling zo ge wilt.” Hij voegt toe: “dat in een verzonnen geschiedenis dikwijls meer waarheid schuilt dan in een verslag van een gebeurtenis die werkelijk hee�t plaats gehad.” Toch was uw redacteur benieuwd of er een deel werkelijkheid in het verhaal schuilt. Uit de Luchtvaart- en Luchtpostencyclopedie van het echtpaar TSchroots blijkt dat nachtelijke postvluchten van de KLM naar Scandinavië v.v. pas vanaf 1933 tot en met december plaatsvonden. In het archief van Herman Dekker over incidenten (incl. voorzorglandingen) komt Beekman wel voor (in 1927, ‘29 en ‘30), maar niet op Terschelling. Het enige KLM-vliegtuig dat op Terschelling (wegens motorstoring) een noodlanding maakt, is in 1924 de Fokker C.II H-NADX. Toch is er wel een Fokker F.VIIa van de KLM op het strand van Terschelling geland: dat was (o.m.) in februari 1929 ter bevoorrading als de Waddeneilanden weer eens door zware ijsgang onbereikbaar zijn geworden (zie blz. 7). Veel fictie dus. Maar heel soms huldigt uw redactie het motto: ‘Never let facts spoil a good story’.
In 1929 landt een Fokker F.VII van de KLM op Terschelling (coll. Museum voor Communicatie/PTT Museum) DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 13
13
04-12-16 19:23
Mens & Fotocollectie “Annemie Wol�f was een vriendin van mijn moeder en grootmoeder. Ik kende Annemie goed en kwam als kind al in de donkere kamer en ik wist dus dat zij een bijzondere collectie foto's had. Ik vond het fantastisch om in een ontwikkelbad een foto te zien verschijnen, dat is toch iets magisch voor een kind. In 1994 is Annemie op 87-jarige lee�tijd overleden. Zij hee�t de fotocollectie aan mij nagelaten. Mijn man, Willem Kroese, was zelf een verwoed amateur fotograaf en is niet in de laatste plaats vanwege zijn interesse voor de luchtvaart eind jaren negentig begonnen met het afdrukken van een aantal foto's. Schiphol had zijn bijzondere belangstelling, hij was er in 1972 onder andere werkzaam als assistent-havenmeester.
Paul van der Horst In oktober van dit jaar bezocht de Logboek redactie de fotografietentoonstelling over honderd jaar Schiphol in de ‘Galerie de Meerse’ in Hoofddorp. De uit de periode 1933 tot 1955 afkomstige foto's werden gemaakt door Annemie en Helmuth Wol�f. Wat een oogverblindend mooie serie werd daar tentoongesteld. Dit vroeg om een nader onderzoek. Logboek in gesprek met de eigenaar-beheerder van de Wol�f-collectie, Monica Kaltenschnee.
De Wol�f-collectie geopenbaard
schillende vrouwenbladen zoals Libelle en Margriet. Bovendien bevat de collectie veel foto's van het alledaagse leven in en om Amsterdam. Van veel vooroorlogse foto's is niet bekend wie ze hee�t gemaakt, Annemie of Helmuth. Van de foto's uit de oorlog en daarna weten we uiteraard dat Annemie ze hee�t gemaakt, omdat Helmuth op 15 mei 1940 na de Duitse inval in Amsterdam zelfmoord pleegde. Annemie deed eenzelfde poging maar overleefde ternauwernood. Wat zij hee�t gedaan in de periode 1940 tot 1943 is onbekend, maar in 1943 portretteerde ze veel mensen uit voornamelijk Amsterdam-Zuid. Onder hen waren veel Joden die later zijn weggevoerd. De mensen op deze foto's worden nu geïdentificeerd.
In 2001 werden wij benaderd door Simon Kool, fotohistoricus en tentoonstellingsmaker, die de fototentoonstelling ‘Van IJ tot Zee’ over 125 jaar Noordzeekanaal had samengesteld. Hierbij had hij in het archief van het “Annemie vertelde nooit zoveel Scheepvaartmuseum foto's gevonden over haar werk, en zeker niet over van de Amsterdamse haven, gemaakt de oorlog en die portretten. We door ene Annemie Wol�f. Hij kon daar hebben overigens later wel een kasechter weinig over haar vinden. Het boek gevonden met de namen en Scheepvaartmuseum hee�t hem mijn adressen van de mensen die zij met naam gegeven en zo zijn wij in contact name in 1943 fotografeerde. Daargeraakt. Toen het Scheepvaartmusedoor hebben we van ongeveer 300 um in 2003 een tentoonstelling over personen kunnen achterhalen wie de door Annemie gemaakte foto's van ze zijn en waar zij woonden. Somde Amsterdamse haven hield was hij migen hebben de oorlog overleefd. Annemie en Helmuth Wol�f lieten een fantastische fotocollectie na. verkocht. Mede door zijn inspanningen We vermoeden dat een aantal foto's wordt het leven van Helmuth en Annemie Wol�f beetje bij beetje is gemaakt voor valse persoonspapieren, want inmiddels weten in kaart gebracht.” we dat ze ook werkte voor de ‘Ondergedoken Camera’, een verzetsgroep van fotografen. De fotocollectie bestaat uit ongeveer 50.000 zwart-wit negatieven en bevat grotere onderwerpen als Schiphol, de Amsterdamse haDe passie voor de fotografie bracht Annemie over op haar man ven, portretfoto's van onder andere joodse mensen ten tijde van Helmuth Wol�f. Helmuth was gebiologeerd door de kleinbeeld de bezetting, reisfoto's gemaakt in Noord Afrika en een collectie kleurenfotografie en kleurenlithografie. In 1939 schreef hij het kookfoto's, die ze vanaf 1934 tot eind jaren zestig maakte voor verstandaardwerk ‘Kleuren’. Dat was niet zijn eerste publicatie. Een fraai voorbeeld van de wijze waarop Annemie Wol�f de bedrijvigheid op Schiphol wist vast te leggen is zichtbaar rond de DC-4 NC90423 ‘Flagship Washington’ van American Overseas Airlines.
