Alles over innovatie in ICT
Jaargang 9, nr. 4 / 2018
Security
De drie A’s van applicatiebeveiliging Praktijk
All IT Rooms maakt serverruimte SVRZ geschikt voor toekomstige groei Trend
Technologie
Dynatrace richt zich meer en meer MuleSoft integreert met API’s data, op software intelligence applicaties en apparaten En verder Open Compute verwelkomt eerste Europese OCP Solution Provider | Grote verschillen in cloud-toepassing door softwarebedrijven | Angst belemmert ontwikkeling AI-projecten | Blockchain biedt volop kansen voor de telecomsector | Betalen via chatbots | Groei door inspiratie en innovatie | Machine learning versterkt DCIM | www. cloudworks.nu In samenwerking met:
HEt keNNiseveNt Over COMputerruiMtes, DataCeNters eN ClOuD COMputiNg
iT ROOM iNfRA 2018 13 NOveMBer 1931 CONgresCeNtruM DeN BOsCh
• AlwaYs ON! • COst CONtrOl • Risk & SECurity • SustaiNaBility • TreNDs
Registreer u online voor een bezoek aan het event Bekijk de deelnamevoorwaarden op de website
www.itrOOMiNfra.Nl
Cloud talk
Denken in ketens Wat afval is voor de ene partij, zou wel eens een grondstof kunnen zijn voor de andere. Een zakelijke variant op de uitdrukking de-een-z’n-dood-is-de-ander-z’n-brood zeg maar. En soms zijn daar niet slechts twee bedrijven of organisaties bij betrokken, maar misschien wel drie, vier of meer. Vrijwel iedere onderneming maakt deel uit van ketens. De bekendste is natuurlijk de supply chain, waarbij de ene firma de andere van halffabrikaten of deelproducten voorziet. Maar bedrijven zouden op nog veel meer manieren met elkaar verbonden kunnen worden. Op het gebied van energie bijvoorbeeld. Of warmte en koude. Of CO2. Waarom zou een chemisch bedrijf in Rotterdam zijn CO2 simpelweg de lucht inblazen als het ook geleverd kan worden aan een tuinder in het Westland? Het klinkt vaak zo logisch: het restproduct van de een leveren aan een ander die daar behoefte aan heeft. Toch zien we het zeker in de wereld van de datacenters nog maar nauwelijks gebeuren. En dat is zonde. Want laten we wel wezen: er bestaat natuurlijk helemaal niet zoiets als restwarmte. Het is gewoon warmte dat een bedrijf - zeg: een datacenter - kwijt wil.Voor die datacenterbeheerder is het dus een restproduct of afval. Maar in een ander bedrijfsproces zit men wellicht juist te wachten op warmte omdat men een tekort aan warmte heeft of men zelf warmte creëert met alle kosten van dien. Punt is alleen: in heel veel gevallen weten dit soort potentiële ketenpartners dit niet van elkaar. Weet u wat er in andere gebouwen bij u op het bedrijventerrein precies gebeurt? Hebben zij wellicht iets over dat nuttig is voor u? Of andersom? We denken er simpelweg niet aan. Daarom is het goed dat vanuit Green IT Amsterdam - of
beter gezegd: het Catalyst-onderzoeksproject waarin Green IT Amsterdam participeert - een zogeheten Green Datacenter Stakeholder Group is opgezet. Deze groep brengt onder andere de eigenaren en beheerders van datacenters, beheerders van elektriciteitsnetwerken en warmtenetwerken, energiebedrijven, beleidsmakers en vertegenwoordigers van smart cities bij elkaar. Bij Green IT Amsterdam stelt men: de missie van de stakeholder-groep is bij te dragen aan de visie dat groene datacenters een grote rol kunnen spelen als actieve partijen in de energietransitie en de decarbonisatie van de samenleving. Meer specifiek is het doel om technologische, zakelijke en bestuurlijke uitdagingen te bespreken en op te lossen die voortvloeien uit de integratie van datacenters als kernonderdeel van het energiedomein en van slimme infrastructuren van de toekomst. Anders gezegd: deze groep gaat er voor zorgen dat men elkaar leert kennen. Zodat men van elkaar weet hoe de bedrijven functioneren, waar knelpunten zitten, welke restproducten de een heeft een welke grondstoffen de ander zou willen gebruiken. Waar kunnen zij elkaar helpen? De stakeholder-groep streeft ernaar dat datacenters flexibele energie-hubs worden die investeringen in hernieuwbare energiebronnen en energieefficiëntie kunnen ondersteunen. Daarmee zou deze groep wel eens een zeer interessante rol kunnen gaan spelen in het vergroenen van de grote Nederlandse datacenter-sector. Robbert Hoeffnagel, hoofdredacteur CloudWorks
Colofon In CloudWorks staat innovatie centraal. Met traditionele ICT-omgevingen is het steeds moeilijker om de business goed te ondersteunen. Innovatieve oplossingen op het gebied van bijvoorbeeld cloud computing, mobility, Big Data, software defined datacenters en open source kunnen echter helpen om de IT-omgeving ingrijpend te moderniseren en klaar te maken voor de toekomst. Uitgever Roeland Dobbelaer +31 (0)6 - 42 22 44 55 rdobbelaer@betapublishers.nl
Hoofdredacteur Robbert Hoeffnagel +31 (0)6 - 51 28 20 40 robbert@alibi.nl Advertentie-exploitatie Jos Raaphorst +31 (0)6 - 34 73 54 24 j.raaphorst@archermedia.nl Redactie-coördinatie Ab Muilwijk a.muilwijk@vakbladen.com
Vormgeving Content Innovators, Den Haag Abonnementen abonnementen@vakbladen.com +31 (0)88 -22 666 80 Druk Veldhuis Media B.V., Raalte Kennnispartners BTG, Cloud Community Europe, DHPA, IT Room Infra, FHI, Green IT Amsterdam, ISPConnect
CloudWorks – nr. 4 / 2018
3
inhoud
8
De drie A’s van applicatiebeveiliging In het eerste deel van deze korte serie over het ontwikkelen en bouwen van veilige applicaties lichtte Jan Vlietland van het Nederlands Instituut voor de Software Industrie negen maatregelen toe om dit doel te bereiken. In het tweede deel gaan we in op de drie A’s van applicatiebeveiliging: authenticatie, autorisatie en accountability.
14 4
Open Compute verwelkomt eerste Europese OCP Solution Provider De Open Compute Foundation heeft Circle B aangesteld als OCP Solution Provider. Circle B uit Amsterdam is daarmee de eerste Europese channelpartner die deze status heeft verworven. Solution providers vormen een bijzondere groep bedrijven binnen het Open Compute ecosysteem. Zij ontwikkelen, testen, leveren en ondersteunen kant-enklare systemen en omgevingen op basis van OCP-ontwerpen. Volgens recent gepubliceerd marktonderzoek van IHS Markit bedroegen de inkomsten uit OCPapparatuur 1,2 miljard dollar in 2017. Voor de komende jaren voorspellen de onderzoekers een gemiddelde groei van de Europese markt van 70% per jaar.
Alles over innovatie in ICT
30
All IT Rooms maakt serverruimte SVRZ geschikt voor toekomstige groei De serverruimte van Stichting Voor Regionale Zorgverlening (SVRZ) is onlangs vernieuwd, waarbij onder andere de elektrotechnische voorzieningen volledig op de schop zijn gegaan. Datacenterspecialist All IT Rooms nam het ontwerp van het datacenter en de projectcoördinatie voor zijn rekening, terwijl de technische werkzaamheden zijn uitgevoerd door lokale partners van SVRZ uit Zeeland.
38
Machine learning versterkt DCIM Nlyte maakt gebruik van het IBM Watson IoT-platform om een zogeheten cognitieve DCIM-oplossing op de markt te kunnen brengen. Hiermee kunnen de enorme hoeveelheden data die monitoring in een datacenter oplevert, worden geanalyseerd op patronen en onderlinge relaties. Het doel daarvan is het verder optimaliseren van de operatie van het datacenter.
En verder 6
Blog ISPConnect
7
Cloud Research
10
MuleSoft integreert met API’s data, applicaties en apparaten
12
Dynatrace richt zich meer en meer op software intelligence
16
Nieuw Asteroid IXP: lagere kosten door self-service provisioning en automation
18
Grote verschillen in cloud-toepassing door softwarebedrijven
19
Waarom performance monitoring noodzakelijk is
20
Zoho opent in Utrecht Europees hoofdkantoor
22
Senior IT-leiders zien SDN zitten
24
Nog nauwelijks vraag naar smart glasses
25
Angst belemmert momenteel ontwikkeling AI-projecten
26
Blockchain biedt volop kansen voor de telecomsector
28
Bezig met een overname? Kijk goed naar de IT-systemen
33
Betalen via chatbots
34
Groei door inspiratie en innovatie
36
‘Slimme stad vraagt om slimme beslissingen’
39
Detectiesysteem voor malafinde websites wint Dutch Open Hackathon
40
VPS virtualiseert power-infrastructuur van datacenters
41
‘Gebruik van illegale software daalt naar 22%’
42
Blog BTG
www.cloudworks.nu CloudWorks – nr. 4 / 2018
5
Cloud Research
Wie kun je nog vertrouwen?
Terwijl steeds meer mensen de illusie lijken te hebben dat we andere landen niet nodig hebben, weten we binnen de IT-wereld wel beter. Er zijn een heleboel bedrijven die clouddiensten aanbieden en aanprijzen als Nederlands product en dus veilig. Maar van de hardware en de software die gebruikt wordt om die dienst te bouwen, is hooguit een beperkt deel gemaakt in Nederland, of de EU zo u wil. Er is een blind vertrouwen dat de leveranciers van deze producten van goede trouw zijn. Totdat de verdachtmakingen begonnen. En ja, er is rook: veel landen zetten technologiebedrijven onder druk om achterdeuren in te bouwen, waarbij men zich vooral beroept op terreurdreiging of veiligheid in meer algemene zin. Maar waar het vuur is, welke bedrijven onder die druk bezwijken, is lastig te beoordelen. Volgens de Amerikanen is bijvoorbeeld Huawei niet te vertrouwen. Waarom niet is niet goed te beoordelen omdat eventueel bewijs in ieder geval niet publiek wordt gemaakt. Wel wordt verwezen naar de militaire achtergrond van de oprichter. In Europa draait bijvoorbeeld een zeer groot deel van de telecommunicatienetwerken op Huawei-apparatuur. Europa volgt het wantrouwen van de VS daarin niet. Kaspersky Lab leek tot voor kort een vergelijkbaar verhaal. Er waren waarschuwingen vanuit onder meer de VS. Wederom krijgen we geen zicht op enige vorm van bewijs. Maar nu werd het wel overgenomen en heeft de EU een ban uitgesproken op basis van een stemming van het Europarlement dat ook geen inzage in enig bewijs lijkt te hebben gehad. Wel wordt in de beargumentering naar onder meer Nederland verwezen. Minister Grapperhaus besloot dat Kaspersky verdacht genoeg is om te weren binnen de centrale overheid. Blijkbaar niet omdat er een incident is gebeurd, maar omdat de Russische geheime dienst het te eenvoudig zou kunnen doen. Waarom Kaspersky wel en Huawei niet? Komt het omdat we Rusland momenteel toch al niet echt als een bevriende natie beschouwen en China een te belangrijke handelspartner is? Of is er wel degelijk bewijs en vreest men dat het bewijs te veel inzage biedt in ‘onze’ opsporingswijzen? Zolang niet duidelijk wordt uitgelegd dat iets dergelijks het geval is, is het moeilijk om deze karaktermoord te billijken. Kaspersky Lab is (nog) niet meteen een ZTE-verhaal, het Chinese bedrijf dat failliet is gegaan omdat Amerikaanse telefoonproducenten geen onderdelen van ZTE meer mochten afnemen. De tijd zal leren hoe hard de dreun aankomt.
6
Alles over innovatie in ICT
Over vrienden gesproken, hoe lang blijven we in Europa nog naar de VS als vriend kijken? De laatste jaren zijn we in de EU al steeds kritischer geworden ten aanzien van de macht van de Amerikaanse techreuzen en hun ‘datagraaien’. En ook voor Amerikaanse bedrijven zijn er de nodige verdenkingen (ook weer veel meer dan onweerlegbaar bewijs) dat ze achterdeuren voor de CIA hebben geïnstalleerd. En dan is het ook nog eens zo dat er veel minder privacybescherming in de VS is dan we in Europa ons comfortabel mee voelen. Bovendien heerst de mening dat privacy alleen een recht is voor Amerikanen en niet voor buitenlanders. En dat was al zo voordat Trump president werd. Met Trump gaan we nu weer een stapje verder. In maart heeft hij zijn handtekening onder de CLOUD Act gezet. Dat heeft dan geen betrekking op technologie zelf, maar verplicht Amerikaanse bedrijven wel om data zonder ‘uitleveringsverdrag’ vanuit buitenlandse locaties, zoals de EU, op verzoek over te dragen aan de Amerikaanse autoriteiten. Microsoft schijnt inmiddels al op basis van deze Act e-mails overgedragen te hebben die ze eerst weigerden te delen, aangezien deze in Ierland waren opgeslagen. Wordt vervolgd! Wat zou de impact zijn als we Amerikaanse technologieleveranciers niet meer vertrouwen? Het zal niet snel gebeuren, want daarvoor zijn we veel te afhankelijk van Amerikaanse informatietechnologie. Hoewel er ongetwijfeld (nog) meer initiatieven vanuit de overheid komen om minder afhankelijk te worden en in Europa technologie te gaan ontwikkelen, zullen de meeste bedrijven besluiten dat Amerika voor hun een technologische vriend blijft. Uit praktische overwegingen. Net zoals consumenten gewoon bij Facebook blijven. En ook de EU zal vooralsnog niet zomaar een Amerikaanse leverancier op de zwarte lijst zetten. Maar Russische technologie, dat kunnen we wel missen. Ook van een leverancier die nauw samenwerkt(e) met onder meer de Nederlandse politie en Europol en qua transparantie vooroploopt. Peter Vermeulen is Directeur bij Pb7 Research Disclaimer: Pb7 voert onderzoek uit voor een groot aantal Amerikaanse en niet-Amerikaanse technologiebedrijven, onder meer voor Kaspersky Lab en Huawei.
Blog ISPConnect
Cloud IT Academy gaat van start!
Ik heb eerder op deze plek verteld van onze ambitie om duaal (hybride) opleidingen op te zetten in samenwerking met het onderwijs, en over de Cloud IT Academy. We hebben allemaal bijna twee jaar lang heel hard aan dit project gewerkt, en het begint nu ergens op te lijken. Ik wil jullie graag even een update geven. Cloud IT Academy is een stichting die we als sector hebben opgericht om duale opleidingen op te zetten. Met duaal bedoel ik dat we als insteek hebben dat het vak van de cloud het beste geleerd kan worden door een mix van klassikaal opleiden op de mbo of hbo (de basiskennis opdoen die een IT’er moet hebben), en praktijkervaring die de student opdoet bij een bedrijf in de sector (in overleg met de onderwijsinstelling). Wij geloven heel erg in deze aanpak. Helemaal niets ten nadele van de onderwijsinstellingen, die oprecht hun best doen om
{
‘Dus denk erover na, en neem contact op als het je iets lijkt om ook in 2019 een leer-werkplek bij je eigen bedrijf in te richten’
jongeren de beste opleiding te geven, maar het onderwijs is niet ingericht op permanente vernieuwing. Het duurt nu eenmaal jaren voordat een hoge raad de noodzaak inziet om een nieuwe technologie in het curriculum te integreren, dat er een lesprogramma ontwikkeld wordt, en dan nog de docenten er voor opgeleid moeten worden. Tegen de tijd dat de studenten afstuderen is de technologie al lang obsolete. En dan mopperen wij als werkgevers dat de scholen niet goed hun werk doen. Dat is te makkelijk.
In 2017 zijn we samen met de Hogeschool Utrecht aan de slag gegaan om een duale Bachelor Systems, Network & Cloud Engineering op te zetten. De opleiding duurt 4 jaar, de studenten zullen 3 dagen per week bij een werkgever aan de slag gaan (en daar studiepunten voor kunnen behalen), en 2 dagen per week naar school. Na 4 jaar zijn de studenten niet alleen een afgestudeerde hbo’er, maar een afgestudeerde hbo’er met 4 jaar werkervaring bij een toonaangevend bedrijf in de cloud. Het schooljaar 2017 - 2018 hebben we gebruikt om het allemaal op te zetten: er moest een degelijk curriculum komen, de werving van de bedrijven moest gedaan worden, het inrichten van de leer-werkplekken, de werving van de studenten en alles wat er nog bijkwam (dat was aardig wat). We hadden een commitment gemaakt aan de HU dat we 50 ingerichte leerwerkplekken inclusief student zouden aanleveren. Zonder enige bekendheid in dit wereldje hebben we toch nog allemaal flink ons best moeten doen om dit te halen. Maar het is allemaal gelukt, en we zijn nu klaar om na de zomervakantie de eerste lichting toekomstige Systems, Network & Cloud engineers naar school en naar hun leer-werkplek te sturen. Ik zeg dit even losjes, maar hier zijn we allemaal best heel trots op. En met name moeten we de directeur van Cloud IT Academy Marcel Schilders een groot compliment geven. Het is te laat om nog aan te sluiten voor het komende schooljaar. Maar in augustus 2019 gaat een nieuwe lichting studenten naar het hbo, en gaan we verder uitbreiden met meer plekken, misschien net andere opleidingkeuzes die erbij zullen komen, zullen we het denk ik ook allemaal net iets beter en smoother doen omdat we van de opstartfoutjes hebben geleerd. Dus denk erover na, en neem contact op als het je iets lijkt om ook in 2019 een leer-werkplek bij je eigen bedrijf in te richten. Simon Besteman is directeur van ISPConnect
Wij erkennen als werkgevers dat wij ook de handen uit de mouwen moeten steken om het probleem op te lossen. We kunnen het niet over de schutting gooien naar het onderwijs. We moeten dit probleem samen oppakken. CloudWorks – nr. 4 / 2018
7
Security Jan Vlietland van Nederlands Instituut voor de Software Industrie over:
De drie A’s van applicatiebeveiliging In het eerste deel van deze korte serie over het ontwikkelen en bouwen van veilige applicaties lichtte Jan Vlietland van het Nederlands Instituut voor de Software Industrie negen maatregelen toe om dit doel te bereiken. In het tweede deel gaan we in op de drie A’s van applicatie beveiliging: authenticatie, autorisatie en accountability.
