13 minute read

9.2 Dagelijkse-coördinatie-en-regelgeving

3. Wat wil jij leren van deze casus? Bepaal een aantal voor jou belangrijke leerdoelen. 4. Werk de leerdoelen uit. 5. Rapporteer de gevonden resultaten. Voorbeelden van sturende vragen bij deze casus Eventueel kun je kiezen voor een meer gestructureerde aanpak en kun je gericht kennisdoelen (reproductief, toepassen) of vaardigheidsdoelen aan de casus koppelen. Kennis a. Wat vind je van de globale opzet van dit evenement? b. Je hebt niet veel achtergrondinformatie, maar wat vind je van de eerste klacht met betrekking tot de voeding? c. Maak een keuze voor een van twee klachten. Geef aan hoe jij deze klacht af zou handelen. 9.2 Dagelijkse coördinatie en regelgeving Regelgeving De kans is groot dat je later in een (SB-)organisatie komt te werken. Je krijgt dan te maken met wet- en regelgeving en met de dagelijkse coördinatie van allerlei werkzaamheden. Als je ergens gaat werken, krijg je te maken met wetgeving en regels. De belangrijkste regels voor een beginnend beroepsbeoefenaar hebben te maken met: • arbeidsvoorwaarden en arbeidsovereenkomst • Arbowet. Arbeidsvoorwaarden en arbeidsovereenkomst Arbeidsvoorwaarden Als je ergens een dienstverband hebt, vast of tijdelijk, kort of lang, heb je als werknemer altijd te maken met arbeidsvoorwaarden en arbeidsovereenkomsten. Arbeidsvoorwaarden zijn, het woord zegt het al, voorwaarden waaronder je een dienstverband aangaat met een werkgever. Er zijn twee soorten arbeidsvoorwaarden: COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) 1. primaire arbeidsvoorwaarden 2. secundaire arbeidsvoorwaarden.

De primaire arbeidsvoorwaarden bestaan uit: • het soort dienstverband (vast, tijdelijk, flexibel) • het aantal te werken uren per week of per maand • salaris, inclusief vakantiegeld en toeslag voor onregelmatige diensten. Tot de secundaire arbeidsvoorwaarden horen: • reiskostenvergoeding • kinderopvang • mogelijkheden van scholing • spaarregelingen. Arbeidsovereenkomst Over de arbeidsvoorwaarden moeten je werkgever en jij het eens zijn. Wanneer dit het geval is, sluit je een arbeidsovereenkomst oftewel arbeidscontract af. Door het afsluiten van een arbeidsovereenkomst ontstaan er voor jou en de werkgever rechten en plichten. Zo ben jij verplicht naar beste weten en kunnen de overeengekomen arbeid te verrichten op de afgesproken tijden. Ook de werkgever heeft plichten, die voor jou rechten zijn. Er zijn verschillende soorten arbeidsovereenkomsten. Twee belangrijke overeenkomsten zijn: 1. individuele arbeidsovereenkomst 2. collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Cao Sport De cao Sport is een overeenkomst tussen de WOS en de vakbonden (FNV Sport & Bewegen, De Unie en CNV Dienstenbond), waarin zij arbeidsvoorwaarden hebben vastgelegd. Deze arbeidsvoorwaarden gelden voor alle werknemers waarvan de werkgever is aangesloten bij de WOS. De arbeidsvoorwaarden in de cao Sport zijn minimumvoorwaarden. Een bepaling in een individuele arbeidsovereenkomst die voor een werknemer gunstiger is dan de betreffende cao-bepaling is toegestaan (gunstigheidsbeginsel). Een arbeidsvoorwaarde die in negatieve zin afwijkt van de cao Sport is nietig, oftewel de afspraak geldt niet. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)