14
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 14
04-12-16 19:23
Mens & Fotocollectie In 1937 kwam onder zijn regie het fotovakblad ‘Kleinbeeld-foto’ uit Bavo in 1911, tot de Focke Wulf Fw.200 Condor en de Amerikaandat maandelijks verscheen. Helmuth Wol�f was van huis uit ingese naamgenoot de Curtiss Condor. Van Douglas DC-4 Skymasters nieur en architect. “In 2013 ben ik met Simon naar München geen de Lockheed Constellation tot de Fokker F.2, die in 1936 werd gaan, de stad waar Annemie en Helmuth woonden, om nader ongebruikt voor het bovengenoemde Fokker jubileum. Een voor de derzoek te doen in de archieven. Daar hebben we ook zijn huizen DDA toch wel bijzondere foto betre�t de aanbouw van de naoorgezien, waaronder een aantal woningbouwprojecten uit 1927 en logse verkeerstoren, van 1983 tot 1989 het onderkomen van de la1928. Aardig detail: in 2005 werd een prijs uitgereikt voor de ondertere Dutch Dakota Association. En veel, heel veel foto's van DC-2's scheidende architectuur waaronder de huizen werden gebouwd.” en DC-3's. In 1933 vluchtten Annemie Wol�f-Koller en Helmuth Wol�f vanuit München naar Nederland. Zij gingen wonen in Amsterdam-Zuid, Gevraagd naar de plannen die Monica Kaltenschnee met de fotoeerst aan de Stadionkade en later aan de toenmalige Noorder Amcollectie hee�t, volgt een geruststellend antwoord. “Ik wil zorgen stellaan, de huidige Churchilllaan. Ze richtten een fotostudio op dat de collectie goed bewaard wordt. Er is al veel gedigitaliseerd. en kregen al snel opdrachten van de gemeente Amsterdam om de Bovendien krijgt de fotocollectie steeds meer aandacht. De StichAmsterdamsche haven en Schiphol in beeld te brengen. De foto's ting Annemie en Helmuth Wol�f organiseert wereldwijd tentoonzijn van ongekende kwaliteit en schetsen een prachtig tijdsbeeld stellingen. In 2015 in San Francisco en in hetzelfde jaar een openvan zowel de vooroorlogse als luchttentoonstelling van de De Fokker F.VII PH-ALY werd voor het uitbreken van de oorlog verkocht naar de naoorlogse luchthaven. Hun portretten op de Churchilllaan. Denemarken en daar in 1943 gesloopt. Let op de bakfiets met ko�fers, kenmeroog voor architectuur spat van de Tot 26 februari 2017 in Chicago kend voor de menselijke activiteiten zoals Annemie en Helmuth Wol�f deze op het juiste moment wisten vast te leggen. foto's af. Veel foto's werden genoen vanaf maart 2017 in Amstermen bij mooie weersomstandigdam in het Nationaal Holocaust heden. Op nagenoeg alle foto's Museum in Amsterdam. Bij de van vliegtuigen, gebouwen en opening van die tentoonstelling voertuigen staan mensen, prachzullen twee boeken worden getig en in proportie in de composipresenteerd: het boek van Simon tie opgenomen. De bedrijvigheid Kool over het leven van Helmuth op Schiphol werd (net als op de en Annemie Wol�f, waarin onfoto's van de Amsterdamse hageveer 150 foto's zullen worden ven) tre�fend in beeld gebracht. opgenomen en een boek over Ongecompliceerd, zonder regie de portretfoto's die Annemie op de mensen. Annemie fotomaakte in 1943 geschreven door grafeerde vlak na de oorlog ook de onderzoekers An Huitzing en het zwaar beschadigde Schiphol Tamara Becker. alsof zij een complete geschiedschrijving wilde documenteren van de door het oorlogsgeweld Voor wie meer wil weten over de Wol�f-collectie; in januari 2015 verdwenen architectuur. zond NPO de documentaire “Nog even langs de fotograaf” uit. Via de volgende link kan de indrukwekkende documentaire worDe variëteit in vliegtuigen is spectaculair. Van de Fokker Spin in den bekeken, www.npo.nl/nog-even-langs-de-fotograaf/11-01-2015/ 1936, gebouwd door Fokker personeel met close ups van de vliePOW_01005400. ger Wim van Nijenho�f, bij de herdenking van de vlucht om de Sint
Vooroorlogse foto van het platform van Schiphol met de DC-2 PH-AKJ ‘Jan van Gent’, die in 1940 door de Duitsers werd buitgemaakt. In het midden de Fokker F.XXII PH-AJP ‘Papagaai’, die in 1939 naar Engeland werd verkocht en in 1952 op Prestwick werd gesloopt. Achteraan de DC-2 PH-AKP ‘Perkoetoet’ die op 10 mei 1940 bij de bombardementen op Schiphol werd vernield (alle foto's © Wol�f collectie via Monica Kaltenschnee). DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 15
15
04-12-16 19:23
Show Report
Jan Willem de Wijn
(foto's Jan Willem de Wijn)
Hahnweide:
Onderons(je) van Oldtimers De deelnemerslijst van het Engelse Fokker E.III replica, 101 jaar na de Duxford is indrukwekkend met bijna eerste vlucht van vij�tig warbirds uit vier landen. Maar het dit type spektakel zit ‘m toch in de Balbo-massaformatie aan het einde. ‘t Gaat met name om de show, vooral met wel vij�tien Spitfires! Dat is een heel verschil met het Oldtimer Tre�fen in het Duitse Hahnweide. Van de 260 historische vliegtuigen die daar binnen komen zetten, zijn er met gemak tachtig die ook warbird mogen worden genoemd. En ze zijn ook nog ‘s gebouwd in dertien verschillende landen. Maar hier ligt de nadruk veel meer op een onderonsje van oldtimers: de grasbaan is voor plastic verboden!
Oudste
Met afstand het oudste vliegtuig dat een show weggee�t, is een Zweedse Blériot XI (type: Kanaalbedwinger) gebouwd tussen 1910 en 1918. Mikael Carlson draait tergend langzame rondjes met z'n vij�tig paardenkrachtjes, ondertussen vriendelijk wuivend naar de duizenden bezoekers. Mikael hee�t ook een replica van een Fokker Dr.1 meegenomen. Na 3,5 jaar bouwarbeid vloog hij in 2008 voor het eerst met het toestel (SE-XXZ). Opvallend is het geweldige oog voor detail waarmee deze Dr.1 (van Dreidecker) gebouwd is op basis van originele tekeningen. De kleuren zijn afgeleid van de machine (403/17) waarmee Leutnant Johann Janzen van Jagd Sta�fel 6 in februari 1918 in Frankrijk vloog. Dat toestel was gebouwd onder Werknummer 1987 en op de neus prijkt een constructienummerplaatje met juist dat nummer. Links: Zelfs het constructienummerplaatje is nagemaakt Onder: Mikael Carlson beklimt zijn Dr. 1
Ruim zestig tweedekkers op Hahnweide
Deze Fokker is dus eigenlijk een jonkie onder de oldtimers. Dat gold ook voor de Fokker E.III (Eindecker) replica uit 2015 (precies een eeuw na zijn eerste vlucht). Oudjes waren er zat. Een kleine dertig deelnemende vliegtuigen was voor 1940 gebouwd en ruim vij�tig maakten hun eerste vlucht tussen 1940 en 1945.
Tweedekkers
Deze driedekker en anderhalfdekkers als de Antonov An-2 meegerekend, telde ik op Hahnweide ruim zestig tweedekkers, bijna een kwart van alle historische machines. Smullen was het vooral van de negen (!) exemplaren van de toch zeldzame Focke Wulf FW-44 Stieglitz. Allemaal authentiek, gebouwd tussen 1937 en 1941. Dat waren niet alle zestien Bücker 131 Jungmann's. Slechts eentje daar-
16
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 16
04-12-16 19:24
Show Report van was gebouwd in het vooroorlogse Duitsland, een ander deel na de oorlog in Spanje in licentie (CASA). Maar nog weer een ander deel is veel later als replica gebouwd in het naoorlogse Duitsland (B&F: Breitkreuz & Funk) en Tsjechië (Tatra). Bijzondere oudgediende was de deHavilland DH-83 Fox Moth uit 1933 met de vlieger bovenop de romp en passagiers binnen in een kleine cabine. Van recenter datum, maar nog minder bekend, was de Hatz CB-1 uit de jaren zestig, waarvan een Zwitserse replica z'n opwachting kwam maken.