“Over authenticatie, autorisatie en accountability valt heel veel te vertellen. Maar laten we voor de goede orde beginnen met vast te stellen wat we eigenlijk onder deze drie termen verstaan”, zegt Jan Vlietland van het NISI.
doen. Zeg maar: welke rechten heeft die gebruiker? • Accountability geeft aan dat we willen vaststellen wie of wat verantwoordelijk is voor een actie en hoe we deze gebruiker daarvoor aansprakelijk kunnen houden.
• Authenticatie is het proces van het verifiëren van de identiteit van een gebruiker. Dit kan een persoon zijn, maar natuurlijk ook een - zeg maar - apparaat, een applicatie of een microservice. Dit gebeurt bij voorkeur in realtime. • Autorisatie is de procedure die wordt gehanteerd om vast te stellen wat een bepaalde geautoriseerde gebruiker mag
Vormen van authenticatie
Figuur 1. Het gebruik van OAuth in de praktijk.
8
Alles over innovatie in ICT
Er zijn meerdere manieren om het proces van authenticatie te realiseren. De eerste is single factor authentication. Hierbij wordt slechts één factor (zeg maar: hulpmiddel) gebruikt om de identiteit van een gebruiker vast te stellen.Veelal gaat het dan om een wachtwoord. Daarmee is meteen duidelijk dat single factor authentication in feite een
zwakke beveiligingsaanpak is. Er zijn tal van methoden om hier omheen te werken. Passwords kunnen geraden worden. Ze kunnen via malware gestolen worden, via social engineering of sniffing afhandig worden gemaakt, noem maar op. “Dan kennen we multi-factor authentication, wat al beduidend veiliger is dan de single-variant”, aldus Vlietland. In dit geval dient de gebruiker zich via twee verschillende hulpmiddelen te identificeren. Denk aan een combinatie van een wachtwoord en een PIN, een smartcard of een token, een vingerafdruk of een irisscan.” Maar het is ook mogelijk om bijvoorbeeld gedragskenmerken toe te passen of locatiespecifieke info. Of denk aan een identificatie via het te gebruiken apparaat of een tijdstip.
Continuous authentication Een derde vorm is wat we wel noemen:
continuous authentication. Hierbij wordt de identiteit van een gebruiker voortdurend vastgesteld. Na een initiële log-in procedure wordt aan de hand van biometrische factoren, contextinformatie of bijvoorbeeld gegevens over het gebruikte apparaat continu gekeken wie de gebruiker is. Denk bij contextuele gegevens bijvoorbeeld aan een locatie (via bijvoorbeeld GPS-data) of een tijdstip. “Bij toepassing van continuous authentication wordt het voor een cybercrimineel veel lastiger om een sessie over te nemen of om met een gestolen apparaat toegang tot een applicatie of tot data te verkrijgen.”
OAuth Dan kennen wij uiteraard nog open authentication (OAuth).Vlietland: “Dit is een specificatie die het mogelijk maakt om toegang tot resources te verkrijgen zonder dat hierbij het gebruikte wachtwoord of andere vertrouwelijke gegevens bekend worden gemaakt. In plaats daarvan wordt een token gebruikt die alle relevante gegevens bevat.”
• Mandatory Access Control of MAC waarbij gewerkt wordt met security labels • Discretionary Access Control (DAC) waarbij de toegang tot de relevante informatie beheerd wordt door de eigenaar van die info • Role-based Access Control (RBAC), waarbij de toegang tot informatie geregeld is op basis van de rol die een gebruiker vervult • Attribute-based Access Control (ABAC), waarbij een attribuut dan bijvoorbeeld een locatie of een tijdstip kan zijn
control. “RBAC vormt in feite een reeks van autorisaties die is gebaseerd op enerzijds de organisatiestructuur van de gebruiker, zijn business processen en een aantal policies en regels. Daarmee heeft deze manier van werken het in zich om het hele proces rond autorisatie transparanter te maken. Dat is dus een belangrijk pluspunt”, meent Vlietland.
“Er zijn dus tal van methoden, met ieder hun voor- en nadelen. Belangrijker hier is echter om vast te stellen dat in de praktijk het gebruik van deze access controlmethoden nog regelmatig mis gaat.”
Duidelijke voordelen
OAuth is veel makkelijker te implementeren dan Security Assertion Markup Language (SAML), vertelt Vlietland. Het is ook beter geschikt voor de mobiele wereld. Er wordt gewerkt met RESTful API’s. “Daarnaast geldt dat OAuth gebruikt kan worden voor zowel authenticatie als autorisatie.” In figuur 1 is kort weergegeven hoe dit in de praktijk werkt.
Bekende problemen zijn het niet goed toepassen van het fenomeen ‘scheiding van taken’ (segregation of duties). Ook gebeurt het regelmatig dat de ‘least privilege’ en ‘need to know’ (zie deel 1 van deze serie) niet goed zijn geïmplementeerd. “Soms zijn de modellen die gebruikt worden voor het definiëren van rollen te complex of worden gast- en test-accounts verkeerd gebruikt. Of wordt onvoldoende aandacht besteed aan de manier waarop ‘events’ behandeld, gelogd en onderzocht worden. En zo zijn er nog meer punten die mis kunnen gaan - een account database die bijvoorbeeld niet up-to-date is.”
Autorisatie
RBAC
Er bestaan meerdere autorisatiemethoden. Denk onder andere aan:
Laten we nog even nader kijken naar de methode van RBAC ofwel role-based access
“Daar staat echter wel tegenover dat het implementeren van RBAC soms erg complex kan zijn en - mede daardoor relatief veel tijd kost.”
Toch zijn de voordelen van role-based autorisaties evident, meent hij. “Met RBAC is het toekennen, veranderen of intrekken van autorisaties veel efficiënter geregeld dan bij andere methoden. Is het eenmaal goed geïmplementeerd, dan zijn de autorisaties veel transparanter. Dat geldt met name voor de functionarissen die deze autorisaties moeten begrijpen: business managers, auditors en eindgebruikers.” Bovendien kunnen de principes die ten grondslag liggen aan een goede autorisatie veel gemakkelijker worden afgedwongen, stelt Vlietland. “Dat zijn dus: need-to-know, least privilege en segregation of duties.” In deel 3 van deze serie gaan we dieper in op encryptie en de (on)mogelijkheden die blockchain te bieden heeft. Robbert Hoeffnagel is hoofdredacteur van CloudWorks en Infosecurity Magazine CloudWorks – nr. 4 / 2018
9
Platform API’s helpen IT-afdeling om te vormen van kostenpost naar ‘drijver van waarde’
MuleSoft integreert met API’s data, applicaties en apparaten Bedrijven willen data, applicaties en apparaten in toenemende mate met elkaar integreren. Dat blijkt in de praktijk echter nog een flinke uitdaging te zijn, onder meer door de aanwezigheid van legacyapplicaties en -systemen. Het Anypoint Platform van MuleSoft helpt hierbij en maakt het mogelijk snel en eenvoudig API’s en integraties te bouwen om alle mogelijke databronnen met elkaar te verbinden. Regional Vice President Northern Europe Bianca van Dulmen en oprichter Ross Mason van MuleSoft leggen uit hoe dit platform precies werkt. Het integreren van data, applicaties en apparaten kan grote voordelen opleveren. Zo kunnen organisaties data uit verschillende bronnen combineren voor rapportage- en analysedoeleinden en op basis van bepaalde foutmeldingen geautomatiseerde acties ondernemen. Ook is het mogelijk microservices aan elkaar te knopen tot één grote complexe bedrijfsapplicatie, wat de ontwikkeling van dergelijke applicaties vereenvoudigt.
Steeds meer Het realiseren van dergelijke integraties is echter niet eenvoudig. Al was het maar omdat bedrijven gebruikmaken van steeds meer applicaties. Sommige toepassingen worden in de cloud gehost, terwijl andere weer in een on-premise datacenter zijn ondergebracht. Ook neemt het gebruik van mobiele apps en Internet of Things (IoT) toepassingen binnen bedrijven toe. “Het integreren van meerdere applicaties is een uitdaging. Indien deze in verschillende omgevingen zoals een cloud-omgeving én een on-premise omgeving worden gehost, wordt deze uitdaging alleen maar groter. Dergelijke hybride omgevingen zijn echter wel de trend. Het integreren van applicaties, data en apparaten is in de afgelopen jaren dan ook aanzienlijk complexer geworden”, aldus Mason. Als we naar de toekomst kijken, lijkt deze uitdaging de komende jaren steeds complexer te worden.Van Dulmen voegt toe: “Trends als machine learning en automatisering maakt de noodzaak om applicaties, data en devices te integreren alleen maar groter. Dergelijke trends
10
Alles over innovatie in ICT
kunnen niet zonder connectiviteit. De juiste applicaties en apparaten moeten met elkaar kunnen ‘praten’.”
Snel verbinden Mason: “Met het Anypoint Platform helpt MuleSoft klanten met integratietrajecten. Het platform levert gebruikers tools en applicaties om apparaten en data snel met elkaar te verbinden. Dit levert flinke winst op en kan projecten aanzienlijk versnellen.Wie bijvoorbeeld klantgegevens uit het mainframe wil opvragen, moet hiervoor uiteraard eerst een verbinding met het mainframe opzetten. Dit is een kostbaar en tijdrovend project, dat - gebaseerd op mijn ervaring - traditioneel zo maar dertig tot veertig weken in beslag kan nemen. Indien voor een ander project dezelfde klantgegevens uit het mainframe nodig zijn, moet deze verbinding doorgaans opnieuw worden opgezet. Dit proces is zeer inefficiënt en zorgt dat veel tijd verloren gaat.” “Met het Anypoint Platform biedt MuleSoft een op API’s gebaseerde aanpak voor het integreren van applicaties, data en apparaten. Hierbij wordt in een Application Programming Interface een strategie vastgelegd om verbinding te maken met een bepaalde locatie, hier data op te vragen en deze op een gestructureerde wijze beschikbaar te maken. Deze API kan vervolgens worden hergebruikt als een bouwblok en worden gedeeld met derde partijen”, aldus Mason. “Het platform stelt de IT-afdeling hierdoor in staat de business een herbruikbaar stukje software te leveren waarmee zij niet alleen hun huidige project kunnen uitvoeren, maar ook toekomstige projecten sneller kunnen realiseren. Daardoor kan de business veel sneller inspelen op nieuwe ontwikkelingen en kansen.”
Sneller innoveren Deze flexibiliteit is van groot belang met het oog op het snel veranderende landschap waarmee bedrijven tegenwoordig te maken hebben.Van Dulmen licht toe: “De markt waarin bedrijven actief zijn is zeer concurrerend geworden. Zo wordt nagenoeg iedere markt momenteel in belangrijke mate verstoord door nieuwkomers.We zien dat onze klanten moeite hebben deze nieuwe spelers bij te benen, laat staan voor te blijven. Het Anypoint Platform helpt hen sneller te innoveren.”
IT is inmiddels dusdanig in het bedrijfsleven verweven, dat ieder bedrijf op termijn een software- of IT-bedrijf wordt. Het is dan ook opvallend dat de IT-afdeling binnen veel bedrijven nog steeds wordt gezien als een kostenpost en niet als een - zeg maar - ‘drijver van waarde’. “Dit komt vooral doordat IT-afdelingen niet worden erkend voor de toegevoegde waarde van de IT-projecten die zij realiseren. De business kan uitsluitend de opbrengst van een bepaald project meten, maar niet zo zeer de specifieke waarde van de IT-componenten binnen dit project. Dit terwijl IT tegenwoordig bij veel projecten de sleutel tot succes in handen heeft”, aldus Mason.
Bouwblokken API’s geven IT-afdelingen de mogelijkheid integraties onder te brengen in bouwblokken die in andere projecten te hergebruiken zijn. “Dit kan de wijze waarop de business de IT-afdeling ziet veranderen en het imago van IT-afdelingen transformeren van kostenpost naar drijver van waarde. Door API’s te ontwikkelen en beschikbaar te stellen creëren IT-afdelingen een zogeheten applicatienetwerk: een netwerk van API’s waar de business gebruik van kan maken om waarde te creëren. We verwachten dat bedrijven in de toekomst steeds meer gebruik gaan maken van API’s om hun flexibiliteit en innovatiesnelheid te vergroten.” Van Dulmen geeft een praktijkvoorbeeld om de toegevoegde waarde van een dergelijk platform te illustreren: “Een van onze klanten is een multinational die in een groot aantal landen actief is. Het bedrijf is in belangrijke mate gegroeid door overnames van concurrenten, waardoor binnen de organisatie veel verschillende legacy-systemen aanwezig zijn. Om de hoeveelheid up- en crosssells binnen de organisatie te vergroten, is het van belang deze systemen met elkaar te verbinden. API’s helpen dit proces te stroomlijnen. Met behulp van één enkele API kunnen de verschillende vestigingen van onze klant data doorzetten naar het gecentraliseerde systeem op het hoofdkantoor, zonder dat hiervoor op maat een integratie hoeft te worden ontwikkeld”, aldus Van Dulmen.
Microservices Het Anypoint Platform kan ook worden ingezet om de ontwikkeling van omvangrijke en complexe softwareprojecten te vereenvoudigen en te versnellen. “Organisaties kunnen ervoor kiezen verschillende functionaliteiten van een applicatie door verschillende teams te laten ontwikkelen als microservices. Een microservice is in feite een stukje code dat als een onafhankelijke applicatie draait. Deze microservices kunnen vervolgens met behulp van API’s van het Anypoint Platform aan elkaar worden geknoopt”, legt Mason uit. “Deze ontwikkelaanpak biedt grote voordelen. Zo kunnen verschillende teams onafhankelijker van elkaar werken, aangezien de functionaliteit die zij bouwen als losstaande service opereert en dus niet tot nauwelijks afhankelijk is van andere microservices. Daarnaast kunnen microservices worden hergebruikt. Heeft een team dus eerder een chatfunctionaliteit ontwikkeld voor een applicatie? Dan hoeft deze functionaliteit voor een later project niet
opnieuw te worden ontwikkeld en kan de microservice worden hergebruikt.”
Hosten Doordat functionaliteiten onafhankelijk van elkaar opereren, kunnen deze microservices op verschillende locaties worden ondergebracht. Zo kan een bedrijf ervoor kiezen een microservice die toegang heeft tot klantgegevens onder te brengen in de on-premise omgeving, terwijl een minder kritiek element in de public cloud wordt gehost. “Dit geeft klanten veel flexibiliteit en keuzevrijheid”, aldus Van Dulmen. “Klanten bepalen zelf waar zij welk onderdeel willen hosten.” Wie ervoor kiest op deze manier microservices of verschillende applicaties met elkaar te verbinden, maakt al snel gebruik van een flink aantal API’s. MuleSoft levert daarom een dashboard waarin alle informatie over deze interfaces wordt verzameld. “Gebruikers kunnen in dit dashboard in één opslag zien hoe de datastromen tussen de verschillende applicaties lopen. Dit geeft je een veel beter zicht op het applicatienetwerk en maakt duidelijk hoe bepaalde processen plaatsvinden”, legt Mason uit.
Gebruikerservaring “Deze managementinformatie is van groot belang, aangezien veel bedrijven tegenwoordig gebruikmaken van uiteenlopende applicaties en omgevingen die door verschillende partijen worden aangeboden. De prestaties van al deze partijen kunnen de gebruikerservaring beïnvloeden. Dankzij het dashboard is direct te zien of bepalingen van SLA’s overtreden dreigen te worden”, voegt Van Dulmen toe. “Vaak zijn er daarnaast vroege signalen zichtbaar van problemen, nog voordat deze de ervaring van eindgebruikers daadwerkelijk beïnvloeden. Het dashboard waarschuwt indien deze signalen worden gedetecteerd, zodat men preventief kan ingrijpen.” “We zullen in de toekomst alleen maar meer gebruik gaan maken van API’s om applicaties en microservices met elkaar te integreren. Deze werkwijze geeft bedrijven veel meer flexibiliteit en stelt hen in staat nieuwe functionaliteiten veel sneller toe te voegen aan een bestaande applicatie. Deze flexibiliteit en snelheid helpt de business in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en kansen, waarmee IT in plaats van een kostenpost een drijver van waarde wordt”, besluit Mason. Van de redactie CloudWorks – nr. 4 / 2018
11
APM Application Performance Monitoring wordt steeds meer een security tool
Dynatrace richt zich meer en meer op software intelligence We zitten momenteel in een transformatieperiode waarin alle bedrijfs processen worden gedigitaliseerd en iedereen digitaal gaat samenwerken en communiceren. Software wordt daardoor voor elk bedrijf de sleutel tot innovatie en het creëren van concurrentievoordeel, als die tenminste perfect werkt. Tijdens de Perform Europe-conferentie van Dynatrace werd duidelijk dat deze aanbieder in application performance monitoring zichzelf opnieuw aan het uitvinden is. Voor het monitoren van op cloud gebaseerde digitale transformaties is namelijk een andere oplossing nodig dan voor traditionele ICT-systemen. Na zes jaar ontwikkelen levert het bedrijf nu een software intelligence-platform voor multi-cloud omgevingen, dat een goed inzicht geeft in het gedrag van applicaties, maar ook in de security rondom de toepassingen en services. De succesvolste innovators van nu hebben één belangrijke overeenkomst: ze innoveren met software in de cloud. AirBnB, Amazon, Facebook, Google, Netflix, Uber en dergelijke onderscheiden zich met op software gebaseerde services die overal en altijd via de cloud toegankelijk zijn. Maar ook continu worden verbeterd om de gebruikers ervan te blijven verleiden en een betere experience te bieden.
