
4 minute read
Zicht-hebben-op-je-voorraad
Opdracht 3 Vervelende situatie
a. Welke soort artikelen moet jij bestellen op je werk of je stageplek? Als je geen werkplek of stageplek hebt, bedenk je welke spullen er besteld moeten worden op je school.
b. Bedenk van één artikel welke vervelende situatie er ontstaat als het niet op tijd besteld is en op is. Schrijf dat op een briefje.
c. Verdeel de klas in twee groepen.
Groep 1 gaat in een cirkel staan met het gezicht naar de buitenkant van de cirkel. Deze groep is de binnenste cirkel.
Groep 2 gaat met het gezicht naar de binnenste cirkel om de binnenste cirkel heen staan.
Deze groep is de buitenste cirkel.
Je staat nu tegenover een klasgenoot. Vertel de ander over de situatie die je op je briefje hebt geschreven. Als de een klaar is, vertelt de ander over de situatie op zijn briefje.
Daarna draait de binnenste cirkel één persoon verder met de klok mee. De buitenste cirkel draait één persoon verder tegen de klok in. Vertel de persoon die nu tegenover je staat over de situatie op je briefje. Herhaal dit tien keer.
d. Bedenk daarna welke situatie van een ander je het meest bijzonder vond en waarom. Vertel elkaar daarover.
Zicht hebben op je voorraad
De opdrachten maken duidelijk dat je voorraad moet hebben. Hoeveel voorraad je in ieder geval moet hebben, is niet precies te zeggen. Dit is per organisatie verschillend. Een goede stelregel is: het werk moet altijd door kunnen gaan. Dus genoeg glazen in de kantine, voldoende sport- en recreatiemateriaal in het materiaalhok en ga zo maar door. Je moet precies weten hoeveel goederen je hebt ingekocht en hoeveel goederen je verkoopt, verhuurt of nodig hebt voor de activiteiten. Weet je dat, dan weet je precies wat je op voorraad hebt.
De voorraad moet je op een minimum peil houden. De minimale voorraad is de voorraad die nodig is om het werk door te kunnen laten gaan. Zakt het aantal eronder, dan moet je nieuwe goederen bestellen. Te weinig voorraad betekent dat je de activiteiten niet kunt uitvoeren en geen producten kunt verkopen of verhuren. Dit brengt geen geld op en leidt tot ontevreden
gasten. Er is ook een maximum peil aan je voorraad. De maximale voorraad is de voorraad die bij acceptabele kosten maximaal aanwezig kan zijn. Te veel voorraad brengt namelijk extra kosten met zich mee.
Lees meer in Verdiepingsstof - Voorraadsoorten.
Verdiepingsstof - Voorraadsoorten
Zicht op de voorraad: • tellen • schriftelijke administratie • computeradministratie.
Goed zicht houden op je voorraad kan op meerdere manieren. Het tellen van de voorraad is het meest eenvoudige. Tenminste, als de voorraad niet te groot is. Is de voorraad wat groter, dan houd je de voorraad in een schriftelijke administratie bij. Bij grotere magazijnen wordt een voorraadsysteem ingericht en houdt de computer de voorraad bij.
Een goed voorbeeld is de streepjescode (‘barcode’) die supermarkten en winkels gebruiken. Op moment van verkoop weet je precies welk product de deur uitgaat. Dit wordt opgeslagen in de computer. Je hebt direct een overzicht van je goederen. Er zijn ook speciale computerprogramma’s om zicht op de voorraad te krijgen.

Scannen van een barcode.
Wat zijn de voordelen van zicht hebben op je voorraad? • Je bestelt zelden te veel goederen. • Door het stellen van de juiste prioriteiten zijn de belangrijkste goederen altijd op voorraad.
Je weet wat je in voorraad hebt, je grijpt bijna nooit mis. • Een completer aanbod op voorraad betekent minder ontevreden gasten.
Drie tips voor voorraadbeheer: 1. Weet welke voorraad binnenkomt. 2. Weet wat je voorraad is. Wat verkoop of verhuur je? 3. Weet welke voorraad je snel, langzaam of helemaal niet verkoopt of verhuurt. Stel je voorraad bij aan deze behoefte.
Opdracht 4 Voorraadgrootte
a. Wat gebeurt er als er te weinig producten op voorraad zijn? Leg dit uit met een voorbeeld.
b. Wat is het nadeel als er te veel producten op voorraad zijn? Leg uit met een voorbeeld.
Opdracht 5 Aantallen
Je loopt stage als medewerker sport en recreatie. Op het kantoor van het sport- en recreatiecentrum werken twaalf mensen. Er is een voorraadkast met kantoorartikelen. a. Maak een schatting van de hoeveelheid producten die volgens jou op voorraad zouden moeten liggen.
Artikel
Schrijfblokken Pennen Rollen wc-papier Doosje pleister (rol 1 meter) Nietmachines Dozen printerpapier Hoofdtelefoons
Aantal
Opdracht 6 Goede stelregel
a. Een goede stelregel is: het werk moet altijd door kunnen gaan. Wat wordt hiermee bedoeld?
b. Hoe houd je thuis zicht op de voorraad?
c. Er moet altijd een bepaalde voorraad zijn. Is er thuis altijd genoeg voorraad?
d. Is er op school altijd genoeg voorraad?
e. Wat vinden jullie een voldoende werkvoorraad voor jullie school? Kortom, wat moet er op school altijd aanwezig zijn om het werk door kunnen laten gaan?
f. Geef een voorbeeld (thuis of op school) van een situatie waarin er niet genoeg voorraad was. Wat ging er mis?
g. Hoe kun je dat voorkomen?
h. Bespreek je antwoorden met een klasgenoot. i. Je kunt de uitwerking van deze opdracht in je portfolio opnemen. Maak hierover dan afspraken met je docent. Geef bij de uitwerking aan welke bijdrage jij aan het resultaat van deze opdracht hebt geleverd.
Opdracht 7 In de horeca
Bekijk het filmpje bij deze opdracht.
Voorraadbeheer in de horeca
a. Wat is het belang van het hebben van een goede voorraad?
b. Hoe kun je in de horeca berekenen of je voorraad op orde is?
c. Waar moet je aan denken om je voorraadbeheer op orde te brengen?