Met deze PH-NFF vlogen Burgerhout en zwager Europa rond
Lacune in historie
Hans Teygeler kwam in z'n Bowers Fly Baby PH-BRR
Enige Nederlander(s)
Het was wel even zoeken, maar er was ook een ‘oldtimer’ uit Nederland komen vliegen. Hans Teygeler was in drie etappes naar Hahnweide gevlogen in zijn Bowers Fly Baby PH-BRR uit 1972. De open cockpit deerde hem niet met temperaturen rond de 30 graden. “Met mijn muziek op Spotify op een oor kwam ik die 4,5 uur vliegen met 110 km/uur wel door”. In totaal deed Hans er vanaf Hilversum ongeveer zes uur over. Zijn tentje had hij meegegeven aan Steije Ruiters en Nick Scheltinga in de Cessna 172 PH-SKC. Zij riepen (ondanks het feit dat ze geen oldtimer vlogen) toch Hahnweide op met het verzoek er te mogen landen. Want ze hadden, als ‘volgteam’ de bagage van de Fly Baby bij zich. Na enige minuten beraadslagen kreeg de Cessna uit 1978 - bij hoge uitzondering - het groene licht van de verkeersleiding. Neerlands airshow commentator Leo van der Goot mocht met de plastic WT9 Dynamic (PH-4B7) uitwijken naar een nabij gelegen vliegveldje.
‘Dinner for One’
De registratie van de gele Tiger Moth D-ETHC uit 1939 verwijst naar de eigenaren: Thomas, Herbert en Claudio. Het trio bedacht de naam ‘Miss Sophie’ op een drankovergoten oudejaarsavond. Naar de adellijke dame in ‘Dinner for one’, slapstick op zwart-wit televisie. Zij dineert met een denkbeeldig gezelschap aan tafel waar een legendarische butler zich een slag in de rondte loopt om het zijn werkgeefster en haar gasten naar de zin te maken. Daarbij constant struikelend over een tijgervel. Mooie beeldspraak voor zorgzaam restauratiewerk! Overigens: eind jaren negentig vloog de Tiger nog als PH-CRO vanaf Midden Zeeland. Ook hier een verwijzing naar de eigenaar: C. ROggeveen.
De waarschijnlijk oudste Duitse Beech D35 Bonanza was de D-EVGS met bouwjaar 1953. Eigenaar Clemens Kopp gaf op dat het toestel in de jaren ’70 vanuit Amerika naar Zwitserland was verhuisd en sinds 2010 in Duitsland vliegt. Vandaar de Zwitserse vlag op de V-staart. Maar daarmee wordt een belangrijke episode uit de geschiedenis van deze Bonanza vergeten. Nog in zijn bouwjaar wordt het toestel namelijk als PH-NFF afgeleverd aan Aviolanda. Directeur Hendrik Burgerhout jr. neemt er meteen mee deel aan vliegrally's op Eelde, maar ook in Sicilië en Zwitserland. Navigator is zijn zwager H. Krutho�fer, eveneens uit Wassenaar. In 1957 krijgt Burgerhout onthe�fing om met zijn Bonanza van de paardenrenbaan Duindigt als vliegveld gebruik te maken. Dat biedt hem de mogelijkheid om van zijn huis naar zijn werk (de airstrip van Aviolanda in Papendrecht) te vliegen. Maar in datzelfde jaar wordt de Beech echter naar Zwitserland verkocht als HB-EGS. Wel zo'n twintig jaar eerder dan aangenomen.
Tante Ju's
Traditiegetrouw komen op de ‘An�liegtag’ driemotorige Junkers 523m's met passagiers uit Zwitsersland naar Hahnweide. Vijf jaar geleden arriveerden nog zes machines in formatie, dit jaar nog drie. Toch een imposant geluid dat doet herinneren aan 10 mei 1940, de dag dat de Lu�twa�fe een totaal van 432 van deze trage Junkers met parachutisten en materieel inzette tegen Nederland. En de dag dat daarvan 284 vliegtuigen werden beschadigd, waarvan 221 (meer dan de hel�t) zo zwaar dat ze moesten worden afgeschreven. Vrijwel de hele jaarproductie aan Junkers 52-3m's ging op een dag in Nederland verloren. Volgens Guinness Book of Records: het grootste verlies op een dag van een luchtmacht ooit. Op Hahnweide werden rondvluchten met de ‘Tante Ju’ verzorgd. Nog maar drie....
‘Miss Sophie’ herinnert aan Nederland en zwart-wit TV DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 17
17
04-12-16 19:24
DakoTaal
Paul van den Berg
(foto's Paul van den Berg)
Het Sprookje is uit...
Bijna achttien jaar geleden schreef ik voor het toenmalige DDA In-Flight Magazine editie 1999-2000 al over “Het Sprookje van Schiphol-Oost”. Onderwerp: de restauratie van DC-3 Dakota PH-DDZ ‘Doornroosje’, toen in de eindfase bij de DDA in hangaar 3. Een restauratieproject dat twaalf jaar zou duren, van 1987 tot haar eerste post-restauratievlucht in mei 1999. Vele vrijwilligers, de meeste van de TD, zouden er uiteindelijk duizenden uren aan gewerkt hebben, sommigen de volledige twaalf jaar, anderen korter. Zowel bij Engineering, Bedrijfsbureau als op de ‘werkvloer’ is onnoemelijk veel werk verzet; met een voorzichtig rekensommetje komen we op ca. 126.000 manuren. Volgens McDonnell Douglas was ze zelfs ‘The last new-build DC-3 of the world”. Maar met al die manuren, eigenlijk ook de duurste! Van al die (toen vaak al gepensioneerde) engineers en techneuten is inmiddels een groot deel overleden en anderen hebben de DDA inmiddels verlaten. Slechts een handjevol uit die tijd is vandaag de dag nog actief bij de DDA/TD. Deze twee pagina's met meest nog nooit eerder gepubliceerde foto's zijn een laatste hommage aan alle vrijwilligers die destijds aan de restauratie van ‘De Z’ hebben meegewerkt en waarvan sommigen Doornroosje altijd als ‘hun Dakota’ zullen blijven beschouwen. Het Sprookje van Schiphol-Oost is nu uit; voor onze Doornroosje begint een nieuw verhaal op Lelystad.
...en ze vloog nog lang en gelukkig!
Dakota IV KP208 is nog bijzonder origineel.
18
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 18
04-12-16 19:24
DakoTaal
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 19
19
04-12-16 19:24
Advertentie
Er gaan hardnekkige mythes rond. Verhalen over het werk van luchtverkeersleiders die niet kloppen. Wij helderen ze voor je op in dit tweede deel van ‘Luchtverkeersleiding mythes ontrafeld’
Luchtverkeersleiders hebben altijd stress Als dat zo zou zijn dan zouden we binnen de kortste keren met z'n allen thuis zitten. Om luchtverkeersleider te kunnen worden hebben we een uitgebreid selectieproces doorlopen waarin we onder andere op stressbestendigheid zijn getest. Tijdens het werk kijken we ook goed naar onszelf en onze directe collega's. Als het te druk wordt dan splitsen we het luchtruim op en gaan we met meerdere collega's dat stuk luchtruim a�handelen. Daarbij mogen we maximaal 2 uur en 20 minuten aaneengesloten werken waarna we verplicht pauze hebben. In de pauze kunnen we ontspanning zoeken achter een pc, pooltafel of bijvoorbeeld door te gaan sporten in onze fitnessruimte.