Tijdens de keynote van Perform Europe vertelde Dynatrace CEO John Van Siclen over de trend dat bedrijven steeds sneller nieuwe software ontwikkelen en introduceren. Dat kan omdat het geen volledige applicaties meer zijn, maar microservices die net als lego-blokken met elkaar te verbinden zijn en kunnen samenwerken. In plaats van vroeger om de zoveel maanden nieuwe softwareversies
lanceren, gaat de trend nu richting uren, minuten of seconden (zoals bij Amazon). Uiteraard heeft die trend vergaande gevolgen voor het managen van de performance van alle software. Reden voor Dynatrace om een nieuwe aanpak en een nieuw platform te ontwikkelen.
Performance monitoring “Wij hebben in 2012 een groep ontwikkelaars vrijgemaakt om na te denken over de toekomst van ICT en onze toegevoegde waarde daarvoor”, vertelt Vice President Michael Allen. “Dat team is de afgelopen jaren uitgegroeid tot 170 developers die het nieuwe Dynatraceplatform hebben bedacht en gecreëerd.” Tijdens Perform Europe 2018 was de ontwikkeling en introductie van dit nieuwe monitoring-platform in 2017 het hoofdthema. Het lanceren van een nieuw platform lijkt een goede strategische beslissing te zijn geweest. Dat blijkt wel uit een aantal door Van Siclen gepresenteerde cijfers. In 2017 groeide de omzet afkomstig van het nieuwe platform met maar liefst 525% dankzij bijna 700 nieuwe klanten. De totale omzet van Dynatrace bedraagt inmiddels circa 500 miljoen dollar en Van Siclen wil er de komende jaren een ‘billion dollar company’ van maken.
Kunstmatige intelligentie
CEO John Van Siclen wil van Dynatrace een ‘billion dollar company’ maken.
12
Alles over innovatie in ICT
Het gebruik van zowel legacy on-premise bedrijfsapplicaties als een snelgroeiend aantal cloud services, maakt het managen van alle software binnen bedrijven vele malen complexer. “Voor het managen van de performance van microservices en andere software die in containers draaien, is het noodzakelijk dat wij ook in de containers
kunnen kijken”, legt Allen uit. “Dat doen wij met intelligente agents, die volledig autonoom werken en zelflerend zijn. Daarnaast hanteren we zogenaamde managementzones.” Hierbij wordt gebruikgemaakt van kunstmatige intelligentie, wat meteen ook de nieuwe positionering van het bedrijf verklaart, namelijk: leverancier van software intelligence. In dat toekomstperspectief past tevens de eind 2017 uitgevoerde acquisitie van Qumram. Een softwarebedrijf dat technologie levert voor het vastleggen en visueel terugkijken van alle digitale interacties via webapplicaties en mobiele apparatuur. Anders gezegd: het registreren van gebruikersgedrag en het uitvoeren van analyses daarop. Qumram’s technologie wordt dit jaar via re-engineering in het nieuwe Dynatrace-platform geïntegreerd.
Complementaire markten Met de eigen kunstmatige intelligentie en Qumram’s-technologie komt Dynatrace in aanraking met complementaire markten, waar nieuwe groeikansen liggen. Bij het kijken in containers met slimme agents spelen namelijk ook security-aspecten een
rol, waardoor het monitoren van de ICT-security binnen handbereik komt. Allen vertelde daarover dat het bedrijf weliswaar nog geen concrete plannen voor dat marktsegment heeft, maar dat men wel ziet dat klanten de tooling voor dit doeleinde aan het uitproberen zijn. Ook kunnen klanten Dynatrace’s nieuwe monitoring-platform behalve via de cloud ook op de eigen locatie gebruiken om de security-verantwoordelijkheid zelf in de hand te houden. Met Qumram’s technologie wordt behalve het monitoren van de performance van alle gebruikte software binnen organisaties tevens het monitoren van gebruikers mogelijk. Een toepassing waar privacy aspecten aan verbonden zijn, maar waarmee ook compliancy te handhaven is. Op welke complementaire markt(en) Dynatrace zich de komende jaren gaat focussen om de groeiambitie te realiseren, is nu nog niet duidelijk. Waarschijnlijk bewaart Van Siclen dat tot de Perform Europe 2019-conferentie.
Michael Allen van Dynatrace: “Bij het kijken in containers met slimme agents spelen namelijk
Van de redactie
ook security-aspecten een rol.”
CloudWorks – nr. 4 / 2018
13
OCP Circle B ontwikkelt volledig geteste datacenter- en telco-oplossingen op basis van OCP
Open Compute verwelkomt eerste Europese OCP Solution Provider
De Open Compute Foundation heeft Circle B aangesteld als OCP Solution Provider. Circle B uit Amsterdam is daarmee de eerste Europese channelpartner die deze status heeft verworven. Solution providers vormen een bijzondere groep bedrijven binnen het Open Compute ecosysteem. Zij ontwikkelen, testen, leveren en onder steunen kant-en-klare systemen en omgevingen op basis van OCP-ontwerpen. Volgens recent gepubliceerd markt onderzoek van IHS Markit bedroegen de inkomsten uit OCP-apparatuur 1,2 miljard dollar in 2017. Voor de komende jaren voorspellen de onderzoekers een gemiddelde groei van de Europese markt van 70% per jaar. Open Compute Foundation is in 2011 opgericht door Facebook, Intel en Rackspace. Het doel van de organisatie is om open
14
Alles over innovatie in ICT
source-principes toe te passen op hardware die bedoeld is voor gebruik in datacenters en telecommunicatiefaciliteiten. OCP-leden kunnen hun eigen hardware-ontwerpen publiceren via Open Compute. Andere deelnemers mogen deze ontwerpen gebruiken voor het bouwen en op de markt brengen van hun eigen producten. Maar ze kunnen deze ontwerpen ook verder ontwikkelen. Op deze manier hoopt OCP te komen tot snellere innovatie op het gebied van IT-hardware.
Hyperscalers Veel van de ontwerpen die via OCP beschikbaar worden gesteld, zijn afkomstig van zogenaamde hyperscale-bedrijven zoals Facebook en Microsoft. Ze hebben zeer grote datacenters gebouwd die vele honderdduizenden servers gebruiken. De eigen ontwikkeling van hardware biedt deze bedrijven grote technische en financiĂŤle
{
‘In serverruimtes waar 10 of 20 racks worden geïnstalleerd, biedt OCP al interessante financiële voordelen’
ook voor Europese bedrijven en overheidsorganisaties zeer aantrekkelijk.
Technische kennis Er is echter relatief veel technische kennis voor nodig om met OCP-designs te gaan werken. Zelfs als een hardwarefabrikant al een product heeft gemaakt op basis van zo’n ontwerp. Kortekaas: “Een ontwerp van bijvoorbeeld Facebook voor - zeg een open source-switch is natuurlijk opgezet met een eigen netwerkinfrastructuur in het achterhoofd. Om zo’n ontwerp in het datacenter van een Europese bank of telco te kunnen toepassen, is meer nodig dan alleen een hardwareproduct.Vaak is er extra werk nodig om bijvoorbeeld de firmware te veranderen. Of er is geen webinterface voor de beheersoftware, simpelweg omdat Facebook zo’n beheerinterface niet nodig heeft. Zakelijke organisaties stellen in hun inkoopvoorwaarden vaak dat ze alleen kant-en-klare producten kopen. Het is daarom belangrijk dat een OCP Solution Provider helpt om het product volledig geschikt te maken voor gebruik in het datacenter van zo’n bedrijf.”
Geen R&D of DevOps
voordelen. Denk aan een lager energieverbruik per individuele server. Of een drastisch vereenvoudigd systeembeheer, waarbij één beheerder een factor 100 of 1.000 meer servers kan beheren dan in een klassiek ontworpen datacenter.
10 of 20 rekken Hoewel we in Europa geen datacenters hebben met een schaal in de buurt van Facebook of Google, kunnen ook veel Europese bedrijven en overheidsinstellingen aanzienlijke voordelen behalen door gebruik te maken van op OCP gebaseerde apparatuur. Denk aan telecomaanbieders, banken en andere organisaties. De omvang van het datacenter is daarbij niet zo belangrijk. “In serverruimtes waar 10 of 20 racks worden geïnstalleerd, biedt OCP al interessante financiële voordelen”, zegt Menno Kortekaas, Chief Technology Officer van Circle B. “Werken met OCP-hardware is
“Een Solution Provider zorgt er voor dat ook datacenters, telco’s en IT-afdelingen die niet over een eigen R&D- of DevOps-afdeling beschikken, kunnen profiteren van de voordelen die OCPontwerpen te bieden hebben”, zegt John Laban, de Europese vertegenwoordiger van Open Compute. “Een OCP-leverancier zoals Circle B heeft de technische kennis om ervoor te zorgen dat een OCP-ontwerp of een product gebaseerd op een OCP-design probleemloos integreert in de IT-infrastructuur van een bedrijf.”
Europese strategie Het OCP Solution Provider-programma maakt deel uit van een veel bredere strategie van de Open Compute Foundation in Europa. “Europa is een zeer belangrijke markt voor OCP in termen van datacenters en telecomaanbieders”, zei Steve Helvie,Vice President Channel Development van OCP. “Daarom steken we hier in Europa veel tijd en energie in de ontwikkeling van het OCP-ecosysteem. We werken nauw samen met bedrijven als Circle B, die grote IT-organisaties kunnen ondersteunen bij het verkennen van de kansen die OCP biedt. We streven ook naar een brede en gevarieerde groep partners in Europa die kunnen helpen met bijvoorbeeld het opleiden van medewerkers of het bieden van ondersteuning.” CloudWorks – nr. 4 / 2018
15
Connectiviteit Op basis van switch-platform van Arista Networks
Nieuw Asteroid IXP: lagere kosten door self-service provisioning en automation
Asteroid is een nieuw Nederlands Internet Exchange Point (IXP) dat lokale connectiviteit aanbiedt. Het ziet goede kansen door op basis van een geheel nieuw platform afnemers snel van verbindingen en capaciteit te voorzien. Asteroid maakt hiertoe gebruik van technologie van Arista Networking waardoor de IXP zijn klanten nu self-provisioning en automation kan bieden. Internet Exchange Points (IXP’s) vormen een cruciaal onderdeel van het fysieke netwerk waarmee Internet Service Providers (ISP’s) en Content Delivery Networks (CDN’s) internetverkeer uitwisselen tussen hun netwerken. Naarmate de vraag naar internetcapaciteit en bandbreedte toenam, moesten IXP’s reageren met flexibelere diensten, terwijl zij tegelijkertijd de prijs voortdurend dienden te verlagen. Andy Davidson, CTO voor Asteroid: “De wholesale-kosten van connectiviteit zijn de afgelopen 10 jaar maar liefst 4.000% gedaald. Ieder jaar weer vragen klanten de service providers om meer bandbreedte voor hetzelfde budget aan te bieden.”
Uitdaging Davidson is ook lid van de raad van bestuur van de European Internet Exchange Association (Euro-IX). Hij was voorheen in de wholesale-markt actief als zowel koper
16
Alles over innovatie in ICT
als verkoper. Hij legt uit dat terwijl de markt fors is gegroeid, veel van de oude problemen zijn gebleven. “Ook al heeft het internet ons flexibele en snelle manieren van werken opgeleverd, veel van de processen rond provisioning en het schalen van connectiviteit zijn hetzelfde gebleven. Waarom duurt het bijvoorbeeld nog altijd weken om een dienst op te zetten? Waarom kunnen klanten, die vaak beschikken over technisch goed opgeleid personeel, niet zelfvoorzienend werken en zelf hun connectiviteit monitoren? Waarom kunnen wijzigingen alleen tijdens kantooruren worden aangebracht?” Het waren dit soort frustraties die Remco van Mook, Andy Davidson en Nurani Nimpuno ertoe brachten om Asteroid op te zetten. Met als doel een betere manier te bieden om als IXP diensten aan afnemers te leveren.
In de visie van Asteroïd draait het vooral hierom: “Doe één ding en doe dat goed. Met andere woorden: op de manier waarop het zou moeten worden gedaan”, vertelt Davidson. “En doe het vooral ook beter dan andere aanbieders. Dat betekende in ons geval dat we terug moesten gaan naar de oorspronkelijke concepten van echte lokale interconnectie, zonder ons te laten afleiden door connectiviteits-, transport- of clouddiensten voor de hele metro-omgeving.” Om dit doel te bereiken was in de ogen van de oprichters niet alleen slimmere software nodig, maar dient ook hardware te worden gebruikt die heel flexibel is. Alleen dan zouden de juiste services aangeboden kunnen worden, tegen de juiste kosten. Onder leiding van CEO Remco van Mook begon Asteroid met het ontwikkelen van een nieuwe software stack om deze nieuwe services in de omgeving van de AMS-IX te kunnen aanbieden.
Oplossing “Een van de belangrijkste doelstellingen was het vanaf de grond af aan opbouwen van een nieuw systeem dat niet afhankelijk is van bestaande en oudere architecturen”, legt Davidson uit. “Door het gebruik van automatisering en software op onze core switches konden we veel van de tijdrovende en kostbare stappen in de toelevering elimineren. Hierdoor zijn we niet alleen in staat om de kosten te verlagen, maar kunnen we ook diensten leveren met meer flexibiliteit en meer snelheid.” Davidson wilde ook een platform waar elementen als self-service aan klanten zouden kunnen worden aangeboden, samen met zeer gedetailleerde vormen van telemetrie en monitoring. “We wisten dat het een uitdaging zou worden om deze doelstellingen te realiseren in samenwerking met een leverancier van traditionele en - zeg maar - gesloten switches. Onze voorkeur ging dan ook duidelijk uit naar een op silicon gebaseerde switch die gebruikmaakt van Linux. Dat geeft ons veel meer flexibiliteit.” Hoewel er op de markt meerdere opties beschikbaar zijn, heeft Davidson eerder drie grote projecten uitgevoerd met switches van Arista Networks. Die projecten hebben hem een goed inzicht in dit platform gegeven. “We wisten dat Arista voldeed aan de eisen die we stellen aan de densiteit, de prestaties en de kostprijs per poort. Het Extensible Operating System (EOS) past bovendien goed bij onze software-aanpak”, legt hij uit. “Maar net zo belangrijk was het feit dat de roadmap van Arista ons het vertrouwen gaf dat de volgende generatie producten een goede prijs/prestatie-delta zou bieden, zodat we nieuwe Points of Presence ook kunnen uitrollen in markten waar een hogere druk op de marges staat.” In zee gaan met Arista Networks was dan ook een van de eerste beslissingen die het team van Asteroid nam. Dat hielp volgens Davidson ook met het verdere ontwikkelingsproces. “We gebruikten gevirtualiseerde instances van de switches om het ontwikkelingsproces te versnellen. Daarnaast konden we deze instances op een
{
‘De wholesale-kosten van connectiviteit zijn de afgelopen 10 jaar maar liefst 4.000% gedaald’
laptop meenemen om bij klanten demo’s te geven. EOS biedt verder een volledige API waarmee we een heleboel functies konden inbouwen in onze software stack die uiteindelijk het aantal betrokkenen en de tijd die nodig is om een service te leveren sterk vermindert.” De eerste implementatie maakte gebruik van de Arista 7280R switch, die op maat wordt gebouwd en dus veel flexibiliteit kent ten aanzien van de aantallen 10/25/40/100GbE-poorten. De maximale throughput bedraagt 12 terabit per seconde, terwijl tevens een Ultra-deep packet buffer tot 32GB kan worden toegepast. Alle Arista-producten - en dus ook de 7280R-serie - werken op basis van dezelfde binaire Arista EOS software instance, waardoor met name het netwerkbeheer sterk kan worden vereenvoudigd. Er geldt immers maar één standaard voor alle switches. Arista EOS is een modulair besturingssysteem voor switches en kent een architectuur voor het delen van de ‘state’ van de switches. De state van een switch wordt hierbij nadrukkelijk gescheiden van protocolverwerking en applicatielogica.
Nikhef Asteroid lanceerde zijn eerste IXP in september 2017 in het Nikhef Data Centre in het Science Park in Amsterdam, een locatie waar zeer veel netwerkverbindingen bij elkaar komen. De IXP geeft klanten toegang tot een belangrijke gateway met lage latency naar het Europese continent. Hierdoor kan 80 procent van Europa binnen 50 milliseconden worden bereikt. “Onze IXP-service is een van de goedkoopste diensten binnen deze locatie. Net zo belangrijk is dat we connectiviteit zeer snel kunnen leveren”, zegt Davidson.
“Voor veel van onze klanten is snelheid van cruciaal belang. Maar ze willen tegelijkertijd ook toegang tot monitoring en telemetrie. Als ze wijzigingen moeten of willen aanbrengen, kunnen ze met onze tools voor self-service taken uitvoeren zoals port provisioning, route server connections en reverse DNS. Bij andere IXP-aanbieders leiden dat soort changes ongetwijfeld tot vertragingen of vereisen extra IT-middelen.”
Conclusie Als het gaat om prestaties en betrouw baarheid heeft het Arista-platform op beide fronten zijn vruchten afgeworpen, meent Davidson. “De openheid van het platform betekent dat we niet opgesloten zitten in een merkspecifieke aanpak - wat voor ons van cruciaal belang is. De software stack die we hebben ontwikkeld, is overdraagbaar naar andere Arista-modellen en dat geeft ons veel vertrouwen voor de langere termijn.” Het succes van de introductie in Amsterdam heeft ertoe geleid dat andere datacenter providers Asteroid inmiddels hebben benaderd voor samenwerking. Men heeft belangstelling voor zowel de manier van werken van Asteroid als de ontwikkelde software, die men liefst als een SaaSoplossing zou willen afnemen. Zo heeft McAllen Data Center (MDC), een colocatie provider aan de grens tussen de VS en Mexico, Asteroid inmiddels ingeschakeld om het eerste IXP in het zuiden van Texas te helpen bouwen. Met behulp van het Asteroid-softwareplatform en Aristaswitches biedt MDC nu MEX-IX. Deze IXP maakt lokale verkeersuitwisseling mogelijk, verbetert de netwerkprestaties, verlaagt de latency en verbetert de behoefte aan dure doorvoerregelingen. Van de redactie CloudWorks – nr. 4 / 2018
17
Cloud-toepassing Onderzoek Target en Espresso gridpoint:
Grote verschillen in cloud-toepassing door softwarebedrijven Tarqet heeft in samenwerking met Espresso gridpoint, een Nederlandse leverancier van private cloudinfrastructuur diensten, een kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder Nederlandse softwarebedrijven (ISV’s). In het onderzoek is onder andere gekeken naar de adoptie van de cloud als platform voor software distributie. Ook is de adoptie van cloud als business model voor de betaling van diensten onderzocht. Hierbij zijn grote verschillen naar voren gekomen.
gebruik van een gehost platform.Van de resterende 35 procent die nu nog on-premise werkt, heeft 18 procent de intentie om binnen drie jaar de overstap te maken naar een hosted of cloud-platform. Er zijn grote verschillen onder de adoptie van de cloud wanneer we inzoomen op de segmenten waarop de softwarepartijen actief zijn (zie figuur 2). Hierin loopt de zakelijke dienstverlening voorop en zien we dat met name de zorgsector en het onderwijs achterblijven.