Individuele arbeidsovereenkomst

Als je bij een kleine organisatie gaat werken die niet is aangesloten bij een bedrijfstak, spreekt de werkgever de arbeidsvoorwaarden met je af en legt die schriftelijk vast in een individuele arbeidsovereenkomst. Collectieve arbeidsovereenkomst (cao) Omdat het uiteraard niet mogelijk is altijd met individuele werknemers en werkgevers te overleggen, wordt een cao afgesloten. In eencaostaan afspraken tussen werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties over de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden voor de duur van een of twee jaar en die gelden voor alle werknemers in een bepaalde bedrijfstak. Een cao wordt afgesloten door overkoepelende organisaties die de belangen van grotere groepen behartigen. Voor werkgevers zijn dat de werkgeversorganisaties, voor werknemers de vakbonden. Zo is het de FNV Sport gelukt een cao voor de sport tot stand te brengen. Een cao wordt afgesloten voor de periode van één, hooguit twee jaar. In de cao worden zowel de primaire als de secundaire arbeidsvoorwaarden geregeld, zoals die zullen gelden voor de hele sector. Een cao mag nooit bepalingen bevatten die strijdig zijn met de wetgeving op het gebied van arbeid. Wanneer een cao onvoldoende duidelijkheid biedt of niet van toepassing is, geldt het arbeidsrecht volgens het Nieuw Burgerlijk Wetboek. Een cao regelt niet alle punten tot in detail. Er zijn punten die per organisatie door de werkgever in overleg met de werknemers verder kunnen worden uitgewerkt. Zo schrijft de cao voor hoeveel vakantiedagen een werknemer per jaar heeft. Werkgever en werknemers kunnen echter per organisatie regelen hoe die dagen opgenomen worden in verband met vakantiespreiding. Een cao kan wel richtlijnen geven, bijvoorbeeld dat iedereen minstens eenmaal per jaar drie aaneengesloten weken moet kunnen opnemen. Zo worden voor de meeste secundaire arbeidsvoorwaarden in de cao basisafspraken vastgelegd. Werkgever en werknemers kunnen dan, binnen bepaalde grenzen, per organisatie de uitvoering regelen. Een werkgever kan dat overigens niet op eigen houtje doen. Hij moet altijd overleg voeren met vertegenwoordigers van de werknemers via een ondernemingsraad of medezeggenschapsraad. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)

Wanneer is er sprake van een arbeidsovereenkomst?

Een arbeidsovereenkomst kan schriftelijk of mondeling worden afgesloten, maar een schriftelijke overeenkomst is voor beide partijen het verstandigst. In de praktijk gebeurt het echter regelmatig dat de arbeidsovereenkomst nog niet klaar is op het moment dat de werknemer begint. Hoe zit het dan met je rechten en plichten? Is er dan toch sprake van een arbeidsovereenkomst? Het antwoord op deze vragen luidt: ja. Wanneer de werknemer zich meldt om de afgesproken werkzaamheden te verrichten en de werkgever stuurt hem of haar niet naar huis, is er sprake van een arbeidsovereenkomst. Hieruit kun je afleiden dat er ook sprake is van een arbeidsovereenkomst als je de schriftelijke overeenkomst nog niet hebt ondertekend. Ook dan zijn de cao en het instellingsreglement volledig van toepassing. De geldende proeftijd gaat in op de dag dat je met je werk bent begonnen en dus niet op de dag dat je je arbeidsovereenkomst tekent. De Arbowet Als sportleider kun je te maken krijgen met de Arbeidsomstandighedenwet, afgekort Arbowet. Deze wet bepaalt dat de werkgever moet zorgen voor goede arbeidsomstandigheden op de volgende drie gebieden: 1. veiligheid 2. gezondheid 3. welzijn. De Arbowet geeft niet alleen bepaalde verplichtingen aan de werkgever, maar ook aan de werknemer. Zo ben jij als sportleider verplicht om gevaarlijke situaties te melden aan je werkgever. Organisaties met veel risico’s op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn zijn verplicht een arbocommissie samen te stellen. Deze commissie inventariseert de gevaren en stelt maatregelen voor om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. De arbeidsinspectie controleert de naleving van de Arbowet. Dagelijkse coördinatie De dagelijkse coördinatie heeft onder andere te maken met het op elkaar afstemmen van allerlei werkzaamheden binnen een organisatie. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)

Basketbaltoernooi

De stichting Welzijn Dordrecht wil een basketbaltoernooi organiseren voor de jeugd van 12 tot 18 jaar. Er zijn een heleboel taken. Zo moeten er sporthallen gehuurd worden, materiaal verzameld en deelnemers geworven. De projectleider verdeelt de taken onder de medewerkers, maar daarmee zijn ze er nog niet. De taken moeten ook nog op elkaar afgestemd worden. Degene die de sporthallen huurt, moet op de hoogte blijven van de wervingsactiviteiten van zijn collega; het aantal deelnemers beïnvloedt immers de accommodatiebehoefte. Ze zullen dus regelmatig met elkaar moeten overleggen. Dagelijkse coördinatie heeft te maken met: 1. het afstemmen van werkzaamheden 2. het plannen van werkzaamheden 3. het regelmatig houden van (werk)overleg 4. het stellen van prioriteiten 5. het delegeren en het verdelen van taken. Hotel Sol Marina Suzanne werkt bij hotel Sol Marina op Mallorca. Ze maakt deel uit van het animatieteam van het hotel. Met zijn achten moeten ze invulling geven aan het animatieprogramma. Suzanne is met name verantwoordelijk voor het sportprogramma. Deze ochtend loopt ze samen met Sandro vanaf 8.30 uur in Spaanse kledij door het restaurant. Ze maken een praatje met de gasten en vestigen met hun kleding de aandacht op de musical die in het weekend plaats gaat vinden. Rond 09.30 loopt Suzanne richting zwembad. Samen met Nigel maakt ze het zwembad gereed voor de aquarobics die om 10.00 uur begint. Nigel controleert eerst de kwaliteit van het water en zet daarna de strandstoelen goed, ruimt het terras op en spreekt ondertussen mensen aan om deel te nemen aan de ochtendactiviteit. Suzanne zet de geluidsinstallatie klaar, controleert haar headset en legt de materialen voor de activiteit klaar. Omdat ze nog wat tijd COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) over heeft, vult ze de voorraad badhanddoeken aan. Dan komen de deelnemers