Om met alle piloten te kunnen communiceren moet je 5 talen spreken In de luchtvaart spreken we een hele aparte taal met elkaar: Radiotelefonie (RT). Dit is gebaseerd op het Engels, maar er komt vooral veel jargon bij kijken. Al is Engels je moedertaal, dan nog heb je tijd en opleiding nodig om de luchtvaarttaal te kunnen verstaan en te kunnen spreken. Dus of we nu met een Franse, een Chinese, een Nederlandse of een Russische piloot communiceren, we spreken altijd dezelfde taal met elkaar. Als Nederlandse luchtverkeersleiders onderling spreken we overigens vrijwel altijd Nederlands met elkaar dat verweven is met RT. Een zin die je zomaar zou kunnen horen bij ons is bijvoorbeeld: “De KLM1234 gaat op een heading om er wat delay uit te vliegen, dan gaat de KLM5678 holden in de stack op �lightlevel 100.”
Je moet supergoed zijn in wiskunde Het is handig als je snel kunt uitrekenen waar een vliegtuig zich bevindt ten opzichte van een ander vliegtuig over X minuten, rekening houdend met vliegtuigprestaties en wind. Maar uiteraard staat de techniek ook niet stil en helpen de tools ons in het dagelijkse werk. Uit het hoofd snelle basisberekeningen kunnen maken is dus prettig, maar supergoed zijn in wiskunde is geen vereiste. Wat wel echt van belang is om goed ruimtelijk inzicht te hebben. Van dat platte 2D plaatje op de radar moet je in je hoofd een 3D beeld maken.
20
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 20
04-12-16 19:24
Paul van der Horst
(foto's Paul van der Horst)
DDZ Heden
En de laatste ronde in de DDA: Een tijdperk is ten einde. DDA Classic Airlines hee�t na ruim dertig jaar geen vliegtuigen meer met een PH-DD..-registratie. Op 28 september 2016 vertrok de PH-DDZ van Schiphol naar haar nieuwe eigenaar. Logboek belicht het meest recente wapenfeit van de DDZ, het transport naar het Luchtvaartthemapark Aviodrome. Het transport in september verliep ongeloo�lijk professioneel, in relatieve rust en met een voorbeeldige e�ficiency. 's Ochtends was begonnen met het optrekken van het landingsgestel, zodat de Dakota rustig in een horizontale stand kon worden gebracht. De wielen van een Dakota steken in opgetrokken toestand nog een �link stuk uit, dus Doornroosje stond in zekere zin nog steeds op haar wielen, toen ze op de dieplader werd getakeld. De vleugels waren al op een eerdere datum gedemonteerd.
Goodbye Doornroosje De Schinkel en Kostverlorenvaart in Amsterdam, gefotografeerd vanuit de PH-PBA, enkele weken voordat de DDZ die waterroute zou volgen.
x w
Rond twee uur reed de dieplader hangaar 10 op Schiphol-Oost uit, het onderkomen van de DDZ in de afgelopen drie jaar. Onder een strakblauwe hemel werd de korte reis naar de Ringvaart ondernomen. Niet meer dan een kilometer, maar met uiterste zorgvuldigheid werd het transport naar de wachtende ponton gemanoeuvreerd.
x
Langs de houtzaagmolen ‘de Otter’, een paltrokmolen uit 1631, de oudste van vijf nog bestaande molens van dit type.
w
Onder de geopende brug aan het begin van de Kinkerstraat.
v
v
u
Het terras van ‘Gent aan de Schinkel’.
u
Grappen werden gemaakt over het mislukte transport van de Dakota voor de Soldaat van Oranje musical, maar dit transport verliep een stuk zorgvuldiger. Een paar krappe bochten werden moeiteloos getrotseerd, de sturende achterwielen van de dieplader maken het leven in het bochtenwerk een stuk eenvoudiger. Nadat de DDZ en de vleugels op het ponton waren gehesen werd de reis richting Lelystad aanvaard. De vaarroute voerde van de Ringvaart over de Nieuwe Meer naar de Schinkel en de Kostverlorenvaart. Met de gemeente Amsterdam was overeengekomen dat bruggen vanaf 18:00 uur geopend mochten worden en zo geschiedde. Maar liefst tien bruggen werden in minder dan een uur geopend voor het bijzondere transport. Ondanks het feit dat uw redacteur goed bekend is in Amsterdam en goed wist waar hij moest zijn om het transport te volgen, had hij de grootste moeite om de ponton bij te houden. Via de Kattensloot, de gracht langs de Marnixkade en het Westerkanaal werd onder gestaag toenemende belangstelling het IJ bereikt.
Time to say goodbye.
Gemengde gevoelens. Een tijdperk is ten einde, maar de zekerheid dat de DDZ voor Nederland behouden blij�t, maakt veel goed. Over de Schinkel DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 21
21
04-12-16 19:24
Persoonlijk
Mariette Kuntze-Gersie
(foto's Rob Schmidt)
Een doos met schriften ”Wat vliegt daar?” en”Wat
Al weer enige tijd geleden kwam een enthousiaste DDA-Vriend met een doos met een prachtig oud vergeeld boekje en een tiental blauwgrijze schri�ten bij de DDA met de vraag of de redactie van de DDA hiervoor interesse had. Inmiddels is iedereen gewend aan een digitale wereld en wordt een database aangelegd, maar ‘vroeger’ werd er echt verzameld. Het boekje met de titel “Wat vliegt daar?” is in 1935 uitgegeven bij W. Versluys (N.V.) Amsterdam-Batavia-Paramaribo en is samengesteld door E. Smits. Het bevat 112 bladzijden met technische gegevens van vliegtuigen destijds, opgesierd met tekeningen van M. Degen. Het begint met de uitleg over wat voor velen een raadsel is: hoe een vliegtuig kan vliegen. Er zijn natuurlijk vele tekeningen van Fokkers, maar op bladzijde 12 vind ik eindelijk een eerste ‘Fokker-Douglas DC.2’ vermeld, met op bladzijde 24 de uitgebreide gegevens van het toestel, de PH-AKR Rietvink.
Grensverleggende ontwikkelingen Nog unieker is de inhoud van de tien schri�ten. Carl Schmidt verzamelde
hierin krantenberichten over de luchtvaart. Zoon Rob hee�t de doos nu onder zijn hoede. Hij is zowel vriend van de DDA als van de Catalina. Met onze Dakota maakte hij een memorial vlucht naar Arnhem en hij is een keer mee geweest naar Duxford en ook de vluchten met de Cat zijn onvergetelijke ervaringen. “Mijn vader was geboren in 1917, dus in die tijd was hij 18 à 20 jaar. Op diezelfde lee�tijd, in de jaren 60, was ik zelf hevig geïnteresseerd in de ruimtevaart, met de eerste maanlanding in 1969 als hoogtepunt. Zoals in de jaren 30 er ontwikkelingen waren in de luchtvaart, waren er in mijn tijd in de jaren 60 grensverleggende ontwikkelingen op het gebied van de ruimtevaart. Behalve de tien schri�ten met de knipselkranten heb ik een klein fotoalbum van mijn vader, met privéfoto's die gemaakt zijn op Waalhaven, Schiphol en Ypenburg. Met bekende vliegtuigen van die tijd, en daarbij ook ansichtkaarten met vliegtuigen en interieurs.” Hij vertelt dat de familie in Den Haag woonde wat de bezoekjes van zijn vader aan Waalhaven en Ypenburg destijds makkelijk maakte.