Verdienmodel De onderzoekers hebben ruim 350 bedrijven ondervraagd, waarvan 50 ook nog eens telefonisch om een toelichting is gevraagd. Het onderzoek heeft in de periode januari-maart 2018 plaatsgevonden.
Belangrijke verschillen Bijna de helft van de ondervraagde softwarebedrijven gebruikt inmiddels de cloud als distributieplatform (zie figuur 1). Naast de 49 procent die nu al een cloud-platform toepassen, maakt 16 procent
Het traditionele licentiemodel is met 60 procent nog steeds het meest toegepaste verdienmodel (zie figuur 3).Verder zien we veel combi naties van eenmalige aanschaf, licentiekosten en gebruikskosten. Betalen naar gebruik is nog minder breed geaccepteerd. Dit ondanks de adoptie van de cloud als distributieplatform. Van de redactie
Figuur 3: Het pay-as-you-go model is onder Nederlandse Figuur 1: Hoe wordt software gedistribueerd?
softwarebedrijven tot nu toe niet breed geaccepteerd.
Figuur 2: Het target-onderzoek brengt grote verschillen naar voren als het gaat om cloudadoptie.
18
Alles over innovatie in ICT
Blog
Waarom performance monitoring noodzakelijk is De mogelijkheid om op elk moment te kunnen reageren op de klantbehoefte, zonder de focus of het momentum te verliezen, wordt voor steeds meer bedrijven een serieus doel. Ongeacht hun omvang, branche of de markt waarin ze opereren. En zo hoort het ook. Flexibiliteit gaat vaak hand in hand met efficiëntie en winstgevendheid. Het behalen van deze doelen betekent vaak dat het een bedrijf lukt gebruik te maken van bedrijfskritische technologie om de productiviteit te verhogen en ervoor te zorgen dat het optimaal functioneert. De vraag is: welke technologie is de grootste drijfveer achter deze flexibiliteit? Het antwoord: applicaties. Maar om ervoor te zorgen dat die de bedrijfsflexibiliteit ondersteunen, is end-to-end inzicht in hun performance een must. Zo is het voor consultants die veel klantcontact hebben zeer belangrijk om de bron van performance-belemmeringen te vinden en deze problemen weg te nemen met een minimale (of zelfs geen) invloed op de eindgebruikerservaring. Het is organisaties dan ook aan te raden om gebruik te maken van performance monitoring. Tools voor performance monitoring bieden beslissingsbevoegden bij IT en de business meer inzicht in cloud- en applicatie performance. Anno 2018 is goede performance monitoring essentieel, omdat dit een duidelijk beeld geeft van alle onderdelen gerelateerd aan applicatieperformance en garandeert dat alles optimaal draait. De juiste oplossing voorziet beslissers daarnaast van informatie over het volledige applicatieproces: van ontwikkeling tot oplevering. Dat leidt vervolgens tot waardevol inzicht in het beheer van resources en deadlines.
die de applicatie ondersteunen of de eindgebruikerservaring. Met andere woorden: de juiste oplossing geeft een compleet overzicht van wat er aan de hand is en hoe we problemen snel kunnen oplossen. Echt end-to-end inzicht biedt verschillende voordelen. Denk aan meer bedrijfsflexibiliteit, de mogelijkheid voor het bedrijf om het verschil te maken en ook extra aandacht voor applicatieontwikkeling en -productie door de IT-afdeling. Al deze elementen samen leiden ertoe dat er sterkere processen en policy’s voor performance management zijn te implementeren, resulterend in een betere samenwerking binnen het gehele bedrijf.
Cloud-technologieën Met de juiste tool voor performance monitoring worden de IT- en development-afdelingen de helden van een cloud-first bedrijfsstrategie.Want een development-team dat dankzij beter inzicht de doelstellingen van de business begrijpt, is in staat een superieure eindgebruikerservaring te bieden. Developers zullen beamen dat cloud-technologieën voor transformatie kunnen zorgen.Wie een allesomvattende strategie voor performance monitoring voor deze technologieën hanteert, kan rekenen op verschillende voordelen: • meer inzicht in performance tijdens het ontwikkelingsproces stelt teams in staat applicaties op tijd op te leveren en problemen te beperken • snelle, proactieve probleemoplossing leidt tot meer beschikbaarheid, het sneller vinden van oplossingen en het beperken van een negatieve gebruikerservaring
End-to-end inzicht
Meer inzicht in de performance van cloud-technologieën op alle vlakken leidt tot optimale bedrijfsflexibiliteit en een succesvolle organisatie.
De juiste oplossing voor performance monitoring biedt duidelijk inzicht. Daarbij maakt het niet uit of het gaat om de systemen
Bas Bremmer is Country Manager van Riverbed Nederland
{
‘Anno 2018 is goede performance monitoring essentieel, omdat dit een duidelijk beeld geeft van alle onderdelen gerelateerd aan applicatieperformance en garandeert dat alles optimaal draait’ CloudWorks – nr. 4 / 2018
19
Strategie Doe-het-zelf aanpak maakt Indiase software aantrekkelijk
Zoho opent in Utrecht Europees hoofdkantoor Al meer dan 30 jaar maakt de IT-sector in het westen gretig gebruik van IT-expertise uit India. Ook vanuit Nederland zochten bedrijven hun heil in het dynamische, business gedreven Aziatisch land met z’n tradities uit het verleden. Het vasthouden aan het Engels als belangrijke voertaal opende de weg naar de wereld. Overal kom je hoogopgeleide Indiase ITspecialisten tegen. Wipro, Infosys en Tech Mahindra zijn gevestigde namen in de IT-dienstverlening. Van Indiase IT-productleveranciers hoorden we hier minder. Daarin komt verandering nu Zoho Corporation, een software producent met 35 miljoen gebruikers, vanuit een kantoor in Utrecht de Europese markt gaat bestormen. In 1996 besloot een groep Indiase telecommunicatiespecialisten onder de naam AdventNet hun kennis en vaardigheden aan te wenden in het maken van netwerkbeheeroplossingen voor de grote telecommunicatieleveranciers op de Amerikaanse markt, zoals Cisco, Avaya, Lucent, Nokia en Alcatel. Later werden zij vanuit grote ondernemingen rechtstreeks gevraagd om assistentie te verlenen bij ICT-vraagstukken. Zo ontstond een productlijn op het gebied van IT-management oplossingen.Vanuit die positie geraakten de Indiase ’whizkids’ bekend met de applicatiesoftware waarmee kleine en grote ondernemingen hun bedrijfsprocessen aansturen. Met die ervaring en de inmiddels verworven kennis rondom cloud-technologie besloten de grondleggers van het netwerk- en IT-management bedrijf in 2003 een set van standaard op cloud gebaseerde bedrijfsapplicaties aan te bieden. Omdat in eerste aanleg de doelgroep aan de onderkant van de markt werd gezocht, koos men voor de naam Zoho, een verbastering van Soho, een destijds veel gebruikte aanduiding voor small office, home office. Succes bleef niet uit. In eigen land neemt het bedrijf na Microsoft een redelijk dominante positie in. Inmiddels is de Zoho Corporation de overkoepelende naam voor een IT-organisatie, waarin de oorspronkelijke activiteiten zijn ondergebracht bij respectievelijk ManagedEngine (IT-automation), WebNMS (raamwerk voor netwerkmanagement) en dus Zoho for business apps. De Zoho cloud-applicaties gingen al snel de wereld over. Er kwamen vestigingen in de Verenigde Staten, Singapore, China en Japan.
20
Alles over innovatie in ICT
Binnen twee uur Waarom kiest een succesvol Indiaas softwarebedrijf voor Utrecht als uitvalsbasis voor de Europese markt? Sridhar Iyengar, Europees topman van Zoho Corporation heeft daar een heel logische verklaring voor. ”Vanuit India kijken wij naar Europa als één geheel. Engeland en dan natuurlijk Londen zou historisch gezien een logische keuze zijn. Wij beseffen ons dat we in dit werelddeel te maken hebben met sterk verschillende landen en culturen. Daarom kozen we voor een land waar we nog steeds prima in het Engels kunnen communiceren, maar dat geografisch middenin de markten ligt die wij willen bedienen. De vliegtijd naar de belangrijkste Europese economische centra bedraagt van hieruit maximaal één tot twee uur. Binnen Nederland ligt Utrecht heel centraal met goede weg- en spoorverbindingen naar het vliegveld, maar ook naar de andere, voor ons belangrijke steden, zoals Eindhoven, Rotterdam, Den Haag en Amsterdam. Bovendien is Utrecht een studentenstad. En wij bieden studenten graag stagemogelijkheden.” Zoho is groot geworden door het aantrekken en opleiden van jonge, leergierige mensen. Ook daarvoor heeft Sridhar Iyengar een logische verklaring. ”Jonge mensen met een nog niet gefixeerde ’mind set’ zijn heel goed in het uitwerken van innovatieve ideeën naar werkbare software. Wij hebben daar vanaf onze start in 1996 ervaring mee.Vanuit ons hoofdkantoor in Chennai leiden we jongeren op die zich financieel geen universitaire studie kunnen permitteren. Wij bieden een tweejarige opleiding met gekwalificeerde docenten die op een hoog niveau onderricht geven in onder meer Engels, wiskunde, informatica en algoritmen. Ongeveer 15 procent van ons huidige personeelsbestand van 5.800 medewerkers is geschoold via de Zoho University.” Aan de uitbreiding van de kring ontwikkelaars besteden de softwarebouwers uit Chennai veel aandacht. Zoho Creator is het no-code ontwikkelgereedschap waarmee mensen die geen kennis hebben van ICT in staat zijn zelf applicaties te maken. Op deze manier moet het applicatie-aanbod in de op zich toch al uitgebreide catalogus voor de 35 miljoen Zoho-gebruikers wereldwijd verder in omvang toenemen.
Te hoge kosten Self supporting met software, van éénpitter tot aan grote multinational: dat is het belangrijkste verkoopargument voor Zoho. Gebruiksgemak zoals mensen gewend zijn van hun consumenten-
IT en uitgebreide mogelijkheden om de technologie op een simpele wijze af te stemmen op de bedrijfsprocessen. Dat vormen de belangrijkste criteria voor de klanten om te kiezen voor het Indiase ’operating system for business’. Lange implementatietrajecten met veel change management-sessies, uitgevoerd door omvangrijke projectteams zijn volgens Sridhar Iyengar niet langer nodig. Zou de IT-sector geheel opnieuw van start gaan, dan verdubbelt het Zoho marktaandeel onmiddellijk, meent hij. Nu is men binnen veel organisaties vooral bezig met het in stand houden van de legacy en tracht men die via complexe integratieprojecten te verbinden aan innoverende technologie. De kosten voor het inhuren van externe expertise rijzen de pan uit. Cost of ownership wordt een serieus probleem. De Europese manager uit India hoort met stijgende verbazing het voorbeeld van de Nederlandse overheid aan en ziet nieuw afzetpotentieel. Wie jaarlijks voor honderden miljoenen aan IT uitgeeft en er nauwelijks iets voor terugkrijgt, is rijp voor de doe-het-zelf aanpak uit Chennai, stelt hij vast. ”In principe levert Zoho alle software die een organisatie nodig heeft om zijn belangrijkste processen aan te sturen, dus het bijhouden van de klantrelaties, de financiële administratie, het personeelsmanagement, business intelligence en analytics. Wat onze producten anders maakt dan die van concurrerende partijen, is dat ze altijd zijn ontwikkeld vanuit de eindgebruiker. Door voor hen de toepassing van de software zo gemakkelijk mogelijk te maken, groei je sneller van onderen naar boven dan andersom”, aldus Sridhar Iyengar. ”Sinds kort leveren we een ’superset’ van al onze producten onder de naam Zoho One. Daarmee kan in principe een bedrijf zijn volledige business runnen voor een kostprijs van 30 euro per maand per medewerker.” Klinkt aantrekkelijk, maar in India ervaren ze toch ook dat in het applicatie-landschap van veel bedrijven software van meerdere marktpartijen in samenhang met elkaar functioneert. De Europese Zoho-topman pareert de twijfel door heel stellig te verklaren dat ondanks hun integratie, de diverse onderdelen uit de Zoho One bundel prima los zijn te gebruiken, maar ook in combinatie met de gangbare business-software van bijvoorbeeld Microsoft, SAP, Oracle en Salesforce.
Marktplaats ”Naast de van-de-plank software waarmee we 90% van de gevraagde business-functionaliteit afdekken, bieden we de flexibiliteit om de functionaliteit aan te passen of uit te breiden”, aldus Iyengar. ”We leveren onze software ook als platform op basis waarvan systeemintegratoren geheel op hun klanten afgestemde applicaties kunnen implementeren, maar dan wel vanuit een ’bottom-up’ aanpak.” Het al eerdergenoemde Zoho Creator ondersteunt de uitrol van aanvullende functionaliteit. Daarmee krijgen eindgebruikers zelf de instrumenten in handen om vanuit hun kennis van de bedrijfsprocessen functionaliteit te ontwikkelen die ze niet in de
standaardoplossing aantreffen. Ook de IT-afdelingen binnen bedrijven zijn in de gelegenheid daarin te faciliteren, evenals externe IT-dienstverleners. Op die manier is reeds een actieve marktplaats ontstaan, waar een Zoho-eindgebruiker de vraag kan uitzetten naar een door hem gewenste toepassing. Is binnen de groep van 35 miljoen gebruikers die specifieke applicatie niet aanwezig, dan zijn andere leden binnen de gemeenschap in de gelegenheid om een aanbieding te doen om voor een bepaald bedrag de verlangde software te maken. Aan innovatieve ideeën geen gebrek. Sedert een paar maanden levert het Indiase bedrijf standaard een voorziening om spraakgestuurde softwarefuncties te activeren en bijvoorbeeld specifieke data op te vragen. Jean-Paul Damen, een voormalig partner van Zoho en nu in dienst als business development executive, weet te vertellen dat diverse grote Nederlandse bedrijven de voordelen van het doe-het-zelf concept hebben ervaren. Een belangrijke internationale logistieke dienstverlener schoonde er zijn versnipperde CRM-landschap mee op. De verkoopafdelingen in de diverse landen hanteerden ieder een andere benaderingswijze vanuit hun eigen CRM-applicatie voor dikwijls dezelfde afnemer. Door het gezamenlijke gebruik van Zoho in combinatie met Google, creëerden ze een gemeenschappelijk klantbeeld. Een grote speler op de telecommunicatiemarkt verving bij één van zijn business units Salesforce door Zoho. Een implementatiepartner zette de data 1-op-1 over zonder dat de betreffende consultants inzage kregen in de privacygevoelige data.Voorheen betaalde het bedrijf een factor 10 meer dan wat ze nu aan Zoho licenties kwijt is, aldus Damen. Daarnaast besparen ze ook op kosten voor aanvullende dienstverlening.Vanwege het gemak waarmee de Zoho-applicaties zich laten aanpassen, behoeft het bedrijf geen dure consultants meer in te huren. CloudWorks – nr. 4 / 2018
21
SDN Onderzoek Verizon:
Senior IT-leiders zien SDN zitten De implementatie van Software-Defined Networking (SDN) is definitief op gang gekomen. Dit blijkt uit een door Verizon gesponsord onderzoek onder 165 senior IT-leiders van grote wereldwijde organisaties. Dit onderzoek is uitgevoerd door Longitude, onderdeel van de Financial Times-groep. Van de ondervraagde bedrijven is 15 procent al bezig met het testen of implementeren van SDN-technologieën. Binnen twee jaar zal dit percentage stijgen naar 57, waarbij 12 procent verwacht dat SDN binnen dat tijdsbestek in de hele organisatie is geïmplementeerd. 31 procent van de respondenten denkt over drie tot vijf jaar ‘klaar’ te zijn met zijn of haar SDN-implementatie.
Omzetgroei SDN wordt in het algemeen gezien als de sleutel tot effectieve netwerktransformatie en bedrijfsgroei.Voor veel respondenten is de verwachting van omzetgroei een belangrijke drijfveer voor SDN-adoptie. Ongeveer de helft (49 procent) wijst op de noodzaak om de netwerkfunctionaliteit uit te breiden. 44 procent denkt dat SDN concurrentievoordeel oplevert en zal helpen sneller in te spelen op kansen in de markt. Eenzelfde percentage (44 procent) wijst op de behoefte om diensten sneller beschikbaar te maken voor interne bedrijfsonderdelen.
Een verwachte verbetering van de bedrijfs resultaten is een overtuigend argument voor de invoering van SDN, blijkt uit de enquête. 86 procent van de respondenten is het ermee eens dat SDN een snellere invoering van nieuwe toepassingen, diensten en infrastructuur mogelijk kan maken. Bijna negen op de tien respondenten (86%) verwacht dat SDN hen door zijn grotere flexibiliteit en eenvoud in staat stelt innovatiever te zijn in hun aanpak van nieuwe soorten applicaties, diensten en businessmodellen.
feit dat SDN intelligentie toevoegt aan de infrastructuur, zonder de complexiteit te verhogen, aldus de onderzoekers. SDN maakt het juist eenvoudiger om diensten op of af te schalen, nieuwe software te installeren en netwerken gemakkelijker te beheren. Anders gezegd: SDN helpt IT-afdelingen om zakelijke veranderingen eenvoudiger bij te benen.