voor de aquarobics. Suzanne noteert het aantal deelnemers op de lijst. Na afloop bedankt ze de deelnemers en vraagt terloops of ze morgen ook weer van de partij zijn. Van 11.00 tot 12.30 uur begeleidt Suzanne samen met Nigel de sportinstuif. Er melden zich 34 deelnemers, die kunnen kiezen tussen voetbal en waterpolo. Nigel haalt de benodigde materialen, terwijl Suzanne snel een ‘doordraaischema’ in elkaar zet. Het waterpolospel loopt wel, maar een paar deelnemers vinden de echte waterpolobal toch wel erg hard. Suzanne besluit dit met de andere entertainers te overleggen. Bij het voetballen ziet Suzanne dat een van de ballen wel heel slecht is en dat een van de doelpalen een beetje splintert. Na afloop van de activiteit vult ze deze bevindingen in op de papieren daarvoor. Ook noteert ze het aantal deelnemers aan de activiteit. Na de lunch heeft het animatieteam overleg over de musical. Barbara spreekt de rollen door en verdeelt de taken. Suzanne krijgt de opdracht om spullen voor het decor te verzamelen en het decor zaterdagochtend op te bouwen. Bovendien moet ze aan passende kostuums zien te komen. Tot ongeveer 15.00 uur oefenen ze voor de musical. Van 15.30 tot 17.00 uur verzorgt Suzanne met Nigel weer het sportprogramma. Deze keer gaan ze naar het strand en staat er beachvolleybal en jeu de boules op het programma. Suzanne maakt de teams. Tijdens de champagne-games van 19.00 uur vindt elke avond de prijsuitreiking plaats. Suzanne vindt dat gedoe met die winnaars niet zo nodig, maar het hoort bij de visie van het hotel. Het animatieprogramma moet ervoor zorgen dat de mensen zo veel mogelijk tijd in en rond het hotel doorbrengen. De prijsuitreiking maakt hier onderdeel van uit. Na deze activiteit is Suzanne vrij. De volgende middag staat een korte bespreking met Barbara over de voortgang van de musical gepland. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)

Het afstemmen van werkzaamheden

Als sport- en bewegingsleider werk je meestal niet alleen. Jij hebt je eigen taken en werkzaamheden, maar jouw collega’s hebben die ook. Voor een goed functionerende organisatie is het belangrijk dat de werkzaamheden goed op elkaar afgestemd zijn. Dit afstemmen van werkzaamheden kun je op twee manieren doen: 1. door het geven van de juiste instructies aan andere medewerkers, sportleiders, stagiairs 2. door een werkbespreking. Geven van instructies Een instructie is een mondelinge of schriftelijke opdracht en is een goed middel om werkzaamheden op elkaar af te stemmen. De aard en inhoud van de instructie is afhankelijk van de ervaring en de kwaliteiten van de medewerker. Je kunt er grofweg van uitgaan dat hoe minder ervaring iemand heeft en hoe lager de kwaliteiten, des te nauwkeuriger de instructies moeten zijn. Je moet dan concreet aangeven wat iemand moet doen, op welke manier en binnen welk tijdsbestek. Werkbespreking Een werkbespreking is een soort vergadering waarin het werk op elkaar afgestemd wordt. Voor een goede afstemming van werkzaamheden is het belangrijk om rekening te houden met enerzijds de wensen en behoeften van medewerkers en anderzijds met de bevoegdheden en kwaliteiten. Het gaat om werkzaamheden die op de korte termijn verricht moeten worden. Het plannen van werkzaamheden Het kan zijn dat je als sport- en bewegingsleider verantwoordelijk bent voor de planning van werkzaamheden. Dit betekent dat jij de werkzaamheden, al dan niet in overleg met de andere teamleden, verdeelt over de betrokkenen. Bij het maken van een werkplanning doorloop je de volgende stappen: 1. Maak een overzicht van werkzaamheden die verricht moeten worden. (Wat moet er gebeuren?) 2. Plaats deze werkzaamheden in logische volgorde. (Wat eerst, wat daarna?) 3. Maak een urenraming van de afzonderlijke werkzaamheden. (Hoeveel tijd kost elke klus?) 4. Maak een tijdsplanning. (Wanneer moet wat af zijn?) 5. Maak een overzicht van interesses, kwaliteiten, bevoegdheden en COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) beschikbaarheid van de teamleden en/of vrijwilligers.