Wegdromen naar de oost en de west De knipsels zijn keurig opgevouwen en ingeplakt, zowel op de rechter als linker bladzijde. Natuurlijk staat de Melbour-
ne race van 1934 met de start op 20 oktober in een van de schri�ten, zijn er zwart-wit foto's van de verkeerstoren met radiostation op Schiphol, van cockpits en diverse vliegers. Om zomaar even een beeld te geven en een greep te doen, van wat je herkent of waar je helemaal niets van afweet, dat maakt het bekijken van deze zorgvuldig ingeplakte krantenberichten tot een speciaal moment. Even wegdromen naar de tijd dat de KLM groot werd en naar de oost en west ging vliegen. In 1935 een foto van drie Dragon Rapide-vliegtuigen naar Indië 'voor de karteering van Nieuw -Guinea.’ Een cahier hee�t als etiket ‘rampen der KLM, met ‘wanhoopstijdingen’ over de Leeuwerik, de Kwikstaart, de Gaai, de Maraboe, maar ‘het leven herneemt zijn gang.’ Een bericht van 29 mei 1936 vertelt over de eerste vlucht van het zweefvliegtuig dat door leerlingen van de M.T.S. en de Zeevaartschool is gebouwd en het vliegen met een nabootsing van de Spin. Ook zijn er berichten over vliegveld Bromma, over vliegfeesten, luchtoefeningen van oorlogsvliegtuigen ‘verschrikkingen met bommen’, over de eerste vliegboten, de “vliegende bakvisch” namelijk een vrouwelijke vlieger miss Betty Malcolm die een recordvlucht van Engeland naar Australië voorbereidt, “het vlaggeschip der K.L.M. de Arend de F36 die in de centrale werkplaatsen op Schiphol wordt gereed gemaakt voor zijn reis naar Indië”. Dat waren heroïsche tijden.
22
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 22
04-12-16 19:24
Persoonlijk
Pioniers op de Indië-route (knipsel Haagsche Courant van 9-10-1935) “De heer Duimelaar, K.L.M.-gezagvoerder op de Kwak, is een der pioniers op de Indië-route. Bekend is zijn Kerstpostvlucht
naar Indië in December 1928. Hartje winter vloog hij door Midden Europa, maakte een noodlanding bij Erfurt wegens ijsafzetting op de vleugels, had groote moeite met de motoren die in de koude nog met de hand gestart moesten worden, vloog door naar Batavia en kwam met de Nieuwjaarspost terug.” Ook spannend is zijn verslag op weg naar Medan van de landing met de Fokker Douglas bij noodweer in het oerwoud. De kranten staan niet alleen vol met berichten, interviews en verslagen van de piloten over de landingen, de ijsafzetting, de invloed van de moesson, de radio-dienst en het houden van contact met het vliegtuig gedurende de gehele tocht, maar er werden ook propaganda-lezingen gehouden om de luchtvaart te promoten.
Schiphol-Oost Voor dit persoonlijke gesprek tre�fen we ons in restaurant Wings in de oude toren op Schiphol-Oost waarvandaan zo vele
vliegtuigen vertrokken. En in deze toren is het verhaal van de DDA ook begonnen. We kijken naar gedenkwaardige foto's van het Douglas-toestel van de K.N.I.L.M. op het B.P.M.-vliegveld Manggar bij Balikpapan (19-2-1936) en de eerste spade in de grond voor de aanleg van Vliegveld Ypenburg, foto's over het majestueuze luchtschip de Hindenburg, de Lijster die landt op het vliegveld Welschap bij Eindhoven ter gelegenheid van de opening van het nieuwe stationsgebouw alsook artikelen over het steeds harder vliegen en de snelheidsgrens van 225 kilometer per uur, over de drie eerste ‘gastvrouwen, de stewardessen bij de KLM met haar ‘verheven taken’. In het laatste schri�tje moeten de berichten van 1936 nog worden ingeplakt: de nieuwe Douglas D.C.3-machine die de naam Ibis kreeg is op 13 oktober 1936 geland. Ik realiseer me dat de krantenberichten die ik in handen heb, zo'n 80 jaar oud zijn. Het allerlaatste bericht is van 8 februari 1937, over de luchtrace New York-Parijs met een toestel dat dan al 360 km per uur zal vliegen. Met enige weemoed doe ik de schri�ten weer in de doos. Het is tijd om te gaan. Het kan verkeren, in de geschiedenis van de luchtvaart. Dank aan Rob Schmidt die zo attent is geweest de doos met historisch en uniek materiaal aan de DDA uit te lenen.
F36 op Schiphol in 1934, met Carl Schmidt in het midden, met stropdas, rechts van de man in wit kostuum.
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 23
23
04-12-16 19:24
Vervlogen Vliegvelden Wie op de kaart of in Google Maps naar de coördinaten 52°27’28.6”N 6°49’41.5”E gaat, komt op een wel heel bijzondere plaats in ons land uit, tussen twee cirkels in. De cir-
Coert Munk
De Cirkels van Jannink
kels liggen nog net in ons land De oorsprong van de cirkels is een geheel andere. De Cirkels van Jannink, gekscherend de Beha aan de grens, waar Duitsland van Jannink genoemd, zijn om verschillende redenen van historisch belang. Je kunt beide cirkels met een gerust hart “erfgoed” noemen. Dat het landbouwkundig erfgoed is, lijkt nog niet geheel
dat “puzzelstukje” hee�t tussen vast te staan, maar op luchtvaartgebied is daar alle reden voor. Het is een vervlogen vliegveld.
Coevorden-Schoonebeek in het In 1928 kocht Christine Friederike van Heek, gehuwd met Enschedese textielfabrikant Gerhard
Jannink, een aantal percelen grond in Mander. Ze was bezig met ontginning van woeste grond
noorden en Ootmarsum in het op haar landgoed ‘Het Springendal’ en zocht naar mogelijkheden om de schrale grond in cultuur zuiden. Die cirkels liggen er niet brengen. Kunstmest was een nieuw product in de markt en kon gebruikt worden bij het experivoor niets, maar om daar nou een vliegveld van te maken…
ment. Christine schonk de aangekochte percelen in Mander aan haar zoon Gerhard Jannink om er een landbouwbedrijf op te beginnen. Via zijn contacten in de VS leek het Gerhard een goed idee om de percelen in de rondte, vanuit het middelpunt, te bewerken. Dat ging sneller, zo hoefde je niet heen en weer te gaan bij het ploegen.
Rechts: Jannink's Fairchild PH-NDI bij het huis geparkeerd (Enrico Wijngaarden)
markante cirkels op de kaart (Topografische dienst)
Er werd een eerste cirkel aangelegd met een doorsnede van ongeveer 340 meter; het experiment startte en was al snel succesvol. Plannen voor een tweede en derde cirkel werden gemaakt en de schrale zandgrond moest op die manier worden omgetoverd in tien tot twaalf hectare bruikbare akkergrond. Dit aantal is door interventie van zijn moeder niet doorgegaan. Zij was het er niet mee eens, dat naar verhouding veel heidegrond werd gebruikt en vond het bezwaarlijk, dat vrij veel grond niet werd gebruikt aan de hoeken van de percelen waar de cirkels in lagen. Gerhard slaagde nog in de aanleg van een tweede cirkel, zo'n 380 meter in doorsnede. Op beide cirkels werden afwisselend aardappelen, rogge en haver verbouwd. De producten werden geoogst met behulp van een paard, dat aan een paal in het midden van de cirkel vast zat. Jannink was, net als de aangetrouwde familieleden Van Wul�tten Palthe en Van Heek, zeer geïnteresseerd in de ontwikkelingen van de (landbouw)mechanisatie, zodat een tractor en andere noviteiten al snel werden geïntroduceerd in het bedrijf. Er moest een boerderij komen, maar dat ging niet door. In plaats daarvan werd een zomerhuisje gebouwd. In één van de artikelen, die over het bedrijf zijn geschreven, wordt gemeld dat er geen elektriciteit en stromend water beschikbaar was, maar dat picknicken een goed alternatief was. In de buurt van het zomerhuisje werd in 1951 een voormalige portierswoning vanuit Enschede op het perceel geplaatst.
24
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 24
04-12-16 19:25
Vervlogen Vliegvelden
vers gerestaureerd in april 2016 (internet)
Het experiment was uiteindelijk geen succes, er waren geen boeren die verder gingen met de aanleg van de landbouwcirkels. Met name de ine�ficiënte manier van werken waar Gerhard's moeder al op wees, was daarvoor de aanleiding. De Cirkels van Jannink waren wel markant als landmark. In 1991 werden ze overgedragen aan Stichting Het Overijsselse Landschap. De stichting gaf al snel aan kunstenaar Paul de Kort de opdracht om een plan te maken waardoor de cirkels blijvend als landschapsfenomeen behouden bleven. De Kort maakte de beide Mandercirkels beter ‘leesbaar’ in het landschap met behulp van een wandelpad van zo'n 2,5 kilometer lengte en markeerde de omtrek van de cirkels met een greppel en wal. Het middelpunt werd versterkt met jeneverbesstruiken in een omvangrijk labyrint. Bij een bezoek werd duidelijk, dat deze landschapsverfraaiing in de loop der jaren de strijd met de natuur hee�t verloren.
So far so good, maar wat doet dit verhaal nou in een luchtvaartblad? Dat is heel eenvoudig. Gerhard Jannink was net als de Palthe's en Van Heeks een verwoed sportvlieger en gebruikte de cirkels als landingsbaan voor zijn Fairchild UC-61K (24R-46A) Argus III PH NDI dat hij voor zakenreizen naar vooral Engeland gebruikte. Daarmee werden de Mandercirkels het tweede ronde vliegveldje in ons land na het zakelijke vliegveld van Van Melle bij Breskens vóór de Tweede Wereldoorlog. De NDI werd lang in Twenthe gevlogen, eerst door Jannink en daarna in een groep van eigenaren. De Fairchild bestaat nog steeds en werd in de afgelopen zomer voor het eerst in de Verenigde Staten gerestaureerd naar buiten gerold in originele RAF-kleuren.
Boven: het tweede gebouw hee�t nog steeds een windvaan op het dak (Coert Munk) Links: dezelfde locatie anno 2016 (Coert Munk)
Bronvermelding Frans J.M. Agterbosch De cirkels van Mander/de cirkels van Jannink (‘t Inschrien 2008 I 2) A.E.C. Bronkhorst Twentse bronbeken in beweging (Staatsbosbeheer, Vakblad Natuurbeheer 1999) Paul de Kort Mandercirkels (Stichting Esselink 1999) Harry Pijfers De Noordelijke Manderheide (Bzzz No. 22, november 2005) RCE De beha van Jannink in Mander (Projectenbank Cultuurhistorie) Herman Dekker Luchtvaartuigregister DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 25
25
04-12-16 19:25
Feit & Verhaal
Jan Willem de Wijn
Intercontinentale chartervluchten: Op de drempel van 2017 staan we ook aan de vooravond van negentig jaar intercontinentale chartervluchten. De Amerikaanse zakenman Van Lear Black begon ermee in 1927 en haalde zo het Guiness Book of Air Facts and Feats. Zijn Nederlandse collega Bernhard van Leer deed het in 1947 (zeventig jaar geleden) nog ´s dunnetjes over. Twee grensverleggende charters.
Van Van Lear Black tot Van Leer Noodlot tarten
Van Lear Black krijgt van de KLM de Fokker F.7a H-NADP toegewezen. Maar voordat de KLM zaken kan doen met de Amerikaan, moet er eerst toestemming zijn van de Nederlandse minister van Waterstaat. Immers, de Nederlandse overheid subsidieert de KLM dan nog. Als Albert Plesman voorrekent dat het de overheid niets gaat kosten, maar dat de KLM er aan overhoudt, volgt Van Lear Black aan boord van zijn Fokker H-NADP (Schiphol) de goedkeuring van de minister. Kapitein Geyssendor�fer, eerste o�ficier Scholte en boordwerktuigkundige Weber vertrekken op 15 juni 1927 vanaf Schiphol en koersen gewoon middenin dit regenseizoen dwars door moessongebieden. Met een eenmotorig vliegtuig is dat het noodlot tarten. Maar ze halen het, al valt de BWK een paar keer �lauw bij het verhelpen van technische problemen in de bloedhitte. Noodlandingen door vette bougies keren regelmatig terug en ook op de terugweg vanuit Batavia krijgt men met tegenslag te maken. Maar op 23 juli zijn ze weer terug op Schiphol. “Deze luchtreis was een zonderlinge combinatie van de meest ondenkbare tegenspoed en het meest denkbare geluk.”
Sjoemelhardware!
De derde H-NADP in de Aviodrome (Jan Willem de Wijn)
Na het succes van de eerste intercontinentale chartervlucht hee�t Van Lear Black de smaak te pakken. In 1928 neemt de Amerikaanse kolenmagnaat dezelfde drie KLM-ers zelf in dienst en huurt hij alleen het vliegtuig van de KLM (nu dus een ‘dry lease’). En natuurlijk gaat zijn trouwe bediende Leo Bayline weer mee op reis. Opnieuw wordt vertrokken met de zo goed bevallen Fokker F7a H-NADP. Dit keer gaat de reis naar Kaapstad. Maar in Zuid-Afrika ontwikkelen zich problemen met het vliegtuig. Er doen zich trillingen voor die maar niet verholpen kunnen worden. Omdat de miljonair een strak schema van afspraken hee�t, zendt de KLM een andere F.7a naar Kaapstad ter vervanging, de H-NADR. Maar het staat natuurlijk raar als Van Lear Black met de vliegtuigregistratie ‘P’ vertrekt, om met de ‘R’ weer terug te keren. Dat is ook voor de KLM geen goede publiciteit. Dus wordt besloten om de
De H-NADP wordt in 1927 feestelijk binnengehaald (Schiphol)
26
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 26
04-12-16 19:25
Feit & Verhaal registraties van de toestellen in Zuid-Afrika om te wisselen. En het lukt: deze omwisseltruc blij�t onopgemerkt: eigenlijk een soort sjoemelhardware! De omwisseling moet echter op papier wel worden vastgelegd en dat gebeurt op 28 april 1928 in het eerste boek van het Nederlands Luchtvaartuigen Register. Pas als de inhoud daarvan in 1997 door Herman Dekker wordt gepubliceerd, komt deze handigheid (alleen bij insiders) aan het licht. En nu weet u het dus ook! De van oorsprong Deense Fokker F.7a die momenteel in de Aviodrome te Lelystad tentoongesteld staat als H-NADP, is dus niet het tweede, maar het derde toestel met die registratie!