Ondersteuning Hobbels Uit de enquête komen ook bedenkingen naar boven. Zo is 67% bang voor downtime, 66% voor een ingewikkelde migratie en 62% vraagt zich af of de eigen IT-afdeling een migratie wel aankan. Wat SDN bijzonder maakt en onderscheidt van andere innovaties die we de afgelopen jaren voorbij hebben zien komen is niet het
Gezien de potentiële zakelijke impact van SDN is het essentieel dat organisaties mogelijke hindernissen op weg naar adoptie in kaart brengen, begrijpen en overwinnen. Maar er is wat dat betreft goed nieuws, menen de onderzoekers. Met de juiste ondersteuning zal adoptie waarschijnlijk minder veeleisend blijken en zullen de risico’s minder ernstig zijn dan nu nog vaak wordt gevreesd. Voor hun SDN-traject moeten bedrijven een partner zoeken die hen vooral de volgende twee dingen kan bieden: een focus op innovatieve netwerktechnologie en bewezen ervaring met SDN. Hoewel het omarmen van nieuwe SDN-technologieën op een sprong in het onbekende diepe lijkt, valt dat bij nader inzien wel mee. Met de juiste due diligence, planning en netwerkprovider, is deze ‘sprong’ niet zo ontmoedigend als hij op het eerste gezicht lijkt. Van de redactie
22
Alles over innovatie in ICT
www.scos.cloud
Secure Managed File Transfer Hosted in West Europe – Middenmeer/The Netherlands. Ipswitch MOVEit Cloud is a SaaS version of MOVEit Transfer
Ipswitch MOVEit Cloud delivers the company’s industry-leading Managed File Transfer (MFT) system with all the benefits of cloud computing, including: • reliability • elasticity • and rapid deployment Hosted at a world-class data center facility (ISO/IEC 27001 ) compliant that is engineered to incorporate multiple levels of security and redundancy for optimal • reliability • availability • business continuity and it’s all managed by MOVEit experts.
In an era of high-visibility security violations, scos.cloud leads the industry in security and integrity. scos.cloud protects your most valuable asset – your data – by incorporating essential security measures for cloud services.
Start your Cloud MFTaaS now with one of our MFT experts.
Secure MFT • Secure Email • Ad Hoc Transfer • Automate File Transfer • MFTaaS
www. sc os . c l ou d
Innovatie Markt ziet slimme bril nog altijd als onderzoeksproject
Nog nauwelijks vraag naar smart glasses Bedrijven in de Benelux maken nauwelijks gebruik van de slimme werkbril waarmee heftruckchauffeurs, zorgverleners of machinewerkers hun handen vrij hebben en tegelijkertijd informatie op het vizier hebben. Dat blijkt uit Toshiba-onderzoek naar het gebruik van zogeheten ‘smart glasses’ in zakelijk Europa. Liefst 73 procent van de IT-beslissers in de Benelux is bekend met deze oplossing, maar meldt dat het gebruik van de slimme werkbril nog in de onderzoeksfase zit.Verdere ontwikkeling van ‘augmented reality’, beschikbaarheid van het snelle 5G-netwerk en druk op meer arbeidsproductiviteit vergroten de kans op inzet van smart glasses in een zakelijke omgeving. Tosiba ondervroeg meer dan 1.000 IT-beslissers in Europa, waaronder zo’n 200 in de Benelux.
Niet op werkvloer Waar de virtuele bril in de consumentenmarkt al enige tijd populair is, worden smart glasses nog nauwelijks gebruikt op de werkvloer. 52 procent van de IT-beslissers geeft aan dat dataverwerking de grootste zorg wordt bij de inzet van de slimme werkbril. Tegelijkertijd is 38 procent van de respondenten ervan overtuigd dat dit compleet nieuwe apparaat binnen drie jaar volop ingezet gaat worden op de werkvloer. Zeker waar mensen hun handen vrij moeten houden voor bijvoorbeeld hulp aan bed, een machine of een heftruck. 51 procent van de IT-beleidsmakers is van mening dat handenvrij werken en het vergroten van arbeidsproductiviteit de belangrijkste katalysatoren worden voor het succes van slimme werkbrillen. Behoefte aan meer mobiliteit is voor 47 procent van de respondenten doorslag gevend voor het gebruik van smart glasses.
7 op 10 “Meer dan 70 procent van eerstelijnsmedewerkers op de werkvloer is nog altijd niet uitgerust met digitale apparatuur. Werknemers kunnen het werk makkelijker en leuker maken als ze tijdens hun acties via het beeldscherm op hun neus allerlei informatie over machine-instructies of realtime klantgegevens op het vizier krijgen.”
24
Alles over innovatie in ICT
“Toshiba heeft begin dit jaar de dynaEdge mini pc met Assisted Reality Viewer gelanceerd. Het eerste apparaat zo klein als een smartphone, dat eenvoudig aan je broekriem vastgemaakt kan worden met Windows 10-functionaliteit. De slimme werkbril op je neus biedt allerlei mogelijkheden voor ontvangst en verwerking van realtime informatie en samenwerking met collega’s. Bijvoorbeeld met Skype for Business op het scherm. Het is bovendien de eerste edge computing oplossing die dankzij Microsoft Windows 10 eenvoudig geïntegreerd kan worden in de bestaande IT- infrastructuur van een organisatie”, vertelt Ronald Ravel, Country Manager van Toshiba in de Benelux. Dit Europese onderzoek is uitgevoerd door onderzoeksbureau Walnut Unlimited in opdracht van Toshiba onder meer dan 1.000 IT-beslissers van (groot)zakelijke organisaties met minimaal 1.000 medewerkers. De respondenten zijn afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Spanje, België en Nederland. Bijna 200 Nederlandse IT-beslissers uit de sectoren transport & logistiek, overheid, IT, industrie, retail en hightech hebben deelgenomen. Het onderzoek heeft plaatsgevonden begin maart 2018. Van de redactie
Toshiba’s dynaEdge mini-pc.
Strategie ECP|Platform voor de InformatieSamenleving wil inhoudelijke discussie
Angst belemmert momenteel ontwikkeling AI-projecten “Doemscenario’s van intelligente robots die de mensheid bedreigen en overheersen veroorzaken angst in de samenleving. Innovatie en een verantwoorde ontwikkeling van artificial intelligence (AI) worden daardoor bemoeilijkt.” Dat zegt Daniël Frijters van ECP|Platform voor de InformatieSamenleving, in reactie op de horrorverhalen die regelmatig in het publieke debat over kunstmatige intelligentie naar voren worden gebracht. Daarom neemt ECP het initiatief om de hype van de realiteit te scheiden door een inhoudelijke discussie aan te gaan met bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties. Ook heeft het een AI Impact Assessment ontwikkeld dat als hulpmiddel kan dienen voor verantwoorde AI- toepassingen. ECP start deze discussie door een whitepaper getiteld ‘Artificial Intelligence - Gespreksstof en handvatten voor een evenwichtige inbedding in de samenleving’ te lanceren. Dat gebeurde tijdens het NOREAvoorjaarssymposium over kunstmatige intelligentie en robotisering voor IT-auditors. Frijters: “Vanwege de grote maatschappelijke impact van kunstmatige intelligentie is het van belang dat bedrijven, overheid, kennisinstellingen, politici, bestuurders en eindgebruikers met elkaar in gesprek gaan over dit onderwerp. Hoe benutten we de kansen die kunstmatige intelligentie biedt? En hoe zorgen we er gelijktijdig voor dat intelligente toepassingen rekening houden met voor mensen belangrijke ethische en juridische waarden?”
Deze vragen zijn urgent nu zelfrijdende auto’s, robotrechters en zorgrobots hun intrede doen en nieuwe toepassingen voor de deur staan.
AI Impact Assessment Voor het formuleren van antwoorden werkt ECP met haar deelnemers verder in de daarvoor ingerichte werkgroep Kunstmatige Intelligentie. De werkgroep ontwikkelt tevens een AI Impact Assessment als hulpmiddel voor het vroegtijdig onderkennen van de maatschappelijke, ethische, juridische en organisatorische impact van AI-gebruik. Zo krijgt een verantwoorde ontwikkeling en inbedding van kunstmatige intelligentie in de samenleving de broodnodige aandacht die het verdient. “Niemand is gebaat bij een samenleving die grootschalig gebruikmaakt van onverantwoorde intelligente systemen zonder ethisch besef.”
Menselijke controle inbouwen Kunstmatige intelligentie is volgens Frijters geen revolutie die de mensheid ineens overkomt. Het is een ontwikkeling die onze samenleving langzaamaan binnenkomt en verandert. Innovaties bieden nieuwe mogelijkheden en nieuwe economische kansen, maar er ontstaan ook ethische en maatschappelijke vraagstukken. Zo zijn er nu al systemen die redeneren, leren en zelfstandig strategieën en doelen bedenken. “De hype met gevaarlijke cyborgs miskent de realiteit dat er nu al systemen zijn die niet-transparant tot een resultaat komen. Mensen hebben hier nauwelijks of geen invloed op en kunnen de resultaten niet aanpassen. De discussie moet daarom niet zo zeer gaan over kunstmatige intelligentie als technologie, maar over wenselijkheid of onwenselijkheid om menselijke controle in te bouwen.” CloudWorks – nr. 4 / 2018
25
Blockchain Samenwerking Colt Technology en Pacific Century CyberWorks geeft aan:
Blockchain biedt volop kansen voor de telecomsector Blockchain is geen nieuwe technologie en veel mensen kennen de toepassing ervan in de financiële sector. Ook andere sectoren kunnen en willen van de mogelijkheden profiteren. Zo ook de telecomsector. Blockchain kan er toe bijdragen dat de verrekening van kosten tussen carriers eenvoudiger en efficiënter verloopt, volledig betrouwbaar is en beter schaalbaar wordt. Daarom verkennen Colt Technology Services en Pacific Century CyberWorks (PCCW) Global momenteel de mogelijkheden voor de telecomsector. De twee bedrijven hebben inmiddels meerdere succesvolle Proof of Concepts (PoC’s) afgerond. In maart 2018 bundelden Colt en PCCW hun krachten met de blockchain-startup Clear voor de ontwikkeling van een PoC. Doel was in kaart te brengen of de voordelen van blockchain ingezet kunnen worden voor een beveiligde en efficiënte kostenverrekening tussen carriers. Dit begon bij de mogelijkheden om het verrekenproces te versnellen en de betrouwbaarheid verder te verbeteren. Zij ontwikkelden hiervoor een systeem dat de doorlooptijd drastisch kan reduceren. “Om onze organisatie zo flexibel en klantgericht als mogelijk te houden verkennen we voortdurend voordelen van disruptieve technologieën, waaronder blockchain. Zo ontstond eind oktober vorig jaar het idee voor deze Proof of Concept”, aldus Carl Grivner, CEO van Colt. Het initiatief is in lijn met de deelname aan het ITW Global Leaders’ Forum (GLF), waar zowel Colt als PCCW deel van uitmaken. Binnen dit netwerk maken de bestuurders van wholesalecarriers strategische afspraken. Zo willen
26
Alles over innovatie in ICT
zij onder andere bijdragen aan de digitale samenleving en faciliteren bij toekomst gerichte bedrijfsmodellen. Nieuwe technologieën zoals blockchain spelen hierbij een belangrijke rol.
Eerste stap De eerste Proof of Concept bestond uit het demonstreren van een geautomatiseerd blockchain wholesale verrekensysteem om belminuten tussen carriers te verrekenen. Men kwam tot deze keuze omdat de meerderheid van de operators vergelijkbare processen heeft ingericht
om transacties te verrekenen. De partners hebben technologie aan de PoC toegevoegd die zij in eigen beheer hadden, zoals een meervoudig gelaagde architectuur en geavanceerde cryptografie. Ook zorgden zij voor verbeterde schaalbaarheid om de toepassing beter geschikt en bovendien veiliger te maken voor de telecomsector. De PoC omvatte het gebruik van een bilaterale blockchain die transacties vastlegt en aan een openbare blockchain rapporteert. Tijdens tests bleek dat het mogelijk is om in een paar minuten lijsten met duizenden telefoongesprekken te analyseren en te verrekenen. Een van de uitkomsten was dan ook dat de doorlooptijd voor de onderlinge kostenverrekening drastisch verminderd kan worden. Waar er eerst honderden uren nodig waren, kan het proces met behulp van blockchain worden teruggebracht tot enkele minuten. Dit initiatief is daarmee de aanzet voor een nieuw verrekensysteem tussen carriers. Deze PoC is twee keer in het openbaar gedemonstreerd. De eerste keer was tijdens het jaarlijkse congres van de Pacific Telecommunications Council begin dit jaar.
Realtime registratie In mei werd bekend dat Colt en PCCW verdere vooruitgang hebben geboekt met een tweede Proof of Concept. Hierbij gaan de deelnemende partijen een stap verder door het blockchain-grootboek te
voeden met live datafeeds. Andere leden van het ITW Global Leaders’ Forum (GLF) - zoals BT, HGC Global Communications, Telefónica en Telstra - hebben de mogelijkheid aangegrepen om aan te haken. Hierdoor kon de PoC naar een hoger plan worden getild door het grootboek ook te voeden met van hun organisaties afkomstige live data. Dit maakt het mogelijk om het intercarrierverkeer automatisch te verifiëren en te verrekenen op basis van realtime data. Het doel van de uitbreiding is om op korte termijn de bilaterale tests tussen Colt en PCCW Global uit te breiden naar multilaterale relaties binnen de hele wholesale telecommarkt.
eerste Proof of Concept, maar het gebruik van realtime data was een belangrijke extra stap om het nut van de toepassing van blockchain-technologie in onze branche aan te tonen.” Ook zegt hij: “De tweede Proof of Concept deed niet alleen wat ervan werd verwacht. Dat is het verifiëren en verrekenen van wholesale-verkeer op accurate wijze en aan de hand van realtime informatie. Daarnaast effent dit tweede project ook het pad naar een veilige automatisering van arbeidsintensieve, handmatige taken. Dit biedt carriers als Colt de vrijheid om te investeren in de groei van hun onderneming en die van hun klanten.”
Geautomatiseerd, veilig en flexibel Carl Grivner van Colt vertelt: “We waren al optimistisch gestemd over het succes van de
{
Door de veelbelovende resultaten van de eerste twee PoC-projecten kan nu
‘Tijdens tests bleek dat het mogelijk is om in een paar minuten lijsten met duizenden telefoongesprekken te analyseren en te verrekenen’
nagedacht worden over de mogelijkheden om een ecosysteem op te bouwen. Hierin kunnen bijvoorbeeld contracten digitaal worden opgeslagen in transparante, gedeelde databases, waarbij deze contracten door geen enkele partij verwijderd of gewijzigd kunnen worden. Er zou in zo’n geval voor ieder contract en proces, en voor elke activiteit en betaling een digitale vermelding zijn evenals een digitale handtekening die geïdentificeerd, gecontroleerd, opgeslagen en uitgewisseld kan worden. Dit maakt de processen niet alleen efficiënter, maar ook betrouwbaarder en veiliger. De resources die hiermee bespaard worden, kunnen vervolgens voor andere doeleinden worden ingezet. Zo kan dan meer geïnvesteerd worden in zaken als service, research & development of de ontwikkeling van nieuwe diensten. Door de optimale afstemming tussen carriers kunnen operators bovendien tijdig en flexibel anticiperen op markt ontwikkelingen en de klantvraag. Blockchain is hierbij een concrete en zorgvuldig gedocumenteerde stap. Van de redactie CloudWorks – nr. 4 / 2018
27
Management Adviesbureau Burnt Oak:
‘Bezig met een overname? Kijk goed naar de IT-systemen’ Ook 2018 belooft weer een goed jaar voor fusies & overnames te worden. Er is veel kapitaal beschikbaar. De drang van bedrijven om te innoveren of uit te breiden is groot. Marktontwikkelingen maken dat bedrijven en venture capital (VC) grote kansen zien om goed rendement te halen of bestaande posities strategisch te versterken. Maar cruciaal bij dit soort investeringen: de kwaliteit van de IT-systemen van de overnamekandidaat. De acquisitie van technologie is de nummer 1-drijfveer voor fusies & overnames. Nog belangrijker dan de uitbreiding van klantenbestanden in bestaande markten of het toevoegen van producten of diensten. Het verwerven van talent stijgt als een motief voor M&A-strategieën. Digitale strategie is in toenemende mate de drijvende kracht achter fusies en overnames. Technologie verwerven gecombineerd met een digitale strategie zorgde voor ongeveer een derde van alle deals die worden nagestreefd, blijkt uit het rapport ‘The state of the deal. M&A Trends 2018’ van Deloitte.
Het merendeel van de fusies en overnames is traditioneel rendement-gedreven. Dat brengt met zich mee dat de focus ligt op de financiële kant van de zaak en op de manier waarop de omzet tot stand komt: hoe ziet de Winst- & Verliesrekening eruit? Wat is de cashflow nu en in de toekomst? Welke contracten zijn er met wie? Wat laat de balans zien aan assets en verplichtingen?
de IT komt later wel - of helemaal niet. Dit introduceert onvoorziene risico’s in het toch al gevoelige fusie- of overnameproces. Aan het einde van de rit of zelfs na de bezegeling van de transactie kan IT roet in het eten gooien als blijkt dat de IT-systemen van beide partijen niet op elkaar aansluiten of alleen tegen hoge kosten te integreren zijn. Dit kan leiden tot een overnamesom die lager uitvalt dan voorzien of tot hoge kosten voor de overnemende partij om na afloop de IT op orde te krijgen.Vaak gaat dit ten koste van de verwachte commerciële resultaten en het rendement van fusies en overnames.
Vroegtijdige IT Assessment IT als dealbreaker De meeste Due Diligence-onderzoeken spitsen zich dan ook toe op de cijfers, contracten en financiële risico’s. Analyse van
Onderzoek wijst uit dat een professioneel uitgevoerd IT Assessment in een vroeg stadium - bij voorkeur tijdens de zoektocht naar fusie- of overnamekandidaten - leidt tot
M&A IT Assessment Strategisch IT-adviesbureau Burnt Oak Partners biedt onafhankelijke professional services op het gebied van IT-out sourcing en sourcing-strategie. In het verlengde hiervan verzorgt het bureau IT Assessments en IT Due Diligence in het kader van Fusies en Overnames. De door Burnt Oak ontwikkelde MAITA-aanpak (M&A IT Assessment) draagt bij aan een succesvolle fusie of overname door middel van vroegtijdige IT Assessments en specifiek Due Diligence onderzoek naar de IT van de over te nemen partij of die van de beide fusiepartners. Een en ander in nauwe samenwerking met de betrokken business specialisten en financiële en juridische experts. Daarnaast helpt het adviesbureau overnamekandidaten in de IT-markt te selecteren en te valideren. Burnt Oak stelt zich op als trusted IT advisor voor kopende en verkopende partijen, M&A adviseurs en Private Equity firms. Een voorbeeld van de betrokkenheid van Burnt Oak Partners bij M&A trajecten is de in opdracht van Toyota Material Handling Europe (TMHE) uitgevoerde IT Due Diligence als onderdeel van het overnamebod door Toyota Industries op Vanderlande Industries. Belangrijk onderdeel van het onderzoek betrof de kwaliteit en toekomstbestendigheid van de door Vanderlande intern ontwikkelde automatiseringstools en software. De overname geldt als een van de meest succesvolle overnames in Nederland van de laatste tijd.
28
Alles over innovatie in ICT
{
een shortlist van hogere kwaliteit, een beter inzicht in de risico’s van de fusie of overname, een beter gepland transactie proces, resulterend in een hoger financieel resultaat en een snellere realisering van de synergetische effecten na de transactie. Wat zeggen de analisten? ‘Veel fusies voldoen niet aan de verwachtingen, omdat ze vastlopen op de integratie van de technologie en de operaties. Maar een goed geplande strategie voor IT-integratie kan fusies doen slagen’, stelt McKinsey in ‘Understanding the strategic value of IT in M&A’. Ernst & Young stelt in ‘IT as a Driver of M&A success’: ’47 procent van onder vraagde Private Equity (PE) managers zegt terugkijkend dat meer gedetailleerde IT Due diligence waarde-erosie had kunnen voorkomen. 38 procent van de bedrijven en 22 procent van de PE-respondenten zegt dat ze in hun benadering van transacties grote nadruk leggen op IT. 20 procent van de respondenten ziet IT als een van de meest uitdagende gebieden om af te handelen nadat de transactie is gedaan’. Conclusie van de onderzoekers: alle strategische initiatieven achter een transactie zijn afhankelijk van IT. Als ze maximale waarde willen bereiken, kunnen bedrijven IT niet langer negeren of alleen maar beschouwen als een back-office-functie. IT is cruciaal voor een succesvolle integratie bij fusies en zij ondersteunt vele belangrijke integratieactiviteiten. Nochtans wordt zij vaak aangewezen als de hoofdoorzaak van mislukte fusies & overnames en desinvesteringsinspanningen als gevolg van een slechte integratie van de IT-platforms en -organisaties, van inefficiënte Due Diligence
‘Veel fusies voldoen niet aan de verwachtingen, omdat ze vastlopen op de integratie van de technologie en de operaties’
en het falen van IT om bedrijfssynergieën mogelijk te maken. Deze topics bieden echter ook aanzienlijke winstkansen.
IT Due Diligence In de huidige digitale economie is IT vitaal. IT bepaalt de innovatiekracht, de handelingssnelheid en de efficiency van de onderneming. En dus ook haar waarde. De kwaliteit van de IT wordt niet alleen bepaald door de systemen zelf, maar ook door de manier waarop daarmee wordt omgegaan. Aspecten als IT governance, security en compliance zijn minstens zo belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwe Europese wetgeving op het gebied van persoonsgegevens. Het feit dat IT dwars door alle bedrijfsprocessen heen loopt, maakt het lastig IT als geïsoleerd fenomeen te beoordelen. IT Due Diligence is echt specialistenwerk en dient in nauwe samen werking met de overige DD aspecten te worden uitgevoerd.
Veronachtzamen De risico’s van geen of onvoldoende diepgaande IT Assessment in M&A’s kunnen zich op allerlei manieren materialiseren. Bijvoorbeeld in hoge herstelkosten als er tekortkomingen blijken te zijn op het gebied van security, disaster recovery of het onderhouden of vervangen van legacy systemen. Het licentiebeleid kan blijken tekort te schieten waardoor opeens extra licenties moeten worden afgenomen. Het ontvlechten van IT en de re-integratie in de nieuwe organisatie kan duur uitpakken. Dit leidt bovendien tot vertraging van de integratie, waardoor de ingeboekte business benefits pas later kunnen worden gerealiseerd. Een dergelijke vertraging kan zelfs tot verzwakking van de concurrentie positie leiden.
Waar ligt de focus bij een IT Assessment? • IT maturity, stabiliteit, prestaties, kosten en tekortkomingen (gaps) • Afhankelijkheden en relaties tussen business en IT • Legacy applicaties • Licenties • Outsourcing-contracten • Contracten met hard- en software vendors • Contract-gerelateerde aansprakelijkheden en conflicten • Softwareontwikkeling en de maturity van software life cycle management • IT-gerelateerde innovatie • Security • Disaster Recovery • Compliance aan wet- en regelgeving • IT Staffing • IT-gerelateerde risico’s • Aanpak voor de ontvlechting en integratie na afsluiting van de transactie De winstpunten van een goed IT Assessment: • Betere overnameprijs • Geen lijken uit de kast na de transactie • Goed inzicht in de risico’s en mogelijk heid om risico’s achteraf te voorkomen • Identificatie van de mogelijkheden voor het optimaliseren van IT en het reduceren van kosten - bijvoorbeeld door een gecombineerd inkoopbeleid, betere licentievoorwaarden, uitbreiding of aanpassing van outsourcing contracten en optimalisatie van de IT organisaties • Identificatie van IT-gerelateerde synergieën en voordelen in samenhang met het toekomstige bedrijfsmodel • Effectiever M&A proces • Versnelling van de integratieprocessen na afsluiting van de transactie. Peter Overakker is partner bij Burnt Oak Partners Benelux
CloudWorks – nr. 4 / 2018
29
Praktijk Elektrotechnische voorzieningen in datacenter volledig vernieuwd
All IT Rooms maakt serverruimte SVRZ geschikt voor toekomstige groei De serverruimte van Stichting Voor Regionale Zorgverlening (SVRZ) is onlangs vernieuwd, waarbij onder andere de elektrotechnische voorzieningen volledig op de schop zijn gegaan. Datacenterspecialist All IT Rooms nam het ontwerp van het datacenter en de projectcoördinatie voor zijn rekening, terwijl de technische werkzaamheden zijn uitgevoerd door lokale partners van SVRZ uit Zeeland. “Onze nieuwe serverruimte is nu volledig voorbereid op de toekomst”, zegt Adrie Joosse, IT-manager bij SVRZ. SVRZ is een specialist in ouderenzorg in de provincie Zeeland en biedt een totaalpakket van zorgdiensten waarbij wonen, welzijn en zorg op elkaar afgestemd zijn. De organisatie kent vijftig tot zestig verschillende vestigingen, die in omvang variëren. Er zijn ruim 3.000 werknemers actief voor de zorgorganisatie. “Vanuit het datacenter in Middelburg verzorgen wij het centrale serviceplatform voor de volledige organisatie”, legt Joosse uit.
“Dit betekent in de praktijk dat vanuit de serverruimte applicaties, telefonie en zorgalarmering worden aangeboden aan eindgebruikers, waarbij met name het Elektronisch Cliëntendossier (ECD) van cruciaal belang is voor onze medewerkers.”
Steeds belangrijker “De factor ‘informatie’ wordt ook binnen onze organisatie van steeds groter belang. Zonder de juiste informatie kunnen onze medewerkers hun werk niet efficiënt uitvoeren. Denk hierbij aan informatie over medicatie en het zorgplan van cliënten, maar ook aan contactgegevens van familieleden”, aldus Joosse. “Indien deze informatie niet beschikbaar is, ondervinden onze medewerkers hier veel hinder van.” “Sinds enige tijd bieden wij daarnaast ook telefonie en zorgalarmering aan vanuit ons datacenter. We beschikken weliswaar over een back-up voorziening op locatie die indien nodig deze functies in beperkte mate kan overnemen, maar downtime zorgt er bijvoorbeeld wel voor dat we geen directe spreek-/luister verbindingen meer kunnen opzetten met vestigingen”, legt Rocco Rentmeester, hoofd huisvesting en onderhoud bij SVRZ, uit. Joosse voegt toe: “De introductie van telefonie en zorgalarmering heeft voor een belangrijke omslag gezorgd. Het gaat niet langer uitsluitend over zorgapplicaties, maar nu ook over cliëntveiligheid. Dit heeft onze focus op de serverruimte versterkt en onze afhankelijkheid van dit datacenter nog duidelijker gemaakt.”
Problemen “We hebben in het verleden een aantal keren problemen ervaren met de noodstroomvoorziening voor ons datacenter. Bepaalde
In de toekomst wil SVRZ iedere drie jaar een nieuwe quickscan van de serverruimte laten uitvoeren om te controleren of alle zaken nog op orde zijn. V.l.n.r.: Rocco Rentmeester (SVRZ), Adrie Joosse (SVRZ), Robert Wisseloo (All IT Rooms) en Ronald Kok (All IT Rooms). Fotografie Paul Kampman.
30
Alles over innovatie in ICT
noodstroomaggregaat, maar alle verbindingen tussen de verschillende componenten waren enkelvoudig uitgevoerd. Dit betekent in de praktijk dat meerdere single points of failure aanwezig waren in de infrastructuur. Daarnaast was bekend dat het noodstroomaggregaat onvoldoende capaciteit had om de energievoorziening van het hele kantoor te kunnen overnemen.” Niet alleen de IT-voorzieningen, maar ook verschillende werkplekken waren achter de UPS en het noodstroomaggregaat geplaatst. “Dit was een bewuste keuze die ervoor zorgt dat een aantal medewerkers ook gedurende een stroomstoring kan doorwerken”, legt Rentmeester uit. “Tegelijkertijd was slechts een beperkt aantal werkplekken achter het noodstroomaggregaat geplaatst, waardoor bij een stroomstoring veel van onze medewerkers toch niet konden doorwerken. Bij het vernieuwen van onze serverruimte is er daarom voor gekozen nagenoeg het volledige hoofdkantoor in Middelburg achter het noodstroom aggregaat te plaatsen, zodat alle medewerkers kunnen doorwerken.”
Niet meegegroeid “Deze keuze zorgt ervoor dat de capaciteit van de UPS en het noodstroomaggregaat ruim berekend moet zijn. Iemand kan immers allerlei extra apparatuur aansluiten op het stopcontact bij zijn werkplek, waardoor de noodstroomvoorziening ook deze apparaten zal moeten voeden”, aldus Wisseloo. Joosse voegt toe: “Zowel een serverruimte als een organisatie is continu in ontwikkeling, wat ook invloed heeft op de gebruikte apparatuur en de energie die deze apparatuur verbruikt. Ons oude noodstroomaggregaat was rond 2005 geplaatst, terwijl de IT-belasting sindsdien continu is toegenomen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat dit noodstroomaggregaat niet langer aan onze behoeften voldeed.”
dienstverlening kon hierdoor bij een stroomstoring niet langer worden aangeboden”, zegt Joosse. “Deze problemen waren telkens terug te leiden naar de elektravoorzieningen in het hoofdkantoor, die niet langer berekend waren op de IT-vraag vanuit SVRZ.”
“Om een dergelijke mismatch te voorkomen, is het cruciaal het energieverbruik continu te meten, zodat inzichtelijk is hoe dit
Rentmeester voegt toe: “Enige tijd geleden is het hoofdkantoor van SVRZ in Middelburg gerenoveerd. In navolging van deze renovatie wilden we in kaart brengen hoe kwetsbaar onze IT-voorzieningen in de praktijk zijn. Om de huidige staat van onze serverruimte in beeld te brengen, hebben we All IT Rooms gevraagd een quick scan uit te voeren. Op basis van deze analyse kregen we vanuit het management van SVRZ de middelen om de serverruimte en de elektrotechnische voorzieningen volledig op orde te brengen.”
Single points of failure De quickscan is uitgevoerd door Robert Wisseloo, consultant, projectleider en Accredited Tier Designer bij All IT Rooms. Wisseloo: “De scan bevestigde het vermoeden dat de elektrotechnische voorzieningen in het datacenter niet op orde waren. De ruimte was uiteraard voorzien van een UPS en een CloudWorks – nr. 4 / 2018
31
Praktijk
{
‘Om een mismatch te voorkomen, is het cruciaal het energieverbruik continu te meten, zodat inzichtelijk is hoe dit verbruik zich ontwikkelt en of de huidige elektrische voorzieningen nog voldoen’
Ronald Kok, directeur van All IT Rooms, legt uit: “Een datacenter kan prima vijftien jaar mee, maar het is in de meeste gevallen wel noodzakelijk in deze periode enkele aanpassingen te doen aan de elektrotechnische en de klimaatvoorzieningen. Een datacenter is immers geen statisch geheel. Niets is veranderlijker dan een ICT-omgeving.”
extra racks en twee UPS-systemen aan de bestaande ruimte weten toe te voegen.” Joosse vult aan: “Ook is de keuze gemaakt meer IT-apparatuur aan ons monitoring-systeem te koppelen, waardoor we ons datacenter veel nauwkeuriger in de gaten kunnen houden. Zo kunnen we precies nagaan hoe de koeling presteert. Wat is bijvoorbeeld de temperatuur in het datacenter en hoeveel energie verbruiken de koel- en IT-systemen? Ook wordt via dit monitoringsysteem automatisch alarm geslagen indien afwijkingen worden gedetecteerd, waardoor wij direct kunnen ingrijpen en kunnen voorkomen dat deze afwijkingen tot problemen leiden.”
Extra ruimte
Nauwe samenwerking
Op basis van de uitgevoerde quickscan is een plan gemaakt om het bestaande datacenter te optimaliseren. Hierbij is niet alleen gekeken naar de energievoorziening, maar ook naar de koeling en de blusgasinstallatie. Daarnaast is het datacenter nu direct bemeten op eventuele toekomstige groei, aangezien SVRZ verwacht langere tijd in haar huidige pand gevestigd te blijven.
All IT Rooms is gedurende het project opgetreden als adviseur en projectcoördinator, terwijl de uitvoerende werkzaamheden grotendeels zijn uitgevoerd door lokale partners van SVRZ uit Zeeland. Wisseloo: “Opvallend hierbij was de mate van samenwerking met de IT-afdeling en het projectteam van SVRZ. Het projectteam is nauw betrokken geweest bij zowel het ontwerp als de uitvoering van het project. Zo ben ik gevraagd mee te gaan naar de vergadering van de stuurgroep om het projectplan voor het optimaliseren van het datacenter te presenteren. Door de nauwe samenwerking is het project soepel verlopen.”
verbruik zich ontwikkelt en of de huidige elektrische voorzieningen nog voldoen. Dit is helaas iets wat veel partijen vergeten, terwijl dit in het ergste geval kan leiden tot uitval van de IT-voorzieningen”, aldus Wisseloo.
Wisseloo: “Op basis van de vereisten ben ik gaan passen en meten om de bestaande serverruimte efficiënter in te delen, zodat meer ruimte ontstond voor eventuele toekomstige uitbreidingen. Uiteindelijk hebben we door een slimme indeling te maken drie
Het datacenter is in maart opgeleverd. “We hebben de nieuwe serverruimte geopend door simpelweg de hoofdschakelaar om te zetten en de ruimte dus af te sluiten van het reguliere energienetwerk. De noodstroomvoorzieningen zijn hiermee dus direct aan een vuurproef onderworpen”, aldus Wisseloo. Het systeem heeft zich daarnaast inmiddels bewezen tijdens een recente stroomstoring waar SVRZ mee is geconfronteerd. De serverruimte en alle werkplekken op het hoofdkantoor van de zorgorganisatie bleven tijdens deze storing probleemloos functioneren.
Iedere drie jaar In de toekomst wil SVRZ iedere drie jaar een nieuwe quickscan van de serverruimte laten uitvoeren om te controleren of alle zaken nog op orde zijn. Ook wordt hierbij gekeken naar de IT-belasting in het datacenter om zeker te stellen dat de UPS en het noodstroom aggregaat nog over voldoende capaciteit beschikken. Joosse: “Dit geeft een stukje extra zekerheid en zorgt dat ons datacenter in de pas blijft lopen met de ontwikkelingen binnen SVRZ.” Wouter Hoeffnagel is journalist
32
Alles over innovatie in ICT
Innovatie Gezamenlijk project Ingenico en BotBakery voor Belgische krant
Betalen via chatbots
Aanbieder van betaalservices Ingenico en marketingtechnologie-specialist Botbakery lanceren voor de Belgische krant Het Laatste Nieuws een chatbot die betalingen verwerkt via het social messaging-platform Facebook Messenger. We staan vandaag aan de start van de conversatie-economie. Steeds meer mensen vinden het normaal dat hun devices kunnen reageren op natuurlijke tekst en spraak, met als doel bepaalde taken uit te voeren of informatie op te vragen zonder dat er nog een websitebezoek aan te pas komt. Bovendien winnen chatbots aan populariteit bij klanten en bedrijven door de directe, persoonlijke en frictieloze gebruikers ervaring. Waarom zou men voor een e-commerce transactie klanten nog omleiden naar de website, met het risico hen te verliezen? Waarom klanten niet gewoon op het Facebook-platform houden en de transactie volledig afronden via de chatbot?