6. Verdeel de werkzaamheden al dan niet in overleg over de teamleden en/of vrijwilligers.

Bij de organisatie van een toernooi of evenement heb je te maken met het plannen van werkzaamheden. Het draaiboek van de voorbereiding en het dagdraaiboek vormen een goed uitgangspunt van alle werkzaamheden die verricht moeten worden. Bij de planning is het belangrijk dat de juiste mensen de juiste werkzaamheden verrichten. Daarnaast is het van belang om de werkzaamheden goed te verdelen; het werk moet niet op de schouders van een of twee personen terechtkomen. Iedereen moet het idee hebben een zinvolle bijdrage te leveren aan de werkzaamheden, daarom is goed overleg belangrijk. In het merendeel van de gevallen bespreek je deze verdeling tijdens een werkbespreking.

Het regelmatig houden van (werk)overleg

Uit het voorbeeld van Suzanne blijkt dat het belangrijk is om als team de werkzaamheden goed te verdelen en op elkaar af te stemmen. De afstemming vindt meestal plaats in de vorm van werkoverleg of werkinstructies (briefing). Naast dit formele overleg vindt er regelmatig persoonlijk overleg tussen collega’s plaats. Als Suzanne samen met Nigel aquarobics wil organiseren voor de gasten van het hotel, kan dit alleen maar slagen als iedereen zijn taken goed uitvoert en er sprake is van regelmatig overleg. Als Suzanne en Nigel niet afspreken wie de kwaliteit van het water controleert, doen ze het misschien wel allebei, of erger: allebei niet. Maar ook met de andere mensen van het animatieteam moet Suzanne overleg voeren. Als zij van 11.00 tot 12.30 uur waterpolo wil gaan doen, komt ze in de problemen als ze niet weet dat haar collega op datzelfde tijdstip ook een activiteit in het zwembad heeft georganiseerd. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)

Het stellen van prioriteiten Als team moet je de werkzaamheden goed verdelen en op elkaar afstemmen. Bovendien blijkt dat het belangrijk is om te bepalen wat het belangrijkste is en wat als eerste moet gebeuren. Dit noem je prioriteiten stellen. Zo start Suzanne eerst met de voorbereiding van haar activiteit en pas daarna vult ze de voorraad badhanddoeken bij. Prioriteiten stellen heeft niet alleen te maken met kiezen tussen activiteiten die dringend (urgent) of minder dringend zijn. Het heeft eveneens te maken met het onderscheid kunnen maken tussen taken die voor een functie meer of minder van belang zijn. Als jij verantwoordelijk bent voor de uitvoering van een bepaalde taak, stel dan eerst de prioriteiten en verdeel vervolgens taken over collega’s en/of vrijwilligers die jou assisteren. Prioriteitenschema Maak bij het stellen van prioriteiten gebruik van een zogenaamd prioriteitenschema. Je stelt jezelf de volgende vragen: • Hoe belangrijk is deze taak? • Hoe belangrijk is het dat deze taak op korte termijn uitgevoerd wordt? • Hoe belangrijk is het dat ik deze taak uitvoer? Behoort dit echt tot mijn werkzaamheden of kan een ander het (beter) uitvoeren? COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)

Graag namaken in de stijl van de flexibele pipeline S&B. Prioriteitenschema. Filmpje - Prioriteitenschema Verdiepingsstof - Prioriteiten stellen Het delegeren en het verdelen van taken Wanneer iemand, meestal een leidinggevende, een bepaalde taak toebedeelt aan een van de leden van het team spreek je vandelegeren. Een leidinggevende kan nu eenmaal niet alle werkzaamheden zelf uitvoeren, dus hij of zij zal moeten delegeren aan anderen. Het verdelen van de werkzaamheden over de leden van het team is dan ook een belangrijke taak bij de dagelijkse coördinatie. In het voorbeeld van Hotel Sol Marina delegeert Barbara bij de voorbereiding van de musical een aantal taken aan de andere medewerkers. Als sport- en bewegingsleider krijg je van je leidinggevende gedelegeerde taken opgelegd. Je hebt ook op een andere manier te maken met delegeren, namelijk wanneer je samen met andere collega’s of vrijwilligers een bepaalde taak moet uitvoeren. Het organiseren van een evenement is daarvan een voorbeeld. Opdracht 2 Dagelijkse coördinatie (groepsopdracht) Bron - Dagelijkse coördinatie en regelgeving Dagelijkse coördinatie heeft te maken met: 1. het afstemmen van werkzaamheden 2. het plannen van werkzaamheden 3. het regelmatig houden van (werk)overleg COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) 4. het stellen van prioriteiten 5. het delegeren en het verdelen van taken.

This article is from: