![](https://assets.isu.pub/document-structure/210622104221-db823970b383821becc8beefecf4185f/v1/a855b8d76409eacb36d3139976ff5f59.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
4 minute read
De-doelstelling
Vraag 2: Vraag 3: Vraag 4: Vraag 5:
b. Is Jaap een vraag (of meerdere vragen) vergeten? Licht je antwoord toe.
Opdracht 2 Informatie vragen
a. Er belt een vrouw naar het bedrijf waar jij werkt. Ze wil met haar familie komen paintballen.
Je wilt iets meer weten over deze groep. Waarom?
b. Welke vragen zou je aan deze mevrouw stellen?
Opdracht 3 Geschikt of ongeschikt?
Filmpje - Klimbos
Lees de volgende vragen en bekijk daarna het filmpje. Houd pen en papier bij de hand. Zou je deze activiteit aanraden bij: a. een groep scholieren van 14-16 jaar? ja / nee b. een familie met een paar kleuters erbij? ja / nee c. een groep senioren? ja / nee d. een stel collega's waarvan een aantal hoogtevrees heeft? ja / nee
De doelstelling
Als je een activiteit begeleidt, wil je iets bereiken. Dit noemen we de doelstelling. De doelstelling is een omschrijving van wat je wilt bereiken met die activiteit.
SMART.
Bij het stellen van een doel is het belangrijk dat je duidelijk beschrijft wat je wilt zien. Vaak wordt bij het formuleren van doelen gebruikgemaakt van de SMART-methode. De SMART-methode is een hulpmiddel voor het juist formuleren van doelen. De letters SMART staan voor de woorden: • Specifiek: het doel van je activiteit moet duidelijk en concreet omschreven zijn. Op deze manier kun je gemakkelijker zien of het doel is gehaald. • Meetbaar: je moet het doel dat je hebt gesteld kunnen meten. Op deze manier kun je nagaan of je een doel hebt gehaald of niet. • Acceptabel: het gestelde doel moet acceptabel zijn voor je sporters of gasten. Je gaat altijd uit van de behoeften en de verwachtingen. • Realistisch: het is belangrijk dat het doel dat je hebt gesteld haalbaar is. Is je doel realistisch als je kijkt naar de mogelijkheden en beperkingen die je sporters of gasten hebben? Maar je kijkt ook naar je éigen mogelijkheden. Heb jij de juiste materialen en middelen? Is er voldoende tijd en geld om de activiteit uit te voeren? • Tijdgebonden: het doel dat je stelt moet gebonden zijn aan een tijd. Wanneer begin je met de activiteiten? Wanneer ben je klaar? Wanneer is het doel bereikt?
Joost werkt als medewerker sport en recreatie bij de buitenschoolse opvang. Lisa is een leerling in de groep van Joost. Zij heeft problemen met haar fijne motoriek. Joost gaat twee oefeningen met haar doen om de fijne motoriek te verbeteren. Hij maakt knutselwerkjes met Lisa waarbij ze vormen moet uitprikken. Ook doet hij een spel doen waarbij ze met één hand op haar rug een toren van blokken van 40 cm hoog gaat bouwen.
De toren mag daarbij niet omvallen. Joost stelt als doel dat Lisa deze opdrachten over een maand zonder problemen kan doen.
In het voorbeeld herken je het SMART formuleren van doelen:
Specifiek: Lisa kan over één maand een blokkentoren bouwen en zelfstandig een vorm uitprikken. Meetbaar: Lisa kan een toren van blokken bouwen van 40 cm hoog. Ze kan zonder hulp een vorm uitprikken. Acceptabel: het prikken bij knutselwerkjes en het bouwen van een toren vindt Lisa leuk om te doen. De activiteiten zijn acceptabel voor haar. Realistisch: Joost heeft als doel gesteld dat Lisa de toren kan bouwen, zelfstandig een vorm kan uitprikken en dat haar fijne motoriek verbeterd is. Dit doel is haalbaar binnen een maand. Tijdgebonden: over een maand kan Lisa zonder hulp een toren van blokken bouwen. Haar fijne motoriek is verbeterd.
Lees meer in Verdiepingsstof - De concrete doelstelling.
Verdiepingsstof - De concrete doelstelling
Opdracht 4 SMART formuleren
Lees de volgende voorbeelden uit de praktijk en beantwoord de vragen.
Situatie 1: Carola werkt bij een recreatiecentrum. Dit weekend zijn er maar weinig kinderen. Er zijn in totaal zeven kinderen. Drie meisjes en vier jongens. De jongens hebben met elkaar afgesproken dat ze gaan voetballen. Omdat de meiden zich wat vervelen, bedenkt Carola ’s ochtends dat ze met hen een taart wil gaan bakken. Ze heeft dit vaker met ze gedaan en ze vinden dit heel leuk om te doen. De taart wil ze ’s middags bij het theedrinken om 15.00 uur samen met de kinderen opeten. a. Vul het SMART-schema in voor de activiteit ‘taart bakken’ van Carola.
Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdgebonden
b. Als een onderdeel in het schema ontbreekt, geef dan aan hoe je deze zou kunnen invullen.
Situatie 2: Loïs wil dat de meisjes van haar gymnastiekgroepje op de woensdagmiddag aan het einde van haar les een koprol op de lage balk kunnen maken vanuit hurkzit. Zij gaat daarbij letten op de bolling van de rug (kin op de borst), spanning in de buik en plaatsing van de handen op de balk. c. Vul het SMART-schema in voor de activiteit ‘koprol’ van Loïs.
Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdgebonden
d. Als een onderdeel in het schema ontbreekt, geef dan aan hoe je deze zou kunnen invullen.