Veiligheidsniveau BotBakery en Ingenico hebben daarom de handen ineengeslagen om ervoor te zorgen dat de Belgische krant ‘Het Laatste Nieuws’ (onderdeel van de Persgroep) als nieuws medium abonnementen kan afsluiten tot en met de betaling via een Facebook- en
websitechatbot. BotBakery creëerde hierbij de chatbot en de integratie met de systemen van Ingenico en Het Laatste Nieuws. Ingenico garandeert het veiligheidsniveau van bancaire betalingen. De veiligheid is van hetzelfde niveau als in een webshop. Er worden geen creditcardgegevens gedeeld met de chatapp zelf en de data blijft in het bezit van de Persgroep. Samen met Joinedapp, een start-up gevestigd in Palo Alto, hebben Ingenico en BotBakery een volledig geïntegreerde betaaloplossing ontwikkeld in alle belangrijke messaging apps - waaronder Facebook Messenger, Line, Telegram, Kik, Skype, Slack en WeChat.
Engagement “Vergeleken met andere kanalen zien we een verhoogd engagement wanneer mensen met een chatbot communiceren. Conversieratio’s voor mobiel liggen veel hoger als we de doorverwijzing naar een website laten vallen en vervangen door een conversationele interface, zoals een chatbot”, licht Dennis Peeters van BotBakery toe.
“De mogelijkheid om een betaling uit te voeren is een belangrijke stap om de totale gebruikerservaring te optimaliseren. Die technologie laat het toe om een win-win situatie te creëren, een verhoogde return on investment en conversieratio voor bedrijven, en een betere ervaring voor klanten.”
Conversational “Conversational commerce is een essentieel onderdeel van de innovatiestrategie van Ingenico Group voor de komende jaren”, volgens Gertjan Dewaele, Product Innovation manager bij Ingenico. “Doordat een steeds groter deel van de consumenten actief is op dergelijke messaging platformen, wordt dit een interessant extra verkoop kanaal voor online ondernemers zoals de Persgroep. Door de rechtstreekse opname van betalingen in bots, kan de Persgroep conversie killers verwijderen uit het aankoopproces en een frictieloze klant ervaring mogelijk maken.” In een volgende stap zal er bekeken worden om chatbotbetalingen via andere kanalen dan Facebook Messenger en een website in te zetten. Van de redactie CloudWorks – nr. 4 / 2018
33
Reportage Masterclass The Datacenter Group voor CEO’s uit de hosting- en cloudindustrie:
Groei door inspiratie en innovatie Vanuit de overtuiging dat je nooit te oud bent om te leren, heeft The Datacenter Group (TDCG) een exclusief ‘opleidingsevent’ uitsluitend voor CEO’s uit de Nederlandse hosting- en cloudindustrie georganiseerd. De ‘flying building’ van PAL-V in het Brabantse Raamsdonksveer was op vrijdag 8 juni hét toneel van de allereerste masterclass: De CEO Pakt Door! Tijdens deze dag draaide alles om het netwerken met CEO-collega’s, innovatie en groei. De locatie waar dagvoorzitter Lars Sørensen namens TDCG de ‘cloudbazen’ welkom heette, paste hier naadloos bij: de PAL-V fabriek. Aan innovatie dus geen gebrek, zeker niet in Brabant. Daar kwam nog bij dat de sprekers van deze middag innovatie koppelden aan inspiratie en groei. De hoop van Siemon van den Berg - CEO bij TDCG - dat de middag naast inspirerend ook leerzaam zou zijn, kwam daarmee uit. De ‘cloudbazen’ werden tussen de vliegende auto’s door de sprekers namelijk meerdere malen verrast met verrassende invalshoeken. Ze leerden onder meer hoe zij hun bedrijf sneller kunnen laten groeien door het werven van IT-talent, innovatie en het vergroten van hun markt aandeel.
Afgesloten in onze eigen bubbel en klem tussen twee werelden, het zogenaamde internarratum, willen we alles snel, sneller en het liefst nu. Als bedrijf kom je haast niet binnen in die leefwereld.” Probeer daarom, zo hield Koot de deelnemers voor, om ambassadeurs binnen die bubbel te krijgen. Op die manier worden de regels - met vertrouwen als uitgangspunt - toegepast die de moderne digitale marketingcommunicatie ons voorschrijft.
Persoonlijke groei is zakelijke groei Welke rol ambiëren we? Wat heeft de
organisatie daar omheen dan nodig? Om welke acties vraagt dat? Waar kunnen we vandaag al mee starten? Allemaal persoonlijke vragen die groeiguru Bart van Nol van ScaleUp Company de toehoorders voorlegde. Denk eens na over wie jij als CEO bent over drie jaar. In welke fase van mijn zakelijke leven ben ik dan? Kan en - vooral ook - wil ik wel van de ‘pioniersfase’ naar de ‘rollercoaster-fase’? Het zette de zaal aan het denken. Aan de hand van zijn eigen persoonlijke en zakelijke groei nam Van Nol de ‘cloudbazen’ aan de masterclass mee in de eisen en de
Zo zorgde trendwatcher Gert Koot dat de zaal anders ging kijken naar de toekomst. Koot, in het dagelijks leven CEO bij Branded Entertainment, constateerde dat er vooral ruimte is voor groei in het vertrouwen in de digitale toekomst. Die toekomst is nu besmet, mede dankzij privacyschandalen zoals onlangs rond Facebook en Cambridge Analytica. “Om klaar te zijn voor de toekomst zullen we verder moeten kijken naar wat we nu weten. We mogen niet zeggen: ‘als je het niet ziet, dan is het er niet’. De uitdaging daarbij is dat we de kennis uit het verleden (de SOY) hebben en niet weten wat er voor ons ligt. Dat brengt veel mensen in verwarring.
34
Alles over innovatie in ICT
De groeifasen die snelgroeiende ondernemingen doorlopen.
voor het grote publiek. In de PAL-V fabriek op het hoofdkwartier van PAL-V nam Piloot en Head of Flight Training George Tielen de ‘cloudbazen’ mee op zakelijk avontuur. Tijdens zijn masterclass vertelde hij onder andere over het ontstaan van het bedrijf en hoe innovaties de wereld kunnen veranderen zoals het lanceren van vliegende auto’s. Volgens Tielen is het besturen van een vliegende auto net zo makkelijk als een conventionele auto. Binnen 30 vlieg- en rijuren heb je je vlieg- en rijbewijs op zak. Eerder op de middag mochten de CEO’s dat zelf ervaren in de PAL-V simulator.
verwachtingen die de verschillende groeifasen die in figuur 1 zijn weergegeven met zich meebrengen. Het paste natuurlijk ook naadloos in de BHAG: de Big Hairy Audacious Goal. Ofwel de groeidoelstelling die de TDCG voor zichzelf heeft gedefinieerd: in 2025 de grootste Nederlandse datacenterspeler zijn. Vanuit deze groeigedachten heeft TDCG dit event voor de Nederlandse cloudbazen georganiseerd, laat Van den Berg weten die zelf ooit CEO en founder was bij voormalig hostingbedrijf NXS.
Profileer jezelf als bedrijf en zet het eigen personeel (weer) in om collega’s te vinden. Zorg als het gewenste personeel binnen is voor een goede scholing, zodat ook hier groei kan worden gerealiseerd. We zouden zelfs kunnen denken aan het aanstellen van een Chief Happiness Officer, om zo personeel vast te houden.
Zelf vliegen Wat andere (internationale) bedrijven niet van de grond kregen, is het de Brabantse PAL-V wel gelukt. Het lanceren van vliegende auto’s
Wie een jongensdroom uit wil laten komen, kan een PAL-V reserveren. Ze zijn al beschikbaar voor iedereen die daar een slordige 300.000 euro voor over heeft.Voor die instapprijs heb je dan wel een op Italiaanse leest gestylde Gyrocopter van met koolstofvezel versterkt materiaal. Waarbij natuurlijk naast een normaal rijbewijs ook een vliegbrevet nodig is. ‘Een mooie mix van innovatie’ en ‘hoe breng je je bedrijf van A naar B’. Zo typeerde Siemon van den Berg de masterclass. Nadat Ludo Baauw van Intermax zich tot ‘The King of the Cloud mocht laten kronen - hij had de interactieve groeiquiz gewonnen vertrokken de deelnemers geïnspireerd en wel weer naar de thuisbasis, ongetwijfeld om daar de nieuw opgedane inzichten toe te passen. Van de redactie
Wees niet bang Leren van elkaar betekent ook leren van elkaars falen. En daar niet bang voor zijn om dat te delen.Voor sociaalpsycholoog (en digitaal ondernemer) Jerre Maas was dat duidelijk geen probleem. Maas vertelde vrijuit over de manier waarop zijn organisatie probeerde om - vaak tevergeefs - goed personeel te werven en te behouden. De creativiteit klotst vaak tegen de plinten op. Hetzij bij personeel die zich wil aanbieden, hetzij bij bedrijven die naar personeel op zoek zijn.Vandaag de dag zijn er ruim 40.000 IT-vacatures die zeer lastig te vervullen zijn. Hou het simpel en wees niet bang, is hierbij zijn credo. CloudWorks – nr. 4 / 2018
35
Interview Spencer Hinzen, EMEA Director Business Development bij Ruckus Networks:
‘Slimme stad vraagt om slimme beslissingen’ De ontwikkeling van smart cities is niet te stoppen, ondanks dat veel steden zich in de basis vergalopperen. “Steden kijken te weinig naar een infrastructuur die flexibel genoeg moet zijn om allerlei toekomstige plannen onder te brengen en met een uniform beheersysteem”, stelt Spencer Hinzen, EMEA Director Business Development bij Ruckus Networks. De voordelen van een slimme stad zijn inmiddels genoegzaam bekend. Dankzij data en digitalisering is het mogelijk maatschappelijke vraagstukken als bereikbaarheid, veiligheid, werkgelegenheid en duurzaamheid slim en efficiënt te beantwoorden. Een smart city stimuleert daarnaast de stedelijke economie en vergroot de gastvrijheid voor toeristen. “Voor gemeenten is het een tool om effectiever beleid te kunnen maken”, zegt Spencer Hinzen. De specialist op het gebied van smart cities bij Ruckus Networks haalt daarvoor graag de SmartZone in Antwerpen aan. “Deze zone is volledig van WiFi-dekking voorzien. Passantentelling, sensoren om de luchtkwaliteit te meten, slimmere routering van het verkeer en het in kaart brengen van de bewegingsstromen in de stad zijn slechts enkele voorbeelden die daardoor mogelijk zijn geworden.”
Kostenbesparend Een slimme stad biedt nieuwe services aan bewoners en bezoekers, maar leidt ook tot kostenbesparingen, met name door hogere efficiencyefficiëntie. Hinzen: “Als je een stad bijvoorbeeld uitrust met intelligente cameratechnieken, kun je handhavend personeel
{
36
sneller en effectiever inzetten, ook in de buitenwijken. Dat is niet alleen efficiënt, het zal ook tot een hogere tevredenheid van de inwoners leiden, wat het leefklimaat verbetert.” Een ander ‘hot item’ is steden nu en in de toekomst bereikbaar houden. De toenemende digitalisering van verkeersstromen helpt om verkeer effectief te routeren door de stad. “De digitale auto, verkeerslichten, sensoren in de weg en digitale informatie over files en wegwerkzaamheden helpen om de bereikbaarheid te verbeteren.” “Efficiënt”, noemt Hinzen dat. “Want als je dan ook nog eens slimme automatische parkeergelegenheden creëert, kun je een gedeelte van de controleurs voor andere diensten inzetten. Een echt slimme stad leidt simpelweg tot kostenbesparingen.”
Steun voor detailhandel Ook voor retailers bieden smart cities veel nieuwe kansen. Niet voor niets is de Europese Commissie gestart met het WiFi4EUprogramma, waardoor alle Europese gemeenten subsidie kunnen aanvragen voor de ontwikkeling van smart cities. De achterliggende motivatie is het stimuleren en moderniseren van de detailhandel. Deze steun voor de ontwikkeling van smart cities is voor retailers uitstekend nieuws, aldus Hinzen. “Dankzij nieuwe technologieën worden winkeliers kostenefficiënter, kunnen ze het contact met de klant intensiveren en beter inspelen op behoeften. De customer engagement neemt toe, de online en offline wereld komen samen en de interactiviteit met de klant krijgt een enorme boost. Smart city WiFi-netwerken halen klanten weer naar de stad en creëren een geheel andere beleving.”
‘Veel slimmer is het om nu al te kijken naar een infrastructuur die flexibel genoeg is om allerlei toekomstige plannen onder te brengen in een uniform beheersysteem’ Alles over innovatie in ICT
geeft een voorbeeld: “Diverse steden zijn bezig met slim parkeren met behulp van WiFi. Als je daar een Traffic Management oplossing naast zet die gebaseerd is op ZigBee en een Asset Management systeem op basis van BLE, waarmee je bijvoorbeeld leenfietsen wilt tracken, dan heb je al drie verschillende infrastructuren opgezet, waarvoor je ook driemaal kennis in huis moeten zien te krijgen. Voor ieder van die oplossingen valt iets te zeggen. Maar als je ze alle drie naast elkaar zet, ben je niet efficiënt bezig. Bovendien wordt het zo steeds moeilijker deze initiatieven bijeen te brengen tot een combinatie van diensten die elkaar versterken en samen de smart city vormen die je voor ogen had.”
Solide basis ontbreekt Dat gezegd hebbende, signaleert de EMEA Director Business Development bij Ruckus Networks wel dat lang niet altijd een goede basis wordt neergelegd. Tot zijn spijt ziet hij regelmatig dat allerlei initiatieven los van elkaar worden ontwikkeld en uitgerold, wat allereerst niet erg efficiënt is. “Als je op langere termijn diensten slim wilt kunnen blijven combineren en de kosten beheersbaar wilt houden, is het verstandig nu al te kijken naar een solide basis”, waarschuwt Hinzen. Een andere uitdaging is dat klanten van Ruckus - waaronder gemeenten - niet alleen om een WiFioplossing vragen, maar om een geïntegreerd netwerk, inclusief bijvoorbeeld Bluetooth en LoRa. “We upgraden de infrastructuren met meer dan WiFi alleen en bouwen deze geïntegreerd verder uit met andere technologieën. Dat is wel zo efficiënt.” Hinzen ziet nu in verschillende steden projecten met een wirwar aan infrastructuren. Dat is op termijn vragen om problemen. Hij
In plaats van een geheel nieuwe infrastructuur op te bouwen voor ieder nieuw idee, is het handiger te kijken hoe een toch al uitgerolde infrastructuur gebruikt kan worden om nieuwe neven diensten te ontwikkelen. Als je toch al een Wifi-netwerk over de stad legt om slim parkeren mogelijk te maken, bedenk dan dat je datzelfde netwerk ook uitstekend kunt gebruiken voor Traffic en Asset Management. “En als je dan toch bezig bent, overweeg dan ook om bijvoorbeeld gratis WiFi aan te bieden: een nieuwe dienst waar je ongetwijfeld de handen voor op elkaar krijgt bij de inwoners en de mensen die de stad bezoeken, en die kosten technisch gezien een ‘quick win’ is omdat je het grootste deel van de initiële investering al hebt gedaan uit het parkeerpotje”, geeft hij een simpel advies.
Centrale IoT Suite In de waan van de dag wordt een uniforme infrastructuur neerzetten nogal eens vergeten. Om in de toekomst bestaande diensten eenvoudig te kunnen uitbreiden naar nieuwe oplossingen, pleit Hinzen dan ook voor één centrale IoT Suite. “Dat voorkomt dat je vroeg of laat vastloopt in een woud van standaarden, apparatuur en diensten. Nu wordt nog vaak geïnvesteerd in oplossingen die gericht zijn op een enkele toepassing, zonder dat iemand zich afvraagt of die te integreren is met andere IoT initiatieven.Veel slimmer is het om nu al te kijken naar een infrastructuur die flexibel genoeg is om allerlei toekomstige plannen onder te brengen in een uniform beheersysteem. De kans op een gunstige ROI neemt drastisch toe als je voorkomt dat voor ieder nieuw idee het hele wiel opnieuw moet worden uitgevonden.” CloudWorks – nr. 4 / 2018
37
Markt Nlyte in zee met IBM Watson
Machine learning versterkt DCIM
Nlyte maakt gebruik van het IBM Watson IoT-platform om een zogeheten cognitieve DCIM-oplossing op de markt te kunnen brengen. Hiermee kunnen de enorme hoeveelheden data die monitoring in een datacenter oplevert, worden geanalyseerd op patronen en onderlinge relaties. Het doel daarvan is het verder optimaliseren van de operatie van het datacenter. Datacenters worden steeds complexer, doordat zij steeds vaker hele specifieke rollen krijgen. Denk aan edge computing, gecontaineriseerde implementaties, hybride IT- en multicloud-omgevingen. Tegelijker tijd dienen zij onderling verbonden te zijn om IT-diensten aan de gebruikers te kunnen leveren. Om de operatie van het datacenter te optimaliseren en de prestaties van de diverse IT-toepassingen te garanderen, verzamelen datacenter operators grote hoeveelheden monitoring- en andere gegevens. Dit verzamelen is vaak nog wel te doen, al is het nog niet zo eenvoudig om alle data op een centrale plek vast te leggen. Een groter probleem is het begrijpen van al deze data. Laat staan dat een datacenter manager op basis van deze gegevens snel tot actie kan overgaan.
Intuïtieve tools Er is duidelijk behoefte aan intuïtieve tools om al deze informatie snel te kunnen verzamelen en te analyseren. Zodat eigenaren van datacenters een beter inzicht krijgen in de IT-workloads en de impact daarvan op de fysieke infrastructuur van hun faciliteit. “Ongeacht het type datacenter of
38
Alles over innovatie in ICT
het toegepaste bedrijfsmodel moeten operators gebruikmaken van analyses om de operationele kosten te minimaliseren en inzicht te krijgen in de infrastructuur waar de werklast draait”, zegt Enzo Greco, Chief Strategy Officer van Nlyte Software. “Nlyte heeft zich altijd al gericht op het bij elkaar brengen van facilitair beheer en IT-operaties. De volgende stap in deze evolutie is het toepassen van IBM Watson IoT. Dit platform biedt machine learningtechnologie om potentiële problemen in de infrastructuur op te lossen. Daarbij kunnen we de impact van IT workloads op de facilitaire laag verbeteren door de posities die deze workloads op zaal en in de racks krijgen te optimaliseren.”