De DC-4 ´Twenthe´ wordt door de sneeuw gesleept naar de startplaats (patmcast.blogspot.nl)
‘Flight 47’
Twintig jaar (en een wereldoorlog) later is het opnieuw de KLM die een vliegtuig verhuurt voor zo'n intercontinentale chartervlucht. Weer aan een miljonair, maar dit keer is het geen Amerikaan, maar een Nederlander. Zeventig jaar geleden huurt de Amstelveense ‘vatenkoning’ Bernard van Leer een viermotorige Douglas DC-4 (PH-TAT ‘Twenthe’) van de KLM. Van 12 maart tot en met 9 mei 1947 vliegt hij in de DC-4 naar Afrika en Azië om zijn fabrieken te bezoeken en orders voor de levering van vaten en vatsluitingen binnen te halen. De vatenmagnaat gebruikt het vliegtuig ook om potentiële klanten mee te imponeren. Zijn vrouw Polly vergezelt Bernard van Leer op de chartervlucht van 24 etappes die de boeken ingaat als ‘Flight 47’. Net als Van Lear Black hee�t ook Van Leer ‘zijn’ vliegtuig laten ombouwen. De binnenhuisarchitect van de Haagse firma Musters zorgt voor een moderne en toch knusse sfeer aan boord. Een primeur: de Skymaster wordt als eerste vliegtuig van de KLM voorzien van een airconditioningsysteem! De Volkskrant van de dag van terugkeer beschrij�t het luxueus ingerichte interieur: “De Douglas is voorzien van een gezellige huiskamer, een slaapkamer en een werkkamer voor het echtpaar Van Leer en een slaapkamer en werkkamer voor de secretaresse. Een radio, een filmprojector en speciale keukenuitrusting completeren het geheel.” Het interieur van de ‘Twenthe’ (KLM) In totaal legt ‘De Vatenman’ 50.380 kilometer af met ‘zijn’ Skymaster in een totale vliegtijd van bijna 170 uur. Voor zijn hele wereldreis hee�t hij ongeveer dezelfde tijd nodig als Van Lear Black met zijn ‘retourtje Batavia’. En net als Van Lear Black overweegt ook Van Leer een tweede vlucht, maar hij zal de daad niet bij het woord voegen.
Bijzondere Vluchten
Goed voorbeeld doet goed volgen. Nog gedurende 1947 groeit het aantal chartervluchten zo snel dat de KLM besluit daarvoor een aparte afdeling in het leven te roepen. Het Bedrijf Bijzondere Vluchten, de chartertak van de KLM, wordt 1 november 1947 opgericht. In de 365 dagen na de oprichting worden 361 chartervluchten uitgevoerd. Dat zegt genoeg! Van emigranten naar verre landen tot pelgrims naar Mekka. Ook vandaag de dag nog verhuurt KLM vliegtuigen voor speciale vluchten. Denk maar aan de vluchten met Olympische sporters voor NOC*NSF. Maar de hedendaagse Van Lears en Van Leers scha�fen gewoon een eigen trans-Atlantische zakenjet aan. Daar staat het nu vol mee op het oude Schiphol. De tijd vliegt! Geraadpleegde bronnen: Herman Dekker, 75 jaar Nederlandse Luchtvaartuig Registers (Eindhoven, 1997) Ben van Eysselsteijn, Naar breeder vlucht (Den Haag, 1946) Rene de Leeuw, De geschiedenis van de KLM vanaf 1919 (Weesp, 1984) Pauline Micheels, De vatenman: Bernard van Leer,1883-1958 (Amsterdam, 2002) John R. Taylor e.a., Guinness Book of Air Facts and Feats (Enfield, 1975) Leonard de Vries, Vlucht KL-50, Logboek van vij�tig jaar vliegen (Amsterdam, 1969) Jan Willem de Wijn, Woorden en daden in de geschiedenis van de Rotterdamse luchtvaart (Rotterdam, 2006) DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 27
27
04-12-16 19:25
Advertentie
Schiphol verbindt. Al 100 jaar.
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 28
04-12-16 19:25
Coert Munk en Paul van der Horst
Annvertorial
”Goedemorgen, DDA Classic Airlines, met Anneke van den Berg” Een bekend geluid voor een ieder die de DDA belt. Dat gaat veranderen, zoals Feije Jaski al in het voorwoord aan gaf. Het bestuur van de nog jonge Stichting Dutch Dakota Association besloot in 1985, dat het voor de continuïteit van de DDAgoed was een o�fice manager aan te trekken. Vanaf 1 januari 1986 werd Anneke Frinsel het Beeld en Geluid van de DDA. Na ruim 31 jaren gaat dat veranderen, het bestuur hee�t besloten dat de taken door enkele vrijwilligers overgenomen gaan worden. Ann zoekt een nieuwe uitdaging en daarvoor is deze annvertorial in Logboek opgenomen. Een unieke pagina, want zo'n pagina is nog nooit gemaakt en zal, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, ook niet meer gemaakt gaan worden.
ANNVERTORIAL
Wie is Ann? Ann is een sprankelende, hard werkende, altijd klaarstaande, vriendelijke, e�ficiënte duizendpoot met enorme people skills die geniet van het leven en leuke dingen doet met degenen die haar dierbaar zijn. In de ruim dertig jaren dat we (als vrijwilligers) Ann hebben leren kennen, vallen ons naast de betrokkenheid bij al die vrijwilligers vooral ook het improvisatievermogen en het regelen van allerlei evenementen op. Ann is een mensen-mens en is vanaf het begin van haar werk in 1985 snel gegroeid in het pionieren en improviseren binnen een organisatie die professionaliteit hoog in het vaandel hee�t staan. Met een aantal vrijwilligers zijn vriendschappen voor het leven ontstaan. Ann: “Ik houd er van bezig te zijn, klussen moeten naar tevredenheid van de opdrachtgever (intern en extern) vlot afgewikkeld worden.” Het werken met de vele sponsors van de DDA is voor Anneke een feestje op zich en draagt in grote mate bij aan het behoud van die sponsors. Naast haar werk als o�fice-manager was ze ook als getrainde cabin attendant actief op de DC-3. “Als het wel eens moeilijk was de indeling van de cabine rond te krijgen sprong ik maar in, zodat een trip uitgevoerd kon worden. Het uniform hing in die tijd vaker op kantoor dan thuis in de kast”. Hands-on mentaliteit, als de term nog niet bedacht was zou het nu het moment zijn. Ze speelde een sleutelrol bij vrijwel alle bedrijfsevenementen die door en met de DDA werden verzorgd, zowel voor de sponsors als voor de Vrienden van de DDA. Er was -zoals dat in de luchtvaart gebruikelijk is- vrijwel altijd wel weer iets, dat op het laatste moment geregeld moest worden en de spin-in-het-web was dan een handige regelaar. De trip naar D-Day Normandië van enkele jaren geleden is daar nog één van de vele voorbeelden van. Daarnaast is ze verantwoordelijk voor de ledenadministratie en het aanspreekpunt voor onze Vrienden. En last but not least is ze al jaren de blad manager van dit prachtige Logboek. Samenvattend: Een zelfstandige spil in de organisatie die ook graag in teamverband werkt. Een veelzijdige dame dus die van aanpakken weet! Wat ga je nou doen Ann? “Dat weet ik nog niet. Maar ik ga graag weer werken in een niet al te grote (informele) organisatie in zo'n spin-in-het-web functie. Dat kan in de wereld waar ik ervaring in heb, luchtvaart en radio/TV-productie, maar ook in de evenementensector, de reiswereld en bijvoorbeeld de dienstverlenende sector. Het lijkt me bijvoorbeeld ook heel leuk een team politieagenten op een bureau te coördineren. Ik begin met solliciteren naar banen die me wat lijken en redelijk in de buurt zijn.”
“Goedemorgen, [naam van uw organisatie], met Anneke van den Berg”. Wij feliciteren nu al de nieuwe werkgever van Anneke van harte met de keus voor Ann!
(Andreas Wiese) DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 29
29
04-12-16 19:25
Tikkeltje Technisch
Jan Algera
(foto's Paul van den Berg)
Een belangrijk onderwerp dat zeker aandacht verdient in deze serie is
HET ELEKTRISCHE SYSTEEM Het elektrische systeem van een vliegtuig bestaat uit een netwerk van componenten die het vliegtuig van stroom voorzien, dus stroom levert aan ‘verbruikers’ en stroom opslaat, inclusief beveiliging van het systeem tegen overbelasting. Bij moderne vliegtuigen is het elektrische systeem enorm gecompliceerd; in dit artikel wordt de redelijk simpele stroomvoorziening van de DC-3 behandeld, met een paar zijsprongen naar hedendaagse systemen.
De elektrische grondaansluiting voor de GPU ‘Ground Power Unit’
De DC-3 hee�t een elektrisch systeem met 24 Volt gelijkstroom (24V DC, direct current). Het vliegtuig zelf fungeert als massa, of aarde. De stroomvoorziening, levering van elektrische energie, begint in de DC-3 bij twee in serie geschakelde accu's van elk 12 Volt. Die bevinden zich onder de cabinevloer, net achter de cockpit. Bij vliegtuigen spreken we doorgaans over batterijen in analogie met het Engelse ‘(aircra�t) battery’. Bij serieschakeling worden de voltages bij elkaar opgeteld en zodoende leveren de batterijen 24 Volt. Ze worden aangezet met de ‘battery switch’, een schakelaar op het schakelpaneel boven de tweede vlieger. Op de grond kan het vliegtuig ook externe voeding krijgen vanuit een aggregaat (ground power unit, GPU). Dat wordt dan aangesloten op een connector onder de romp, net voor de vleugels. De schakelaar van de ‘battery switch’ hee�t drie standen, op de stand ‘BAT’ leveren de batterijen stroom. Bij ‘OFF’ krijgt het vliegtuig geen stroom en de derde stand ‘EXT’ koppelt het systeem aan een externe GPU. Vanuit de elektrische hoofdleiding of ‘main bus’ wordt stroom gedistribueerd naar alle elektrische componenten via afzonderlijke bedrading. In een vliegtuig worden elektrische componenten aan- en uitgezet met een eigen schakelaar. Dat gebeurt in sommige gevallen groepsgewijs, bijvoorbeeld bij de cabineverlichting.
Een generator Ampèremeter naast de ‘Battery Switch’.
Waar de Dakota één 24 Volt DC systeem hee�t, hebben moderne verkeersvliegtuigen meerdere elektrische systemen. Doorgaans gaat het dan om een 115V/400 Herz AC (alternate current, wisselstroom) systeem, naast een 28V DC systeem. Het wisselstroomsysteem voedt voornamelijk de uitgebreide elektronica-apparatuur in moderne vliegtuigen. Bij de DC-3 wordt tijdens de vlucht de main bus van stroom voorzien door een tweetal gelijkstroomgeneratoren. Die zitten achterop beide motoren en worden door de draaiende motor aangedreven. Na het starten van een motor begint vanaf ongeveer 1000 motortoeren de betre�fende generator stroom te leveren, maximaal 200 Ampère. Beide generatoren werken als één gezamenlijke stroomleverancier, de stroom gaat via de batterijen naar Een van de twee zware (!) 12V accu's
30
DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 30
04-12-16 19:25
Tikkeltje Technisch de main bus. Twee volautomatische spanningsregelaars zorgen ervoor dat de generator-output ona�hankelijk van motortoerentallen en belasting van het elektrische systeem 27,6 Volt bedraagt. Limieten binnen de stroom- en spanningvoorziening worden beveiligd door een aantal relais (automatische aan- en uitschakelaars) en ‘circuit breakers’. Dit zijn ‘stoppen’ zoals in de meterkast in onze huizen. Alleen hebben circuit breakers geen smeltveiligheid die bij overbelasting (zoals kortsluiting) doorbrandt. Het is een verbindingselementje in een stroomkring dat bij overbelasting uit zijn behuizing springt. En, net als bij een stop is dan in het betre�fende circuit de stroom uitgeschakeld. Moderne verkeersvliegtuigen hebben alle wisselstroomgeneratoren. Waar gelijkstroom nodig is, wordt dit gegenereerd in transformator-gelijkrichters. Andersom hee�t de Dakota een omvormer die gelijkstroom omzet naar wisselstroom. Dat is bijvoorbeeld nodig voor de radiokompassen van beide vliegers die op Een uitgebouwde generator op de werkbank wisselstroom werken. Nieuwe verkeersvliegtuigen hebben naast generatoren nog een andere stroomleverancier, de APU (auxiliary power unit, hulpaggregaat). Dat is vrijwel altijd een turbinemotor in de staart, die op zijn beurt een AC generator aandrij�t. Zo'n APU wordt gebruikt als de hoofdmotoren uitstaan. Een draaiende APU is goed te horen en te zien (uitlaatlucht van de turbinemotor) bij vliegtuigen op het platform. Voor bediening en bewaking van het hele elektrische systeem beschikt de DC-3 bemanning over drie panelen. In de cockpit zit boven, in het midden, het elektrisch paneel. De cabin crew hee�t het galley-paneel en tenslotte is er in het gangpaadje naar de cockpit De twee spanningsregelaars een omvangrijk ‘circuit breaker voor de generators panel’. Belangrijke instrumenten bij het monitoren van de ‘elektriek’ zijn de twee generator ampèremeters en voltmeter in de cockpit. Op deze laatste meter kan met een selectieschakelaar de spanning worden afgelezen van elke generator, of van de DC bus. Eén generator kan in de DC-3 samen met de batterijen voldoende elektrisch vermogen leveren voor alle apparatuur. Het is bij de DDA standaard procedure, dat bij het starten van de beide Het circuitbreaker paneel in de cockpit motoren de externe stroomvoorziening wordt gebruikt. De eigen batterijen zijn derhalve altijd optimaal geladen. Een vrijwel lege batterij kan namelijk grote problemen geven: als net na de start bij een motoruitval een propeller door een elektrische pomp in de vaanstand moet worden gezet, wordt het stroomverbruik plotseling erg hoog. Als dat dan ook nog door één generator (van de nog draaiende motor) geleverd moet worden, kunnen dan de generator circuit breakers er uit gaan en heb je pas echt een probleem. Tenslotte zal het de lezer duidelijk zijn dat in elk vliegtuig, ook in de ‘elektrisch antieke’ DC-3, kilometers elektrische bedrading ligt.
In de wheel well zit de firewall junction box met daarin een aantal zekeringen en het start- en vaanstandrelais DECEMBER 2016
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 31
31
04-12-16 19:25
Een
combi-ticket
als een luchtwaardig kerstgeschenk! Maak in 2017 kennis met de Koninklijke DC-3 Dakota ĂŠn de Consolidated PBY-5A Catalina
(Foto's: Dietmar Schreiber, John Redeker)
Bestel nu de combi-ticket via www.dutchdakota.nl of www.catalina-pby.nl
DDA_LogBoek_opmaak_nr 6.indd 32
04-12-16 19:26