Data streamen Nlyte Machine Learning is dus gebaseerd op IBM Watson IoT. Het richt zich op het vraagstuk van het verzamelen, normaliseren en creëren van patronen van monitoringen andere data over zowel de fysieke infrastructuur als de IT-systemen. Deze data wordt hiertoe gestreamd naar IBM Watson IoT. Deze software gebruikt
vervolgens technologie voor machine learning om voorspellende modellen te ontwikkelen. De resultaten van deze analyses wordt vervolgens weer teruggestuurd naar Nlyte. Hier wordt deze info in een visueel dashboard weergegeven. In dit dashboard zijn potentiële problemen zichtbaar, zoals rijen met servers die in de (nabije) toekomst meer koeling nodig hebben dan nu op die posities beschikbaar is.
Workload-infrastructuur Met dit soort informatie kunnen datacenterbeheerders eventuele toekomstige problemen proactief identificeren en IT workloads preventief verplaatsen. Het nettoresultaat is meer controle over de infrastructuur met meer flexibiliteit en een grotere betrouwbaarheid. “De workload-infrastructuur wordt steeds belangrijker en de manier waarop een organisatie deze beheert, is rechtstreeks van invloed op de prestaties en de beschik baarheid van applicaties”, aldus Doug Sabella, CEO & President van Nlyte Software. “Nlyte Machine Learning stelt organisaties in staat om informatie over de bedrijfskritische infrastructuur te gebruiken, zodat zij beslissingen kunnen nemen die helpen de kosten te verlagen en de prestaties rond het leveren van applicaties te verbeteren.” Van de redactie
Hackathon
Detectiesysteem voor malafide websites wint Dutch Open Hackathon
De Dutch Open Hackathon 2018 is gewonnen door het team CrimeBusterBot met de ontwikkeling van een tool voor het identificeren van malafide websites. Bij de ontwikkeling van deze tool is gebruikgemaakt van de beschikbare datasets van het Kadaster, Politie en SIDN. In de toepassing vindt en analyseert een automatische bot malafide websites. Tijdens het Dutch Open Hackathon-weekend werkten 23 teams aan de ontwikkeling van toepassingen op basis van data die beschikbaar werd gesteld door HeadFirst, het Kadaster, KPN, Politie, PostNL en SIDN. In totaal deden ruim 100 developers uit binnenen buitenland mee. Zij konden gebruikmaken van uiteenlopende datasets en API’s van de partners en sponsoren van het evenement. De keuze van de jury viel op CrimeBusterBot, omdat het een relevant probleem aanpakt en tevens goed gebruikmaakt van de data die de partners beschikbaar hebben gesteld. CrimeBusterBot won met hun eerste plaats een bedrag van 7.500 euro. Ook wonnen zij de pioniersprijs die werd uitgereikt namens het SIDN Fonds.
Detecteren van netwerk De winnende oplossing van CrimeBusterBot is een automatische bot die malafide websites opspoort. Op basis van webcrawling- informatie en het uitvoeren van een DNS-analyse kan de bot complete netwerken van malafide websites blootleggen. Bij de ontwikkeling van de CrimeBusterBot zijn machine learningtechnieken toegepast die ervoor zorgen dat de tool automatisch websites aanmerkt als mogelijk malafide. In eerste instantie is de toepassing niet direct gericht op consumenten, maar moet het
vooral de Politie en SIDN ondersteunen in hun strijd tegen deze vorm van cybercrime. De tweede prijs van de Dutch Open Hackathon ging naar team Syntax, voor de ontwikkeling van www.afwijken.com. Dit is een platform dat mensen helpt de perfecte woonruimte buiten de grote steden te vinden, afgestemd op hun specifieke behoeften, zoals veiligheid, beschikbare scholen en prijs. De publieksprijs ging naar A-ware International voor het ontwikkelen van een online challenge die consumenten bewuster moet maken van de gevaren van ransomware. De incubatieprijs ging naar Sharefox, een applicatie voor het veilig delen van bestanden.
Open innovatie Richard Garsthagen, teamlid van CrimeBusterBot: “De Dutch Open Hackathon is een bijzonder evenement omdat het de gelegenheid biedt datasets met elkaar te combineren die normaal gesproken niet gezamenlijk toegepast kunnen worden. Hierdoor hebben wij een tool kunnen ontwikkelen die niet alleen afzonderlijke malafide websites kan identificeren, maar juist ook de achterliggende netwerken kan ontmaskeren. Als je één website hebt gevonden, blijkt het vrij eenvoudig om te achterhalen of er nog meer malafide websites actief zijn.” De Dutch Open Hackathon 2018 stond volledig in het teken van open innovatie en nam dit jaar zijn intrek in de Dutch Innovation Factory in Zoetermeer. Het project is een initiatief van Stichting Dutch Open Innovation, Big Data Innovatiehub, het Kadaster, Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI), KPN, Politie, PostNL en SIDN. CloudWorks – nr. 4 / 2018
39
Energie Start-up koppelt energievoorziening los van IT-systemen
VPS virtualiseert powerinfrastructuur van datacenters Een datacenter dat met het concept van software-defined power aan de slag wil, zal in feite binnen zijn faciliteit een smart grid moeten implementeren. Compleet met sensoren, strategisch geplaatste batterijen voor energieopslag en -distributie en uiteraard software die gebruik en aanbod meet en analyseert, zodat vraag en aanbod op elkaar afgestemd kunnen worden. Precies dat is de ambitie van Virtual Power Systems, een Californische start-up. Het is interessant om te zien dat de CEO van VPS - Steve Houck - niet zozeer een achter grond heeft in de wereld van energie systemen of elektrotechniek, maar juist afkomstig is uit de IT-wereld. Hij heeft gewerkt voor onder andere storage-gigant EMC, virtualisatiespecialist VMware en Datacore, een speler in de wereld van data storage.
Bekende concepten In feite combineert Virtual Power Systems een aantal bekende concepten. Dat is aller eerst het idee van een hybride auto. Die kent een speciaal pakket aan batterijen die twee functies kennen. Waar nuttig en nodig stroom leveren zodat de auto kan rijden. En zodra de auto in staat is om zelf stroom op te wekken, wordt de batterij gebruikt om energie in op te slaan. Zodra die energie weer nuttig gebruikt kan worden, kan uit deze voorraad worden geput. En zo is de cirkel rond. De tweede trend is virtualisatie en orkestratie. Het bedrijf heeft een aanpak ontwikkeld waarbij IT-hardware niet langer 1-op-1 is gekoppeld aan het energienetwerk. Hier zit nu een laag tussen. Net als gebeurde toen VMware en andere partijen met servervirtualisatie begonnen. In dat geval ‘draait’ een applicatie in een gevirtualiseerde server, die op zijn beurt weer gebruikmaakt van de verwerkingscapaciteit van een hardwarematige computer. Waarbij de applicatie echter wel degelijk ‘denkt’ dat hij
40
Alles over innovatie in ICT
met een hardwarematige server te maken heeft. Zo kan de beschikbare hardwarecapaciteit veel beter benut worden en kunnen virtuele servers makkelijk worden verplaatst.
ICE-software Verplaats dit idee nu eens naar de energievoorziening binnen een datacenter en we hebben het idee van VPS kort en bondig uitgelegd. Hierbij wordt tussen de klassieke power-infrastructuur van het datacenter en de IT-apparatuur een speciale softwarelaag gelegd. Deze meet enerzijds de vraag naar energie en krijgt anderzijds vanuit de power-laag info over de beschikbaarheid van energie. Deze vraag en aanbod brengt het bij elkaar. Hierbij probeert deze ICE geheten software de juiste hoeveelheid energie naar het juiste IT-rack te sturen. Ontstaat ergens een overschot aan energie,
dan verplaatst de software deze naar een locatie waar te weinig beschikbaar is. Of zorgt het ervoor dat de op strategische posities binnen het datacenter geplaatste lithium-ion batterijen worden geladen. Is ergens een gebrek aan energie, dan kan vanuit de batterijen extra energie worden betrokken. De letters ICE staan overigens voor ‘Intelligent Control of Energy’. Is dit concept klaar en al te koop? Nee, zover is het nog niet. Het bedrijf zegt echter wel aan proof of concepts-opstellingen te werken, waarbij - niet geheel onverwacht natuurlijk - vooral hyperscalers zijn betrokken en partijen als SAP die grote software-installaties hosten voor hun klanten. Daarnaast werkt het bedrijf naar eigen zeggen samen met onder andere fabrikanten van UPS-systemen, zodat ook deze componenten in een gevirtualiseerde power-infrastructuur kunnen worden opgenomen. Meer weten? Kijk op http://virtualpowersystems.com. Van de redactie
Software BSA in nieuw rapport:
‘Gebruik van illegale software daalt naar 22%’ Om de risico’s op cyberaanvallen te verminderen en de prestaties te verbeteren, doen bedrijven er goed aan illegale software in hun netwerk te verwijderen en software asset management in te voeren. Dat meldt de BSA | The Software Alliance in zijn 2018 Global Software Survey. Het onderzoek geeft aan dat in Nederland 22 procent van de software op computers niet de juiste licenties heeft. Dat is twee punten minder dan de vorige studie over 2016. De commerciële waarde van de illegale software in Nederland komt uit op 448 miljoen dollar. De cijfers worden onder meer beïnvloed door meer aandacht voor software asset management (SAM), meer abonnementen op software en meer oog voor veiligheid. Ook de bewustwordingscampagnes van de BSA zorgen voor meer aandacht voor het belang van legale software.
Consequenties Bedrijven over de hele wereld gebruiken software om hun bedrijfs voering te optimaliseren, winst te maken, nieuwe markten te ontginnen en concurrentievoordeel te behalen. “Maar zowel CIO’s als het nu gepubliceerde onderzoek geven aan dat illegaal gebruik van software kan leiden tot ernstige consequenties voor organisaties op het gebied van veiligheid”, stelt de BSA in een persbericht. CIO’s stellen dat diefstal van persoonlijke en bedrijfsgegevens hun belangrijkste zorg is als het gaat om malware, dat vaak onderdeel is van illegale software. Meer dan de helft van de ondervraagde CIO’s (51%) zegt dat cybersecurity de belangrijkste reden is om illegale software te mijden. Het verlagen van de risico’s op juridische procedures komt op de tweede plaats (43%). In het rapport geeft de organisatie aan welke risico’s bedrijven lopen. Ook laat het onderzoek zien hoeveel illegale software er te vinden is op computers in 110 landen en regio’s. Binnen het onderzoek zijn de antwoorden van bijna 23.000 consumenten, werkgevers en CIO’s meegenomen.
Resultaten “Organisaties missen economische en veiligheidsvoordelen als ze geen goed beheerde software gebruiken”, zegt Victoria Espinel, bestuursvoorzitter en CEO van BSA | The Software Alliance. “Zij doen er goed aan te kijken naar Software Asset Managementprogramma’s en de software op hun netwerken goed te beheren.
Dat helpt hen bij het terugdringen van risico’s rond cyberaanvallen en het vergroten van de omzet.” De belangrijkste resultaten uit het onderzoek zijn: • Het gebruik van software zonder een licentie nam weliswaar licht af, maar vindt nog steeds op grote schaal plaats. Wereldwijd gaat het om 37 procent van alle software op personal computers, dat is twee punten minder dan in 2016. • CIO’s geven aan dat illegale software voor risico’s zorgt en tot kosten leidt. Malware als gevolg van illegale software kost bedrijven jaarlijks bijna 359 miljard dollar. • Het verbeteren van software-compliance biedt economische en veiligheidsvoordelen. Bedrijven die hun softwarebeheer verbeteren, zien omzetstijgingen tot wel 11 procent. • Het verbeteren van het softwarebeheer levert direct economisch voordeel op. Onderzoeken laten zien dat bedrijven tot wel 30 procent per jaar kunnen besparen op softwarekosten door een robuust SAM- en licentie-optimaliseringsprogramma. Het rapport is beschikbaar op www.bsa.org/globalstudy. CloudWorks – nr. 4 / 2018
41
Blog BTG
INTUG, BTG en Beltug slaan handen ineen Medio juni hebben de Nederlandse BTG, de Belgische Beltug en de internationale branchevertegenwoordiger INTUG de handen ineengeslagen door namens hun zakelijke ICT-afnemers een gezamenlijk standpunt te publiceren, waarmee zij onder andere reageren op de door GSMA voorgestelde norm voor de ontwikkeling en standaardisering van eSim (of soft SIM). De branchevertegenwoordigers maken zich sinds geruime tijd sterk voor meer flexibiliteit in de mogelijkheid om met mobile devices verbinding te maken met verschillende mobiele netwerken.Voor veel zakelijke afnemers, waaronder onder andere de veiligheid-, logistieke en zorgbranche heeft dit hoge prioriteit, omdat de beschikbaarheid van mobiele communicatie in toenemende mate randvoorwaardelijk is voor de borging van de eigen bedrijfskritieke dienstverlening. INTUG, BTG en Beltug ondersteunen de wereldwijde inspanningen om eSIM te introduceren, waarmee het mogelijk wordt om van de ene naar de andere mobiele operator over te schakelen zonder fysieke tussenkomst. De ontwikkeling van een internationale norm lijkt hiertoe tevens een belangrijke toegangssleutel te vormen.Vanwege deze reden zijn tevens de inspanningen van de GSMA nauw gevolgd om een eSIMstandaard te ontwikkelen. Hierbij is echter sprake van bezorgdheid over een clausule die GSMA lijkt te overwegen, omdat deze tot beperkingen kan leiden in de mogelijkheid om van operator te switchen. De door de branchevertegenwoordigers geformuleerde verklaring is inmiddels ook naar GSMA verzonden, waarbij wordt gepoogd een dialoog tot stand te brengen. De problematiek spitst zich toe op het feit dat SIM-kaarten in mobiele devices tot op heden zijn vergrendeld op het netwerk van één mobile operator. Indien men toegang wenst tot een ander netwerk, is een wijziging van de SIM-kaart vereist. In de optiek van INTUG, Beltug en BTG zijn dit voornamelijk technische en regelgevingsbarrières, die voornamelijk een handelsbelang dienen en vanuit het gebruikersbelang onnodig en niet wenselijk zijn. De branchevertegenwoordigers zijn van mening dat het switchen van mobile operator zonder fysieke tussenkomst een randvoorwaarde vormt voor de borging van een concurrerende markt. Het technische vermogen om dit te bereiken is geruime tijd in de markt bewezen. Al sinds de introductie van internationale mobile roaming, waarmee mobile devices verbinding kunnen maken met verschillende netwerken in landen buiten het
42
Alles over innovatie in ICT
gecontracteerde land van herkomst. De snelle ontwikkeling van slimme apparaten en Internet of Things (IoT) leiden tot verdere escalatie van de dringende noodzaak tot een oplossing.Voor machine-to-machine-communicatie zal tevens gebruik worden gemaakt van eSIM. Deze voorzieningen mogen hierbij geen hinder ondervinden door de huidige beperking van één mobile operator. Dit zou de marktconcurrerentie bovendien beperken. Een aantal landen heeft inmiddels aangegeven proeven en studies te gaan uitvoeren. Dit heeft geleid tot een aanbod van GSMA om gezamenlijk met toonaangevende operators, fabrikanten van mobiele apparatuur en eSIM een internationale norm te ontwikkelen, inclusief de optie van een vergrendelde eSIM. Dit zou met name een consumentenvoorwaarde zijn in de VS, waarbij men expliciet dient in te stemmen met de specifieke commerciële overeenkomsten van de mobiele operators, bijvoorbeeld bij de aanschaf van gesubsidieerde devices. De New York Times meldde in april dat in de VS een onderzoek is ingesteld onder toezicht van Amerikaanse regelgevende instanties, waaronder het Ministerie van Justitie. Dit naar aanleiding van een aantal marktinitiatieven, die tot consumentenbeperkingen zou kunnen leiden. Hierbij zouden gezamenlijke afspraken tussen operators en fabrikanten zijn gemaakt over de totstandkoming van beperkende clausules en vergrendeling van specifieke netwerken. In afwachting van de uitkomst van dit onderzoek, zijn de GSMAactiviteiten rond eSIM normering voorlopig gestaakt. Om het ontwikkelingsproces alsnog goed te vervolgen is het dan ook wenselijk, dat wellicht mede door middel van internationale regulering alsnog een ontwikkelingsklimaat kan worden gecreëerd, waarin op basis van transparantie gezamenlijk kan worden gewerkt aan de realisatie van een universele eSIM-omgeving, waarin naast het commerciële, de sociaal-maatschappelijke en economische belangen van alle stakeholders worden geborgd. Dus ook die van de (zakelijke) consument. De volgende generatie SIM-technologie, waarbij fysieke kaarten worden vervangen door software die in staat is om op afstand een device tussen operators te schakelen, is immers veelbelovend. Deze biedt ook kansen voor indooromgevingen en bedrijfskritieke applicaties.Vendor lock-ins zijn hierbij beperkend en moeten worden vermeden. INTUG, BTG en Beltug zullen zich dan ook blijven inzetten om dit proces constructief vorm te geven. Jan van Alphen, BTG/INTUG
10 JAAR ALL IT ROOMS
ALLROUND DATACENTER SPECIALIST
ONTDEK DE KRACHT VAN ALL IT ROOMS WWW.ALLITROOMS.COM
ALL IT ROOMS STERK IN DATACENTERS VOOR DE ZORG Advies en audit
Realisatie & Optimalisatie
Service en onderhoud
DÉ ALLROUND DATACENTER SPECIALIST
Beheer en management
Connecting Global Competence
The Leading Summit for Cyber Security Discover how cybersecurity can be a growth lever for your company, and how you can exploit the opportunities offered by digitization to the full!
September 20 – 22, 2018 ICM – Internationales Congress Center München
cmdctrl.com